Het doet ons veel genoegen dat u hebt gekozen voor een Blaupunkt-product en wij
wensen u veel plezier van uw nieuwe autoradio.
Let op:
Lees deze handleiding zorgvuldig door voordat u de autoradio in gebruik neemt en maak
uzelf vertrouwd met het apparaat. Bewaar
deze gebruiksaanwijzing in de auto voor als
u later vragen hebt.
Verkeersveiligheid
De v erkeersveiligheid gaat vóór alles .
Bedien uw autoradio alleen wanneer de
verkeerssituatie dat toelaat. Maak uzelf
voor het begin van de rit vertrouwd met
het apparaat.
De akoestische waarschuwingssignalen
van politie, brandw eer en reddingsdiensten
moeten tijdig te horen zijn. Beluister daarom tijdens het rijden uw programma daarom alleen met een gepast geluidsvolume.
Inbouw
Wanneer u de autoradio zelf wilt inbouwen,
leest u dan de aanwijzingen voor inbouw en
aansluiting aan het einde van de gebruiksaanwijzing.
Versterkers
Alle Blaupunkt-versterkers kunnen worden
gebruikt.
Cd-wisselaar (changer)
Bij het apparaat Oregon DJ71 is de Blaupunkt-cd-wisselaar CDC A08 inbegrepen bij
het geleverde pakket.
Internationale telefonische
informatie
Wanneer u vragen o ver de bediening hebt of
nadere informatie nodig hebt, kunt u ons bellen!
De nummers van de telefonische informatie
vindt u op de laatste bladzijde van deze gebruiksaanwijzing.
Accessoires
Gebruik alleen door Blaupunkt toegelaten
accessoires.
Afstandsbediening
Met de als optie verkrijgbare afstandsbedieningen RC 08, RC 10 of RC 10H kunt u de
basisfuncties van uw autoradio veilig en comfortabel bedienen.
122
Page 7
DIEFSTALBEVEILIGING
Diefstalbeveiliging
KeyCard
Bij de radio wordt een KeyCard meegeleverd.
De autoradio kan ook met een tweede Key-
Card worden bediend.
Wanneer een K eyCard v erloren of beschadigd
raakt, kan uw dealer u aan een vervangende
KeyCard helpen.
Wanneer u twee KeyCards gebruikt, worden
de instellingen van de eerste KeyCard overgenomen op de tweede. U heeft echter de
mogelijkheid om de volgende functies afzonderlijk te programmeren:
bezetting van de voorkeuzetoetsen, bass-, treble-, balans- en fader-instelling, loudness, volume van de verkeersinformatie, equalizer-instelling.
Bovendien blijven de laatst ingestelde waarden voor golfgebied, zenderafstemming, verkeersinformatie, RDS, REG, duur van het
scan-fragment, gevoeligheid van de zoekafstemming, volume bij inschakelen en SHARX
bewaard.
Zo treft u na het plaatsen van uw KeyCard de
door u gekozen basisinstelling opnieuw aan.
KeyCard plaatsen
Ontgrendel om de KeyCard te plaatsen het
bedieningspaneel:
Om het bedieningspaneel te ontgrendelen:
➮ Druk op knop 1.
Het bedieningspaneel wordt geopend.
➮ Plaats de KeyCard met het contactop-
pervlak naar beneden, zoals aangegeven op de afbeelding (pijl 1).
2
3
1
➮ Schuif de kaart met de sleuf in de rich-
ting van de pijl (2) voorzichtig tot de aanslag.
➮ Sluit het bedieningspaneel (pijl 3).
Let op:
Wanneer een voor het apparaat vreemde
kaart wordt geplaatst, bv. een bankpas, verschijnt “WRONG KC” op het displa y.
Verwijder de vreemde kaar t en plaats een
KeyCard die bekend is bij het apparaat.
KeyCard verwijderen
Om het bedieningspaneel te ontgrendelen:
➮ Druk op knop 1.
Het bedieningspaneel wordt geopend.
➮ Schuif de kaart met de sleuf naar rechts
tot de aanslag.
➮ Trek de kaart uit het bedieningspaneel.
➮ Sluit het bedieningspaneel.
Let op:
Om diefstal te voorkomen moet de KeyCard
bij het verlaten van de auto worden verwijderd en dient het bedieningspaneel open te
worden gelaten.
Het bedieningspaneel moet om veiligheidsredenen altijd vergrendeld zijn tijdens
de rit.
Tweede KeyCard programmeren/
KeyCard vervangen
Er kan een KeyCard als extra KeyCard worden geprogrammeerd wanneer het apparaat
in bedrijf is met de eerste KeyCard.
Wanneer u een tw eede KeyCard wilt programmeren:
➮ Plaats de eerste KeyCard en z et het ap-
paraat aan.
➮ Druk op toets MENU 8.
➮ Houd toets of 7 ingedrukt totdat
op het display “LEARN KC” wordt weergegeven.
123
DEUTSCH
ENGLISH
FRANÇAIS
ITALIANO
NEDERLANDS
SVENSKA
ESPAÑOL
PORTUGUÊS
Page 8
DIEFSTALBEVEILIGING
➮ Druk op toet 7.
Op het display verschijnt “CHANGE”.
➮ Verwijder de eerste KeyCard.
➮ Plaats de nieuwe KeyCard.
Op het display verschijnt “LEARN OK”.
Om het menu te verlaten:
➮ Druk op toets MENU 8.
De autoradio kan nu ook met de nieuwe Ke yCard worden bediend.
Let op:
Er kunnen telkens maximaal twee Ke yCards
worden gebruikt.
Wanneer u reeds twee KeyCards voor het
apparaat bezit en een derde KeyCard programmeert, kan het apparaat niet meer worden bediend met de KeyCard die niet gebruikt
werd bij het programmeren.
KeyCard verloren of beschadigd
Wanneer alle bij het apparaat behorende
KeyCards beschadigd of verloren zijn geraakt,
kunt u een nieuwe KeyCard prog rammeren.
Een nieuwe KeyCard is te verkrijgen bij uw
dealer.
Om de nieuwe KeyCard te kunnen gebruiken, hebt u de mastercode van het apparaat
nodig, die te vinden is in de autoradiopas van
het apparaat. Lees voor het programmeren
van een nieuwe KeyCard het gedeelte “Programmeren van een nieuwe K eyCard”.
Bewaar de autor adiopas op een veili-
ge plaats, doch niet in de auto.
Programmeren van een nieuwe
KeyCard / Mastercode invoeren
Wanneer u geen voor het apparaat geldige
KeyCard meer bezit en een nieuwe KeyCard
wilt programmeren:
➮ Plaats de nieuwe, niet bij het apparaat
bekende Ke yCard.
➮ Sluit het bedieningspaneel.
➮ Schakel het apparaat eventueel uit.
➮ Houd de toetsen TUNE > en ST1 4
tegelijkertijd ingedrukt.
➮ Zet het apparaat aan met toets 2.
Op het display verschijnt “0000”.
Voer nu de viercijferige mastercode uit de
autoradiopas als volgt in:
➮ Voer de cijfers van de mastercode tel-
kens in met de toetsen
hiervoor zo vaak op de toetsen dat het
gewenste cijfer op het displa y v erschijnt.
/ 7. Druk
➮ Verander de invoerpositie met de toet-
sen 7.
➮ Druk wanneer de mastercode correct
wordt weergegev en op toets OK5.
De nieuwe KeyCard is geaccepteerd w anneer
het apparaat overschak elt op weergav e .
Optische aanduiding als
diefstalbeveiliging (LED)
Wanneer het apparaat is uitgeschak eld en de
KeyCard is verwijderd, kan de verlichting van
de inschakeltoets en van de opening van de
cd-speler knipperen. Hiervoor moet de instelling “LED” in het men u op “ON” zijn ingesteld.
➮ Druk op toets MENU 8.
➮ Druk zo vaak op toets of 7 dat
“LED ON” resp . “LED OFF” op het display verschijnt.
➮ Druk op toets of 7 om te kiezen
tussen de instellingen aan (ON) en uit
(OFF).
➮ Druk op toets OK 5 of op toets MENU
8 om het menu te verlaten. De instel-
lingen worden bewaard.
124
Page 9
IN- EN UITSCHAKELENDIEFSTALBEVEILIGING
Radiopas-gegevens tonen
Met de geleverde KeyCard kunt u de gegevens van de radiopas, zoals naam van het
apparaat, typenummer (7 6...) en apparaatnummer op het display laten weerge v en.
➮ Druk op toets MENU 8.
➮ Druk zo vaak op toets of 7 dat
“READ KC” op het display v erschijnt.
➮ Druk op toets 7.
Op het display verschijnen de gege v ens van
de radiopas in de vorm van een lichtkrant.
Om het menu te verlaten:
➮ Druk op toets OK 5 of op toets MENU
8 om het menu te verlaten. De instel-
lingen worden bewaard.
Onderhoud van de KeyCard
Probleemloos functioneren van de KeyCard
is gewaarborgd wanneer de contacten vrij zijn
van vreemde deeltjes. V ermijd directe aanraking van de contacten met de huid.
Reinig de contacten van de KeyCard indien
nodig met een in alcohol gedrenkte, vezelvrije doek.
In- en uitschakelen
Om het apparaat in of uit te schakelen staan
u diverse mogelijkheden ter beschikking.
In- en uitschakelen met toets 2
➮ Om het apparaat in te schakelen drukt u
op toets 2.
Het apparaat wordt ingeschakeld.
➮ Om het apparaat uit te schakelen houdt
u toets 2 langer dan twee seconden
ingedrukt.
Het apparaat wordt uitgeschakeld.
In- en uitschakelen via het
contactslot van de auto
Wanneer het apparaat correct met het contactslot van de auto is verbonden en het apparaat niet met toets 2 is uitgeschakeld,
wordt het met het contact in- en uitgeschakeld.
U kunt het apparaat ook inschakelen wanneer het contact is uitgeschakeld.
➮ Druk hiervoor op toets 2.
Let op:
Ter beveiliging van de autoaccu wordt het
apparaat bij uitgeschakeld contact na een uur
automatisch uitgeschakeld.
DEUTSCH
ENGLISH
FRANÇAIS
ITALIANO
NEDERLANDS
SVENSKA
In- en uitschakelen met de
KeyCard
U kunt de autoradio ook in- en uitschakelen
door de KeyCard te plaatsen resp. te verwijderen, mits het apparaat niet van tevoren is
uitgeschakeld met toets 2.
Lees voor het plaatsen en verwijderen van
de KeyCard het gedeelte “Diefstalbe veiliging
KeyCard”.
125
ESPAÑOL
PORTUGUÊS
Page 10
VOLUME
Volume instellen
Het volume kan in stappen van 0 (uit) tot 66
(maximaal) worden ingesteld.
➮ Om het volume te vergroten draait u de
volumeregelaar naar rechts.
➮ Om het volume te verkleinen draait u de
volumeregelaar naar links.
Volume bij inschakelen instellen
Het volume waarmee het apparaat speelt
wanneer het wordt ingeschakeld, kan worden
ingesteld.
➮ Druk op toets MENU 8.
➮ Druk zo vaak op toets 7 dat “ON
VOL” op het display verschijnt.
➮ Stel het volume bij inschakelen in met
-toetsen 7 of met de volumere-
de
gelaar.
Wanneer u een v olume onder de waarde “1”
instelt, verschijnt “LAST VOL” op het display.
Dit betekent dat het volume dat u voor het
uitschakelen gebruikte, bij het inschakelen
opnieuw geactiveerd wordt.
Gevaar v oor ernstig letsel!
Wanneer de waarde voor het inschakelvolume op het maximum is ingesteld, kan
het volume bij het inschakelen zeer groot
zijn.
Wanneer het v olume voor het uitschakelen op het maximum was ingesteld en
de waarde voor het inschakelvolume op
“LAST VOL” is ingesteld, kan het volume
bij het inschakelen zeer groot zijn.
In beide gevallen kan ernstige gehoorbeschadiging worden veroorzaakt!
➮ Druk op toets OK 5 of op toets MENU
8 om het menu te verlaten. De instel-
lingen worden bewaard.
Geluidsonderdrukking (Mute)
U kunt het volume abrupt verkleinen (Mute).
➮ Druk kort op toets 2.
Op het display verschijnt “MUTE”.
Geluidsonderdrukking (Mute) opheffen
➮ Druk kort op toets 2.
of
➮ draai de volumeregelaar 3.
Geluidsonderdrukking tijdens
gebruik van de telefoon
Wanneer uw autoradio op een mobiele telefoon is aangesloten, wordt het geluid v an de
autoradio bij het opnemen van de telefoon
onderdrukt. Hiervoor moet de telef oon op de
in de inbouwhandleiding beschreven manier
op de autoradio zijn aangesloten.
Wanneer er tijdens een telef oongesprek een
verkeersbericht wordt ontvangen en de voorrang voor verkeersinformatie geactiveerd is,
wordt het verkeersbericht weergege ven. Lees
hiervoor het hoofdstuk “V erk eersinf ormatie”.
Volume voor de bevestigingstoon
instellen
Wanneer u bij bepaalde functies een toets
langer dan twee seconden ingedrukt houdt,
bv. voor het opslaan van een zender onder
een voorkeuzetoets, is een bevestigingssignaal (pieptoon) te horen. Het volume van de
pieptoon kan worden ingesteld.
➮ Druk op toets MENU 8.
➮ Druk zo vaak op toets 7 dat “BEEP”
op het display verschijnt.
➮ Stel het volume in met de -toetsen
7 of met de volumeregelaar. “0” betekent pieptoon uit, “9” betekent maximaal
volume van de pieptoon.
➮ Druk op toets OK 5 of op toets MENU
8 om het menu te verlaten. De instel-
lingen worden bewaard.
126
Page 11
KLANKKLEUR EN VOLUMEVERHOUDING
Klankkleur en
volumeverhouding
Let op:
U kunt de instellingen voor bass, treble en
loudness voor alle audiobronnen apart instellen.
Bass instellen
➮ Druk op toets AUD 9.
Op het display verschijnt “BASS”.
➮ Druk op toets of 7 om de bass in
te stellen.
Wanneer het instellen v oltooid is:
➮ Druk op toets AUD 9.
Treble instellen
➮ Druk op toets AUD 9.
Op het display verschijnt “BASS”.
➮ Druk zo vaak op toets of 7 dat
“TREBLE” op het display v erschijnt.
➮ Druk op toets of 7 om de treble in
te stellen.
Wanneer het instellen v oltooid is:
➮ Druk op toets AUD 9.
Loudness
Loudness betekent de versterking van de lage
tonen bij een gering volume, in overeenstemming met het gehoor.
➮ Druk op toets AUD 9.
Op het display verschijnt “BASS”.
➮ Druk zo vaak op toets of 7 dat
“LOUD” op het display verschijnt.
➮ Druk op de -toetsen 7 om de loud-
ness in te stellen. “LOUD OFF” betekent
geen loudness, “LOUD 6” betekent
maximale loudness-versterking.
Wanneer het instellen v oltooid is:
➮ Druk op toets AUD 9.
Volumeverhouding rechts/links
(balans) instellen
➮ Om de balans in te stellen drukt u op
toets AUD9.
Op het display verschijnt “BASS”.
➮ Druk zo vaak op toets of 7 dat
“BAL” op het displa y verschijnt.
➮ Druk op de -toetsen 7 om de volu-
meverhouding rechts/links in te stellen.
Wanneer het instellen v oltooid is:
➮ Druk op toets AUD 9.
Volumeverhouding voor/achter
(fader) instellen
➮ Om de balans in te stellen drukt u op
toets AUD9.
Op het display verschijnt “BASS”.
➮ Druk zo vaak op toets of 7 dat
“F ADER” op het display verschijnt.
➮ Druk op de -toetsen 7 om de volu-
meverhouding v oor/achter in te stellen.
Wanneer het instellen v oltooid is:
➮ Druk op toets AUD 9.
TA-S OU ND
U kunt de instellingen voor klankkleur en volumeverhouding apart instellen voor verkeersinformatie.
➮ Houd de softkey 4 met de displa yaan-
duiding “TA” langer dan tw ee seconden
ingedrukt.
“TA-SOUND” verschijnt op het displa y.
➮ Druk zo vaak op toets of 7 dat de
gewenste parameter op het display verschijnt.
➮ Voer de instellingen uit met toetsen
of 7.
Wanneer het instellen v oltooid is:
➮ Druk op toets AUD 9.
DEUTSCH
ENGLISH
FRANÇAIS
ITALIANO
NEDERLANDS
SVENSKA
ESPAÑOL
PORTUGUÊS
127
Page 12
DISPLAY
Display instellen
U kunt het display aanpassen aan de inbouwpositie in uw auto en aan uw eigen wensen.
Afleeshoek instellen
➮ Druk op toets MENU 8.
➮ Druk zo vaak op toets of 7 dat
“ANGLE” op het display verschijnt.
➮ Stel de afleeshoek in met de toetsen
of 7.
➮ Druk op toets OK 5 of op toets MENU
8 om het menu te verlaten. De instel-
lingen worden bewaard.
Helderheid van het display
instellen
Wanneer uw autoradio is aangesloten zoals
beschreven in de inbouwhandleiding, wordt
de helderheid van het display samen met de
rijverlichting omgeschakeld. De displayhelderheid kan afzonderlijk voor dag en nacht worden ingesteld is stappen van 1-9.
Displayhelderheid dag
➮ Druk op toets MENU 8.
➮ Druk zo vaak op toets of 7 dat
“DIM DAY” op het displa y verschijnt.
➮ Stel de helderheid in met de toetsen
of 7.
➮ Druk op toets OK 5 of op toets MENU
8 om het menu te verlaten. De instel-
lingen worden bewaard.
Displayhelderheid nacht
➮ Druk op toets MENU 8.
➮ Druk zo vaak op toets of 7 dat
“DIM NGHT” op het display verschijnt.
➮ Stel de helderheid in met de toetsen
of 7.
➮ Druk op toets OK 5 of op toets MENU
8 om het menu te verlaten. De instel-
lingen worden bewaard.
128
Page 13
RADIOWEERGAVE
Radioweergave
Dit apparaat is uitgerust met een RDS-radioontvanger. V eel van de ontvangbare FM-z enders zenden een signaal uit dat naast het programma ook informatie zoals de naam van
de zender en het programmatype (PTY) bevat.
De naam van de zender wordt, zodra deze
kan worden ontvangen, op het display w eergegeven. Het programmatype kan naar wens
worden weergegeven. Lees hiervoor het gedeelte “Programmatype (PTY)”.
Radioweergave inschakelen
Wanneer het apparaat zich in een van de
andere weergavesoorten bevindt:
➮ Druk op toets TUNE >.
RDS-comfortfunctie (AF, REG)
De RDS-comfortfuncties AF (alternatieve frequentie) en REG (regionaal) vergroten het
prestatiespectrum van uw autoradio (alleen
bij FM-radioweergave).
● AF: Wanneer de RDS-comfortfunctie
geactiveerd is, zoekt het apparaat op de
achtergrond automatisch naar de als
beste te ontvangen frequentie van de
ingestelde zender.
● REG: Sommige zenders verdelen hun
programma op bepaalde tijden in regionale programma’s met verschillende inhoud. Met de REG-functie wordt voorkomen dat de autoradio overschakelt op
alternatieve frequenties met een andere
programma-inhoud.
Let op:
REG moet apart in het menu worden geactiveerd / gedeactiveerd.
RDS-comfortfunctie in- en uitschakelen
Om de RDS-comfortfuncties AF en REG te
gebruiken:
➮ Druk tijdens de radioweergave op toets
TUNE>.
Het radio-functiemenu wordt weergegeven op
het display.
➮ Druk op de softkey 4 met de displa y-
aanduiding “RDS”.
De RDS-comfortfuncties zijn actief wanneer
RDS op het display wordt weergegeven. Bij
het in- en uitschakelen van de RDS-comf ortfuncties wordt kort “REG ON” resp. “REG
OFF” weergege ven.
Om terug te keren naar het radio-basismenu:
➮ Druk op toets TUNE >of wacht acht
seconden. De instellingen worden opgeslagen.
REG in- en uitschakelen
Om de REG-comfortfunctie te gebruiken:
➮ Druk tijdens de radioweergave op toets
TUNE>.
Het radio-functiemenu wordt weergegeven op
het display.
➮ Druk op de softkey 4 met de displa y-
aanduiding “REG”.
Wanneer de REG-functie wordt in- resp. uitgeschakeld, wordt kort “REG ON” resp. “REG
OFF” weergegeven op het display.
Om terug te keren naar het radio-basismenu:
➮ Druk op toets TUNE >of wacht acht
seconden. De instellingen worden opgeslagen.
DEUTSCH
ENGLISH
FRANÇAIS
ITALIANO
NEDERLANDS
SVENSKA
ESPAÑOL
PORTUGUÊS
129
Page 14
RADIOWEERGAVE
Golfgebied / geheugenniveau
kiezen
Met dit apparaat kunt u zenders van de frequentiebanden FM, alsmede MW en LW (AM)
ontvangen. Voor het golfgebied FM zijn drie
geheugenniveaus en voor de golfgebieden
MW en LW elk één geheugenniv eau beschikbaar.
Op elk geheugenniveau kunnen zes zenders
worden geprogrammeerd.
FM-geheugenniveau kiezen
Om te wisselen tussen de FM-geheugenniveaus:
➮ Druk zo vaak op de softkey 4 met de
display-aanduiding “NEXT” dat het gewenste geheugenniveau op het displa y
verschijnt.
De geheugenniveaus worden opgeroepen in
de volgorde FM I, FM II en FMT.
Golfgebied kiezen
Om een golfgebied te kiezen uit FM, MW en
LW:
➮ Druk tijdens de radioweergave op toets
TUNE>.
Het radio-functiemenu wordt weergegev en op
het display .
➮ Druk zo vaak op de softkey 4 met de
display-aanduiding “BND” dat het gewenste golfgebied op het display v erschijnt.
Om terug te keren naar het radio-basismenu:
➮ Druk op toets TUNE >of wacht acht
seconden. De instellingen worden opgeslagen.
Zenders instellen
U hebt verschillende mogelijkheden om zenders in te stellen.
Automatische zoekafstemming
➮ Druk op toets of 7.
De eerstvolgende ontvangbare zender w ordt
ingesteld.
Handmatig afstemmen op zenders
U kunt ook handmatig zenders instellen.
➮ Druk op de toetsen of 7.
Let op:
Er kunnen alleen met de hand zenders worden ingesteld wanneer de RDS-comfortfunctie gedeactiveerd is.
Bladeren in zenderketens (alleen FM)
Wanneer een z ender meerdere programma’s
biedt, kunt u bladeren in deze zgn. “zenderketen”.
➮ Druk op toets of 7 om naar de
volgende zender v an de z enderketen te
gaan.
Let op:
Om deze functie te kunnen gebruiken moet
de RDS-comfortfunctie geactiveerd zijn.
U kunt zo alleen wisselen tussen zenders die
u al eerder hebt ontvangen. Gebruik hiervoor
de Scan- of de Tra velstore-functie .
Gevoeligheid van de
zoekafstemming instellen
U kunt kiezen of er alleen sterke of ook zwakke zenders worden ingesteld.
➮ Druk op toets MENU 8.
➮ Druk zo vaak op toets of 7 dat
“FM-SENS” op het display w ordt w eergegeven.
Op het display wordt de actuele waarde v oor
de gevoeligheid aangegeven. “SENS 6” betekent de hoogste gevoeligheid voor de ontvangst van ver weg gelegen zenders,
“SENS 1” is de geringste.
➮ Stel de gewenste gevoeligheid in met
de -toetsen 7.
130
Page 15
RADIOWEERGAVE
➮ Druk op toets OK 5 of op toets MENU
8 om het menu te verlaten. De instel-
lingen worden bewaard.
Zenders programmeren
Zenders handmatig programmeren
➮ Kies het gewenste geheugenniveau FM
I, FM II, FMT of een van de golfgebieden MW of LW.
➮ Stel de gewenste zender in zoals be-
schreven onder “Zenders instellen”.
➮ Houd de softkey 4 met de displa y-aan-
duiding “ST1” - “ST6” waaronder de
zender moet worden opgeslagen, langer dan twee seconden ingedrukt.
Zenders automatisch
programmeren (Travelstore)
U kunt de zes sterkste zenders uit de regio
automatisch programmeren (alleen FM). De
zenders worden opgeslagen op geheugenniveau FMT .
Let op:
Eerder op dit niveau geprogrammeerde zenders worden hierbij gewist.
Om de Tra v elstore-functie te gebruik en:
➮ Druk tijdens de radioweergave op toets
TUNE>.
Het radio-functiemenu wordt weergegev en op
het display .
➮ Druk op de softkey 4 met de display-
aanduiding “TS”.
Het programmeren begint. Op het display
verschijnt “T-STORE”. Wanneer de programmering voltooid is, wordt de zender op geheugenpositie 1 van geheugenniveau FMT
weergegev en.
Geprogrammeerde zenders
oproepen
➮ Kies het geheugenniveau resp. het golf-
gebied.
➮ Druk op de softkey 4 met de displa y-
aanduiding “ST1” - “ST6” van de gewenste zender .
Zenders kort weergeven
Ontvangbare zenders kort weergeven
(Radio Scan)
U kunt alle ontvangbare zenders kort laten
weergev en. De duur v an het fragment kan in
het menu worden ingesteld tussen 5 en 30 seconden.
Radio Scan starten
Om Radio Scan te starten:
➮ Druk tijdens de radioweergave op toets
TUNE>.
Het radio-functiemenu wordt weergegev en op
het display .
➮ Druk op de softkey 4 met de displa y-
aanduiding “SCA”.
Het scannen begint. “SCAN” wordt k ort weergegeven op het displa y, daarna verschijnt de
actuele zendernaam resp. de frequentie knipperend.
Geprogrammeerde zenders kort
weergeven (Preset Scan)
U kunt alle op de geheugenniveaus geprogrammeerde zenders die op dat moment
ontvangbaar zijn, kort laten weergeven. De
duur van het fragment kan in het menu worden ingesteld tussen 5 en 30 seconden.
Preset Scan starten
Om Preset Scan te starten:
➮ Druk tijdens de radioweergave op toets
TUNE>.
Het radio-functiemenu wordt weergegev en op
het display .
DEUTSCH
ENGLISH
FRANÇAIS
ITALIANO
NEDERLANDS
SVENSKA
ESPAÑOL
PORTUGUÊS
131
Page 16
RADIOWEERGAVE
➮ Houd de softkey 4 met de display-
aanduiding “SCA” langer dan een seconde ingedrukt.
Het scannen begint. “SCAN” wordt k ort weergegeven op het displa y . De geheugenniv eaus
worden achter elkaar gescand, de weergegeven geheugenpositie “ST1” - “ST6” wordt
telkens invers weergege v en.
SCAN beëindigen, zender verder
beluisteren
➮ Druk opnieuw op de softkey 4 met de
display-aanduiding “SCA”.
Het scannen wordt beëindigd, de laatst weergegeven zender b lijft actief .
Duur van het fragment wijzigen
(Scantime)
➮ Druk op toets MENU 8.
➮ Druk zo vaak op toets of 7 dat
“SCANTIME” op het display verschijnt.
➮ Stel de gewenste duur van het fragment
in met de toetsen
➮ Druk op toets OK 5 of op toets MENU
8 om het menu te verlaten. De instel-
lingen worden opgeslagen.
Let op:
De ingestelde duur van het fragment geldt
ook voor het scannen bij de weergave van
cd, cassette, MiniDisc en cd-wisselaar (al naar
gelang de uitrusting van de autoradio).
7.
Programmatype (PTY)
Naast de naam van de zender ge ven sommige FM-zenders ook informatie door over het
type van hun programma. Deze informatie kan
door uw autoradio worden ontvangen en
weergegev en.
Zulke programmatypes kunnen bv. zijn:
CULTURETRAVELJAZZ
SPORTNEWSPOP
ROCKCLASSICS
Met de PTY -functie kunt u gericht zenders met
een bepaald programmatype kiezen.
PTY-EON
Wanneer het programmatype gek ozen en de
zoekdoorloop gestart is, schakelt het apparaat van de actuele zender over op een zender met het gekozen programmatype.
Let op:
Wanneer er geen z ender met het gekozen programmatype wordt gevonden, is een pieptoon
te horen en verschijnt op het display kort “NO
PTY”. De als laatste ontvangen zender wordt
opnieuw ingesteld.
Wanneer de ingestelde zender of een andere
zender uit de zenderketen op een later tijdstip
het gewenste programmatype uitzendt, schakelt het apparaat automatisch van de actuele
zender , resp . vanuit de weerga v e v an cd, cassette, MiniDisc of cd-wisselaar , over op de z ender met het gekozen programmatype.
PTY in- en uitschakelen
Om de PTY-functie te gebruiken:
➮ Druk tijdens de radioweergave op toets
TUNE>.
Het radio-functiemenu wordt weergegev en op
het display .
➮ Druk op de softkey 4 met de displa y-
aanduiding “PTY”.
132
Page 17
RADIOWEERGAVE
Wanneer PTY wordt ingeschakeld geeft het
display kort het gekozen programmatype
weer. PTY is verlicht op het display.
Om terug te keren naar het radio-basismenu:
➮ Druk op toets TUNE > of wacht acht
seconden. De instellingen worden opgeslagen.
Programmatype kiezen en zoekdoorloop
starten
➮ Druk op toets of 7.
Het actuele programmatype wordt weergegeven op het display.
Wanneer u een ander programmatype wilt
kiezen:
➮ Druk zo vaak op of 7 dat het ge-
wenste programmatype verschijnt.
Of
➮ Om een opgeslagen programmatype te
kiezen drukt u op een van de softkeys
4 met de display-aanduiding “ST1” “ST6”.
Het gekozen programmatype wordt k ort weergegeven. Om de zoekdoorloop te starten:
➮ Druk op toets of 7.
De eerstvolgende zender met het gekozen
programmatype wordt ingesteld.
Let op:
Wanneer geen zender met het gek ozen programmatype wordt gev onden, is een pieptoon
te horen en verschijnt op het display kort “NO
PTY”. De laatst ontv angen zender wordt opnieuw ingesteld.
Programmatype programmeren onder de
voorkeuzetoetsen
➮ Kies een programmatype met de toet-
of 7.
sen
➮ Om een programmatype te programme-
ren houdt u een van de softkeys 4 met
de display-aanduiding “ST1” - “ST6” langer dan een seconde ingedrukt.
Het programmatype is geprogrammeerd onder de gekozen voorkeuz etoets.
PTY-taal instellen
U kunt de taal instellen waarmee de programmatypes worden weergegeven.
➮ Druk op toets MENU 8.
➮ Druk zo vaak op toets of 7 dat
“PTY LANG” op het display v erschijnt.
➮ Druk op toets of 7 om te kiezen
uit de talen “DEUTSCH”, “ENGLISH” en
“FRANCAIS”.
➮ Druk op toets OK 5 of op toets MENU
8 om het menu te verlaten. De instel-
lingen worden bewaard.
Radio-ontvangst optimaliseren
Storingsafhankelijke demping van de
hoge tonen (HICUT)
De HICUT-functie zorgt voor een geluidsverbetering bij slechte radio-ontvangst. Wanneer
sprake is van ontv angststoringen worden de
hoge tonen, en daarmee de storing, automatisch zachter weergegeven.
HICUT instellen
➮ Druk op toets MENU 8.
➮ Druk zo vaak op toets of 7 dat
“HICUT” op het display v erschijnt.
➮ Druk op toets of 7 om HICUT in
te stellen.
“HICUT 3” betekent de sterkste automatische
afzwakking van de hoge tonen en de storing,
“NO HICUT” betekent geen afzw akking.
DEUTSCH
ENGLISH
FRANÇAIS
ITALIANO
NEDERLANDS
SVENSKA
ESPAÑOL
PORTUGUÊS
133
Page 18
RADIOWEERGAVE
➮ Druk op toets OK 5 of op toets MENU
8 om het menu te verlaten. De instel-
lingen worden bewaard.
Storingsafhankelijke wisseling van
bandbreedte (SHARX)
Met de SHARX-functie hebt u de mogelijkheid om storingen door aangrenzende zenders vergaand tegen te gaan. Schakel de
SHARX-functie in bij een hoge zenderdichtheid.
SHARX in- en uitschakelen
➮ Druk op toets MENU8.
➮ Druk zo vaak op toets of 7 dat
“SHARX” op het display v erschijnt.
➮ Druk op toets of 7 om SHARX in
resp. uit te schak elen.
“SHARX ON” betekent automatische wisseling van bandbreedte, “NO SHARX” betekent
geen omschakeling.
➮ Druk op toets OK 5 of op toets MENU
8 om het menu te verlaten. De instel-
lingen worden bewaard.
Stereo/mono wisselen
Bij slechte ontvangst kunt u kiezen voor radioweergave in mono . Het overschakelen v an
stereo op mono gebeurt glijdend. Na het inschakelen van de autoradio vindt weer stereoweergave plaats . De instelling v oor stereo/
mono wordt uitgevoerd in het men u.
➮ Druk op toets MENU 8.
➮ Druk zo vaak op toets of 7 dat
“STEREO” resp . “MONO” op het display
verschijnt.
➮ Druk op toets of 7 om te kiezen
tussen stereo of mono.
➮ Druk op toets OK 5 of op toets MENU
8 om het menu te verlaten. De instel-
lingen worden bewaard.
Wisselen van displayweergave
U kunt de weergegeven inf ormatie op het display kiezen. Op de bovenste regel van het
display (kopregel) kan worden gewisseld tussen weergave v an de zendernaam, frequentie en programmatype. Op de onderste regel
van het display (DOT-veld) kunt u wisselen
tussen de kloktijd en het geheugenniveau.
Kopregel wisselen
➮ Druk zo vaak op toets DIS : dat op de
kopregel de gewenste soort informatie
(zendernaam, frequentie of programmatype) verschijnt.
DOT-veld wisselen
➮ Houd toets DIS : langer dan een se-
conde ingedrukt.
De displayweergav e wisselt tussen kloktijd en
geheugenniveau.
134
Page 19
VERKEERSINFORMATIE
Verkeersinformatie
Dit apparaat is uitgerust met een RDS-EONontvanger .
Onder EON (Enhanced Other Network) verstaat men het doorgeven v an zenderinformatie binnen een keten van zenders .
In het geval van een verkeersbericht (TA)
wordt binnen de zenderketen automatisch
overgeschakeld van een zender zonder verkeersinformatie naar de desbetreffende z ender met verkeersinformatie van de zenderketen.
Na het verkeersbericht wordt het eerder beluisterde programma weer ingeschakeld.
Voorrang voor verkeersinformatie
in- en uitschakelen
➮ Druk op de softkey 4 met de display-
aanduiding “T A”.
De voorrang voor verkeersinformatie is geactiveerd wanneer op het displa y “TA” invers
wordt weergegev en.
Let op:
U hoort een waarschuwingstoon:
● wanneer u bij het beluisteren van een
zender met verkeersinformatie het uitzendgebied daarvan verlaat;
● wanneer u bij het beluisteren van een
cd, cassette of MiniDisc (al naar gelang
de uitrusting van de autoradio) het uitzendgebied van de zender verlaat en er
bij de daarop volgende automatische
zoekdoorloop geen nieuwe zender met
verkeersinformatie wordt gev onden.
● wanneer u van een zender met
verkeersinformatie wisselt naar een
zender zonder verk eersinformatie.
Schakel dan ofwel de voorrang v oor verkeersinformatie uit of stel een zender met verkeersinformatie in.
Volume voor verkeersinformatie
instellen
➮ Druk op toets MENU8.
➮ Druk zo vaak op toets of 7 dat
“TA V OLUME” wordt w eergege ven.
➮ Stel het volume in met de -toetsen
7 of de volumeregelaar.
➮ Druk op toets OK 5 of op toets MENU
8 om het menu te verlaten. De instel-
lingen worden bewaard.
DEUTSCH
ENGLISH
FRANÇAIS
ITALIANO
NEDERLANDS
SVENSKA
ESPAÑOL
PORTUGUÊS
135
Page 20
CASSETTEWEERGAVE
Cassetteweergave
Weergeven van cassettes
● Wanneer er nog geen cassette in de
speler zit:
➮ Druk op toets 1.
Het bedieningspaneel wordt naar voren toe
geopend.
➮ Schuif de cassette met de open zijde naar
rechts in de cassette-opening.
➮ Sluit het bedieningspaneel.
De cassetteweergave begint met de kant die
naar boven wijst (SIDE A).
● Wanneer er al een cassette in de speler
zit:
➮ Druk op toets CC <.
De cassette wordt weergegeven in de laatst
gekozen looprichting.
Cassette verwijderen
➮ Druk op toets 1.
Het bedieningspaneel wordt naar voren toe
geopend.
➮ Druk op toets op het geopende bedie-
ningspaneel.
De cassette wordt naar buiten geschoven.
➮ Verwijder de cassette
of
➮ plaats een nieuwe cassette.
➮ Sluit het bedieningspaneel.
Afspeelrichting wijzigen
Om te wisselen tussen de afspeelrichtingen
SIDE A en SIDE B:
➮ Druk op de softkey 4 met de display-
aanduiding “REV”.
Muziektitels overslaan (S-CPS)
Om de volgende of een verder gelegen titel
te kiezen:
➮ Druk een- of meermaals op toets 7
totdat het aantal titels dat moet worden
overgeslagen op het display wordt
weergegeven achter “CPS FF”.
Op het display verschijnt “CPS FF” en het
aantal titels dat moet worden overgeslagen.
De band wordt vooruitgespoeld tot de volgende resp. de desbetreffende v erderop gelegen
titel.
Om een van de vorige titels te kiezen:
➮ Druk een- of meermaals op toets 7
totdat het aantal titels dat moet worden
overgeslagen op het display wordt
weergegeven achter “CPS FR”.
Op het display verschijnt “CPS FR” en het
aantal titels dat moet worden overgeslagen.
De band wordt teruggespoeld tot het begin
van de actuele, resp. desbetreffende verder
naar voren gelegen titel.
Muziektitels herhaald afspelen
➮ Druk op de softkey 4 met de display-
aanduiding “RPT”.
De actuele muziektitel wordt herhaald. Op het
display verschijnt kort “RPT ON” en RPT wordt
invers weergegeven. Bij het terugspoelen van
de band aan het einde van de titel verschijnt
“REWIND” op het display.
Om het herhalen van de titel te beëindigen:
➮ Druk opnieuw op de softkey 4 met de
display-aanduiding “RPT”.
De weergave wordt normaal voortgezet. Op
het display verschijnt kort „RPT OFF“.
Let op:
Aan het einde van de band wordt de afspeelrichting automatisch veranderd (Autoreverse).
136
Page 21
CASSETTEWEERGAVE
Alle muziektitels van een
cassette kort weergeven (SCAN)
➮ Druk op de softkey 4 met de display-
aanduiding “SCA”.
Alle muziektitels van de cassette worden in
oplopende volgorde kort weergeven.
Om het kort weergeven te beëindigen:
➮ Druk opnieuw op de softkey 4 met de
display-aanduiding “SCA”.
De actueel weergegeven titel wordt verder
weergegeven.
Let op:
● De duur van het fragment kan worden
ingesteld. Lees hiervoor het gedeelte
“Duur van het fragment instellen” in het
hoofdstuk “Radioweergave”.
● Om de S-CPS-, RPT- en SCAN-functies
te kunnen gebruiken moet zich tussen
de afzonderlijke titels van de cassette
een pauze van minimaal drie seconden
bevinden.
Wisselen van displayweergave
U kunt tijdens de cassetteweergave kiezen
tussen verschillende weergavemodi:
● Weergave van de verstreken speeltijd
(“ELAPSED”)
● Weergave van de resterende speeltijd
(“REMAIN”)
● Weergave van de bandteller
(“COUNTER”)
● Weergave van de kloktijd (“CLOCK”).
➮ Om te wisselen tussen de weergave-
modi drukt u zo vaak op DIS : dat de
gewenste informatie op het display verschijnt.
Bandteller (counter) terugzetten
op 0
Om de bandteller (counter) terug te zetten
op 0:
➮ Houd DIS : langer dan twee secon-
den ingedrukt.
Snelspoelen
Snel vooruitspoelen
➮ Druk op toets 7.
Op het display verschijnt “FORWARD”.
Snel terugspoelen
➮ Druk op toets 7.
Op het display verschijnt “REWIND”.
Snelspoelen beëindigen
➮ Druk op OK 5 of op de tegenoverge-
stelde snelspoeltoets 7.
De weergave wordt voortgezet.
Let op:
Tijdens het snelspoelen kan de als laatste
beluisterde radiozender worden weergegeven. Hiervoor moet “Radiomonitor” ingeschakeld zijn.
Radiomonitor in- en uitschakelen
➮ Druk op de softkey 4 met de display-
aanduiding “RM”.
Wanneer de radiomonitor is ingeschakeld,
wordt “RM” invers weergegeven. De actuele
toestand “RM ON” resp. “RM OFF” wordt bij
het overschakelen kort op het display weergegeven.
DEUTSCH
ENGLISH
FRANÇAIS
ITALIANO
NEDERLANDS
SVENSKA
ESPAÑOL
PORTUGUÊS
137
Page 22
CASSETTEWEERGAVE
Lege gedeelten overslaan
(Blankskip)
U kunt lege gedeelten die langer zijn dan tien
seconden, automatisch laten overslaan. Hiervoor moet de Blankskip-functie geactiveerd
zijn.
Blankskip in- en uitschakelen
➮ Druk op de softkey 4 met de display-
aanduiding “BLS”.
Wanneer Blankskip is ingeschakeld, wordt
“BLS” invers weergegeven. De actuele toestand “BLS ON” resp. “BLS OFF” wordt bij
het overschakelen kort op het display weergegeven.
Bandsoort kiezen chrome / metal
U hebt de mogelijkheid om de bandsoort van
de geplaatste cassette in te stellen. Om een
optimale cassetteweergave te garanderen
adviseren wij de bandsoort altijd in te stellen
in overeenstemming met de gebruikte cassette.
➮ Druk op toets MENU 8.
➮ Druk zo vaak op toets of 7 dat
“CC TAPE” op het display verschijnt.
➮ Stel de bandsoort in met de toetsen
7.
Kies voor chrome- of metal-cassettes de instelling “MTL ON”, voor Fe-banden de instelling de instelling “MTL OFF”.
➮ Druk op toets OK 5 of op toets MENU
8 om het menu te verlaten. De instel-
lingen worden bewaard.
Dolby* B-ruisonderdrukking
Wanneer u een met het Dolby B-procédé
opgenomen cassette afspeelt, moet u de
Dolby-functie inschakelen.
➮ Druk op de softkey 4 met de display-
aanduiding “
Wanneer de Dolby-functie is ingeschakeld,
wordt “
* Ruisonderdrukkingssysteem gefabriceerd onder
licentie van Dolby Laboratories. Het woord Dolby
en het symbool met de dubbele D zijn handelsmerken van Dolby Laboratories.
” invers weergegeven.
”.
Verkeersinformatie tijdens
cassetteweergave
Met de functie “TA” (voorrang voor verkeersinformatie) is het apparaat ook tijdens de
cassetteweergave gereed voor de ontvangst
van verkeersinformatie. In het geval van een
verkeersbericht stopt de cassetteweergave
en wordt de verkeersinformatie weergegeven.
Lees hiervoor het hoofdstuk “Verkeersinformatie”.
138
Page 23
WEERGAVE VAN CD-WISSELAAR
Weergave van cd-wisselaar
Let op:
Informatie over de behandeling en het plaatsen van cd’s en o ver de bediening van de cdwisselaar vindt u in de gebruiksaanwijzing van
de cd-wisselaar.
Weergave van cd-wisselaar
starten
➮ Druk op toets CDC =.
Het cd-wisselaar-menu wordt weergegev en,
de cd-weergave wordt v oortgezet op de plaats
waar deze werd onderbroken. Wanneer het
magazijn uit de cd-wisselaar is gehaald en
weer geplaatst is, begint de weergave met
de eerste titel van de eerste cd die de cdwisselaar herkent.
Cd kiezen
➮ Om op- of neerwaarts naar een andere
cd te gaan, drukt u zo vaak op toets
of 7 dat het nummer van de gewenste cd op het display v erschijnt.
Titels kiezen
➮ Om op- of neerwaarts naar een andere
titel van de actuele cd te gaan, drukt u
zo vaak op toets
nummer van de gew enste titel op het
display verschijnt.
Wanneer toets
drukt, wordt de actuele titel opnieuw gestart.
Snelle zoekdoorloop (hoorbaar)
Voor een snelle zoekdoorloop achterwaarts
resp. voorwaarts:
➮ Houd een van de toetsen of 7 in-
gedrukt totdat de snelle zoekdoorloop
achterwaarts resp. voorwaarts begint.
of 7 dat het
7 eenmaal wordt inge-
Wisselen van displayweergave
U kunt tijdens de weergave van cd-wisselaar
kiezen tussen verschillende weergavemodi:
● Weergav e van cd-nummer, titelnummer
en kloktijd
● Weergav e van cd-nummer, titelnummer
en verstreken speeltijd
● Weergav e van cd-naam en titelnummer
➮ Om te wisselen tussen de weergavemo-
di drukt u zo vaak op toets DIS : dat
de gewenste informatie op het display
verschijnt.
Let op:
De weergave van een cd-naam is alleen
mogelijk wanneer de geplaatste cd van een
naam is voorzien. Lees hiervoor het gedeelte
“Cd’s een naam ge ven”.
Losse titel of hele cd’s herhaald
afspelen (REPEAT)
➮ Druk op de softkey 4 met de displa y-
aanduiding “RPT”.
Op het display verschijnt k ort “RPT TRCK”.
➮ Om de hele cd herhaald te laten afspe-
len drukt u opnieuw op de softkey 4
met de display-aanduiding “RPT”.
Op het display verschijnt k ort “RPT DISC”.
REPEAT beëindigen
Om het herhalen van de actuele titel resp. de
actuele cd te beëindigen:
➮ Druk zo vaak op de softkey 4 met de
display-aanduiding “RPT” dat “RPT
OFF” kort op het display verschijnt.
DEUTSCH
ENGLISH
FRANÇAIS
ITALIANO
NEDERLANDS
SVENSKA
ESPAÑOL
PORTUGUÊS
139
Page 24
WEERGAVE VAN CD-WISSELAAR
Titels in willekeurige volgorde
weergeven (MIX)
Om de titels van de actuele cd in willekeurige
volgorde te laten weergeven:
➮ Druk op de softkey 4 met de display-
aanduiding “MIX”.
“MIX CD” verschijnt k ort op het display.
Om alle titels van de actuele cd in willekeuri-
ge volgorde te laten weergev en:
➮ Druk opnieuw op de softkey 4 met de
display-aanduiding “MIX”.
Op het display verschijnt k ort “MIX MAG”.
Let op:
Bij de CDC A 08 en IDC A 09 worden alle
cd’s en alle titels in willek eurige volgorde gekozen. Bij alle andere cd-wisselaars worden
eerst alle titels van één cd in willekeurige volgorde weergegeven, dan wordt de volgende
cd in het magazijn afgespeeld.
MIX beëindigen
➮ Druk zo vaak op de softkey 4 met de
display-aanduiding “MIX” dat “MIX OFF”
kort op het display verschijnt.
Alle titels van alle cd’s kort
weergeven (SCAN)
Om alle titels van alle geplaatste cd’s in oplopende volgorde kort te laten weergeven:
➮ Druk op de softkey 4 met de display-
aanduiding “SCA”.
Op het display verschijnt “SCAN”.
SCAN beëindigen
Om de korte weergave te beëindigen:
➮ Druk opnieuw op de softkey 4 met de
display-aanduiding “SCA”.
De actueel weergegeven titel wordt verder
weergegeven.
Let op:
De duur van het fragment kan worden ingesteld. Lees voor het instellen van de duur van
het fragment het gedeelte “Duur van het fragment instellen” in het hoofdstuk “Radioweergave”.
Cd’s een naam geven
Om uw cd’s beter te kunnen herkennen kunt
u met uw autoradio 99 cd’s een individuele
naam geven. De namen mogen maximaal
zeven tekens lang zijn.
Wanneer u meer dan 99 namen probeert te
geven, v erschijnt “FULL” op het display.
CD-naam invoeren / wijzigen
➮ Druk op toets MENU 8.
➮ Kies met de toetsen /7
“CDC NAME”.
➮ Druk op toets of 7.
Het apparaat staat nu in de keuzemodus.
➮ Kies de cd die u een naam wilt geven,
met de toetsen /7.
➮ Druk op toets of 7.
U komt in de Edit-modus. Wanneer de door
u gekozen cd nog geen naam heeft, verschijnen zeven liggende streepjes op het display .
De actuele invoerpositie knippert.
➮ Kies met de toetsen /7 uw te-
ken. Wanneer een positie vrij moet blijven, kiest u een liggend streepje.
➮ Met toets of 7 wisselt u van in-
voerpositie.
➮ Druk op toets OK 5 of op toets MENU
8 om het menu te verlaten. De instel-
lingen worden bewaard.
Cd-naam wissen
➮ Beluister de cd waarvan de naam moet
worden gewist.
➮ Druk op toets MENU8.
140
Page 25
WEERGAVE VAN CD-WISSELAAR
➮ Kies met de toetsen /7
“UPDATE”.
➮ Druk op toets 7.
Op het display verschijnt “CD CLR”, waarna
de cd-naam wordt weergegeven.
➮ Druk op toets OK 5 en houd deze in-
gedrukt.
Na vier seconden verschijnt op het display
“DELETING”.
➮ Laat de OK-toets 5 los.
De cd-naam is gewist.
➮ Druk op toets MENU 8 of op toets OK
5.
Alle cd-namen wissen
➮ Beluister een cd van de cd-wisselaar .
➮ Druk op toets MENU8.
➮ Kies met de toetsen /7
“UPDATE”.
➮ Druk op toets 7.
Op het display verschijnt “CLR ALL”.
➮ Druk op toets OK 5 en houd deze in-
gedrukt.
Na vier seconden verschijnt op het display
“DELETING”.
➮ Laat de OK-toets 5 los.
Alle cd-namen zijn gewist.
➮ Druk op toets OK 5 of op toets MENU
8 om het menu te verlaten. De instel-
lingen worden bewaard.
Favoriete titels van een cd
programmeren
U kunt met de functie TPM (Track Program
Memory) uw favoriete titels voor telkens één
cd programmeren, opslaan en afspelen. U
kunt de titels in elke gewenste volgorde programmeren, de weergave vindt altijd in oplopende volgorde plaats. Wanneer de weergave van de favoriete titels is ingeschakeld,
worden alleen de vooraf geprogrammeerde
titels afgespeeld van de cd die zich in de speler bevindt. Voor de cd-weergave kunnen
maximaal dertig cd’s met elk maximaal veertig titels worden geprogrammeerd.
Favoriete titels programmeren
Ga om uw favoriete titels van een cd te programmeren als volgt te werk:
➮ Kies de cd waarvan u uw favoriete titels
wilt programmeren bij de weergave van
cd-wisselaar.
➮ Kies uw eerste favoriete titel.
➮ Houd de softkey 4 met de displa y-aan-
duiding “TPM” langer dan seconde ingedrukt.
De titel is opgenomen in de lijst met favoriete
titels voor deze cd.
➮ Doe precies hetzelfde voor alle volgen-
de fav oriete titels van de cd.
Weergave van de favoriete titels in- en
uitschakelen
Om de geprogrammeerde favoriete titels voor
de geplaatste cd op te roepen resp. de weergave van de favoriete titels uit te schakelen:
➮ Druk kort op de softkey 4 met de dis-
play-aanduiding “TPM”.
De actuele toestand voor TPM (“TPM ON”
resp. “TPM OFF”) verschijnt kort op het display.
Wanneer de weergave van favoriete titels
actief is, wordt “TPM” op het display invers
weergegeven.
DEUTSCH
ENGLISH
FRANÇAIS
ITALIANO
NEDERLANDS
SVENSKA
ESPAÑOL
PORTUGUÊS
141
Page 26
KLOKTIJDWEERGAVE VAN CD-WISSELAAR
Titels wissen uit de lijst
Om losse titels te wissen uit de lijst van geprogrammeerde favoriete titels van een cd:
➮ Schakel TPM in.
➮ Kies de te wissen titel.
➮ Houd de softkey 4 met de displa y-aan-
duiding “CLR” ca. twee seconden inge-
drukt.
Op het display verschijnt kort “TRCK CLR”,
de titel is gewist uit het programma.
Lijst van favoriete titels voor een cd
wissen
U kunt de gehele lijst met favoriete titels v oor
een cd wissen. De cd waarvan de lijst met
favoriete titels moet worden gewist, moet hiervoor worden weergegeven.
➮ Schakel TPM in.
➮ Houd de softkey 4 met de displa y-aan-
duiding “CLR” ca. vijf seconden inge-
drukt.
Op het display verschijnt kort “CD CLR”, het
programma is gewist.
Alle lijsten van favoriete titels uit het
apparaat wissen
U kunt alle opgeslagen programma’s met f avoriete titels voor alle cd’s wissen. Er moet
hiervoor een cd geplaatst zijn waarvan de
favoriete titels geprogrammeerd zijn.
➮ Schakel TPM in.
➮ Houd de softkey 4 met de displa y-aan-
duiding “CLR” ca. acht seconden inge-
drukt.
Op het display verschijnt kort “ALL CLR”, alle
programma’s zijn ge wist.
CLOCK - Kloktijd
Kloktijd instellen
De kloktijd kan automatisch worden ingesteld
via het RDS-signaal. Indien u geen RDS-z ender kunt ontvangen of de door u beluisterde
RDS-zender deze functie niet ondersteunt,
kunt u de kloktijd ook met de hand instellen.
Kloktijd automatisch laten instellen
➮ Om de kloktijd automatisch te laten in-
stellen drukt u op toets MENU 8.
➮ Druk zo vaak op toets of 7 dat
“CLK MAN” op het display verschijnt.
Wanneer “CLK AUTO” wordt weergegeven,
is de automatische instelling van de kloktijd
reeds geactiveerd.
➮ Houd toets 7 ingedrukt totdat “CLK
AUTO” op het display verschijnt.
➮ Druk op toets OK 5 of op toets MENU
8 om het menu te verlaten. De instel-
lingen worden bewaard.
Wanneer “CLK AUTO” is gekozen en er een
zender met RDS-klokfunctie (RDS-CT) wordt
ontvangen, wordt de klok automatisch ingesteld.
Kloktijd met de hand instellen
➮ Om de kloktijd te laten instellen drukt u
op toets MENU 8.
➮ Druk zo vaak op toets of 7 dat
“CLOCKSET” op het display verschijnt.
➮ Druk op toets of 7.
De kloktijd verschijnt op het display. De uren
knipperen en kunnen worden ingesteld.
➮ Stel de uren in met de /-toetsen
7.
➮ Wanneer de uren ingesteld zijn, drukt u
op toets 7.
De minuten knipperen.
142
Page 27
EQUALIZERKLOKTIJD
➮ Stel de minuten in met de /-toet-
sen 7.
➮ Druk op toets OK 5 of op toets MENU
8 om het menu te verlaten. De instel-
lingen worden bewaard.
Klokmodus 12/24 uur kiezen
➮ Druk op toets MENU 8.
➮ Druk zo vaak op toets of dat “24 H
MODE” resp. “12 H MODE” op het dis-
play verschijnt.
➮ Druk op toets of 7 om de modus
te wisselen.
➮ Druk op toets OK 5 of op toets MENU
8 om het menu te verlaten. De instel-
lingen worden bewaard.
Kloktijd permanent laten
weergeven wanneer het apparaat
uitgeschakeld is
➮ Om de kloktijd te laten weergeven terwijl
de radio is uitgeschakeld maar het con-
tact is ingeschakeld drukt u op toets
MENU8.
➮ Druk zo vaak op toets of 7 dat
“CLK OFF” resp . “CLK ON” op het dis-
play verschijnt.
➮ Druk op toets of 7 om de weerga-
ve te wisselen tussen ON (aan) of OFF
(uit).
➮ Druk op toets OK 5 of op toets MENU
8 om het menu te verlaten. De instel-
lingen worden bewaard.
Equalizer
Dit apparaat beschikt over een parametrische
digitale equalizer. Parametrisch betekent in
dit geval dat voor elk van de drie filters één
frequentie individueel kan worden versterkt
of afgezwakt (GAIN +8 tot -8).
De volgende filters staan ter beschikking:
● LOW EQ32 - 200 Hz
● MID EQ250- 1.600 Hz
● HIGH EQ2.000 - 12.500 Hz
Deze filters kunnen zonder meetapparatuur
worden ingesteld. Zo kunnen de klankeigenschappen in de auto doorslaggevend worden
beïnvloed.
Aanwijzingen voor de instelling
Wij raden u aan om voor de instelling een
bekende cd te gebruiken.
Zet vóór het instellen van de equalizer de instellingen voor klankkleur en volumeverhouding op nul en deactiveer de loudness. Lees
hiervoor het hoofdstuk “Klankkleur en volumeverhouding”.
➮ Beluister een cassette, cd of MiniDisc
(al naar gelang de uitvoering van de autoradio).
➮ Beoordeel de klank naar uw eigen idee-
ën.
➮ Lees nu in de “Hulptabel voor het instel-
len van de equalizer” de informatie onder “Klankindruk”.
➮ Stel de waarden voor de equalizer in z o-
als beschreven onder “Maatregel”.
DEUTSCH
ENGLISH
FRANÇAIS
ITALIANO
NEDERLANDS
SVENSKA
ESPAÑOL
Equalizer in- en uitschakelen
➮ Om de equalizer in te schakelen drukt u
op toets DEQ 6.
“LOW EQ” verschijnt op het display.
➮ Om de equalizer uit te schakelen houdt
u toets DEQ6 ingedrukt totdat “DEQ
OFF” kort wordt weergegev en.
143
PORTUGUÊS
Page 28
EQUALIZER
Equalizer instellen
➮ Druk op toets DEQ 6.
➮ Kies het filter “LOW EQ”, “MID EQ” of
“HIGH EQ” met toets
of 7.
➮ Om de frequentie te kiezen drukt u op
toets of 7.
➮ Stel het niveau in met toets of 7.
➮ Om het volgende filter te kiezen drukt u
eerst op toets OK 5 en daarna op
of 7.
toets
➮ Wanneer u alle instellingen hebt uitge-
voerd, drukt u op toets DEQ6.
Kwaliteitsfactor voor het filter
instellen
➮ Druk op toets DEQ 6.
➮ Kies de instellingen voor de afzonderlij-
ke filters “LO-Q-FAC”, “MI-Q-FAC” of
“HI-Q-F A C” met toets
of 7.
➮ Om de kwaliteitsfactor in te stellen drukt
u op toets
of 7.
➮ Om het volgende filter te kiezen drukt u
eerst op toets OK 5 en daarna op
of 7.
toets
➮ Wanneer u alle instellingen hebt uitge-
voerd, drukt u op toets DEQ6.
Preset-klankinstelling kiezen
U kunt vooraf ingestelde klankinstellingen kiezen voor de v olgende muziekgenres:
● ROCK
● DISCO
● JAZZ
● CLASSIC
● VOCAL
Instellingen voor deze muziekstijlen zijn reeds
vooraf geprogrammeerd.
➮ Druk op toets DEQ 6.
➮ Kies “PRESET” met toets of 7.
➮ Om de preset-instelling te kiezen drukt
u op toets
of 7.
➮ Druk op toets OK 5.
➮ Wanneer u alle instellingen hebt uitge-
voerd, drukt u op toets DEQ6.
Niveau-aanduiding instellen
De niveauweergave (spectrometer) op uw
display geeft tijdens het instellen korte tijd
symbolisch het volume, de instellingen van
de klankregeling en de instellingen van de
equalizer weer.
Naast de instellingen kan de spectrometer het
uitgangsniveau van de autoradio aange v en.
Spectrometer in- en uitschakelen
➮ Druk op toets MENU 8.
Op het display verschijnt “MENU”.
➮ Druk zo vaak op toets of 7 dat
“PEAK ON” resp. “PEAK OFF” op het
display verschijnt.
➮ Druk op toets of 7 om de spectro-
meter in resp. uit te schak elen.
➮ Druk op toets OK 5 of op toets MENU
8 om het menu te verlaten. De instel-
lingen worden bewaard.
144
Page 29
Hulptabel voor het instellen van de equalizer
Klankindruk / probleem
Maatregel
EQUALIZER
Basweergav e te zw ak
Onzuivere bas
Weergave dreunt
Onaangename druk op de oren
Klank sterk op de voorgrond,
agressief, geen stereo-effect
Doffe weergave
Weinig transparantie
Instrumenten zonder glans
Versterk de bas met
filter: “LOW EQ”
Frequentie: 50 tot 100 Hz
Niveau: +4 tot +6
Zwak de lage middentonen af met
filter: “LO W EQ”, “MID EQ”
Frequentie: 125 tot 400 Hz
Niveau: ca. -4
Zwak de middentonen af met
filter: “MID EQ”, “HIGH EQ”
Frequentie: 1 000 tot 2 500 Hz
Niveau: -4 tot -6
Versterk het hogetonengebied met
filter: “HIGH EQ”
Frequentie: ca. 12 500 Hz
Niveau: +2 tot +4
DEUTSCH
ENGLISH
FRANÇAIS
ITALIANO
NEDERLANDS
SVENSKA
145
ESPAÑOL
PORTUGUÊS
Page 30
TMCEXTERNE AUDIOBRONNEN
Externe audiobronnen
U kunt in plaats van de cd-wisselaar nog een
andere externe audiobron met Line-uitgang
aansluiten. Zulke bronnen kunnen bv. een
draagbare cd-speler, MiniDisc-speler of MP3speler zijn.
In het menu moet de AUX-ingang worden ingeschakeld.
Wanneer u een externe audiobron wilt aansluiten, hebt u een adapterkabel nodig. Deze
kabel is verkrijgbaar bij de Blaupunkt-vakhandel.
AUX-ingang in- en uitschakelen
➮ Druk op toets MENU 8.
➮ Druk zo vaak op toets 7 dat “AUX
OFF” resp . “A UX ON” op het display ver-
schijnt.
Wanneer “AUX ON” verschijnt, is de ingang
reeds ingeschakeld.
➮ Druk op toets of 7 om AUX in
resp. uit te schak elen.
➮ Druk op toets OK 5 of op toets MENU
8 om het menu te verlaten. De instel-
lingen worden bewaard.
TMC voor dynamische
navigatiesystemen
TMC betekent “Traffic Message Channel”. Via
TMC wordt verkeersinformatie digitaal doorgegeven, waarna deze door hiervoor geschikte navigatiesystemen voor de routeplanning
kan worden gebruikt. Uw autoradio beschikt
over een TMC-uitgang waarop Blaupunktnavigatiesystemen kunnen worden aangesloten. Welke navigatiesystemen kunnen worden gebruikt, kunt u navragen bij uw Blaupunkt-vakhandel.
Wanneer een na vigatiesysteem is aangesloten en een TMC-zender w ordt ontvangen, licht
TMC op op het display.
Let op:
Wanneer de A UX-ingang is ingeschakeld, kan
deze met toets CDC = worden gekozen.
146
Page 31
TECHNISCHE GEGEVENSVOORVERSTERKER/SUBOUT
Voorversterker / subout
U kunt via de desbetreffende aansluitingen
van de autoradio externe v oorversterkers en
een subwoofer aansluiten.
Wij adviseren het gebruik van op uw radio
afgestemde producten uit de Blaupunkt- of
Velocity-productlijn.
Inschakelvertraging voor externe
voorversterker
U kunt een inschakelvertraging instellen voor
op de pre-amp out-aansluiting aangesloten
versterkers. De maximale vertraging bedraagt
vier seconden.
➮ Druk op toets MENU 8.
➮ Druk zo vaak op toets of 7 dat
“AMP DLAY” op het display verschijnt.
➮ Druk op toets of 7 om de inscha-
kelvertraging in te stellen.
“DLAY OFF” betekent geen inschakelvertra-
ging, “DELAY 1” t/m “DELAY 4” staat voor de
vertragingstijd in seconden.
➮ Druk op toets OK 5 of op toets MENU
8 om het menu te verlaten. De instel-
lingen worden bewaard.
Technische gegevens
Versterker
Uitgangsvermogen: 4 x 25 Watt sinus vol-
gens DIN 45 324 bij
14,4 V
4 x 45 W att max. power
De omvang van de garantie richt zich naar
de wettelijke bepalingen binnen het land waar
het apparaat is gekocht.
Mocht het apparaat gebreken vertonen, kunt
u zich met de aankoopbon wenden tot uw
dealer.
Ongeacht de wettelijke bepalingen geeft
Blaupunkt twaalf maanden fabrieksgarantie
op productiefouten. Schade door slijtage,
oneigenlijk of commercieel gebruik is uitgezonderd van deze garantie. Om gebruikt te
maken van de door Blaupunkt verschafte fabrieksgarantie kunt u het apparaat met de
aankoopbon opsturen aan de centrale klantenservice van Blaupunkt in uw land. Het
dichtstbijzijnde adres is te verkrijgen bij de
telefoon-hotline op de achterzijde van dit
boekje. Blaupunkt behoudt zich het recht voor
verbeteringen uit te voeren of een vervangend exemplaar te leveren.
148
Page 33
Service-Nummern / Service numbers / Numéros du service aprèsvente / Numeri del servizio di assistenza / Servicenummers /
Telefonnummer för service / Números de servicio / Número de serviço