Lees deze handleiding aandachtig door voordat u de
printer gaat gebruiken. U kunt deze handleiding via de
cd-rom bekijken of afdrukken. Bewaar de cd-rom op een
veilige plaats, zodat u deze wanneer nodig snel kunt
raadplegen.
Brother Solutions Center
Op het Brother Solutions Center
(http://solutions.brother.com) vindt u alle benodigde
informatie over deze printer. Download de meest
recente drivers en hulpprogramma's voor uw printers
van Brother, lees de veelgestelde vragen en de tips
voor het oplossen van problemen, of zoek speciale
informatie op over het afdrukken met deze printers.
Version 1
Definitie van Waarschuwing, Let op en Opmerking
In deze handleiding worden de volgende aanduidingen gebruikt:
Opmerkingen vertellen u hoe u op een bepaalde situatie moet reageren of geven tips over de werking
van een handeling in combinatie met andere functies.
Handelsmerken
Brother en het Brother-logo zijn wettig gedeponeerde handelsmerken en BRAdmin Professional is een
handelsmerk van Brother Industries, Ltd.
UNIX is een wettig gedeponeerd handelsmerk van The Open Group.
Apple, Macintosh en LaserWriter zijn wettig gedeponeerde handelsmerken van Apple Computer, Inc.
HP, Hewlett-Packard, Jetdirect en PCL zijn wettig gedeponeerde handelsmerken van Hewlett-Packard
Company.
Microsoft, Windows en Windows NT zijn wettig gedeponeerde handelsmerken van Microsoft Corporation.
PostScript is een wettig gedeponeerd handelsmerk van Adobe Systems Incorporated.
Alle andere aanduidingen, merknamen en productnamen die in deze handleiding gebruikt worden, zijn wettig
gedeponeerde handelsmerken of handelsmerken van de desbetreffende bedrijven.
Samenstelling en publicatie
Deze handleiding is samengesteld en gepubliceerd onder toezicht van Brother Industries Ltd. De nieuwste
productgegevens en specificaties zijn in deze handleiding verwerkt.
De inhoud van deze handleiding en de specificaties van het product kunnen zonder voorafgaande
kennisgeving worden gewijzigd.
Brother behoudt zich het recht voor om de specificaties en de inhoud van deze handleiding zonder
voorafgaande kennisgeving te wijzigen. Brother is niet verantwoordelijk voor enige schade, met inbegrip van
gevolgschade, voortvloeiend uit het gebruik van deze handleiding of de daarin beschreven producten,
inclusief maar niet beperkt tot zetfouten en andere fouten in deze publicatie.
Windows
x64 Edition en Windows
(http://solutions.brother.com
Professional x64 Edition.
®
XP staat in dit document voor Windows® XP Professional, Windows® XP Professional
®
XP Home Edition. Kijk op het Brother Solutions Center
) voor meer informatie over ondersteuning voor Windows® XP
i
BELANGRIJKE Voor technische ondersteuning en hulp bij de bediening van de machine dient u het
OPMERKINGland waar u de machine hebt gekocht te bellen. Er dient vanuit dat land te worden
gebeld.
In de VS1-800-276-7746
In Canada1-877-BROTHER
In Europa:Kijk op http://www.brother.com
om uit te vinden hoe u contact kunt opnemen met
uw plaatselijke Brother-kantoor.
Hebt u opmerkingen of suggesties, laat het ons dan weten op een van de volgende adressen:
In EuropaEuropean Technical Services
1 Tame Street
Audenshaw
Manchester, M34 5JE
UK
In de VSPrinter Customer Support
Brother International Corporation
15 Musick
Irvine CA 92618
In CanadaBrother International Corporation (Canada), Ltd.
- Marketing Dept.
1, rue Hôtel de Ville
Dollard-des-Ormeaux, PQ, Canada H9B 3H6
ii
Alleen in de VS1-800-521-2846
Service center locator (VS)
For the location of a Brother authorized service center, call 1-800-284-4357.
Onderhoudscentra (Canada)
For the location of a Brother authorized service center, call 1-877-BROTHER.
Internetadressen
De wereldwijde website van Brother: http://www.brother.com
Voor veelgestelde vragen, technische vragen, productondersteuning en updates voor drivers en
hulpprogramma’s: http://solutions.brother.com
(Alleen in de VS) For Brother Accessories & Supplies: http://www.brothermall.com
CD-ROM is geplaatst, maar wordt niet automatisch gestart ................................................... 8-1
De afdrukserver van Brother terugstellen naar de fabrieksinstellingen ................................... 8-1
Problemen met de installatie ............................................................................................................. 8-1
De afdrukserver van Brother wordt niet gevonden tijdens de installatie van de Network Print Software of in de printerdriver voor Windows
De afdrukserver van Brother wordt niet gevonden met gebruik van de eenvoudige netwerkconfiguratie van Mac OS
Problemen met afdrukken.................................................................................................................. 8-5
De taak wordt niet afgedrukt....................................................................................................8-5
Fout tijdens het afdrukken ....................................................................................................... 8-6
Met de afdrukserver van Brother kan de Brother-printer worden gedeeld op een 10/100MB Ethernetnetwerk.
Hij biedt afdrukservices voor Windows
ondersteuning van de TCP/IP-protocollen en voor Macintosh
Als u de printer van Brother op een netwerk wilt gebruiken, moet u de afdrukserver configureren en de
computers die u gebruikt instellen.
In dit hoofdstuk worden de algemene concepten van netwerkverbinding en protocollen besproken, en in
Hoofdstuk 2 vindt u informatie over het configureren van een netwerk. Hoofdstuk 3 tot en met 7 bespreekt
het configureren van de afdrukserver onder specifieke besturingssystemen, te weten:
Hoofdstuk 3: Afdrukken via een netwerk onder Windows
Hoofdstuk 4: Afdrukken via een netwerk onder Windows
Hoofdstuk 5: Afdrukken via internet onder Windows
Hoofdstuk 6: In een netwerk afdrukken vanaf een Macintosh
Hoofdstuk 7: Instellen via het bedieningspaneel
®
95/98/Me, Windows NT® 4.0 en Windows® 2000/XP met
®
®
met ondersteuning van TCP/IP.
®
: standaard peer-to-peer afdrukken via TCP/IP
®
: Peer-to-peer (NetBIOS) afdrukken
®
1
1 - 1
Inleiding
Typen netwerkverbinding
Over het algemeen zijn er twee soorten netwerkverbinding: een peer-to-peer omgeving en een op het
netwerk gedeelde omgeving.
Voorbeeld van netwerkverbinding
Peer-to-peer afdrukken via TCP/IP
In een peer-to-peer omgeving kan elke computer rechtstreeks gegevens uitwisselen met de printer van
Brother.
1
Windows
®
Windows
®
Windows
®
Router
TCP/IPTCP/IP
Netwerkprinter
■ In een kleiner netwerk van twee of drie computers bevelen wij de peer-to-peer afdrukmethode aan, omdat
peer-to-peer makkelijker is te configureren dan de op het netwerk gedeelde methode die op de volgende
pagina wordt beschreven. Raadpleeg Op een netwerk gedeelde printer op pagina 1-3.
■ Elke computer dient het TCP/IP-protocol te gebruiken.
■ Voor de printer van Brother moet een geschikt IP-adres worden geconfigureerd.
■ Als er routers worden gebruikt, kunnen computers via deze routers toegang krijgen tot de printer van
Brother. (In dat geval moet het gateway-adres op zowel de computers als de printer worden
geconfigureerd.)
®
■ Deze printer van Brother kan tevens communiceren met Macintosh
(TCP/IP-compatibele
besturingssystemen).
1 - 2
Inleiding
Op een netwerk gedeelde printer
In een gedeelde netwerkomgeving zal elke computer gegevens met de Brother-printer uitwisselen via een
centraal beheerde computer. Een dergelijke computer wordt vaak een 'server' of een 'afdrukserver' genoemd.
Deze server heeft toegang tot afdruktaken van andere computers en beheert het afdrukken daarvan.
1
Windows
Windows
®
®
Windows®
TCP/IP
Windows
®
Ook wel 'server'
Netwerkprinter
of 'afdrukserver'
genoemd
Op een netwerk gedeeld
■ In een groter netwerk bevelen wij de op het netwerk gedeelde afdrukmethode aan.
■ Op de “server” oftewel “afdrukserver” moet het TCP/IP-afdrukprotocol zijn geconfigureerd.
■ Elke computer dient het TCP/IP-protocol te gebruiken.
■ Voor de printer van Brother moet een geschikt IP-adres worden geconfigureerd.
■ Voor de printer van Brother moet een geschikt IP-adres zijn geconfigureerd, tenzij de printer via de
parallelle of USB-interface op de server wordt gedeeld.
■ Deze printer van Brother kan tevens communiceren met Macintosh
®
(TCP/IP-compatibele
besturingssystemen).
1 - 3
Inleiding
Protocollen
TCP/IP-protocollen en hun werking
Protocollen zijn gestandaardiseerde sets regels volgens welke gegevens over een netwerk worden
overdragen. Protocollen bieden de gebruiker toegang tot op het netwerk aangesloten apparaten.
De afdrukserver die met dit Brother-product wordt gebruikt, ondersteunt het TCP/IP-protocol (TCP/IP =
Transmission Control Protocol/Internet Protocol).
1
TCP/IP is de meest populaire set protocollen en wordt gebruikt voor communicatie zoals internet en e-mail.
Dit protocol kan met de meeste besturingssystemen worden gebruikt, zoals Windows
Op dit product van Brother zijn de volgende TCP/IP-protocollen beschikbaar.
®
, Macintosh® en Linux.
DHCP/BOOTP/RARP
Bij gebruik van de protocollen DHCP/BOOTP/RARP kan het IP-adres automatisch worden geconfigureerd.
Opmerking
Neem contact op met de netwerkbeheerder als u de DHCP/BOOTP/RARP-protocollen wilt gebruiken.
APIPA
Als u het IP-adres niet handmatig (met de software BRAdmin) of automatisch (met een
DHCP/BOOTP/RARP-server) toewijst, zal het APIPA-protocol (APIPA = Automatic Private IP Addressing)
automatisch een IP-adres toewijzen uit het bereik 169.254.1.0 tot 169.254.254.255.
DNS-client
De afdrukserver van Brother ondersteunt de DNS-clientfunctie (DNS = Domain Name Service). Met deze
functie kan de afdrukserver met gebruikmaking van de eigen DNS-naam met andere apparaten
communiceren.
NetBIOS/IP
De basisfunctionaliteit van NetBIOS over IP zorgt dat de afdrukserver van Brother in een
Windows
®
-netwerkomgeving herkend wordt.
LPR/LPD
Algemeen gebruikte afdrukprotocollen op TCP/IP-netwerken.
1 - 4
Port9100
Nog een algemeen gebruikt afdrukprotocol op TCP/IP-netwerken.
Inleiding
SMTP-client
De SMTP-client (SMTP = Simple Mail Transfer Protocol ) wordt gebruikt om e-mails via het internet of intranet
te versturen.
IPP
Internet Printing Protocol (IPP versie 1.0) stelt u in staat documenten via het internet rechtstreeks naar een
beschikbare printer af te drukken.
mDNS
Met mDNS kan een afdrukserver van Brother zichzelf automatisch configureren, zodat hij in een
®
Apple
OS
-systeem kan werken dat met de eenvoudige netwerkconfiguratie van Mac OS® X is ingesteld. (Mac
®
X 10.2.4 of recenter).
TELNET
De afdrukserver van Brother ondersteunt de TELNET-server voor het configureren via de opdrachtregel.
SNMP
1
Het Simple Network Management Protocol (SNMP) wordt gebruikt voor het beheren van netwerkapparaten
zoals computers, printers en terminals in een TCP/IP-netwerk.
Webserver (HTTP)
De afdrukserver van Brother is uitgerust met een webserver, waarmee u de status van het apparaat kunt
controleren en bepaalde configuratie-instellingen kunt wijzigen.
Opmerking
Wij raden het gebruik van Microsoft Explorer 6.0 (of recenter) of Netscape® 7.1 (of recenter) aan. Wanneer een
andere webbrowser wordt gebruikt, dient u te controleren dat deze compatibel is met HTTP 1.0 en HTTP 1.1.
1 - 5
2
De netwerkprinter configureren
Overzicht
U moet eerste de TCP/IP-instellingen configureren, pas dan kunt u de printer van Brother in een
netwerkomgeving gebruiken. Dit hoofdstuk omschrijft de algemene handelingen die moeten worden
uitgevoerd om via het TCP/IP-protocol over het netwerk af te drukken.
Opmerking
U kunt de TCP/IP-instellingen van de printer configureren via het bedieningspaneel aan de voorkant van de
printer (voor de HL-5270DN). Raadpleeg Instellen via het bedieningspaneel in hoofdstuk 7 voor meer
informatie hierover.
Wij raden u aan het automatische installatieprogramma te gebruiken. U vindt dit op de cd-rom die met de
printer geleverd werd. Dit programma helpt u de printer op eenvoudige wijze op het netwerk aan te sluiten en
de netwerksoftware en printerdriver te installeren, die u nodig hebt om de netwerkconfiguratie te voltooien.
De instructies op het scherm leiden u door de juiste procedures, zodat u de netwerkprinter van Brother snel
kunt gaan gebruiken. Volg de instructies in de meegeleverde installatiehandleiding.
Wilt u de printer configureren zonder het automatische installatieprogramma, lees dan dit hoofdstuk om uit te
vinden hoe u de TCP/IP-gegevens moet configureren. Daarna kunt u in Hoofdstuk 3, Hoofdstuk 4, Hoofdstuk 5 en Hoofdstuk 6 opzoeken hoe u de netwerksoftware en de printerdriver moet installeren onder het
besturingssysteem dat op uw computer draait.
2
IP-adressen, subnetmaskers en gateways
Als u de printer in een genetwerkte TCP/IP-omgeving wilt gebruiken, moet u het IP-adres en het
subnetmasker configureren. Het IP-adres dat u toewijst aan de afdrukserver, moet zich op hetzelfde logische
netwerk bevinden als uw hostcomputers. Is dit niet het geval, dan moeten het subnetmasker en
gateway-adres worden geconfigureerd.
IP-adres
Een IP-adres is een reeks cijfers die elke computer identificeert die op het netwerk is aangesloten. Een
IP-adres bestaat uit vier nummers die door punten van elkaar worden gescheiden. Elk nummer ligt tussen de
0 en 255.
Bijvoorbeeld: in een klein netwerk stelt u IP-adressen in door het laatste nummer te wijzigen.
192.168.1.1
, 192.168.1.2, 192.168.1.3
2 - 1
De netwerkprinter configureren
Hoe het IP-adres aan de afdrukserver wordt toegewezen:
Als u een DHCP/BOOTP/RARP-server in uw netwerk hebt (doorgaans een Unix®/Linux- of Windows®
2000/XP-netwerk), zal de afdrukserver het IP-adres automatisch via de DHCP-server ontvangen en de naam
registreren bij een met RFC 1001 en 1002 compatibele dynamische naamservice.
Opmerking
Op kleinere netwerken kan de DHCP-server de router zijn.
Raadpleeg DHCP gebruiken voor het configureren van het IP-adres op pagina A-1, BOOTP gebruiken voor het configureren van het IP-adres op pagina A-2 en RARP gebruiken voor het configureren van het IP-adres
op pagina A-2 voor meer informatie over DHCP, BOOTP en RARP.
Als er geen DHCP/BOOTP/RARP-server beschikbaar is, zal het APIPA-protocol automatisch een IP-adres
binnen het bereik 169.254.1.0 t/m 169.254.254.255 toewijzen. Raadpleeg APIPA gebruiken voor het configureren van het IP-adres op pagina A-3 voor meer informatie over APIPA.
Wanneer het APIPA-protocol is uitgeschakeld, is het standaard IP-adres voor een afdrukserver van Brother
192.0.0.192. U kunt dit IP-adres echter gemakkelijk wijzigen, zodat het overeenkomt met de
IP-adresgegevens van uw netwerk. Raadpleeg Het IP-adres en subnetmasker instellen op pagina 2-3 voor
informatie over het wijzigen van het IP-adres.
0 betekent dat er geen limiet bestaat voor communicatie op dit deel van het adres.
In het bovenstaande voorbeeld kunnen we communiceren met alle apparaten die een IP-adres hebben dat
begint met 92.168.1.X
2 - 2
De netwerkprinter configureren
Gateway (en router)
Een gateway is een netwerkpunt dat fungeert als een ingang naar een ander netwerk en dat gegevens die
via het netwerk worden doorgegeven naar de juiste bestemming stuurt. De router weet waarheen gegevens
die via de gateway binnenkwamen, geleid moeten worden. Als een bestemming zich op een extern netwerk
bevindt, geeft de router gegevens aan het externe netwerk door. Wanneer uw netwerk met andere netwerken
communiceert, zult u wellicht ook het IP-adres van de gateway moeten configureren. Als u het IP-adres van
de gateway niet kent, kunt u dit bij uw netwerkbeheerder opvragen.
Het IP-adres en subnetmasker instellen
BRAdmin Professional gebruiken om uw machine voor een netwerk te
configureren (alleen voor Windows®)
2
BRAdmin Professional
BRAdmin Professional is bedoeld om u te helpen met het beheren van de Brother-printers die in een
TCP/IP-omgeving op het netwerk zijn aangesloten.
De printer configureren met BRAdmin Professional
Opmerking
•Gebruik de versie van BRAdmin Professional die staat op de cd-rom die met het product van Brother
werd geleverd. U kunt de meest recente versie van Brother BRAdmin Professional downloaden van
http://solutions.brother.com
•Als u persoonlijke firewallsoftware gebruikt (bijvoorbeeld de firewall voor internetverbindingen in
Windows
afdrukken, moet u de persoonlijke firewall weer activeren.
•Naam van knooppunt: de knooppuntnaam is te vinden in BRAdmin Professional. De
standaardknooppuntnaam is "BRN_xxxxxx" ("xxxxxx" zijn de laatste zes cijfers van het
Ethernetadres).
•Het standaardwachtwoord voor afdrukservers van Brother is access.
1
Start BRAdmin Professional (onder Windows® 95/98/Me, Windows NT® 4.0 en Windows® 2000/XP) door
te klikken op Start / Programma's / Brother Administrator Utilities / Brother BRAdmin Professional Utilities / BRAdmin Professional.
®
XP), moet u controleren dat de firewall is uitgeschakeld. Wanneer u zeker weet dat u kunt
. Dit programma is alleen bedoeld voor Windows®.
2
Selecteer TCP/IP in het linkerframe van het hoofdvenster van BRAdmin.
2 - 3
De netwerkprinter configureren
3
Selecteer Actieve apparaten zoeken in het menu Apparaten. BRAdmin Professional zoekt
automatisch naar nieuwe apparaten.
Opmerking
•Als de afdrukserver is ingesteld op de standaardinstellingen en er geen DHCP/BOOTP/RARP-server
wordt gebruikt, wordt het apparaat op het scherm van BRAdmin Professional weergegeven als
APIPA.
•U kunt de knooppuntnaam en het Ethernetadres (Adres van knooppunt hierboven) vinden door de
printerconfiguratiepagina af te drukken. Raadpleeg De pagina met printerinstellingen afdrukken op
pagina 7-6 voor informatie over het op de afdrukserver afdrukken van de configuratiepagina.
2
4
Dubbelklik op het niet-geconfigureerde apparaat.
5
Voer het IP-adres, het subnetmasker en de gateway (indien gewenst) van uw afdrukserver in.
6
Klik op OK.
7
Als het IP-adres op juiste wijze is geprogrammeerd, zal de afdrukserver van Brother in de lijst van
apparaten staan.
Het bedieningspaneel gebruiken om de machine voor een netwerk te configureren
(voor de HL-5270DN)
U kunt de netwerkprinter configureren met het menu Netwerk van het bedieningspaneel. Raadpleeg Instellen
via het bedieningspaneel op pagina 7-1.
De netwerkprinter via andere methoden configureren
U kunt de netwerkprinter ook met andere methoden configureren. Raadpleeg Andere manieren om het
IP-adres in te stellen (voor geavanceerde gebruikers en beheerders) op pagina A-1.
2 - 4
De netwerkprinter configureren
De instellingen van de afdrukserver wijzigen
BRAdmin Professional gebruiken om de instellingen van de afdrukserver te wijzigen
(alleen voor Windows®)
1
Start BRAdmin Professional (onder Windows® 95/98/Me, Windows NT® 4.0 en Windows® 2000/XP) door
te klikken op Start / Programma's / Brother Administrator Utilities / Brother BRAdmin Professional Utilities / BRAdmin Professional.
2
Selecteer TCP/IP in het linkerframe van het hoofdvenster van BRAdmin.
3
Selecteer de afdrukserver die u wilt configureren in het rechterframe van het hoofdvenster van
BRAdmin.
4
Selecteer in het menu Besturing de optie Afdrukserver configureren.
5
Voer een wachtwoord in. Het standaardwachtwoord is access.
2
6
U kunt de instellingen van de afdrukserver nu wijzigen.
Het bedieningspaneel gebruiken om de instellingen van de afdrukserver te wijzigen
(voor de HL-5270DN)
U kunt de instellingen van de afdrukserver configureren en wijzigen via het menu NETWERK van het
bedieningspaneel. Raadpleeg Instellen via het bedieningspaneel op pagina 7-1.
2 - 5
De netwerkprinter configureren
HTTP (webbrowser) gebruiken om de instellingen van de afdrukserver te wijzigen
Wanneer u de instellingen van de afdrukserver wilt wijzigen met HTTP (Hyper Text Transfer Protocol), kunt
u een standaard webbrowser gebruiken (wij raden Microsoft Internet Explorer versie 6.0 of recenter, of
Netscape
afdrukserver zijn toegewezen.
1
Als u het HOSTS-bestand op uw computer hebt bijgewerkt of een domeinnaamsysteem gebruikt, dan mag u
hier ook de DNS-naam van de afdrukserver invoeren. Aangezien de afdrukserver zowel TCP/IP- als
NetBIOS-namen ondersteunt, mag u ook de NetBIOS-naam van de afdrukserver invoeren. De
NetBIOS-naam kunt u vinden door de pagina met printerinstellingen af te drukken. De toegewezen
NetBIOS-naam bestaat uit de eerste 15 tekens van de knooppuntnaam en standaard wordt deze
weergegeven als BRN_xxxxxx, waar xxxxxx de laatste zes cijfers van het Ethernetadres zijn.
®
versie 7.1 of recenter aan). Als u een webbrowser wilt gebruiken, moet er een IP-adres aan de
Typ http://printer_ip_adres/ in uw browser (waar printer_ip_adres het IP-adres of de
naam van de afdrukserver is).
Bijvoorbeeld: http://192.168.1.2/ (als het IP-adres van de printer 192.168.1.2 is).
Opmerking
2
2
Klik op Netwerkconfiguratie.
3
Voer een gebruikersnaam en wachtwoord in. De gebruikersnaam is admin en het standaardwachtwoord
is access.
4
Klik op OK.
5
Klik op TCP/IP configureren.
6
U kunt de instellingen van de afdrukserver nu wijzigen.
2 - 6
3
Afdrukken via een netwerk onder Windows®:
standaard peer-to-peer afdrukken via TCP/IP
Overzicht
Als u Windows® gebruikt en wilt afdrukken met gebruikmaking van het TCP/IP-protocol in een peer-to-peer
omgeving, dan moet u de instructies in dit hoofdstuk volgen. Dit hoofdstuk legt uit hoe u de netwerksoftware
en de printerdriver moet installeren, die u nodig hebt om met deze netwerkprinter af te drukken.
Opmerking
•Zorg dat u een IP-adres op de printer hebt geconfigureerd alvorens u de instructies in dit hoofdstuk
uitvoert. Raadpleeg hoofdstuk 2 als u dat nog niet gedaan hebt.
•Controleer dat de hostcomputer en de afdrukserver zich ofwel op hetzelfde subnet bevinden, of dat
de router foutloos is geconfigureerd, zodat gegevensuitwisseling tussen deze twee apparaten
mogelijk is.
•Het standaardwachtwoord voor afdrukservers van Brother is access.
Bij gebruik van Windows® 2000/XP
Windows® 2000/XP-systemen installeren standaard alle software die u nodig hebt om af te drukken. Dit
hoofdstuk beschrijft de meest gebruikte configuratie, namelijk afdrukken via de standaard TCP/IP-poort.
Onder Windows
via internet onder Windows
®
2000/XP kan met het IPP-protocol ook via internet worden afgedrukt. Raadpleeg Afdrukken
®
op pagina 5-1 voor meer informatie hierover.
3
Ga naar Printerdriver is reeds geïnstalleerd op pagina 3-2 als u de printerdriver reeds hebt geïnstalleerd.
De standaard TCP/IP-poort configureren
Printerdriver is nog niet geïnstalleerd
1
Voor Windows® XP: klik op Start en selecteer Printers en faxapparaten.
Voor Windows
2
Voor Windows® XP: klik op Printer toevoegen. De Wizard Printer toevoegen wordt opgestart.
Voor Windows
te activeren.
3
Klik op Volgende wanneer het welkomscherm van de wizard wordt weergegeven.
4
Selecteer de optie
5
Klik op Volgende.
6
Vervolgens dient u de juiste poort te selecteren waarmee afdrukken over het netwerk mogelijk is.
Selecteer Een nieuwe poort maken en kies Standaard TCP/IP-poort.
®
2000: klik op Start, selecteer Instellingen en ga naar Printers.
®
2000: dubbelklik op het pictogram Printer toevoegen om de wizard Printer toevoegen
Lokale printer
en schakel de optie
Plug & play printer automatisch waarnemen
uit.
3 - 1
Afdrukken via een netwerk onder Windows®: standaard peer-to-peer afdrukken via TCP/IP
7
Klik op Volgende.
8
De wizardStandaard TCP/IP-poort toevoegen verschijnt. Klik op Volgende.
9
Typ het IP-adres of de naam van de afdrukserver die u wilt configureren. De wizard vult de poortnaam
automatisch voor u in.
10
Klik op Volgende.
11
Windows® 2000/XP zal nu contact maken met de printer die u hebt gespecificeerd. Als u een verkeerd
IP-adres of een verkeerde naam hebt opgegeven, verschijnt er een foutmelding.
12
Klik op Voltooien om de wizard af te sluiten.
13
Nu u de poort hebt geconfigureerd, moet u aangeven welke printerdriver u wilt gebruiken. Selecteer de
gewenste driver in de lijst van ondersteunde printers. Als u een driver gebruikt die met de printer op
cd-rom werd meegeleverd, selecteert u de optie Diskette om naar de cd-rom te bladeren.
14
Selecteer bijvoorbeeld de map “X:\Driver\PCL\WIN2K_XP\uw taal” (waar X de letter is die het
betreffende station aanduidt). Klik op Openen en klik vervolgens op OK. Selecteer uw printermodel en
klik op Volgende.
3
15
Geef een naam op en klik op Volgende.
16
Als u de printer wilt delen, voert u de gemeenschappelijke naam in en klikt u op Volgende.
17
Klik op Voltooien om de wizard af te sluiten.
Printerdriver is reeds geïnstalleerd
Als u al een printerdriver hebt geïnstalleerd en deze wilt configureren om af te drukken via een netwerk, volgt
u deze procedure:
1
Selecteer de printerdriver die u wilt configureren.
2
Selecteer Bestand en kies vervolgens Eigenschappen.
3
Klik op het tabblad Poorten en klik op Poort toevoegen.
4
Selecteer de poort die u wilt gebruiken. Doorgaans is dit de Standaard TCP/IP-poort. Klik vervolgens
op de knop Nieuwe poort....
5
De wizard Standaard TCP/IP-poort toevoegen verschijnt. Volg stap 8 t/m 12 in Printerdriver is nog niet
geïnstalleerd op pagina 3-1.
3 - 2
Loading...
+ 46 hidden pages
You need points to download manuals.
1 point = 1 manual.
You can buy points or you can get point for every manual you upload.