Brother Innov-is Ie User's Guide

Bedieningshandleiding
Borduur- en naaimachine
Productcode: 882-W04/W05
Ga naar http://solutions.brother.com voor productondersteuning en antwoorden op veelgestelde vragen (FAQs).
Handelsmerken
FlashFX® is a registered trademark of Datalight, Inc.
®
FlashFX
Copyright 1998-2007 Datalight, Inc.
U.S.Patent Office 5,860,082/6,260,156
®
FlashFX Datalight
Pro™ is a trademark of Datalight, Inc.
®
is a registered trademark of Datalight, Inc. Copyright 1989-2007 Datalight, Inc., All Rights Reserved Video powered by Mobiclip™ encoding and playback technology.
IMPORTANT:
READ BEFORE DOWNLOADING, COPYING, INSTALLING OR USING. By downloading, copying, installing or using the software you agree to this license. If you do not agree to this license, do not download, install, copy or use the software.
Intel License Agreement For Open Source Computer Vision Library
Copyright © 2000, Intel Corporation, all rights reserved. Third party copyrights are property of their respective owners.
Redistribution and use in source and binary forms, with or without modification, are permitted provided that the following conditions are met:
• Redistribution’s of source code must retain the above copyright notice, this list of conditions and the following
disclaimer.
• Redistribution’s in binary form must reproduce the above copyright notice, this list of conditions and the
following disclaimer in the documentation and/or other materials provided with the distribution.
• The name of Intel Corporation may not be used to endorse or promote products derived from this software
without specific prior written permission.
This software is provided by the copyright holders and contributors “as is” and any express or implied warranties, including, but not limited to, the implied warranties of merchantability and fitness for a particular purpose are disclaimed. In no event shall Intel or contributors be liable for any direct, indirect, incidental, special, exemplary, or consequential damages (including, but not limited to, procurement of substitute goods or services; loss of use, data, or profits; or business interruption) however caused and on any theory of liability, whether in contract, strict liability, or tort (including negligence or otherwise) arising in any way out of the use of this software, even if advised of the possibility of such damage.
All information provided related to future Intel products and plans is preliminary and subject to change at any time, without notice.
Secure Digital (SD) Card is een gedeponeerd handelsmerk van SD Card Association. CompactFlash is een gedeponeerd handelsmerk van Sandisk Corporation. Memory Stick is een gedeponeerd handelsmerk van Sony Corporation. SmartMedia is een gedeponeerd handelsmerk of handelsmerk van Toshiba Corporation. MultiMediaCard (MMC) is een gedeponeerd handelsmerk of handelsmerk van Infineon Technologies AG. xD-Picture Card is een gedeponeerd handelsmerk van Fuji Photo Film Co. Ltd. IBM is een gedeponeerd handelsmerk van International Business Machines Corporation. Microsoft, Windows en Windows Vista zijn gedeponeerde handelsmerken of handelsmerken van Microsoft Corporation. Adobe en Adobe Reader zijn gedeponeerde handelsmerken of handelsmerken van Adobe Systems Incorporated in de Verenigde Staten en/of andere landen.
Elk bedrijf waarvan de software wordt genoemd in deze gebruiksaanwijzing heeft een softwarelicentieovereenkomst voor zijn speciale programma's.
Alle andere merken en productnamen die in deze gebruiksaanwijzing worden genoemd, zijn gedeponeerde handelsmerken van de betreffende bedrijven. De uitleg van tekens zoals ® en ™ is niet duidelijk beschreven in de tekst.
INLEIDING
INLEIDING
Gefeliciteerd met uw keuze van deze machine. Alvorens de machine te gebruiken dient u zorgvuldig de “BELANGRIJKE VEILIGHEIDSINSTRUCTIES” te lezen. Vervolgens bestudeert u deze handleiding zodat u de diverse functies goed gebruikt. Nadat u de handleiding hebt gelezen, bergt u deze op een handige plek op. Dan kunt u de handleiding zo nodig raadplegen.
BELANGRIJKE VEILIGHEIDSINSTRUCTIES
Lees eerst deze veiligheidsinstructies alvorens de machine in gebruik te nemen.
GEVAAR - Verminder de kans op elektrische schok
1Neem altijd de stekker uit het wandstopcontact direct na gebruik; voordat u de machine reinigt; wanneer u
onderhoud pleegt aan de machine; of wanneer u de machine onbeheerd achterlaat.
WAARSCHUWING -
Verklein de kans op brandwonden, brand, elektrische schok of letsel.
2Neem altijd de stekker uit het stopcontact wanneer u deksels verwijdert, of servicehandelingen verricht die u als
gebruiker volgens de bedieningshandleiding moet uitvoeren.
• Voordat u de stekker uit het stopcontact haalt, zet u de machine eerst op “O” (uit). Vervolgens pakt u de
netstekker beet en trekt u deze uit het stopcontact. Trek niet aan het snoer.
• Sluit de machine rechtstreeks op een stopcontact aan. Gebruik geen verlengsnoeren.
•Haal altijd de stekker uit het stopcontact bij een stroomstoring.
3Gebruik de machine beslist niet als een snoer of stekker beschadigd is; als de machine niet goed werkt; als de
machine is gevallen of beschadigd; of als u water op de machine hebt gemorst. Breng de machine naar de dichtstbijzijnde erkende dealer voor onderzoek, reparatie, elektrische of mechanische aanpassingen.
• Of de machine in gebruik is of niet, wanneer u iets ongebruikelijks opmerkt aan de machine - geur, hitte, verkleuring of vervorming - stopt u onmiddellijk en neemt u de netstekker uit het stopcontact.
• Wanneer u de machine vervoert, draagt u deze aan het handvat. Wanneer u de machine optilt aan een ander onderdeel dan het handvat, kan de machine beschadigen of vallen. En dit kan letsel veroorzaken.
• Wanneer u de machine optilt, mag u geen plotselinge of onvoorzichtige bewegingen maken. U kunt dan letsel oplopen aan uw rug of knieën.
4Houd altijd uw werkvlak vrij:
• Gebruik de machine nooit wanneer de ventilatieopeningen zijn geblokkeerd. Houd de ventilatieopeningen van de machine en het voetpedaal vrij van stof, pluisjes en stukken stof.
•Plaats geen voorwerpen op het voetpedaal.
•Gebruik geen verlengsnoeren. Sluit de machine rechtstreeks op een stopcontact aan.
•Steek nooit een voorwerp in een opening. Zorg dat er nooit iets in de openingen valt.
• Gebruik de machine niet wanneer spuitbussen worden gebruikt of zuurstof wordt toegediend.
• Gebruik de machine niet in de buurt van een warmtebron, zoals fornuis of strijkbout. Anders kan de machine, het netsnoer, het kledingstuk dat u naait ontvlammen. Dit kan leiden tot brand of een elektrische schok.
• Plaats deze naaimachine niet op een wankel of scheef oppervlak. Dan kan de machine vallen, en dit kan letsel veroorzaken.
1
BELANGRIJKE VEILIGHEIDSINSTRUCTIES
5Wees vooral voorzichtig tijdens het naaien:
• Let altijd goed op de naald. Gebruik geen verbogen of beschadigde naalden.
• Blijf met uw vingers uit de buurt van alle bewegende onderdelen. Let vooral op bij de naald.
• Zet de machine op de stand “O” (uit) wanneer u iets aanpast in de buurt van de naald.
•Gebruik nooit een beschadigde of onjuiste steekplaat. Daardoor kan de naald breken.
• Duw of trekniet aan de stof tijdens het naaien. Volg zorgvuldig de aanwijzingen op wanneer u uit de vrije hand
naait, zodat u de naald niet buigt waardoor hij kan breken.
6Deze machine is geen gereedschap:
• Let goed op wanneer kinderen in de buurt zijn terwijl u de machine gebruikt.
• Houd de plastic zak waarin de machine werd geleverd buiten bereik van kinderen, of gooi de zak weg. Laat nooit kinderen met de zak spelen. Ze zouden hierin kunnen stikken.
• Gebruik de machine niet buiten.
7Voor een langere levensduur:
• Zet de machine niet weg op een plaats met direct zonlicht of een hoge vochtigheidsgraad. Gebruik of plaats de machine niet vlakbij de verwarming, een strijkijzer, halogeenlamp of andere warme voorwerpen.
• Maak voor het reinigen van de behuizing alleen gebruik van neutrale zeep of reinigingsmiddelen. Benzeen, thinner en schuurmiddelen kunnen de behuizing en de machine beschadigen en mogen nooit worden gebruikt.
• Raadpleeg altijd de gebruiksaanwijzing als u delen, de persvoet, de naald of andere onderdelen vervangt of installeert om te zorgen dat dit juist gebeurt.
8Voor reparatie of bijstelling:
• Als de verlichtingsunit beschadigd is, moet deze worden vervangen door een erkende dealer.
• Indien de machine een defect vertoont of moet worden bijgesteld, kijk dan eerst aan de hand van het overzicht voor probleemoplossing achterin deze handleiding of u de machine zelf kunt controleren of bijstellen. Als u het probleem daarmee niet kunt oplossen, raadpleeg dan uw plaatselijke erkende Brother-dealer.
Gebruik deze machine alleen voor de bestemde doeleinden, zoals beschreven in deze handleiding.
Gebruik alleen door de fabrikant aanbevolen accessoires zoals beschreven in deze handleiding.
Gebruik alleen de interfacekabel (USB-kabel) die bij deze machine is geleverd.
Gebruik uitsluitend de USB-muis die bij deze machine is geleverd.
Gebruik uitsluitend de pentablet die bij deze machine is geleverd.
De inhoud van deze handleiding en de specificaties van dit product kunnen zonder kennisgeving worden gewijzigd.
Meer informatie over onze producten en updates vindt u op onze website www.brother.com
BEWAAR DEZE INSTRUCTIES
Deze machine is bedoeld voor huishoudelijk gebruik.
Dit apparaat is niet bedoeld om te worden gebruikt door mensen of kinderen met beperkte fysieke, zintuiglijke of geestelijke vermogens, of gebrek aan ervaring of kennis, tenzij onder toezicht van en na instructie over het gebruik van het apparaat door iemand die verantwoordelijk is voor hun veiligheid. Houd jonge kinderen onder toezicht en zorg dat ze niet met de machine kunnen spelen.
2
BELANGRIJKE VEILIGHEIDSINSTRUCTIES
UITSLUITEND VOOR GEBRUIKERS IN GROOT-BRITTANNIË,
IERLAND, MALTA EN CYPRUS
BELANGRIJK
• Voor vervanging van de stekkerzekering gebruikt u een zekering goedgekeurd door ASTA tot BS 1362, dat wil
zeggen, met het symbool , van de sterkte die is aangegeven op de stekker.
• Plaats altijd de zekeringdeksel terug. Gebruik nooit een stekker zonder zekeringdeksel.
• Als uw wandstopcontact niet geschikt is voor de stekker die bij deze apparatuur wordt geleverd, neem dan
contact op met uw erkende dealer om het juiste snoer te verkrijgen.
3
BELANGRIJKE VEILIGHEIDSINSTRUCTIES
VOORZICHTIG
WAARSCHUWINGSLABEL
Op de zijsnijder zit het volgende waarschuwingslabel. Neem de waarschuwing in acht.
• Wanneer u de zijsnijder gebruikt, naait u op lage tot medium snelheid. Raak de messen of de bedieningshendel van de zijsnijder tijdens het naaien niet aan. Daardoor zou u letsel kunnen oplopen of schade kunnen veroorzaken.
a Geleiderplaat (onderste mesje) b Bovenmes c Bedieningshendel
Plaats label
4
BELANGRIJKE VEILIGHEIDSINSTRUCTIES
5
SPECIALE FUNCTIES
Stof weergeven terwijl u de borduurpositie uitlijnt
Meer creativiteit bij het werken met de spoel
Voorbeeld met decoratieve steken
De stof die in het borduurraam is gespannen kan op het LCD-scherm worden weergegeven, zodat u de borduurpositie gemakkelijk kunt uitlijnen.
Met deze functie kunt u gemakkelijk patronen combineren en daarbij het resultaat controleren. Zie “Stof weergeven terwijl u de borduurpositie uitlijnt” op pagina 211.
Patroongrootte wijzigen en gewenste draaddichtheid behouden (herberekening van steken)
In het borduurcombinatiescherm kunt u de grootte van het patroon wijzigen terwijl de gewenste draaddichtheid behouden blijft.
Met deze functie wordt het patroon met een grotere verhouding vergroot of verkleind dan bij normaal vergroten/verkleinen van patronen.
Zie “Patroongrootte wijzigen en gewenste draaddichtheid behouden (herberekening van steken)” op pagina 270.
Door te werken met de spoel kunt u een driedimensionaal uiterlijk geven aan de voorkant van de stof. U doet dit door de spoel te winden met zwaar garen of lint dat te dik is voor de naaimachinenaald en hiermee te naaien aan de achterkant van de stof.
Werken met de spoel doet u met het speciale spoelhuis (grijs) dat bij deze machine wordt geleverd. Zie “Werken met de spoel” op pagina 307.
6
Nieuwe kleurthema's zoeken met
Patronen creëren met My de functie Color Shuffling (Kleurcombinatie)
Met de functie Color Shuffling (Kleurcombinatie) suggereert de machine nieuwe kleurthema's voor het borduurpatroon dat u hebt geselecteerd. Nadat u het gewenste effect hebt geselecteerd uit de vier beschikbare kleurthema's (“WILLEKEURIG”, “LEVENDIG”, “GRADATIE” en “ZACHT”), worden voorbeelden van kleurthema's voor het geselecteerde effect weergegeven. Zie “Nieuwe kleurthema's zoeken met de functie Color Shuffling (Kleurcombinatie)” op pagina 283.
Custom Design
Van elke afbeelding die u op het LCD-scherm van uw machine tekent, kunt u onmiddellijk een borduurpatroon maken. Geef de gewenste kleuren en naai-instellingen op. U kunt bijvoorbeeld kindertekeningen of uw handtekening borduren. Dit is een aantrekkelijke functie voor iedereen. Door het bijgeleverde pentablet is de functie nog gebruiksvriendelijker. Zie de gebruiksaanwijzing (PDF) op de My Custom Design-CD.
Gemakkelijk My Custom Design-
bewerkingen uitvoeren met het
bijgeleverde pentablet
Met het bijgeleverde pentablet kunt u My Custom Design-bewerkingen en normale schermbewerkingen effectief uitvoeren. Het bereik van het pentablet is groter dan van het LCD­scherm van de machine. U kunt dus ingewikkelde procedures gemakkelijk uitvoeren.
Zie “Werken met het pentablet” op pagina 23 en “Werken met het pentablet” op pagina 34.
7
WAT U MET DEZE MACHINE KUNT DOEN
Voorbereidingen
Belangrijkste onderdelen en schermen leren bedienen
Hoofdstuk 1
Pagina 25
Naaisteken
Geprogrammeerd met meer dan 100 veel gebruikte steken
Hoofdstuk 3
Pagina 89
Borduren
Maximum 30 cm × 20 cm (ca. 12 × 8 inch) voor grote borduurontwerpen
Grondbeginselen van naaien
Leren voorbereiden op naaien en standaardhandelingen
Hoofdstuk 2
Pagina 71
Lettersteken en decoratieve steken
Meer creatieve mogelijkheden door variëteit van steken
Hoofdstuk 4
Pagina 155
Borduurcombinatie
U kunt ontwerpen combineren, roteren of vergroten
Hoofdstuk 5
Pagina 185
Werken met de spoel
Leren werken met de spoel
Hoofdstuk 7
Pagina 307
Bijlage
Uw machine verzorgen en omgaan met fouten en storingen
Hoofdstuk 9
Pagina 337
Hoofdstuk 6
Pagina 263
My Custom Stitch
Originele decoratieve steken maken
Hoofdstuk 8
Pagina 325
8
HOE U DEZE GEBRUIKSAANWIJZING MOET LEZEN
Hoofdstuk 1 Hoofdstuk 2
Hoofdstuk 3
Hoofdstuk 4
Hoofdstuk 1 Hoofdstuk 2 Hoofdstuk 5 Hoofdstuk 6
In Hoofdstuk 1 en Hoofdstuk 2 worden de standaardfuncties van de naaimachine beschreven voor degenen die de naaimachine voor het eerst gebruiken. Als u naaisteken, lettersteken en decoratieve steken wilt gebruiken, lees dan eerst Hoofdstuk 1 en Hoofdstuk 2 en daarna Hoofdstuk 3 (Naaisteken) of Hoofdstuk 4 (Lettersteken en decoratieve steken naaien). Als u na het lezen van Hoofdstuk 1 en Hoofdstuk 2 met de borduurfunctie wilt werken, gaat u verder met Hoofdstuk 5 (Borduren). Als u de stappen in Hoofdstuk 5 hebt begrepen, kunt u doorgaan met Hoofdstuk 6 (Borduurcombinatie) waarin de borduurcombinatiefuncties worden beschreven. In de schermen die verschijnen in de stapsgewijze instructies zijn de genoemde delen gemarkeerd met
. Vergelijk het scherm met aanwijzingen met uw eigen scherm en voer de werkzaamheden uit.
Komt u tijdens het gebruik van de machine iets tegen dat u niet begrijpt of wilt u meer weten over een bepaalde functie? Kijk dan in de trefwoordenlijst achter in de bedieningshandleiding en de inhoudsopgave in welk gedeelte van de gebruiksaanwijzing dit wordt behandeld.
Naaisteken naaien Lettersteken en decoratieve steken naaien
Borduren
9
INHOUDSOPGAVE
INHOUDSOPGAVE
INLEIDING............................................................1
BELANGRIJKE VEILIGHEIDSINSTRUCTIES ...........1
SPECIALE FUNCTIES .............................................6
WAT U MET DEZE MACHINE KUNT DOEN.........8
HOE U DEZE GEBRUIKSAANWIJZING MOET
LEZEN....................................................................9
MACHINEONDERDELEN EN HUN FUNCTIE.......13
Machine................................................................................13
Naald en persvoetgedeelte ....................................................14
Borduurtafel ..........................................................................15
Bedieningstoetsen .................................................................15
Gebruik van de accessoiretafel..............................................16
Gebruik van de accessoirebox...............................................16
Spoelclips opbergen ..............................................................17
Gebruik van de draagkoffer van de borduurtafel....................17
Bijgeleverde accessoires........................................................17
Optionele artikelen ...............................................................20
Gebruik van de kloshouder ...................................................21
Werken met het pentablet .....................................................23
Hoofdstuk 1 Voorbereidingen 25
DE MACHINE AAN- EN UITZETTEN...................26
DISPLAY..............................................................28
USB-connectiviteit ................................................................32
Gebruik van de instellingstoets .............................................35
Gebruik van de Helptoets naaimachine ................................44
Gebruik van de gebruiksaanwijzingfunctie ............................45
Gebruik van de naaiaanwijzingfunctie ..................................46
Gebruik van de patroonbeschrijvingsfunctie..........................47
INRIJGEN VAN DE ONDERDRAAD....................48
Spoel opwinden ....................................................................48
Spoel aanbrengen..................................................................54
Onderdraad naar boven halen...............................................55
BOVENDRAAD INRIJGEN ..................................57
Bovendraad inrijgen..............................................................57
Gebruik van de tweelingnaaldstand ......................................60
Gebruik van de kloshouder ...................................................63
Gebruik van draden die snel afwikkelen................................64
PERSVOET VERWISSELEN ...................................65
Persvoet verwijderen .............................................................65
Persvoet bevestigen ...............................................................65
Boventransportvoet bevestigen..............................................66
NAALD VERWISSELEN ........................................67
Over de naald .......................................................................69
Overzichtsschema van stoffen/draad/naald............................69
Hoofdstuk 2 Grondbeginselen van naaien 71
NAAIEN...............................................................72
Een steek naaien....................................................................72
Verstevigingssteken naaien....................................................74
Bochten naaien .....................................................................74
Van naairichting veranderen .................................................75
Zware stof naaien..................................................................75
Klittenband naaien ................................................................76
Lichte stof naaien ..................................................................76
Stretchstof naaien..................................................................77
INSTELLINGEN VAN DE STEKEN ........................78
Steekbreedte instellen............................................................78
Steeklengte instellen..............................................................79
Draadspanning instellen........................................................79
HANDIGE FUNCTIES ..........................................81
Automatische verstevigingssteken.......................................... 81
Automatische draadkniptoets ................................................82
Gebruik van de kniehevel .....................................................83
Spilfunctie.............................................................................84
Automatische stofsensor (automatische persvoetdruk) ...........85
Naaldstand – steek plaatsen.................................................. 86
Display vergrendelen............................................................ 86
Naaldpositie controleren op het scherm ............................... 87
Hoofdstuk 3 Naaisteken 89
NAAISTEKEN SELECTEREN ................................. 90
Steekpatroon kiezen ............................................................. 91
Uw steekinstellingen opslaan in het geheugen...................... 92
NAAISTEKEN NAAIEN ........................................ 94
Rechte steken ....................................................................... 94
Figuurnaad ........................................................................... 99
Plooien................................................................................. 99
Engelse naad....................................................................... 100
Gepaspelde naad................................................................ 101
Zigzagsteken....................................................................... 102
Elastische zigzagsteken....................................................... 104
Overhandse steken ............................................................. 105
Quilten............................................................................... 110
Blindzoomsteken................................................................ 122
Appliceren.......................................................................... 125
Schelprijgsteken.................................................................. 126
Schelpsteken....................................................................... 127
Fantasiequilt ....................................................................... 127
Smocksteken....................................................................... 128
Fagotwerk........................................................................... 128
Band of elastiek bevestigen ................................................. 129
Erfstukwerk......................................................................... 130
Knoopsgaten in één stap ..................................................... 132
Knoopsgaten in vier stappen ............................................... 136
Trenzen .............................................................................. 140
Knopen aanzetten............................................................... 142
Oogje ................................................................................. 144
Steken in verschillende richtingen
(rechte steek en zigzagsteek)............................................... 145
Rits inzetten........................................................................ 146
Randen naaien.................................................................... 148
Hoofdstuk 4 Lettersteken en decoratieve
steken 155
PATRONEN KIEZEN.......................................... 156
Decoratieve steekpatronen/7 mm decoratieve steekpatronen/
Satijnsteekpatronen/7 mm satijnsteekpatronen/Kruis steek/
decoratieve naaisteekpatronen............................................ 158
Letters................................................................................. 158
PATRONEN KIEZEN.......................................... 161
Aantrekkelijke afwerkingen maken..................................... 161
Standaardnaaiwerkzaamheden ........................................... 161
Aanpassingen ..................................................................... 162
STEEKPATRONEN AANPASSEN........................164
Grootte wijzigen................................................................. 166
Lengte van steekpatronen wijzigen
(alleen bij 7 mm satijnsteekpatronen).................................. 166
Verticaal gespiegeld patroon maken ................................... 166
Horizontaal gespiegeld patroon maken............................... 167
Meerdere steken van een patroon naaien............................ 167
Draaddichtheid wijzigen
(alleen voor satijnsteekpatronen)......................................... 167
Terugkeren naar het begin van het patroon......................... 168
Afbeelding controleren ....................................................... 168
STEEKPATRONEN COMBINEREN.....................170
Alvorens patronen te combineren....................................... 170
Diverse steekpatronen controleren...................................... 170
Grote en kleine steekpatronen combineren......................... 171
Horizontale gespiegelde steekpatronen combineren ........... 172
Steekpatronen van verschillende lengten combineren......... 173
Stappatronen maken
(alleen bij 7 mm satijnsteekpatronen).................................. 174
10
INHOUDSOPGAVE
GEBRUIK VAN DE GEHEUGENFUNCTIE .........176
Voorzorgsmaatregelen steekgegevens ................................. 176
Steekpatronen opslaan in het geheugen van de machine..... 177
Steekpatronen opslaan op USB-media
(in de handel verkrijgbaar) .................................................. 178
Steekpatronen opslaan op de computer .............................. 179
Steekpatronen ophalen uit het geheugen van de machine ... 180
Ophalen van USB-media ....................................................181
Ophalen van de computer .................................................. 182
Hoofdstuk 5 Borduren 185
VOORDAT U GAAT BORDUREN .....................186
Borduren stap voor stap ...................................................... 186
Borduurvoet “W” bevestigen............................................... 187
Borduurtafel bevestigen ...................................................... 188
PATRONEN KIEZEN ..........................................190
Het selecteren van Borduurpatronen/Brother “Exclusief”/ Griekse letterpatronen/Bloemletterpatronen/
Borduurnaaipatronen .......................................................... 193
Letterpatronen kiezen ......................................................... 194
Kaderpatronen selecteren.................................................... 196
Patronen selecteren van borduurkaarten ............................. 197
Patronen kiezen van een USB-medium/computer ............... 197
OVERZICHT DISPLAY VOOR BORDUREN ......198
DE STOF VOORBEREIDEN................................200
Opstrijksteunstof bevestigen op de stof ............................... 200
Stof in het borduurraam plaatsen ........................................ 202
Kleine stukjes stof, hoeken of randen en lint of band
borduren............................................................................. 205
BORDUURRAAM BEVESTIGEN ........................206
POSITIE VAN HET PATROON
CONTROLEREN ................................................208
Borduurpositie uitlijnen met de ingebouwde camera .......... 208
Stof weergeven terwijl u de borduurpositie uitlijnt .............. 211
Borduurpositie uitlijnen met de ingebouwde camera .......... 213
Patroonpositie controleren .................................................. 216
Voorbeeld van het patroon bekijken ................................... 217
BORDUURPATROON NAAIEN ........................218
Aantrekkelijke afwerkingen maken ..................................... 218
Borduurpatronen naaien ..................................................... 219
Applicaties borduren...........................................................221
PRINT EN BORDUUR (BORDUURPATRONEN EN
GEDRUKTE ONTWERPEN COMBINEREN) ......223
Een patroon kiezen .............................................................224
Achtergrondafbeelding en positieafbeelding uitvoeren ........ 225
Achtergrond en borduurpositievel afdrukken ...................... 226
Borduurpatronen naaien ..................................................... 227
AANPASSINGEN TIJDENS HET BORDUREN .....229
Als de onderdraad bijna op is ............................................. 229
Wanneer de draad afbreekt tijdens het naaien ....................230
Opnieuw beginnen vanaf het begin .................................... 231
Borduren hervatten nadat u de machine hebt uitgezet......... 231
AANPASSINGEN TIJDENS HET BORDUREN ....233
Draadspanning aanpassen .................................................. 233
Ander spoelhuis aanpassen (geen kleur op schroef)............. 234
Gebruik van de automatische draadknipfunctie
(EINDE KLEUR KNIPPEN) ...................................................235
Gebruik van de draadknipfunctie
(OVERSPRINGENDE STEEK KNIPPEN)................................236
Borduursnelheid aanpassen ................................................ 237
Garenkleur wijzigen ........................................................... 237
Borduurraamdisplay wijzigen ............................................. 238
BORDUURPATROON WIJZIGEN.....................240
Patroon verplaatsen ............................................................ 240
Patroon en naald in de juiste positie zetten ......................... 240
Grootte van patroon wijzigen ............................................. 241
Patroon roteren ................................................................... 242
Horizontaal gespiegeld patroon maken ............................... 243
Steekdichtheid wijzigen (alleen letter- en kaderpatronen)... 244
Kleuren van letterpatroon wijzigen ..................................... 245
Verbonden letters borduren ................................................ 245
Ononderbroken borduren (met één kleur)........................... 248
GEBRUIK VAN DE GEHEUGENFUNCTIE......... 249
Voorzorgsmaatregelen borduurgegevens .............................249
Steekpatronen opslaan in het geheugen van de machine .....251
Steekpatronen opslaan op USB-medium..............................252
Borduurpatronen opslaan op de computer ..........................253
Patronen ophalen uit het geheugen van de machine ...........254
Ophalen van USB-media.....................................................255
Ophalen van de computer...................................................256
BORDUURAPPLICATIE .................................... 258
Applicatie maken met een kaderpatroon (1) ........................258
Applicatie maken met een kaderpatroon (2) ........................259
Gesplitste borduurpatronen naaien......................................261
Hoofdstuk 6 Borduurcombinatie 263
UITLEG VAN FUNCTIES ................................... 264
PATRONEN KIEZEN OM TE BEWERKEN ..........265
Het selecteren van borduurpatronen/Brother “Exclusief”/ Griekse letterpatronen/Bloemletterpatronen/
Borduurnaaipatronen/Kaderpatronen...................................266
Letterpatronen kiezen..........................................................266
PATRONEN BEWERKEN ................................... 268
Patroon verplaatsen .............................................................270
Patroon roteren ...................................................................270
Grootte van patroon wijzigen..............................................270
Patroongrootte wijzigen en gewenste draaddichtheid behouden
(herberekening van steken)..................................................270
Patroon wissen ....................................................................272
Patronen op het scherm weergeven op 200%......................272
Lay-out van letterpatroon wijzigen ......................................273
Spatiëring tussen letters wijzigen .........................................273
Spatiëring tussen letters verkleinen......................................274
Gecombineerde patronen scheiden.....................................275
Kleuren van letterpatronen wijzigen....................................276
Verbonden letters borduren .................................................277
Garenkleur wijzigen............................................................277
Eigen kleurkaart maken .......................................................278
Kleur kiezen uit de eigen kleurkaart ....................................282
Nieuwe kleurthema's zoeken met de functie Color Shuffling
(Kleurcombinatie)................................................................283
Herhaalpatronen ontwerpen................................................285
Het patroon herhaaldelijk naaien ........................................291
Patroon kopiëren.................................................................293
Na het bewerken.................................................................294
PATRONEN COMBINEREN .............................. 295
Gecombineerde patronen bewerken ...................................295
Gecombineerde patronen naaien ........................................298
DIVERSE BORDUURFUNCTIES ........................ 299
Ononderbroken borduren (met één kleur) ...........................299
Rijgsteken voor borduren ....................................................299
Een applicatie maken ..........................................................300
GEBRUIK VAN DE GEHEUGENFUNCTIE......... 306
PRINT EN BORDUUR (BORDUURPATRONEN EN
GEDRUKTE ONTWERPEN COMBINEREN) ...... 306
Hoofdstuk 7 Werken met de spoel 307
WERKEN MET DE SPOEL .................................. 308
VOORBEREIDINGEN VOOR HET WERKEN MET DE
SPOEL ............................................................... 309
Benodigde materialen .........................................................309
Bovendraad inrijgen ............................................................310
Onderdraad voorbereiden ...................................................310
NAAIEN MET DE SPOEL ................................... 314
Stof plaatsen en naaien........................................................314
Vrij naaien met de spoel......................................................317
BORDUREN MET DE SPOEL............................. 318
Patroon selecteren...............................................................318
Beginnen met borduren.......................................................320
DRAADSPANNING AANPASSEN ..................... 322
PROBLEEMOPLOSSING ................................... 323
1
2
3
4
5
6
7
8
9
11
INHOUDSOPGAVE
Hoofdstuk 8 MY CUSTOM STITCH 325
STEEK ONTWERPEN..........................................326
STEEKGEGEVENS OPGEVEN .............................328
GEBRUIK VAN OPGESLAGEN EIGEN
STEKEN..............................................................334
Eigen steken opslaan in uw lijst ...........................................334
Opgeslagen steken ophalen.................................................335
Hoofdstuk 9 Bijlage 337
ZORG EN ONDERHOUD .................................338
Beperkingen op smeren.......................................................338
Voorzorgsmaatregelen bij het opbergen van de machine .... 338
LCD-display reinigen...........................................................338
Buitenkant van de machine reinigen ...................................338
Grijper reinigen...................................................................338
De snijder reinigen in de buurt van het spoelhuis ................340
Over het onderhoudsbericht................................................341
SCHERM AANPASSEN.......................................342
Helderheid van de schermweergave aanpassen...................342
Storing in druktoetsen..........................................................342
PROBLEEMOPLOSSING ....................................343
FOUTMELDINGEN............................................348
SPECIFICATIES ..................................................356
SOFTWARE-UPGRADE VOOR UW
MACHINE..........................................................357
Procedure voor upgrade met USB-medium .........................357
Upgrade-procedure met computer ......................................358
STEEKINSTELLINGENTABEL..............................359
INDEX ...............................................................368
12
MACHINEONDERDELEN EN HUN FUNCTIE
MACHINEONDERDELEN EN HUN FUNCTIE
Hieronder worden de diverse onderdelen en hun functie beschreven. Lees deze beschrijving alvorens de naaimachine te gebruiken. Zo leert u de namen van de onderdelen.
Machine
Vooraanzicht
a Bovendeksel
Open het bovendeksel om de machine in te rijgen en de spoel op te winden.
b Voorspanningsschijf
Leid de draad rond de voorspanningsschijf wanneer u de spoeldraad opwindt. (pagina 48)
c Draadgeleider voor het opwinden van de spoel
Bij het opwinden van de onderdraad leidt u de draad door deze draadgeleider. (pagina 48)
d Klospen
Plaats een klos garen op de klospen. (pagina 57)
e Kloskap
De kloskap houdt de garenklos op zijn plaats. (pagina 57)
f Extra klospen
Gebruik deze klospen om de onderdraad op te winden of om te naaien met de tweelingnaald. (pagina 48, 60)
g Spoelopwinder
Met de spoelopwinder windt u de spoel op. (pagina 48)
h Display
Instellingen voor de geselecteerde steek en foutmeldingen worden weergegeven op het scherm. (pagina 28)
i Kniehevel
Met de kniehevel zet u de persvoet omhoog en omlaag. (pagina
83)
j Kniehevelopening
Steek de kniehevel in de opening. (pagina 83)
k Bedieningstoetsen (zes toetsen) en schuifknop voor
snelheidsregeling
Met deze toetsen en de schuif bedient u de naaimachine. (pagina 15)
l Accessoiretafel met accessoireruimte
Bewaar de persvoet en de spoelen in de accessoireruimte van de afneembare accessoiretafel. Om cilindrische stukken te naaien verwijdert u de accessoiretafel. (pagina 16)
m Draadafsnijder
Leid de draden door de draadafsnijder om ze af te snijden. (pagina 59)
n Draadgeleiderplaat
Bij het inrijgen van de bovendraad leidt u de draad rond deze draadgeleiderplaat. (pagina 57)
Rechterkant/Achteraanzicht
a Handvat
Draag de naaimachine aan het handvat om hem te vervoeren.
b Persvoethendel
Zet de persvoethendel omhoog en omlaag om de persvoet omhoog en omlaag te zetten. (pagina 65)
c Hoofdschakelaar
Met de hoofdschakelaar zet u de naaimachine aan en uit. (pagina 26)
d Voetpedaal met intrekbaar snoer
Door het voetpedaal in te drukken regelt u de snelheid van de machine. (pagina 73)
e Voedingsingang
Sluit het netsnoer aan op het aansluitpunt. (pagina 26)
f Ventilatieopening
Door de ventilatieopening kan de lucht rond de motor circuleren. Bedek de ventilatieopening niet wanneer u de naaimachine gebruikt.
g Aansluiting voetpedaal
Steek de stekker van het voetpedaal in de betreffende aansluiting op de machine. (pagina 73)
h Speaker i USB-poort voor computer
Om patronen te importeren/exporteren van een computer naar de machine en omgekeerd, steekt u de USB-kabel in de USB­poort. (pagina 32, 179, 253)
j USB-poort voor muis (pagina 32) k Eerste (bovenste) USB-poort voor media
Om patronen van/naar een USB-medium te sturen, steekt u het USB-medium direct in de USB-poort. (pagina 178, 252)
l Schermaanraakpenhouder
In deze houder bergt u de schermaanraakpen op wanneer u deze niet gebruikt.
m Handwiel
Draai het handwiel naar u toe (tegen de klok in) om de naald omhoog en omlaag te zetten. U moet het wiel naar de voorkant van de naaimachine draaien.
13
MACHINEONDERDELEN EN HUN FUNCTIE
Naald en persvoetgedeelte
a Knoopsgathendel
De knoopsgathendel gebruikt u om knoopsgaten te maken met de eenstapsknoopsgatvoet. (pagina 132)
b Persvoethouder
De persvoet wordt bevestigd aan de persvoethouder. (pagina
65)
c Persvoethouderschroef
De persvoethouderschroef houdt de persvoet op zijn plaats. (pagina 66)
d Persvoet
De persvoet drukt gelijkmatig op de stof tijdens het naaien. Bevestig de geschikte persvoet voor de steek die u hebt geselecteerd. (pagina 65)
e Transporteur
De transporteur voert de stof door in de naairichting.
f Spoelhuisdeksel
Open het spoelhuisdeksel om de spoel te plaatsen. (pagina 54,
103)
g Steekplaatdeksel
Verwijder het steekplaatdeksel om de grijper te reinigen. (pagina 97, 219)
h Steekplaat
Op de steekplaat staan markeringen om u te helpen rechte naden te naaien. (pagina 96)
i Draadgeleiders op de naaldstang
Leid de bovendraad door de draadgeleider op de naaldstang. (pagina 57)
j Naaldklemschroef
De naaldklemschroef houdt de naald op zijn plaats. (pagina 66)
Maatindeling op de steekplaat, het spoelhuisdeksel (met markering) en het steekplaatdeksel
De maatindeling op het spoelhuisdeksel is een houvast voor patronen die u naait met de middelste naaldstand. De maatindeling op de steekplaat en het steekplaatdeksel is een houvast voor steken die u naait met de linkernaaldstand.
a Voor steken die u naait met de middelste naaldstand b Voor steken die u naait met de linkernaaldstand c Linkernaaldstand op de steekplaat <inch> d Linkernaaldstand op de steekplaat <cm> e Middelste naaldstand op het spoelhuisdeksel (met
markering) <inch>
f Linkernaaldstand op het steekplaatdeksel <inch>
14
MACHINEONDERDELEN EN HUN FUNCTIE
VOORZICHTIG
VOORZICHTIG
Borduurtafel
a Wagen
De wagen verplaatst het borduurraam automatisch tijdens het borduren. (pagina 188)
b Ontgrendelingstoets (onder op de borduurtafel)
Druk op de ontgrendelingstoets om de borduurtafel te verwijderen. (pagina 189)
c Borduurraamhouder
Plaats het borduurraam in de borduurraamhouder om het raam op zijn plaats te houden. (pagina 206)
d Raambevestigingshendel
Druk op de raambevestigingshendel om het borduurraam vast te zetten. (pagina 206)
e Verbindingspen van de borduurtafel
Steek de verbindingspen van de borduurtafel in de aansluitingspoort op de machine wanneer u de borduurtafel bevestigt. (pagina 188)
• Nadat u het borduurraam in de borduurraamhouder hebt geplaatst, zet u de raambevestigingshendel op de juiste wijze omlaag.
Bedieningstoetsen
a “Start/stoptoets”
Als u op deze toets drukt, naait de machine een paar steken op lage snelheid en begint vervolgens te naaien op de snelheid die is ingesteld met de schuifknop voor snelheidsregeling. Druk nogmaals op de toets om de naaimachine stil te zetten. Houd de toets ingedrukt om op de laagste snelheid te naaien. De toets verandert van kleur naar gelang de bedieningsstand van de naaimachine.
Groen: De naaimachine is klaar om te naaien of is
Rood: De naaimachine kan nu niet naaien.
b “Achteruit/verstevigingssteektoets”
Met deze toets naait u verstevigingssteken aan het begin en aan het eind van het naaiwerk. Wanneer u op deze toets drukt, naait de machine drie steken op dezelfde plek, waarna de machine automatisch stopt met naaien. Bij patronen met rechte steken en zigzagsteken naait de machine alleen achteruit op lage snelheid wanneer u de “Achteruit/verstevigingssteektoets” ingedrukt houdt (de steken worden in tegenovergestelde richting genaaid) .
c “Naaldstandtoets
Gebruik deze toets wanneer u van naairichting verandert of op kleine stukken stof naait. Druk op deze toets om de naald omhoog of omlaag te zetten. Met deze toets kunt u de naald omlaag en omhoog zetten om één steek te naaien.
d “Draadkniptoets”
Druk na het naaien op deze toets om de overtollige draad automatisch af te knippen.
e “Persvoettoets”
Druk op deze toets om de persvoet omlaag te zetten en druk uit te oefenen op de stof. Druk opnieuw op deze toets om de persvoet omhoog te zetten.
bezig met naaien.
f Schuifknop voor snelheidsregeling
Met deze schuifknop stelt u de naaisnelheid in. Schuif de schuifknop naar links om op lagere snelheid te naaien. Schuif de schuifknop naar rechts om op hogere snelheid te naaien. Beginners kunnen beter op lage snelheid naaien.
g “Automatisch inrijgentoets
Met deze toets rijgt u de naald automatisch in.
• Druk niet meer op de “Draadkniptoets” nadat de draden zijn afgeknipt. Anders kan de naald breken, de draden raken misschien verstrikt of de machine beschadigt.
15
MACHINEONDERDELEN EN HUN FUNCTIE
Gebruik van de accessoiretafel
Trek de bovenkant van accessoiretafel naar u toe om de accessoireruimte te openen.
Gebruik van de accessoirebox
Accessoirebox openen
Schuif de staafjes aan beide zijden van de accessoirebox open en til vervolgens het deksel op om de box te openen. U kunt de box alleen goed openen of sluiten als u beide staafjes in dezelfde richting schuift.
Plaats het deksel bovenop de box zodat de
b
uitsparingen in het deksel zijn uitgelijnd met de lipjes op de box. Schuif vervolgens de staafjes aan beide zijden terug naar het midden van de accessoirebox.
a Staafjes
De accessoirebox sluiten
Schuif de staafjes aan beide zijden van de
a
accessoirebox zo dat de uitsparingen in het deksel zijn uitgelijnd met de uitsparingen in de staafjes.
a Staafjes
Gebruik van de accessoireladen
In de bijgeleverde accessoireruimte bevinden zich twee laden om persvoeten op te bergen. Een voor de persvoet voor naaisteken, de andere voor de persvoet voor borduren en quilten.
a Voor persvoet voor naaisteken b Voor persvoet voor borduren en quilten
Een opberglade voor persvoeten kan worden opgeborgen in het accessoirevak van de accessoiretafel.
16
a Opbergruimte van de accessoiretafel
Memo
a
b Opbergruimte voor persvoeten van de
accessoiretafel
c Opbergruimte voor persvoeten
Spoelclips opbergen
MACHINEONDERDELEN EN HUN FUNCTIE
Gebruik van de draagkoffer van de borduurtafel
Bijgesloten accessoires 44-47 bevinden zich in de draagkoffer voor de borduurtafel. U opent de draagkoffer voor de borduurtafel door de sloten omhoog te halen en de sluitingen vrij te zetten. Om de sluiting weer vast te zetten en de koffer veilig te sluiten, plaatst u de sluiting in het slot op het deksel en duwt u erop tot hij vastklikt.
U kunt spoelclips opslaan in de deksel van de accessoirebox.
• Door spoelclips te plaatsen op spoelen voorkomt u dat de draad van de spoel afwikkelt. Wanneer u de spoelclips aan elkaar klikt, kunt u ze handig opslaan en rollen ze niet weg wanneer u ze laat vallen.
a Sluitingen
Bijgeleverde accessoires
Informatie over bijgeleverde accessoires vindt u in de tabel op de volgende pagina.
17
MACHINEONDERDELEN EN HUN FUNCTIE
75/11 2 naalden 90/14 2 naalden 90/14 2 naalden: Ballpointnaald (goudkleurig)
2,0/11 naald
75/11 2 naalden
12345 67
8 9 101112131415
16 17 18 19 20 21 22
23 24 25 26 27 28 29
30 31 32 33 34 35 36
37 38 39 40 41 42 43
44
*
45* 46* 47*
*Bijgesloten accessoires 44-47 bevinden zich in de draagkoffer voor de borduurtafel.
18
48 49 50 51 52
MACHINEONDERDELEN EN HUN FUNCTIE
53 54 55 56
60 61 62
57
**
58 59
**In sommige landen of regio's valt dit niet onder de bijgeleverde accessoires. Het is wel optioneel verkrijgbaar.
Onderdeelcode
Nr. Onderdeel
1 Zigzagvoet “J” (op machine) XC3021-051
2 Monogramvoet “N” X53840-351
3 Overhandse steekvoet “G” XC3098-051
4 Ritsvoet “I” X59370-051
5 Knoopsgatvoet “A” X57789-151
6 Blindzoomvoet “R” X56409-051
7 Knoopaanzetvoet “M” 130489-001
8 Boventransportvoet SA140 F033N: XC2214-002
9 Zijsnijdervoet SA177 F054: XC3879-102
10 Rechte-steekvoet SA167 F042N: XC1973-052
11 Vrije quiltvoet “C” XE0765-101
12 Vrije echoquiltvoet “E” XE0766-001
13 Vrije open quiltvoet “O” SA187 F061: XE1097-001
14 Borduurvoet “W” XC8156-651
15 Voet “V” voor uitlijning van
verticale steken
16 Naaldsetje XE4962-001
17 Tweelingnaald XE4963-001
18 Ballpointnaaldset XD0705-051
19 Spoel × 10
(één spoel is in de machine geplaatst.)
20 Tornmesje X54243-051
21 Schaar XC1807-121
22 Schoonmaakborsteltje X59476-051
23 Gaatjesponser 135793-001
24 Schroevendraaier (klein) X55468-051
25 Schroevendraaier (groot) XC4237-021
26 Schijfvormige
schroevendraaier
27 Kloskap (klein) 130013-154
28 Kloskap (medium) × 2
(één kloskap is op de machine geplaatst.)
29 Kloskap (groot) 130012-054
30 Kloshouder Zie pagina 21
31 Spoelclip × 10 XE3060-001
32 Klosvilt X57045-051
33 Klosnetje × 2 XA5523-050
34 Borduursteekplaatdeksel XE5131-001
35 Schermaanraakpen (stylus) XA9940-051
Het
Amerikaanse
continent
SA189 F063: XE5224-001
SA156 SFB: XA5539-151
Andere vereisten
XC1074-051
X55260-153
Nr. Onderdeel
36 Kniehevel SA599 KL1: XE5902-001
37 USB-kabel XD0745-051
38 Ander spoelhuis (geen
kleurmarkering op schroef)
39 Spoelhuis
(grijs voor werken met de spoel)
40 Steekplaat voor rechte steken XE4908-301
41 Spoelhuisdeksel met
koordgeleider (met één gat)
42 Spoelhuisdeksel (met
markering)
43 Voetpedaal XD0500-151 (EU)
44 Borduurramenset (klein)
H 2 cm × B 6 cm (H 1 inch × B 2-1/2 inch)
45 Borduurramenset (medium)
H 10 cm × B 10 cm (H 4 inch × B 4 inch)
46 Borduurramenset (quilt)
H 20 cm × B 20 cm (H 8 inch × B 8 inch)
47 Borduurramenset
(extra groot) H 30 cm × B 20 cm (H 12 inch × B 8 inch)
48 Borduuronderdraad SA-EBT XC6283-001
49 Vellen borduurpositiestickers SAEPS2 EPS2: XF0763-001
50 Randnaaivel × 6 SAESS1 ESS1: XE5094-001
51 Steunstof SA519 BM3: XE0806-001
52 Rasterset SA507 GS3: X81277-151
53 Krijtje XE8568-001
54 USB-muis XE5334-101
55 Pentablet Zie pagina 23
56 LED-reinigingsdoek XE4913-001
57 Hoes XE5111-001 (882-W04)
58 Draagkoffer voor borduurtafel XE3791-001
59 Accessoirebox XF0337-001 (882-W04)
60 Bedieningshandleiding Deze handleiding
61 Beknopte bedieningsgids XF0230-001
62 My Custom Design-CD XF0186-001
Onderdeelcode
Het
Amerikaanse
continent
SA437 EF73: XC8479-152
SA438 EF74: XC8480-152
SA446 EF91: XE5068-101
SA447 EF92: XE5071-001
Andere vereisten
XC8167-551
XE8298-001
XE8991-001
XF0750-001
XC8028-051
(andere gebieden)
XE5163-001 (882-W05)
XF0333-001 (882-W05)
19
MACHINEONDERDELEN EN HUN FUNCTIE
Memo
Memo
Memo
• Voetpedaal: Model S Dit voetpedaal kunt u gebruiken op de machine met productcode 882-W04/W05. De productcode vindt u op de kenplaat van de machine.
• Gebruik altijd de aanbevolen accessoires voor deze machine.
• De schroef van de persvoethouder is verkrijgbaar via uw erkende dealer (onderdeelcode XA4813-051).
• Bijgesloten accessoires 37, 43, 60 en 61 kunnen worden opgeborgen in het foedraal van de machine. (In sommige landen of regio's valt dit foedraal niet onder de bijgeleverde accessoires. Het is wel optioneel verkrijgbaar.)
Optionele artikelen
Onderstaand vindt u de optionele toebehoren die u apart kunt kopen bij uw officiële Brother-dealer.
123
456
789
10 11 12
13
Onderdeelcode
Nr. Onderdeel
1 Randborduurraam
H 30 cm × B 10 cm (H 12 inch × B 4 inch) bij upgrade Kit 3
2 Randborduuramenset
H 18 cm × B 10 cm (H 7 inch × B 4 inch)
3 Kloshouder voor 10 klossen SA560 TS4:
4 Brede tafel en vrije greep
5 Borduurramenset (groot)
H 18 cm × B 13 cm (H 7 inch × B 5 inch)
6 Borduurkaartlezer SAECRI
7 Borduurkaart
Steunstof SA519 BM3:
8 Wateroplosbare steunstof SA520 BM5:
9 1/4 quiltvoet met geleider SA185 F057:
Borduuronderdraad (wit) SAEBT EBT-CEN:
10 Borduuronderdraad (zwart) SAEBT999 EBT-CEBN:
11 Naadgeleider SA538 SG1:
12 Vellen borduurpositiestickers SAEPS2 EPS2:
13 Randnaaivel × 5 SAESS1 ESS1:
Het
Amerikaanse
continent
SABF6000D2
SABF6000D BF2:
SATFM6000D
SA439 EF75:
Andere
vereisten
NV1UGK3
XE5059-001
XE5065-101
TFM-3:
XE5062-001
XC8481-152
XE0806-001
XE0615-001
XC7416-252
X81164-001
XC5520-001
XC8483-052
XF0763-001
XE5094-001
20
• Alle specificaties zijn juist toen deze handleiding werd vervaardigd. Sommige specificaties kunnen zonder kennisgeving worden gewijzigd.
MACHINEONDERDELEN EN HUN FUNCTIE
Opmerking
VOORZICHTIG
Opmerking
Hoe u de kloshouder monteert
• Borduurkaarten die in andere landen worden gekocht, werken mogelijk niet met uw machine.
• Uw dichtstbijzijnde erkende Brother-dealer heeft een complete lijst optionele accessoires en borduurkaarten die verkrijgbaar zijn voor uw machine.
Gebruik van de kloshouder
De bijgeleverde kloshouder is handig wanneer u draad gebruikt op klossen van een grote diameter (kruiswikkeldraad). Op de kloshouder passen twee draadklossen.
123
Trek de uitschuifbare draadgeleider volledig
a
uit en draai de schacht totdat de twee interne stoppers op hun plaats klikken.
Steek de uitschuifbare draadgeleider in het
b
ronde gat midden in de klossteun. Draai met een schroevendraaier de schroef stevig vast (a) vanaf de andere kant.
456
78
Nr. Onderdeel Onderdeelcode
1 Uitschuifbare draadgeleider XE0776-001
2 Klosplaat XE4637-001
3 Klospen × 2 XA6313-051
4 Schroef en sluitring XC7568-051
5 Kloskap (XL) × 2 XE0779-001
6 Klossteunen × 2 XA0679-050
7 Kloskapvoet × 2 XE0780-001
8 Klosvilt × 2 XC7134-051
• Til het handvat van de machine niet op terwijl de kloshouder is geïnstalleerd.
• Duw of trek niet met veel kracht aan de uitschuifbare draadgeleider of klospennen. Daardoor kunnen ze beschadigen.
• Plaats geen andere voorwerpen dan klossen draad op de kloshouder.
• Probeer geen draad op de spoel te winden terwijl u naait met de klossteun.
a Schroef
• Zorg dat de stoppers op de uitschuifbare draadgeleiderschacht stevig vastzitten en dat de bovenkant van de draadgeleider direct boven de klossteun zit. Controleer bovendien of de schacht stevig vastzit in de klossteun.
21
MACHINEONDERDELEN EN HUN FUNCTIE
Memo
Steek de twee klospennen in de twee gaten
c
in de klossteun.
Open het bovendeksel van de machine.
d
Vanaf de achterkant van de machine drukt u de grendels van het bovendeksel in (één aan elke kant). Vervolgens trekt u het bovendeksel omhoog om het uit de machine te nemen.
Verwijderen
Vanaf de achterkant van de machine drukt
a
u de kloshoudervergrendeling in (één aan elke kant). Vervolgens trekt u de kloshouder omhoog uit de machine.
Bovendeksel bevestigen aan de machine.
b
Steek de kloshouder in de inkepingen van
e
de machine.
• Zie pagina 52 voor meer informatie over het opwinden van de spoel met behulp van de kloshouder.
• Zie pagina 63 voor meer informatie over het inrijgen van de bovendraad met de kloshouder.
22
Werken met het pentablet
Memo
WAARSCHUWING
VOORZICHTIG
Opmerking
• Zie pagina 34 voor de aansluiting van het pentablet op de naaimachine.
123
45
MACHINEONDERDELEN EN HUN FUNCTIE
Schroef de bovenhuls van de tabletpen los.
a
• Doe dit niet te snel. Anders kan de tabletpen beschadigd raken.
Installeer een nieuwe AAA alkalinebatterij
b
(LR03) in de tabletpen met de pluskant (+) naar boven.
Nr. Onderdeel Onderdeelcode
1 Pentablet XF0178-001
2 Tabletpen XF0182-001
3 Tabletpenhouder XF0185-001
4 Extra penpunten (4) XF0183-001
5 Penpuntclip XF0184-001
Een batterij in de tabletpen plaatsen
Een batterij voor de tabletpen wordt niet bij de machine geleverd. Gebruik een nieuwe AAA alkalinebatterij (LR03).
• Neem de tabletpen/batterij niet uit elkaar en verander er niets aan
• Gebruik geen metalen voorwerpen, zoals een pincet of een metalen pen, wanneer u de batterij verwisselt.
• Gooi de batterij niet in het vuur, en stel de batterij niet bloot aan hitte.
• Verwijder de batterij onmiddellijk en gebruik de machine niet meer als u abnormale geur, hitte, verkleuring of vervorming of iets ongebruikelijks waarneemt tijdens gebruik of opslag.
Schroef de bovenhuls op de tabletpen.
c
De penpunt vervangen
Als de penpunt versleten is, vervang deze dan door een nieuwe punt die bij uw pentablet wordt geleverd.
Pak de oude penpunt stevig vast met de
a
bijgeleverde penpuntclip.
• Neem de batterijen uit de tabletpen als u deze waarschijnlijk langere tijd niet gebruikt.
• Let op dat u de plus- en min-kant van de batterij niet omdraait.
23
MACHINEONDERDELEN EN HUN FUNCTIE
Opmerking
Trek de penpunt zachtjes recht uit de pen.
b
Duw de nieuwe penpunt in de pen totdat
c
deze niet meer uitsteekt uit de pen.
Werken met My Custom Design
Selecteer een lievelingsafbeelding om een
a
borduurpatroon te maken.
Activeer My Custom Design en trek de
c
afbeelding vervolgens over met de tabletpen.
Voor uitvoerige aanwijzingen over het werken met My Custom Design, zie de Bedieningshandleiding (PDF-bestand) op de My Custom Design-CD.
• Wanneer u een borduurpatroon maakt door de afbeelding over te trekken met het pentablet, is het patroon groter dan de overgetrokken afbeelding. Controleer het formaat van het patroon voordat u gaat borduren. Verander zonodig het formaat van het patroon.
• U kunt het pentablet niet gebruiken als USB­muis wanneer u de afbeelding overtrekt. Gebruik uw vinger of de aanraakpen om over te trekken.
Plaats de afbeelding onder het tabletvel.
b
24
Hoofdstuk 1
Voorbereidingen
DE MACHINE AAN- EN UITZETTEN..............26
DISPLAY .........................................................28
Startscherm..............................................................................28
Naaistekenscherm.................................................................... 29
Functies van de toetsen............................................................30
USB-connectiviteit............................................................ 32
Gebruik van USB-media of borduurkaartlezer/
USB-kaartschrijfmodule*..........................................................32
De machine aansluiten op de computer...................................33
Gebruik van een USB-muis.......................................................33
Klikken op een toets.................................................................33
Van pagina veranderen.............................................................33
Werken met het pentablet........................................................ 34
Gebruik van de instellingstoets ......................................... 35
Een afbeelding van het instellingenscherm opslaan op een
USB-medium............................................................................ 39
Vorm van de aanwijzer wijzigen wanneer u een USB-muis
gebruikt....................................................................................39
Afbeelding van de schermbeveiliging wijzigen......................... 40
Het beginscherm selecteren..................................................... 41
Schermtaal kiezen.................................................................... 41
Achtergrondkleur van de borduurpatronen wijzigen................42
Het formaat van patroonminiaturen opgeven ..........................43
Gebruik van de Helptoets naaimachine ............................ 44
Gebruik van de gebruiksaanwijzingfunctie ....................... 45
Gebruik van de naaiaanwijzingfunctie.............................. 46
Gebruik van de patroonbeschrijvingsfunctie .................... 47
INRIJGEN VAN DE ONDERDRAAD...............48
Spoel opwinden ................................................................ 48
Gebruik van de extra klospen................................................... 48
Gebruik van de klospen............................................................ 51
Gebruik van de kloshouder......................................................52
Draad ontwarren van onder de spoelwinderbasis ....................53
Spoel aanbrengen ............................................................. 54
Onderdraad naar boven halen .......................................... 55
BOVENDRAAD INRIJGEN..............................57
Bovendraad inrijgen.......................................................... 57
Gebruik van de tweelingnaaldstand.................................. 60
Gebruik van de kloshouder............................................... 63
Gebruik van de kloshouder......................................................63
Gebruik van draden die snel afwikkelen ........................... 64
Gebruik van het klosnetje.........................................................64
PERSVOET VERWISSELEN ..............................65
Persvoet verwijderen ........................................................ 65
Persvoet bevestigen .......................................................... 65
Boventransportvoet bevestigen......................................... 66
NAALD VERWISSELEN...................................67
Over de naald ................................................................... 69
Overzichtsschema van stoffen/draad/naald...................... 69
DE MACHINE AAN- EN UITZETTEN
WAARSCHUWING
VOORZICHTIG
DE MACHINE AAN- EN UITZETTEN
• Gebruik alleen gewone huishoudaansluitingen als elektriciteitsbron. Het gebruik van andere bronnen kan brand, elektrische schokken of schade aan de machine tot gevolg hebben.
• Zorg dat de stekkers van het netsnoer stevig in het stopcontact en in de voedingsingang van de machine zitten.
• Steek de stekker van het netsnoer niet in een stopcontact dat in slechte staat is.
• In de volgende situaties zet u de machine uit en neemt u de stekker uit het stopcontact: Als u niet bij de machine bent Na gebruik van de machine Als er tijdens het gebruik een stroomstoring optreedt Als de machine niet naar behoren werkt door een slechte of verbroken aansluiting Bij onweer
• Gebruik uitsluitend het netsnoer dat bij deze machine is geleverd.
• Gebruik geen verlengsnoeren of stekkerdozen waarop veel andere apparaten zijn aangesloten. Dit kan brand of elektrische schokken veroorzaken.
• Raak de stekker niet aan met natte handen. Hierdoor kunnen elektrische schokken ontstaan.
• Zet de schakelaar altijd eerst uit voordat u de stekker uit het stopcontact haalt. Trek altijd de stekker uit het stopcontact. Als u aan het snoer trekt, kunt u het snoer beschadigen of brand of elektrische schokken veroorzaken.
• Zorg dat het snoer niet wordt ingesneden, beschadigd, gewijzigd, stevig verbogen, getrokken, gedraaid of samengeperst. Plaats geen zware voorwerpen op het snoer. Stel het snoer niet bloot aan warmte. Hierdoor kan het snoer beschadigd raken en kunnen brand of elektrische schokken ontstaan. Als de stekker of het snoer zijn beschadigd, breng de machine dan voor reparatie naar uw erkende dealer voordat u de machine weer gebruikt.
• Haal de stekker uit het stopcontact als u de machine een tijd niet gebruikt. Anders kan er brand ontstaan.
• Als u de machine onbeheerd achterlaat, moet u de hoofdschakelaar van de machine uitzetten of de stekker uit het stopcontact halen.
• Wanneer u onderhoud aan de machine verricht of deksels verwijdert, moet u eerst de netstekker uit het stopcontact halen.
26
Steek de andere stekker van het netsnoer in
Memo
a
de voedingsingang van de machine en steek vervolgens de netstekker in een wandstopcontact.
a Hoofdschakelaar b Netsnoer
Zet de hoofdschakelaar op “I” om de
b
machine aan te zetten.
DE MACHINE AAN- EN UITZETTEN
1
Voorbereidingen
a UIT b AAN
• Wanneer de machine is ingeschakeld, maken de naald en de transporteur geluid als ze bewegen. Dit is geen storing.
Zet de hoofdschakelaar op “O” om de
c
machine uit te zetten.
27
DISPLAY
Opmerking
Memo
b
c
a
DISPLAY
Wanneer u de machine aanzet, wordt het openingsfilmpje vertoond. Druk met uw vinger op een willekeurige plek op het scherm als u het startscherm wilt openen. Druk met uw vinger of de bijgeleverde schermaanraakpen op de display of op een toets om een machinefunctie te selecteren.
• Wanneer de steekplaat voor rechte steken is geïnstalleerd, gaat de naald automatisch naar de middelste stand.
• Raak het scherm alleen aan met uw vinger of de bijgeleverde schermaanraakpen. Gebruik geen scherp potlood, schroevendraaier of ander hard of scherp voorwerp. U hoeft niet hard op het scherm te drukken. Als u te hard drukt of een scherp voorwerp gebruikt, kunt u het scherm beschadigen.
Startscherm
28
Nr. Display Toetsnaam Uitleg Pagina
a Naaitoets Druk op deze toets om naaisteken, letters of decoratieve steekpatronen
b Borduurtoets Bevestig de borduurtafel en druk op deze toets om patronen te
c
Borduurcombinatietoets
te naaien.
borduren.
Druk op deze toets om borduurpatronen te combineren. Met de borduurcombinatiefuncties kunt u ook originele borduur- of kaderpatronen maken.
Zie de tabel
“Functies van de
toetsen”.
30
186
264
Loading...
+ 346 hidden pages