Ondersteunde protocollen en beveiligingsfuncties ................................................................................101
Functietabel Beheer via een webbrowser..............................................................................................102
BIndex111
iii
Page 5
1
Inleiding1
Netwerkfuncties1
Uw Brother-apparaat kan met behulp van de interne netwerkscanserver worden gedeeld via een draadloos
Ethernet-netwerk (IEEE 802.11b/g/n). De scanserver ondersteunt verschillende functies en
verbindingsmethoden, afhankelijk van uw besturingssysteem en netwerkconfiguratie. In het volgende
schema staan de netwerkfuncties en de verbindingen die door elk besturingssysteem worden ondersteund:
1
BesturingssystemenWindows® XP 32-bits (SP3)
®
®
8
®
8.1
®
10
®
2003 R2
®
2008
®
2008 R2
®
2012
®
2012 R2
rr
r
r
rr
rr
r
Scannen
Raadpleeg de Gebruikershandleiding.
BRAdmin Light
Zie BRAdmin Light gebruiken (Windows®)
op pagina 3.
BRAdmin Professional 3
Zie BRAdmin Professional 3 (Windows®)
op pagina 6.
Beheer via een webbrowser
Zie Beheer via een webbrowser op pagina 38.
Remote Setup
Raadpleeg de Gebruikershandleiding.
Status Monitor
Raadpleeg de Gebruikershandleiding.
Vertical Pairing (Verticaal koppelen)
1
2
Windows Vista
Windows® 7
Windows
Windows
Windows
Windows Server
32-bits (SP2)
Windows Server
Windows Server
Windows Server
Windows Server
Server OS ondersteunt alleen
het scannen
OS X v10.8.5, 10.9.x,
10.10.x, 10.11.x
Zie Netwerkscannen voor de infrastructuurmodus
installeren bij gebruik van Vertical Pairing
(Windows
Windows
1
U kunt BRAdmin Light downloaden vanaf support.brother.com
2
U kunt BRAdmin Professional 3 downloaden vanaf support.brother.com
®
7, Windows® 8, Windows® 8.1,
®
10) op pagina 99.
r
1
Page 6
Inleiding
Overige functies1
LDAP (ADS-2800W/ADS-3600W)1
Met behulp van het LDAP-protocol kunt u op uw computer naar informatie zoeken, zoals e-mailadressen.
Wanneer u de functie Scannen naar e-mailserver gebruikt, kunt u de LDAP-zoekopdracht gebruiken om
e-mailadressen te vinden. (Zie De LDAP-configuratie wijzigen via het bedieningspaneel van het apparaat (ADS-2800W/ADS-3600W) op pagina 45.)
Scannen naar e-mailserver (ADS-2800W/ADS-3600W)1
Met de functie Scannen naar e-mailserver kunt u gescande documenten via internet verzenden. (Zie
Scannen naar e-mailserver (ADS-2800W/ADS-3600W) op pagina 59.)
Voordat u deze functie kunt gebruiken, moet u de benodigde apparaatinstellingen configureren via het
bedieningspaneel van het apparaat, BRAdmin Professional 3, of Beheer via een webbrowser.
Beveiliging1
Uw Brother-apparaat gebruikt enkele van de modernste protocollen voor netwerkbeveiliging en -versleuteling.
(Zie Beveiligingsfuncties op pagina 63.)
1
Wi-Fi Direct® (ADS-2800W/ADS-3600W)1
Wi-Fi Direct® is één van de draadloze configuratiemethoden die zijn ontwikkeld door de Wi-Fi Alliance®.
Dit type verbinding is een Wi-Fi-standaard waarmee apparaten op een veilige manier zonder draadloos
toegangspunt verbinding met elkaar kunnen maken. (Zie Wi-Fi Direct
®
gebruiken op pagina 31.)
2
Page 7
2
Netwerkinstellingen wijzigen2
De netwerkinstellingen van het apparaat wijzigen2
U kunt de netwerkinstellingen van het apparaat wijzigen met het bedieningspaneel, BRAdmin Light, Beheer
via een webbrowser of BRAdmin Professional 3.
Het bedieningspaneel van het apparaat gebruiken (ADS-2800W/ADS-3600W)2
U kunt uw apparaat voor een netwerk configureren met het menu Netwerk op het bedieningspaneel.
De netwerkstatus controleren (ADS-2800W/ADS-3600W)2
1 Druk op het lcd-scherm van het apparaat op .
2 Druk op Netwerk.
3 Druk op LAN met kabel.
2
4 Druk op Status bedraad.
5 Druk op Status.
BRAdmin Light gebruiken (Windows®)2
BRAdmin Light is een hulpprogramma voor de voorbereidende installatie van Brother-apparaten met een
netwerkverbinding. Dit hulpprogramma kan bovendien worden gebruikt om in een TCP/IP-omgeving te zoeken
naar Brother-producten, om de status van apparaten weer te geven en om algemene netwerkinstellingen
zoals het IP-adres te configureren.
BRAdmin Light installeren2
1 Zorg dat het apparaat is ingeschakeld.
2 Schakel uw computer in. Sluit eventueel geopende toepassingen.
3 Plaats de installatie-dvd-rom in het dvd-romstation.
4 Dubbelklik op (Dvd-station):\Hulpprogramma’s\BRAdminLight\xxx\Disk1\setup.exe.
3
Page 8
Netwerkinstellingen wijzigen
OPMERKING
Het IP-adres, het subnetmasker en de gateway instellen met BRAdmin Light2
• Ga naar de pagina Downloads voor uw model in het Brother Solutions Center op support.brother.com om
de nieuwste versie van BRAdmin Light van Brother te downloaden.
• Als u voor het beheer van uw apparaat een meer geavanceerde versie nodig hebt, gebruikt u de nieuwste
versie van BRAdmin Professional 3. Ga naar de pagina Downloads voor uw model in het Brother
Solutions Center op support.brother.com
is uitsluitend beschikbaar voor Windows
om BRAdmin Professional 3 te downloaden. Dit hulpprogramma
®
-gebruikers.
• Als u de firewallfunctie van een antispyware- of antivirusprogramma gebruikt, moet u deze functie tijdelijk
uitschakelen. Wanneer u eenmaal hebt vastgesteld dat u kunt scannen, kunt u de firewall weer inschakelen.
• Naam van knooppunt: de naam van het knooppunt wordt weergegeven in het venster van BRAdmin Light.
De standaardnaam van het knooppunt van de scanserver in het apparaat is "BRWxxxxxxxxxxxx" voor een
draadloos netwerk (waarbij "xxxxxxxxxxxx" het MAC-adres/Ethernet-adres van uw apparaat is).
• Er hoeft standaard geen wachtwoord te worden ingevoerd. Als u een wachtwoord hebt ingesteld, vult u dit
in en drukt u op OK.
1 Start BRAdmin Light.
Windows
®
XP, Windows Vista® en Windows® 7
2
Klik op (Start) > Alle programma’s > Brother > BRAdmin Light > BRAdmin Light.
Windows
®
8, Windows® 8.1 en Windows® 10
Klik in het systeemvak op (BRAdmin Light).
2 BRAdmin Light zoekt automatisch naar nieuwe apparaten.
4
Page 9
Netwerkinstellingen wijzigen
OPMERKING
3 Dubbelklik op uw Brother-apparaat.
• Als de scanserver is ingesteld op de fabrieksinstellingen (en u geen DHCP/BOOTP/RARP-server gebruikt),
verschijnt het apparaat als Niet geconfigureerd in het hulpprogrammavenster van BRAdmin Light.
• U kunt het MAC-adres (Ethernet-adres) en de naam van het knooppunt voor het apparaat weergeven
op het lcd-scherm van het apparaat (ADS-2800W/ADS-3600W).
2
Druk op > Netwerk > WLAN > MAC-adres om het MAC-adres te zoeken.
Druk op > Netwerk > WLAN > TCP/IP > Knooppuntnaam om de naam van het knooppunt te zoeken.
4 Selecteer STATIC in de lijst Boot-methode. Vul het IP-adres, Subnetmasker en de Gateway (indien
nodig) voor het apparaat in.
5 Klik op OK.
6 Uw Brother-apparaat wordt in de lijst met apparaten weergegeven. Wanneer dit niet het geval is,
controleer dan uw IP-adres in stap 4.
5
Page 10
Netwerkinstellingen wijzigen
OPMERKING
Overige beheerprogramma’s2
Beheer via een webbrowser2
U kunt een gewone webbrowser gebruiken om de instellingen van de scanserver te wijzigen via HTTP
(HyperText Transfer Protocol) of HTTPS (HyperText Transfer Protocol Secure). (Zie De apparaatinstellingen configureren op pagina 39.)
BRAdmin Professional 3 (Windows®)2
BRAdmin Professional 3 is een hulpprogramma voor geavanceerd beheer van Brother-apparaten met een
netwerkverbinding. Met dit hulpprogramma kunt u zoeken naar producten van Brother in uw netwerk en ze
weergeven in een overzichtelijk Verkenner-achtig venster. De pictogrammen geven met verschillende kleuren
de status van elk apparaat aan. U kunt netwerk- en apparaatinstellingen configureren en apparaatfirmware
bijwerken vanaf een computer met Windows
ook de activiteiten van Brother-apparaten in uw netwerk vastleggen en de vastgelegde loggegevens
exporteren in HTML-, CSV-, TXT- of SQL-indeling.
®
die aangesloten is op uw netwerk. BRAdmin Professional 3 kan
2
• Gebruik de nieuwste versie van het hulpprogramma BRAdmin Professional 3. Ga naar de pagina Downloads
voor uw model in het Brother Solutions Center op support.brother.com
Brother te downloaden. Dit hulpprogramma is uitsluitend beschikbaar voor Windows
om BRAdmin Professional 3 van
®
-gebruikers.
• Als u de firewallfunctie van een antispyware- of antivirusprogramma gebruikt, moet u deze functie tijdelijk
uitschakelen. Wanneer u eenmaal hebt vastgesteld dat u kunt scannen, kunt u de firewall weer inschakelen.
• Naam van knooppunt: Voor elk Brother-apparaat in het netwerk verschijnt de naam van het knooppunt
in BRAdmin Professional 3. De standaardnaam van het knooppunt is "BRWxxxxxxxxxxxx" voor een
draadloos netwerk (waarbij "xxxxxxxxxxxx" het MAC-adres/Ethernet-adres van uw apparaat is).
43215678 9
101112
1 Netwerk doorzoeken
Zoekt naar apparaten in uw netwerk.
BRAdmin Professional wordt standaard zo geconfigureerd dat alle ondersteunde netwerkapparaten
in uw lokale netwerk die met een geldig IP-adres zijn geconfigureerd, worden weergegeven.
6
Page 11
Netwerkinstellingen wijzigen
OPMERKING
2 Apparaatstatus ophalen (ALLE)
Hiermee wordt de status vernieuwd van apparaten waarmee BRAdmin Professional communiceert.
3 Niet-geconfigureerde apparaten instellen
Als uw met het netwerk verbonden Brother-apparaat geen geldig IP-adres heeft, kunt u met BRAdmin
Professional het IP-adres, het subnetmasker, het gateway-adres en de boot-methode van het apparaat
instellen.
4 Startpagina apparaat (Beheer via een webbrowser)
Hiermee wordt verbinding gemaakt met de geïntegreerde webserver in het apparaat (houd er rekening
mee dat niet alle apparaten een geïntegreerde webserver hebben).
5 Bestand verzenden
Hiermee wordt een bestand naar een apparaat verzonden.
6 Help-onderwerpen
Hiermee wordt het Help-bestand voor BRAdmin Professional 3 geopend.
7 Logbestand vernieuwen
Hiermee wordt de geschiedenis van het logbestand vernieuwd.
8 Het logbestand voor netwerkapparaten weergeven
Hiermee wordt de loginformatie van alle apparaten in het netwerk weergegeven.
2
9 Het logbestand van lokale apparaten weergeven
Hiermee worden de logbestandgegevens getoond van alle apparaten die op de clientcomputers zijn
aangesloten en die in de Logbestandinstellingen voor lokale apparaten zijn geregistreerd.
10 Status
Selecteer een status in de vervolgkeuzelijst.
11 Filter
Selecteer een filter in de vervolgkeuzelijst.
Om een filter in de vervolgkeuzelijst te kunnen selecteren, moet u menu’s toevoegen door van tevoren
op te klikken.
12 Kolom
Met de optie Kolominstellingen kunt u aangeven welke kolommen in het hoofdscherm van BRAdmin
Professional moeten worden weergegeven.
Voor meer informatie over BRAdmin Professional 3 klikt u op .
7
Page 12
OPMERKING
Het apparaat configureren voor
3
een draadloos netwerk
(ADS-2800W/ADS-3600W)
Overzicht3
U kunt het beste een van de installatiemethoden uit de Installatiehandleiding volgen als u het apparaat
wilt aansluiten op een draadloos netwerk. Ga in het Brother Solutions Center naar de pagina
solutions.brother.com/manuals
Lees dit hoofdstuk voor meer informatie over extra draadloze configuratiemethoden en -instellingen.
Zie De netwerkinstellingen van het apparaat wijzigen op pagina 3 voor meer informatie over de
TCP/IP-instellingen.
• Om bij normaal gebruik de beste resultaten te krijgen, plaatst u het Brother-apparaat zo dicht mogelijk
bij het toegangspunt (de router) van het draadloze netwerk met zo min mogelijk obstakels tussen beide
apparaten. Grote objecten en muren tussen beide apparaten en storing door andere elektronische
apparaten kunnen van invloed zijn op de gegevensoverdrachtsnelheid voor documenten.
Vanwege deze factoren is een draadloze verbinding wellicht niet altijd de beste oplossing voor alle soorten
documenten en toepassingen. Als u vaak grote bestanden scant, zoals meerdere pagina’s tellende
documenten met zowel tekst als grote afbeeldingen, heeft een USB-kabel misschien de voorkeur omdat
gegevens dan sneller worden overgedragen.
voor uw model apparaat om de Installatiehandleiding. te downloaden.
3
3
• Voordat u de draadloze instellingen kunt configureren, moet u uw netwerknaam (SSID) en netwerksleutel
weten.
8
Page 13
Het apparaat configureren voor een draadloos netwerk (ADS-2800W/ADS-3600W)
2
5
1
4
3
Uw netwerkomgeving bepalen3
Aangesloten op een computer met een WLAN-toegangspunt/de router in het
netwerk (Infrastructuurmodus)3
3
1 WLAN toegangspunt/router
1
Als uw computer My WiFi Technology (MWT) van Intel® ondersteunt, kunt u de computer gebruiken als een WPS-toegangspunt
(Wi-Fi Protected Setup™).
2 Draadloos netwerkapparaat (uw Brother-apparaat)
3 Computer met draadloze functionaliteit die is aangesloten op het toegangspunt/de router van
het draadloze netwerk
4 Computer zonder draadloze functionaliteit die met een netwerkkabel is aangesloten op het
toegangspunt/de router van het draadloze netwerk
5 Mobiel apparaat dat is verbonden met het WLAN-toegangspunt/de router
1
Configuratiemethode3
Hieronder worden verschillende methoden beschreven voor het configureren van uw Brother-apparaat in een
draadloos netwerk. Kies de methode die het beste aansluit bij uw situatie.
Draadloze configuratie, tijdelijk (aanbevolen). Raadpleeg de Installatiehandleiding.
Draadloze configuratie met één druk op een knop via WPS (Wi-Fi Protected Setup™). Zie pagina 18.
Draadloze configuratie via de WPS-pincodemethode. Zie pagina 19.
Configuratie voor een draadloos netwerk met behulp van de installatiewizard. Zie pagina 29.
De WLAN-status controleren (ADS-2800W/ADS-3600W)3
1 Druk op het lcd-scherm van het apparaat op .
2 Druk op Netwerk.
3 Druk op WLAN.
4 Druk op a of b en druk dan op Status WLAN.
5 Druk op Status.
9
Page 14
Het apparaat configureren voor een draadloos netwerk (ADS-2800W/ADS-3600W)
1
2
Aangesloten op een computer met draadloze functionaliteit zonder
WLAN-toegangspunt/router in het netwerk (ad-hocmodus)3
Dit type netwerk heeft geen centraal WLAN-toegangspunt/centrale WLAN-router. De draadloze clients
communiceren rechtstreeks met elkaar. Wanneer uw draadloze Brother-apparaat deel uitmaakt van dit
netwerk, ontvangt het alle scantaken rechtstreeks van de computer die de scangegevens verzendt.
1 Draadloos netwerkapparaat (uw Brother-apparaat)
2 Computer met draadloze functionaliteit
Brother garandeert niet dat draadloze netwerkverbindingen in de ad-hocmodus tot stand gebracht kunnen
worden. Zie Configuratie in de ad-hocmodus op pagina 22 voor het configureren van het apparaat in de
ad-hocmodus.
3
10
Page 15
Het apparaat configureren voor een draadloos netwerk (ADS-2800W/ADS-3600W)
OPMERKING
Configuratie3
Als de SSID niet wordt uitgezonden3
1 Het is aan te raden dat u de instellingen van het draadloze netwerk noteert voordat u het apparaat
configureert. U hebt deze informatie nodig bij de configuratie.
Controleer en noteer de huidige instellingen van het draadloze netwerk.
Als uw router WEP-versleuteling gebruikt, voert u de sleutel in die als eerste WEP-sleutel wordt gebruikt.
Het Brother-apparaat ondersteunt alleen het gebruik van de eerste WEP-sleutel.
11
Page 16
Het apparaat configureren voor een draadloos netwerk (ADS-2800W/ADS-3600W)
2 Voer een van de volgende handelingen uit:
Windows
aPlaats de meegeleverde dvd-rom in het dvd-romstation.
bSelecteer Draadloze netwerkverbinding (wifi) en klik op Volgende.
®
3
cKlik op Draadloze configuratie.
12
Page 17
Het apparaat configureren voor een draadloos netwerk (ADS-2800W/ADS-3600W)
Macintosh
aDownload het volledige pakket met stuurprogramma’s en software van het Brother Solutions
Center (support.brother.com
).
bDubbelklik op het bureaublad op het pictogram BROTHER.
cDubbelklik op Hulpprogramma’s.
dDubbelklik op Setup Wizard voor draadloze apparaten.
3
13
Page 18
Het apparaat configureren voor een draadloos netwerk (ADS-2800W/ADS-3600W)
OPMERKING
3 Selecteer Configureren met een USB-kabel (aanbevolen), en klik op Volgende.
Het is raadzaam om tijdelijk een USB-kabel te gebruiken.
3
Als dit scherm verschijnt, lees dan de Belangrijke boodschap. Bevestig de SSID en de netwerksleutel,
schakel het selectievakje gecontroleerd en bevestigd in en klik op Volgende.
4 Sluit het apparaat tijdelijk rechtstreeks aan op de computer met een USB-kabel.
Klik op Volgende als het bevestigingsvenster wordt weergegeven.
14
Page 19
Het apparaat configureren voor een draadloos netwerk (ADS-2800W/ADS-3600W)
5 Klik op Volgende. (Alleen Windows
®
)
6 Voer een van de volgende handelingen uit:
3
• Selecteer de SSID die u wilt gebruiken en klik op Volgende. Configureer vervolgens de Netwerksleutel
en ga naar 0.
• Als de SSID die u wilt gebruiken niet werkt, klikt u op Geavanceerd en gaat u naar 7.
15
Page 20
Het apparaat configureren voor een draadloos netwerk (ADS-2800W/ADS-3600W)
7 Typ een nieuwe SSID in het veld Naam (SSID) en klik op Volgende.
3
8 Selecteer de Verificatiemethode en Versleutelingsmodus in de vervolgkeuzelijsten, vul in het veld
Netwerksleutel een netwerksleutel in, klik op Volgende en ga naar 0.
16
Page 21
Het apparaat configureren voor een draadloos netwerk (ADS-2800W/ADS-3600W)
OPMERKING
9 Vul in het veld Netwerksleutel een nieuwe netwerksleutel in en klik op Volgende.
3
0 Klik op Volgende. Het apparaat ontvangt de instellingen.
(Het volgende scherm kan afwijken, afhankelijk van uw instellingen.)
Ontkoppel de USB-kabel NIET voordat de aanwijzingen op het scherm bevestigen dat de configuratie is
voltooid en dat de kabel veilig kan worden verwijderd.
17
Page 22
Het apparaat configureren voor een draadloos netwerk (ADS-2800W/ADS-3600W)
OPMERKING
A Ontkoppel de USB-kabel tussen de computer en het apparaat.
B Klik op Voltooien.
WPS (Wi-Fi Protected Setup™) gebruiken3
1 Controleer of het draadloze toegangspunt/de router het WPS-symbool bevat, zoals hieronder afgebeeld.
2 Plaats het Brother-apparaat binnen het bereik van het draadloze toegangspunt/de router. Het bereik
varieert naargelang de omgeving. Raadpleeg de instructies bij het draadloze toegangspunt/de router.
3 Druk op het lcd-scherm van het apparaat op > Netwerk > WLAN > WPS.
Wanneer WLAN inschakelen? wordt weergegeven, drukt u op Ja om te bevestigen.
• Wanneer u binnen een paar seconden nadat u op de knop van de WPS-knop op het draadloze
toegangspunt/de router hebt gedrukt, WPS niet start via het lcd-scherm van het apparaat, kan de
verbinding mislukken.
• Wanneer uw draadloze toegangspunt/de router WPS ondersteunt en u uw apparaat wilt configureren met
de pincodemethode (Persoonlijk Identificatie Nummer), raadpleegt u De pincodemethode van Wi-Fi Protected Setup™ (WPS) gebruiken op pagina 19.
4 Wanneer in het lcd-scherm wordt aangegeven dat u WPS moet starten, drukt u op de WPS-knop op het
draadloze toegangspunt/de router (raadpleeg voor meer informatie de instructies die bij uw draadloze
toegangspunt/router zijn geleverd).
3
5 Het apparaat detecteert automatisch welke modus (WPS) het draadloze toegangspunt/de router
6 Wanneer uw draadloze apparaat goed verbinding maakt, wordt op het lcd-scherm het bericht
Druk op OK op het lcd-scherm van uw Brother-apparaat.
gebruikt en probeert verbinding te maken met uw draadloze netwerk.
Verbonden weergegeven totdat u op OK drukt.
De draadloze installatie is voltooid. Het Wi-Fi-lampje op het bedieningspaneel gaat branden om aan
te geven dat de netwerkinterface van het apparaat op WLAN is ingesteld.
18
Page 23
Het apparaat configureren voor een draadloos netwerk (ADS-2800W/ADS-3600W)
OPMERKING
OPMERKING
A
B
De pincodemethode van Wi-Fi Protected Setup™ (WPS) gebruiken3
Als uw WLAN-toegangspunt/de router ondersteuning biedt voor de WPS-pincodemethode, kunt u het
apparaat via de onderstaande instructies configureren.
De pincodemethode is een verbindingsmethode die is ontwikkeld door de Wi-Fi Alliance®. Door op een
registrar (een apparaat dat het draadloze netwerk beheert) een pincode in te voeren die is aangemaakt
door uw Brother-apparaat, kunt u het draadloze netwerk en de beveiligingsinstellingen configureren.
Raadpleeg de Gebruikershandleiding van het WLAN-toegangspunt/de router voor instructies over het
gebruik van de WPS-modus.
Verbinding wanneer het WLAN-toegangspunt/de router (A) ook dienst doet als registrar1.
A
Verbinding wanneer een ander apparaat (B), zoals een computer, als registrar1 wordt gebruikt.
3
1
De registrar is normaal gesproken het WLAN-toegangspunt/de router.
Routers of toegangspunten die WPS ondersteunen, zijn voorzien van dit symbool:
19
Page 24
Het apparaat configureren voor een draadloos netwerk (ADS-2800W/ADS-3600W)
OPMERKING
1 Druk op het lcd-scherm van het apparaat op .
2 Druk op Netwerk.
3 Druk op WLAN.
4 Druk op a of b om WPS met pincode weer te geven.
Druk op WPS met pincode.
5 Wanneer WLAN inschakelen? wordt weergegeven, drukt u op Ja om te bevestigen.
De wizard voor draadloze installatie wordt gestart.
Druk op Nee om te annuleren.
6 Op het lcd-scherm wordt een pincode van 8 cijfers weergegeven. Het apparaat gaat op zoek naar een
toegangspunt.
7 Vul in de adresbalk van uw browser het IP-adres van uw toegangspunt (registrar
1
De registrar is normaal gesproken het WLAN-toegangspunt/de router.
1
) in.
8 Ga naar de instellingenpagina van WPS, typ de pincode die in stap 6 op het lcd-scherm werd
weergegeven in de registrar en volg de aanwijzingen op het scherm.
• Hoe de pagina met instellingen eruit ziet, hangt af van het type toegangspunt/router dat u gebruikt.
Raadpleeg hiervoor de gebruiksaanwijzing van uw toegangspunt/router.
• Wanneer u een computer met Windows Vista
als registrar wilt gebruiken, moet u deze computer van tevoren op uw netwerk registreren. Zie de
gebruiksaanwijzing van uw WLAN-toegangspunt/router.
• Als u Windows
van de aanwijzingen op het scherm het scannerstuurprogramma installeren nadat u de instellingen voor
het draadloze netwerk hebt geconfigureerd. Als u het volledige pakket met stuurprogramma’s en software
wilt installeren, volgt u de stappen in de Installatiehandleiding.
Windows Vista®/Windows® 7/Windows® 8/Windows® 8.1/Windows® 103
®
7, Windows® 8, Windows® 8.1 of Windows® 10 als registrar gebruikt, kunt u aan de hand
®
, Windows® 7, Windows® 8, Windows® 8.1 of Windows® 10
3
Volg de onderstaande stappen indien uw computer dienst doet als registrar:
a Windows Vista
Klik op (Start) > Netwerk > Apparaat aan het draadloos netwerk toevoegen.
Windows
Klik op (Start) > Apparaten en printers > Een apparaat toevoegen.
Windows
Beweeg de muisaanwijzer naar de rechterbenedenhoek van het bureaublad. Wanneer de menubalk
verschijnt, klikt u op Instellingen > Configuratiescherm > Apparaten en printers > Een apparaat toevoegen.
Windows
Klik op (Start) > Instellingen > Apparaten > Verbonden apparaten > Een apparaat toevoegen.
®
®
7
®
8 en Windows® 8.1
®
10
b Selecteer het apparaat en klik op Volgende.
c Typ de pincode in die in stap 6 op het lcd-scherm werd weergegeven en klik dan op Volgende.
d Selecteer het netwerk waarmee u verbinding wilt maken en klik op Volgende.
e Klik op Sluiten.
20
Page 25
Het apparaat configureren voor een draadloos netwerk (ADS-2800W/ADS-3600W)
OPMERKING
9 Wanneer het apparaat verbinding heeft gemaakt, wordt Verbonden op het lcd-scherm weergegeven.
Als de draadloze verbinding niet is gelukt, verschijnt er een foutcode op het lcd-scherm. Noteer de foutcode,
raadpleeg Foutcodes draadloze LAN (ADS-2800W/ADS-3600W) op pagina 89 en los de fout op.
Windows
De instellingen voor het draadloze netwerk zijn nu geconfigureerd. Plaats de dvd-rom in uw dvd-apparaat
®
om de stuurprogramma’s en software te installeren die nodig zijn om met uw apparaat te kunnen werken.
Klik op (Start) > Computer (Deze computer) als het Brother-scherm niet automatisch verschijnt.
®
(Voor Windows
8, Windows® 8.1, Windows® 10: klik op het pictogram (Verkenner) op de taakbalk
en ga dan naar Deze comupter/Deze pc.) Dubbelklik op het pictogram van het dvd-station en vervolgens
op start.exe.
Macintosh
De instellingen voor het draadloze netwerk zijn nu geconfigureerd. Om door te gaan met het installeren
van de stuurprogramma’s en software die nodig zijn voor de werking van uw apparaat, selecteert u
Start Here OSX in het dvd-rom-menu.
3
21
Page 26
Het apparaat configureren voor een draadloos netwerk (ADS-2800W/ADS-3600W)
OPMERKING
OPMERKING
Configuratie in de ad-hocmodus3
Een geconfigureerde SSID gebruiken3
Als u het apparaat wilt verbinden met een computer die al in de ad-hocmodus werkt met een geconfigureerde
SSID, voert u de onderstaande stappen uit:
1 Het is aan te raden dat u de instellingen van het draadloze netwerk noteert voordat u het apparaat
configureert. U hebt deze informatie nodig bij de configuratie.
Controleer en noteer de huidige instellingen voor draadloze netwerken op de computer waarmee u
verbinding wilt maken.
De instellingen voor het draadloze netwerk van de computer waarmee u verbinding maakt, moeten
ingesteld zijn op de ad-hocmodus met een reeds geconfigureerde SSID. Raadpleeg de informatie die bij
uw computer werd geleverd of neem contact op met de netwerkbeheerder voor meer informatie over het
activeren van de ad-hocmodus op de computer.
Het Brother-apparaat ondersteunt alleen het gebruik van de eerste WEP-sleutel.
22
Page 27
Het apparaat configureren voor een draadloos netwerk (ADS-2800W/ADS-3600W)
2 Voer een van de volgende handelingen uit:
Windows
aPlaats de meegeleverde dvd-rom in het dvd-romstation.
bSelecteer Draadloze netwerkverbinding (wifi) en klik op Volgende.
®
3
cKlik op Draadloze configuratue.
23
Page 28
Het apparaat configureren voor een draadloos netwerk (ADS-2800W/ADS-3600W)
Macintosh
aDownload het volledige pakket met stuurprogramma’s en software van het Brother Solutions
Center (support.brother.com
).
bDubbelklik op het bureaublad op het pictogram BROTHER.
cDubbelklik op Hulpprogramma’s.
dDubbelklik op Setup Wizard voor draadloze apparaten.
3
24
Page 29
Het apparaat configureren voor een draadloos netwerk (ADS-2800W/ADS-3600W)
OPMERKING
3 Selecteer Configureren met een USB-kabel (aanbevolen), en klik op Volgende.
Het is raadzaam om tijdelijk een USB-kabel te gebruiken.
3
Als dit scherm verschijnt, lees dan de Belangrijke boodschap. Bevestig de SSID en de netwerksleutel,
schakel het selectievakje gecontroleerd en bevestigd in en klik op Volgende.
4 Sluit het apparaat tijdelijk rechtstreeks aan op de computer met een USB-kabel.
Klik op Volgende als het bevestigingsvenster wordt weergegeven.
25
Page 30
Het apparaat configureren voor een draadloos netwerk (ADS-2800W/ADS-3600W)
OPMERKING
5 Klik op Volgende. (Alleen Windows
6 Klik op Geavanceerd.
®
)
3
Als de lijst leeg is, controleert u of het toegangspunt ingeschakeld is en de SSID uitzendt. Controleer
vervolgens of het apparaat en uw computer zich binnen elkaars bereik bevinden voor draadloze
communicatie. Klik vervolgens op Vernieuwen.
26
Page 31
Het apparaat configureren voor een draadloos netwerk (ADS-2800W/ADS-3600W)
7 Schakel het selectievakje Dit is een Ad-hoc netwerk en er is geen toegangspoort. In en klik op
Volgende.
3
8 Selecteer de Verificatiemethode en de Versleutelingsmodus in de vervolgkeuzelijsten, typ de
netwerksleutel in het veld Netwerksleutel en klik op Volgende.
27
Page 32
Het apparaat configureren voor een draadloos netwerk (ADS-2800W/ADS-3600W)
9 Klik op Volgende. Het apparaat ontvangt de instellingen. (De versleutelingsmodus is WEP in het
volgende voorbeeld.)
3
0 Ontkoppel de USB-kabel tussen de computer en het apparaat.
A Klik op Voltooien.
28
Page 33
Het apparaat configureren voor een draadloos netwerk (ADS-2800W/ADS-3600W)
OPMERKING
Uw apparaat configureren voor een draadloos netwerk met de
installatiewizard op het bedieningspaneel van het apparaat3
Het is aan te raden dat u de instellingen van het draadloze netwerk noteert voordat u het apparaat
configureert. U hebt deze informatie nodig bij de configuratie.
1 Controleer en noteer de huidige instellingen voor draadloze netwerken op de computer waarmee u
verbinding wilt maken.
Netwerknaam (SSID)
Netwerksleutel
Bijvoorbeeld:
Netwerknaam (SSID)
HALLO
Netwerksleutel
12345
• Hoewel uw toegangspunt/router mogelijk het gebruik van meerdere WEP-sleutels ondersteunt, ondersteunt
uw Brother-apparaat alleen het gebruik van de eerste WEP-sleutel.
3
• Als u tijdens het installeren hulp nodig heeft en contact wilt opnemen met de klantenservice van Brother,
zorg dan dat u de SSID en de netwerksleutel bij de hand hebt. Wij kunnen u niet helpen deze informatie
te vinden.
• U moet over deze informatie (SSID en netwerksleutel) beschikken om de installatie in het draadloze netwerk
te kunnen voortzetten.
Waar kan ik deze informatie vinden?
a Raadpleeg de documentatie van uw draadloze toegangspunt/router.
b De oorspronkelijke SSID kan de naam van de fabrikant of de naam van het model zijn.
c Neem contact op met de fabrikant van de router, uw systeembeheerder of internetprovider als u de
beveiligingsinformatie niet kunt vinden.
2 Druk op het lcd-scherm van uw Brother-machine op > Netwerk > WLAN > Inst. Wizard.
3 Het apparaat zoekt naar uw netwerk en toont een lijst met beschikbare SSID’s.
Wanneer er een lijst met SSID’s verschijnt, drukt u op a of b om de SSID weer te geven waarmee u
verbinding wilt maken. Vervolgens drukt u op de SSID.
29
Page 34
Het apparaat configureren voor een draadloos netwerk (ADS-2800W/ADS-3600W)
4 Druk op OK.
5 Voer een van de volgende handelingen uit:
• Als u een verificatiemethode en versleutelingsmethode gebruikt waarvoor een netwerksleutel vereist
is, vult u de netwerksleutel in die u in de eerste stap hebt genoteerd.
Druk op OK wanneer u alle tekens hebt ingevoerd en druk dan op Ja om uw instellingen toe te passen.
• Als u Open systeem als verificatiemethode gebruikt en Geen als versleutelingsmodus, gaat u naar de
volgende stap.
• Als uw WLAN-toegangspunt/router WPS ondersteunt, verschijnt Geselecteerd(e) toegangspunt/router ondersteunt WPS. WPS gebruiken? Druk om Ja om uw machine te
verbinden door middel van de automatische draadloze modus. (Als u Nee (handm.) hebt geselecteerd,
vult u de netwerksleutel in die u in de eerste stap hebt genoteerd.) Druk wanneer Start WPS op uw draadloze toegangspunt/router en druk op [Volgende]. verschijnt op de WPS-knop op uw
WLAN-toegangspunt/router, en druk dan op Volgende.
6 Het apparaat probeert verbinding te maken met het geselecteerde apparaat.
Wanneer de verbinding met uw draadloze apparaat tot stand is gebracht, verschijnt op het lcd-scherm de
melding Verbonden.
De instellingen voor het draadloze netwerk zijn nu geconfigureerd. Om de stuurprogramma’s en software te
installeren die nodig zijn om uw apparaat te bedienen, plaatst u de installatie-dvd-rom in het station van uw
computer of gaat u in het Brother Solutions Center op support.brother.com
voor uw model.
naar de pagina Downloads
3
30
Page 35
Het apparaat configureren voor een draadloos netwerk (ADS-2800W/ADS-3600W)
OPMERKING
1
2
Wi-Fi Direct® gebruiken3
Scannen vanaf uw mobiele apparaat met behulp van Wi-Fi Direct
®
Uw Wi-Fi Direct® netwerk configureren
Uw Wi-Fi Direct
Scannen vanaf uw mobiele apparaat met behulp van Wi-Fi Direct
®
netwerkinstellingen configureren vanuit het configuratiescherm van uw machine
®
Wi-Fi Direct® is één van de draadloze configuratiemethoden die zijn ontwikkeld door de Wi-Fi Alliance®.
Hiermee kunt u zonder een toegangspunt te gebruiken een veilig draadloos netwerk configureren tussen
uw Brother-apparaat en een mobiel apparaat, zoals een Android™-apparaat, Windows
iPhone, iPod touch of iPad. Wi-Fi Direct
®
ondersteunt de configuratie van draadloze netwerken met behulp
®
Phone-apparaat,
van de één-druk-op-de-knop-methode of pincodemethode van Wi-Fi Protected Setup™ (WPS). U kunt een
draadloos netwerk ook configureren door handmatig een SSID en wachtwoord in te stellen. De Wi-Fi Direct
®
functie van uw Brother-machine ondersteunt WPA2™-beveiliging met AES-versleuteling.
3
3
1 Mobiel apparaat
2 Uw Brother-apparaat
• Hoewel het Brother-apparaat zowel in een bedraad als een draadloos netwerk kan worden gebruikt,
kunnen beide verbindingsmethoden niet tegelijkertijd worden gebruikt. Een draadloze netwerkverbinding
en Wi-Fi Direct
®
-verbinding of een bedrade netwerkverbinding en Wi-Fi Direct®-verbinding kunnen echter
tegelijkertijd worden gebruikt.
• Het apparaat met Wi-Fi Direct
®
van het Wi-Fi Direct
-netwerk dient het G/E als toegangspunt.
• U kunt de ad-hocmodus en Wi-Fi Direct
om de andere in te schakelen. Als u Wi-Fi Direct
®
-ondersteuning kan een Groepseigenaar (G/E) worden. Bij het configureren
®
niet tegelijkertijd gebruiken. Schakel een van beide functies uit
®
wilt gebruiken terwijl u de ad-hocmodus gebruikt, moet
u Network I/F instellen op "Wired LAN" of de ad-hocmodus uitschakelen en uw Brother-machine aansluiten
op het toegangspunt.
31
Page 36
Het apparaat configureren voor een draadloos netwerk (ADS-2800W/ADS-3600W)
Uw Wi-Fi Direct® netwerk configureren3
Configureer uw Wi-Fi Direct® netwerkinstellingen vanuit het configuratiescherm van uw machine.
Overzicht van de Wi-Fi Direct
®
-netwerkconfiguratie
Hieronder worden vijf methoden beschreven om uw Brother-apparaat te configureren in een draadloos
netwerk. Kies de methode die het beste aansluit bij uw situatie.
Uw Wi-Fi Direct
Uw Wi-Fi Direct
®
-netwerk configureren met behulp van de één-druk-op-de-knop-methode
®
-netwerk configureren met behulp van de één-druk-op-de-knop-methode van Wi-Fi
Protected Setup™ (WPS)
Uw Wi-Fi Direct
Uw Wi-Fi Direct
®
-netwerk configureren met behulp van de pincodemethode
®
-netwerk configureren met behulp van de pincodemethode van Wi-Fi Protected Setup™
(WPS)
Uw Wi-Fi Direct
®
netwerk handmatig configureren
Overzicht van de Wi-Fi Direct®-netwerkconfiguratie3
3
Hieronder worden vijf methoden beschreven om uw Brother-apparaat te configureren in een draadloos
netwerk. Kies de methode die het beste aansluit bij uw situatie.
Controleer uw mobiele apparaat voor de configuratie.
1 Ondersteunt uw mobiele apparaat Wi-Fi Direct
OptieBeschrijving
JaGa naar stap 2.
NeeGa naar stap 3.
2 Ondersteunt uw mobiele apparaat de één-druk-op-de-knop-methode voor Wi-Fi Direct
OptieBeschrijving
JaZie Uw Wi-Fi Direct
de-knop-methode op pagina 33.
NeeZie Uw Wi-Fi Direct
pincodemethode op pagina 34.
®
?
®
?
®
-netwerk configureren met behulp van de één-druk-op-
Het apparaat configureren voor een draadloos netwerk (ADS-2800W/ADS-3600W)
OPMERKING
4 Ondersteunt uw mobiele apparaat de One-Push-methode voor Wi-Fi Protected Setup™ (WPS)?
OptieBeschrijving
JaZie Uw Wi-Fi Direct
de-knop-methode van Wi-Fi Protected Setup™ (WPS) op pagina 34.
NeeZie Uw Wi-Fi Direct
pincodemethode van Wi-Fi Protected Setup™ (WPS) op pagina 35.
Als u de Brother iPrint&Scan functie wilt gebruiken in een Wi-Fi Direct
behulp van de één-druk-op-de-knop-methode of pincodeconfiguratie, moet het apparaat dat u gebruikt om
Wi-Fi Direct
®
te configureren, werken op Android™ 4.0 of hoger.
Uw Wi-Fi Direct®-netwerk configureren met behulp van de één-druk-op-deknop-methode3
Als uw mobiele apparaat Wi-Fi Direct® ondersteunt, volg dan de volgende stappen om een Wi-Fi Direct®netwerk te configureren.
®
-netwerk configureren met behulp van de één-druk-op-
®
-netwerk configureren met behulp van de
®
-netwerk dat is geconfigureerd met
3
Wanneer het apparaat het verzoek voor Wi-Fi Direct® van uw mobiele apparaat ontvangt, verschijnt de
melding Verzoek om Wi-Fi Direct-verbinding ontvangen. Druk op [OK] om verbinding te maken. op het lcd-scherm. Druk op OK om verbinding te maken.
1 Druk op > Netwerk > Wifi direct > Drukknop.
2 Activeer Wi-Fi Direct
voor instructies) wanneer Activeer Wi-Fi Direct op ander apparaat. Druk vervolgens
op [OK]. op het lcd-scherm op het apparaat verschijnt. Druk op uw apparaat op OK om de installatie
van Wi-Fi Direct
®
op uw mobiele apparaat (zie de gebruikershandleiding van uw mobiele apparaat
®
te starten. Druk op om te annuleren.
3 Voer een van de volgende handelingen uit:
Wanneer het Brother-apparaat Groepseigenaar (G/E) is, verbindt u het mobiele apparaat
rechtstreeks met het apparaat.
Wanneer uw Brother-apparaat niet de G/E is, worden de namen van de apparaten waarmee u een
Wi-Fi Direct
®
-netwerk kunt configureren, weergegeven. Selecteer het mobiele apparaat waarmee
u verbinding wilt maken en druk op OK. Zoek opnieuw naar de beschikbare apparaten door op
Opn. scannen te drukken.
4 Wanneer de verbinding met uw mobiele apparaat tot stand is gebracht, verschijnt op het lcd-scherm
®
de melding Verbonden. De netwerkinstellingen voor Wi-Fi Direct
zijn nu geconfigureerd.
33
Page 38
Het apparaat configureren voor een draadloos netwerk (ADS-2800W/ADS-3600W)
OPMERKING
OPMERKING
®
Uw Wi-Fi Direct
-netwerk configureren met behulp van de één-druk-op-de-
knop-methode van Wi-Fi Protected Setup™ (WPS)3
Als uw mobiele apparaat WPS (PBC: Push Button Configuration) ondersteunt, volg dan de volgende stappen
om een Wi-Fi Direct
Wanneer het apparaat het verzoek voor Wi-Fi Direct® van uw mobiele apparaat ontvangt, verschijnt de
melding Verzoek om Wi-Fi Direct-verbinding ontvangen. Druk op [OK] om verbinding te maken. op het lcd-scherm. Druk op OK om verbinding te maken.
®
-netwerk te configureren.
1 Druk op > Netwerk > Wifi direct > Groepseigenaar.
2 Druk op Aan.
3 Veeg omhoog of omlaag of druk op a of b om de optie Drukknop te selecteren. Druk op Drukknop.
4 Wanneer Wi-Fi Direct aan? wordt weergegeven, drukt u op Aan om te bevestigen. Druk op Uit
om te annuleren.
5 Activeer de WPS één-druk-op-de-knop-configuratiemethode op uw mobiele apparaat (zie de
gebruikershandleiding van uw mobiele apparaat voor instructies) wanneer Activeer Wi-Fi Direct
op ander apparaat. Druk vervolgens op [OK]. op het lcd-scherm op het apparaat verschijnt.
Druk op uw Brother-apparaat op OK.
Hiermee wordt de installatie van Wi-Fi Direct
®
gestart. Druk op om te annuleren.
3
6 Wanneer de verbinding met uw mobiele apparaat tot stand is gebracht, verschijnt op het lcd-scherm de
melding Verbonden.
De netwerkinstellingen voor Wi-Fi Direct
Uw Wi-Fi Direct®-netwerk configureren met behulp van de pincodemethode3
Als uw mobiele apparaat de pincodemethode van Wi-Fi Direct® ondersteunt, volg dan de volgende stappen
om een Wi-Fi Direct
Wanneer het apparaat het verzoek voor Wi-Fi Direct® van uw mobiele apparaat ontvangt, verschijnt de
melding Verzoek om Wi-Fi Direct-verbinding ontvangen. Druk op [OK] om verbinding te maken. op het lcd-scherm. Druk op OK om verbinding te maken.
®
-netwerk te configureren.
®
zijn geconfigureerd.
1 Druk op > Netwerk > Wifi direct > Pincode.
2 Wanneer Wi-Fi Direct aan? wordt weergegeven, drukt u op Aan om te bevestigen. Druk op Uit
om te annuleren.
3 Activeer Wi-Fi Direct
voor instructies) wanneer Activeer Wi-Fi Direct op ander apparaat. Druk vervolgens
op [OK]. op het lcd-scherm op het apparaat verschijnt. Druk op uw apparaat op OK om de installatie
van Wi-Fi Direct
®
op uw mobiele apparaat (zie de gebruikershandleiding van uw mobiele apparaat
®
te starten. Druk op om te annuleren.
34
Page 39
Het apparaat configureren voor een draadloos netwerk (ADS-2800W/ADS-3600W)
OPMERKING
4 Voer een van de volgende handelingen uit:
Als het Brother-apparaat de Groepseigenaar (G/E) is, wacht het op een verbindingsverzoek van uw
mobiele apparaat. Wanneer Pincode verschijnt, vult u op het apparaat de pincode in die op het
mobiele apparaat verschijnt. Druk op OK om de installatie te voltooien.
Nadat de pincode op het lcd-scherm van uw Brother-apparaat is verschenen, vult u deze code in op
het mobiele apparaat.
Wanneer uw Brother-apparaat niet de G/E is, worden de namen van de apparaten waarmee u een
Wi-Fi Direct
verbinding wilt maken en druk op OK.
Zoek opnieuw naar de beschikbare apparaten door op Opn. scannen te drukken.
®
-netwerk kunt configureren, weergegeven. Selecteer het mobiele apparaat waarmee u
5 Voer een van de volgende handelingen uit:
Druk op Pincode tonen om de pincode op uw apparaat weer te geven en vul vervolgens de pincode
in op het mobiele apparaat. Ga naar de volgende stap.
Druk op Pincode invoeren om een pincode in te voeren die door uw mobiele apparaat op uw
apparaat wordt weergegeven en druk dan op OK. Ga naar de volgende stap.
Als op het mobiele apparaat geen pincode wordt weergegeven, drukt u op het Brother-apparaat
3
op.
Ga terug naar de eerste stap en probeer het opnieuw.
6 Wanneer de verbinding met uw mobiele apparaat tot stand is gebracht, verschijnt op het lcd-scherm
de melding Verbonden.
De netwerkinstellingen voor Wi-Fi Direct
Uw Wi-Fi Direct®-netwerk configureren met behulp van de pincodemethode
van Wi-Fi Protected Setup™ (WPS)3
Als uw mobiele apparaat de pincodemethode van Wi-Fi Protected Setup™ (WPS) ondersteunt, volg dan de
volgende stappen om een Wi-Fi Direct
Wanneer het apparaat het verzoek voor Wi-Fi Direct® van uw mobiele apparaat ontvangt, verschijnt de
melding Verzoek om Wi-Fi Direct-verbinding ontvangen. Druk op [OK] om verbinding te maken. op het lcd-scherm. Druk op OK om verbinding te maken.
®
®
zijn geconfigureerd.
-netwerk te configureren.
1 Druk op > Netwerk > Wifi direct > Groepseigenaar.
2 Druk op Aan.
3 Veeg omhoog of omlaag of druk op a of b om de optie Pincode te selecteren. Druk op Pincode.
4 Wanneer Wi-Fi Direct aan? wordt weergegeven, drukt u op Aan om te bevestigen. Druk op Uit
om te annuleren.
35
Page 40
Het apparaat configureren voor een draadloos netwerk (ADS-2800W/ADS-3600W)
5 Wanneer Activeer Wi-Fi Direct op ander apparaat. Druk vervolgens op [OK].
verschijnt, activeert u de WPS PIN configuratiemethode van uw mobiele apparaat (zie de
gebruikershandleiding van uw mobiele apparaat voor instructies) en druk dan op OK op uw Brother-
apparaat.
De installatie van Wi-Fi Direct
®
wordt gestart. Druk op om te annuleren.
6 Het apparaat wacht op een verbindingsverzoek van het mobiele apparaat. Wanneer Pincode verschijnt,
vult u op het mobiele apparaat de pincode in die op het Brother-apparaat verschijnt. Druk op OK.
7 Wanneer de verbinding met uw mobiele apparaat tot stand is gebracht, verschijnt op het lcd-scherm
de melding Verbonden.
®
De netwerkinstellingen voor Wi-Fi Direct
zijn nu geconfigureerd.
3
36
Page 41
Het apparaat configureren voor een draadloos netwerk (ADS-2800W/ADS-3600W)
OPMERKING
Uw Wi-Fi Direct® netwerk handmatig configureren3
Als uw mobiele apparaat Wi-Fi Direct® of WPS niet ondersteunt, volg dan de volgende stappen om handmatig
®
een Wi-Fi Direct
-netwerk te configureren.
Wanneer het apparaat het verzoek voor Wi-Fi Direct® van uw mobiele apparaat ontvangt, verschijnt de
melding Verzoek om Wi-Fi Direct-verbinding ontvangen. Druk op [OK] om verbinding te maken. op het lcd-scherm. Druk op OK om verbinding te maken.
1 Druk op > Netwerk > Wifi direct > Handmatig.
2 Wanneer Wi-Fi Direct aan? wordt weergegeven, drukt u op Aan om te bevestigen. Druk op Uit
om te annuleren.
3 Op het lcd-scherm van het apparaat verschijnt twee minuten lang de SSID-naam en het wachtwoord.
Ga op het mobiele apparaat naar het scherm voor de instellingen van het draadloze netwerk en vul daar
de SSID-naam en het wachtwoord in.
4 Wanneer de verbinding met uw mobiele apparaat tot stand is gebracht, verschijnt op het lcd-scherm de
melding Verbonden.
De netwerkinstellingen voor Wi-Fi Direct
®
zijn geconfigureerd.
3
37
Page 42
4
OPMERKING
Beheer via een webbrowser4
Overzicht4
U kunt op een computer met een standaardwebbrowser in uw netwerk de instellingen van het apparaat
beheren via HyperText Transfer Protocol (HTTP) of HyperText Transfer Protocol Secure (HTTPS).
Statusinformatie, onderhoudsinformatie en de softwareversie voor uw Brother-apparaat en scanserver
ophalen.
De configuratiegegevens van het netwerk en het apparaat wijzigen (zie De apparaatinstellingen
configureren op pagina 39).
Instellingen configureren om ongeoorloofde toegang tot het apparaat te verhinderen.
•Zie Een inlogwachtwoord instellen op pagina 40.
•Zie LDAP-verificatie voor Active Directory configureren (ADS-2800W/ADS-3600W) op pagina 43.
Netwerkinstellingen configureren/wijzigen.
•Zie De configuratie van Scannen naar FTP wijzigen op pagina 49.
•Zie De configuratie van Scannen naar SFTP wijzigen op pagina 50.
•Zie De configuratie van Scannen naar netwerk wijzigen (Windows
®
) op pagina 52.
4
•Zie Synchroniseren met de SNTP-server op pagina 47.
•Zie Werking van LDAP (ADS-2800W/ADS-3600W) op pagina 44.
•Zie Geavanceerde instellingen voor TCP/IP configureren op pagina 56.
We adviseren Microsoft® Internet Explorer® 8.0/10.0/11.0 voor Windows® en Safari 8.0 voor Macintosh.
Zorg dat in uw webbrowser zowel JavaScript als cookies zijn ingeschakeld. Als u een andere webbrowser
gebruikt, controleer dan of deze compatibel is met HTTP 1.0 en HTTP 1.1.
U moet op uw netwerk het TCP/IP-protocol gebruiken en voor de scanserver en de computer een geldig
IP-adres hebben geregistreerd.
38
Page 43
Beheer via een webbrowser
OPMERKING
OPMERKING
De apparaatinstellingen configureren4
1 Start Beheer via een webbrowser.
aStart de webbrowser.
bVul in de adresbalk van uw browser het IP-adres van uw apparaat in.
Bijvoorbeeld: http://192.168.1.2.
• Als u een domeinnaamsysteem gebruikt of een NetBIOS-naam inschakelt, kunt u in plaats van het IP-adres
een naam invullen, bijvoorbeeld "GedeeldeScanner".
• Bijvoorbeeld:
http://GedeeldeScanner/
Als u een NetBIOS-naam inschakelt, kunt u ook de naam van het knooppunt gebruiken.
• Bijvoorbeeld:
http://brwxxxxxxxxxxxx/
U vindt de NetBIOS-naam op het bedieningspaneel van uw apparaat onder Knooppuntnaam.
• Om het beveiligde HTTPS-protocol voor het configureren van instellingen met Beheer via een webbrowser
te gebruiken, configureert u een CA-certificaat voordat u Beheer via een webbrowser start. Zie Meerdere certificaten beheren op pagina 69.
2 Er hoeft standaard geen wachtwoord te worden ingevoerd. Als u een wachtwoord hebt ingesteld, voert
u dit wachtwoord in en klikt u op .
3 U kunt nu uw apparaatinstellingen configureren.
Als u de instellingen van het protocol hebt gewijzigd, klikt u eerst op Indienen en start u vervolgens het
Brother-apparaat opnieuw op om de configuratie te activeren.
4
39
Page 44
Beheer via een webbrowser
OPMERKING
Een inlogwachtwoord instellen4
Wij raden u aan een inlogwachtwoord in te stellen om ongeoorloofde toegang tot Beheer via een webbrowser
te vermijden.
1 Start Beheer via een webbrowser voor toegang tot het Brother-apparaat (zie stap 1 op pagina 39).
2 Wanneer het scherm voor Beheer via een webbrowser verschijnt, klikt u op het tabblad Beheerder en
vervolgens op Wachtwoord aanmelding in de navigatiebalk links.
3 Voer het wachtwoord in dat u wilt gebruiken (maximaal 32 tekens).
4 Typ het wachtwoord nogmaals in het veld Bevestigen: nieuw wachtwoord.
5 Klik op Indienen.
De volgende keer dat u Beheer via een webbrowser start, typt u het wachtwoord in het venster Log in
en klikt u op.
Als u klaar bent, klikt u op om u af te melden.
U kunt ook een aanmeldwachtoord instellen door in Beheer via een webbrowser op Configureer het
wachtwoord te klikken.
4
40
Page 45
Beheer via een webbrowser
LDAP-verificatie gebruiken4
Inleiding tot LDAP-verificatie4
Met LDAP-verificatie beperkt u het gebruik van het Brother-apparaat. Als LDAP-verificatie is ingeschakeld,
wordt het bedieningspaneel van het apparaat vergrendeld. U kunt de instellingen van het apparaat pas
wijzigen als u de juiste gebruikersnaam en het juiste wachtwoord hebt ingevuld.
• Het e-mailadres wordt afhankelijk van de gebruikersnaam opgehaald van de LDAP-server wanneer
gescande gegevens naar een e-mailserver worden verzonden.
Als u deze functie wilt gebruiken, selecteert u de optie E-mailadres ophalen. Uw e-mailadres wordt
ingesteld als de afzender wanneer het apparaat gescande gegevens naar een e-mailserver verzendt,
of als de ontvanger wanneer u wilt dat de gescande gegevens naar uw e-mailadres worden verzonden.
4
U kunt de instellingen voor LDAP-verificatie wijzigen met behulp van Beheer via een webbrowser of BRAdmin
Professional 3 (Windows
®
).
LDAP-verificatie configureren met behulp van Beheer via een webbrowser4
1 Start de webbrowser.
2 Typ in de adresbalk van de browser "http://IP-adres van het apparaat" (waarbij "IP-adres van het
apparaat" het IP-adres van uw apparaat is).
Bijvoorbeeld: http://192.168.1.2
3 Klik op het tabblad Beheerder.
4 Klik op het menu Functie gebruikersbeperking in de navigatiebalk links.
5 Selecteer LDAP-authenticatie.
6 Klik op Indienen.
7 Selecteer LDAP-authenticatie in de navigatiebalk links.
41
Page 46
Beheer via een webbrowser
OPMERKING
8 Configureer de volgende instellingen:
OptieBeschrijving
Gebruikers-ID onthoudenSelecteer deze optie om uw gebruikersnaam te onthouden.
Adres LDAP-serverVul het IP-adres of de servernaam van de LDAP-server in (bijvoorbeeld:
ad.voorbeeld.com).
E-mailadres ophalenSelecteer deze optie om het e-mailadres van uw apparaat op te halen van
de LDAP-server.
LDAP-serverpoortVul het poortnummer van de LDAP-server in.
LDAP-zoekbasisVul de LDAP-zoekbasis in.
Kenmerk van naam (Zoeksleutel)Vul het kenmerk in dat u als zoeksleutel wilt gebruiken.
9 Klik op Indienen.
Aanmelden met behulp van het bedieningspaneel om de instellingen van het
apparaat te wijzigen4
4
Wanneer LDAP-verificatie is ingeschakeld, wordt het bedieningspaneel van het apparaat vergrendeld
totdat u hierop uw gebruikersnaam en wachtwoord invoert.
1 Gebruik het touchscreen op het bedieningspaneel van het apparaat om uw gebruikersnaam en
wachtwoord in te voeren.
2 Druk op OK.
3 Wanneer de verificatie gelukt is, wordt het bedieningspaneel van het apparaat ontgrendeld.
42
Page 47
Beheer via een webbrowser
OPMERKING
Gebruikers beperken4
LDAP-verificatie voor Active Directory configureren (ADS-2800W/ADS-3600W) 4
Verificatie met Active Directory beperkt het gebruik van het Brother-apparaat. Wanneer verificatie met Active
Directory is ingeschakeld, is het bedieningspaneel van het apparaat vergrendeld. Als u scanfuncties wilt
gebruiken, voert u een gebruikersnaam, domeinnaam en wachtwoord in.
• Verificatie met Active Directory ondersteunt Kerberos-verificatie.
• U moet eerst het SNTP-protocol (Simple Network Time Protocol) (de netwerktijdserver) configureren.
1 Start Beheer via een webbrowser voor toegang tot het Brother-apparaat (zie stap 1 op pagina 39).
2 Klik op het tabblad Beheerder.
3 Klik op het menu Functie gebruikersbeperking in de navigatiebalk links.
4 Selecteer Active Directory Authenticatie.
5 Klik op Indienen.
6 Selecteer Verificatie met Active Directory in de navigatiebalk links.
7 Configureer de volgende instellingen:
Gebruikers-ID onthouden
Selecteer deze optie om uw gebruikersnaam te onthouden.
Serveradres voor Active Directory
Voer het IP-adres of de servernaam in (bijvoorbeeld: "ad.voorbeeld.com") van de Active Directory-server.
Active Directory-domeinnaam
4
Vul de Active Directory-domeinnaam in.
Protocol en verificatiemethode
Selecteer het protocol en de verificatiemethode.
E-mailadres ophalen
Selecteer deze optie om het e-mailadres van uw apparaat op te halen van de LDAP-server (alleen
beschikbaar voor de verificatiemethode LDAP + kerberos).
Basismap van gebruiker ophalen
Selecteer deze optie om uw basismap op te halen en deze als bestemming in te stellen voor Scannen
naar netwerk.
LDAP-serverpoort
Vul het poortnummer van de LDAP-server in (alleen beschikbaar voor de verificatiemethode
LDAP + kerberos).
43
Page 48
Beheer via een webbrowser
OPMERKING
LDAP-zoekbasis
Vul de zoekbasis van de LDAP-server in (alleen beschikbaar voor de verificatiemethode
LDAP + kerberos).
DN-namen ophalen
Volg de aanwijzingen op het scherm.
SNTP
Zie pagina 47 voor meer informatie over het SNTP-protocol.
8 Klik op Indienen.
Het apparaat ontgrendelen wanneer Active Directory Authenticatie is ingeschakeld4
1 Op het lcd-scherm van het apparaat voert u via het touchscreen uw Gebruiker-ID en Wachtwoord in.
2 Druk op OK.
3 Wanneer uw gegevens zijn gecontroleerd, wordt het bedieningspaneel ontgrendeld zodat u de scanfuncties
kunt gebruiken.
U kunt geen instellingen wijzigen als Active Directory Authenticatie is ingeschakeld.
Werking van LDAP (ADS-2800W/ADS-3600W)4
Met het LDAP-protocol kunt u op uw server naar e-mailadressen zoeken met behulp van de functie Scannen
naar e-mailserver.
LDAP-configuratie wijzigen4
4
1 Start Beheer via een webbrowser voor toegang tot het Brother-apparaat (zie stap 1 op pagina 39).
2 Klik op de internetpagina van het apparaat op Netwerk.
3 Klik op Protocol in de navigatiebalk links.
4 Schakel het selectievakje LDAP in en klik vervolgens op Indienen.
5 Start het Brother-apparaat opnieuw op om de configuratie te activeren.
6 Selecteer op uw computer op het tabblad Adresboek van Beheer via een webbrowser LDAP in de
7 Configureer de volgende LDAP-instellingen:
linkernavigatiebalk.
Adres LDAP-server
Poort (het standaardpoortnummer is 389)
Beginpunt zoekopdracht
44
Page 49
Beheer via een webbrowser
OPMERKING
OPMERKING
Verificatie
Gebruikersnaam
De beschikbaarheid van deze optie is afhankelijk van de gebruikte verificatiemethode.
Wachtwoord
De beschikbaarheid van deze optie is afhankelijk van de gebruikte verificatiemethode.
Kerberos-serveradres
De beschikbaarheid van deze optie is afhankelijk van de gebruikte verificatiemethode.
SNTP
Time-out voor LDAP
Kenmerk van naam (Zoeksleutel)
Kenmerk van e-mail
8 Klik op Indienen wanneer u klaar bent. Controleer of de Status op de pagina met testresultaten OK is.
• Vereenvoudigd Chinees, Traditioneel Chinees en Koreaans worden niet ondersteund door het LDAP-protocol.
4
• Als de LDAP-server Kerberos-verificatie ondersteunt, adviseren we om Kerberos te selecteren voor de
instelling Verificatie. Hiermee beschikt u over een krachtige verificatie tussen de LDAP-server en uw
apparaat. Om Kerberos-verificatie te kunnen gebruiken, moet u het SNTP-protocol (de netwerktijdserver)
configureren of de datum, tijd en tijdzone correct instellen op het bedieningspaneel. (Voor meer informatie
over het instellen van SNTP, zie Synchroniseren met de SNTP-server op pagina 47.)
De LDAP-configuratie wijzigen via het bedieningspaneel van het apparaat
(ADS-2800W/ADS-3600W)4
Nadat u de LDAP-instellingen hebt geconfigureerd, kunt u de LDAP-zoekfunctie van uw apparaat gebruiken
om e-mailadressen te zoeken.
1 Laad het document dat u wilt scannen en e-mailen in het apparaat.
2 Druk op het lcd-scherm van het apparaat op nr e-mailserver.
3 Druk op Adresboek.
4 Druk op om te zoeken.
5 Voer de eerste tekens van uw zoekopdracht in met de knoppen op het lcd-scherm.
• U kunt maximaal 15 tekens invoeren.
• Zie voor meer informatie over het invoeren van tekst Tekst invoeren (ADS-2800W/ADS-3600W) in de
Gebruikershandleiding.
45
Page 50
Beheer via een webbrowser
OPMERKING
OPMERKING
6 Druk op OK.
De LDAP-zoekresultaten worden op het lcd-scherm weergegeven met een voor de resultaten in het
lokale adresboek. Als op de server en in het lokale adresboek geen overeenkomst wordt gevonden,
verschijnt Geen resultaten gevonden. op het lcd-scherm.
7 Druk op a of b om te scrollen totdat u de gewenste naam vindt, en druk vervolgens op de naam.
8 Als er meer dan één e-mailadres wordt gevonden, drukt u op het gewenste e-mailadres.
9 Druk op Toepassen.
0 Druk op OK.
Druk op Opties om de scaninstellingen te wijzigen voordat u het document scant.
A Druk op Start.
• De LDAP-functie van deze machine ondersteunt LDAPv3.
4
• Klik voor meer informatie op aan de rechterzijde van het instelscherm van LDAP.
46
Page 51
Beheer via een webbrowser
OPMERKING
Synchroniseren met de SNTP-server4
SNTP (Simple Network Time Protocol) is het protocol dat wordt gebruikt voor het synchroniseren van de tijd
die door het apparaat wordt gebruikt voor verificatie bij de SNTP-tijdserver (dit is niet de tijd die wordt
weergegeven op het lcd-scherm van het apparaat). U kunt de tijd van het apparaat regelmatig laten
synchroniseren met de Coordinated Universal Time (UTC) die wordt aangeleverd door de SNTP-tijdserver.
• Deze functie is niet in alle landen beschikbaar.
• Behalve voor Datum&Tijd, werkt de SNTP-functie zonder het wijzigen van de initiële instellingen.
1 Start Beheer via een webbrowser voor toegang tot het Brother-apparaat (zie stap 1 op pagina 39).
2 Wanneer het scherm voor Beheer via een webbrowser verschijnt, klikt u op het tabblad Netwerk en
vervolgens op Protocol in de navigatiebalk links.
3 Schakel het selectievakje SNTP in.
4 Klik op Geavanceerde instellingen.
4
Status
Geeft weer of de SNTP-serverinstellingen in- of uitgeschakeld zijn.
Synchronisatiestatus
Controleer de actuele synchronisatiestatus.
Methode SNTP-server
Selecteer AUTO of STATISCH.
• AUTO
Als er een DHCP-server in uw netwerk aanwezig is, verkrijgt de SNTP-server het adres automatisch
van deze server.
De tweede SNTP-server wordt gebruikt als reserve voor de eerste SNTP-server. Als de eerste server
niet beschikbaar is, neemt het apparaat contact op met de tweede SNTP-server.
De secundaire SNTP-server wordt gebruikt als reserve voor de primaire SNTP-server. Als de eerste
SNTP-server niet beschikbaar is, neemt het apparaat contact op met de tweede SNTP-server.
47
Page 52
Beheer via een webbrowser
OPMERKING
Synchronisatie-interval
Voer het aantal uren in tussen twee opeenvolgende pogingen tot synchroniseren met de server
(1 tot 168 uur).
•U moet Datum&tijd configureren om de tijd die door de machine wordt gebruikt met de SNTP-tijdserver,
te kunnen synchroniseren. Klik op Datum&tijd en configureer Datum&tijd in het scherm Algemeen.
4
• Schakel het selectievakje Synchroniseer met SNTP-server in. Controleer de instellingen van uw tijdzone
en selecteer in de vervolgkeuzelijst Tijdzone het tijdsverschil tussen uw locatie en UTC. De tijdzone voor
Nederland en België (CET) is bijvoorbeeld UTC+1.
5 Klik op Indienen.
48
Page 53
Beheer via een webbrowser
De configuratie van Scannen naar FTP wijzigen4
De functie Scannen naar FTP maakt het mogelijk om een document rechtstreeks te scannen naar een
FTP-server in uw lokale netwerk of op internet. Zie voor meer informatie over Scannen naar FTP Documenten scannen naar een FTP-server in de Gebruikershandleiding.
1 Start Beheer via een webbrowser voor toegang tot het Brother-apparaat (zie stap 1 op pagina 39).
2 Wanneer het scherm voor Beheer via een webbrowser verschijnt, klikt u op het tabblad Scannen en
vervolgens op Scannen naar FTP/SFTP/Netwerk/SharePoint in de navigatiebalk links.
3 Selecteer het selectievakje FTP in de profielnummer (van 1 tot 25).
4 Klik op Indienen.
5 Klik op Scannen naar FTP/SFTP/Netwerk/SharePoint-profiel in de linkernavigatiebalk.
6 Klik op FTP van het profielnummer dat u hebt geselecteerd in stap 3
U kunt de volgende instellingen voor Scannen naar FTP configureren:
Profielnaam (max. 15 tekens)
Host-adres
Gebruikersnaam
Wachtwoord
Directory opslaan
Bestandsnaam
Kwaliteit
Aanpassing van automatische kleurdetectie
Type bestand
Wachtwoord voor veilige PDF (ADS-2400N/ADS-3000N)
Documentgrootte
Marge-instellingen
Bestandsgr.
Aut. rechtleggen
Lege pag. overslaan
Gevoeligheid geen lege pagina
2-zijdige scan
Helderheid
Contrast
Doorlopende scan (ADS-2800W/ADS-3600W)
Passieve modus
Poortnummer
Stel Passieve modus in op Uit of Aan, afhankelijk van hoe de FTP-server en de firewall van uw netwerk
zijn geconfigureerd. Standaard staat deze instelling op Aan. U kunt ook het poortnummer wijzigen van
de poort die wordt gebruikt om toegang te krijgen tot de FTP-server. De standaardinstelling is poort 21.
In de meeste gevallen kunnen deze twee instellingen de standaardwaarde behouden.
4
7 Klik op Indienen.
49
Page 54
Beheer via een webbrowser
De configuratie van Scannen naar SFTP wijzigen4
De functie Scannen naar SFTP maakt het mogelijk om een document rechtstreeks te scannen naar een
SFTP-server in uw lokale netwerk of op internet. Zie voor meer informatie over Scannen naar FTP
Documenten scannen naar een SFTP-server in de Gebruikershandleiding.
1 Start Beheer via een webbrowser voor toegang tot het Brother-apparaat (zie stap 1 op pagina 39).
2 Wanneer het scherm voor Beheer via een webbrowser verschijnt, klikt u op het tabblad Scannen
en vervolgens op Scannen naar FTP/SFTP/Netwerk/SharePoint in de navigatiebalk links.
3 Selecteer het selectievakje SFTP in de profielnummers (van 1 tot 25).
4 Klik op Indienen.
5 Klik op Scannen naar FTP/SFTP/Netwerk/SharePoint-profiel in de linkernavigatiebalk.
6 Klik op SFTP van het profielnummer dat u hebt geselecteerd in stap 3
U kunt de volgende instellingen voor Scannen naar SFTP configureren:
Profielnaam (max. 15 tekens)
4
Host-adres
Gebruikersnaam
Verificatiemethode Method
Wachtwoord
Client Key Pair
Public server key
Directory opslaan
Bestandsnaam
Kwaliteit
Aanpassing van automatische kleurdetectie
Type bestand
Wachtwoord voor veilige PDF (ADS-2400N/ADS-3000N)
Documentgrootte
Marge-instellingen
Bestandsgr.
Aut. rechtleggen
Lege pag. overslaan
Gevoeligheid geen lege pagina
2-zijdige scan
Helderheid
Contrast
50
Page 55
Beheer via een webbrowser
Doorlopende scan (ADS-2800W/ADS-3600W)
Poortnummer
U kunt het poortnummer wijzigen van de poort die wordt gebruikt om toegang te krijgen tot de SFTP-server.
De standaardinstelling is poort 21. In de meeste gevallen kan deze instelling als standaardinstelling
worden ingesteld.
7 Klik op Indienen.
4
51
Page 56
Beheer via een webbrowser
OPMERKING
De configuratie van Scannen naar netwerk wijzigen (Windows®)4
De functie Scannen naar netwerk maakt het mogelijk om documenten rechtstreeks te scannen naar een
gedeelde map in uw lokale netwerk of op het internet. Zie voor meer informatie over Scannen naar netwerk
Documenten scannen naar een gedeelde map/netwerklocatie (Windows
De functie Scannen naar netwerk ondersteunt NTLMv2-verificatie.
®
) in de Gebruikershandleiding.
Om verificatie te kunnen gebruiken, moet u het SNTP-protocol (de netwerktijdserver) configureren of de
datum, tijd en tijdzone correct instellen via het bedieningspaneel. (Voor meer informatie over het instellen
van SNTP, zie Synchroniseren met de SNTP-server op pagina 47. Raadpleeg de Gebruikershandleiding
voor informatie over het instellen van datum, tijd en tijdzone.)
1 Start Beheer via een webbrowser voor toegang tot het Brother-apparaat (zie stap 1 op pagina 39).
2 Wanneer het scherm voor Beheer via een webbrowser verschijnt, klikt u op het tabblad Scannen
en vervolgens op Scannen naar FTP/SFTP/Netwerk/SharePoint in de navigatiebalk links.
3 Selecteer het selectievakje Netwerk in de profielnummers (van 1 tot 25).
4 Klik op Indienen.
5 Klik op Scannen naar FTP/SFTP/Netwerk/SharePoint-profiel in de linkernavigatiebalk.
6 Klik op Netwerk van het profielnummer dat u hebt geselecteerd in stap 3
U kunt de volgende instellingen voor Scannen naar netwerk configureren:
Profielnaam (max. 15 tekens)
Netwerkmapnaam
Bestandsnaam
Kwaliteit
Aanpassing van automatische kleurdetectie
4
Type bestand
Wachtwoord voor veilige PDF(ADS-2400N/ADS-3000N)
Documentgrootte
Marge-instellingen
Bestandsgr.
Aut. rechtleggen
Lege pag. overslaan
Gevoeligheid geen lege pagina
2-zijdige scan
Helderheid
Contrast
Doorlopende scan (ADS-2800W/ADS-3600W)
Pincode gebruiken voor verificatie
52
Page 57
Beheer via een webbrowser
Pincode
Verificatiemethode
Gebruikersnaam
Wachtwoord
Datum&tijd
7 Klik op Indienen.
4
53
Page 58
Beheer via een webbrowser
OPMERKING
OPMERKING
De configuratie voor Scannen naar SharePoint wijzigen
(Windows®)4
SharePoint4
Scan documenten rechtstreeks naar een SharePoint-server wanneer u het gescande document wilt delen.
Voor meer gemak kunt u verschillende profielen configureren om uw favoriete Scannen naar SharePoint
bestemmingen op te slaan. Zie voor meer informatie over het scannen naar SharePoint Documenten scannen naar SharePoint in de Gebruikershandleiding.
De functie Scannen naar SharePoint ondersteunt NTLMv2-verificatie.
Om verificatie te kunnen gebruiken, moet u het SNTP-protocol (de netwerktijdserver) configureren of de
datum, tijd en tijdzone correct instellen via het bedieningspaneel. (Voor meer informatie over het instellen
van SNTP, zie Synchroniseren met de SNTP-server op pagina 47. Raadpleeg de Gebruikershandleiding
voor informatie over het instellen van datum, tijd en tijdzone.)
1 Start Beheer via een webbrowser voor toegang tot het Brother-apparaat (zie stap 1 op pagina 39).
4
2 Wanneer het scherm voor Beheer via een webbrowser verschijnt, klikt u op het tabblad Scannen
en vervolgens op Scannen naar FTP/SFTP/Netwerk/SharePoint in de navigatiebalk links.
3 Selecteer het selectievakje SharePoint in de profielnummers (van 1 tot 25).
4 Klik op Indienen.
5 Klik op Scannen naar FTP/SFTP/Netwerk/SharePoint-profiel in de linkernavigatiebalk.
6 Klik op SharePoint van het profielnummer dat u hebt geselecteerd in stap 3.
U kunt de volgende instellingen voor Scannen naar SharePoint configureren:
Profielnaam (max. 15 tekens)
Internetadres SharePoint
SSL/TLS
SSL/TLS verschijnt alleen wanneer u HTTPS selecteert bij Internetadres SharePoint.
Bestandsnaam
Kwaliteit
Aanpassing van automatische kleurdetectie
Type bestand
Wachtwoord voor veilige PDF (ADS-2400N/ADS-3000N)
Documentgrootte
Marge-instellingen
Bestandsgr.
54
Page 59
Beheer via een webbrowser
Aut. rechtleggen
Lege pag. overslaan
Gevoeligheid geen lege pagina
2-zijdige scan
Helderheid
Contrast
Doorlopende scan (ADS-2800W/ADS-3600W)
Pincode gebruiken voor verificatie
Pincode
Verificatiemethode
Gebruikersnaam
Wachtwoord
Datum&tijd
7 Klik op Indienen.
4
55
Page 60
Beheer via een webbrowser
Geavanceerde instellingen voor TCP/IP configureren4
1 Start Beheer via een webbrowser voor toegang tot het Brother-apparaat (zie stap 1 op pagina 39).
2 Klik op het tabblad Netwerk en selecteer vervolgens het type verbinding (Bedraad of Draadloos).
3 Selecteer TCP/IP in de navigatiebalk links.
4 Klik op Geavanceerde instellingen. Configureer de volgende instellingen: (in het onderstaande
voorbeeld wordt gebruikgemaakt van TCP/IP Geavanceerde instellingen (Bedraad)).
4
Boot-pogingen
Voer het aantal keren in (tussen 0 en 32767) dat er wordt geprobeerd om op te starten met
de Boot-methode.
RARP Boot-instellingen
Selecteer Geen subnetmasker of Geen gateway.
• Geen subnetmasker
Het subnetmasker wordt niet automatisch gewijzigd.
• Geen gateway
Het gatewayadres wordt niet automatisch gewijzigd.
Time-out TCP
Voer het aantal minuten in voordat een TCP-time-out (tussen 0 en 32767) plaatsvindt.
Methode DNS-server
Selecteer AUTO of STATIC.
56
Page 61
Beheer via een webbrowser
IP-adres eerste DNS-server, IP-adres tweede DNS-server
Voer het IP-adres van de server in.
Het IP-adres van de tweede DNS-server wordt gebruikt als reserve voor het IP-adres van de eerste
DNS-server.
Als de eerste DNS-server niet beschikbaar is, neemt het apparaat contact op met de tweede
DNS-server.
Time-out voor gateway
Voer het aantal seconden in voordat er een time-out van de router (tussen 1 en 32767) plaatsvindt.
1 Start Beheer via een webbrowser voor toegang tot het Brother-apparaat (zie stap 1 op pagina 39).
2 Klik op het tabblad Adresboek.
3 Selecteer Importeren in de navigatiebalk links.
4 Vul "Adresboek"-gegevensbestand of "Groep"-gegevensbestand in.
5 Klik op Indienen.
Adresboek exporteren4
1 Start Beheer via een webbrowser voor toegang tot het Brother-apparaat (zie stap 1 op pagina 39).
2 Klik op het tabblad Adresboek.
3 Selecteer Exporteren in de navigatiebalk links.
4 Klik op de knop Exporteren naar bestand.
4
58
Page 63
Scannen naar e-mailserver
3
2
2
4
1
5
(ADS-2800W/ADS-3600W)
Overzicht5
Met de functie Scannen naar e-mailserver kunt u gescande documenten als bijlage verzenden per e-mail.
5
5
1 Afzender
2 E-mailserver
3 Internet
4 Ontvanger
Beperkingen voor grootte bij gebruik van Scannen naar e-mailserver5
Als de afbeeldingsgegevens in een document te groot zijn, kan de gegevensoverdracht soms mislukken.
59
Page 64
Scannen naar e-mailserver (ADS-2800W/ADS-3600W)
OPMERKING
Instellingen voor Scannen naar e-mailserver configureren5
Voordat u de functie Scannen naar e-mailserver gebruikt, moet u het Brother-apparaat eerst configureren om
te kunnen communiceren met uw netwerk en e-mailserver. U kunt deze onderdelen configureren met behulp
van Beheer via een webbrowser, Remote Setup, of BRAdmin Professional 3. U moet zorgen dat de volgende
zaken op uw apparaat zijn geconfigureerd:
IP-adres (als u het apparaat in uw netwerk kunt gebruiken, is het IP-adres van het apparaat al correct
Als u deze informatie niet weet, neemt u contact op met uw netwerkbeheerder.
Hoewel u een e-mailadres moet instellen op het apparaat, heeft het apparaat geen functie voor het
ontvangen van e-mail. Als een ontvanger reageert op een e-mailbericht dat vanaf het apparaat is
verzonden, kan het apparaat dit antwoord niet ontvangen.
Voordat u kunt scannen naar de e-mailserver5
U moet mogelijk de volgende instellingen configureren (met Beheer via een webbrowser of Remote Setup):
Afzender Onderwerp
Groottelimiet
Melding (zie TX-verificatiemail op pagina 62 voor meer informatie)
5
60
Page 65
Scannen naar e-mailserver (ADS-2800W/ADS-3600W)
OPMERKING
Scannen naar e-mailserver5
1 Plaats uw document.
2 Veeg naar links of rechts of druk op d of c om nr e-mailserver weer te geven.
3 Selecteer het e-mailadres dat u wilt gebruiken en druk dan op OK.
4 Druk op Start.
Voor meer informatie over e-mailinstellingen raadpleegt u Gescande documenten rechtstreeks naar een
e-mailadres verzenden (alleen ADS-2800W/ADS-3600W) in de Gebruikershandleiding.
Zodra het document is gescand, wordt het via uw SMTP-server automatisch verzonden naar het opgegeven
e-mailadres.
Wanneer de verzending is voltooid, wordt op het lcd-scherm van het apparaat het beginscherm weergegeven.
Via sommige e-mailservers kunt u geen grote e-maildocumenten verzenden (de systeembeheerder
bepaalt vaak een maximumgrootte voor de e-mailberichten). Als de functie Scannen naar e-mailserver
is ingeschakeld, geeft het apparaat de melding Geheugen vol wanneer u probeert documenten te
verzenden die groter zijn dan 1 MB en wordt het document niet verzonden. U kunt proberen om uw
document op te splitsen in kleinere documenten die wel door de e-mailserver worden geaccepteerd.
5
61
Page 66
Scannen naar e-mailserver (ADS-2800W/ADS-3600W)
OPMERKING
Extra opties voor Scannen naar e-mailserver5
TX-verificatiemail5
Gebruik TX-verificatiemail om van de ontvangende computer een melding te vragen dat uw e-mail is ontvangen
en verwerkt.
E-mail TX instellen5
Zet de verificatiefunctie aan via het bedieningspaneel van het apparaat. Wanneer Mail TX instellen
is Aan, bevat uw e-mail een extra veld dat automatisch wordt gevuld met de ontvangstdatum en -tijd van
de e-mail.
1 Druk op het lcd-scherm van het apparaat op .
2 Druk op Netwerk.
3 Druk op E-mail.
4 Druk op Mail TX instellen.
5
5 Druk op Notification.
6 Druk op Aan (of Uit).
• Message Disposition Notification (MDN)
In dit veld wordt de status van het e-mailbericht opgevraagd nadat dit via het SMTP-systeem (Simple Mail
Transfer Protocol) is afgeleverd. Nadat het bericht bij de ontvanger is aangekomen, wordt deze informatie
gebruikt zodra de ontvangen e-mail wordt gelezen door een apparaat of een gebruiker. Als het bericht
bijvoorbeeld wordt geopend en gelezen, stuurt de ontvanger een melding terug naar het apparaat of de
gebruiker.
Een dergelijke melding wordt alleen verzonden als de ontvanger het veld MDN activeert; anders wordt de
aanvraag voor een melding genegeerd.
• Dit Brother-apparaat kan geen e-mailberichten ontvangen. Als u de functie TX-verificatie wilt gebruiken,
moet u het ontvangstmelding naar een ander e-mailadres laten sturen. Configureer het e-mailadres via
het lcd-scherm van het apparaat. Druk op Netwerk > E-mail > Mail Address, en voer het e-mailadres
in waarop u de melding wilt ontvangen.
62
Page 67
6
OPMERKING
Beveiligingsfuncties6
Overzicht6
Uw Brother-apparaat gebruikt enkele van de modernste protocollen voor netwerkbeveiliging en -versleuteling.
Deze netwerkfuncties kunnen worden geïntegreerd in uw algemene netwerkbeveiligingsplan om uw gegevens
te helpen beschermen en ongeoorloofde toegang tot het apparaat te verhinderen.
U kunt de onderstaande beveiligingsfuncties configureren:
Een e-mail veilig verzenden (zie Een e-mail veilig verzenden (ADS-2800W/ADS-3600W) op pagina 64)
Meerdere certificaten beheren (zie Meerdere certificaten beheren op pagina 69)
Een Client Key Pair aanmaken (zie Een Client Key Pair aanmaken op pagina 66)
Een Client Key Pair exporteren (zie Een Client Key Pair exporteren op pagina 67)
Een Public Server Key importeren (zie Een Public Server Key importeren op pagina 68)
Het netwerk van uw apparaat veilig beheren met IPsec (zie Het netwerk van uw apparaat veilig beheren
met behulp van IPsec op pagina 71)
De scanfunctie vanaf externe apparaten beperken (zie Scanfuncties vanaf externe apparaten beperken
op pagina 83)
6
Beveiligd functieslot 3.0 (zie Beveiligd functieslot 3.0 (ADS-2800W/ADS-3600W) op pagina 84)
Het is raadzaam om de FTP- en TFTP-protocollen uit te schakelen. Toegang tot het apparaat via deze
protocollen is niet veilig. Maar als u FTP uitschakelt, is de functie Scannen naar FTP niet meer beschikbaar.
(Raadpleeg De apparaatinstellingen configureren op pagina 39 voor informatie over het configureren van
de protocolinstellingen.)
63
Page 68
Beveiligingsfuncties
OPMERKING
Een e-mail veilig verzenden (ADS-2800W/ADS-3600W)6
Configureren met Beheer via een webbrowser6
Configureer het beveiligd verzenden van e-mail met gebruikersverificatie, of het verzenden en ontvangen van
e-mail met SSL/TLS.
1 Start de webbrowser.
2 Vul in de adresbalk van uw browser het IP-adres van uw apparaat in. Bijvoorbeeld: http://192.168.1.2.
3 Er hoeft standaard geen wachtwoord te worden ingevoerd. Als u een wachtwoord hebt ingesteld, voert
u dit wachtwoord in en drukt u op .
4 Klik op Netwerk.
5 Klik op Protocol.
6 Klik op Geavanceerde instellingen van SMTP en zorg dat de status van SMTP Ingeschakeld is.
7 Configureer de SMTP-instellingen op deze pagina.
• U kunt controleren of de e-mailinstellingen juist zijn door na het configureren een testbericht te verzenden.
• Als u de instellingen voor de SMTP-server niet kent, neemt u voor meer informatie contact op met uw
systeembeheerder of internetprovider.
8 Klik op Indienen wanneer u klaar bent. Het dialoogvenster Configuratie van uitgaande e-mail testen
verschijnt.
9 Volg de aanwijzingen op het scherm als u een test wilt uitvoeren met de huidige instellingen.
Een e-mail verzenden met gebruikersverificatie6
Dit apparaat geeft prioriteit aan SMTP-AUTH-methoden voor het verzenden van een e-mail via een
e-mailserver die gebruikersverificatie vereist. Deze methode verhindert dat onbevoegde gebruikers toegang
tot de e-mailserver krijgen. Voor het configureren van deze instellingen kunt u Beheer via een webbrowser
of BRAdmin Professional 3 gebruiken. U kunt de SMTP-AUTH gebruiken voor meldingen via e-mail,
e-mailrapporten en Scannen naar e-mailserver.
6
Instellingen van e-mailclient
U moet de instellingen van de SMTP-verificatiemethode aanpassen aan de methode die wordt gebruikt
door uw e-mailtoepassing.
Vraag uw netwerkbeheerder of internetprovider (ISP) om de juiste configuratie van de e-mailclient.
U moet het selectievakje SMTP-VERIF van Serververificatiemethode inschakelen om
SMTP-serververificatie te activeren.
64
Page 69
Beveiligingsfuncties
SMTP-instellingen
U kunt het SMTP-poortnummer wijzigen met Beheer via een webbrowser. Dit komt van pas wanneer uw
internetprovider de service "Outbound Port 25 Blocking (OP25B)" gebruikt.
Wanneer u het SMTP-poortnummer wijzigt in een specifiek nummer dat door uw internetprovider wordt
gebruikt voor de SMTP-server (bijvoorbeeld poort 587), kunt u via de SMTP-server e-mails versturen.
Een e-mail veilig verzenden met SSL/TLS6
Dit apparaat ondersteunt SSL/TLS voor het verzenden van e-mail via een e-mailserver die beveiligde
SSL/TLS-communicatie vereist. Voor het verzenden van e-mail via een e-mailserver die gebruikmaakt van
SSL/TLS-communicatie, moet u SSL/TLS configureren.
Servercertificaat verifiëren
Als u SSL of TLS voor SSL/TLS hebt geselecteerd, wordt automatisch het selectievakje Servercertificaat
verifiëren ingeschakeld om het certificaat van de server te verifiëren.
• Het servercertificaat wordt geverifieerd tijdens een poging om verbinding met de server te maken
wanneer e-mail wordt verzonden.
• Als u het servercertificaat niet hoeft te verifiëren, schakelt u het selectievakje Servercertificaat
verifiëren uit.
Poortnummer
Als u SSL of TLS hebt geselecteerd, wordt de waarde voor Poort gewijzigd overeenkomstig het protocol.
Als u het poortnummer handmatig wilt wijzigen, selecteert u SSL/TLS, waarna u het poortnummer invult.
U moet de SMTP-communicatiemethode configureren zodat deze overeenkomt met de e-mailserver. Voor
meer informatie over de instellingen voor de e-mailserver neemt u contact op met uw netwerkbeheerder of
internetprovider.
In de meeste gevallen zijn de volgende instellingen vereist voor de beveiligde webmailservices:
SMTP
Poort: 587
Serververificatiemethode: SMTP-VERIF
SSL/TLS: TLS
6
65
Page 70
Beveiligingsfuncties
OPMERKING
Beveiligingsinstellingen voor SFTP6
U kunt voor een SFTP-verbinding instellingen voor een beveiligingssleutel configureren.
Een Client Key Pair aanmaken6
Een Client Key Pair wordt aangemaakt om een SFTP-verbinding te maken.
1 Start de webbrowser.
2 Vul in de adresbalk van uw browser het IP-adres van uw apparaat in. Bijvoorbeeld: http://192.168.1.2.
• Als u een domeinnaamsysteem gebruikt of een NetBIOS-naam inschakelt, kunt u in plaats van het IP-adres
een naam invullen, bijvoorbeeld "GedeeldeScanner".
• Bijvoorbeeld:
http://GedeeldeScanner/
Als u een NetBIOS-naam inschakelt, kunt u ook de naam van het knooppunt gebruiken.
6
• Bijvoorbeeld:
http://brnxxxxxxxxxxxx/
De NetBIOS-naam staat in het rapport van de netwerkconfiguratie.
3 Er hoeft standaard geen wachtwoord te worden ingevoerd. Als u een wachtwoord hebt ingesteld, voert
u dit wachtwoord in en drukt u op .
4 Klik op het tabblad Netwerk.
5 Klik op het tabblad Beveiliging.
6 Klik op Client Key Pair in de navigatiebalk links.
7 Klik op Nieuw Client Key Pair maken.
8 Typ in het veld Client Key Pair Naam de gewenste naam (max. 20 tekens).
9 Klik op de vervolgkeuzelijst Algoritme van Public Key en selecteer het gewenste algoritme.
0 Klik op Indienen.
De Client Key Pair wordt aangemaakt en opgeslagen in het geheugen van uw apparaat. De naam van
de Client Key Pair en het algoritme van de openbare sleutel verschijnen in de Client Key Pair Lijst.
66
Page 71
Beveiligingsfuncties
OPMERKING
Een Client Key Pair exporteren6
Een Client Key Pair wordt gebruikt om een SFTP-verbinding tot stand te brengen wanneer Openbare sleutel
als verificatieprotocol is geselecteerd.
1 Start de webbrowser.
2 Vul in de adresbalk van uw browser het IP-adres van uw apparaat in. Bijvoorbeeld: http://192.168.1.2.
• Als u een domeinnaamsysteem gebruikt of een NetBIOS-naam inschakelt, kunt u in plaats van het IP-adres
een naam invullen, bijvoorbeeld "GedeeldeScanner".
• Bijvoorbeeld:
http://GedeeldeScanner/
Als u een NetBIOS-naam inschakelt, kunt u ook de naam van het knooppunt gebruiken.
• Bijvoorbeeld:
http://brnxxxxxxxxxxxx/
De NetBIOS-naam staat in het rapport van de netwerkconfiguratie.
6
3 Er hoeft standaard geen wachtwoord te worden ingevoerd. Als u een wachtwoord hebt ingesteld, voert
u dit wachtwoord in en drukt u op .
4 Klik op het tabblad Netwerk.
5 Klik op het tabblad Beveiliging.
6 Klik op Client Key Pair in de navigatiebalk links.
7 Klik op Public Key exporteren in de Client Key Pair Lijst.
8 Klik op Indienen.
9 Geef de locatie op waar u het bestand wilt opslaan.
De Client Key Pair wordt geëxporteerd naar uw computer.
67
Page 72
Beveiligingsfuncties
OPMERKING
Een Public Server Key importeren6
Een Server Public Key wordt gebruikt om een SFTP-verbinding tot stand te brengen wanneer u scannen naar
SFTP gebruikt.
1 Start de webbrowser.
2 Vul in de adresbalk van uw browser het IP-adres van uw apparaat in. Bijvoorbeeld: http://192.168.1.2.
• Als u een domeinnaamsysteem gebruikt of een NetBIOS-naam inschakelt, kunt u in plaats van het IP-adres
een naam invullen, bijvoorbeeld "GedeeldeScanner".
• Bijvoorbeeld:
http://GedeeldeScanner/
Als u een NetBIOS-naam inschakelt, kunt u ook de naam van het knooppunt gebruiken.
• Bijvoorbeeld:
http://brnxxxxxxxxxxxx/
De NetBIOS-naam staat in het rapport van de netwerkconfiguratie.
6
3 Er hoeft standaard geen wachtwoord te worden ingevoerd. Als u een wachtwoord hebt ingesteld, voert
u dit wachtwoord in en drukt u op .
4 Klik op het tabblad Netwerk.
5 Klik op het tabblad Beveiliging.
6 Klik op Public server key in de navigatiebalk links.
7 Klik op Public server key importeren in de Lijst met Public server keys.
8 Geef het bestand op dat u wilt importeren.
9 Klik op Indienen.
De Public Server Key wordt op uw computer geïmporteerd.
68
Page 73
Beveiligingsfuncties
OPMERKING
OPMERKING
Meerdere certificaten beheren6
Met de functie Meerdere certificaten kunt u alle op het apparaat geïnstalleerde certificaten beheren met behulp
van Beheer via een webbrowser. Ga vanuit Beheer via een webbrowser naar het scherm CA-certificaat om
de inhoud van certificaten te bekijken en certificaten te verwijderen of exporteren.
U kunt maximaal drie CA-certificaten opslaan om gebruik te maken van SSL.
Het is raadzaam om één certificaat minder dan het toegestane aantal op te slaan, zodat er een vrije plaats
overblijft voor het geval een certificaat komt te vervallen. Wanneer een certificaat vervalt, importeert u een
nieuw certificaat op de vrijgehouden plaats. Vervolgens verwijdert u het vervallen certificaat. Op deze manier
voorkomt u problemen met de configuratie.
Wanneer u SSL gebruikt voor SMTP-communicatie, hoeft u geen certificaat te selecteren. Het benodigde
certificaat wordt automatisch geselecteerd.
Een CA-certificaat importeren6
1 Start de webbrowser.
6
2 Vul in de adresbalk van uw browser het IP-adres van uw apparaat in. Bijvoorbeeld: http://192.168.1.2.
• Als u een domeinnaamsysteem gebruikt of een NetBIOS-naam inschakelt, kunt u in plaats van het IP-adres
een naam invullen, bijvoorbeeld "GedeeldeScanner".
• Bijvoorbeeld:
http://GedeeldeScanner/
Als u een NetBIOS-naam inschakelt, kunt u ook de naam van het knooppunt gebruiken.
• Bijvoorbeeld:
http://brwxxxxxxxxxxxx/
U vindt de NetBIOS-naam op het bedieningspaneel van uw apparaat onder Knooppuntnaam.
3 Er hoeft standaard geen wachtwoord te worden ingevoerd. Als u een wachtwoord hebt ingesteld, voert
u dit wachtwoord in en drukt u op .
4 Klik op het tabblad Netwerk en vervolgens op Beveiliging.
5 Klik op CA-certificaat.
6 Klik op CA-certificaat importeren en selecteer het certificaat.
7 Klik op Indienen.
69
Page 74
Beveiligingsfuncties
OPMERKING
Een CA-certificaat exporteren6
1 Start de webbrowser.
2 Vul in de adresbalk van uw browser het IP-adres van uw apparaat in. Bijvoorbeeld: http://192.168.1.2.
• Als u een domeinnaamsysteem gebruikt of een NetBIOS-naam inschakelt, kunt u in plaats van het IP-adres
een naam invullen, bijvoorbeeld "GedeeldeScanner".
• Bijvoorbeeld:
http://GedeeldeScanner/
Als u een NetBIOS-naam inschakelt, kunt u ook de naam van het knooppunt gebruiken.
• Bijvoorbeeld:
http://brwxxxxxxxxxxxx/
U vindt de NetBIOS-naam op het bedieningspaneel van uw apparaat onder Knooppuntnaam.
3 Er hoeft standaard geen wachtwoord te worden ingevoerd. Als u een wachtwoord hebt ingesteld, voert
u dit wachtwoord in en klikt u op .
6
4 Klik op het tabblad Netwerk en vervolgens op Beveiliging.
5 Klik op CA-certificaat.
6 Selecteer het certificaat dat u wilt exporteren en klik op Exporteren.
7 Klik op Indienen.
70
Page 75
Beveiligingsfuncties
OPMERKING
OPMERKING
Het netwerk van uw apparaat veilig beheren met behulp
van IPsec6
Inleiding in IPsec
IPsec (Internet Protocol Security) is een beveiligingsprotocol waarbij een optionele Internet Protocol-functie
wordt gebruikt wordt om gegevensmanipulatie te voorkomen en de vertrouwelijkheid te waarborgen van e
gegevens die als IP-pakketten worden verzonden. IPsec versleutelt gegevens die via het netwerk worden
verzonden. Omdat de gegevens op netwerklaag worden versleuteld, wordt IPsec gebruikt door toepassingen
die een protocol op een hoger niveau gebruiken, zelfs als de gebruiker zich daarvan niet bewust is.
IPsec configureren met Beheer via een webbrowser
De voorwaarden voor de IPsec-verbinding bestaan uit twee soorten Sjabloon: Adres en IPsec.
U kunt maximaal 10 verbindingsvoorwaarden configureren.
Een IPsec-adressjabloon configureren met Beheer via een webbrowser
Een IPsec-sjabloon configureren met Beheer via een webbrowser
Inleiding in IPsec6
6
IPsec ondersteunt de volgende functies:
IPsec-verzendingen
Conform de voorwaarden van de IPsec-instelling verzendt de computer met het netwerk is verbonden,
gegevens naar en ontvangt gegevens van het opgegeven apparaat met behulp van IPsec. Wanneer
de apparaten met behulp van IPsec beginnen te communiceren, worden eerst sleutels uitgewisseld met
Internet Key Exchange (IKE), en worden de gegevens vervolgens verzonden met behulp van deze sleutels.
Daarnaast heeft IPsec twee bedieningsmodi: de transportmodus en de tunnelmodus. De transportmodus
wordt voornamelijk gebruikt voor communicatie tussen apparaten en de tunnelmodus wordt gebruikt in
omgevingen, zoals een Virtual Private Network (VPN).
Voor IPsec-verzendingen dient aan de volgende voorwaarden te worden voldaan:
• Een computer die via IPsec kan communiceren, is verbonden met het netwerk.
• Het Brother-apparaat is geconfigureerd voor IPsec-communicatie.
• De computer die is verbonden met uw Brother-apparaat, is geconfigureerd voor IPsec-verbindingen.
IPsec-instellingen
De instellingen die nodig zijn voor verbindingen met behulp van IPsec. Deze instellingen kunnen worden
geconfigureerd met behulp van Beheer via een webbrowser.
Als u de IPsec-instellingen wilt configureren, moet u de browser gebruiken op een computer die met het
netwerk is verbonden.
71
Page 76
Beveiligingsfuncties
IPsec configureren met Beheer via een webbrowser6
De voorwaarden voor de IPsec-verbinding bestaan uit twee soorten Sjabloon: Adres en IPsec. U kunt
maximaal 10 verbindingsvoorwaarden configureren.
1 Start de webbrowser.
2 Vul in de adresbalk van uw browser het IP-adres van uw apparaat in. Bijvoorbeeld: http://192.168.1.2.
3 Er hoeft standaard geen wachtwoord te worden ingevoerd. Als u een wachtwoord hebt ingesteld, voert
u dit wachtwoord in en drukt u op .
4 Klik op het tabblad Netwerk.
5 Klik op het tabblad Beveiliging.
6 Klik op het menu IPsec in de navigatiebalk links.
7 Schakel IPsec in of uit in het veld Status.
8 Selecteer Onderhandelingsmodus voor IKE Fase 1.
IKE is een protocol dat wordt gebruikt om coderingssleutels uit te wisselen om versleutelde communicatie
met behulp van IPsec uit te voeren.
In de modus Normaal is de verwerkingssnelheid laag, maar de beveiliging hoog. In de modus Agressief
is de verwerkingssnelheid hoger dan in de modus Normaal, maar is de beveiliging lager.
9 Selecteer in het veld Al het niet-IPsec-verkeer de actie die moet worden ondernomen voor niet-IPsec-
pakketten.
Wanneer u Webservices gebruikt, moet u Toestaan selecteren voor Al het niet-IPsec-verkeer. Als u Verwijderen hebt geselecteerd, kan Webservices niet worden gebruikt.
0 Selecteer in het veld Broadcast/Multicast negerenIngeschakeld of Uitgeschakeld.
A Schakel in het veld Protocol negeren het selectievakje in voor de gewenste optie(s).
B Schakel in de tabel Regels het selectievakje Ingeschakeld in om de sjabloon te activeren.
Als u meerdere selectievakjes inschakelt, hebben de selectievakjes met een lager nummer prioriteit als
de instellingen voor de geselecteerde selectievakjes met elkaar in conflict zijn.
C Klik op de bijbehorende vervolgkeuzelijst om de Adressjabloon te selecteren die wordt gebruikt voor
de voorwaarden voor de IPsec-verbinding.
Als u een Adressjabloon wilt toevoegen, klikt u op Sjabloon toevoegen.
6
D Klik op de bijbehorende vervolgkeuzelijst om de IPsec-sjabloon te selecteren die wordt gebruikt voor
de voorwaarden voor de IPsec-verbinding.
Als u een IPsec-sjabloon wilt toevoegen, klikt u op Sjabloon toevoegen.
E Klik op Indienen.
Als de computer opnieuw moet worden opgestart om de nieuwe instellingen te registreren, verschijnt het
bevestigingsscherm hiervoor. Als de sjabloon een leeg onderdeel bevat dat u in de tabel Regels hebt
geactiveerd, verschijnt er een foutmelding.
Bevestig uw keuzes en dien de aanvraag opnieuw in.
72
Page 77
Beveiligingsfuncties
Een IPsec-adressjabloon configureren met Beheer via een webbrowser6
1 Start de webbrowser.
2 Vul in de adresbalk van uw browser het IP-adres van uw apparaat in. Bijvoorbeeld: http://192.168.1.2.
3 Er hoeft standaard geen wachtwoord te worden ingevoerd. Als u een wachtwoord hebt ingesteld, voert
u dit wachtwoord in en drukt u op .
4 Klik op het tabblad Netwerk.
5 Klik op het tabblad Beveiliging.
6 Klik op het menu IPsec-adressjabloon in de navigatiebalk links.
De sjabloonlijst verschijnt, met daarin 10 adressjablonen.
Klik op de knop Verwijderen om een Adressjabloon te verwijderen. Wanneer een Adressjabloon in
gebruik is, kan deze niet worden verwijderd.
7 Klik op de Adressjabloon die u wilt aanmaken. De IPsec-adressjabloon verschijnt.
8 Vul in het veld Naam sjabloon een naam voor de sjabloon in (max. 16 tekens).
6
9 Selecteer een optie voor Lokaal IP-adres om de IP-adresvoorwaarden voor de afzender op te geven:
IP-adres
Geef het IP-adres op. Selecteer in de vervolgkeuzelijst Alle IPv4-adressen, Alle IPv6-adressen,
Alle Link-local IPv6-adressen of Aangepast.
Als u in de vervolgkeuzelijst Aangepast hebt geselecteerd, vult u in het tekstveld het IP-adres
(IPv4 of IPv6) in.
IP-adresbereik
Vul in de tekstvelden het eerste en laatste IP-adres voor het IP-adresbereik in. Als het eerste en het
laatst IP-adres niet zijn gestandaardiseerd voor de IPv4- of IPv6-indeling, of het laatste IP-adres korter
is dan het eerste IP-adres, ontstaat er een fout.
IP-adres/voorvoegsel
Geef het IP-adres op met behulp van de CIDR-notatie.
Bijvoorbeeld: 192.168.1.1/24
Omdat het voorvoegsel wordt opgegeven is in de vorm van een 24-bits subnetmasker (255.255.255.0)
voor 192.168.1.1, zijn de adressen 192.168.1.xxx geldig.
0 Selecteer een optie voor Extern IP-adres om de IP-adresvoorwaarden voor de ontvanger afzender
op te geven:
Willekeurig
Hiermee worden alle IP-adressen ingeschakeld.
IP-adres
Hiermee kunt u het opgegeven IP-adres (IPv4 of IPv6) invoeren in het tekstvak.
73
Page 78
Beveiligingsfuncties
OPMERKING
IP-adresbereik
Hiermee kunt u het eerste en het laatste IP-adres invullen voor het IP-adresbereik. Als het eerste en
het laatst IP-adres niet zijn gestandaardiseerd voor IPv4 of IPv6, of het laatste IP-adres korter is dan
het eerste IP-adres, ontstaat er een fout.
IP-adres/voorvoegsel
Geef het IP-adres op met behulp van de CIDR-notatie.
Bijvoorbeeld: 192.168.1.1/24
Omdat het voorvoegsel wordt opgegeven is in de vorm van een 24-bits subnetmasker (255.255.255.0)
voor 192.168.1.1, zijn de adressen 192.168.1.xxx geldig.
A Klik op Indienen.
Wanneer u de instellingen wijzigt voor de sjabloon die momenteel wordt gebruikt, wordt het IPsec-scherm
in Beheer via een webbrowser gesloten en opnieuw geopend.
Een IPsec-sjabloon configureren met Beheer via een webbrowser6
1 Start de webbrowser.
2 Vul in de adresbalk van uw browser het IP-adres van uw apparaat in. Bijvoorbeeld: http://192.168.1.2.
3 Er hoeft standaard geen wachtwoord te worden ingevoerd. Als u een wachtwoord hebt ingesteld, voert
u dit wachtwoord in en drukt u op .
4 Klik op het tabblad Netwerk.
5 Klik op het tabblad Beveiliging.
6 Klik op IPsec-sjabloon in de navigatiebalk links.
De sjabloonlijst verschijnt, met daarin 10 IPsec-sjablonen.
Klik op de knop Verwijderen om een IPsec-sjabloon te verwijderen. Wanneer een IPsec-sjabloon in
gebruik is, kan deze niet worden verwijderd.
7 Klik op de IPsec-sjabloon die u wilt aanmaken. Het scherm IPsec-sjabloon verschijnt.
De configuratievelden verschillen op basis van de waarden die u selecteert voor Voorgeconfigureerde
sjabloon gebruiken en Internet Key Exchange (IKE).
6
8 Vul in het veld Naam sjabloon een naam voor de sjabloon in (max. 16 tekens).
9 Selecteer de opties voor Internet Key Exchange (IKE).
0 Klik op Indienen.
74
Page 79
Beveiligingsfuncties
OPMERKING
IKEv1-instellingen voor een IPsec-sjabloon6
Naam sjabloon
Vul de naam voor de sjabloon in (max. 16 tekens).
Voorgeconfigureerde sjabloon gebruiken
Selecteer Aangepast, Strenge beveiliging IKEv1, Gemiddelde beveiliging IKEv1, Strenge beveiliging
IKEv2 of Gemiddelde beveiliging IKEv2. De items voor de instellingen verschillen, afhankelijk van de
geselecteerde sjabloon.
De standaardsjabloon kan afwijken, afhankelijk van de vraag of u Normaal of Agressief hebt geselecteerd
voor Onderhandelingsmodus in het configuratiescherm voor IPsec.
Internet Key Exchange (IKE)
IKE is een communicatieprotocol dat wordt gebruikt om coderingssleutels uit te wisselen om versleutelde
communicatie met behulp van IPsec uit te voeren. Om alleen deze keer versleutelde communicatie uit te
voeren, wordt het benodigde versleutelingsalgoritme voor IPsec bepaald en worden de coderingssleutels
gedeeld. Voor IKE worden de coderingssleutels uitgewisseld met behulp van de methode voor
sleuteluitwisseling van Diffie-Hellman, en wordt de versleutelde communicatie beperkt tot IKE uitgevoerd.
6
Als u Aangepast hebt geselecteerd bij Voorgeconfigureerde sjabloon gebruiken, selecteert u IKEv1,
IKEv2 of Handmatig. Als u een andere instelling hebt geselecteerd dan Aangepast, worden de IKE, het
verificatietype en de Encapsulation-beveiliging weergegeven die zijn geselecteerd in Voorgeconfigureerde
sjabloon gebruiken.
Verificatietype
Configureer de IKE-verificatie en de versleuteling.
Diffie-Hellman-groep
Met deze methode voor het uitwisselen van sleutels kunnen geheime sleutels veilig over een onbeveiligd
netwerk worden uitgewisseld. Bij het uitwisselen van sleutels volgens de Diffie-Hellman-methode, wordt
voor het verzenden en ontvangen van open informatie niet de geheime sleutel gebruikt, maar een discreet
logaritmeprobleem dat is gegenereerd met behulp van een willekeurig nummer en de geheime sleutel.
Selecteer Groep1, Groep2, Groep5 of Groep14.
Versleuteling
Selecteer DES, 3DES, AES-CBC 128 of AES-CBC 256.
Hekje
Selecteer MD5, SHA1, SHA256, SHA384 of SHA512.
Levensduur beveiligingskoppeling
Geef voor IKE de levensduur van de beveiligingskoppeling op.
Vul de tijd (seconden) en het aantal kilobytes (KByte) in.
Encapsulation-beveiliging
Protocol
Selecteer ESP, AH+ESP of AH.
75
Page 80
Beveiligingsfuncties
OPMERKING
OPMERKING
• ESP is een protocol voor het uitvoeren van versleutelde communicatie met behulp van IPsec. Met ESP
wordt de belasting (gecommuniceerde inhoud) versleuteld en wordt extra informatie toegevoegd. Het
IP-pakket bestaat uit de header en de versleutelde gegevens die na de header komen. Behalve de
versleutelde gegevens bevat het IP-pakket tevens informatie met betrekking tot de versleutelingsmethode
en de coderingssleutel, de verificatiegegevens, enz.
• De AH (Authentication Header, verificatie-header) is onderdeel van het IPsec-protocol waarmee de
afzender wordt geverifieerd en voorkomt dat de gegevens worden gewijzigd (garandeert de volledigheid
van de gegevens). In het IP-pakket worden de gegevens meteen na de header ingevoegd. Daarnaast
bevatten de pakketten hash-waarden, die worden berekend met een vergelijking van de gecommuniceerde
inhoud, geheime sleutel, enz., om vervalsing van de afzender en wijziging van de gegevens te voorkomen.
In tegenstelling tot ESP wordt de gecommuniceerde inhoud niet versleuteld, en worden de gegevens
verzonden en ontvangen als platte tekst.
Versleuteling
Selecteer DES, 3DES, AES-CBC 128 of AES-CBC 256. De versleuteling kan alleen worden geselecteerd
wanneer ESP wordt geselecteerd bij Protocol.
Hekje
6
Selecteer Geen, MD5, SHA1, SHA256, SHA384 of SHA512.
Geen kan alleen worden geselecteerd wanneer ESP is geselecteerd bij Protocol.
Wanneer AH+ESP is geselecteerd bij Protocol, selecteert u elk protocol voor Hash (AH) en Hash (ESP).
Levensduur beveiligingskoppeling
Geef voor IPsec de levensduur van de beveiligingskoppeling op.
Vul de tijd (seconden) en het aantal kilobytes (KByte) in.
Encapsulation-modus
Selecteer Transport of Tunnel.
IP-adres externe router
Geef het IP-adres (IPv4 of IPv6) van de externe routerv op. Vul deze informatie alleen in wanneer de
modus Tunnel is geselecteerd.
SA (Security Association) is een versleutelde communicatiemethode met behulp van IPsec of IPv6 waarmee
informatie wordt uitgewisseld en gedeeld (zoals de versleutelingsmethode en de coderingssleutel) om een
veilig communicatiekanaal op te zetten voordat de communicatie begint. SA kan ook verwijzen naar
een al opgezet, virtueel versleuteld communicatiekanaal. De SA die voor IPsec wordt gebruikt, bepaalt
de versleutelingsmethode, wisselt de sleutels uit en voert de wederzijdse verificatie uit conform de
standaardprocedure van IKE (Internet Key Exchange). Bovendien wordt de SA periodiek bijgewerkt.
Perfect Forward Secrecy (PFS)
PFS leidt geen sleutels af van eerdere sleutels die zijn gebruikt om berichten te versleutelen. Als een sleutel
die wordt gebruikt om een bericht te versleutelen bovendien is afgeleid van een hoofdsleutel, wordt die
hoofdsleutel niet gebruikt om er andere sleutels van af te leiden. Zelfs een sleutel wordt gekraakt, blijft
de schade daarom beperkt tot alleen de berichte die met behulp van die sleutel zijn versleuteld.
Selecteer Ingeschakeld of Uitgeschakeld.
76
Page 81
Beveiligingsfuncties
OPMERKING
OPMERKING
Authenticatiemethode
Selecteer de verificatiemethode. Selecteer Vooraf gedeelde sleutel of Certificaten.
Vooraf gedeelde sleutel
Tijdens het versleutelen van communicatie wordt de coderingssleutel op voorhand via een ander kanaal
uitgewisseld en gedeeld.
Als u Vooraf gedeelde sleutel hebt geselecteerd voor de Authenticatiemethode, vult u de Vooraf gedeelde sleutel in (max. 32 tekens).
Lokaal Type id/Id
Selecteer het type id van de afzender en vul vervolgens de id in.
Selecteer voor het type IPv4-adres, IPv6-adres, FQDN, E-mailadres of Certificaat. Als u Certificaat
hebt geselecteerd, vult u in het veld Id de algemene naam van het certificaat in.
Extern Type id/Id
Selecteer het type id van de ontvanger en vul vervolgens de id in.
Selecteer voor het type IPv4-adres, IPv6-adres, FQDN, E-mailadres of Certificaat. Als u Certificaat
hebt geselecteerd, vult u in het veld Id de algemene naam van het certificaat in.
Certificaat
Als u Certificaten hebt geselecteerd voor Authenticatiemethode, selecteert u het certificaat.
U kunt alleen de certificaten selecteren die aangemaakt zijn gemaakt met de pagina Certificaat van het
configuratiescherm voor beveiliging van Beheer via een webbrowser.
IKEv2-instellingen voor een IPsec-sjabloon6
Naam sjabloon
Vul de naam voor de sjabloon in (max. 16 tekens).
Voorgeconfigureerde sjabloon gebruiken
Selecteer Aangepast, Strenge beveiliging IKEv1, Gemiddelde beveiliging IKEv1, Strenge beveiliging
IKEv2 of Gemiddelde beveiliging IKEv2. De items voor de instellingen verschillen, afhankelijk van de
geselecteerde sjabloon.
6
De standaardsjabloon kan afwijken, afhankelijk van de vraag of u Normaal of Agressief hebt geselecteerd
voor Onderhandelingsmodus in het configuratiescherm voor IPsec.
77
Page 82
Beveiligingsfuncties
OPMERKING
Internet Key Exchange (IKE)
IKE is een communicatieprotocol dat wordt gebruikt om coderingssleutels uit te wisselen om versleutelde
communicatie met behulp van IPsec uit te voeren. Om alleen deze keer versleutelde communicatie uit te
voeren, wordt het benodigde versleutelingsalgoritme voor IPsec bepaald en worden de coderingssleutels
gedeeld. Voor IKE worden de coderingssleutels uitgewisseld met behulp van de methode voor
sleuteluitwisseling van Diffie-Hellman, en wordt de versleutelde communicatie beperkt tot IKE uitgevoerd.
Als u Aangepast hebt geselecteerd bij Voorgeconfigureerde sjabloon gebruiken, selecteert u IKEv1, IKEv2 of Handmatig.
Als u een andere instelling hebt geselecteerd dan Aangepast, worden de IKE, het verificatietype en de
Encapsulation-beveiliging weergegeven die zijn geselecteerd in Voorgeconfigureerde sjabloon gebruiken.
Verificatietype
Configureer de IKE-verificatie en de versleuteling.
Diffie-Hellman-groep
Met deze methode voor het uitwisselen van sleutels kunnen geheime sleutels veilig over een onbeveiligd
netwerk worden uitgewisseld. Bij het uitwisselen van sleutels volgens de Diffie-Hellman-methode, wordt voor
het verzenden en ontvangen van de open informatie niet de geheime sleutel gebruikt, maar een discreet
logaritmeprobleem dat is gegenereerd met behulp van een willekeurig nummer en de geheime sleutel.
Selecteer Groep1, Groep2, Groep5 of Groep14.
Versleuteling
Selecteer DES, 3DES, AES-CBC 128 of AES-CBC 256.
Hekje
Selecteer MD5, SHA1, SHA256, SHA384 of SHA512.
Levensduur beveiligingskoppeling
Geef voor IKE de levensduur van de beveiligingskoppeling op.
Vul de tijd (seconden) en het aantal kilobytes (KByte) in.
Encapsulation-beveiliging
Protocol
Selecteer ESP.
ESP is een protocol voor het uitvoeren van versleutelde communicatie met behulp van IPsec. Met ESP
wordt de belasting (gecommuniceerde inhoud) versleuteld en wordt extra informatie toegevoegd. Het
IP-pakket bestaat uit de header en de versleutelde gegevens die na de header komen. Behalve de
versleutelde gegevens bevat het IP-pakket tevens informatie met betrekking tot de versleutelingsmethode
en de coderingssleutel, de verificatiegegevens, enz.
Versleuteling
6
Selecteer DES, 3DES, AES-CBC 128 of AES-CBC 256.
Hekje
Selecteer MD5, SHA1, SHA256, SHA384 of SHA512.
Levensduur beveiligingskoppeling
Geef voor IPsec de levensduur van de beveiligingskoppeling op.
Vul de tijd (seconden) en het aantal kilobytes (KByte) in.
78
Page 83
Beveiligingsfuncties
OPMERKING
OPMERKING
Encapsulation-modus
Selecteer Transport of Tunnel.
IP-adres externe router
Geef het IP-adres (IPv4 of IPv6) van de externe routerv op. Vul deze informatie alleen in wanneer de
modus Tunnel is geselecteerd.
SA (Security Association) is een versleutelde communicatiemethode met behulp van IPsec of IPv6 waarmee
informatie wordt uitgewisseld en gedeeld (zoals de versleutelingsmethode en de coderingssleutel) om een
veilig communicatiekanaal op te zetten voordat de communicatie begint. SA kan ook verwijzen naar een
virtueel, versleuteld communicatiekanaal dat tot stand is gebracht. De SA die voor IPsec wordt gebruikt,
bepaalt de versleutelingsmethode, wisselt de sleutels uit en voert de wederzijdse verificatie uit conform
de standaardprocedure van IKE (Internet Key Exchange). Bovendien wordt de SA periodiek bijgewerkt.
Perfect Forward Secrecy (PFS)
PFS leidt geen sleutels af van eerdere sleutels die zijn gebruikt om berichten te versleutelen. Als een sleutel
die wordt gebruikt om een bericht te versleutelen bovendien is afgeleid van een hoofdsleutel, wordt die
hoofdsleutel niet gebruikt om er andere sleutels van af te leiden. Zelfs een sleutel wordt gekraakt, blijft
de schade daarom beperkt tot alleen de berichte die met behulp van die sleutel zijn versleuteld.
6
Selecteer Ingeschakeld of Uitgeschakeld.
Authenticatiemethode
Selecteer de verificatiemethode. Selecteer Vooraf gedeelde sleutel, Certificaten, EAP-MD5 of
EAP - MS-CHAPv2.
Vooraf gedeelde sleutel
Tijdens het versleutelen van communicatie wordt de coderingssleutel op voorhand via een ander kanaal
uitgewisseld en gedeeld.
Als u Vooraf gedeelde sleutel hebt geselecteerd voor de Authenticatiemethode, vult u de Vooraf gedeelde sleutel in (max. 32 tekens).
Lokaal Type id/Id
Selecteer het type id van de afzender en vul vervolgens de id in.
Selecteer voor het type IPv4-adres, IPv6-adres, FQDN, E-mailadres of Certificaat.
Als u Certificaat hebt geselecteerd, vult u in het veld Id de algemene naam van het certificaat in.
Extern Type id/Id
Selecteer het type id van de ontvanger en vul vervolgens de id in.
Selecteer voor het type IPv4-adres, IPv6-adres, FQDN, E-mailadres of Certificaat.
Als u Certificaat hebt geselecteerd, vult u in het veld Id de algemene naam van het certificaat in.
Certificaat
Als u Certificaten hebt geselecteerd voor Authenticatiemethode, selecteert u het certificaat.
U kunt alleen de certificaten selecteren die aangemaakt zijn gemaakt met de pagina Certificaat van het
configuratiescherm voor beveiliging van Beheer via een webbrowser.
79
Page 84
Beveiligingsfuncties
OPMERKING
EAP
EAP is een verificatieprotocol dat een extensie is van PPP. Wanneer EAP met IEEE 802.1x wordt gebruikt,
wordt gedurende elke sessie een andere sleutel gebruikt voor het verifiëren van de gebruiker.
De volgende instellingen zijn alleen noodzakelijk wanneer EAP-MD5 of EAP - MS-CHAPv2 is geselecteerd
bij Authenticatiemethode:
Modus
Selecteer Servermodus of Clientmodus.
Certificaat
Selecteer het certificaat.
Gebruikersnaam
Vul de gebruikersnaam in (maximaal 32 tekens).
Wachtwoord
Vul het wachtwoord in (maximaal 32 tekens). Het wachtwoord moet ter bevestiging tweemaal worden
ingevuld.
Certificaat
Klik op deze knop om naar het configuratiescherm Certificaat te gaan.
IKEv2 of Gemiddelde beveiliging IKEv2. De instellingen verschillen, afhankelijk van de geselecteerde
sjabloon.
De standaardsjabloon kan afwijken, afhankelijk van de vraag of u Normaal of Agressief hebt geselecteerd
voor Onderhandelingsmodus in het configuratiescherm voor IPsec.
Internet Key Exchange (IKE)
IKE is een communicatieprotocol dat wordt gebruikt om coderingssleutels uit te wisselen om versleutelde
communicatie met behulp van IPsec uit te voeren. Om eenmalig versleutelde communicatie uit te voeren,
wordt het benodigde versleutelingsalgoritme voor IPsec bepaald en worden de coderingssleutels gedeeld.
Voor IKE worden de coderingssleutels uitgewisseld met behulp van de methode voor sleuteluitwisseling van
Diffie-Hellman, en wordt de versleutelde communicatie beperkt tot IKE uitgevoerd.
Als u Aangepast hebt geselecteerd bij Voorgeconfigureerde sjabloon gebruiken, selecteert u IKEv1, IKEv2 of Handmatig.
Als u een andere instelling hebt geselecteerd dan Aangepast, worden de IKE, het verificatietype en de
Encapsulation-beveiliging weergegeven die zijn geselecteerd in Voorgeconfigureerde sjabloon gebruiken.
Verificatiesleutel (ESP, AH)
Geef de sleutel op die ter verificatie moet worden gebruikt. Vul de waarden voor In/Uit in.
Deze instellingen zijn nodig wanneer Aangepast is geselecteerd voor Voorgeconfigureerde sjabloon
gebruiken, Handmatig is geselecteerd voor IKE en een andere instelling dan Geen is geselecteerd voor
Hekje in het gedeelte Encapsulation-beveiliging.
80
Page 85
Beveiligingsfuncties
OPMERKING
OPMERKING
Het aantal tekens dat u kunt gebruiken, verschilt mogelijk afhankelijk van de instelling die u hebt
geselecteerd voor Hekje in het gedeelte Encapsulation-beveiliging.
Als de lengte van de opgegeven verificatiesleutel verschilt van het geselecteerde hash-algoritme, treedt
er een fout op.
• MD5: 128 bits (16 bytes)
• SHA1: 160 bits (20 bytes)
• SHA256: 256 bits (32 bytes)
• SHA384: 384 bits (48 bytes)
• SHA512: 512 bits (64 bytes)
Wanneer u de sleutel in ASCII-code opgeeft, zet de tekens dan tussen dubbele aanhalingstekens (").
Codesleutel (ESP)
Geef de sleutel op die moet worden gebruikt voor de versleuteling. Vul de waarden voor In/Uit in.
Deze instellingen zijn nodig wanneer Aangepast is geselecteerd in Voorgeconfigureerde sjabloon gebruiken,
Handmatig is geselecteerd in IKE en ESP is geselecteerd in Protocol in Encapsulation-beveiliging.
6
Het aantal tekens dat u kunt gebruiken, verschilt mogelijk afhankelijk van de instelling die u voor
Versleuteling hebt geselecteerd in het gedeelte Encapsulation-beveiliging.
Als de lengte van de opgegeven verificatiesleutel verschilt van het geselecteerde versleutelingsalgoritme,
treedt er een fout op.
• DES: 64 bits (8 bytes)
• 3DES: 192 bits (24 bytes)
• AES-CBC 128: 128 bits (16 bytes)
• AES-CBC 256: 256 bits (32 bytes)
Wanneer u de sleutel in ASCII-code opgeeft, zet de tekens dan tussen dubbele aanhalingstekens (").
SPI
Deze parameters worden gebruikt voor het identificeren van beveiligingsinformatie. In het algemeen heeft
een host meerdere Security Associations (SA’s) voor meerdere vormen van IPsec-communicatie. Daarom
is het noodzakelijk om de toepasselijke SA te identificeren wanneer er een IPsec-pakket wordt ontvangen.
De SPI-parameter, waarmee de SA wordt geïdentificeerd, is inbegrepen in de verificatie-header
(Authentication Header, AH) en de header van Encapsulating Security Payload (ESP).
Deze instellingen zijn nodig wanneer Aangepast is geselecteerd voor Voorgeconfigureerde sjabloon gebruiken en Handmatig is geselecteerd voor IKE.
Vul de waarden voor In/Uit in (3-10 tekens).
Encapsulation-beveiliging
Protocol
Selecteer ESP of AH.
81
Page 86
Beveiligingsfuncties
OPMERKING
OPMERKING
OPMERKING
• ESP is een protocol voor het uitvoeren van versleutelde communicatie met behulp van IPsec. Met ESP
wordt de belasting (gecommuniceerde inhoud) versleuteld en wordt extra informatie toegevoegd. Het
IP-pakket bestaat uit de header en de versleutelde gegevens die na de header komen. Behalve de
versleutelde gegevens bevat het IP-pakket tevens informatie met betrekking tot de versleutelingsmethode
en de coderingssleutel, de verificatiegegevens, enz.
• De AH is onderdeel van het IPsec-protocol waarmee de afzender wordt geverifieerd en voorkomt dat de
gegevens worden gewijzigd (garandeert de volledigheid van de gegevens). In het IP-pakket worden de
gegevens meteen na de header ingevoegd. Daarnaast bevatten de pakketten hash-waarden, die worden
berekend met een vergelijking van de gecommuniceerde inhoud, geheime sleutel, enz., om vervalsing van de
afzender en wijziging van de gegevens te voorkomen. In tegenstelling tot ESP wordt de gecommuniceerde
inhoud niet versleuteld, en worden de gegevens verzonden en ontvangen als platte tekst.
Versleuteling
Selecteer DES, 3DES, AES-CBC 128 of AES-CBC 256. De versleuteling kan alleen worden geselecteerd
wanneer ESP wordt geselecteerd bij Protocol.
Hekje
6
Selecteer Geen, MD5, SHA1, SHA256, SHA384 of SHA512.
Geen kan alleen worden geselecteerd wanneer ESP is geselecteerd bij Protocol.
Levensduur beveiligingskoppeling
Geef voor IKE de levensduur van de beveiligingskoppeling op.
Vul de tijd (seconden) en het aantal kilobytes (KByte) in.
Encapsulation-modus
Selecteer Transport of Tunnel.
IP-adres externe router
Geef het IP-adres (IPv4 of IPv6) van de verbindingsbestemming op. Vul deze informatie alleen in wanneer
de modus Tunnel is geselecteerd.
SA (Security Association) is een versleutelde communicatiemethode met behulp van IPsec of IPv6 waarmee
informatie wordt uitgewisseld en gedeeld (zoals de versleutelingsmethode en de coderingssleutel) om een
veilig communicatiekanaal op te zetten voordat de communicatie begint. SA kan ook verwijzen naar een
virtueel, versleuteld communicatiekanaal dat tot stand is gebracht. De SA die voor IPsec wordt gebruikt,
bepaalt de versleutelingsmethode, wisselt de sleutels uit en voert de wederzijdse verificatie uit conform
de standaardprocedure van IKE (Internet Key Exchange). Bovendien wordt de SA periodiek bijgewerkt.
Indienen
Klik op deze knop om de instellingen op te slaan.
Wanneer u de instellingen wijzigt voor de sjabloon die momenteel wordt gebruikt, wordt het IPsec-scherm
in Beheer via een webbrowser gesloten en opnieuw geopend.
82
Page 87
Beveiligingsfuncties
Scanfuncties vanaf externe apparaten beperken6
Met deze functie kunt u scanfuncties vanaf externe apparaten beperken.
Wanneer u scanfuncties vanaf externe apparaten beperkt, verschijnt er een foutmelding op het apparaat en
kunnen gebruikers de betreffende scanfuncties niet gebruiken.
Scanfuncties vanaf externe apparaten beperken met behulp van de instellingen
van een webbrowser6
1 Start de webbrowser.
2 Vul in de adresbalk van uw browser het IP-adres van uw apparaat in. Bijvoorbeeld: http://192.168.1.2.
3 Er hoeft standaard geen wachtwoord te worden ingevoerd. Als u een wachtwoord hebt ingesteld, voert
u dit wachtwoord in en drukt u op .
4 Klik op het tabblad Scannen.
5 Klik op het menu Scannen vanaf pc in de navigatiebalk.
6 Selecteer Pull-scan voor Uitgeschakeld.
7 Klik op Indienen.
6
83
Page 88
Beveiligingsfuncties
OPMERKING
Beveiligd functieslot 3.0 (ADS-2800W/ADS-3600W)6
Met Beveiligd functieslot kunt u openbare toegang tot de volgende functies van het apparaat beperken:
Scannen naar pc
Scannen naar FTP/SFTP
Scannen naar netwerk
Scannen naar USB
Scannen naar het web
Scannen naar e-mailserver
Scannen naar SharePoint
Scannen naar WSS (Webservice-scan)
Applicaties
Met Beveiligd functieslot voorkomt u ook dat gebruikers de standaardinstellingen van het apparaat kunnen
wijzigen, doordat u de toegang tot de instellingen van het apparaat beperkt.
Voordat u de beveiligingsfuncties gebruikt, moet u eerst een beheerderswachtwoord invullen.
6
De beheerder kan beperkingen voor afzonderlijke gebruikers en een gebruikerswachtwoord instellen.
Noteer uw wachtwoord zorgvuldig. Als u het vergeet, moet u het wachtwoord in het apparaat resetten. Neem
voor informatie over het resetten van het wachtwoord contact op met de klantenservice van Brother.
• Beveiligd functieslot kan worden ingesteld via Beheer via een webbrowser of BRAdmin Professional 3
(alleen Windows
• Alleen beheerders kunnen beperkingen instellen en voor elke gebruiker wijzigingen aanbrengen.
• (Voor ADS-3600W)
Gebruik kaartverificatie om naar een andere gebruiker over te schakelen en de scanfuncties te openen,
zoals Scannen naar pc, Scannen naar FTP of Scannen naar netwerk.
®
).
Voordat u begint met het gebruik van Beveiligd functieslot 3.06
U kunt de instellingen voor Beveiligd functieslot instellen met behulp van een webbrowser. Doe eerst het
volgende:
1 Start de webbrowser.
2 Vul in de adresbalk van uw browser het IP-adres van uw apparaat in. Bijvoorbeeld: http://192.168.1.2.
3 Vul in het veld Log in een beheerderswachtwoord in. (Dit is een wachtwoord om u aan te melden bij de
webpagina van het apparaat.) Klik op .
84
Page 89
Beveiligingsfuncties
Beveiligd functieslot in-/uitschakelen6
1 Klik op Beheerder.
2 Klik op Functie gebruikersbeperking.
3 Selecteer Beveiligd functieslot of Uit.
4 Klik op Indienen.
Beveiligd functieslot 3.0 configureren met behulp van Beheer via een
webbrowser6
Stel groepen met beperkingen en gebruikers met een wachtwoord en kaartnummer (NFC ID)1 in. U kunt
maximaal 100 beperkte groepen en 100 gebruikers instellen. Configureer deze instellingen met behulp van
een webbrowser. Als u een webpagina wilt instellen, raadpleegt u Voordat u begint met het gebruik van Beveiligd functieslot 3.0 op pagina 84 en volgt u daarna deze stappen:
1
Voor ADS-3600W
6
1 Klik op Beheerder.
2 Klik op Functie gebruikersbeperking.
3 Selecteer Beveiligd functieslot.
4 Klik op Indienen.
5 Klik op Gebruikerslijst xx-xx.
6 Vul in het veld Gebruikerslijst een gebruikersnaam in van maximaal 20 tekens.
7 Vul in het veld Pincode een wachtwoord van vier cijfers in.
8 (Voor ADS-3600W)
Typ in vak Kaartnummer het kaartnummer in (max. 16 tekens).
1
U kunt nummers kiezen van 0 - 9 en letters van A - F (niet hoofdlettergevoelig).
1
9 Selecteer voor elke gebruiker Gebruikerslijst / Beperkte functies in de vervolgkeuzelijst.
0 Klik op Indienen.
85
Page 90
Beveiligingsfuncties
OPMERKING
Firmware bijwerken6
U kunt uw firmware bijwerken tot de laatste versie door naar de site van Brother te gaan.
Als u een proxyserver gebruikt voor internetcommunicatie, dan moet u de gegevens invoeren bij
de Proxy-instelling.
1 Start de webbrowser.
2 Typ in de adresbalk van uw browser het IP-adres van uw apparaat in. Bijvoorbeeld: http://192.168.1.2.
3 Er hoeft standaard geen wachtwoord te worden ingevoerd. Als u een wachtwoord hebt ingesteld, voert
u dit wachtwoord in en drukt u op .
4 Klik op het tabblad Beheerder.
5 Klik op het menu Firmware-update in de navigatiebalk.
6 Klik op Controleren op nieuwe firmware.
6
86
Page 91
7
Problemen oplossen7
Overzicht7
In dit hoofdstuk wordt uitgelegd hoe u algemene netwerkproblemen kunt oplossen die u tegen kunt komen
tijdens het gebruik van het Brother-apparaat.
Om andere gebruikershandleidingen voor uw apparaat te downloaden, gaat u in het Brother Solutions Center
op solutions.brother.com/manuals
Identificatie van het probleem7
Controleer de onderstaande zaken voordat u in dit hoofdstuk op zoek gaat naar oplossingen.
naar de pagina voor uw model.
Zorg dat u de volgende zaken hebt gecontroleerd:
De netvoedingsadapter is goed aangesloten en het Brother-apparaat is ingeschakeld.
Uw toegangspunt, router of hub is ingeschakeld en de verbindingsknop knippert.
Alle beschermende verpakkingen zijn van het apparaat verwijderd.
De voorklep, het klepje van het scheidingskussentje en het klepje van de invoerrol zijn volledig gesloten.
De onderstaande lijst toont op welke pagina u de oplossing voor uw probleem kunt vinden:7
Ik kan de instellingen voor het draadloze netwerk niet configureren. op pagina 88.
Foutcodes draadloze LAN (ADS-2800W/ADS-3600W) op pagina 89.
Tijdens de installatie van het Brother-apparaat wordt het Brother-apparaat niet gevonden in het netwerk.
op pagina 91.
Het Brother-apparaat kan niet scannen via het netwerk. Het Brother-apparaat wordt niet gevonden in het
netwerk, ook niet na een geslaagde installatie. op pagina 92.
Ik gebruik beveiligingssoftware. op pagina 94.
Ik wil controleren of mijn netwerkapparaten correct werken. op pagina 95.
7
7
87
Page 92
Problemen oplossen
Ik kan de instellingen voor het draadloze netwerk niet configureren.7
ProbleemInterface Oplossing
Is het tijdens het configureren
van de draadloze
netwerkinstellingen niet
gelukt om met het apparaat
verbinding te maken met het
netwerk?
Zijn uw
beveiligingsinstellingen
(SSID, netwerksleutel)
correct?
Gebruikt u MACadresfiltering?
Werkt het WLANtoegangspunt/de router in
"stealth mode"? (De SSID
wordt dan niet uitgezonden.)
Ik heb alle bovenstaande
oplossingen gecontroleerd
en geprobeerd, maar het
lukt niet om de instellingen
voor het draadloze netwerk
te configureren. Kan ik nog
iets anders proberen?
De beveiligingsinstellingen
(SSID/wachtwoord) zijn niet
correct.
U gebruikt Android™ 4.0.Wi-Fi
Uw Brother-apparaat staat
te ver van uw mobiele
apparaat.
draadloos Schakel de draadloze router uit en weer in en probeer de instellingen voor
draadloze communicatie opnieuw te configureren.
draadloos Controleer de beveiligingsinstellingen.
De naam of het modelnummer van het WLAN-toegangspunt/de router
wordt soms gebruikt als standaardwaarde voor de beveiligingsinstellingen.
Raadpleeg de gebruiksaanwijzing van uw WLAN-toegangspunt/router
voor informatie over de juiste instellingen.
Informeer bij de fabrikant van uw WLAN-toegangspunt/router of bij uw
internetprovider of netwerkbeheerder.
draadloos Controleer of het MAC-adres van het Brother-apparaat wordt toegestaan
door het filter.
U kunt het MAC-adres vinden via het bedieningspaneel van het Brotherapparaat.
draadloos Voer de juiste SSID-naam handmatig in.
Zoek de SSID-naam of de netwerksleutel op in de gebruiksaanwijzing
van uw WLAN-toegangspunt/router en configureer de instellingen voor
het draadloze netwerk opnieuw. (Voor meer informatie, zie Als de SSID niet wordt uitgezonden op pagina 11.)
draadloos Gebruik het hulpprogramma voor het herstellen van de netwerkverbinding.
Zie Het Brother-apparaat kan niet scannen via het netwerk. Het Brother-
apparaat wordt niet gevonden in het netwerk, ook niet na een geslaagde
installatie. op pagina 92.
Wi-Fi
Direct
Bevestig de SSID en het wachtwoord.
®
Wanneer u het netwerk handmatig configureert, worden de SSID en het
wachtwoord weergegeven op het lcd-scherm van uw Brother-apparaat.
Als uw mobiele apparaat de handmatige configuratie ondersteunt, worden
de SSID en het wachtwoord weergegeven op het scherm van het mobiele
apparaat.
Als de verbinding met uw mobiele apparaat wordt verbroken (ongeveerd zes
Direct
®
minuten na gebruik van Wi-Fi Direct
®
), probeer dan de één-druk-op-deknop-methode met WPS (aanbevolen) en stel het Brother-apparaat in als
een G/E.
Wi-Fi
Direct
Verplaats uw Brother-printer op een afstand van maximaal 1 meter van het
®
mobiele apparaat bij het configureren van de Wi-Fi Direct
®
-
netwerkinstellingen.
7
88
Page 93
Problemen oplossen
ProbleemInterface Oplossing
Er bevinden zich obstakels
(bijvoorbeeld muren of
Wi-Fi
Direct
Verplaats het Brother-apparaat naar een plek zonder obstakels.
®
zwaar meubilair) tussen het
Brother-apparaat en het
mobiele apparaat.
Er bevindt zich een draadloze
computer, Bluetooth-
Wi-Fi
Direct
Verplaats andere apparaten uit de buurt van het Brother-apparaat of het
®
mobiele apparaat.
apparaat, magnetron of
draadloze telefoon in de buurt
van uw Brother-apparaat of
mobiele apparaat.
Als u alle bovenstaande
oplossingen gecontroleerd
en geprobeerd hebt, maar
de Wi-Fi Direct
®
configuratie
niet kan worden voltooid,
doe dan het volgende:
Wi-Fi
Direct
Schakel uw Brother-apparaat uit en weer in. Probeer vervolgens de Wi-Fi
®
Als uw Brother-apparaat een client is, bevestig dan hoeveel apparaten
®
Direct
-instellingen opnieuw te configureren.
zijn toegestaan in het huidige Wi-Fi Direct
®
-netwerk en controleer dan
hoeveel apparaten zijn aangesloten.
Foutcodes draadloze LAN (ADS-2800W/ADS-3600W)7
7
Als op het lcd-scherm een foutcode wordt weergegeven, zoek dan de foutcode op in de tabel en gebruik de
aanbevolen oplossing om het probleem te verhelpen.
FoutcodeAanbevolen oplossingen
De instelling voor draadloze communicatie is niet geactiveerd.
Schakel de instelling voor draadloze communicatie in:
TS-01
TS-02
1 Druk op uw apparaat op > Netwerk > WLAN > Inst. Wizard.
2Druk op Ja wanneer WLAN inschakelen? verschijnt, om de wizard voor het draadloos
netwerk te starten.
Het draadloze toegangspunt/de router wordt niet waargenomen.
1 Controleer het volgende:
Controleer of het draadloze toegangspunt/de router is ingeschakeld.
Plaats uw apparaat in een ruimte zonder obstakels of dichter bij het draadloze
toegangspunt/de router.
Plaats het apparaat tijdens het configureren van de draadloze instellingen tijdelijk
binnen een meter van het draadloze toegangspunt/de router.
Als uw draadloze toegangspunt/router filtering van MAC-adressen gebruikt, controleert
u of het MAC-adres van het Brother-apparaat wordt toegestaan door het filter.
2 Als u de SSID en beveiligingsgegevens (SSID/ verificatiemethode/versleutelingsmethode/
netwerksleutel) handmatig hebt ingevoerd, zijn de gegevens mogelijkerwijs niet correct.
Controleer de SSID en de beveiligingsgegevens en voer indien nodig de correcte
gegevens in.
Dit apparaat ondersteunt geen 5 GHz SSID/ESSID en u moet een 2,4 GHz SSID/ESSID
selecteren. Controleer of het draadloze toegangspunt/de router is ingesteld op 2,4 GHz
of de combinatiemodus 2,4 GHz/5 GHz.
89
Page 94
Problemen oplossen
VerificatiemethodeVersleutelingsmethode
WPA-Persoonlijk
TKIP
AES
WPA2-PersoonlijkAES
Open
WEP
Geen (zonder versleuteling)
Gedeelde sleutelWEP
FoutcodeAanbevolen oplossingen
TS-03
TS-04
Mogelijk zijn de instellingen voor draadloos netwerk en beveiliging die u hebt ingevoerd, niet
correct.
Controleer de instellingen voor het draadloze netwerk.
Controleer of de ingevoerde of geselecteerde gegevens voor SSID/verificatiemethode/
versleutelingsmethode/Gebruikers-ID/Gebruikerswachtwoord correct zijn.
De verificatie-/coderingsmethoden die het geselecteerde draadloze toegangspunt/de
geselecteerde router gebruikt, worden niet door uw apparaat ondersteund.
Voor de infrastructuurmodus wijzigt u de verificatie- en versleutelingsmethoden van het
draadloze toegangspunt/de router. Uw apparaat ondersteunt de volgende verificatiemethoden:
7
Als het probleem niet is verholpen, zijn de SSID of de netwerkinstellingen die u hebt
ingevoerd wellicht onjuist. Controleer de instellingen voor het draadloze netwerk.
Voor de ad-hocmodus wijzigt u de verificatie- en versleutelingsmethodes van uw computer
voor de draadloze instelling. Uw apparaat ondersteunt alleen de verificatiemethode Open,
met optionele WEP-versleuteling.
De beveiligingsgegevens (SSID/netwerksleutel) zijn onjuist.
Controleer de SSID en de beveiligingsgegevens (netwerksleutel).
TS-05
Als uw router WEP-versleuteling gebruikt, voert u de sleutel in die als eerste WEP-sleutel
wordt gebruikt. Het Brother-apparaat ondersteunt alleen het gebruik van de eerste WEPsleutel.
De beveiligingsgegevens van het draadloze netwerk (verificatiemethode/
versleutelingsmethode/netwerksleutel) zijn onjuist.
Controleer de beveiligingsgegevens van het draadloze netwerk (Verificatiemethode/
TS-06
Versleutelingsmethode/Netwerksleutel) met behulp van de tabel voor verificatiemethodes
in fout TS-04.
Als uw router WEP-versleuteling gebruikt, voert u de sleutel in die als eerste WEP-sleutel
wordt gebruikt. Het Brother-apparaat ondersteunt alleen het gebruik van de eerste WEPsleutel.
Het apparaat kan geen draadloos toegangspunt/draadloze router detecteren waarop WPS
is ingeschakeld.
Als u uw draadloze instellingen wilt configureren met WPS, moet u een handeling verrichten
op zowel het apparaat als het draadloze toegangspunt/de router.
TS-07
Als u niet weet hoe u uw draadloze toegangspunt/router met WPS of
moet bedienen, raadpleegt u de documentatie die bij uw draadloze
toegangspunt/router is geleverd, of vraagt u het aan de fabrikant van
het draadloze toegangspunt/de router of aan uw netwerkbeheerder.
90
Page 95
Problemen oplossen
FoutcodeAanbevolen oplossingen
Er zijn twee of meer draadloze toegangspunten gedetecteerd waarop WPS is ingeschakeld.
TS-08
Zorg ervoor dat WPS slechts op één draadloos toegangspunt/router binnen het bereik actief
is en probeer het opnieuw.
TS-20
Het apparaat probeert nog verbinding te maken met uw draadloze netwerk. Wacht enkele
minuten en controleer dan de WLAN-status.
Tijdens de installatie van het Brother-apparaat wordt het Brother-apparaat niet gevonden in het
netwerk.
VraagInterface Oplossing
Is uw computer aangesloten
op het netwerk?
Is het apparaat verbonden
met het netwerk en heeft het
apparaat een geldig
IP-adres?
Gebruikt u
beveiligingssoftware?
bedraad/
draadloos
bedraad/
draadloos
bedraad/
draadloos
Zorg dat de computer is aangesloten op een netwerk (bijvoorbeeld een
lokaal netwerk of internet). Neem voor verdere ondersteuning contact op
met uw netwerkbeheerder.
(Bedraad netwerk)
Controleer of Status in Status bedraadXXXX-XX actief is. (Waarbij
XXXX-XX de geselecteerde Ethernet-interface is.) Zie De netwerkstatus
controleren (ADS-2800W/ADS-3600W) op pagina 3. Wanneer Inactief
of Bedraad UIT wordt weergegeven op het lcd-scherm, vraagt u uw
netwerkbeheerder of uw IP-adres geldig is.
(Draadloos netwerk)
Controleer of Status in Status WLAN niet Verbinding mislukt is. Zie
De WLAN-status controleren (ADS-2800W/ADS-3600W) op pagina 9.
Als Verbinding mislukt wordt weergegeven op het lcd-scherm, vraagt
u de netwerkbeheerder of uw IP-adres geldig is.
Zoek vanuit het installatievenster opnieuw naar het Brother-apparaat.
Sta toegang toe als een waarschuwing van de beveiligingssoftware
wordt weergegeven tijdens de installatie van het Brother-apparaat.
7
7
Zie Ik gebruik beveiligingssoftware. op pagina 94 voor meer informatie
over beveiligingssoftware.
Gebruikt u een Wi-Fi-router? draadloos Mogelijk is de functie Privacy Separator (toegangspunt- of clientisolatie) op
uw Wi-Fi-router ingeschakeld. Schakel de functie uit.
Staat het Brother-apparaat
te ver van uw WLAN-
draadloos Plaats het Brother-apparaat tijdens het configureren van de instellingen voor
het draadloze netwerk binnen 1 meter van het WLAN-toegangspunt/router.
toegangspunt/router af?
Bevinden er zich obstakels
(bijvoorbeeld muren of
draadloos Zet het Brother-apparaat op een plaats waar ongehinderde communicatie
mogelijk is, of dichter bij uw WLAN-toegangspunt/router.
zwaar meubilair) tussen het
apparaat en uw WLANtoegangspunt/router?
Bevindt er zich een
draadloze computer,
draadloos Verwijder alle apparaten die mogelijk storing kunnen veroorzaken uit de
buurt van uw Brother-apparaat en uw WLAN-toegangspunt/router.
Bluetooth-apparaat,
magnetron of draadloze
telefoon in de buurt van uw
Brother-apparaat of WLANtoegangspunt/router?
91
Page 96
Problemen oplossen
OPMERKING
Het Brother-apparaat kan niet scannen via het netwerk.
Het Brother-apparaat wordt niet gevonden in het netwerk, ook niet na een geslaagde installatie.
VraagInterface Oplossing
Gebruikt u
beveiligingssoftware?
Is er een beschikbaar
IP-adres toegewezen aan
uw Brother-apparaat?
bedraad/
draadloos
bedraad/
draadloos
Zie Ik gebruik beveiligingssoftware. op pagina 94.
Controleer het IP-adres en het subnetmasker
Controleer of de IP-adressen en subnetmaskers van uw computer en het
Brother-apparaat correct zijn en zich in hetzelfde netwerk bevinden.
Raadpleeg uw netwerkbeheerder voor meer informatie over het
verifiëren van het IP-adres en het subnetmasker.
(Windows
®
)
Controleer het IP-adres en het subnetmasker met het hulpprogramma
voor het herstellen van de netwerkverbinding.
Gebruik hulpprogramma voor het herstellen van de netwerkverbinding
om de netwerkinstellingen van het Brother-apparaat te herstellen
(hierdoor worden het juiste IP-adres en subnetmasker toegekend).
Neem contact op met uw netwerkbeheerder voor informatie over het
gebruik van het herstelprogramma van de netwerkverbinding en voer
daarna de onderstaande stappen uit:
7
7
• (Windows® XP)
Zorg dat u bent aangemeld met beheerdersrechten.
• Zorg dat het Brother-apparaat is ingeschakeld en met hetzelfde netwerk
is verbonden als uw computer.
92
Page 97
Problemen oplossen
OPMERKING
VraagInterface Oplossing
Is er een beschikbaar
IP-adres toegewezen aan
uw Brother-apparaat?
(vervolg)
bedraad/
draadloos
1 Plaats de meegeleverde dvd-rom in het dvd-romstation. Sluit het
hoofdmenu van de dvd-rom wanneer dit wordt geopend.
2 Open de computerdirectory voor uw besturingssysteem:
Windows
Klik op Start > Alle programma’s > Bureau-accessoires >
Windows Verkenner > Deze computer.
Windows Vista
Klik op (Start) > Computer.
Windows
Klik op de taakbalk op het pictogram (Verkenner) en ga naar
Deze comupter.
Windows
Klik op het pictogram (Verkenner) op de taakbalk en ga naar
Deze pc.
3 Dubbelklik achtereenvolgens op Dvd-station, Hulpprogramma’s,
NetTool en BrotherNetTool.exe om het programma uit te voeren.
®
XP
®
/Windows® 7
®
8/Windows® 8.1
®
10
7
Verbindt u het Brotherapparaat draadloos met
het netwerk?
Ik heb alle bovenstaande
oplossingen gecontroleerd
en geprobeerd, maar het
Brother-apparaat scant niet.
Kan ik nog iets anders
proberen?
Als het scherm Gebruikersaccountbeheer wordt weergegeven:
(Windows Vista
(Windows
®
®
) Klik op Doorgaan (Toestaan).
7/Windows® 8/Windows® 8.1/Windows® 10) Klik op Ja.
4 Volg de aanwijzingen op het scherm.
Als het juiste IP-adres en subnetmasker nog steeds niet zijn toegewezen
na uitvoering van het hulpprogramma voor het herstellen van de
netwerkverbinding, vraagt u uw netwerkbeheerder om raad.
draadloos Controleer Status in Status WLAN. Zie De WLAN-status controleren
(ADS-2800W/ADS-3600W) op pagina 9. Als Verbinding mislukt
wordt weergegeven op het lcd-scherm, vraagt u de netwerkbeheerder of
uw IP-adres geldig is.
Zie Tijdens de installatie van het Brother-apparaat wordt het Brother-
apparaat niet gevonden in het netwerk. op pagina 91.
bedraad/
draadloos
Maak de installatie van het Brother-apparaat ongedaan en installeer het
opnieuw.
93
Page 98
Problemen oplossen
Ik gebruik beveiligingssoftware.7
VraagInterface Oplossing
Hebt u Accepteren gekozen
in het dialoogvenster met de
veiligheidswaarschuwing
tijdens de installatie van het
Brother-apparaat, het
opstartproces van de
toepassing of het gebruik
van de scanfuncties?
Ik wil weten welk
poortnummer ik nodig heb
voor de instellingen van de
beveiligingssoftware.
bedraad/
draadloos
bedraad/
draadloos
Als u in het dialoogvenster met de veiligheidswaarschuwing Accepteren
niet hebt gekozen, is het mogelijk dat de firewallfunctie van uw
beveiligingssoftware de toegang blokkeert. Het is ook mogelijk dat bepaalde
beveiligingssoftware de toegang blokkeert zonder eerst een
veiligheidswaarschuwing te geven. Raadpleeg de gebruiksaanwijzing van
uw beveiligingssoftware of de fabrikant van de beveiligingssoftware voor
informatie over de manier om de toegang toe te staan.
De volgende poortnummers worden gebruikt voor de netwerkfuncties van
Brother:
Netwerkscannen i Poortnummer 54925, protocol UDP
Netwerkscannen, Remote Setup
1
i Poortnummer 161 en
137/protocol UDP
BRAdmin Light
1
Alleen Windows®.
1
i Poortnummer 161, protocol UDP
Voor meer informatie over het openen van de poort raadpleegt u de
gebruiksaanwijzing of de fabrikant van de beveiligingssoftware.
7
94
Page 99
Problemen oplossen
Ik wil controleren of mijn netwerkapparaten correct werken.7
VraagInterface Oplossing
Zijn uw Brother-apparaat en
uw toegangspunt/router of
netwerkhub ingeschakeld?
Waar vind ik de
netwerkinstellingen van mijn
Brother-apparaat, zoals het
IP-adres?
Hoe kan ik de
verbindingsstatus van het
Brother-apparaat
controleren?
bedraad/
draadloos
bedraad/
draadloos
bedraad/
draadloos
Zorg dat u alle aanwijzingen in Zorg dat u de volgende zaken hebt gecontroleerd: op pagina 87 hebt opgevolgd.
Voor Beheer via een webbrowser
1 Start Beheer via een webbrowser voor toegang tot het Brother-apparaat
(zie stap 1 op pagina 39).
2 Wanneer het scherm voor Beheer via een webbrowser verschijnt, klikt
u op het tabblad Netwerk en vervolgens op Netwerkstatus in de
navigatiebalk links.
Voor het bedieningspaneel (ADS-2800W/ADS-3600W)
Controleer de instellingen in Netwerk op het bedieningspaneel van de
machine.
Voor Beheer via een webbrowser
1 Start Beheer via een webbrowser voor toegang tot het Brother-apparaat
(zie stap 1 op pagina 39).
2 Wanneer het scherm voor Beheer via een webbrowser verschijnt, klikt
u op het tabblad Netwerk en vervolgens op Netwerkstatus in de
navigatiebalk links.
Voor het bedieningspaneel (ADS-2800W/ADS-3600W)
(Bedraad netwerk)
Controleer of Status in Status bedraad XXXX-XX actief is
(waabij XXXX-XX uw geselecteerde ethernetinterface is).
7
Druk op > Netwerk > LAN met kabel > Status bedraad >
Status om de netwerkstatus te controleren.
Wanneer Inactief of Bedraad UIT wordt weergegeven op het
lcd-scherm, vraagt u uw netwerkbeheerder of uw IP-adres geldig is.
(Draadloos netwerk)
Controleer of de Status in Status WLAN niet Verbinding mislukt is.
Zie De WLAN-status controleren (ADS-2800W/ADS-3600W) op pagina 9.
Als de melding op het lcd-scherm Verbinding mislukt is, vraag dan uw
netwerkbeheerder of uw IP-adres wel of niet geldig is.
95
Page 100
Problemen oplossen
VraagInterface Oplossing
Kunt u het Brother-apparaat
"pingen" vanaf uw
computer?
bedraad/
draadloos
Ping het Brother-apparaat vanaf uw computer door in het
opdrachtpromptvenster van Windows
knooppunt in te voeren: ping <ip-adres> of <naam knooppunt>.
Gelukt > Uw Brother-apparaat werkt correct en is verbonden met
hetzelfde netwerk als uw computer.
Mislukt > Uw Brother-machine is niet verbonden met hetzelfde netwerk
als uw computer.
(Windows
Vraag uw netwerkbeheerder om hulp en gebruik het hulpprogramma
voor het herstellen van de netwerkverbinding om het IP-adres en
het subnetmasker automatisch correct in te stellen. Raadpleeg voor
meer informatie over het herstelprogramma voor de netwerkverbinding
Is er een beschikbaar IP-adres aan uw Brother-apparaat toegewezen?
in Het Brother-apparaat kan niet scannen via het netwerk. Het Brother-
apparaat wordt niet gevonden in het netwerk, ook niet na een geslaagde
installatie. op pagina 92.
(Macintosh)
Controleer of het IP-adres en het subnetmasker correct zijn ingesteld.
Zie Controleer het IP-adres en subnetmasker in Het Brother-apparaat
kan niet scannen via het netwerk. Het Brother-apparaat wordt niet
gevonden in het netwerk, ook niet na een geslaagde installatie.
op pagina 92.
Maakt het Brother-apparaat
verbinding met het
draadloze netwerk?
draadloos Controleer Status in Status WLAN. Zie De WLAN-status controleren
(ADS-2800W/ADS-3600W) op pagina 9. Als Verbinding mislukt wordt
weergegeven op het lcd-scherm, vraagt u de netwerkbeheerder of uw IPadres geldig is.
Ik heb alle bovenstaande
oplossingen gecontroleerd
en geprobeerd, maar ik
ondervind nog steeds
problemen. Kan ik nog iets
anders proberen?
draadloos Raadpleeg de gebruiksaanwijzing van uw WLAN-toegangspunt/router voor
meer informatie over het vinden en correct instellen van de SSID en de
netwerksleutel. Raadpleeg voor meer informatie over de SSID en de
netwerksleutel Zijn uw beveiligingsinstellingen (SSID/Netwerksleutel)
correct? in Ik kan de instellingen voor het draadloze netwerk niet
configureren. op pagina 88.
®
het IP-adres of de naam van het
®
)
7
96
Loading...
+ hidden pages
You need points to download manuals.
1 point = 1 manual.
You can buy points or you can get point for every manual you upload.