Bosch WAY32541NL User manual

Wasmachine WAY32541NL, WAY28541NL
nl Gebruiksaanwijzing en installatievoorschrift
Uw nieuwe wasmachine
U hebt gekozen voor een premium wasmachine van het merk Bosch.
Neem a.u.b. een paar minuten de tijd om dit te lezen en zo de voordelen van uw wasmachine te leren kennen.
Om aan de hoge kwaliteitsstandaard van het merk Bosch te voldoen, is de werking en de onberispelijke toestand van elke wasmachine die onze fabriek verlaat, zorgvuldig getest.
Verdere informatie over onze producten, toebehoren, reserveonderdelen en Service onder www.bosch-home.com of neem contact op met onze Servicedienst.
Waar de gebruiksaanwijzing/installatievoorschrift verschillende modellen beschrijft, wordt op de desbetreffende punten op de verschillen gewezen.
De wasmachine pas na het lezen van de gebruiksaanwijzing en installatievoorschrift in gebruik nemen!
Weergaveregels
m Waarschuwing!
Deze combinatie van symbool en signaalwoord wijst op een mogelijke gevaarlijke situatie. Niet aanhouden kan de dood of ernstig letsel tot gevolg hebben.
m Attentie!
Dit signaalwoord wijst op een mogelijk gevaarlijke situatie. Niet aanhouden kan materiële schade of schade aan het milieu tot gevolg hebben.
²
Aanwijzingen voor optimaal gebruik van het apparaat / nuttige informatie.
1. 2. 3. / a) b) c) Handelingsstappen wroden voorafgegaan door getallen of letters.
Ø / -
Opsommingen worden door een vakje of een schuine streep voorafgegaan.
2
Inhoudsopgave
nl Gebruiksaanwijzing en installatievoorschrift
Vóór de was
Ø Bestemming van het apparaat 4
Ø Aanwijzingen voor de veiligheid 5
Ø Milieubescherming 7 Ø Het belangrijkste in het kort 8 Ø Het apparaat leren kennen 9 Ø Wasmiddellade 10 Ø Bedieningselementen/Weergave-elementen 11
Apparaat bedienen
Ø Voor elke was 12 Ø Wassen 18 Ø Na het wassen 21 Ø Programma-overzicht 22 Ø Instellingen van het programma 26 Ø Verbruikswaarden 28 Ø Instellingen van het apparaat 29 Ø Sensorsysteem – zo intelligent is uw wasmachine 30
Schoonmaken en onderhoud
Ø Schoonmaken en onderhoud 31 Ø Noodontgrendeling 35 Ø Aanwijzingen op het display 36 Ø Storingen, wat te doen? 37 Ø Servicedienst 39
Apparaat plaatsen
Ø Toebehoren 40 Ø Plaatsen 42 Ø Transportbeveiligingen verwijderen 44 Ø Wateraansluiting 46 Ø Stellen 49 Ø Elektrische aansluiting 50 Ø Vóór de eerste was 51 Ø Transporteren 52
Index 53
3
Vóór de was
Bestemming van het apparaat
Ø Uitsluitend voor huishoudelijk gebruik. Ø Voor het wassen van in de machine wasbaar textiel en met
de hand wasbare wol in sop.
Ø Gebruik voor het wassen van uw wasgoed koud leidingwater
en in de handel verkrijgbare wasmiddelen die voor wasmachines geschikt zijn.
Ø Bij dosering van alle wasmiddelen de aanwijzingen van
de fabrikant in acht nemen.
Ø De wasmachine kan worden bediend door kinderen vanaf 8
jaar, door personen met fysieke, sensorische of psychische beperkingen of door personen met gebrekkige ervaring of kennis, indien deze onder toezicht staan of door een verantwoordelijke persoon zijn geïnstrueerd.
Ø Huisdieren uit de buurt van het apparaat houden!
Lees a.u.b. de gebruiksaanwijzing, het installatievoorschrift en alle meegeleverde informatie over uw wasautomaat door en handel zoals is beschreven.
Bewaar alle gegevens voor later gebruik.
4
Aanwijzingen voor de veiligheid
m Waarschuwing!
Levensgevaar door elektrische stroom!
Bij contact met onder spanning staande onderdelen bestaat er levensgevaar.
– Alleen aan de stekker, nooit aan de kabel trekken. – Stekker alleen met droge handen in het stopcontact steken en
eruit trekken.
m Waarschuwing!
Gevaren voor kinderen!
– Kinderen nooit zonder toezicht bij de wasmachine laten! – Kinderen mogen niet met de wasmachine spelen. – Kinderen kunnen zichzelf opsluiten in apparaten en in
levensgevaar komen. Bij afgedankte apparaten: – Stekker uit het stopcontact trekken. – Aansluitkabel doorknippen en samen met de stekker
verwijderen.
– Slot van de vuldeur onklaar maken.
– Kinderen mogen zonder toezicht geen reinigings- en
onderhoudswerkzaamheden uitvoeren.
– Kinderen kunnen zich bij het spelen in verpakkingen/folie en
verpakkingsdelen wikkelen of deze over hun hoofd trekken en stikken.
Kinderen uit de buurt van verpakkingsmateriaal, folie en verpakkingsonderdelen houden.
– Bij het wassen op hoge temperaturen wordt het glas van de
vuldeur heet. Voorkom dat kinderen de hete vuldeur aanraken.
– Was- en wasverzorgingsmiddelen kunnen bij consumptie leiden
tot vergiftiging en bij contact tot irritatie van ogen/huid. Was- en wasverzorgingsmiddelen buiten bereik van kinderen
bewaren.
5
m Waarschuwing!
Gevaar door explosie!
Wasgoed dat vóór het wassen met een reinigingsmiddel met oplosmiddel (bijv. vlekkenmiddel of wasbenzine) is behandeld, kan na vullen in de wastrommel tot een explosie leiden.
Het wasgoed tevoren met de hand grondig uitspoelen.
m Attentie!
Gevaar van brandwonden!
Wanneer men bij het wassen op hoge temperaturen in contact komt met heet zeepsop, kan dit leiden tot brandwonden (bijv. bij het afvoeren van heet zeepsop via een wastafel of bij een noodlediging). Het sop laten afkoelen.
m Attentie!
Gevaar door beschadiging van het apparaat!
De afdekplaat kan breken!
Niet op de wasmachine klimmen.
Een geopende vuldeur kan afbreken of de wasmachine kan
kantelen!
Niet op de geopende vuldeur gaan zitten.
m Attentie!
Gevaar bij uw hand in een hete trommel steken!
Wanneer u in de draaiende trommel uw hand erin steekt, kunt u handletsel oplopen.
Wij raden u aan niet uw handen in de trommel te steken als deze nog draait. Wacht tot de trommel niet meer draait.
m Attentie!
Gevaar bij contact met vloeibare was-/wasverzorgingsmiddelen!
Als de wasmiddellade tijdens het gebruik wordt geopend, kan er was-/wasverzorgingsmiddel uitspuiten.
Wees voorzichtig bij het openen van de wasmiddellade! Bij contact met ogen/huid deze grondig uit-/afspoelen. Bij per ongeluk inslikken een arts raadplegen.
6
Milieubescherming
Verpakking/Oude apparaat
)
De verpakking milieuvriendelijk (laten) afvoeren. Dit apparaat is gekenmerkt in overeenstemming met de
Europese richtlijn 2012/19/EU betreffende afgedankte elektrische en elektronische apparatuur (waste electrical and electronic equipment - WEEE).De richtlijn geeft het kader aan voor de in de EU geldige terugneming en verwerking van oude apparaten.
Besparingstips
Ø Maximale hoeveelheid wasgoed van het betreffende
Ø Normaal vervuild wasgoed zonder voorwas wassen. Ø Energiebesparings-modus: de verlichting van het display
Ø Zie de textiellabels voor de keuze van de temperatuur. De
Ø Automatische uitschakeling: Wanneer het apparaat langere
Ø Als het wasgoed aansluitend in de wasdroger wordt
programma benutten.
gaat na enkele minuten uit, Start/Bijvullen A knippert. Om de verlichting te activeren een willekeurige toets kiezen.
De energiebesparings-modus wordt niet geactiveerd wanneer er een programma loopt.
temperatuur in de machine kan hiervan afwijken om een optimale combinatie van energiebesparing en wasresultaat te waarborgen.
tijd niet wordt bediend, schakelt het zichzelf voor de programmastart en na het programma-einde automatisch uit om energie te besparen. Om het apparaat in te schakelen, drukt u opnieuw op de hoofdschakelaar-toets # .
gedroogd: centrifugetoerental overeenkomstig de gebruiksaanwijzing bij de droogautomaat kiezen.
7
Het belangrijkste in het kort
1
Stekker in het stopcontact steken. Kraan opendraaien.
2
Wasgoed sorteren. Wasgoed in de
3
Wasmiddellade openen.
4
@ @ @
Vuldeur openen. Om in te schakelen
toets
# indrukken.
Programma kiezen, bijv. Katoen.
@ @
trommel doen.
De maximale belading niet overschrijden.
@ @
Wasmiddel doseren volgens het doseeradvies. Vuldeur sluiten.
@
FODFN
Eventueel de standaardinstellingen van het gekozen programma wijzigen en/of extra programma-instellingen kiezen.
5
@ @
Einde van het programma Om de wasmachine
uit te schakelen,
# indrukken.
toets
Druk op de knop Start/Bijvullen
A.
Kraan dichtdraaien (bij modellen zonder Aqua-Stop).
8
Het apparaat leren kennen
:DVPLGGHOODGH
%HGLHQLQJV HOHPHQWHQ ZHHUJDYH HOHPHQWHQ
7URPPHO YHUOLFKWLQJ
DIKDQNHOLMN YDQKHWPRGHO
9XOGHXU
2QGHU KRXGVNOHS
9XOGHXURSHQHQ
HQVOXLWHQ
FODFN
2QGHUKRXGVNOHS
9
Wasmiddellade
Wasmiddelbakje I Wasmiddel voor de voorwas Wasmiddelbakje Wasmiddelbakje II Wasmiddel voor de hoofdwas, waterontharder,
Inzetstuk A voor de dosering van vloeibaar wasmiddel (niet bij
i
Wasverzachter, stijfsel; max niet overschrijden
bleekmiddel, vlekkenzout
alle modellen)
Bij modellen met inzetstuk voor vloeibaar wasmiddel:
In de wasmiddellade bevindt zich een inzetstuk als doseerhulp voor vloeibaar wasmiddel.
² Inzetstuk niet gebruiken:
– bij gel-achtige wasmiddelen en waspoeder, – bij programma's met Voorwas en wanneer Klaar in is gekozen.
Voor de dosering van vloeibaar wasmiddel het inzetstuk positioneren:
de wasmiddellade helemaal eruit halen.
Inzetstuk naar voren schuiven.
Bij modellen zonder inzetstuk voor vloeibaar wasmiddel: Vloeibaar wasmiddel doseren volgens de aanwijzingen van de fabrikant.
10
Bedieningselementen/Weergave­elementen
P
Q
R
L
M
N
O
² Alle toetsen zijn gevoelig, aantippen is voldoende!
i Hoofdschakelaar # indrukken.
Wasmachine in-/uitschakelen.
j Programmakiezer – draaien in beide
richtingen mogelijk. Programma-overzicht, zie ~ Blz. 22
Instellingen van het programma: ~ Blz. 15,
~ Blz. 26
k EcoPerfect ¦ l SpeedPerfect ( m Licht strijken p
n Voorwas s
o Apparaatinstellingen wijzigen. De
toetsen Temperatuur Centrifugeren
apparaatinstellingen (eindsignaal, toetssignaal, taal, autom. uitschakelen) ca. 3 seconden ingedrukt houden.
Overzicht van alle instellingen ~ Blz. 29
Ö en
Ö voor
p Temperatuurkeuze, keuze van het
centrifugetoerental, eindtijd-voorselectie
q Spoelstop $ h Display voor instellingen en informatie r Start/Bijvullen A kiezen voor het
starten, onderbreken en annuleren van het programma (bijv. wasgoed bijvullen).
~ Blz. 19
s Extra spoelen Ý
S
T
K
UV
11
Apparaat bedienen
Voor elke was
– Wasmachine correct plaatsen en aansluiten. Zie Blz.
²
1. Wasgoed voorbereiden
< ; : 9 8 B A > L K W L K
Ž
~ Blz. 42 en verder.
– Vóór de eerste was één keer zonder wasgoed wassen.
~ Blz. 51
Wasgoed sorteren aan de hand van:
Ø Soort weefsel/vezels Ø Kleur Ø Mate van vervuiling Ø Neem de aanwijzingen van de fabrikant op de verpakking in
acht.
Ø Wasgoed sorteren volgens de gegevens op de wasmerkjes:
Witte was 95 °C, 90 °C Bonte was 60 °C, 40 °C, 30 °C Kreukherstellend 60 °C, 40 °C, 30 °C Fijne was 40 °C, 30 °C Textiel dat met de hand of in de machine gewassen mag
worden van zijde en wol koud, 40 °C, 30 °C Wasgoed niet in de wasmachine wassen.
12
Wasgoed en machine ontzien:
– Bij dosering van alle was-, hulp-, verzorgings- en
²
reinigingsmiddelen beslist de aanwijzingen van de fabrikant in acht nemen.
– Reinigingsmiddelen en middelen voor de voorbehandeling
van wasgoed (bijv. vlekkenmiddelen, voorwassprays, ...) niet in contact laten komen met de oppervlakken van de wasmachine. Eventuele sprayresten en andere resten/ druppels direct met een zachte doek afvegen.
– Zakken leegmaken. – Metalen voorwerpen (zoals paperclips etc.) verwijderen. – Tere weefsels in een wasnet wassen (panty’s, BH’s met
beugel). – Ritssluitingen sluiten, overtrekken dichtknopen. – Zand uit zakken en omslagen borstelen. – Rollertjes van vitrage verwijderen of vastbinden in een netje. – Nieuw wasgoed apart wassen.
2. Apparaat voorbereiden
Stekker in het stopcontact steken.
Kraan opendraaien.
3. Programma kiezen en wasgoed in de trommel doen
1.
Vuldeur openen.
2.
Controleren of de trommel geheel leeg is. Alleen dan is een foutloze werking van de beladingsindicatie gewaarborgd.
~ Blz. 30
3.
Toets # indrukken. Het apparaat is ingeschakeld.
Daarna wordt altijd het in de fabriek ingestelde programma Katoen weergegeven.
Indicaties van het programma Katoen:
– Het indicatielampje van de programmakiezer brandt
en het hoofdmenu van het gekozen programma verschijnt op het display.
– Bij apparaten met Trommelverlichting:
Na inschakeling van het apparaat, na het openen en sluiten van de vuldeur en na de programmastart gaat de trommelverlichting aan. De verlichting gaat automatisch weer uit.
13
4.
Programma kiezen.
U kunt het aangegeven programma gebruiken
of een ander programma, Programmaoverzicht,
zie ~ Blz. 22, kiezen.
5.
Wasgoed in de trommel doen.
Op het display verschijnt het beladingsscherm van het gekozen programma (bijv. Katoen). Het beladingsscherm wordt weergegeven bij het openen van de vuldeur en bij het wijzigen van de wasgoedhoeveelheid.
– Het gesorteerde wasgoed opengevouwen in de trommel
²
doen. Grote en kleine stukken door elkaar. Hierdoor wordt
het wasgoed tijdens het centrifugeren beter verdeeld. Losse
stukken wasgoed kunnen balansverstoringen veroorzaken.
~ Blz. 30
– Doe het wasgoed pas in de machine wanneer het
hoofdmenu van het programma wordt weergegeven. – De beladingsbalk vult zich tijdens het vullen. Wanneer de
max. belading is overschreden, knippert de balk. De
aangegeven max. belading niet overschrijden. Overbelading
vermindert het wasresultaat en bevordert kreukvorming.
4. Vullen met was- en wasverzorgingsmiddelen
1.
Wasmiddellade uittrekken.
2.
Doseren in de bakjes ~ Blz. 10 volgens:
– Het doseeradvies op het display,
bijv. bij Katoen:
Afhankelijk van de geladen hoeveelheid wasgoed toont het display een doseeradvies. De % indicatie heeft betrekking op de aanbeveling van de wasmiddelfabrikant.
14
Ø = 40 % van het advies van de wasmiddelfabrikant Ù = 60 % Ú = 75 % Û = 100 %
– mate van vervuiling, – waterhardheid (afhankelijk van het model te bepalen met
behulp van de bijgevoegde waterhardheids-strip of opvraagbaar bij uw waterleidingbedrijf),
– de gegevens van de fabrikant op de verpakking.
– Bij dosering van alle wasmiddelen de aanwijzingen van
²
de fabrikant in acht nemen.
– Dikvloeibare wasverzachter en textielversteviger met wat
water aanlengen. Voorkomt verstopping!
5. Programma-instellingen wijzigen
Let erop dat tussen de vuldeur en de rubber afdichting geen
²
wasgoed beklemd is geraakt. Vuldeur sluiten.
FODFN
Op het display verschijnt weer het hoofdmenu van het gekozen programma.
U kunt de weergegeven standaardinstellingen gebruiken of het gekozen programma optimaal aan het wasgoed aanpassen door de standaardinstellingen te wijzigen of door extra instellingen te kiezen.
Ø Standaardinstellingen Temperatuur, Centrifugetoerental,
Klaar in-tijd wijzigen. zie ~ Blz. 22, ~ Blz. 26: bijv. toets Temperatuur × of Ö kiezen en wijzigen:
De instellingen worden zonder bevestiging geactiveerd en worden weergegeven in het hoofdmenu.
15
– Door de toetsen langer ingedrukt te houden, lopen de
²
instelwaarden (× omlaag, Ö omhoog) automatisch verder. – Door een programma te kiezen wordt de bijbehorende
programmaduur aangegeven. De programmaduur van het
lopende programma wordt automatisch aangepast wanneer
bijv. door wijzigingen in de programma-instellingen,
schuimherkenning, onbalansherkenning, lading of vervuiling
een wijziging van de programmaduur nodig is.
Ø Extra programma-instellingen kiezen: ~ Blz. 22, ~ Blz. 26
EcoPerfect ¦
Energiezuinig wassen door temperatuurreductie bij gelijkblijvend wasresultaat. Door te kiezen gaat het indicatielampje branden.
²
De wastemperatuur is lager dan de geselecteerde temperatuur. Bij bijzondere hygiënische vereisten is het programma Allergie+ aan te raden. ~ Blz. 23
SpeedPerfect (
om in kortere tijd te wassen bij een wasresultaat vergelijkbaar met het standaardprogramma. Maximale belading in acht nemen! ~ Blz. 22 Door te kiezen gaat het indicatielampje branden.
Afhankelijk van het model kunnen extra instellingen worden gekozen,
bijv. toets Spoelstop $:
Wanneer deze wordt gekozen, brandt het indicatielampje van de knop en wordt het desbetreffende symbool weergegeven op het display:
Toets Licht strijken – { Toets Voorwas – s Toets Extra spoelen – Ý Ë, Ì, Í (spoelbeurten) Toets Spoelstop – $
16
6. Programma starten
Ø A Start/Bijvullen kiezen. Het indicatielampje brandt.
17
Wassen
Programmaverloop
Tijdens het programma wordt de voortgang van het programma op het display weergegeven door middel van symbolen en een voortgangsbalk. De balk vult zich tijdens de wascyclus.
Het gecombineerde symbool á geeft de volgende programmastanden aan:
! Voorwas
ß Wassen
O Spoelen
overige symbolen:
Þ Afpompen
0 Centrifugeren
D Kinderbeveiliging actief
Å Overdosering van het wasmiddel geconstateerd, extra
spoelbeurten ingeschakeld
¼ brandt wanneer de deur wordt vergrendeld of ontgrendeld
Tijdens het wassen
Ø Kinderbeveiliging
Om de wasmachine te beschermen tegen ongewenste
verandering van de ingestelde functies, kan na de
programmastart het kinderslot worden geactiveerd.
activeren/deactiveren: ca. 5 seconden Klaar in × indrukken.
Het geactiveerde kinderslot wordt op het display aangegeven
door het symbool E.
18
Wanneer bij actieve kinderbeveiliging de programmakiezer wordt gedraaid of een toets wordt ingedrukt, gaat het symbool E kort branden.
Ø Wasgoed bijvullen
Na de programmastart kan men naar wens was toevoegen of uitnemen.
Start/Bijvullen A kiezen.
– Bij een hoge waterstand, een hoge temperatuur of een
²
draaiende trommel blijft de vuldeur om veiligheidsredenen vergrendeld en kan men geen was toevoegen. Instructies op het display in acht nemen. Om het programma voort te zetten toets Start/Bijvullen A kiezen. De vuldeur wordt vergrendeld en het programma wordt automatisch
voortgezet. – De beladingsindicatie is tijdens het bijvullen niet actief. – Vuldeur niet te lang open laten staan – er kan water uit het
wasgoed naar buiten lopen.
Ø Programma wijzigen
Wanneer men per ongeluk een verkeerd programma heeft
gestart.
1. Start/Bijvullen A kiezen.
2. Een ander programma kiezen.
3. Druk op de knop Start/Bijvullen A. Het nieuwe
programma begint van voor af aan.
Ø Afbreken van het programma
Bij programma’s met hoge temperatuur:
1. Start/Bijvullen A kiezen.
2. Wasgoed laten afkoelen: Spoelen kiezen.
3. Druk op de knop Start/Bijvullen A.
Bij programma’s met lage temperatuur:
1. Start/Bijvullen A kiezen.
2. Centrifugeren of Afpompen kiezen.
3. Druk op de knop Start/Bijvullen A.
19
Ø Programma-einde bij spoelstop; programma stopt bij de
laatste spoelbeurt.
– Druk op de knop Start/Bijvullen A. Het programma
wordt voortgezet met wegpompen en centrifugeren (eventueel het centrifugetoerental wijzigen).
– Wanneer er alleen moet worden weggepompt zonder te
centrifugeren, selecteert en start u het programma
Afpompen.
Einde van het programma
Op het display verschijnt º»°°Á.
20
Wanneer op het display bovendien het symbool Å verschijnt, heeft de wasmachine tijdens het wasprogramma teveel schuim geconstateerd en automatisch een extra aantal spoelbeurten toegevoegd om het schuim tegen te gaan.
Als dit is geconstateerd raden wij aan om bij de volgende
²
wasbeurt met dezelfde belading minder wasmiddel te doseren.
Na het wassen
1.
Vuldeur openen en wasgoed eruit halen.
– Geen wasgoed achterlaten in de trommel. Het kan bij de
²
²
volgende wasbeurt krimpen of iets verkleuren. – Eventuele ongewenste voorwerpen uit de trommel en de
rubbermanchet verwijderen – roestgevaar. – Vuldeur en wasmiddellade open laten zodat het restwater kan
opdrogen.
Vóór het uitschakelen:
– Altijd wasgoed eruit halen. Alleen dan is een foutloze werking
van de beladingsindicatie gewaarborgd. – Altijd wachten tot het programma is afgelopen, omdat anders
het apparaat nog vergrendeld kan zijn. Dan het apparaat
inschakelen en wachten op de ontgrendeling.
2.
Toets # indrukken. Het apparaat is uitgeschakeld.
3.
Kraan dichtdraaien.
Niet nodig bij modellen met Aqua-Stop. ~ Blz. 56
21
Programma-overzicht
Programma/Soort wasgoed Instellingen/Aanwijzingen
Programma
Õ
Korte toelichting bij het programma, bijv. voor welke textielsoorten het geschikt is.
Katoen
Stevig textiel, kookvast textiel van katoen of linnen.
². * gereduceerde belading bij
instelling SpeedPerfect
Kreukherstellend
Textiel van synthetische of gemengde weefsels.
Snel /Mix
Gemengde lading van katoen en synthetisch textiel.
(
De standaardinstellingen van de programma’s zijn vet gedrukt.
Maximale belading
kiesbare temperatuur in °C
kiesbare centrifugetoerentallen in toeren/min; het max. centrifugetoerental en de standaardinstelling zijn afhankelijk van het model
mogelijke programma-instellingen
bij de programma-instelling Licht strijken: mogelijke centrifugetoerentallen in toeren/min
max. 9 kg/5 kg*
koud - 60 - 90 °C
0 ... 1600 U/min
¦,G,!,p,Ü,$
bij p: 0 ... 800 U/min
max. 4 kg
koud - 40 - 60 °C
0 ... 1200 U/min
¦,G,!,p,Ü,$
bijp: 0 ...600 ...800 U/min
max. 4 kg
koud - 40 °C
0 ... 1400 ... 1600 U/min
¦,G,!,p,Ü,$
bij p: 0 ... 600 ... 800 U/min
22
De standaardinstellingen van de programma’s zijn vet gedrukt.
Programma/Soort wasgoed Instellingen/Aanwijzingen
Fijn/Zijde
Foor gevoelig, wasbaar textiel, bijv. van zijde, satijn, synthetische of gemengde weefsels (bijv. zijden blouses of -sjaals).
². Een machinewasmiddel gebruiken
dat geschikt is voor fijne of zijde.
max. 2 kg
koud - 30 - 40 °C
0 ... 600 ... 800 U/min
¦,G,!,p,Ü,$
bij p: 0 ... 600 U/min
W Wol
Textiel van wol of met wol gemengde weefsels dat met de hand of in de wasmachine gewassen mag worden. Bijzonder voorzichtig wasprogramma om krimpen van het wasgoed te voorkomen, langere programmapauzes (het wasgoed rust in het sop).
². Wol is een dierlijk product, bijv.
angora, alpaca, lama, schaap.
². Een machinewasmiddel gebruiken
dat geschikt is voor wol.
Allergie+
stevig textiel van katoen of linnen
² Bijzonder geschikt bij verhoogde hy-
giëne-eisen of een bijzonder gevoelige huid, wegens de langere wasduur op een gedefinieerde temperatuur, hogere water­stand en langere spoelduur.
² * gereduceerde belading bij optie
SpeedPerfect (
Spoelen
Extra spoelen met centrifugeren.
max. 2 kg
koud - 30 - 40 °C
0 ... 800 U/min
$
max. 7,5 kg/5 kg*
koud - 60 °C
0 ... 1200 ... 1600 U/min
¦,G,p,Ü,$
bij p: 0 ... 800 U/min
-
-
0 ... 1200 ... 1600 U/min
p,«,$
bij p: 0 ... 800 U/min
23
De standaardinstellingen van de programma’s zijn vet gedrukt.
Programma/Soort wasgoed Instellingen/Aanwijzingen
Centrifugeren
Extra centrifugeren met te kiezen centrifugetoerental.
-
-
0 ... 1200 ... 1600 U/min
p
bij p: 0 ... 800 U/min
Afpompen
van het spoelwater bijv. na Spoelstop (zonder eindcentrifugeren).
Kreukherstellend+
Donker gekleurd textiel van katoen en donker gekleurd, kreukherstellend textiel. Textiel binnenstebuiten wassen.
-
$
-
-
-
max. 3,5 kg
koud - 30 - 40 °C
0 ... 800 ... 1200 U/min
¦,G,!,p,Ü,$
bij p: 0 ... 600 ... 800 U/min
Extra snel 15'
extra snel programma ca. 15 minuten, geschikt voor licht vervuild kleine hoeveelheden wasgoed.
max. 2 kg
koud - 30 - 40 °C
0 ... 800 ... 1200 U/min
$
Sport
Textiel van microvezels voor sport en vrije tijd.
². Het wasgoed mag niet met
wasverzachter behandeld worden.
². Voor het wassen de wasmiddellade
(alle bakjes) grondig ontdoen van wasverzachterresten.
Dons
Machinewas geschikt textiel met donsvulling, kussens, dekens of donsbedden.
². Grote stukken afzonderlijk wassen.
Fijne was wasmiddel gebruiken. Wasmiddel spaarzaam doseren.
max. 2 kg
koud - 30 - 40 °C
0 ... 800 U/min
¦,G,!,p,Ü,$
bij p: 0 ... 600 ... 800 U/min
max. 2 kg
koud - 40 - 60 °C
0 ... 1200 U/min
¦,G,Ü,$
24
Programma/Soort wasgoed Instellingen/Aanwijzingen
Overhemden/blouses
Strijkvrije overhemden/blouses van katoen, linnen, synthetische of gemengde weefsels. Bij de instelling hemden/blouses slechts kort gecentrifugeerd; druipnat ophangen.
~ Zelfstrijkend effect
p Licht strijken worden
². Hemden/blouses van zijde/gevoelig
materiaal wassen met het fijn/zijde­programma.
Stijven
Het wasgoed mag niet met wasverzachter gespoeld zijn.
²
Stijven is in alle wasprogramma’s met vloeibaar stijfsel mogelijk. Het stijfsel volgens de gegevens op de verpakking in het bakje M gieten (het bakje indien nodig eerst schoonmaken).
Verven/Ontkleuren
Als u uw wasgoed wilt verven raden wij u aan de aanwijzigingen van de fabrikant van het verfmiddel in acht te nemen. Verven kan alleen in het huishouden met gebruikelijke hoeveelheden, zout kan namelijk roestvrij staal aantasten. Het is niet mogelijk om uw wasgoed in de wasmachine te ontkleuren!
De standaardinstellingen van de programma’s zijn vet gedrukt.
max. 2 kg
koud - 40 - 60 °C
0 ... 800 U/min
¦,G,!,p,Ü,$
bij p: 0 ... 400 U/min
Inweken
Wekenmiddel/wasmiddel volgens de gegevens van de fabrikant in bakje II doen. Programmakiezer op Katoen 30 °C zetten en Start/Bijvullen A kiezen. Na ca. 10 minuten Start/
Bijvullen A kiezen. Na de gewenste inweektijd opnieuw Start/Bijvullen A kiezen als het programma voortgezet
of gewijzigd moet worden.
Wasgoed van gelijke kleur in de trommel doen. Extra wasmiddel
²
is niet nodig. Het inweeksop wordt voor het wassen gebruikt.
25
Instellingen van het programma
Afhankelijk van het programma kunt u met behulp van de programma-instellingen het wasproces nog beter aanpassen aan uw wasgoed.
De instellingen:
– zijn zonder bevestiging actief.
²
– blijven niet bewaard na het uitschakelen. – kunnen afhankelijk van de programmavoortgang
geselecteerd/gedeselecteerd of gewijzigd worden.
Toetsen Aanwijzingen
Temperatuur
Centrifugeren
Klaar in ×, Ö
Klaar in,
EcoPerfect
×
¦
×, Ö
×, Ö
Voor en tijdens het programma kunnen de standaardinstellingen afhankelijk van de programmavoortgang worden gewijzigd.
~ Blz. 15
Het maximale temperatuur is afhankelijk van het programma. Het maximum centrifugetoerental is afhankelijk van het programma en het model.
voor vertraging van de Klaar in-tijd (programma­einde). Voor de programmastart kan het programma-einde in stappen van 1 uur (h=uur) worden ingesteld tot maximaal 24h (24 uur). Na de start wordt de ingestelde tijd (bijv. 8 uur) weergegeven en begint deze af te lopen totdat het wasprogramma begint. Daarna wordt de programmaduur weergegeven (bijv. 2:30h). De ingestelde tijd kan na de programmastart als volgt worden gewijzigd:
1. Start/Bijvullen
2. Op de toets Klaar in drukken en de Klaar in-tijd
wijzigen.
3. Druk op de knop Start/Bijvullen
voor het activeren/opheffen van de Kinderbeveiliging. ~ Blz. 18
om energie te besparen. ~ Blz. 16
A kiezen.
A.
26
SpeedPerfect
Licht strijken
(
p
om sneller te wassen. ~ Blz. 16
beperkt de kreukvorming door een speciale centrifugewijze met aansluitend losser maken en een verlaagd centrifugetoerental.
². Restvocht in het wasgoed iets verhoogd.
Toetsen Aanwijzingen
Voorwas !
voor sterk vervuild wasgoed. Wasmiddel over bakje I en II verdelen.
Extra spoelen
Ý Ë spoelbeurt Ý Ì spoelbeurten Ý Í spoelbeurten
Spoelstop
$
extra spoelbeurten afhankelijk van het programma, langere programmaduur.
². Aanbevolen voor een bijzonder gevoelige huid
of/en in gebieden met heel zacht water.
Na de laatste spoelbeurt blijft het wasgoed in het water liggen. Programma beëindigen. ~ Blz. 20
27
Verbruikswaarden
Programma Belading Energieverbruik ** Water ** Programmaduur **
Katoen 20 °C 9 kg 0,32 kWh 82 l
Katoen 40 °C 9 kg 1,15 kWh 82 l 3 h
Katoen 60 °C 9 kg 1,25 kWh 82 l 3 h
Katoen 90 °C 9 kg 2,30 kWh 92 l
Kreukherstellend 40 °C 4 kg 0,65 kWh 62 l 2 h
Snel/Mix 40 °C 4 kg 0,59 kWh 44 l
Fijn/Zijde 30 °C 2 kg 0,15 kWh 34 l
Wol 30 °C 2 kg 0,19 kWh 39 l
2
_ h
2
_ h
1
] h _ h _ h
Programma Programmaverfijning Belading Jaarlijks
Katoen
* Programma-instelling voor keuring en energie-etikettering conform richtlijn
** De waarden wijken afhankelijk van de waterdruk, waterhardheid, temperatuur van het
û úüEcoPerfect ¦*
2010/30/EU met koud water (15 °C).
instromende water, de omgevingstemperatuur, soort en hoeveelheid wasgoed, mate van vervuiling, het gebruikte wasmiddel, schommelingen in de netspanning en de gekozen programmaverfijningen van de aangegeven waarden af.
9/4,5 kg 189 kWh 11300 l
energieverbruik
Jaarlijks waterverbruik
28
Instellingen van het apparaat
Met de toetsen Instelmenu: 3 sec. (Temperatuur Ö en Centrifugeren Ö) kunnen de instelwaarden worden gewijzigd, bijv. het volume van de toetssignalen.
De toetsen Instelmenu 3 sec. tegelijkertijd ca. 3 seconden ingedrukt houden:
Ø Op het display verschijnt het startmenu voor het wijzigen van
de apparaatinstellingen.
Ø Met de toetsen ×, Ö kunnen de instelwaarden worden
gewijzigd. Door de toetsen langer ingedrukt te houden, lopen de instelwaarden automatisch verder.
Ø Met de toetsen Temperatuur ×, Ö en Centrifugeren ×, Ö
kunnen meer instellingen worden gekozen. Door de toetsen langer ingedrukt te houden, lopen de instelwaarden automatisch verder.
Ø Om het instellen te beëindigen: wachten of opnieuw de toetsen
Instelmenu: 3 sec. ingedrukt houden.
De instellingen blijven bewaard na uitschakeling van het
²
apparaat.
Instellingen Instelwaarden Aanwijzingen
¸¶½°°» Ê = uit
Ë = zacht Ì = norm. Í = luid Î = zeer luid
þ´Ã¸¶½. Ê = uit
Ë = zacht Ì = norm. Í = luid Î = zeer luid
ð°» ½» = Nederlands
¶± = English
...
°Äþ ĸÃ. ËÏ (min)
ÍÊ (min) Ë:ÊÊ (h=uur) ĸÃ
Geluidssterkte van de signalen aanpassen.
Geluidssterkte van de toetssignalen aanpas­sen.
Aangegeven taal veranderen.
Het apparaat wordt na de ingestelde tijd auto­matisch uitgeschakeld (= 0 kWh energiever­bruik); om het in te schakelen op de hoofdschakelaar-toets
# drukken.
29
Sensorsysteem – zo intelligent is uw wasmachine
Beladingsautomaat
Afhankelijk van het soort textiel en de belading past de beladingsautomaat het waterverbruik optimaal aan elk programma.
Aquasensor afhankelijk van het model
De Aquasensor controleert tijdens het spoelen de vertroebelingsgraad van het spoelwater (troebelheid wordt veroorzaakt door vuil en wasmiddelresten). Afhankelijk van de vertroebeling van het water worden het aantal en de duur van de spoelbeurten vastgesteld.
Beladingssensor/Beladingsindicatie
Wanneer de vuldeur open is, registreert de beladingssensor de hoeveelheid wasgoed in de machine. Dit wordt weergegeven op het display met een balk.
De wastrommel moet vóór het inschakelen van de wasmachine
²
leeg zijn, zodat de beladingssensor de hoeveelheid wasgoed volledig kan registreren.
Doseeradvies
Het doseeradvies toont – afhankelijk van het gekozen programma en de geconstateerde lading – een advies voor de wasmiddeldosering.
Door u te houden aan de aanbevolen dosering ontziet u het
²
milieu en uw portemonnee.
Onbalans-controlesysteem
Het automatische onbalans-controlesysteem herkent onbalans en zorgt door meermaals aanloopcentrifugeren voor een gelijkmatige verdeling van het wasgoed.
Bij een heel ongunstige verdeling van het wasgoed wordt om veiligheidsredenen het eindtoerental verlaagd of niet gecentrifugeerd.
Kleine en grote stukken wasgoed in de trommel verdelen.
²
Storingen, wat te doen? ~ Blz. 37
30
Schoonmaken en onderhoud
Schoonmaken en onderhoud
m Waarschuwing!
Levensgevaar door elektrische stroom!
Bij contact met onder spanning staande onderdelen bestaat er levensgevaar. Apparaat uitschakelen. Stekker uit het stopcontact trekken.
m Attentie!
Gevaar door brand en explosie!
Bij gebruik van oplosmiddelhoudende reinigingsmiddelen in de wasmachine, bijv. wasbenzine, kunnen er onderdelen beschadigd raken en giftige dampen ontstaan.
Geen oplosmiddelhoudende reinigingsmiddelen gebruiken.
m Attentie!
De wasmachine kan beschadigd worden!
Bij gebruik van oplosmiddelhoudende reinigingsmiddelen op de wasmachine, bijv. wasbenzine, kunnen de oppervlakken beschadigd raken.
Geen oplosmiddelhoudende reinigingsmiddelen gebruiken.
Buitenkant van het apparaat/Bedieningspaneel
Ø Resten wasmiddel onmiddellijk verwijderen. Ø Met een zacht, vochtig doekje schoonwrijven. Ø Reinigen met waterstraal verboden.
Wastrommel
Schoonmaakmiddel zonder chloor gebruiken, geen staalwol. Bij geurvorming in de wasmachine het programma Katoen 90 °C
uitvoeren. Gebruik hiervoor een totaalwasmiddel.
31
Ontkalken
Bij een juiste dosering van het wasmiddel niet nodig. Indien toch: te werk gaan volgens de aanwijzingen van de fabrikant van het ontkalkingsmiddel. Geschikte ontkalkers zijn verkrijgbaar via onze website of via de klantenservice, ~ Blz. 39.
Schoonmaken van de wasmiddellade
Als er resten wasmiddel of wasverzachter aanwezig zijn kunt u dit als volgt schoonmaken:
1.
Lade uittrekken, inzetstuk naar beneden drukken en de lade er helemaal uithalen.
2.
Inzetstuk eruit halen: met de vinger het inzetstuk van onder naar boven drukken.
3.
Inspoellade en inzetstuk met water en een borstel reinigen en afdrogen.
4.
Inzetstuk plaatsen en vastklikken (cilinder op geleidestift steken).
5.
Wasmiddellade erin schuiven.
Wasmiddellade open laten zodat het resterende vocht kan
²
opdrogen.
Afvoerpomp verstopt
m Waarschuwing!
Gevaar van brandwonden!
Zeepsop wordt heet bij het wassen op hoge temperaturen. Door contact met heet zeepsop kunnen brandwonden ontstaan. Het sop laten afkoelen.
De waterkraan dichtdraaien, zodat er geen water meer
²
toestroomt dat via de afvoerpomp afgevoerd moet worden.
32
1.
Apparaat uitschakelen. Stekker uit het stopcontact trekken.
2.
Onderhoudsklep openen.
3.
Onderhoudsklep eraf halen.
4.
Aftapslang uit de houder halen. Stopje verwijderen, zeepsop in een geschikte opvangbak laten stromen.
Stopje erin drukken en aftapslang in de houder zetten.
Aanwijzing: Resterend water kan lopen!
5.
Pompdeksel voorzichtig eraf schroeven. Binnenruimte, schroefdraad van het pompdeksel en pomphuis schoonmaken. (Vleugels van de afvoerpomp moeten gedraaid kunnen worden.)
6.
Pompdeksel weer plaatsen en vastschroeven. De handgreep staat verticaal.
7.
Onderhoudsklep insteken (1), bevestigen (2) en sluiten (3).
Om te voorkomen dat bij de volgende wasbeurt ongebruikt
²
wasmiddel in de afvoer loopt raden wij u het volgende aan: ca. 1 liter water in wasmiddelbakje II gieten en het programma Afpompen starten.
33
Afvoerslang aan de sifon verstopt
1.
Apparaat uitschakelen. Stekker uit het stopcontact trekken.
Aanwijzing: Resterend water kan lopen!
2.
Slangklem losmaken, afvoerslang voorzichtig eraf trekken.
3.
Afvoerslang en aansluitstuk op de sifon schoonmaken.
4.
Afvoerslang weer erop steken en de aansluiting met een slangklem vastzetten.
Zeef in de watertoevoer is verstopt
Verlaag eerst de waterdruk in de toevoerslang.
1.
Kraan dichtdraaien!
2.
Willekeurig programma kiezen (behalve Centrifugeren/ Afpompen).
3.
Start/Bijvullen A kiezen. Programma ca. 40 seconden laten
draaien.
4.
Toets # indrukken. Het apparaat is uitgeschakeld. Stekker uit het stopcontact trekken.
5.
Zeef schoonmaken: Slang loskoppelen van de kraan. Zeef met een borsteltje reinigen.
34
en/of bij de modellen Standaard en Aqua-Secure:
Slang aan de achterkant van het apparaat eraf halen.
Zeef met een tang eruit halen en schoonmaken.
6.
Slang weer aansluiten en op dichtheid controleren.
Noodontgrendeling
Het programma loopt door als er weer stroom is. Als het wasgoed toch uit de trommel gehaald moet worden, dan kan de vuldeur zoals hierna beschreven geopend worden.
m Waarschuwing!
Gevaar van brandwonden!
Sop en wasgoed kunnen heet zijn. Bij aanraking bestaat er gevaar van brandwonden. Eventueel eerst laten afkoelen.
m Attentie!
Gevaar bij uw hand in een hete trommel steken!
Wanneer u in de draaiende trommel uw hand erin steekt, kunt u handletsel oplopen.
Wij raden u aan niet uw handen in de trommel te steken als deze nog draait. Wacht tot de trommel niet meer draait.
m Attentie!
Waterschade mogelijk!
Wegstromend water kan tot waterschade leiden. De vuldeur niet openen zolang er water achter het glas
te zien is.
1.
Apparaat uitschakelen. Stekker uit het stopcontact trekken.
2.
Sop laten weglopen.
3.
Noodontgrendeling met een tang of iets dergelijks naar onderen trekken en loslaten.
Hierna kan de vuldeur geopend worden.
35
Aanwijzingen op het display
Indicatie Oorzaak/Oplossing
»ĸà ³´ÄÁ
¶´´½ ưôÁ ºÁ°°½ ¾¿´½
¿¾¼¿ ŰÂà Á´¸½¸¶´½
³´ÄÁ Å´Á¶Á´½³.
Å´Á¶Á´½³. ¾½Ã¶Á´½³.
´: ÌÍ
ERROR
´: XXX
– Wasgoed eventueel ingeklemd. Vuldeur openen en sluiten, druk
daarna op Start/Bijvullen
– Eventueel de vuldeur dichtdrukken of wasgoed verwijderen
en de deur opnieuw dichtdrukken.
– Schakel uw apparaat uit en aan, stel uw programma opnieuw,
programma starten..
– Kraan helemaal opendraaien. – Toevoerslang is geknikt of zit klem. – De waterdruk is te laag. Zeef schoonmaken. ~ Blz. 34
– Afvoerpomp verstopt. Afvoerpomp schoonmaken. – Afvoerslang/Afvoerpijp verstopt. Afvoerslang aan de sifon
reinigen. ~ Blz. 34
Waterniveau of temperatuur is te hoog. Om het programma voort te zetten: Start/Bijvullen
Het te vaak indrukken van de knop Start/Bijvullen meermaals toevoegen van wasgoed) kan leiden tot oververhitting van de deursluiting. Wachten op het vergrendelen/ontgrendelen van de deursluiting.
Deze optie vervalt bij modellen zonder Aqua-Stop. Water in de bodemplaat, ondichtheid van het apparaat. Servicedienst inschakelen! ~ Blz. 39
Apparaat uitschakelen, 5 seconden wachten en weer inschakelen. Als de indicatie opnieuw verschijnt: Servicedienst inschakelen.
~ Blz. 39
A.
A kiezen.
A (bijv.
36
Storingen, wat te doen?
Storingen Oorzaak/Oplossing
Er loopt water onder de machine uit.
Geen waterinstroom. Wasmiddel niet ingespoeld.
Vuldeur kan niet geopend worden.
Het programma start niet.
Het sop wordt niet afgepompt.
Het water in de trommel is niet te zien.
Geen goed centrifugeerresultaat . Wasgoed nat/te vochtig.
Meermaals aanloop­centrifugeren.
Resterend water in het wasmiddelbakje voor wasverzorgingsmidd elen.
Reukvorming in de wasmachine.
Harde geluiden, trillingen en „wandelen” tijdens het centrifugeren.
– Afvoerslang goed vastzetten/vervangen. – Schroefkoppeling van de toevoerslang vastdraaien.
Start/Bijvullen – Kraan niet geopend? – Zeef eventueel verstopt? Zeef schoonmaken. ~ Blz. 34 – Toevoerslang geknikt of ingeklemd?
– Veiligheidsfunctie actief. Programma-afbreking? – Spoelstop (zonder eindcentrifugeren) gekozen? ~ Blz. 20 – Openen alleen via noodontgrendeling mogelijk? ~ Blz. 35
Start/Bijvullen – Vuldeur gesloten? – Kinderbeveiliging actief? Zo ja, uitschakelen. ~ Blz. 18
Spoelstop (zonder eindcentrifugeren) gekozen? ~ Blz. 20 – Afvoerpomp schoonmaken. ~ Blz. 32 – Afvoerpijp en/of afvoerslang schoonmaken.
Niets aan de hand – Het water bevindt zich onderin en is daardoor niet te zien.
– Niets aan de hand – Het onbalansherkenningssysteem heeft het
centrifugeren afgebroken wegens ongelijkmatige verdeling van het wasgoed. Kleine en grote stukken wasgoed in de trommel verdelen.
Licht strijken – Te laag centrifugetoerental gekozen? ~ Blz. 22
Niets aan de hand – Het onbalans-controlesysteem heft de onbalans op.
– Niets aan de hand – De werking van het wasverzorgingsmiddel
is niet verminderd.
– Eventueel het inzetstuk reinigen. ~ Blz. 32
Programma Katoen 90 °C zonder wasgoed uitvoeren. Gebruik hiervoor een totaalwasmiddel.
– Is het apparaat gesteld?
Apparaat stellen. ~ Blz. 49
– Zijn de voetjes vastgezet?
Voetjes van het apparaat vastzetten. ~ Blz. 49
– Transportbeveiligingen verwijderd?
Transportbeveiligingen verwijderen. ~ Blz. 44
A niet gekozen?
A of Klaar in-tijd geselecteerd?
p gekozen? ~ Blz. 26
37
Storingen Oorzaak/Oplossing
Display/ indicatielampjes functioneren niet terwijl de machine in bedrijf is.
Het programmaverloop duurt langer dan normaal.
Wasmiddelresten op het wasgoed.
In de pauze-stand knippert Start/ Bijvullen snel en er is een signaal te horen.
Wanneer een storing niet zelf verholpen kan worden (uit-/inschakelen) of een reparatie noodzakelijk is: – Apparaat uitschakelen en de stekker uit het stopcontact trekken.
– Kraan dichtdraaien en de Servicedienst inschakelen. ~ Blz. 39
A heel
– Stroomstoring? – Zekeringen geactiveerd? Zekeringen inschakelen/vervangen. – Als de storing vaker optreedt: Servicedienst inschakelen.
~ Blz. 39
– Niets aan de hand – Het onbalans-controlesysteem heft de
onbalans op door het wasgoed meermaals te verdelen.
– Niets aan de hand – Schuimcontrolesysteem actief – er worden
spoelbeurten bijgeschakeld.
– Sommige fosfaatvrije wasmiddelen bevatten in water
onoplosbare deeltjes.
Spoelen kiezen of het wasgoed na het wassen uitborstelen.
– Waterniveau te hoog. Wasgoed bijvullen niet mogelijk. Eventueel
vuldeur direct dichtdoen.
– Om het programma voort te zetten: Start/Bijvullen
A kiezen.
38
Servicedienst
Als u de storing niet zelf kunt verhelpen, Storingen, wat te doen? ~ Blz. 37, neem dan contact op met de Servicedienst. Wij vinden altijd een passende oplossing, ook om een onnodig bezoek van de monteur te voorkomen.
Geef a.u.b. aan de Servicedienst het typenummer (E-Nr.) en het fabricagenummer (FD) op.
(1U )'
Typenummer Fabricagenummer
Vertrouw op de competentie van de fabrikant. Neem contact met ons op. Zo weet u zeker dat de reparatie door
goed opgeleide Servicemonteurs wordt uitgevoerd die de beschikking hebben over de originele reserve-onderdelen.
Deze gegevens vindt u op: de binnenkant van de vuldeur */de geopende onderhoudsklep * en de achterkant van het apparaat. * afhankelijk van het model
39
Apparaat plaatsen
Toebehoren
$TXD6WRS 6WDQGDDUG$TXD6HFXUH
*HEUXLNVDDQZLM]LQJ HQLQVWDOODWLHYRRUVFKULIW
DIKDQNHOLMNYDQKHWPRGHO
$DQVOXLWNDEHO
:DWHUDIYRHU
:DWHUWRHYRHU
$IGHNNLQJHQ
6FKURHIVOHXWHO
%RFKWVWXN
RPGHZDWHUDIYRHUV ODQJYDVWWH]HWWHQ
Extra benodigd bij aansluiting van de waterafvoerslang op een sifon:
1 slangklem Ø 24–40 mm (bij de ijzerhandel of bouwmarkt) om aan een sifon aan te sluiten. Wateraansluiting ~ Blz. 48
Nuttig gereedschap:
Ø Waterpas om het apparaat te stellen. Ø Steeksleutel met
SW13: om de transportbeveiligingen los te draaien ~ Blz. 44 en
SW17: om de voetjes van het apparaat te stellen. ~ Blz. 49
40
Lengte van de slangen en de aansluitkabel
DIKDQNHOLMNYDQKHWPRGHO
$DQVOXLWLQJDDQGHOLQNHUNDQW
aFP aFP
RI
$DQVOXLWLQJDDQGHUHFKWHUNDQW
aFP
aFPaFP
Bij gebruik van de slanghouders kan de lengte van de slangen
²
eventueel korter worden!
Bij de vakhandel of de Servicedienst tegen meerprijs verkrijgbaar:
Ø Verlengkabel voor Aqua-Stop- resp. koudwater-toevoerslang
(ca. 2,50 m). Bestelnummer WMZ2380, WZ10130, CZ11350, Z7070X0
Ø Langere toevoerslang (ca. 2,20 m) voor model Standaard.
Technische gegevens
Afmetingen (breedte x diepte x hoogte)
Gewicht afhankelijk van het model: 63–83 kg Elektrische aansluiting Nominale spanning 220–240 V, 50 Hz
Waterdruk 100–1000 kPa (1–10 bar)
aFP
aFPaFP
60 x 59 x 85 cm
Nominale stroom 10 A Nominaal vermogen 2300 W
PD[
FP
41
Plaatsen
Vocht in de wastrommel is te wijten aan de eindcontrole in de
²
fabriek.
Veilig plaatsen
m Waarschuwing!
Kans op verwondingen!
– De wasmachine is heel zwaar. Wees voorzichtig bij
– Wanneer de wasmachine wordt opgetild aan
m Attentie!
Struikelgevaar!
Wanneer de slangleidingen en de aansluitkabel onjuist worden aangelegd, bestaat er struikel- en letselgevaar.
Slangen en kabels zodanig leggen dat u er niet over kunt struikelen.
het optillen.
uitstekende onderdelen (bijv. de vuldeur), kunnen deze onderdelen afbreken en letsel veroorzaken. De wasmachine niet optillen aan uitstekende onderdelen.
42
m Attentie!
De wasmachine kan beschadigd worden!
– Bevroren slangen kunnen scheuren/springen.
De wasmachine niet op vorstgevoelige plaatsen en/ of buiten zetten.
– Wanneer de wasmachine wordt opgetild aan
uitstekende onderdelen (bijv. de vuldeur), kunnen deze onderdelen afbreken en de wasmachine beschadigen.
De wasmachine niet optillen aan uitstekende onderdelen.
– Naast de hier vermelde aanwijzingen kunnen speciale
²
voorschriften van het waterleiding- en energiebedrijf in uw regio van toepassing zijn.
– In geval van twijfel door een vakkundig monteur laten
aansluiten.
De juiste plaats
Stabiliteit is belangrijk zodat de wasmachine tijdens het
²
centrifugeren niet „wegloopt”. – De ondergrond moet stevig en waterpas zijn.
– Niet geschikt voor zachte vloerbedekking.
Bij plaatsing op een verhoging met lade
Verhoging: bestelnummer WMZ 20490, WZ- 20490
Plaatsing op een sokkel of op een houten vloer
m Waarschuwing!
De wasmachine kan beschadigd worden!!
De wasmachine kan tijdens het centrifugeren gaan schuiven en van de sokkel kantelen/vallen. De voetjes van het apparaat in elk geval met bevestigingsbeugels vastzetten. Bevestigingsbeugels: bestelnummer WMZ 2200, WX 9756, CZ 110600, Z 7080X0
Bij plaatsing op een houten vloer:
²
– De wasmachine liefst in een hoek plaatsen. – Een watervaste houten plaat (min. 30 mm dik) op de vloer
schroeven.
Onderbouw/inbouw van het apparaat in een rij keukenmeubelen
m Waarschuwing!
Levensgevaar door elektrische stroom!
Bij contact met onder spanning staande onderdelen bestaat er levensgevaar. De afdekplaat van het apparaat mag niet worden verwijderd.
– Noodzakelijke nisbreedte 60 cm.
²
– De wasmachine uitsluitend onder een doorlopend werkblad
plaatsen dat met de keukenmeubelen ernaast vast verbonden is.
43
Transportbeveiligingen verwijderen
m Attentie!
De wasmachine kan beschadigd worden!
Niet verwijderde transportbeveiligingen kunnen bij gebruik van de wasmachine bijv. de trommel beschadigen.
Vóór het eerste gebruik beslist de 4 transportbeveiligingen compleet verwijderen en bewaren.
m Attentie!
De wasmachine kan beschadigd worden!
Om bij later transport transportschade te voorkomen, dient men de transportbeveiligingen beslist weer aan te brengen.
Schroef en huls in elkaar geschroefd bewaren.
44
1.
Slangen uit de houders halen.
2.
Slangen uit het bochtstuk nemen en het bochtstuk verwijderen.
3.
Alle 4 de transportbeveiligingsschroeven losdraaien en verwijderen.
4.
Aanluitkabel uit de houders halen. Hulzen verwijderen.
5.
Afdekkingen erin zetten.
Afdekkingen vast vergrendelen door op de sluithaak te drukken.
²
45
Wateraansluiting
m Waarschuwing!
Levensgevaar door elektrische stroom!
Er ontstaat levensgevaar, zodra u contact komt met onder spanning staande onderdelen Aqua-Stop-veiligheidssysteem niet onder water dompelen (heeft een elektrisch ventiel).
– Om lekkage of waterschade te voorkomen de aanwijzingen in
²
– De wasmachine alleen met koud leidingwater gebruiken. – Niet op de mengkraan van een drukloze geiser of boiler
– Alleen met de meegeleverde of bij een geautoriseerde
– In geval van twijfel door een vakkundig monteur laten
Watertoevoer
De watertoevoerslangen niet knikken, platdrukken, veranderen of
²
doorsnijden (de sterkte is niet meer gegarandeerd).
Optimale waterdruk in de waterleiding: 100–1000 kPa (1–10 bar)
Ø Uit de geopende kraan stroomt ten minste 8 liter water per
Ø Bij hogere waterdruk een drukreduceerventiel inbouwen.
1.
dit hoofdstuk beslist in acht nemen!
aansluiten.
vakhande toevoerslang gebruiken. Geen gebruikt exemplaar!
aansluiten.
minuut.
Watertoevoerslang aansluiten.
46
m Waarschuwing!
De schroefdraad van de schroefkoppelingen kan beschadigd raken!
Wanneer de schroefkoppelingen te stevig met gereedschap (tang) worden vastgedraaid, kunnen de schroefdraden beschadigd raken. Schroefkoppelingen alleen met de hand vastdraaien.
aan de kraan (¾" = 26,4 mm):
PD[
PLQâPP

Aqua-Stop en Aqua-Secure Standaard
PD[ 
aan het apparaat:
voor modellen Standaard en Aqua-Secure.
2.
Kraan voorzichtig opendraaien en daarbij de aansluitingen op dichtheid controleren.
De schroefverbinding staat onder waterdruk van de waterleiding.
²
Waterafvoer
– De waterafvoerslang niet knikken of aan de slang trekken.
²
– Verschil in hoogte tussen vloer en afvoer: 0–max. 100 cm
Afvoer in een wastafel
m Waarschuwing!
Waterschade mogelijk!
Wanneer de afvoerslang door de hoge waterdruk tijdens het wegpompen uit de wastafel glijdt, kan het wegstromende water waterschade veroorzaken. De afvoerslang zodanig bevestigen dat deze er niet uit kan schieten.
m Attentie!
Dit apparaat kan beschadigd worden!
Wanneer het uiteinde van de afvoerslang in het weggepompte water terechtkomt, kan er water worden teruggezogen in het apparaat!
– De afvoer van de wastafel mag niet met een stop
afgesloten worden.
– Tijdens het afpompen controleren of het water snel
genoeg wegloopt.
– Het einde van de afvoerslang mag niet in het
afgepompte water hangen!
Afvoerslang aanleggen
47
Afvoer in een sifon
m Waarschuwing!
Waterschade mogelijk!
Wij adviseren u om de afvoerslang goed te bevestigen. Als dit niet goed is aangesloten kan de afvoerslang los raken. Uit de afvoerslang komt dan water dat schade kan veroorzaken. De aansluiting met een slangklem, Ø 24–40 mm (bij de ijzerhandel of bouwmarkt) vastzetten.
Aansluiting
Afvoer in en kunststof standpijp met rubberen mof of in een afvoerputje
m Waarschuwing!
Waterschade mogelijk!
Wij adviseren u om de afvoerslang goed te bevestigen. Als dit niet goed is aangesloten kan de afvoerslang los raken. Uit de afvoerslang komt dan water dat schade kan veroorzaken.
Aansluiting
48
Stellen
1.
2.
Alle vier de voetjes moeten stevig op de grond staan.
²
De wasmachine mag niet wankelen!
3.
Contramoer met een schroefsleutel met de wijzers van de klok mee losdraaien.
De stand van de wasmachine met een waterpas controleren, eventueel corrigeren. De hoogte veranderen door het voetje van het apparaat te draaien.
Contramoer tegen het apparaat vastdraaien. Het voetje hierbij vasthouden en niet in de hoogte verstellen.
– De contramoeren van alle vier de voetjes moeten vast tegen
²
de onderkant van het apparaat zijn geschroefd!
– Sterke geluidsontwikkeling, vibraties en „lopen” kunnen het
gevolg zijn van het niet correct stellen van het apparaat!
49
Elektrische aansluiting
Elektrische veiligheid
m Waarschuwing!
Levensgevaar door elektrische stroom!
Bij contact met onder spanning staande onderdelen bestaat er levensgevaar. – Alleen aan de stekker, nooit aan de kabel trekken. – Stekker alleen met droge handen in het
stopcontact steken en eruit trekken.
– Nooit aan de stekker trekken terwijl de machine
draait.
– Het apparaat uitsluitend via een volgens de
voorschriften aangebracht, randgeaard stopcontact op wisselstroom aansluiten.
– De netspanning moet overeenkomen met op het
typeplaatje aangegeven spanning.
– De aansluitwaarde en de vereiste zekering is op
het typeplaatje aangegeven. Wij verzekeringen u ervan dat: – de stekker in het stopcontact past. – de doorsnede van de elektrische kabel groot
genoeg is. – het aardingssysteem volgens de voorschriften is
geïnstalleerd. – Vervanging van de aansluitkabel (indien nodig)
alleen door een vakkundig monteur. Een nieuwe
kabel is bij de Servicedienst tegen meerprijs
verkrijgbaar. – Geen meervoudige stekkers/contactdozen en/of
verlengkabels gebruiken. – Bij gebruik van een aardlekschakelaar mag alleen
een type met dit symbool gebruikt worden:
Alleen aardlekschakelaars met dit symbool
voldoen aan de nu geldende voorschriften. – De stekker moet altijd bereikbaar zijn.
z.
50
Vóór de eerste was
De wasmachine is voor het verlaten van de fabriek grondig gekeurd. Door de test kunnen er restjes water achtergebleven zijn. Om deze te verwijderen adviseren wij u om de eerste keer zonder wasgoed te wassen.
De wasmachine moet vakkundig geplaatst en aangesloten zijn.
²
Zie hoofdstuk Plaatsen ~ Blz. 49
1.
Apparaat controleren.
Een beschadigd apparaat nooit in gebruik nemen. Neem contact
²
op met de Servicedienst. ~ Blz. 39
2.
Folie van het bedieningspaneel verwijderen.
3.
Stekker in het stopcontact steken.
4.
Kraan opendraaien.
5.
Apparaat inschakelen.
6.
Vuldeur sluiten. Trommel niet vullen met wasgoed.
7.
Programma Katoen kiezen.
8.
Temperatuur 90 °C instellen.
9.
Wasmiddellade openen.
10.
Ca. 1 liter water in bakje II gieten.
11.
Wasmiddel volgens de gegevens van de fabrikant voor licht vervuild wasgoed en desbetreffende waterhardheid in bakje II doen.
Geen wasmiddel voor fijne was of wol gebruiken
²
(schuimontwikkeling).
12.
Wasmiddellade sluiten.
13.
Druk op de knop Start/Bijvullen A.
14.
Aan het einde van het programma apparaat uitschakelen.
Uw wasmachine is nu startklaar.
51
Transporteren
Voorbereiding
1.
Kraan dichtdraaien.
2.
Waterdruk in de toevoerslang verminderen. Onderhoud –
Zeef in de watertoevoer ~ Blz. 34
3.
Resten sop laten weglopen. Onderhoud – Afvoerpomp
verstopt ~ Blz. 32
4.
Stekker van het apparaat uit het stopcontact trekken of de
trekschakelaar uitschakelen.
5.
Slangen demonteren.
Transportbeveiligingen monteren
1.
Afdekkingen eraf halen en bewaren.
Eventueel een schroevendraaier gebruiken.
2.
Alle 4 de hulzen erin zetten.
52
Aansluitkabel op de houders vastklemmen. Schroeven erin
zetten en vastdraaien.
Vóór het eerste gebruik:
– Transportbeveiligingen verwijderen. ~ Blz. 44
²
– Om te voorkomen dat bij de volgende wasbeurt ongebruikt
wasmiddel in de afvoer loopt raden wij u het volgende aan:
1 liter water in wasmiddelbakje II gieten en het programma
Afpompen starten.
Index
A
B
C
D
E
H
I
K
Aanwijzingen op het display, 36
Aanwijzingen voor de
Bedieningspaneel, 11 Beladingsautomaat, 30 Beladingssensor/
Beladingsindicatie, 30
Centrifugeren, 11, 15, 26
Display, 11 Doseeradvies, 30
EcoPerfect, 11, 16, 26 Einde van het programma, 20
Het apparaat leren kennen, 9
Instellingen van het programma, 15, 22, 26
Kinderbeveiliging, 18, 26 Klaar in, 11, 15, 26
veiligheid, 5 Afvoerpomp verstopt, 32 Aquasensor, 30
Besparingstips, 7 Bestemming van het
apparaat, 4 Bügelleicht (Licht strijken), 11
Elektrische aansluiting, 50 Extra spoelen, 11, 16, 27
Instelmenu: 3 sec., 11, 29 Inweken, 25
Korte handleiding, 8
L
M
N
O
Lengte van de slangen en de aansluitkabel, 41
Milieubescherming, 7
Noodontgrendeling, 35
Onbalans-controlesysteem, 30 Onderhoud, 31 Ontkalken, 32
Licht strijken, 16, 26
Ontkleuren, 25 Oude apparaat, 7
53
P
Plaatsen, 42 Programma
afbreken, 19
kiezen, 14
starten, 17
wijzigen, 19 Programmakiezer, 11 Programma-overzicht, 22 Programmaverloop, 18
S
T
V
W
Schoonmaken, 31
Buitenkant van het apparaat/ Bedieningspaneel, 31
Sifon, 34 Wasmiddellade, 32 Wastrommel, 31
Technische gegevens, 41 Temperatuur, 11, 15, 26 Toebehoren, 40 Toets
Centrifugeren, 11, 15, 26 EcoPerfect, 11, 16, 26 Extra spoelen, 11, 16, 27 Klaar in, 11, 15, 26 Licht strijken, 11, 16, 26 SpeedPerfect, 11, 16, 26
Verbruikswaarden, 28 Verpakking, 7 Verven, 25
Wasggoed
bijvullen, 19 in de trommel
doen, 13, 14, 15 sorteren, 12
Zeef, 34 Servicedienst, 39 SpeedPerfect, 11, 16, 26 Spoelstop, 11, 16, 20, 27 Stellen, 49 Stijven, 25 Storingen, wat te doen?, 37
Spoelstop, 11, 16, 27
Start/Bijvullen, 11
Temperatuur, 11, 15, 26
Voorwas, 11, 16, 27 Toetsen
Instelmenu: 3 sec., 11 Transportbeveiligingen
monteren, 52
verwijderen, 44 Trommelverlichting, 13
Voorkeuren 3 Sec., 29 Voorwas, 11, 16, 27
uitnemen, 21 Wasmiddellade, 10 Wateraansluiting, 46
Waterafvoer, 47
Watertoevoer, 46
54
55
Aqua-Stop-garantie
Alleen voor apparaten met Aqua-Stop
Als aanvulling op de garantieregeling wordt u schadeloos gesteld als aan onderstaande voorwaarden wordt voldaan:
1.
Als door een fout in het Aqua-Stop-systeem waterschade wordt veroorzaakt, dan vergoeden wij de schade van particuliere gebruikers.
2.
De aansprakelijkheidsgarantie geldt voor de levensduur van het apparaat.
3.
Voorwaarde voor aanspraak op garantie is dat het apparaat met Aqua-Stop vakkundig en overeenkomstig ons installatievoorschrift is opgesteld en aangesloten; hiertoe behoort ook de vakkundige verlenging van de Aqua-Stop (origineel toebehoren).
4.
Onze garantie heeft geen betrekking op defecte toevoerleidingen of armaturen tot aan de Aqua-Stop-aansluiting op de kraan.
5.
Tijdens het gebruik van een apparaat met Aqua-Stop hoeft u er in principe niet bij te blijven resp. na het gebruik om veiligheidsredenen de kraan dicht te draaien.
6.
Alleen bij langere afwezigheid, bijv. als u een paar weken op vakantie gaat, moet de kraan worden dichtgedraaid.
Verzoek om reparatie en advies bij storingen
NL 088 424 4010 B 070 222 141 De contactgegevens in alle landen vindt u in de bijgesloten lijst met
Servicedienstadressen.
Robert Bosch, Hausgeräte GmbH Carl-Wery-Straße 34 81739 München DEUTSCHLAND
*9000989642*
9000989642 (9405)
Loading...