Brother HL-4000CN User's Guide

Brother kleurenlaserprinter
HLL--44000000CCNN
H
GEBRUIKERSHANDLEIDING
Lees deze handleiding a.u.b. aandachtig door voordat u de printer gaat gebruiken. U kunt de handleiding op de cd-rom bekijken of afdrukken. Bewaart u deze cd-rom op een veilige plaats, zodat u hem wanneer nodig snel even kunt raadplegen.
Op het Brother Solutions Center ( informatie over deze printer. Download de meest recente drivers en hulpprogramma’s voor uw printers, lees de veelgestelde vragen en de tips voor het oplossen van problemen, of raadpleeg 'Solutions' en 'Customer Education' voor speciale informatie over het afdrukken met deze printer.
http://solutions.brother.com
) vindt u alle benodigde
Version 2
i
Brother laserprinter HL-4000CN serie Gebruikershandleiding
(Alleen voor de VS & CANADA)
IMPORTANT INFORMATION: For technical and operational assistance, you must call the country where you purchased the printer. Calls must be made from within that country.
In USA: 1-800-276-7746
In Canada: 1-800-853-6660 514-685-6464 (In Montreal)
If you have comments or suggestions, please write us at:
In USA: Printer Customer Support Brother International Corporation 15 Musick Irvine, CA 92618
In Canada: Brother International Corporation (Canada), Ltd.
- Marketing Dept. 1, rue Hôtel de Ville Dollard-des-Ormeaux, PQ, Canada H9B 3H6
FAX-BACK SYSTEM
Brother Customer Service has installed an easy to use fax-back system so you can get instant answers to common technical questions and product information for all Brother products. This is available 24 hours a day, 7 days a week. You can use the system to send the information to any fax machine, not just the one from which you are calling.
Call and follow the voice prompts to receive faxed instructions on how to use the system and your index of fax-back subjects.
In USA: 1-800-521-2846
In Canada: 1-800-685-5381
1-514-685-5381 (In Montreal)
DEALERS/SERVICE CENTERS (USA Only)
For the name of an authorized dealer or service center, call 1-800-284-4357.
SERVICE CENTERS (Canada Only)
For service center addresses in Canada, call 1-800-853-6660
INTERNET-ADRESSEN
Brother's wereldwijde website: http://www.brother.com
Voor veelgehoorde vragen, productondersteuning en technische vragen, en updates voor drivers:
http://solutions.brother.com
(Alleen voor de VS) For Brother Accessories & Supplies: http://www.brothermall.com
ii
Handelsmerken
Samenstelling en publicatie
Als u de printer moet vervoeren, is het raadzaam om hem zorgvuldig te verpakken; dit om eventuele beschadiging van het apparaat te voorkomen. Wij adviseren u om het originele verpakkingsmateriaal te bewaren. Zorg er bovendien voor dat de printer tijdens vervoer voldoende verzekerd is.
Brother is een gedeponeerd handelsmerk van Brother Industries, Ltd.
Apple en LaserWriter zijn gedeponeerde handelsmerken, en TrueType is een handelsmerk van Apple Computer, Inc. Centronics is een handelsmerk van Genicom Corporation. Hewlett-Packard, HP, PCL 6 en PCL zijn wettig gedeponeerde handelsmerken van Hewlett-Packard Company. PostScript is een gedeponeerd handelsmerk van Adobe Systems Incorporated. Deze printer is uitgerust met UFST en Micro Type van Agfa Division. De PANTONE kleuren die door de HL-4000CN worden gegenereerd, zijn kleursimulaties met vier en/of drie kleuren en komen wellicht niet precies overeen met de door PANTONE geïdentificeerde vaste kleurnormen. Gebruik de meest recente PANTONE kleurengidsen als u nauwkeurige kleuren wenst. De PANTONE kleursimulaties zijn op dit product uitsluitend mogelijk indien gegenereerd met door Pantone gelicentieerde softwarepakketten. Neem contact op met Pantone Inc. voor een recente lijst van bevoegde licentiehouders. Alle handelsmerken hierin vermeld zijn het eigendom van Brother Industries, Ltd. PANTONE
®
en andere
Pantone, Inc. handelsmerken zijn het eigendom van Pantone, Inc. ©Pantone, Inc., 1988
ENERGY STAR is een merk dat in de VS geregistreerd is.
Alle andere merknamen en productnamen die in deze handleiding worden gebruikt, zijn gedeponeerde handelsmerken of handelsmerken van de desbetreffende bedrijven.
Deze handleiding is samengesteld en gepubliceerd onder supervisie van Brother Industries, Ltd. De nieuwste productgegevens en specificaties zijn in deze handleiding verwerkt.
De inhoud van deze handleiding en de specificaties van het product kunnen zonder voorafgaande kennisgeving worden gewijzigd.
Brother behoudt zich het recht voor om de specificaties en de inhoud van deze handleiding zonder voorafgaande kennisgeving te wijzigen. Brother is niet verantwoordelijk voor enige schade, met inbegrip van gevolgschade, voortvloeiend uit het gebruik van deze handleiding of de daarin beschreven producten, inclusief maar niet beperkt tot zetfouten en andere fouten in deze publicatie.
©2002 Brother Industries Ltd.
Vervoer van de printer
iii
RREEG
GUULLEERRIINN
GEENN
G
Opmerkingen inzake elektronische emissie
Federal Communications Commission(FCC) Declaration of Conformity (alleen voor de VS)
Responsible Party: Brother International Corporation 100 Somerset Corporate Boulevard Bridgewater, NJ 08807-0911, USA TEL: (908) 704-1700
declares, that the products
Product Name: Brother Laser Printer HL-4000CN Model Number: HL-4000CN Product Options : ALL
complies with Part 15 of the FCC Rules. Operation is subject to the following two conditions: (1) This device may not cause harmful interference, and (2) this device must accept any interference received, including interference that may cause undesired operation.
This equipment has been tested and found to comply with the limits for a Class B digital device, pursuant to Part 15 of the FCC Rules. These limits are designed to provide reasonable protection against harmful interference in a residential installation. This equipment generates, uses, and can radiate radio frequency energy and, if not installed and used in accordance with the instructions, may cause harmful interference to radio communications. However, there is no guarantee that interference will not occur in a particular installation. If this equipment does cause harmful interference to radio or television reception, which can be determined by turning the equipment off and on, the user is encouraged to try to correct the interference by one or more of the following measures:
- Adjust relocate the receiving antenna.
- Increase the distance between the equipment and the receiver.
- Connect the equipment to a socket on a circuit different from that which the receiver is already connected.
- Consult the dealer or an experienced radio/TV technician for help.
Important
A shielded interface cable should be used in order to ensure compliance with the limits for a Class B digital device. Changes or modifications not expressly approved by Brother Industries, Ltd. could void the user’s authority to operate the equipment.
iv
Industry Canada Compliance Statement (alleen voor Canada)
This Class B digital apparatus complies with Canadian ICES-003. Cet appareil numérique de la classe B est conforme à la norme NMB-003 du Canada.
v
“EC”Declaration of Conformity
Manufacturer Brother Industries Ltd., 15-1, Naeshiro-cho, Mizuho-ku, Nagoya 467-8561, Japan
Herewith declare that:
Products description : Laser Printer Product Name : HL-4000CN
is in conformity with provisions of the Directives applied : Low Voltage Directive 73/23/EEC (as amended by 93/68/EEC) and the Electromagnetic Compatibility Directive 89/336/EEC ( as amended by 91/263/EEC and 92/31/EEC and 93/68/EEC).
Standards applied :
Harmonized :
EMC : EN55022:1998 Class B EN55024:1998 EN61000-3-2:1995 + A1:1998 + A2:1998 EN61000-3-3:1995
Year in which CE marking was First affixed
Issued by
Date
Place
: Nagoya, Japan
Signature
Safety : EN60950:1992 + A1:1993 + A2:1993 + A3:1995 + A4:1997 + A11:1997
: 2001
: Brother Industries, Ltd.
: 19 November, 2001
:
Manager Quality Audit Group Quality Management Dept. Information & Document Company
Kazuhiro Dejima
vi
““““EC””””Conformiteitsverklaring
Producent Brother Industries, Ltd., 15-1, Naeshiro-cho, Mizuho-ku, Nagoya 467-8561, Japan
Verklaren hierbij dat:
Omschrijving van product : Laserprinter Productnaam : HL-4000CN
voldoet aan de bepalingen in de van toepassing zijnde directieven: het directief inzake Lage Spanning 73/23/EEC (zoals geamendeerd door 93/68/EEC) en het directief inzake Elektromagnetische Compatibiliteit 89/336/EEC (zoals geamendeerd door 91/263/EEC en 92/31/EEC en 93/68/EEC).
Toegepaste normen:
Geharmoniseerd: Veiligheid : EN60950:1992 + A1:1993 + A2:1993 + A3:1995 + A4:1997 + A11:1997
EMC : EN55022:1998 Klasse B EN55024:1998 EN61000-3-2:1995 + A1:1998 + A2:1998 EN61000-3-3:1995
Jaar waarin CE-certificatie voor het eerst was toegekend: 2001
Uitgegeven door : Brother Industries, Ltd.
Datum : 19 november 2001
Plaats : Nagoya, Japan
vii
p
Naleving van de bepalingen van het internationale ENERGY STAR®­programma
NERGY STAR
E Het doel van het internationale E
®
is een merk dat in de VS geregistreerd is.
NERGY STAR
®
-programma is het wereldwijd bevorderen van de ontwikkeling en het gebruik van energiebesparende kantoorapparatuur. Brother Industries, Ltd. is een partner in het E product voldoet aan de richtlijnen van E
NERGY STAR
NERGY STAR
®
®
-programma en verklaart dat dit
inzake energiebesparing.
Opmerkingen over laserstraling
Laser Safety (alleen voor modellen van 120 volt)
This printer is certified as a Class I laser product under the U.S. Department of Health and Human Services (DHHS) Radiation Performance Standard according to the Radiation Control for Health and Safety Act of 1968. This means that the printer does not produce hazardous laser radiation.
Since radiation emitted inside the printer is completely confined within protective housings and external covers, the laser beam cannot escape from the machine during any phase of user operation. Deze machine bevat echter GaAIAs laserdiodes van 5­milliwat, met een golflengte van 700–800 nanometer. Direct (of indirect gereflecteerd) oogcontact met de laserstraal kan het oog ernstig beschadigen. Veiligheidsmaatregelen en vergrendelingsmechanismen zijn bedoeld ter voorkoming van enige blootstelling van de gebruiker aan laserstraling.
FDA Regulations (alleen voor modellen van 120 volt)
U.S. Food and Drug Administration (FDA) has implemented regulations for laser products manufactured on and after August 2, 1976. Compliance is mandatory for products marketed in the United States. The label shown on the back of the printer indicates compliance with the FDA regulations and must be attached to laser products marketed in the United States.
MANUFACTURED: BROTHER INDUSTRIES, LTD. 15-1 Naeshiro-cho, Mizuho-ku, Nagoya, 467-8561 Japan This product complies with FDA radiation performance standards, 21 CFR Subcha
Let op: Wanneer de bediening, afstelling of procedures niet nauwkeurig zoals in deze
ter J.
handleiding beschreven uitgevoerd worden, wordt u mogelijk blootgesteld aan gevaarlijke straling.
viii
IEC 60825 specificatie (alleen voor modellen van 220-240 volt)
Deze printer is een laserproduct van klasse 1, zoals uiteengezet in de specificaties van IEC
60825. De printer is in de landen waar dit vereist is, voorzien van onderstaand etiket.
CLASS 1LASER PRODUCT APPAREIL Å LASER DE CLASSE 1 LASER KLASSE 1 PRODUKT
Deze printer is uitgerust met een Klasse 3B laserdiode die onzichtbare laserstraling afgeeft in de scanner
Let op: Wanneer de bediening, afstelling of procedures niet nauwkeurig zoals in deze
handleiding beschreven uitgevoerd worden, wordt u mogelijk blootgesteld aan gevaarlijke straling.
Voor Finland en Zweden LUOKAN 1 LASERLAITE KLASS 1 LASER APPARAT
Varoitus! Laitteen käyttäminen muulla kuin tässä käyttöohjeessa mainitulla tavalla saattaa altistaa käyttäjän turvallisuusluokan 1 ylittävälle näkymättömälle lasersäteilylle. Varning – Om apparaten används på annat sätt än i denna Bruksanvisning specificerats, kan användaren utsättas för osynlig laserstrålning, som överskrider gränsen för laserklass 1.
. De scanner mag onder geen beding worden geopend.
Interne laserstraling
Max. stralingsvermogen 10 mW Golflengte 770 nm-808 nm Laserklasse Klasse IIIb (in overeenstemming met 21 CFR Part 1040.10) Klasse 3B (in overeenstemming met IEC60825)
ix
Veiligheidsinformatie
BELANGRIJK - Voor uw eigen veiligheid
Voor een veilige werking moet de meegeleverde geaarde stekker in een normaal geaard stopcontact worden gestoken dat via het huishoudelijk net geaard is.
Gebruik met dit apparaat nooit een verlengsnoer. Als het gebruik van een verlengsnoer onvermijdelijk is, mag u alleen een daarvoor geschikt verlengsnoer met de juiste bedrading en een geschikte stekker gebruiken, zodat een goede aarding verzekerd is. Verlengsnoeren met de verkeerde bedrading kunnen persoonlijke ongelukken veroorzaken en de apparatuur beschadigen.
Het feit dat dit apparaat naar tevredenheid werkt, betekent niet per se dat de voeding is geaard en dat de installatie volkomen veilig is. Voor uw eigen veiligheid raden wij u aan om in twijfelgevallen altijd een bevoegd elektricien te raadplegen.
Let op
Het uitvoeren van handelingen en/of aanpassingen of het volgen van procedures anders dan die welke in deze handleiding worden beschreven, kan blootstelling aan gevaarlijke straling tot gevolg hebben.
De voeding van het apparaat afsluiten
Deze printer moet in de buurt van een makkelijk toegankelijk stopcontact worden geïnstalleerd. In noodgevallen moet het netsnoer uit het stopcontact worden getrokken, zodat de netvoeding van de printer volledig is afgesloten.
Waarschuwing m.b.t. batterijen
De batterij mag niet worden vervangen. Als de batterij op onjuiste wijze wordt vervangen, kan dit explosiegevaar opleveren. Do not disassemble, recharge or dispose of in a fire. Verbruikte batterijen moeten in overeenstemming met plaatselijk geldende reguleringen worden weggeworpen.
Opmerking / Oplaadbare Batterij Recycle Informatie (alleen voor Nederland)
Bij dit product zijn batterijen geleverd. Wanneer deze leeg zijn, moet u ze niet weggooien maar inleveren als Klein Chemisch Afval.
Geräuschemission / Acoustic Noise Emission (alleen voor Duitsland)
Lpa < 70 dB (A) DIN 45635-19-01-KL2
IT power system (alleen voor Noorwegen)
This product is also designed for IT power system with Phase to phase voltage 230V.
Aansluiting op een LAN
Let op: Dit product moet worden aangesloten op een LAN-aansluiting die niet aan overspanning onderhevig is.
x
Wiring Information (alleen voor het V.K.)
Important
If the mains plug supplied with this printer is not suitable for your socket outlet, remove the plug from the mains cord and fit an appropriate three pin plug. If the replacement plug is intended to take a fuse then fit the same rating fuse as the original.
If a moulded plug is severed from the mains cord then it should be destroyed because a plug with cut wires is dangerous if engaged in a live socket outlet. Do not leave it where a child might find it!
In the event of replacing the plug fuse, fit a fuse approved by ASTA to BS1362 with the same rating as the original fuse.
Always replace the fuse cover. Never use a plug with the cover removed.
WARNING - THIS PRINTER MUST BE PROPERLY EARTHED.
The wires in the mains cord are colored in accordance with the following code:
Green and yellow: Earth Blue: Neutral Brown: Live
The colors of the wires in the main lead of this printer may not correspond with the colored markings identifying the terminals in your plug.
If you need to fit a different plug, proceed as follows.
Remove a length of the cord outer sheath, taking care not to damage the colored insulation of the wires inside.
Cut each of the three wires to the appropriate length. If the construction of the plug permits, leave the green and yellow wire longer than the others so that, in the event that the cord is pulled out of the plug, the green and yellow wire will be the last to disconnect.
Remove a short section of the colored insulation to expose the wires.
The wire which is colored green and yellow must be connected to the terminal in the plug which is marked with the letter “E” or by the safety earth symbol and yellow.
The wire which is colored blue must be connected to the terminal which is marked with the letter “N” or colored black or blue.
The wire which is colored brown must be connected to the terminal which is marked with the letter “L” or colored red or brown.
The outer sheath of the cord must be secured inside the plug. The colored wires should not hang out of the plug.
or colored green or green
xi
IInnlleeiiddiinngg
Dank u voor de aanschaf van de HL-4000CN. Deze handleiding bevat belangrijke informatie over de werking van de printer en de voorzorgsmaatregelen die getroffen moeten worden. Voor een efficiënt gebruik van de printer raden wij u aan om deze handleiding te lezen alvorens de printer in gebruik te nemen. Bewaart u deze handleiding nadat u haar hebt gelezen op een veilige plaats. Als u vergeet hoe u bepaalde handelingen moet uitvoeren of bij problemen, kunt u de handleiding naslaan.
Deze handleiding is geschreven voor mensen die vertrouwd zijn met het gebruik van personal computers, besturingssystemen en software die compatibel zijn met deze printer. Voor nadere informatie en instructies over het gebruik daarvan, verwijzen wij u naar de documentatie van de door u gebruikte software en hardware.
Brother Industries Ltd.
xii
IInnhhoouuddssooppggaavvee
REGULERINGEN ...........................................................................................................................iv
Inleiding........................................................................................................................................... xii
Inhoudsopgave ............................................................................................................................... xiii
Gebruik van deze handleiding.......................................................................................................xix
Terminologie en symbolen in deze handleiding.....................................................................................................xix
 Verklarende woordenlijst......................................................................................................................xix
 Symbolen ...............................................................................................................................................xx
Veiligheidsmaatregelen ..................................................................................................................xxi
HOOFDSTUK 1 INSTELLINGEN VAN HET PRINTERSYSTEEM..................................... 1-1
1.1 Kleurregistratie afstellen....................................................................................................... 1-1
 Het kleurregistratieschema afdrukken.................................................................................................. 1-1
 Waarden bepalen.................................................................................................................................. 1-3
 Waarden invoeren ................................................................................................................................ 1-3
1.2 De printer op een netwerk configureren ............................................................................. 1-5
1.2.1 Een IP-adres instellen ...................................................................................................................................1-5
 De methode voor het opvragen van een IP-adres op ‘Paneel’ instellen ............................................... 1-6
 Het IP-adres instellen........................................................................................................................... 1-8
 Het subnetmasker instellen .................................................................................................................. 1-9
 Het gateway-adres instellen ............................................................................................................... 1-10
1.2.2 Protocollen instellen ...................................................................................................................................1-11
Protocolinstellingen wijzigen................................................................................................................... 1-12
1.2.3 Instellingen bevestigen ...............................................................................................................................1-14
HOOFDSTUK 2 DE PRINTER DRIVER INSTALLEREN..................................................... 2-1
2.1 De printer driver installeren (Windows)........................................................................... 2-1
2.1.1 De printer driver installeren..........................................................................................................................2-1
2.1.2 De printer driver upgraden............................................................................................................................2-1
2.2 De printer driver installeren (Macintosh)......................................................................... 2-3
2.2.1 De printer driver installeren..........................................................................................................................2-3
2.2.2 De printer driver upgraden............................................................................................................................2-3
HOOFDSTUK 3 BASISBEWERKINGEN MET DE PRINTER ............................................. 3-1
3.1 Naam en functie van printeronderdelen.............................................................................. 3-1
 Vooraanzicht ........................................................................................................................................ 3-1
 Achteraanzicht ..................................................................................................................................... 3-2
 Binnen in de printer.............................................................................................................................. 3-3
3.2 De printer aan- en uitzetten.................................................................................................. 3-4
3.2.1 De printer aanzetten......................................................................................................................................3-4
xiii
3.2.2 De printer uitzetten .......................................................................................................................................3-5
3.3 Via een computer afdrukken................................................................................................ 3-6
3.3.1 In Windows...................................................................................................................................................3-6
 Via een computerprogramma afdrukken.............................................................................................. 3-6
 De standaard afdrukfuncties wijzigen.................................................................................................. 3-7
3.3.2 Met een Macintosh-computer .......................................................................................................................3-9
3.4 Help gebruiken..................................................................................................................... 3-10
3.4.1 Windows Help raadplegen..........................................................................................................................3-11
 Als u Help wilt raadplegen, opent u eerst het dialoogvenster Eigenschappen en
selecteert u het tabblad met de betreffende optie...............................................................................3-11
3.4.2 De ballon met Help raadplegen op een Macintosh .....................................................................................3-12
3.5 Het afdrukken annuleren.................................................................................................... 3-13
3.5.1 Het afdrukken op de computer annuleren...................................................................................................3-13
 In Windows........................................................................................................................................ 3-13
 Op een Macintosh-computer.............................................................................................................. 3-14
3.5.2 Het afdrukken via het bedieningspaneel annuleren ....................................................................................3-15
3.6 De configuratie voor toebehoren wijzigen......................................................................... 3-16
3.6.1 In Windows.................................................................................................................................................3-17
3.6.2 Op een Macintosh-computer.......................................................................................................................3-18
3.7 Op enveloppen, transparanten en papier van afwijkend formaat
(Lang) afdrukken................................................................................................................. 3-19
3.7.1 Op enveloppen afdrukken...........................................................................................................................3-19
 Instellingen in de printer driver (voor enveloppen)............................................................................ 3-20
3.7.2 Op transparanten afdrukken........................................................................................................................3-22
 Instellingen in de printer driver (voor transparanten)......................................................................... 3-23
3.7.3 Op papier van afwijkend formaat afdrukken ..............................................................................................3-24
 Een afwijkend formaat instellen......................................................................................................... 3-24
 Afdrukken .......................................................................................................................................... 3-25
 Instellingen in de printer driver (voor papier van afwijkend formaat (lang papier)).......................... 3-26
3.8 Tweezijdig afdrukken (duplex) .......................................................................................... 3-27
 Verschillende soorten duplexdruk...................................................................................................... 3-27
3.8.1 Tweezijdig afdrukken (duplex)...................................................................................................................3-28
 Instellingen in de printer driver (voor tweezijdig afdrukken op normaal papier)............................... 3-28
 Instellingen in de printer driver (voor afdrukken op de achterkant van speciaal papier) ................... 3-29
HOOFDSTUK 4 PAPIER PLAATSEN EN GESCHIKTE PAPIERSOORTEN..................... 4-1
4.1 Geschikte en ongeschikte papiersoorten.............................................................................. 4-1
4.1.1 Geschikte papiersoorten................................................................................................................................4-1
 Geschikt basisgewicht.......................................................................................................................... 4-1
 Aanbevolen papiersoorten.................................................................................................................... 4-2
 Speciaal papier..................................................................................................................................... 4-2
 Papierladen, -soorten en -formaten ...................................................................................................... 4-4
 Papiersoorten en -afmetingen voor tweezijdig afdrukken.................................................................... 4-5
4.1.2 Ongeschikte papiersoorten............................................................................................................................4-6
4.1.3 Papier opslaan...............................................................................................................................................4-7
4.2 Papier plaatsen....................................................................................................................... 4-8
4.2.1 Papier in de papierlade plaatsen....................................................................................................................4-8
4.2.2 A5-papier in de papierlade plaatsen / I.p.v. A5 een ander papierformaat gebruiken ..................................4-12
 A5-papier plaatsen ............................................................................................................................. 4-12
xiv
 I.p.v. A-5 een ander papierformaat gebruiken....................................................................................4-15
4.2.3 Papier in de multifunctionele lade plaatsen ................................................................................................4-19
HOOFDSTUK 5 BEDIENINGSPANEEL................................................................................... 5-1
5.1 Functies van bedieningspaneel ............................................................................................. 5-1
5.1.1 LED’s............................................................................................................................................................5-2
5.1.2 LCD-scherm .................................................................................................................................................5-3
 Het afdrukscherm................................................................................................................................. 5-3
 Het menuscherm .................................................................................................................................. 5-3
5.1.3 Toetsen..........................................................................................................................................................5-4
5.2 Algemene bewerkingen in het menu .................................................................................... 5-5
5.2.1 Menustructuur en algemene bewerkingen ....................................................................................................5-5
 De printerinstellingen terugstellen ....................................................................................................... 5-6
5.2.2 Wat te doen als u een vergissing maakt?.......................................................................................................5-7
5.3 Lijst van menuopties.............................................................................................................. 5-8
5.3.1 Systeeminstellingen ......................................................................................................................................5-8
 Stroombesp. na..................................................................................................................................... 5-8
 Alarm: fout........................................................................................................................................... 5-9
 Time-out taak..................................................................................................................................... 5-10
 Taal op paneel.................................................................................................................................... 5-10
 Auto Log Print ................................................................................................................................... 5-10
 ID afdrukken ...................................................................................................................................... 5-10
 Tekst afdrukken.................................................................................................................................. 5-11
5.3.2 Onderhoud ..................................................................................................................................................5-11
 Init NVM............................................................................................................................................ 5-11
 Beveiliging......................................................................................................................................... 5-12
 Basisgewicht ...................................................................................................................................... 5-12
 KleurRegiCorrect............................................................................................................................... 5-12
5.3.3 Parallel........................................................................................................................................................5-13
 ECP .................................................................................................................................................... 5-13
5.3.4 Rapport/Lijst...............................................................................................................................................5-13
 Printerinstell....................................................................................................................................... 5-13
 Paneelinstelling .................................................................................................................................. 5-13
 PCL6-fontlijst..................................................................................................................................... 5-13
 Log afdrukken.................................................................................................................................... 5-14
5.3.5 Netwerk ......................................................................................................................................................5-14
 Ethernet.............................................................................................................................................. 5-14
 TCP/IP................................................................................................................................................ 5-14
 IPX-frametype.................................................................................................................................... 5-15
 Protocol.............................................................................................................................................. 5-16
 IP-filter............................................................................................................................................... 5-17
 Init NVM............................................................................................................................................ 5-17
5.3.6
USB ............................................................................................................................................................5-18
 Adobe-protocol .................................................................................................................................. 5-18
HOOFDSTUK 6 PROBLEMEN OPLOSSEN............................................................................ 6-1
6.1 Problemen oplossen ............................................................................................................... 6-1
6.2 Problemen met de voeding.................................................................................................... 6-2
xv
6.3 Problemen met afdrukken .................................................................................................... 6-3
6.3.1 Lampjes branden, knipperen of zijn uit ........................................................................................................6-3
6.3.2 Kan niet afdrukken in Windows ...................................................................................................................6-5
Kan niet afdrukken vanaf een Macintosh-computer.....................................................................................6-6
6.3.3
6.4 Problemen met afdrukkwaliteit............................................................................................ 6-7
6.4.1 Er worden blanco of helemaal zwarte pagina’s uitgevoerd...........................................................................6-7
6.4.2 Vage of bevlekte afdrukken, witte (ontbrekende) delen, kreukels, onduidelijke delen.................................6-8
6.4.3 Afdrukken laten te wensen over .................................................................................................................6-12
6.5 Problemen met papierinvoer .............................................................................................. 6-13
6.6 Andere problemen ............................................................................................................... 6-15
6.6.1 Netwerkproblemen .....................................................................................................................................6-15
6.6.2 Andere problemen ......................................................................................................................................6-16
6.7 Wat te doen als er een foutmelding wordt weergegeven.................................................. 6-17
6.8 Het Alarm-lampje brandt of knippert............................................................................... 6-24
6.8.1 Het Alarm-lampje brandt............................................................................................................................6-24
6.8.2 Het Alarm-lampje knippert.........................................................................................................................6-24
6.9 De printer forceren de resterende gegevens af te drukken
(als het afdrukken is onderbroken).................................................................................... 6-25
6.10 De dichtheidssensor reinigen .............................................................................................. 6-26
HOOFDSTUK 7 VASTGELOPEN PAPIER .............................................................................. 7-1
7.1 Vastgelopen papier verwijderen........................................................................................... 7-1
7.2 Papier vastgelopen in de multifunctionele lade................................................................... 7-3
7.3 Papier vastgelopen in de papierlade .................................................................................... 7-4
7.4 Papier vastgelopen tussen de printkopcartridge en de fuser............................................. 7-6
 Papier is vastgelopen rond de printkopcartridge: ................................................................................. 7-6
 Papier is vastgelopen rond de fusercartridge:....................................................................................... 7-8
 Papier dat langer is dan 355,6 mm is vastgelopen................................................................................7-9
7.5 Papier vastgelopen in de papieromdraaier........................................................................ 7-10
7.6 Papier vastgelopen in de module met 2 laden ................................................................... 7-11
HOOFDSTUK 8 ROUTINEONDERHOUD EN VERBRUIKSARTIKELEN
VERVANGEN ................................................................................................................................ 8-1
8.1 De tonercartridges vervangen .............................................................................................. 8-1
8.1.1 Hantering van de tonercartridges..................................................................................................................8-1
 Voorzorgsmaatregelen bij hantering .................................................................................................... 8-1
 Voorzorgsmaatregelen bij opslag......................................................................................................... 8-2
8.1.2 De tonercartridges vervangen .......................................................................................................................8-2
xvi
8.2 De printkopcartridge vervangen.......................................................................................... 8-5
8.2.1 Voorzorgsmaatregelen bij het hanteren van de printkopcartridge.................................................................8-5
 Voorzorgsmaatregelen bij hantering .................................................................................................... 8-5
 Voorzorgsmaatregelen bij opslag......................................................................................................... 8-6
8.2.2 De printkopcartridge vervangen ...................................................................................................................8-6
8.3 De transferrolcartridge vervangen .................................................................................... 8-11
8.3.1 Voorzorgsmaatregelen bij het hanteren van de transferrolcartridge............................................................8-12
 Voorzorgsmaatregelen bij hantering .................................................................................................. 8-12
8.3.2 De transferrolcartridge vervangen ..............................................................................................................8-13
8.4 Rapporten en lijsten afdrukken ......................................................................................... 8-15
8.4.1 Printerconfiguratie en netwerkinstellingen bevestigen ...............................................................................8-16
8.4.2 De printlog controleren...............................................................................................................................8-17
8.5 De printerstatus via uw computer bevestigen................................................................... 8-18
8.5.1 Een webbrowser gebruiken voor het controleren van de status en de resterende
levensduur van de verbruiksartikelen .........................................................................................................8-18
8.6 De printer reinigen .............................................................................................................. 8-19
 Voorzorgsmaatregelen bij het reinigen .............................................................................................. 8-19
 De buitenkant van de printer reinigen................................................................................................ 8-19
8.7 De printer vervoeren ........................................................................................................... 8-20
8.8 De printer opslaan ............................................................................................................... 8-26
APPENDICES............................................................................................................................... A-1
A.1 Toebehoren en verbruiksartikelen.......................................................................................A-1
A.1.1 Toebehoren ..................................................................................................................................................A-1
 Harde schijf..........................................................................................................................................A-1
 Module met 2 laden..............................................................................................................................A-1
Geheugenuitbreidingskaart ..................................................................................................................A-1
A.1.2
Verbruiksartikelen........................................................................................................................................A-2
 Tonercartridges ....................................................................................................................................A-2
 Printkopcartridge..................................................................................................................................A-2
 Transferrolcartridge..............................................................................................................................A-2
A.2 Informatie over productondersteuning ...............................................................................A-3
A.3 Algemene specificaties...........................................................................................................A-4
A.3.1 Printerspecificaties.......................................................................................................................................A-4
A.3.2 Netwerkspecificaties....................................................................................................................................A-7
 Algemene specificaties.........................................................................................................................A-7
 TCP/IP-specificaties.............................................................................................................................A-7
 NetBIOS-specificaties..........................................................................................................................A-7
 NetWare-specificaties ..........................................................................................................................A-7
 AppleTalk-specificaties........................................................................................................................A-7
A.3.3 Bedrukbaar gedeelte ....................................................................................................................................A-8
A.4 Gebruiksduur van verbruiksartikelen .............................................................................................................A-9
Gebruiksduur van verbruiksartikelen (in aantal pagina’s dat kan worden afgedrukt)..........................A-9
A.5 De geheugen module toevoegen ..........................................................................................A-10
INDEX .............................................................................................................................................I-1
xvii
xviii
Geebbrruuiikk vvaann ddeezzee hhaannddlleeiiddiinngg
G
TTeerrmmiinnoollooggiiee eenn ssyymmbboolleenn iinn ddeezzee hhaannddlleeiiddiinngg
In deze handleiding worden de volgende termen en symbolen gebruikt:

Verklarende woordenlijst

Opgelet
0Vestigt uw aandacht op een belangrijke bedieningsprocedure die met zorg moet
worden uitgevoerd. Leest u deze informatie aandachtig door.
Opmerking
Geeft nuttige informatie.
Zie ook
Verwijst naar gerelateerde, nuttige informatie.
” betekent dat de verwijzing in deze handleiding staat. ” betekent dat de verwijzing in een andere handleiding staat.
xix

Symbolen

Symbool Betekenis
Toets Verwijst naar een toets op het toetsenbord van uw computer.
[ ] Verwijst naar een scherm, dialoogvenster, tabblad of knop op het
< > Verwijst naar een toets op het bedieningspaneel.
+ Geeft aan dat u op het bedieningspaneel twee toetsen tegelijk moet
Bijvoorbeeld: Druk op de Entertoets.
computerscherm. Verwijst tevens naar een menu of een waarde op het bedieningspaneel.
Bijvoorbeeld: Klik in het dialoogvenster [Eigenschappen] op [OK]. Set [Ingeschakeld] op het bedieningspaneel.
Verwijst naar een melding op het bedieningspaneel van de printer. Dit kan tevens bedoeld zijn om de naam van een onderdeel te benadrukken, of belangrijke informatie die moet worden ingevoerd.
Bijvoorbeeld: Klaar v. afdruk wordt weergegeven. Toets “0.0.0.0” in.
Bijvoorbeeld: Druk op de toets <
indrukken. Bijvoorbeeld: Druk op de toetsen <
>.
> + < >.
xx
VVeeiilliigghheeiiddssm
maaaattrreeggeelleenn
Om zeker te zijn van een veilige werking van de printer, is het zaak dat u dit gedeelte aandachtig doorleest alvorens de printer in gebruik te nemen.
SCHUWING
Uitleg over de symbolen in deze handleiding.
WAAR-
LET OP
Een Waarschuwing” attendeert u op situaties die tot ernstig letsel of dodelijke ongelukken kunnen leiden.
Let op” attendeert u op situaties die verwonding of materiële schade kunnen veroorzaken.
Dit symbool attendeert u op procedures die uw aandacht vereisen. Leest u deze instructies aandachtig en volg ze nauwkeurig.
Dit symbool attendeert u op verboden procedures. Leest u deze instructies aandachtig.
Dit symbool attendeert u op procedures die uitgevoerd moeten worden. Leest u deze instructies aandachtig alvorens de procedure uit te voeren.
Hoge
temperatuur
Verboden
Tip
Ont-
vlambaar
Geen
open vlam
Stekker uit stop­contact!
Elektrische
schok
Niet
demonteren
Aarding
vereist
Ver-
wonding
Niet
aanraken
De printer installeren en verplaatsen
LET OP
Zet de printer niet in een hete, vochtige, stoffige of slecht geventileerde omgeving. Langdurige blootstelling aan dergelijke slechte omstandigheden kan brand of elektrische schokken veroorzaken.
Zet de printer niet in de buurt van verwarmingstoestellen of vluchtig, ontvlambaar of ontbrandbaar materiaal, zoals gordijnen.
Zet de printer op een waterpas, stevig oppervlak dat het gewicht van de printer kan dragen. Doet u dit niet, dan kan de printer vallen, hetgeen persoonlijk letsel kan veroorzaken.
Om letsel te voorkomen, moet de printer altijd door ten minste twee personen worden opgetild.
xxi
Om de printer op te tillen, gaat u voor de printer staan en pakt u hem met beide handen bij de uitsparingen links- en rechtsonder vast. Probeer nooit om de printer aan andere delen op te tillen. Als u de printer aan andere delen optilt, kan hij vallen, hetgeen persoonlijk letsel kan veroorzaken.
Zorg bij het optillen van de printer dat u stevig staat en buig uw knieën om letsel aan uw rug te voorkomen.
De printer is aan de zijkant en de achterkant voorzien van ventilatieroosters. De rechterkant van de printer moet ten minste 150 mm van de muur staan, de linkerkant ten minste100 mm en de achterkant ten minste 200 mm. In een slecht geventileerde printer kan te veel hitte worden gevormd, hetgeen brand kan veroorzaken. Het hier afgebeelde schema toont de minimale vrije ruimte die bij normale werking, bij het vervangen van verbruiksartikelen en voor onderhoudswerkzaamheden vereist is, zodat uw printer optimaal kan werken.
Als u de printer moet verplaatsen, dient u de stekker uit het stopcontact te halen. Als u de printer verplaatst met de stekker nog in het stopcontact, kan het netsnoer worden beschadigd, hetgeen brand of elektrische schokken kan veroorzaken.
600 mm 100 mm 200 mm
Uitsparing
Als u de printer aan de voorklep of de linker- of rechterkant vasthoudt, kan hij vallen.
150 mm
xxii
Als u de printer verplaatst, mag hij niet verder worden gekanteld dan hier staat afgebeeld. Als u de printer te ver kantelt, kan hij vallen en persoonlijk letsel veroorzaken.
Nadat u de los verkrijgbare papierbak hebt geïnstalleerd, dient u de remmen van de zwenkwieltjes aan de voorkant van deze bak vast te zetten. Als u de remmen niet vastzet, kan de printer onverwachts bewegen, hetgeen persoonlijk letsel kan veroorzaken.
Werkomgeving
Gebruik de printer in een ruimte die aan de volgende vereisten voldoet: Omgevingstemperatuur van 10 tot 32°C, relatieve vochtigheid van 15 tot 85% (zonder condensvorming) Als de printer wordt gebruikt bij een omgevingstemperatuur van meer dan 32°C, mag de relatieve vochtigheid niet meer dan 65% bedragen. Als de relatieve vochtigheid 85% bereikt, mag de omgevingstemperatuur niet hoger zijn dan 28°C.
Opmerking
Zet de printer niet in een ruimte waar plotselinge temperatuurschommelingen kunnen optreden en verplaats de printer niet van een koude naar een warme, vochtige plaats. Doet u dit toch, dan kan er condensatie in de printer worden gevormd, hetgeen de afdrukkwaliteit negatief beïnvloedt.
Plaats de printer niet in direct zonlicht, daar dit schade kan veroorzaken.
Zet de tonercartridges in de vergrendelde stand als u de printer moet verplaatsen; haal ze niet uit de printer. Nadat de tonercartridges uit de printer zijn verwijderd, mogen ze niet opnieuw worden gebruikt. Er kan dan namelijk losse toner in de printer worden geknoeid, hetgeen de afdrukkwaliteit negatief beïnvloedt.
Zet de printer niet vlak naast een airconditioner of verwarming, daar dit de temperatuur binnen in de printer beïnvloedt en schade kan veroorzaken.
Gebruik de printer niet als deze schuin of onder een hoek van meer dan 5 graden staat, daar dit schade kan veroorzaken.
xxiii
Voorzorgsmaatregelen bij aansluiting van
netsnoer en aarding
Gebruik de printer binnen de gespecificeerde netspanning. Netspanning: 100-127 volt wisselstroom ± 10% (90V-140V) of 220-240 volt
Frequentie: 50 ± 3Hz/60 ± 3Hz
Zorg dat de stekker van het netsnoer en het stopcontact stofvrij zijn. In een vochtige omgeving kan een vuile stekker na verloop van tijd redelijk grote hoeveelheden stroom trekken die hitte kunnen opwekken en op den duur brand kunnen veroorzaken.
Voorkom dat aan het netsnoer wordt getrokken en dat het wordt gewijzigd, gebogen, geschaafd of anderszins wordt beschadigd. Nooit iets op het netsnoer plaatsen. Een beschadigd netsnoer kan brand of elektrische schokken veroorzaken.
Een netsnoer nooit met natte handen aanraken. Dit kan namelijk een elektrische schok veroorzaken.
In de volgende situaties dient u het gebruik van de printer onmiddellijk te stoppen, de printer uit te zetten en het netsnoer uit het stopcontact te halen. Vervolgens dient u onmiddellijk contact op te nemen met uw wederverkoper of met een door Brother goedgekeurd onderhoudsmonteur. Als u de printer in dergelijke situaties toch blijft gebruiken, kan dit brand veroorzaken.
WAARSCHUWING
wisselstroom ± 10% (198V-264V)
Als er rook uit de printer komt, of als de buitenkant van de printer te heet is.
Als de printer abnormaal lawaai maakt.
Als er water in de printer is gekomen.
xxiv
Teneinde elektrische schokken te voorkomen, moet de met het netsnoer meegeleverde groene aardingsdraad op een van de volgende punten worden aangesloten:
Zorg dat de aardingsdraad van het netsnoer is aangesloten alvorens de printer in gebruik te nemen. Als het niet mogelijk is om een aardaansluiting te maken, dan dient u contact op te nemen met uw wederverkoper of met een door Brother goedgekeurd onderhoudsmonteur. De aardingsdraad nooit op een van de volgende punten aansluiten:
Als het netsnoer is beschadigd of de geïsoleerde draden blootliggen, dient u contact op te nemen met uw wederverkoper of met een door Brother goedgekeurd onderhoudsmonteur. Het gebruik van een beschadigd netsnoer kan brand of elektrische schokken veroorzaken.
De massa-aansluiting van het stopcontact
Een stukje koper dat 650 mm of dieper is begraven
Gasleidingen die kunnen ontbranden en ontploffen
Aarding van telefoonbedrading of bliksemafleiders, die
bij blikseminslag grote hoeveelheden elektrische stroom kunnen trekken
Waterkranen of -leidingen waarvan de elektrische geleiding wordt onderbroken door een niet-metalen onderdeel
De stekker nooit in het stopcontact steken of uit het stopcontact halen als de printer aanstaat. Als u een spanningvoerende stekker uit het stopcontact haalt, kan de stekker worden vervormd en brand veroorzaken.
Als u de stekker uit het stopcontact haalt, altijd de stekker vasthouden. Nooit aan het netsnoer trekken. Als u de stekker met kracht uit het stopcontact trekt, kan het netsnoer worden beschadigd en brand of persoonlijk letsel veroorzaken.
Als het inwendige van de printer moet worden gereinigd, er onderhoud moet worden uitgevoerd of u problemen wilt verhelpen, dient u altijd eerst de printer uit te zetten en de stekker uit het stopcontact te halen. Als het inwendige van de printer wordt geopend terwijl er spanning op de printer staat, kan dit elektrische schokken veroorzaken.
Zet de printer eens per maand uit en controleer het netsnoer op het volgende. Raadpleeg uw wederverkoper als u iets ongebruikelijks ziet.
LET OP
Zit het netsnoer goed in het stopcontact.
Is de stekker niet te heet, verroest of verbogen.
Zijn de stekker en het stopcontact stofvrij.
Is het netsnoer niet gebarsten of gerafeld.
xxv
Als de printer gedurende langere tijd niet zal worden gebruikt, dient hij te worden uitgezet en moet de stekker uit het stopcontact worden gehaald. Als de printer langere tijd niet wordt gebruikt maar toch op de netvoeding is aangesloten, kan verminderde isolatie elektrische schokken, lekstroom of brand veroorzaken.
Zet de printer uit alvorens de interfacekabel of toebehoren aan te sluiten. Als de interfacekabel of toebehoren worden aangesloten terwijl er nog spanning op de printer staat, kan dit elektrische schokken veroorzaken.
Diversen
Radiostoring De printer kan storing veroorzaken op radio’s en televisies, wat flikkeren of vervorming kan veroorzaken. Of dergelijke storing wordt veroorzaakt door de printer, kan worden vastgesteld door de printer uit en weer aan te zetten. Volg een of meer van de volgende procedures om de storing te verhelpen:
Zet de printer uit de buurt van de tv en/of radio.
Verplaats de printer, de tv en/of de radio.
Als de printer, de tv en/of de radio op hetzelfde stopcontact zijn aangesloten,
dient u de stekkers uit het stopcontact te halen en de apparaten op aparte stopcontacten aan te sluiten.
Verplaats de antennes en snoeren van de tv- en/of de radio, totdat de storing is verholpen. Bij gebruik van buitenantennes dient u een elektricien te raadplegen.
Gebruik coaxkabels met de antennes voor uw radio en tv.
Voorzorgsmaatregelen voor de bediening
WAARSCHUWING
Plaats nooit iets met vloeistof erin, zoals een vaas of een koffiekop, op de printer. Geknoeide vloeistof kan brand of een elektrische schok veroorzaken.
Plaats nooit iets van metaal, zoals nietjes of paperclips, op de printer. Als er metaal of ontvlambaar materiaal in de printer terechtkomt, kan dit kortsluiting in inwendige onderdelen maken en brand of elektrische schokken veroorzaken.
Als er metaal of vloeistof in de printer komt, dient u hem uit te zetten en de stekker uit het stopcontact te halen. Vervolgens dient u onmiddellijk contact op te nemen met uw wederverkoper of met een door Brother goedgekeurd onderhoudsmonteur. Als u de printer onder dergelijke omstandigheden toch gebruikt, kan dit brand of elektrische schokken veroorzaken.
Kleppen die met schroeven zijn vastgezet, mogen alleen worden geopend of verwijderd als deze handleiding u nadrukkelijk instrueert dit te doen. Hoogspanning kan elektrische schokken veroorzaken.
xxvi
Nooit proberen om de structuur of enige onderdelen van de printer te veranderen. Onbevoegde wijzigingen kunnen brand veroorzaken.
Deze printer voldoet aan de internationale laserstandaard IEC60825 (Klasse 1). Dit betekent dat deze printer geen laserstraling uitstraalt die schadelijk kan zijn of persoonlijk letsel kan veroorzaken. Omdat de diverse kleppen en deksels de laserstraling in het inwendige van de printer houden, kan de laser onder normale omstandigheden geen letsel veroorzaken. Tenzij u daartoe in deze handleiding nadrukkelijk wordt geïnstrueerd, kan het verwijderen van kleppen letsel door laserstraling veroorzaken.
Nooit onderdelen aanraken die zijn voorzien van een etiket dat voor hoge temperaturen waarschuwt (op of nabij de fuser). Als u deze delen aanraakt, kunt u zich verbranden. Als er een vel papier om de fuser of de rollen vastzit, mag u geen kracht gebruiken om het te verwijderen; dit om persoonlijk letsel of brandwonden te voorkomen. Zet de printer onmiddellijk uit en neem contact op met uw wederverkoper of met een door Brother goedgekeurd onderhoudsmonteur.
Zet nooit zware voorwerpen boven op de printer. Als de printer niet in evenwicht staat, kan hij vallen of kan het voorwerp er vanaf vallen, hetgeen persoonlijk letsel kan veroorzaken.
Nooit licht ontvlambare sprays of oplosmiddelen in of nabij de printer gebruiken, daar dit brand kan veroorzaken.
Zorg er bij het verwijderen van vastgelopen papier voor, dat er geen stukjes papier in de printer achterblijven, daar dit brand kan veroorzaken. Als het papier rond de fuser of de rol vastzit, of als u het vastgelopen papier niet kunt zien, mag u niet proberen om het papier zelf te verwijderen, daar dit persoonlijk letsel of brand kan veroorzaken. Zet de printer onmiddellijk uit en neem contact op met uw wederverkoper of met een door Brother goedgekeurd onderhoudsmonteur.
Nooit magnetische voorwerpen in de buurt van de veiligheidsschakelaar van de printer zetten. Magneten kunnen de printer onverwachts activeren, hetgeen persoonlijk letsel kan veroorzaken.
LET OP
xxvii
Diversen
Raadpleeg deze handleiding voor instructies over het verwijderen van vastgelopen papier en om eventuele andere problemen te verhelpen.
Omgaan met toebehoren
Een tonercartridge nooit in een open vlam werpen. Hij kan dan namelijk ontploffen en verwondingen veroorzaken.
Een transferrolcartridge nooit in een open vlam werpen. Hij kan dan namelijk ontploffen en verwondingen veroorzaken.
Een printkopcartridge nooit in een open vlam werpen. Hij kan dan namelijk ontploffen en verwondingen veroorzaken.
WAARSCHUWING
Diversen
Pak verbruiksartikelen pas uit wanneer u ze nodig hebt. Verbruiksartikelen nooit onder de volgende omstandigheden opslaan:
In natte of vochtige ruimten
Nabij een open vlam
Blootgesteld aan direct zonlicht
In stoffige ruimten
Alvorens verbruiksartikelen in gebruik te nemen altijd eerst de meegeleverde
gebruiksaanwijzing en veiligheidsinstructies lezen.
EHBO dient als volgt te worden toegepast:
Als u toner in uw ogen hebt gekregen, uw ogen met een ruime hoeveelheid water spoelen en zo nodig een arts waarschuwen.
Als u toner op uw huid hebt gekregen, deze met water en zeep wassen. Goed afspoelen.
Als u toner hebt ingeademd, de betreffende ruimte onmiddellijk verlaten en met water gorgelen.
Als toner is ingeslikt, de betreffende persoon laten braken en onmiddellijk een arts waarschuwen.
xxviii
Als u de transferrolcartridge uit de printer haalt omdat de doos met afgewerkte toner vol is, mag u niet proberen om deze doos te legen en de cartridge opnieuw te gebruiken. Er kan dan namelijk toner in de printer worden geknoeid, hetgeen schade kan veroorzaken en de afdrukkwaliteit negatief kan beïnvloeden.
Als u de printkopcartridge en de transferrolcartridge tijdelijk verwijdert, mag u ze niet schuin houden of schudden. Er kan dan namelijk losse toner in de printer worden geknoeid, hetgeen de afdrukkwaliteit negatief beïnvloedt.
xxix
O
HHO
OFFDDSSTTUUKK 11
O IINNSSTTEELLLLIINNG PPRRIINNTTEERRSSYYSSTTEEEEM
11..11 KKlleeuurrrreeggiissttrraattiiee aaffsstteelllleenn
Nadat u de printer hebt geïnstalleerd of verplaatst, dient u onderstaande procedure voor het afstellen van de kleurregistratie te volgen.
GEENN VVAANN HHEETT
M
Zie ook
Raadpleeg 5.2 “Algemene bewerkingen in het menu” voor nadere informatie over de werking van het bedieningspaneel.

Het kleurregistratieschema afdrukken

Het kleurregistratieschema wordt via het bedieningspaneel afgedrukt.
Klaar v. afdruk
(Het afdrukscherm. De printer is klaar voor gebruik.)
Menu 1:Systeem
Menu 2:Onderhoud
2:Onderhoud Init NVM
2:Onderhoud KleurRegiCorrect
Wordt vervolgd
1. Druk op de toets <Menu>. Het menuscherm wordt geopend.
(Het menuscherm)
2. Druk eenmaal op de toets <
3. Druk eenmaal op de toets <Form Feed/Set> of <
4. Druk driemaal op de toets <
5. Druk eenmaal op de toets <Form Feed/Set> of <
>.
>.
>.
>.
1-1
Loading...
+ 161 hidden pages