Brother DCP-6690CW User Guide [nl]

GEBRUIKERSHANDLEIDING
DCP-6690CW
Versie 0
DUT/BEL-DUT
Als u de klantenservice moet bellen
A.u.b. de volgende gegevens invullen voor toekomstige referentie:
1
Serienummer:
Aankoopdatum:
Plaats van aankoop:
1
Het serienummer staat op de achterkant van het apparaat. Bewaar deze gebruikershandleiding samen met uw kassabon als aankoopbewijs in geval van diefstal of brand of voor service die onder de garantie valt.
Registreer uw product online op
http://www.brother.com/registration/
Door uw product bij Brother te registreren, wordt u geregistreerd als de originele eigenaar van het product. Uw registratie bij Brother:
kan eventueel als bevestiging van de aankoopdatum van uw product
dienen, mocht u uw kassabon verliezen; en
kan eventueel een verzekeringsclaim van u ondersteunen, in geval
het product verloren gaat en dit gedekt is door de verzekering.
© 2008 Brother Industries, Ltd.

Samenstelling en publicatie

Deze handleiding is samengesteld en gepubliceerd onder supervisie van Brother Industries, Ltd. De nieuwste productgegevens en -specificaties zijn in deze handleiding verwerkt.
De inhoud van deze handleiding en de specificaties van dit product kunnen zonder voorafgaande kennisgeving worden gewijzigd.
Brother behoudt zich het recht voor om de specificaties en de inhoud van deze handleiding zonder voorafgaande kennisgeving te wijzigen. Brother is niet verantwoordelijk voor enige schade (met inbegrip van gevolgschade) voortvloeiend uit het gebruik van deze handleiding of de daarin beschreven producten, inclusief maar niet beperkt tot zetfouten en andere fouten in deze publicatie.
i

EG-conformiteitsverklaring onder de richtlijn R & TTE

ii
EG-conformiteitsverklaring onder de richtlijn R & TTE
Producent
Brother Industries, Ltd. 15-1, Naeshiro-cho, Mizuho-ku, Nagoya 467-8561, Japan
Fabriek
Brother Industries (Shen Zhen) Ltd G02414-1, Bao Chang Li Bonded Transportation Industrial Park, Bao Long Industrial Estate, Longgang, Shenzhen, China
Verklaren hierbij dat:
Productomschrijving : Kopieermachine/printer
Modelnaam : DCP-6690CW
voldoet aan de voorschriften van de richtlijn R & TTE (1999/5/EG), en we verklaren dat het aan de volgende standaards voldoet.
Toegepaste standaarden
Geharmonieerd: Veiligheid EN60950-1: 2001 +A11: 2004
Jaar waarin het CE-keurmerk voor het eerst werd toegekend: 2008
Uitgegeven door : Brother Industries, Ltd.
Datum : 21 februari 2008
Plaats : Nagoya, Japan
:
EMC EN55022: 2006 Klasse B
EN55024: 1998 +A1: 2001 +A2: 2003 EN61000-3-2: 2006 EN61000-3-3: 1995 +A1: 2001 +A2: 2005
Radio EN301 489-1 V1.6.1
EN301 489-17 V1.2.1 EN300 328 V1.7.1
iii

Inhoudsopgave

Paragraaf I Algemeen
1 Algemene informatie 2
Gebruik van de documentatie................................................................................2
Symbolen en conventies die in de documentatie gebruikt worden..................2
Toegang krijgen tot de softwarehandleiding en de netwerkhandleiding................3
Documentatie bekijken ....................................................................................3
Brother-support oproepen (voor Windows
Overzicht van het bedieningspaneel......................................................................6
Indicaties op het LCD-scherm .........................................................................7
Normale handelingen ......................................................................................7
Waarschuwingen.............................................................................................8
2 Papier en documenten laden 9
Papier en andere afdrukmedia laden.....................................................................9
Papier in papierlade 1 laden............................................................................9
Papier in papierlade 2 laden..........................................................................12
Enveloppen en briefkaarten laden.................................................................15
Kleine afdrukken uit de machine verwijderen ................................................17
Afdrukgebied .................................................................................................18
Acceptabel papier en andere afdrukmedia..........................................................19
Aanbevolen afdrukmedia...............................................................................19
Omgaan met en gebruik van afdrukmedia ....................................................20
De juiste afdrukmedia selecteren .................................................................. 21
Documenten laden...............................................................................................23
De ADF gebruiken .........................................................................................23
De glasplaat gebruiken..................................................................................24
Scangebied....................................................................................................25
®
) ...................................................5
3 Algemene instellingen 26
Papierinstellingen ................................................................................................26
Papierformaat en -soort ................................................................................. 26
Beveiligde papierinvoermodus voor breedlopend A3-papier.........................26
Slaapstand...........................................................................................................27
Volume waarschuwingstoon ................................................................................27
LCD-scherm.........................................................................................................28
Taal op het LCD-scherm wijzigen..................................................................28
LCD-contrast .................................................................................................28
De helderheid van de achtergrondverlichting instellen..................................28
De lichtdimtimer voor de achtergrondverlichting instellen ............................28
Rapporten afdrukken ...........................................................................................29
Een rapport afdrukken ...................................................................................29
iv
Paragraaf II Kopiëren
4Kopiëren 32
Kopiëren .............................................................................................................. 32
Kopieermodus activeren................................................................................ 32
Eén kopie maken...........................................................................................32
Meerdere kopieën maken.............................................................................. 32
Kopiëren onderbreken ...................................................................................32
Kopieerinstellingen ..............................................................................................33
Kopieersnelheid en -kwaliteit wijzigen...........................................................33
Gekopieerde afbeelding vergroten of verkleinen...........................................33
Ladeselectie ..................................................................................................34
Papieropties................................................................................................... 34
Helderheid en contrast instellen .................................................................... 35
Kopieën sorteren met gebruik van de ADF ...................................................35
N op 1 kopieën of een poster maken (Pagina Lay-out) ................................36
Scheefstandcorrectie ....................................................................................38
Boek kopie..................................................................................................... 38
Watermerk kopie ........................................................................................... 39
Favorieten instellen ....................................................................................... 40
Paragraaf III Direct foto's printen
5 Foto's afdrukken vanaf een geheugenkaart of USB-flashstation 42
Werken met PhotoCapture Center™................................................................... 42
Afdrukken vanaf een geheugenkaart of USB-flashstation zonder een pc .....42
Scannen naar een geheugenkaart of een USB-flashstation zonder
een pc te gebruiken...................................................................................42
PhotoCapture Center™ vanaf uw computer gebruiken.................................42
Een geheugenkaart of USB-flashstation gebruiken.......................................42
Mapstructuur van geheugenkaarten of een USB-flashstation.......................43
Aan de slag.......................................................................................................... 44
De modus PhotoCapture activeren ...............................................................45
Afbeeldingen afdrukken.......................................................................................45
Foto's bekijken............................................................................................... 45
Foto-effecten ................................................................................................. 46
Index afdrukken (miniaturen).........................................................................47
Foto's afdrukken ............................................................................................ 48
Afdrukken in DPOF-formaat .......................................................................... 48
PhotoCapture Center™ afdrukinstellingen ..........................................................49
Afdruksnelheid en -kwaliteit........................................................................... 50
Papieropties................................................................................................... 50
Helderheid, contrast en kleur instellen .......................................................... 51
Bijsnijden (crop).............................................................................................52
Afdrukken zonder rand ..................................................................................52
Datum afdrukken ...........................................................................................52
Uw wijzigingen instellen als nieuwe standaardinstellingen............................53
Alle instellingen terugzetten naar de fabrieksinstellingen..............................53
v
Scannen naar geheugenkaarten of USB-flashstations........................................53
De scanmodus activeren ...............................................................................53
Scannen naar een geheugenkaart of een USB-flashstation .........................54
De bestandsnaam wijzigen............................................................................55
Een nieuwe standaardinstelling opgeven ......................................................55
Fabrieksinstellingen herstellen ......................................................................55
Uitleg bij de foutmeldingen ..................................................................................56
6 Foto's afdrukken vanaf een camera 57
Foto's direct afdrukken vanaf een PictBridge-camera .........................................57
Vereisten voor PictBridge ..............................................................................57
Uw digitale camera instellen .......................................................................... 57
Foto's afdrukken ............................................................................................58
Afdrukken in DPOF-formaat ..........................................................................58
Foto's direct afdrukken vanaf een digitale camera (zonder PictBridge)...............59
Foto's afdrukken ............................................................................................59
Uitleg bij de foutmeldingen ..................................................................................60
Paragraaf IV Software
7 Software- en netwerkfuncties 62
Paragraaf V Appendices
A Veiligheid en wetgeving 64
Een geschikte plaats kiezen ................................................................................ 64
Veilig gebruik van de machine............................................................................. 65
Belangrijke veiligheidsinstructies...................................................................69
BELANGRIJK - Voor uw eigen veiligheid......................................................70
LAN-verbinding..............................................................................................70
Radiostoring ..................................................................................................70
EU-richtlijn 2002/96/EG en EN50419 ............................................................71
Naleving van de bepalingen van het ENERGY STAR
Wettelijke beperkingen voor kopiëren..................................................................72
Handelsmerken....................................................................................................73
®
-programma .............71
vi
B Problemen oplossen en routineonderhoud 74
Problemen oplossen ........................................................................................... 74
Als u problemen met uw machine heeft ........................................................ 74
Foutmeldingen ..................................................................................................... 79
Foutanimaties ................................................................................................82
Vastgelopen document .................................................................................82
Papier vastgelopen in de machine ................................................................83
Routineonderhoud ...............................................................................................86
De inktcartridges vervangen..........................................................................86
De buitenkant van de machine schoonmaken...............................................88
De glasplaat reinigen..................................................................................... 90
De geleiderol van de machine reinigen .........................................................90
De invoerrol voor papier reinigen ..................................................................91
De printkop reinigen ...................................................................................... 91
De afdrukkwaliteit controleren .......................................................................92
De uitlijning controleren ................................................................................. 93
Het inktvolume controleren............................................................................ 93
Informatie over de machine ................................................................................. 94
Het serienummer controleren........................................................................94
De machine inpakken en vervoeren .................................................................... 94
C Menu en functies 97
Programmeren op het scherm .............................................................................97
Menutabel......................................................................................................97
Modustoetsen ......................................................................................................97
Menutabel......................................................................................................98
Tekst invoeren ............................................................................................. 111
D Specificaties 112
Algemeen .......................................................................................................... 112
Afdrukmedia....................................................................................................... 114
Kopiëren ............................................................................................................115
PhotoCapture Center™ .....................................................................................116
PictBridge ..........................................................................................................117
Scanner .............................................................................................................118
Printer ................................................................................................................ 119
Interfaces ........................................................................................................... 120
Vereisten voor de computer............................................................................... 121
Verbruiksartikelen ..............................................................................................122
Netwerk (LAN) ...................................................................................................123
Het draadloze netwerk configureren met één druk op de knop...................124
E Verklarende woordenlijst 125
FIndex 126
vii
Hoofdstuk
viii
Paragraaf I
Algemeen I
Algemene informatie 2 Papier en documenten laden 9 Algemene instellingen 26
1

Algemene informatie 1

Gebruik van de documentatie

Dank u voor de aanschaf van een Brother­machine! Het lezen van de documentatie helpt u bij het optimaal benutten van uw machine.
Symbolen en conventies die in de documentatie gebruikt worden 1
De volgende symbolen en conventies worden in de documentatie gebruikt.
Vet Vetgedrukte tekst verwijst naar
knoppen op het bedieningspaneel van de machine of op het computerscherm.
1
Waarschuwingen informeren u over de maatregelen die u moet treffen om te vermijden dat u letsel oploopt.
Deze waarschuwingen wijzen u op procedures die u moet volgen om te voorkomen dat de machine of andere voorwerpen worden beschadigd.
Het pictogram Elektrisch gevaar waarschuwt u voor mogelijke elektrische schokken.
Opmerkingen leggen uit wat u in een bepaalde situatie moet doen of hoe de bewerking met andere functies werkt.
Het pictogram Onjuiste configuratie waarschuwt u voor apparaten en bewerkingen die niet compatibel zijn met de machine.
Cursief Cursief gedrukte tekst
benadrukt een belangrijk punt of verwijst u naar een verwant onderwerp.
Courier New
Het lettertype Courier New verwijst naar meldingen die worden weergegeven op het LCD-scherm van de machine.
2
Algemene informatie

Toegang krijgen tot de softwarehandleiding en de netwerkhandleiding

Deze gebruikershandleiding bevat niet alle informatie over de machine, zoals het gebruik van de geavanceerde functies van de printer, de scanner en het netwerk. Raadpleeg de
softwarehandleiding en de netwerkhandleiding op de cd-rom voor
gedetailleerde informatie hierover.
Documentatie bekijken 1
Documentatie bekijken
®
(voor Windows
Als u de documentatie wilt bekijken, klikt u op het menu Start, wijst u vanuit de programmagroep Brother, DCP-XXXX aan (waarbij XXXX uw modelnaam is) en selecteert u vervolgens
Gebruikershandleidingen in HTML­formaat.
Als u de software niet heeft geïnstalleerd, kunt u de documentatie vinden door onderstaande instructies op te volgen:
a Zet uw pc aan. Plaats de Brother cd-rom
in uw cd-rom-station.
) 1
c Als het scherm met de taal verschijnt,
klikt u op de gewenste taal. Het hoofdmenu van de cd-rom wordt geopend.
1
1
Opmerking
Als dit venster niet wordt geopend, kunt u
®
Windows programma start.exe uit te voeren vanuit de hoofdmap van de Brother-cd-rom.
Verkenner gebruiken om het
d Klik op Documentatie. e Klik op de documentatie die u wilt lezen.
HTML-documenten:
Softwarehandleiding en Netwerkhandleiding in HTML-
formaat.
Dit formaat wordt aanbevolen voor het lezen van documentatie op de computer.
b Als het scherm met de modelnaam
verschijnt, klikt u op de naam van uw model.
PDF-documenten:
Gebruikershandleiding voor gebruik als zelfstandig apparaat,
Softwarehandleiding en Netwerkhandleiding in PDF-
formaat.
Dit formaat wordt aanbevolen voor het afdrukken van de handleidingen. Klik op de koppeling om naar het Brother Solutions Center te gaan, waar u de PDF-documenten kunt weergeven of downloaden. (Hiervoor heeft u internettoegang en PDF Reader-software nodig.)
3
Hoofdstuk 1
Instructies voor het scannen opzoeken
Er zijn verscheidene manieren waarop u documenten kunt scannen. U kunt de instructies als volgt vinden:
Softwarehandleiding
Scannen
(voor Windows
Windows
ControlCenter3
(voor Windows
Windows
Netwerkscannen
ScanSoft™ PaperPort™ 11SE met OCR­procedurehandleidingen
U kunt de volledige
procedurehandleidingen voor ScanSoft™ PaperPort™ 11SE met OCR weergeven via het menu Help in de toepassing ScanSoft™ PaperPort™ 11SE.
®
2000 Professional/
®
XP en Windows Vista®)
®
2000 Professional/
®
XP en Windows Vista®)
Documentatie bekijken
1
(voor Macintosh
a Zet uw Macintosh
Brother-cd-rom in het cd-rom-station. Het volgende venster wordt weergegeven.
®
) 1
®
aan. Plaats de
b Dubbelklik op het pictogram
Documentation.
c Dubbelklik op uw taalmap.
Instructies voor netwerkinstellingen opzoeken
Uw machine kan worden aangesloten op een draadloos of bekabeld netwerk. U kunt belangrijke instructies voor instellingen opzoeken in de installatiehandleiding. Als uw draadloze toegangspunt ondersteuning biedt voor SecureEasySetup™, Wi-Fi Protected Setup™ of AOSS™, volgt u de stappen in de installatiehandleiding. Raadpleeg voor meer informatie over het instellen van een netwerk de netwerkhandleiding.
d Dubbelklik op top.html om de
softwarehandleiding en de
1
netwerkhandleiding weer te geven in
HTML-formaat.
e Klik op de documentatie die u wilt lezen:
Softwarehandleiding
Netwerkhandleiding
4
Algemene informatie
Instructies voor het scannen opzoeken
Er zijn verscheidene manieren waarop u documenten kunt scannen. U kunt de instructies als volgt vinden:
Softwarehandleiding
Scannen
(voor Mac OS
ControlCenter2
(voor Mac OS
Netwerkscannen
(voor Mac OS
®
Presto!
PageManager®
Gebruikershandleiding
U kunt de volledige gebruikershandleiding
voor Presto! via het menu Help in de toepassing
Presto!
®
®
X 10.2.4 of recenter)
®
X 10.2.4 of recenter)
®
X 10.2.4 of recenter)
®
PageManager® weergeven
PageManager®.
Brother-support oproepen
1
(voor Windows®) 1
1
U vindt alle gegevens van hulpbronnen, zoals websupport (Brother Solutions Center) en de klantenservice, op de Brother cd-rom.
Klik op Brother-support in het
hoofdmenu. Het volgende scherm wordt weergegeven:
Instructies voor netwerkinstellingen opzoeken
Uw machine kan worden aangesloten op een draadloos of bekabeld netwerk. U kunt belangrijke instructies voor instellingen opzoeken in de installatiehandleiding. Als uw draadloze toegangspunt ondersteuning biedt voor SecureEasySetup™, Wi-Fi Protected Setup™ of AOSS™, volgt u de stappen in de installatiehandleiding. Raadpleeg voor meer informatie over het instellen van een netwerk de netwerkhandleiding.
Om onze website
1
(http://www.brother.com op Brother-startpagina.
) te openen klikt u
Voor het laatste nieuws en informatie over
productondersteuning (http://solutions.brother.com
) klikt u op
Brother Solutions Center.
Als u onze website voor originele Brother-
verbruiksartikelen (http://www.brother.com/original/
) wilt
bezoeken, klikt u op Informatie over supplies.
Als u het Brother CreativeCenter
(http://www.brother.com/creativecenter/
)
voor GRATIS fotoprojecten en afdrukbare downloads wilt openen, klikt u op Brother CreativeCenter.
Om terug te gaan naar het hoofdmenu
klikt u op Terug. Wanneer u klaar bent klikt u op Afsluiten.
5
Hoofdstuk 1

Overzicht van het bedieningspaneel 1

546
KOPIE
MENU
Kwaliteit:Normaal Vergr./Verklein:100% Ladeselectie:Lade 1 Papiersoort:Normaal pap.
1
1 LCD (liquid crystal display)
Dit is een touchscreen LCD-scherm.
U kunt toegang tot het menu en de opties krijgen door op de toetsen op het scherm te drukken. Op het LCD-scherm verschijnen prompts die u helpen bij het instellen en gebruiken van uw machine.
U kunt de helling van het scherm instellen door dit op te tillen.
2 Modustoetsen:
Scan
Geeft toegang tot scanmodus.
Kopie
Voor het kopiëren van documenten.
Photo Capture
Geeft toegang tot de modus PhotoCapture Center™.
2
3
3 Starttoetsen:
Kleur Start
Hiermee start u het maken van kopieën in kleur. Hiermee kunt u ook een scanbewerking uitvoeren (in kleur of mono, afhankelijk van de scaninstelling in de ControlCenter-software).
Mono Start
Hiermee start u het maken van kopieën in monochroom. Hiermee kunt u ook een scanbewerking uitvoeren (in kleur of mono, afhankelijk van de scaninstelling in de ControlCenter-software).
4 AAN/UIT
Hiermee schakelt u de machine in en uit. Wanneer u de machine heeft uitgeschakeld, wordt de printkop toch periodiek gereinigd om de afdrukkwaliteit te behouden.
5 Stop/Eindigen
Met een druk op deze toets wordt een bewerking gestopt of een menu verlaten.
6 Waarschuwingslampje
(LED - lichtuitstralende diode)
Brandt oranje en knippert wanneer op het LCD-scherm een foutmelding of een belangrijke statusmelding wordt weergegeven.
6
Algemene informatie
Aa n t. ko p ie
Wi s s n
ME N U
Indicaties op het LCD-scherm1
Op het LCD-scherm wordt de huidige status van de machine weergegeven wanneer deze niet wordt gebruikt.
1
MENU
2
3
1 Status van draadloos netwerk
Een indicator met vier niveaus geeft de huidige signaalsterkte van het draadloze netwerk weer wanneer u gebruik maakt van een draadloze verbinding.
0Max.
KOPIE
Kwaliteit:Normaal Vergr./Verklein:100% Ladeselectie:Lade 1
Papiersoort:Normaal pap.
4
Normale handelingen 1
Het touchscreen is eenvoudig in gebruik. Druk op de gewenste menu-toets of optie­toets op het LCD-scherm. Om meer menu's of opties te bekijken, drukt u op d, c of a, b om door het scherm te bladeren.
In de volgende stappen wordt beschreven hoe u een instelling in de machine wijzigt. In dit voorbeeld wordt de instelling voor de slaapstand gewijzigd van 10 minuten in 5 minuten.
a Druk op MENU. b Druk op a of b om Standaardinst.
weer te geven.
c Druk op Standaardinst.
MENU
1
2Menu
Hiermee opent u het hoofdmenu.
3 Inktindicator
Toont u de beschikbare hoeveelheid inkt.
Hiermee heeft u ook toegang tot het menu Inkt.
4 Aant. kopieën
Hiermee voert u het aantal kopieën in om te kopiëren en om foto's af te drukken. Druk op het venster met het aantal en voer het gewenste aantal in.
Aant. kopie
ën
Wissn
U kunt ook het aantal kopieën invoeren door op + of - te drukken.
Standaardinst.
Netwerk
Print lijsten
d Druk op a of b om Slaapstand weer te
geven.
e Druk op Slaapstand.
Standaardinst.
10 Min.Slaapstand
A3 - kortvezelig
Aan
f Druk op 5Min. g Druk op Stop/Eindigen.
7
Hoofdstuk 1
Waarschuwingen 1
Het waarschuwingslampje is een lampje dat de status van de machine aangeeft, zoals in de tabel vermeld.
Het waarschuwingspictogram wordt ook op het scherm weergegeven, zoals afgebeeld.
KOPIE
MENU
Kwaliteit:Normaal Vergr./Verklein:100% Ladeselectie:Lade 1
Papiersoort:Normaal pap.
1
2
1 Waarschuwingpictogram
2 Waarschuwingslampje
Indicatie
DCP-status Omschrijving
Uit Gereed De machine is klaar voor
gebruik.
Open deksel Het deksel is open. Sluit
het deksel.
Oranje
Kan niet afdrukken
(Zie Foutmeldingen op pagina 79.)
Vervang de inktcartridge door een nieuw exemplaar. (Zie De inktcartridges vervangen op pagina 86.)
Papierfout Plaats papier in de lade of
verwijder vastgelopen papier. Controleer de melding op het LCD­scherm. (Zie Foutmeldingen op pagina 79.)
Andere meldingen
Controleer de melding op het LCD-scherm. (Zie Foutmeldingen op pagina 79.)
8
2
1

Papier en documenten laden 2

Papier en andere afdrukmedia laden

Opmerking
Zie voor papierlade 2 Papier in papierlade 2 laden op
Papier in papierlade 1 laden 2
a Als de papiersteunklep open is, deze
sluiten en vervolgens de papierlade volledig uit de machine trekken.
pagina 12.
Opmerking
2
• Wanneer u papier van A3-, Legal- of Ledger-formaat gebruikt, drukt u op de universele ontgrendeling (1) en trekt u aan de achterkant van de papierlade.
• Als u A4 of een kleiner papierformaat gebruikt, moet u zorgen dat de papierlade niet is uitgetrokken.
2
1
1
b Open het deksel van de papierlade (1).
1
9
Hoofdstuk 2
c Druk de papiergeleiders voor de breedte
(1) en vervolgens de papiergeleider voor de lengte (2) met beide handen voorzichtig in en stel deze geleiders af op het papierformaat. Zorg dat de driehoekjes (3) op de papiergeleiders voor de breedte (1) en op de papiergeleider voor de lengte (2) naar de markering voor het gebruikte papierformaat wijzen.
1
3
e Plaats het papier voorzichtig in de
papierlade met de afdrukzijde omlaag en de bovenste rand eerst. Controleer of het papier vlak in de lade ligt.
f Pas de papiergeleiders voor de breedte
voorzichtig met beide handen aan het papier aan. Zorg dat de papiergeleiders aan de zijkant de randen van het papier aanraken.
2
d Blader de stapel papier goed door, om
te voorkomen dat papier vastloopt of scheef wordt ingevoerd.
Opmerking
Draag er steeds zorg voor dat het papier niet omkrult.
Opmerking
Zorg ervoor dat u het papier er niet te ver in duwt; het kan aan de achterkant van de lade omhoog gaan staan en problemen veroorzaken bij de invoer.
10
Papier en documenten laden
g Sluit het deksel van de papierlade.
Controleer of het papier vlak in de lade ligt en niet boven de markering voor de maximale invoercapaciteit (1) uitkomt.
1
h Duw de papierlade langzaam volledig in
de machine.
Opmerking
Wanneer u papierlade 1 wilt verkorten, haalt u het papier uit de lade. Vervolgens verkort u de lade door op de universele ontgrendeling (1) te drukken en plaatst u het papier in de lade. Stel de papiergeleider voor de lengte (2) af op het papierformaat
.
1
1
2
Opmerking
Duw lade 1 NIET te snel in de machine. Hierdoor kan uw hand tussen lade 1 en lade 2 bekneld raken en kunt u letsel oplopen. Duw lade 1 langzaam in de machine.
i Terwijl u de papierlade vasthoudt, de
papiersteun (1) naar buiten trekken tot u een klik hoort en de papiersteunklep (2) uitvouwen.
2
11
Hoofdstuk 2
Papier in papierlade 2 laden 2
Opmerking
In papierlade 2 kunt u alleen normaal papier van de volgende formaten gebruiken: A3, Legal, Ledger, A4, Letter of Executive.
a Trek de papierlade volledig uit de
machine.
c Druk de papiergeleiders voor de
breedte (1) en vervolgens de papiergeleider voor de lengte (2) met beide handen voorzichtig in en stel deze geleiders af op het papierformaat. Zorg dat de driehoekjes (3) op de papiergeleiders voor de breedte (1) en op de papiergeleider voor de lengte (2) naar de markering voor het gebruikte papierformaat wijzen.
1
b
Verwijder het deksel van de papierlade (1).
1
3
2
12
Papier en documenten laden
Opmerking
Als u papier van A3-, Legal- of Ledger­formaat gebruikt, drukt u op de universele ontgrendeling (1) en trekt u aan de achterkant van de papierlade.
1
e Plaats het papier voorzichtig in de
papierlade met de afdrukzijde omlaag en de bovenste rand eerst. Controleer of het papier vlak in de lade ligt en niet boven de markering voor de maximale invoercapaciteit (1) uitkomt.
1
2
d Blader de stapel papier goed door, om
te voorkomen dat papier vastloopt of scheef wordt ingevoerd.
Opmerking
Draag er steeds zorg voor dat het papier niet omkrult.
f Pas de papiergeleiders voor de breedte
voorzichtig met beide handen aan de papierstapel aan. Zorg dat de papiergeleiders aan de zijkant de randen van het papier aanraken.
Opmerking
Zorg ervoor dat u het papier er niet te ver in duwt; het kan aan de achterkant van de lade omhoog gaan staan en problemen veroorzaken bij de invoer.
13
Hoofdstuk 2
g Plaats het deksel terug op de
papierlade.
h Duw de papierlade langzaam terug in de
machine.
j Trek lade 1 uit de machine.
Houd de universele ontgrendeling (1) ingedrukt terwijl u de voorzijde van de papierlade naar buiten trekt.
1
1
i Ga op een van de volgende manieren te
werk:
Ga naar stap j als u papier van
Ledger-, Legal- of A3-formaat gebruikt.
Ga naar stap l als u papier van
Letter-formaat gebruikt.
k Open het deksel van de papierlade en
stel de papiergeleider voor de lengte (1) af op het papier.
1
14
Papier en documenten laden
l Sluit het deksel van de papierlade en
duw de papierlade langzaam in de machine. Trek de papiersteun (1) naar buiten tot u een klik hoort en klap de papiersteunklep (2) open.
2
1
Opmerking
Als u klaar bent met het gebruiken van A3-, Ledger- of Legal-papier en op een kleiner papierformaat wilt overschakelen, verwijdert u het papier uit de lade. Vervolgens verkort u de lade door op de universele ontgrendeling (1) te drukken, plaatst u het kleinere papier in de lade en stelt u de papiergeleider voor de lengte (2) af op het papierformaat dat u gaat gebruiken.
1
Enveloppen en briefkaarten laden 2
Informatie over enveloppen 2
Gebruik enveloppen met een gewicht
2
tussen 80 en 95 g/m
Voor sommige enveloppen is het nodig de
marge in te stellen in de toepassing. Maak eerst een testafdruk voordat u veel enveloppen afdrukt.
VOORZICHTIG
Gebruik NOOIT de volgende soorten enveloppen, aangezien deze problemen veroorzaken bij de papierinvoer:
• Zakachtige enveloppen.
• Enveloppen met reliëf (met verhoogd
opschrift).
• Enveloppen met sluithaken of nietjes.
• Enveloppen die aan de binnenkant zijn
voorbedrukt.
Lijm Dubbele omslag
.
2
Het kan zijn dat u af en toe problemen ondervindt bij de papierinvoer vanwege de dikte, het formaat en de vorm van de omslag van de enveloppen die u gebruikt.
2
15
Hoofdstuk 2
Enveloppen en briefkaarten laden 2
a Druk de hoeken en zijkanten van de
enveloppen of briefkaarten zo plat mogelijk alvorens deze te plaatsen.
Opmerking
Plaats de enveloppen of briefkaarten één voor één in de papierlade als er verschillende enveloppen of briefkaarten tegelijk naar binnen worden getrokken.
b Leg enveloppen of briefkaarten in de
papierlade met de adreszijde naar beneden en de invoerkant (bovenkant van de enveloppen) eerst. Druk met beide handen de papiergeleiders voor de breedte (1) en de papiergeleider voor de lengte (2) in en stel ze af op het formaat van de enveloppen of briefkaarten.
1
2
16
Papier en documenten laden
Als u problemen heeft bij het afdrukken op enveloppen, volg dan de volgende suggesties op:
a Zorg ervoor dat de omslag zich tijdens
het afdrukken aan de zijkant of aan de achterkant van de envelop bevindt.
b Stel de maat en marge in bij uw
toepassing.
Kleine afdrukken uit de
2
machine verwijderen 2
Wanneer de machine kleine stukjes papier uitwerpt in de papierlade, kunt u deze misschien niet bereiken. Zorg dat het afdrukken is voltooid, en trek vervolgens de lade volledig uit de machine.
2
17
Hoofdstuk 2
Afdrukgebied 2
Hoe groot het afdrukgebied is, is afhankelijk van de instellingen binnen de door u gebruikte toepassing. De onderstaande afbeeldingen tonen de onbedrukbare gedeelten op losse vellen papier en enveloppen. De machine kan alleen afdrukken in de grijze gedeelten van losse vellen papier, wanneer de afdrukfunctie Zonder rand beschikbaar is en aanstaat. (Zie Afdrukken voor
Windows
Losse vellen Enveloppen
®
of Afdrukken en faxen voor Macintosh® in de softwarehandleiding op de cd-rom.)
3
4
1
3
1
4
2
Bovenkant (1) Onderkant (2) Links (3) Rechts (4)
Losse vellen 3 mm 3 mm 3 mm 3 mm
Enveloppen 12 mm 24 mm 3 mm 3 mm
2
Opmerking
De functie Zonder rand is niet beschikbaar voor enveloppen.
18
Papier en documenten laden

Acceptabel papier en andere afdrukmedia

De afdrukkwaliteit kan worden beïnvloed door het soort papier dat u in de machine gebruikt.
Om de beste afdrukkwaliteit te krijgen voor de instellingen die u heeft gekozen, moet u de papiersoort altijd instellen op het type papier dat u plaatst.
U kunt normaal papier, inkjetpapier (gecoat papier), glanzend papier, transparanten en enveloppen gebruiken.
Wij raden u aan om verschillende soorten papier te testen, alvorens een grote hoeveelheid aan te schaffen.
Gebruik voor optimale resultaten Brother­papier.
Wanneer u afdrukt op inkjetpapier (gecoat
papier), transparanten of fotopapier moeten op het tabblad ‘Normaal’ van de printerdriver of voor de instelling Papiersoort in het menu altijd de juiste afdrukmedia zijn geselecteerd. (Zie Papierformaat en -soort op pagina 26.)
Aanbevolen afdrukmedia 2
2
Om de beste afdrukkwaliteit te verkrijgen raden wij u aan Brother-papier te gebruiken. (Zie onderstaande tabel.)
Als er in uw land geen Brother-papier beschikbaar is, raden wij u aan verschillende soorten papier te testen voor u grote hoeveelheden papier koopt.
Wij adviseren ‘3M Transparency Film’ te gebruiken wanneer u op transparanten afdrukt.
Brother-papier
Papiersoort Item
A3 Normaal BP60PA3
A3 Glanzend Foto BP71GA3
A3 Inkjet (Mat) BP60MA3
A4 Normaal BP60PA
A4 Glanzend Foto BP71GA4
A4 Inkjet (Mat) BP60MA
10 x 15 cm Glanzend Foto
BP71GP
2
Plaats een extra vel van hetzelfde
fotopapier in de papierlade als u afdrukt op fotopapier van Brother. U vindt speciaal voor dit doel een extra vel in de verpakking van het fotopapier.
Als u transparanten of fotopapier gebruikt,
dient u elk vel onmiddellijk te verwijderen; dit om te voorkomen dat de vellen aan elkaar plakken of verstopt raken.
Raak het afgedrukte oppervlak van het
papier niet aan vlak na het afdrukken; de inkt kan nog nat zijn en op uw vingers vlekken.
19
Hoofdstuk 2
Omgaan met en gebruik van afdrukmedia 2
Bewaar papier in de originele verpakking
en zorg dat deze gesloten blijft. Bewaar het papier plat en verwijderd van vocht, direct zonlicht en warmte.
Zorg dat u de glimmende (gecoate) zijde
van het fotopapier niet aanraakt. Plaats fotopapier met de glimmende zijde naar beneden toe.
Raak de voor- of achterkant van
transparanten niet aan, daar deze gemakkelijk water en transpiratie absorberen, wat afbreuk doet aan de afdrukkwaliteit. Transparanten die voor laserprinters en -kopieerapparaten ontworpen zijn, kunnen het volgende document bevlekken. Gebruik alleen transparanten die worden aanbevolen voor inkjetprinters.
Papiercapaciteit van de papierlade 2
Maximaal 50 vel Letter- of A4-papier van
2
80 g/m
Om vlekken te voorkomen moeten
.
transparanten of fotopapier vel voor vel uit de papierlade worden genomen.
Dubbelzijdig afdrukken is alleen mogelijk
bij PC-printen. Zie Afdrukken voor
Windows
®
in de softwarehandleiding op
de cd-rom.
Onjuiste configuratie
Gebruik de volgende soorten papier NIET:
• papier dat beschadigd, gekruld of gekreukt is of een onregelmatige vorm heeft
1
1
1 2 mm of meer
• hoogglanzend of erg gestructureerd papier
• papier dat niet netjes kan worden gestapeld
20
Papier en documenten laden
De juiste afdrukmedia selecteren 2
Type en formaat papier voor elke functie 2
Papiersoort Papierformaat Gebruik
Kopiëren Photo
Capture
Losse vellen Ledger 279 × 432 mm Ja Ja Ja
A3 297 × 420 mm Ja Ja Ja
Letter 216 × 279 mm Ja Ja Ja
A4 210 × 297 mm Ja Ja Ja
Legal 216 × 356 mm Ja Ja
Executive 184 × 267 mm Ja
JIS B4 257 × 364 mm Ja
JIS B5 182 × 257 mm Ja
A5 148 × 210 mm Ja Ja
A6 105 × 148 mm Ja
Kaarten Foto 10 × 15 cm Ja Ja Ja
Foto L 89 × 127 mm Ja
Foto 2L 13 × 18 cm Ja Ja
Indexkaart 127 × 203 mm Ja
Printer
2
Briefkaart 1 100 × 148 mm Ja
Briefkaart 2 (Dubbel)
Enveloppen C5-Envelop 162 × 229 mm Ja
DL-Envelop 110 × 220 mm Ja
COM-10 105 × 241 mm Ja
Monarch 98 × 191 mm Ja
JE4-Envelop 105 × 235 mm Ja
Transparanten Letter 216 × 279 mm Ja Ja
A4 210 × 297 mm Ja Ja
148 × 200 mm Ja
21
Hoofdstuk 2
Gewicht, dikte en capaciteit papier 2
Papiersoort Gewicht Dikte Aantal
vellen
Losse vellen
Normaal
64 tot 120 g/m
2
0,08 tot 0,15 mm 150
papier
(Lade 2)
(Lade 1)
Normaal
64 tot 105 g/m
2
0,08 tot 0,15 mm 250
papier
Inkjetpapier
Glanzend papier
Kaarten
Fotokaart
Indexkaart
Briefkaart
Enveloppen
64 tot 200 g/m
Max. 220 g/m
Max. 220 g/m
Max. 120 g/m
Max. 200 g/m
75 tot 95 g/m
2
2
2
2
2
2
0,08 tot 0,25 mm 20
Max. 0,25 mm 20
Max. 0,25 mm 20
Max. 0,15 mm 30
Max. 0,25 mm 30
Max. 0,52 mm 10
Transparanten 10
1
Maximaal 150 vel papier van 80 g/m2.
2
Maximaal 250 vel papier van 80 g/m2.
1
2
22
Papier en documenten laden

Documenten laden 2

U kunt kopiëren en scannen vanuit de ADF (automatische documentinvoer) en vanaf de glasplaat.
De ADF gebruiken 2
De ADF heeft een capaciteit van maximaal 50 vellen en voert het papier vel voor vel in. Gebruik standaardpapier van het type
80 g/m alvorens het papier in de ADF te plaatsen.
Aanbevolen omgeving 2
Temperatuur: 20° C tot 30° C
Vochtigheid: 50% tot 70%
Papier:
Ondersteunde documentformaten 2
2
en waaier de stapel altijd los
80 g/m
2
Zorg dat in inkt geschreven documenten
helemaal droog zijn.
a Vouw de ADF-documentsteun (1) en de
ADF-documentsteunklep (2) uit.
1
2
b Blader de stapel goed door. c Plaats uw document met de bedrukte
zijde omhoog en de bovenrand eerst in de ADF totdat u voelt dat deze de papierinvoerrol raakt.
2
Lengte: 148 tot 431,8 mm
Breedte: 148 tot 297 mm
Gewicht:
64 tot 90 g/m
2
Documenten laden 2
Trek NIET aan het document terwijl het doorschuift.
Gebruik GEEN omgekruld, verkreukeld, gevouwen, gescheurd of geniet papier, en ook geen papier met paperclips, lijm of plakband.
Gebruik GEEN karton, krantenpapier of stof.
VOORZICHTIG
Opmerking
Plaats A4-Letter-documenten met de korte rand eerst in de ADF.
23
Hoofdstuk 2
d Stel de papiergeleiders (1) in op de
breedte van uw document.
1
LAAT GEEN dik document achter op de glasplaat. Als u dat doet, kan de ADF vastlopen.
De glasplaat gebruiken 2
VOORZICHTIG
b Gebruik de documentgeleiders aan de
linker- en bovenkant om het document in de linkerbovenhoek van de glasplaat te leggen, met de bedrukte zijde naar beneden.
U kunt de glasplaat gebruiken om vel voor vel te kopiëren of te scannen, of bijvoorbeeld bladzijden uit een boek.
Ondersteunde documentformaten 2
Lengte: max. 431,8 mm
Breedte: max. 297 mm
Gewicht: max. 2 kg
Een document laden 2
Opmerking
Als u de glasplaat wilt gebruiken, moet de ADF leeg zijn.
a Til het documentdeksel op.
c Sluit het documentdeksel.
VOORZICHTIG
Als u bezig bent een boek of een lijvig document te scannen, laat het deksel dan NIET dichtvallen en druk er niet op.
24
Scangebied 2
De grootte van het scangebied is afhankelijk van de instellingen in de door u gebruikte toepassing. De onderstaande afbeeldingen tonen de gedeelten die u niet op papier kunt scannen.
3
1
4
2
Papier en documenten laden
2
Gebruik
Kopiëren Alle
Scannen Alle
Documentgrootte
papierformaten
papierformaten
Boven (1) Onder (2)
3 mm 3 mm
3 mm 3 mm
Links (3) Rechts (4)
25
3

Algemene instellingen 3

Papierinstellingen 3

Papierformaat en -soort 3
Voor de beste afdrukkwaliteit dient u de machine in te stellen op het type papier dat u gebruikt.
U kunt zeven papierformaten gebruiken om te kopiëren: A3, A4, A5,10 × 15 cm, Ledger, Letter en Legal. Wanneer u een ander papierformaat in de machine plaatst, moet u ook de papierformaatinstelling wijzigen.
a Druk op MENU. b Druk op a of b om Standaardinst.
weer te geven.
c Druk op Standaardinst. d Druk op Lade-instell.
Druk op Lade 1 of Lade 2.
e Ga op een van de volgende manieren te
werk:
Wanneer u Lade 1 kiest, drukt u op
A4, A5, A3, 10x15cm, Letter, Legal of Ledger om deze te
selecteren.
Druk op Normaal pap.,
Inkjet papier, Brother BP71, Glossy anders of Transparanten om deze te
selecteren.
Wanneer u Lade 2 kiest, drukt u op
A4, A3, Letter, Legal of Ledger,
om deze te selecteren.
f Druk op Stop/Eindigen.
Opmerking
• In papierlade 2 kunt u alleen normaal papier en de volgende formaten gebruiken: A3, A4, Ledger, Letter of Legal.
• Het papier wordt met de bedrukte zijde naar boven op de uitvoerlade aan de voorkant van de machine uitgeworpen. Als u transparanten of glanzend papier gebruikt, dient u elk vel onmiddellijk te verwijderen; dit om te voorkomen dat de vellen aan elkaar plakken of een papierstoring veroorzaken.
Beveiligde papierinvoermodus voor breedlopend A3-papier 3
Wanneer op uw afdrukken horizontale lijnen worden weergegeven bij het gebruik van A3­papier, kan het zijn dat u langvezelig papier gebruikt. Zet A3 - kortvezelig op Uit om dit probleem te voorkomen.
a Druk op
MENU
.
b Druk op a of b om Standaardinst.
weer te geven.
c Druk op Standaardinst. d Druk op a of b om
A3 - kortvezelig weer te geven.
e Druk op A3 - kortvezelig. f Druk op Uit. g Druk op Stop/Eindigen.
26
Opmerking
• Als u niet zeker weet welke papiersoort u gebruikt, raadpleeg dan de verpakking van het papier of de fabrikant voor papierspecificaties.
•Als u A3 - kortvezelig op Aan zet, wordt er langzamer afgedrukt.
Algemene instellingen

Slaapstand 3

U kunt opgeven na hoeveel tijd (tussen 1 en 60 minuten) de machine in de slaapstand wordt gezet wanneer er geen gebruik van wordt gemaakt. Zodra een bewerking op de machine wordt uitgevoerd, wordt de tijdklok opnieuw gestart. De standaardinstelling is 10 minuten.
a Druk op MENU. b Druk op a of b om Standaardinst.
weer te geven.
c Druk op Standaardinst. d Druk op a of b om Slaapstand weer te
geven.
e Druk op Slaapstand. f Druk op 1 Min, 2 Min., 3 Min.,
5 Min., 10 Min., 30 Min. of 60 Min. om op te geven na hoeveel
tijd de machine bij inactiviteit in de slaapstand moet worden gezet.

Volume waarschuwingstoon

Wanneer de waarschuwingstoon is ingesteld, geeft de machine een waarschuwingstoon wanneer u op een toets drukt of een vergissing maakt.
U kunt kiezen uit een serie volumeniveaus, van Hoog tot Uit.
a Druk op MENU. b Druk op a of b om Standaardinst.
weer te geven.
c Druk op Standaardinst. d Druk op Waarsch.toon. e Druk op Laag, Half, Hoog of Uit om
deze te selecteren.
f Druk op Stop/Eindigen.
3
3
g Druk op Stop/Eindigen.
27
Hoofdstuk 3

LCD-scherm 3

Taal op het LCD-scherm wijzigen 3
U kunt de taal op het LCD-scherm wijzigen.
a Druk op MENU. b Druk op a of b om Stand.instel.
weer te geven.
c Druk op Stand.instel. d Druk op Taalkeuze. e Druk op een toets om uw taal te
selecteren.
f Druk op Stop/Eindigen.
De helderheid van de achtergrondverlichting instellen 3
Als u het LCD-scherm niet goed kunt lezen, kunt u de instelling van de helderheid wijzigen.
a Druk op MENU. b Druk op a of b om Standaardinst.
weer te geven.
c Druk op Standaardinst. d Druk op LCD instell. e Druk op Schermverlicht. f Druk op Licht, Half of Donker om
deze te selecteren.
LCD-contrast 3
U kunt het contrast van het LCD-scherm aanpassen, zodat de weergave duidelijker wordt. Als u het LCD-scherm niet goed kunt lezen, kunt u proberen de contrastinstelling te wijzigen.
a Druk op MENU. b Druk op a of b om Standaardinst.
weer te geven.
c Druk op Standaardinst. d Druk op LCD instell. e Druk op LCD Contrast. f Druk op Licht, Half of Donker om
deze te selecteren.
g Druk op Stop/Eindigen.
De lichtdimtimer voor de achtergrondverlichting instellen 3
U kunt instellen hoe lang de achtergrondverlichting van het LCD-scherm blijft branden na de laatste druk op een toets.
a Druk op MENU. b Druk op a of b om Standaardinst.
weer te geven.
c Druk op Standaardinst. d Druk op LCD instell. e Druk op Lichtdim-timer.
g Druk op Stop/Eindigen.
28
f Druk op Uit, 10 Sec., 20 Sec. of
30 Sec. om deze te selecteren.
g Druk op Stop/Eindigen.

Rapporten afdrukken 3

De volgende rapporten zijn beschikbaar:
Help
Een helplijst waarin wordt aangegeven hoe u de machine kunt programmeren.
Algemene instellingen
Gebruikersinst
Een lijst met uw instellingen.
Netwerk Conf.
Een lijst met uw netwerkinstellingen.
Een rapport afdrukken 3
a Druk op MENU. b Druk op a of b om Print lijsten
weer te geven.
c Druk op Print lijsten. d Kies het gewenste rapport en druk op de
toets.
e Druk op Mono Start. f Druk op Stop/Eindigen.
3
29
Hoofdstuk 3
30
Paragraaf II
Kopiëren II
Kopiëren 32
4
KO P IE
No r maa l
10 0 %
La d e 1

Kopiëren 4

Kopiëren 4

Kopieermodus activeren 4
Als u een kopie wilt maken, drukt u op
(Kopie) zodat deze toets blauw
oplicht.
Op het LCD-scherm wordt het volgende weergegeven:
1
KOPIE
Kwaliteit
Normaal
Vergroten/ Verkleinen
100%
Favoriet
Ladeselectie
Lade 1
Boek kop. (Zie pagina 38.)Watermerk kopiëren (Zie pagina 39.)
Favoriete instellingen
(Zie
pagina 40.)
Opmerking
De functies Boek kop. en Watermerk kopiëren worden ondersteund door
technologie van Reallusion, Inc.
Eén kopie maken 4
a Druk op (Kopie).
b Laad uw document.
(Zie Documenten laden op pagina 23.)
c Druk op Mono Start of Kleur Start.
Meerdere kopieën maken 4
U kunt in een afdruksessie maximaal 99 kopieën maken.
1 Aantal kopieën
Voer het gewenste aantal kopieën in door het aantal in te voeren of door op + of - op het scherm te drukken (zoals hierboven weergegeven).
Druk op d of c om door de kopieeropties te bladeren. Druk op de optie die u wilt instellen.
Kwaliteit (Zie pagina 33.)
Vergroten/Verkleinen
Ladeselectie (Zie pagina 34.)Papiersoort (Zie pagina 34.)Papier-formaat (Zie pagina 35.)
Helderheid (Zie pagina 35.)Contrast (Zie pagina 35.)Stapelen/Sorteren (Zie pagina 35.)Pagina layout (Zie pagina 36.)Scheef corrigeren (Zie pagina 38.)
32
(Zie
pagina 33.)
a Druk op (Kopie).
b Laad uw document.
(Zie Documenten laden op pagina 23.)
c Toets in hoeveel kopieën u wilt maken. d Druk op Mono Start of Kleur Start.
Opmerking
Om de kopieën te sorteren, drukt u op
Stapelen/Sorteren. (Zie Kopieën sorteren met gebruik van de ADF
op pagina 35.)
Kopiëren onderbreken 4
Druk op Stop/Eindigen om het kopiëren te stoppen.
Kopiëren

Kopieerinstellingen 4

U kunt de kopieerinstellingen tijdelijk wijzigen voor de volgende meerdere kopieën.
Als u klaar bent met het kiezen van instellingen, drukt u op Mono Start of Kleur Start.
U kunt meerdere instellingen selecteren; druk op de gewenste opties om deze in te stellen.
Opmerking
U kunt bepaalde instellingen die u het vaakst gebruikt, opslaan door deze als favoriet in te stellen (maximaal drie). Deze instellingen blijven van kracht totdat u ze weer wijzigt. (Zie Favorieten instellen op pagina 40.)
Kopieersnelheid en -kwaliteit wijzigen 4
U kunt kiezen uit een reeks kwaliteitsinstellingen. De fabrieksinstelling is Normaal.
a Druk op (Kopie).
b Laad uw document. c Toets in hoeveel kopieën u wilt maken. d Druk op d of c om Kwaliteit weer te
geven.
e Druk op Kwaliteit en selecteer Snel,
Normaal of Fijn.
4
f Als u geen andere instellingen wilt
wijzigen, drukt u op Mono Start of Kleur Start.
Gekopieerde afbeelding vergroten of verkleinen 4
U kunt een vergrotings- of verkleiningspercentage kiezen. Als u Paginavull. kiest, wordt de grootte automatisch afgestemd op het door u ingestelde papierformaat.
a Druk op (Kopie).
Snel
Hoge kopieersnelheid en laagste inktverbruik. Om tijd te besparen bij het afdrukken van documenten die u wilt proeflezen, grote documenten of een groot aantal kopieën.
Normaal
'Normaal' is de aanbevolen stand voor gewone afdrukken. Dit zorgt voor een goede kopieerkwaliteit met een goede kopieersnelheid.
Fijn
Gebruik deze modus voor het kopiëren van precieze beelden, zoals foto's. Deze modus levert de hoogste resolutie en de laagste snelheid.
b Laad uw document. c Toets in hoeveel kopieën u wilt maken. d Druk op d of c om
Vergroten/Verkleinen weer te geven.
e Druk op Vergroten/Verkleinen. f Druk op 100%, Verkleinen,
Vergroten, Paginavull. of Custom (25-400%) om deze te
selecteren.
33
Hoofdstuk 4
g Ga op een van de volgende manieren te
werk:
Wanneer u Vergroten of
Verkleinen heeft gekozen, drukt u
op de toets en selecteert u het gewenste vergrotings- of verkleiningspercentage.
Wanneer u Custom (25-400%)
heeft gekozen, voert u een vergrotings- of verkleiningspercentage van 25% tot 400% in.
Druk op OK.
Als u 100% of Paginavull. heeft
gekozen, gaat u naar stap h.
100%
198% 10x15cm i A4
186% 10x15cm i LTR
142% A4iA3, A5iA4
97% LTR i A4
93% A4 i LTR
83% LGL i A4
69% A3iA4, A4iA5
47% A4 i 10x15cm
Paginavull.
Custom (25-400%)
h Als u geen andere instellingen wilt
wijzigen, drukt u op Mono Start of Kleur Start.
Opmerking
Pagina layout is niet beschikbaar bij Vergroten/Verkleinen en Scheef corrigeren.
• De optie Paginavull. is niet beschikbaar bij Sorteren, Boek kop. en Watermerk kopiëren.
Paginavull. werkt niet als het document meer dan 3 graden scheef op de glasplaat ligt. Gebruik de documentgeleiders aan de linker- en bovenkant om het document in de linkerbovenhoek van de glasplaat te plaatsen, met de bedrukte zijde naar beneden.
• De optie Paginavull. is niet beschikbaar bij gebruik van papier van Legal-formaat.
Ladeselectie 4
U kunt de papierlade voor het maken van de volgende kopie wijzigen. Zie Favorieten instellen op pagina 40 voor informatie over het wijzigen van de standaardpapierlade.
a Druk op (Kopie).
b Laad uw document. c Toets in hoeveel kopieën u wilt maken. d Druk op d of c om Ladeselectie weer
te geven.
e Druk op Ladeselectie. f Druk op Lade 1 of Lade 2 om deze te
selecteren.
g Druk op Mono Start of Kleur Start.
Papieropties 4
Papiersoort 4
Als u op speciaal papier kopieert, stel dan de machine in op het type papier dat u gebruikt om de beste afdrukkwaliteit te verkrijgen.
a Druk op (Kopie).
b Laad uw document. c Toets in hoeveel kopieën u wilt maken. d Druk op d of c om Papiersoort weer
te geven.
e Druk op Papiersoort. f Druk op Normaal pap., Inkjet
papier, Brother BP71, Glossy anders of Transparanten om deze
te selecteren.
g Als u geen andere instellingen wilt
wijzigen, drukt u op Mono Start of Kleur Start.
34
Kopiëren
Papierformaat 4
U moet de instelling voor het papierformaat wijzigen indien u op een ander formaat dan A4 kopieert. U kunt uitsluitend kopiëren op de papierformaten Ledger, A3, Letter, Legal, A4, A5 of Foto 10 cm × 15 cm.
a Druk op (Kopie). b Laad uw document.
c Toets in hoeveel kopieën u wilt maken. d Druk op d of c om Papier-formaat
weer te geven.
e Druk op Papier-formaat. f Druk op A4, A5, A3, 10x15cm, Letter,
Legal of Ledger om deze te selecteren.
g Als u geen andere instellingen wilt
wijzigen, drukt u op Mono Start of Kleur Start.
Contrast 4
U kunt het contrast wijzigen om een beeld er scherper en levendiger te laten uitzien.
a Druk op (Kopie). b Laad uw document.
c Toets in hoeveel kopieën u wilt maken. d Druk op d of c om Contrast weer te
geven.
e Druk op Contrast. f Druk op d of c om het contrast te
wijzigen. Druk op OK.
g Als u geen andere instellingen wilt
wijzigen, drukt u op Mono Start of Kleur Start.
Kopieën sorteren met gebruik van de ADF 4
4
Helderheid en contrast instellen 4
Helderheid 4
U kunt de helderheid aanpassen om kopieën donkerder of lichter te maken.
a Druk op (Kopie). b Laad uw document.
c Toets in hoeveel kopieën u wilt maken. d Druk op d of c om Helderheid weer te
geven.
e Druk op Helderheid. f Druk op d of c om een donkerdere of
lichtere kopie te maken. Druk op OK.
g Als u geen andere instellingen wilt
wijzigen, drukt u op Mono Start of Kleur Start.
U kunt meerdere kopieën sorteren. Pagina's worden gesorteerd in de volgorde 321, 321, 321, enzovoort.
a Druk op (Kopie). b Laad uw document.
c Toets in hoeveel kopieën u wilt maken. d Druk op d of c om
Stapelen/Sorteren weer te geven.
e Druk op Stapelen/Sorteren. f Druk op Sorteren om deze te
selecteren.
g Als u geen andere instellingen wilt
wijzigen, drukt u op Mono Start of Kleur Start.
Opmerking
Paginavull., Pagina layout en Boek kop. zijn niet beschikbaar bij Sorteren.
35
Hoofdstuk 4
N op 1 kopieën of een poster maken (Pagina Lay-out) 4
Met de kopieerfunctie N op 1 kunt u twee of vier pagina's op één pagina afdrukken. Dit is handig om papier te besparen.
Met de functie 1 op 2 wordt één pagina van A3- of Ledger-formaat naar twee A4- of Letter-pagina's gekopieerd. Met deze instelling moet u de glasplaat gebruiken.
U kunt ook een poster creëren. Wanneer u de posteroptie gebruikt, wordt uw document in delen opgesplitst. Deze delen worden vervolgens vergroot, zodat u ze kunt samenvoegen tot een poster. Als u een poster wilt afdrukken, moet u de glasplaat gebruiken.
Belangrijk
Zorg dat het papierformaat op A4, A3,
Letter of Ledger is ingesteld.
f Druk op Uit (1 op 1), 2 op 1(P),
2 op 1(L), 4 op 1(P), 4 op 1(L), 1>2, Poster (2 x 2) of Poster (3 x 3) om deze te
selecteren. Als u 2 op 1 of Poster (2 x 2) met A3 of Ledger kiest, gaat u naar stap g. Als u een andere instelling kiest, gaat u naar stap h.
g Ga op een van de volgende manieren te
werk:
Wanneer u 2op1(P) of
2 op 1(L) heeft gekozen, drukt u op A3x2 i A3x1, A4x2 i A3x1, LGRx2 i LGRx1 of LTRx2 i LGRx1 om deze te
selecteren.
Wanneer u Poster (2 x 2) heeft
gekozen, drukt u op A3x1 i A3x4, A4x1 i A3x4, LGRx1 i LGRx4 of LTRx1 i LGRx4 om deze te
selecteren.
U kunt de instelling Vergroten/verkleinen
niet gebruiken voor de functies N op 1 en Poster.
Als u meerdere kleurenkopieën maakt, is
N op 1 kopiëren niet beschikbaar.
(P) betekent Portrait (staand) en (L)
betekent Landscape (liggend).
U kunt slechts één poster en 1 op 2 kopie
tegelijkertijd maken.
Opmerking
Watermerk kopiëren, Boek kop., Sorteren, Vergroten/Verkleinen
en Scheef corrigeren zijn niet beschikbaar bij Pagina layout.
a Druk op (Kopie). b Laad uw document.
h Als u geen andere instellingen wilt
wijzigen, drukt u op Mono Start of Kleur Start om de pagina te scannen.
Als u een poster aan het maken bent of het document in de ADF geplaatst heeft, scant de machine de pagina's en start met printen.
Als u de glasplaat gebruikt, gaat u naar stap i.
i Nadat de machine de pagina gescand
heeft, drukt u op Ja om de volgende pagina te scannen.
j Plaats de volgende pagina op de
glasplaat. Druk op Mono Start of Kleur Start. Herhaal stap i en j voor elke pagina van de lay-out.
k Druk op Nee om te stoppen wanneer
alle pagina's zijn gescand.
c Toets in hoeveel kopieën u wilt maken. d Druk op d of c om Pagina layout
weer te geven.
e Druk op Pagina layout.
36
Kopiëren
Als u via de ADF kopieert, plaatst u het document met de bedrukte zijde naar boven in de ADF, in de hieronder aangegeven richting:
2 op 1 (P)
2 op 1 (L)
4 op 1 (P)
4 op 1 (L)
Poster (2 x 2)
U kunt van een foto een kopie op posterformaat maken.
4
Poster (3 x 3)
U kunt van een foto een kopie op posterformaat maken.
Als u via de glasplaat kopieert, legt u het document met de bedrukte zijde naar beneden op de glasplaat, in de hieronder aangegeven richting:
2 op 1 (P)
2 op 1 (L)
1 > 2
4 op 1 (P)
4 op 1 (L)
37
Hoofdstuk 4
Scheefstandcorrectie 4
Als uw kopie scheef wordt ingescand, kunnen de gegevens automatisch worden gecorrigeerd. Met deze instelling moet u de glasplaat en gebruiken en kopiëren op volledige grootte (100%).
a Druk op (Kopie).
b Laad uw document. c Toets in hoeveel kopieën u wilt maken. d Druk op d of c om
Scheef corrigeren weer te geven.
e Druk op Scheef corrigeren. f Druk op Auto (of Uit). g Als u geen andere instellingen wilt
wijzigen, drukt u op Mono Start of Kleur Start.
Opmerking
Scheef corrigeren is niet beschikbaar bij Pagina layout, Boek kop.,
Vergroten/Verkleinen en Watermerk kopiëren.
• U kunt deze instelling niet gebruiken voor Ledger- en A3-papier en voor papier dat kleiner is dan 64 mm x 91 mm.
• Deze instelling is alleen beschikbaar voor rechthoekig papier.
Boek kopie 4
Met de functie Boek kopie kunt u donkere randen en scheefstand corrigeren. U kunt de gegevens automatisch door de machine laten kopiëren of u kunt specifieke correcties aanbrengen.
Met deze instelling moet u de glasplaat gebruiken.
a Druk op (Kopie).
b Laad uw document. c Toets in hoeveel kopieën u wilt maken. d Druk op d of c om Boek kop. weer te
geven.
e Druk op Boek kop. f Ga op een van de volgende manieren te
werk:
Als u de gegevens zelf wilt
corrigeren, drukt u op Aan (voorb.).
Druk op Mono Start of Kleur Start en ga naar stap g.
Als u de gegevens automatisch door
de machine wilt laten corrigeren, drukt u op Aan en gaat u naar stap h.
g Corrigeer de scheve gegevens met
Scheef corrigeren is alleen beschikbaar als het document minder dan 3,0 graden scheef staat.
Scheef corrigeren werkt mogelijk niet goed als het document te dik is.
38
of .
Verwijder de schaduwen met of .
h Druk op Mono Start of Kleur Start
wanneer u klaar bent met het aanbrengen van correcties.
Opmerking
Boek kop. is niet beschikbaar bij Pagina layout, Sorteren, Paginavull., Scheef corrigeren
en Watermerk kopiëren.
Kopiëren
Watermerk kopie 4
U kunt een logo of tekst als watermerk in uw document plaatsen. U kunt een van de sjabloonwatermerken, gegevens van uw mediakaart of USB-flashstation, of gescande gegevens selecteren.
Opmerking
Watermerk kopiëren is niet beschikbaar bij Paginavull., Pagina
layout, Scheef corrigeren. en Boek kop.
a Druk op (Kopie).
b Druk op d of c om
Watermerk kopiëren weer te geven.
c Druk op Watermerk kopiëren. d Druk op Watermerk gebr.
Ga op een van de volgende manieren te werk:
Wanneer u een sjabloon van de
machine wilt gebruiken, drukt u op Sjabloon bewerken en gaat u naar stap e.
Wanneer u eigen gegevens als
watermerk wilt gebruiken, drukt u op Afbeeld. gebruiken en gaat u naar stap f.
e Druk op Tekst en kies de gegevens die
u wilt gebruiken, VERTROUWEL., CONCEPT of KOPIE. Druk op OK.
Wijzig indien nodig de overige watermerkinstellingen via de beschikbare opties. Druk op OK. Ga naar stap g.
f Ga op een van de volgende manieren te
werk:
Wanneer u uw document als
watermerk wilt gebruiken, drukt u op Scan.
Plaats het document dat u als watermerk wilt gebruiken in de ADF of op de glasplaat en druk op Mono Start of Kleur Start.
Op het LCD-scherm worden de gescande gegevens weergegeven.
Druk op OK en verwijder het watermerkdocument dat u heeft gescand. Ga naar stap g.
Wanneer u uw gegevens van een
mediakaart of van een USB­flashstation als watermerk wilt gebruiken, plaatst u de mediakaart of het USB-flashstation en drukt u op Media.
Op het LCD-scherm wordt de afbeelding weergegeven.
Druk op de toets en selecteer de afbeelding die u als watermerk wilt gebruiken.
Wijzig indien nodig de overige watermerkinstellingen via de beschikbare opties. Druk op OK. Ga naar stap g.
VOORZICHTIG
Verwijder de geheugenkaart of het USB­flashstation NIET terwijl de toets PhotoCapture knippert. De kaart, het USB­flashstation of de gegevens op de kaart kunnen anders beschadigd raken.
g Druk op OK om het gebruik van het
watermerk te bevestigen. Laad uw document.
4
h Toets in hoeveel kopieën u wilt maken. i Als u geen andere instellingen wilt
wijzigen, drukt u op Mono Start of Kleur Start.
39
Hoofdstuk 4
Favorieten instellen 4
U kunt de kopieerinstellingen die u het vaakst gebruikt, opslaan door deze als favoriet in te stellen. U kunt maximaal drie favorieten instellen.
a Druk op (Kopie).
b Selecteer de kopieeroptie en de
instellingen die u wilt opslaan.
c Druk op d of c om
Favoriete instellingen. weer te geven
d Druk op Favoriete instellingen. e Druk op Opslaan.
Opmerking
Stel Watermerk kopiëren in op Uit of Sjabloon wanneer u de instelling
Favorieten opslaat.
f Druk op Favoriet: 1, Favoriet: 2
of Favoriet: 3 en kies de locatie waar u uw instelling wilt opslaan.
g Ga op een van de volgende manieren te
werk:
Wanneer u de naam van uw
instelling wilt wijzigen, drukt u op om tekens te verwijderen. Voer vervolgens de nieuwe naam in (maximaal 12 tekens).
Uw favoriete instelling ophalen 4
Wanneer u een van uw favoriete instellingen wilt gebruiken, kunt u deze ophalen.
a Druk op Favoriet. b Druk op de toets en selecteer welke
favoriete instelling u wilt ophalen.
De naam van uw favoriete instelling wijzigen
Wanneer u een favoriete instelling heeft opgeslagen, kunt u de naam wijzigen.
a Druk op (Kopie).
b Druk op d of c om
Favoriete instellingen. weer te geven
c Druk op Favoriete instellingen. d Druk op Naam wijzigen. e Druk op de toets en selecteer van welke
favoriete instelling u de naam wilt wijzigen.
f Voer de nieuwe naam in (maximaal
12 tekens). (Zie Tekst invoeren op pagina 111.)
g Druk op OK.
4
Druk op OK. (Zie Tekst invoeren op pagina 111.)
Wanneer u de naam van uw
instelling niet wilt wijzigen, drukt u op OK.
40
Paragraaf III
Direct foto's printen
Foto's afdrukken vanaf een geheugenkaart of USB-flashstation
Foto's afdrukken vanaf een camera 57
42
III
Foto's afdrukken vanaf een
5
geheugenkaart of USB-flashstation
Werken met PhotoCapture Center
Afdrukken vanaf een geheugenkaart of USB­flashstation zonder een pc 5
Ook wanneer de machine niet is aangesloten op uw computer, kunt u foto's rechtstreeks vanaf digitale cameramedia of een USB­flashstation afdrukken. (Zie Afbeeldingen afdrukken op pagina 45.)
5
Een geheugenkaart of USB­flashstation gebruiken 5
Uw Brother-machine heeft mediastations (sleuven) voor de volgende populaire digitale
®
cameramedia: CompactFlash
®
Stick xD-Picture Card™ en USB-flashstations.
, Memory Stick Pro™, SD, SDHC,
CompactFlash
®
Memory Stick Pro™
, Memory
Memory Stick
®
5
Scannen naar een geheugenkaart of een USB­flashstation zonder een pc te gebruiken 5
U kunt documenten scannen en deze rechtstreeks op een geheugenkaart of een USB-flashstation opslaan. (Zie Scannen naar geheugenkaarten of USB-flashstations op pagina 53.)
PhotoCapture Center™ vanaf uw computer gebruiken 5
U heeft vanaf uw pc toegang tot een geheugenkaart of USB-flashstation dat in de voorkant van de machine is gestoken.
(Zie PhotoCapture Center™ voor Windows of Remote Setup & PhotoCapture Center™
voor Macintosh op de cd-rom.)
®
in de softwarehandleiding
®
SD, SDHC xD-Picture Card™
Maximaal 22 mm
Maximaal 11 mm
USB-flashstation
miniSD™ kan worden gebruikt met een
miniSD™-adapter.
microSD kan worden gebruikt met een
microSD-adapter.
Memory Stick Duo™ kan worden gebruikt
met een Memory Stick Duo™-adapter.
Memory Stick Pro Duo™ kan worden
gebruikt met een Memory Stick Pro Duo™-adapter.
Memory Stick Micro (M2) kan worden
gebruikt met een Memory Stick Micro (M2)-adapter.
Bij de machine worden geen adapters
geleverd. Neem contact op met een leverancier van adapters.
De functie PhotoCapture Center™ stelt u in staat om digitale foto's van uw digitale camera met een hoge resolutie af te drukken, met een afdrukkwaliteit die gelijk is aan de kwaliteit van foto's.
42
Foto's afdrukken vanaf een geheugenkaart of USB-flashstation
Mapstructuur van geheugenkaarten of een USB-flashstation 5
Uw machine is ontworpen om compatibel te zijn met beeldbestanden van moderne digitale camera's, geheugenkaarten en USB­flashstations; lees echter onderstaande punten om fouten te vermijden:
De extensie van het beeldbestand moet
.JPG zijn (andere extensies voor beeldbestanden, zoals .JPEG, .TIF, .GIF etc., worden niet herkend).
Afdrukbewerkingen via PhotoCapture
Center™ en bewerkingen via PhotoCapture Center™ waarbij een pc wordt gebruikt, moeten apart worden uitgevoerd. (Het is niet mogelijk om deze bewerkingen gelijktijdig uit te voeren.)
IBM Microdrive™ is niet compatibel met
de machine.
De machine kan maximaal 999 bestanden
op een geheugenkaart of USB­flashstation lezen.
CompactFlash
ondersteund.
Dit product ondersteunt xD-Picture
Card™ Type M / Type M capaciteit).
Het DPOF-bestand op de
geheugenkaarten moet een geldig DPOF­formaat hebben. (Zie Afdrukken in DPOF- formaat op pagina 48.)
®
Type II wordt niet
+
/ Type H (grote
Let op het volgende:
Als u de index of afbeeldingen afdrukt, zal
het PhotoCapture Center™ alle geldige afbeeldingen afdrukken, zelfs als een of meer afbeeldingen beschadigd zijn. Beschadigde afbeeldingen worden niet afgedrukt.
(gebruikers van geheugenkaarten)
Uw machine is ontworpen voor het lezen van geheugenkaarten die door een digitale camera zijn geformatteerd.
Als een digitale camera een geheugenkaart formatteert, maakt de camera een speciale map waar de beeldgegevens naartoe worden gekopieerd. Als u de beeldgegevens op een geheugenkaart met uw pc wilt aanpassen, raden wij u aan de mapstructuur die door de digitale camera is aangemaakt niet te wijzigen. Als u nieuwe of gewijzigde beeldbestanden op de geheugenkaart opslaat, raden wij u ook aan dezelfde map te gebruiken die uw digitale camera gebruikt. Als de gegevens niet in dezelfde map worden opgeslagen, kan de machine het bestand misschien niet lezen of het beeld niet afdrukken.
(gebruikers van een USB-flashstation)
Deze machine ondersteunt USB­flashstations die zijn geformatteerd door
Windows
®
.
5
43
Hoofdstuk 5

Aan de slag 5

Steek de kaart of het USB-flashstation correct in de juiste sleuf.
1 USB-flashstation
2 CompactFlash
3 SD, SDHC
4Memory Stick
5 xD-Picture Card™
®
®
, Memory Stick Pro™
1 2 3 4
5
Indicaties van de Photo Capture-toets:
Photo Capture-licht is aan: de
geheugenkaart of het USB-flashstation is correct geplaatst.
Photo Capture-licht is uit: de
geheugenkaart of het USB-flashstation is niet correct geplaatst.
Photo Capture-licht knippert: de
geheugenkaart of het USB-flashstation wordt gelezen of beschreven.
VOORZICHTIG
De USB Direct-interface biedt alleen ondersteuning voor een USB-flashstation, een met PictBridge-compatibele camera of een digitale camera die gebruikmaakt van de standaard voor USB-massaopslag. Andere USB-apparaten worden niet ondersteund.
VOORZICHTIG
Wanneer de machine het medium leest of ernaar schrijft (de toets Photo Capture knippert), mag u de stekker NIET uit het stopcontact halen of het medium uit de mediasleuf of de USB Direct-interface verwijderen. Doet u dit toch, dan gaan de
gegevens op de kaart verloren of wordt de kaart beschadigd.
De machine kan slechts een apparaat per keer aflezen.
44
Foto's afdrukken vanaf een geheugenkaart of USB-flashstation
Fo t oc a pt u re
De modus PhotoCapture activeren 5
Druk nadat u de geheugenkaart of het USB­flashstation heeft geplaatst op de toets
(Photo Capture). Deze licht blauw op
en op het LCD-scherm worden de PhotoCapture-opties weergegeven.
Op het LCD-scherm wordt het volgende weergegeven:
Fotocapture
Foto's
bekijken
Druk op Foto’s bekijken wanneer u
uw foto's wilt bekijken en afdrukken. Zie Foto's bekijken op pagina 45.
Druk op Foto-effecten wanneer u
speciale effecten aan uw foto's wilt toevoegen. Zie Foto-effecten op pagina 46.
Druk op Afdrukken van index
wanneer u een indexpagina (miniaturen) wilt afdrukken. U kunt ook foto's met behulp van de afbeeldingsnummers op de indexpagina (miniaturen) afdrukken. Zie Index afdrukken (miniaturen) op pagina 47.
Opmerking
Zie Afdrukken in DPOF-formaat op pagina 48 als uw digitale camera DPOF-afdrukken ondersteunt.
Foto-
effecten
Afdrukken
van index

Afbeeldingen afdrukken

Foto's bekijken 5
U kunt uw foto's van tevoren op het LCD­scherm bekijken, voordat u ze afdrukt. Als uw foto's grote bestanden zijn, kan het zijn dat er enige tijd verstrijkt tussen het weergeven van iedere foto op het LCD-scherm.
a Zorg ervoor dat er een geheugenkaart
of een USB-flashstation in de juiste sleuf is geplaatst.
Druk op (Photo Capture).
b Druk op Foto’s bekijken.
Ga op een van de volgende manieren te werk:
Als u foto's wilt kiezen om af te
drukken of meer dan één wilt afdrukken, gaat u naar stap c.
Als u alle foto's wilt afdrukken, drukt
u op .
Druk op Ja om te bevestigen.
Ga naar stap f.
Opmerking
• Druk op d of c om door alle foto's te bladeren. Als u deze toetsen ingedrukt houdt, kunt u vooruit en terug door de miniaturen bladeren. Tijdens deze handeling wordt de foto niet weergegeven.
• Druk op om Slideshow te starten.
c Druk op de toets en kies een foto uit de
miniaturen.
5
5
d Voer het gewenste aantal kopieën in
door het aantal in te voeren of door op + of - te drukken. Druk op OK.
e Herhaal stap c en d tot u alle foto's
heeft gekozen die u wilt afdrukken.
45
Hoofdstuk 5
f Nadat u alle foto's heeft geselecteerd,
gaat u op één van de volgende manieren te werk:
Druk op OK en wijzig de
afdrukinstellingen. Druk op Printinstelling. (Zie pagina 49.)
Als u geen instellingen wilt wijzigen,
drukt u op OK en dan op Kleur Start om af te drukken.
Foto-effecten 5
U kunt uw foto's bewerken en er effecten aan toevoegen. Bovendien kunt u de foto's op het LCD-scherm bekijken voordat u ze afdrukt.
Opmerking
De functie Foto-effecten wordt ondersteund door technologie van
Reallusion, Inc.
a Zorg ervoor dat er een geheugenkaart
of een USB-flashstation in de juiste sleuf is geplaatst.
Druk op (Photo Capture).
b Druk op Foto-effecten.
Opmerking
Druk op dofc om door alle foto's te bladeren. Als u deze toetsen ingedrukt houdt, kunt u vooruit en terug door de miniaturen bladeren. Tijdens deze handeling wordt de foto niet weergegeven
• Druk op om Slideshow te starten.
.
c Druk op de toets en kies een foto uit de
miniaturen.
d Druk op Verbeteren of Trimming om
deze te selecteren. U kunt ook beide gelijkertijd selecteren. Druk op OK.
e Ga op een van de volgende manieren te
werk:
Als u Verbeteren heeft gekozen,
gaat u naar stap f.
Als u Trimming heeft gekozen, gaat
u naar stap g.
f Druk op de toets en selecteer het effect
dat u wilt toevoegen. Druk op OK. Ga op een van de volgende manieren te
werk:
Wanneer u Trimming selecteert in
stap d, gaat u naar stap g.
Als u Trimming niet selecteert in
stap d, gaat u naar stap h.
Opmerking
• U kunt op zeven manieren effecten aan uw foto toevoegen.
(Auto Correct)
Hiermee wordt door de machine bepaald welk effect geschikt is voor uw foto.
(Huid verbeteren)
Met name geschikt voor het aanpassen van portretfoto's. Hiermee stelt u de kleur van de huid in. Druk op d of c om het contrastniveau te wijzigen.
(Landschap verb.)
Met name geschikt voor het aanpassen van landschapfoto's. De groene en blauwe kleuren in uw foto worden benadrukt. Druk op d of c om het contrastniveau te wijzigen.
(Rood-oog Verw.)
De machine zorgt dat het rood in ogen op de foto verdwijnt. Als de detectie van rode ogen mislukt, drukt u op Opnieuw om het nogmaals te proberen.
(Monochroom)
U kunt de kleur van een foto converteren naar monochroom.
(Sepia)
Hiermee voegt u een sepia-effect (bruintinten) toe aan uw foto.
(Auto Correct Rood-oog Verw.)
Hiermee wordt door de machine bepaald welke effecten geschikt zijn voor uw foto. Bovendien wordt het rood in ogen op de foto verwijderd.
46
Foto's afdrukken vanaf een geheugenkaart of USB-flashstation
• In sommige gevallen wordt het rood in ogen mogelijk niet verwijderd.
• Als het gezicht te klein is binnen de afbeelding.
• Als het gezicht te ver naar boven, naar beneden, naar links of naar rechts is gedraaid.
• Nadat u een effect heeft toegevoegd, kunt u de weergave van de afbeelding
vergroten door op te drukken. Als u wilt terugkeren naar de oorspronkelijke
grootte, drukt u op .
• Als de afbeelding is vergroot, kunt u rondom de afbeelding bewegen met ,
, en . Druk op Annuleren om
terug te gaan naar de lijst met effecten.
g Pas het rode kader rondom de foto aan.
Het gedeelte binnen het rode kader wordt afgedrukt.
Druk op + of - om het kader groter of
kleiner te maken.
Druk op a, b, d of c om het kader te
verplaatsen.
Druk op om het kader te draaien.
Druk op OK als u klaar bent met het instellen van de kaderinstelling. Druk op OK om te bevestigen.
Opmerking
Als een foto erg klein of onregelmatig van vorm is, kunt u deze mogelijk niet bijsnijden. Op het LCD-scherm wordt
Beeld te klein. of Beeld te lang. weergegeven.
Index afdrukken (miniaturen) 5
Het PhotoCapture Center™ wijst aan de afbeeldingen nummers toe (bijvoorbeeld nr.1, nr. 2, nr. 3, enz.).
Deze nummers worden door PhotoCapture Center™ ter identificatie van de foto's gebruikt. U kunt een pagina met miniaturen afdrukken om alle foto's op de geheugenkaart of het USB-flashstation te bekijken.
Opmerking
Alleen bestandsnamen van 8 tekens of minder worden correct op de indexpagina afgedrukt
.
a Controleer of u de geheugenkaart of het
USB-flashstation in de juiste sleuf heeft geplaatst.
Druk op (Photo Capture).
b Druk op Afdrukken van index. c
Druk op
6 Images/Regel 5 Images/Regel.
Index
en selecteer
of
5
h Voer het gewenste aantal kopieën in
door het aantal in te voeren of door op + of - te drukken.
Druk op OK.
i Ga op een van de volgende manieren te
werk:
Druk op Printinstelling en
wijzig de afdrukinstellingen. (Zie pagina 49.)
Als u geen instellingen wilt wijzigen,
drukt u op Kleur Start om af te drukken.
6 Images/Regel 5 Images/Regel
Bij 5 Images/Regel is de afdruksnelheid langzamer dan bij 6 Images/Regel, maar de kwaliteit is
.
beter
d Ga op een van de volgende manieren te
werk:
Druk op Printinstelling om de
papiersoort of het papierformaat dat u gebruikt te wijzigen.
Ga naar g als u de
papierinstellingen niet wilt wijzigen.
47
Hoofdstuk 5
e Druk op Papiersoort.
Selecteer de papiersoort die u gebruikt, Normaal pap., Inkjetpapier,
of
Brother BP71 Druk op Papierform.
Glossy anders.
f Selecteer het papierformaat dat u
gebruikt, Letter of A4.
g Druk op Kleur Start om te beginnen
met afdrukken.
Foto's afdrukken 5
U dient eerst het nummer van een beeld te weten, pas dan kunt u het afdrukken.
a Zorg ervoor dat er een geheugenkaart
of een USB-flashstation in de juiste sleuf is geplaatst.
Druk op (Photo Capture).
b Druk de index af. (Zie Index afdrukken
(miniaturen) op pagina 47.)
c Druk op Afdrukken van index. d Druk op Foto’s afdrukken. e Voer het nummer van de foto die u wilt
afdrukken in aan de hand van de miniaturen afgedrukt op de indexpagina. Nadat u de nummers heeft geselecteerd, drukt u op OK.
Opmerking
U kunt maximaal 12 tekens (inclusief komma's) invoeren om op te geven welke foto's u wilt afdrukken.
f Voer het aantal kopieën in dat u wilt
afdrukken door op + of - te drukken.
g Ga op een van de volgende manieren te
werk:
Druk op Printinstelling om de
afdrukinstellingen te wijzigen. (Zie pagina 49.)
Als u geen instellingen wilt wijzigen,
drukt u op Kleur Start om af te drukken.
Afdrukken in DPOF-formaat 5
DPOF betekent Digital Print Order Format.
Vooraanstaande producenten van digitale camera's (Canon Inc., Eastman Kodak Company, Fuji Photo Film Co. Ltd., Matsushita Electric Industrial Co. Ltd. en Sony Corporation) hebben deze standaard ontwikkeld om het afdrukken van beelden vanaf een digitale camera te vereenvoudigen.
Als uw digitale camera ondersteuning biedt voor afdrukken in DPOF-formaat, kunt u de beelden en het aantal exemplaren dat u wilt afdrukken, op het display van de digitale camera selecteren.
Als een geheugenkaart met DPOF-informatie in de machine wordt geplaatst, kunt u de geselecteerde afbeelding op eenvoudige wijze afdrukken.
a Zorg ervoor dat er een geheugenkaart in
de juiste sleuf is geplaatst. U wordt gevraagd of u de DPOF­instelling wilt gebruiken.
b Druk op Ja. c Ga op een van de volgende manieren te
werk:
Druk op Printinstelling om de
afdrukinstellingen te wijzigen. (Zie pagina 49.)
Als u geen instellingen wilt wijzigen,
drukt u op Kleur Start om af te drukken.
Opmerking
Als de afdrukvolgorde die op de camera is gemaakt, beschadigd is geraakt, kan een DPOF-bestandsfout optreden. U kunt dit probleem verhelpen door de afdrukvolgorde te verwijderen en opnieuw te maken met uw camera. Raadpleeg de ondersteuningswebsite van de camerafabrikant of de bijbehorende documentatie om na te gaan hoe u hiervoor te werk gaat.
48
Foto's afdrukken vanaf een geheugenkaart of USB-flashstation
Pr i nt i ns t el l in g

PhotoCapture Center™ afdrukinstellingen 5

U kunt de afdrukinstellingen tijdelijk wijzigen.
Opmerking
U kunt de afdrukinstellingen die u het vaakst gebruikt, opslaan door ze als standaard in te stellen. (Zie Uw wijzigingen instellen als nieuwe standaardinstellingen op pagina 53.)
Printinstelling
FotoPrintkwaliteit
Glossy andersPapiersoort
10 x15 cmPapierform.
Menuselecties Opties 1 Opties 2 Pagina
Printkwaliteit
Normaal/Foto —50
(Niet beschikbaar bij afdrukken met DPOF.)
Papiersoort Normaal pap./Inkjetpapier/
—50
Brother BP71/Glossy anders
Papierform. 10x15cm/13x18cm/
A4/A3/Letter/Ledger
(Wanneer A4 of Letter geselecteerd is)
50
8x10cm/ 9x13cm/ 10x15cm/13x18cm/ 15x20cm/Max. afm.
Helderheid
Donker Licht
—51
(Niet beschikbaar wanneer
0
Foto-effecten is geselecteerd.)
Contrast
—51
5
(Niet beschikbaar wanneer
0
Foto-effecten is geselecteerd.)
Kleur aanp.
(Niet beschikbaar
Aan/Uit
Wit Balans
—51
wanneer Foto-effecten is geselecteerd.)
Scherpte
0
0
Kleurdensiteit
0
Bijsnijd(crop) Aan/Uit —52
49
Hoofdstuk 5
Menuselecties Opties 1 Opties 2 Pagina
Zonder rand Aan/Uit —52
Datum afdr.
(Niet beschikbaar bij afdrukken met DPOF.)
Nieuwe standaard Ja
Fabrieksinstell. Ja
Aan/Uit —52
—53
Nee
—53
Nee
Afdruksnelheid en -kwaliteit 5
a Druk op a of b om Printkwaliteit
weer te geven.
b Druk op Printkwaliteit.
c Druk op Normaal of Foto om deze te
selecteren.
d Als u geen andere instellingen wilt
wijzigen, drukt u op . Druk op Kleur Start om te beginnen met afdrukken.
Papieropties
Papiersoort 5
Papier- en afdrukformaat 5
a Druk op a of b om Papierform. weer
te geven.
b Druk op Papierform. c Druk op de toets en selecteer het
papierformaat dat u gebruikt, 10x15cm, 13x18cm, A4, A3, Letter of Ledger.
Ga op een van de volgende manieren te werk:
Als u Letter of A4 heeft gekozen,
gaat u naar stap d.
Als u een ander papierformaat heeft
gekozen, gaat u naar stap e.
d Druk op de toets en selecteer het
afdrukformaat.
5
Voorbeeld: afdrukpositie voor A4-papier
1
8x10cm
2
9x13cm
3
10x15cm
a Druk op a of b om Papiersoort weer
te geven.
b Druk op Papiersoort. c Druk op de toets en selecteer de
papiersoort die u gebruikt,
Normaal pap., Inkjetpapier, Brother BP71 of Glossy anders.
d Als u geen andere instellingen wilt
wijzigen, drukt u op . Druk op Kleur Start om te beginnen met afdrukken.
50
4
13x18cm
5
15x20cm
6
Max. afm.
e Als u geen andere instellingen wilt
wijzigen, drukt u op . Druk op Kleur Start om te beginnen met afdrukken.
Foto's afdrukken vanaf een geheugenkaart of USB-flashstation
Helderheid, contrast en kleur instellen 5
Helderheid 5
a Druk op a of b om Helderheid weer te
geven.
b Druk op Helderheid. c Druk op d of c om een afdruk donkerder
of lichter te maken. Druk op OK.
d Als u geen andere instellingen wilt
wijzigen, drukt u op . Druk op Kleur Start om te beginnen met afdrukken.
Contrast 5
U kunt de contrastinstelling wijzigen. Met meer contrast ziet een beeld er scherper en levendiger uit.
d Druk op Wit Balans, Scherpte of
Kleurdensiteit om deze te
selecteren.
e Druk op d of c om de mate van de
instelling aan te passen. Druk op OK.
f Ga op een van de volgende manieren te
werk:
Als u een andere kleurverbetering
wilt aanpassen, herhaalt u stap a tot stap e.
Als u een andere instelling wilt
wijzigen, drukt u op het menu afdrukinstellingen dat u wilt aanpassen. (Zie pagina 49.)
g Als u geen andere instellingen wilt
wijzigen, drukt u op . Druk op Kleur Start om te beginnen met afdrukken.
5
a Druk op a of b om Contrast weer te
geven.
b Druk op Contrast.
c Druk op d of c om het contrast te
wijzigen. Druk op OK.
d Als u geen andere instellingen wilt
wijzigen, drukt u op . Druk op Kleur Start om te beginnen met afdrukken.
Kleurverbetering 5
U kunt de functie voor kleurverbetering inschakelen om afdrukken levendiger te maken. Het afdrukken zal dan langer duren.
a Druk op a of b om Kleur aanp. weer
te geven.
b Druk op Kleur aanp. c Ga op een van de volgende manieren te
werk:
Als u de witbalans, scherpte of
kleurdichtheid wilt aanpassen, drukt u op Aan en gaat u vervolgens naar stap d.
Als u niets wilt aanpassen, drukt u op
Uit. Ga naar stap g.
Opmerking
Witbalans
Met deze instelling bepaalt u de tint van de witte vlakken in een beeld. Het licht, de instellingen van de camera en andere zaken bepalen de tint wit. De witte vlakken van een foto kunnen er een beetje roze of geelachtig uitzien, of naar een andere kleur neigen. Met deze instelling kunt u dat effect corrigeren en de witte vlakken weer zuiver wit maken.
Scherpte
Met deze instelling wordt het detail van een beeld verbeterd, zoals bij het scherpstellen van een camera. Als het beeld niet goed scherp is en u de fijne details van het beeld niet kunt zien, kunt u de scherpte aanpassen.
Kleurdichtheid
Met deze instelling kunt u de totale hoeveelheid kleur in het beeld bijstellen. U kunt de hoeveelheid kleur in een beeld verhogen of verlagen om een vaag of vaal beeld te verbeteren.
51
Hoofdstuk 5
Bijsnijden (crop) 5
Wanneer uw foto te lang of te breed is voor de ruimte die u heeft geselecteerd, wordt er automatisch een gedeelte van de afbeelding afgesneden.
De fabrieksinstelling is Aan. Wanneer u de hele afbeelding wilt afdrukken, zet u deze instelling op Uit. Als u ook Zonder rand hebt ingeschakeld, zet u Zonder rand op Uit. (Zie Afdrukken zonder rand op pagina 52.)
a Druk op a of b om Bijsnijd(crop)
weer te geven.
b Druk op Bijsnijd(crop). c Druk op Uit (of Aan). d Als u geen andere instellingen wilt
wijzigen, drukt u op . Druk op Kleur Start om te beginnen met afdrukken.
Bijsnijd(crop): Aan
5
Afdrukken zonder rand 5
Met deze optie wordt het afdrukgebied uitgebreid naar de randen van het papier. Het afdrukken zal iets langer duren.
a Druk op a of b om Zonder rand weer
te geven.
b Druk op Zonder rand. c Druk op Aan (of Uit). d Als u geen andere instellingen wilt
wijzigen, drukt u op . Druk op Kleur Start om te beginnen met afdrukken.
Datum afdrukken 5
U kunt de datum afdrukken die al in de fotogegevens is opgenomen. De datum wordt in de rechterbenedenhoek afgedrukt. Als de datum niet in de gegevens is opgenomen, kunt u deze functie niet gebruiken.
Bijsnijd(crop): Uit 5
a Druk op a of b om Datum afdr. weer
te geven.
b Druk op Datum afdr. c Druk op Aan (of Uit).
d Als u geen andere instellingen wilt
wijzigen, drukt u op . Druk op Kleur Start om te beginnen met afdrukken.
Opmerking
De DPOF-instelling op uw camera moet zijn uitgeschakeld voor Datum afdr.
52
Foto's afdrukken vanaf een geheugenkaart of USB-flashstation
SC A NN E N
Uw wijzigingen instellen als nieuwe standaardinstellingen5
U kunt de afdrukinstellingen die u het vaakst gebruikt, opslaan door deze als standaardinstellingen in te stellen. Deze instellingen blijven van kracht totdat u ze weer wijzigt.
a Druk op de toets en selecteer uw nieuwe
instelling. Herhaal deze stap voor iedere instelling die u wilt wijzigen.
b Nadat u de laatste instelling hebt
gewijzigd, drukt u op a of b om Nieuwe standaard weer te geven.
c Druk op Nreuwe standaard. d Druk op Ja om te bevestigen.

Scannen naar geheugenkaarten of USB-flashstations

De scanmodus activeren 5
Als u wilt scannen naar een geheugenkaart of een USB-flashstation, drukt u op
(Scan).
Op het LCD-scherm wordt het volgende weergegeven:
SCANNEN
Scan nr
e-mail
Scan nr bestand
Scan nr
beeld
Scan nr
media
Scan nr
OCR
5
5
e Druk op Stop/Eindigen.
Alle instellingen terugzetten naar de fabrieksinstellingen 5
U kunt alle door u gewijzigde instellingen terugzetten naar de fabrieksinstellingen. Deze instellingen blijven van kracht totdat u ze weer wijzigt.
a Druk op a of b om Fabrieksinstell.
weer te geven.
b Druk op Fabrieksinstell. c Druk op Ja om te bevestigen. d Druk op Stop/Eindigen.
Druk op Scan nr media.
Als er geen verbinding is met uw computer, verschijnt alleen de optie Scannen naar media op het LCD-scherm.
(Zie Scannen voor Windows in de softwarehandleiding op de cd-rom voor informatie over de andere menuopties.)
®
of Macintosh®
53
Hoofdstuk 5
Scannen naar een geheugenkaart of een USB­flashstation 5
U kunt monochrome documenten en documenten in kleur naar een geheugenkaart of een USB-flashstation scannen. Monochrome documenten worden opgeslagen in de bestandsformaten PDF (*.PDF) of TIFF (*.TIF). Documenten in kleur kunnen in de bestandsformaten PDF (*.PDF) of JPEG (*.JPG) worden opgeslagen. De fabrieksinstelling is 150 dpi 16kl en het standaardbestandsformaat is PDF. Bestandsnamen worden automatisch door de machine gemaakt op basis van de huidige datum. (Zie de installatiehandleiding voor details.) Zo krijgt bijvoorbeeld de vijfde afbeelding die u op 1 juli 2008 scant, de naam
01070805.PDF. U kunt de kleur en de kwaliteit wijzigen.
Kwaliteit Bestandsformaat dat
u kunt selecteren
d Druk op Scan nr media. e Ga op een van de volgende manieren te
werk:
Als u de kwaliteit wilt wijzigen, druk
op d of c om Kwaliteit weer te geven. Drukt u op Kwaliteit en selecteert u 150 dpi 16kl, 300 dpi 16kl,
600 dpi 16kl, 200x100 dpi Z&W of 200 dpi Z&W.
Als u het bestandstype wilt wijzigen,
druk op d of c om Bestandstype weer te geven. Drukt u op Bestandstype en selecteert u PDF, JPEG of TIFF.
Als u de bestandsnaam wilt wijzigen,
druk op d of c om Bestandsnaam weer te geven. Drukt u op Bestandsnaam en voert u de bestandsnaam in.
Druk op OK.
150 dpi 16kl PDF / JPEG
300 dpi 16kl PDF / JPEG
600 dpi 16kl PDF / JPEG
200x100 dpi Z&W TIFF / PDF
200 dpi Z&W TIFF / PDF
a Plaats een CompactFlash
®
Stick xD-Picture Card™ of USB-flashstation in de machine.
Verwijder de geheugenkaart NIET als Photo Capture knippert. Doet u dat wel, dan kunnen het USB-flashstation of de gegevens op de kaart beschadigd raken.
, Memory Stick Pro™, SD, SDHC,
VOORZICHTIG
®
, Memory
b Laad uw document.
U kunt alleen de eerste zes tekens wijzigen.
Druk op Mono Start of Kleur Start
om te beginnen met scannen zonder nog meer instellingen te wijzigen.
Opmerking
• Als u kleur kiest bij de instelling voor de resolutie, kunt u niet TIFF kiezen.
• Als u monochroom kiest bij de instelling voor de resolutie, kunt u niet JPEG kiezen.
• Als u de glasplaat van uw machine gebruikt, kunt u het formaat voor het scannen via de glasplaat aanpassen.
Druk op Scanformaat glas en selecteer A4, A3, Letter, Legal of Ledger.
f Druk op Mono Start of Kleur Start.
c Druk op (Scan).
54
Foto's afdrukken vanaf een geheugenkaart of USB-flashstation
De bestandsnaam wijzigen 5
U kunt de bestandsnaam wijzigen.
a Druk op (Scan). b Druk op Scan nr media.
c Druk op d of c om Bestandsnaam weer
te geven.
d Druk op Bestandsnaam.
Druk op om tekens te wissen. Voer vervolgens de nieuwe bestandsnaam in (maximaal 6 tekens). (Zie Tekst invoeren op pagina 111.)
e Druk op OK.
Een nieuwe standaardinstelling opgeven 5
Fabrieksinstellingen herstellen 5
U kunt de fabrieksinstellingen van de machine herstellen.
a Druk op (Scan). b Druk op Scan nr media. c Druk op d of c om
Fabrieks-instellingen weer te geven.
d Druk op Fabrieks-instellingen. e Druk op Ja om te bevestigen. f Druk op Stop/Eindigen.
5
U kunt uw eigen standaardinstelling opgeven.
a Druk op (Scan). b Druk op Scan nr media.
c Druk op de toets en selecteer uw nieuwe
instelling. Herhaal deze stap voor iedere instelling die u wilt wijzigen.
d Als u de laatste instelling heeft
gewijzigd, druk op d of c om Nieuwe standaard weer te geven. Drukt u op Nieuwe standaard.
e Druk op Ja om te bevestigen. f Druk op Stop/Eindigen.
55
Hoofdstuk 5

Uitleg bij de foutmeldingen

Als u eenmaal vertrouwd bent met de verschillende soorten fouten die kunnen optreden wanneer u met PhotoCapture Center™ werkt, kunt u problemen gemakkelijk identificeren en verhelpen.
Hub is Onbruikbaar.
Deze melding wordt weergegeven als een hub of een USB-flashstation met een hub in de USB Direct-interface is geplaatst.
Media fout
Deze melding verschijnt als u een geheugenkaart plaatst die defect of niet geformatteerd is, of als er iets niet in orde is met de mediasleuf. Verwijder de geheugenkaart om deze foutmelding te wissen.
Onbruikb. app.
5
Deze melding verschijnt als er een USB­apparaat of USB-flashstation dat niet wordt ondersteund, is aangesloten op de USB Direct-interface. Ga naar http://solutions.brother.com informatie. De melding verschijnt ook als u een defect apparaat op de USB Direct­interface aansluit.
voor meer
Geen bestand
Deze melding wordt weergegeven als u probeert toegang te verkrijgen tot een geheugenkaart of USB-flashstation zonder .JPG-bestanden.
Geheugen vol
Deze melding verschijnt als u werkt met beelden die te groot zijn voor het geheugen van de machine. Bovendien verschijnt deze melding als er op de geheugenkaart of het USB-flashstation waarvan u gebruikmaakt, onvoldoende ruimte beschikbaar is voor het gescande document.
Media is vol.
Deze melding verschijnt als u probeert meer dan 999 bestanden op te slaan op een geheugenkaart of een USB­flashstation.
56
Foto's afdrukken vanaf een
6
camera
Foto's direct afdrukken vanaf een PictBridge­camera
Uw Brother-machine ondersteunt de PictBridge-standaard. Dit betekent dat u hem kunt aansluiten op iedere camera die compatibel is met PictBridge en rechtstreeks vanaf die camera kunt afdrukken.
U kunt foto's ook afdrukken vanaf een camera zonder PictBridge, mits deze compatibel is met de standaard USB Mass Storage (USB-massaopslag). Zie Foto's
direct afdrukken vanaf een digitale camera (zonder PictBridge) op pagina 59.
Vereisten voor PictBridge 6
Houd onderstaande punten in gedachten om fouten te vermijden:
De machine en de digitale camera moeten
worden aangesloten met behulp van een geschikte USB-kabel.
De extensie van het beeldbestand moet
.JPG zijn (andere extensies voor beeldbestanden, zoals .JPEG, .TIF, .GIF etc., worden niet herkend).
Bewerkingen met PhotoCapture Center™
zijn niet beschikbaar tijdens het gebruik van de PictBridge-functie.
6
Menuselecties Camera
Papierformaat Ledger, A3, Letter, A4,
6
Papiersoort Normaal papier, Glanzend
Lay-out Zonder marges: Aan,
DPOF­instelling
Afdrukkwaliteit Normaal, Fijn,
Kleurverbetering Aan, Uit,
Datum afdrukken
1
2
Instellingen Opties
Papierformaat 10x15cm
Papiersoort Glanzend papier
Lay-out Zonder marges: Aan
Afdrukkwaliteit Fijn
1
Zie Afdrukken in DPOF-formaat op pagina 58 voor meer informatie.
Als uw camera is ingesteld op gebruik van de Printerinstellingen (Standaardinstelling), drukt de machine de foto af met de volgende instellingen:
Opties
10x15cm, Printer Instellingen (Standaardinstelling)
papier, Inkjetpapier, Printerinstellingen
(Standaardinstelling)
Zonder marges: Uit, Printer Instellingen
(Standaardinstelling)
-
Printerinstellingen (Standaardinstelling)
Printerinstellingen (Standaardinstelling)
Aan, Uit,
Printerinstellingen (Standaardinstelling)
2
2
2
2
2
2
6
Uw digitale camera instellen 6
Controleer of uw camera zich in PictBridge­modus bevindt. De volgende PictBridge­instellingen zijn mogelijk beschikbaar via het LCD-scherm van uw PictBridge-compatibele camera.
Afhankelijk van uw camera zijn bepaalde instellingen wellicht niet beschikbaar.
Kleurverbetering Uit
Datum afdrukken Uit
Deze instellingen worden ook gebruikt als
er geen menuopties beschikbaar zijn op uw camera.
De naam en de beschikbaarheid van elke
instelling zijn afhankelijk van de specificatie van de camera.
57
Hoofdstuk 6
Raadpleeg de documentatie geleverd bij uw camera voor uitgebreidere informatie over het wijzigen van de PictBridge-instellingen.
Foto's afdrukken 6
Opmerking
Verwijder geheugenkaarten of een USB­flashstation uit de machine voordat u een digitale camera aansluit.
a
Zorg dat uw camera uitstaat. Sluit uw camera aan op de USB Direct-interface (1) op de machine door middel van de USB-kabel
1 USB Direct-interface
.
1
Afdrukken in DPOF-formaat 6
DPOF betekent Digital Print Order Format.
Vooraanstaande producenten van digitale camera's (Canon Inc., Eastman Kodak Company, Fuji Photo Film Co. Ltd., Matsushita Electric Industrial Co. Ltd. en Sony Corporation) hebben deze standaard ontwikkeld om het afdrukken van beelden vanaf een digitale camera te vereenvoudigen.
Als uw digitale camera ondersteuning biedt voor afdrukken in DPOF-formaat, kunt u de beelden en het aantal exemplaren dat u wilt afdrukken, op het display van de digitale camera selecteren.
Opmerking
Als de afdrukvolgorde die op de camera is gemaakt, beschadigd is geraakt, kan een DPOF-bestandsfout optreden. U kunt dit probleem verhelpen door de afdrukvolgorde te verwijderen en opnieuw te maken met uw camera. Raadpleeg de ondersteuningswebsite van de camerafabrikant of de bijbehorende documentatie om na te gaan hoe u hiervoor te werk gaat.
b Zet de camera aan.
Wanneer de machine de camera heeft herkend, wordt Camera Aangesl. weergegeven op het LCD-scherm.
c Kies de foto die u wilt afdrukken volgens
de aanwijzingen van uw camera. Wanneer de machine begint met het afdrukken van een foto, wordt op het LCD-scherm Printen weergegeven.
Om beschadiging van de machine te voorkomen dient u geen ander apparaat dan een digitale camera of USB­flashstation op de USB Direct-interface aan te sluiten.
58
VOORZICHTIG
Foto's afdrukken vanaf een camera

Foto's direct afdrukken vanaf een digitale camera (zonder PictBridge)

Als uw camera ondersteuning biedt voor de standaard USB Mass Storage (USB­massaopslag), kunt u uw camera verbinden in de opslagmodus. Vervolgens kunt u foto's vanaf uw camera afdrukken.
Zie Foto's direct afdrukken vanaf een PictBridge-camera op pagina 57 als u foto's wilt afdrukken in de PictBridge-modus.
Opmerking
Namen, beschikbaarheid en werking verschillen per digitale camera. Raadpleeg de documentatie bij uw camera voor uitgebreide informatie, bijvoorbeeld over het omschakelen van de PictBridge-modus naar de modus voor USB-massaopslag.
Foto's afdrukken 6
Opmerking
Verwijder geheugenkaarten of een USB-
6
flashstation uit de machine voordat u een digitale camera aansluit.
a
Zorg dat uw camera uitstaat. Sluit uw camera aan op de USB Direct-interface (1) op de machine door middel van de USB-kabel.
6
1
1 USB Direct-interface
b Zet de camera aan. c Volg de stappen in Afbeeldingen
afdrukken op pagina 45.
Om beschadiging van de machine te voorkomen dient u geen ander apparaat dan een digitale camera of USB­flashstation op de USB Direct-interface aan te sluiten.
VOORZICHTIG
59
Hoofdstuk 6

Uitleg bij de foutmeldingen

Als u eenmaal vertrouwd bent met de verschillende soorten fouten die kunnen optreden wanneer u vanaf een camera afdrukt, kunt u problemen gemakkelijk identificeren en verhelpen.
Geheugen vol
Deze melding verschijnt als u werkt met beelden die te groot zijn voor het geheugen van de machine.
Onbruikb. app.
Deze melding wordt weergegeven als u een camera aansluit die niet compatibel is met de standaard USB Mass Storage (USB-massaopslag). De melding verschijnt ook als u een defect apparaat op de USB Direct-interface aansluit.
Zie Foutmeldingen op pagina 79 voor meer gedetailleerde oplossingen.
6
60
Paragraaf IV
Software IV
Software- en netwerkfuncties 62
7

Software- en netwerkfuncties 7

De cd-rom bevat de softwarehandleiding en de netwerkhandleiding voor de functies die beschikbaar zijn bij aansluiting op een computer (bijvoorbeeld printen en scannen). Deze handleidingen bevatten eenvoudig te gebruiken koppelingen, die u rechtstreeks naar een bepaalde sectie leiden als u erop klikt
U kunt informatie vinden over de volgende functies:
AfdrukkenScannen
ControlCenter3 (voor Windows
ControlCenter2 (voor MacintoshRemote SetupPhotoCapture Center™ Printen via het netwerkNetwerkscannenBekabeld en draadloos netwerk
De HTML-gebruikershandleiding lezen
Hier wordt in het kort beschreven hoe u de HTML-gebruikershandleiding gebruikt.
Voor Windows
®
®
.
)
®
)
c Klik op de titel die u wilt bekijken in de
lijst links van het venster.
Voor Macintosh
a Zorg dat uw Macintosh
Plaats de Brother-cd-rom in het cd-rom­station.
®
®
aanstaat.
b Dubbelklik op het pictogram
Documentation.
Opmerking
Zie Documentatie bekijken op pagina 3 als u de software niet heeft geïnstalleerd.
a
Klik op het menu programmagroep (waarbij XXXX uw modelnummer is) en klik vervolgens op
HTML-formaat
b
Klik op (of menu
SOFTWAREHANDLEIDING
NETWERKHANDLEIDING
.
Start
, wijs vanuit de
Brother, DCP-XXXX
Gebruikershandleiding in
.
) in het
aan
c Dubbelklik op uw taalmap, en dubbelklik
vervolgens op top.html.
d Klik op SOFTWAREHANDLEIDING
(of NETWERKHANDLEIDING) in het menu en klik vervolgens op de titel van het onderwerp dat u zou willen lezen in de lijst aan de linkerkant.
62
Paragraaf V
Appendices V
Veiligheid en wetgeving 64 Problemen oplossen en routineonderhoud 74 Menu en functies 97 Specificaties 112 Verklarende woordenlijst 125
Veiligheid en wetgeving A
A

Een geschikte plaats kiezen A

Zet de machine op een plat, stabiel oppervlak, bijvoorbeeld een bureau. Kies een trillingvrije plaats. Zet de machine in de buurt van een standaard geaard stopcontact. Kies een plaats waar de temperatuur tussen de 10° C en 35° C blijft.
Plaats de machine NIET in de buurt van verwarmingstoestellen, airconditioners, koelkasten, medische apparatuur, chemicaliën of water.
WAARSCHUWING
Sluit de machine NIET aan op een stopcontact dat op dezelfde stroomkring zit als grote apparaten of andere apparatuur die de stroomtoevoer kan verstoren.
VOORZICHTIG
• Zet uw machine niet op een plaats waar veel mensen heen en weer lopen.
• Plaats de machine niet op een tapijt.
• Zorg dat de machine NIET wordt blootgesteld aan direct zonlicht, overmatige warmte, vocht of stof.
• Sluit de machine NIET aan op een stopcontact dat is voorzien van een wandschakelaar of een automatische timer.
• Bij een stroomonderbreking kunnen de gegevens in het geheugen van de machine verloren gaan.
• Kantel de machine NIET en plaats de machine niet op een schuin oppervlak. Hierdoor kan er inkt lekken en schade aan het binnenwerk van de machine optreden.
64
Veiligheid en wetgeving

Veilig gebruik van de machine A

Bewaar deze voorschriften a.u.b., zodat u ze later kunt naslaan. Lees ze altijd voordat u onderhoud wilt verrichten.
WAARSCHUWING
Binnen in de machine bevinden zich hoogspanningselektroden. Controleer voordat u de binnenkant van de machine reinigt of u de stekker uit het stopcontact heeft gehaald. Zo kunt u een elektrische schok voorkomen.
Raak de stekker NOOIT met natte handen aan. U kunt dan namelijk een elektrische schok krijgen
.
A
Trek NIET in het midden aan het stroomsnoer. U kunt dan namelijk een elektrische schok krijgen
Plaats uw handen NIET op de rand van de machine onder het documentdeksel of onder het scannerdeksel. Hierdoor kunt u verwondingen oplopen.
.
65
Plaats uw handen NIET aan de voorzijde van de machine onder het scannerdeksel. Hierdoor kunt u verwondingen oplopen.
Plaats uw handen NOOIT op de rand van de papierlade onder het deksel van de uitvoerlade. Hierdoor kunt u verwondingen oplopen.
66
Veiligheid en wetgeving
Raak de grijze zone in de onderstaande afbeelding NIET aan. Hierdoor kunt u verwondingen oplopen.
Wanneer u de machine verplaatst moet u deze van de basis optillen, door een hand aan iedere kant van het toestel te plaatsen (zie afbeelding). Draag de machine NIET door het scannerdeksel of de externe achterklep vast te houden.
Gebruik GEEN ontvlambare stoffen en geen spray, vloeistof or spuitbussen om de binnenkant of de buitenkant van de machine schoon te maken. Dit kan brand veroorzaken of u kunt hierdoor een elektrische schok krijgen.
A
67
Als de machine verhit raakt, rook afgeeft of een sterke geur verspreidt, onmiddellijk de stekker van de machine uit het stopcontact halen. Neem contact op met uw Brother-dealer of met de klantenservice van Brother.
Als er metalen voorwerpen, water of andere vloeistoffen in de machine terechtkomen, onmiddellijk de stekker van de machine uit het stopcontact halen. Neem contact op met uw Brother-dealer of met de klantenservice van Brother.
Installeer dit product in de nabijheid van een goed bereikbaar stopcontact. In geval van nood moet u de stekker uit het stopcontact halen om de stroom volledig uit te schakelen.
Dit apparaat moet worden aangesloten op een wisselstroombron met een spanningsbereik zoals op het etiket staat aangegeven. Sluit het apparaat NIET aan op een gelijkstroombron of op een gelijkstroom-wisselstroomomzetter. Vraag in twijfelgevallen een bevoegd elektricien om advies.
Controleer altijd of de stekker goed geplaatst is.
Gebruik de machine NIET als het stroomsnoer gerafeld of beschadigd is. Dit levert brandgevaar op.
VOORZICHTIG
Blikseminslag en stroompieken kunnen dit product beschadigen! Wij raden het gebruik van een overstroombeveiliging voor het netsnoer aan of haal tijdens een onweersbui de stekker uit het stopcontact.
Raak het touchscreen NIET aan vlak nadat u de stekker in het stopcontact hebt gestoken of de machine hebt ingeschakeld. Hierdoor kan een fout optreden.
68
Veiligheid en wetgeving
Belangrijke veiligheidsinstructies A
1 Lees alle instructies door.
2 Bewaar ze, zodat u ze later nog kunt naslaan.
3 Volg alle waarschuwingen en instructies die op het product worden aangegeven.
4 Gebruik dit product NIET in de buurt van water.
5 Zet dit product NIET op een onstabiele ondergrond, stelling of tafel. Het apparaat kan dan
namelijk vallen en ernstig beschadigd raken.
6 Gleuven en openingen in de behuizing en de achter- of onderkant zijn voor de ventilatie. Om
zeker te zijn van de betrouwbare werking van het apparaat en om het te beschermen tegen oververhitting, mogen deze openingen niet afgesloten of afgedekt worden. Deze openingen mogen ook nooit afgedekt worden door het apparaat op een bed, een bank, een kleed of soortgelijke ondergrond te zetten. Zet het apparaat nooit vlak naast of boven een radiator of verwarmingsapparatuur. Het apparaat mag nooit in een kast worden ingebouwd, tenzij voldoende ventilatie aanwezig is.
7 Gebruik alleen het stroomsnoer dat bij de machine is geleverd.
8 Dit product is voorzien van een 3-draads geaard snoer en een geaarde stekker. Deze stekker
past alleen in een geaard stopcontact. Dit is een veiligheidsmaatregel. Kan de stekker niet in uw stopcontact worden gebruikt, raadpleeg dan uw elektricien en vraag hem uw oude stopcontact te vervangen. Het is absoluut noodzakelijk dat een geaarde stekker en een geaard stopcontact worden gebruikt.
9 Plaats NOOIT iets op het stroomsnoer. Zet het apparaat NIET op een plaats waar mensen
over het snoer kunnen lopen.
A
10 Zorg dat de opening van de machine voor het afdrukken NIET wordt geblokkeerd. Plaats
NIETS in het pad van het afdrukken.
11 Wacht totdat de machine de pagina's heeft uitgeworpen alvorens ze aan te raken.
12 Trek de stekker van dit product uit het stopcontact en neem altijd contact op met een bevoegde
servicemonteur wanneer het volgende zich voordoet:
Wanneer vloeistof in het apparaat is gemorst.
Wanneer het apparaat is blootgesteld aan regen of water.
Als het apparaat ondanks het naleven van de bedieningsinstructies niet normaal
functioneert, pas dan alleen de instellingen aan die zijn aangegeven in de bedieningshandleiding. Een onjuiste afstelling van andere functies kan leiden tot schade, waardoor vaak uitvoerige werkzaamheden door een erkende servicemonteur nodig zijn om het apparaat weer naar behoren te laten werken.
Als het apparaat is gevallen of als de behuizing is beschadigd.
Als het apparaat duidelijk anders gaat presteren, waarbij reparatie nodig blijkt.
13 Om uw apparaat te beveiligen tegen stroompieken en -schommelingen adviseren wij het
gebruik van een overstroombeveiliging.
14 Lees aandachtig de volgende maatregelen om het risico op brand, stroomstoten of lichamelijk
letsel te reduceren:
Gebruik dit product NIET in de buurt van apparaten die water gebruiken, in de buurt van
een zwembad of in een vochtige kelder.
Bedien de machine NIET tijdens een onweersbui of wanneer er sprake is van een gaslek.
69
BELANGRIJK - Voor uw eigen veiligheid A
Voor een veilige werking moet de meegeleverde geaarde stekker in een normaal geaard stopcontact worden gestoken dat via het huishoudelijk net geaard is.
Het feit dat dit apparaat naar tevredenheid werkt, betekent niet per se dat de voeding geaard is en dat de installatie volkomen veilig is. Het is voor uw veiligheid van belang dat u in geval van twijfel omtrent de aarding een bevoegd elektricien raadpleegt.
Waarschuwing: deze machine moet worden geaard. A
De kleurcodering van de draden in de hoofdleiding is als volgt:
Groen en geel: aarde
Blauw: neutraal
Bruin: onder stroom
Wend u in geval van twijfel tot een bevoegd elektricien.
LAN-verbinding A
Sluit dit apparaat NIET aan op een LAN-verbinding die kan blootstaan aan overspanningen.
VOORZICHTIG
Radiostoring A
Dit product voldoet aan EN55022 (CISPR Publication 22)/Klasse B. Gebruik een USB-kabel van maximaal 2 meter om de machine op een computer aan te sluiten.
70
Veiligheid en wetgeving
EU-richtlijn 2002/96/EG en EN50419 A
Alleen voor de
Europese Gemeenschap
Dit apparaat is gemarkeerd met het bovenstaande recyclingsymbool. Het betekent dat u het apparaat, aan het eind van zijn levensduur, apart moet aanleveren bij een daarvoor bestemd verzamelpunt en niet bij het gewone huishoudelijke afval mag plaatsen. Dit zal het leefmilieu voor ons allemaal ten goede komen. (Alleen voor de Europese Gemeenschap)
Naleving van de bepalingen van het ENERGY STAR®­programma A
ENERGY STAR® is een internationaal programma ter bevordering van het ontwikkelen en gebruik van energie-efficiënte kantoorapparatuur.
Als ENERGY STAR®-partner verklaart Brother Industries, Ltd. dat dit product voldoet aan de
®
ENERGY STAR
-richtlijnen voor efficiënt energieverbruik.
A
71

Wettelijke beperkingen voor kopiëren A

Het maken van reproducties van bepaalde artikelen of documenten met frauduleuze bedoelingen is een strafbaar feit. Deze aantekening is meer bedoeld als richtlijn dan als een volledige opsomming van elk mogelijk verbod. Daar waar twijfel bestaat, raden wij u aan de betreffende instanties in uw eigen land te raadplegen met betrekking tot de wettigheid van documenten waar twijfel over bestaat.
Hieronder staan een aantal voorbeelden van documenten die niet gekopieerd mogen worden:
Geld
Obligaties of andere schuldbewijzen
Depositobewijzen
Oproepen voor of papieren met betrekking tot militaire dienst
Paspoorten
Postzegels (al dan niet afgestempeld)
Immigratiepapieren
Bijstandsdocumenten
Door overheidsinstanties uitgegeven cheques of wissels
Identificatiedocumenten, badges of insignes
Rijbewijzen en eigendomspapieren voor motorvoertuigen
Werk dat auteursrechtelijk is beschermd, mag niet worden gekopieerd. Delen van werk dat auteursrechtelijk is beschermd, mogen echter wel voor ‘eerlijke handel’ worden gekopieerd. Meer kopieën duiden op ongepast gebruik.
Kunstwerken dienen te worden beschouwd als werk dat auteursrechtelijk is beschermd.
Rijbewijzen en eigendomsbewijzen van motorvoertuigen mogen volgens bepaalde plaatselijke wetten niet worden gekopieerd.
72
Veiligheid en wetgeving

Handelsmerken A

Het Brother-logo is een wettig gedeponeerd handelsmerk van Brother Industries, Ltd.
Brother is een wettig gedeponeerd handelsmerk van Brother Industries, Ltd.
Multi-Function Link is een wettig gedeponeerd handelsmerk van Brother International Corporation.
© 2008 Brother Industries, Ltd. Alle rechten voorbehouden.
Windows Vista is een handelsmerk of wettig gedeponeerd handelsmerk van Microsoft Corporation in de Verenigde Staten en andere landen.
Microsoft, Windows en Windows Server zijn wettig gedeponeerde handelsmerken van Microsoft Corporation in de Verenigde Staten en/of andere landen.
Macintosh en TrueType zijn wettig gedeponeerde handelsmerken van Apple Inc.
Nuance, het Nuance-logo, PaperPort en ScanSoft zijn handelsmerken of wettig gedeponeerde handelsmerken van Nuance Communications, Inc. of dochterbedrijven in de Verenigde Staten en/of andere landen.
Presto! PageManager is een wettig gedeponeerd handelsmerk van NewSoft Technology Corporation.
Microdrive is een handelsmerk van International Business Machines Corporation.
CompactFlash is een wettig gedeponeerd handelsmerk van SanDisk Corporation.
Memory Stick is een wettig gedeponeerd handelsmerk van Sony Corporation.
SanDisk is licentiehouder van de handelsmerken SD en miniSD.
xD-Picture Card is een handelsmerk van Fujifilm Co. Ltd., Toshiba Corporation en Olympus Optical Co. Ltd.
PictBridge is een handelsmerk.
Memory Stick Pro, Memory Stick Pro Duo, Memory Stick Duo en MagicGate zijn handelsmerken van Sony Corporation.
BROADCOM, SecureEasySetup en het SecureEasySetup-logo zijn handelsmerken of wettig gedeponeerde handelsmerken van Broadcom Corporation in de Verenigde Staten en/of andere landen.
AOSS is een handelsmerk van Buffalo Inc.
Wi-Fi, WPA en WPA2 zijn wettig gedeponeerde handelsmerken en Wi-Fi Protected Setup is een handelsmerk van Wi-Fi Alliance.
A
FaceFilter Studio is een handelsmerk van Reallusion, Inc.
Elk bedrijf wiens software in deze handleiding wordt vermeld, heeft een softwarelicentieovereenkomst die specifiek bedoeld is voor de betreffende programma's.
Alle overige merk- en productnamen die in deze gebruikershandleiding zijn vermeld, zijn wettig gedeponeerde handelsmerken van de respectieve bedrijven.
73
Problemen oplossen en
B
routineonderhoud

Problemen oplossen B

Als u denkt dat er een probleem is met uw machine, kijk dan in onderstaande tabel en volg de tips voor het oplossen van problemen.
De meeste problemen kunt u zelf eenvoudig oplossen. Indien u extra hulp nodig heeft, biedt het Brother Solutions Center u de meest recente veelgestelde vragen en tips voor het oplossen van problemen. Ga naar http://solutions.brother.com
Als u problemen met uw machine heeft B
Afdrukken
Probleem Suggesties
Geen print Controleer de interfacekabel tussen de machine en uw computer. (Zie de
Installatiehandleiding.)
Controleer of de stekker van de machine in het stopcontact zit en de machine niet in energiebesparende stand staat.
Controleer of het LCD-scherm een foutmelding weergeeft. (Zie Foutmeldingen op pagina 79.)
Zie De inktcartridges vervangen op pagina 86 als Kan niet afdr. en Vervang inkt wordt weergegeven op het LCD-scherm.
Controleer of de correcte printerdriver is geïnstalleerd en geselecteerd.
Controleer of de machine online is. Klik op Start en vervolgens op Printers en faxapparaten. Selecteer Brother DCP-XXXX (waarbij XXXX uw modelnaam is), en controleer of Printer off line gebruiken niet is aangevinkt.
Wanneer u de instellingen Oneven pagina's afdrukken en Even pagina's afdrukken kiest, kan een foutmelding voor afdrukken op uw computer worden weergegeven omdat de machine pauzeert tijdens het afdrukken. Deze foutmelding verdwijnt wanneer de machine weer met afdrukken begint.
Slechte afdrukkwaliteit Gebruik alleen originele verbruiksartikelen van Brother. Het gebruik van inkt van
andere fabrikanten kan problemen geven met de afdrukkwaliteit.
Zorg dat de instelling voor het soort papier in de printerdriver of voor de papiersoort in het menu van de machine overeenkomt met het door u gebruikte type papier.
(Zie Afdrukken voor Windows softwarehandleiding op de cd
Controleer de verloopdatum van uw inktcartridges. De inkt zou kunnen klonteren ten gevolge van:
De uiterste gebruiksdatum die op de cartridge staat, is verstreken. (Originele
cartridges van Brother kunnen tot max. 2 jaar gebruikt worden, als zij in hun originele verpakking bewaard worden.)
De inktcartridge bevond zich al meer dan zes maanden in uw machine.
Het kan ook zijn dat de inktcartridge vóór gebruik niet goed opgeslagen was.
Gebruik het aanbevolen type papier. (Zie Acceptabel papier en andere afdrukmedia op pagina 19.)
De aanbevolen omgevingstemperatuur voor uw machine is tussen 20° C en 33° C.
.
®
of Afdrukken en faxen voor Macintosh® in de
-rom en Papierformaat en -soort op pagina 26.)
B
74
Problemen oplossen en routineonderhoud
Afdrukken (Vervolg)
Probleem Suggesties
Witte horizontale lijnen in tekst of grafische afbeeldingen.
De machine print blanco pagina's. De printkop reinigen (Zie De printkop reinigen op pagina 91.)
Tekens en regels overlappen elkaar. De uitlijning controleren. (Zie De uitlijning controleren op pagina 93.)
Afgedrukte tekst of afbeeldingen staan scheef.
Er staat een vlek midden boven op de afgedrukte pagina.
In de rechter- of linkerhoek van de afgedrukte pagina is een vlek zichtbaar.
Op de afdruk staan vlekken of het lijkt of de inkt vlekt.
Er staan vlekken aan de achterkant of onder aan de pagina.
De machine drukt dichte lijnen af op de pagina.
De afdrukken zijn gekreukeld. Klik op het tabblad Geavanceerd van de printerdriver op Kleurinstellingen en
Kan niet afdrukken met Pagina Layout-opties.
Printsnelheid is te laag. Wijzig de instelling van de printerdriver. De hoogste resolutie heeft meer tijd nodig
Kleurverbetering werkt niet correct. Als de beeldgegevens in uw toepassing niet in kleurendruk zijn (zoals 256 kleuren),
De printkop reinigen. (Zie De printkop reinigen op pagina 91.)
Zorg ervoor dat u Brother Original Innobella™-inkt gebruikt.
Gebruik het aanbevolen type papier. (Zie Acceptabel papier en andere afdrukmedia op pagina 19.)
Wanneer u A3-papier (langvezelig papier) gebruikt, kunnen op uw afdrukken horizontale lijnen verschijnen. Schakel de beveiligde papierinvoermodus voor A3­papier uit. (Zie Beveiligde papierinvoermodus voor breedlopend A3-papier op pagina 26.) Wanneer u vanaf een computer afdrukt, wijzigt u in het stuurprogramma het papierformaat in A3 (Langvezelig). (Zie Afdrukken voor Windows
en faxen voor Macintosh
Zorg ervoor dat u Brother Original Innobella™-inkt gebruikt.
Zorg ervoor dat het papier correct in de papierlade geplaatst is en dat de papiergeleiders aan de zijkant goed zijn afgesteld. (Zie Papier en andere afdrukmedia laden op pagina 9.)
Controleer of de externe achterklep en de interne achterklep goed gesloten zijn.
Controleer of het papier niet te dik is en niet krult. (Zie Acceptabel papier en andere afdrukmedia op pagina 19.)
Controleer of het papier niet gekruld is wanneer u op de achterzijde van het papier afdrukt met de instellingen Oneven pagina's afdrukken en Even pagina's afdrukken.
Zorg dat u het aanbevolen type papier gebruikt. (Zie Acceptabel papier en andere afdrukmedia op pagina 19.) Raak het papier pas aan als de inkt droog is.
Stel het juiste papiersoort in als u fotopapier gebruikt. Als u een foto afdrukt vanaf de pc, stelt u Soort papier in op het tabblad Normaal van de printerdriver.
Zorg ervoor dat u Brother Original Innobella™-inkt gebruikt.
Controleer of er geen inkt op de geleiderol zit. (Zie De geleiderol van de machine reinigen op pagina 90.)
Zorg ervoor dat u Brother Original Innobella™-inkt gebruikt.
Zorg dat de papiersteunklep wordt gebruikt. (Zie Papier en andere afdrukmedia laden op pagina 9.)
Schakel Omgekeerde volgorde in op het tabblad Normaal van de printerdriver.
schakel Bi-directioneel printen voor Windows Macintosh
Zorg ervoor dat u Brother Original Innobella™-inkt gebruikt.
Controleer of de instellingen voor het papierformaat in de toepassing en in de printerdriver hetzelfde zijn.
om de gegevens te verwerken, te verzenden en te printen. Probeer de andere kwaliteitsinstellingen op het tabblad Geavanceerd van de printerdriver. Klik ook op Kleurinstellingen en schakel Kleurverbetering uit.
Zet de optie Zonder rand uit. Afdrukken zonder rand duurt langer dan normaal afdrukken. (Zie Afdrukken voor Windows in de softwarehandleiding op de cd
werkt Kleurverbetering niet. Gebruik voor de functie Kleurverbetering minstens 24-bits kleurgegevens.
®
uit.
®
in de softwarehandleiding op de cd-rom.)
®
of Bi-directioneel printen voor
®
of Afdrukken en faxen voor Macintosh®
-rom.)
®
of Afdrukken
B
75
Afdrukken (Vervolg)
Probleem Suggesties
Fotopapier wordt niet goed ingevoerd.
De machine voert meerdere pagina’s in.
De afgedrukte pagina’s zijn niet juist afgelegd.
De machine print niet vanuit Adobe Illustrator.
Wanneer u op Brother-fotopapier afdrukt, moet u altijd eerst het bijgeleverde extra vel fotopapier in de lade plaatsen en dan pas het papier waarop u wilt afdrukken.
Maak de invoerrol voor het papier schoon. (Zie De invoerrol voor papier reinigen op pagina 91.)
Zorg dat het papier op de juiste wijze in de papierlade is geplaatst. (Zie Papier en andere afdrukmedia laden op pagina 9.)
Controleer of er meer dan twee papiersoorten tegelijk in de papierlade zijn geplaatst.
Zorg dat de papiersteunklep wordt gebruikt. (Zie Papier en andere afdrukmedia laden op pagina 9.)
®
Verlaag de printresolutie. (Zie Afdrukken voor Windows voor Macintosh
®
in de softwarehandleiding op de cd-rom.)
of Afdrukken en faxen
Problemen met kopiëren
Probleem Suggesties
Kan geen kopie maken.
Slechte kopieerresultaten bij gebruik van de ADF.
Er verschijnen verticale zwarte strepen of vegen op de kopieën.
Paginavullend werkt niet goed. Controleer of uw brondocument niet scheef ligt. Leg het document recht en
Controleer of de toets Kopie brandt. (Zie Kopieermodus activeren op pagina 32.)
Gebruik de glasplaat. (Zie De glasplaat gebruiken op pagina 24.)
Verticale zwarte strepen of vegen zijn doorgaans te wijten aan vuil of correctievloeistof op de glazen strook. Reinig de glazen strook. (Zie De glasplaat reinigen op pagina 90.)
probeer het opnieuw.
Problemen met scannen
Probleem Suggesties
Tijdens het scannen verschijnen TWAIN/WIA-fouten.
Slechte scanresultaten bij gebruik van de ADF.
OCR werkt niet. Verhoog de scannerresolutie.
Zorg dat de Brother TWAIN/WIA-driver als primaire bron is geselecteerd. Klik in PaperPort™ 11SE met OCR op Bestand, Scannen of foto ophalen en vervolgens op Selecteren om de Brother TWAIN/WIA-driver te kiezen.
Gebruik de glasplaat. (Zie De glasplaat gebruiken op pagina 24.)
Problemen met software
Probleem Suggesties
Onmogelijk software te installeren of te printen.
‘Apparaat bezet’ Controleer of er op het LCD-scherm van de machine een foutmelding staat.
Afdrukken van afbeeldingen vanuit FaceFilter Studio onmogelijk.
Voer het programma Repair MFL-Pro Suite op de cd-rom uit. Dit programma repareert en herinstalleert de software.
Als u FaceFilter Studio wilt gebruiken, moet u de toepassing FaceFilter Studio installeren vanaf de cd-rom die met uw machine is meegeleverd. Zie de installatiehandleiding als u FaceFilter Studio wilt installeren.
Controleer voordat u FaceFilter Studio de eerste keer start of uw Brother-machine is ingeschakeld en is aangesloten op uw computer. U heeft dan toegang tot alle functies van FaceFilter Studio.
76
Problemen met PhotoCapture Center™
Probleem Suggesties
Verwisselbare schijf werkt niet correct.
1 Heeft u de update voor Windows
als dat niet zo is:
1) Koppel de USB-kabel los.
2) Installeer de update voor Windows manieren.
Installeer MFL-Pro Suite vanaf de cd-rom. (Zie de
Installatiehandleiding.)
Download het meest recente Service Pack van de Microsoft-website.
3) Wacht ongeveer 1 minuut nadat de pc opnieuw is gestart en sluit daarna de USB-kabel aan.
2 Verwijder de geheugenkaart of het USB-flashstation en plaats deze weer
terug.
3 Als u ‘Uitwerpen’ heeft geprobeerd vanuit Windows
geheugenkaart of het USB-flashstation verwijderen voordat u doorgaat.
Problemen oplossen en routineonderhoud
®
2000 geïnstalleerd? Ga als volgt te werk
®
2000 op een van de volgende
®
, moet u de
4 Als er een foutmelding wordt weergegeven wanneer u de geheugenkaart of
het USB-flashstation probeert uit te werpen, betekent dit dat de kaart in gebruik was. Wacht even en probeer het opnieuw.
5 Als niets van het bovenstaande werkt, uw pc en machine uitzetten en
vervolgens opnieuw aanzetten. (U moet de stekker van de machine uit het stopcontact halen om de machine uit te zetten.)
Geen toegang tot Verwisselbare schijf via bureaubladpictogram.
Een gedeelte van de foto mist op de afdruk.
Controleer of de geheugenkaart of het USB-flashstation op de juiste wijze is geplaatst.
Zorg ervoor dat Afdrukken zonder rand en Bijsnijden (crop) zijn uitgeschakeld. (Zie Afdrukken zonder rand op pagina 52 en Bijsnijden (crop) op pagina 52.)
Netwerkproblemen
Probleem Suggesties
Afdrukken via het netwerk onmogelijk.
De functie netwerkscannen werkt niet.
Controleer of uw machine aanstaat, online is en klaar is om af te drukken. Druk de netwerkconfiguratielijst af (zie Rapporten afdrukken op pagina 29) en controleer de huidige netwerkinstellingen in deze lijst. Sluit de LAN-kabel weer aan op de hub om te controleren of de kabels en de netwerkaansluitingen in orde zijn. Probeer, indien mogelijk, de machine aan te sluiten op een andere poort van uw hub en gebruik een andere kabel. Als de aansluitingen goed zijn, wordt op de machine twee seconden lang LAN Actief weergegeven.
(Zie de netwerkhandleiding voor meer informatie over netwerkproblemen.)
(Alleen bij gebruik van Windows geblokkeerd door firewallinstellingen op uw pc. Volg onderstaande instructies om de firewall te configureren. Als u eigen firewallsoftware gebruikt, raadpleegt u de gebruikershandleiding voor uw software of neemt u contact op met de softwarefabrikant.
Bij gebruik van Windows de softwarehandleiding op de cd-rom.
Bij gebruik van Windows (http://solutions.brother.com
®
) De vereiste netwerkverbinding wordt mogelijk
®
XP SP2 en Windows Vista®: zie Firewall-instellingen in
®
XP SP1: ga naar het Brother Solutions Center
).
B
77
Netwerkproblemen (Vervolg)
Probleem Suggesties
Uw computer kan de machine niet vinden.
<Windows
De vereiste netwerkverbinding wordt mogelijk geblokkeerd door firewallinstellingen op uw pc. Zie bovenstaande instructies voor meer informatie.
<Macintosh
Selecteer uw machine opnieuw in de toepassing Device Selector in Macintosh HD/Bibliotheek/Printers/Brother/Utilities/DeviceSelector of in de modellijst in ControlCenter2.
®
-gebruikers>
®
-gebruikers>
78
Problemen oplossen en routineonderhoud

Foutmeldingen B

Zoals met alle geavanceerde kantoorproducten kunnen er fouten optreden. In dergelijke gevallen kan de machine de fout doorgaans zelf identificeren en wordt een foutmelding getoond. De onderstaande lijst geeft een overzicht van de meest voorkomende onderhouds- en foutmeldingen.
De meeste fouten en algemene onderhoudswerkzaamheden kunt u zelf afhandelen. Indien u extra hulp nodig heeft, biedt het Brother Solutions Center de meest recente veelgestelde vragen en tips voor het oplossen van problemen.
Ga naar http://solutions.brother.com
Foutmelding Oorzaak Wat te doen
Alleen BK afdr. Een of meer kleureninktcartridges
zijn leeg. Als dit bericht wordt weergegeven op het LCD­scherm, werken de volgende functies als volgt:
Afdrukken
Wanneer u op Grijstinten op het tabblad Geavanceerd van de printerdriver klikt, kunt u de machine gedurende ongeveer vier weken als monochrome printer gebruiken, afhankelijk van het aantal pagina's dat u afdrukt.
Kopiëren
Als de papiersoort is ingesteld op Normaal pap. of Inkjet papier kunt u kopieën maken in zwart-wit.
Als de papiersoort is ingesteld op
Glossy anders of Brother BP71, stopt de
machine alle printbewerkingen. Als u de machine van het lichtnet loskoppelt of de lege inktcartridge verwijdert, kunt u de machine pas weer gebruiken wanneer u een nieuwe inktcartridge plaatst.
Beeld te klein. Het formaat van de foto is te klein
om deze bij te snijden.
Beeld te lang. Uw foto is onregelmatig van vorm,
zodat geen effecten kunnen worden toegevoegd.
Deksel is open. Het scannerdeksel is niet goed
gesloten.
Het deksel van de inktcartridge is niet volledig gesloten.
Document nazien Het document is niet correct
geplaatst of het document dat via de ADF is gescand, was te lang.
Formaat nazien U gebruikt een verkeerd
papierformaat.
.
Vervang de lege inktcartridges. (Zie De inktcartridges vervangen op pagina 86.)
Kies een grotere afbeelding.
Kies een foto die regelmatig van vorm is.
Til het scannerdeksel op en sluit dit weer.
Sluit het deksel van de inktcartridge goed, totdat u een klik hoort.
Zie De ADF gebruiken op pagina 23. Zie Vastgelopen document op pagina 82.
Controleer of de instelling van het papierformaat overeenkomt met het papierformaat dat u in de lade plaatst. (Zie Papierformaat en -soort op pagina 26.)
B
79
Foutmelding Oorzaak Wat te doen
Geen bestand De geheugenkaart of het USB-
flashstation in de mediasleuf bevat geen JPG-bestand.
Geen patroon Een van de inktcartridges is niet
correct geïnstalleerd.
Steek de juiste geheugenkaart of het juiste USB-flashstation in de sleuf.
Verwijder de nieuwe inktcartridge en installeer deze langzaam opnieuw tot deze op zijn plaats klikt.
inktcartridges vervangen op pagina 86.)
Geheugen vol Het geheugen van de machine is
vol.
Op de geheugenkaart of het USB­flashstation dat u gebruikt, is onvoldoende vrije ruimte beschikbaar om de documenten te scannen.
Hub is Onbruikbaar.
Inkt bijna op Eén of meer inktcartridges zijn
Kan niet afdr. Een of meer inktcartridges is leeg.
Kan niet detect. U heeft de nieuwe inktcartridge te
Media fout De geheugenkaart is beschadigd,
Media is vol. De geheugenkaart of het USB-
Meer gegevens Er zitten nog afdrukgegevens in
Onbruikb. app. Apparaat loskoppelen
van frontconnector en zet machine uit en weer aan
Er is een hub of een USB­flashstation met een hub op de USB Direct-interface aangesloten.
bijna leeg.
De machine stopt alle printbewerkingen.
snel geïnstalleerd en de cartridge is niet gedetecteerd.
Als u geen originele Brother-inkt gebruikt, wordt de inktcartridge mogelijk niet door de machine gedetecteerd.
Een van de inktcartridges is niet juist geïnstalleerd.
onjuist geformatteerd of er is een probleem met de geheugenkaart.
flashstation bevat al 999 bestanden.
het geheugen van de machine.
Er is een defect apparaat op de USB Direct-interface aangesloten.
Tijdens het afdrukken, drukt u op Stop/Eindigen en wacht u tot andere taken zijn uitgevoerd en vervolgens probeert u het opnieuw.
Verwijder bestanden die u niet gebruikt van de geheugenkaart of het USB­flashstation om ruimte vrij te maken en probeer het vervolgens opnieuw.
Een hub of USB-flashstation met hub wordt niet ondersteund. Ontkoppel het apparaat van de USB Direct-interface.
Bestel een nieuwe inktcartridge.
Vervang de lege inktcartridges. (Zie De inktcartridges vervangen op pagina 86.)
Verwijder de nieuwe inktcartridge en installeer deze langzaam opnieuw tot deze op zijn plaats klikt.
Vervang de cartridge door een originele Brother-inktcartridge. Als het probleem hiermee niet is verholpen, neemt u contact op met uw Brother-dealer.
Verwijder de nieuwe inktcartridge en installeer deze langzaam opnieuw tot deze op zijn plaats klikt. (Zie De inktcartridges vervangen op pagina 86.)
Steek de kaart weer goed in de sleuf terug om er zeker van te zijn dat de kaart zich in de juiste positie bevindt. Indien de fout blijft bestaan, controleert u het mediastation (de sleuf) door een andere geheugenkaart te plaatsen waarvan u weet dat deze werkt.
De machine kan alleen naar een geheugenkaart of USB-flashstation opslaan als zich hierop minder dan 999 bestanden bevinden. Verwijder bestanden die u niet gebruikt om ruimte vrij te maken en probeer het opnieuw.
Druk op Stop/Eindigen. De machine annuleert de taak en verwijdert deze uit het geheugen. Probeer opnieuw te printen.
Koppel het apparaat los van de USB Direct-interface en druk vervolgens op AAN/UIT om de machine uit en vervolgens weer aan te zetten.
(Zie De
80
Problemen oplossen en routineonderhoud
Foutmelding Oorzaak Wat te doen
Onbruikb. app. USB-Apparaat
Loskoppelen.
Opstartprobleem. XX
Er is een USB-apparaat of USB­flashstation dat niet wordt ondersteund, aangesloten op de USB Direct-interface.
(Ga naar http://solutions.brother.com meer informatie.)
De machine heeft een mechanisch probleem.
voor
OF
Er bevindt zich in de machine een voorwerp dat er niet hoort, zoals een paperclip of afgescheurd papier.
Papier nazien De machine heeft geen papier
meer of het papier is niet goed in de papierlade geplaatst.
Het papier is vastgelopen in de machine.
De externe achterklep of de interne achterklep is misschien niet goed gesloten.
Papierstoring Papier is vastgelopen in de
machine.
Print onmogelijk XX
De machine heeft een mechanisch probleem.
OF
Er bevindt zich in de machine een voorwerp dat er niet hoort, zoals een paperclip of afgescheurd papier.
Reinigen onmog. XX De machine heeft een
mechanisch probleem.
OF
Er bevindt zich in de machine een voorwerp dat er niet hoort, zoals een paperclip of afgescheurd papier.
Ontkoppel het apparaat van de USB Direct-interface.
Open het scannerdeksel en verwijder vreemde voorwerpen uit de machine. Als het probleem hiermee niet is verholpen, haalt u de stekker van de machine uit het stopcontact en steekt u deze na enkele minuten weer in het stopcontact.
Ga op een van de volgende manieren te werk:
Plaats papier in de papierlade en druk
vervolgens op Mono Start of Kleur Start.
Verwijder het papier, plaats het terug in
de papierlade en druk op Mono Start of Kleur Start.
Zie Papier vastgelopen in de machine op pagina 83.
Open de externe achterklep en de interne achterklep en sluit deze goed.
Open de externe achterklep en de interne achterklep (aan de achterzijde van de machine) en verwijder het vastgelopen papier. (Zie Papier vastgelopen in de machine op pagina 83.)
Zie Papier vastgelopen in de machine op pagina 83. Controleer of de papiergeleider voor de lengte is afgesteld op het juiste papierformaat. Trek de papierlade niet uit wanneer u A5 of een kleiner papierformaat gebruikt.
Open het scannerdeksel en verwijder vreemde voorwerpen uit de machine. Als het probleem hiermee niet is verholpen, haalt u de stekker van de machine uit het stopcontact en steekt u deze na enkele minuten weer in het stopcontact.
Open het scannerdeksel en verwijder vreemde voorwerpen uit de machine. Als het probleem hiermee niet is verholpen, haalt u de stekker van de machine uit het stopcontact en steekt u deze na enkele minuten weer in het stopcontact.
B
81
Foutmelding Oorzaak Wat te doen
Scan onmogelijk XX De machine heeft een
mechanisch probleem. —OF— Er bevindt zich in de machine een
voorwerp dat er niet hoort, zoals een paperclip of afgescheurd papier.
Temperatuur hoog De printkop is te warm. Laat de machine afkoelen.
Temperatuur laag De printkop is te koud. Laat de machine opwarmen.
Touchscreen initial. mislukt
Het touchscreen is aangeraakt voordat de machine volledig is ingeschakeld.
Open het scannerdeksel en verwijder vreemde voorwerpen uit de machine. Als het probleem hiermee niet is verholpen, haalt u de stekker van de machine uit het stopcontact en steekt u deze na enkele minuten weer in het stopcontact.
Haal de stekker van de machine uit het stopcontact of schakel de machine uit. Zorg ervoor dat het touchscreen niet wordt aangeraakt en dat er niets op ligt. Steek de stekker weer in het stopcontact of schakel de machine in. Wacht totdat de menuknop verschijnt voordat u het touchscreen gebruikt.
Foutanimaties B
Met foutanimaties worden stapsgewijze instructies weergegeven wanneer het papier is vastgelopen. U kunt de stappen in uw eigen
tempo lezen door op te drukken om de volgende stap weer te geven en door op
te drukken om terug te gaan. Als u niet binnen 1 minuut op een toets drukt, wordt de animatie weer automatisch uitgevoerd.
Opmerking
U kunt op of drukken om de automatische animatie te onderbreken en terug te keren naar de stapsgewijze modus.
Vastgelopen document B
Het document is boven in de ADF vastgelopen
a Verwijder al het papier dat niet is
vastgelopen uit de ADF.
b Open het ADF-deksel. c Trek het vastgelopen document er naar
rechts uit.
B
Documenten kunnen vastlopen in de ADF als ze niet correct zijn geplaatst of ingevoerd, of als ze te lang zijn. Ga als volgt te werk om vastgelopen papier te verwijderen.
82
d Sluit het ADF-deksel. e Druk op Stop/Eindigen.
Opmerking
Sluit het ADF-deksel goed door er in het midden voorzichtig op te drukken om het vastlopen van papier in de toekomst te voorkomen.
Problemen oplossen en routineonderhoud
Het document is in de ADF vastgelopen
a Verwijder al het papier dat niet is
vastgelopen uit de ADF.
b Til het documentdeksel op. c Trek het vastgelopen document er naar
rechts uit.
Papier vastgelopen in de
B
machine B
Verwijder het vastgelopen papier uit de plaats waar het in de machine is vastgelopen. Open en sluit het scannerdeksel om de fout te wissen.
a Trek de papierladen (1) uit de machine.
1
1
d Sluit het documentdeksel. e Druk op Stop/Eindigen.
B
83
b Trek het vastgelopen papier (1) eruit en
druk op Stop/Eindigen.
1
d Open de externe achterklep (1) aan de
achterzijde van de machine. Trek het vastgelopen papier uit de machine.
c Reset de machine door het
scannerdeksel vanaf de voorkant van de machine te openen en weer te sluiten.
Als u het vastgelopen papier niet
vanaf de voorkant kunt verwijderen, of als de foutmelding op het LCD­scherm blijft verschijnen nadat u het vastgelopen papier verwijderd heeft, ga dan naar de volgende stap.
1
1
84
Problemen oplossen en routineonderhoud
e Sluit de interne achterklep (1) als deze
openstaat, zoals hieronder weergegeven.
1
f Sluit de externe achterklep.
Controleer of de klep goed gesloten is.
g Gebruik beide handen en de plastic
lipjes aan beide zijden van de machine om het scannerdeksel (1) op te tillen, totdat deze in de open stand vergrendeld is. Zorg dat er geen vastgelopen papier in de hoeken van de machine achterblijft.
1
Opmerking
• Als het papier onder de printkop is vastgelopen, moet u de stekker van de machine uit het stopcontact trekken, en vervolgens de printkop bewegen om het papier te verwijderen.
• Als de printkop in de rechterbovenhoek is gestopt, zoals in de illustratie, kunt u de printkop niet verplaatsen. Houd de knop Stop/Eindigen ingedrukt totdat de printkop in het midden staat. Haal vervolgens de stekker van de machine uit het stopcontact en verwijder het papier.
• Als inkt op uw huid of kleding komt, wast u deze onmiddellijk met zeep of een wasmiddel.
B
85
h Houd het scannerdeksel vast met de
vingergrepen aan weerszijden en sluit het deksel voorzichtig door de steun van het scannerdeksel (1) naar beneden te duwen.
1
Zorg dat uw vingers niet beklemd raken onder het scannerdeksel.
Gebruik bij het openen en sluiten van het scannerdeksel altijd de vingergrepen aan weerszijden van het deksel.
WAARSCHUWING

Routineonderhoud B

De inktcartridges vervangen B
Uw machine is voorzien van een inktstippenteller. De inktstippenteller controleert automatisch het inktniveau in elk van de 4 cartridges. Als de machine ontdekt dat een inktcartridge bijna leeg is, zal de machine u waarschuwen door middel van een melding op het LCD-scherm.
Het LCD-scherm informeert u welke inktcartridge bijna leeg is of vervangen moet worden. Volg de aanwijzingen op het LCD­scherm om de inktcartridges in de juiste volgorde te vervangen.
Ook al informeert de machine u dat er een inktcartridge leeg is, zal er nog een kleine hoeveelheid inkt in de inktcartridge aanwezig zijn. Het is noodzakelijk dat er inkt in de inktcartridge aanwezig blijft om te voorkomen dat de lucht de printkopset uitdroogt en beschadigt.
VOORZICHTIG
i Duw papierlade 1 en 2 stevig terug in de
machine.
Opmerking
Trek de papiersteun uit tot u de klik hoort.
De multifunctionele machines van Brother zijn ontworpen om te werken met inkt van een bepaalde specificatie, en ze leveren optimale prestaties en betrouwbaarheid indien gebruikt met originele inktcartridges van Brother. Brother kan deze optimale prestaties en betrouwbaarheid niet garanderen indien inkt of inktcartridges van andere specificaties gebruikt worden. Het gebruik van cartridges anders dan originele cartridges van Brother of het gebruik van cartridges die met inkt van andere merken zijn gevuld, wordt door Brother afgeraden. Indien de printkop of andere delen van deze machine worden beschadigd als gevolg van het gebruik van andere merken inkt of inktcartridges, worden hieruit voortvloeiende reparaties mogelijk niet gedekt door de garantie.
86
Problemen oplossen en routineonderhoud
a Open het deksel van de inktcartridge.
Als een of meer inktcartridges leeg zijn, bijvoorbeeld Zwart, wordt op het LCD­scherm Kan niet afdr. weergegeven.
b Druk op de ontgrendelingshendel (zie
illustratie) om de op het LCD-scherm aangegeven cartridge te ontgrendelen. Verwijder de cartridge uit de machine.
C
Y
BK
d Draai de groene knop op het gele
beschermkapje rechtsom om de vacuüm verzegeling te verwijderen en verwijder dan het kapje (1).
1
C
Y
K
B
c Open de verpakking met de nieuwe
inktcartridge voor de kleur die op het LCD-scherm wordt getoond, en haal vervolgens de inktcartridge eruit.
e Elke kleur heeft zijn eigen juiste positie.
Plaats de inktcartridge in de richting van de pijl op het etiket.
f Duw de inktcartridge voorzichtig in de
machine tot deze vastklikt en sluit het deksel van de inktcartridge.
B
C
Y
BK
87
g Er wordt automatisch een reset
uitgevoerd voor de inktstippenteller.
Opmerking
• Als u een inktcartridge hebt vervangen (bijvoorbeeld zwart), wordt u mogelijk gevraagd te bevestigen dat dit een nieuwe cartridge was (bijvoorbeeld Veranderd?
Zwarte inkt). Druk voor elke nieuwe cartridge die u geïnstalleerd hebt op Ja om de inktstippenteller voor die kleur te resetten. Als de inktcartridge die u heeft geïnstalleerd niet nieuw is, moet u op Nee drukken.
• Als op het LCD-scherm de melding Geen patroon of Kan niet detect. wordt weergegeven nadat u de inktcartridges heeft geïnstalleerd, dient u te controleren of deze correct zijn geïnstalleerd.
WAARSCHUWING
Als de kleuren gemengd zijn omdat u een inktcartridge in de verkeerde positie geïnstalleerd heeft, moet u nadat de cartridge op de juiste plaats geïnstalleerd is, de printkop diverse keren reinigen.
Installeer een inktcartridge onmiddellijk na het openen in de machine en verbruik deze binnen zes maanden na de installatie. Gebruik ongeopende inktcartridges vóór de uiterste verbruiksdatum die op de cartridgeverpakking vermeld staat.
De inktcartridge NIET openmaken of ermee knoeien, want daardoor kan de cartridge inkt verliezen.
De buitenkant van de machine schoonmaken B
Mocht u inkt in uw ogen krijgen, spoel ze dan onmiddellijk met water en raadpleeg een arts als u zich zorgen maakt.
VOORZICHTIG
Verwijder inktcartridges ALLEEN als ze aan vervanging toe zijn. Als u zich niet aan dit voorschrift houdt, kan de hoeveelheid inkt achteruitgaan en weet de machine niet hoeveel inkt er nog in de cartridge zit.
Raak de houders voor de cartridges NIET aan. Als u dat doet, kan de inkt vlekken op uw huid achterlaten.
Als inkt op uw huid of kleding komt, wast u deze onmiddellijk met zeep of een wasmiddel.
Reinig het touchscreen als volgt:
VOORZICHTIG
Schakel de machine uit met de stroomschakelaar wanneer u het touchscreen schoonmaakt.
Gebruik GEEN vloeibaar reinigingsmiddel (inclusief ethanol).
a Maak het touchscreen schoon met een
droge zachte doek.
88
Problemen oplossen en routineonderhoud
Maak de buitenkant van de machine als volgt schoon:
VOORZICHTIG
Gebruik neutrale schoonmaakmiddelen. Reiniging met vluchtige vloeistoffen, zoals verdunner of benzine, beschadigt de buitenkant van de machine.
Gebruik GEEN schoonmaakmiddelen die ammoniak bevatten.
Gebruik GEEN isopropylalcohol om het bedieningspaneel schoon te maken. Het paneel kan barsten.
a Trek de papierladen (1) volledig uit de
machine.
b Reinig de buitenkant van de machine
met een zachte doek om stof te verwijderen.
c Verwijder alles dat zich aan de
binnenkant van de papierlade bevindt.
d Gebruik een zachte doek om stof uit de
papierladen te verwijderen.
1
B
e Plaats de papierladen stevig terug in de
machine.
1
89
De glasplaat reinigen B
a Til het documentdeksel (1) op. Reinig de
glasplaat (2) en het witte plastic (3) met een zachte, pluisvrije doek die is bevochtigd met een niet-brandbare glasreiniger.
1
De geleiderol van de machine reinigen B
WAARSCHUWING
Haal altijd het netsnoer van de machine uit het stopcontact voordat u de geleiderol (1) schoonmaakt.
3
2
b Reinig op de ADF de witte balk (1) en de
glazen strook (2) met een pluisvrije doek die is bevochtigd met een niet­brandbare glasreiniger.
1
a Gebruik beide handen en de plastic
lipjes aan beide zijden van de machine om het scannerdeksel op te tillen, totdat deze in de open stand vergrendeld is.
b Maak de geleiderol van de machine (1)
en het gedeelte eromheen schoon en veeg eventuele inkt weg met een zachte, droge, pluisvrije doek.
2
Opmerking
Nadat u de glazen strook volgens de instructies heeft gereinigd, veegt u er met uw vinger over om te controleren op oneffenheden. Als u stof of vuil voelt, maakt u de glazen strook nogmaals schoon, waarbij u vooral aandacht besteedt aan het betreffende gebied. U zult het reinigingsproces mogelijk drie of vier keer moeten herhalen. Maak na elke schoonmaakbeurt een kopie ter controle.
90
1
Loading...