Brother HL-3140CW, HL-3150CDN, HL-3150CDW, HL-3170CDW User Guide [nl]

Gebruikershandleiding
Brother-kleurenprinter
HL-3140CW HL-3150CDW HL-3170CDW
Voor slechtzienden
Deze handleiding kan door de software Screen Reader 'text-to-speech'
worden gelezen.
Gebruik de Installatiehandleiding om de machine in te stellen. In de doos vindt u een gedrukt exemplaar.
Lees deze Gebruikershandleiding aandachtig door voordat u de machine gaat gebruiken.
Kijk op http://solutions.brother.com/ productondersteuning en de meest recente driver-updates en hulpprogramma's.
Opmerking: bepaalde modellen zijn in niet alle landen verkrijgbaar.
voor antwoorden op veelgestelde vragen (FAQ's) en technische vragen, voor
DUT/BEL-DUT
Versie 0

Welke handleidingen zijn er en waar kan ik deze vinden?

Welke handleiding? Inhoud? Waar?
Handleiding product veiligheid
Installatiehandleiding Volg de instructies voor het instellen van uw machine
Gebruikershandleiding Hier vindt u meer informatie over de afdrukfuncties,
Netwerkhandleiding Deze handleiding biedt u nuttige informatie over
Wi-Fi Direct™ handleiding
Google cloud print handleiding
Handleiding mobiel printen/scannen voor Brother iPrint&Scan
AirPrint handleiding In deze handleiding vindt u informatie over het
Lees deze handleiding eerst. Lees de veiligheidsinstructies voor u de machine installeert. Raadpleeg deze handleiding voor handelsmerken en wettelijke beperkingen.
en installeren van de drivers en software voor het besturingssysteem en het type verbinding dat u gebruikt.
het vervangen van verbruiksartikelen en het uitvoeren van routineonderhoud. Zie tips voor het oplossen van problemen.
instellingen voor bedrade en draadloze netwerken en beveiligingsinstellingen bij het gebruik van de Brother-machine. U kunt er eveneens informatie vinden over ondersteunde protocollen voor uw machine en gedetailleerde tips voor het oplossen van problemen.
Deze handleiding biedt u informatie over het configureren van uw Brother-machine voor rechtstreeks draadloos afdrukken vanaf een mobiel apparaat dat de standaard Wi-Fi Direct™ ondersteunt.
Deze handleiding biedt u informatie over het configureren van uw Brother-machine voor een Google-account en het gebruik van Google Cloud Print-services om af te drukken via het internet.
In deze handleiding vindt u nuttige informatie over het afdrukken vanaf uw mobiel apparaat en scannen vanaf uw Brother-machine naar uw mobiel apparaat bij verbinding met een Wi-Fi-netwerk.
gebruik van AirPrint om vanop OS X v10.7.x, 10.8.x, uw iPhone, iPod touch, iPad, of ander iOS-toestel op uw Brother-machine af te drukken zonder een printerdriver te installeren.
Gedrukt / in de verpakking
Gedrukt / in de verpakking
PDF-bestand / cd-rom / in de verpakking
PDF-bestand / cd-rom / in de verpakking
PDF-bestand / Brother Solutions Center op http://solutions.brother.com/
PDF-bestand / Brother Solutions Center op http://solutions.brother.com/
PDF-bestand / Brother Solutions Center op http://solutions.brother.com/
PDF-bestand / Brother Solutions Center op http://solutions.brother.com/
i

Gebruik van de documentatie

OPMERKING
Bedankt voor uw keuze voor een Brother-machine! Het lezen van de documentatie helpt u bij het optimaal benutten van uw machine.

Symbolen en conventies die in de documentatie gebruikt worden

De volgende symbolen en conventies worden in de documentatie gebruikt.
WAARSCHUWING
WAARSCHUWING geeft een mogelijk gevaarlijke situatie aan die, als deze niet wordt voorkomen, kan resulteren in ernstig of fataal letsel.
BELANGRIJK
BELANGRIJK geeft een mogelijk gevaarlijke situatie aan die kan resulteren in schade aan eigendommen, storingen of een niet-werkend product.
OPMERKING
Opmerkingen vertellen u hoe u op een bepaalde situatie moet reageren of geven tips over de werking van een handeling in combinatie met andere functies.
Pictogrammen voor elektrisch gevaar wijzen u op een risico op elektrische schokken.
Pictogrammen voor brandgevaar wijzen u op een risico op brand.
Deze symbolen wijzen u erop dat u hete oppervlakken in de machine niet mag aanraken.
Verbodspictogrammen wijzen op handelingen die niet mogen worden uitgevoerd.
Vet Vetgedrukte tekst geeft toetsen op het bedieningspaneel van de
machine of op het computerscherm aan.
Cursief Cursief gedrukte tekst legt de nadruk op een belangrijk punt of verwijst
naar een verwant onderwerp.
Courier New Het lettertype Courier New geeft de meldingen aan die worden
weergegeven op het LCD-scherm van de machine.
Als u een tablet met Windows® 8 gebruikt, kunt u selecties maken door op het scherm te tikken of met uw muis te klikken.
ii

Inhoudsopgave

1 Afdrukmethoden 1
Over deze machine....................................................................................................................................1
Vooraanzicht en achteraanzicht ..........................................................................................................1
Acceptabel papier en andere afdrukmedia ................................................................................................2
Aanbevolen papier en afdrukmedia .....................................................................................................2
Papiersoort en -formaat.......................................................................................................................2
Speciaal papier gebruiken ...................................................................................................................4
Onbedrukbaar gedeelte bij afdrukken via een computer .....................................................................7
Papier plaatsen..........................................................................................................................................8
Papier en afdrukmedia laden...............................................................................................................8
Papier in de standaardpapierlade laden..............................................................................................8
Papier laden in de sleuf voor handmatige invoer ..............................................................................12
Tweezijdig afdrukken...............................................................................................................................20
Richtlijnen bij het tweezijdig afdrukken..............................................................................................20
Automatisch tweezijdig afdrukken (HL-3150CDW en HL-3170CDW) ...............................................21
Handmatig tweezijdig afdrukken........................................................................................................23
2 Driver en software 24
Printerdriver .............................................................................................................................................24
Een document afdrukken...................................................................................................................25
Instellingen van de printerdriver ........................................................................................................26
Windows
Macintosh ................................................................................................................................................62
Software ..................................................................................................................................................82
®
................................................................................................................................................27
De instellingen voor de printerdriver openen .....................................................................................27
Functies in de Windows
Het tabblad Normaal..........................................................................................................................28
Het tabblad Geavanceerd..................................................................................................................37
Tabblad Afdrukprofielen ....................................................................................................................46
Het tabblad Apparaatinstellingen.......................................................................................................48
Ondersteuning...................................................................................................................................49
Functies in de BR-Script3-printerdriver (PostScript
De printerdriver verwijderen ..............................................................................................................59
Status Monitor ...................................................................................................................................60
Functies in de printerdriver (Macintosh) ............................................................................................62
Het kiezen van opties voor de pagina-instelling ................................................................................62
Functies in de BR-Script3-printerdriver (PostScript
De printerdriver verwijderen ..............................................................................................................79
Status Monitor ...................................................................................................................................80
Software voor netwerken ..................................................................................................................82
®
-printerdriver ..............................................................................................28
®
3™-taalemulatie) ...........................................51
®
3™-taalemulatie) ...........................................74
iii
3 Algemene informatie 83
Bedieningspaneel ....................................................................................................................................83
Overzicht bedieningspaneel ..............................................................................................................83
LED-aanduidingen.............................................................................................................................85
Machinestatusmeldingen...................................................................................................................85
Menutabel..........................................................................................................................................86
Documenten nogmaals afdrukken.........................................................................................................101
De laatste taak opnieuw afdrukken .................................................................................................101
De laatste taak opnieuw afdrukken .................................................................................................101
Beveiligde gegevens afdrukken.............................................................................................................102
Beveiligde gegevens .......................................................................................................................102
Beveiligde gegevens afdrukken.......................................................................................................102
Beveiligingsfuncties ...............................................................................................................................103
Secure Function Lock 2.0................................................................................................................103
Instelslot ..........................................................................................................................................103
Ecologische functies..............................................................................................................................105
Toner besparen ...............................................................................................................................105
Slaaptijd...........................................................................................................................................105
Stand diepe slaap............................................................................................................................105
Automatische stroom Uit .................................................................................................................106
Kleurcorrectie.........................................................................................................................................107
Frequentie .......................................................................................................................................107
Kleurkalibratie..................................................................................................................................107
Automatisch registreren...................................................................................................................108
4 Routineonderhoud 109
Verbruiksartikelen vervangen ................................................................................................................109
De tonercartridges vervangen .........................................................................................................113
Drumeenheden vervangen ..............................................................................................................122
Riemeenheid vervangen..................................................................................................................131
Tonerbak vervangen........................................................................................................................136
De machine reinigen en controleren......................................................................................................144
De buitenzijde van de machine schoonmaken ................................................................................144
De LED-kop reinigen .......................................................................................................................146
De primaire corona's reinigen..........................................................................................................147
De drumeenheid reinigen ................................................................................................................151
De papierpick-uprol schoonmaken ..................................................................................................158
De machine inpakken en vervoeren......................................................................................................159
5 Problemen oplossen 162
Het probleem vaststellen .......................................................................................................................162
Fout- en onderhoudsmeldingen.............................................................................................................163
Vastgelopen papier..........................................................................................................................168
Als u problemen hebt met uw machine..................................................................................................178
De afdrukkwaliteit verbeteren................................................................................................................182
Informatie over de machine...................................................................................................................191
Het serienummer controleren ..........................................................................................................191
Standaardinstellingen ......................................................................................................................191
iv
AAppendix 193
Machinespecificaties..............................................................................................................................193
Algemeen ........................................................................................................................................193
Afdrukmedia ....................................................................................................................................195
Printer..............................................................................................................................................196
Interface...........................................................................................................................................197
Netwerk (LAN).................................................................................................................................198
Systeemvereisten............................................................................................................................199
Belangrijke informatie bij het kiezen van papier ..............................................................................200
Verbruiksartikelen............................................................................................................................201
Brother telefoonnummers......................................................................................................................202
BIndex 203
v
1
1
OPMERKING
1
2
3
4
5
6
9
8
10
11
7

Afdrukmethoden 1

Over deze machine 1

Vooraanzicht en achteraanzicht 1

1 Steunklep van de documentuitvoer met bedrukte zijde naar beneden (steunklep)
2 Bedieningspaneel met een Liquid Crystal Display (LCD)
3 Deksel van de sleuf voor handmatige invoer
4 Papierlade
5 Documentuitvoer met bedrukte zijde naar beneden
6 Sleuf voor handmatige invoer
7 Bovendeksel
8 Achterklep (documentuitvoer met bedrukte zijde naar boven wanneer open)
9 Ingang voor netsnoer
10 10BASE-T / 100BASE-TX (HL-3150CDW en HL-3170CDW)
11 USB-poort
De meeste illustraties in deze Gebruikershandleiding tonen de HL-3170CDW.
1
Afdrukmethoden
1

Acceptabel papier en andere afdrukmedia 1

De afdrukkwaliteit kan variëren naargelang het type papier dat u gebruikt.
U kunt de volgende soorten afdrukmedia gebruiken: normaal papier, dun papier, dik papier, dikker papier, bankpostpapier, kringlooppapier, enveloppen, etiketten en glanzend papier (zie Afdrukmedia uu pagina 195).
Voor de beste resultaten volgt u onderstaande instructies:
Plaats GEEN verschillende soorten enveloppen tegelijk in de papierlade, omdat deze dan kunnen
vastlopen of scheef worden ingevoerd.
Voor een juist afdrukresultaat moet u in uw softwaretoepassing het papierformaat instellen van het papier
dat zich in de lade bevindt.
Raak de bedrukte zijde van het papier niet aan vlak na het afdrukken.
Voordat u een grote hoeveelheid papier aanschaft, voer een test uit met een kleine hoeveelheid om er
zeker van te zijn dat het papier geschikt is voor de machine.

Aanbevolen papier en afdrukmedia 1

Papiertype Artikel
Normaal papier
Kringlooppapier
Etiketten Avery-laseretiketten L7163
Enveloppen Antalis River series (DL)
Glanzend papier
Xerox Premier TCF 80 g/m
Xerox Business 80 g/m
Xerox Recycled Supreme 80 g/m
Xerox Colotech+ Gloss Coated 120 g/m
2
2
2
2

Papiersoort en -formaat 1

De machine voert papier in vanuit de standaardpapierlade of de sleuf voor handmatige invoer.
In de printerdriver en deze handleiding worden voor de papierladen de volgende namen gebruikt:
Lade Naam
Papierlade Lade 1
Sleuf voor handmatige invoer Handmatig
2
Afdrukmethoden
1
Capaciteit van de papierladen 1
Papierformaat Papiertypes Aantal vellen
Papierlade (Lade 1)
Sleuf voor handmatige invoer
1
Het Folio-formaat is 215,9 mm x 330,2 mm.
A4, Letter, Legal, B5 (JIS), Executive, A5,
A5 (Lange zijde), A6, Folio
Breedte: 76,2 tot 216 mm
Lengte: 116 tot 355,6 mm
Normaal papier, dun papier en kringlooppapier
1
Normaal papier, dun papier, dik papier, dikker papier, bankpostpapier, kringlooppapier, enveloppen, etiketten en glanzend papier
maximaal 250 pagina's
(80 g/m
2
)
1 vel
1 Envelop
Aanbevolen papierspecificaties 1
De volgende papierspecificaties zijn geschikt voor deze machine.
Basisgewicht
75-90 g/m
2
Dikte 80-110 μm
Ruwheid Hoger dan 20 sec.
Stijfheid
90-150 cm
3
/100
Vezelrichting Langlopend
Soortelijke volumeweerstand
Soortelijke weerstand aan oppervlakte
Vulmiddel
9
10e
-10e11 ohm
9
-10e12 ohm-cm
10e
CaCO
(Neutraal)
3
Asgehalte Minder dan 23 wt%
Helderheid Hoger dan 80%
Ondoorzichtigheid Hoger dan 85%
Gebruik normaal papier dat geschikt is voor gebruik met laser/LED-printers om kopieën te maken.
Gebruik papier van 75 tot 90 g/m
2
.
Gebruik langlopend papier met een neutrale pH-waarde en een vochtigheidspercentage van circa 5%.
In deze machine kan kringlooppapier worden gebruikt dat voldoet aan de specificatie DIN 19309.
(Raadpleeg Belangrijke informatie bij het kiezen van papier uu pagina 200 voordat u papier in deze machine plaatst.)
3
Afdrukmethoden
1
BELANGRIJK
1
1

Speciaal papier gebruiken 1

De machine functioneert goed met de meeste typen xerografisch en bankpostpapier. Sommige typen papier kunnen echter van invloed zijn op de afdrukkwaliteit of bewerkingsbetrouwbaarheid. Maak altijd eerst een proefafdruk voordat u papier aanschaft om zeker te zijn van het gewenste resultaat. Bewaar papier in de originele verpakking en zorg dat deze gesloten blijft. Bewaar het papier plat en verwijderd van vocht, direct zonlicht en warmte.
Enkele belangrijke richtlijnen bij het kiezen van papier:
Gebruik GEEN inkjetpapier, het kan leiden tot papieropstoppingen of schade aan de machine.
Voor voorgedrukt papier moet inkt gebruikt worden dat bestand is tegen de temperatuur van het
fuseerproces van de machine (200 °C).
Bij gebruik van briefpapier, grof, verkreukeld of gevouwen papier kan het resultaat wat minder zijn.
Te vermijden typen papier 1
Sommige typen papier bieden niet het gewenste resultaat of kunnen schade veroorzaken aan de machine.
Gebruik GEEN papier:
• met een grove textuur
• dat extreem glad of glanzend is
• dat gekruld of scheef is
1 Een krul van 2 mm of meer kan papierstoringen veroorzaken.
• dat gecoat is of een chemische vernislaag heeft
• dat beschadigd, gekreukeld of gevouwen is
• dat het in deze handleiding aanbevolen gewicht overschrijdt
• met tabs en nietjes
• met een briefhoofd dat thermografisch gedrukt is of met inkt die niet tegen hoge temperaturen bestand is
• dat uit meerdere delen bestaat of zonder carbon
• dat is bedoeld voor inkjetprinters
Als u een van de bovenstaande typen papier gebruikt, kan de machine beschadigd raken. Dergelijke schade wordt niet door de garantie of de service-overeenkomst van Brother gedekt.
4
Afdrukmethoden
1
BELANGRIJK
Enveloppen 1
De meeste enveloppen kunnen met uw machine worden gebruikt. Sommige vormen enveloppen kunnen echter mogelijk problemen met de toevoer en de afdrukkwaliteit veroorzaken. Geschikte enveloppen hebben randen met rechte, scherpe vouwen. Enveloppen moeten vlak liggen en mogen niet zakachtig of flodderig zijn. Gebruik alleen enveloppen van hoge kwaliteit van bij een leverancier die weet dat u de enveloppen gaat gebruiken in een lasermachine.
Wij raden u aan een proefenveloppe te drukken zodat u zeker weet dat u het gewenste resultaat krijgt.
Te vermijden typen enveloppen 1
Gebruik GEEN enveloppen:
• die beschadigd, gekruld of verkreukeld zijn of een ongebruikelijke vorm hebben
• die extreem glanzend zijn of een speciale structuur hebben
• met klemmen, nietjes, haken of touwtjes
• met een zelfklevende rand
• die flodderig zijn
• die niet scherp gevouwen zijn
• die van reliëf zijn voorzien (bv. letters in reliëf)
• die eerder zijn bedrukt door een laser/LED-printer
• die aan-de binnenkant zijn voorbedrukt
• die niet netjes op elkaar kunnen worden gestapeld
• die gemaakt zijn van papier dat zwaarder is dan het gespecificeerde papiergewicht voor de machine
• met randen die niet recht of regelmatig zijn
• met vensters, gaten, uitsparingen of perforaties
• met lijm op het oppervlak zoals hieronder getoond
• met dubbele flappen zoals hieronder getoond
• met flappen die niet omlaag zijn gevouwen bij aankoop
5
Afdrukmethoden
1
BELANGRIJK
• met beide zijden gevouwen zoals hieronder getoond
Als u een van de bovenstaande typen enveloppen gebruikt, kan de machine beschadigd raken. Deze schade wordt mogelijk niet gedekt door enige garantie- of service-overeenkomst met Brother.
Etiketten 1
De meeste etiketten kunnen met uw machine worden gebruikt. Etiketten dienen een plaklaag op basis van acryl te hebben omdat dit materiaal beter bestand is tegen de hoge temperaturen in de fusereenheid. De plaklaag dient niet in contact te komen met enig deel van de machine, omdat de etiketten dan aan de drumeenheden of rollen blijven kleven waardoor papierstoringen en problemen met de afdrukkwaliteit kunnen optreden. Er mag geen plaklaag open liggen tussen de etiketten. Etiketten moeten zo gerangschikt worden dat de volledige lengte en breedte van het vel bedekt zijn. Het gebruik van ruimten tussen de etiketten kan leiden tot het loslaten van etiketten waardoor ernstige papierstoringen of afdrukproblemen kunnen ontstaan.
Etiketten moeten bestand zijn tegen een temperatuur van 200 °C gedurende 0,1 seconden.
Te vermijden typen etiketten 1
Gebruik geen etiketten die beschadigd, gekruld of verkreukeld zijn of een ongebruikelijke vorm hebben.
• Voer GEEN gedeeltelijk gebruikte etiketvellen in. Het onbedekte draagvel kan schade toebrengen aan de machine.
• U mag etiketten NIET hergebruiken en u mag GEEN etiketblad invoeren waarop een aantal etiketten ontbreekt.
• Etiketbladen mogen niet zwaarder zijn dan het gewicht dat in deze Gebruikershandleiding is gespecificeerd. Etiketten die deze specificatie overschrijden worden mogelijk niet goed ingevoerd of afgedrukt en kunnen schade veroorzaken aan de machine.
6
Afdrukmethoden
1
1
3
24

Onbedrukbaar gedeelte bij afdrukken via een computer 1

De onderstaande waarden geven de maximale onbedrukbare gedeeltes aan. Het onbedrukbare gedeelte kan variëren afhankelijk van het papierformaat of de instellingen van het programma dat u gebruikt.
Gebruik Documentgr
ootte
Bovenkant (1)
Onderkant (3)
Links (2)
Rechts (4)
Afdrukken Letter 4,23 mm 4,23 mm
A4 4,23 mm 4,23 mm
Legal 4,23 mm 4,23 mm
7
Afdrukmethoden
1

Papier plaatsen 1

Papier en afdrukmedia laden 1

De machine kan papier invoeren vanuit de standaardpapierlade of de sleuf voor handmatige invoer.
Houd rekening met het volgende als u papier in de papierlade plaatst:
Als het afdrukmenu van uw toepassingssoftware een optie biedt voor het opgeven van het papierformaat,
kunt u het formaat selecteren via de toepassingssoftware. Als deze optie niet door de toepassingssoftware geboden wordt, kunt u het papierformaat opgeven in de printerdriver of via het bedieningspaneel.

Papier in de standaardpapierlade laden 1

Laad tot 250 vellen papier in de standaardpapierlade (Lade 1). De stapel papier mag niet hoger zijn dan de maximummarkering ( ) die u terugvindt aan de rechterzijde van de papierlade. (Raadpleeg Acceptabel papier en andere afdrukmedia uu pagina 2 om te zien welke papiersoorten u kunt gebruiken.)
Afdrukken via Lade 1 op normaal papier, dun papier of kringlooppapier 1
a Trek de papierlade volledig uit de machine.
8
Afdrukmethoden
1
1
b Houd de groene ontgrendelingshendels van de papiergeleiders (1) ingedrukt en stel de papiergeleiders
af op het papierformaat dat u in de lade plaatst. Controleer dat de geleiders goed in de sleuven passen.
c Waaier de stapel papier goed door om te voorkomen dat het papier vastloopt of scheef wordt ingevoerd.
9
Afdrukmethoden
1
1
d Plaats papier in de lade en zorg ervoor dat:
de stapel papier niet uitsteekt boven de maximummarkering ( ) (1).
Als u de papierlade te hoog vult, kan het papier vastlopen.
De zijde van het papier waarop wordt afgedrukt moet naar beneden liggen.
De papiergeleiders raken de papierranden, zodat het papier correct wordt ingevoerd.
1
e Plaats de papierlade weer in de machine. Zorg ervoor dat hij geheel in de machine zit. f Zet de steunklep (1) omhoog om te voorkomen dat het papier van de documentuitvoer met bedrukte
zijde naar beneden valt, of neem elk vel van de uitvoerlade zodra dit wordt uitgeworpen.
10
Afdrukmethoden
1
OPMERKING
g Kies de volgende instellingen in elke keuzelijst van de printerdriver.
Papierformaat
A4 Letter Legal Executive A5
B5 JIS B5 Folio A5 lange zijde A6
Zie Papiersoort en -formaat uu pagina 2 voor de bruikbare papierformaten.
Mediatype
Normaal papier Dun papier Kringlooppapier
Papierbron
Lade1
Zie Driver en software in hoofdstuk 2 voor andere instellingen.
De namen van opties in de keuzelijsten kunnen verschillen afhankelijk van het gebruikte besturingssysteem en de versie ervan.
h Stuur de afdrukgegevens naar de machine.
11
Afdrukmethoden
1
OPMERKING
1

Papier laden in de sleuf voor handmatige invoer 1

(Raadpleeg Acceptabel papier en andere afdrukmedia uu pagina 2 om te zien welke papiersoorten u kunt gebruiken.)
De machine stelt vervolgens de handmatige invoermodus in wanneer u papier in de sleuf voor handmatige invoer plaatst.
Afdrukken op normaal papier, dun papier, kringlooppapier of bankpostpapier via de sleuf voor handmatige invoer 1
a Til de steunklep (1) op om te vermijden dat het papier van de neerwaarts gerichte uitvoerlade glijdt, of
verwijder iedere pagina zodra deze uit de machine komt.
b Open het deksel van de sleuf voor handmatige invoer.
12
Afdrukmethoden
1
OPMERKING
c Gebruik beide handen om de papiergeleiders van de sleuf voor handmatige invoer te schuiven op de
breedte van het papier dat u wilt gebruiken.
d Gebruik beide handen om één vel papier stevig in de sleuf voor handmatige invoer te duwen tot de
voorrand van het papier de papierinvoerrollen raakt. Blijf het papier gedurende ongeveer twee seconden tegen de rollen duwen of tot de machine het papier grijpt en het verder naar binnen trekt.
• Als de foutmelding Vast binnen op het LCD verschijnt, kan de machine het papier niet grijpen en invoeren. Reset de machine door het papier te verwijderen en vervolgens op het bedieningspaneel op Cancel te drukken. Plaats het papier opnieuw en druk het stevig tegen de rollen.
• Plaats het papier in de sleuf voor handmatige invoer met de te bedrukken zijde naar boven.
• Zorg dat het papier recht en in de juiste positie in de sleuf voor handmatige invoer is gebracht. Als dat niet het geval is, kan het papier niet goed worden ingevoerd, wat leidt tot een slechte afdruk of vastgelopen papier.
• Trek het papier helemaal naar buiten als u het opnieuw in de sleuf voor handmatige invoer wilt plaatsen.
• Plaats nooit meer dan een vel papier per keer in de sleuf voor handmatige invoer; zo voorkomt u dat het papier vastloopt.
• Als u papier of andere afdrukmedia in de sleuf voor handmatige invoer steekt voordat de machine gereed is, kan een fout plaatsvinden en stopt de machine met afdrukken.
13
Afdrukmethoden
1
OPMERKING
OPMERKING
e Kies de volgende instellingen in elke keuzelijst van de printerdriver.
Papierformaat
Breedte: 76,2 tot 216 mm
Lengte: 116 tot 355,6 mm
Aangepast papierformaat
1
Definieer het standaardpapierformaat door Door gebruiker gedefinieerd... te kiezen in Windows® printerdriver,
Grootte van aangepaste pagina (PostScript) in BR-Script printerdriver voor Windows printerdrivers.
Zie Papiersoort en -formaat uu pagina 2 voor de bruikbare papierformaten.
Mediatype
Normaal papier Dun papier Kringlooppapier Briefpapier
Papierbron
Handmatig
1
®
of Aangepaste formaten... in Macintosh
Zie Driver en software in hoofdstuk 2 voor andere instellingen.
De namen van opties in de keuzelijsten kunnen verschillen afhankelijk van het gebruikte besturingssysteem en de versie ervan.
f Stuur de afdrukgegevens naar de machine. g Zodra de LCD Handinvoer toont, keert u terug naar stap d om het volgende vel papier te plaatsen.
Herhaal dit voor iedere pagina die u wilt afdrukken.
De LCD zal Handinvoer tonen tot een vel papier in de sleuf voor handmatige invoer is geplaatst.
14
Afdrukmethoden
1
Afdrukken via de sleuf voor handmatige invoer op dik papier, etiketten, enveloppen en glanzend papier 1
Wanneer het achterste deksel (opwaarts gerichte uitvoerlade) naar beneden is getrokken, heeft de machine een recht papierpad van de sleuf voor handmatige invoer tot aan de achterkant van de machine. Gebruik deze papierdoorvoer- en uitvoermethode als u wilt afdrukken op dik papier, etiketten, enveloppen of glanzend papier. (Raadpleeg Acceptabel papier en andere afdrukmedia uu pagina 2 en Enveloppen uu pagina 5 om te zien welke papiersoorten u kunt gebruiken.)
a Maak de achterklep (documentuitvoer met bedrukte zijde naar boven) open.
b (Alleen om enveloppen af te drukken)
Breng de twee grijze hendels, een links en een rechts, in uw richting omlaag zoals hieronder afgebeeld.
15
Afdrukmethoden
1
c Open het deksel van de sleuf voor handmatige invoer.
d Gebruik beide handen om de papiergeleiders van de sleuf voor handmatige invoer te schuiven op de
breedte van het papier dat u wilt gebruiken.
16
Afdrukmethoden
1
OPMERKING
e Gebruik beide handen om één vel papier stevig in de sleuf voor handmatige invoer te duwen tot de
voorrand van het papier de papierinvoerrollen raakt. Blijf het papier gedurende ongeveer twee seconden tegen de rollen duwen of tot de machine het papier grijpt en het verder naar binnen trekt.
• Als de foutmelding Vast binnen op het LCD verschijnt, kan de machine het papier niet grijpen en invoeren. Reset de machine door het papier te verwijderen en vervolgens op het bedieningspaneel op Cancel te drukken. Plaats het papier opnieuw en druk het stevig tegen de rollen.
• Plaats het papier in de sleuf voor handmatige invoer met de te bedrukken zijde naar boven.
• Zorg dat het papier recht en in de juiste positie in de sleuf voor handmatige invoer is gebracht. Als dat niet het geval is, kan het papier niet goed worden ingevoerd, wat leidt tot een slechte afdruk of vastgelopen papier.
• Trek het papier helemaal naar buiten als u het opnieuw in de sleuf voor handmatige invoer wilt plaatsen.
• Plaats nooit meer dan een vel papier per keer in de sleuf voor handmatige invoer; zo voorkomt u dat het papier vastloopt.
• Als u papier of andere afdrukmedia in de sleuf voor handmatige invoer steekt voordat de machine gereed is, kan een fout plaatsvinden en stopt de machine met afdrukken.
17
Afdrukmethoden
1
f Kies de volgende instellingen in elke keuzelijst van de printerdriver.
Papierformaat
(Voor afdrukken op dik papier, etiketten of glanzend papier)
A4 Letter Legal Executive A5
A5 lange zijde A6 B5 JIS B5
3 x 5 Folio
Aangepast papierformaat
(Voor het afdrukken van enveloppen)
Com-10 DL C5 Monarch
Aangepast papierformaat
1
Definieer het standaardpapierformaat door Door gebruiker gedefinieerd... te kiezen in Windows® printerdriver,
Grootte van aangepaste pagina (PostScript) in BR-Script printerdriver voor Windows printerdrivers.
1
Zie Papiersoort en -formaat uu pagina 2 voor de bruikbare papierformaten.
1
®
of Aangepaste formaten... in Macintosh
Mediatype
(Voor afdrukken op dik papier, etiketten of glanzend papier)
Dik papier Dikker papier Glanzend papier Label
(Voor het afdrukken van enveloppen)
Enveloppen Env. Dun Env. Dik
Papierbron
Handmatig
Zie Driver en software in hoofdstuk 2 voor andere instellingen.
18
Afdrukmethoden
1
OPMERKING
OPMERKING
• De namen van opties in de keuzelijsten kunnen verschillen afhankelijk van het gebruikte besturingssysteem en de versie ervan.
• Wanneer Label in de printerdriver is geselecteerd, zal de machine het papier aanvoeren uit de sleuf voor handmatige invoer, zelfs als Handmatig niet als papierbron is geselecteerd.
• Wanneer u Envelope #10 gebruikt, selecteert u Com-10 (voor Windows®) of Nr. 10-envelop (voor Macintosh) in de Papierformaat keuzelijst.
• Voor andere enveloppen die niet in de printerdriver worden vermeld, bijvoorbeeld Enveloppe #9 of
®
Enveloppe C6, gebruikt u Door gebruiker gedefinieerd... (voor de Windows
Grootte van aangepaste pagina (PostScript) (voor de BR-Script printerdriver voor Windows Aangepaste formaten... (voor de Macintosh printerdriver).
printerdriver),
®
) of
g Stuur de afdrukgegevens naar de machine. h Zodra de LCD Handinvoer toont, keert u terug naar stap e om het volgende vel papier te plaatsen. i (Alleen om enveloppen af te drukken)
Als u klaar bent met afdrukken, plaatst u de twee grijze hendels die u omlaag hebt gedaan in stap b terug naar hun originele positie.
j Sluit de achterklep (documentuitvoer met bedrukte zijde naar boven).
• De LCD zal Handinvoer tonen tot een vel papier of en enveloppe in de sleuf voor handmatige invoer is geplaatst.
• Verwijder elke pagina of enveloppe onmiddellijk nadat deze is afgedrukt. Als u pagina's of enveloppen stapelt, kan het papier vastlopen of omkrullen.
19
Afdrukmethoden
1
OPMERKING

Tweezijdig afdrukken 1

Alle meegeleverde printerdrivers maken tweezijdig afdrukken mogelijk. (Windows®-gebruikers) Raadpleeg de tekst Help in de printerdriver voor meer informatie over het kiezen van de instellingen.

Richtlijnen bij het tweezijdig afdrukken 1

Als u dun papier gebruikt, kunnen de vellen verkreukelen.
Gekruld papier moet glad worden gestreken voordat het weer in de papierlade wordt geplaatst. Als het
papier blijft omkrullen, vervangt u het papier.
Als het papier niet correct wordt ingevoerd, is het misschien omgekruld. Verwijder het en strijk het glad.
Als het papier blijft omkrullen, vervangt u het papier.
Wanneer u de handmatige duplexfunctie gebruikt, kan dit leiden tot vastgelopen papier of een slechte
afdrukkwaliteit. (Raadpleeg Vastgelopen papier uu pagina 168 als het papier is vastgelopen. Raadpleeg De afdrukkwaliteit verbeteren uu pagina 182 als u problemen met de afdrukkwaliteit hebt.)
Controleer dat de papierlade zo ver mogelijk in de machine is gestoken.
20
Afdrukmethoden
1
OPMERKING

Automatisch tweezijdig afdrukken (HL-3150CDW en HL-3170CDW) 1

Raadpleeg Tweezijdig afdrukken uu pagina 73 als u de Macintosh printerdriver gebruikt.
®
Automatisch tweezijdig afdrukken met de Windows
printerdriver 1
a Kies de volgende instellingen in elk menu van de printerdriver.
Papierformaat
A4
Mediatype
Normaal papier Kringlooppapier Dun papier
Papierbron
Lade1 Handmatig
Tweezijdig/boekje
Tweezijdig
Type tweezijdig bij Instellingen voor tweezijdig
Er zijn vier opties voor elke afdrukstand (zie Tweezijdig afdrukken / Folder uu pagina 34).
Inbindmarge bij Instellingen voor tweezijdig
Specificeer de inbindmarge (zie Tweezijdig afdrukken / Folder uu pagina 34).
• Gebruik geen briefpapier.
• De namen van opties in de keuzelijsten kunnen verschillen afhankelijk van het gebruikte besturingssysteem en de versie ervan.
Zie Driver en software in hoofdstuk 2 voor andere instellingen.
b Stuur de afdrukgegevens naar de machine. De machine zal het papier nu automatisch aan beide zijden
bedrukken.
21
Afdrukmethoden
1
OPMERKING
Automatisch tweezijdig afdrukken met de BR-Script printerdriver voor Windows
a Kies de volgende instellingen in elk menu van de printerdriver.
Papierformaat
A4
Soort papier
Normaal papier Kringlooppapier Dun papier
Papierbron
Lade1 Handmatige
invoer
Dubbelzijdig afdrukken
Over korte zijde omslaan Over lange zijde omslaan
Paginavolgorde
Vooraan beginnen Achteraan beginnen
®
1
• Gebruik geen briefpapier.
• De namen van opties in de keuzelijsten kunnen verschillen afhankelijk van het gebruikte besturingssysteem en de versie ervan.
Zie Driver en software in hoofdstuk 2 voor andere instellingen.
b Stuur de afdrukgegevens naar de machine. De machine zal het papier nu automatisch aan beide zijden
bedrukken.
22
Afdrukmethoden
1
OPMERKING

Handmatig tweezijdig afdrukken 1

De BR-Script printerdriver voor Windows® biedt geen ondersteuning voor handmatig tweezijdig afdrukken.
Raadpleeg Handmatig tweezijdig afdrukken uu pagina 73 als u de Macintosh printerdriver gebruikt.
®
Handmatig tweezijdig afdrukken met de Windows
printerdriver 1
a Kies de volgende instellingen in elke keuzelijst van de printerdriver.
Papierformaat
U kunt alle papierformaten gebruiken die opgegeven zijn voor de lade die u gebruikt.
Mediatype
U kunt alle mediatypes gebruiken die opgegeven zijn voor de lade die u gebruikt, behalve enveloppen en etiketten die slechts één afdrukzijde hebben.
Papierbron
Lade1 Handmatig
Tweezijdig/boekje
Tweezijdig (handmatig)
Type tweezijdig bij Instellingen voor tweezijdig
Er zijn vier opties voor elke afdrukstand (zie Tweezijdig afdrukken / Folder uu pagina 34).
Inbindmarge bij Instellingen voor tweezijdig
Specificeer de inbindmarge (zie Tweezijdig afdrukken / Folder uu pagina 34).
Zie Driver en software in hoofdstuk 2 voor andere instellingen.
b Stuur de afdrukgegevens naar de machine. De machine drukt eerst alle pagina's met even nummers af
op een kant van het papier. Vervolgens geeft de Windows papier opnieuw moet worden geplaatst om de pagina's met oneven nummers af te drukken.
Strijk het papier voordat het u het terugplaatst goed glad, anders kan het papier vastlopen. Het gebruik van erg dun of erg dik papier wordt afgeraden.
®
driver aan (door een pop-upbericht) dat het
23
2
2

Driver en software 2

Printerdriver 2

Een printerdriver is een stuurprogramma dat gegevens in het door de computer gebruikte formaat omzet in een formaat dat door een bepaalde printer kan worden gebruikt. Doorgaans is dit formaat PDL (page description language).
De printerdrivers voor de ondersteunde versies van Windows cd-rom en op de website van het Brother Solutions Center: http://solutions.brother.com/. Installeer de drivers door het volgen van de stappen in de Installatiehandleiding. De meest recente printerdrivers kunt u downloaden via de website van het Brother Solutions Center op:
http://solutions.brother.com/
®
en Macintosh staan op de meegeleverde
Voor Windows
®
Printerdriver voor Windows® (de aanbevolen printerdriver voor dit product)
BR-Script printerdriver (PostScript
1
De driver installeren met de aangepaste installatie op de cd-rom.
®
3™ taalemulatie, voor HL-3170CDW)
1
Voor Macintosh 2
Printerdriver voor Macintosh (de aanbevolen printerdriver voor dit product)
BR-Script printerdriver (PostScript
1
De installatie-instructies voor de driver vindt u op http://solutions.brother.com/.
Voor Linux
®12
®
3™ taalemulatie, voor HL-3170CDW)
1
LPR-printerdriver
CUPS-printerdriver
1
Voor meer informatie over de printerdriver voor Linux en voor het downloaden van deze driver gaat u naar de modelpagina van uw machine op http://solutions.brother.com/
2
Afhankelijk van de Linux-distributies is het mogelijk dat de driver niet beschikbaar is, of mogelijk wordt deze pas vrijgegeven na de marktintroductie van uw model.
of gebruikt u de koppeling op de meegeleverde cd-rom.
2
2
24
Loading...
+ 180 hidden pages