BOSCH PIE675DC1E User Manual [nl]

3FHJTUFS
QHZGHYLFHRQ
0\%RVFKQRZDQG JHWIUHHEHQHILWV
\RXU
CPTDIIPNFDPN
XFMDPNF
Hob
PIE...D...
[nl] Gebruiksaanwijzing Kookplaat 3 [it] Istruzioni per l’uso Piano di cottura 32

 
,(&
: :
: :
: :
2 Ø = cm
Inhoudsopgave
[nl]Gebrui k saanwi j z i ngKookpl aat
8 Gebruik volgens de voorschriften . . . . . . . . . . . 4
nl
k Wrijfbeveiliging . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 22
( Belangrijke veiligheidsvoorschriften . . . . . . . . . 5
] Oorzaken van schade . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 6
Overzicht . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 6
7 Milieubescherming. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 7
Tips om energie te besparen . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 7
Milieuvriendelijk afvoeren . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 7
f Koken met inductie . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 7
Voordelen bij koken met inductie. . . . . . . . . . . . . . . . . 7
Pannen. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 7
* Het apparaat leren kennen . . . . . . . . . . . . . . . . . 9
Het bedieningspaneel . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 9
De kookzones . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 10
Restwarmte-indicatie . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .10
1 Apparaat bedienen. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 11
Kookplaat in- en uitschakelen . . . . . . . . . . . . . . . . . . 11
Kookzone instellen . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 11
Kookadvies . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 12
O Tijdfuncties . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 14
Programmering van de bereidingstijd . . . . . . . . . . . . 14
De kookwekker . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .14
Stopwatch-functie . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 15
vPowerBoost-functie. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 15
Activeren . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 15
Deactiveren . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 15
x ShortBoost functie. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 16
Advies voor het gebruik . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 16
Activeren . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 16
Deactiveren . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 16
b Automatische veiligheidsuitschakeling. . . . . . 22
Q Basisinstellingen . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 23
Zo komt u bij de basisinstellingen: . . . . . . . . . . . . . . .24
[ Weergave van het energieverbruik. . . . . . . . . . 24
t Kookgerei-test . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 25
h Power-Manager . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 25
D Reinigen . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 26
Kookplaat . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .26
Omlijsting van de kookplaat . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .26
{ Veelgestelde vragen en antwoorden (FAQ). . . 27
3 Wat te doen bij storingen? . . . . . . . . . . . . . . . . 28
4 Servicedienst . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 29
E-nummer en FD-nummer. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .29
E Testgerechten. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 30
Produktinfo
Meer informatie over producten, accessoires,
onderdelen en diensten vindt u op het internet:
www.bosch-home.com en in de online-shop:
www.bosch-eshop.com
z Warmhoudfunctie. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 16
Activeren . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 16
Deactiveren . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 16
c Braadsensor . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 17
Voordelen bij het bakken en braden . . . . . . . . . . . . . 17
Pannen voor de braadsensor. . . . . . . . . . . . . . . . . . .17
Temperatuurstanden . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 18
Tabel . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 18
Zo stelt u in . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 21
A Kinderslot . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 21
Kinderslot activeren en deactiveren . . . . . . . . . . . . . . 21
Automatisch kinderslot. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 21
3
nl Gebruik volgens de voorschriften
8Gebruik volgens de
voorschriften
Gebrui k vol gens de voor schr i f t en
Lees deze gebruiksaanwijzing zorgvuldig door. Berg de gebruiksaanwijzing, het installatievoorschrift en de apparaatpas goed op voor later gebruik of om ze door te geven aan volgende eigenaren.
Controleer het apparaat na het uitpakken. Indien het apparaat schade heeft opgelopen tijdens het transport, schakel het dan niet in, maar neem contact op met de technische dienst en leg de veroorzaakte schade schriftelijk vast. Doet u dat niet, dan gaat elk recht op een schadevergoeding verloren.
Alleen een daartoe bevoegd vakman mag apparaten zonder stekker aansluiten. Bij schade door een verkeerde aansluiting maakt u geen aanspraak op garantie.
Dit apparaat moet worden geïnstalleerd volgens het meegeleverde installatievoorschrift.
Dit apparaat is alleen bestemd voor huishoudelijk gebruik en de huiselijke omgeving. Gebruik het apparaat uitsluitend voor het bereiden van gerechten en dranken. Het kookproces moet regelmatig worden gecontroleerd. Een kort kookproces moet continu in de gaten worden gehouden. Gebruik het apparaat alleen in gesloten ruimtes.
Dit toestel kan worden gebruikt door kinderen vanaf 8 jaar en door personen met beperkte fysieke, sensorische of geestelijke vermogens of personen die gebrek aan kennis of ervaring hebben, wanneer zij onder toezicht staan van een persoon die verantwoordelijk is voor hun veiligheid of geleerd hebben het op een veilige manier te gebruiken en zich bewust zijn van de risico's die het gebruik van het toestel met zich meebrengt.
Kinderen mogen niet met het apparaat spelen. Reiniging en onderhoud van het toestel mogen niet worden uitgevoerd door kinderen, tenzij zij 15 aar of ouder zijn en onder toezicht staan.
Zorg ervoor dat kinderen die jonger zijn dan 8 jaar uit de buurt blijven van het toestel of de aansluitkabel.
Draagt u een actief geïmplanteerd medisch apparaat (bijv. een pacemaker of defibrillator), ga dan na of uw arts voldoet aan de richtlijn 90/385/EWG van de Raad van de Europese Gemeenschappen van 20 juni 1990 evenals DIN EN 45502-2-1 en DIN EN 45502-2-2 en dat het apparaat conform VDE-AR-E 2750-10 gekozen, geïmplanteerd en geprogrammeerd is. Is aan deze voorwaarden voldaan en worden bovendien non-ferro pannen met non­ferro handgrepen gebruikt, dan kan deze inductiekookplaat - als het op de juiste manier gebeurt - zonder bezwaar worden gebruikt.
Dit apparaat is bestemd voor gebruik tot op hoogten van maximaal 4.000 meter boven zeeniveau.
Dek de kookplaat niet af. Dit kan leiden tot ongevallen, bijv. door oververhitting, ontbranding of ontploffend materiaal.
Gebruik uitsluitend beveiligingsvoorzieningen of kindertralies die door ons zijn goedgekeurd. Ongeschikte beveiligingsvoorzieningen of kindertralies kunnen tot ongevallen leiden.
Dit apparaat is niet bestemd voor gebruik met een externe tijdschakelklok of een afstandbediening.
4
Belangrijke veiligheidsvoorschriften nl
(Belangrijke
veiligheidsvoorschriften
Belangr i j ke vei l i ghei dsvoor schr i f t en
:Waarschuwing – Risico van brand!
Hete olie en heet vet vatten snel vlam. Hete
olie en heet vet nooit gebruiken zonder toezicht. Vuur nooit blussen met water. Schakel de kookzone uit. Vlammen voorzichtig met een deksel, smoordeksel of iets dergelijks verstikken.
Risico van brand!
De kookzones worden erg heet. Nooit
brandbare voorwerpen op de kookplaat leggen. Geen voorwerpen op de kookplaat leggen.
Risico van brand!
Het apparaat wordt heet. Nooit brandbare
voorwerpen of spuitbussen bewaren in laden direct onder de kookplaat.
Risico van brand!
De kookplaat schakelt vanzelf uit en kan
niet meer worden bediend. Hij kan later per ongeluk worden ingeschakeld. Zekering in de meterkast uitschakelen. Contact opnemen met de klantenservice.
Gevaar voor verbranding!
Kookplaten mogen niet worden afgedekt.Dit
kan leiden tot ongevallen, bijv. door oververhitting, ontbranding of ontploffend materiaal.
:Waarschuwing – Risico van verbranding!
De kookzones en met name een eventueel
aanwezige kookplaatomlijsting worden zeer heet. Raak de hete oppervlakken nooit aan. Zorg ervoor dat er geen kinderen in de buurt zijn.
Risico van verbranding!
De kookzone warmt op, maar de indicatie
functioneert niet Zekering in de meterkast uitschakelen. Contact opnemen met de klantenservice.
Risico van verbranding!
Voorwerpen van metaal worden zeer snel
heet op de kookplaat. Leg nooit voorwerpen van metaal, zoals messen, vorken, lepels of deksels, op de kookplaat.
Brandgevaar!
Schakel de kookplaat na elk gebruik altijd
uit met de hoofdschakelaar. Wacht niet tot de kookplaat automatisch uitschakelt doordat er geen pan op staat.
:Waarschuwing – Kans op een elektrische
schok!
Ondeskundige reparaties zijn gevaarlijk.
Reparaties en de vervanging van beschadigde aansluitleidingen mogen uitsluitend worden uitgevoerd door technici die zijn geïnstrueerd door de klantenservice. Is het apparaat defect, haal dan de stekker uit het stopcontact of schakel de zekering in de meterkast uit. Contact opnemen met de klantenservice.
Kans op een elektrische schok!
Binnendringend vocht kan een schok
veroorzaken. Geen hogedrukreiniger of stoomreiniger gebruiken.
Kans op een elektrische schok!
Een defect toestel kan een schok
veroorzaken. Een defect toestel nooit inschakelen. De netstekker uit het stopcontact halen of de zekering in de meterkast uitschakelen. Contact opnemen met de klantenservice.
Kans op een elektrische schok!
Scheuren of barsten in het glaskeramiek
kunnen schokken veroorzaken. Zekering in de meterkast uitschakelen. Contact opnemen met de klantenservice.
:Waarschuwing – Storingsgevaar!
Deze kookplaat beschikt aan de onderkant over een ventilator. Bevindt zich onder de kookplaat een lade, bewaar daar dan geen kleine of scherpe voorwerpen, geen papier en geen theedoeken. Deze kunnen aangezogen worden en de ventilator beschadigen of de koeling belemmeren. Tussen de inhoud van de lade en de ventilator-ingang moet een minimale afstand van 2 cm worden aangehouden.
:Waarschuwing – Risico van letsel!
Bij de bereiding au-bain-marie kunnen de
kookplaat en kookvorm barsten door oververhitting. De au-bain-marie kookvorm mag niet in direct contact komen met de bodem van de pan die met water is gevuld. Gebruik alleen hittebestendige vormen.
Risico van letsel!
Wanneer er vloeistof zit tussen de bodem
van de pan en de kookzone kunnen kookpannen plotseling in de hoogte springen. Zorg ervoor dat de kookzone en de bodem van de pan altijd droog zijn.
5
nl Oorzaken van schade
]Oorzaken van schade
Oorzaken van s chade
Attentie!
Ruwe bodems van pannen kunnen krassen op de
kookplaat veroorzaken.
Plaat nooit lege plannen op de kookzones. Dit kan
schade veroorzaken.
Plaats geen hete pannen op het bedieningspaneel,
de indicatorzones of op de omlijsting van de kookplaat. Dit kan schade veroorzaken.
Als er harde of scherpe voorwerpen op de kookplaat
vallen, kan dit de plaat beschadigen.
Aluminiumfolie en plastic bakken smelten als ze op
een hete kookzone gelegd worden. Het gebruik van beschermplaten op de kookplaat wordt afgeraden.
Overzicht
In de volgende tabellen ziet u welke schade het meest voorkomt:
Schade Oorzaak Maatregel
Vlekken Overgelopen etenswaar. Verwijder overgelopen etenswaar onmiddellijk met een schraper.
Ongeschikte reinigingsmiddelen. Gebruik alleen schoonmaakmiddelen die geschikt zijn voor dit soort kookplaten.
Krassen Zout, suiker en zand. Gebruik de kookplaat niet als plaats om iets neer te zetten of als werkvlak.
Ruwe bodems van vormen geven krassen op de kookplaat.
Verkleuringen Ongeschikte reinigingsmiddelen. Gebruik alleen schoonmaakmiddelen die geschikt zijn voor dit soort kookplaten.
Slijtage van de pannen. Til de pannen op wanneer u ze verplaatst.
Schelpvormige
Suiker, sterk suikerhoudende gerechten Verwijder overgelopen etenswaar onmiddellijk met een schraper. beschadiging van het oppervlak
Controleer het kookgerei.
6
Milieubescherming nl
7Milieubescherming
Mi l i eubescher ming
In dit hoofdstuk krijgt u informatie over de besparing
van energie en de afvoer van het apparaat.
Tips om energie te besparen
Gebruik altijd het deksel dat overeenstemt met elke
kookpan. Wanneer zonder deksel gekookt wordt, is aanzienlijk meer energie nodig. Gebruik een glasdeksel om een goede zichtbaarheid te hebben zonder dat u het deksel van de pan hoeft te nemen.
Gebruik pannen met een vlakke bodem. Bij een niet
vlakke bodem wordt meer energie verbruikt.
De diameter van de bodem van de pan moet
overeenkomen met de afmeting van de kookzone. Opgelet: pannenfabrikanten duiden gewoonlijk de bovenste diameter van de pan aan, die meestal groter is dan de diameter van de bodem van de pan.
Gebruik een kleine pan voor kleine hoeveelheden.
Een grote, weinig gevulde pan vereist veel energie.
Gebruik weinig water voor het koken. Op deze wijze
wordt energie bespaard en blijven alle vitaminen en mineralen van de groenten behouden.
Selecteer de laagste vermogensstand die het
kookpunt behoudt. Met een te hoge stand wordt energie verspild.
fKoken met inductie
Kok en met i nduct i e
Voordelen bij koken met inductie
Koken met inductie is radicaal anders dan gebruikelijk, de warmte ontstaat direct in het kookgerei. Dit biedt vele voordelen:
Tijdsbesparing bij het koken en bakken.
Besparing van energie.
Gemakkelijker te reinigen en te onderhouden.
Overgelopen etenswaar brandt niet zo snel in.
Warmteregeling en veiligheid: de kookplaat verhoogt
of verlaagt de toevoer van warmte altijd direct na de bediening. Neemt u het kookgerei van de kookzone, dan wordt de warmtetoevoer direct onderbroken door de kookzone met inductie, zonder dat deze eerst is uitgeschakeld.
Pannen
Gebruik alleen ferromagnetische vormen voor inductiekoken, bijv.:
kookgerei van geëmailleerd staal
kookgerei van gietijzer
speciaal kookgerei van roestvrij staal dat geschikt is
voor inductie.
Milieuvriendelijk afvoeren
Voer de verpakking op een milieuvriendelijke manier af.
Dit apparaat is gekenmerkt in overeenstemming met de Europese richtlijn 2012/19/EU betreffende afgedankte elektrische en elektronische apparatuur (waste electrical and electronic equipment - WEEE). De richtlijn geeft het kader aan voor de in de EU geldige terugneming en verwerking van oude apparaten.
In het hoofdstuk ~ "Kookgerei-test" kunt u lezen of het kookgerei geschikt is voor inductie.
Voor een goed bereidingsresultaat dient het ferromagnetische gebied van de bodem van de pan overeen te komen met de grootte van de kookzone. Wordt het kookgerei niet herkend op een kookzone, probeer er dan een met een kleinere diameter.
FP
FP
FP
Er zijn ook inductievormen waarvan de bodem niet volledig ferromagnetisch is:
Is de bodem van het kookgerei slechts gedeeltelijk
ferromagnetisch, dan wordt alleen het ferromagnetische oppervlak heet. Hierdoor wordt de warmte mogelijk niet gelijkmatig verdeeld. De temperatuur van het niet-ferromagnetische gebied kan dan te laag zijn om te koken.
7
nl Koken met inductie
Bestaat het materiaal van de bodem van het
kookgerei deels uit aluminium, dan is het ferromagnetische oppervlak ook kleiner. Mogelijk worden dit niet warm genoeg of zelfs helemaal niet herkend.
Niet geschikte pannen
Gebruik nooit straalplaten of pannen van:
dun normaal staal
glas
aardewerk
koper
aluminium
Eigenschappen van de bodem van het kookgerei
Het bereidingsresultaat kan worden beïnvloed door de kwaliteit van pannenbodem. Gebruik pannen waarvan het materiaal de warmte gelijkmatig in de pan verdeelt, bijv. pannen met "sandwich-bodems" van roestvrij staal. Daarmee wordt tijd en energie bespaard.
Gebruik kookgerei met vlakke bodems. Ongelijke bodems hebben invloed op de warmtetoevoer.
Herkenning van de pan
Elke kookzone heeft een ondergrens voor de herkenning van de pan. Deze is afhankelijk van de ferromagnetische diameter en het materiaal van de bodem. Daarom dient u altijd de kookzone te gebruiken die het beste past bij de diameter van de pannenbodem.
Geen pan of ongeschikte afmeting
Als er geen pan op de geselecteerde kookzone wordt geplaatst of als deze niet van het geschikte materiaal is of geen geschikte afmeting heeft, knippert de kookstand op de indicator van de kookzone. Plaats een geschikte pan, zodat het knipperen stopt. Als er meer dan 90 seconden wordt gewacht gaat de kookzone automatisch uit.
Lege pannen of pannen met een dunne bodem
Verwarm geen lege pannen en gebruik geen pannen met dunne bodem. De kookplaat is uitgerust met een intern veiligheidssysteem, maar een lege pan kan zo snel heet worden dat de functie “automatisch uitschakelen" geen tijd heeft om te reageren, waardoor de temperatuur erg kan oplopen. De bodem van de pan kan smelten en het glas van de kookplaat beschadigen. Raak in dat geval de pan niet aan en schakel de kookzone uit. Als het apparaat na het afkoelen niet werkt, neem dan contact op met de technische dienst.
8
*Het apparaat leren kennen
Het appar aat leren kennen
Informatie over afmetingen en vermogens van de
kookzones vindt u in~ Blz. 2
Aanwijzing: . Afhankelijk van het apparaattype zijn
kleur- en detailafwijkingen mogelijk.
Het bedieningspaneel
Het apparaat leren kennen nl
Bedieningsvlakken
#
ø
0 1Ê2Ê...Ê8Ê9
á
>
Š
Û
é
t y x
Bedieningsvlakken
Wanneer de kookplaat opwarmt, zijn de symbolen van de bedieningsvlakken verlicht die op dat moment beschikbaar zijn.
Raakt u een symbool aan, dan wordt de betreffende functie geactiveerd.
Hoofdschakelaar Kookzone kiezen Instelgebied PowerBoost- en ShortBoost-functie Bedieningspaneel blokkeren voor reinigingsdoelein-
den Kinderslot
Warmhoudfunctie BraadSensor Kookwekker Instelling van de bereidingstijd Stopwatch-functie
Indicaties
‹.‹ ‚-Š
/œ ‹‹ >
Š y
ö / ô
›. ˜›.
é
–©
Gebruikstoestand Kookstanden Restwarmte Timer-functie Bedieningspaneel blokkeren voor reinigingsdoeleinden Kinderslot Instelling van de bereidingstijd Timer-indicaties PowerBoost-functie ShortBoost-functie BraadSensor Warmhouden
Aanwijzingen
De betreffende symbolen van de bedieningsvlakken
lichten op wanneer ze beschikbaar zijn. De indicaties van de kookzones of van de gekozen functie lichten helderder op.
Zorg ervoor dat het bedieningspaneel altijd schoon
en droog is. Vocht kan een nadelige invloed hebben op de werking.
Zorg ervoor dat er geen pannen in de buurt van
indicaties en sensoren komen. De elektronica kan dan oververhit raken.
9
nl Het apparaat leren kennen
De kookzones
Kookzones
$
Eenvoudige kookzone Gebruik kookgerei dat de juiste afmetingen heeft
Alleen kookgerei gebruiken dat geschikt is voor inductiekoken, zie de paragraaf ~ "Koken met inductie"
Restwarmte-indicatie
De kookplaat heeft voor elke kookzone een restwarmte­indicatie. Hiermee wordt aangegeven dat een kookzone nog heet is. Raak de kookzone niet aan zolang de restwarmte-indicatie verlicht is.
Afhankelijk van de hoogte van de restwarmte wordt het volgende weergegeven:
Indicatie: hoge temperatuur
Indicatie œ: lage temperatuur
Wanneer u de pan tijdens het koken van de kookzone neemt, knipperen afwisselen de restwarmte-indicatie en de gekozen kookstand.
Is de kookzone uitgschakeld, dan is restwarmte­indicatie verlicht. Ook wanneer de kookplaat al uitgeschakeld is, blijft de restwarmte-indicatie verlicht zolang de kookzone nog warm is.
10
Apparaat bedienen nl
1Apparaat bedienen
App a r aa t bedi enen
In dit hoofdstuk kunt u lezen hoe u een kookzone instelt. In de tabel vindt u kookstanden en bereidingstijden voor verschillende gerechten.
Kookplaat in- en uitschakelen
U schakelt de kookplaat met de hoofdschakelaar in en uit.
Inschakelen: Raak het symbool # aan. Er klinkt een signaal. De symbolen die bij de kookzones horen en de functies die op dit tijdstip ter beschikking staan zijn verlicht. Naast de kookzones is het symbool . verlicht. De kookplaat is klaar voor gebruik.
Uitschakelen: raak het symbool # aan tot de indicaties verdwijnen. De restwarmte-indicatie blijft verlicht tot de kookzones voldoende zijn afgekoeld.
Aanwijzingen
De kookplaat gaat automatisch uit wanneer alle
kookzones langer dan 20 seconden uitgeschakeld zijn.
De gekozen instellingen blijven gedurende de eerste
4 seconden na uitschakeling van de kookplaat bewaard. Wanneer u in deze tijd de kookplaat opnieuw inschakelt, treedt deze in werking met de vorige instellingen.
Kookzone en kookstand kiezen
De kookplaat moet ingeschakeld zijn.
1. Raak het symbool ø van de gewenste kookzone
aan. De indicatie is . is helderder verlicht.
2. Kies vervolgens in het instelgebied de gewenste
kookstand.
 
De kookstand is ingesteld.
Kookstand wijzigen
Kies de kookzone en stel vervolgens in het instelbereik de gewenste kookstand in.
Kookzone uitschakelen
De kookzone kiezen en in het instelgebied op‹.‹ zetten. De kookzone gaat uit en de restwarmte-indicatie verschijnt.
Kookzone instellen
De gewenste kookstand instellen met de symbolen ò tot
ê.
Kookstand ò = laagste stand. Kookstand ê = hoogste stand. Elke kookstand heeft een tussenstand.Deze kookstand
wordt in het instelgebied weergegeven met het symbool
Ê.
Aanwijzingen
Om de gevoelige onderdelen van het apparaat te
beschermen tegen oververhitting of elektrische overbelasting, kan het vermogen van de kookplaat voor korte tijd worden teruggebracht.
Om geluidshinder van het apparaat te voorkomen
kan het vermogen van de kookplaat voor korte tijd worden teruggebracht.
Aanwijzingen
Als er geen pan op de inductiekookzone wordt
geplaatst, gaat de geselecteerde vermogensstand knipperen. Na een tijdje wordt de kookzone uitgeschakeld.
Als er een pan op de kookzone staat voordat de
plaat wordt ingeschakeld, zal deze worden gedetecteerd binnen 20 seconden na het indrukken van de hoofdschakelaar en zal de kookzone automatisch worden geselecteerd. Selecteer, zodra deze is gedetecteerd, de vermogensstand binnen 20 seconden, anders wordt de kookzone uitgeschakeld. Ook al worden er meerdere pannen geplaatst, bij het inschakelen van de kookplaat wordt er maar één gedetecteerd.
11
nl Apparaat bedienen
Kookadvies
Advies
Bij het warm maken van puree, crèmesoepen en
dikvloeibare sauzen regelmatig roeren.
Voor het voorverwarmen kookstand 8 - 9 instellen.
Bij de bereiding met deksel de kookstand
terugschakelen, zodra er tussen deksel en kookgerei stoom vrijkomt. Voor een goed bereidingsresultaat is geen stoom nodig.
Na de bereiding het kookgerei tot het opdienen
gesloten houden.
Voor het koken met de snelkookpan de
aanwijzingen van de fabrikant in acht nemen.
De gerechten niet te lang laten koken of bakken, om
de voedingswaarde te behouden. Met de kookwekker kan de optimale bereidingstijd worden ingesteld.
Voor een gezonder bereidingsresultaat dient
rokende olie te worden voorkomen.
Voor een bruine kleur van de gerechten deze na
elkaar klaarmaken in kleine porties.
Kookgerei kan tijdens de bereiding hoge
temperaturen bereiken. Het gebruik van pannenlappen is aan te bevelen.
Adviezen voor energie-efficiënt koken vindt u in het
hoofdstuk ~ "Milieubescherming"
Bereidingstabel
In de tabel wordt voor alle gerechten weergegeven welke kookstand geschikt is. De bereidingstijd kan afhankelijk van de soort, het gewicht, de dikte en de kwaliteit van de gerechten variëren.
Kookstand Bereidingstijd
(min.)
Smelten
Chocolade, couverture 1 - 1.5 ­Boter, honing, gelatine 1 - 2 -
Opwarmen en warmhouden
Eenpansgerecht, bijv. linzenschotel 1.5 - 2 ­Melk* 1.5 - 2.5 ­Worstjes in water verwarmen* 3 - 4 -
Ontdooien en opwarmen
Spinazie, diepvries 3 - 4 15 - 25 Goulash, diepvries 3 - 4 35 - 55
Gaarstoven, zachtjes laten koken
Aardappelballetjes* 4.5 - 5.5 20 - 30 Vis* 4 - 5 10 - 15 Witte sauzen, bijv. bechamelsaus 1 - 2 3 - 6 Geklopte sauzen, bijv. bearnaisesaus, hollandaisesaus 3 - 4 8 - 12
* Zonder deksel ** Herhaaldelijk keren ***Voorverwarmen op kookstand 8 - 8.5
12
Apparaat bedienen nl
Kookstand Bereidingstijd
(min.)
Koken, stomen, stoven
Rijst (met dubbele hoeveelheid water) 2.5 - 3.5 15 - 30 Rijstepap*** 2 - 3 30 - 40 Aardappels in de schil 4.5 - 5.5 25 - 35 Gekookte aardappels 4.5 - 5.5 15 - 30 Deegwaren, pasta* 6 - 7 6 - 10 Eenpansgerecht 3.5 - 4.5 120 - 180 Soepen 3.5 - 4.5 15 - 60 Groente 2.5 - 3.5 10 - 20 Groente, diepvries 3.5 - 4.5 7 - 20 Garen in de snelkookpan 4.5 - 5.5 -
Stoven
Rollades 4 - 5 50 - 65 Stoofvlees 4 - 5 60 - 100 Goulash*** 3 - 4 50 - 60
Stoven / braden met weinig olie*
Schitzel, on/gepaneerd 6 - 7 6 - 10 Schnitzel, diepvries 6 - 7 6 - 12 Kotelet, on/gepaneerd** 6 - 7 8 - 12 Steak (3 cm dik) 7 - 8 8 - 12 Borst van gevogelte (2 cm dik)** 5 - 6 10 - 20 Borst van gevogelte, diepvries*** 5 - 6 10 - 30 Gehaktballen (3 cm dik)** 4.5 - 5.5 20 - 30 Hamburger (2 cm dik)** 6 - 7 10 - 20 Vis en visfilet, ongepaneerd 5 - 6 8 - 20 Vis en visfilet, gepaneerd 6 - 7 8 - 20 Vis en visfilet, gepaneerd en diepvries, bijv. vissticks 6 - 7 8 - 15 Scampi, garnalen 7 - 8 4 - 10 Sauteren van groente en paddenstoelen, vers 7 - 8 10 - 20 Pangerechten, groente, vlees in reepjes op Aziatische wijze 7 - 8 15 - 20 Pangerechten, diepvries 6 - 7 6 - 10 Pannenkoeken (na elkaar gaar bakken) 6.5 - 7.5 ­Omelet (na elkaar bakken) 3.5 - 4.5 3 - 10 Spiegelei 5 - 6 3 - 6
Frituren (150-200 g per portie in 1-2 l olie, per porite frituren)
Diepvriesproducten, bijv. frites, chicken nuggets 8 - 9 ­Kroketten, diepvries 7 - 8 ­Vlees, bijv. stukken kip 6 - 7 ­Vis, gepaneerd of in bierdeeg 6 - 7 ­Groente, paddenstoelen gepaneerd of in bierdeeg, tempura 6 - 7 ­Klein gebak, bijv. beignets, Berliner bollen, fruit in bierdeeg 4 - 5 -
* Zonder deksel ** Herhaaldelijk keren ***Voorverwarmen op kookstand 8 - 8.5
13
nl Tijdfuncties
OTijdfuncties
Tijdfuncties
Uw kookplaat beschikt over drie timerfuncties:
Programmering van de bereidingstijd
Kookwekker
Stopwatch-functie
Programmering van de bereidingstijd
De kookzone schakelt na afloop van de ingestelde tijd automatisch uit.
Zo stelt u in:
1. De kookzone en de gewenste kookstand kiezen.
2. Symbool y aanraken. In de timer-indicatie zijn het
symbool ‹‹ en de indicatie V verlicht. Op het display van de kookzone is y verlicht.
Tijd veranderen of wissen
Kies de kookzone en raak vervolgens het symbool y aan.
Wijzig de bereidingstijd in het instelgebied of stel ‹‹ in om de geprogrammeerde bereidingstijd te wissen.
Raak het symbool y aan om de gekozen instelling te bevestigen.
Aan het einde van de ingestelde tijd
De kookzone schakelt uit, de indicatie y knippert en de kookstand schakelt naar ‹‹. Er klinkt een signaal.
In de timer-indicatie knipperen ‹‹ en de indicatie V. Bij aanraking van het symbool y verdwijnen de
indicaties en het geluidssignaal.
Aanwijzingen
Om een bereidingstijd van minder dan 10 minuten in
te stellen, dient u altijd 0 aan te raken voordat u de gewenste waarde kiest.
Is er een bereidingstijd voor meerdere kookzones
geprogrammeerd, dan verschijnt altijd de tijdsopgave van de gekozen kookzone in de timer­indicatie.
Voor het opvragen van de resterende bereidingstijd
de betreffende kookzone kiezen.
U kunt een bereidingstijd tot ŠŠ minuten instellen.
3. Binnen de volgende 10 seconden in het instelgebied
de gewenste bereidingstijd instellen.
4. Raak het symbool y aan om de gekozen instelling
te bevestigen.
De bereidingstijd begint af te lopen.
Aanwijzing: Voor alle kookzones kan automatisch
dezelfde bereidingstijd worden ingesteld. De ingestelde tijd loopt voor elk van beide kookzones onafhankelijk af. In de paragraaf ~ "Basisinstellingen" vindt u informatie over de manier waarop de bereidingstijd automatisch kan worden geprogrammeerd.
BraadSensor
Wordt er een bereidingstijd geprogrammeerd voor een kookzone en is de braadSensor geactiveerd, dan begint de bereidingstijd pas af te lopen wanneer de gekozen temperatuurstand bereikt is.
De kookwekker
Met de kookwekker kunt u een tijd tot 99 minuten instellen.
Hij functioneert onafhankelijk van de kookzones en andere instellingen. Deze functie schakelt een kookzone niet automatisch uit.
Zo stelt u in
1. Raak het symbool t aan.In de timer-indicatie zijn het
symbool ‹‹ en de indicatie V verlicht.
2. Kies in het instelgebied de gewenste tijd en raak ter
bevestiging het symbool t aan.
Na enkele seconden begint de tijd af te lopen.
Tijd veranderen of wissen
Raak het symbool Y aan. Wijzig de bereidingstijd in het instelgebied of stel ‹‹ in
om de geprogrammeerde bereidingstijd te wissen. Het symbool Y aanraken om de gekozen instelling te
bevestigen.
Aan het einde van de ingestelde tijd
Aan het einde van de ingestelde tijd klinkt een signaal. In de timer-indicatie knipperen ‹‹ en het symbool V.
Na aanraking van het symbool t verdwijnen de indicaties.
14
PowerBoost-functie nl
Stopwatch-functie
De stopwatch-functie geeft de tijd weer die sinds de activering verstreken is.
Hij functioneert onafhankelijk van de kookzones en andere instellingen. Deze functie schakelt een kookzone niet automatisch uit.
Activeren
Raak het symbool x aan.In de timer-indicatie zijn het symbool ‹‹ en de indicatie V verlicht.
De tijd begint af te lopen.
Deactiveren
Door het symbool x aan te raken wordt de stopwatch­functie onderbroken. De timer-indicaties blijven verlicht.
Wanneer u opnieuw het symbool x aanraakt verdwijnen de indicaties.
De functie is gedeactiveerd.
vPowerBoost-functie
Power Boost - f unct i e
Met de PowerBoost-functie kunnen grote hoeveelheden
water sneller worden verwarmd dan met de betreffende kookstand Š.
Deze functie kan alleen worden geactiveerd voor een kookzone wanneer de andere kookzone van dezelfde groep niet in gebruik is (zie Afb.).
Activeren
1. Een kookzone kiezen.
2. Raak het symbool á aan.
De indicatie
De functie is geactiveerd.
is verlicht.
Deactiveren
1. Een kookzone kiezen.
2. Raak het symbool á aan.
De indicatie verdwijnt en de kookzone schakelt terug naar de kookstand Š.
De functie is gedeactiveerd.
Aanwijzing: Onder bepaalde omstandigheden kan het
voorkomen dat de PowerBoost-functie automatisch uitgaat, ter bescherming van de elektronische componenten binnenin de kookplaat.
15
nl ShortBoost functie
xShortBoost functie
Shor t Bo o s t f unct i e
Met de ShortBoost-functie kan het kookgerei sneller
worden verwarmd dan met de kookstand Š. Kies na de deactivering van de functie de juiste
kookstand uit voor uw gerechten. Deze functie kan alleen worden geactiveerd voor een
kookzone wanneer de andere kookzone van dezelfde groep niet in gebruik is (zie Afb.).
Advies voor het gebruik
Gebruik altijd kookgerei dat niet van tevoren
verwarmd is.
Gebruik pannen met een egale bodem. Gebruik
geen kookgerei met een dunne bodem.
Nooit leeg kookgerei, olie, boter of vet verwarmen
zonder dat er toezicht bij is.
Geen deksel op het kookgerei leggen.
Plaats het kookgerei in het midden van de
kookzone. Zorg ervoor dat de diameter van de pannenbodem overeenkomt met de grootte van de kookzone.
Informatie over het soort, de grootte en de plaatsing
van het kookgerei vindt u in paragraaf ~ "Koken met inductie"
zWarmhoudfunctie
War mhoudfunct i e
Deze functie is geschikt voor het smelten van chocolade of boter en voor het warmhouden van gerechten.
Activeren
1. Kies de gewenste kookzone.
2. Raak binnen de volgende 10 seconden het symbool
Û aan.
De indicatie –© is verlicht.
De functie is geactiveerd.
Deactiveren
1. Kookzone kiezen.
2. Raak het symbool Û aan.
De indicatie –© verdwijnt. De kookzone schakelt uit en de restwarmte-indicatie verschijnt.
De functie is gedeactiveerd.
Activeren
1. Een kookzone kiezen.
2. Symbool á twee keer aanraken.
De indicatie ˜›Ú is verlicht.
De functie is geactiveerd.
Deactiveren
1. Kookzone kiezen.
2. Raak het symbool á aan.
De indicatie ˜›Ú verdwijnt en de kookzone schakelt terug naar de kookstand Š.
De functie is gedeactiveerd.
Aanwijzing: Na 30 seconden schakelt deze functie
automatisch uit.
16
cBraadsensor
Braadsensor
Met deze functie is het mogelijk te bakken met behoud
van de geschikte pantemperatuur. Deze kookzones zijn voorzien van het symbool van de
bakfunctie.
Voordelen bij het bakken en braden
De kookzone warmt alleen op wanneer dit nodig is
om de temperatuur te handhaven. Zo wordt energie bespaard en de olie of het vet niet oververhit.
De braadfunctie meldt wanneer de lege pan de
optimale temperatuur voor toevoeging van de olie en vervolgens het toevoegen van de gerechten heeft bereikt.
Aanwijzingen
Geen deksel op de pan leggen. Anders wordt de
functie niet juist geactiveerd. Er kan een spatbescherming worden gebruikt, om vetspetters te voorkomen.
Gebruik olie of vet die geschikt zijn om te bakken en
te braden. Worden boter, margarine, pure olijfolie of reuzel gebruikt, stel de temperatuurstand dan in op 1 of 2.
Nooit een pan met of zonder inhoud verwarmen
zonder dat er toezicht bij is.
Heeft de kookzone een hogere temperatuur dan de
pan of omgekeerd, dan wordt de braadsensor niet op de juiste manier geactiveerd.
Braadsensor nl
Pannen voor de braadsensor
Voor de braadsensor zijn speciale pannen verkrijgbaar. Deze optionele accessoires kunt u achteraf aanschaffen in de vakhandel of via onze technische servicedienst. Geef steeds het corresponderende referentienummer op.
HEZ390210 pan met een diameter van 15 cm.
HEZ390220 pan met een diameter van 19 cm.
HEZ390230 pan met een diameter van 21 cm.
De pannen zijn voorzien van een antiaanbaklaag, zodat u met weinig olie kunt bakken en braden.
Aanwijzingen
De bakfunctie is speciaal ingesteld voor deze soort
pannen.
Andere pannen kunnen oververhit raken. De
temperatuur kan hoger of lager worden ingesteld. Probeer het eerst met de laagste temperatuurstand en verander deze zo nodig.
Zorg ervoor dat de diameter van de pannenbodem
overeenkomt met de grootte van de kookzone. Zet de pan in het midden van de kookzone.
17
nl Braadsensor
Temperatuurstanden
Temperatuurstand Geschikt voor
1 zeer laag Bereiden en reduceren van sauzen, stoven van groente en bakken van gerechten met koudgeperste olijfolie, boter of margarine. 2 Laag Bakken en braden van gerechten met koudgeperste olijfolie, boter of margarine, bijv. omeletten. 3 gemiddeld - laag Bakken en braden van vis en dikke producten, zoals bijv. gehaktballen en worstjes. 4 gemiddeld hoog Bakken en braden van steaks, well done, gepaneerde diepvriesporducten en dunne gerechten, bijv. schnitzel, reepjes vlees in
saus en groente.
5 Hoog Bakken en braden van gerechten bij hoge temperaturen, bijv. steaks, rare (saignant) of medium, aardappelpannenkoekjes en
gebakken aardappels.
Tabel
In de tabel wordt voor alle gerechten weergegeven welke temperatuurstand geschikt is. De baktijd kan afhankelijk van de soort, het gewicht, de grootte en kwaliteit van de gerechten variëren.
De ingestelde temperatuurstand varieert afhankelijk van de gebruikte pan.
Lege pan voorverwarmen, na het geluidssignaal de olie en het gerecht toevoegen.
Temperatuurstand Totale braadtijd vanaf het
Vlees
Schnitzel, ongepaneerd Schnitzel, gepaneerd
2
Filet Koteletten Cordon bleu
1
1
Wiener schnitzel Steak, rare (3 cm dik) Steak, medium (3 cm dik) Steak, well done (3 cm dik) Borst van gevogelte (2 cm dik) Reepjes vlees in saus
3
Gyros
1
Spek
3
Gehakt Hamburger (1,5 cm dik) Gehaktballen (2 cm dik) Gehaktballen
1
Gekookte braadworsten Rauwe braadworsten
1
Herhaaldelijk keren.
2
Olie en levensmiddelen na het geluidssignaal in de pan doen.
3
Regelmatig roeren.
4
Boter en levensmiddelen na het geluidssignaal in de pan doen.
5
Totale tijdsduur per portie. Na elkaar bakken.
6
Het water na het geluidssignaal toevoegen. Levensmiddelen toevoegen zodra het water begint te koken.
7
Levensmiddelen na het geluidssignaal toevoegen.
1
1
1
2
2
1
1
3
1
1
1
1
4 6 - 10 4 6 - 10 4 6 - 10 3 10 - 15 4 10 - 15 4 10 - 15 5 6 - 8 5 8 - 12 4 8 - 12 3 10 - 20 4 7 - 12 4 7 - 12 2 5 - 8 4 6 - 10 3 6 - 15 3 10 - 20 3 10 - 20 3 8 - 20 3 8 - 20
geluidssignaal (min.)
18
Vis
Visfilet, ongepaneerd
1
Visfilet, gepaneerd1* Garnalen Scampi Vis, gebakken, heel
1
1
1
Eiergerechten
Spiegeleieren in boter
4
Spiegeleieren in olie2**
3
Roerei
5
Omelet Pannenkoeken Wentelteefjes
5
5
Kaiserschmarrn (pannenkoek)
Braadsensor nl
Temperatuurstand Totale braadtijd vanaf het
geluidssignaal (min.)
4 10 - 20 3 10 - 20 4 4 - 8 4 4 - 8 3 10 - 20
2 2 - 6 4 2 - 6 2 4 - 9 2 3 - 6 5 1,5 - 2,5 3 4 - 8
5
3 10 - 15
Groente en peulvruchten
Knoflook Uien glazig fruiten Grote uien Courgette Aubergines Paprika
3
3
3
1
1
1
Groene asperges bakken Paddestoelen Groente stoven in olie Groente glaceren
3
3
3
1
2 2 - 10 2 2 - 10 3 5 - 10 3 4 - 12 3 4 - 12 3 4 - 15 3 4 - 15 4 10 - 15 1 10 - 20 3 6 - 10
Aardappels
Gebakken aardappels van gekookte aardappels Gebakken aardappels van ongekookte aardappels Aardappelkoekjes Zwitserse rösti Geglaceerde aardappels
1
Herhaaldelijk keren.
2
Olie en levensmiddelen na het geluidssignaal in de pan doen.
3
Regelmatig roeren.
4
Boter en levensmiddelen na het geluidssignaal in de pan doen.
5
Totale tijdsduur per portie. Na elkaar bakken.
6
Het water na het geluidssignaal toevoegen. Levensmiddelen toevoegen zodra het water begint te koken.
7
Levensmiddelen na het geluidssignaal toevoegen.
5
4
3
3
3
5 6 - 12 4 15 - 25 5 2,5 - 3,5 2 50 - 55 3 10 - 15
19
nl Braadsensor
Sauzen
Tomatensaus met groente Bechamelsaus Kaassaus Saus inkoken Zoete sauzen
3
3
3
3
Diepvriesproducten
Schnitzels Cordon bleu Filet van gevogelte Chicken nuggets Gyros Kebab Visfilet, ongepaneerd
1
1
1
1
3
3
1
Visfilet, gepaneerd1* Vissticks Frites bakken Pangerechten Loempia's Camembert
1
3
3
1
1
Temperatuurstand Totale braadtijd vanaf het
geluidssignaal (min.)
3
1 25 - 35 1 10 - 20 1 10 - 20 1 25 - 35 1 15 - 25
4 15 - 20 4 10 - 30 4 10 - 30 4 10 - 15 4 10 - 15 4 10 - 15 3 10 - 20 3 10 - 20 4 8 - 12 5 4 - 6 3 6 - 10 4 10 - 30 3 10 - 15
Diversen
Camembert Croutons Droge kant-en-klaarmaaltijden Amandelen roosteren Noten roosteren Pijnboompitten roosteren
1
Herhaaldelijk keren.
2
Olie en levensmiddelen na het geluidssignaal in de pan doen.
3
Regelmatig roeren.
4
Boter en levensmiddelen na het geluidssignaal in de pan doen.
5
Totale tijdsduur per portie. Na elkaar bakken.
6
Het water na het geluidssignaal toevoegen. Levensmiddelen toevoegen zodra het water begint te koken.
7
Levensmiddelen na het geluidssignaal toevoegen.
1
3
6
7
7
7
3 7 - 10 3 6 - 10 1 5 - 10 4 3 - 15 4 3 - 15 4 3 - 15
20
Loading...
+ 44 hidden pages