Brother HL-3140CW, HL-3150CDN, HL-3150CDW, HL-3170CDW Network User's Guide

Netwerkhandleiding
Ingebouwde multiprotocol ethernetafdrukserver en draadloze ethernetafdrukserver
Deze Netwerkhandleiding biedt u nuttige informatie over bedrade en draadloze netwerkinstellingen en beveiligingsinstellingen bij het gebruik van uw Brother-machine. U kunt er eveneens informatie vinden over ondersteunde protocollen en gedetailleerde tips voor het oplossen van problemen.
Ga voor het downloaden van de recentste handleiding naar het Brother Solutions Center op http://solutions.brother.com/ Solutions Center eveneens de meest recente drivers en hulpprogramma's voor uw machine downloaden, veelgestelde vragen en tips voor het oplossen van problemen lezen, of speciale informatie opzoeken over het afdrukken met deze printers.
. U kunt in het Brother
Versie 0
DUT

Geldige modellen

Deze gebruikershandleiding is van toepassing voor de volgende modellen.
HL-3140CW/3150CDN/3150CDW/3170CDW

Definities van opmerkingen

Overal in deze gebruikershandleiding gebruiken we de volgende aanduidingen.
BELANGRIJK
OPMERKING
BELANGRIJK geeft een mogelijk gevaarlijke situatie aan die kan resulteren in schade aan eigendommen, storingen of een niet-werkend product.
Opmerkingen vertellen u hoe u op een bepaalde situatie moet reageren of geven tips over de werking van een handeling in combinatie met andere functies.

BELANGRIJKE OPMERKING

Dit product is goedgekeurd voor gebruik in alleen het land waar het gekocht is. Gebruik dit product alleen
in het land van aankoop; bij gebruik in een ander land kunnen de voorschriften voor draadloze telecommunicatie en elektrische voeding overtreden worden.
Windows
Edition en Windows
Windows Server
Windows Server
Windows Server
Windows Server
Windows Vista
Windows
Windows
®
XP staat in dit document voor Windows® XP Professional, Windows® XP Professional x64
®
XP Home Edition.
®
2003 staat in dit document voor Windows Server®2003 en
®
2003 x64 Edition.
®
2008 staat in dit document voor Windows Server®2008 en Windows Server®2008 R2.
®
2012 in dit document staat voor alle edities van Windows Server® 2012.
®
in dit document staat voor alle edities van Windows Vista®.
®
7 in dit document staat voor alle edities van Windows® 7.
®
8 in dit document staat voor alle edities van Windows® 8.
Ga naar het Brother Solutions Center op http://solutions.brother.com/
pagina voor uw model om de andere handleidingen te downloaden.
Niet alle modellen zijn leverbaar in alle landen.
en klik op Handleidingen op de
i

Inhoudsopgave

Paragraaf I Gebruik in een netwerk
1 Inleiding 2
Netwerkfuncties .........................................................................................................................................2
Andere netwerkfuncties .......................................................................................................................3
2 De netwerkinstellingen van uw machine wijzigen 4
Hoe kunt u de netwerkinstellingen van uw machine wijzigen
(IP-adres, subnetmasker en gateway)....................................................................................................4
Het bedieningspaneel gebruiken .........................................................................................................4
BRAdmin Light gebruiken....................................................................................................................4
Andere beheerprogramma's ......................................................................................................................7
Beheer via een webbrowser ................................................................................................................7
BRAdmin Professional 3 (Windows BRPrint Auditor (Windows
®
)................................................................................................................8
3 De machine voor een draadloos netwerk configureren
(voor HL-3140CW, HL-3150CDW en HL-3170CDW) 9
®
) .................................................................................................7
Overzicht....................................................................................................................................................9
Controleren welke netwerkomgeving u hebt............................................................................................10
Aangesloten op een computer met een WLAN-toegangspunt/-router in het netwerk
(infrastructuurmodus) ....................................................................................................................10
Aangesloten op een computer die draadloze functies ondersteunt zonder een
WLAN-toegangspunt/-router in het netwerk (ad-hocmodus).........................................................11
Draadloze configuratie via tijdelijk gebruik van een USB-kabel (aanbevolen).........................................12
Configuratie met behulp van de installatiewizard op het bedieningspaneel ............................................17
Handmatige configuratie via het bedieningspaneel...........................................................................18
Uw machine configureren als de SSID niet wordt doorgegeven .......................................................20
De machine voor een draadloos Enterprise-netwerk configureren ...................................................23
Configuratie met één druk op een knop via WPS (Wi-Fi Protected Setup) of AOSS™...........................27
Configuratie met behulp van de PIN-methode van WPS (Wi-Fi Protected Setup)..................................29
Configuratie in de ad-hocmodus..............................................................................................................32
Een geconfigureerde SSID gebruiken ...............................................................................................32
Een nieuwe SSID gebruiken..............................................................................................................33
4 Instellen via het bedieningspaneel 35
Overzicht..................................................................................................................................................35
Netwerkmenu...........................................................................................................................................36
TCP/IP...............................................................................................................................................36
Ethernet (alleen voor bedrade netwerken) ........................................................................................38
Bedrade status (voor HL-3150CDN, HL-3150CDW en HL-3170CDW).............................................38
Installatiewizard (alleen voor draadloze netwerken)..........................................................................38
WPS (Wi-Fi Protected Setup)/AOSS™ (alleen draadloos netwerk) ..................................................38
WPS (Wi-Fi Protected Setup) met PIN-code (alleen draadloos netwerk) .........................................38
ii
WLAN-status (voor HL-3140CW, HL-3150CDW en HL-3170CDW) .................................................38
MAC-adres ........................................................................................................................................39
Instellen op standaard (voor HL-3150CDW en HL-3170CDW) .........................................................39
Bedraad inschakelen (voor HL-3150CDW en HL-3170CDW) ...........................................................39
WLAN inschakelen (voor HL-3140CW, HL-3150CDW en HL-3170CDW) ........................................39
De netwerkinstellingen resetten naar de fabrieksstandaard....................................................................40
Het netwerkconfiguratierapport afdrukken...............................................................................................41
Het WLAN-rapport afdrukken
(voor HL-3140CW, HL-3150CDW en HL-3170CDW)...........................................................................42
Functietabel en standaardinstellingen .....................................................................................................43
HL-3150CDN.....................................................................................................................................43
HL-3140CW, HL-3150CDW en HL-3170CDW..................................................................................44
5 Beheer via een webbrowser 47
Overzicht..................................................................................................................................................47
De instellingen van de machine configureren met Beheer via een webbrowser .....................................48
Een wachtwoord instellen........................................................................................................................49
Secure Function Lock 2.0........................................................................................................................50
De instellingen van Secure Function Lock 2.0 configureren met Beheer via een webbrowser .........50
Het SNTP-protocol configureren met Beheer via een webbrowser.........................................................52
Afdruklogboek op netwerk opslaan..........................................................................................................53
De instellingen voor "Afdruklogboek op netwerk opslaan" configureren met Beheer via een
webbrowser...................................................................................................................................53
Instelling voor foutdetectie.................................................................................................................55
Foutmeldingen begrijpen ...................................................................................................................56
6 Beveiligingsfuncties 57
Overzicht..................................................................................................................................................57
Certificaten gebruiken ter beveiliging van de machine ............................................................................58
Een certificaat configureren met Beheer via een webbrowser ..........................................................60
Een certificaat aanmaken en installeren............................................................................................61
Het certificaat kiezen .........................................................................................................................64
Het certificaat door uzelf ondertekend installeren op uw computer...................................................65
Het certificaat en de geheime sleutel importeren en exporteren .......................................................70
Een CA-certificaat importeren en exporteren ....................................................................................72
Meerdere certificaten beheren.................................................................................................................73
Uw netwerkmachine veilig beheren met SSL/TLS...................................................................................74
Veilig beheer met Beheer via een webbrowser .................................................................................74
Veilig beheer met BRAdmin Professional 3 (Windows
Als u het programma BRAdmin Professional 3 veilig wilt gebruiken, dient u de
onderstaande stappen te volgen ...................................................................................................77
Documenten veilig afdrukken met SSL/TLS............................................................................................78
Een e-mail veilig ......................................................................................................................................79
Configuratie met behulp van Beheer via een webbrowser................................................................79
Een e-mail verzenden met gebruikersverificatie................................................................................80
Een e-mail veilig verzenden met behulp van SSL/TLS .....................................................................81
IEEE 802.1x-verificatie gebruiken............................................................................................................82
Configuratie van IEEE 802.1x-verificatie via Beheer via een webbrowser........................................82
®
).........................................................................77
iii
7 Problemen oplossen 85
Overzicht..................................................................................................................................................85
Het probleem vaststellen...................................................................................................................85
Paragraaf II Verklarende woordenlijst Netwerk
8 Typen netwerkverbindingen en protocollen 94
Typen netwerkverbinding.........................................................................................................................94
Voorbeeld van een bedrade netwerkaansluiting ...............................................................................94
Protocollen...............................................................................................................................................96
TCP/IP-protocollen en -functies.........................................................................................................96
9 De machine configureren voor een netwerk 100
IP-adressen, subnetmaskers en gateways............................................................................................100
IP-adres...........................................................................................................................................100
Subnetmasker .................................................................................................................................101
Gateway (en router).........................................................................................................................101
IEEE 802.1x-verificatie ..........................................................................................................................102
10 Termen en concepten voor draadloze netwerken
(voor HL-3140CW, HL-3150CDW en HL-3170CDW) 104
Uw netwerk specificeren........................................................................................................................104
SSID (Service Set Identifier) en kanalen .........................................................................................104
Beveiligingsvoorschriften.......................................................................................................................104
Verificatie en versleuteling...............................................................................................................104
Verificatie- en versleutelingsmethoden voor een persoonlijk draadloos netwerk ............................105
Verificatie- en versleutelingsmethoden voor een draadloos Enterprise-netwerk.............................106
11 Bijkomende netwerkinstellingen van Windows
Types bijkomende netwerkinstellingen ..................................................................................................108
Drivers installeren die gebruikt worden voor afdrukken via Web Services
(Windows Vista
De installatie van drivers die gebruikt worden voor afdrukken ongedaan maken via Web Services
(Windows Vista
Installatie voor Printen via het netwerk voor infrastructuurmodus bij gebruik van Vertical Pairing
(Windows
®
, Windows®7 en Windows® 8) ................................................................................108
®
, Windows®7 en Windows® 8) ................................................................................109
®
7 en Windows® 8)............................................................................................................110
®
108
iv
12 Beveiligingsvoorschriften en -concepten 111
Beveiligingsfuncties ...............................................................................................................................111
Beveiligingsvoorschriften.................................................................................................................111
Beveiligingsprotocollen....................................................................................................................112
Beveiligingsmethoden voor verzenden van e-mail ..........................................................................113
Paragraaf III Bijlagen
A Bijlage A 115
Ondersteunde protocollen en beveiligingsfuncties ................................................................................115
B Bijlage B 116
Services gebruiken ................................................................................................................................116
Andere manieren om het IP-adres in te stellen (voor geavanceerde gebruikers en beheerders) .........116
DHCP gebruiken voor het configureren van het IP-adres ...............................................................116
RARP gebruiken voor het configureren van het IP-adres ...............................................................117
BOOTP gebruiken voor het configureren van het IP-adres.............................................................118
APIPA gebruiken voor het configureren van het IP-adres...............................................................118
ARP gebruiken voor het configureren van het IP-adres ..................................................................119
TELNET-console gebruiken voor het configureren van het IP-adres ..............................................120
CIndex 121
v
Paragraaf I
Gebruik in een netwerk
Inleiding 2 De netwerkinstellingen van uw machine wijzigen 4
De machine voor een draadloos netwerk configureren (voor HL-3140CW, HL-3150CDW en HL-3170CDW)
Instellen via het bedieningspaneel 35 Beheer via een webbrowser 47 Beveiligingsfuncties 57 Problemen oplossen 85
I
9
1
1
OPMERKING

Inleiding 1

Netwerkfuncties 1

U kunt uw Brother-machine delen op een 10/100 MB bedraad1 of IEEE 802.11b/g/n draadloos (voor draadloze modellen) ethernetnetwerk met behulp van de interne netwerkafdrukserver. De afdrukserver ondersteunt diverse functies en verbindingsmethoden, afhankelijk van het besturingssysteem dat u gebruikt op een netwerk dat TCP/IP ondersteunt. Het volgende schema toont de netwerkfuncties en verbindingen die door de verschillende besturingssystemen worden ondersteund.
• U kunt de machine van Brother weliswaar in zowel een bedraad1 als een draadloos netwerk gebruiken, maar u kunt slechts een verbindingsmethode tegelijk gebruiken. Een draadloze netwerkverbinding en een Wi-Fi Direct™-verbinding, of een bedrade netwerkverbinding en een Wi-Fi Direct-verbinding kunnen echter wel samen worden gebruikt.
• Raadpleeg voor meer informatie de Wi-Fi Direct™ handleiding die u kunt terugvinden op de Handleidingen downloadpagina voor uw model bij het Brother Solutions Center (http://solutions.brother.com/
1
Een bedrade netwerkinterface is beschikbaar op de HL-3150CDW en HL-3170CDW.
).
Besturingssystemen
Afdrukken rrr
BRAdmin Light
Raadpleeg pagina 4.
BRAdmin Professional 3
Raadpleeg pagina 7.
Beheer via een webbrowser
Raadpleeg pagina 47.
Status Monitor
uuGebruikershandleiding
Wizard Driver installeren rr
Verticaal koppelen
Raadpleeg pagina 110.
1
U kunt BRAdmin Light voor Macintosh downloaden op http://solutions.brother.com/.
2
U kunt BRAdmin Professional 3 downloaden op http://solutions.brother.com/.
3
Alleen Windows®7 en Windows® 8.
1
2
Windows® XP
Windows Vista
Windows®7
Windows®8
rrr
rr
rrr
rrr
3
r
Windows Server® 2003/2008/2012
®
Mac OS X v10.6.8,
10.7.x, 10.8.x
2
Inleiding
1
Andere netwerkfuncties 1
Beveiliging 1
Uw Brother-machine gebruikt enkele van de recentste protocollen voor netwerkbeveiliging en -versleuteling. (Zie Beveiligingsfuncties uu pagina 57.)
Secure Function Lock 2.0 1
Secure Function Lock 2.0 verhoogt de beveiliging door het gebruik van functies te beperken. (Zie Secure Function Lock 2.0 uu pagina 50.)
Afdruklogboek op netwerk opslaan 1
De functie Afdruklogboek op netwerk opslaan maakt het u mogelijk om het bestand met het afdruklogboek van uw Brother-machine op te slaan op een netwerkserver via CIFS. (Zie Afdruklogboek op netwerk opslaan uu pagina 53.)
3
2
De netwerkinstellingen van uw machine
2
wijzigen

Hoe kunt u de netwerkinstellingen van uw machine wijzigen (IP-adres, subnetmasker en gateway)

U kunt de netwerkinstellingen van de machine wijzigen met het bedieningspaneel, BRAdmin Light, Beheer via een webbrowser en BRAdmin Professional 3. Lees dit hoofdstuk voor meer informatie.
Het bedieningspaneel gebruiken 2
U kunt uw machine voor een netwerk configureren met het menu van het bedieningspaneel Netwerk. (Zie Instellen via het bedieningspaneel uu pagina 35.)
BRAdmin Light gebruiken 2
BRAdmin Light wordt gebruikt voor de voorbereidende installatie van op het netwerk aangesloten apparaten van Brother. Het kan tevens worden gebruikt om in een TCP/IP-omgeving te zoeken naar producten van Brother, voor het weergeven van de status en voor het configureren van algemene netwerkinstellingen, zoals het IP-adres.
2
2
BRAdmin Light voor Windows® installeren 2
a Zorg ervoor dat de machine ingeschakeld is. b Zet de computer aan. Sluit alle actieve toepassingen voordat u configureert. c Plaats de installatie-cd-rom in uw cd-romstation. Het eerste scherm wordt automatisch geopend. Als het
scherm met de modelnaam wordt weergegeven, selecteert u uw machine. Als het scherm met de taalkeuze wordt weergegeven, selecteert u de gewenste taal.
d Het hoofdmenu van de cd-rom wordt geopend. Klik op Andere drivers of programma's installeren. e Klik op BRAdmin Light en volg de instructies op het scherm.
BRAdmin Light voor Macintosh installeren 2
U kunt de recentste versie van Brother BRAdmin Light downloaden op http://solutions.brother.com/.
4
De netwerkinstellingen van uw machine wijzigen
2
OPMERKING
Het IP-adres, het subnetmasker en de gateway instellen met BRAdmin Light 2
• U kunt de recentste versie van Brother BRAdmin Light downloaden op http://solutions.brother.com/.
• Voor meer geavanceerd machinebeheer gebruikt u de meest recente versie van BRAdmin Professional 3
die u kunt downloaden op http://solutions.brother.com/
• Als u de firewall-functie van een antispyware- of antivirusprogramma gebruikt, dient u deze tijdelijk uit te schakelen. Als u zeker bent dat u kunt afdrukken, activeert u het programma opnieuw.
• Naam van knooppunt: De naam van het knooppunt wordt weergegeven in het huidige venster van BRAdmin Light. De standaardnaam van het knooppunt van de afdrukserver in de machine is "BRNxxxxxxxxxxxx" voor een bedraad netwerk of "BRWxxxxxxxxxxxx" voor een draadloos netwerk. ("xxxxxxxxxxxx" is het MAC-adres/Ethernetadres van de machine.)
• Er dient standaard geen wachtwoord te worden ingevoerd. Voer een wachtwoord in als u dit hebt ingesteld en druk op OK.
. Dit programma is alleen bedoeld voor Windows®.
a Start BRAdmin Light.
Windows
®
Klik op Start / Alle programma's / Brother / BRAdmin Light / BRAdmin Light.
Macintosh
Als het downloaden voltooid is, dubbelklikt u op het bestand BRAdmin Light.jar om BRAdmin Light te starten.
b BRAdmin Light zoekt automatisch naar nieuwe apparaten.
5
De netwerkinstellingen van uw machine wijzigen
2
OPMERKING
c Dubbelklik op het niet-geconfigureerde apparaat.
Windows
®
Macintosh
• Als de afdrukserver is ingesteld op de standaardinstellingen (u gebruikt geen DHCP/BOOTP/RARP­server) wordt het apparaat in het venster van BRAdmin Light weergegeven als Niet geconfigureerd.
• U kunt de naam van het knooppunt en het MAC-adres (ethernetadres) vinden door het netwerkconfiguratierapport af te drukken, raadpleeg Het netwerkconfiguratierapport afdrukken
uu pagina 41). U kunt het MAC-adres ook vinden via het bedieningspaneel. (Zie Hoofdstuk 4: Instellen via het bedieningspaneel.)
d Kies STATIC bij Boot-methode. Voer de IP-adres, Subnetmasker en Gateway in (indien nodig) voor
uw machine.
Windows
®
Macintosh
e Klik op OK. f Als het IP-adres op juiste wijze is geprogrammeerd, zal de machine van Brother in de lijst van apparaten
staan.
6
De netwerkinstellingen van uw machine wijzigen
2
OPMERKING

Andere beheerprogramma's 2

Naast BRAdmin Light beschikt uw Brother-machine over de volgende beheerprogramma's. U kunt uw netwerkinstellingen wijzigen met behulp van deze programma's.
Beheer via een webbrowser 2
Wanneer u de instellingen van de afdrukserver wilt wijzigen met HTTP (Hyper Text Transfer Protocol) of HTTPS (Hyper Text Transfer Protocol over Secure Socket Layer), kunt u een standaardwebbrowser gebruiken. (Zie De instellingen van de machine configureren met Beheer via een webbrowser uu pagina 48.)
BRAdmin Professional 3 (Windows®) 2
BRAdmin Professional 3 is een hulpprogramma dat meer geavanceerde functies biedt voor het beheren van op een netwerk aangesloten apparaten van Brother. Dit hulpprogramma kan uw netwerk doorzoeken naar Brother-producten en de status van elk apparaat weergeven in een gebruiksvriendelijk dialoogvenster (zoals in Windows verkenner) met verschillende kleurcodes voor de status van elk apparaat. U kunt netwerk- en
®
apparaatinstellingen aanpassen en firmware voor het apparaat updaten via een Windows LAN. BRAdmin Professional 3 kan ook de activiteiten van Brother-apparaten op uw netwerk registreren en de loggegevens exporteren in HTML-, CSV-, TXT- of SQL-formaat.
-computer op uw
Gebruikers die lokaal verbonden machines willen opvolgen, kunnen de software Print Auditor Client installeren op de client-pc. Met dit hulpprogramma kunt u via BRAdmin Professional 3 machines opvolgen die verbonden zijn met een client-pc via de USB- of parallelle interface.
Kijk voor meer informatie en om de software te downloaden op http://solutions.brother.com/
• Gelieve de recentste versie van BRAdmin Professional 3 te gebruiken die u kunt downloaden van
http://solutions.brother.com/
• Als u de firewall-functie van een antispyware- of antivirusprogramma gebruikt, dient u deze tijdelijk uit te schakelen. Wanneer u zeker weet dat u kunt afdrukken, kunt u de software-instellingen instellen volgens de instructies.
• Naam van knooppunt: De naam van het knooppunt voor elk Brother-apparaat in het netwerk wordt weergegeven in BRAdmin Professional 3. De standaardnaam van het knooppunt is "BRNxxxxxxxxxxxx" voor een bedraad netwerk of "BRWxxxxxxxxxxxx" voor een draadloos netwerk. ("xxxxxxxxxxxx" is het MAC-adres/Ethernetadres van de machine.)
. Dit programma is alleen bedoeld voor Windows®.
.
7
De netwerkinstellingen van uw machine wijzigen
2
BRPrint Auditor (Windows®) 2
Met de software BRPrint Auditor kunt u hetzelfde comfort van de Brother-programma's voor netwerkbeheer gebruiken voor het opvolgen van lokaal verbonden machines. Deze utility maakt het een clientcomputer mogelijk om gebruiks- en statusinformatie van een Brother-machine te verkrijgen via de parallelle of USB­interface. Het hulpprogramma BRPrint Auditor kan vervolgens deze informatie doorgeven aan een andere computer binnen het netwerk via BRAdmin Professional 3. Dit stelt de beheerder in staat om zaken te controleren zoals het aantal pagina's, de status van een toner of drum en de firmwareversie. Naast het doorgeven van informatie aan Brother-programma's voor netwerkbeheer, kan dit hulpprogramma de gebruiks- en statusinformatie rechtstreeks e-mailen naar een vooraf ingesteld e-mailadres in CSV- of XML­formaat (SMTP Mail-ondersteuning vereist). Het hulpprogramma BRPrint Auditor ondersteunt ook waarschuwingen per e-mail in geval van twijfelachtige of incorrecte omstandigheden.
8
3
OPMERKING
De machine voor een draadloos netwerk
3
configureren (voor HL-3140CW, HL-3150CDW en HL-3170CDW)

Overzicht 3

Om uw machine aan te sluiten op een draadloos netwerk, raden wij u een van de installatiemethoden uit het Installatiehandleiding aan.
De gemakkelijkste installatiemethode is de draadloze installatiemethode die gebruik maakt van de installatie­cd-rom en een USB-kabel.
Lees dit hoofdstuk voor meer draadloze configuratiemethoden en informatie over het configureren van de draadloze netwerkinstellingen. Raadpleeg Hoe kunt u de netwerkinstellingen van uw machine wijzigen (IP- adres, subnetmasker en gateway) uu pagina 4 voor meer informatie over de TCP/IP-instellingen.
• Om de beste resultaten te bekomen bij een normaal gebruik, plaatst u de machine van Brother zo dicht mogelijk bij het WLAN-toegangspunt/de WLAN-router met zo weinig mogelijk obstakels tussen beide toestellen. Grote voorwerpen en muren tussen de twee apparaten en storingssignalen van andere elektronische apparaten kunnen de snelheid van gegevensoverdracht negatief beïnvloeden.
Vanwege deze factoren is draadloos niet altijd de beste verbindingsmethode voor alle documenttypen en toepassingen. Als u grote bestanden afdrukt, zoals lange documenten met een combinatie van tekst en
1
grote grafische afbeeldingen, is de bedrade ethernetmethode wellicht sneller het snelste over.
• U kunt de machine van Brother weliswaar in zowel een bedraad maar u kunt slechts een verbindingsmethode tegelijk gebruiken. Een draadloze netwerkverbinding en een Wi-Fi Direct-verbinding, of een bedrade netwerkverbinding en een Wi-Fi Direct-verbinding kunnen echter wel samen worden gebruikt.
1
als een draadloos netwerk gebruiken,
. USB draagt de gegevens
3
• Raadpleeg voor meer informatie de Wi-Fi Direct™ handleiding die u kunt terugvinden op de Handleidingen downloadpagina voor uw model bij het Brother Solutions Center (http://solutions.brother.com/
• Voor u de draadloze instellingen kunt configureren, moet u uw netwerknaam (SSID) en netwerksleutel weten. Als u gebruik maakt van een draadloos Enterprise-netwerk, dient u eveneens het gebruikers-ID en wachtwoord te kennen.
1
Een bedrade netwerkinterface is beschikbaar op de HL-3150CDW en HL-3170CDW.
).
9
De machine voor een draadloos netwerk configureren (voor HL-3140CW, HL-3150CDW en HL-3170CDW)
3

Controleren welke netwerkomgeving u hebt 3

Aangesloten op een computer met een WLAN-toegangspunt/-router in het netwerk (infrastructuurmodus) 3
1
4
2
3
1 WLAN-toegangspunt/-router
1
Als uw computer Intel® MWT (My WiFi Technology) ondersteunt, kunt u uw computer gebruiken als een door W PS (Wi-Fi Protected Setup) ondersteund toegangspunt.
1
2 Draadloze netwerkmachine (uw machine)
3 Computer met draadloze functionaliteit die is aangesloten op het WLAN-toegangspunt/de WLAN-
router
4 Bedrade computer die zonder draadloze functionaliteit met de ethernetkabel is aangesloten op het
WLAN-toegangspunt/de WLAN-router
Configuratiemethode 3
Hieronder krijgt u vier methodes voor het configureren van uw Brother-machine in een draadloze netwerkomgeving. Kies de methode die het best aansluit bij uw omgeving.
Draadloze configuratie via tijdelijk gebruik van een USB-kabel (aanbevolen)
Raadpleeg Draadloze configuratie via tijdelijk gebruik van een USB-kabel (aanbevolen) uu pagina 12.
Draadloze configuratie met behulp van de installatiewizard van het bedieningspaneel
Raadpleeg Configuratie met behulp van de installatiewizard op het bedieningspaneel uu pagina 17.
Draadloze configuratie met één druk op een knop via WPS (Wi-Fi Protected Setup™) of AOSS™
Raadpleeg Configuratie met één druk op een knop via WPS (Wi-Fi Protected Setup) of AOSS™ uu pagina 27.
Draadloze configuratie via de PIN-methode met behulp van WPS
Raadpleeg Configuratie met behulp van de PIN-methode van WPS (Wi-Fi Protected Setup) uu pagina 29.
10
De machine voor een draadloos netwerk configureren (voor HL-3140CW, HL-3150CDW en HL-3170CDW)
3
Aangesloten op een computer die draadloze functies ondersteunt zonder een WLAN-toegangspunt/-router in het netwerk (ad-hocmodus) 3
Dit type netwerk heeft geen centraal WLAN-toegangspunt/centrale WLAN-router. De draadloze clients communiceren rechtstreeks met elkaar. Wanneer het draadloze apparaat van Brother (uw machine) deel uitmaakt van dit netwerk, ontvangt het alle afdruktaken rechtstreeks van de computer die de gegevens verzendt.
2
1 Draadloze netwerkmachine (uw machine)
2 Computer met draadloze functies
Wij garanderen geen draadloze netwerkverbinding met Windows Server Raadpleeg Configuratie in de ad-hocmodus uu pagina 32 voor het instellen van uw machine in de ad­hocmodus.
1
®
-producten in de ad-hocmodus.
11
De machine voor een draadloos netwerk configureren (voor HL-3140CW, HL-3150CDW en HL-3170CDW)
3
BELANGRIJK

Draadloze configuratie via tijdelijk gebruik van een USB-kabel (aanbevolen) 3

Wij raden u aan voor deze methode een computer te gebruiken die draadloos verbonden is met uw netwerk.
U kunt de machine op afstand configureren vanaf een computer op het netwerk door gebruik te maken van
1
een USB-kabel (A)
1
U kunt de draadloze instellingen van de machine configureren door tijdelijk een USB-kabel aan te sluiten op een bedrade of draadloze computer.
.
A
• Hieronder wordt uitgelegd hoe u de machine van Brother in een netwerkomgeving kunt installeren met gebruik van het installatieprogramma dat u kunt vinden op de cd-rom die Brother bij de machine heeft geleverd.
• Als u de draadloze instellingen van de machine reeds eerder hebt geconfigureerd, moet u eerst de LAN­instellingen resetten vooraleer u de draadloze instellingen opnieuw kunt configureren.
Raadpleeg De netwerkinstellingen resetten naar de fabrieksstandaard uu pagina 40 om de LAN­instellingen te resetten.
®
• Als u Windows
Firewall of de firewall-functie van een antispyware- of antivirusprogramma gebruikt, dient
u deze tijdelijk uit te schakelen. Als u zeker bent dat u kunt afdrukken, activeert u de firewall opnieuw.
• U moet tijdens de configuratie tijdelijk een USB-kabel gebruiken.
U moet de instellingen van uw draadloos netwerk weten voordat u verder gaat met de installatie.
Wanneer u de Brother machine gaat aansluiten op het netwerk, adviseren we u dat u vóór de installatie contact opneemt met uw systeembeheerder.
• Als uw router gebruik maakt van WEP-versleuteling, voert u de sleutel in die gebruikt wordt als de eerste WEP-sleutel. Uw Brother-machine ondersteunt alleen het gebruik van de eerste WEP-sleutel.
12
De machine voor een draadloos netwerk configureren (voor HL-3140CW, HL-3150CDW en HL-3170CDW)
3
a Wij raden u aan de instellingen van het draadloos netwerk neer te schrijven alvorens de machine te
configureren. U zult deze informatie nodig hebben voor u doorgaat met de configuratie.
Voor configuratie van een persoonlijk draadloos netwerk
Als u uw machine configureert voor een kleiner draadloos netwerk, zoals een thuisnetwerk, noteert u uw SSID en de netwerksleutel.
Als u Windows
®
XP gebruikt of als u een netwerkkabel gebruikt om uw computer te verbinden met uw draadloze toegangspunt/router, moet u de SSID en de netwerksleutel van uw WLAN­toegangspunt/router kennen voor u kunt doorgaan.
Netwerknaam: (SSID) Netwerksleutel
Bijvoorbeeld:
Netwerknaam: (SSID) Netwerksleutel
HELLO 12345678
3
3
13
De machine voor een draadloos netwerk configureren (voor HL-3140CW, HL-3150CDW en HL-3170CDW)
3
Voor configuratie van een draadloos Enterprise-netwerk 3
Als u uw machine configureert voor een draadloos netwerk met IEEE 802.1x-ondersteuning, noteert u uw verificatiemethode, versleutelingsmethode, gebruikers-ID en wachtwoord.
Netwerknaam: (SSID)
Communicatiemodus Verificatiemethode Versleutelingsmodus Gebruikers-ID Wachtwoord
Infrastructuur LEAP CKIP
EAP-FAST/NONE AES
TKIP
EAP-FAST/MS-CHAPv2 AES
TKIP
EAP-FAST/GTC AES
TKIP
PEAP/MS-CHAPv2 AES
TKIP
PEAP/GTC AES
TKIP
EAP-TTLS/CHAP AES
TKIP
EAP-TTLS/MS-CHAP AES
TKIP
EAP-TTLS/MS-CHAPv2 AES
TKIP
EAP-TTLS/PAP AES
TKIP
EAP-TLS AES
TKIP
Bijvoorbeeld:
3
Netwerknaam: (SSID)
HELLO
Communicatiemodus Verificatiemethode Versleutelingsmodus Gebruikers-ID Wachtwoord
Infrastructuur EAP-FAST/MS-CHAPv2 AES Brother 12345678
14
De machine voor een draadloos netwerk configureren (voor HL-3140CW, HL-3150CDW en HL-3170CDW)
3
OPMERKING
OPMERKING
• Als u de machine configureert met behulp van EAP-TLS-verificatie, moet u het clientcertificaat uitgevaardigd door een CA (Certificate Authority) installeren voor u de configuratie start. Neem contact op met uw netwerkbeheerder voor het clientcertificaat. Als u meer dan één certificaat hebt geïnstalleerd, raden wij aan dat u de naam noteert van het certificaat dat u wilt gebruiken. Raadpleeg Certificaten gebruiken ter beveiliging van de machine uu pagina 58 voor meer informatie over het installeren van het certificaat.
• Als u uw machine controleert met behulp van de openbare naam van het servercertificaat, raden wij aan dat u de openbare naam noteert voor u de configuratie start. Neem contact op met uw netwerkbeheerder voor de openbare naam van het servercertificaat.
b Schakel uw computer in en plaats de installatie-cd-rom in uw cd-romstation.
®
(Windows
1 Het eerste scherm wordt automatisch geopend.
Selecteer uw machine en de taal.
2 Het hoofdmenu van de cd-rom wordt geopend. Klik op De printerdriver installeren en klik op Ja als
u akkoord gaat met de licentieovereenkomsten. Volg de instructies op het scherm.
) 3
• Als het Brother-scherm niet automatisch wordt weergegeven, gaat u naar Computer (Deze computer), dubbelklikt u op het pictogram van de cd-rom en dubbelklikt u vervolgens op start.exe.
• Wanneer het scherm Gebruikersaccountbeheer wordt weergegeven,
®
(Windows Vista
(Windows
®
) klik op Toestaan.
7/Windows® 8) klik op Ja.
3Kies Draadloze netwerkverbinding en klik vervolgens op Volgende.
4 Selecteer Brother peer-to-peer netwerkprinter of Op netwerk gedeelde printer en klik daarna op
Volgende.
5 Wanneer u Op netwerk gedeelde printer selecteert, kiest u de wachtrij voor uw machine op het
scherm Naar printer zoeken en klikt u op OK.
6 Kies de optie voor de Firewall-instelling op het scherm Firewall/antivirus gedetecteerd en klik
vervolgens op Volgende.
15
De machine voor een draadloos netwerk configureren (voor HL-3140CW, HL-3150CDW en HL-3170CDW)
3
OPMERKING
(Macintosh) 3
1 Het eerste scherm wordt automatisch geopend. Klik op Start Here OSX. Selecteer uw machine en
klik op Volgende.
2Kies Draadloze netwerkverbinding en klik vervolgens op Volgende.
c Kies Ja, ik heb een USB-kabel voor gebruik bij de installatie. en klik vervolgens op Volgende. d Volg de instructies op het scherm om de draadloze instellingen te configureren.
• Wanneer het scherm Beschikbare draadloze netwerken wordt weergegeven en uw toegangspunt niet ingesteld is om de SSID door te geven, kunt u deze handmatig toevoegen door te klikken op de knop Geavanceerd. Volg de instructies op het scherm om de Naam (SSID) in te voeren.
• Als er een scherm wordt weergegeven dat de draadloze instelling mislukt is, klikt u op Opnieuw en probeert u opnieuw.
Wanneer u de draadloze instellingen hebt voltooid, kunt u verder gaan met de installatie van de printerdriver. Klik op Volgende in het installatievenster en volg de instructies op het scherm.
16
De machine voor een draadloos netwerk configureren (voor HL-3140CW, HL-3150CDW en HL-3170CDW)
3
BELANGRIJK

Configuratie met behulp van de installatiewizard op het bedieningspaneel 3

U kunt het bedieningspaneel van de machine gebruiken om de instellingen voor het draadloze netwerk te configureren. Via de functie Inst. Wizard van het bedieningspaneel kunt u de machine van Brother eenvoudig aansluiten op uw draadloos netwerk. U moet de instellingen van uw draadloos netwerk weten
voordat u verder gaat met de installatie.
• Als u de draadloze instellingen van de machine reeds eerder hebt geconfigureerd, moet u eerst de LAN­instellingen resetten vooraleer u de draadloze instellingen opnieuw kunt configureren.
Raadpleeg De netwerkinstellingen resetten naar de fabrieksstandaard uu pagina 40 om de LAN­instellingen te resetten.
• Als uw router gebruik maakt van WEP-versleuteling, voert u de sleutel in die gebruikt wordt als de eerste WEP-sleutel. Uw Brother-machine ondersteunt alleen het gebruik van de eerste WEP-sleutel.
Als u uw machine configureert voor een kleiner draadloos netwerk, zoals een thuisnetwerk:
• Raadpleeg Handmatige configuratie via het bedieningspaneel uu pagina 18 om uw machine te
configureren voor een bestaand draadloos netwerk met behulp van de SSID en netwerksleutel (indien vereist).
•Zie Uw machine configureren als de SSID niet wordt doorgegeven uu pagina 20 als uw WLAN-
toegangspunt/-router ingesteld is om de SSID-naam niet door te geven.
• Raadpleeg Configuratie in de ad-hocmodus uu pagina 32 voor het instellen van uw machine in de ad-
hocmodus.
Zie De machine voor een draadloos Enterprise-netwerk configureren uu pagina 23 als u uw machine
configureert voor een draadloos netwerk met IEEE 802.1x-ondersteuning.
Zie Configuratie met één druk op een knop via WPS (Wi-Fi Protected Setup) of AOSS™ uu pagina 27 als
uw WLAN-toegangspunt/-router WPS of AOSS™ ondersteunt.
Zie Configuratie met behulp van de PIN-methode van WPS (Wi-Fi Protected Setup) uu pagina 29 als u
uw machine configureert met behulp van WPS (PIN-methode).
17
De machine voor een draadloos netwerk configureren (voor HL-3140CW, HL-3150CDW en HL-3170CDW)
3
OPMERKING
OPMERKING
Handmatige configuratie via het bedieningspaneel 3
a Wij raden u aan de instellingen van het draadloos netwerk neer te schrijven alvorens de machine te
configureren. U zult deze informatie nodig hebben voor u doorgaat met de configuratie.
Controleer en noteer de huidige draadloze netwerkinstellingen.
Netwerknaam: (SSID) Netwerksleutel
Bijvoorbeeld:
Netwerknaam: (SSID) Netwerksleutel
HELLO 12345678
Als uw router gebruik maakt van WEP-versleuteling, voert u de sleutel in die gebruikt wordt als de eerste WEP-sleutel. Uw Brother-machine ondersteunt alleen het gebruik van de eerste WEP-sleutel.
b Druk op a of b om Netwerk te selecteren.
Druk op OK.
c Druk op a of b om WLAN te selecteren.
Druk op OK.
d Druk op a of b om Inst. Wizard te selecteren.
Druk op OK.
e Wanneer WLAN aanzetten? wordt weergegeven, drukt u op a om te bevestigen.
De wizard voor de draadloze instellingen wordt gestart. Druk op Cancel om te annuleren.
f De machine zoekt naar beschikbare SSID's. Als er een lijst met SSID's wordt weergegeven, gebruikt u
a of b om de SSID te selecteren die u hebt genoteerd in stap a. Druk vervolgens op OK. Voer een van de volgende handelingen uit:
3
Zie Uw machine configureren als de SSID niet wordt doorgegeven uu pagina 20 als de SSID niet wordt doorgegeven.
Als u een verificatie- en versleutelingsmethode gebruikt waarvoor een netwerksleutel vereist is, gaat
u naar stap g.
Als uw verificatiemethode Open systeem is en uw versleutelingsmodus Geen, gaat u naar stap i.
Als uw WLAN-toegangspunt/-router WPS ondersteunt, wordt WPS beschikbaar weergegeven.
Druk op a. Om uw machine aan te sluiten met de automatische draadloze modus, drukt u op a om Ja te selecteren. (Als u op b drukt om Nee te selecteren, gaat u naar g om de netwerksleutel in te voeren.) Wanneer Druk WPS op rtr wordt weergegeven, drukt u op de WPS-knop op uw WLAN­toegangspunt/-router en drukt u vervolgens twee keer op a. Ga naar stap h.
18
De machine voor een draadloos netwerk configureren (voor HL-3140CW, HL-3150CDW en HL-3170CDW)
3
g Voer de netwerksleutel in die u hebt opgeschreven in stap a. (voor informatie over het invoeren van
tekst: uuInstallatiehandleiding.) Als u alle tekens hebt ingevoerd, drukt u op OK en drukt u vervolgens op a voor Ja om uw instellingen door te voeren. Ga naar stap h.
h Uw machine probeert nu een verbinding met uw draadloze netwerk tot stand te brengen op basis van
de door u ingevoerde gegevens.
i Als uw draadloos apparaat correct is verbonden, wordt Verbonden weergegeven op het scherm.
De machine drukt het rapport over de draadloze status af. Als de verbinding mislukt is, controleert u de foutcode op het afgedrukte rapport. uuInstallatiehandleiding: Problemen oplossen.
(Windows®)
De draadloze netwerkinstallatie is nu voltooid. Als u verder wilt gaan met de installatie van de printerdriver, kiest u De printerdriver installeren in het menu van de cd-rom.
(Macintosh)
De draadloze netwerkinstallatie is nu voltooid. Als u verder wilt gaan met de installatie van de printerdriver, kiest u Start Here OSX in het menu van de cd-rom.
19
De machine voor een draadloos netwerk configureren (voor HL-3140CW, HL-3150CDW en HL-3170CDW)
3
OPMERKING
Uw machine configureren als de SSID niet wordt doorgegeven 3
a Wij raden u aan de instellingen van het draadloos netwerk neer te schrijven alvorens de machine te
configureren. U zult deze informatie nodig hebben voor u doorgaat met de configuratie.
Controleer en noteer de huidige draadloze netwerkinstellingen.
Netwerknaam: (SSID)
Communicatiemodus Verificatiemethode Versleutelingsmodus Netwerksleutel
Infrastructuur Open systeem GEEN
WEP
Gedeelde sleutel WEP
WPA/WPA2-PSK AES
1
TKIP
1
TKIP wordt enkel ondersteund voor WPA-PSK.
Bijvoorbeeld: 3
Netwerknaam: (SSID)
HELLO
Communicatiemodus Verificatiemethode Versleutelingsmodus Netwerksleutel
Infrastructuur WPA2-PSK AES 12345678
Als uw router gebruik maakt van WEP-versleuteling, voert u de sleutel in die gebruikt wordt als de eerste WEP-sleutel. Uw Brother-machine ondersteunt alleen het gebruik van de eerste WEP-sleutel.
b Druk op a of b om Netwerk te selecteren.
Druk op OK.
c Druk op a of b om WLAN te selecteren.
Druk op OK.
d Druk op a of b om Inst. Wizard te selecteren.
Druk op OK.
e Wanneer WLAN aanzetten? wordt weergegeven, drukt u op a om te bevestigen.
De wizard voor de draadloze instellingen wordt gestart. Druk op Cancel om te annuleren.
f De machine zoekt uw netwerk en toont een lijst van beschikbare SSID's.
Kies <Nieuwe SSID> met a of b. Druk op OK.
20
De machine voor een draadloos netwerk configureren (voor HL-3140CW, HL-3150CDW en HL-3170CDW)
3
g Voer de SSID-naam in. (voor informatie over het invoeren van tekst: uuInstallatiehandleiding.)
Druk op OK.
h Kies Infrastructuur met a of b wanneer hierom wordt gevraagd.
Druk op OK.
i Kies de verificatiemethode met a of b en druk op OK.
Voer een van de volgende handelingen uit: Als u Open systeem hebt geselecteerd, gaat u verder naar stap j. Als u Gedeelde sleutel hebt geselecteerd, gaat u verder naar stap k. Als u WPA/WPA2-PSK hebt geselecteerd, gaat u verder naar stap l.
j Kies het versleutelingstype Geen of WEP met a of b en druk op OK.
Voer een van de volgende handelingen uit: Als u Geen hebt geselecteerd, gaat u verder naar stap n. Als u WEP hebt geselecteerd, gaat u verder naar stap k.
k Voer de WEP-sleutel in die u hebt opgeschreven in stap a. Druk op OK. Ga naar stap n. (voor
informatie over het invoeren van tekst: uuInstallatiehandleiding.)
l Kies het versleutelingstype TKIP of AES met a of b. Druk op OK. Ga naar stap m.
21
De machine voor een draadloos netwerk configureren (voor HL-3140CW, HL-3150CDW en HL-3170CDW)
3
m Voer de WPA-sleutel in die u hebt opgeschreven in stap a en druk op OK. Ga naar stap n. (voor
informatie over het invoeren van tekst: uuInstallatiehandleiding.)
n Selecteer Ja om de instellingen door te voeren. Selecteer Nee om te annuleren.
Voer een van de volgende handelingen uit: Als u Ja hebt geselecteerd, gaat u verder naar stap o. Als u Nee hebt geselecteerd, keert u terug naar stap f.
o De machine probeert verbinding te maken met het draadloze netwerk dat u hebt geselecteerd. p Als uw draadloos apparaat correct is verbonden, wordt Verbonden weergegeven op het scherm.
De machine drukt het rapport over de draadloze status af. Als de verbinding mislukt is, controleert u de foutcode op het afgedrukte rapport. uuInstallatiehandleiding: Problemen oplossen.
(Windows®)
De draadloze netwerkinstallatie is nu voltooid. Als u verder wilt gaan met de installatie van de printerdriver, kiest u De printerdriver installeren in het menu van de cd-rom.
(Macintosh)
De draadloze netwerkinstallatie is nu voltooid. Als u verder wilt gaan met de installatie van de printerdriver, kiest u Start Here OSX in het menu van de cd-rom.
22
De machine voor een draadloos netwerk configureren (voor HL-3140CW, HL-3150CDW en HL-3170CDW)
3
De machine voor een draadloos Enterprise-netwerk configureren 3
a Wij raden u aan de instellingen van het draadloos netwerk neer te schrijven alvorens de machine te
configureren. U zult deze informatie nodig hebben voor u doorgaat met de configuratie.
Controleer en noteer de huidige draadloze netwerkinstellingen.
Netwerknaam: (SSID)
Communicatiemodus Verificatiemethode Versleutelingsmodus Gebruikers-ID Wachtwoord
Infrastructuur LEAP CKIP
EAP-FAST/NONE AES
TKIP
EAP-FAST/MS-CHAPv2 AES
TKIP
EAP-FAST/GTC AES
TKIP
PEAP/MS-CHAPv2 AES
TKIP
PEAP/GTC AES
TKIP
EAP-TTLS/CHAP AES
TKIP
EAP-TTLS/MS-CHAP AES
TKIP
EAP-TTLS/MS-CHAPv2 AES
TKIP
EAP-TTLS/PAP AES
TKIP
EAP-TLS AES
TKIP
Bijvoorbeeld:
Netwerknaam: (SSID)
HELLO
Communicatiemodus Verificatiemethode Versleutelingsmodus Gebruikers-ID Wachtwoord
Infrastructuur EAP-FAST/MS-CHAPv2 AES Brother 12345678
3
23
De machine voor een draadloos netwerk configureren (voor HL-3140CW, HL-3150CDW en HL-3170CDW)
3
OPMERKING
• Als u de machine configureert met behulp van EAP-TLS-verificatie, moet u het clientcertificaat uitgevaardigd door een CA installeren voor u de configuratie start. Neem contact op met uw netwerkbeheerder voor het clientcertificaat. Als u meer dan één certificaat hebt geïnstalleerd, raden wij aan dat u de naam noteert van het certificaat dat u wilt gebruiken. Raadpleeg Certificaten gebruiken ter beveiliging van de machine uu pagina 58 voor meer informatie over het installeren van het certificaat.
• Als u uw machine controleert met behulp van de openbare naam van het servercertificaat, raden wij aan dat u de openbare naam noteert voor u de configuratie start. Neem contact op met uw netwerkbeheerder voor de openbare naam van het servercertificaat.
b Druk op a of b om Netwerk te selecteren.
Druk op OK.
c Druk op a of b om WLAN te selecteren.
Druk op OK.
d Druk op a of b om Inst. Wizard te selecteren.
Druk op OK.
e Wanneer WLAN aanzetten? wordt weergegeven, drukt u op a om te bevestigen.
De wizard voor de draadloze instellingen wordt gestart. Druk op Cancel om te annuleren.
f De machine zoekt uw netwerk en toont een lijst van beschikbare SSID's.
In de lijst behoort de SSID te staan die u zojuist hebt genoteerd. Als de machine meer dan een netwerk detecteert, gebruikt u de toets a of b om uw netwerk te selecteren, en drukt u vervolgens op OK. Ga naar stap j. Als de toegangspoort de SSID niet doorgeeft, dient u de SSID-naam handmatig in te voeren. Ga naar stap g.
g Kies <Nieuwe SSID> met a of b.
Druk op OK. Ga naar stap h.
h Voer de SSID-naam in. (voor informatie over het invoeren van tekst: uuInstallatiehandleiding.)
Druk op OK. Ga naar stap i.
i Kies Infrastructuur met a of b wanneer hierom wordt gevraagd.
Druk op OK.
j Kies de verificatiemethode met a of b en druk op OK.
Voer een van de volgende handelingen uit: Als u LEAP hebt geselecteerd, gaat u verder naar stap p. Als u EAP-FAST hebt geselecteerd, gaat u verder naar stap k. Als u PEAP hebt geselecteerd, gaat u verder naar stap k. Als u EAP-TTLS hebt geselecteerd, gaat u verder naar stap k. Als u EAP-TLS hebt geselecteerd, gaat u verder naar stap l.
k Kies de inwendige verificatiemethode NONE, CHAP, MS-CHAP, MS-CHAPv2, GTC of PAP met a of b en
druk op OK. Ga naar stap l.
24
De machine voor een draadloos netwerk configureren (voor HL-3140CW, HL-3150CDW en HL-3170CDW)
3
OPMERKING
OPMERKING
Afhankelijk van uw verificatiemethode kunnen de selecties van de inwendige verificatiemethode verschillen.
l Kies het versleutelingstype TKIP of AES met a of b en druk op OK.
Voer een van de volgende handelingen uit: Als u EAP-TLS gebruikt als verificatiemethode, gaat u verder naar stap m. Ga naar stap n voor overige verificatiemethodes.
m De machine geeft een lijst weer met beschikbare clientcertificaten. Kies het certificaat en ga verder naar
stap n.
n Kies de verificatiemethode Geen controle, CA of CA + Server-ID met a of b en druk op OK.
Voer een van de volgende handelingen uit: Als u CA + Server-ID hebt geselecteerd, gaat u verder naar stap o. Ga naar stap p voor andere selecties.
Als u geen CA-certificaat hebt geïmporteerd in de machine, zal de machine Geen controle weergeven. Raadpleeg Certificaten gebruiken ter beveiliging van de machine uu pagina 58 voor het importeren van het CA-certificaat.
o Voer het ID van de server in. (voor informatie over het invoeren van tekst: uuInstallatiehandleiding.) Ga
naar stap p.
25
De machine voor een draadloos netwerk configureren (voor HL-3140CW, HL-3150CDW en HL-3170CDW)
3
p Voer het gebruikers-ID in dat u hebt opgeschreven in stap a. Druk op OK. (voor informatie over het
invoeren van tekst: uuInstallatiehandleiding.) Voer een van de volgende handelingen uit: Als u EAP-TLS gebruikt als verificatiemethode, gaat u verder naar stap r. Ga naar stap q voor overige verificatiemethodes.
q Voer het wachtwoord in dat u hebt opgeschreven in stap a. Druk op OK. Ga naar stap r. r Selecteer Ja om de instellingen door te voeren. Selecteer Nee om te annuleren.
Voer een van de volgende handelingen uit: Als u Ja hebt geselecteerd, gaat u verder naar stap s. Als u Nee hebt geselecteerd, keert u terug naar stap f.
s De machine probeert verbinding te maken met het draadloze netwerk dat u hebt geselecteerd. t Als uw draadloos apparaat correct is verbonden, wordt Verbonden weergegeven op het scherm.
De machine drukt het rapport over de draadloze status af. Als de verbinding mislukt is, controleert u de foutcode op het afgedrukte rapport. uuInstallatiehandleiding: Problemen oplossen.
(Windows®)
De draadloze netwerkinstallatie is nu voltooid. Als u verder wilt gaan met de installatie van de printerdriver, kiest u De printerdriver installeren in het menu van de cd-rom.
(Macintosh)
De draadloze netwerkinstallatie is nu voltooid. Als u verder wilt gaan met de installatie van de printerdriver, kiest u Start Here OSX in het menu van de cd-rom.
26
De machine voor een draadloos netwerk configureren (voor HL-3140CW, HL-3150CDW en HL-3170CDW)
3
BELANGRIJK

Configuratie met één druk op een knop via WPS (Wi-Fi Protected Setup) of AOSS™ 3

U kunt WPS of AOSS™ via het bedieningspaneelmenu gebruiken voor het configureren van uw draadloze
1
netwerkinstellingen als uw WLAN-toegangspunt/-router (A) WPS (PBC
A
) of AOSS™ ondersteunt.
1
Configuratie met een drukknop
• Wanneer u de Brother machine gaat aansluiten op het netwerk, adviseren we u dat u vóór de installatie contact opneemt met uw systeembeheerder. U moet de instellingen van uw draadloos netwerk weten
voordat u verder gaat met de installatie.
• Als u de draadloze instellingen van de machine reeds eerder hebt geconfigureerd, moet u eerst de LAN­instellingen resetten vooraleer u de draadloze instellingen opnieuw kunt configureren.
Raadpleeg De netwerkinstellingen resetten naar de fabrieksstandaard uu pagina 40 om de LAN­instellingen te resetten.
a Druk op a of b om Netwerk te selecteren.
Druk op OK.
b Druk op a of b om WLAN te selecteren.
Druk op OK.
c Druk op a of b om WPS/AOSS te selecteren.
Druk op OK.
d Wanneer WLAN aanzetten? wordt weergegeven, drukt u op a om te bevestigen.
De wizard voor de draadloze instellingen wordt gestart. Druk op Cancel om te annuleren.
27
De machine voor een draadloos netwerk configureren (voor HL-3140CW, HL-3150CDW en HL-3170CDW)
3
e Wanneer Druk knop op rtr weergegeven wordt op het LCD-scherm, drukt u op de knop WPS of
AOSS™ op uw draadloze toegangspunt/router. Raadpleeg de gebruikershandleiding van uw draadloze toegangspunt/router voor instructies. Druk vervolgens op a. Uw machine detecteert nu automatisch welke modus (WPS of AOSS™) uw draadloze toegangspunt/router gebruikt en probeert verbinding te maken met uw draadloze netwerk.
f Als uw draadloos apparaat correct is verbonden, wordt Verbonden weergegeven op het scherm.
De machine drukt het rapport over de draadloze status af. Als de verbinding mislukt is, controleert u de foutcode op het afgedrukte rapport. uuInstallatiehandleiding: Problemen oplossen.
(Windows®)
De draadloze netwerkinstallatie is nu voltooid. Als u verder wilt gaan met de installatie van de printerdriver, kiest u De printerdriver installeren in het menu van de cd-rom.
(Macintosh)
De draadloze netwerkinstallatie is nu voltooid. Als u verder wilt gaan met de installatie van de printerdriver, kiest u Start Here OSX in het menu van de cd-rom.
28
De machine voor een draadloos netwerk configureren (voor HL-3140CW, HL-3150CDW en HL-3170CDW)
3
OPMERKING

Configuratie met behulp van de PIN-methode van WPS (Wi-Fi Protected Setup) 3

Wanneer uw WLAN-toegangspunt/-router WPS (PIN-methode) ondersteunt, kunt u de machine gemakkelijk configureren. De PIN-methode (Personal Identification Number) is een van de verbindingsmethoden die
®
Wi-Fi Alliance voor de registrar (een apparaat dat het draadloos LAN beheert), kunt u de WLAN-netwerk- en ­veiligheidsinstellingen realiseren. Zie de gebruikershandleiding geleverd bij uw WLAN-toegangspunt/-router voor informatie over het gebruik van de WPS-modus.
Verbinding wanneer het WLAN-toegangspunt/de WLAN-router (A) ook dienst doet als registrar
heeft ontwikkeld. Wanneer u een PIN invoert die een Enrollee (uw machine) heeft gemaakt
1
.
A
Verbinding wanneer een ander apparaat (C) zoals een computer wordt gebruikt als een registrar1.
A
C
1
De registrar is een apparaat dat het draadloze LAN beheert.
Routers of toegangspunten die WPS ondersteunen, hebben een hieronder afgebeeld symbool.
a Druk op a of b om Netwerk te selecteren.
Druk op OK.
b Druk op a of b om WLAN te selecteren.
Druk op OK.
29
De machine voor een draadloos netwerk configureren (voor HL-3140CW, HL-3150CDW en HL-3170CDW)
3
OPMERKING
OPMERKING
c Druk op a of b om WPS m/pincode te selecteren.
Druk op OK.
d Wanneer WLAN aanzetten? wordt weergegeven, drukt u op a om te bevestigen.
De wizard voor de draadloze instellingen wordt gestart. Druk op Cancel om te annuleren.
e Het LCD toont een 8-cijferige PIN en de machine gaat zoeken naar een WLAN-toegangspunt/-router. f Wanneer u een computer gebruikt die verbonden is met het netwerk, voert u "vIP-adres van het
toegangspunt/" in uw browser in. (Hierbij staat "IP-adres van het toegangspunt" voor het IP-adres van het apparaat dat wordt gebruikt als registrar1.) Ga naar de instelpagina van WPS en voer de PIN in die op het LCD-scherm wordt weergegeven in stap e voor de registrar en volg de instructies op het scherm.
1
De registrar is normaal gesproken het WLAN-toegangspunt/de WLAN-router.
De instelpagina is verschillend, afhankelijk van het merk WLAN-toegangspunt/-router. Raadpleeg hiervoor de instructies geleverd bij uw WLAN-toegangspunt/-router.
Windows Vista®/Windows®7 3
Volg deze stappen wanneer u uw computer gebruikt als registrar:
• Wanneer u een Windows Vista® of Windows®7 computer wilt gebruiken als een registrar, moet u deze eerst registreren op het netwerk. Raadpleeg hiervoor de instructies geleverd bij uw WLAN-toegangspunt/­router.
• Als u Windows
®
7 gebruikt als registrar, kunt u de printerdriver installeren na de draadloze configuratie
door de instructies op het scherm te volgen. Als u het volledige pakket met drivers en software wilt installeren: uuInstallatiehandleiding.
1 (Windows Vista
®
)
Klik op de knop en vervolgens op Netwerk.
(Windows
®
7)
Klik op de knop en vervolgens op Apparaten en printers.
2 (Windows Vista
®
)
Klik op Apparaat aan het draadloos netwerk toevoegen.
®
(Windows
7)
Klik op Een apparaat toevoegen.
3 Selecteer uw machine en klik op Volgende.
4 Voer de PIN in die de LCD toont in stap e en klik vervolgens op Volgende.
5 Selecteer het netwerk waarmee u verbinding wilt maken en klik op Volgende.
6 Klik op Sluiten.
30
De machine voor een draadloos netwerk configureren (voor HL-3140CW, HL-3150CDW en HL-3170CDW)
3
g Als uw draadloos apparaat correct is verbonden, wordt Verbonden weergegeven op het scherm.
De machine drukt het rapport over de draadloze status af. Als de verbinding mislukt is, controleert u de foutcode op het afgedrukte rapport. uuInstallatiehandleiding: Problemen oplossen.
(Windows®)
De draadloze netwerkinstallatie is nu voltooid. Als u verder wilt gaan met de installatie van de printerdriver, kiest u De printerdriver installeren in het menu van de cd-rom.
(Macintosh)
De draadloze netwerkinstallatie is nu voltooid. Als u verder wilt gaan met de installatie van de printerdriver, kiest u Start Here OSX in het menu van de cd-rom.
31
De machine voor een draadloos netwerk configureren (voor HL-3140CW, HL-3150CDW en HL-3170CDW)
3
OPMERKING
OPMERKING

Configuratie in de ad-hocmodus 3

Een geconfigureerde SSID gebruiken 3
Als u de machine wilt koppelen met een computer waarop de Ad-hocmodus reeds geactiveerd is met een geconfigureerde SSID, dient u de volgende stappen uit te voeren:
a Wij raden u aan de instellingen van het draadloos netwerk neer te schrijven alvorens de machine te
configureren. U zult deze informatie nodig hebben voor u doorgaat met de configuratie.
Controleer en noteer de huidige draadloze netwerkinstellingen van de computer waarmee u verbinding maakt.
De draadloze netwerkinstellingen van de computer waarmee u verbinding maakt moeten ingesteld zijn op de ad-hocmodus met een reeds geconfigureerde SSID. Raadpleeg voor meer informatie over het instellen van de ad-hocmodus op uw computer de informatie die bij uw computer geleverd werd, of neem contact op met uw netwerkbeheerder.
Netwerknaam: (SSID)
Communicatiemodus Versleutelingsmodus Netwerksleutel
Ad-hoc GEEN
WEP
Bijvoorbeeld: 3
Netwerknaam: (SSID)
HELLO
Communicatiemodus Versleutelingsmodus Netwerksleutel
Ad-hoc WEP 12345
Uw Brother-machine ondersteunt alleen het gebruik van de eerste WEP-sleutel.
b Druk op a of b om Netwerk te selecteren.
Druk op OK.
c Druk op a of b om WLAN te selecteren.
Druk op OK.
d Druk op a of b om Inst. Wizard te selecteren.
Druk op OK.
32
De machine voor een draadloos netwerk configureren (voor HL-3140CW, HL-3150CDW en HL-3170CDW)
3
e Wanneer WLAN aanzetten? wordt weergegeven, drukt u op a om te bevestigen.
De wizard voor de draadloze instellingen wordt gestart. Druk op Cancel om te annuleren.
f De machine zoekt uw netwerk en toont een lijst van beschikbare SSID's.
Als er een lijst met SSID's wordt weergegeven, drukt u op a of b om de SSID te selecteren die u hebt genoteerd in stap a. Selecteer de SSID waarmee u verbinding wilt maken. Druk op OK. Voer een van de volgende handelingen uit: Als u Geen hebt geselecteerd, gaat u verder naar stap i. Als u WEP hebt geselecteerd, gaat u verder naar stap g.
g Voer de WEP-sleutel in die u hebt opgeschreven in stap a. Druk op OK. Ga naar stap h. (voor
informatie over het invoeren van tekst: uuInstallatiehandleiding.)
h Selecteer Ja om de instellingen door te voeren. Selecteer Nee om te annuleren.
Voer een van de volgende handelingen uit: Als u Ja hebt geselecteerd, gaat u verder naar stap i. Als u Nee hebt geselecteerd, keert u terug naar stap f.
i De machine probeert verbinding te maken met het draadloze apparaat dat u hebt geselecteerd. j Als uw draadloos apparaat correct is verbonden, wordt Verbonden weergegeven op het scherm.
De machine drukt het rapport over de draadloze status af. Als de verbinding mislukt is, controleert u de foutcode op het afgedrukte rapport. uuInstallatiehandleiding: Problemen oplossen.
(Windows®)
De draadloze netwerkinstallatie is nu voltooid. Als u verder wilt gaan met de installatie van de printerdriver, kiest u De printerdriver installeren in het menu van de cd-rom.
(Macintosh)
De draadloze netwerkinstallatie is nu voltooid. Als u verder wilt gaan met de installatie van de printerdriver, kiest u Start Here OSX in het menu van de cd-rom.
Een nieuwe SSID gebruiken 3
Als u een nieuwe SSID gebruikt, zullen alle andere apparaten verbinding maken via de SSID die u in de volgende stappen aan de machine toewijst. U zult op uw computer verbinding moeten maken met deze SSID als de Ad-hocmodus geactiveerd is.
a Druk op a of b om Netwerk te selecteren.
Druk op OK.
b Druk op a of b om WLAN te selecteren.
Druk op OK.
c Druk op a of b om Inst. Wizard te selecteren.
Druk op OK.
33
De machine voor een draadloos netwerk configureren (voor HL-3140CW, HL-3150CDW en HL-3170CDW)
3
OPMERKING
d Wanneer WLAN aanzetten? wordt weergegeven, drukt u op a om te bevestigen.
De wizard voor de draadloze instellingen wordt gestart. Druk op Cancel om te annuleren.
e De machine zoekt uw netwerk en toont een lijst van beschikbare SSID's.
Kies <Nieuwe SSID> met a of b. Druk op OK.
f Voer de SSID-naam in. (voor informatie over het invoeren van tekst: uuInstallatiehandleiding.)
Druk op OK.
g Kies Ad-hoc met a of b wanneer hierom wordt gevraagd.
Druk op OK.
h Kies het versleutelingstype Geen of WEP met a of b en druk op OK.
Voer een van de volgende handelingen uit: Als u Geen hebt geselecteerd, gaat u verder naar stap j. Als u WEP hebt geselecteerd, gaat u verder naar stap i.
i Voer de WEP-sleutel in. Druk op OK. Ga naar stap j. (voor informatie over het invoeren van tekst:
uuInstallatiehandleiding.)
Uw Brother-machine ondersteunt alleen het gebruik van de eerste WEP-sleutel.
j Selecteer Ja om de instellingen door te voeren. Selecteer Nee om te annuleren.
Voer een van de volgende handelingen uit: Als u Ja hebt geselecteerd, gaat u verder naar stap k. Als u Nee hebt geselecteerd, keert u terug naar stap e.
k De machine probeert verbinding te maken met het draadloze apparaat dat u hebt geselecteerd. l Als uw draadloos apparaat correct is verbonden, wordt Verbonden weergegeven op het scherm.
De machine drukt het rapport over de draadloze status af. Als de verbinding mislukt is, controleert u de foutcode op het afgedrukte rapport. uuInstallatiehandleiding: Problemen oplossen.
(Windows®)
De draadloze netwerkinstallatie is nu voltooid. Als u verder wilt gaan met de installatie van de printerdriver, kiest u De printerdriver installeren in het menu van de cd-rom.
(Macintosh)
De draadloze netwerkinstallatie is nu voltooid. Als u verder wilt gaan met de installatie van de printerdriver, kiest u Start Here OSX in het menu van de cd-rom.
34
4
4

Instellen via het bedieningspaneel 4

Overzicht 4

Deze machine heeft een verlicht Liquid Crystal Display (LCD) en zeven toetsen op het bedieningspaneel. Het LCD heeft één regel van 16 tekens.
Met het bedieningspaneel kunt u het volgende doen:
De instellingen van de afdrukserver wijzigen via het bedieningspaneel 4
Raadpleeg Netwerkmenu uu pagina 36.
De netwerkinstellingen resetten naar de fabrieksstandaard 4
Raadpleeg De netwerkinstellingen resetten naar de fabrieksstandaard uu pagina 40.
Een netwerkconfiguratierapport afdrukken
Raadpleeg Het netwerkconfiguratierapport afdrukken uu pagina 41.
Een WLAN-rapport afdrukken (voor HL-3140CW, HL-3150CDW en HL-3170CDW) 4
Raadpleeg Het WLAN-rapport afdrukken (voor HL-3140CW, HL-3150CDW en HL-3170CDW) uu pagina 42.
4
35
Instellen via het bedieningspaneel
4
OPMERKING

Netwerkmenu 4

De Netwerk-menuselecties van het bedieningspaneel laten u toe de machine van Brother in te stellen voor uw netwerkconfiguratie. (Voor meer informatie over het gebruik van het bedieningspaneel: uuGebruikershandleiding.) Druk op een van de menutoetsen (a, b, OK of Back) om het hoofdmenu weer te geven. Druk vervolgens op a of b om Netwerk te selecteren. Selecteer het menu met de instellingen die u wilt configureren. (Raadpleeg Functietabel en standaardinstellingen uu pagina 43 voor meer informatie over het menu.)
De machine wordt geleverd met de software BRAdmin Light worden gebruikt voor het configureren van diverse aspecten van het netwerk. (Zie Andere beheerprogramma's uu pagina 7.)
1
Macintosh-gebruikers kunnen de recentste versie van Brother BRAdmin Light downloaden op http://solutions.brother.com/.
TCP/IP 4
Gebruik de LAN met kabel-menuselecties als u de machine via een netwerkkabel verbindt met uw netwerk. Gebruik de WLAN-menuselecties als u de machine verbindt met een draadloos ethernetnetwerk.
1
of Beheer via een webbrowser, die ook kunnen
Opstartmethode 4
De selectie in dit veld bepaalt hoe de machine een IP-adres krijgt.
Automatische modus 4
In deze modus zoekt de machine op het netwerk naar een DHCP-server. Als er een DHCP-server wordt gevonden en de configuratie van deze server toewijzing van een IP-adres voor de machine toelaat, dan wordt het door de DHCP-server toegewezen IP-adres gebruikt. Als er geen DHCP-server beschikbaar is, wordt het IP-adres ingesteld met behulp van het APIPA-protocol. Als u de machine voor het eerst aanzet, kan het een paar minuten duren voor de machine het netwerk heeft afgezocht.
Statische modus 4
In deze modus moet u het IP-adres voor de machine handmatig toewijzen. Nadat het IP-adres is opgegeven, wordt het op het toegewezen adres vastgezet.
Als u de afdrukserver niet via DHCP, BOOTP of RARP wilt configureren, dient u de Opstartmethode in te stellen op Statisch zodat de afdrukserver een statisch IP-adres heeft. Zo wordt voorkomen dat de afdrukserver probeert om een IP-adres van een van deze systemen te krijgen. U kunt de opstartmethode wijzigen met het bedieningspaneel van de machine, met BRAdmin Light of met Beheer via een webbrowser.
36
Instellen via het bedieningspaneel
4
OPMERKING
IP-adres 4
In dit veld verschijnt het huidige IP-adres van de machine. Als u een Opstartmethode van Statisch hebt gekozen, voert u nu het IP-adres in dat u aan de machine wilt toewijzen (vraag uw netwerkbeheerder welk IP-adres u mag gebruiken). Als u een andere methode dan Statisch hebt gekozen, zal de machine proberen om het IP-adres te bepalen via het DHCP- of BOOTP-protocol. Het standaard IP-adres van de machine is wellicht niet compatibel met de IP-adresnummering van uw netwerk. Wij raden u aan om de netwerkbeheerder om een IP-adres te vragen voor het netwerk waarop de machine wordt aangesloten.
Subnetmasker 4
In dit veld verschijnt het huidige subnetmasker van de machine. Als u DHCP of BOOTP niet gebruikt om het subnetmasker op te vragen, kunt u het gewenste subnetmasker zelf opgeven. Vraag uw netwerkbeheerder welk subnetmasker u mag gebruiken.
Gateway 4
In dit veld verschijnt het adres van de huidige gateway of router van de machine. Als u DHCP of BOOTP niet gebruikt om het gateway- of routeradres op te vragen, kunt u het gewenste adres zelf opgeven. Als u geen gateway of router hebt, mag u in dit veld niets invullen. Vraag uw netwerkbeheerder als u niet zeker bent.
IP Boot-pogingen 4
Dit veld geeft het aantal pogingen weer dat de machine zal ondernemen om een IP-adres te verkrijgen wanneer de opstartmethode ingesteld is op om het even welke instelling, behalve Statisch.
APIPA 4
Wanneer Aan is ingeschakeld, zal de afdrukserver automatisch een Link-Local IP-adres toewijzen in het bereik van (169.254.1.0 - 169.254.254.255) wanneer de afdrukserver geen IP-adres kan krijgen via de opstartmethode die u hebt ingesteld. (Zie Opstartmethode uu pagina 36.) Als u Uit kiest, wordt het IP-adres niet gewijzigd als de afdrukserver geen IP-adres kan krijgen via de opstartmethode die u hebt ingesteld.
IPv6 4
Deze machine is compatibel met IPv6, het internetprotocol van de nieuwe generatie. Als u het IPv6-protocol wilt gebruiken, selecteert u Aan. De standaardinstelling voor IPv6 is Uit. Kijk voor meer informatie over het IPv6-protocol op http://solutions.brother.com/
• Als u IPv6 instelt op Aan, schakelt u de machine uit en weer in om dit protocol te activeren.
• Nadat u IPv6 Aan hebt geselecteerd, wordt deze instelling zowel op de bedrade als de draadloze LAN­interface toegepast.
.
37
Instellen via het bedieningspaneel
4
OPMERKING
Ethernet (alleen voor bedrade netwerken) 4
Ethernet-verbindingsmodus. Met de optie Auto kan de afdrukserver middels automatische onderhandelingen in 100BASE-TX full of half duplex of in 10BASE-T full of half duplex werken.
Als u deze waarde niet goed configureert, kunt u niet met de afdrukserver communiceren.
Bedrade status (voor HL-3150CDN, HL-3150CDW en HL-3170CDW) 4
Dit veld toont de huidige status van het bedrade netwerk.
Installatiewizard (alleen voor draadloze netwerken) 4
De Inst. Wizard leidt u door de configuratie van het draadloze netwerk. (Voor meer informatie: uuInstallatiehandleiding of Handmatige configuratie via het bedieningspaneel uu pagina 18.)
WPS (Wi-Fi Protected Setup)/AOSS™ (alleen draadloos netwerk) 4
Als uw WLAN-toegangspunt/-router WPS (PBC1) of AOSS™ (automatische draadloze modus) ondersteunt, kunt u de machine eenvoudig configureren. (Voor meer informatie: uuInstallatiehandleiding of Configuratie met één druk op een knop via WPS (Wi-Fi Protected Setup) of AOSS™ uu pagina 27.)
1
Configuratie met een drukknop
WPS (Wi-Fi Protected Setup) met PIN-code (alleen draadloos netwerk) 4
Wanneer uw WLAN-toegangspunt/-router WPS (PIN-methode) ondersteunt, kunt u de machine gemakkelijk configureren. (Zie Configuratie met behulp van de PIN-methode van WPS (Wi-Fi Protected Setup) uu pagina 29 voor meer informatie.)
WLAN-status (voor HL-3140CW, HL-3150CDW en HL-3170CDW) 4
Status 4
Dit veld toont de huidige status van het draadloze netwerk.
Signaal 4
Dit veld toont de huidige signaalsterkte van het draadloze netwerk.
38
Instellen via het bedieningspaneel
4
OPMERKING
Kanaal 4
Dit veld toont het huidige kanaal van het draadloze netwerk.
Snelheid 4
Dit veld toont de huidige snelheid van het draadloze netwerk.
SSID 4
Dit veld toont de huidige SSID van het draadloze netwerk. Er worden maximaal 32 tekens van de SSID-naam weergegeven.
Comm.-modus 4
Dit veld toont de huidige communicatiemodus van het draadloze netwerk.
MAC-adres 4
Het MAC-adres is een uniek getal dat wordt toegekend voor de netwerkinterface van de machine. U kunt het MAC-adres van uw machine vinden via het bedieningspaneel.
Instellen op standaard (voor HL-3150CDW en HL-3170CDW) 4
Met behulp van Standaard inst kunt u de standaardwaarden van de bedrade of draadloze instellingen herstellen. Raadpleeg De netwerkinstellingen resetten naar de fabrieksstandaard uu pagina 40 als u zowel de bedrade als de draadloze instellingen wilt herstellen.
Bedraad inschakelen (voor HL-3150CDW en HL-3170CDW) 4
Als u een bedrade netwerkaansluiting wilt gebruiken, stelt u Bedraad activ. in op Aan.
WLAN inschakelen (voor HL-3140CW, HL-3150CDW en HL-3170CDW) 4
Als u een draadloze netwerkaansluiting wilt gebruiken, stelt u WLAN Activeren in op Aan.
Als de netwerkkabel aangesloten is op uw machine, stelt u Bedraad activ. in op Uit.
39
Instellen via het bedieningspaneel
4
OPMERKING

De netwerkinstellingen resetten naar de fabrieksstandaard 4

U kunt de standaardinstellingen van de afdrukserver herstellen (alle informatie wordt teruggesteld, zoals het wachtwoord en de gegevens m.b.t. het IP-adres).
• Deze functie herstelt alle standaardinstellingen van het bedrade en draadloze netwerk.
• U kunt de standaardinstellingen van de afdrukserver ook herstellen met de BRAdmin-toepassingen of Beheer via een webbrowser. (Zie Andere beheerprogramma's uu pagina 7 voor meer informatie.)
a Druk op a of b om Netwerk te selecteren.
Druk op OK.
b Druk op a of b om Netwerkreset te selecteren.
Druk op OK.
c Druk op a om Ja te selecteren en de machine opnieuw op te starten. d De machine wordt opnieuw opgestart.
40
Instellen via het bedieningspaneel
4
OPMERKING
OPMERKING

Het netwerkconfiguratierapport afdrukken 4

Naam van knooppunt: De naam van het knooppunt wordt weergegeven op het netwerkconfiguratierapport. De standaardnaam van het knooppunt is "BRNxxxxxxxxxxxx" voor een bedraad netwerk of "BRWxxxxxxxxxxxx" voor een draadloos netwerk. ("xxxxxxxxxxxx" is het MAC­adres/Ethernetadres van de machine.)
Het netwerkconfiguratierapport is een afgedrukt rapport met een lijst van de huidige netwerkconfiguratie, met inbegrip van de netwerkinstellingen van de afdrukserver.
a Druk op a of b om Machine-info te selecteren.
Druk op OK.
b Druk op a of b om Druk NetSetting te selecteren.
Druk op OK.
Als de IP Address op het netwerkconfiguratierapport 0.0.0.0 weergeeft, wacht u een minuut en probeert u opnieuw.
41
Instellen via het bedieningspaneel
4

Het WLAN-rapport afdrukken (voor HL-3140CW, HL-3150CDW en HL-3170CDW) 4

De WLAN-rapp. afdr. drukt het rapport over de draadloze status van uw machine af. Als de draadloze verbinding mislukt is, controleert u de foutcode op het afgedrukte rapport. uuInstallatiehandleiding: Problemen oplossen.
a Druk op a of b om Machine-info te selecteren.
Druk op OK.
b Druk op a of b om WLAN-rapp. afdr. te selecteren.
Druk op OK.
42
Instellen via het bedieningspaneel
4

Functietabel en standaardinstellingen 4

HL-3150CDN 4
De fabrieksinstellingen worden in vet en met een sterretje weergegeven.
Hoofdmenu Submenu Menuopties Opties
Netwerk TCP/IP Opstartmethode Autom.*
Statisch
RARP
BOOTP
DHCP
IP Address
Subnet Mask
Gateway
IP Boot pogingen 0/1/2/3*.../32767
APIPA Aan*
IPv6 Aan
(000.000.000.000)*
(000.000.000.000)*
(000.000.000.000)*
Uit
1
1
1
Uit*
Ethernet Autom.*
100B-FD
100B-HD
10B-FD
10B-HD
Status kabel Actief 100B-FD
Actief 100B-HD
Actief 10B-FD
Actief 10B-HD
Inactief
Kabel UIT
MAC-adres ——
Netwerkreset Herstelt de standaard fabriekswaarden van alle netwerkinstellingen van de
interne afdrukserver.
1
Wanneer er verbinding wordt gemaakt met het netwerk, stelt de machine automatisch het IP-adres en het subnetmasker in op waarden die geschikt zijn voor uw netwerk.
43
Instellen via het bedieningspaneel
4
HL-3140CW, HL-3150CDW en HL-3170CDW 4
De fabrieksinstellingen worden in vet en met een sterretje weergegeven.
Hoofdmenu Submenu Menuopties Opties
Netwerk
LAN met kabel
TCP/IP Opstartmethode Autom.*
(HL-3150CDW en HL-3170CDW)
Statisch
RARP
BOOTP
DHCP
IP Address
Subnet Mask
Gateway
IP Boot pogingen 0/1/2/3*.../32767
APIPA Aan*
IPv6 Aan
Ethernet Autom.*
Status kabel Actief 100B-FD
(000.000.000.000)*
(000.000.000.000)*
(000.000.000.000)*
Uit
Uit*
100B-FD
100B-HD
10B-FD
10B-HD
1
1
1
Actief 100B-HD
Actief 10B-FD
Actief 10B-HD
Inactief
Kabel UIT
MAC-adres ——
Standaard inst Herstelt de standaard fabriekswaarden van de bedrade
netwerkinstellingen van de interne afdrukserver.
Bedraad activ. Aan*
Uit
44
Instellen via het bedieningspaneel
4
Hoofdmenu Submenu Menuopties Opties
Netwerk
WLAN TCP/IP Opstartmethode Autom.*
(vervolg)
Statisch
RARP
BOOTP
DHCP
IP Address
Subnet Mask
Gateway
(000.000.000.000)*
(000.000.000.000)*
(000.000.000.000)*
IP Boot pogingen 0/1/2/3*.../32767
APIPA Aan*
Uit
IPv6 Aan
Uit*
Inst. Wizard ——
WPS/AOSS ——
WPS m/pincode ——
Status WLAN Status Actief(11n)
Actief(11b)
Actief(11g)
1
1
1
Bedraad LAN actief (Niet beschikbaar voor HL-3140CW)
WLAN UIT
AOSS actief
Geen contact
Signaal (Verschijnt uitsluitend wanneer
Kanaal
WLAN Activeren op Aan staat.)
Snelheid
SSID
Comm. Modus Ad-hoc
Infrastructuur
MAC-adres ——
Standaard inst
(HL-3150CDW en
Herstelt de standaard fabriekswaarden van de draadloze netwerkinstellingen van de interne afdrukserver.
HL-3170CDW)
WLAN Activeren Aan
Uit*
45
Instellen via het bedieningspaneel
4
Hoofdmenu Submenu Menuopties Opties
Netwerk
Wi-Fi Direct
2
Drukknop ——
(vervolg)
Pincode ——
Handmatig ——
Groepseigenaar Aan
Uit*
Apparaatinfo. Apparaatnaam
SSID
IP Address
Statusinfo Status Gr.eig. actf(**)
** = aantal apparaten
Cliënt actief
Niet verbonden
Uit
Bedrade LAN act. (Niet
beschikbaar voor HL-3140CW)
Signaal Sterk
Medium
Zwak
Geen
(Wanneer Groepseigenaar ingesteld is op Aan, wordt het signaal ingesteld op Sterk.)
Kanaal
Snelheid
Interf. insch. Aan
Uit*
Netwerkreset
Herstelt de standaard fabriekswaarden van alle netwerkinstellingen van de interne afdrukserver.
1
Wanneer er verbinding wordt gemaakt met het netwerk, stelt de machine automatisch het IP-adres en het subnetmasker in op waarden die geschikt zijn voor uw netwerk.
2
Raadpleeg voor meer informatie de Wi-Fi Direct™ handleiding die u kunt terugvinden op de Handleidingendownloadpagina voor uw model bij het Brother Solutions Center (http://solutions.brother.com/
).
46
5
5
OPMERKING

Beheer via een webbrowser 5

Overzicht 5

Voor het beheren van uw machine met HTTP (Hyper Text Transfer Protocol) of HTTPS (Hyper Text Transfer Protocol over Secure Socket Layer) kunt u een standaardwebbrowser gebruiken. Met een webbrowser kunt u de vermelde functie uitvoeren of de onderstaande informatie van machines op uw netwerk krijgen.
Machinestatusinformatie
Netwerkinstellingen zoals de TCP/IP-gegevens wijzigen
Secure Function Lock 2.0 configureren (zie Secure Function Lock 2.0 uu pagina 50).
Configuratie van Afdruklogboek op netwerk opslaan (zie Afdruklogboek op netwerk opslaan
uu pagina 53).
Informatie opvragen omtrent de softwareversie van de machine en de afdrukserver
De configuratie van het netwerk en de machine wijzigen
We bevelen het gebruik van Windows® Internet Explorer®8.0/9.0 of Safari 5.0 voor Macintosh aan. Verder dienen JavaScript en cookies altijd te zijn geactiveerd, ongeacht welke browser u gebruikt. Wanneer een andere webbrowser wordt gebruikt, dient u te controleren dat deze compatibel is met HTTP 1.0 en HTTP 1.1.
Het is zaak dat u op uw netwerk het TCP/IP-protocol gebruikt en een geldig IP-adres in de afdrukserver en de computer hebt geprogrammeerd.
47
Beheer via een webbrowser
5
OPMERKING
OPMERKING
OPMERKING

De instellingen van de machine configureren met Beheer via een webbrowser 5

Wanneer u de instellingen van de afdrukserver wilt wijzigen met HTTP (Hyper Text Transfer Protocol) of HTTPS (Hyper Text Transfer Protocol over Secure Socket Layer), kunt u een standaardwebbrowser gebruiken.
• Wij raden u aan het HTTPS-protocol te gebruiken voor uw veiligheid wanneer u de instellingen configureert met Beheer via een webbrowser.
• Wanneer u het HTTPS-protocol gebruikt voor de configuratie van Beheer via een webbrowser, zal uw browser een waarschuwingsdialoogvenster weergeven.
a Start uw webbrowser. b Voer "vIP-adres van de machine/" in de adresregel van uw browser (waarbij "IP-adres van de
machine" staat voor het IP-adres van de machine of de naam van de afdrukserver).
Bijvoorbeeld: v192.168.1.2/
• Als u een domeinnaamsysteem gebruikt of een naam NetBIOS inschakelt, kunt u een andere naam invoeren zoals "GedeeldePrinter" in plaats van het IP-adres.
• Bijvoorbeeld: vGedeeldePrinter/
Als u een naam NetBIOS inschakelt, kunt u eveneens de naam van het knooppunt gebruiken.
• Bijvoorbeeld: vbrnxxxxxxxxxxxx/
Netwerkconfiguratierapport (zie Het netwerkconfiguratierapport afdrukken uu pagina 41).
• Bij gebruik van Macintosh krijgt u eenvoudig toegang tot het systeem voor Beheer via een webbrowser door in het scherm Status Monitor gewoon op het symbool van de machine te klikken. Voor meer informatie: uuGebruikershandleiding.
c Er dient standaard geen wachtwoord te worden ingevoerd. Als u voordien een wachtwoord hebt
ingesteld, voert u dit in en drukt u op .
d U kunt de instellingen van de afdrukserver nu wijzigen.
Als u de protocolinstellingen hebt gewijzigd, moet u nadat u op Indienen hebt geklikt de machine opnieuw opstarten om de configuratie te activeren.
48
Beheer via een webbrowser
5
OPMERKING

Een wachtwoord instellen 5

Wij raden u aan een aanmeldwachtwoord in te stellen om ongeoorloofde toegang tot Beheer via een webbrowser te vermijden.
a Klik op Beheerder. b Voer het wachtwoord in dat u wilt gebruiken (maximaal 32 tekens). c Voer het wachtwoord opnieuw in het vak Bevestigen: nieuw wachtwoord in. d Klik op Indienen.
Voer de volgende keer dat u Beheer via een webbrowser gebruikt het wachtwoord in het vak Log in in, en klik vervolgens op . Na het configureren van de instellingen, kunt u zich afmelden door te klikken op .
U kunt ook een wachtwoord instellen door te klikken op Configureer het wachtwoord op de webpagina van de machine als u geen aanmeldwachtwoord instelt.
49
Beheer via een webbrowser
5
OPMERKING

Secure Function Lock 2.0 5

Secure Function Lock 2.0 van Brother helpt u geld te besparen en de beveiliging te verhogen door de functies van uw machine van Brother te beperken.
Secure Function Lock stelt u in staat wachtwoorden in te stellen voor specifieke gebruikers waarmee ze toegang krijgen tot sommige of alle functies, of waarmee u een paginabeperking kunt opleggen. Dit houdt in dat enkel gemachtigde personen deze functies kunnen gebruiken.
U kunt de volgende instellingen van Secure Function Lock 2.0 met Beheer via een webbrowser of BRAdmin
®
Professional 3 (alleen Windows
Afdrukken
Kleurenafdrukken
Paginalimiet
Paginateller
1
Afdrukken omvat eveneens afdruktaken verzonden via AirPrint, Google Cloud Print en Brother iPrint&Scan.
2
Als u de aanmeldnamen van de pc-gebruikers registreert, kunt u PC-printen beperken zonder dat de gebruiker een wachtwoord invoert. Raadpleeg PC-printen beperken per aanmeldnaam van een pc-gebruiker uu pagina 51 voor meer informatie.
3
Verkrijgbaar voor Afdrukken.
12
123
3
3
) configureren en wijzigen.
De instellingen van Secure Function Lock 2.0 configureren met Beheer via een webbrowser 5
Basisconfiguratie 5
a Klik op Beheerder op de webpagina van de machine en klik vervolgens op Beveiligd functieslot. b Kies Aan bij Functieslot. c Voer een groepsnaam of gebruikersnaam in van maximaal 15 alfanumerieke tekens in het vak
Id-nummer/naam en voer daarna een wachtwoord in van vier tekens in het vak Pincode.
d Vink de functies die u wilt beperken uit in het vak Printactiviteiten. Als u het maximale aantal pagina's
wilt configureren, vinkt u het selectievakje Aan aan in Paginalimiet en voert u daarna het aantal in in het vak Max.. Klik vervolgens op Indienen.
Als u het PC-printen wilt beperken per aanmeldnaam van een pc-gebruiker, klikt u op PC-taakbeperking
via gebruikersnaam en configureert u de instellingen. (Zie PC-printen beperken per aanmeldnaam van een pc-gebruiker uu pagina 51.)
50
Beheer via een webbrowser
5
OPMERKING
OPMERKING
De openbare modus instellen 5
U kunt de openbare modus instellen en kiezen welke functies beschikbaar zijn voor openbare gebruikers. Openbare gebruikers hoeven geen wachtwoord in te voeren om gebruik te maken van de functies die u via deze instelling hebt geactiveerd.
De openbare modus omvat eveneens afdruktaken verzonden via AirPrint, Google Cloud Print en Brother iPrint&Scan.
a Vink het vakje uit van de functies die u wilt beperken in het vak Openbare modus. b Klik op Indienen.
PC-printen beperken per aanmeldnaam van een pc-gebruiker 5
Door deze instelling te configureren, kan de machine een aanmeldnaam van een pc-gebruiker herkennen en zo een afdruktaak goedkeuren van een geregistreerde computer.
a Klik op PC-taakbeperking via gebruikersnaam. b Kies Aan bij PC Taakbeperking. c Selecteer het identificatienummer dat u hebt ingesteld in stap c van Id-nummer/naam. Raadpleeg
Basisconfiguratie uu pagina 50 in de keuzelijst van Id-nummer voor elke aanmeldnaam en voer vervolgens de aanmeldnaam in van de pc-gebruiker in het vak Aanmeldnaam.
d Klik op Indienen.
• Als u PC-printen voor een groep wilt beperken, kiest u hetzelfde identificatienummer voor elke pc­aanmeldnaam die u aan de groep wilt toevoegen.
• Als u de functie pc-aanmeldnaam gebruikt, moet ook een vinkje geplaatst zijn in het vak Aanmeldnaam van pc gebruiken in de printerdriver. Voor meer informatie over de printerdriver: uuGebruikershandleiding.
• De functie Secure Function Lock ondersteunt de BR-Script3-driver niet voor afdrukken.
Andere functies 5
U kunt de volgende functies instellen in Secure Function Lock 2.0:
Alle tellers resetten
U kunt de paginateller resetten door te klikken op Alle tellers resetten.
Exporteren als CSV-bestand
U kunt de huidige paginatellerstand, inclusief informatie over Id-nummer/naam, exporteren als een CSV­bestand.
Laatste tellerstand
De machine onthoudt de paginatelling nadat de teller werd gereset.
51
Beheer via een webbrowser
5

Het SNTP-protocol configureren met Beheer via een webbrowser 5

SNTP is het protocol dat wordt gebruikt om de tijd die door de machine wordt gebruikt te synchroniseren voor verificatie met de SNTP-tijdserver.
a Klik op Netwerk en klik daarna op Protocol. b Selecteer het vakje SNTP om de instelling te activeren. c Klik op Geavanceerde instellingen.
Status
Geeft weer of de SNTP-serverinstellingen in- of uitgeschakeld zijn.
Methode SNTP-server
Selecteer AUTO of STATISCH.
AUTO
Als u een DHCP-server op uw netwerk hebt, zal de SNTP-server het adres automatisch via deze server ontvangen.
STATISCH
Voer het adres in dat u wilt gebruiken.
Adres primaire SNTP-server, Adres secundaire SNTP-server
Voer het serveradres in (maximaal 64 cijfers).
Het adres van de secundaire SNTP-server wordt gebruikt als back-up voor het adres van de primaire SNTP-server. Als de primaire server niet beschikbaar is, zal de machine de secundaire SNTP-server contacteren. Beschikt u alleen over een primaire SNTP-server en niet over een secundaire SNTP­server, dan laat u dit veld leeg.
Poort primaire SNTP-server, Poort secundaire SNTP-server
Voer het poortnummer in (1 tot 65535).
Het adres van de secundaire SNTP-poort wordt gebruikt als back-up voor het adres van de primaire SNTP-poort. Als de primaire poort niet beschikbaar is, zal de machine de secundaire SNTP-poort contacteren. Beschikt u alleen over een primaire SNTP-poort en niet over een secundaire SNTP­poort, dan laat u dit veld leeg.
Synchronisatie-interval
Voer het aantal uur in tussen pogingen tot synchroniseren met de server (1 tot 168 uur).
Synchronisatiestatus
U kunt de laatste synchronisatiestatus controleren.
d Klik op Indienen om de instellingen toe te passen.
52
Beheer via een webbrowser
5
OPMERKING

Afdruklogboek op netwerk opslaan 5

De functie Afdruklogboek op netwerk opslaan maakt het u mogelijk om het bestand met het afdruklogboek
1
van uw Brother-machine op te slaan op een netwerkserver via CIFS naam van de taak, de gebruikersnaam, de datum, de tijd en het aantal afgedrukte pagina's voor elke afdruktaak bijhouden.
1
CIFS is het protocol Common Internet File System dat werkt via TCP/IP waarmee computers op een netwerk bestanden kunnen delen via een intranet of het internet.
De volgende afdrukfuncties worden bijgehouden in het afdruklogboek:
Afdruktaken van uw computer
• De functie Afdruklogboek op netwerk opslaan ondersteunt Kerberos-verificatie en NTLMv2-verificatie.
U moet het SNTP-protocol configureren (netwerktijdserver) voor verificatie. (Zie Het SNTP-protocol configureren met Beheer via een webbrowser uu pagina 52 voor meer informatie over het instellen van SNTP.)
• U kunt het bestandstype voor het opslaan van een bestand op de server instellen op TXT of CSV.
. U kunt het ID, het type afdruktaak, de
De instellingen voor "Afdruklogboek op netwerk opslaan" configureren met Beheer via een webbrowser 5
a Klik op Beheerder op de webpagina van de machine en klik vervolgens op Afdruklog op Netwerk
opslaan.
b Kies Aan bij Afdrukrapport. c U kunt de volgende instellingen met een webbrowser configureren.
Host-adres
Het hostadres is de hostnaam van de CIFS-server. Voer het hostadres (bijvoorbeeld: mijnpc.voorbeeld.com) (tot 64 tekens) of het IP-adres (bijvoorbeeld: 192.168.56.189) in.
Directory opslaan
Voer de bestemmingsmap in waarin uw logboek op de CIFS-server wordt opgeslagen (bijvoorbeeld: brother\abc) (maximaal 60 tekens).
Bestandsnaam
Voer de bestandsnaam in die u wilt gebruiken voor het afdruklogboek (maximaal 15 tekens).
Type bestand
Kies TXT of CSV als bestandstype voor het afdruklogboek.
53
Beheer via een webbrowser
5
OPMERKING
Verificatiemethode
Kies de verificatiemethode voor toegang tot de CIFS-server: Automatisch, Kerberos
1
Kerberos is een verificatieprotocol waarmee apparaten of individuen veilig hun identiteit kunnen aantonen aan netwerkservers zonder zich telkens opnieuw te moeten aanmelden.
2
NTLMv2 is de verificatiemethode die wordt gebruikt door Windows om aan te melden bij servers.
Automatisch: als u Auto selecteert, zal de machine eerst zoeken naar een Kerberos-server. Als
er geen Kerberos-server wordt gevonden, zal NTLMv2 worden gebruikt als verificatiemethode.
Kerberos: selecteer Kerberos om alleen Kerberos-verificatie te gebruiken.
NTLMv2: selecteer NTLMv2 om alleen NTLMv2-verificatie te gebruiken.
Voor Kerberos- en NTLMv2-verificatie moet u ook de instellingen voor het SNTP-protocol (netwerktijdserver) configureren.
Zie Het SNTP-protocol configureren met Beheer via een webbrowser uu pagina 52 voor meer informatie over het configureren van de SNTP-instellingen.
Gebruikersnaam
Voer de gebruikersnaam in voor de verificatie (maximaal 96 tekens).
1
of NTLMv22.
Als de gebruikersnaam een onderdeel is van een domein, voert u de gebruikersnaam als volgt in: user@domain of domain\user.
Wachtwoord
Voer het wachtwoord in voor de verificatie (maximaal 32 tekens).
Kerberos-serveradres (indien nodig)
Voer het KDC-hostadres (bijvoorbeeld: mijnpc.voorbeeld.com) (tot 64 tekens) of het IP-adres (bijvoorbeeld: 192.168.56.189) in.
Instelling foutdetectie (Zie Instelling voor foutdetectie uu pagina 55.)
d In de Verbindingsstatus, kunt u de laatste logstatus controleren. Raadpleeg Foutmeldingen begrijpen
uu pagina 56 voor meer informatie hierover.
e Klik op Indienen om de pagina Log afdrukken naar netwerk testen weer te geven.
Klik op Ja en ga naar stap f om uw instellingen te testen. Klik op Nee om de test over te slaan. Uw instellingen worden automatisch ingediend.
f De machine zal uw instellingen testen. g Als uw instellingen worden aanvaard, verschijnt Test OK op de pagina.
Als Testfout verschijnt, controleer dan alle instellingen en klik vervolgens op Indienen om de testpagina opnieuw weer te geven.
54
Beheer via een webbrowser
5
Instelling voor foutdetectie 5
U kunt kiezen welke actie er wordt ondernomen wanneer het afdruklogboek niet kan worden opgeslagen op de server wegens een netwerkfout.
a Selecteer Afdr. annuleren of Log negeren en afdr. bij Instelling foutdetectie van Afdruklog op
Netwerk opslaan.
Afdr. annuleren
Als u Afdr. annuleren selecteert, worden de afdruktaken geannuleerd wanneer het afdruklogboek niet kan worden opgeslagen op de server.
Log negeren en afdr.
Als u Log negeren en afdr. selecteert, drukt de machine het document af, ook al kan het afdruklogboek niet worden opgeslagen op de server.
Wanneer de functie voor het opslaan van het afdruklogboek opnieuw werkt, wordt het afdruklogboek als volgt bijgehouden:
• Als het logboek niet kon worden opgeslagen na het afdrukken, wordt het afdruklogboek zonder het aantal afgedrukte pagina's bijgehouden. (1)
• Als het afdruklogboek niet kon worden opgeslagen voor en na het afdrukken, wordt het afdruklogboek van de afdruktaak niet bijgehouden. Wanneer de functie opnieuw werkt, wordt het voorkomen van een fout weergegeven in het logboek. (2)
Voorbeeld van het afdruklogboek:
b Klik op Indienen om de pagina Log afdrukken naar netwerk testen weer te geven.
Klik op Ja en ga naar stap c om uw instellingen te testen. Klik op Nee om de test over te slaan. Uw instellingen worden automatisch ingediend.
c De machine zal uw instellingen testen. d Als uw instellingen worden aanvaard, verschijnt Test OK op de pagina.
Als Testfout verschijnt, controleer dan alle instellingen en klik vervolgens op Indienen om de testpagina opnieuw weer te geven.
55
Beheer via een webbrowser
5
OPMERKING
Foutmeldingen begrijpen 5
U kunt de foutstatus nagaan op het LCD van uw machine of via Verbindingsstatus in Beheer via een webbrowser.
Time-out server. Raadpleeg systeembeheerder.
Deze melding wordt weergegeven wanneer er geen verbinding met de server kan worden gemaakt. Zorg ervoor dat:
• Het serveradres correct is.
• De server is verbonden met het netwerk.
• De machine is verbonden met het netwerk.
Verificatiefout. Raadpleeg systeembeheerder.
Deze melding wordt weergegeven wanneer de Verificatie-instelling niet correct is. Zorg ervoor dat:
1
• De gebruikersnaam
1
Als de gebruikersnaam een onderdeel is van een domein, voert u de gebruikersnaam als volgt in: user@domain of domain\user.
• De tijd van de logbestandserver gelijk is aan de tijd van de SNTP-serverinstellingen.
en het wachtwoord in de verificatie-instellingen correct zijn.
• De instellingen voor de SNTP-tijdserver correct geconfigureerd zijn zodat de tijd gelijk is aan de tijd die wordt gebruikt voor verificatie door Kerberos of NTLMv2.
Fout toegang bestand. Raadpleeg systeembeheerder.
Deze melding wordt weergegeven wanneer de doelmap ontoegankelijk is. Zorg ervoor dat:
• De naam van de opslagmap correct is.
• De opslagmap niet tegen schrijven is beschermd.
• Het bestand niet vergrendeld is.
Foute Datum&Tijd, neem contact op met uw beheerder.
Deze melding wordt weergegeven wanneer uw machine de tijd niet verkrijgt van de SNTP-tijdserver. Controleer met behulp van Beheer via een webbrowser of de instellingen voor toegang tot de SNTP­tijdserver correct zijn ingesteld.
Als u de optie Afdr. annuleren selecteert in Beheer via een webbrowser, wordt de melding Fout toegang log gedurende ongeveer 30 seconden op het LCD-scherm weergegeven.
56
6
6
OPMERKING

Beveiligingsfuncties 6

Overzicht 6

Vandaag de dag zijn er vele beveiligingsdreigingen voor uw netwerk en de gegevens die erop circuleren. Uw Brother-machine gebruikt enkele van de recentste protocollen voor netwerkbeveiliging en -versleuteling. Deze netwerkfuncties kunnen worden geïntegreerd in uw algemeen netwerkbeveiligingsplan om uw gegevens te helpen beschermen en ongeoorloofde toegang tot de machine te verhinderen. Dit hoofdstuk legt uit hoe u deze kunt configureren.
U kunt de volgende beveiligingsfuncties configureren:
Uw netwerkmachine veilig beheren met SSL/TLS (Zie Uw netwerkmachine veilig beheren met SSL/TLS
uu pagina 74.)
Uw netwerkmachine veilig beheren met SNMPv3-protocol (Zie Veilig beheer met Beheer via een
®
webbrowser uu pagina 74 of Veilig beheer met BRAdmin Professional 3 (Windows
Veilig beheer met BRAdmin Professional 3 (Windows
®
(Windows
Documenten veilig afdrukken met SSL/TLS (Zie Documenten veilig afdrukken met SSL/TLS
uu pagina 78.)
) uu pagina 77.)
®
) (Zie Veilig beheer met BRAdmin Professional 3
) uu pagina 77.)
E-mails veilig verzenden (Zie Een e-mail veilig uu pagina 79.)
IEEE 802.1x-verificatie gebruiken (Zie IEEE 802.1x-verificatie gebruiken uu pagina 82.)
Certificaat voor veilig beheer (Zie Certificaten gebruiken ter beveiliging van de machine uu pagina 58.)
Meerdere certificaten beheren (Zie Meerdere certificaten beheren uu pagina 73.)
Wij raden u aan de protocollen Telnet, FTP en TFTP uit te schakelen. Toegang tot de machine via deze protocollen is niet veilig. (Raadpleeg De instellingen van de machine configureren met Beheer via een webbrowser uu pagina 48 voor informatie over het configureren van de protocolinstellingen.)
57
Beveiligingsfuncties
6
OPMERKING

Certificaten gebruiken ter beveiliging van de machine 6

Uw Brother-machine ondersteunt het gebruik van meerdere beveiligingscertificaten zodat u de machine kunt gebruiken voor een veilig beheer en een veilige verificatie en communicatie. De volgende beveiligingscertificaten kunnen met deze machine worden gebruikt.
SSL/TLS-communicatie
IEEE 802.1x-verificatie
SSL-communicatie voor SMTP/POP3
De Brother-machine ondersteunt de volgende certificaten.
Voorgeïnstalleerd certificaat
Uw machine beschikt over een voorgeïnstalleerd certificaat dat door uzelf is ondertekend.
Wanneer u dit certificaat gebruikt, kunt u eenvoudig de SSL/TLS-communicatie gebruiken zonder een certificaat te moeten aanmaken of installeren.
Het voorgeïnstalleerde certificaat dat door uzelf is ondertekend biedt geen bescherming tegen spoofing van uw communicatie. Voor een betere beveiliging bevelen we u aan om een certificaat te gebruiken dat wordt verstrekt door een vertrouwde organisatie.
Certificaat door uzelf ondertekend
Deze afdrukserver vaardigt een eigen certificaat uit. Wanneer u dit certificaat gebruikt, kunt u eenvoudig de SSL/TLS-communicatie gebruiken zonder over een CA-certificaat te beschikken. (Zie Een certificaat aanmaken en installeren uu pagina 61.)
Certificaat van een CA
Er zijn twee manieren om een certificaat van een CA te installeren. Als u reeds een certificaat van een CA hebt of u een certificaat wenst te gebruiken van een externe vertrouwde CA:
• Bij het gebruik van een CSR (Certificate Signing Request) van deze afdrukserver. (Zie Een CSR aanmaken uu pagina 62.)
• Bij het importeren van een certificaat en een private sleutel. (Zie Het certificaat en de geheime sleutel importeren en exporteren uu pagina 70.)
CA-certificaat
Als u een CA-certificaat gebruikt dat de CA (Certificate Authority) zelf identificeert en over de private sleutel ervan beschikt, dient u vóór de configuratie een CA-certificaat van de CA te importeren. (Zie Een CA-certificaat importeren en exporteren uu pagina 72.)
58
Beveiligingsfuncties
6
OPMERKING
• Als u gebruik wilt maken van SSL/TLS-communicatie, raden we u aan eerst uw systeembeheerder te contacteren.
• Wanneer u de fabrieksinstellingen herstelt van de afdrukserver, worden het geïnstalleerde certificaat en de geïnstalleerde private sleutel gewist. Als u hetzelfde certificaat en dezelfde private sleutel wilt behouden na het herstellen van de fabrieksinstellingen op de afdrukserver, dient u deze vóór het herstellen te exporteren en nadien opnieuw te installeren. (Zie Het door uzelf ondertekende certificaat, het certificaat uitgevaardigd door een CA en de geheime sleutel exporteren uu pagina 71.)
59
Beveiligingsfuncties
6
OPMERKING
Een certificaat configureren met Beheer via een webbrowser 6
Deze functie kan alleen worden geconfigureerd via Beheer via een webbrowser. Volg deze stappen om de pagina voor het configureren van een certificaat te openen met Beheer via een webbrowser.
a Start uw webbrowser. b Voer "vIP-adres van de machine/" in de adresregel van uw browser (waarbij "IP-adres van de
machine" staat voor het IP-adres van de machine of de naam van de afdrukserver).
Bijvoorbeeld: v192.168.1.2/
c Er dient standaard geen wachtwoord te worden ingevoerd. Als u voordien een wachtwoord hebt
ingesteld, voert u dit in en drukt u op .
d Klik op Netwerk. e Klik op Beveiliging. f Klik op Certificaat. g U kunt de certificaatinstellingen configureren op onderstaand scherm.
• De functies die uitgegrijsd zijn en waarop u niet kunt klikken, zijn niet beschikbaar.
• Raadpleeg de helptekst in Beheer via een webbrowser voor meer informatie over het configureren.
60
Beveiligingsfuncties
6
OPMERKING
Een certificaat aanmaken en installeren 6
Schema voor het stap voor stap aanmaken en installeren van een certificaat 6
Certificaat door uzelf ondertekend of Certificaat van een CA
Maak een certificaat door uzelf ondertekend aan met Beheer via een webbrowser. (Zie
Maak een CSR aan met Beheer via een webbrowser. (Zie pagina 62.)
pagina 61.)
Installeer het door uzelf ondertekende certificaat op uw computer. (Zie pagina 65.)
Installeer het certificaat uitgevaardigd door de CA op uw Brother-machine met Beheer via een webbrowser. (Zie pagina 63.)
De creatie en installatie van het certificaat is voltooid.
Installeer het certificaat op uw computer. (Zie pagina 63.)
De creatie en installatie van het certificaat is voltooid.
Een certificaat dat door uzelf is ondertekend aanmaken en installeren 6
a Klik op Zelf ondertekend certificaat maken op de pagina Certificaat. b Voer een Algemene naam en een Geldigheidsdatum in.
• De lengte van de Algemene naam moet minder dan 64 tekens bedragen. Voer een identificator in zoals een IP-adres, naam van een knooppunt of domeinnaam die u zult gebruiken om toegang te krijgen tot deze machine via SSL/TLS-communicatie. De naam van het knooppunt wordt standaard weergegeven.
• Een waarschuwing wordt weergegeven als u het IPPS- of HTTPS-protocol gebruikt en een andere naam in de URL invoert dan de Algemene naam die werd gebruikt voor het certificaat door uzelf ondertekend.
c U kunt de instellingen Algoritme van openbare sleutel en Digest-algoritme selecteren in de
d Klik op Indienen.
keuzelijst. De standaardinstellingen zijn RSA (2048-bits) voor Algoritme van openbare sleutel en SHA256 voor Digest-algoritme.
61
Beveiligingsfuncties
6
OPMERKING
e Het certificaat door uzelf ondertekend is met succes aangemaakt en opgeslagen in het geheugen van
uw machine. Om SSL/TLS-communicatie te kunnen gebruiken, moet het certificaat dat u zelf hebt ondertekend eveneens op uw computer worden geïnstalleerd. Raadpleeg Het certificaat door uzelf ondertekend installeren op uw computer uu pagina 65 voor meer informatie hierover.
Een CSR aanmaken 6
a Klik op CSR maken op de pagina Certificaat. b Voer een Algemene naam en uw informatie in, zoals Organisatie.
• Het is aan te raden dat het hoofdcertificaat van de CA reeds geïnstalleerd is op de computer voor u de CSR aanmaakt.
• De lengte van de Algemene naam moet minder dan 64 tekens bedragen. Voer een identificator in zoals een IP-adres, naam van een knooppunt of domeinnaam die u zult gebruiken om toegang te krijgen tot deze printer via SSL/TLS-communicatie. De naam van het knooppunt wordt standaard weergegeven. De Algemene naam is vereist.
• Een waarschuwing wordt weergegeven als u een andere naam in de URL invoert dan de openbare naam die werd gebruikt voor het certificaat.
• De lengte van de Organisatie, de Organisatorische eenheid, de Plaats en de Provincie moet minder dan 64 tekens bevatten.
•De Land/Regio moet een landcode zijn die voldoet aan ISO 3166 en bestaat uit twee tekens.
• Als u X.509v3-certificaatextensie configureert, selecteert u het vakje Uitgebreide partitie configureren en kiest u vervolgens Automatisch (IPv4 registreren) of Handmatig.
c U kunt de instellingen Algoritme van openbare sleutel en Digest-algoritme selecteren in de
keuzelijst. De standaardinstellingen zijn RSA (2048-bits) voor Algoritme van openbare sleutel en SHA256 voor Digest-algoritme.
d Klik op Indienen. e Wanneer de inhoud van de CSR verschijnt, klikt u op Opslaan om het CSR-bestand op te slaan op uw
computer.
62
Beveiligingsfuncties
6
OPMERKING
OPMERKING
f De CSR is aangemaakt.
• Volg het beleid van uw CA inzake de methode om een CSR te sturen naar uw CA.
• Als u gebruik maakt van Basis-CA van onderneming van Windows Server aan de Webserver te gebruiken als certificaatsjabloon voor het aanmaken van het cliëntcertificaat voor veilig beheer. Als u een cliëntcertificaat aanmaakt voor een IEEE 802.1x-omgeving met EAP-TLS­verificatie, raden wij u aan Gebruiker te gebruiken als certificaatsjabloon. Meer informatie vindt u op de SSL-communicatiepagina van de bovenste pagina voor uw model op http://solutions.brother.com/
®
2003/2008/2012, raden wij u
.
Het certificaat installeren op uw machine 6
Wanneer u een certificaat ontvangt van een CA, volgt u onderstaande stappen om het te installeren op de afdrukserver.
Alleen een certificaat die uitgevaardigd is met de CSR van deze machine kan worden geïnstalleerd. Als u een andere CSR wilt aanmaken, dient u ervoor te zorgen dat het certificaat geïnstalleerd is voor u een andere CSR aanmaakt. Maak een andere CSR aan na het installeren van het certificaat op de machine. Doet u dit niet, dan zal de CSR die u hebt aangemaakt vóór de installatie ongeldig zijn.
a Klik op Certificaat installeren op de pagina Certificaat. b Specificeer het bestand van het certificaat dat werd uitgevaardigd door een CA en klik daarna op
Indienen.
c Het certificaat is nu met succes aangemaakt en opgeslagen in het geheugen van uw machine.
Om SSL/TLS-communicatie te kunnen gebruiken, moet het hoofdcertificaat van de CA eveneens op uw computer worden geïnstalleerd. Neem contact op met uw netwerkbeheerder voor de installatie.
63
Beveiligingsfuncties
6
Het certificaat kiezen 6
Zodra u het certificaat hebt geïnstalleerd, volgt u onderstaande stappen om het certificaat te kiezen dat u wilt gebruiken.
a Klik op Netwerk. b Klik op Protocol. c Klik op HTTP-serverinstellingen en kies vervolgens het certificaat uit het keuzemenu
Selecteer het certificaat.
64
Beveiligingsfuncties
6
OPMERKING
OPMERKING
Het certificaat door uzelf ondertekend installeren op uw computer 6
• De volgende stappen zijn voor Windows® Internet Explorer®. Als u gebruik maakt van een andere webbrowser, dient u de helptekst van die webbrowser te raadplegen.
• U moet beheerderrechten hebben om het door uzelf ondertekende certificaat te installeren.
Voor gebruikers van Windows Vista®, Windows®7 en Windows Server® 2008 met beheerdersbevoegdheden 6
a Klik op de knop en selecteer Alle programma's.
b Klik met de rechtermuisknop op Internet Explorer en klik daarna op Als administrator uitvoeren.
Als het scherm Gebruikersaccountbeheer wordt weergegeven,
(Windows Vista
(Windows
®
) Klik op Doorgaan (Toestaan).
®
7/Windows® 8) Klik op Ja.
65
Beveiligingsfuncties
6
c Typ "https://IP-adres van machine/" in uw browser om toegang te krijgen tot uw machine (hierbij staat
"IP-adres van machine" voor het IP-adres van de machine of de naam van het knooppunt die u hebt gekozen voor het certificaat). Klik vervolgens op Doorgaan naar deze website (niet aanbevolen)..
d Klik op Certificaatfout en klik daarna op Certificaten weergeven. Voor de rest van de instructies dient
u de stappen te volgen vanaf stap d bij Voor gebruikers van Windows®XP en Windows Server®2003 uu pagina 67.
66
Beveiligingsfuncties
6
Voor gebruikers van Windows®XP en Windows Server®2003 6
a Start uw webbrowser. b Typ "https://IP-adres van machine/" in uw browser om toegang te krijgen tot uw machine (hierbij staat
"IP-adres van machine" voor het IP-adres of de naam van het knooppunt die u hebt gekozen voor het certificaat).
c Wanneer het dialoogvenster met de veiligheidswaarschuwing verschijnt, voert u één van de volgende
handelingen uit:
Klik op Doorgaan naar deze website (niet aanbevolen).. Klik op Certificaatfout en klik daarna op
Certificaten weergeven.
Als het volgende dialoogvenster verschijnt, klikt u op Certificaat weergeven.
d Klik op Certificaat installeren... op het tabblad Algemeen.
67
Beveiligingsfuncties
6
e Wanneer de Wizard Certificaat importeren verschijnt, klikt u op Volgende. f U dient een locatie te specificeren om het certificaat te installeren. We raden u aan om Alle certificaten
in het onderstaande archief opslaan te kiezen en vervolgens te klikken op Bladeren....
g Kies Vertrouwde basiscertificeringsinstanties en klik vervolgens op OK.
68
Beveiligingsfuncties
6
OPMERKING
h Klik op Volgende.
i Klik op Voltooien. j Druk op Ja als de vingerafdruk (duimafdruk) correct is.
De vingerafdruk (duimafdruk) wordt afgedrukt op het netwerkconfiguratierapport (zie Het netwerkconfiguratierapport afdrukken uu pagina 41).
k Klik op OK. l Het certificaat dat u zelf hebt ondertekend, is geïnstalleerd op uw computer en de SSL/TLS-
communicatie is beschikbaar.
69
Beveiligingsfuncties
6
Het certificaat en de geheime sleutel importeren en exporteren 6
U kunt het certificaat en de private sleutel opslaan op de machine en deze beheren via importeren en exporteren.
Het door uzelf ondertekende certificaat, het certificaat uitgevaardigd door een CA en de geheime sleutel importeren 6
a Klik op Certificaat en geheime sleutel importeren op de pagina Certificaat. b Geef het bestand op dat u wilt importeren. c Voer het wachtwoord in als het bestand versleuteld is en klik daarna op Indienen. d Het certificaat en de private sleutel zijn met succes geïmporteerd in uw machine.
Om SSL/TLS-communicatie te kunnen gebruiken, moet het hoofdcertificaat van de CA eveneens op uw computer worden geïnstalleerd. Neem contact op met uw netwerkbeheerder voor de installatie.
70
Beveiligingsfuncties
6
OPMERKING
OPMERKING
Het door uzelf ondertekende certificaat, het certificaat uitgevaardigd door een CA en de geheime sleutel exporteren 6
a Klik op Exporteren weergegeven bij Certificaten op de pagina Certificaat. b Voer het wachtwoord in als u het bestand wil versleutelen.
Als een leeg wachtwoord wordt gebruikt, wordt er geen versleuteling toegepast.
c Voer het wachtwoord nogmaals in ter bevestiging en klik daarna op Indienen. d Geef de locatie op waar u het bestand wilt opslaan. e Het certificaat en de private sleutel zijn geëxporteerd naar uw computer.
U kunt het bestand dat u hebt geëxporteerd ook importeren.
71
Beveiligingsfuncties
6
Een CA-certificaat importeren en exporteren 6
U kunt een CA-certificaat opslaan op de machine via importeren en exporteren.
Een CA-certificaat importeren 6
a Klik op CA-certificaat op de pagina Beveiliging. b Klik op CA-certificaat importeren en kies het certificaat. Klik op Indienen.
Een CA-certificaat exporteren 6
a Klik op CA-certificaat op de pagina Beveiliging. b Selecteer het certificaat dat u wilt exporteren en klik op Exporteren. Klik op Indienen. c Klik op Opslaan om de bestemmingsmap te kiezen. d Kies de bestemming waar u het geëxporteerde certificaat wilt opslaan en sla vervolgens het certificaat
op.
72
Beveiligingsfuncties
6
OPMERKING

Meerdere certificaten beheren 6

Met deze functie voor meerdere certificaten kunt u alle certificaten beheren die u hebt geïnstalleerd met Beheer via een webbrowser. Na het installeren van een certificaat kunt u op de pagina Certificaat zien welke certificaten geïnstalleerd zijn en vervolgens de inhoud van elk certificaat bekijken, het certificaat verwijderen of het exporteren. Raadpleeg Een certificaat configureren met Beheer via een webbrowser uu pagina 60 voor informatie over het raadplegen van de pagina Certificaat. Met de Brother-machine kunt u tot drie door uzelf ondertekende certificaten of tot drie certificaten uitgevaardigd door een CA opslaan. U kunt de opgeslagen certificaten toepassen om gebruik te maken van het HTTPS/IPPS-protocol of IEEE 802.1x­verificatie.
U kunt eveneens tot vier CA-certificaten opslaan om gebruik te maken van IEEE 802.1x-verificatie en SSL voor SMTP/POP3.
Wij raden u aan een certificaat minder op te slaan en de laatste vrij te houden voor het oplossen van problemen met vervallen certificaten. Als u bijvoorbeeld een CA-certificaat wilt opslaan, slaat u drie certificaten op en houdt u één opslag als back-up. Als het certificaat opnieuw moet worden uitgevaardigd, bijvoorbeeld wanneer het vervallen is, kunt u een nieuw certificaat importeren naar de back-up en vervolgens het vervallen certificaat verwijderen, om configuratiefouten te vermijden.
• Wanneer u het HTTPS/IPPS-protocol of IEEE 802.1x gebruikt, moet u selecteren welk certificaat u gebruikt.
• Wanneer u SSL gebruikt voor SMTP-communicatie, hoeft u geen certificaat te selecteren. Het noodzakelijke certificaat wordt automatisch geselecteerd.
73
Beveiligingsfuncties
6
OPMERKING
OPMERKING

Uw netwerkmachine veilig beheren met SSL/TLS 6

Om uw netwerkmachine veilig te kunnen beheren, dient u de beheerprogramma's met beveiligingsprotocols te gebruiken.
Veilig beheer met Beheer via een webbrowser 6
Wij raden u aan het HTTPS-protocol te gebruiken voor een veilig beheer. Om deze protocollen te kunnen gebruiken, dient u de volgende machine-instellingen door te voeren.
Het HTTPS-protocol is standaard ingeschakeld.
U kunt de HTTPS-protocolinstellingen en het certificaat wijzigen via het scherm Beheer via een webbrowser door te klikken op Netwerk, Protocol en vervolgens HTTP-serverinstellingen.
a Start uw webbrowser. b Typ "vIP-adres van machine/" in uw browser. (Als u het aangemaakte certificaat gebruikt, typ
"vopenbare naam/" in uw browser. "Algemene naam" is de algemene naam die u hebt toegewezen aan het certificaat, zoals een IP-adres, een naam van een knooppunt of een domeinnaam. Raadpleeg Certificaten gebruiken ter beveiliging van de machine uu pagina 58 voor meer informatie over het toewijzen van een openbare naam aan het certificaat.)
Bijvoorbeeld:
v192.168.1.2/ (als de algemene naam het IP-adres van de machine is)
c Er dient standaard geen wachtwoord te worden ingevoerd. Als u voordien een wachtwoord hebt
ingesteld, voert u dit in en drukt u op .
d U krijgt nu toegang tot de machine via HTTPS.
Als u het SNMPv3-protocol gebruikt, dient u onderstaande stappen te volgen.
U kunt de SNMP-instellingen ook wijzigen met BRAdmin Professional 3.
e Klik op Netwerk. f Klik op Protocol.
74
Beveiligingsfuncties
6
OPMERKING
g Zorg ervoor dat de SNMP-instelling geactiveerd is en klik vervolgens op Geavanceerde instellingen bij
SNMP.
h U kunt de SNMP-instellingen configureren op onderstaand scherm.
Er zijn drie SNMP-verbindingsmodi. 6
Toegang lezen/schrijven SNMP v1/v2c
In deze modus gebruikt de afdrukserver versie 1 en versie 2c van het SNMP-protocol. In deze modus kunt u alle Brother-toepassingen gebruiken. Deze modus is echter niet veilig omdat de gebruiker niet wordt geverifieerd en de gegevens niet worden versleuteld.
Toegang lezen/schrijven SNMPv3 en alleen lezen v1/v2c
In deze modus gebruikt de afdrukserver de lezen/schrijven-toegang van versie 3 en de alleen-lezen­toegang van versie 1 en versie 2c van het SNMP-protocol.
Wanneer u de modus Toegang lezen/schrijven SNMPv3 en alleen lezen v1/v2c gebruikt, is het mogelijk dat sommige Brother-toepassingen (bv. BRAdmin Light) die gebruik maken van de afdrukserver niet correct werken omdat deze de alleen-lezen-toegang van versie 1 en versie 2c toelaten. Als u alle toepassingen wilt gebruiken, dient u de modus Toegang lezen/schrijven SNMP v1/v2c te gebruiken.
Toegang lezen/schrijven SNMPv3
In deze modus gebruikt de afdrukserver versie 3 van het SNMP-protocol. Gebruik deze modus als u de afdrukserver veilig wilt beheren.
75
Beveiligingsfuncties
6
OPMERKING
• Let op het volgende wanneer u de modus Toegang lezen/schrijven SNMPv3 gebruikt.
• U kunt de afdrukserver alleen beheren via BRAdmin Professional 3 of Beheer via een webbrowser.
• Behalve BRAdmin Professional 3 worden alle toepassingen die gebruik maken van SNMPv1/v2c
geweerd. Gebruik de modus Toegang lezen/schrijven SNMPv3 en alleen lezen v1/v2c of Toegang lezen/schrijven SNMP v1/v2c om het gebruik van SNMPv1/v2c-toepassingen toe te staan.
• Raadpleeg de helptekst in Beheer via een webbrowser voor nadere informatie.
76
Beveiligingsfuncties
6

Veilig beheer met BRAdmin Professional 3 (Windows®) 6

Als u het programma BRAdmin Professional 3 veilig wilt gebruiken, dient u de onderstaande stappen te volgen 6
Wij raden u ten stelligste aan de recentste versie van BRAdmin Professional 3 te gebruiken die u kunt
downloaden op http://solutions.brother.com/ beheren van de machines van Brother, is de gebruikersverificatie niet veilig.
Als u wilt verhinderen dat oudere versies van BRAdmin
via een webbrowser gebruiken om de toegang door oudere versies van BRAdmin
Geavanceerde instellingen van SNMP op de pagina Protocol. (Zie Veilig beheer met Beheer via een webbrowser uu pagina 74.)
Als u BRAdmin Professional 3 en Beheer via een webbrowser samen gebruikt, dient u Beheer via een
webbrowser te gebruiken met het HTTPS-protocol.
Als u een gemengde groep van oudere afdrukservers
beheert, dan raden wij u aan om in elke groep een ander wachtwoord te gebruiken. Zo garandeert u dat de beveiliging op de nieuwe afdrukservers wordt gehandhaafd.
1
BRAdmin Professional ouder dan ver. 2.80, BRAdmin Light voor Macintosh ouder dan ver. 1.10
2
NC-2000 series, NC-2100p, NC-3100h, NC-3100s, NC-4100h, NC-5100h, NC-5200h, NC-6100h, NC-6200h, NC-6300h, NC-6400h, NC-8000, NC-100h, NC-110h, NC-120w, NC-130h, NC-140w, NC-8100h, NC-9100h, NC-7100w, NC-7200w, NC-2200w
. Als u een oudere versie van BRAdmin1 gebruikt voor het
1
toegang krijgen tot de machine, moet u Beheer
1
uitschakelen in de
2
en afdrukservers met BRAdmin Professional 3
77
Beveiligingsfuncties
6
OPMERKING

Documenten veilig afdrukken met SSL/TLS 6

Om documenten veilig met het IPP-protocol af te drukken, kunt u het IPPS-protocol gebruiken.
De IPPS-instellingen met een webbrowser configureren:
a Klik op Netwerk op de webpagina van de machine en klik vervolgens op Protocol. Als het selectievakje
IPP al is aangevinkt, gaat u verder met stap e.
b Vink het selectievakje IPP aan en klik vervolgens op Indienen. c Herstart de machine om de configuratie te activeren. d Klik op Netwerk op de webpagina van de machine en klik vervolgens op Protocol. e Klik op HTTP-serverinstellingen. f Vink het selectievakje HTTPS(Port443) aan en klik vervolgens op Indienen. g Herstart de machine om de configuratie te activeren.
Communicatie via IPPS kan geen ongeoorloofde toegang tot de afdrukserver voorkomen.
78
Beveiligingsfuncties
6
OPMERKING

Een e-mail veilig 6

Configuratie met behulp van Beheer via een webbrowser 6
U kunt het beveiligd verzenden van e-mails met gebruikersverificatie of het verzenden van e-mails met SSL/TLS configureren op het scherm van Beheer via een webbrowser.
a Start uw webbrowser. b Voer "vIP-adres van de machine/" in de adresregel van uw browser (waarbij "IP-adres van de
machine" staat voor het IP-adres van de machine of de naam van de afdrukserver).
Bijvoorbeeld: v192.168.1.2/
c Er dient standaard geen wachtwoord te worden ingevoerd. Als u voordien een wachtwoord hebt
ingesteld, voert u dit in en drukt u op .
d Klik op Netwerk. e Klik op Protocol. f Klik op Geavanceerde instellingen van POP3/SMTP en zorg ervoor dat de status van POP3/SMTP
Ingeschakeld is.
g Op deze pagina kunt u de instellingen van POP3/SMTP configureren.
• Raadpleeg de helptekst in Beheer via een webbrowser voor nadere informatie.
• U kunt tevens bevestigen of de e-mailinstellingen juist zijn door na het configureren een teste-mail te verzenden.
• Als u de POP3/SMTP-serverinstellingen niet kent, neemt u contact op met uw systeembeheerder of internetprovider voor meer informatie.
h Klik na het configureren op Indienen. Het dialoogvenster "Configuratie van uitgaande e-mail testen"
verschijnt.
i Volg de instructies op het scherm als u met de huidige instellingen wilt testen.
79
Beveiligingsfuncties
6
Een e-mail verzenden met gebruikersverificatie 6
Deze machine ondersteunt de methodes POP voor SMTP en SMTP-AUTH voor het verzenden van e-mails via een e-mailserver waarvoor gebruikersverificatie is vereist. Deze methoden voorkomen dat onbevoegde gebruikers toegang tot de e-mailserver krijgen. Voor het configureren van de instellingen kunt u Beheer via een webbrowser of BRAdmin Professional 3 gebruiken. U kunt de methodes POP voor SMTP en SMTP-AUTH gebruiken voor waarschuwingen per e-mail.
E-mailserverinstellingen
De instellingen van SMTP-verificatie moeten overeenkomen met de methode die wordt gebruikt door uw e­mailserver. Vraag uw netwerkbeheerder of internetprovider (ISP) om de juiste configuratie van de e­mailserver.
U zult ook SMTP-VERIF bij Verificatiemethode SMTP-server moeten aanvinken om verificatie van de SMTP-server te activeren.
SMTP-instellingen
U kunt het SMTP-poortnummer met Beheer via een webbrowser wijzigen. Dit komt van pas wanneer uw
ISP (Internet Service Provider) de service "Outbound Port 25 Blocking (OP25B)" implementeert.
Wanneer u in plaats van het SMTP-poortnummer een specifiek nummer gebruikt dat uw ISP gebruikt voor
de SMTP-server (bijvoorbeeld poort 587), kunt u via de SMTP-server een e-mail versturen.
U kunt zowel POP voor SMTP als SMTP-VERIF gebruiken, maar wij raden u aan SMTP-VERIF te kiezen.
Als u POP voor SMTP als de SMTP-serververificatiemethode kiest, dan moet u de POP3-instellingen
configureren. U kunt indien nodig ook de methode APOP gebruiken.
80
Beveiligingsfuncties
6
Een e-mail veilig verzenden met behulp van SSL/TLS 6
Deze machine ondersteunt de methodes SSL/TLS voor het verzenden van een e-mail via een e-mailserver waarvoor beveiligde SSL/TLS-communicatie vereist is. Voor het verzenden van e-mail via een e-mailserver die gebruik maakt van SSL/TLS-communicatie, dient u SMTP over SSL/TLS of POP3 over SSL/TLS correct te configureren.
Servercertificaat verifiëren
Als u SSL of TLS selecteert voor SMTP over SSL/TLS of POP3 over SSL/TLS, wordt het vakje
Servercertificaat verifiëren automatisch aangevinkt om het servercertificaat te verifiëren.
• Voor u het servercertificaat verifieert, moet u het CA-certificaat importeren dat werd verstrekt door de CA die het servercertificaat heeft ondertekend. Vraag uw netwerkbeheerder of internetprovider (ISP) om bevestiging dat het importeren van een CA-certificaat nodig is. Raadpleeg Een CA-certificaat importeren en exporteren uu pagina 72 voor het importeren van het certificaat.
• Als u het servercertificaat niet wilt verifiëren, vinkt u Servercertificaat verifiëren uit.
Poortnummer
Als u SSL of TLS selecteert, wordt de waarde bij SMTP-poort of POP3-poort gewijzigd om overeen te
stemmen met het protocol. Als u het poortnummer handmatig wilt wijzigen, voert u het poortnummer in nadat u SMTP over SSL/TLS of POP3 over SSL/TLS hebt gekozen.
U moet de POP3/SMTP-communicatiemethode configureren zodat deze overeenstemt met de
e-mailserver. Voor meer informatie over de instellingen van de e-mailserver, contacteert u uw netwerkbeheerder of internetprovider.
In de meeste gevallen zijn de volgende instellingen vereist voor de beveiligde webmailservices:
(SMTP)
SMTP-poort: 587
Verificatiemethode SMTP-server: SMTP-AUTH
SMTP over SSL/TLS: TLS
(POP3)
POP3-poort: 995
POP3 over SSL/TLS: SSL
81
Beveiligingsfuncties
6
OPMERKING

IEEE 802.1x-verificatie gebruiken 6

U kunt IEEE 802.1x-verificatie configureren voor een bedraad of draadloos netwerk.
Configuratie van IEEE 802.1x-verificatie via Beheer via een webbrowser 6
Als u IEEE 802.1x-verificatie configureert voor een bedraad of draadloos netwerk met behulp van Beheer via een webbrowser, volgt u de instructies.
U kunt de IEEE 802.1x-verificatie ook configureren met:
(Bedraad netwerk)
BRAdmin Professional 3
(Draadloos netwerk)
De wizard voor de draadloze instellingen via het bedieningspaneel (Zie De machine voor een draadloos
Enterprise-netwerk configureren uu pagina 23 voor meer informatie.)
De wizard voor de draadloze instellingen op de cd-rom (zie Draadloze configuratie via tijdelijk gebruik van
een USB-kabel (aanbevolen) uu pagina 12 voor meer informatie.)
BRAdmin Professional 3
• Als u de machine configureert met behulp van EAP-TLS-verificatie, moet u het clientcertificaat uitgevaardigd door een CA installeren voor u de configuratie start. Neem contact op met uw netwerkbeheerder voor het clientcertificaat. Als u meer dan één certificaat hebt geïnstalleerd, raden wij aan dat u het certificaat noteert dat u wilt gebruiken. Raadpleeg Certificaten gebruiken ter beveiliging van de machine uu pagina 58 voor meer informatie over het installeren van het certificaat.
• Voor u het servercertificaat verifieert, moet u het CA-certificaat importeren dat werd verstrekt door de CA die het servercertificaat heeft ondertekend. Vraag uw netwerkbeheerder of internetprovider (ISP) om bevestiging dat het importeren van een CA-certificaat nodig is. Raadpleeg Een CA-certificaat importeren en exporteren uu pagina 72 voor meer informatie over het importeren van het certificaat.
• Raadpleeg Certificaten gebruiken ter beveiliging van de machine uu pagina 58 voor meer informatie over elk certificaat.
a Start uw webbrowser. b Voer "vIP-adres van de machine/" in de adresregel van uw browser (waarbij "IP-adres van de
machine" staat voor het IP-adres van de machine of de naam van de afdrukserver).
Bijvoorbeeld: v192.168.1.2/
82
Beveiligingsfuncties
6
OPMERKING
• Als u een domeinnaamsysteem gebruikt of een naam NetBIOS inschakelt, kunt u een andere naam invoeren zoals "GedeeldePrinter" in plaats van het IP-adres.
• Bijvoorbeeld: vGedeeldePrinter/
Als u een naam NetBIOS inschakelt, kunt u eveneens de naam van het knooppunt gebruiken.
• Bijvoorbeeld: vbrnxxxxxxxxxxxx/
De naam NetBIOS kunt u vinden in het netwerkconfiguratierapport (zie Het netwerkconfiguratierapport afdrukken uu pagina 41).
• Bij gebruik van Macintosh krijgt u eenvoudig toegang tot het systeem voor Beheer via een webbrowser door in het scherm Status Monitor gewoon op het symbool van de machine te klikken. Voor meer informatie: uuGebruikershandleiding.
c Er dient standaard geen wachtwoord te worden ingevoerd. Als u voordien een wachtwoord hebt
ingesteld, voert u dit in en drukt u op .
d Klik op Netwerk. e (Bedraad) Klik op Bedraad en selecteer vervolgens Authenticatie 802.1x.
(Draadloos) Klik op Draadloos en selecteer vervolgens Draadloos (Bedrijf).
f Nu kunt u de instellingen voor IEEE 802.1x-verificatie configureren.
Als u IEEE 802.1x-verificatie wilt inschakelen voor een bedraad netwerk, vinkt u Ingeschakeld aan
voor Status 802.1x vast op de pagina Authenticatie 802.1x.
Zie IEEE 802.1x-verificatie uu pagina 102 voor meer informatie over IEEE 802.1x-verificatie en de
inwendige verificatiemethoden.
Als u EAP-TLS-verificatie gebruikt, moet u het clientcertificaat kiezen dat geïnstalleerd is
(weergegeven met certificaatnaam) voor verificatie in de keuzelijst Clientcertificaat.
Als u EAP-FAST-, PEAP-, EAP-TTLS- of EAP-TLS-verificatie selecteert, kunt u de verificatiemethode
kiezen uit de keuzelijst Verificatie servercertificaat. U kunt het servercertificaat verifiëren met behulp van het CA-certificaat dat vooraf werd geïmporteerd op de machine en dat werd verstrekt door de CA die het servercertificaat heeft ondertekend.
83
Beveiligingsfuncties
6
U kunt een van de volgende verificatiemethoden selecteren in de keuzelijst Verificatie servercertificaat.
Geen verificatie
Het servercertificaat kan altijd vertrouwd worden. De verificatie wordt niet uitgevoerd.
CA-cert.
De verificatiemethode voor het controleren van de CA-betrouwbaarheid van het servercertificaat, door gebruik te maken van het CA-certificaat dat werd verstrekt door de CA die het servercertificaat heeft ondertekend.
CA-cert. + server-id
1
De verificatiemethode voor het controleren van de openbare naam
van het servercertificaat, naast
de CA-betrouwbaarheid van het servercertificaat.
1
De verificatie van de openbare naam vergelijkt de openbare naam van het servercertificaat met de tekenreeks die geconfigureerd werd voor de Server-id. Voor u deze methode gebruikt, neemt u contact op met uw systeembeheerder voor de openbare naam van het servercertificaat en configureert u vervolgens Server-id.
g Klik na het configureren op Indienen.
(Bedraad) Na de configuratie sluit u uw machine aan op het netwerk met IEEE 802.1x-ondersteuning. Druk na een paar minuten het netwerkconfiguratierapport af om de <Wired IEEE 802.1x> Status. te controleren (zie Het netwerkconfiguratierapport afdrukken uu pagina 41.)
Success
De bedrade IEEE 802.1x-functie is ingeschakeld en de verificatie is gelukt.
Failed
De bedrade IEEE 802.1x-functie is ingeschakeld; de verificatie is echter mislukt.
Off
De bedrade IEEE 802.1x-functie is niet beschikbaar.
(Draadloos) Het WLAN-rapport wordt kort na de configuratie automatisch afgedrukt. Controleer uw draadloze configuratie op het rapport. Raadpleeg Het WLAN-rapport afdrukken (voor HL-3140CW, HL-3150CDW en HL-3170CDW) uu pagina 42.
84
7
7

Problemen oplossen 7

Overzicht 7

In dit hoofdstuk wordt uitgelegd hoe algemene netwerkproblemen met de Brother-machine kunnen worden opgelost. Kunt u de oplossing voor het probleem niet in dit hoofdstuk vinden, kijk dan op het Brother Solutions Center: http://solutions.brother.com/
.
Ga naar het Brother Solutions Center op http://solutions.brother.com/ voor uw model om de andere handleidingen te downloaden.
en klik op Handleidingen op de pagina
Het probleem vaststellen 7
Zorg ervoor dat de volgende items geconfigureerd zijn vooraleer u dit hoofdstuk leest.
Controleer eerst het volgende:
Het netsnoer is goed aangesloten en de Brother-machine is ingeschakeld.
Het toegangspunt (voor draadloos gebruik), de router of de hub is ingeschakeld en de linkknop knippert.
Alle beschermende verpakkingen zijn verwijderd van de Brother-machine.
De tonercartridges en de drumeenheid zijn goed geïnstalleerd.
Het bovendeksel en achterdeksel zijn goed gesloten.
Het papier is goed in de papierlade geplaatst.
(Voor bedrade netwerken) Een netwerkkabel is correct aangesloten op de Brother-machine en de router of hub.
Raadpleeg de onderstaande lijst en ga naar de pagina met de oplossing voor uw probleem 7
Ik kan de configuratie van het draadloze netwerk niet voltooien. (Zie pagina 86.)
De Brother-machine wordt niet gevonden op het netwerk tijdens de installatie van de printerdriver. (Zie
pagina 87.)
De Brother-machine kan niet afdrukken via het netwerk. (Zie pagina 88.)
De Brother-machine wordt niet gevonden op het netwerk nadat deze met succes werd geïnstalleerd. (Zie
pagina 88.)
Ik gebruik beveiligingssoftware. (Zie pagina 91.)
Ik wil controleren of mijn netwerkapparaten correct werken. (Zie pagina 92.)
85
Problemen oplossen
7
Ik kan de configuratie van het draadloze netwerk niet voltooien.
Vraag Interface Oplossing
Mijn machine krijgt geen verbinding tijdens de draadloze instelling.
Zijn uw beveiligingsinstellingen (SSID/netwerksleutel) correct?
Gebruikt u MAC­adresfiltering?
Is de afgeschermde modus geactiveerd op uw WLAN­toegangspunt/-router? (de SSID wordt niet verzonden)
Ik heb alle bovenstaande oplossingen gecontroleerd en geprobeerd, maar ik slaag er niet in de draadloze configuratie te voltooien. Kan ik nog iets anders proberen?
draadloos
draadloos
draadloos
draadloos
draadloos
Schakel uw draadloze router uit en daarna weer in. Probeer vervolgens de draadloze instellingen opnieuw te configureren.
Controleer en kies indien nodig de correcte beveiligingsinstellingen.
• Het is mogelijk dat de naam van de fabrikant of het modelnummer van het WLAN-toegangspunt/de WLAN-router wordt gebruikt als de standaardbeveiligingsinstellingen.
• Raadpleeg de gebruiksaanwijzing van uw WLAN­toegangspunt/WLAN-router voor informatie over het vinden van de beveiligingsinstellingen.
• Vraag hulp aan de fabrikant van uw WLAN-toegangspunt/WLAN­router of aan uw internetprovider of netwerkbeheerder.
Zie Termen en concepten voor draadloze netwerken (voor HL-3140CW,
HL-3150CDW en HL-3170CDW) uu pagina 104 voor meer informatie
over SSID en netwerksleutels.
Controleer of het MAC-adres van de Brother-machine toegestaan is in de filter. U kunt het MAC-adres vinden via het bedieningspaneel van de Brother-machine. (Zie Functietabel en standaardinstellingen uu pagina 43.)
U moet de correcte SSID-naam of netwerksleutel handmatig invoeren.
Controleer de SSID-naam of de netwerksleutel in de gebruiksaanwijzing
van uw WLAN-toegangspunt/-router en herconfigureer de draadloze netwerkinstellingen. (Raadpleeg Uw machine configureren als de SSID niet wordt doorgegeven uu pagina 20 voor meer informatie.)
Gebruik de Reparatietool voor netwerkaansluiting. Raadpleeg De Brother-
machine kan niet afdrukken via het netwerk. De Brother-machine wordt niet gevonden op het netwerk nadat deze met succes werd geïnstalleerd.
uu pagina 88.
86
Problemen oplossen
7
De Brother-machine wordt niet gevonden op het netwerk tijdens de installatie van de printerdriver.
Vraag Interface Oplossing
Is uw machine verbonden met het netwerk en heeft het een geldig IP-adres?
Gebruikt u beveiligingssoftware?
Is uw Brother-machine te ver van het WLAN­toegangspunt/de WLAN­router geplaatst?
Bevinden er zich obstakels (muren, meubels enz.) tussen de machine en het WLAN-toegangspunt/de WLAN-router?
Bevindt er zich een draadloze computer, Bluetooth-apparaat, magnetron of digitale draadloze telefoon in de buurt van de Brother­machine of het WLAN­toegangspunt/de WLAN­router?
bedraad/ draadloos
bedraad/ draadloos
draadloos
draadloos
draadloos
Druk het netwerkconfiguratierapport af en controleer dat Ethernet Link
Status of Wireless Link Status op Link OK is ingesteld. Raadpleeg Het netwerkconfiguratierapport afdrukken uu pagina 41.
Kies op het installatiedialoogvenster om opnieuw te zoeken naar de
Brother-machine.
Sta de toegang toe wanneer het waarschuwingsbericht van de
beveiligingssoftware wordt weergegeven tijdens de installatie van de printerdriver.
Voor meer informatie over beveiligingssoftware, raadpleegt u Ik gebruik
beveiligingssoftware. uu pagina 91.
Plaats de Brother-machine binnen een afstand van ongeveer 3,3 voet (1 meter) van het WLAN-toegangspunt/de WLAN-router bij het configureren van de draadloze netwerkinstellingen.
Verplaats uw Brother-machine naar een ruimte zonder obstakels of dichter in de buurt van het WLAN-toegangspunt/de WLAN-router.
Verwijder alle apparaten uit de buurt van de Brother-machine of het WLAN­toegangspunt/de WLAN-router.
87
Problemen oplossen
7
OPMERKING
De Brother-machine kan niet afdrukken via het netwerk. De Brother-machine wordt niet gevonden op het netwerk nadat deze met succes werd geïnstalleerd.
Vraag Interface Oplossing
Gebruikt u beveiligingssoftware?
Wordt er een beschikbaar IP-adres toegewezen aan uw Brother-machine?
bedraad/ draadloos
bedraad/ draadloos
Raadpleeg Ik gebruik beveiligingssoftware. uu pagina 91.
(Windows®)
Controleer het IP-adres en het subnetmasker met de Reparatietool voor netwerkaansluiting.
Gebruik de Reparatietool voor netwerkaansluiting voor het repareren van de netwerkinstellingen van de Brother-machine. Deze tool zorgt ervoor dat het correcte IP-adres en subnetmasker toegewezen zijn.
Contacteer uw netwerkbeheerder voor meer informatie over het gebruik van de Reparatietool voor netwerkaansluiting, en volg daarna de onderstaande stappen:
• (Windows®XP/XP Professional x64 Edition/Windows
®
Vista
/Windows®7/Windows® 8) U moet zich aanmelden als beheerder.
• Zorg ervoor dat de Brother-machine ingeschakeld is en met hetzelfde netwerk is verbonden als uw computer.
88
Problemen oplossen
7
OPMERKING
OPMERKING
De Brother-machine kan niet afdrukken via het netwerk. De Brother-machine wordt niet gevonden op het netwerk nadat deze met succes werd geïnstalleerd. (Vervolg)
Vraag Interface Oplossing
Wordt er een beschikbaar IP-adres toegewezen aan uw Brother-machine?
(vervolg)
bedraad/ draadloos
1 (Windows®XP, Windows Server®2003/2008)
Klik op de knop Start, Alle programma’s, Bureau-accessoires en Windows Verkenner en vervolgens op Deze computer (Computer).
(Windows Vista
®
/Windows®7)
Klik op de knop en Computer.
2 Dubbelklik op Lokaal station (C:), Program Files of
Program Files (x86) voor gebruikers van het 64 bit-OS, Browny02, Brother, BrotherNetTool.exe om het programma te starten.
Als het scherm Gebruikersaccountbeheer verschijnt, kunt u via het venster verder gaan met de installatie.
3 Volg de instructies op het scherm.
4 Zorg ervoor dat u kunt afdrukken of scannen.
Het Reparatietool voor netwerkaansluiting start automatisch als u het vakje Hulpprogramma voor verbindingsherstel inschakelen aanvinkt met behulp van Status Monitor. Klik met de rechtermuisknop op het scherm Status Monitor, klik op Opties, Details en klik vervolgens op het tabblad Diagonse. Dit wordt niet aangeraden wanneer de netwerkbeheerder het IP-adres heeft ingesteld op statisch, omdat dit automatisch het IP-adres zal wijzigen.
Als het correcte IP-adres en subnetmasker nog steeds niet toegewezen zijn na het gebruik van de Reparatietool voor netwerkaansluiting, vraagt u meer informatie aan uw netwerkbeheerder of gaat u naar het Brother Solutions Center op http://solutions.brother.com/
.
89
Problemen oplossen
7
De Brother-machine kan niet afdrukken via het netwerk. De Brother-machine wordt niet gevonden op het netwerk nadat deze met succes werd geïnstalleerd. (Vervolg)
Vraag Interface Oplossing
Is de vorige afdruktaak mislukt?
bedraad/ draadloos
Verwijder de mislukte afdruktaak uit de afdrukwachtrij van uw computer
als deze nog steeds aanwezig is.
Dubbelklik op het printerpictogram in de volgende map en kies
vervolgens Alle documenten annuleren in het menu Printer:
(Windows
®
XP/Windows Server® 2003)
Start en Printers en faxapparaten.
(Windows Vista
®
)
, Configuratiescherm, Hardware en geluiden en daarna Printers.
®
(Windows
7)
, Apparaten en printers en daarna Printers en faxapparaten.
®
(Windows Server
2008)
Verbindt u de Brother­machine draadloos met het netwerk?
Ik heb alle bovenstaande oplossingen gecontroleerd en geprobeerd, maar de Brother-machine drukt niet af. Kan ik nog iets anders proberen?
draadloos
bedraad/ draadloos
Start, Configuratiescherm en Printers.
Druk het WLAN-rapport af om de status van de draadloze verbinding te
controleren. (Raadpleeg Het WLAN-rapport afdrukken (voor HL-3140CW, HL-3150CDW en HL-3170CDW) uu pagina 42 voor
informatie over het afdrukken.)
Als er een foutcode wordt vermeld op het afgedrukte WLAN-rapport: uuInstallatiehandleiding: Problemen oplossen.
Raadpleeg De Brother-machine wordt niet gevonden op het netwerk
tijdens de installatie van de printerdriver. uu pagina 87.
Verwijder de printerdriver en installeer deze opnieuw.
90
Problemen oplossen
7
Ik gebruik beveiligingssoftware.
Vraag Interface Oplossing
Hebt u ervoor gekozen het dialoogvenster met de veiligheidswaarschuwing te accepteren tijdens de installatie van de printerdriver, het opstartproces van de applicatie of bij het gebruik van de functies voor afdrukken?
Ik wil weten welk poortnummer ik nodig heb voor de instellingen van de beveiligingssoftware.
bedraad/ draadloos
bedraad/ draadloos
Als u er niet voor hebt gekozen om het dialoogvenster met de veiligheidswaarschuwing te accepteren, is het mogelijk dat de firewallfunctie van uw beveiligingssoftware de toegang verhindert. Het is ook mogelijk dat bepaalde beveiligingssoftware de toegang blokkeert zonder een dialoogvenster met een veiligheidswaarschuwing weer te geven. Om de toegang toe te staan, raadpleegt u de gebruiksaanwijzing van uw beveiligingssoftware of neemt u contact op met de fabrikant.
De volgende poortnummers worden gebruikt voor Brother-netwerkfuncties:
Printen via het netwerk1 i Poortnummer 161 en 137 / Protocol UDP
BRAdmin Light1 i Poortnummer 161 / Protocol UDP
1
Alleen Windows®.
Voor meer informatie over het openen van de poort raadpleegt u de gebruiksaanwijzing van de beveiligingssoftware of neemt u contact op met de fabrikant.
91
Problemen oplossen
7
Ik wil controleren of mijn netwerkapparaten correct werken.
Vraag Interface Oplossing
Is de Brother-machine, het toegangspunt/de router of de netwerkhub ingeschakeld?
Waar kan ik de netwerkinstellingen van mijn Brother-machine vinden, zoals het IP-adres?
Hoe kan ik de linkstatus van mijn Brother-machine controleren?
Kan ik de Brother-machine "pingen" vanaf mijn computer?
Maakt de Brother-machine verbinding met het draadloze netwerk?
Ik heb alle bovenstaande oplossingen gecontroleerd en geprobeerd, maar ik ervaar nog steeds problemen. Kan ik nog iets anders proberen?
bedraad/ draadloos
bedraad/ draadloos
bedraad/ draadloos
bedraad/ draadloos
draadloos
draadloos
Zorg ervoor dat u alle instructies van Controleer eerst het volgende: uu pagina 85 hebt gecontroleerd.
Druk het netwerkconfiguratierapport af. Raadpleeg Het netwerkconfiguratierapport afdrukken uu pagina 41.
Druk het netwerkconfiguratierapport af en controleer dat Ethernet Link
Status of Wireless Link Status op Link OK is ingesteld. Raadpleeg Het netwerkconfiguratierapport afdrukken uu pagina 41.
Ping de Brother-machine vanaf uw computer via het IP-adres of de naam van het knooppunt.
Gelukt i Uw Brother-machine werkt correct en is verbonden met
hetzelfde netwerk als uw computer.
Mislukt i Uw Brother-machine is niet verbonden met hetzelfde netwerk
als uw computer.
(Windows
®
) Contacteer uw netwerkbeheerder en gebruik de Reparatietool voor netwerkaansluiting om het IP-adres en het subnetmasker automatisch te
herstellen. Raadpleeg (Windows
subnetmasker met de Reparatietool voor netwerkaansluiting. bij Wordt er een beschikbaar IP-adres toegewezen aan uw Brother-machine?
uu pagina 88 voor meer informatie over de Reparatietool voor netwerkaansluiting.
Druk het WLAN-rapport af om de status van de draadloze verbinding te controleren. Voor meer informatie over het afdrukken, raadpleegt u Het
WLAN-rapport afdrukken (voor HL-3140CW, HL-3150CDW en HL-3170CDW) uu pagina 42. Als er een foutcode wordt vermeld op het
afgedrukte WLAN-rapport: uuInstallatiehandleiding: Problemen oplossen.
Raadpleeg de gebruiksaanwijzing van uw WLAN-toegangspunt/WLAN­router voor meer informatie over het vinden van de SSID en de netwerksleutel, en deze correct in te stellen. Raadpleeg Zijn uw
beveiligingsinstellingen (SSID/netwerksleutel) correct? bij Ik kan de configuratie van het draadloze netwerk niet voltooien. uu pagina 86 voor
meer informatie over de SSID en de netwerksleutel.
®
) Controleer het IP-adres en het
92
Paragraaf II
Verklarende woordenlijst Netwerk
Typen netwerkverbindingen en protocollen 94 De machine configureren voor een netwerk 100
Termen en concepten voor draadloze netwerken (voor HL-3140CW, HL-3150CDW en HL-3170CDW)
Bijkomende netwerkinstellingen van Windows Beveiligingsvoorschriften en -concepten 111
®
104
108
II
8
Typen netwerkverbindingen en
TCP/IPTCP/IP
8
protocollen

Typen netwerkverbinding 8

Voorbeeld van een bedrade netwerkaansluiting 8
Peer-to-peer-afdrukken via TCP/IP 8
In een peer-to-peer-omgeving kan elke computer rechtstreeks gegevens uitwisselen met alle apparaten. Er is geen centrale server die toegang tot bestanden en het delen van printers beheert.
1 Router
8
2 Netwerkmachine (uw machine)
In een kleiner netwerk van twee of drie computers bevelen wij de peer-to-peer-afdrukmethode aan, omdat
peer-to-peer makkelijker is te configureren dan de op het netwerk gedeelde afdrukmethode. Raadpleeg Op een netwerk gedeelde printer uu pagina 95.
Elke computer dient het TCP/IP-protocol te gebruiken.
Voor de machine van Brother moet een geschikt IP-adres worden geconfigureerd.
Als u een router gebruikt, moet het gateway-adres worden geconfigureerd op zowel de computers als de
machine van Brother.
94
Loading...