Brother HL-5250DN, HL-5270DN Network User's Guide

Ingebouwde multiprotocol Ethernetafdrukserver
f
NETWERK­HANDLEIDING
HL-5250DN HL-5270DN
Lees deze handleiding aandachtig door voordat u de printer gaat gebruiken. U kunt deze handleiding via de cd-rom bekijken of afdrukken. Bewaar de cd-rom op een veilige plaats, zodat u deze wanneer nodig snel kunt raadplegen.
Brother Solutions Center Op het Brother Solutions Center (http://solutions.brother.com) vindt u alle benodigde informatie over deze printer. Download de meest recente drivers en hulpprogramma's voor uw printers van Brother, lees de veelgestelde vragen en de tips voor het oplossen van problemen, of zoek speciale informatie op over het afdrukken met deze printers.
Version 1
Definitie van Waarschuwing, Let op en Opmerking
In deze handleiding worden de volgende aanduidingen gebruikt:
Opmerkingen vertellen u hoe u op een bepaalde situatie moet reageren of geven tips over de werking van een handeling in combinatie met andere functies.
Handelsmerken
Brother en het Brother-logo zijn wettig gedeponeerde handelsmerken en BRAdmin Professional is een handelsmerk van Brother Industries, Ltd.
UNIX is een wettig gedeponeerd handelsmerk van The Open Group.
Apple, Macintosh en LaserWriter zijn wettig gedeponeerde handelsmerken van Apple Computer, Inc.
HP, Hewlett-Packard, Jetdirect en PCL zijn wettig gedeponeerde handelsmerken van Hewlett-Packard Company.
Microsoft, Windows en Windows NT zijn wettig gedeponeerde handelsmerken van Microsoft Corporation.
PostScript is een wettig gedeponeerd handelsmerk van Adobe Systems Incorporated.
Alle andere aanduidingen, merknamen en productnamen die in deze handleiding gebruikt worden, zijn wettig gedeponeerde handelsmerken of handelsmerken van de desbetreffende bedrijven.
Samenstelling en publicatie
Deze handleiding is samengesteld en gepubliceerd onder toezicht van Brother Industries Ltd. De nieuwste productgegevens en specificaties zijn in deze handleiding verwerkt.
De inhoud van deze handleiding en de specificaties van het product kunnen zonder voorafgaande kennisgeving worden gewijzigd.
Brother behoudt zich het recht voor om de specificaties en de inhoud van deze handleiding zonder voorafgaande kennisgeving te wijzigen. Brother is niet verantwoordelijk voor enige schade, met inbegrip van gevolgschade, voortvloeiend uit het gebruik van deze handleiding of de daarin beschreven producten, inclusief maar niet beperkt tot zetfouten en andere fouten in deze publicatie.
©2005 Brother Industries Ltd.
Windows x64 Edition en Windows (http://solutions.brother.com Professional x64 Edition.
®
XP staat in dit document voor Windows® XP Professional, Windows® XP Professional
®
XP Home Edition. Kijk op het Brother Solutions Center
) voor meer informatie over ondersteuning voor Windows® XP
i
BELANGRIJKE Voor technische ondersteuning en hulp bij de bediening van de machine dient u het OPMERKING land waar u de machine hebt gekocht te bellen. Er dient vanuit dat land te worden
gebeld.
In de VS 1-800-276-7746
In Canada 1-877-BROTHER
In Europa: Kijk op http://www.brother.com
om uit te vinden hoe u contact kunt opnemen met
uw plaatselijke Brother-kantoor.
Hebt u opmerkingen of suggesties, laat het ons dan weten op een van de volgende adressen:
In Europa European Technical Services
1 Tame Street
Audenshaw
Manchester, M34 5JE
UK
In de VS Printer Customer Support
Brother International Corporation
15 Musick
Irvine CA 92618
In Canada Brother International Corporation (Canada), Ltd.
- Marketing Dept.
1, rue Hôtel de Ville
Dollard-des-Ormeaux, PQ, Canada H9B 3H6
ii
Alleen in de VS 1-800-521-2846
Service center locator (VS)
For the location of a Brother authorized service center, call 1-800-284-4357.
Onderhoudscentra (Canada)
For the location of a Brother authorized service center, call 1-877-BROTHER.
Internetadressen
De wereldwijde website van Brother: http://www.brother.com
Voor veelgestelde vragen, technische vragen, productondersteuning en updates voor drivers en hulpprogramma’s: http://solutions.brother.com
(Alleen in de VS) For Brother Accessories & Supplies: http://www.brothermall.com
iii
Inhoudsopgave
1 Inleiding ......................................................................................................................1-1
Overzicht............................................................................................................................................ 1-1
Typen netwerkverbinding................................................................................................................... 1-2
Voorbeeld van netwerkverbinding ............................................................................................... 1-2
Peer-to-peer afdrukken via TCP/IP ......................................................................................... 1-2
Op een netwerk gedeelde printer ............................................................................................ 1-3
Protocollen......................................................................................................................................... 1-4
TCP/IP-protocollen en hun werking ............................................................................................. 1-4
DHCP/BOOTP/RARP.............................................................................................................. 1-4
APIPA...................................................................................................................................... 1-4
DNS-client ............................................................................................................................... 1-4
NetBIOS/IP .............................................................................................................................. 1-4
LPR/LPD ................................................................................................................................. 1-4
Port9100 .................................................................................................................................. 1-5
SMTP-client ............................................................................................................................. 1-5
IPP........................................................................................................................................... 1-5
mDNS ...................................................................................................................................... 1-5
TELNET................................................................................................................................... 1-5
SNMP ...................................................................................................................................... 1-5
Webserver (HTTP) .................................................................................................................. 1-5
2 De netwerkprinter configureren ...............................................................................2-1
Overzicht............................................................................................................................................ 2-1
IP-adressen, subnetmaskers en gateways........................................................................................ 2-1
IP-adres ....................................................................................................................................... 2-1
Hoe het IP-adres aan de afdrukserver wordt toegewezen: ..................................................... 2-2
Subnetmasker ............................................................................................................................. 2-2
Gateway (en router)..................................................................................................................... 2-3
Het IP-adres en subnetmasker instellen............................................................................................ 2-3
BRAdmin Professional gebruiken om uw machine voor een netwerk te configureren (alleen voor Win-
®
dows
) ......................................................................................................................................... 2-3
BRAdmin Professional............................................................................................................. 2-3
De printer configureren met BRAdmin Professional................................................................ 2-3
Het bedieningspaneel gebruiken om de machine voor een netwerk te configureren
(voor de HL-5270DN) .................................................................................................................. 2-4
De netwerkprinter via andere methoden configureren ................................................................ 2-4
De instellingen van de afdrukserver wijzigen..................................................................................... 2-5
BRAdmin Professional gebruiken om de instellingen van de afdrukserver te wijzigen (alleen voor Win-
®
dows
) ......................................................................................................................................... 2-5
Het bedieningspaneel gebruiken om de instellingen van de afdrukserver te wijzigen (voor de
HL-5270DN) ................................................................................................................................ 2-5
HTTP (webbrowser) gebruiken om de instellingen van de afdrukserver te wijzigen ................... 2-6
3 Afdrukken via een netwerk onder Windows
standaard peer-to-peer afdrukken via TCP/IP 3-1
Overzicht............................................................................................................................................ 3-1
Bij gebruik van Windows
®
2000/XP................................................................................................... 3-1
®
:
5
De standaard TCP/IP-poort configureren .................................................................................... 3-1
Printerdriver is nog niet geïnstalleerd ...................................................................................... 3-1
Printerdriver is reeds geïnstalleerd.......................................................................................... 3-2
Bij gebruik van Windows NT
Het TCP/IP-protocol installeren ................................................................................................... 3-3
De software Brother Peer to Peer Print installeren...................................................................... 3-3
Aan de printer koppelen .............................................................................................................. 3-4
Een tweede Brother LPR-poort toevoegen.................................................................................. 3-5
Bij gebruik van Windows
De software Brother Peer to Peer Print installeren...................................................................... 3-5
Aan de printer koppelen .............................................................................................................. 3-6
Een tweede Brother LPR-poort toevoegen.................................................................................. 3-7
Andere informatiebronnen ................................................................................................................. 3-7
®
4.0...................................................................................................... 3-3
®
95/98/Me.................................................................................................. 3-5
4 Afdrukken via een netwerk onder Windows
Peer-to-peer (NetBIOS) afdrukken 4-1
Overzicht............................................................................................................................................ 4-1
De afdrukserver configureren voor Windows
De afdrukserver configureren ...................................................................................................... 4-1
De werkgroep-/domeinnaam wijzigen met BRAdmin Professional ......................................... 4-2
De werkgroep-/domeinnaam wijzigen met een webbrowser ................................................... 4-3
De werkgroep-/domeinnaam wijzigen met TELNET................................................................ 4-3
De Brother NetBIOS Port Monitor installeren .............................................................................. 4-4
Aan de printer koppelen .............................................................................................................. 4-5
Windows Windows NT
Een tweede NetBIOS-poort toevoegen ....................................................................................... 4-6
Windows Windows NT
Andere informatiebronnen ................................................................................................................. 4-6
®
95/98/Me ................................................................................................................ 4-5
®
4.0 /Windows® 2000/XP .................................................................................... 4-5
®
95/98/Me ................................................................................................................ 4-6
®
4.0 /Windows® 2000/XP .................................................................................... 4-6
5 Afdrukken via internet onder Windows
Overzicht............................................................................................................................................ 5-1
Afdrukken via IPP onder Windows
Een andere URL specificeren...................................................................................................... 5-3
Andere informatiebronnen ................................................................................................................. 5-3
®
2000/XP.................................................................................... 5-1
®
95/98/Me, Windows® 2000/XP en Windows NT® 4.0 4-1
® ................................................................................................5-1
®
:
6 In een netwerk afdrukken vanaf een Macintosh
Overzicht............................................................................................................................................ 6-1
Afdrukken vanaf een Macintosh
De printerdriver selecteren (Mac OS
De instellingen van de afdrukserver wijzigen..................................................................................... 6-3
Een webbrowser gebruiken om de instellingen van de afdrukserver te wijzigen ........................ 6-3
BRAdmin Light gebruiken (voor Mac OS Het bedieningspaneel gebruiken om de instellingen van de afdrukserver te wijzigen (voor de
HL-5270DN) ............................................................................................................................ 6-4
Andere informatiebronnen ................................................................................................................. 6-4
®
met de eenvoudige netwerkconfiguratie van Mac OS® X............. 6-1
®
X 10.2.4 of recenter) ....................................................... 6-1
®
X 10.2.4 of recenter) ................................................. 6-3
® ............................................................................6-1
7 Instellen via het bedieningspaneel ..........................................................................7-1
6
Overzicht............................................................................................................................................ 7-1
De instellingen van de afdrukserver wijzigen met het menu NETWERK van het bedieningspaneel (voor
de HL-5270DN) .............................................................................................................................. 7-2
Het menu NETWERK van het bedieningspaneel en de standaardinstellingen ........................... 7-2
TCP/IP..................................................................................................................................... 7-3
NETBIOS/IP ............................................................................................................................ 7-5
ENET....................................................................................................................................... 7-6
De pagina met printerinstellingen afdrukken .....................................................................................7-6
De pagina met printerinstellingen afdrukken ............................................................................... 7-6
De netwerkinstellingen terugstellen op de fabrieksinstellingen ......................................................... 7-7
Het APIPA-protocol uitschakelen....................................................................................................... 7-8
8 Problemen oplossen .................................................................................................8-1
Overzicht............................................................................................................................................ 8-1
Algemene problemen......................................................................................................................... 8-1
CD-ROM is geplaatst, maar wordt niet automatisch gestart ................................................... 8-1
De afdrukserver van Brother terugstellen naar de fabrieksinstellingen ................................... 8-1
Problemen met de installatie ............................................................................................................. 8-1
De afdrukserver van Brother wordt niet gevonden tijdens de installatie van de Network Print Soft­ware of in de printerdriver voor Windows De afdrukserver van Brother wordt niet gevonden met gebruik van de eenvoudige netwerkconfig­uratie van Mac OS
Problemen met afdrukken.................................................................................................................. 8-5
De taak wordt niet afgedrukt....................................................................................................8-5
Fout tijdens het afdrukken ....................................................................................................... 8-6
Protocol-specifieke problemen .......................................................................................................... 8-7
Problemen oplossen met peer-to-peer afdrukken (LPR) onder
Windows
Problemen oplossen met peer-to-peer afdrukken (NetBIOS) onder
Windows
Problemen oplossen met het afdrukken via IPP onder Windows
Problemen oplossen met het afdrukken via de webbrowser (TCP/IP) ........................................ 8-8
®
95/98/Me en Windows NT®4.0................................................................................... 8-7
®
95/98/Me en Windows NT®4.0................................................................................... 8-7
Ik wil als poortnummer niet het nummer 631 gebruiken.......................................................... 8-8
De optie Meer informatie verkrijgen werkt niet in Windows
®
X. ........................................................................................................... 8-1
®................................................................................................................... 8-1
®
2000/XP ............................... 8-8
®
2000.......................................... 8-8
9 Appendix A ................................................................................................................ A-1
Services gebruiken ............................................................................................................................ A-1
Andere manieren om het IP-adres in te stellen (voor geavanceerde gebruikers en beheerders) ..... A-1
DHCP gebruiken voor het configureren van het IP-adres ........................................................... A-1
BOOTP gebruiken voor het configureren van het IP-adres......................................................... A-2
RARP gebruiken voor het configureren van het IP-adres ........................................................... A-2
APIPA gebruiken voor het configureren van het IP-adres ........................................................... A-3
ARP gebruiken voor het configureren van het IP-adres .............................................................. A-3
Windows®-systemen...............................................................................................................A-3
UNIX®/Linux-systemen ........................................................................................................... A-4
TELNET-console gebruiken voor het configureren van het IP-adres .......................................... A-4
De serversoftware Brother Web BRAdmin voor IIS* gebruiken voor het configureren van het IP-adres A-5
Specificaties van de afdrukserver...................................................................................................... A-6
7
10 Appendix B ................................................................................................................ B-1
Brother numbers (voor de VS en Canada) ....................................................................................... B-1
Registreer dit product .................................................................................................................. B-1
Veelgestelde vragen (FAQ’s) ...................................................................................................... B-1
Klantendienst............................................................................................................................... B-1
Service center locator (alleen voor de VS) .................................................................................. B-2
Service center locations (alleen voor Canada)............................................................................ B-2
Brother fax back system (alleen voor de VS) .............................................................................. B-2
Nummers van Brother (voor Europa en andere landen)....................................................................B-3
Registreer dit product .................................................................................................................. B-3
Veelgestelde vragen (FAQ’s) ...................................................................................................... B-3
Klantendienst............................................................................................................................... B-3
Adressen van servicecentra ........................................................................................................ B-3
Belangrijke informatie: Reguleringen................................................................................................. B-4
Waarschuwing bij aansluiting op een LAN .................................................................................. B-4
11 Index ............................................................................................................................I-1
8
1

Inleiding

Overzicht

Met de afdrukserver van Brother kan de Brother-printer worden gedeeld op een 10/100MB Ethernetnetwerk. Hij biedt afdrukservices voor Windows ondersteuning van de TCP/IP-protocollen en voor Macintosh
Als u de printer van Brother op een netwerk wilt gebruiken, moet u de afdrukserver configureren en de computers die u gebruikt instellen.
In dit hoofdstuk worden de algemene concepten van netwerkverbinding en protocollen besproken, en in Hoofdstuk 2 vindt u informatie over het configureren van een netwerk. Hoofdstuk 3 tot en met 7 bespreekt het configureren van de afdrukserver onder specifieke besturingssystemen, te weten:
Hoofdstuk 3: Afdrukken via een netwerk onder Windows
Hoofdstuk 4: Afdrukken via een netwerk onder Windows
Hoofdstuk 5: Afdrukken via internet onder Windows
Hoofdstuk 6: In een netwerk afdrukken vanaf een Macintosh
Hoofdstuk 7: Instellen via het bedieningspaneel
®
95/98/Me, Windows NT® 4.0 en Windows® 2000/XP met
®
®
met ondersteuning van TCP/IP.
®
: standaard peer-to-peer afdrukken via TCP/IP
®
: Peer-to-peer (NetBIOS) afdrukken
®
1
1 - 1
Inleiding

Typen netwerkverbinding

Over het algemeen zijn er twee soorten netwerkverbinding: een peer-to-peer omgeving en een op het netwerk gedeelde omgeving.

Voorbeeld van netwerkverbinding

Peer-to-peer afdrukken via TCP/IP
In een peer-to-peer omgeving kan elke computer rechtstreeks gegevens uitwisselen met de printer van Brother.
1
Windows
®
Windows
®
Windows
®
Router
TCP/IP TCP/IP
Netwerkprinter
In een kleiner netwerk van twee of drie computers bevelen wij de peer-to-peer afdrukmethode aan, omdat
peer-to-peer makkelijker is te configureren dan de op het netwerk gedeelde methode die op de volgende pagina wordt beschreven. Raadpleeg Op een netwerk gedeelde printer op pagina 1-3.
Elke computer dient het TCP/IP-protocol te gebruiken.
Voor de printer van Brother moet een geschikt IP-adres worden geconfigureerd.
Als er routers worden gebruikt, kunnen computers via deze routers toegang krijgen tot de printer van
Brother. (In dat geval moet het gateway-adres op zowel de computers als de printer worden geconfigureerd.)
®
Deze printer van Brother kan tevens communiceren met Macintosh
(TCP/IP-compatibele
besturingssystemen).
1 - 2
Inleiding
Op een netwerk gedeelde printer
In een gedeelde netwerkomgeving zal elke computer gegevens met de Brother-printer uitwisselen via een centraal beheerde computer. Een dergelijke computer wordt vaak een 'server' of een 'afdrukserver' genoemd. Deze server heeft toegang tot afdruktaken van andere computers en beheert het afdrukken daarvan.
1
Windows
Windows
®
®
Windows®
TCP/IP
Windows
®
Ook wel 'server'
Netwerkprinter
of 'afdrukserver' genoemd
Op een netwerk gedeeld
In een groter netwerk bevelen wij de op het netwerk gedeelde afdrukmethode aan.
Op de “server” oftewel “afdrukserver” moet het TCP/IP-afdrukprotocol zijn geconfigureerd.
Elke computer dient het TCP/IP-protocol te gebruiken.
Voor de printer van Brother moet een geschikt IP-adres worden geconfigureerd.
Voor de printer van Brother moet een geschikt IP-adres zijn geconfigureerd, tenzij de printer via de
parallelle of USB-interface op de server wordt gedeeld.
Deze printer van Brother kan tevens communiceren met Macintosh
®
(TCP/IP-compatibele
besturingssystemen).
1 - 3
Inleiding

Protocollen

TCP/IP-protocollen en hun werking

Protocollen zijn gestandaardiseerde sets regels volgens welke gegevens over een netwerk worden overdragen. Protocollen bieden de gebruiker toegang tot op het netwerk aangesloten apparaten.
De afdrukserver die met dit Brother-product wordt gebruikt, ondersteunt het TCP/IP-protocol (TCP/IP = Transmission Control Protocol/Internet Protocol).
1
TCP/IP is de meest populaire set protocollen en wordt gebruikt voor communicatie zoals internet en e-mail. Dit protocol kan met de meeste besturingssystemen worden gebruikt, zoals Windows
Op dit product van Brother zijn de volgende TCP/IP-protocollen beschikbaar.
®
, Macintosh® en Linux.
DHCP/BOOTP/RARP
Bij gebruik van de protocollen DHCP/BOOTP/RARP kan het IP-adres automatisch worden geconfigureerd.
Opmerking
Neem contact op met de netwerkbeheerder als u de DHCP/BOOTP/RARP-protocollen wilt gebruiken.
APIPA
Als u het IP-adres niet handmatig (met de software BRAdmin) of automatisch (met een DHCP/BOOTP/RARP-server) toewijst, zal het APIPA-protocol (APIPA = Automatic Private IP Addressing) automatisch een IP-adres toewijzen uit het bereik 169.254.1.0 tot 169.254.254.255.
DNS-client
De afdrukserver van Brother ondersteunt de DNS-clientfunctie (DNS = Domain Name Service). Met deze functie kan de afdrukserver met gebruikmaking van de eigen DNS-naam met andere apparaten communiceren.
NetBIOS/IP
De basisfunctionaliteit van NetBIOS over IP zorgt dat de afdrukserver van Brother in een Windows
®
-netwerkomgeving herkend wordt.
LPR/LPD
Algemeen gebruikte afdrukprotocollen op TCP/IP-netwerken.
1 - 4
Port9100
Nog een algemeen gebruikt afdrukprotocol op TCP/IP-netwerken.
Inleiding
SMTP-client
De SMTP-client (SMTP = Simple Mail Transfer Protocol ) wordt gebruikt om e-mails via het internet of intranet te versturen.
IPP
Internet Printing Protocol (IPP versie 1.0) stelt u in staat documenten via het internet rechtstreeks naar een beschikbare printer af te drukken.
mDNS
Met mDNS kan een afdrukserver van Brother zichzelf automatisch configureren, zodat hij in een
®
Apple OS
-systeem kan werken dat met de eenvoudige netwerkconfiguratie van Mac OS® X is ingesteld. (Mac
®
X 10.2.4 of recenter).
TELNET
De afdrukserver van Brother ondersteunt de TELNET-server voor het configureren via de opdrachtregel.
SNMP
1
Het Simple Network Management Protocol (SNMP) wordt gebruikt voor het beheren van netwerkapparaten zoals computers, printers en terminals in een TCP/IP-netwerk.
Webserver (HTTP)
De afdrukserver van Brother is uitgerust met een webserver, waarmee u de status van het apparaat kunt controleren en bepaalde configuratie-instellingen kunt wijzigen.
Opmerking
Wij raden het gebruik van Microsoft Explorer 6.0 (of recenter) of Netscape® 7.1 (of recenter) aan. Wanneer een andere webbrowser wordt gebruikt, dient u te controleren dat deze compatibel is met HTTP 1.0 en HTTP 1.1.
1 - 5
2

De netwerkprinter configureren

Overzicht

U moet eerste de TCP/IP-instellingen configureren, pas dan kunt u de printer van Brother in een netwerkomgeving gebruiken. Dit hoofdstuk omschrijft de algemene handelingen die moeten worden uitgevoerd om via het TCP/IP-protocol over het netwerk af te drukken.
Opmerking
U kunt de TCP/IP-instellingen van de printer configureren via het bedieningspaneel aan de voorkant van de printer (voor de HL-5270DN). Raadpleeg Instellen via het bedieningspaneel in hoofdstuk 7 voor meer informatie hierover.
Wij raden u aan het automatische installatieprogramma te gebruiken. U vindt dit op de cd-rom die met de printer geleverd werd. Dit programma helpt u de printer op eenvoudige wijze op het netwerk aan te sluiten en de netwerksoftware en printerdriver te installeren, die u nodig hebt om de netwerkconfiguratie te voltooien. De instructies op het scherm leiden u door de juiste procedures, zodat u de netwerkprinter van Brother snel kunt gaan gebruiken. Volg de instructies in de meegeleverde installatiehandleiding.
Wilt u de printer configureren zonder het automatische installatieprogramma, lees dan dit hoofdstuk om uit te vinden hoe u de TCP/IP-gegevens moet configureren. Daarna kunt u in Hoofdstuk 3, Hoofdstuk 4, Hoofdstuk 5 en Hoofdstuk 6 opzoeken hoe u de netwerksoftware en de printerdriver moet installeren onder het besturingssysteem dat op uw computer draait.
2

IP-adressen, subnetmaskers en gateways

Als u de printer in een genetwerkte TCP/IP-omgeving wilt gebruiken, moet u het IP-adres en het subnetmasker configureren. Het IP-adres dat u toewijst aan de afdrukserver, moet zich op hetzelfde logische netwerk bevinden als uw hostcomputers. Is dit niet het geval, dan moeten het subnetmasker en gateway-adres worden geconfigureerd.

IP-adres

Een IP-adres is een reeks cijfers die elke computer identificeert die op het netwerk is aangesloten. Een IP-adres bestaat uit vier nummers die door punten van elkaar worden gescheiden. Elk nummer ligt tussen de 0 en 255.
Bijvoorbeeld: in een klein netwerk stelt u IP-adressen in door het laatste nummer te wijzigen.
192.168.1.1
, 192.168.1.2, 192.168.1.3
2 - 1
De netwerkprinter configureren
Hoe het IP-adres aan de afdrukserver wordt toegewezen:
Als u een DHCP/BOOTP/RARP-server in uw netwerk hebt (doorgaans een Unix®/Linux- of Windows® 2000/XP-netwerk), zal de afdrukserver het IP-adres automatisch via de DHCP-server ontvangen en de naam registreren bij een met RFC 1001 en 1002 compatibele dynamische naamservice.
Opmerking
Op kleinere netwerken kan de DHCP-server de router zijn.
Raadpleeg DHCP gebruiken voor het configureren van het IP-adres op pagina A-1, BOOTP gebruiken voor het configureren van het IP-adres op pagina A-2 en RARP gebruiken voor het configureren van het IP-adres op pagina A-2 voor meer informatie over DHCP, BOOTP en RARP.
Als er geen DHCP/BOOTP/RARP-server beschikbaar is, zal het APIPA-protocol automatisch een IP-adres binnen het bereik 169.254.1.0 t/m 169.254.254.255 toewijzen. Raadpleeg APIPA gebruiken voor het configureren van het IP-adres op pagina A-3 voor meer informatie over APIPA.
Wanneer het APIPA-protocol is uitgeschakeld, is het standaard IP-adres voor een afdrukserver van Brother
192.0.0.192. U kunt dit IP-adres echter gemakkelijk wijzigen, zodat het overeenkomt met de IP-adresgegevens van uw netwerk. Raadpleeg Het IP-adres en subnetmasker instellen op pagina 2-3 voor informatie over het wijzigen van het IP-adres.
2

Subnetmasker

Subnetmaskers beperken de netwerkcommunicatie.
Bijvoorbeeld: PC1 kan communiceren met PC2
PC1 IP-adres: 192.168.1.2 Subnetmasker: 255.255.255.0
PC2 IP-adres: 192.168.1.3 Subnetmasker: 255.255.255.0
Opmerking
0 betekent dat er geen limiet bestaat voor communicatie op dit deel van het adres.
In het bovenstaande voorbeeld kunnen we communiceren met alle apparaten die een IP-adres hebben dat begint met 92.168.1.X
2 - 2
De netwerkprinter configureren

Gateway (en router)

Een gateway is een netwerkpunt dat fungeert als een ingang naar een ander netwerk en dat gegevens die via het netwerk worden doorgegeven naar de juiste bestemming stuurt. De router weet waarheen gegevens die via de gateway binnenkwamen, geleid moeten worden. Als een bestemming zich op een extern netwerk bevindt, geeft de router gegevens aan het externe netwerk door. Wanneer uw netwerk met andere netwerken communiceert, zult u wellicht ook het IP-adres van de gateway moeten configureren. Als u het IP-adres van de gateway niet kent, kunt u dit bij uw netwerkbeheerder opvragen.

Het IP-adres en subnetmasker instellen

BRAdmin Professional gebruiken om uw machine voor een netwerk te configureren (alleen voor Windows®)

2
BRAdmin Professional
BRAdmin Professional is bedoeld om u te helpen met het beheren van de Brother-printers die in een TCP/IP-omgeving op het netwerk zijn aangesloten.
De printer configureren met BRAdmin Professional
Opmerking
Gebruik de versie van BRAdmin Professional die staat op de cd-rom die met het product van Brother werd geleverd. U kunt de meest recente versie van Brother BRAdmin Professional downloaden van http://solutions.brother.com
Als u persoonlijke firewallsoftware gebruikt (bijvoorbeeld de firewall voor internetverbindingen in Windows afdrukken, moet u de persoonlijke firewall weer activeren.
Naam van knooppunt: de knooppuntnaam is te vinden in BRAdmin Professional. De standaardknooppuntnaam is "BRN_xxxxxx" ("xxxxxx" zijn de laatste zes cijfers van het Ethernetadres).
Het standaardwachtwoord voor afdrukservers van Brother is access.
1
Start BRAdmin Professional (onder Windows® 95/98/Me, Windows NT® 4.0 en Windows® 2000/XP) door te klikken op Start / Programma's / Brother Administrator Utilities / Brother BRAdmin Professional Utilities / BRAdmin Professional.
®
XP), moet u controleren dat de firewall is uitgeschakeld. Wanneer u zeker weet dat u kunt
. Dit programma is alleen bedoeld voor Windows®.
2
Selecteer TCP/IP in het linkerframe van het hoofdvenster van BRAdmin.
2 - 3
De netwerkprinter configureren
3
Selecteer Actieve apparaten zoeken in het menu Apparaten. BRAdmin Professional zoekt automatisch naar nieuwe apparaten.
Opmerking
Als de afdrukserver is ingesteld op de standaardinstellingen en er geen DHCP/BOOTP/RARP-server wordt gebruikt, wordt het apparaat op het scherm van BRAdmin Professional weergegeven als APIPA.
U kunt de knooppuntnaam en het Ethernetadres (Adres van knooppunt hierboven) vinden door de printerconfiguratiepagina af te drukken. Raadpleeg De pagina met printerinstellingen afdrukken op pagina 7-6 voor informatie over het op de afdrukserver afdrukken van de configuratiepagina.
2
4
Dubbelklik op het niet-geconfigureerde apparaat.
5
Voer het IP-adres, het subnetmasker en de gateway (indien gewenst) van uw afdrukserver in.
6
Klik op OK.
7
Als het IP-adres op juiste wijze is geprogrammeerd, zal de afdrukserver van Brother in de lijst van apparaten staan.

Het bedieningspaneel gebruiken om de machine voor een netwerk te configureren (voor de HL-5270DN)

U kunt de netwerkprinter configureren met het menu Netwerk van het bedieningspaneel. Raadpleeg Instellen via het bedieningspaneel op pagina 7-1.

De netwerkprinter via andere methoden configureren

U kunt de netwerkprinter ook met andere methoden configureren. Raadpleeg Andere manieren om het IP-adres in te stellen (voor geavanceerde gebruikers en beheerders) op pagina A-1.
2 - 4
De netwerkprinter configureren

De instellingen van de afdrukserver wijzigen

BRAdmin Professional gebruiken om de instellingen van de afdrukserver te wijzigen (alleen voor Windows®)

1
Start BRAdmin Professional (onder Windows® 95/98/Me, Windows NT® 4.0 en Windows® 2000/XP) door te klikken op Start / Programma's / Brother Administrator Utilities / Brother BRAdmin Professional Utilities / BRAdmin Professional.
2
Selecteer TCP/IP in het linkerframe van het hoofdvenster van BRAdmin.
3
Selecteer de afdrukserver die u wilt configureren in het rechterframe van het hoofdvenster van BRAdmin.
4
Selecteer in het menu Besturing de optie Afdrukserver configureren.
5
Voer een wachtwoord in. Het standaardwachtwoord is access.
2
6
U kunt de instellingen van de afdrukserver nu wijzigen.

Het bedieningspaneel gebruiken om de instellingen van de afdrukserver te wijzigen (voor de HL-5270DN)

U kunt de instellingen van de afdrukserver configureren en wijzigen via het menu NETWERK van het bedieningspaneel. Raadpleeg Instellen via het bedieningspaneel op pagina 7-1.
2 - 5
De netwerkprinter configureren

HTTP (webbrowser) gebruiken om de instellingen van de afdrukserver te wijzigen

Wanneer u de instellingen van de afdrukserver wilt wijzigen met HTTP (Hyper Text Transfer Protocol), kunt u een standaard webbrowser gebruiken (wij raden Microsoft Internet Explorer versie 6.0 of recenter, of Netscape afdrukserver zijn toegewezen.
1
Als u het HOSTS-bestand op uw computer hebt bijgewerkt of een domeinnaamsysteem gebruikt, dan mag u hier ook de DNS-naam van de afdrukserver invoeren. Aangezien de afdrukserver zowel TCP/IP- als NetBIOS-namen ondersteunt, mag u ook de NetBIOS-naam van de afdrukserver invoeren. De NetBIOS-naam kunt u vinden door de pagina met printerinstellingen af te drukken. De toegewezen NetBIOS-naam bestaat uit de eerste 15 tekens van de knooppuntnaam en standaard wordt deze weergegeven als BRN_xxxxxx, waar xxxxxx de laatste zes cijfers van het Ethernetadres zijn.
®
versie 7.1 of recenter aan). Als u een webbrowser wilt gebruiken, moet er een IP-adres aan de
Typ http://printer_ip_adres/ in uw browser (waar printer_ip_adres het IP-adres of de naam van de afdrukserver is).
Bijvoorbeeld: http://192.168.1.2/ (als het IP-adres van de printer 192.168.1.2 is).
Opmerking
2
2
Klik op Netwerkconfiguratie.
3
Voer een gebruikersnaam en wachtwoord in. De gebruikersnaam is admin en het standaardwachtwoord is access.
4
Klik op OK.
5
Klik op TCP/IP configureren.
6
U kunt de instellingen van de afdrukserver nu wijzigen.
2 - 6
3

Afdrukken via een netwerk onder Windows®: standaard peer-to-peer afdrukken via TCP/IP

Overzicht

Als u Windows® gebruikt en wilt afdrukken met gebruikmaking van het TCP/IP-protocol in een peer-to-peer omgeving, dan moet u de instructies in dit hoofdstuk volgen. Dit hoofdstuk legt uit hoe u de netwerksoftware en de printerdriver moet installeren, die u nodig hebt om met deze netwerkprinter af te drukken.
Opmerking
Zorg dat u een IP-adres op de printer hebt geconfigureerd alvorens u de instructies in dit hoofdstuk uitvoert. Raadpleeg hoofdstuk 2 als u dat nog niet gedaan hebt.
Controleer dat de hostcomputer en de afdrukserver zich ofwel op hetzelfde subnet bevinden, of dat de router foutloos is geconfigureerd, zodat gegevensuitwisseling tussen deze twee apparaten mogelijk is.
Het standaardwachtwoord voor afdrukservers van Brother is access.

Bij gebruik van Windows® 2000/XP

Windows® 2000/XP-systemen installeren standaard alle software die u nodig hebt om af te drukken. Dit hoofdstuk beschrijft de meest gebruikte configuratie, namelijk afdrukken via de standaard TCP/IP-poort. Onder Windows
via internet onder Windows
®
2000/XP kan met het IPP-protocol ook via internet worden afgedrukt. Raadpleeg Afdrukken
®
op pagina 5-1 voor meer informatie hierover.
3
Ga naar Printerdriver is reeds geïnstalleerd op pagina 3-2 als u de printerdriver reeds hebt geïnstalleerd.

De standaard TCP/IP-poort configureren

Printerdriver is nog niet geïnstalleerd
1
Voor Windows® XP: klik op Start en selecteer Printers en faxapparaten. Voor Windows
2
Voor Windows® XP: klik op Printer toevoegen. De Wizard Printer toevoegen wordt opgestart. Voor Windows te activeren.
3
Klik op Volgende wanneer het welkomscherm van de wizard wordt weergegeven.
4
Selecteer de optie
5
Klik op Volgende.
6
Vervolgens dient u de juiste poort te selecteren waarmee afdrukken over het netwerk mogelijk is. Selecteer Een nieuwe poort maken en kies Standaard TCP/IP-poort.
®
2000: klik op Start, selecteer Instellingen en ga naar Printers.
®
2000: dubbelklik op het pictogram Printer toevoegen om de wizard Printer toevoegen
Lokale printer
en schakel de optie
Plug & play printer automatisch waarnemen
uit.
3 - 1
Afdrukken via een netwerk onder Windows®: standaard peer-to-peer afdrukken via TCP/IP
7
Klik op Volgende.
8
De wizard Standaard TCP/IP-poort toevoegen verschijnt. Klik op Volgende.
9
Typ het IP-adres of de naam van de afdrukserver die u wilt configureren. De wizard vult de poortnaam automatisch voor u in.
10
Klik op Volgende.
11
Windows® 2000/XP zal nu contact maken met de printer die u hebt gespecificeerd. Als u een verkeerd IP-adres of een verkeerde naam hebt opgegeven, verschijnt er een foutmelding.
12
Klik op Voltooien om de wizard af te sluiten.
13
Nu u de poort hebt geconfigureerd, moet u aangeven welke printerdriver u wilt gebruiken. Selecteer de gewenste driver in de lijst van ondersteunde printers. Als u een driver gebruikt die met de printer op cd-rom werd meegeleverd, selecteert u de optie Diskette om naar de cd-rom te bladeren.
14
Selecteer bijvoorbeeld de map “X:\Driver\PCL\WIN2K_XP\uw taal” (waar X de letter is die het betreffende station aanduidt). Klik op Openen en klik vervolgens op OK. Selecteer uw printermodel en klik op Volgende.
3
15
Geef een naam op en klik op Volgende.
16
Als u de printer wilt delen, voert u de gemeenschappelijke naam in en klikt u op Volgende.
17
Klik op Voltooien om de wizard af te sluiten.
Printerdriver is reeds geïnstalleerd
Als u al een printerdriver hebt geïnstalleerd en deze wilt configureren om af te drukken via een netwerk, volgt u deze procedure:
1
Selecteer de printerdriver die u wilt configureren.
2
Selecteer Bestand en kies vervolgens Eigenschappen.
3
Klik op het tabblad Poorten en klik op Poort toevoegen.
4
Selecteer de poort die u wilt gebruiken. Doorgaans is dit de Standaard TCP/IP-poort. Klik vervolgens
op de knop Nieuwe poort....
5
De wizard Standaard TCP/IP-poort toevoegen verschijnt. Volg stap 8 t/m 12 in Printerdriver is nog niet geïnstalleerd op pagina 3-1.
3 - 2
Loading...
+ 46 hidden pages