Ondersteunde protocollen en beveiligingsfuncties ..................................................................................68
Functietabel Beheer via een webbrowser................................................................................................69
BIndex75
ii
Page 4
1
Inleiding1
Netwerkfuncties1
Uw Brother-apparaat kan met behulp van de interne netwerkscanserver worden gedeeld via een draadloos
Ethernet-netwerk (IEEE 802.11b/g/n). De scanserver ondersteunt verschillende functies en
verbindingsmethoden, afhankelijk van uw besturingssysteem en netwerkconfiguratie. Het onderstaande
schema toont de netwerkfuncties en verbindingen die door de verschillende besturingssystemen worden
ondersteund.
1
BesturingssystemenWindows® XP
Windows Vista
Windows® 7
Windows
Scannen
Raadpleeg de Gebruikershandleiding.
BRAdmin Light
Zie BRAdmin Light gebruiken op pagina 3.
BRAdmin Professional 3
Zie BRAdmin Professional 3 (Windows®)
op pagina 7.
Beheer via een webbrowser
Zie Beheer via een webbrowser op pagina 35.
Remote Setup
Raadpleeg de Gebruikershandleiding.
Status Monitor
Raadpleeg de Gebruikershandleiding.
Vertical Pairing (Verticaal koppelen)
Zie Netwerkscannen voor de infrastructuurmodus
installeren bij gebruik van Vertical Pairing
(Windows
1
U kunt BRAdmin Light voor Macintosh downloaden van http://support.brother.com
2
BRAdmin Professional 3 kunt u downloaden van http://support.brother.com
3
Alleen Windows® 7 en Windows® 8.
®
1
2
7enWindows®8) op pagina 67.
®
8
OS X v10.7.5, 10.8.x, 10.9.x
®
rr
rr
r
rr
rr
rr
3
r
1
Page 5
Inleiding
Overige netwerkfuncties1
LDAP1
Het LDAP-protocol stelt u in staat om naar bepaalde informatie te zoeken, zoals e-mailadressen van uw
computer. Wanneer u de functies Scannen naar e-mailserver gebruikt, kunt u de LDAP-zoekfunctie gebruiken
om te zoeken naar e-mailadressen. (Zie De LDAP-configuratie wijzigen via het bedieningspaneel van het apparaat op pagina 47.)
Scannen naar e-mailserver1
Scannen naar e-mailserver is een functie waarmee u gescande documenten via e-mail kunt verzenden.
(Zie Scannen naar e-mailserver op pagina 50.)
Voordat u deze functie kunt gebruiken, moet u enkele apparaatinstellingen configureren via het
bedieningspaneel van het apparaat, via BRAdmin Professional 3 of via Beheer via een webbrowser.
Beveiliging1
Uw Brother-apparaat gebruikt enkele van de modernste protocollen voor netwerkbeveiliging en
-versleuteling. (Zie Beveiligingsfuncties op pagina 54.)
1
2
Page 6
2
Netwerkinstellingen wijzigen2
De netwerkinstellingen van het apparaat wijzigen2
U kunt de netwerkinstellingen van het apparaat wijzigen met het bedieningspaneel, BRAdmin Light, Beheer
via een webbrowser of BRAdmin Professional 3.
Het bedieningspaneel van het apparaat gebruiken2
U kunt uw apparaat voor een netwerk configureren met het menu Netwerk op het bedieningspaneel.
De netwerkstatus controleren2
1 Druk op het LCD-scherm van het apparaat op .
2 Druk op Netwerk.
3 Druk op LAN met kabel.
2
4 Druk op Status bedraad.
5 Druk op Status.
BRAdmin Light gebruiken2
BRAdmin Light is een hulpprogramma voor de voorbereidende installatie van Brother-apparaten met een
netwerkverbinding. Dit hulpprogramma kan bovendien worden gebruikt om in een TCP/IP-omgeving te
zoeken naar Brother-producten, om de status van apparaten weer te geven en om algemene
netwerkinstellingen zoals het IP-adres te configureren.
BRAdmin Light voor Windows® installeren2
1 Zorg dat het apparaat ingeschakeld is.
2 Zet de computer aan. Sluit eventueel geopende toepassingen.
3 Plaats de installatie-dvd-rom in het dvd-romstation. Het startscherm wordt automatisch weergegeven.
Als een scherm met modelnamen wordt weergegeven, selecteert u uw apparaat. Als een
taalkeuzescherm wordt weergegeven, selecteert u de gewenste taal.
4 Wanneer het hoofdmenu wordt weergegeven, klikt u op Aangepaste installatie >
Netwerkhulpprogramma’s.
5 Klik op BRAdmin Light en volg de aanwijzingen op het scherm.
3
Page 7
Netwerkinstellingen wijzigen
OPMERKING
BRAdmin Light voor Macintosh installeren2
Download de nieuwste versie van het hulpprogramma BRAdmin Light van Brother vanaf de downloadpagina
voor uw model op http://support.brother.com
Het IP-adres, het subnetmasker en de gateway instellen met BRAdmin Light2
• Download de nieuwste versie van het hulpprogramma BRAdmin Light van Brother vanaf de
downloadpagina voor uw model op http://support.brother.com
• Voor meer geavanceerd apparaatbeheer gebruikt u de nieuwste versie van BRAdmin Professional 3,
die u kunt downloaden vanaf de downloadpagina voor uw model op http://support.brother.com
Dit hulpprogramma is uitsluitend beschikbaar voor Windows
®
-gebruikers.
.
• Als u de firewallfunctie van een antispyware- of antivirusprogramma gebruikt, moet u deze functie tijdelijk
uitschakelen. Wanneer u eenmaal hebt vastgesteld dat u kunt scannen, kunt u de firewall weer
inschakelen.
• Naam van knooppunt: de naam van het knooppunt wordt weergegeven in het venster van BRAdmin Light.
De standaardnaam van het knooppunt van de scanserver in het apparaat is "BRWxxxxxxxxxxxx" voor een
draadloos netwerk (waarbij "xxxxxxxxxxxx" het MAC-adres/Ethernet-adres van uw apparaat is).
• Er hoeft standaard geen wachtwoord te worden ingevoerd. Als u een wachtwoord hebt ingesteld, voert u
dit wachtwoord in en drukt u op OK.
1 Start BRAdmin Light.
Windows
(Windows® XP, Windows Vista® en Windows® 7)
®
2
Klik op (Start) > Alle programma’s > Brother > BRAdmin Light > BRAdmin Light.
(Windows
®
8)
Klik op (BRAdmin Light) in het systeemvak.
Macintosh
Klik op Ga in de Finder-menubalk, Programma’s > Brother > Hulpprogramma’s >
BRAdminLight2 en dubbelklik dan op het pictogram (BRAdmin Light.jar).
2 BRAdmin Light zoekt automatisch naar nieuwe apparaten.
4
Page 8
Netwerkinstellingen wijzigen
OPMERKING
3 Dubbelklik op uw Brother-apparaat.
Windows
®
2
Macintosh
• Als de scanserver is ingesteld op de fabrieksinstellingen (en u gebruikt geen DHCP/BOOTP/RARP-server),
wordt het apparaat in het venster van BRAdmin Light weergegeven als Niet geconfigureerd.
• U kunt het MAC-adres (Ethernet-adres) en de naam van het knooppunt voor het apparaat weergeven
op het LCD-scherm van het apparaat.
Druk op > Netwerk > WLAN > MAC-adres om het MAC-adres op te zoeken.
Druk op > Netwerk > WLAN > TCP/IP > Knooppuntnaam om de naam van het knooppunt op te
zoeken.
5
Page 9
Netwerkinstellingen wijzigen
4 Kies STATIC bij Boot-methode. Voer het IP-adres, Subnetmasker en de Gateway (indien nodig) voor
het apparaat in.
Windows
®
2
Macintosh
5 Klik op OK.
6 Uw Brother-apparaat wordt in de lijst met apparaten weergegeven. Wanneer dit niet het geval is,
controleer dan uw IP-adres in stap 4.
6
Page 10
Netwerkinstellingen wijzigen
OPMERKING
Overige beheerprogramma’s2
Beheer via een webbrowser2
U kunt een gewone webbrowser gebruiken om de instellingen van de scanserver te wijzigen via HTTP
(HyperText Transfer Protocol) of HTTPS (HyperText Transfer Protocol Secure). (Zie Uw apparaatinstellingen configureren op pagina 36.)
BRAdmin Professional 3 (Windows®)2
BRAdmin Professional 3 is een hulpprogramma voor geavanceerd beheer van Brother-apparaten met een
netwerkverbinding. Met dit hulpprogramma kunt u zoeken naar producten van Brother in uw netwerk en u
kunt er het apparaat mee weergeven in een overzichtelijk Verkenner-achtig venster. De pictogrammen
duiden met verschillende kleuren de status van elk apparaat aan. U kunt netwerk- en apparaatinstellingen
configureren en apparaatfirmware bijwerken vanaf een computer met Windows
netwerk. BRAdmin Professional 3 kan ook de activiteiten van Brother-apparaten in uw netwerk vastleggen
en de vastgelegde loggegevens exporteren in HTML-, CSV-, TXT- of SQL-indeling.
®
die is aangesloten op uw
2
• Gebruik de meest recente versie van BRAdmin Professional 3, die u kunt downloaden vanaf de
downloadpagina voor uw model op http://support.brother.com
beschikbaar voor Windows
• Als u de firewallfunctie van een antispyware- of antivirusprogramma gebruikt, moet u deze functie tijdelijk
uitschakelen. Wanneer u eenmaal hebt vastgesteld dat u kunt scannen, kunt u de firewall weer
inschakelen.
• Naam van knooppunt: de knooppuntnamen van alle Brother-apparaten in het netwerk worden in
BRAdmin Professional 3 weergegeven. De standaardnaam voor het knooppunt is "BRWxxxxxxxxxxxx"
voor een draadloos netwerk (waarbij "xxxxxxxxxxxx" het MAC-adres/Ethernet-adres van het apparaat is).
®
-gebruikers.
. Dit hulpprogramma is uitsluitend
7
Page 11
OPMERKING
Het apparaat configureren voor een
3
draadloos netwerk
Overzicht3
U kunt het beste een van de installatiemethoden uit de Installatiehandleiding volgen als u het apparaat op een
draadloos netwerk wilt aansluiten.
In dit hoofdstuk vindt u meer informatie over het configureren van de instellingen voor het draadloze netwerk.
Zie De netwerkinstellingen van het apparaat wijzigen op pagina 3 voor meer informatie over de TCP/IP-
instellingen.
• Om bij normaal gebruik de beste resultaten te krijgen, plaatst u het Brother-apparaat zo dicht mogelijk bij
het toegangspunt (de router) van het draadloze netwerk met zo min mogelijk obstakels tussen beide
apparaten. Grote objecten en muren tussen beide apparaten en storing door andere elektronische
apparaten kunnen van invloed zijn op de snelheid van gegevensoverdracht van documenten.
Vanwege deze factoren is een draadloze verbinding wellicht niet altijd de beste oplossing voor alle soorten
documenten en toepassingen. Als u vaak grote bestanden scant, zoals documenten met veel grote
grafische afbeeldingen, heeft een USB-aansluiting misschien de voorkeur omdat de gegevens dan sneller
worden overgedragen.
3
3
• Voordat u de draadloze instellingen kunt configureren, moet u uw netwerknaam (SSID) en netwerksleutel
weten.
8
Page 12
Het apparaat configureren voor een draadloos netwerk
Uw netwerkomgeving bepalen3
Aangesloten op een computer met een WLAN-toegangspunt/de router in het
netwerk (Infrastructuurmodus)3
1
5
3
4
3
1 WLAN-toegangspunt/de router
1
Als uw computer Intel® My WiFi Technology (MWT) ondersteunt, kunt u de computer gebruiken als een WPS-toegangspunt (Wi-Fi Protected
Setup™).
2 Draadloos netwerkapparaat (uw Brother-apparaat)
3 Computer met draadloze functionaliteit die is aangesloten op het toegangspunt/de router van het
draadloze netwerk
4 Computer zonder draadloze functionaliteit die met een netwerkkabel is aangesloten op het
toegangspunt/de router van het draadloze netwerk
5 Mobiel apparaat dat draadloos is aangesloten op het toegangspunt/de router
1
2
Configuratiemethode3
Hieronder worden verschillende methoden beschreven voor het configureren van uw Brother-apparaat in een
draadloos netwerk. Kies de methode die het best aansluit bij uw situatie.
Draadloze configuratie met tijdelijk gebruik van een USB-kabel (aanbevolen). Raadpleeg de
Installatiehandleiding.
Draadloze configuratie met één druk op een knop via WPS (Wi-Fi Protected Setup) of AOSS™.
Zie pagina 17.
Draadloze configuratie via de WPS-pincodemethode. Zie pagina 19.
De status van het draadloze netwerk controleren3
1 Druk op het LCD-scherm van het apparaat op .
2 Druk op Netwerk.
3 Druk op WLAN.
4 Druk op a of b en druk dan op Status WLAN.
5 Druk op Status.
9
Page 13
Het apparaat configureren voor een draadloos netwerk
Aangesloten op een computer met draadloze functionaliteit zonder WLANtoegangspunt/de router in het netwerk (ad-hocmodus)3
Dit type netwerk heeft geen centraal WLAN-toegangspunt/centrale WLAN-router. De draadloze clients
communiceren rechtstreeks met elkaar. Wanneer uw draadloze Brother-apparaat deel uitmaakt van dit
netwerk, ontvangt het alle scantaken rechtstreeks van de computer die de scangegevens verzendt.
1
2
1 Draadloos netwerkapparaat (uw Brother-apparaat)
2 Computer met draadloze functionaliteit
Brother garandeert niet dat draadloze netwerkverbindingen in de ad-hocmodus tot stand gebracht kunnen
worden. Zie Configuratie in de ad-hocmodus op pagina 22 voor het configureren van het apparaat in de
ad-hocmodus.
3
10
Page 14
Het apparaat configureren voor een draadloos netwerk
OPMERKING
Configuratie3
Als de SSID niet wordt uitgezonden3
1 Het is aan te raden dat u de instellingen van het draadloze netwerk noteert voordat u het apparaat
configureert. U hebt deze informatie nodig bij de configuratie.
Controleer en noteer de huidige instellingen van het draadloze netwerk.
Als uw router WEP-versleuteling gebruikt, voert u de sleutel in die als eerste WEP-sleutel wordt gebruikt.
Het Brother-apparaat ondersteunt alleen het gebruik van de eerste WEP-sleutel.
11
Page 15
Het apparaat configureren voor een draadloos netwerk
2 Voer een van de volgende handelingen uit:
Windows
aPlaats de meegeleverde dvd-rom in het dvd-romstation.
bKlik op Aangepaste installatie.
®
3
cKlik op Setup Wizard draadloze LAN.
12
Page 16
Het apparaat configureren voor een draadloos netwerk
Macintosh
aDownload het volledige pakket met stuurprogramma’s en software via het
Brother Solutions Center (http://support.brother.com/
bDubbelklik op het pictogram BROTHER op het bureaublad.
).
cDubbelklik op Hulpprogramma’s.
dDubbelklik op Setup Wizard voor draadloze apparaten.
3
13
Page 17
Het apparaat configureren voor een draadloos netwerk
OPMERKING
3 Selecteer Ja, ik heb een USB-kabel voor gebruik bij de installatie. en klik dan op Volgende.
Het is raadzaam om tijdelijk een USB-kabel te gebruiken.
3
Wanneer dit scherm wordt weergegeven, leest u de Belangrijke boodschap door. Schakel het
selectievakje gecontroleerd en bevestigd in nadat u de SSID en de netwerksleutel hebt gecontroleerd
en klik dan op Volgende.
4 Sluit het apparaat tijdelijk rechtstreeks aan op de computer met een USB-kabel.
Wanneer een bevestigingsscherm wordt weergegeven, schakelt u het selectievakje in. Klik op Volgende
en ga verder met 5.
Ga anders verder met 6.
14
Page 18
Het apparaat configureren voor een draadloos netwerk
5 Voer een van de volgende handelingen uit wanneer het volgende scherm wordt weergegeven:
• Selecteer Ja wanneer u de weergegeven SSID wilt gebruiken, klik op Volgende en ga verder met 9.
• Selecteer Nee wanneer u de weergegeven SSID wilt wijzigen, klik op Volgende en ga verder met 6.
3
6 Voer een van de volgende handelingen uit:
• Selecteer de SSID die u wilt gebruiken en klik op Volgende. Configureer dan de Netwerksleutel en ga
verder met 9.
• Wanneer de SSID die u wilt gebruiken niet verzendt, klikt u op Geavanceerd en gaat u verder met 7.
15
Page 19
Het apparaat configureren voor een draadloos netwerk
7 Voer een nieuwe SSID in het veld Naam (SSID) in en klik dan op Volgende.
8 Selecteer de Verificatiemethode en de Versleutelingsmodus in de vervolgkeuzelijsten, voer een
netwerksleutel in het veld Netwerksleutel in en klik dan op Volgende.
3
16
Page 20
Het apparaat configureren voor een draadloos netwerk
OPMERKING
9 Klik op Volgende. De instellingen worden naar het apparaat verzonden.
(Het volgende scherm kan afwijken, afhankelijk van uw instellingen.)
3
Ontkoppel de USB-kabel NIET voordat de aanwijzingen op het scherm aangeven dat de configuratie is
voltooid en dat de kabel veilig kan worden verwijderd.
0 Ontkoppel de USB-kabel tussen de computer en het apparaat.
A Klik op Voltooien.
WPS (Wi-Fi Protected Setup) of AOSS™ gebruiken3
1 Controleer of uw draadloze toegangspunt/de router het WPS- of AOSS-symbool heeft zoals hieronder
weergegeven.
2 Plaats het Brother-apparaat in het bereik van het draadloze toegangspunt/de router. Het bereik varieert
naargelang de omgeving. Raadpleeg de instructies bij het draadloze toegangspunt/de router.
17
Page 21
Het apparaat configureren voor een draadloos netwerk
OPMERKING
3 Druk op het LCD-scherm van het apparaat op > Netwerk > WLAN > WPS/AOSS.
Wanneer WLAN inschakelen? wordt weergegeven, drukt u op Ja om te bevestigen.
• Wanneer u binnen een paar seconden nadat u op de knop van de WPS- of AOSS™-knop op uw draadloze
toegangspunt/de router hebt gedrukt, WPS/AOSS niet start via het LCD-scherm van het apparaat, kan de
verbinding mislukken.
• Wanneer uw draadloze toegangspunt/de router WPS ondersteunt en u wilt uw apparaat configureren met
de PIN-methode (Persoonlijk Identificatie Nummer) kunt u De pincodemethode van Wi-Fi Protected Setup (WPS) gebruiken op pagina 19 raadplegen.
4 Wanneer op het LCD-scherm wordt aangegeven dat u WPS of AOSS™ moet starten, drukt u op de
WPS- of AOSS™-knop op uw draadloze toegangspunt/de router (raadpleeg voor meer informatie de
instructies die zijn geleverd bij uw draadloze toegangspunt/router).
3
Druk op OK op het LCD-scherm van uw Brother-apparaat.
5 Deze functie detecteert automatisch welke modus (WPS of AOSS™) uw draadloze toegangspunt/de
router gebruikt en probeert verbinding te maken met uw draadloze netwerk.
6 Wanneer uw draadloze apparaat goed verbinding maakt, wordt op het LCD-scherm het bericht
Verbonden weergegeven totdat u op OK drukt.
De draadloze installatie is voltooid. Het Wi-Fi-lampje op het bedieningspaneel gaat branden en geeft
daarmee aan dat de netwerkinterface van het apparaat op WLAN is ingesteld.
18
Page 22
Het apparaat configureren voor een draadloos netwerk
OPMERKING
De pincodemethode van Wi-Fi Protected Setup (WPS) gebruiken3
Als uw WLAN-toegangspunt/de router ondersteuning biedt voor de WPS-pincodemethode, kunt u het
apparaat via de onderstaande stappen configureren.
De pincodemethode is een verbindingsmethode die is ontwikkeld door de Wi-Fi Alliance
"registrar" (een apparaat dat het draadloze netwerk beheert) een pincode in te voeren die is aangemaakt door
uw Brother-apparaat, kunt u het draadloze netwerk en de beveiligingsinstellingen configureren. Zie de
gebruikershandleiding van uw WLAN-toegangspunt/de router voor informatie over het gebruik van de
WPS-modus.
Verbinding maken wanneer het WLAN-toegangspunt/de WLAN-router (A) dienst doet als registrar
A
®
. Door op een
1
.
3
Verbinding maken wanneer een ander apparaat (B), bijvoorbeeld een computer, wordt gebruikt als
registrar
1
De registrar is normaal gesproken het WLAN-toegangspunt/de WLAN-router.
1
.
A
B
Routers of toegangspunten die WPS ondersteunen, zijn voorzien van dit symbool:
1 Druk op het LCD-scherm van het apparaat op .
2 Druk op Netwerk.
19
Page 23
Het apparaat configureren voor een draadloos netwerk
OPMERKING
OPMERKING
3 Druk op WLAN.
4 Druk op a of b om WPS met pincode weer te geven.
Druk op WPS met pincode.
5 Wanneer WLAN inschakelen? wordt weergegeven, drukt u op Ja om te bevestigen.
Hiermee start u de wizard voor configuratie van het draadloze netwerk.
Druk op Nee om te annuleren.
6 Op het LCD-scherm wordt een pincode van 8 cijfers weergegeven. Het apparaat gaat op zoek naar een
toegangspunt.
7 Open een webbrowser op een computer die is aangesloten op het netwerk. Typ in de adresbalk van
de webbrowser "http://IP-adres van het toegangspunt" (waarbij "IP-adres van het toegangspunt" het
IP-adres van het apparaat is dat dienst doet als registrar
1
De registrar is normaal gesproken het WLAN-toegangspunt/de WLAN-router.
1
).
8 Ga naar de instellingenpagina van WPS, voer de pincode die in stap 6 is weergegeven, in op het
LCD-scherm van de registrar en volg de aanwijzingen op het scherm.
3
Hoe de pagina met instellingen eruit ziet, hangt af van het type toegangspunt/router dat u gebruikt.
Raadpleeg hiervoor de gebruiksaanwijzing van uw toegangspunt/router.
Windows Vista®/Windows® 7/Windows® 83
Volg de onderstaande stappen indien uw computer dienst doet als registrar:
• Wanneer u een computer met Windows Vista®, Windows® 7, of Windows® 8 wilt gebruiken als
registrar, moet u deze van tevoren registreren in het netwerk. Zie de gebruiksaanwijzing van uw
WLAN-toegangspunt/-router.
7)
8)
®
7 of Windows® 8 gebruikt als registrar, kunt u aan de hand van de aanwijzingen
®
)
• Wanneer u Windows
op het scherm het scannerstuurprogramma installeren nadat u de instellingen voor het draadloze netwerk
hebt geconfigureerd. Als u het volledige pakket met stuurprogramma’s en software wilt installeren, volgt
u de stappen in de Installatiehandleiding.
a (Windows Vista
Klik op (Start) > Netwerk > Apparaat aan het draadloos netwerk toevoegen.
(Windows
Klik op (Start) > Apparaten en printers > Een apparaat toevoegen.
(Windows
Beweeg de muisaanwijzer naar de rechter benedenhoek van het bureaublad. Wanneer de menubalk
wordt weergegeven, klikt u op Instellingen > Configuratiescherm > Hardware en geluiden > Apparaten en printers > Een apparaat toevoegen.
®
®
b Kies het apparaat en klik op Volgende.
c Typ de pincode in die in stap 6 op het LCD-scherm werd weergegeven en klik dan op Volgende.
d Kies het netwerk waarmee u verbinding wilt maken en klik dan op Volgende.
e Klik op Sluiten.
20
Page 24
Het apparaat configureren voor een draadloos netwerk
9 Wanneer het apparaat verbinding heeft gemaakt, wordt Verbonden op het LCD-scherm weergegeven.
Als de draadloze verbinding niet is gelukt, verschijnt er een foutcode op het LCD-scherm. Noteer de
foutcode en los het probleem op aan de hand van het gedeelte Problemen oplossen in de
Installatiehandleiding.
(Windows®)
De instellingen voor het draadloze netwerk zijn nu geconfigureerd. Als u wilt doorgaan met het
installeren van de stuurprogramma’s en de software die u nodig hebt om het apparaat
te kunnen gebruiken, kiest u MFL-Pro Suite installeren in het menu van de dvd-rom.
(Macintosh)
De instellingen voor het draadloze netwerk zijn nu geconfigureerd. Als u wilt doorgaan met het
installeren van de stuurprogramma’s en de software die u nodig hebt om het apparaat
te kunnen gebruiken, kiest u Start Here OSX in het menu van het stuurprogramma.
3
21
Page 25
Het apparaat configureren voor een draadloos netwerk
OPMERKING
OPMERKING
Configuratie in de ad-hocmodus3
Een geconfigureerde SSID gebruiken3
Als u het apparaat wilt verbinden met een computer die al in de ad-hocmodus werkt met een geconfigureerde
SSID, voert u de onderstaande stappen uit:
1 Het is aan te raden dat u de instellingen van het draadloze netwerk noteert voordat u het apparaat
configureert. U hebt deze informatie nodig bij de configuratie.
Controleer en noteer de huidige instellingen voor draadloze netwerken op de computer waarmee u
verbinding wilt maken.
De instellingen voor het draadloze netwerk van de computer waarmee u verbinding maakt, moeten
ingesteld zijn op de ad-hocmodus met een reeds geconfigureerde SSID. Raadpleeg de informatie die bij
uw computer werd geleverd of neem contact op met de netwerkbeheerder voor meer informatie over het
activeren van de ad-hocmodus op de computer.
Het Brother-apparaat ondersteunt alleen het gebruik van de eerste WEP-sleutel.
22
Page 26
Het apparaat configureren voor een draadloos netwerk
2 Voer een van de volgende handelingen uit:
Windows
aPlaats de meegeleverde dvd-rom in het dvd-romstation.
bKlik op Aangepaste installatie.
®
3
cKlik op Setup Wizard draadloze LAN.
23
Page 27
Het apparaat configureren voor een draadloos netwerk
Macintosh
aDownload het volledige pakket met stuurprogramma’s en software via het
Brother Solutions Center (http://support.brother.com/
bDubbelklik op het pictogram BROTHER op het bureaublad.
).
cDubbelklik op Hulpprogramma’s.
dDubbelklik op Setup Wizard voor draadloze apparaten.
3
24
Page 28
Het apparaat configureren voor een draadloos netwerk
OPMERKING
3 Selecteer Ja, ik heb een USB-kabel voor gebruik bij de installatie. en klik dan op Volgende.
Het is raadzaam om tijdelijk een USB-kabel te gebruiken.
3
Wanneer dit scherm wordt weergegeven, leest u de Belangrijke boodschap door. Schakel het
selectievakje gecontroleerd en bevestigd in nadat u de SSID en de netwerksleutel hebt gecontroleerd
en klik dan op Volgende.
4 Sluit het apparaat tijdelijk rechtstreeks aan op de computer met een USB-kabel.
Wanneer een bevestigingsscherm wordt weergegeven, selecteert u het selectievakje. Klik dan op
Volgende en ga verder met 5.
Ga anders verder met 8.
25
Page 29
Het apparaat configureren voor een draadloos netwerk
OPMERKING
5 Voer een van de volgende handelingen uit wanneer het volgende scherm wordt weergegeven:
• Selecteer Ja wanneer u de weergegeven SSID wilt gebruiken, klik op Volgende en ga verder met 7.
• Selecteer Nee wanneer u de weergegeven SSID wilt wijzigen, klik op Volgende en ga verder met 6.
3
6 Selecteer de SSID die u hebt genoteerd in stap 1 op pagina 22 en klik dan op Volgende.
Als de lijst leeg is, controleert u of het toegangspunt ingeschakeld is en de SSID uitzendt. Controleer
vervolgens of het apparaat en uw computer zich binnen elkaars bereik bevinden voor draadloze
communicatie. Klik vervolgens op Vernieuwen.
26
Page 30
Het apparaat configureren voor een draadloos netwerk
OPMERKING
7 Als het volgende scherm wordt weergegeven, typt u een netwerksleutel in het veld Netwerksleutel en
klikt u op Volgende.
3
Als uw netwerk niet is geconfigureerd voor verificatie en versleuteling, wordt het onderstaande
waarschuwingsscherm weergegeven. Klik op OK om door te gaan met de configuratie.
27
Page 31
Het apparaat configureren voor een draadloos netwerk
OPMERKING
8 Klik op Volgende. De instellingen worden naar het apparaat verzonden (in het volgende voorbeeld wordt
de versleutelingsmodus WEP gebruikt).
9 Ontkoppel de USB-kabel tussen de computer en het apparaat.
3
0 Klik op Voltooien.
U kunt nu MFL-Pro Suite installeren (volg de aanwijzingen in de Installatiehandleiding).
28
Page 32
Het apparaat configureren voor een draadloos netwerk
Een nieuwe SSID gebruiken3
Als u een nieuwe SSID definieert, zullen alle andere apparaten verbinding maken via de SSID die u in de
volgende stappen aan het apparaat toewijst. Als uw computer is ingesteld op de ad-hocmodus, moet u ook
vanaf uw computer verbinding maken via deze SSID.
1 Voer een van de volgende handelingen uit:
Windows
aPlaats de meegeleverde dvd-rom in het dvd-romstation.
bKlik op Aangepaste installatie.
®
3
29
Page 33
Het apparaat configureren voor een draadloos netwerk
cKlik op Setup Wizard draadloze LAN.
3
Macintosh
aDownload het volledige pakket met stuurprogramma’s en software via het
Brother Solutions Center (http://support.brother.com/
).
bDubbelklik op het pictogram BROTHER op het bureaublad.
cDubbelklik op Hulpprogramma’s.
30
Page 34
Het apparaat configureren voor een draadloos netwerk
dDubbelklik op Setup Wizard voor draadloze apparaten.
2 Selecteer Ja, ik heb een USB-kabel voor gebruik bij de installatie en klik dan op Volgende.
Het is raadzaam om tijdelijk een USB-kabel te gebruiken.
3
31
Page 35
Het apparaat configureren voor een draadloos netwerk
OPMERKING
Wanneer dit scherm wordt weergegeven, leest u de Belangrijke boodschap door. Schakel het
selectievakje gecontroleerd en bevestigd in en klik op Volgende.
3
3 Sluit het apparaat tijdelijk rechtstreeks aan op de computer met een USB-kabel.
Wanneer een bevestigingsscherm wordt weergegeven, selecteert u het selectievakje. Klik dan op
Volgende en ga verder met 4.
Ga anders verder met 5.
4 Voer een van de volgende handelingen uit wanneer het volgende scherm wordt weergegeven:
• Selecteer Ja wanneer u de weergegeven SSID wilt gebruiken, klik op Volgende en ga verder met 8.
• Selecteer Nee wanneer u de weergegeven SSID wilt wijzigen, klik op Volgende en ga verder met 5.
32
Page 36
Het apparaat configureren voor een draadloos netwerk
5 Klik op Geavanceerd.
6 Typ een nieuwe SSID in het veld Naam (SSID) en schakel het selectievakje in. Selecteer het gewenste
kanaal uit de vervolgkeuzelijst Kanaal en klik op Volgende.
3
33
Page 37
Het apparaat configureren voor een draadloos netwerk
OPMERKING
OPMERKING
7 Selecteer de gewenste Verificatiemethode en Versleutelingsmodus uit de vervolgkeuzelijsten. Indien
u WEP selecteert als de Versleutelingsmodus, typt u een netwerksleutel in het veld Netwerksleutel
en klikt u dan op Volgende.
3
De WEP-sleutel kan worden ingevoerd als een reeks van 5 of 13 ASCII-tekens of als een reeks van
10 of 26 hexadecimale tekens.
8 Klik op Volgende. De instellingen worden naar het apparaat verzonden.
9 Ontkoppel de USB-kabel tussen de computer en het apparaat.
0 Klik op Voltooien.
U kunt nu MFL-Pro Suite installeren (volg de aanwijzingen in de Installatiehandleiding).
34
Page 38
4
OPMERKING
Beheer via een webbrowser4
Overzicht4
U kunt een gewone webbrowser gebruiken om de instellingen van het apparaat te beheren via HyperText
Transfer Protocol (HTTP) of HyperText Transfer Protocol Secure (HTTPS). Met een webbrowser kunt u het
apparaat beheren via een computer in uw netwerk.
Statusinformatie, informatie over onderhoud en de softwareversie voor uw Brother-apparaat en
scanserver ophalen.
De configuratie van het netwerk en het apparaat wijzigen (zie Uw apparaatinstellingen configureren
op pagina 36.)
Instellingen configureren om ongeoorloofde toegang tot het apparaat te verhinderen.
•Zie Een inlogwachtwoord instellen op pagina 37.
•Zie Beveiligd functieslot configureren op pagina 38.
•Zie Active Directory Authenticatie configureren op pagina 39.
Netwerkinstellingen configureren/wijzigen.
•Zie De configuratie van Scannen naar FTP wijzigen op pagina 43.
•Zie De configuratie van Scannen naar netwerk wijzigen (Windows
®
) op pagina 44.
4
•Zie Synchroniseren met SNTP-server op pagina 41.
•Zie Werken met LDAP op pagina 46.
•Zie Geavanceerde instellingen voor TCP/IP configureren op pagina 48.
Wij adviseren Microsoft® Internet Explorer® 8.0/9.0 voor Windows® en Safari 5/6 voor Macintosh. Verder
moeten JavaScript en cookies altijd ingeschakeld zijn, welke browser u ook gebruikt. Als u een andere
webbrowser gebruikt, moet deze compatibel zijn met HTTP 1.0 en HTTP 1.1.
U moet het TCP/IP-protocol in uw netwerk gebruiken en er moet een geldig IP-adres zijn ingesteld voor de
scanserver en de computer.
35
Page 39
Beheer via een webbrowser
OPMERKING
OPMERKING
Uw apparaatinstellingen configureren4
1 Start Beheer via een webbrowser.
aStart een webbrowser.
bTyp in de adresbalk van uw browser "http://IP-adres van het apparaat/" (waarbij "IP-adres van het
apparaat" het IP-adres van uw apparaat is).
Bijvoorbeeld:
http://192.168.1.2/
• Als u een domeinnaamsysteem gebruikt of een NetBIOS-naam inschakelt, kunt u in plaats van het IP-adres
een naam invoeren, bijvoorbeeld "GedeeldeScanner".
• Bijvoorbeeld:
http://GedeeldeScanner/
Als u een NetBIOS-naam inschakelt, kunt u ook de naam van het knooppunt gebruiken.
• Bijvoorbeeld:
4
http://brwxxxxxxxxxxxx/
U kunt de NetBIOS-naam op het bedieningspaneel van uw apparaat vinden onder Knooppuntnaam.
• Op een Macintosh kunt u Beheer via een webbrowser starten door te klikken op het apparaatpictogram in
het scherm Status Monitor. Zie De status van de machine controleren vanaf uw computer (Macintosh) in
de Gebruikershandleiding voor meer informatie.
• Om het beveiligde HTTPS-protocol voor het configureren van instellingen met Beheer via een webbrowser
te gebruiken, configureert u een CA-certificaat voordat u Beheer via een webbrowser start. Zie Meerdere certificaten beheren op pagina 57.
2 Er hoeft standaard geen wachtwoord te worden ingevoerd. Als u een wachtwoord hebt ingesteld, voert
u dit wachtwoord in en klikt u op .
3 U kunt nu uw apparaatinstellingen configureren.
Als u de protocolinstellingen hebt gewijzigd, schakelt u het Brother-apparaat opnieuw in nadat u op
Indienen hebt geklikt om de configuratie te activeren.
36
Page 40
Beheer via een webbrowser
OPMERKING
Een inlogwachtwoord instellen4
Wij raden u aan een inlogwachtwoord in te stellen om ongeoorloofde toegang tot Beheer via een webbrowser
te vermijden.
1 Start Beheer via een webbrowser voor toegang tot het Brother-apparaat (zie stap 1 op pagina 36).
2 Wanneer het scherm Beheer via een webbrowser wordt weergegeven, klikt u op het tabblad Beheerder
en vervolgens op Wachtwoord aanmelding in de navigatiebalk links.
3 Voer het wachtwoord in dat u wilt gebruiken (maximaal 32 tekens).
4 Typ hetzelfde wachtwoord nogmaals in het veld Bevestigen: nieuw wachtwoord.
5 Klik op Indienen.
De volgende keer dat u Beheer via een webbrowser start, typt u het wachtwoord in het venster Log in
en klikt u op .
Na het configureren van de instellingen kunt u zich afmelden door op te klikken.
U kunt ook een inlogwachtwoord instellen door op Configureer het wachtwoord te klikken in Beheer via
een webbrowser (zolang u nog geen inlogwachtwoord hebt ingesteld).
4
37
Page 41
Beheer via een webbrowser
OPMERKING
OPMERKING
Beveiligd functieslot configureren4
U kunt de toegang van gebruikers tot scanfuncties en functies voor toegang tot internet beperken.
1 Start Beheer via een webbrowser voor toegang tot het Brother-apparaat (zie stap 1 op pagina 36).
2 Wanneer het scherm Beheer via een webbrowser wordt weergegeven, klikt u op het tabblad Beheerder
en klikt u op het menu Functie gebruikersbeperking in de navigatiebalk links.
3 Selecteer Beveiligd functieslot.
4 Klik op Indienen.
5 Klik op Beveiligd functieslot 1-25 (of 26-50) in de navigatiebalk links.
6 Selecteer het Id-nummer/naam van de gebruiker waarvoor u de toegang wilt instellen.
7 Typ het Id-nummer/naam en de Pincode voor de gebruiker waarvoor u de instellingen wilt
configureren.
• Ieder Id-nummer/naam moet uniek zijn.
• U kunt maximaal 50 id’s registreren.
8 Selecteer de Functies waartoe deze gebruiker toegang heeft.
Hef de selectie van elke functie die u wilt beperken op in het selectievakje Functies:
• Hef de selectie van het venster Scannen op om de functies scannen naar computer, naar FTP,
naar netwerk, naar e-mailserver te beperken.
• Hef de selectie van het venster USB op om de functie scannen naar USB te beperken.
4
• Hef de selectie van het venster Web Connect op om de functie scannen naar web te beperken.
9 Klik op Indienen.
38
Page 42
Beheer via een webbrowser
OPMERKING
Active Directory Authenticatie configureren4
Active Directory Authenticatie beperkt het gebruik van het Brother-apparaat. Wanneer Active Directory
Authenticatie is ingeschakeld, is het bedieningspaneel van het apparaat vergrendeld. U kunt de scanfuncties
pas weer gebruiken wanneer u een gebruikers-id, een domeinnaam en een wachtwoord hebt ingevoerd.
• Active Directory Authenticatie ondersteunt Kerberos-verificatie.
• U moet het SNTP-protocol configureren (netwerktijdserver).
1 Start Beheer via een webbrowser voor toegang tot het Brother-apparaat (zie stap 1 op pagina 36).
2 Klik op het tabblad Beheerder.
3 Klik op het menu Functie gebruikersbeperking in de navigatiebalk links.
4 Selecteer Active Directory Authenticatie.
5 Klik op Indienen.
6 Selecteer Active Directory Authenticatie in de navigatiebalk links.
7 Configureer de volgende instellingen:
Serveradres voor Active Directory
Voer het IP-adres of de servernaam in (bijvoorbeeld: ad.voorbeeld.com) van de Active Directory
Server.
Protocol en verificatiemethode
Selecteer het protocol en de verificatiemethode.
E-mailadres ophalen
Selecteer deze optie om het e-mailadres van het apparaat op te halen van de LDAP-server (alleen
beschikbaar voor de LDAP + kerberos-verificatiemethode).
4
8 Klik op Indienen.
LDAP-serverpoort
Voer het LDAP-serverpoortnummer in (alleen beschikbaar voor de LDAP + kerberos-
verificatiemethode).
LDAP-zoekbasis
Voer de LDAP-hoofdmap voor zoeken in (alleen beschikbaar voor de LDAP + kerberosverificatiemethode).
DN-namen ophalen
Volg de aanwijzingen op het scherm.
SNTP
Zie pagina 41 voor meer informatie.
39
Page 43
Beheer via een webbrowser
OPMERKING
Het apparaat ontgrendelen wanneer Active Directory Authenticatie is
ingeschakeld4
1 Op het LCD-scherm van het apparaat voert u via het touchscreen uw Domein, Gebruikers-ID en
Wachtwoord in.
2 Druk op OK.
3 Wanneer uw gegevens zijn gecontroleerd, wordt het bedieningspaneel ontgrendeld waarna u de
scanfuncties kunt gebruiken.
U kunt geen instellingen wijzigen wanneer Active Directory Authenticatie is ingeschakeld.
4
40
Page 44
Beheer via een webbrowser
OPMERKING
Synchroniseren met SNTP-server4
SNTP (Simple Network Time Protocol) is het protocol dat wordt gebruikt voor het synchroniseren van de tijd
die door het apparaat wordt gebruikt voor verificatie bij de SNTP-tijdserver (dit is niet de tijd die wordt
weergegeven op het LCD-scherm van het apparaat). U kunt de tijd van het apparaat regelmatig laten
synchroniseren met de Coordinated Universal Time (UTC) die wordt aangeleverd door de SNTP-tijdserver.
Deze functie is niet in alle landen beschikbaar.
1 Start Beheer via een webbrowser voor toegang tot het Brother-apparaat (zie stap 1 op pagina 36).
2 Wanneer het venster Beheer via een webbrowser wordt weergegeven, klikt u op Netwerk en vervolgens
op het menu Protocol in de navigatiebalk links.
3 Schakel het selectievakje SNTP in.
4 Klik op Geavanceerde instellingen.
Status
4
Geeft weer of de SNTP-serverinstellingen in- of uitgeschakeld zijn.
Synchronisatiestatus
Controleer de actuele synchronisatiestatus.
Methode SNTP-server
Kies AUTO of STATISCH.
• AUTO
Als er een DHCP-server in uw netwerk aanwezig is, krijgt de SNTP-server het adres automatisch
van deze server.
De tweede SNTP-server wordt gebruikt als reserve voor de eerste SNTP-server. Als de eerste server
niet beschikbaar is, neemt het apparaat contact op met de tweede SNTP-server.
De tweede SNTP-server wordt gebruikt als reserve voor de eerste SNTP-server. Als de eerste
SNTP-server niet beschikbaar is, neemt het apparaat contact op met de tweede SNTP-server.
41
Page 45
Beheer via een webbrowser
OPMERKING
Synchronisatie-interval
Voer het aantal uren in tussen twee opeenvolgende pogingen tot synchroniseren met de server
(1 tot 168 uur).
• U kunt de klok van het apparaat alleen synchroniseren met de SNTP-server als u Datum&tijd hebt
geconfigureerd. Klik op Datum&tijd en configureer dan Datum&tijd in het scherm Algemeen.
4
• Schakel het selectievakje Synchroniseer met SNTP-server in. Controleer of uw tijdzone goed is
ingesteld en selecteer het tijdsverschil tussen uw locatie en UTC in de vervolgkeuzelijst Tijdzone.
De tijdzone voor Nederland en België (CET) is bijvoorbeeld UTC+01:00.
5 Klik op Indienen.
42
Page 46
Beheer via een webbrowser
De configuratie van Scannen naar FTP wijzigen4
De functie Scannen naar FTP maakt het mogelijk om een document rechtstreeks te scannen naar een
FTP-server in uw lokale netwerk of op internet. Voor meer informatie over Scannen naar FTP, zie
Documenten naar een FTP-Server scannen (alleen ADS-2600We) in de Gebruikershandleiding.
1 Start Beheer via een webbrowser voor toegang tot het Brother-apparaat (zie stap 1 op pagina 36).
2 Wanneer het scherm Beheer via een webbrowser wordt weergegeven, klikt u op het tabblad Scannen
en vervolgens op Scannen naar FTP/netwerk in de navigatiebalk links.
3 U kunt kiezen welk profielnummer (1 tot 5) u gaat gebruiken voor de instellingen voor Scannen naar FTP.
Naast de zeven voorgedefinieerde bestandsnamen kunt u ook twee zelfgedefinieerde bestandsnamen
opslaan in Creëer DoorGebr Gedef Bestnaam. U kunt in beide velden maximaal 15 tekens invoeren.
4 Klik op Indienen.
5 Klik op Scannen naar FTP/netwerkprofiel in de navigatiebalk links.
U kunt de volgende instellingen voor Scannen naar FTP configureren:
Profielnaam (maximaal 15 tekens)
4
Host-adres (adres FTP-server)
Gebruikersnaam
Wachtwoord
Directory opslaan
Bestandsnaam
Kwaliteit
Type bestand
Documentgrootte
Bestandsgr.
Aut. rechtleggen
Lege pag. overslaan
2-zijdige scan
Passieve modus
Poortnummer
Stel de Passieve modus op Uit of Aan afhankelijk van de configuratie van de firewall van de FTP-server
en het netwerk. Standaard staat deze instelling op Aan. U kunt ook het poortnummer wijzigen van de
poort die wordt gebruikt om toegang te krijgen tot de FTP-server. De standaardwaarde voor deze
instelling is poort 21. In de meeste gevallen kunnen deze twee instellingen op de standaardwaarde
ingesteld blijven.
6 Klik op Indienen.
43
Page 47
Beheer via een webbrowser
OPMERKING
De configuratie van Scannen naar netwerk wijzigen
(Windows®)4
De functie Scannen naar netwerk maakt het mogelijk om documenten rechtstreeks te scannen naar een
gedeelde map in uw lokale netwerk of op het internet. Voor meer informatie over Scannen naar netwerk,
zie Documenten scannen naar een gedeelde map of netwerklocatie (Windows
Gebruikershandleiding.
®
) (alleen ADS-2600We) in de
De functie Scannen naar netwerk ondersteunt NTLMv2-verificatie.
Om verificatie te kunnen gebruiken, moet u het SNTP-protocol (de netwerktijdserver) configureren of de
datum, tijd en tijdzone correct instellen via het bedieningspaneel. (Voor meer informatie over het instellen
van SNTP, zie Synchroniseren met SNTP-server op pagina 41. Raadpleeg de Gebruikershandleiding
voor informatie over het instellen van datum, tijd en tijdzone.)
1 Start Beheer via een webbrowser voor toegang tot het Brother-apparaat (zie stap 1 op pagina 36).
2 Wanneer het scherm Beheer via een webbrowser wordt weergegeven, klikt u op het tabblad Scannen
en vervolgens op Scannen naar FTP/netwerk in de navigatiebalk links.
3 Kies Netwerk in de profielen (1 tot 10) die u wilt gebruiken voor de instellingen voor Scannen naar
netwerk.
Naast de zeven voorgedefinieerde bestandsnamen kunt u ook twee zelfgedefinieerde bestandsnamen
opslaan in Creëer DoorGebr Gedef Bestnaam. U kunt in beide velden maximaal 15 tekens invoeren.
4 Klik op Indienen.
5 Klik op Scannen naar FTP/netwerkprofiel in de navigatiebalk links.
U kunt de volgende instellingen voor Scannen naar netwerk configureren:
Profielnaam (maximaal 15 tekens)
Host-adres
Directory opslaan
4
Bestandsnaam
Kwaliteit
Type bestand
Documentgrootte
Bestandsgr.
Aut. rechtleggen
Lege pag. overslaan
2-zijdige scan
Pincode gebruiken voor verificatie
Pincode
Verificatiemethode
44
Page 48
Beheer via een webbrowser
Gebruikersnaam
Wachtwoord
Kerberos-serveradres
6 Klik op Indienen.
4
45
Page 49
Beheer via een webbrowser
OPMERKING
Werken met LDAP4
Het LDAP-protocol ondersteunt het opzoeken van e-mailadressen op uw server met de functies van Scannen
naar e-mailserver.
LDAP-configuratie wijzigen4
1 Start Beheer via een webbrowser voor toegang tot het Brother-apparaat (zie stap 1 op pagina 36).
2 Klik op het tabblad Adresboek en klik dan op LDAP in de navigatiebalk links.
3 Klik op Aan om LDAP-zoekopdracht in te stellen.
4 Configureer de volgende LDAP-instellingen:
Adres LDAP-server
Poort (het standaardpoortnummer is 389.)
Beginpunt zoekopdracht
DN-namen ophalen
4
Verificatie
Gebruikersnaam
Wachtwoord
Time-out voor LDAP
Kenmerk van naam (Zoeksleutel)
Kenmerk van e-mail
1
Beschikbaarheid van deze instelling is afhankelijk van de gebruikte verificatiemethode.
1
1
5 Wanneer u klaar bent, klikt u op Indienen. Zorg ervoor dat de Status OK is op de pagina met
testresultaten.
• Vereenvoudigd Chinees, traditioneel Chinees en Koreaans worden niet ondersteund door het
LDAP-protocol.
• Als de LDAP-server Kerberos-verificatie ondersteunt, raden we aan om Kerberos te selecteren voor
de instelling Verificatie. Dit zorgt voor een krachtige verificatie tussen de LDAP-server en uw machine.
Om Kerberos-verificatie te kunnen gebruiken, moet u het SNTP-protocol (de netwerktijdserver)
configureren of de datum, tijd en tijdzone correct instellen op het bedieningspaneel. (Voor meer informatie
over het instellen van SNTP, zie Synchroniseren met SNTP-server op pagina 41.)
• Raadpleeg de helptekst in Beheer via een webbrowser voor meer informatie over elk item.
46
Page 50
Beheer via een webbrowser
OPMERKING
OPMERKING
OPMERKING
De LDAP-configuratie wijzigen via het bedieningspaneel van het apparaat4
Nadat u de LDAP-instellingen hebt geconfigureerd, kunt u de LDAP-zoekfunctie van uw apparaat gebruiken
om e-mailadressen te zoeken.
1 Laad het document dat u wilt scannen en e-mailen in het apparaat.
2 Druk op het LCD-scherm van het apparaat op naar e-mailserver.
3 Druk op Adresboek.
4 Druk op om te zoeken.
5 Voer de eerste tekens van uw zoekopdracht in met de knoppen op het LCD-scherm.
• U kunt maximaal 15 tekens invoeren.
• Voor meer informatie over het invoeren van tekst, zie Tekst invoeren (alleen ADS-2600We) in de
Gebruikershandleiding.
6 Druk op OK.
De LDAP-zoekresultaten worden op het LCD-scherm weergegeven met een voor de resultaten in
het lokale adresboek. Als er geen positief resultaat wordt gevonden op de server en in het lokale
adresboek, geeft het LCD-scherm Geen resultaten gevonden. weer.
4
7 Druk op a of b om te bladeren totdat u de naam vindt die u zoekt.
Druk op de naam.
8 Als er meer dan één e-mailadres wordt gevonden, druk dan op het gewenste e-mailadres.
9 Druk op Toepassen.
0 Druk op OK.
Druk op Opties om de scaninstellingen te wijzigen voordat u het document scant.
A Druk op Start.
• De LDAP-functie van deze machine ondersteunt LDAPv3.
• Klik voor meer informatie op aan de rechterzijde van het instelscherm van LDAP.
47
Page 51
Beheer via een webbrowser
Geavanceerde instellingen voor TCP/IP configureren4
1 Start Beheer via een webbrowser voor toegang tot het Brother-apparaat (zie stap 1 op pagina 36).
2 Klik op het tabblad Netwerk en selecteer dan het type verbinding (Bedraad of Draadloos).
3 Selecteer TCP/IP in het navigatiemenu links.
4 Klik op Geavanceerde instellingen. Configureer de volgende instellingen (in het onderstaande
voorbeeld wordt TCP/IP Geavanceerde instellingen (Bedraad) gebruikt):
4
Boot-pogingen
Voer het aantal keren in (0 tot 32767) dat er wordt geprobeerd om op te starten met de Boot-methode.
RARP Boot-instellingen
Kies Geen subnetmasker of Geen gateway.
• Geen subnetmasker
Het subnetmasker wordt niet automatisch gewijzigd.
• Geen gateway
Het gatewayadres wordt niet automatisch gewijzigd.
Time-out TCP
Voer het aantal minuten in voordat een TCP-time-out (0 tot 32767) plaatsvindt.
Methode DNS-server
Kies AUTO of STATIC.
48
Page 52
Beheer via een webbrowser
IP-adres eerste DNS-server, IP-adres tweede DNS-server
Voer het IP-adres van de server in.
Het IP-adres van de tweede DNS-server wordt gebruikt als reserve voor het IP-adres van de
eerste DNS-server.
Als de eerste DNS-server niet beschikbaar is, neemt het apparaat contact op met de tweede
DNS-server.
Time-out voor gateway
Voer het aantal seconden in voordat er een time-out van de router (1 tot 32767) plaatsvindt.
5 Klik op Indienen.
4
49
Page 53
5
Scannen naar e-mailserver5
Overzicht5
Met de functie Scannen naar e-mailserver kunt u gescande documenten als bijlage verzenden per e-mail.
2
3
2
4
1 Afzender
2 E-mailserver
3 Internet
4 Ontvanger
1
Beperkingen voor grootte bij gebruik van Scannen naar e-mailserver5
Als de afbeeldingsgegevens in een document te groot zijn, kan de gegevensoverdracht soms mislukken.
5
50
Page 54
Scannen naar e-mailserver
OPMERKING
Instellingen voor Scannen naar e-mailserver configureren5
Voordat u de functie Scannen naar e-mailserver gebruikt, moet u het Brother-apparaat eerst configureren om
te kunnen communiceren met uw netwerk en uw e-mailserver. U kunt deze instellingen configureren met
Beheer via een webbrowser, Remote Setup of BRAdmin Professional 3. De volgende informatie moet op het
apparaat worden geconfigureerd:
IP-adres (als u het apparaat in uw netwerk kunt gebruiken, is het IP-adres van het apparaat al correct
Als u deze informatie niet weet, neemt u contact op met uw netwerkbeheerder.
Hoewel u een e-mailadres moet instellen op het apparaat, heeft het apparaat geen functie voor het ontvangen
van e-mail. Als een ontvanger reageert op een e-mailbericht dat vanaf het apparaat is verzonden, kan het
apparaat dit antwoord niet ontvangen.
Voordat u kunt scannen naar de e-mailserver5
U moet mogelijk de volgende instellingen configureren (met Beheer via een webbrowser of Remote Setup):
Afzender Onderwerp
Groottelimiet
Melding (zie TX-verificatiemail op pagina 53 voor meer informatie)
5
51
Page 55
Scannen naar e-mailserver
OPMERKING
Scannen naar e-mailserver5
1 Plaats uw document.
2 Veeg naar links of rechts of druk op d of c om naar e-mailserver weer te geven.
3 Selecteer het e-mailadres dat u wilt gebruiken en druk dan op OK.
4 Druk op Start.
Voor meer informatie over de instellingen van e-mail, zie Gescande documenten rechtstreeks naar een
e-mailadres verzenden (alleen ADS-2600We) in de Gebruikershandleiding.
Zodra het document is gescand, wordt het via uw SMTP-server automatisch naar het opgegeven e-mailadres
verzonden.
Wanneer de verzending is voltooid, wordt op het LCD-scherm van het apparaat het beginscherm
weergegeven.
Niet alle e-mailservers laten toe dat u grote e-maildocumenten verzendt (de systeembeheerder bepaalt
vaak een maximumgrootte voor de e-mailberichten). Als de functie Scannen naar e-mailserver is
ingeschakeld, geeft het apparaat de melding Geheugen vol wanneer u probeert documenten te
verzenden die groter zijn dan 1 MB en wordt het document niet verzonden. U kunt proberen om uw
document op te splitsen in kleinere documenten die wel door de e-mailserver worden geaccepteerd.
5
52
Page 56
Scannen naar e-mailserver
OPMERKING
Extra opties voor Scannen naar e-mailserver5
TX-verificatiemail5
Gebruik TX-verificatiemail om van de ontvangende computer een bevestiging te vragen dat uw e-mail is
ontvangen en verwerkt.
E-mail TX instellen5
Zet de verificatiefunctie aan via het bedieningspaneel van het apparaat. Wanneer Setup Mail TX is Aan,
bevat uw e-mail een extra veld dat automatisch wordt gevuld met de ontvangstdatum en -tijd van de e-mail.
1 Druk op het LCD-scherm van het apparaat op .
2 Druk op Netwerk.
3 Druk op E-mail.
4 Druk op Setup Mail TX.
5
5 Druk op Notification.
6 Druk op Aan (of Uit).
• Message Disposition Notification (MDN)
In dit veld wordt de status van het e-mailbericht opgevraagd nadat dit via het SMTP-systeem (Simple Mail
Transfer Protocol) is afgeleverd. Nadat het bericht bij de ontvanger is aangekomen, wordt deze informatie
gebruikt zodra de ontvangen e-mail wordt gelezen door een apparaat of een gebruiker. Als het bericht
bijvoorbeeld wordt geopend, stuurt de ontvanger een ontvangstbevestiging naar het apparaat of de
gebruiker.
Een dergelijke melding wordt alleen verzonden als de ontvanger het veld MDN ondersteunt; anders wordt
de aanvraag voor een bevestiging genegeerd.
• Dit Brother-apparaat kan geen e-mail ontvangen. Als u de functie TX-verificatie wilt gebruiken, moet
u de ontvangstmelding naar een ander e-mailadres laten sturen. Configureer het e-mailadres via het
LCD-scherm van het apparaat. Druk op Netwerk > E-mail > Mail Address, en voer het e-mailadres
in waarop u de melding wilt ontvangen.
53
Page 57
6
OPMERKING
Beveiligingsfuncties6
Overzicht6
Uw Brother-apparaat gebruikt enkele van de modernste protocollen voor netwerkbeveiliging en
-versleuteling. Deze netwerkfuncties kunnen worden geïntegreerd in uw algemene netwerkbeveiligingsplan
om uw gegevens te helpen beschermen en ongeoorloofde toegang tot het apparaat te verhinderen.
U kunt de onderstaande beveiligingsfuncties configureren:
Een e-mail veilig verzenden (zie Een e-mail veilig verzenden op pagina 55)
Meerdere certificaten beheren (zie Meerdere certificaten beheren op pagina 57)
We adviseren om de protocollen FTP en TFTP uit te schakelen. Toegang tot het apparaat via deze
protocollen is niet veilig. Maar als u FTP uitschakelt, is de functie Scannen naar FTP niet meer
beschikbaar. (Raadpleeg Uw apparaatinstellingen configureren op pagina 36 voor informatie over het
configureren van de protocolinstellingen.)
6
54
Page 58
Beveiligingsfuncties
OPMERKING
Een e-mail veilig verzenden6
Configureren met Beheer via een webbrowser6
Configureer het beveiligd verzenden van e-mail met gebruikersverificatie, of het verzenden en ontvangen van
e-mail met SSL/TLS.
1 Start een webbrowser.
2 Typ in de adresbalk van uw browser "http://IP-adres van het apparaat/" (waarbij "IP-adres van het
apparaat" het IP-adres van uw apparaat is).
Bijvoorbeeld:
http://192.168.1.2/
3 Er hoeft standaard geen wachtwoord te worden ingevoerd. Als u een wachtwoord hebt ingesteld, voert
u dit wachtwoord in en drukt u op .
4 Klik op Netwerk.
5 Klik op Protocol.
6 Klik op Geavanceerde instellingen van POP3/SMTP en controleer of de status van POP3/SMTP is
ingesteld op Ingeschakeld.
7 Configureer de POP3/SMTP-instellingen op deze pagina.
• Raadpleeg voor meer informatie de helptekst in Beheer via een webbrowser.
• U kunt controleren of de e-mailinstellingen juist zijn door na het configureren een testbericht te verzenden.
• Als u de instellingen voor de POP3/SMTP-server niet kent, neemt u voor meer informatie contact op met
uw systeembeheerder of internetprovider.
8 Klik na het configureren op Indienen. Het dialoogvenster Configuratie van uitgaande e-mail testen
wordt weergegeven.
9 Volg de aanwijzingen op het scherm als u een test wilt uitvoeren met de huidige instellingen.
6
Een e-mail verzenden met gebruikersverificatie6
Dit apparaat ondersteunt de methodes POP voor SMTP en SMTP-VERIF voor het verzenden van e-mail via
een e-mailserver die gebruikersverificatie vereist. Deze methodes verhinderen dat onbevoegde gebruikers
toegang tot de e-mailserver krijgen. Voor het configureren van deze instellingen kunt u Beheer via een
webbrowser of BRAdmin Professional 3 gebruiken. U kunt de methodes POP voor SMTP en SMTP-VERIF
gebruiken voor meldingen via e-mail, e-mailrapporten en Scannen naar e-mailserver.
Instellingen van e-mailclient
U moet de instellingen van de SMTP-verificatiemethode aanpassen aan de methode die wordt gebruikt
door uw e-mailtoepassing.
55
Page 59
Beveiligingsfuncties
Vraag uw netwerkbeheerder of internetprovider (ISP) om de juiste configuratie van de e-mailclient.
U moet het selectievakje SMTP-VERIF bij Verificatiemethode SMTP-server inschakelen om
SMTP-serververificatie te activeren.
SMTP-instellingen
U kunt het SMTP-poortnummer wijzigen met Beheer via een webbrowser. Dit komt van pas wanneer
uw internetprovider de service "Outbound Port 25 Blocking (OP25B)" gebruikt.
Wanneer u het SMTP-poortnummer wijzigt in een specifiek nummer dat door uw internetprovider wordt
gebruikt voor de SMTP-server (bijvoorbeeld poort 587), kunt u via de SMTP-server e-mails versturen.
Als u zowel POP als SMTP-VERIF kunt gebruiken voor SMTP, raden wij aan om voor SMTP-VERIF te
kiezen.
Als u POP voor SMTP wilt gebruiken als methode voor SMTP-serververificatie, moet u de POP3-instellingen
configureren. U kunt indien nodig ook de APOP-methode gebruiken.
Een e-mail veilig verzenden met SSL/TLS6
Dit apparaat ondersteunt SSL/TLS voor het verzenden van e-mail via een e-mailserver die beveiligde
SSL/TLS-communicatie vereist. Voor het verzenden van e-mail via een e-mailserver die gebruikmaakt
van SSL/TLS-communicatie, moet u SMTP over SSL/TLS of POP3 over SSL/TLS configureren.
6
Servercertificaat verifiëren
Wanneer u SSL of TLS kiest voor SMTP over SSL/TLS of POP3 over SSL/TLS, wordt het selectievakje
Servercertificaat verifiëren automatisch ingeschakeld om het servercertificaat te verifiëren.
• Het servercertificaat wordt geverifieerd tijdens een poging om verbinding met de server te maken
wanneer e-mail wordt verzonden.
• Als u het servercertificaat niet hoeft te verifiëren, heft u de selectie van het selectievakje
Servercertificaat verifiëren op.
Poortnummer
Wanneer u SSL of TLS kiest, wordt de waarde van de SMTP-poort of de POP3-poort aangepast om
overeen te stemmen met het protocol. Als u het poortnummer handmatig wilt wijzigen, voert u het
poortnummer in nadat u SMTP over SSL/TLS of POP3 over SSL/TLS hebt gekozen.
U moet de POP3/SMTP-communicatiemethode configureren zodat deze overeenstemt met de
e-mailserver. Voor meer informatie over de instellingen voor de e-mailserver neemt u contact op met
uw netwerkbeheerder of internetprovider.
In de meeste gevallen zijn de volgende instellingen vereist voor de beveiligde webmailservices:
(SMTP)
SMTP-poort: 587
Verificatiemethode SMTP-server: SMTP-VERIF
SMTP over SSL/TLS: TLS
(POP3)
POP3-poort: 995
POP3 over SSL/TLS: SSL
56
Page 60
Beveiligingsfuncties
OPMERKING
Meerdere certificaten beheren6
U kunt alle op het apparaat geïnstalleerde certificaten beheren met behulp van Beheer via een webbrowser.
Ga vanuit Beheer via een webbrowser naar het scherm CA-certificaat om de inhoud van certificaten te
bekijken en certificaten te verwijderen of te exporteren.
U kunt maximaal drie CA-certificaten opslaan om gebruik te maken van SMTP over SSL en/of POP3 over SSL.
We adviseren om één certificaat minder dan het maximumaantal op te slaan, zodat er een vrije plek overblijft
voor het geval een certificaat komt te vervallen. Wanneer een certificaat vervalt, importeert u een nieuw
certificaat op de vrijgehouden plek en vervolgens verwijdert u het vervallen certificaat. Op deze manier
voorkomt u problemen met de configuratie.
Wanneer u SSL voor SMTP-communicatie gebruikt, hoeft u geen certificaat te kiezen. Het benodigde
certificaat wordt automatisch gekozen.
Een CA-certificaat importeren6
1 Start een webbrowser.
6
2 Typ in de adresbalk van uw browser "http://IP-adres van het apparaat/" (waarbij "IP-adres van het
apparaat" het IP-adres van uw apparaat is).
Bijvoorbeeld:
http://192.168.1.2/
3 Klik op het tabblad Netwerk en klik dan op Beveiliging.
4 Klik op CA-certificaat.
5 Klik op CA-certificaat importeren en kies het certificaat.
6 Klik op Indienen.
Een CA-certificaat exporteren6
1 Start een webbrowser.
2 Typ in de adresbalk van uw browser "http://IP-adres van het apparaat/" (waarbij "IP-adres van het
apparaat" het IP-adres van uw apparaat is).
Bijvoorbeeld:
http://192.168.1.2/
3 Klik op het tabblad Netwerk en klik dan op Beveiliging.
4 Klik op CA-certificaat.
5 Selecteer het certificaat dat u wilt exporteren en klik op Exporteren.
6 Klik op Indienen.
57
Page 61
7
Problemen oplossen7
Overzicht7
In dit hoofdstuk wordt uitgelegd hoe u algemene netwerkproblemen kunt oplossen die u tegen kunt komen
tijdens het gebruik van het Brother-apparaat.
Ga naar de pagina met de Handleidingen voor uw model in het Brother Solutions Center via
http://support.brother.com/
Identificatie van het probleem7
Controleer de onderstaande zaken voordat u in dit hoofdstuk op zoek gaat naar oplossingen.
Controleer eerst het volgende:
De netvoedingsadapter is goed aangesloten en het Brother-apparaat is ingeschakeld.
Uw toegangspunt, router of hub is ingeschakeld en het verbindingslampje knippert.
Alle beschermende verpakkingen zijn van het apparaat verwijderd.
De voorklep, het klepje van het scheidingskussentje en het klepje van de invoerrol zijn volledig gesloten.
om de andere handleidingen te downloaden.
7
De onderstaande lijst toont op welke pagina u de oplossing voor uw probleem kunt vinden:7
Ik kan de instellingen voor het draadloze netwerk niet configureren. Pagina 59.
Tijdens de installatie van MFL-Pro Suite wordt het Brother-apparaat niet gevonden in het netwerk.
Pagina 60.
Het Brother-apparaat kan niet scannen via het netwerk. Het Brother-apparaat wordt niet gevonden in het
netwerk, ook niet na een geslaagde installatie. Pagina 61.
Ik gebruik beveiligingssoftware. Pagina 63.
Ik wil controleren of mijn netwerkapparaten correct werken. Pagina 64.
58
Page 62
Problemen oplossen
Ik kan de instellingen voor het draadloze netwerk niet configureren.7
VraagInterfaceOplossing
Is het tijdens het
configureren van de
draadloze
netwerkinstellingen niet
gelukt om met het apparaat
verbinding te maken met het
netwerk?
Zijn uw
beveiligingsinstellingen
(SSID, netwerksleutel)
correct?
Gebruikt u
MAC-adresfiltering?
Werkt het WLANtoegangspunt/de router
in "stealth mode"?
(De SSID wordt dan niet
uitgezonden.)
Ik heb alle bovenstaande
oplossingen gecontroleerd
en geprobeerd, maar het
lukt niet om de instellingen
voor het draadloze netwerk
te configureren. Kan ik nog
iets anders proberen?
draadloosSchakel uw draadloze router uit en daarna weer in. Probeer vervolgens de
instellingen voor het draadloze netwerk opnieuw te configureren.
draadloosControleer de beveiligingsinstellingen.
De naam of het modelnummer van het WLAN-toegangspunt/de router
wordt soms gebruikt als standaardwaarde voor de
beveiligingsinstellingen.
Raadpleeg de gebruiksaanwijzing van uw WLAN-toegangspunt/router
voor informatie over de juiste instellingen.
Informeer bij de fabrikant van uw WLAN-toegangspunt/router of bij uw
internetprovider of netwerkbeheerder.
draadloosControleer of het MAC-adres van het Brother-apparaat wordt toegestaan
door het filter.
U kunt het MAC-adres vinden via het bedieningspaneel van het Brotherapparaat.
draadloos Voer de juiste SSID-naam handmatig in.
Zoek de SSID-naam of de netwerksleutel op in de gebruiksaanwijzing
van uw WLAN-toegangspunt/router en configureer de instellingen voor
het draadloze netwerk opnieuw. (Voor meer informatie, zie Als de SSID niet wordt uitgezonden op pagina 11.)
draadloosGebruik het hulpprogramma voor het herstellen van de
netwerkaansluiting. Zie Het Brother-apparaat kan niet scannen via het
netwerk. Het Brother-apparaat wordt niet gevonden in het netwerk, ook
niet na een geslaagde installatie. op pagina 61.
7
59
Page 63
Problemen oplossen
Tijdens de installatie van MFL-Pro Suite wordt het Brother-apparaat niet gevonden in het netwerk.7
VraagInterfaceOplossing
Is uw computer aangesloten
op het netwerk?
Is het apparaat verbonden
met het netwerk en heeft het
apparaat een geldig
IP-adres?
bedraad/
draadloos
bedraad/
draadloos
Zorg dat de computer is aangesloten op een netwerk, bijvoorbeeld een
lokaal netwerk of internet. Neem contact op met uw netwerkbeheerder
voor verdere assistentie bij het oplossen van netwerkproblemen.
(Bedraad netwerk)
Controleer of Status in Status bedraadXXXX-XX actief is (waarbij
XXXX-XX uw geselecteerde Ethernet-interface is).
Zie De netwerkstatus controleren op pagina 3.
Wanneer Inactief of Bedraad UIT wordt weergegeven op het
LCD-scherm, vraagt u uw netwerkbeheerder of uw IP-adres geldig is.
(Draadloos netwerk)
Controleer of Status in Status WLAN niet is Verbinding mislukt.
Zie De status van het draadloze netwerk controleren op pagina 9.
Als Verbinding mislukt wordt weergegeven op het LCD-scherm,
vraagt u uw netwerkbeheerder of uw IP-adres geldig is.
7
Gebruikt u
beveiligingssoftware?
Gebruikt u een Wi-Fi-router? draadloosMogelijk is de functie Privacy Separator (toegangspunt- of clientisolatie)
Staat het Brother-apparaat
te ver van uw WLANtoegangspunt/router af?
Zijn er obstakels
(bijvoorbeeld muren of
zwaar meubilair) tussen het
apparaat en uw WLANtoegangspunt/router?
Is er een draadloze
computer, Bluetoothapparaat, magnetron of
draadloze telefoon in de
buurt van uw Brotherapparaat of WLANtoegangspunt/router?
bedraad/
draadloos
draadloosPlaats tijdens het configureren van de instellingen voor het draadloze
draadloosZet het Brother-apparaat op een plaats waar ongehinderde communicatie
draadloosVerwijder alle apparaten die mogelijk storing kunnen veroorzaken uit de
Zoek vanuit het installatievenster opnieuw naar het Brother-apparaat.
Geef toestemming voor de toegang wanneer een
waarschuwingsbericht van de beveiligingssoftware wordt weergegeven
tijdens de installatie van MFL-Pro Suite.
Zie Ik gebruik beveiligingssoftware. op pagina 63 voor meer informatie
over beveiligingssoftware.
van uw Wi-Fi-router ingeschakeld. Schakel de privacy separator uit.
netwerk het Brother-apparaat op maximaal 1 meter afstand van uw
WLAN-toegangspunt/router.
mogelijk is, of dichter bij uw WLAN-toegangspunt/router.
buurt van uw Brother-apparaat en uw WLAN-toegangspunt/router.
60
Page 64
Problemen oplossen
OPMERKING
Het Brother-apparaat kan niet scannen via het netwerk.
Het Brother-apparaat wordt niet gevonden in het netwerk, ook niet na een geslaagde installatie.
VraagInterfaceOplossing
Gebruikt u
beveiligingssoftware?
Is er een beschikbaar
IP-adres aan uw
Brother-apparaat
toegewezen?
bedraad/
draadloos
bedraad/
draadloos
Zie Ik gebruik beveiligingssoftware. op pagina 63.
Controleer het IP-adres en het subnetmasker
Controleer of de IP-adressen en subnetmaskers van uw computer en
het Brother-apparaat correct zijn en zich in hetzelfde netwerk bevinden.
Raadpleeg uw netwerkbeheerder voor meer informatie over het
verifiëren van het IP-adres en het subnetmasker.
(Windows
®
)
Controleer het IP-adres en het subnetmasker met het hulpprogramma
voor het herstellen van de netwerkaansluiting.
Gebruik het hulpprogramma voor het herstellen van de
netwerkaansluiting om de netwerkinstellingen van het Brother-apparaat
aan te passen. Dit hulpprogramma zorgt dat het juiste IP-adres en
subnetmasker worden toegewezen.
Neem contact op met uw netwerkbeheerder voor informatie over het
gebruik van het hulpprogramma voor het herstellen van de
netwerkaansluiting en voer daarna de onderstaande stappen uit:
7
7
• (Windows® XP)
Zorg dat u bent aangemeld met beheerdersrechten.
• Zorg dat het Brother-apparaat is ingeschakeld en met hetzelfde
netwerk is verbonden als uw computer.
61
Page 65
Problemen oplossen
OPMERKING
VraagInterfaceOplossing
Is er een beschikbaar
IP-adres aan uw
Brother-apparaat
toegewezen?
(vervolg)
bedraad/
draadloos
1 Plaats de meegeleverde dvd-rom in het dvd-romstation. Sluit het
hoofdmenu van de dvd-rom wanneer dit wordt geopend.
2 (Windows
Klik op Start > Alle programma’s > Bureau-accessoires >
Windows Verkenner > Deze computer.
(Windows Vista
Klik op (Start) > Computer.
®
XP)
®
/Windows® 7)
Verbindt u het
Brother-apparaat draadloos
met het netwerk?
Ik heb alle bovenstaande
oplossingen gecontroleerd
en geprobeerd, maar het
Brother-apparaat scant niet.
Kan ik nog iets anders
proberen?
(Windows
®
8)
Klik in de taakbalk op het pictogram (Verkenner) en ga dan naar
Computer.
3 Dubbelklik op Dvd-station, dubbelklik op Hulpprogramma’s,
dubbelklik op NetTool en dubbelklik dan op BrotherNetTool.exe om
het programma uit te voeren.
Als het scherm Gebruikersaccountbeheer wordt weergegeven:
(Windows Vista
(Windows
®
®
) Klik op Doorgaan (Toestaan).
7/Windows® 8) Klik op Ja.
4 Volg de aanwijzingen op het scherm.
Als het juiste IP-adres en subnetmasker nog steeds niet zijn toegewezen
na uitvoering van het hulpprogramma voor het herstellen van de
netwerkaansluiting, vraagt u uw netwerkbeheerder om raad.
draadloos Controleer Status in Status WLAN. Zie De status van het draadloze
netwerk controleren op pagina 9. Als Verbinding mislukt wordt
weergegeven op het LCD-scherm, vraagt u uw netwerkbeheerder of
uw IP-adres geldig is.
Zie Tijdens de installatie van MFL-Pro Suite wordt het Brother-apparaat
niet gevonden in het netwerk. op pagina 60.
bedraad/
Verwijder MFL-Pro Suite en installeer deze software opnieuw.
draadloos
7
62
Page 66
Problemen oplossen
Ik gebruik beveiligingssoftware.7
VraagInterfaceOplossing
Hebt u Accepteren
gekozen in het
dialoogvenster met de
veiligheidswaarschuwing
tijdens de installatie van
MFL-Pro Suite, het
opstartproces van de
toepassing of het gebruik
van de scanfuncties?
Ik wil weten welk
poortnummer ik nodig heb
voor de instellingen van de
beveiligingssoftware.
bedraad/
draadloos
bedraad/
draadloos
Als u in het dialoogvenster met de veiligheidswaarschuwing Accepteren
niet hebt gekozen, is het mogelijk dat de firewallfunctie van uw
beveiligingssoftware de toegang blokkeert. Het is ook mogelijk dat
bepaalde beveiligingssoftware de toegang blokkeert zonder eerst een
veiligheidswaarschuwing te geven. Raadpleeg de gebruiksaanwijzing van
uw beveiligingssoftware of de fabrikant van de beveiligingssoftware voor
informatie over de manier om de toegang toe te staan.
De volgende poortnummers worden gebruikt voor de netwerkfuncties van
Brother:
Netwerkscannen i Poortnummer 54925/protocol UDP
Netwerkscannen, Remote Setup
1
i Poortnummer 161 en
137/protocol UDP
BRAdmin Light
1
Alleen Windows®.
1
i Poortnummer 161/protocol UDP
Voor meer informatie over het openen van de poort raadpleegt u de
gebruiksaanwijzing of de fabrikant van de beveiligingssoftware.
7
63
Page 67
Problemen oplossen
Ik wil controleren of mijn netwerkapparaten correct werken.7
VraagInterfaceOplossing
Zijn uw Brother-apparaat en
uw toegangspunt/router of
netwerkhub ingeschakeld?
Waar vind ik de
netwerkinstellingen van mijn
Brother-apparaat, zoals het
IP-adres?
Hoe kan ik de
verbindingsstatus van het
Brother-apparaat
controleren?
Kunt u het Brother-apparaat
"pingen" vanaf uw
computer?
bedraad/
draadloos
bedraad/
draadloos
bedraad/
draadloos
bedraad/
draadloos
Zorg dat u alle aanwijzingen in Controleer eerst het volgende: op pagina 58
hebt opgevolgd.
Controleer de instellingen in Netwerk op het bedieningspaneel van de
machine.
(Bedraad netwerk)
Controleer of Status in Status bedraadXXXX-XX actief is (waarbij XXXX-XX uw geselecteerde Ethernet-interface is).
De netwerkstatus controleren: druk op > Netwerk > LAN met kabel
> Status bedraad > Status.
Wanneer Inactief of Bedraad UIT wordt weergegeven op het
LCD-scherm, vraagt u uw netwerkbeheerder of uw IP-adres geldig is.
(Draadloos netwerk)
Controleer of Status in Status WLAN niet Verbinding mislukt is.
Zie De status van het draadloze netwerk controleren op pagina 9.
Als Verbinding mislukt wordt weergegeven op het LCD-scherm,
vraagt u uw netwerkbeheerder of uw IP-adres geldig is.
Ping het Brother-apparaat vanaf uw computer door in het
opdrachtpromptvenster van Windows
®
het IP-adres of de naam van het
knooppunt in te voeren:
ping <IP-adres> of <naam knooppunt>.
Gelukt > Uw Brother-machine werkt correct en is verbonden met
hetzelfde netwerk als uw computer.
Mislukt > Uw Brother-machine is niet verbonden met hetzelfde netwerk
als uw computer.
(Windows
®
)
Vraag uw netwerkbeheerder om hulp en gebruik het hulpprogramma
voor het herstellen van de netwerkaansluiting om het IP-adres en het
subnetmasker automatisch correct in te stellen. Voor meer informatie
over het hulpprogramma voor het herstellen van de netwerkaansluiting,
zie het onderwerp Wordt er een beschikbaar IP-adres aan uw Brother-
apparaat toegewezen? in Het Brother-apparaat kan niet scannen via
het netwerk. Het Brother-apparaat wordt niet gevonden in het netwerk,
ook niet na een geslaagde installatie. op pagina 61.
(Macintosh)
Controleer of het IP-adres en het subnetmasker correct zijn ingesteld.
Zie Controleer het IP-adres en het subnetmasker in Het Brother-
apparaat kan niet scannen via het netwerk. Het Brother-apparaat wordt
niet gevonden in het netwerk, ook niet na een geslaagde installatie.
op pagina 61.
7
64
Page 68
Problemen oplossen
VraagInterfaceOplossing
Maakt het Brother-apparaat
verbinding met het
draadloze netwerk?
Ik heb alle bovenstaande
oplossingen gecontroleerd
en geprobeerd, maar er zijn
nog steeds problemen. Kan
ik nog iets anders
proberen?
draadloosControleer Status in Status WLAN. Zie De status van het draadloze
netwerk controleren op pagina 9. Als Verbinding mislukt wordt
weergegeven op het LCD-scherm, vraagt u uw netwerkbeheerder of uw
IP-adres geldig is.
draadloosRaadpleeg de gebruiksaanwijzing van uw WLAN-toegangspunt/router voor
meer informatie over het vinden en correct instellen van de SSID en de
netwerksleutel. Zie voor meer informatie over de SSID en de
netwerksleutel het onderwerp Zijn uw beveiligingsinstellingen (SSID,
netwerksleutel) correct? in Ik kan de instellingen voor het draadloze
netwerk niet configureren. op pagina 59.
7
65
Page 69
8
OPMERKING
OPMERKING
OPMERKING
Extra netwerkinstellingen (Windows®)8
Soorten instellingen8
De volgende optionele netwerkfuncties zijn ook beschikbaar:
Scannen via Webservices (Windows Vista
Vertical Pairing (Windows
Zorg ofwel dat de hostcomputer en het apparaat zich in hetzelfde subnet bevinden, of dat de router correct
is geconfigureerd om gegevensuitwisseling tussen deze twee apparaten mogelijk te maken.
®
7 en Windows® 8)
®
, Windows® 7 en Windows® 8)
Stuurprogramma’s installeren voor scannen via Webservices
(Windows Vista
Met de functie Webservices kunt u apparaten in het netwerk monitoren. Bovendien wordt hiermee de
installatie van stuurprogramma’s vereenvoudigd. De stuurprogramma’s voor het scannen via Webservices
kunnen worden geïnstalleerd door met de rechtermuisknop te klikken op het scannerpictogram op de
computer. De Webservices-poort (WSD-poort) van de computer wordt dan automatisch gemaakt. (Voor meer
informatie over scannen met Webservices, zie Scannen met Web Services (Windows Vista
Windows
®
7 en Windows® 8) (ADS-2600We) in de Gebruikershandleiding.)
®
, Windows® 7, Windows®8)8
®
SP2 of later,
8
Het IP-adres op het apparaat moet ingesteld zijn voordat u Webservices configureert.
1 (Windows Vista
Klik op (Start) > Netwerk.
(Windows
Klik op (Start) > Configuratiescherm > Netwerk en internet > Computers en apparaten in het
netwerk weergeven.
(Windows
Beweeg de muisaanwijzer naar de rechter benedenhoek van het bureaublad. Wanneer de menubalk
wordt weergegeven, klikt u op Instellingen > Pc-instellingen wijzigen > Apparaten >
Een apparaat toevoegen.
®
)
®
7)
®
8)
2 De Webservices-naam van het apparaat wordt weergegeven bij het pictogram van de scanner. Klik met
de rechtermuisknop op het apparaat dat u wilt installeren.
De Webservices-naam voor het Brother-apparaat is de modelnaam van het apparaat gevolgd door het
MAC-adres (Ethernet-adres) van het apparaat. Voorbeeld: Brother ADS-XXXXX (modelnaam)
[XXXXXXXXXXXX] (MAC-adres/Ethernet-adres).
3 (Windows Vista
Klik op Installeren in de vervolgkeuzelijst van het apparaat.
(Windows
Selecteer het apparaat dat u wilt installeren.
®
/Windows® 7)
®
8)
66
Page 70
Extra netwerkinstellingen (Windows®)
OPMERKING
Netwerkscannen voor de infrastructuurmodus installeren bij
gebruik van Vertical Pairing (Windows®7 en Windows®8)8
Windows® Vertical Pairing is een technologie die het mogelijk maakt om draadloze apparaten die deze
functie ondersteunen, met een infrastructuurnetwerk te verbinden via de WPS-pincodemethode en de functie
Webservices. Hiermee kunt u bovendien het scannerstuurprogramma installeren via het scannerpictogram
in het scherm Een apparaat toevoegen.
Als de infrastructuurmodus actief is, kunt u het apparaat op het draadloze netwerk aansluiten en vervolgens
het scannerstuurprogramma installeren via deze functie. Volg de onderstaande stappen:
• Als Webservices op het apparaat is uitgeschakeld, moet u deze functie eerst inschakelen. Webservices
is standaard ingeschakeld op het Brother-apparaat. U kunt de instellingen voor Webservices wijzigen met
Beheer via een webbrowser of BRAdmin Professional 3.
• Controleer of uw WLAN-toegangspunt/router is voorzien van het compatibiliteitslogo voor Windows
of Windows
toegangspunt/router.
• Controleer of uw computer is voorzien van het compatibiliteitslogo voor Windows
Neem bij vragen over het compatibiliteitslogo contact op met de fabrikant van de computer.
®
8. Neem bij vragen over het compatibiliteitslogo contact op met de fabrikant van uw
®
7 of Windows® 8.
®
7
8
• Als u een draadloos netwerk configureert via een externe draadloze netwerkkaart (NIC), controleer dan
of de draadloze netwerkkaart is voorzien van het compatibiliteitslogo voor Windows
Neem voor meer informatie contact op met de fabrikant van uw draadloze netwerkkaart.
• Wanneer u een computer met Windows
computer van tevoren in uw netwerk registreren. Zie voor meer informatie de gebruiksaanwijzing van
uw WLAN-toegangspunt/router.
®
7 of Windows® 8 als registrar wilt gebruiken, moet u deze
®
7 of Windows® 8.
1 Zet het apparaat aan.
2 Stel het apparaat in op de WPS-modus (zie De pincodemethode van Wi-Fi Protected Setup (WPS)
gebruiken op pagina 19).
3 (Windows
Klik op (Start) > Apparaten en printers > Een apparaat toevoegen.
(Windows
Beweeg de muisaanwijzer naar de rechter benedenhoek van het bureaublad. Wanneer de menubalk
wordt weergegeven, klikt u op Instellingen > Configuratiescherm > Hardware en geluiden >
Apparaten en printers > Een apparaat toevoegen.
®
7)
®
8)
4 Kies uw apparaat en voer de pincode in die op het apparaat is weergegeven.
5 Kies het infrastructuurnetwerk waarmee u verbinding wilt maken en klik op Volgende.
6 Als het apparaat in het dialoogvenster Apparaten en printers wordt weergegeven, zijn de configuratie
van het draadloze netwerk en de installatie van het scannerstuurprogramma geslaagd.
Apparaatstatus,
contactgegevens en locatie
weergeven. U kunt de taal
van de interface Beheer via
een webbrowser wijzigen.
Interval voor vernieuwen
configureren (tussen
15 seconden en 60 minuten).
De onderhoudsinformatie
van uw Brother-apparaat
weergeven, inclusief model,
verbruiksgoederen,
paginateller en fouten.
Klik op Indienen om deze
pagina met
onderhoudsinformatie om te
zetten in een CSV-bestand.
Geef alle apparaten weer die
op het netwerk zijn
aangesloten.
Wanneer u hier de
contactgegevens en de
locatie hebt geconfigureerd,
kunnen deze worden
weergegeven via
Algemeen > Status >
Locatie apparaat.
Configureer de slaapstand
(max. 90 minuten).
Configureer het
geluidsvolume (Uit / Laag /
Half / Hoog).
Configureer de
klokinstellingen voor uw
Brother-apparaat.
Registreer de contactgroep
(max. 20).
Selecteer Adres # en klik op
Selecteren om de leden van
de groep te configureren.
Configureer
LDAP-instellingen.
Configureer de instellingen
voor het verzenden van
e-mail, inclusief onderwerp,
bericht, de groottelimiet van
de e-mail en de bevestiging
van aflevering.
Klik op POP3/SMTP en ga
naar Netwerk > Netwerk >
Protocol > POP3/SMTP >
Geavanceerde
instellingen.
voor scannen, zoals het
Type bestand,
de Documentgrootte,
de Bestandsgr.,
Aut. rechtleggen,
Lege pag. overslaan,
2-zijdige scan en meer.
Configureer het wachtwoord
om in te loggen op Beheer via
een webbrowser.
U kunt zonder in te loggen
alleen de instellingen wijzigen
op het tabblad Algemeen.
Met Beveiligd functieslot
worden de scanfuncties
en de functies voor
verbinding maken met het
internet beperkt op basis
van de gebruikersrechten.
Klik op Beveiligd
functieslot om het menu
Beveiligd functieslot
weer te geven.
Met Active Directory
Authenticatie wordt
het gebruik van uw
Brother-apparaat beperkt.
Klik op Active Directory Authenticatie om het
menu Active Directory Authenticatie weer te
geven.
Schakel het selectievakje
Functies uit voor de functies
die u wilt beperken. Zie
Configureer de
certificaatinstellingen voor
Ondertekende PDF.
Klik op Certificaat en ga naar
Netwerk > Beveiliging >
Certificaat.
Klik op Terugstellen voor
Netwerk, Adresboek of
Alle instell.
Configureer de
protocolinstellingen van uw
Brother-apparaat. Schakel
het selectievakje in voor elk
protocol dat u wilt gebruiken.
Klik op indien nodig op
HTTP-serverinstellingen
of Geavanceerde instellingen.
Configureer de instellingen
voor foutmeldingen.
Klik op POP3/SMTP en ga
naar Netwerk > Netwerk >
Protocol > POP3/SMTP >
Geavanceerde
instellingen.
Klik op Geavanceerde
instellingen om
Boot-pogingen / RARP
Boot-instellingen /
Time-out TCP / Methode
DNS-server / IP-adres
DNS-server / Time-out voor
gateway te configureren.
Geef de knooppuntnaam
voor uw bedrade netwerk
weer.
Klik op Certificaat om indien
nodig naar Netwerk >
Beveiliging > Certificaat te
gaan.
Beheerder
(vervolg)
Netwerk
-
Netwerk
Bedraad
Ondertek. PDF
Terugstellen
NetwerkstatusGeef de netwerkstatus weer.
InterfaceWijzig de interface.
Beheer via een
webbrowser (Web
Server) / SNMP / Remote
Setup / Raw Port /