De procedures om het naai-eindpunt op te geven met de sensorpen verschillen
van de procedures in de Bedieningshandleiding. Raadpleeg onderstaande
procedures.
We adviseren u deze handleiding te bewaren bij de Bedieningshandleiding.
• Om de locatie nauwkeurig op te geven raakt u met de sensorpen het eindpunt tweemaal aan. Zorg dat
u hetzelfde punt aanraakt.
• Markeer het eindpunt voordat u begint te naaien.
Voordat u begint te naaien test u eerst het patroon
vanaf stap
a t/m e om te zien of u de steek kunt
gebruiken met deze functie. Markeer het eindpunt
voordat u begint te naaien.
Zet de machine aan.
a
Druk op de tab Naaisteken of
b
Letter-/decoratieve steken in het scherm
Naaisteken.
Begin te naaien en stop de machine
c
wanneer het gewenste naai-eindpunt
binnen het aanraakbereik van de sensorpen
komt.
• Als u met de sensorpen de naaldstopstand
opgeeft op minder dan 70 mm (ca. 2-3/4 inch)
van het naai-eindpunt, is een tweede keer
aanraken niet nodig. Nadat u stap
voltooid, gaat u verder met stap
werkelijke naai-eindpunt wijkt mogelijk iets af
van de opgegeven locatie.
Om de plek nauwkeurig op te geven stopt u
de machine meer dan 70 mm (ca. 2-3/4 inch)
vanaf het naai-eindpunt voordat u dit de
eerste maal opgeeft.
j
f
. Het
hebt
Druk op .
d
→ Het scherm Sensorfuncties verschijnt.
Druk op .
e
• Als de naaldstopstand meer dan 100 mm
(ca. 4 inch) verwijderd is van het eindpunt
dat is geselecteerd met de sensorpen, kunt
u de tweede maal dat u het punt aanraakt
een nauwkeuriger positie kiezen.
→ Het scherm Naai-eindpunt instellen verschijnt.
• Als niet beschikbaar is, kunt u het
naai-eindpunt niet opgeven in het
geselecteerde steekpatroon. Selecteer een
ander steekpatroon.
1
Page 2
Raak met de sensorpen de locatie aan die u
b
e
c
a
d
f
Opmerking
f
wilt opgeven als naai-eindpunt.
→ De afstand van de huidige naaldstand tot de locatie
die u hebt aangeraakt verschijnt.
a Laat zien hoe vaak u het naai-eindpunt moet
aanraken: eenmaal of tweemaal.
Eenmaal aanrakenTweemaal aanraken
b Druk op deze knop om het naai-eindpunt dat u
hebt opgegeven, te wissen.
c Druk op deze knop om te selecteren of het naaien
wordt beëindigd met een compleet patroon of
niet.
→ Zie “Toets Steekeindemodus” op pagina 3.
d Druk op deze knop om te beginnen met naaien
aan het begin van het patroon.
e Druk op deze knop om te stoppen met het
opgeven van een instelling met de sensorpen.
f Druk op deze knop wanneer u dezelfde afstand
naait als de vorige keer, om de vorige instelling op
te roepen.
→ Zie “Vorige instelling opnieuw gebruiken” op
pagina 4.
• De afstand die wordt weergegeven, is niet
de lengte van een rechte lijn die de huidige
naaldpositie verbindt met de locatie die u
hebt aangeraakt met de sensorpen. Het is
de lengte tot de lijn loodrecht op de naailijn
vanuit de locatie die u hebt aangeraakt met
de sensorpen.
a Weergegeven afstand
• Onderstaande foutmelding verschijnt als u
het gebied buiten het aanraakbereik van de
sensorpen aanraakt. Druk op en druk
vervolgens binnen het aanraakbereik van de
sensorpen.
• Wanneer u naait met deze instelling moet u
de stof losjes vasthouden en recht
doorvoeren.
• Wanneer u met de sensorpen het
naai-eindpunt opgeeft, moet u de
pensensor net zo vasthouden als toen deze
werd gekalibreerd. Anders verschilt het
werkelijke eindpunt mogelijk van het
eindpunt dat u hebt opgegeven.
• Voor een optimaal resultaat naait u eerst
een proefstukje met dezelfde stof en
hetzelfde steekpatroon als uw project.
2
Page 3
Toets Steekeindemodus
Opmerking
Opmerking
Het eind van het stiksel is niet
aangepast. Wanneer het eindpunt is
bereikt, stopt het naaien onmiddellijk,
ook al is het steekpatroon niet
compleet.
De lengte van het steekpatroon wordt
aangepast, zodat het naaien stopt met
een compleet patroon op het eindpunt
dat u hebt opgegeven.
• De toets Steekeindemodus is niet
beschikbaar bij onderstaande functies.
Raak met de sensorpen opnieuw de locatie
h
aan die u wilt opgeven als naai-eindpunt.
→ De afstand van de huidige naaldpositie tot de locatie
die u hebt aangeraakt verschijnt.
- Wanneer alleen wordt
weergegeven. De aanpassing van het
steekeinde is niet beschikbaar bij de
geselecteerde steek. Er wordt slechts één
pictogram getoond.
- Wanneer de toets Steekeindemodus grijs
wordt weergegeven.
- Wanneer u het naai-eindpunt opgeeft op
het punt dat een aanpassing behoeft van
meer dan 20% van de lengte van het
patroon om een patroon geheel te
voltooien.
• Als u het naaien wilt eindigen met een
compleet patroon, adviseren we het
patroon te verkleinen. Wanneer u naait met
een lang patroon, eindigt u mogelijk niet op
een compleet patroon.
Druk op en ga verder met naaien.
g
*U kunt de instelling ook toepassen door een
aanpassingsgebied lang aan te raken met de
sensorpen.
→ Wanneer u een naai-eindpuntinstelling opgeeft,
verschijnt linksboven in het scherm.
• Wanneer u met de sensorpen het
naai-eindpunt tweemaal aanraakt, wordt de
afstand nauwkeurig opgegeven. Zorg dat u
hetzelfde punt aanraakt.
• Onderstaand foutbericht wordt
weergegeven als u de tweede keer een
andere locatie aanraakt dan de eerste keer.
Raak de juiste locatie aan.
• U kunt de toets Steekeindemodus niet
gebruiken wanneer u het naai-eindpunt voor
de tweede keer opgeeft.
Druk op om de
i
naai-eindpuntinstelling toe te passen.
*U kunt de instelling ook toepassen door een
aanpassingsgebied lang aan te raken met de
sensorpen.
→ De machine stopt automatisch met de naald in de
stof, ongeveer op de helft van de afstand tot het
opgegeven naai-eindpunt. Het scherm
Naai-eindpunt instellen verschijnt.
Begin weer met naaien.
j
*De machine stopt automatisch op het eindpunt dat u
hebt opgegeven.
3
Page 4
■ Vorige instelling opnieuw gebruiken
Opmerking
Wanneer u dezelfde stof en hetzelfde patroon
gebruikt om dezelfde lengte te naaien, kunt u
dezelfde instelling opnieuw gebruiken. U hoeft niet
steeds opnieuw met de sensorpen het eindpunt op te
geven.
Als u de vorige instelling wilt gebruiken, herhaalt u
c t/m e en vervolgens drukt u op in
stap
f, in plaats van de sensorpen te gebruiken.
stap
*Als u op hebt gedrukt, hoeft u het
naai-eindpunt niet een tweede keer op te geven. Ga
door met stap
machine automatisch stopt op het naai-eindpunt.
*Druk op om te beginnen met naaien aan het
begin van het steekpatroon.
j om verder te naaien, totdat de
• Deze herhaalfunctie herhaalt alleen de
naaiafstand die is toegekend binnen
200 mm (ca. 8 inch) afstand van de
naaldpunt tot het naai-eindpunt.
Als u al bezig bent met naaien en de
machine stopt om het eindpunt op te geven:
wanneer u op
drukt om de vorige
instelling te herhalen, herhaalt de machine
alleen de afstand van de locatie waar u de
machine stopt tot het eindpunt.
U kunt het naai-eindpunt wijzigen nadat u
op hebt gedrukt, door het nieuwe
naai-eindpunt aan te raken met de
sensorpen. U krijgt echter een beter
resultaat door het eindpunt vanaf het begin
op te geven.
• In onderstaande situaties kan het
naai-eindpunt niet worden opgeroepen. (De
toets is niet beschikbaar.)
- Wanneer de machine is uitgeschakeld.
- Wanneer een patroon is gewijzigd,
toegevoegd of verwijderd.
- Wanneer de steeklengte is gewijzigd.
- Wanneer een patroon is gedraaid langs
een verticale as.
- Wanneer de voet voor dubbel transport is
bevestigd/losgemaakt.
- Wanneer de positiehendel voor transport
van de voet voor dubbel transport
omhoog/omlaag is gezet.
• Als u de vorige instelling wilt annuleren,
drukt u op . Vervolg de procedure
vanaf stap
f.
• U kunt het naai-eindpunt oproepen. Maar
als de naaiomstandigheden zijn gewijzigd –
u gebruikt bijvoorbeeld andere stof – moet u
het naai-eindpunt weer vanaf het begin
opgeven.
4
Dutch
XF5962-001
Loading...
+ hidden pages
You need points to download manuals.
1 point = 1 manual.
You can buy points or you can get point for every manual you upload.