Leest u a.u.b. in uw eigen belang de volgende veiligheidsinstructies zorgvuldig door voordat u het
apparaat in bedrijf neemt.
Gebruikte waarschuwingssymbolen
In de paragrafen wijzen waarschuwingssymbolen
op belangrijke instructies voor u en voor het apparaat.
GEVAAR!
Waarschuwt voor letsel of mogelijk levensgevaar
GEVAAR!
Waarschuwt voor ongevallen
Correct gebruik
Het apparaat is bedoeld voor mobiele toepassing
in voertuigen.
Speciale informatie voor navigatie van vrachtwagens, bussen en campers zoals bijvoorbeeld
hoogte- en breedtebeperkingen, alsmede maximale aslast maken geen onderdeel uit van de na-
vigatiegegevens!
Navigatie buiten de wegen (offroad-routegeleiding) is met dit navigatieapparaat niet mogelijk.
Verkeersveiligheid
Het navigatie-apparaat ontslaat u niet van uw verantwoordelijkheid zich als bestuurder correct en
voorzichtig in het wegverkeer te gedragen. Houdt
de geldende verkeersregels altijd aan.
Gebruik het apparaat zodanig, dat u uw voertuig
altijd veilig kunt besturen. In geval van twijfel
stopt u en bedient u het apparaat bij stilstaand
voertuig.
Algemene veiligheidsinstructies
Houdt de volgende instructies aan, om het apparaat te beschermen tegen defecten en uzelf tegen
letsel of mogelijk levensgevaar door ontsteking of
explosie:
Bescherm het apparaat tegen vocht, omdat
•
het niet waterdicht is en niet bestand is tegen
spatwater.
U mag het apparaat niet openen of veran-
•
deren! Het kan anders beschadigd raken en
daardoor ontbranden of exploderen. Of uit de
accu kan etsende, licht ontvlambare vloeistof
komen.
Stel het apparaat niet bloot aan zeer lage
•
(onder -20 °C) en zeer hoge temperaturen
(hoger dan 60 °C), bijv. in de nabijheid van
vuur, verwarmingen of in een geparkeerde
auto in direct zonlicht. Er kan anders vocht in
het apparaat worden gevormd of het apparaat
raakt oververhit. Apparaat of accu kunnen
vervormen en zelfs ontbranden of exploderen. Of uit de accu kan etsende, licht ontvlambare vloeistof komen.
Bij contact van de accuvloeistof met de
•
ogen of de huid moet u direct spoelen met
water en een arts consulteren.
Ontkoppel het apparaat van de voeding,
•
wanneer u uw voertuig parkeert, omdat het
nog stroom verbruikt en zo de accu van het
voertuig kan ontladen. Trek daarbij de voedingsstekker niet aan de kabel uit de aansluiting. De kabel kan daardoor beschadigd raken
en elektrocutie veroorzaken.
6
Veiligheidsinstructies | Voordat u begint
Instructies voor het omgaan met de
CD/DVD
Bij het apparaat wordt een CD/DVD geleverd, welke navigatiesoftware en kaartmateriaal bevat. Om
de CD/DVD te beschermen tegen verontreinigingen en beschadigingen moet u de volgende aanwijzingen opvolgen:
Bewaar de CD/DVD in het doosje. Pak de
CD/DVD uitsluitend bij de rand vast.
Stel de CD/DVD en het doosje niet bloot
aan direct zonlicht.
Gebruik uitsluitend een schone CD/DVD.
Reinig indien nodig de CD/DVD met een
zachte niet-pluizende doek van binnen
naar buiten.
Reinig de CD/DVD nooit met cirkelvormige bewegingen.
Gebruik geen oplosmiddel, ook niet voor
de bedrukte zijde van de CD/DVD.
Reinigingsinstructies
Reinig het display met een droge, zachte
doek. Water en andere vloeistoffen kunnen het display beschadigen.
Gebruik voor het reinigen van de behuizing geen agressieve oplosmiddelen. Gebruik uitsluitend een licht vochtig gemaakte pluisvrije doek.
Instructies voor het afdanken
Gebruik voor het afvoeren van het oude apparaat de beschikbare retour- en verzamelsystemen.
Voer defecte accu's niet af met het huisvuil,
maar geef deze af bij de betreffende inzamelpunten.
Eerste inbedrijfname
Leveringsomvang
De volgende onderdelen maken deel uit van de leveringsomvang:
Navigatie-apparaat
•
Zuignapbevestiging
•
Oplaadkabel voor sigarettenaansteker
•
TMC-werpantenne
•
Gebruiksaanwijzing (Verkorte versie)
•
Backup-DVD
•
Opmerking:
Wij bevelen gebruik van originele Blaupunkttoebehoren aan (www.blaupunkt.com).
Beeldschermbeschermfolie
Verwijder voor het eerste gebruik de beschermfolie voorzichtig van het display.
Accu laden
Bij het aanschaffen van het navigatie-apparaat
kan de accu ontladen zijn. Laad de accu voor het
gebruik van het apparaat op.
VOORZICHTIG!
Niet toegestane oplaadapparaten kunnen
accu's beschadigen
Gebruik alleen de originele oplaadapparaten van
Blaupunkt om de accu correct op te laden en tegen overspanning te beschermen.
Afhankelijk van het soort gebruik kunt u het apparaat tot 3 uur met de ingebouwde accu gebruiken.
De oplaadprocedure duurt 5 tot 6 uur. De indicatie voor de oplaadtoestand staat in de bovenste
displaybalk:
•
•
Het apparaat wordt door een externe
voeding gevoed.
Het apparaat wordt door zijn interne
accu gevoed. De laadtoestand van de
accu is voldoende.
7
Voordat u begint | Montage in voertuig
A
•
Wanneer de oplaadtoestand van de accu zeer
zwak is, wordt dit door het navigatie-apparaat gemeld.
쏅
Het apparaat wordt door zijn interne
accu gevoed. De laadtoestand van de
accu is zwak.
Sluit het oplaadapparaat of de oplaadkabel
voor de sigarettenaansteker op de oplaadbus
aan.
Opmerking:
De accu is uitgerust met een oververhittingsbeveiliging door overstroom. De beveiliging
verhindert het opladen van de accu vanaf een
omgevingstemperatuur hoger dan ca. 45 °C.
Apparaat inschakelen
A
Houd de aan-/uitschakelaar langer dan 3 se-
쏅
conden ingedrukt.
Taal instellen
Het apparaat gebruikt Engels als standaardtaal
voor de menu's en gesproken mededelingen.
Wanneer u het apparaat voor het eerst inschakelt,
wordt een dialoogmenu weergegeven, waarin u
een andere taal kunt selecteren:
Kies in het dialoogmenu uw voorkeurstaal.
쏅
Volg de aanwijzingen.
쏅
De taal wordt geladen en het hoofdmenu
wordt weergegeven.
Montage in voertuig
Voor de tijdelijke montage in het voertuig wordt
bij het navigatie-apparaat een houder voor bevestiging aan de voorruit meegeleverd.
GEVAAR!
De montage op een niet geschikte
plaats kan ongevallen veroorzaken
Monteer het navigatie-apparaat zo dat uw zicht
niet wordt gehinderd en u niet wordt afgeleid van
het verkeer.
Monteer het apparaat niet in de opblaaszone van
de airbags.
Let er op dat de inzittenden van het voertuig bij
een noodstop niet in gevaar komen door het apparaat.
Zuignaphouder aanbrengen
Zoek een geschikte plaats voor de montage in
쏅
het voertuig.
Voor optimale hechting moet de ruit stof- en
vetvrij zijn. Reinig indien nodig eerst de ruit
met een ruitenreinigingsdoek.
Druk de zuignap van de houder tegen de ruit.
쏅
Klap de hendel op de houder in de richting van
쏅
de ruit.
Klem aanbrengen
De zuignaphouder heeft twee bevestigingen voor
de klem.
Schuif de klem op de bevestigingen tot deze
쏅
borgt.
8
Apparaat in klem plaatsen
Het apparaat heeft aan de onderzijde 2 uitsparingen en aan de achterkant een uitsparing voor de
klem.
Plaats het apparaat met de onderzijde eerst
쏅
op de klem en druk deze naar achteren.
De houder van de klem moet hoorbaar in de
achterzijde van het apparaat borgen.
Richt de bevestiging uit.
쏅
Apparaat uitnemen
Druk de houder naar beneden.
쏅
Het apparaat komt los van de bevestiging.
Verwijder het apparaat.
쏅
Zuignaphouder verwijderen
Wanneer u van voertuig wisselt, kunt u de houder
eenvoudig verwijderen.
Klap de hendel op de houder weg van de ruit.
쏅
Maak de zuignap voorzichtig los van de ruit
쏅
aan de rand, zodat lucht tussen de zuignap en
de ruit kan komen.
Trek de zuignap voorzichtig van de ruit.
쏅
Montage in voertuig | In-/uitschakelen
In-/uitschakelen
Met de aan-/uitschakelaar kunt u het apparaat
in- en uitschakelen en het hoofdmenu openen.
Inschakelen
Houd de aan-/uitschakelaar langer dan 3 se-
쏅
conden ingedrukt.
Uitschakelen
Houd de aan-/uitschakelaar langer dan 3 se-
쏅
conden ingedrukt.
Het apparaat wordt vervolgens in de standby-
stand geschakeld en blijft bedrijfsklaar. Pas
na 20 minuten worden alle functies volledig
uitgeschakeld.
Opmerking:
Ook in uitgeschakelde toestand verbruikt het
apparaat een kleine hoeveelheid energie.
Wanneer u het apparaat na een langere periode weer gebruikt, kan het nodig zijn de accu
opnieuw op te laden.
Reset
Wanneer het apparaat niet correct functioneert,
kan een reset vaak uitkomst bieden.
Houd de aan-/uitschakelaar langer dan
쏅
14 seconden ingedrukt.
Het apparaat wordt uitgeschakeld en opnieuw
gestart.
9
Bediening van de menu's
Bediening van de menu's
Hoofdmenu
Vanuit hoofdmenu's kunt u de navigatie en de
instellingen benaderen.
Druk kort op de aan-/uitschakelaar om van-
쏅
uit elk menu naar het hoofdmenu te gaan.
Knoppen
•
•
•
•
Toetsenbord
Wanneer tekstinvoer nodig is (bijv. bij bestemmingsinvoer), verschijnt op het display een virtueel toetsenbord. Daarop kunt met de hand keuzes
invoeren. Er kunnen alleen hoofdletters worden
ingevoerd.
Deze toetsen vindt u op het toetsenbord:
Druk op deze knop om naar het vorige menu terug te gaan.
Druk op deze knop in het menu naar
de volgende pagina te gaan.
Druk op deze knop, om toegang te
krijgen tot andere functies.
OK: druk op deze knop, om een invoer of een
instelling te bevestigen.
Cijfertoetsenbord oproepen, om bijv. de
huisnummers in te voeren
Lettertoetsenbord oproepen
Fouttolerante invoer oproepen
Intelligente uitbreidingsfunctie
Tijdens de invoer voegt het apparaat, indien mogelijk, automatisch tekens toe en biedt alleen die
letters aan op het toetsenbord, die nog logischerwijs kunnen volgen.
Fouttolerante invoer
De fouttolerante invoer helpt u, wanneer u niet
precies weet hoe de naam van een stad wordt gespeld. Na uw invoer wordt een lijst met soortgelijk
geschreven stadsnamen getoond.
쏅
쏅
Druk in de tekstinvoer op het symbool.
De fouttolerante invoer wordt weer-
geven.
Voer en naam van een stad in en druk op OK.
Er wordt een lijst met mogelijke stedennamen
weergegeven.
Lijsten
Vaak kunt u de lijst weergeven, waaruit u een optie
(bijv. bestemming) kunst selecteren. Wanneer u
bijvoorbeeld de naam van een plaats niet volledig
invoert, wordt een lijst met mogelijke resultaten
weergegeven.
Om een lijst met verdere passende opties weer
te geven, drukt u op de knop List (Lijst). Langere
lijsten vragen om een langere laadtijd.
쏅
Druk direct op een optie om deze te bevesti-
쏅
gen.
Druk op de knop Expand (Uitbreiden), om
쏅
afgekorte posities volledig weer te geven.
Druk op één van de knoppen om
door de lijst te bladeren.
10
Informatie via GPS
De GPS (Global Positioning System) maakt wereldwijd de navigatie en lokalisatie mogelijk via
satellieten voor positiebepaling.
GPS-werkingswijze
Het navigatie-apparaat meet de actuele positie
van uw voertuig via GPS en vergelijkt deze coördinaten met het kaartmateriaal. Het kaartmateriaal
bevat de coördinaten van de bijzondere bestemmingen, wegen en plaatsen die u op het display
van het navigatie-apparaat kunt zien. Daaruit
berekent het apparaat de route naar uw bestemming.
GPS-info weergeven
Informatie over de GPS-ontvangst van uw apparaat, uw actuele positie en uw snelheid vindt u in
het menu GPS Info (GPS Info).
쏅
쏅
쏅
쏅
Druk in het hoofdmenu op het
symbool.
De kaart wordt weergegeven.
Druk op het symbool.
Het menu Navigation (Navigatie)
wordt weergegeven.
Druk op de knop.
De tweede pagina van het menu
wordt weergegeven.
Druk op het symbool.
Het menu GPS Info (GPS info) wordt
weergegeven.
Informatie via GPS
Deze informatie vindt u in dit menu:
Latitude/Longitude (Breedtegraad/
–
lengtegraad): actuele positie lengte- en
breedtegraden
Altitude (Hoogte): actuele hoogte boven
–
de zeespiegel.
Speed (Snelheid): actuele snelheid van
–
het voertuig
Heading (Richting): rijrichting (betrouw-
–
bare indicatie vanaf ca. 5 km/h)
Satellites (Satellieten): aantal ontvan-
–
gen GPS-satellieten.
GPS Signal Quality (GPS-signaalkwa-
–
liteit): signaalsterkte van de zichtbare
GPS-satellieten. Voor navigatie is de ontvangst van tenminste 3 satellieten nodig.
Opmerking:
Externe invloeden kunnen het zicht op de
hemel en daarmee de GPS-ontvangst van het
navigatie-apparaat verstoren. Lees hiervoor
ook het hoofdstuk "Routegeleiding", "GPSontvangst gestoord".
11
Basisinstellingen invoeren
Basisinstellingen invoeren
Voer de volgende basisinstellingen uit voordat u
een routegeleiding start:
Stel voor uw locatie de tijdzone in, zodat
•
tijdens de navigatie de juiste aankomsttijd
wordt weergegeven.
Voert u uw thuisadres in, zodat u vanaf elke
•
locatie snel naar huis kunt navigeren.
Activeer de PIN-vraag, om het gebruik van het
•
apparaat door onbevoegden te blokkeren.
Tijdzone instellen
쏅
쏅
쏅
Druk in de lijst op de voor uw locatie geldende
쏅
tijdzone.
Opmerking:
De weergave van de hoofdsteden van de landen in de betreffende zone vergemakkelijkt
de keuze. "GMT" staat voor Greenwich Mean
Time, de gemiddelde zonnetijd op de nulmeridiaan zonder rekening te houden met de
zomertijd.
쏅
Druk op de knop OK.
Druk in het hoofdmenu op het symbool.
Het menu Settings (Instellingen)
verschijnt.
Druk op het symbool.
Het menu Time (Tijd) verschijnt.
Druk op het symbool.
Er wordt een lijst met de beschik-
bare tijdzones weergegeven.
쏅
쏅
Opmerking:
Wanneer op uw actuele positie de tijd moet
worden gewijzigd, of wanneer u naar een
andere tijdzone rijdt, moet u de instelling
aanpassen.
쏅
Druk op het symbool, om tussen de
24-uurs aanwijzing en de 12-uurs
aanwijzing om te schakelen.
Druk op het symbool, om de zomertijd te activeren (haken) of te deactiveren (geen haken).
Druk op de knop om het menu weer
te verlaten.
Thuisadres invoeren
쏅
쏅
쏅
쏅
Voer het adres in, zoals in hoofdstuk "Bestem-
쏅
mingsinvoer", "Adres invoeren" is omschreven.
Druk op de knop OK.
쏅
Het thuisadres wordt opgeslagen.
Druk in het hoofdmenu op het symbool.
De kaart wordt weergegeven.
Druk op het symbool.
Het menu Navigation (Navigatie)
wordt weergegeven.
Druk op het symbool.
Het menu Navigation Settings (Navi-
gatie-instellingen) wordt weergegeven.
Druk op het symbool.
Het menu Destination Input (Invoer
bestemming) wordt weergegeven.
PIN-vraag activeren
U heeft met de PIN-vraag de mogelijkheid het gebruik van het apparaat door onbevoegden te blokkeren. Zo wordt iedere keer, wanneer u het apparaat inschakelt, uw PIN-code (Personal Identity
Code) gevraagd, die u hebt ingesteld. De PIN kunt
u altijd wijzigen. Wanneer u de PIN bent vergeten,
kunt u het apparaat met de PUK (Personal Unbloc-
12
Loading...
+ 26 hidden pages
You need points to download manuals.
1 point = 1 manual.
You can buy points or you can get point for every manual you upload.