A.u.b. de volgende gegevens invullen voor toekomstige
referentie:
Modelnummer: MFC-9840CDW
Serienummer:
1
Aankoopdatum:
Aankoopplaats:
1
Het serienummer staat op de achterkant van het
toestel. Bewaar deze gebruikershandleiding samen
met uw kassabon als bewijs van uw aankoop, in
geval van diefstal, brand of service in geval van
garantie.
Registreer uw product online op
http://www.brother.com/registration
Door uw product bij Brother te registreren, wordt u geregistreerd als de
originele eigenaar van het product. Uw registratie bij Brother:
kan eventueel als bevestiging van de aankoopdatum van uw product
dienen, mocht u uw kassabon verliezen; en
kan eventueel een verzekeringsclaim van u ondersteunen, in geval
het product verloren gaat en dit gedekt is door de verzekering.
Informatie over goedkeuring en mededeling
aangaande samenstelling en publicatie
INFORMATIE OVER GOEDKEURING
Brother wijst erop dat dit product mogelijk niet goed functioneert in een ander land dan dat waarin
het oorspronkelijk werd aangekocht, en biedt geen garantie indien dit product wordt gebruikt op
openbare telecommunicatielijnen in andere landen.
Samenstelling en publicatie
Deze handleiding is samengesteld en gepubliceerd onder supervisie van Brother Industries, Ltd.
De nieuwste productgegevens en -specificaties zijn in deze handleiding verwerkt.
De inhoud van deze handleiding en de specificaties van dit product kunnen zonder voorafgaande
kennisgeving worden gewijzigd.
Brother behoudt zich het recht voor om de specificaties en de inhoud van deze handleiding zonder
voorafgaande kennisgeving te wijzigen. Brother is niet verantwoordelijk voor enige schade (met
inbegrip van gevolgschade) voortvloeiend uit het gebruik van deze handleiding of de daarin
beschreven producten, inclusief maar niet beperkt tot zetfouten en andere fouten in deze
publicatie.
i
Page 4
EG Conformiteitsverklaring onder de Richtlijn
R & TTE
ii
Page 5
EG Conformiteitsverklaring onder de Richtlijn R & TTE
Producent
Brother Industries Ltd.,
15-1, Naeshiro-cho, Mizuho-ku, Nagoya 467-8561, Japan
Fabriek
Brother Technology (Shenzhen) Ltd.,
NO6 Gold Garden Ind. Nanling Buji, Longgang, Shenzhen, China
Authenticatie en encryptie alleen voor draadloze gebruikers ......................239
Certificering door de Wi-Fi-alliantie .............................................................240
FVerklarende woordenlijst241
GIndex245
x
Page 13
Paragraaf I
AlgemeenI
Algemene informatie2
Papier en documenten laden11
Algemene instellingen22
Beveiligingsfuncties28
Page 14
1
Algemene informatie1
Gebruik van de
documentatie
Dank u voor de aanschaf van een Brothermachine! Het lezen van de documentatie
helpt u bij het optimaal benutten van uw
machine.
Symbolen en conventies die
in de documentatie gebruikt
worden1
De volgende symbolen en conventies worden
in de documentatie gebruikt.
VetVetgedrukte tekst identificeert
toetsen op het
bedieningspaneel van de
machine of op het
computerscherm.
CursiefCursief gedrukte tekst legt de
nadruk op een belangrijk punt
of verwijst naar een verwant
onderwerp.
Courier
New
Het lettertype Courier New
identificeert de meldingen die
worden weergegeven op het
LCD-scherm van de machine.
Pictogrammen met waarschuwingen
1
vestigen uw aandacht op
maatregelen die u moet treffen om
mogelijk persoonlijk letsel te
voorkomen.
De pictogrammen Elektrisch Gevaar
waarschuwen u voor een mogelijke
elektrische schok.
Pictogrammen met waarschuwingen
vestigen uw aandacht op
maatregelen die u moet treffen om
mogelijk persoonlijk letsel te
voorkomen.
De pictogrammen Heet Oppervlak
waarschuwen u om de hete
machinedelen niet aan te raken.
Het pictogram Onjuiste configuratie
waarschuwt u voor apparaten en
bewerkingen die niet compatibel zijn
met de machine.
Pictogrammen met opmerkingen
geven bruikbare tips.
2
Page 15
Algemene informatie
De
gebruikershandleidingen
openen
De geprinte gebruikershandleiding bevat niet
alle informatie over uw machine. De
geavanceerde functies van de printer, het
netwerk, de scanner en PC-Fax worden
uitgelegd in de software- en
netwerkhandleiding die u op de cd-rom kunt
vinden.
Documentatie bekijken1
Documentatie bekijken (Windows®)1
1
Om de documentatie te bekijken vanuit het
menu Start, zet u de muisaanwijzer vanuit de
programmagroep op Brother,
MFC-9840CDW en klikt u vervolgens op
Gebruikershandleidingen in
HTML-formaat.
Als u de software niet hebt geïnstalleerd, kunt
u de documentatie vinden door onderstaande
instructies op te volgen:
a Zet uw PC aan.
Plaats de Brother cd-rom met het etiket
Windows
®
in uw cd-rom-station.
b Als het scherm voor de taalkeuze
verschijnt, klikt u op de gewenste taal.
c Als het scherm met de modelnaam
verschijnt, klikt u op uw modelnaam. Het
hoofdmenu van de cd-rom wordt
geopend.
1
Als dit venster niet wordt geopend, kunt
u Windows
programma start.exe uit te voeren
vanuit de hoofdmap van de cd-rom van
Brother.
®
Explorer gebruiken om het
d Klik op Documentatie.
3
Page 16
Hoofdstuk 1
e Klik op de documentatie die u wilt lezen:
HTML-documenten (3 handleidingen):
HTML-gebruikershandleiding voor
stand-alone handelingen,
softwarehandleiding en
netwerkhandleiding.
Deze indeling wordt aanbevolen
voor het weergeven van de
handleidingen op uw computer.
PDF-documenten (4 handleidingen):
PDF-gebruikershandleiding voor
stand-alone-handelingen,
softwarehandleiding,
netwerkhandleiding en
installatiehandleiding.
Deze indeling wordt aanbevolen
voor het afdrukken van
handleidingen. Klik hierop om naar
het Brother Solutions Center te gaan,
waar u de PDF-documenten kunt
bekijken of downloaden. (Hiervoor
zijn internettoegang en PDF Readersoftware vereist.)
Gebruikershandleidingen voor
ScanSoft™ PaperPort™ 11SE met
OCR1
U kunt de volledige
gebruikershandleidingen voor ScanSoft™
PaperPort™ 11SE met OCR bekijken via
de Help van de toepassing ScanSoft™
PaperPort™ 11SE met OCR.
Documentatie bekijken (Macintosh®) 1
a Zet uw Macintosh
Plaats de Brother cd-rom met het etiket
Macintosh
®
®
aan.
in uw cd-rom-station.
b Het volgende venster wordt
weergegeven.
Instructies voor het scannen
opzoeken
Er zijn verscheidene manieren waarop u
documenten kunt scannen. U kunt de
instructies als volgt vinden:
Softwarehandleiding:1
Een document scannen met de
TWAIN-driver in hoofdstuk 2
Een document scannen met de WIA-
driver (Bij Windows
in hoofdstuk 2
ControlCenter3 gebruiken in hoofdstuk 3
Netwerkscannen in hoofdstuk 4
®
XP/Windows Vista®)
1
c Dubbelklik op het pictogram
Documentation.
d Als het scherm voor de taalkeuze
verschijnt, dubbelklikt u op de gewenste
taal.
e Dubbelklik op het hoofdbestand om de
gebruikershandleiding,
softwarehandleiding en
netwerkhandleiding in de HTMLindeling weer te geven.
De documenten zijn ook beschikbaar in de
PDF-indeling (4 handleidingen):
PDF-gebruikershandleiding voor standalone handelingen, softwarehandleiding,
netwerkhandleiding en
installatiehandleiding.
De PDF-indeling wordt aanbevolen voor
het afdrukken van handleidingen.
Dubbelklik op het pictogram van het
Brother Solutions Center om naar het
Brother Solutions Center te gaan waar u
de PDF-documenten kunt bekijken en
downloaden. (Hiervoor zijn
internettoegang en PDF Reader-software
vereist.)
Instructies voor het scannen
opzoeken1
Algemene informatie
1
Er zijn verscheidene manieren waarop u
documenten kunt scannen. U kunt de
instructies als volgt vinden:
Softwarehandleiding:1
Scannen in hoofdstuk 9
ControlCenter2 gebruiken in hoofdstuk 10
Netwerkscannen in hoofdstuk 11
Presto!® PageManager®
Gebruikershandleiding:1
U kunt de complete Presto!®
PageManager
bekijken via de Help in de toepassing
Presto!
®
®
-gebruikershandleiding
PageManager®.
5
Page 18
Hoofdstuk 1
Overzicht bedieningspaneel1
1
12
1 Eén-toetsnummers
Deze 20 toetsen geven direct toegang tot 40
vooraf opgeslagen nummers.
Shift
Geeft u toegang tot ééntoetsnummers 21 tot
40, door deze ingedrukt te houden.
2 LCD-scherm
Hierop worden meldingen weergegeven die u
helpen bij de configuratie en het gebruik van
uw machine.
3 Status LED
De LED knippert en verandert van kleur
naargelang de status van de machine.
4 Menutoetsen:
Menu
Hiermee kunt u het menu openen om de
instellingen van de machine te programmeren.
Wis/terug
Hiermee verwijdert u ingevoerde gegevens of
annuleert u de huidige instelling.
OK
Hiermee kunt u de instellingen op de machine
opslaan.
11
5Kiestoetsen
6 Stop/Eindigen
7Start:
2
10
Volumetoetsen
of
Druk hierop om achteruit of vooruit door de
menuselecties te gaan. Druk hierop om het
volume te wijzigen in de fax- of stand-by
modus.
a of b
Druk hierop om door de menu's en opties te
bladeren.
Gebruik deze toetsen om telefoon- en
faxnummers te kiezen en als toetsenbord om
gegevens in de machine in te voeren.
(Alleen voor Nederland) Met de toets # kunt u
tijdens een telefoongesprek de kiesmodus
veranderen van puls naar toon.
Met een druk op deze toets wordt een
bewerking gestopt of een menu verlaten.
Kleur
Hiermee kunt u faxen verzenden of kopieën
maken in kleur.
Mono
Hiermee kunt u faxen verzenden of kopieën
maken in zwart-wit.
6
Page 19
Algemene informatie
2
34
5
6
1
10
8 Kopieertoetsen:
Contrast/Kwaliteit
Hiermee kunt u de kwaliteit en het contrast
voor de volgende kopie wijzigen.
Vergroot/Verklein
Verkleint of vergroot kopieën.
Lade Selecteren
Hiermee kunt u opgeven welke lade voor de
volgende kopie wordt gebruikt.
Sorteren
Hiermee sorteert u meerdere kopieën via de ADF.
Nop1
Kies N op 1 om 2 of 4 pagina's op één pagina
te kopiëren.
9 Dubbelzijdig
Kies Duplex om op beide zijden van het papier
af te drukken.
10 Modustoetsen:
Fax
Hiermee wordt de faxmodus van de machine
geactiveerd.
Scan
Hiermee wordt de scanmodus van de machine
geactiveerd. (Voor meer informatie over scannen
raadpleegt u de softwarehandleiding op de cd-rom.)
Kopie
Hiermee wordt de kopieermodus van de
machine geactiveerd.
9
11 Fax- en telefoontoetsen:
Telefoon/Intern
Hiermee kunt u een inkomend telefoontje op
een extern toestel beantwoorden.
Als u op een PBX bent aangesloten, kunt u
deze toets gebruiken om toegang te krijgen tot
een buitenlijn, om de telefoniste terug te bellen
of om een telefoontje over te zetten naar een
ander toestel.
Herkies/Pauze
Met een druk op deze toets wordt het laatst
gekozen nummer herhaald. Deze toets wordt
tevens gebruikt voor het invoegen van een
pauze wanneer u snelkiesnummers
programmeert.
Zoeken/Snelkiezen
Hiermee kunt u een opgeslagen nummer
opzoeken in het snelkiesgeheugen en de
LDAP-server.
U kunt het opgeslagen nummer op
alfabetische volgorde opzoeken.
U kunt hiermee ook het opgeslagen nummer in
de snelkiesnummers opzoeken door gelijktijdig
op Shift en Zoeken/Snelkiezen te drukken en
dan het nummer van drie cijfers in te voeren.
Resolutie
Hiermee stelt u de faxresolutie in.
8
7
7
Page 20
Hoofdstuk 1
12 Afdruktoetsen:
Direct
Hiermee kunt u afdrukken vanaf een USBflashdrive of een met Pictbridge compatibele
camera die rechtstreeks is aangesloten op de
machine.
Veilig Afdrukken
Bij het gebruik van Beveiligd functieslot kunt u
beperkte gebruikers omschakelen door Shift
ingedrukt te houden, terwijl u op
Veilig Afdrukken drukt. (Zie Beveiligd
functieslot op pagina 29.)
U kunt in het geheugen opgeslagen gegevens
afdrukken door uw wachtwoord van 4 cijfers in
te voeren. (Raadpleeg voor meer informatie
over het gebruik van de beveiligingssleutel de
softwarehandleiding op de cd-rom.)
Opdracht Annuleren
Hiermee annuleert u een geprogrammeerde
afdruktaak en wist u de afdrukgegevens uit het
geheugen van de machine.
8
Page 21
Algemene informatie
Indicaties status-LED1
De Status-LED (light emitting diode) knippert en verandert van kleur al naargelang de status van
de machine.
De weergegeven LED’s in onderstaande tabel worden gebruikt in de illustraties van dit hoofdstuk.
LEDLED-status
LED is uit.
LED is aan.
LED knippert.
Groen
Groen
Geel
Geel
Rood
Rood
LEDMachinestatusOmschrijving
SlaapstandDe schakelaar is uit of de machine bevindt zich in slaapstand.
OpwarmenDe machine warmt op voor het afdrukken.
1
Groen
Groen
Geel
Geel
KlaarDe machine is klaar voor het afdrukken.
Gegevens ontvangenDe machine ontvangt gegevens van de computer, verwerkt
gegevens in het geheugen of drukt gegevens af.
Gegevens in het
Er zitten nog afdrukgegevens in het geheugen van de machine.
geheugen
9
Page 22
Hoofdstuk 1
LEDMachinestatusOmschrijving
StoringVolg de hieronder beschreven stappen.
1. Zet de aan/uit-schakelaar uit.
Rood
2. Wacht enkele seconden, zet het toestel weer aan en probeer
opnieuw te printen.
Wanneer u de storing niet kunt oplossen en u dezelfde
storingsmelding ziet wanneer u de machine weer aan zet,
neemt u contact op met uw Brother-leverancier.
Rood
Deksel openHet frontdeksel of de achterklep is open. Sluit het deksel.
Einde levensduur tonerVervang de tonercartridge.
PapierstoringPlaats papier in de lade of verwijder vastgelopen papier.
Controleer de melding op het LCD-scherm.
ScanvergrendelingControleer of de scanvergrendeling is ontgrendeld.
Geheugen volHet geheugen is vol.
AndereControleer de melding op het LCD-scherm.
Opmerking
Wanneer de schakelaar uit is of de machine zich in slaapstand bevindt, is de LED uit.
10
Page 23
2
Papier en documenten laden2
Acceptabel papier en
andere media
Aanbevolen papier2
Om de beste afdrukkwaliteit te verkrijgen, raden
wij u aan het volgende papier te gebruiken:
De afdrukkwaliteit kan variëren naargelang
het type papier dat u gebruikt.
U kunt de volgende papiersoorten gebruiken:
normaal papier, etiketten of enveloppen.
Volg voor de beste resultaten onderstaande
stappen:
Gebruik papier dat geschikt is voor
kopiëren op normaal papier.
Gebruik papier van 75 tot 90 g/m
Xerox Premier 80 g/m
Xerox Business 80 g/m
2
2
2
.
Soort en formaat papier2
2
De machine laadt papier vanuit de
geïnstalleerde standaardpapierlade,
multifunctionele lade of optionele onderlade.
Standaardpapierlade2
Aangezien de standaardlade een universeel
type is, kunt u elk van de in de tabel op
Papiercapaciteit van de
papierladen op pagina 12 vermelde
papierformaten gebruiken (één papiertype en
-formaat per keer). De standaardpapierlade
kan maximaal 250 vellen papier van
Letter/A4-, legal- of folioformaat (80 g/m
bevatten. De stapel papier mag niet hoger
zijn dan de aanduiding voor de maximale
papierhoogte op de papiergeleider voor de
breedte.
Multifunctionele papierlade (MP-lade) 2
De multifunctionele lade kan maximaal
50 vellen papier (80 g/m
bevatten. De stapel papier mag niet hoger
zijn dan de aanduiding voor de maximale
papierhoogte op de papiergeleider voor de
breedte.
2
) of 3 enveloppen
2
2
)
Gebruik etiketten die geschikt zijn voor
laserprinters.
Raak de bedrukte zijde van het papier niet
aan vlak na het afdrukken.
Gebruik langlopend papier met een
neutrale pH-waarde en een
vochtigheidspercentage van circa 5%.
Plaats GEEN enveloppen, etiketten of dik
papier (meer dan 105 g/m
papierlade of de optionele onderlade.
Hierdoor kunnen papierstoringen optreden.
VOORZICHTIG
2
) in de
Optionele onderlade (LT-100CL)2
De optionele papierlade kan maximaal
500 vellen papier van Letter/A4-, legal- of
folioformaat (80 g/m
papier mag niet hoger komen dan de
aanduiding voor de maximale papierhoogte
op de papiergeleider voor de breedte.
2
) bevatten. De stapel
11
Page 24
Hoofdstuk 2
De namen van de papierladen in de printerdriver en deze handleiding zijn als volgt:2
Asgehalte (wt%)Minder dan 23
Helderheid (%)Hoger dan 80
Ondoorzichtigheid (%)Hoger dan 85
12
75-90
90-150
9
10e
-10e
9
10e
-10e
11
12
Page 25
Papier en documenten laden
Speciaal papier gebruiken2
De machine functioneert goed met de meeste
typen xerografisch en bankpostpapier.
Sommige typen papier kunnen echter van
invloed zijn op de afdrukkwaliteit of
bewerkingsbetrouwbaarheid. Maak altijd
eerst een proefafdruk voordat u papier
aanschaft om zeker te zijn van het gewenste
resultaat. Bewaar papier in de originele
verpakking en zorg dat deze gesloten blijft.
Bewaar het papier plat en verwijderd van
vocht, direct zonlicht en warmte.
Enkele belangrijke richtlijnen bij het kiezen
van papier:
Informeer de leverancier dat het papier of
de enveloppen worden gebruikt in een
kleur en lasermachine.
De inkt op voorbedrukt papier moet
bestand zijn tegen de temperatuur van het
fuseerproces (200 graden Celsius
gedurende 0,1 seconde).
Als u katoenen bankpostpapier, papier
met een ruw oppervlak zoals gerimpeld
papier of papier met aangebrachte
vernislaag of papier dat gekreukeld of
gevouwen is hebt geselecteerd, kan het
afdrukresultaat tegenvallen.
Te vermijden typen papier2
Sommige typen papier bieden niet het
gewenste resultaat of kunnen schade
veroorzaken aan de machine.
Gebruik GEEN papier
VOORZICHTIG
• met een grove textuur
• dat extreem glad of glanzend is
• dat gekruld of scheef is
1 2 mm of groter
• dat gecoat is of een chemische
vernislaag heeft
• dat beschadigd, gekreukeld of
gevouwen is
• dat het in deze handleiding aanbevolen
gewicht overschrijdt
• met tabs en nietjes
• met een briefhoofd dat thermografisch
gedrukt is of met inkt die niet tegen hoge
temperaturen bestand is
2
• dat uit meerdere delen bestaat of
zonder carbon
• dat is bedoeld voor inkjetprinters
Als u een van de bovenstaande typen
papier gebruikt, kan de machine
beschadigd raken. Deze schade wordt niet
gedekt door enige garantie- of serviceovereenkomst met Brother.
13
Page 26
Hoofdstuk 2
Enveloppen2
De meeste enveloppen zijn geschikt voor
deze machine. Sommige vormen enveloppen
kunnen echter mogelijk problemen met de
afdrukkwaliteit veroorzaken. Een geschikte
envelop heeft randen met rechte, scherpe
vouwen en de rand mag niet dikker zijn dan
twee vellen papier. De envelop moet vlak
liggen en mag niet zakachtig of flodderig zijn.
Koop enveloppen van hoge kwaliteit bij een
leverancier die weet dat u de enveloppen
gaat gebruiken in een lasermachine.
Enveloppen kunnen alleen worden ingevoerd
via de MP-lade.
Controleer het volgende voordat u
enveloppen in de lade plaatst:
De flap van de envelop dient zich aan de
lengtezijde te bevinden.
De flappen dienen scherp en correct te
zijn gevouwen (onregelmatig gesneden of
gevouwen enveloppen kunnen
papierstoringen veroorzaken).
Enveloppen dienen uit twee lagen te
bestaan in de hieronder omcirkelde
gedeelten.
Opmerking
• Voordat u op enveloppen afdrukt, dient u
de stapel los te waaieren om
papierstoringen te voorkomen.
• Maak voordat u een groot aantal
enveloppen afdrukt een proefafdruk om
zeker te zijn van het afdrukresultaat.
• Door de fabrikant geplakte voegen dienen
stevig te zijn.
• Plaats NOOIT verschillende typen papier
tegelijk in de papierlade. Hierdoor kunnen
papierstoringen optreden.
• Voor een goed afdrukresultaat dient u
hetzelfde papierformaat in te stellen in uw
softwaretoepassing als het papier dat zich
in de lade bevindt.
• We raden u aan niet binnen een marge
van 15 mm van de randen van de envelop
af te drukken.
•Zie Acceptabel papier en andere media op pagina 11.
1
1 Invoerrichting
14
1
Page 27
Papier en documenten laden
Te vermijden typen enveloppen2
Gebruik GEEN enveloppen
VOORZICHTIG
• die beschadigd, gekruld of verkreukeld
zijn of een ongebruikelijke vorm hebben
• die extreem glanzend zijn of een grove
structuur hebben
• met klemmetjes, nietjes of dichtbinders
• met zelfklevende plakrand
• die zakachtig zijn
• die niet scherp gevouwen zijn
• die van reliëf zijn voorzien
• die eerder zijn bedrukt door een
lasermachine
• die aan de binnenkant zijn voorbedrukt
• die niet netjes op elkaar kunnen worden
gestapeld
• die gemaakt zijn van papier dat
zwaarder is dan het gespecificeerde
papiergewicht voor de machine
• met randen die niet recht of regelmatig
zijn
• met vensters, gaten, uitsparingen of
perforaties
• met flappen die niet zijn gevouwen bij
aankoop
• met flappen zoals hieronder getoond
2
• met beide zijden gevouwen zoals
hieronder getoond
Als u een van de bovenstaande typen
enveloppen gebruikt, kan de machine
beschadigd raken. Deze schade wordt niet
gedekt door enige garantie- of serviceovereenkomst met Brother.
De dikte, het formaat en de flapvorm van de
enveloppen die u gebruikt, kunnen tot
invoerproblemen leiden.
• met lijm op het oppervlak zoals
hieronder getoond
• met dubbele flappen zoals hieronder
getoond
15
Page 28
Hoofdstuk 2
Etiketten2
De machine kan afdrukken op de meeste
typen etiketten die bedoeld zijn voor een
lasermachine. Etiketten dienen een plaklaag
op basis van acryl te hebben omdat dit
materiaal beter bestand is tegen de hoge
temperaturen in de fuser unit. De plaklaag
dient niet in contact te komen met enig deel
van de machine, omdat de etiketten dan aan
de riemeenheid of rollen blijven kleven
waardoor papierstoringen en problemen met
de afdrukkwaliteit kunnen optreden. Er mag
geen plaklaag open liggen tussen de
etiketten. Etiketten moeten zo gerangschikt
worden dat de volledige lengte en breedte
van het vel bedekt zijn. Het gebruik van
ruimten tussen de etiketten kan leiden tot het
loslaten van etiketten waardoor ernstige
papierstoringen of afdrukproblemen kunnen
ontstaan.
Etiketten moeten bestand zijn tegen een
temperatuur van 200 graden Celsius,
gedurende 0,1 seconden.
Etikettenvellen mogen niet zwaarder zijn dan
het gewicht dat in deze
gebruikershandleiding is gespecificeerd.
Etiketten die deze specificatie overschrijden
worden mogelijk niet goed ingevoerd of
afgedrukt en kunnen schade veroorzaken
aan de machine.
Etiketten kunnen alleen worden ingevoerd via
de MP-lade.
Niet-afdrukbaar gebied2
Niet-afdrukbaar gebied voor
kopieën2
Het afdrukgebied van uw machine begint
circa 4 mm vanaf de boven- en onderrand en
2 mm vanaf beide kanten van het papier.
2
1
1 4 mm
2 2 mm
Opmerking
Het niet-afdrukbare gebied dat hierboven
is afgebeeld, geldt voor een enkele kopie
of een 1 op 1-kopie met A4-papier. Het
niet-afdrukbare gebied verandert
naargelang het papierformaat.
2
1
Te vermijden typen etiketten2
Gebruik geen etiketten die beschadigd,
gekruld of verkreukeld zijn of een
ongebruikelijke vorm hebben
Voer GEEN gedeeltelijk gebruikte
etikettenvellen in. Het onbedekte draagvel
kan schade toebrengen aan de machine.
16
VOORZICHTIG
Page 29
Papier en documenten laden
Niet-afdrukbaar gebied bij
afdrukken vanaf een
computer2
Bij gebruik van de standaarddriver is het
afdrukgebied kleiner dan het papierformaat,
zoals hieronder wordt afgebeeld.
Staand
2
1
1 4,23 mm
2 4,23 mm
Liggend
2
1
2
1
2
Papier en enveloppen
laden2
De machine kan papier laden vanuit de
standaardpapierlade, optionele onderlade of
multifunctionele lade.
Gebruik de papierlade bij afdrukken op
normaal papier van 60 tot 105 g/m
Om op andere papiersoorten af te drukken,
gebruikt u de MP-lade (multifunctionele lade).
Houd rekening met het volgende als u papier
in de papierlade plaatst:
Als het afdrukmenu van uw toepassing
een optie biedt voor het opgeven van het
papierformaat, kunt u dit via de toepassing
doen. Als deze optie niet door de
toepassing geboden wordt, kunt u het
papierformaat opgeven in de printerdriver
of via het bedieningspaneel.
Voordat u papier gebruikt met gaten, zoals
multomappapier, moet u de stapel
doorwaaieren om papierstoringen te
voorkomen.
2
.
2
1
1 4,23 mm
2 4,23 mm
Opmerking
Het niet-afdrukbare gebied dat hierboven
is afgebeeld, geldt voor papier van A4formaat. Het niet-afdrukbare gebied
verandert naargelang het papierformaat.
17
Page 30
Hoofdstuk 2
Normaal papier in de papierlade
plaatsen2
a Vouw de steunklep van de
uitvoerpapierlade uit (1).
1
b Trek de papierlade volledig uit de
machine.
d Blader de stapel papier goed door, om
problemen met de papierinvoer te
voorkomen.
e Plaats het papier in de papierlade, met
de bovenkant van het papier eerst en
met de afdrukzijde naar beneden.
Controleer of het papier vlak in de lade
ligt en of het niet boven de maximale
papierhoogte komt (1).
1
c Druk op de groene ontgrendeling van de
papiergeleiders (1) en verschuif de
papiergeleiders voor het correcte
papierformaat. Zorg dat de geleiders
goed vastzitten.
1
18
f Duw de papierlade stevig terug in de
machine.
Page 31
Papier en documenten laden
Enveloppen en andere media in de
multifunctionele lade (MP-lade) laden 2
Gebruik de MP-lade wanneer u afdrukt op
enveloppen, etiketten en dik papier.
Druk de hoeken en zijkanten van de
enveloppen zo plat mogelijk alvorens deze te
plaatsen.
a Vouw de steunklep van de
uitvoerpapierlade uit (1).
1
c Trek de steun van de MP-lade eruit (1).
1
d Plaats de enveloppen (maximaal 3) of
ander afdrukmateriaal in de MP-lade
met de bovenkant eerst en de
afdrukzijde naar beneden.
2
b Open de MP-lade en laat deze
voorzichtig neer.
19
Page 32
Hoofdstuk 2
Documenten laden2
U kunt faxen verzenden, kopieën maken en
scannen vanuit de ADF (automatische
documentinvoer) en vanaf de glasplaat.
ADF (automatische
documentinvoer) gebruiken2
De ADF kan maximaal 50 pagina's bevatten
en voert elk vel afzonderlijk in. Gebruik
standaardpapier van 80 g/m
stapel papier altijd door voordat u deze in de
ADF plaatst.
VOORZICHTIG
Laat dikke documenten NIET op de
glasplaat liggen. Hierdoor kan een
papierstoring in de ADF optreden.
Gebruik GEEN papier dat gekruld,
gekreukeld, gevouwen, gescheurd of
geplakt is, of nietjes, paperclips of plakband
bevat.
Gebruik GEEN karton, krantenpapier of
stof.
2
en waaier de
a Vouw de ADF-documentsteunklep (1)
en ADF-steun (2) uit.
b Blader de stapel goed door.
c Leg uw documenten met de bedrukte
kant naar boven en de bovenrand eerst
in de ADF tot u voelt dat ze de invoerrol
raken.
d Stel de papiergeleiders in op de breedte
van uw document.
Controleer of de inkt volledig droog is als
het document beschreven is.
Documenten die gefaxt moeten worden,
moeten een breedte van 147,3 tot
215,9 mm en een lengte van 147,3 tot
356 mm hebben en van een
standaardgewicht (80 g/m
20
2
) zijn.
VOORZICHTIG
Om te voorkomen dat u uw machine
beschadigt terwijl u de ADF gebruikt, mag u
NIET aan het document trekken terwijl het
wordt ingevoerd.
Zie Glasplaat gebruiken op pagina 21 om
documenten te scannen die geen
standaardformaat hebben.
Page 33
Papier en documenten laden
Glasplaat gebruiken2
U kunt de glasplaat gebruiken om de pagina’s
uit een boek of afzonderlijke vellen papier te
faxen, te scannen of te kopiëren. De
documenten mogen maximaal 215,9 mm
breed zijn en 355,6 mm lang.
Als u de glasplaat wilt gebruiken, moet de
ADF leeg zijn.
a Til het documentdeksel op.
b Gebruik de documentgeleiders aan de
linkerkant om het document in het
midden van de glasplaat te leggen, met
de bedrukte zijde naar beneden.
VOORZICHTIG
Als u een boek of een lijvig document wilt
scannen, laat het deksel dan NIET
dichtvallen en druk er niet op.
2
c Sluit het documentdeksel.
21
Page 34
3
Algemene instellingen3
De taal van het LCDscherm wijzigen
U kunt de taal van het LCD-scherm wijzigen.
a Druk op Menu, 0, 0.
b Druk op a of b om Nederlands, Frans
of Engels te selecteren.
Druk op OK.
c Druk op Stop/Eindigen.
Tijdklokstand3
Op het bedieningspaneel van de machine bevinden
zich drie modustoetsen:
U kunt instellen hoe lang na de laatste kopie
of scan de machine terugkeert naar de
faxmodus. Als u Uit selecteert, blijft de
machine in de laatst gebruikte modus.
Met deze instelling wordt ook de tijd bepaald
waarop de machine overgaat van individuele
gebruiker op openbare gebruiker, bij gebruik
van het beveiligd functieslot. (Zie Beveiligd functieslot op pagina 29.)
Fax, Scan
en
Kopie
.
Papierinstellingen3
3
Papiersoort3
Stel de machine in op het papier dat u
gebruikt. Hierdoor verkrijgt u de beste
afdrukkwaliteit.
a Ga op een van de volgende manieren te
werk:
Om de papiersoort in te stellen voor
de MP-bak drukt u op Menu, 1, 2, 1.
Om de papiersoort in te stellen voor
de Bovenlade drukt u op
Menu, 1, 2, 2.
Om de papiersoort in te stellen voor
de Onderlade drukt u op
Menu, 1, 2, 3 (indien u de optionele
lade hebt geïnstalleerd).
12.Papiersoort
1.MP-bak
aNormaal
bDikSelect. ab of OK
b Ga op een van de volgende manieren te
werk:
Voor Bovenlade en Onderlade
drukt u op a of b om Dun, Normaal
of Gerecycl.papier te
selecteren.
a Druk op Menu, 1, 1.
11.Tijdklokstand
a2 Min.
5 Min.
bUit
Select. ab of OK
b Druk op a of b om 0 Sec., 30 Sec.,
1 Min, 2 Min., 5 Min. of Uit te
selecteren.
Druk op OK.
c Druk op Stop/Eindigen.
22
Voor MP-bak drukt u op a of b om
Dun, Normaal, Dik, Extra dik of
Gerecycl.papier te selecteren.
Druk op OK.
c Druk op Stop/Eindigen.
Page 35
Algemene instellingen
Papierformaat3
U kunt negen papierformaten voor het printen
van uw kopieën gebruiken: A4, Letter, Legal,
Executive, A5, A6, B5, B6 en Folio, en vier
formaten voor het printen van faxen: A4,
Letter, Legal of Folio (8"x13").
Als u een ander papierformaat in de lade
plaatst, dient u ook de instelling van het
papierformaat te wijzigen zodat de machine
het document of een binnenkomende fax
passend op de pagina kan plaatsen.
a Ga op een van de volgende manieren te
werk:
Om het papierformaat in te stellen
voor de MP-bak drukt u op
Menu, 1, 3, 1.
Om het papierformaat in te stellen
voor de Bovenlade drukt u op
Menu, 1, 3, 2.
Om het papierformaat in te stellen
voor de Onderlade drukt u op
Menu, 1, 3, 3 indien u de optionele
lade hebt geïnstalleerd.
13.Papierformaat
1.MP-bak
aA4
bLetterSelect. ab of OK
b Druk op a of b om A4, Letter, Legal,
Executive, A5, A6, B5, B6, Folio of
Ieder te selecteren.
Druk op OK.
c Druk op Stop/Eindigen.
Opmerking
• Ieder (formaat) verschijnt alleen als u de
MP-lade hebt geselecteerd
(Menu, 1, 3, 1).
•Als u
• U kunt de instelling Ieder voor
• A6-formaat is niet beschikbaar voor de
Ieder
selecteert als formaat voor de
MP-lade, dient u
selecteren voor de instelling Lade gebruiken.
papierformaat niet voor de MP-lade
gebruiken bij het maken van N in
1- kopieën. U dient een van de andere
beschikbare selecties van papierformaat
voor de MP-lade te kiezen.
optionele lade 2.
Alleen MP-lade
te
Lade gebruiken in
kopieermodus3
U kunt de voorkeurlade die de machine
gebruikt om kopieën af te drukken, wijzigen.
Als u Alleen lade 1, Alleen MP-lade
of Alleen lade 2
machine alleen papier vanuit de betreffende
lade. Als het papier in de geselecteerde lade
op is, verschijnt Geen papier op het LCDscherm. Plaats het papier in de lege lade.
Volg onderstaande instructies om de ladeinstelling te wijzigen:
a Druk op Menu, 1, 7, 1.
17.Lade gebruiken
1.Kopie
aMP>T1
bT1>MPSelect. ab of OK
1
selecteert, laadt de
3
b Druk op a of b om Alleen lade 1,
Alleen lade 2
Alleen MP-lade, MP>T1>T2
T1>T2
Druk op OK.
1
1
>MP te selecteren.
Alleen lade 2 of T2 verschijnt alleen als
de optionele lade is geïnstalleerd.
1
,
1
of
c Druk op Stop/Eindigen.
23
Page 36
Hoofdstuk 3
Opmerking
• De ADF herkent het documentformaat. Bij
het laden van documenten vanuit de ADF
terwijl MP>T1>T2 of T1>T2>MP is
geselecteerd, zoekt de machine de lade
met het meest geschikte papier en haalt
het papier op uit die lade.
• Bij gebruik van de glasplaat wordt uw
document vanuit de voorkeurlade
gekopieerd, ook al bevindt er zich
geschikter papier in een andere
papierlade.
Lade gebruiken in faxmodus 3
U kunt de standaardvoorkeurlade voor het
afdrukken van ontvangen faxen wijzigen.
Als u Alleen lade 1, Alleen MP-lade
of Alleen lade 2
machine alleen papier vanuit de betreffende
lade. Als het papier in de geselecteerde lade
op is, verschijnt Geen papier op het LCDscherm. Plaats het papier in de lege lade.
1
selecteert, laadt de
a Druk op Menu, 1, 7, 2.
17.Lade gebruiken
2.Fax
aMP>T1
bT1>MPSelect. ab of OK
b Druk op a of b om Alleen lade 1,
Alleen lade 2, Alleen MP-lade,
MP>T1>T2
selecteren.
Druk op OK.
1
Alleen lade 2 of T2 verschijnt alleen als
de optionele lade is geïnstalleerd.
1
of T1>T21>MP te
c Druk op Stop/Eindigen.
Wanneer u T1>
T21>MP selecteert, haalt de
machine papier uit lade 1 totdat deze leeg is,
vervolgens uit lade 2 en dan uit de MP-lade.
Wanneer u
MP>T1>T21 selecteert, haalt de
machine papier uit de MP-lade totdat deze
leeg is, vervolgens uit lade 1 en dan uit lade 2.
Opmerking
• U kunt vier papierformaten voor het printen
van uw faxen gebruiken: A4, Letter, Legal
of Folio. Als er zich geen geschikt formaat
in één van de laden bevindt, worden
ontvangen faxen opgeslagen in het
geheugen van de machine en verschijnt
Papformaat contr
(Zie voor meer informatie
onderhoudsmeldingen
• Als het papier in de lade op is en er zich
ontvangen faxen in het geheugen van de
machine bevinden, verschijnt
Geen papier op het LCD-scherm.
Plaats papier in de lege lade.
op het LCD-scherm.
Fout- en
op pagina 134.)
24
Page 37
Algemene instellingen
Lade gebruiken in
afdrukmodus3
U kunt de standaardlade die de machine
gebruikt om vanaf de computer af te drukken,
wijzigen.
a Druk op Menu, 1, 7, 3.
17.Lade gebruiken
3.Afdrukken
aMP>T1
bT1>MPSelect. ab of OK
b Druk op a of b om Alleen lade 1,
Alleen lade 2
Alleen MP-lade, MP>T1>T2
T1>T2
Druk op OK.
1
1
>MP te selecteren.
Alleen lade 2 of T2 verschijnt alleen als
de optionele lade is geïnstalleerd.
1
,
1
of
c Druk op Stop/Eindigen.
Opmerking
• De instelling in de printerdriver heeft de
voorkeur boven de instelling die op het
bedieningspaneel is gemaakt.
• Als op het bedieningspaneel
Alleen lade 1, Alleen MP-lade of
Alleen lade 2
Automatisch selecteert in de
printerdriver, haalt de machine het papier
op uit die lade.
1
Alleen lade 2 of T2 verschijnt alleen als de
optionele lade is geïnstalleerd.
1
is ingesteld en u
Volume-instellingen3
Belvolume3
U kunt een volumeniveau voor de beltoon kiezen
Hoog
tot
Uit
uit een serie instellingen van
In de faxmodus drukt u daarentegen op
of om het volume in te stellen. Op
het LCD-scherm wordt de huidige instelling
weergegeven, en telkens wanneer u op deze
toets drukt wordt het volume op een volgend
niveau ingesteld. De nieuwe instelling blijft van
kracht op de machine totdat u deze wijzigt.
U kunt het volume van de beltoon ook via het
menu wijzigen:
a Druk op Menu, 1, 4, 1.
14.Volume
1.Belvolume
aHalf
bHoogSelect. ab of OK
b Druk op a of b om Uit, Laag, Half of
Hoog te selecteren.
Druk op OK.
c Druk op Stop/Eindigen.
Volume van waarschuwingstoon
Wanneer de waarschuwingstoon aanstaat
zal de machine een geluidssignaal geven,
wanneer u een toets indrukt, een vergissing
maakt of een fax verzendt of ontvangt. U kunt
kiezen uit een aantal volumeniveaus, van
Hoog tot Uit.
.
3
3
a Druk op Menu, 1, 4, 2.
14.Volume
2.Waarsch.toon
aHalf
bHoogSelect. ab of OK
b Druk op a of b om Uit, Laag, Half of
Hoog te selecteren.
Druk op OK.
c Druk op Stop/Eindigen.
25
Page 38
Hoofdstuk 3
Volume luidspreker3
U kunt kiezen uit een aantal volumeniveaus
voor de luidspreker, van Hoog tot Uit.
U kunt het volumeniveau van de luidspreker
ook via het menu wijzigen:
a Druk op Menu, 1, 4, 3.
14.Volume
3.Luidspreker
aHalf
bHoogSelect. ab of OK
b Druk op a of b om Uit, Laag, Half of
Hoog te selecteren.
Druk op OK.
c Druk op Stop/Eindigen.
Automatische
zomer-/wintertijd3
U kunt de machine zo instellen dat de zomer/wintertijd automatisch wordt gewijzigd. De
machine zal automatisch in de lente een uur
vooruit worden gezet en een uur terug in de herfst.
a Druk op Menu, 1, 5.
15.Aut. zomertijd
a Aan
b UitSelect. ab of OK
b
Druk op a of b om
Druk op OK.
Aan
(of
Uit
) te selecteren.
c Druk op Stop/Eindigen.
Ecologische functies3
Tonerbespaarstand3
Met deze functie kunt u toner besparen.
Wanneer u de tonerbespaarstand op Aan zet,
worden de afdrukken lichter. De
standaardinstelling is Uit.
a Druk op Menu, 1, 6, 1.
16.Bespaarstand
1.Toner sparen
aAan
bUitSelect. ab of OK
b
Druk op a of b om
Druk op OK.
Aan
(of
Uit
) te selecteren.
c Druk op Stop/Eindigen.
Opmerking
We raden u NIET aan de tonerbespaarstand
te gebruiken voor het afdrukken van foto's of
afbeeldingen in grijswaarden.
26
Page 39
Algemene instellingen
Slaapstand3
Als u de slaapstand instelt, verbruikt u minder
energie, omdat de fuser wordt uitgezet terwijl
de machine inactief is.
U kunt kiezen hoelang de machine inactief
moet zijn (van 000 tot 240 minuten) voor deze
naar de slaapstand overgaat. De timer wordt
automatisch gereset wanneer de machine
een fax of computergegevens ontvangt of
een kopie maakt. De standaardinstelling is
005 minuten.
Wanneer de machine zich in slaapstand
bevindt, wordt Slaapstand op het LCDscherm weergegeven. Bij afdrukken of
kopiëren in de slaapstand, moet u even
wachten tot de fuser is opgewarmd.
a Druk op Menu, 1, 6, 2.
16.Bespaarstand
2.Slaapstand
005Min
Enter & OK-toets
b Voer in hoe lang de machine inactief
moet zijn alvorens in slaapstand over te
gaan (000 tot 240).
Druk op OK.
c Druk op Stop/Eindigen.
De scannerlamp
uitschakelen3
De scannerlamp blijft 30 minuten branden,
daarna wordt hij automatisch uitgeschakeld
zodat hij langer meegaat en minder energie
verbruikt.
Om de scannerlamp handmatig uit te
schakelen, drukt u tegelijkertijd op de toetsen
d en c. De scannerlamp blijft uitgeschakeld
totdat u de scanfunctie weer gebruikt.
Opmerking
De lamp gaat minder lang mee als hij vaak
wordt uitgeschakeld.
LCD-contrast3
U kunt het contrast instellen zodat het LCDscherm lichter of donkerder wordt.
a Druk op Menu, 1, 8.
18.LCD Contrast
-nnonn+
Selecteer dc&OK
b Druk op c om het LCD-scherm
donkerder te maken. Of druk op d om
het LCD-scherm lichter te maken.
Druk op OK.
3
c Druk op Stop/Eindigen.
27
Page 40
4
Beveiligingsfuncties4
Beveiliging4
U kunt verschillende beveiligingsniveaus op
de machine instellen met de functies
Instelslot en Beveiligd functieslot. U kunt dan
geen uitgestelde faxen meer programmeren.
Eerder geprogrammeerde uitgestelde faxen
worden echter nog wel verzonden als u het
beveiligd functieslot inschakelt, zodat deze
niet verloren gaan.
Instelslot4
Met het instelslot kunt u een wachtwoord
instellen om ervoor te zorgen dat andere
personen niet per ongeluk uw machineinstellingen wijzigen.
Schrijf uw wachtwoord op een geheime
plaats op. Neem contact op met uw Brotherleverancier als u het wachtwoord vergeten
bent.
Als het instelslot op Aan staat, kunt u de
volgende instellingen niet wijzigen zonder
een wachtwoord:
wanneer op het LCD-scherm
Nogmaals: wordt weergegeven.
Druk op OK.
f Druk op Stop/Eindigen.
Page 41
Beveiligingsfuncties
Instelslot aan-/uitzetten4
Als u een verkeerd wachtwoord invoert terwijl
u onderstaande instructies volgt, wordt op het
LCD-scherm Fout wachtwoord
weergegeven. Voer het juiste wachtwoord
opnieuw in.
Instelslot aanzetten4
a Druk op Menu, 1, 9, 1.
19.Beveiliging
1.Instelslot
aAan
bWachtwoord
Select. ab of OK
b Druk op a of b om Aan te selecteren.
Druk op OK.
c Toets uw viercijferig wachtwoord in.
Druk op OK.
d Druk op Stop/Eindigen.
Instelslot uitzetten4
a Druk op Menu, 1, 9, 1.
19.Beveiliging
1.Instelslot
Wachtwoord:XXXX
Enter & OK-toets
b Toets uw viercijferig wachtwoord in.
Druk tweemaal op OK.
c Druk op Stop/Eindigen.
Beveiligd functieslot4
Met de functie Beveiligd functieslot beperkt u
openbare toegang tot bepaalde
machinefuncties (Fax Tx, Fax Rx, Kopiëren,
Scannen en Afdrukken
Met deze functie kunt u ook toegang tot menuinstellingen beperken om te voorkomen dat
gebruikers de standaardinstellingen wijzigen.
Er moet minstens één functie worden
gedeactiveerd om Beveiligd functieslot aan te
zetten voor de openbare gebruiker.
Toegang tot beperkte handelingen kan
worden geactiveerd door het creëren van een
beperkte gebruiker. Beperkte gebruikers
dienen de opgeslagen naam te selecteren en
een wachtwoord in te voeren om de machine
te gebruiken.
Schrijf uw wachtwoord op een geheime plaats
op. Neem contact op met uw Brotherleverancier als u het wachtwoord vergeten bent.
1
Afdrukken omvat zowel PC-Fax verzenden als alle
afdruktaken.
Opmerking
• U kunt max. 25 individuele gebruikers
instellen en één openbare gebruiker.
• Wanneer u een openbare gebruiker
instelt, kunt u één of meer functies van de
machine beperken voor alle gebruikers
zonder wachtwoord.
• Alleen beheerders kunnen beperkingen
instellen en wijzigingen aanbrengen voor
iedere gebruiker.
1
).
4
• Wanneer Print is gedeactiveerd, gaan de
taken voor PC-printen zonder
waarschuwing verloren.
• Als Beveiligd functieslot is ingeschakeld,
kunt u alleen 21.Contrast,
26.Verzend Pollen of
27.Voorblad inst. gebruiken in het
faxmenu.
• Ontvang pollen wordt alleen
gedeactiveerd, wanneer zowel Fax Tx als
Fax Rx zijn gedeactiveerd.
29
Page 42
Hoofdstuk 4
Het wachtwoord voor de
beheerder instellen 4
Het wachtwoord dat u in deze stappen instelt,
is voor de beheerder. Dit wachtwoord wordt
gebruikt om gebruikers in te stellen en om
Beveiligd functieslot aan of uit te zetten. Zie
Beperkte gebruikers instellen op pagina 31
en Beveiligd functieslot aanzetten op pagina 31.
a Druk op Menu, 1, 9, 2.
19.Beveiliging
2.Functieslot
Nieuw w.w.:XXXX
Enter & OK-toets
b Voer een viercijferig nummer voor het
wachtwoord in met 0-9, l of #.
Druk op OK.
c Voer het wachtwoord opnieuw in
wanneer op het LCD-scherm Nogmaals
wordt weergegeven.
Druk op OK.
d Druk op Stop/Eindigen.
Openbare gebruiker instellen 4
U kunt de Openbare gebruiker instellen.
Openbare gebruikers hoeven geen
wachtwoord in te voeren.
Opmerking
U dient minstens één functie te deactiveren
om het beveiligd functieslot voor de
openbare gebruiker uit te schakelen.
a Druk op Menu, 1, 9, 2.
19.Beveiliging
2.Functieslot
aSlot UitiAan
bWachtw. inst.
Select. ab of OK
b Druk op a of b om Gebruiker inst.
te selecteren.
Druk op OK.
c Toets het beheerderwachtwoord in.
Druk op OK.
19.Beveiliging
Gebruiker inst.
aOpenbaar
bGebruiker01
Select. ab of OK
30
d Druk op a of b om Openbaar te
selecteren.
Druk op OK.
e Druk op a of b om Activeren of
Deactiveren voor de Fax Tx te
selecteren. Druk op OK.
Als u Fax Tx hebt ingesteld, herhaalt u
deze stap voor Fax Rx,
Kopiëren(Kleur), Kopiëren(Z&W),
Scan en Print.
Druk op OK.
Opmerking
U kunt PC-print alleen instellen voor de
openbare gebruiker. Wanneer Print is
gedeactiveerd voor de openbare
gebruiker, is de printfunctie ontoegankelijk
voor alle beperkte gebruikers.
f Druk op Stop/Eindigen.
Page 43
Beveiligingsfuncties
Beperkte gebruikers instellen4
U kunt gebruikers met beperkingen en een
wachtwoord instellen.
a Druk op Menu, 1, 9, 2.
19.Beveiliging
2.Functieslot
aSlot UitiAan
bWachtw. inst.
Select. ab of OK
b Druk op a of b om Gebruiker inst.
te selecteren.
Druk op OK.
c Toets het beheerderwachtwoord in.
Druk op OK.
19.Beveiliging
Gebruiker inst.
aOpenbaar
bGebruiker01
Select. ab of OK
d Druk op a of b om Gebruiker01 te
selecteren.
Druk op OK.
e Voer de gebruikersnaam in met de
numerieke toetsen. (Zie Tekst
invoeren op pagina 225.)
Druk op OK.
f Toets een viercijferig wachtwoord in
voor de gebruiker.
Druk op OK.
g
Druk op a of b om
Deactiveren
selecteren.
Druk op
Als u
stap voor
Kopiëren(Z&W)
Druk op
OK
Fax Tx
Fax Rx, Kopiëren(Kleur)
OK
Activeren
voor
Fax Tx
.
hebt ingesteld, herhaalt u deze
en
Scan
.
of
te
.
Beveiligd functieslot
aan-/uitzetten4
Als u een verkeerd wachtwoord invoert terwijl u
onderstaande instructies volgt, wordt op het
LCD-scherm
weergegeven. Voer het juiste wachtwoord
opnieuw in.
Fout wachtwoord
Beveiligd functieslot
aanzetten4
a Druk op Menu, 1, 9, 2.
19.Beveiliging
2.Functieslot
aSlot UitiAan
bWachtw. inst.
Select. ab of OK
4
b Druk op a of b om Slot UitiAan te
selecteren.
Druk op OK.
c Toets uw viercijferige
beheerderwachtwoord in.
Druk op OK.
Beveiligd functieslot uitzetten 4
a Druk op Menu, 1, 9, 2.
19.Beveiliging
2.Functieslot
aSlot AaniUit
bWijzigGebruikerSelect. ab of OK
,
b Druk op a of b om Slot AaniUit te
selecteren.
Druk op OK.
h
Herhaal d tot en met g om elke extra
gebruiker en elk extra wachtwoord in te voeren.
i Druk op Stop/Eindigen.
Opmerking
U kunt niet hetzelfde wachtwoord voor
een andere gebruiker instellen.
c Toets uw viercijferige
beheerderwachtwoord in.
Druk op OK.
31
Page 44
Hoofdstuk 4
Gebruikers omschakelen4
Met deze instelling kan een beperkte
gebruiker zich op de machine aanmelden,
wanneer Beveiligd functieslot aanstaat.
Opmerking
Wanneer een beperkte gebruiker klaar is
met het gebruiken van de machine, keert
deze terug naar de openbare instelling
binnen dezelfde tijd als de instelling van
de timermodus (Menu, 1, 1). (Zie
Tijdklokstand op pagina 22. U kunt een
individuele gebruiker ook verlaten door op
de verlichte modustoets te drukken.)
a Houd de Shift-toets ingedrukt terwijl u
op Veilig Afdrukken drukt.
Functieslot
WijzigGebruiker
PIN:XXXX
PIN invoeren
b Toets uw viercijferig wachtwoord in.
Druk op OK.
Wanneer de kopieermodus is
uitgeschakeld:
a
Druk op de
ToegangGeweigerd
PIN:
PIN invoeren
Kopie
-toets.
b Toets uw viercijferig wachtwoord in.
Druk op OK.
Wanneer de scanmodus is uitgeschakeld:
a Druk op de Scan-toets.
ToegangGeweigerd
PIN:
PIN invoeren
b Toets uw viercijferig wachtwoord in.
Druk op OK.
32
Page 45
Paragraaf II
FaxII
Een fax verzenden34
Een fax ontvangen45
Telefoon en externe apparaten51
Nummers kiezen en opslaan57
Opties voor afstandsbediening (alleen zwart-wit)
Pollen72
Rapporten afdrukken76
65
Page 46
5
Een fax verzenden5
Faxen5
Faxmodus instellen5
Om de faxmodus in te stellen, drukt u op
(Fax) waarna de toets blauw oplicht.
Een enkelzijdige fax vanuit de
ADF verzenden5
De ADF gebruiken om uw faxen te
verzenden, is de eenvoudigste methode.
a Controleer of de faxmodus is
ingeschakeld .
b Plaats uw document met de bedrukte
zijde naar boven in de ADF.
c Kies het faxnummer. (Zie Nummers
kiezen op pagina 57.)
d Druk op Mono Start of Kleur Start.
Als u op Mono Start drukt, scant de
machine de pagina's in het
geheugen en wordt het document
vervolgens verzonden.
Als u op Kleur Start drukt, kiest de
machine het nummer en wordt het
document direct verzonden.
Opmerking
• Om een actieve fax te annuleren, drukt u
op Stop/Eindigen.
• Als de melding Geheugen vol verschijnt
terwijl een zwart-witdocument in het
geheugen wordt gescand, drukt u op
Stop/Eindigen om de opdracht te
annuleren of op Mono Start om de
gescande pagina's te verzenden.
Dubbelzijdige fax vanuit de
ADF verzenden5
U kunt een dubbelzijdig document verzenden
vanuit de ADF. Om een actieve fax te
annuleren, drukt u op Stop/Eindigen.
a Controleer of de faxmodus is
ingeschakeld .
b Plaats het document in de ADF.
c Druk op Dubbelzijdig.
d Kies het faxnummer. (Zie Nummers
kiezen op pagina 57.)
e Druk op Mono Start.
Opmerking
Dubbelzijdige documenten van Legalformaat kunnen niet vanaf de ADF worden
gefaxt.
Lay-out van een dubbelzijdige fax
wijzigen
Voor u een fax verzendt, dient u het formaat
voor duplex scannen te kiezen. Het formaat
dat u kiest hangt af van de lay-out van uw
dubbelzijdige document.
a Druk op Menu, 1, 0, 2.
10.Document scan.
2.Duplex scannen
aLange rand
bKorte rand
Select. ab of OK
b Ga op een van de volgende manieren te
werk:
Als uw document in de lengte wordt
omgevouwen, drukt u op a of b om
Lange rand te kiezen.
Druk op OK.
5
34
Page 47
Lange randStaandLiggend
Korte randStaandLiggend
Als uw document in de breedte wordt
omgevouwen, drukt u op a of b om
Korte rand te kiezen.
Druk op OK.
Een fax verzenden
d Druk op Mono Start of Kleur Start.
Als u op Mono Start drukt, begint de
machine met het scannen van de
eerste pagina. Ga naar stap e.
Als u op Kleur Start drukt, begint de
machine met verzenden. Ga naar g.
e Nadat de machine de pagina scant,
wordt u gevraagd één van
onderstaande opties te kiezen:
Flatbed Fax
Volgende Pagina?
a1.Ja
b2.Nee (verzenden)
Select. ab of OK
Druk op 1 om nog een pagina te
verzenden. Ga naar f.
Druk op 2 of Mono Start om het
document te verzenden. Ga naar g.
5
c Druk op Stop/Eindigen.
Een fax via de glasplaat
verzenden5
U kunt de glasplaat gebruiken om de pagina’s
van een boek te faxen, of om een document
pagina na pagina te faxen. U kunt
documenten van maximaal Letter- of A4-,
Legal- of Folio-formaat gebruiken.
U kunt alleen uit één pagina bestaande
kleurenfaxen via de glasplaat verzenden.
a Controleer of de faxmodus is
ingeschakeld .
b Plaats het document met de bedrukte
zijde naar beneden op de glasplaat.
c Kies het faxnummer. (Zie Nummers
kiezen op pagina 57.)
f Leg de volgende pagina op de glasplaat
en druk op OK. Herhaal e en f voor
elke extra pagina.
Flatbed Fax
Set Volgende Pag
Druk dan op OK
g Uw machine verzendt de fax
automatisch.
Opmerking
• Druk op Stop/Eindigen om een actieve
fax te annuleren.
• Bij het faxen van meerdere pagina’s vanaf
de glasplaat moet Direct verzenden zijn
ingesteld op Uit.
35
Page 48
Hoofdstuk 5
Documenten van Legalformaat verzenden via de
glasplaat5
Als u documenten van Legal-formaat wilt
faxen, dient u de glasplaat in te stellen op
Legal/Folio, anders ontbreekt een
gedeelte van uw faxen.
a Controleer of de faxmodus is
ingeschakeld .
b Druk op Menu, 1, 0, 1.
10.Document scan.
1.GlasplScanform
aA4/Letter
bLegal/Folio
Select. ab of OK
c Druk op a of b om Legal/Folio te
selecteren.
Druk op OK.
d Druk op Stop/Eindigen.
Groepsverzenden
(alleen zwart-wit)5
Met groepsverzenden kunt u hetzelfde
faxbericht naar meerdere faxnummers
verzenden. U kunt een fax naar groepen,
ééntoetsnummers, snelkiesnummers en
maximaal 50 met de hand gekozen nummers
tegelijkertijd sturen.
U kunt groepsverzendingen maken naar
390 verschillende nummers. Dit is afhankelijk
van hoeveel groepen, toegangscodes of
creditcardnummers u hebt opgeslagen, en
van het aantal uitgestelde of opgeslagen
faxen in het geheugen.
Opmerking
Gebruik Zoeken/Snelkiezen om
nummers gemakkelijk te kiezen.
a Controleer of de faxmodus is
ingeschakeld .
Een actieve fax annuleren5
Druk op Stop/Eindigen om een actieve fax te
annuleren. Als de machine reeds aan het
kiezen is of bezig is met het verzenden van
de fax, moet u ook op 1 drukken om te
bevestigen.
b Plaats het document.
c Toets een nummer in.
Druk op OK.
U kunt een ééntoetsnummer, een
snelkiesnummer of een groepsnummer
gebruiken, of u kunt het nummer op het
bedieningspaneel invoeren.
(Zie Nummers kiezen op pagina 57.)
d Herhaal c, totdat u alle faxnummers
waarnaar u wilt verzenden, hebt
ingevoerd.
e Druk op Mono Start.
Als de groepsverzending is voltooid, drukt de
machine een groepsverzendrapport af om u
de resultaten te laten weten.
36
Page 49
Een fax verzenden
Opmerking
• IFAX-nummers kunnen alleen in de
resoluties Standaard, Fijn of Foto
worden verzonden.
• Het scanprofiel van het eerstgekozen
ééntoetsnummer, snelkiesnummer of
groepsnummer wordt op de
groepsverzending toegepast.
• Als de faxresolutie van uw eerstgekozen
faxnummer Superfijn is en u een
opgeslagen IFAX-nummer invoert,
verschijnt Select.:Std/Fijn op het
LCD-scherm. Druk op Resolutie en kies
Standaard, Fijn of Foto. Voer
vervolgens opnieuw het IFAX-nummer in.
Ga terug naar c als u andere nummers
wilt invoeren.
Annuleren een actieve
groepsverzending5
Tijdens het groepsverzenden kunt u de fax
die verzonden wordt of de volledige
groepsverzending annuleren.
a Druk op Menu, 2, 6.
Op het LCD-scherm worden de fax
waarvan het nummer wordt gekozen
(bijvoorbeeld #001 0123456789) en
het nummer van de groepsverzending
(bijvoorbeeld Groepzenden#001)
weergegeven:
26.Rest. jobs
a #001 0123456789
b Groepzenden#001
Select. ab of OK
b Druk op a of b om het taaknummer te
kiezen dat u wilt annuleren.
Druk op OK.
Aanvullende
verzendopties5
Faxen met meer instellingen
verzenden5
Voordat u een fax gaat verzenden, kunt u een
willekeurige combinatie van de volgende
instellingen wijzigen: contrast, resolutie,
internationale modus, timer voor uitgestelde
faxen, pollen, directe verzendingen of
instellingen voorblad.
a Controleer of de faxmodus is
ingeschakeld .
Telkens nadat een instelling is
geaccepteerd, wordt u gevraagd of u
nog meer instellingen wilt invoeren:
22.Verzendmenu
Volgende?
a1.Ja
b2.Nee
Select. ab of OK
b Ga op een van de volgende manieren te
werk:
Om verdere instellingen te kiezen,
drukt u op 1. Op het LCD-scherm
wordt weer het Verzendmenu-menu
weergegeven zodat u een andere
instelling kunt kiezen.
Als u klaar bent met het kiezen van
instellingen, drukt u op 2 en gaat u
naar de volgende stap om de fax te
verzenden.
5
c Druk op 1 om het taaknummer te wissen
of op 2 om af te sluiten.
Als u in b hebt gekozen om alleen de
fax die verzonden wordt te annuleren,
vraagt de machine u of u de
groepsverzending wilt annuleren. Druk
op 1 om de volledige groepsverzending
te wissen of op 2 om af te sluiten.
d Druk op Stop/Eindigen.
37
Page 50
Hoofdstuk 5
Elektronisch voorblad
(alleen zwart-wit)5
Deze functie werkt alleen als u uw Stations-
ID al geprogrammeerd hebt. (Zie de installatiehandleiding.)
U kunt een voorblad automatisch met iedere
fax meesturen. Op uw voorblad staan uw
Stations-ID, een commentaar en de naam die
in de één-toetsnummers of de
snel-kiesfunctie is opgeslagen.
Door Volgende Fax:Aan te kiezen kunt u
ook het aantal pagina's op het voorblad
weergeven.
U kunt een van onderstaande opmerkingen
kiezen.
1.Geen opmerking
2.Bellen a.u.b.
3.Belangrijk
4.Vertrouwelijk
In plaats van een van de vooringestelde
opmerkingen te gebruiken, kunt u twee
persoonlijke meldingen invoeren van
maximaal 27 tekens. Gebruik het schema op
pagina 225 voor hulp bij het invoeren van de
tekens.
(Zie Uw eigen opmerkingen opstellen op pagina 38.)
5.(Gebruikergedefinieerd)
6.(Gebruikergedefinieerd)
Opmerking
U kunt het voorblad alleen verzenden voor
een zwart-witfax. Als u op Kleur Start
drukt om een fax te verzenden, wordt het
voorblad niet verzonden.
Uw eigen opmerkingen opstellen5
U kunt zelf twee opmerkingen opstellen.
a Controleer of de faxmodus is
ingeschakeld .
b Druk op Menu, 2, 2, 8.
22.Verzendmenu
8.Voorblad Opm.
a5.
b6.Select. ab of OK
c Druk op a of b om 5 of 6 te selecteren
om uw eigen opmerking op te slaan.
Druk op OK.
d Voer uw eigen opmerking in op het
bedieningspaneel.
Druk op OK.
Gebruik het schema op pagina 225 voor hulp
bij het invoeren van tekens.
Met de volgende fax een voorblad
verzenden5
Als u een voorblad alleen met de volgende fax
wilt verzenden, vraagt uw machine u om het
aantal te verzenden pagina's in te voeren, zodat
dit op het voorblad kan worden afgedrukt.
a Controleer of de faxmodus is
ingeschakeld .
b Plaats het document.
c Druk op Menu, 2, 2, 7.
22.Verzendmenu
7.Voorblad inst.
aVolgende Fax:Aan
bVolgende Fax:UitSelect. ab of OK
38
d Druk op a of b om Volgende Fax:Aan
(of Volgende Fax:Uit) te selecteren.
Druk op OK.
e
Druk op a of b om een opmerking te kiezen.
Druk op OK.
Page 51
Een fax verzenden
f Toets twee cijfers in om aan te geven
hoeveel pagina's u verzendt.
Druk op OK.
Toets bijvoorbeeld 0, 2 in voor 2
pagina’s of 0, 0 als u dit vak leeg wilt
laten. Als u een vergissing maakt, drukt
u op d of Wis/terug om terug te gaan en
het aantal pagina's opnieuw in te
voeren.
Met elke fax een voorblad verzenden 5
U kunt de machine zo instellen, dat met elke
fax een voorblad wordt verzonden.
a Controleer of de faxmodus is
ingeschakeld .
b Druk op Menu, 2, 2, 7.
22.Verzendmenu
7.Voorblad inst.
aVolgende Fax:Aan
bVolgende Fax:Uit
Select. ab of OK
c Druk op a of b om Aan (of Uit) te
selecteren.
Druk op OK.
c Druk op a of b om Print voorbeeld
te selecteren.
Druk op OK.
d Druk op Mono Start of Kleur Start. Uw
machine drukt het voorblad af.
e Druk op Stop/Eindigen.
Contrast5
Voor de meeste documenten zorgt de
standaardinstelling Auto voor de beste
resultaten. Het apparaat selecteert
automatisch het geschikte contrast voor uw
document.
Als uw document erg licht of donker is, kan de
kwaliteit van de fax worden verbeterd door
het contrast te wijzigen.
Gebruik Donker om het gefaxte document
lichter te maken.
Gebruik Licht om het gefaxte document
donkerder te maken.
a Controleer of de faxmodus is
ingeschakeld .
5
d Druk op a of b om een opmerking te
kiezen.
Druk op OK.
Een afgedrukt voorblad gebruiken5
Als u een voorblad wilt gebruiken waarop u
bijvoorbeeld zelf nog informatie kunt
schrijven, kunt u een voorblad eerst
afdrukken en aan uw faxbericht toevoegen.
a Controleer of de faxmodus is
ingeschakeld .
b Druk op Menu, 2, 2, 7.
22.Verzendmenu
7.Voorblad inst.
aVolgende Fax:Aan
bVolgende Fax:Uit
Select. ab of OK
b Plaats het document.
c Druk op Menu, 2, 2, 1.
22.Verzendmenu
1.Contrast
aAuto
bLichtSelect. ab of OK
d Druk op a of b om Auto, Licht of
Donker te selecteren.
Druk op OK.
Opmerking
Zelfs als u Licht of Donker selecteert,
wordt de fax verzonden met de instelling
Auto als u Foto hebt geselecteerd als
faxresolutie.
39
Page 52
Hoofdstuk 5
Faxresolutie wijzigen5
De kwaliteit van een fax kan worden
verbeterd door de faxresolutie te wijzigen. De
resolutie kan worden gewijzigd voor de
volgende fax of voor alle faxen.
De faxresolutie voor de volgende fax
wijzigen5
a Controleer of de faxmodus is
ingeschakeld .
b Plaats het document.
c Druk op Resolutie en vervolgens op a
of b om de resolutie te selecteren.
Druk op OK.
De standaard faxresolutie wijzigen5
a Controleer of de faxmodus is
ingeschakeld .
b Druk op Menu, 2, 2, 2.
22.Verzendmenu
2.Faxresolutie
aStandaard
bFijnSelect. ab of OK
c Druk op a of b om de gewenste resolutie
te selecteren.
Druk op OK.
Opmerking
U kunt vier verschillende resolutieinstellingen kiezen voor zwart-witfaxen en
twee voor kleurfaxen.
Monochroom
StandaardGeschikt voor de meeste
getypte documenten.
FijnGeschikt voor documenten
met een klein lettertype. Iets
langzamere verzending dan
met de standaardresolutie.
SuperfijnGeschikt voor documenten
met een klein lettertype of
speciale afbeeldingen. Iets
langzamere verzending dan
met de fijne resolutie.
FotoGebruiken wanneer het
document verschillende tinten
grijs bevat of een foto is. Deze
verzending duurt het langst.
Kleur
StandaardGeschikt voor de meeste
getypte documenten.
FijnGebruik deze instelling voor
foto's. De transmissietijd is
langzamer dan met de
standaardresolutie.
Als u Superfijn of Foto selecteert en
vervolgens de toets Kleur Start gebruikt
om een fax te verzenden, wordt de fax
verzonden met de instelling Fijn.
40
Page 53
Een fax verzenden
Tweevoudige werking
(alleen zwart-wit)5
Uw machine ondersteunt tweevoudige
werking, waardoor u een nummer kunt kiezen
en kunt beginnen met het scannen van een
fax naar het geheugen, terwijl u al bezig bent
met het verzenden of ontvangen van een fax.
Het LCD-scherm toont het nieuwe
taaknummer. Hoeveel pagina’s u in het
geheugen kunt scannen, is afhankelijk van
hetgeen erop is afgedrukt.
Opmerking
• De machine is normaal gesproken
ingesteld op tweevoudige werking.
• Als de melding Geheugen vol verschijnt
tijdens het scannen van de eerste pagina
van een fax, drukt u op Stop/Eindigen om
het scannen te annuleren. Als de melding
Geheugen vol verschijnt tijdens het
scannen van een volgende pagina, kunt u
op Mono Start drukken om de reeds
gescande pagina's te verzenden of op
Stop/Eindigen drukken om de taak te
annuleren.
Direct verzenden5
Als u een fax gaat verzenden, zal de machine
de documenten eerst in het geheugen
scannen alvorens deze te verzenden.
Vervolgens, zodra de telefoonlijn vrij is,
begint de machine met kiezen en verzenden.
Soms wilt u een belangrijk document
onmiddellijk verzenden, zonder te wachten
totdat het vanuit het geheugen wordt
verzonden. U kunt Direct Verzend
instellen op Aan voor alle documenten of
Volgende Fax:Aan voor alleen de
volgende fax.
Direct verzenden voor alle faxen5
a Controleer of de faxmodus is
ingeschakeld .
b Druk op Menu, 2, 2, 5.
22.Verzendmenu
5.Direct Verzend
aAan
bUitSelect. ab of OK
c Druk op a of b om Aan te selecteren.
Druk op OK.
Direct verzenden alleen voor de
volgende fax
a Controleer of de faxmodus is
ingeschakeld .
b Druk op Menu, 2, 2, 5.
22.Verzendmenu
5.Direct Verzend
aAan
bUitSelect. ab of OK
c Druk op a of b om Volgende Fax:Aan
te selecteren.
Druk op OK.
Opmerking
Bij direct verzenden werkt de functie voor
opnieuw kiezen niet wanneer u de
glasplaat gebruikt.
5
5
41
Page 54
Hoofdstuk 5
Alleen voor de volgende fax niet direct
verzenden5
a Controleer of de faxmodus is
ingeschakeld .
b Druk op Menu, 2, 2, 5.
22.Verzendmenu
5.Direct Verzend
aAan
bUitSelect. ab of OK
c Druk op a of b om Volgende Fax:Uit
te selecteren.
Druk op OK.
Opmerking
• Als het geheugen vol is of als u een
kleurenfax verzendt, wordt het document
direct verzonden (zelfs als
Direct Verzend is ingesteld op Uit).
• Bij direct verzenden werkt de functie voor
opnieuw kiezen niet wanneer u de
glasplaat gebruikt.
Internationale modus5
Uitgestelde fax
(alleen zwart-wit)5
U kunt max. 50 faxen in het geheugen
opslaan om ze binnen 24 uur te verzenden.
a Controleer of de faxmodus is
ingeschakeld .
b Plaats het document.
c Druk op Menu, 2, 2, 3.
22.Verzendmenu
3.Tijdklok
Tijd inst.=00:00
Enter & OK-toets
d Voer in om hoe laat de fax moet worden
verzonden (in 24-uursformaat).
(Bijvoorbeeld, voer 19:45 in voor 7:45 PM.)
Druk op OK.
Het aantal pagina’s dat u in het geheugen
kunt inlezen, is afhankelijk van de gegevens
die op elke pagina zijn afgedrukt.
Als u door een slechte verbinding problemen
hebt met het internationaal verzenden van
een fax, dan kan het activeren van de
internationale modus misschien helpen.
Dit is een tijdelijke instelling, die alleen actief
zal zijn voor uw volgende fax.
a Controleer of de faxmodus is
ingeschakeld .
b Plaats het document.
c Druk op Menu, 2, 2, 9.
22.Verzendmenu
9.Internationaal
aAan
bUitSelect. ab of OK
d Druk op a of b om Aan (of Uit) te
selecteren.
Druk op OK.
42
Page 55
Een fax verzenden
Uitgestelde groepsverzending
(alleen zwart-wit)
Alvorens de uitgestelde faxen te verzenden,
zal uw machine u helpen met besparen door
alle faxen in het geheugen op bestemming en
geprogrammeerde tijd te sorteren.
Alle uitgestelde faxen die geprogrammeerd
zijn om op hetzelfde tijdstip naar hetzelfde
faxnummer te worden verzonden, worden als
één fax verzonden om transmissietijd te
besparen.
a Controleer of de faxmodus is
ingeschakeld .
b Druk op Menu, 2, 2, 4.
22.Verzendmenu
4.Verzamelen
aAan
bUitSelect. ab of OK
c Druk op a of b om Aan (of Uit) te
selecteren.
Druk op OK.
d Druk op Stop/Eindigen.
Taken in de wachtrij
5
controleren en annuleren5
Controleer welke taken zich nog in het
geheugen bevinden om te worden
verzonden. Als er geen taken in het
geheugen zijn, wordt op het LCD-scherm
Geen opdrachten weergegeven. U kunt
een faxtaak die in het geheugen is
opgeslagen en op verzending wacht,
annuleren.
a Druk op Menu, 2, 6.
26.Rest. jobs
a #001 12:34 BROTHER
#002 15:30 BIE
b #003 17:30 ABCDEFG
Select. ab of OK
Het aantal nog te verzenden taken
wordt weergegeven.
b Ga op een van de volgende manieren te
werk:
Druk op a of b om door de taken in de
wachtrij te bladeren, druk op OK om
een taak te selecteren, en druk
vervolgens op 1 om deze te
annuleren.
5
Druk op 2 om af te sluiten zonder
annuleren.
c Druk op Stop/Eindigen wanneer u klaar
bent.
43
Page 56
Hoofdstuk 5
Een fax handmatig verzenden5
Handmatig verzenden5
Bij handmatige verzending hoort u de
kiestoon, de beltonen en de
faxontvangsttonen tijdens het verzenden van
een fax.
a Controleer of de faxmodus is
ingeschakeld .
b Plaats het document.
c Neem de hoorn van een extern toestel
van de haak en wacht totdat u de
kiestoon hoort.
d Kies het faxnummer dat u wilt bereiken.
e Druk op Mono Start of Kleur Start
zodra u de faxtoon hoort.
Als u de glasplaat gebruikt, druk dan
op 1 om een fax te verzenden.
De melding Geheugen vol5
Als de melding Geheugen vol verschijnt
tijdens het scannen van de eerste pagina van
een fax, drukt u op Stop/Eindigen om de fax
te annuleren.
Als de melding Geheugen vol verschijnt
tijdens het scannen van een volgende
pagina, kunt u op Mono Start drukken om de
tot dusver gescande pagina's te verzenden of
op Stop/Eindigen drukken om de taak te
annuleren.
Opmerking
Als de melding Geheugen vol wordt
weergegeven tijdens het faxen en u de in
het geheugen opgeslagen faxen niet wilt
wissen om geheugen vrij te maken, kunt u
de fax direct verzenden. (Zie Direct verzenden op pagina 41.)
f Als u de hoorn van een externe telefoon
hebt opgenomen, plaats deze dan
terug.
44
Page 57
Een fax ontvangen6
6
Ontvangststanden6
U dient een ontvangststand te kiezen afhankelijk van de externe apparaten en telefoondiensten
die op uw lijn aanwezig zijn. Met behulp van onderstaand schema kunt u de juiste stand kiezen.
(Zie voor meer informatie over de ontvangststanden Ontvangststanden gebruiken op pagina 46.)
De ontvangststand kiezen6
Wilt u de telefoonfuncties van uw machine gebruiken (indien beschikbaar) of een
extern telefoontoestel of antwoordapparaat aangesloten op dezelfde lijn als de
machine?
Ja
Gebruikt u de functie voor voicemail van een
extern antwoordapparaat?
Nee
Wilt u dat de machine faxoproepen en
telefoongesprekken automatisch opneemt?
Volg onderstaande instructies om de ontvangststand in te
stellen.
a Druk op Menu, 0, 1.
b Druk op a of b om de ontvangststand te selecteren.
Druk op OK.
c Druk op Stop/Eindigen.
Op het LCD-scherm wordt de huidige ontvangststand
weergegeven.
Nee
Alleen Fax
Handmatig
Nee
Fax/Telefoon
Ja
Telefoon/Beantw.
Ja
01.Ontvangstmodus
aAlleen Fax
Fax/Telefoon
bTelefoon/Beantw.
Select. ab of OK
6
45
Page 58
Hoofdstuk 6
Ontvangststanden
gebruiken6
In sommige ontvangstmodi worden
telefoontjes automatisch beantwoord
(Alleen Fax en Fax/Telefoon). Mogelijk
wilt u de belvertraging wijzigen voordat u
deze standen gebruikt.
(Zie Belvertraging op pagina 47.)
Alleen Fax6
In de stand Alleen Fax wordt elk
telefoontje automatisch beantwoord alsof het
een faxbericht betreft.
Fax/Tel6
De stand Fax/Telefoon helpt u om
automatisch inkomende oproepen af te
handelen doordat wordt herkend of het een
fax of voicemail betreft waarna deze op één
van de volgende manieren worden
afgehandeld:
Faxen worden automatisch ontvangen.
Voicemail activeert het F/T-belsignaal om
aan te geven dat u de oproep moet
aannemen. Het F/T-belsignaal is een snel
dubbel belsignaal afkomstig van uw
machine.
Handmatig6
In de stand Handmatig worden alle
automatische antwoordfuncties
uitgeschakeld.
Om een fax te ontvangen in de handmatige
stand, drukt u op Mono Start of Kleur Start,
en drukt u vervolgens op 2 om een fax te
ontvangen. U kunt ook de functie Fax
waarnemen gebruiken om faxen te
ontvangen door de hoorn op te nemen van
een toestel op dezelfde lijn als die van de
machine.
(Zie ook Fax waarnemen op pagina 48.)
Extern ANTW.APP.6
In de stand Telefoon/Beantw. handelt
een extern antwoordapparaat de inkomende
oproepen af. Inkomende oproepen kunnen
op één van de volgende manieren worden
afgehandeld :
Faxen worden automatisch ontvangen.
Bellers kunnen een bericht inspreken op
het externe ANTW.APP.
(Zie voor meer informatie Extern ANTW.APP. aansluiten op pagina 52.)
(Zie ook F/T-beltijd op pagina 47 en
Belvertraging op pagina 47.)
46
Page 59
Een fax ontvangen
Instellingen
ontvangststand6
Belvertraging6
De belvertraging bepaalt het aantal keren dat
de machine overgaat voordat deze antwoordt
in de standen Alleen Fax en
Fax/Telefoon.
Als u externe of tweede toestellen op
dezelfde lijn als de machine gebruikt, dient u
het maximaal aantal keren dat de telefoon
overgaat aan te houden. (Zie Werken met
een tweede toestel op pagina 54 en Fax
waarnemen op pagina 48.)
a Controleer of de faxmodus is
ingeschakeld .
b Druk op Menu, 2, 1, 1.
21.Ontvangstmenu
1.Bel Vertraging
a02
b03Select. ab of OK
c Druk op a of b om te selecteren hoe
vaak het belsignaal moet overgaan
voordat de machine opneemt.
Druk op OK.
d Druk op Stop/Eindigen.
F/T-beltijd6
Wanneer iemand uw machine belt, horen u
en uw beller het geluid van normale
telefoontonen. Het aantal keren dat de
telefoon overgaat wordt bepaald door de
instelling van de belvertraging.
Als de oproep een fax is, dan ontvangt de
machine deze; als het echter een normaal
telefoontje is, laat de machine het F/Tbelsignaal horen (een snel dubbel belsignaal)
gedurende de tijd die u hebt bepaald in de
instelling van de F/T-beltijd. Als u het F/Tbelsignaal hoort, betekent dit dat u een
normaal telefoontje op de lijn ontvangt.
Omdat het F/T-belsignaal niet van de
machine afkomstig is, rinkelen de tweede en
externe toestellen niet; u kunt de oproep
echter nog wel op iedere telefoon
beantwoorden. (Zie voor meer informatie
Codes voor afstandsbediening
gebruiken op pagina 55.)
a Controleer of de faxmodus is
ingeschakeld .
b Druk op Menu, 2, 1, 2.
21.Ontvangstmenu
2.F/T Beltijd
a30 Sec.
b40 Sec.Select. ab of OK
c Druk op a of b om te selecteren hoe lang
de machine rinkelt om u op een normaal
telefoongesprek te attenderen (20, 30,
40 of 70 seconden).
Druk op OK.
6
d Druk op Stop/Eindigen.
47
Page 60
Hoofdstuk 6
Fax waarnemen6
Door fax waarnemen op Aan te zetten, kan
de machine faxberichten automatisch
ontvangen als u de hoorn opneemt van een
willekeurig toestel op dezelfde lijn als die van
de machine.
Zodra u op het LCD-scherm van uw
faxmachine de melding Ontvangst ziet, of
zodra u via de hoorn van het andere toestel
het ‘tjirpende’ geluid hoort, legt u de hoorn op
de haak. De machine ontvangt de fax.
Als deze functie op Aan staat, maar uw
machine de faxoproep niet overneemt
wanneer u de hoorn van een tweede of
externe telefoon opneemt, drukt u op l51 op
de externe of tweede telefoon. (Zie Werken met een tweede toestel op pagina 54.)
Opmerking
• U moet de instelling Codes voor
afstandsbediening aanzetten om de
faxontvangstcode l51 te gebruiken.
(Zie Codes voor afstandsbediening gebruiken op pagina 55.)
De printdichtheid instellen6
U kunt de printdichtheid instellen en zo de
afgedrukte pagina’s lichter of donkerder
maken.
a Controleer of de faxmodus is
ingeschakeld .
b Druk op Menu, 2, 1, 7.
21.Ontvangstmenu
7.Printdichtheid
-nnonn+
Selecteer dc&OK
c Druk op c om de afdruk donkerder te
maken.
Druk op d om de afdruk lichter te maken.
Druk op OK.
d Druk op Stop/Eindigen.
• Als u een modem gebruikt of faxen
verzendt vanaf een computer op dezelfde
telefoonlijn en de machine de faxen
onderschept, moet u fax waarnemen op
Uit zetten.
a Controleer of de faxmodus is
ingeschakeld .
b Druk op Menu, 2, 1, 3.
21.Ontvangstmenu
3.Fax Waarnemen
aAan
bUit
Select. ab of OK
c Druk op a of b om Aan of Uit te
selecteren.
Druk op OK.
d Druk op Stop/Eindigen.
48
Page 61
Een fax ontvangen
Aanvullende
ontvangsthandelingen 6
Een verkleinde afdruk van een
inkomend document maken6
Als u Aan kiest, verkleint de machine
automatisch een binnenkomende fax zodat
deze op een pagina van het formaat A4,
Letter, Legal of Folio past.
De machine berekent het
verkleiningspercentage aan de hand van het
papierformaat van de fax en uw instelling
voor het papierformaat (Menu, 1, 3).
a Controleer of de faxmodus is
ingeschakeld .
b Druk op Menu, 2, 1, 5.
21.Ontvangstmenu
5.Autoreductie
aAan
bUitSelect. ab of OK
c Druk op a of b om Aan (of Uit) te
selecteren.
Druk op OK.
Duplex (2-zijdig) afdrukken
voor de modus Fax6
Als u Duplex op Aan instelt voor fax, dan
drukt de machine de ontvangen faxen op
beide zijden van het papier af.
U kunt voor deze stand de papierformaten
A4, Letter, Legal of Folio (8"x13") gebruiken.
a Controleer of de faxmodus is
ingeschakeld .
b Druk op Menu, 2, 1, 0.
21.Ontvangstmenu
0.Duplex
aAan
bUitSelect. ab of OK
c Druk op a of b om Aan (of Uit) te
selecteren.
Druk op OK.
d Druk op Stop/Eindigen.
Opmerking
Als u Duplex inschakelt, wordt de
automatische verkleining ook
ingeschakeld.
6
d Druk op Stop/Eindigen.
49
Page 62
Hoofdstuk 6
De stempel voor faxontvangst
instellen (alleen zwart-wit)6
U kunt de machine zodanig instellen dat de
ontvangsttijd en -datum in het midden
bovenaan iedere ontvangen faxpagina
worden afgedrukt.
a Controleer of de faxmodus is
ingeschakeld .
b Druk op Menu, 2, 1, 9.
21.Ontvangstmenu
9.Fax Rx Stempel
aAan
bUitSelect. ab of OK
c Druk op a of b om Aan (of Uit) te
selecteren.
Druk op OK.
d Druk op Stop/Eindigen.
Als Geheugen ontv. op Aan staat:6
De machine gaat door met het ontvangen van de
’
fax en de overige pagina
geheugen opgeslagen, als er voldoende
geheugen beschikbaar is. Verdere inkomende
faxen worden ook in het geheugen opgeslagen
totdat het geheugen vol is. Wanneer het geheugen
vol is, houdt de machine automatisch op met het
beantwoorden van oproepen. Om de faxen af te
drukken vult u de lade met nieuw papier.
s worden in het
Als Geheugen ontv. op Uit staat:6
De machine gaat door met het ontvangen van
de fax en de overige pagina’s worden in het
geheugen opgeslagen, als er voldoende
geheugen beschikbaar is. De machine stopt
vervolgens met het automatisch
beantwoorden van oproepen totdat er nieuw
papier in de papierlade is geplaatst. Om de
laatste fax die u hebt ontvangen af te drukken
vult u de lade met nieuw papier.
a Controleer of de faxmodus is
ingeschakeld .
Opmerking
• De datum en tijd van ontvangst worden
niet weergegeven bij gebruik van Internet
Fax.
• Wees er zeker van dat u de huidige datum
en tijd hebt ingesteld op de machine.
Faxen in het geheugen
ontvangen (alleen zwart-wit) 6
Zodra de papierlade leeg is tijdens het
ontvangen van een fax, verschijnt op het
scherm Geen papier; u wordt gevraagd
papier in de papierlade te plaatsen. (Zie
Papier en enveloppen laden op pagina 17.)
Als u geen papier in de papierlade kunt
plaatsen, gebeurt het volgende:
b Druk op Menu, 2, 1, 6.
c Druk op a of b om Aan of Uit te
selecteren.
Druk op OK.
d Druk op Stop/Eindigen.
Een fax uit het geheugen
afdrukken6
Als u de functie Fax opslaan gebruikt
Menu, 2, 5, 1
(
geheugen afdrukken als u zich bij de machine
bevindt. Zie
a Druk op Menu, 2, 5, 3.
25.Afstandsopties
Druk op Start
), kunt u nog altijd een fax uit het
Fax opslaan
3.Print document
op pagina 66.
b Druk op Mono Start of Kleur Start.
c Druk op Stop/Eindigen.
50
Page 63
7
Telefoon en externe apparaten7
Telefoonlijndiensten7
Type telefoonlijn instellen7
Als u de machine aansluit op een lijn met PBX
of ISDN voor het verzenden en ontvangen
van faxen, moet u ook het type telefoonlijn
dienovereenkomstig wijzigen aan de hand
van de volgende stappen. Als u een lijn
gebruikt waarop een PBX is aangesloten,
kunt u ook instellen dat de machine altijd
toegang krijgt tot een buitenlijn of niet.
a Druk op Menu, 0, 6.
06.Tel lijn inst
aNormaal
ISDN
bPBX
Select. ab of OK
b Druk op a of b om PBX, ISDN (of
Normaal) te selecteren.
Druk op OK.
Als u ISDN of Normaal kiest, drukt u op
OK en gaat u naar stap f. Als u PBX
kiest, drukt u op OK en gaat u naar c.
c Druk op a of b om Aan of Altijd te
selecteren.
Druk op OK.
d Kies 1.Wijzig instell of
2.Stop wijziging.
Als u
1.Wijzig instell
naar stap
Als u 2.Stop wijziging kiest, gaat u
naar stap f.
e
.
kiest, gaat u
e Voer het netnummer (maximaal
5 cijfers) in via de kiestoetsen.
Druk op OK.
Opmerking
• U kunt de nummers 0 tot en met 9, #, l
en ! gebruiken.
(Druk op Telefoon/Intern om “!” weer
te geven.)
•Als u Aan hebt geselecteerd, krijgt u
door op Telefoon/Intern te drukken
(op het scherm verschijnt “!”) toegang
tot een buitenlijn.
•Als u Altijd hebt geselecteerd, krijgt
u toegang tot een buitenlijn zonder op
Telefoon/Intern te drukken.
f Druk op Stop/Eindigen.
PBX en DOORVERBINDEN7
De machine is in eerste instantie ingesteld op
Normaal, om te worden aangesloten op een
standaard openbaar telefoonnetwerk
(PSTN). De meeste kantoren gebruiken
echter een centraal telefoonsysteem oftewel
een Private Branch Exchange (PBX). Uw
machine kan op de meeste PBXtelefoonsystemen worden aangesloten. De
oproepfunctie van de machine ondersteunt
alleen Timed Break Recall (TBR). TBR werkt
met de meeste PBX-systemen, zodat u
toegang krijgt tot een buitenlijn of gesprekken
naar een andere lijn kunt doorverbinden. U
activeert deze functie door op
Telefoon/Intern te drukken.
7
51
Page 64
Hoofdstuk 7
Opmerking
U kunt een druk op de toets
Telefoon/Intern programmeren als
onderdeel van een nummer dat is
opgeslagen als een ééntoets- of
snelkiesnummer. Hiertoe drukt u tijdens
het programmeren van een ééntoets- of
snelkiesnummer (Menu, 2, 3, 1 of 2, 3, 2)
eerst op Telefoon/Intern (op het scherm
verschijnt “!”) en voert u daarna het
telefoonnummer in. U hoeft dan niet
iedere keer op Telefoon/Intern te
drukken als een ééntoets- of
snelkiesnummer gebruik maakt van een
buitenlijn. (Eéntoetsnummers
opslaan op pagina 59 of
Snelkiesnummers opslaan op pagina 61.)
Als PBX echter niet is geselecteerd in de
instelling van het type telefoonlijn, kunt u
geen ééntoets- of snelkiesnummer
gebruiken waarin een druk op
Telefoon/Intern is geprogrammeerd.
Extern ANTW.APP.
aansluiten7
U kunt een extern antwoordapparaat
(ANTW.APP.) aansluiten op dezelfde lijn als
uw machine. Wanneer het ANTW.APP. een
oproep beantwoordt, “hoort” uw machine de
faxtonen afkomstig van een verzendende
faxmachine. Als er faxtonen klinken, neemt
de machine de oproep over en wordt de fax
ontvangen. Als er geen faxtonen klinken, laat
de machine een voicemail registreren door
uw ANTW.APP. en wordt op het display
Telefoon weergegeven.
Het externe ANTW.APP. moet binnen vier
belsignalen antwoorden (wij bevelen u aan
twee belsignalen in te stellen). De reden
hiervoor is dat uw machine de faxtonen niet
kan horen, totdat het externe ANTW.APP. de
oproep heeft aangenomen. De verzendende
machine zendt slechts nog acht tot tien
seconden langer faxtonen. Het wordt
afgeraden om op uw externe ANTW.APP. de
functie bespaarstand te gebruiken, als er
meer dan vier belsignalen nodig zijn om die te
activeren.
52
Opmerking
Als u problemen hebt met het ontvangen
van faxen, dient u de instelling
belvertraging op uw extern ANTW.APP. te
verlagen.
Page 65
Telefoon en externe apparaten
Aansluitingen7
Het externe ANTW.APP. moet zijn
aangesloten zoals aangegeven in
onderstaande afbeelding.
(voor Nederland)
(voor België)
Een uitgaand bericht
opnemen7
a Neem 5 seconden stilte op aan het
begin van uw bericht. Dit geeft uw
machine tijd om naar faxtonen te
luisteren.
1
1
1
1
b Wij adviseren u het bericht te beperken
tot 20 seconden.
Opmerking
Wij raden u aan om aan het begin van uw
uitgaand bericht eerst een stilte van
5 seconden op te nemen, omdat de
machine geen faxtonen kan horen over
een luide stem. U kunt proberen om deze
pauze weg te laten, maar als uw machine
problemen heeft met de ontvangst, dient u
het uitgaand bericht opnieuw op te nemen
en deze pauze in te lassen.
Aansluiting op meerdere
lijnen (PBX)7
7
1 ANTW.APP.
a Stel uw extern ANTW.APP. in op één of
twee belsignalen. (De instelling voor de
belvertraging van de machine is niet van
toepassing.)
b Het uitgaand bericht op uw extern
ANTW.APP. opnemen.
c Activeer het ANTW.APP.
d Stel de ontvangstmodus in op
Telefoon/Beantw.. (Zie De
ontvangststand kiezen op pagina 45.)
Wij raden u aan contact op te nemen met het
bedrijf dat uw PBX geïnstalleerd heeft om uw
machine aan te sluiten. Als u beschikt over
een systeem met meerdere lijnen, vraagt u
uw installateur dan om de machine op de
laatste lijn in het systeem aan te sluiten. Zo
voorkomt u dat de machine wordt geactiveerd
telkens wanneer er telefoongesprekken
worden ontvangen door het systeem. Als alle
inkomende telefoontjes door een telefonist(e)
worden beantwoord, adviseren wij u om de
ontvangststand in te stellen op Handmatig.
Wij kunnen niet garanderen niet dat uw
machine onder alle omstandigheden naar
behoren werkt bij aansluiting op een PBX.
Neem bij problemen met het verzenden of
ontvangen van faxen in eerste instantie
contact op met het bedrijf dat uw centrale
verzorgt.
53
Page 66
Hoofdstuk 7
Externe telefoon en
tweede toestel
aansluiten
Opmerking
U moet de instelling Codes voor
afstandsbediening aanzetten om de
faxontvangstcode l51 en de code voor
het aannemen van de telefoon #51 te
gebruiken. (Zie Codes voor
afstandsbediening
gebruiken op pagina 55.)
Werken met een tweede
toestel7
Als u een faxoproep aanneemt op een
tweede toestel, of op een extern toestel dat
correct is aangesloten op de machine via de
betreffende ingang op de machine, kunt u de
oproep doorverbinden naar uw machine door
de faxontvangstcode in te toetsen. Als u de
faxontvangstcode l51 intoetst, zal de fax op
de machine worden ontvangen.
Uitsluitend voor de Fax/
Tel-modus7
Als de machine in de stand Fax/Tel staat,
7
wordt het dubbele belsignaal gebruikt om aan
te geven dat het een normaal telefoontje
betreft.
Neem de hoorn van de externe telefoon van
de haak en druk vervolgens op
Telefoon/Intern om de telefoon aan te
nemen.
Als u zich bij een tweede of extern toestel
bevindt, moet u de hoorn tijdens het
overgaan van de dubbele bel opnemen en
tussen twee dubbele belsignalen in op #51
drukken. Als niemand aan het toestel is of
wanneer iemand u een fax wilt verzenden,
stuurt u de oproep terug naar de machine
door op l51 te drukken.
Als u een telefoontje aanneemt er is
niemand aan de lijn:7
U dient dan aan te nemen dat het gaat om het
ontvangen van een handmatige fax.
Druk op l51 en wacht op het tjirpende geluid
of totdat het LCD-scherm van de machine
Ontvangst weergeeft, pas dan mag u
ophangen.
Opmerking
U kunt ook de functie fax waarnemen
gebruiken om ervoor te zorgen dat uw
machine het telefoontje op een tactische
manier aanneemt.
(Zie Fax waarnemen op pagina 48.)
54
Page 67
Telefoon en externe apparaten
Externe telefoon of tweede
toestel aansluiten7
U kunt een apart toestel rechtstreeks op uw
machine aansluiten, zoals in onderstaande
afbeelding.
(voor Nederland)
1
2
(voor België)
1 Tweede toestel
2 Extern toestel
Als u een extern toestel gebruikt, wordt op het
LCD-scherm Telefoon weergegeven.
Een draadloze externe
telefoon van een andere
fabrikant dan Brother
gebruiken7
Als uw draadloze telefoon van een ander
merk dan Brother is aangesloten op het
telefoonsnoer (zie pagina 55) en u de
draadloze telefoon meestal ergens anders
hebt, is het eenvoudiger telefoontjes tijdens
de belvertraging te beantwoorden.
Als u de machine eerst laat aannemen, moet
u naar de machine lopen en op
Telefoon/Intern drukken om het telefoontje
op het draadloze toestel aan te nemen.
Codes voor
afstandsbediening gebruiken 7
1
2
Faxontvangstcode7
Als u een faxoproep aanneemt vanaf een
tweede toestel of extern toestel, kunt u de
oproep doorverbinden naar de machine door
de faxontvangstcode l51 in te toetsen.
Wacht op de tjirpende geluiden en leg
vervolgens de hoorn op de haak. (Zie Fax waarnemen op pagina 48.)
7
55
Page 68
Hoofdstuk 7
Code voor het aannemen van de
telefoon7
Als u een normaal telefoontje ontvangt en de
machine in de stand F/T staat, wordt het
dubbele belsignaal gebruikt na de
aanvankelijke belvertraging. Als u het
telefoontje op een tweede toestel aanneemt,
kunt u het dubbele belsignaal uitschakelen
door op #51 te drukken (zorg ervoor dat u
hierop drukt tussen de belsignalen in).
De codes voor afstandsbediening
inschakelen7
U moet de instelling Codes voor
afstandsbediening aanzetten om de
faxontvangstcode en de code voor het
aannemen van de telefoon te gebruiken.
a Controleer of de faxmodus is
ingeschakeld .
b Druk op Menu, 2, 1, 4.
21.Ontvangstmenu
4.Afstandscode
aAan
bUitSelect. ab of OK
c Druk op a of b om Aan te selecteren.
Druk op OK.
d Druk op OK als u de faxontvangstcode
niet wilt wijzigen.
e Druk op OK als u de code voor het
aannemen van de telefoon niet wilt
wijzigen.
De codes voor afstandsbediening
wijzigen7
De voorgeprogrammeerde faxontvangstcode
is l51. De voorgeprogrammeerde code voor
het aannemen van de telefoon is #51. Als de
verbinding telkens wordt verbroken wanneer
u probeert om toegang te krijgen tot uw
externe antwoordapparaat, is het raadzaam
om de driecijferige codes voor
afstandsbediening te wijzigen, bijvoorbeeld
### en 555.
a Controleer of de faxmodus is
ingeschakeld .
b Druk op Menu, 2, 1, 4.
21.Ontvangstmenu
4.Afstandscode
aAan
bUitSelect. ab of OK
c Druk op a of b om Aan of Uit te
selecteren.
Druk op OK.
d Als u Aan hebt gekozen in stap c, voert
u nu de nieuwe faxontvangstcode in.
Druk op OK.
e Voer de nieuwe code voor het
aannemen van de telefoon in.
Druk op OK.
f Druk op Stop/Eindigen.
f Druk op Stop/Eindigen.
56
Page 69
8
Nummers kiezen en opslaan8
Nummers kiezen8
U kunt op de volgende manieren een
nummer kiezen.
Handmatigkiezen8
Gebruik de kiestoetsen om alle cijfers van het
telefoon- of faxnummer in te voeren.
Eéntoetsnummers kiezen8
Druk op het ééntoetsnummer waaronder het
nummer is opgeslagen dat u wilt bellen. (Zie
Eéntoetsnummers opslaan op pagina 59.)
Snelkiezen8
Houd Shift ingedrukt terwijl u op
Zoeken/Snelkiezen drukt en voer dan het
driecijferige snelkiesnummer in. (Zie
Snelkiesnummers opslaan op pagina 61.)
8
Wanneer u de ééntoetsnummers 21 tot 40
wilt kiezen, houdt u de Shift-toets ingedrukt
terwijl u op het ééntoetsnummer drukt.
Driecijferig nummer
Opmerking
Als op het LCD-scherm
Niet toegewezen wordt weergegeven
als u een ééntoets- of snelkiesnummer
invoert, betekent dit dat er geen nummer
is opgeslagen.
57
Page 70
Hoofdstuk 8
Zoeken8
U kunt alfabetisch zoeken naar de namen die
in het geheugen voor ééntoetsnummers en
snelkiesnummers zijn opgeslagen. (Zie
Eéntoetsnummers opslaan op pagina 59 en
Snelkiesnummers opslaan op pagina 61.)
a Druk op Zoeken/Snelkiezen.
b Druk op de toets op het
bedieningspaneel voor de eerste letter
van de naam. Druk op OK.
(Gebruik het schema in Tekst invoeren op pagina 225 om u te helpen
bij het invoeren van de letters.)
c Druk op a of b om te bladeren totdat u de
naam vindt die u zoekt.
Druk op OK.
Opmerking
U kunt op Resolutie drukken om de
weergegeven resolutie te wijzigen.
d Druk op Mono Start of Kleur Start.
Opmerking
• Als u geen letter invoert en op OK drukt
in b, worden alle opgeslagen namen
weergegeven. Druk op a of b om te
bladeren totdat u de naam vindt die u
zoekt.
• Als op het LCD-scherm
Geen contact gev wordt
weergegeven wanneer u de eerste letter
van de naam invoert, betekent dit dat er
geen naam met die letter is opgeslagen.
Zoeken via LDAP 8
Als de machine is aangesloten op uw LDAPserver, kunt u vanaf uw server informatie
opzoeken zoals faxnummers en emailadressen. (Zie voor meer informatie over
het instellen van LDAP de netwerkhandleiding op de cd-rom.)
Faxnummer opnieuw kiezen8
Als u een fax automatisch wilt verzenden en
het nummer in gesprek is, zal de machine het
nummer iedere vijf minuten automatisch drie
keer opnieuw proberen.
58
Als u een fax handmatig verzendt en de lijn
bezet is, kunt u op Herkies/Pauze drukken,
wachten totdat het andere faxapparaat
antwoordt, en vervolgens op Mono Start of
Kleur Startdrukken om het opnieuw te
proberen. Als u het laatst gekozen nummer
opnieuw wilt bellen, kunt u tijd besparen door
op Herkies/Pauze en Mono Start of
Kleur Start te klikken.
Herkies/Pauze werkt alleen als u het
nummer via het bedieningspaneel hebt
gekozen.
Page 71
Nummers kiezen en opslaan
Nummers opslaan8
U kunt uw machine instellen om op de
volgende manieren snel te kiezen:
Eéntoetsnummers, snelkiesnummers en
groepsnummers voor het groepsverzenden
van faxen. U kunt ook de standaardresolutie
voor ieder ééntoetsnummer en
snelkiesnummer specificeren. Wanneer u op
een snelkiestoets drukt, geeft het LCDscherm de opgeslagen naam of het
opgeslagen nummer weer. Een scanprofiel
kan ook worden opgeslagen samen met het
faxnummer of het e-mailadres.
De snelkiesnummers die in het geheugen zijn
opgeslagen, gaan niet verloren als de stroom
uitvalt.
Een scanprofiel bestaat uit de resolutie en
andere scaninstellingen die u kiest wanneer u
een nummer opslaat. U wordt bijvoorbeeld
gevraagd om Standaard, Fijn, Superfijn of
Foto te selecteren als u de optie Fax/Tel
geselecteerd hebt. Of u wordt gevraagd om
Z/W200dpi, Z/W200x100, Kleur150dpi,
Kleur300dpi of Kleur600dpi te
selecteren, als u de optie E-Mail geselecteerd
hebt.
Een pauze opslaan8
Druk op Herkies/Pauze om een pauze van
3,5 seconden tussen de nummers in te
lassen. U kunt zo vaak als nodig op
Herkies/Pauze drukken om de pauze langer
te maken.
Eéntoetsnummers opslaan8
De machine heeft 20 ééntoetsnummers
waaronder u 40 fax- of telefoonnummers of
e-mailadressen kunt opslaan om ze
automatisch te kunnen kiezen. Om toegang
te krijgen tot de nummers 21 t/m 40 houdt u
de Shift-toets ingedrukt, terwijl u op het
ééntoetsnummer drukt.
a Druk op Menu, 2, 3, 1.
23.Kiesgeheugen
1.Directkies
Directkies:
Kies Directkies
b Druk op het ééntoetsnummer
waaronder u een nummer wilt opslaan.
c Druk op a of b om F/T, E-Mail of IFAX
te selecteren.
Druk op OK.
d Kies één van onderstaande opties:
Voer het nummer in (maximaal
20 tekens) als u F/T hebt
geselecteerd.
Druk op OK.
Voer het e-mailadres (maximaal
60 tekens) in als u E-Mail of IFAX
hebt geselecteerd. Gebruik het
schema in Tekst invoeren op pagina 225 om u te
helpen bij het invoeren van de
letters.
8
Druk op OK.
59
Page 72
Hoofdstuk 8
Opmerking
Als u E-Mail hebt geselecteerd en het emailadres opslaat, kunt u het e-mailadres
alleen gebruiken wanneer de machine
zich in de scanmodus bevindt. Als u IFAX
hebt geselecteerd en het e-mailadres
opslaat, kunt u het e-mailadres alleen
gebruiken wanneer de machine zich in
faxmodus bevindt.
e Kies één van onderstaande opties:
Voer de naam in met behulp van het
bedieningspaneel (max. 15 tekens).
Druk op OK.
Druk op OK om het nummer of e-
mailadres zonder naam op te slaan.
f Als u een fax-/scanresolutie wilt opslaan
bij het nummer, kiest u een van de
onderstaande opties:
Als u F/T hebt geselecteerd in c,
drukt u op a of b om Std, Fijn, S.Fijn of Foto te selecteren.
Druk op OK en ga vervolgens naar
stap h.
Als u
E-Mail
drukt u op
Z/W200x100, Kleur150dpi,
Kleur300dpi of Kleur600dpi
selecteren.
hebt geselecteerd in c,
a
of b om
Z/W200dpi,
te
g Kies één van onderstaande opties:
Als u Z/W200dpi of Z/W200x100 hebt
geselecteerd in f, selecteert u het
bestandsformaat (TIFF of PDF) dat
wordt gebruikt voor verzendingen naar
uw pc. Als u Kleur150dpi, Kleur300dpi
of Kleur600dpi hebt geselecteerd in f,
selecteert u het bestandsformaat (PDF
of JPEG) dat wordt gebruikt voor
verzendingen naar uw pc.
Druk op OK.
h Kies één van onderstaande opties:
Ga naar b om nog een
ééntoetsnummer op te slaan.
Om het opslaan van
ééntoetsnummers te beëindigen,
drukt u op Stop/Eindigen.
Opmerking
Wanneer u een groepsverzending maakt
en u een scanprofiel hebt opgeslagen
samen met het nummer of het emailadres, dan wordt het scanprofiel van
het eerstgekozen ééntoets-, snelkies- of
groepsnummer op de verzending
toegepast.
Druk op OK en ga vervolgens naar
stap g.
Als u IFAX hebt geselecteerd in c,
drukt u op a of b om Std, Fijn of
Foto te selecteren.
Druk op OK en ga vervolgens naar
stap h.
Druk op OK als u de
standaardresolutie niet wilt wijzigen.
Ga naar h.
60
Page 73
Nummers kiezen en opslaan
Snelkiesnummers opslaan8
U kunt vaak gebruikte nummers opslaan als
snelkiesnummers zodat u slechts op een
paar toetsen hoeft te drukken om het nummer
te kiezen (houd Shift ingedrukt terwijl u op
Zoeken/Snelkiezen drukt, voer het
driecijferige nummer in en Mono Start of Kleur Start). U kunt maximaal
300 snelkiesnummers opslaan (001 - 300).
a Druk op Menu, 2, 3, 2.
23.Kiesgeheugen
2.Snelkies
Snelkiesnr? #
Enter & OK-toets
b Voer op het bedieningspaneel een
driecijferig locatie voor het
snelkiesnummer in (001-300).
Druk op OK.
c Druk op a of b om F/T, E-Mail of IFAX
te selecteren.
Druk op OK.
d Kies één van onderstaande opties:
Toets het nummer in (maximaal
20 tekens), als u F/T hebt
geselecteerd.
Druk op OK.
Voer het e-mailadres (maximaal
60 tekens) in als u E-Mail of IFAX
hebt geselecteerd. Gebruik het
schema in Tekst invoeren op pagina 225 om u te
helpen bij het invoeren van de
letters.
Druk op OK.
Opmerking
Als u E-Mail hebt geselecteerd en het emailadres opslaat, kunt u het e-mailadres
alleen gebruiken wanneer de machine
zich in de scanmodus bevindt. Als u IFAX
hebt geselecteerd en het e-mailadres
opslaat, kunt u het e-mailadres alleen
gebruiken wanneer de machine zich in
faxmodus bevindt.
e Kies één van onderstaande opties:
Voer de naam in met behulp van het
bedieningspaneel (max. 15 tekens).
Druk op OK.
Druk op OK om het nummer of
e-mailadres zonder naam op te
slaan.
f Als u een fax-/scanresolutie wilt opslaan
bij het nummer, kiest u een van de
onderstaande opties:
Als u F/T hebt geselecteerd in c,
drukt u op a of b om Std, Fijn, S.Fijn of Foto te selecteren.
Druk op OK en ga vervolgens naar h.
Als u
E-Mail
drukt u op
Z/W200dpi, Kleur150dpi
Kleur300dpi
selecteren. Druk op
vervolgens naar stap
Als u IFAX hebt geselecteerd in c,
drukt u op a of b om Std, Fijn of
Foto te selecteren. Druk op OK en
ga vervolgens naar h.
Druk op OK als u de
standaardresolutie niet wilt wijzigen.
Ga naar h.
hebt geselecteerd in c,
a
of b om
Z/W200x100
of
Kleur600dpi
OK
en ga
g
.
,
,
te
8
61
Page 74
Hoofdstuk 8
g Als u Zwart-wit hebt geselecteerd in f,
selecteer dan het bestandsformaat
(TIFF of PDF) dat wordt gebruikt voor
verzendingen naar uw pc. Als u Kleur in
f hebt geselecteerd, selecteert u het
bestandsformaat (PDF of JPEG) dat
wordt gebruikt voor verzendingen naar
uw pc.
Druk op OK.
h Kies één van onderstaande opties:
Ga naar b om nog een
snelkiesnummer op te slaan.
Om het opslaan van
snelkiesnummers te beëindigen,
drukt u op Stop/Eindigen.
Opmerking
Wanneer u een groepsverzending maakt
en u een scanprofiel hebt opgeslagen
samen met het nummer of het
e-mailadres, dan wordt het scanprofiel
van het eerstgekozen ééntoets-, snelkiesof groepsnummer op de verzending
toegepast.
Eéntoets- en
snelkiesnummers wijzigen8
Als u probeert een ééntoetsnummer of een
snelkiesnummer op te slaan op een locatie
waar reeds een nummer staat, verschijnt de
naam of het opgeslagen nummer op het
LCD-scherm.
a Ga op een van de volgende manieren te
werk:
Druk op 1 om het opgeslagen
nummer te wijzigen.
Druk op 2 om af te sluiten zonder
wijzigingen.
23.Kiesgeheugen
#005:MIKE
a1.Wijzig instell
b2.Stop wijzigingSelect. ab of OK
b Druk op a of b om F/T,
te selecteren.
Druk op OK.
E-Mail
of IFAX
c Toets een nieuw nummer of teken in.
Druk op d of c om de cursor onder het
teken dat u wilt wijzigen te plaatsen, en
druk vervolgens op Wis/terug om het te
verwijderen. Herhaal dit voor ieder
teken dat u wilt verwijderen.
Herhaal deze stap als u de
bestandsnaam wilt wijzigen.
62
d Volg de aanwijzingen die beginnen bij
stap f in Eénkies- en snelkiesnummers
opslaan. (Zie Eéntoetsnummers
opslaan op pagina 59 en
Snelkiesnummers
opslaan op pagina 61.)
Page 75
Nummers kiezen en opslaan
Groepen instellen voor
groepsverzenden8
Als u vaak hetzelfde faxbericht naar veel
faxnummers wilt verzenden, kunt u een groep
opstellen.
Groepen worden opgeslagen op een
ééntoetsnummer of een snelkiesnummer.
Iedere groep gebruikt een ééntoetsnummer
of een snelkiesnummer. U kunt het faxbericht
dan verzenden naar alle nummers die in een
groep opgeslagen zijn, door eenvoudigweg
op een ééntoetsnummer te drukken of een
snelkiesnummer in te voeren en vervolgens
op Mono Start te drukken.
Voordat u nummers aan een groep kunt
toevoegen, moeten deze als ééntoets- of
snelkiesnummers worden opgeslagen. U
kunt maximaal 20 kleine groepen hebben, of
max. 339 nummers voor één grote groep.
a Druk op Menu, 2, 3, 3.
23.Kiesgeheugen
3.Groep instell.
Groep:
Druk op een
b Kies een lege locatie waar u de groep op
één van de volgende manieren wilt
opslaan:
Druk op een ééntoetsnummer.
Houd Shift ingedrukt terwijl u op
Zoeken/Snelkiezen drukt en voer
dan de driecijferige snelkieslocatie
in.
Druk op OK.
c Toets het groepsnummer met de
kiestoetsen (01 t/m 20) in.
Druk op OK.
d Druk op a of b om Fax/IFAX of E-Mail
te selecteren.
Druk op OK.
e Als u ééntoetsnummers of
snelkiesnummers wilt toevoegen, volg
dan onderstaande instructies:
Voor ééntoetsnummers, drukt u één
voor één op de toetsen voor
ééntoetsnummers.
Voor snelkiesnummers houdt u Shift
ingedrukt terwijl u op
Zoeken/Snelkiezen drukt en voert u
de driecijferige snelkieslocatie in.
Op het LCD-scherm wordt het gekozen
ééntoetsnummer weergegeven met een
l en snelkiesnummers met een #
(bijvoorbeeld l006, #009).
f Druk op OK wanneer u klaar bent met
het toevoegen van nummers.
g Ga op een van de volgende manieren te
werk:
Voer de naam in met behulp van het
bedieningspaneel (max. 15 tekens).
Gebruik het schema in
invoeren
helpen bij het invoeren van de letters.
Druk op OK.
Druk op OK om de groep zonder een
naam op te slaan.
op pagina 225 om u te
Tekst
h U kunt een fax-/scanresolutie opslaan
met het nummer. Ga op een van de
volgende manieren te werk:
Als u Fax/IFAX hebt geselecteerd
in d, drukt u op a of b om Std, Fijn,
S.Fijn of Foto te selecteren.
Druk op OK en ga dan naar j.
Als u
E-Mail
drukt u op
Z/W200dpi, Kleur150dpi
Kleur300dpi
selecteren.
Druk op
Druk op OK als u de
standaardresolutie niet wilt wijzigen.
Ga naar j.
hebt geselecteerd in d,
a
of b om
OK
en ga vervolgens naar i.
Z/W200x100
of
Kleur600dpi
,
,
te
8
63
Page 76
Hoofdstuk 8
Opmerking
Als u Fax/IFAX hebt geselecteerd in
stap d en ééntoets- of snelkiesnummers
hebt toegevoegd die zijn opgeslagen als
'IFAX’, kunt u S.Fijn niet selecteren.
i Als u Z/W200dpi of Z/W200x100 heb
geselecteerd in h, selecteer dan het
bestandsformaat (TIFF of PDF) dat
wordt gebruikt voor verzendingen naar
uw pc. Als u Kleur150dpi, Kleur300dpi of Kleur600dpi hebt
geselecteerd in h, selecteert u het
bestandsformaat (PDF of JPEG) dat
wordt gebruikt voor verzendingen naar
uw pc. Druk op OK.
j Ga op een van de volgende manieren te
werk:
Om een andere groep voor
groepsverzending op te slaan. Ga
naar b.
Druk op Stop/Eindigen om het
opslaan van groepen voor
groepsverzending te beëindigen.
Opmerking
Groepsverzenden voor faxen is alleen
mogelijk in zwart-wit.
Snelkiesnummers
combineren8
U kunt meer dan één snelkiesnummer
combineren wanneer u het nummer kiest.
Deze functie kan nuttig zijn als u een
toegangscode moet kiezen voor een
goedkoper tarief van een andere interlokale
serviceprovider.
Houd Shift ingedrukt terwijl u op
Zoeken/Snelkiezen, 003 drukt. Houd Shift
ingedrukt terwijl u op Zoeken/Snelkiezen, 002 en Mono Start of Kleur Start drukt.
Er kunnen handmatig nummers worden
toegevoegd door deze op het
bedieningspaneel in te voeren:
Houd Shift ingedrukt terwijl u op
Zoeken/Snelkiezen, 003, 7001 (via de
kiestoetsen) drukt, en Mono Start of
Kleur Start.
Op deze manier kiest u ‘555-7001
’. U kunt
ook een pauze toevoegen door op de toets
Herkies/Pauze te drukken.
Toon of puls (voor Nederland)8
Wanneer u een pulsservice hebt, maar
toonsignalen moet verzenden (bijvoorbeeld
voor telefonisch bankieren), dient u
onderstaande instructies te volgen. Wanneer
u een toetstoonservice hebt, hebt u deze
functie niet nodig voor het verzenden van
toonsignalen.
a Neem de hoorn van het externe toestel
van de haak en druk op
Telefoon/Intern.
b Druk op # op het bedieningspaneel van
de machine. Alle cijfers die hierna
worden gekozen, worden verzonden als
toonsignalen.
Wanneer u de hoorn op de haak legt,
keert de machine terug naar de
pulsservice.
U kunt bijvoorbeeld ‘555
snelkiestoets #003 en ‘7000
’ opslaan op
’ op snelkiestoets
#002. U kunt beide gebruiken om het
nummer ‘555-7000
’ te kiezen door
onderstaande toetsen in te drukken:
64
Page 77
Opties voor afstandsbediening
9
Opties voor afstandsbediening ZIJN NIET
beschikbaar voor kleurenfaxen.
Met Opties voor afstandsbediening kunt u
faxen ontvangen, terwijl u niet in de buurt van
de machine bent.
U kunt slechts één functie voor
afstandsbediening tegelijkertijd gebruiken.
(alleen zwart-wit)
Fax doorzenden9
Met de functie Fax doorzenden kunt u de
door u ontvangen faxen automatisch naar
een andere machine doorzenden.
a Druk op Menu, 2, 5, 1.
25.Afstandsopties
1.Drzenden/Opsln
aUit
bFax Doorzenden
Select. ab of OK
b Druk op a of b om Fax Doorzenden te
selecteren.
Druk op OK.
U wordt gevraagd om het faxnummer in
te voeren waarnaar de faxberichten
moeten worden doorgestuurd.
c Voer met het ééntoetsnummer het
doorzendnummer (maximaal 20 cijfers)
en de driecijferige locatie in of houd
Shift ingedrukt terwijl u op
Zoeken/Snelkiezen drukt.
Opmerking
• Als u een groep opslaat onder een
ééntoetsnummer of een snelkieslocatie,
worden de faxen doorverzonden naar
verschillende faxnummers.
• U kunt ook een e-mailadres invoeren als
uw machine is geconfigureerd voor de
functie Internet Fax. (Voor meer
informatie over Internet Fax raadpleegt u
de netwerkhandleiding op de cd-rom.
Voor meer informatie over Fax
doorzenden naar e-mail raadpleegt u het
Brother Solutions Center op
http://solutions.brother.com.)
d Druk op a of b om Aan of Uit te
selecteren.
25.Afstandsopties
Reserveafdruk
aUit
bAanSelect. ab of OK
Druk op OK.
e Druk op Stop/Eindigen.
Opmerking
Als u Reserveafdruk aan selecteert, drukt
de machine de fax ook op uw machine af
zodat u een kopie hebt. Dit is een
veiligheidsmaatregel, in geval van een
stroomstoring voordat de fax is
doorgestuurd, of in geval van problemen
bij de ontvangende machine. Mocht er
een stroomstoring optreden, dan kan de
machine uw faxberichten maximaal 60 uur
opslaan. De faxen die in het geheugen
van de machine zijn opgeslagen, worden
gewist.
9
9
65
Page 78
Hoofdstuk 9
Fax opslaan9
Met de functie Fax opslaan kunt u de door u
opgeslagen faxen in het geheugen van de
machine opslaan. U kunt opgeslagen faxen
opvragen vanaf een faxmachine op een
andere locatie met behulp van de opdrachten
op afstand. Zie Faxberichten opvragen op pagina 70. Uw machine drukt
automatisch een kopie van de opgeslagen
fax af.
a Druk op Menu, 2, 5, 1.
25.Afstandsopties
1.Drzenden/Opsln
aUit
bFax DoorzendenSelect. ab of OK
b Druk op a of b om Fax Opslaan te
selecteren.
Druk op OK.
c Druk op Stop/Eindigen.
Opmerking
Als Fax opslaan is ingeschakeld, kan de
machine geen kleurenfax ontvangen
tenzij deze op de verzendende machine
naar zwart-wit wordt geconverteerd.
PC-fax ontvangen9
Met de functie PC-FAX Ontvangen kunt u de
door u ontvangen faxen automatisch naar uw
pc doorzenden. U kunt vervolgens uw pc
gebruiken voor het weergeven en het
opslaan van deze faxen. Als uw PC is
uitgeschakeld wanneer de faxen ontvangen
worden, slaat uw machine deze in het
geheugen op totdat uw pc opnieuw wordt
aangezet. Als u Reserveafdruk aan
selecteert, drukt de machine de fax ook af.
Om PC-FAX Ontvangen te laten
functioneren, dient u te zijn aangesloten op
een pc waarop de MFL-Pro Suite software is
geïnstalleerd. (Zie PC-FAX ontvangen in
hoofdstuk 6 van de softwarehandleiding op
de cd-rom.)
a Druk op Menu, 2, 5, 1.
25.Afstandsopties
1.Drzenden/Opsln
aUit
bFax Doorzenden
Select. ab of OK
b Druk op a of b om Ontvang PC Fax te
selecteren.
Druk op OK.
c Druk op a of b om <USB> of uw
computernaam te selecteren als de
machine is aangesloten op een netwerk.
25.Afstandsopties
1.Drzenden/Opsln
a<USB>
bABC012
Select. ab of OK
66
Druk op OK.
d
Druk op a of b om
25.Afstandsopties
Reserveafdruk
aUit
bAanSelect. ab of OK
Druk op OK.
Aan
of
e Druk op Stop/Eindigen.
Uit
te selecteren.
Page 79
Opties voor afstandsbediening (alleen zwart-wit)
Opmerking
Als uw machine een probleem heeft en
faxen in het geheugen niet kan afdrukken,
kunt u deze instelling gebruiken om de
faxen naar een pc over te brengen. (Zie
voor meer informatie Fout- en onderhoudsmeldingen op pagina 134.)
Als u Reserveafdruk aan selecteert, drukt
de machine de faxen ook op uw machine
af zodat u een kopie hebt. Dit is een
veiligheidsmaatregel, in geval van een
stroomstoring voordat de faxen zijn
doorgestuurd, of in geval van problemen
bij de ontvangende machine. Mocht er
een stroomstoring optreden, dan kan de
machine uw faxberichten maximaal 60 uur
opslaan.
Bestemming-pc wijzigen9
a Druk op Menu, 2, 5, 1.
25.Afstandsopties
1.Drzenden/Opsln
aUit
bFax DoorzendenSelect. ab of OK
b Druk op a of b om Ontvang PC Fax te
selecteren.
Druk op OK.
Opties voor
afstandsbediening
wijzigen
Als er zich nog ontvangen faxen in het
geheugen van uw machine bevinden
wanneer u de afstandsbediening uitschakelt,
wordt u het volgende gevraagd:
25.Afstandsopties
Wis alle faxen ?
a1.Ja
b2.Nee
Select. ab of OK
of
25.Afstandsopties
Tot. print fax?
a1.Ja
b2.Nee
Select. ab of OK
Als u op 1 drukt, worden alle niet-
afgedrukte faxen gewist of afgedrukt
voordat de instelling wordt gewijzigd. Als
er al een reservekopie is afgedrukt, wordt
deze niet meer afgedrukt.
Als u op 2 drukt, worden de faxen in het
geheugen niet gewist of afgedrukt en blijft
de instelling ongewijzigd.
9
9
c Druk op 1 om Wijzig instell te
selecteren.
d Druk op a of b om <USB> te selecteren
of de pc op het netwerk waarop u wilt
ontvangen.
Druk op OK.
e Druk op a of b om Aan of Uit te
selecteren.
25.Afstandsopties
Reserveafdruk
aUit
bAanSelect. ab of OK
Druk op OK.
f Druk op Stop/Eindigen.
Als er zich nog ontvangen faxen in het
geheugen van de machine bevinden
wanneer u een functie van de
afstandsbediening (Fax Doorzenden of
Fax Opslaan) wijzigt in Ontvang PC Fax,
wordt u het volgende gevraagd:
25.Afstandsopties
Fax i PC zenden?
a1.Ja
b2.NeeSelect. ab of OK
67
Page 80
Hoofdstuk 9
Als u op 1 drukt, worden alle niet-
afgedrukte faxen naar uw pc verzonden
voordat de instelling wordt gewijzigd.
Faxen in het geheugen worden naar uw
pc verzonden als het pictogram PC-Fax
ontvangen op uw pc actief is. (Raadpleeg
de softwarehandleiding op de cd-rom.)
Als u op 2 drukt, worden de faxen in het
geheugen niet gewist of naar uw pc
overgebracht en blijft de instelling
ongewijzigd.
Op het LCD-scherm verschijnt het volgende:
25.Afstandsopties
Reserveafdruk
aUit
bAan
Select. ab of OK
Druk op a of b om Aan of Uit te selecteren.
Druk op OK. Druk op Stop/Eindigen.
Opmerking
Als u Reserveafdruk aan selecteert, drukt de
machine de fax ook op uw machine af zodat
u een kopie hebt. Dit is een
veiligheidsmaatregel, in geval van een
stroomstoring voordat de fax is
doorgestuurd, of in geval van problemen bij
de ontvangende machine. Mocht er een
stroomstoring optreden, dan kan de
machine uw faxberichten maximaal 60 uur
opslaan. De faxen die in het geheugen van
de machine zijn opgeslagen, worden gewist.
Opties voor afstandsbediening
uitschakelen
a Druk op Menu, 2, 5, 1.
25.Afstandsopties
1.Drzenden/Opsln
aUit
bFax DoorzendenSelect. ab of OK
b Druk op a of b om Uit te selecteren.
Druk op OK.
Opmerking
Als zich nog ontvangen faxen in het geheugen
van de machine bevinden, verschijnen enkele
opties op het LCD-scherm. (Zie
afstandsbediening wijzigen
Opties voor
op pagina 67.)
c Druk op Stop/Eindigen.
9
68
Page 81
Opties voor afstandsbediening (alleen zwart-wit)
Afstandsbediening9
Met de functie afstandsbediening kunt u uw
opgeslagen faxen opvragen, wanneer u niet
in de buurt van uw machine bent. U kunt uw
machine bellen vanaf iedere willekeurige
toetstelefoon of faxmachine, om vervolgens
de toegangscode op afstand te gebruiken om
uw berichten op te vragen.
Een toegangscode instellen9
De toegangscode op afstand biedt u toegang
tot de functies voor het opvragen op afstand
van uw berichten, wanneer u zich niet bij uw
machine bevindt. U moet eerst uw eigen code
instellen, pas dan kunt u vanaf een ander
toestel toegang tot de functies van uw eigen
machine krijgen. De standaardcode is een
inactieve code: – – –l.
a Druk op Menu, 2, 5, 2.
25.Afstandsopties
2.Afst.bediening
Toegangcode:---*
Enter & OK-toets
Gebruik van de toegangscode9
a Kies op een toetstelefoon of op een
andere faxmachine uw faxnummer.
b Zodra u de toon van uw machine hoort,
toetst u onmiddellijk uw toegangscode
op afstand in (3 cijfers gevolgd door l).
c De machine geeft aan of er faxberichten
zijn ontvangen:
Geen tonen
Geen berichten ontvangen.
1 lange toon
Faxbericht ontvangen.
d De machine geeft twee korte
geluidssignalen om aan te geven dat u
een opdracht moet invoeren. Als u na 30
seconden nog geen opdracht hebt
ingevoerd, wordt de verbinding
verbroken. Als u een ongeldige
opdracht invoert, hoort u drie piepjes.
e Wanneer u klaar bent, drukt u op 9 0 om
de machine te resetten.
9
b Voer een code van drie cijfers in met
0 – 9, l of #.
Druk op OK.
c Druk op Stop/Eindigen.
Opmerking
Gebruik NIET dezelfde code die is
ingesteld voor uw faxontvangstcode (
of code voor het aannemen van de
telefoon (
afstandsbediening
wijzigen
U kunt uw code op elk gewenst moment
wijzigen. Als u de code inactief wilt maken,
drukt u op Wis/terug en OK in b om de
standaardinstelling – – –l te herstellen.
#51
). (Zie
De codes voor
op pagina 56.)
l51)
f Hang op.
Opmerking
Als de machine is ingesteld op
Handmatig hebt u nog steeds toegang
tot de functies voor afstandsbediening.
Kies het faxnummer zoals gebruikelijk en
laat de machine overgaan. Na 2 minuten
hoort u een lange pieptoon om aan te
geven dat u de toegangscode op afstand
moet invoeren. U hebt vervolgens
30 seconden om de code in te voeren.
69
Page 82
Hoofdstuk 9
Faxberichten opvragen9
a Kies op een toetstelefoon of op een
andere faxmachine uw nummer.
b Zodra u de toon van uw machine hoort,
toetst u onmiddellijk uw toegangscode
op afstand in (3 cijfers gevolgd door l).
Als u één lange toon hoort, zijn er
berichten voor u.
c Zodra u twee korte piepjes hoort, toetst
u met de kiestoetsen 9 6 2 in.
d Wacht op een lange toon en toets
vervolgens met de kiestoetsen het
nummer in van de faxmachine waar de
faxberichten naartoe moeten worden
gestuurd, gevolgd door ## (max. 20
cijfers).
e Wacht totdat u het piepje hoort en hang
op. Uw machine belt het andere
apparaat en dit apparaat drukt
vervolgens uw faxberichten af.
Opmerking
U kunt een pauze in een faxnummer
inlassen met behulp van de #-toets.
Het nummer voor fax
doorzenden wijzigen9
U kunt vanaf een andere telefoon of
faxmachine met toetsen de
standaardinstellingen voor het nummer voor
Fax doorzenden wijzigen.
a Kies op een telefoon of op een andere
toetstelefoon of faxmachine uw
faxnummer.
b Zodra u de toon van uw machine hoort,
toetst u onmiddellijk uw toegangscode
op afstand in (3 cijfers gevolgd door l).
Als u één lange toon hoort, zijn er
berichten voor u.
c Zodra u twee korte piepjes hoort, toetst
u met de kiestoetsen 9 5 4 in.
d Wacht op een lange toon en toets
vervolgens met de kiestoetsen het
nieuwe nummer in van de faxmachine
waar de faxberichten naartoe moeten
worden gestuurd, gevolgd door ##
(max. 20 cijfers).
e Wanneer u klaar bent, drukt u op 9 0 om
de machine te resetten.
70
f Wacht totdat u het piepje hoort en hang
op.
Opmerking
U kunt een pauze in een faxnummer
inlassen met behulp van de #-toets.
Page 83
Opties voor afstandsbediening (alleen zwart-wit)
Opdrachten op afstand9
U kunt uw machine vanaf een ander toestel bedienen met behulp van onderstaande opdrachten.
Wanneer u de machine opbelt en uw toegangscode op afstand (3 cijfers gevolgd door l) invoert,
hoort u twee korte piepjes om aan te geven dat u een opdracht moet invoeren.
Opdrachten op afstandWat u moet doen
95Wijzig de instellingen voor Fax
doorzenden of Fax opslaan
1 UITU kunt Uit selecteren nadat u alle berichten hebt opgehaald of
gewist.
2 Fax doorzendenEén lange toon betekent dat de wijziging is geaccepteerd. Als
4 Nummer voor fax doorzenden
6 Fax opslaan
96Een fax opvragen
2 Alle faxen opvragenToets het nummer in van de faxmachine waarop het
3 Faxen in het geheugen wissenAls u één lange toon hoort, zijn de faxberichten uit het
97De ontvangststatus
controleren
1 FaxU kunt controleren of uw machine faxberichten heeft
98De ontvangststand wijzigen
1 Extern ANTW.APP.Als u één lange toon hoort, is de wijziging geaccepteerd.
2 Fax/Tel
3 Uitsluitend fax
90AfsluitenDruk op 9 0 om de afstandsbediening af te sluiten. Wacht op de
u drie korte piepjes hoort, kunt u geen wijzigingen maken
omdat er niet aan een van de voorwaarden is voldaan (er is
bijvoorbeeld geen nummer opgegeven waarnaar faxen moeten
worden doorgestuurd). U kunt uw nummer voor het
doorzenden van een fax invoeren bij 4. (Zie Het nummer voor
fax doorzenden wijzigen op pagina 70.) Wanneer u het
nummer hebt ingevoerd, functioneert fax doorzenden.
opgeslagen faxbericht moet worden ontvangen. (Zie
Faxberichten opvragen op pagina 70.)
geheugen gewist.
ontvangen. Als dat het geval is, hoort u één lange toon. Als er
geen berichten zijn ontvangen, hoort u drie korte piepjes.
lange toon en leg vervolgens de hoorn op de haak.
9
71
Page 84
10
Pollen10
Met de functie Pollen kunt u machine zodanig
instellen dat andere mensen faxen van u
kunnen ontvangen, maar dat zij voor de
oproep betalen. Met deze functie kunt u ook
de faxmachine van iemand anders bellen om
te pollen, zodat u voor de oproep betaalt. De
functie Pollen dient op beide machines te zijn
ingesteld, opdat dit kan functioneren. Niet alle
faxmachines ondersteunen het pollen.
Ontvang pollen10
Met Ontvang pollen kunt u een andere
faxmachine bellen om een fax te ontvangen.
a Controleer of de faxmodus is
ingeschakeld .
b Druk op Menu, 2, 1, 8.
21.Ontvangstmenu
8.Ontvang Pollen
aStand.
bBeveiligSelect. ab of OK
c Druk op a of b om Stand. te selecteren.
Druk op OK.
d Toets het te pollen faxnummer in.
Druk op Mono Start of Kleur Start.
Beveiligd pollen10
Met Beveiligd pollen kunt u de personen die
de documenten die u voor pollen hebt
ingesteld kunnen ontvangen, beperken.
Beveiligd pollen werkt alleen met Brotherfaxmachines. Als u een fax wilt ontvangen
van een beveiligde Brother-machine, dient u
de beveiligingscode in te voeren.
a Controleer of de faxmodus is
ingeschakeld .
b Druk op Menu, 2, 1, 8.
21.Ontvangstmenu
8.Ontvang Pollen
aStand.
bBeveiligSelect. ab of OK
c Druk op a of b om Beveilig te
selecteren.
Druk op OK.
d Toets een viercijferige beveiligingscode
in.
Druk op OK.
Dit is de beveiligingscode van de
faxmachine die u gaat pollen.
e Toets het te pollen faxnummer in.
72
f Druk op Mono Start of Kleur Start.
Page 85
Pollen
Uitgesteld pollen10
Met Uitgesteld pollen kunt u de machine
zodanig instellen, dat deze op een later
tijdstip met Ontvang pollen begint. U kunt
slechts één uitgestelde pollingtaak instellen.
a Controleer of de faxmodus is
ingeschakeld .
b Druk op Menu, 2, 1, 8.
21.Ontvangstmenu
8.Ontvang Pollen
aStand.
bBeveiligSelect. ab of OK
c Druk op a of b om Tijdklok te
selecteren.
Druk op OK.
d Voer in hoe laat u het pollen wilt starten
(in 24-uursformaat).
Druk op OK.
Bijvoorbeeld, voor 9:45 PM voert u
21:45 in.
e Toets het te pollen faxnummer in. Druk
op Mono Start of Kleur Start.
De machine begint op het door u
ingevoerde tijdstip met het pollen.
Opeenvolgend pollen10
Met Opeenvolgend pollen kunt u in één
bewerking documenten van diverse andere
faxmachines opvragen.
a Controleer of de faxmodus is
ingeschakeld .
b Druk op Menu, 2, 1, 8.
21.Ontvangstmenu
8.Ontvang Pollen
aStand.
bBeveiligSelect. ab of OK
c Druk op a of b om Stand., Beveilig
of Tijdklok te selecteren.
Druk op OK.
d Kies één van onderstaande opties.
Als u
Stand. kiest, gaat dan naar e
Als u Beveilig selecteert, voert u
een viercijferig nummer in, drukt u op
OK en gaat u naar e.
Als u Tijdklok hebt geselecteerd,
voert u in hoe laat (in
24-uursformaat) u met pollen wilt
beginnen en drukt u op OK, waarna
u doorgaat naar e.
.
10
e Specificeer de faxmachines van
bestemming waarnaar u wilt pollen, met
behulp van ééntoetsnummers,
snelkiesnummers, zoeken, een groep
en/of de kiestoetsen. Druk tussen elke
locatie op OK.
f Druk op Mono Start of Kleur Start.
Elk nummer of elke groep wordt om de beurt
gekozen om een document op te vragen.
Druk op Stop/Eindigen terwijl de machine
een nummer kiest om de pollingtaak te
annuleren.
Om alle opeenvolgende taken voor Ontvang
pollen te annuleren, drukt u op Menu, 2, 6.
(Zie Taken in de wachtrij controleren en annuleren op pagina 43.)
73
Page 86
Hoofdstuk 10
Verzend pollen
(alleen zwart-wit)10
Met Verzend Pollen kunt u uw machine
zodanig instellen dat deze met een document
in de invoer wacht, zodat een andere
faxmachine kan bellen om het op te vragen.
Verzend pollen instellen10
a Controleer of de faxmodus is
ingeschakeld .
b Plaats het document.
c Druk op Menu, 2, 2, 6.
22.Verzendmenu
6.Verzend Pollen
aStand.
bBeveiligSelect. ab of OK
d Druk op a of b om Stand. te selecteren.
Druk op OK.
e Druk op 2 om 2.Nee te selecteren als u
geen instellingen meer op wilt geven als
de volgende meldingen worden
weergegeven:
22.Verzendmenu
Volgende?
a1.Ja
b2.Nee
Select. ab of OK
g Als u de glasplaat gebruikt, wordt u
gevraagd één van de onderstaande
opties te kiezen:
Flatbed Fax
Volgende Pagina?
a1.Ja
b2.Nee (verzenden)Select. ab of OK
Druk op 1 om nog een pagina te
verzenden.
Ga naar h.
Druk op 2 of Mono Start om het
document te verzenden.
h Leg de volgende pagina op de glasplaat
en druk op OK. Herhaal g en h voor
elke extra pagina.
Flatbed Fax
Set Volgende Pag
Druk dan op OK
Opmerking
Het document wordt opgeslagen en kan
vanaf elk ander faxapparaat worden
opgehaald totdat u de fax uit het
geheugen verwijderd.
Druk op
geheugen te verwijderen. (Zie
wachtrij controleren en
annuleren
Menu, 2, 6
op pagina 43.)
om de fax uit het
Taken in de
f Druk op Mono Start.
74
Page 87
Pollen
Verzend Pollen met een
beveiligingscode instellen10
Met Beveiligd pollen kunt u de personen die
de documenten die u voor pollen hebt
ingesteld kunnen ontvangen, beperken.
Beveiligd pollen werkt alleen met Brotherfaxmachines. Als een andere persoon een
fax van uw machine wil opvragen, dient deze
de beveiligingscode in te voeren.
a Controleer of de faxmodus is
ingeschakeld .
b Plaats het document.
c Druk op Menu, 2, 2, 6.
22.Verzendmenu
6.Verzend Pollen
aStand.
bBeveilig
Select. ab of OK
d Druk op a of b om Beveilig te
selecteren.
Druk op OK.
e Toets een viercijferig nummer in.
Druk op OK.
h Als u de glasplaat gebruikt, wordt u
gevraagd één van de onderstaande
opties te kiezen:
Flatbed Fax
Volgende Pagina?
a1.Ja
b2.Nee (verzenden)Select. ab of OK
Druk op 1 om nog een pagina te
verzenden.
Ga naar i.
Druk op 2 of Mono Start om het
document te verzenden.
i Leg de volgende pagina op de glasplaat
en druk op OK. Herhaal g en h voor
elke extra pagina.
Flatbed Fax
Set Volgende Pag
Druk dan op OK
Opmerking
Het document wordt opgeslagen en kan
vanaf elk ander faxapparaat worden
opgehaald totdat u de fax uit het
geheugen verwijderd.
10
f Druk op 2 om 2.Nee te selecteren als u
geen instellingen meer op wilt geven als
de volgende meldingen worden
weergegeven:
22.Verzendmenu
Volgende?
a1.Ja
b2.NeeSelect. ab of OK
g Druk op Mono Start.
Druk op Menu, 2, 6 om de fax uit het
geheugen te verwijderen. (Zie Taken in de
wachtrij controleren en
annuleren op pagina 43.)
75
Page 88
11
Rapporten afdrukken11
Faxrapporten11
Sommige faxrapporten (verzendrapport en
faxjournaal) kunnen automatisch of
handmatig afgedrukt worden.
Verzendrapport11
U kunt het verzendrapport gebruiken als
bewijs dat u een fax hebt verzonden. In dit
rapport staan de datum en de tijd waarop het
bericht werd verzonden, en wordt tevens
aangegeven of de transmissie geslaagd was
(weergegeven met “OK”). Als u Aan of
Aan+Beeld selecteert, wordt een rapport
afgedrukt voor elke fax die u verzendt.
Als u veel faxen naar hetzelfde nummer
stuurt, hebt u waarschijnlijk meer nodig dan
alleen de taaknummers om te weten welke
faxen u opnieuw moet verzenden. Als u
Aan+Beeld of Uit+Beeld selecteert, wordt
in het rapport een deel van de eerste pagina
van het faxbericht afgedrukt.
Wanneer het controlerapport op Uit of
Uit+Beeld staat, wordt het rapport alleen
afgedrukt als er een fout is opgetreden tijdens
het verzenden.
a Druk op Menu, 2, 4, 1.
24.Kies rapport
1.Verzendrapp.
aUit
bUit+BeeldSelect. ab of OK
b Druk op a of b om Aan, Aan+Beeld,
Uit of Uit+Beeld te selecteren.
Druk op OK.
c Druk op Stop/Eindigen.
Faxjournaal11
U kunt de machine zodanig instellen, dat er op
vaste tijden een faxjournaal (journaal) wordt
afgedrukt (elke 50 faxen, elke 6, 12 of 24 uur,
elke 2 of 7 dagen). De standaardinstelling is
Na 50 faxen
het journaal zal afdrukken als deze 50 taken
heeft opgeslagen.
Als u het interval op Uit zet, kunt u het
rapport afdrukken via de procedure op de
volgende pagina.
a Druk op Menu, 2, 4, 2.
24.Kies rapport
aNa 50 faxen
bElke 6 uurSelect. ab of OK
; dit betekent dat uw machine
2.Journaal tijd
b Druk op a of b om een interval te
selecteren.
Druk op OK.
Als u 7 dagen kiest, wordt u gevraagd
een dag te kiezen als eerste dag van de
7-daagse periode.
c Voer in 24-uursformaat het tijdstip in
waarop het journaal moet worden
afgedrukt.
Druk op OK.
Bijvoorbeeld: voor 19:45 voert u
7:45 PM in.
d Druk op Stop/Eindigen.
Als u 6, 12, 24 uur of 2 of 7 dagen selecteert,
zal de machine het rapport op het
geselecteerde tijdstip afdrukken, waarna alle
taken uit het geheugen worden gewist. Als
het geheugen van de machine vol is omdat er
200 taken in zitten en de door u
geselecteerde tijd nog niet verstreken is, zal
de machine het journaal voortijdig afdrukken
en alle taken uit het geheugen wissen.
Als u een extra rapport wilt, voordat het tijd is
om dit automatisch af te drukken, kunt u dit
handmatig afdrukken zonder dat de taken uit
het geheugen worden gewist.
76
Page 89
Rapporten afdrukken
Rapporten11
De volgende rapporten zijn beschikbaar:
1 Verzendrapport
Voor het weergeven van het
verzendrapport van uw laatste 200
verzonden faxen en het afdrukken van het
laatste rapport.
2 Help
Hiermee kunt u een lijst afdrukken van
veelgebruikte functies die u helpen bij het
programmeren van uw machine.
3 LijstTel-Index
Hiermee kunt u een lijst van namen en
nummers afdrukken die zijn opgeslagen in
het geheugen voor ééntoetsnummers en
snelkiesnummers. De nummers staan in
numerieke of alfabetische volgorde in de
lijst.
4 Fax Journaal
Hiermee kunt u een lijst afdrukken met
informatie over de laatste 200 door u
ontvangen en verzonden faxen.
(TX: verzonden.) (RX: ontvangen.)
Een rapport afdrukken11
a Druk op Menu, 6.
6.Print lijsten
1.Verzendrapport
2.Help
3.LijstTel-Index
Select. ab of OK
b Ga op een van de volgende manieren te
werk:
Druk op a of b om het gewenste
rapport te selecteren.
Druk op OK.
Toets het nummer in van het rapport
dat u wilt afdrukken. Druk
bijvoorbeeld op 2 om de helplijst af te
drukken.
c Druk op Mono Start of Kleur Start.
d Druk op Stop/Eindigen.
5 Gebruikersinst
Druk een lijst met de huidige instellingen
af.
6 Netwerk Conf.
Een lijst met uw netwerkinstellingen wordt
opgesteld.
7 Besteldocument
U kunt een bestelformulier voor
accessoires afdrukken. Wanneer u het
formulier hebt ingevuld, verzendt u het
naar uw Brother-dealer.
11
77
Page 90
Hoofdstuk 11
78
Page 91
Paragraaf III
KopiërenIII
Kopiëren80
Page 92
12
Kopiëren12
Kopiëren12
Kopieermodus instellen12
Druk op (Kopie) om naar de
kopieermodus te gaan.
1
2
3
4
01
5
01
1 Contrast
2 Kwaliteit
3 Kopieerverhouding
4 Ladekeuze
5 Aantal exemplaren
6Helderheid
Eén kopie maken12
Meerdere kopieën maken12
a Controleer of de kopieermodus is
ingeschakeld .
b Plaats het document.
c Voer met het bedieningspaneel het
aantal kopieën in (max. 99).
d Druk op Mono Start of Kleur Start.
Opmerking
(Zie Sorteren bij gebruik van de
ADF op pagina 85 voor het sorteren van
de kopieën.)
Als op het LCD-scherm
“Wachten a.u.b.” wordt weergegeven
en de machine stopt met kopiëren terwijl u
meerdere kopieën maakt, wacht dan
30 tot 40 seconden tot de machine klaar is
met de kleurregistratie en het reinigen van
de riemeenheid.
Kopiëren onderbreken12
Druk op Stop/Eindigen om het kopiëren te
stoppen.
a Controleer of de kopieermodus is
ingeschakeld .
b Plaats het document.
c Druk op Mono Start of Kleur Start.
80
Page 93
Kopiëren
Kopieeropties
(tijdelijke instellingen) 12
Gebruik de tijdelijke Kopie kopieertoetsen,
als u de kopieerinstellingen snel tijdelijk voor
de volgende kopie wilt wijzigen. U kunt
verschillende combinaties gebruiken.
De machine keert na 60 seconden terug naar
de standaardinstellingen, of wanneer de
timermodus weer overgaat op faxmodus.
(Zie Tijdklokstand op pagina 22.)
De kopieerkwaliteit wijzigen12
U kunt kiezen uit een serie
kwaliteitsinstellingen. De standaardinstelling
is Auto.
Auto
Auto is de aanbevolen stand voor normale
afdrukken. Geschikt voor documenten die
zowel tekst als foto’s bevatten.
Tekst
Geschikt voor documenten die uitsluitend
tekst bevatten.
Foto
Geschikt voor het kopiëren van foto’s.
Volg de onderstaande stappen om de
kwaliteitsinstelling tijdelijk te wijzigen:
a Controleer of de kopieermodus is
ingeschakeld .
b Plaats het document.
c Voer met het bedieningspaneel het
aantal kopieën in (max. 99).
d Druk op Contrast/Kwaliteit.
Druk op a of b om Kwal. te selecteren.
Druk op OK.
e Druk op d of c om Auto, Tekst of Foto
te selecteren.
Druk op OK.
f Druk op Mono Start of Kleur Start.
Volg de onderstaande stappen om de
standaardinstelling te wijzigen:
a Druk op Menu, 3, 1.
31.Kwaliteit
aAuto
Tekst
bFoto
Select. ab of OK
b Druk op a of b om de kopieerkwaliteit te
selecteren.
Druk op OK.
c Druk op Stop/Eindigen.
De gekopieerde afbeelding
vergroten of verkleinen12
U kunt de volgende vergrotings- of
verkleiningspercentages selecteren:
Druk op
Bij Custom(25-400%) kunt u een
vergrotings-/verkleiningspercentage
van 25% tot 400% opgeven.
100%*
104% EXEiLTR
141% A5iA4
200%
Custom(25-400%)
50%
70% A4iA5
78% LGLiLTR
83% LGLiA4
85% LTRiEXE
91%FullPage
94% A4iLTR
97% LTRiA4
12
81
Page 94
Hoofdstuk 12
Volg onderstaande instructies om de
volgende kopie te vergroten of te verkleinen:
a Controleer of de kopieermodus is
ingeschakeld .
b Plaats het document.
c Voer met het bedieningspaneel het
aantal kopieën in (max. 99).
d Druk op Vergroot/Verklein.
Druk op c.
e Ga op een van de volgende manieren te
werk:
Druk op a of b om het gewenste
vergrotings- of
verkleiningspercentage te
selecteren.
Druk op OK.
Druk op a of b om
Custom(25-400%) te selecteren.
Druk op OK.
Gebruik de kiestoetsen om een
vergrotings- of verkleiningspercentage in
te toetsen tussen
bijvoorbeeld op
Druk op OK.
5 3
25%
om
en
400%
53%
in te voeren.)
. (Druk
f Druk op Mono Start of Kleur Start.
Opmerking
Opties voor paginalay-out 2op1P,
2op1L, 4op1P, 4op1L zijn
niet beschikbaar met
Vergroten/verkleinen.
Belangrijk12
Controleer of het papierformaat is
ingesteld op Letter, A4, Legal of
Folio.
(P) betekent Portrait (staand) en (L)
betekent Landscape (liggend).
U kunt de instelling Vergroot/Verklein niet
gebruiken met de functie N op 1.
a Controleer of de kopieermodus is
ingeschakeld .
b Plaats het document.
c Voer met het bedieningspaneel het
aantal kopieën in (max. 99).
d Druk op Nop1.
e Druk op a of b om 2op1P,
2op1L, 4op1P, 4op1L of
Uit(1 Op 1) te selecteren.
Druk op OK.
f Druk op Mono Start of Kleur Start om
de pagina te scannen.
Als u het document in de ADF hebt
geplaatst, worden de pagina's gescand
en wordt het afdrukken gestart.
Als u de glasplaat gebruikt, gaat u
naar stap g.
g Nadat de machine de pagina gescand
heeft, drukt u op 1 om de volgende
pagina te scannen.
Flatbed kopie:
Volgende Pagina?
a1.Ja
b2.NeeSelect. ab of OK
N op 1-kopieën maken
(paginalay-out)12
U kunt de hoeveelheid papier die u gebruikt
voor het kopiëren verminderen door de
functie N op 1-kopie te gebruiken. U kunt zo
twee of vier pagina’s op één vel kopiëren en
daarmee papier besparen.
82
h Leg de volgende pagina op de
glasplaat.
Druk op OK.
Herhaal stap g en h voor elke pagina
die u in deze indeling gebruikt.
i Druk op 2 in stap g om te stoppen
nadat alle pagina’s zijn gescand.
Page 95
Kopiëren
1
1
1
1
1
1
Bij kopiëren vanuit de ADF:12
Plaats het document met de bedrukte zijde
naar boven zoals hieronder aangegeven:
2 in 1 P
2 in 1 L
4 in 1 P
4 in 1 L
Bij kopiëren vanaf de glasplaat:12
Plaats het document met de bedrukte zijde
naar beneden zoals hieronder aangegeven:
2 in 1 P
2 in 1 L
Duplex (2-zijdig) kopiëren12
Als u de kopieerfunctie “dubbelzijdig i
dubbelzijdig
gebruiken, plaatst u uw document in de ADF.
Installeer extra geheugen als u tijdens het
maken van dubbelzijdige kopieën een
melding krijgt dat het geheugen vol is.
(Zie De melding Geheugen vol op pagina 87.)
Dubbelzijdig kopiëren (lange zijde)12
enkelzijdig i dubbelzijdig
Staand
Liggend
dubbelzijdig i dubbelzijdig
Staand
”
of “dubbelzijdig i enkelzijdig” wilt
1
1
2
1
2
1
2
2
1
2
1
2
12
4 in 1 P
Liggend
1
1
2
2
4 in 1 L
83
Page 96
Hoofdstuk 12
1
1
1
1
1
1
dubbelzijdig i enkelzijdig
Staand
1
1
2
Liggend
1
2
2
1
2
a Controleer of de kopieermodus is
ingeschakeld .
b Plaats het document.
c Voer met het bedieningspaneel het
aantal kopieën in (max. 99).
d Druk op Dubbelzijdig en a of b om
1zijdigi2zijdig,
2zijdigi2zijdig of
2zijdigi1zijdig te selecteren.
Duplex
a1zijdigi2zijdig
2zijdigi2zijdig
b2zijdigi1zijdig
Select. ab of OK
Geavanceerd duplex kopiëren
(korte zijde)12
Geavanceerd dubbelzijdig i enkelzijdig
Staand
1
2
1
2
Liggend
1
1
2
Geavanceerd enkelzijdig i dubbelzijdig
Staand
1
2
1
2
2
Liggend
1
1
2
2
Druk op OK.
e Druk op Mono Start of Kleur Start om
het document te scannen.
Opmerking
Dubbelzijdig kopiëren is niet beschikbaar
a Controleer of de kopieermodus is
ingeschakeld .
b Plaats het document.
c Voer met het bedieningspaneel het
aantal kopieën in (max. 99).
voor dubbelzijdige documenten van
Legal-formaat.
d Druk op Dubbelzijdig en a of b om
Geavanceerd te selecteren.
Duplex
a1zijdigi2zijdig
2zijdigi2zijdig
b2zijdigi1zijdig
Select. ab of OK
Druk op OK.
84
Page 97
Kopiëren
e Druk op a of b om 2zijdigi1zijdig
of 1zijdigi2zijdig te selecteren.
Druk op OK.
Duplex Geavanc.
a2zijdigi1zijdig
b1zijdigi2zijdig
Select. ab of OK
f Druk op Mono Start of Kleur Start om
het document te scannen.
Opmerking
Duplex kopiëren met behulp van een
dubbelzijdig document van Legal-formaat
is niet mogelijk vanaf de ADF.
Sorteren bij gebruik van de
ADF12
U kunt meerdere kopieën sorteren. De
pagina’s worden gestapeld in de volgorde
1 2 3, 1 2 3, 1 2 3 enz.
a Controleer of de kopieermodus is
ingeschakeld .
b Plaats het document in de ADF.
c Voer met het bedieningspaneel het
aantal kopieën in (max. 99).
d Druk op Sorteren.
e Druk op Mono Start of Kleur Start.
Helderheid, contrast en kleur
instellen12
Helderheid12
Pas de helderheid aan om kopieën donkerder
of lichter te maken.
Volg de onderstaande stappen om de
helderheidinstelling tijdelijk te wijzigen:
a Controleer of de kopieermodus is
ingeschakeld .
b Plaats het document.
c Voer met het bedieningspaneel het
U kunt de standaardinstelling voor de
kleurverzadiging wijzigen.
Volg de onderstaande stappen om de
standaardinstelling te wijzigen:
a Druk op Menu, 3, 4.
34.Kleuren aanp.
1.Rood
2.Groen
3.Blauw
Select. ab of OK
b Druk op a of b om 1.Rood, 2.Groen of
3.Blauw te selecteren.
Druk op OK.
c Druk op d of c om het
verzadigingsniveau van de kleur te
verhogen of verlagen.
Druk op OK.
d Ga terug naar stap b om de volgende
kleur te kiezen. Of druk op
Stop/Eindigen.
f Druk op Mono Start of Kleur Start.
Volg de onderstaande stappen om de
standaardinstelling te wijzigen:
a Druk op Menu, 3, 3.
33.Contrast
-nnonn+
Selecteer dc&OK
b Druk op d of c om het contrast te
verhogen of verlagen.
Druk op OK.
c Druk op Stop/Eindigen.
86
Page 99
Kopiëren
Ladekeuze12
U kunt desgewenst voor alleen de volgende
kopie een andere papierlade kiezen.
a Controleer of de kopieermodus is
ingeschakeld .
b Plaats het document.
c Voer met het bedieningspaneel het
aantal kopieën in (max. 99).
d Druk op Lade Selecteren.
e Druk op d of c om MP>T1, T1>MP,
#1(XXX)
Druk op OK.
1
en MP(XXX)1 te selecteren.
f Druk op Mono Start of Kleur Start.
Druk op
Lade Selecteren
1
XXX is het papierformaat dat u in Menu, 1, 3 hebt
geselecteerd.
Opmerking
• T2 of #2 verschijnen alleen als de
optionele papierlade is geïnstalleerd.
MP>T1 of M>T1>T2
T1>MP of T1>T2>M
#1(XXX)
#2(XXX)
MP(XXX)
1
1
1
De melding Geheugen
vol12
Wanneer het geheugen tijdens het kopiëren
vol raakt, vermeldt het LCD-scherm wat u
verder moet doen.
Als de melding Geheugen vol verschijnt
tijdens het scannen van een volgende
pagina, kunt u op Mono Start of Kleur Start
drukken om de tot dusverre gescande
pagina's te kopiëren of op Stop/Eindigen
drukken om de taak te annuleren.
Om meer geheugen vrij te maken, kunt u het
volgende doen:
De faxen printen die in het geheugen zijn
opgeslagen. (Zie Een fax uit het geheugen
afdrukken op pagina 50.)
Fax opslaan uitschakelen. (Zie Opties
voor afstandsbediening
uitschakelen op pagina 68.)
Optioneel geheugen toevoegen. (zie
Geheugenkaart op pagina 112.)
Opmerking
Wanneer de melding Geheugen vol
verschijnt, kunt u kopieën maken door
eerst de in het geheugen opgeslagen
ontvangen faxberichten af te drukken en
het geheugen voor 100 % beschikbaar te
maken.
12
•Zie Lade gebruiken in
kopieermodus op pagina 23 om de
standaardinstelling van de ladekeuze te
wijzigen.
87
Page 100
Hoofdstuk 12
88
Loading...
+ hidden pages
You need points to download manuals.
1 point = 1 manual.
You can buy points or you can get point for every manual you upload.