Blaupunkt OREGON DJ71 User Manual [nl]

Page 1
Gebruiksaanwijzing
Radio / Cassette / CD
Oregon DJ71
Page 2
Bitte aufklappen
Open here
Ouvrir s.v .p.
Aprite la pagina
Öppna
Por favor, abrir
Favor abrir
2
Page 3
DEUTSCH
ENGLISH
FRANÇAIS
2
1
3
4
5
6
ITALIANO
NEDERLANDS
14
13
12
11
10
9
8
7
SVENSKA
ESPAÑOL
PORTUGUÊS
3
Page 4
BEDIENINGSELEMENTEN
1 -toets, voor het openen van het be-
dieningspaneel
2 Toets voor het in- en uitschakelen v an
het apparaat en geluidsonderdrukking (mute) van het apparaat
3 Volumeregelaar 4 Softkeys, de functie v an de softkeys is
telkens afhankelijk van de inhoud van het display
5 OK-toets, voor het bevestigen van
menuopties en het verlaten van het menu
6 DEQ-toets, voor het oproepen van het
equalizer-menu
7 Multifunctionele tuimeltoets 8 MENU-toets, oproepen van het menu
voor de basisinstellingen
9 AUD-toets, bass, treble, balans , fader
en loudness instellen
: DIS-toets, wisselen van display-in-
houd
; Display < CC-toets, voor het starten van de
cassetteweergave
= CDC-toets, voor het starten van de
weergave van de cd-wisselaar (alleen indien aangesloten) of weergave van een externe audiobron (alleen indien aangesloten)
> TUNE-toets, voor het starten van de
radioweergave Oproepen van het radio-functiemenu (alleen mogelijk bij radioweergav e)
120
Page 5
INHOUDSOPGAVE
OPMERKINGEN ..............................122
Let op: .....................................................122
Verkeersveiligheid...................................122
Inbouw ....................................................122
Accessoires.............................................122
Internationale telefonische informatie .....122
Diefstalbeveiliging KeyCard..........123
KeyCard plaatsen ...................................123
KeyCard verwijderen...............................123
Tweede KeyCard programmeren/
KeyCard vervangen ................................123
KeyCard verloren of beschadigd.............124
Programmeren van een nieuwe
KeyCard / Mastercode invoeren .............124
Optische aanduiding als
diefstalbeveiliging (LED) .........................124
Radiopas-gegevens tonen ......................125
Onderhoud van de KeyCard ...................125
In- en uitschakelen.........................125
Volume instellen .............................126
Klankkleur en volumeverhouding ...
127
Display instellen.............................128
Radioweergave...............................129
Radioweergave inschakelen ...................129
RDS-comfortfunctie (AF, REG) ............... 129
Golfgebied / geheugenniveau kiezen......130
Zenders instellen.....................................130
Gevoeligheid van de zoekafstemming
instellen ................................................... 130
Zenders programmeren ..........................131
Zenders automatisch programmeren
(Travelstore)............................................ 131
Geprogrammeerde zenders oproepen....131
Zenders kort weergeven .........................131
Duur van het fragment wijzigen (Scantime) .
Programmatype (PTY) ............................132
Radio-ontvangst optimaliseren ...............133
Stereo/mono wisselen.............................134
Wisselen van displayweergave ............... 134
132
Verkeersinformatie .........................135
Cassetteweergave..........................136
Weergeven van cassettes.......................136
Cassette verwijderen ..............................136
Afspeelrichting wijzigen...........................136
Muziektitels overslaan (S-CPS) ..............136
Muziektitels herhaald afspelen................136
Alle muziektitels van een cassette
kort weergeven (SCAN) ..........................137
Wisselen van displayweergave ............... 137
Bandteller (counter) terugzetten op 0 .....137
Snelspoelen ............................................137
Radiomonitor in- en uitschakelen............137
Lege gedeelten overslaan (Blankskip) .... 138
Bandsoort kiezen chrome / metal ...........138
Dolby* B-ruisonderdrukking ....................138
Verkeersinformatie tijdens
cassetteweergave ...................................138
Weergave van cd-wisselaar...........139
Weergave van cd-wisselaar starten ........ 139
Cd kiezen ................................................139
Titels kiezen ............................................139
Snelle zoekdoorloop (hoorbaar)..............139
Wisselen van displayweergave ............... 139
Losse titel of hele cd’s herhaald
afspelen (REPEAT) .................................139
Titels in willekeurige volgorde
weergeven (MIX).....................................140
Alle titels van alle cd’s kort
weergeven (SCAN) .................................140
Cd’s een naam geven ............................. 140
Favoriete titels van een cd programmeren ..
141
CLOCK - Kloktijd ............................142
Equalizer .........................................143
Aanwijzingen voor de instelling ............... 143
Equalizer in- en uitschakelen ..................143
Equalizer instellen ................................... 144
Kwaliteitsfactor voor het filter instellen .... 144
Preset-klankinstelling kiezen...................144
Niveau-aanduiding instellen .................... 144
Hulptabel voor het instellen van de equalizer
144
Externe audiobronnen ...................146
TMC voor dynamische navigatie-
systemen.........................................146
Voorversterker / subout .................147
Technische gegevens ....................147
Garantie...........................................148
Inbouwhandleiding ........................234
121
DEUTSCH
ENGLISH
FRANÇAIS
ITALIANO
NEDERLANDS
SVENSKA
ESPAÑOL
PORTUGUÊS
Page 6
OPMERKINGEN
Het doet ons veel genoegen dat u hebt ge­kozen voor een Blaupunkt-product en wij wensen u veel plezier van uw nieuwe auto­radio.
Let op:
Lees deze handleiding zorgvuldig door voor­dat u de autoradio in gebruik neemt en maak uzelf vertrouwd met het apparaat. Bewaar deze gebruiksaanwijzing in de auto voor als u later vragen hebt.
Verkeersveiligheid
De v erkeersveiligheid gaat vóór alles . Bedien uw autoradio alleen wanneer de verkeerssituatie dat toelaat. Maak uzelf voor het begin van de rit vertrouwd met het apparaat.
De akoestische waarschuwingssignalen van politie, brandw eer en reddingsdiensten moeten tijdig te horen zijn. Beluister daar­om tijdens het rijden uw programma daar­om alleen met een gepast geluidsvolume.
Inbouw
Wanneer u de autoradio zelf wilt inbouwen, leest u dan de aanwijzingen voor inbouw en aansluiting aan het einde van de gebruiks­aanwijzing.
Versterkers
Alle Blaupunkt-versterkers kunnen worden gebruikt.
Cd-wisselaar (changer)
Bij het apparaat Oregon DJ71 is de Blau­punkt-cd-wisselaar CDC A08 inbegrepen bij het geleverde pakket.
Internationale telefonische informatie
Wanneer u vragen o ver de bediening hebt of nadere informatie nodig hebt, kunt u ons bel­len! De nummers van de telefonische informatie vindt u op de laatste bladzijde van deze ge­bruiksaanwijzing.
Accessoires
Gebruik alleen door Blaupunkt toegelaten accessoires.
Afstandsbediening
Met de als optie verkrijgbare afstandsbedie­ningen RC 08, RC 10 of RC 10H kunt u de basisfuncties van uw autoradio veilig en com­fortabel bedienen.
122
Page 7
DIEFSTALBEVEILIGING
Diefstalbeveiliging KeyCard
Bij de radio wordt een KeyCard meegeleverd. De autoradio kan ook met een tweede Key-
Card worden bediend. Wanneer een K eyCard v erloren of beschadigd
raakt, kan uw dealer u aan een vervangende KeyCard helpen.
Wanneer u twee KeyCards gebruikt, worden de instellingen van de eerste KeyCard over­genomen op de tweede. U heeft echter de mogelijkheid om de volgende functies afzon­derlijk te programmeren:
bezetting van de voorkeuzetoetsen, bass-, tre­ble-, balans- en fader-instelling, loudness, vo­lume van de verkeersinformatie, equalizer-in­stelling.
Bovendien blijven de laatst ingestelde waar­den voor golfgebied, zenderafstemming, ver­keersinformatie, RDS, REG, duur van het scan-fragment, gevoeligheid van de zoekaf­stemming, volume bij inschakelen en SHARX bewaard.
Zo treft u na het plaatsen van uw KeyCard de door u gekozen basisinstelling opnieuw aan.
KeyCard plaatsen
Ontgrendel om de KeyCard te plaatsen het bedieningspaneel:
Om het bedieningspaneel te ontgrendelen:
Druk op knop 1.
Het bedieningspaneel wordt geopend.
Plaats de KeyCard met het contactop-
pervlak naar beneden, zoals aangege­ven op de afbeelding (pijl 1).
2
3
1
Schuif de kaart met de sleuf in de rich-
ting van de pijl (2) voorzichtig tot de aan­slag.
Sluit het bedieningspaneel (pijl 3).
Let op:
Wanneer een voor het apparaat vreemde kaart wordt geplaatst, bv. een bankpas, ver­schijnt “WRONG KC” op het displa y. Verwijder de vreemde kaar t en plaats een KeyCard die bekend is bij het apparaat.
KeyCard verwijderen
Om het bedieningspaneel te ontgrendelen:
Druk op knop 1.
Het bedieningspaneel wordt geopend.
Schuif de kaart met de sleuf naar rechts
tot de aanslag.
Trek de kaart uit het bedieningspaneel.Sluit het bedieningspaneel.
Let op:
Om diefstal te voorkomen moet de KeyCard bij het verlaten van de auto worden verwij­derd en dient het bedieningspaneel open te worden gelaten.
Het bedieningspaneel moet om veilig­heidsredenen altijd vergrendeld zijn tijdens de rit.
Tweede KeyCard programmeren/ KeyCard vervangen
Er kan een KeyCard als extra KeyCard wor­den geprogrammeerd wanneer het apparaat in bedrijf is met de eerste KeyCard. Wanneer u een tw eede KeyCard wilt program­meren:
Plaats de eerste KeyCard en z et het ap-
paraat aan.
Druk op toets MENU 8.Houd toets of 7 ingedrukt totdat
op het display “LEARN KC” wordt weer­gegeven.
123
DEUTSCH
ENGLISH
FRANÇAIS
ITALIANO
NEDERLANDS
SVENSKA
ESPAÑOL
PORTUGUÊS
Page 8
DIEFSTALBEVEILIGING
Druk op toet 7.
Op het display verschijnt “CHANGE”.
Verwijder de eerste KeyCard.Plaats de nieuwe KeyCard.
Op het display verschijnt “LEARN OK”. Om het menu te verlaten:
Druk op toets MENU 8.
De autoradio kan nu ook met de nieuwe Ke y­Card worden bediend.
Let op:
Er kunnen telkens maximaal twee Ke yCards worden gebruikt.
Wanneer u reeds twee KeyCards voor het apparaat bezit en een derde KeyCard pro­grammeert, kan het apparaat niet meer wor­den bediend met de KeyCard die niet gebruikt werd bij het programmeren.
KeyCard verloren of beschadigd
Wanneer alle bij het apparaat behorende KeyCards beschadigd of verloren zijn geraakt, kunt u een nieuwe KeyCard prog rammeren.
Een nieuwe KeyCard is te verkrijgen bij uw dealer.
Om de nieuwe KeyCard te kunnen gebrui­ken, hebt u de mastercode van het apparaat nodig, die te vinden is in de autoradiopas van het apparaat. Lees voor het programmeren van een nieuwe KeyCard het gedeelte “Pro­grammeren van een nieuwe K eyCard”.
Bewaar de autor adiopas op een veili-
ge plaats, doch niet in de auto.
Programmeren van een nieuwe KeyCard / Mastercode invoeren
Wanneer u geen voor het apparaat geldige KeyCard meer bezit en een nieuwe KeyCard wilt programmeren:
Plaats de nieuwe, niet bij het apparaat
bekende Ke yCard.
➮ Sluit het bedieningspaneel. ➮ Schakel het apparaat eventueel uit. ➮ Houd de toetsen TUNE > en ST1 4
tegelijkertijd ingedrukt.
Zet het apparaat aan met toets 2.
Op het display verschijnt “0000”. Voer nu de viercijferige mastercode uit de
autoradiopas als volgt in:
Voer de cijfers van de mastercode tel-
kens in met de toetsen hiervoor zo vaak op de toetsen dat het gewenste cijfer op het displa y v erschijnt.
/ 7. Druk
Verander de invoerpositie met de toet-
sen 7.
Druk wanneer de mastercode correct
wordt weergegev en op toets OK 5.
De nieuwe KeyCard is geaccepteerd w anneer het apparaat overschak elt op weergav e .
Optische aanduiding als diefstalbeveiliging (LED)
Wanneer het apparaat is uitgeschak eld en de KeyCard is verwijderd, kan de verlichting van de inschakeltoets en van de opening van de cd-speler knipperen. Hiervoor moet de instel­ling “LED” in het men u op “ON” zijn ingesteld.
Druk op toets MENU 8.Druk zo vaak op toets of 7 dat
“LED ON” resp . “LED OFF” op het dis­play verschijnt.
Druk op toets of 7 om te kiezen
tussen de instellingen aan (ON) en uit (OFF).
Druk op toets OK 5 of op toets MENU
8 om het menu te verlaten. De instel-
lingen worden bewaard.
124
Page 9
IN- EN UITSCHAKELENDIEFSTALBEVEILIGING
Radiopas-gegevens tonen
Met de geleverde KeyCard kunt u de gege­vens van de radiopas, zoals naam van het apparaat, typenummer (7 6...) en apparaat­nummer op het display laten weerge v en.
Druk op toets MENU 8.Druk zo vaak op toets of 7 dat
“READ KC” op het display v erschijnt.
Druk op toets 7.
Op het display verschijnen de gege v ens van de radiopas in de vorm van een lichtkrant.
Om het menu te verlaten:
Druk op toets OK 5 of op toets MENU
8 om het menu te verlaten. De instel-
lingen worden bewaard.
Onderhoud van de KeyCard
Probleemloos functioneren van de KeyCard is gewaarborgd wanneer de contacten vrij zijn van vreemde deeltjes. V ermijd directe aanra­king van de contacten met de huid.
Reinig de contacten van de KeyCard indien nodig met een in alcohol gedrenkte, vezel­vrije doek.
In- en uitschakelen
Om het apparaat in of uit te schakelen staan u diverse mogelijkheden ter beschikking.
In- en uitschakelen met toets 2
Om het apparaat in te schakelen drukt u
op toets 2.
Het apparaat wordt ingeschakeld.
Om het apparaat uit te schakelen houdt
u toets 2 langer dan twee seconden ingedrukt.
Het apparaat wordt uitgeschakeld.
In- en uitschakelen via het contactslot van de auto
Wanneer het apparaat correct met het con­tactslot van de auto is verbonden en het ap­paraat niet met toets 2 is uitgeschakeld, wordt het met het contact in- en uitgescha­keld.
U kunt het apparaat ook inschakelen wan­neer het contact is uitgeschakeld.
Druk hiervoor op toets 2.
Let op:
Ter beveiliging van de autoaccu wordt het apparaat bij uitgeschakeld contact na een uur automatisch uitgeschakeld.
DEUTSCH
ENGLISH
FRANÇAIS
ITALIANO
NEDERLANDS
SVENSKA
In- en uitschakelen met de KeyCard
U kunt de autoradio ook in- en uitschakelen door de KeyCard te plaatsen resp. te verwij­deren, mits het apparaat niet van tevoren is uitgeschakeld met toets 2. Lees voor het plaatsen en verwijderen van de KeyCard het gedeelte “Diefstalbe veiliging KeyCard”.
125
ESPAÑOL
PORTUGUÊS
Page 10
VOLUME
Volume instellen
Het volume kan in stappen van 0 (uit) tot 66 (maximaal) worden ingesteld.
Om het volume te vergroten draait u de
volumeregelaar naar rechts.
Om het volume te verkleinen draait u de
volumeregelaar naar links.
Volume bij inschakelen instellen
Het volume waarmee het apparaat speelt wanneer het wordt ingeschakeld, kan worden ingesteld.
Druk op toets MENU 8.Druk zo vaak op toets 7 dat “ON
VOL” op het display verschijnt.
Stel het volume bij inschakelen in met
-toetsen 7 of met de volumere-
de gelaar.
Wanneer u een v olume onder de waarde “1” instelt, verschijnt “LAST VOL” op het display. Dit betekent dat het volume dat u voor het uitschakelen gebruikte, bij het inschakelen opnieuw geactiveerd wordt.
Gevaar v oor ernstig letsel! Wanneer de waarde voor het inschakel­volume op het maximum is ingesteld, kan het volume bij het inschakelen zeer groot zijn.
Wanneer het v olume voor het uitscha­kelen op het maximum was ingesteld en de waarde voor het inschakelvolume op “LAST VOL” is ingesteld, kan het volume bij het inschakelen zeer groot zijn.
In beide gevallen kan ernstige gehoorbe­schadiging worden veroorzaakt!
Druk op toets OK 5 of op toets MENU
8 om het menu te verlaten. De instel-
lingen worden bewaard.
Geluidsonderdrukking (Mute)
U kunt het volume abrupt verkleinen (Mute).
Druk kort op toets 2.
Op het display verschijnt “MUTE”.
Geluidsonderdrukking (Mute) opheffen
Druk kort op toets 2.
of
draai de volumeregelaar 3.
Geluidsonderdrukking tijdens gebruik van de telefoon
Wanneer uw autoradio op een mobiele tele­foon is aangesloten, wordt het geluid v an de autoradio bij het opnemen van de telefoon onderdrukt. Hiervoor moet de telef oon op de in de inbouwhandleiding beschreven manier op de autoradio zijn aangesloten. Wanneer er tijdens een telef oongesprek een verkeersbericht wordt ontvangen en de voor­rang voor verkeersinformatie geactiveerd is, wordt het verkeersbericht weergege ven. Lees hiervoor het hoofdstuk “V erk eersinf ormatie”.
Volume voor de bevestigingstoon instellen
Wanneer u bij bepaalde functies een toets langer dan twee seconden ingedrukt houdt, bv. voor het opslaan van een zender onder een voorkeuzetoets, is een bevestigingssig­naal (pieptoon) te horen. Het volume van de pieptoon kan worden ingesteld.
Druk op toets MENU 8.Druk zo vaak op toets 7 dat “BEEP”
op het display verschijnt.
Stel het volume in met de -toetsen
7 of met de volumeregelaar. “0” bete­kent pieptoon uit, “9” betekent maximaal volume van de pieptoon.
Druk op toets OK 5 of op toets MENU
8 om het menu te verlaten. De instel-
lingen worden bewaard.
126
Page 11
KLANKKLEUR EN VOLUMEVERHOUDING
Klankkleur en volumeverhouding
Let op:
U kunt de instellingen voor bass, treble en loudness voor alle audiobronnen apart instel­len.
Bass instellen
Druk op toets AUD 9.
Op het display verschijnt “BASS”.
Druk op toets of 7 om de bass in
te stellen.
Wanneer het instellen v oltooid is:
Druk op toets AUD 9.
Treble instellen
Druk op toets AUD 9.
Op het display verschijnt “BASS”.
Druk zo vaak op toets of 7 dat
“TREBLE” op het display v erschijnt.
Druk op toets of 7 om de treble in
te stellen.
Wanneer het instellen v oltooid is:
Druk op toets AUD 9.
Loudness
Loudness betekent de versterking van de lage tonen bij een gering volume, in overeenstem­ming met het gehoor.
Druk op toets AUD 9.
Op het display verschijnt “BASS”.
Druk zo vaak op toets of 7 dat
“LOUD” op het display verschijnt.
Druk op de -toetsen 7 om de loud-
ness in te stellen. “LOUD OFF” betekent geen loudness, “LOUD 6” betekent maximale loudness-versterking.
Wanneer het instellen v oltooid is:
Druk op toets AUD 9.
Volumeverhouding rechts/links (balans) instellen
Om de balans in te stellen drukt u op
toets AUD 9.
Op het display verschijnt “BASS”.
Druk zo vaak op toets of 7 dat
“BAL” op het displa y verschijnt.
Druk op de -toetsen 7 om de volu-
meverhouding rechts/links in te stellen.
Wanneer het instellen v oltooid is:
Druk op toets AUD 9.
Volumeverhouding voor/achter (fader) instellen
Om de balans in te stellen drukt u op
toets AUD 9.
Op het display verschijnt “BASS”.
Druk zo vaak op toets of 7 dat
“F ADER” op het display verschijnt.
Druk op de -toetsen 7 om de volu-
meverhouding v oor/achter in te stellen.
Wanneer het instellen v oltooid is:
Druk op toets AUD 9.
TA-S OU ND
U kunt de instellingen voor klankkleur en vo­lumeverhouding apart instellen voor verkeers­informatie.
Houd de softkey 4 met de displa yaan-
duiding “TA” langer dan tw ee seconden ingedrukt.
“TA-SOUND” verschijnt op het displa y.
Druk zo vaak op toets of 7 dat de
gewenste parameter op het display ver­schijnt.
Voer de instellingen uit met toetsen
of 7.
Wanneer het instellen v oltooid is:
Druk op toets AUD 9.
DEUTSCH
ENGLISH
FRANÇAIS
ITALIANO
NEDERLANDS
SVENSKA
ESPAÑOL
PORTUGUÊS
127
Page 12
DISPLAY
Display instellen
U kunt het display aanpassen aan de inbouw­positie in uw auto en aan uw eigen wensen.
Afleeshoek instellen
Druk op toets MENU 8.Druk zo vaak op toets of 7 dat
“ANGLE” op het display verschijnt.
Stel de afleeshoek in met de toetsen
of 7.
Druk op toets OK 5 of op toets MENU
8 om het menu te verlaten. De instel-
lingen worden bewaard.
Helderheid van het display instellen
Wanneer uw autoradio is aangesloten zoals beschreven in de inbouwhandleiding, wordt de helderheid van het display samen met de rijverlichting omgeschakeld. De displayhelder­heid kan afzonderlijk voor dag en nacht wor­den ingesteld is stappen van 1-9.
Displayhelderheid dag
Druk op toets MENU 8.Druk zo vaak op toets of 7 dat
“DIM DAY” op het displa y verschijnt.
Stel de helderheid in met de toetsen
of 7.
Druk op toets OK 5 of op toets MENU
8 om het menu te verlaten. De instel-
lingen worden bewaard.
Displayhelderheid nacht
Druk op toets MENU 8.Druk zo vaak op toets of 7 dat
“DIM NGHT” op het display verschijnt.
Stel de helderheid in met de toetsen
of 7.
Druk op toets OK 5 of op toets MENU
8 om het menu te verlaten. De instel-
lingen worden bewaard.
128
Page 13
RADIOWEERGAVE
Radioweergave
Dit apparaat is uitgerust met een RDS-radio­ontvanger. V eel van de ontvangbare FM-z en­ders zenden een signaal uit dat naast het pro­gramma ook informatie zoals de naam van de zender en het programmatype (PTY) be­vat. De naam van de zender wordt, zodra deze kan worden ontvangen, op het display w eer­gegeven. Het programmatype kan naar wens worden weergegeven. Lees hiervoor het ge­deelte “Programmatype (PTY)”.
Radioweergave inschakelen
Wanneer het apparaat zich in een van de andere weergavesoorten bevindt:
Druk op toets TUNE >.
RDS-comfortfunctie (AF, REG)
De RDS-comfortfuncties AF (alternatieve fre­quentie) en REG (regionaal) vergroten het prestatiespectrum van uw autoradio (alleen bij FM-radioweergave).
AF: Wanneer de RDS-comfortfunctie
geactiveerd is, zoekt het apparaat op de achtergrond automatisch naar de als beste te ontvangen frequentie van de ingestelde zender.
REG: Sommige zenders verdelen hun
programma op bepaalde tijden in regio­nale programma’s met verschillende in­houd. Met de REG-functie wordt voorko­men dat de autoradio overschakelt op alternatieve frequenties met een andere programma-inhoud.
Let op:
REG moet apart in het menu worden geacti­veerd / gedeactiveerd.
RDS-comfortfunctie in- en uitschakelen
Om de RDS-comfortfuncties AF en REG te gebruiken:
Druk tijdens de radioweergave op toets
TUNE >.
Het radio-functiemenu wordt weergegeven op het display.
Druk op de softkey 4 met de displa y-
aanduiding “RDS”.
De RDS-comfortfuncties zijn actief wanneer RDS op het display wordt weergegeven. Bij het in- en uitschakelen van de RDS-comf ort­functies wordt kort “REG ON” resp. “REG OFF” weergege ven.
Om terug te keren naar het radio-basisme­nu:
Druk op toets TUNE > of wacht acht
seconden. De instellingen worden opge­slagen.
REG in- en uitschakelen
Om de REG-comfortfunctie te gebruiken:
Druk tijdens de radioweergave op toets
TUNE >.
Het radio-functiemenu wordt weergegeven op het display.
Druk op de softkey 4 met de displa y-
aanduiding “REG”.
Wanneer de REG-functie wordt in- resp. uit­geschakeld, wordt kort “REG ON” resp. “REG OFF” weergegeven op het display.
Om terug te keren naar het radio-basisme­nu:
Druk op toets TUNE > of wacht acht
seconden. De instellingen worden opge­slagen.
DEUTSCH
ENGLISH
FRANÇAIS
ITALIANO
NEDERLANDS
SVENSKA
ESPAÑOL
PORTUGUÊS
129
Page 14
RADIOWEERGAVE
Golfgebied / geheugenniveau kiezen
Met dit apparaat kunt u zenders van de fre­quentiebanden FM, alsmede MW en LW (AM) ontvangen. Voor het golfgebied FM zijn drie geheugenniveaus en voor de golfgebieden MW en LW elk één geheugenniv eau beschik­baar. Op elk geheugenniveau kunnen zes zenders worden geprogrammeerd.
FM-geheugenniveau kiezen
Om te wisselen tussen de FM-geheugenni­veaus:
Druk zo vaak op de softkey 4 met de
display-aanduiding “NEXT” dat het ge­wenste geheugenniveau op het displa y verschijnt.
De geheugenniveaus worden opgeroepen in de volgorde FM I, FM II en FMT.
Golfgebied kiezen
Om een golfgebied te kiezen uit FM, MW en LW:
Druk tijdens de radioweergave op toets
TUNE >.
Het radio-functiemenu wordt weergegev en op het display .
Druk zo vaak op de softkey 4 met de
display-aanduiding “BND” dat het ge­wenste golfgebied op het display v er­schijnt.
Om terug te keren naar het radio-basisme­nu:
Druk op toets TUNE > of wacht acht
seconden. De instellingen worden opge­slagen.
Zenders instellen
U hebt verschillende mogelijkheden om zen­ders in te stellen.
Automatische zoekafstemming
Druk op toets of 7.
De eerstvolgende ontvangbare zender w ordt ingesteld.
Handmatig afstemmen op zenders
U kunt ook handmatig zenders instellen.
Druk op de toetsen of 7.
Let op:
Er kunnen alleen met de hand zenders wor­den ingesteld wanneer de RDS-comfortfunc­tie gedeactiveerd is.
Bladeren in zenderketens (alleen FM)
Wanneer een z ender meerdere programma’s biedt, kunt u bladeren in deze zgn. “zender­keten”.
Druk op toets of 7 om naar de
volgende zender v an de z enderketen te gaan.
Let op:
Om deze functie te kunnen gebruiken moet de RDS-comfortfunctie geactiveerd zijn.
U kunt zo alleen wisselen tussen zenders die u al eerder hebt ontvangen. Gebruik hiervoor de Scan- of de Tra velstore-functie .
Gevoeligheid van de zoekafstemming instellen
U kunt kiezen of er alleen sterke of ook zwak­ke zenders worden ingesteld.
Druk op toets MENU 8.Druk zo vaak op toets of 7 dat
“FM-SENS” op het display w ordt w eer­gegeven.
Op het display wordt de actuele waarde v oor de gevoeligheid aangegeven. “SENS 6” be­tekent de hoogste gevoeligheid voor de ont­vangst van ver weg gelegen zenders, “SENS 1” is de geringste.
Stel de gewenste gevoeligheid in met
de -toetsen 7.
130
Page 15
RADIOWEERGAVE
Druk op toets OK 5 of op toets MENU
8 om het menu te verlaten. De instel-
lingen worden bewaard.
Zenders programmeren
Zenders handmatig programmeren
Kies het gewenste geheugenniveau FM
I, FM II, FMT of een van de golfgebie­den MW of LW.
Stel de gewenste zender in zoals be-
schreven onder “Zenders instellen”.
Houd de softkey 4 met de displa y-aan-
duiding “ST1” - “ST6” waaronder de zender moet worden opgeslagen, lan­ger dan twee seconden ingedrukt.
Zenders automatisch programmeren (Travelstore)
U kunt de zes sterkste zenders uit de regio automatisch programmeren (alleen FM). De zenders worden opgeslagen op geheugen­niveau FMT .
Let op:
Eerder op dit niveau geprogrammeerde zen­ders worden hierbij gewist.
Om de Tra v elstore-functie te gebruik en:
Druk tijdens de radioweergave op toets
TUNE >.
Het radio-functiemenu wordt weergegev en op het display .
Druk op de softkey 4 met de display-
aanduiding “TS”.
Het programmeren begint. Op het display verschijnt “T-STORE”. Wanneer de program­mering voltooid is, wordt de zender op ge­heugenpositie 1 van geheugenniveau FMT weergegev en.
Geprogrammeerde zenders oproepen
Kies het geheugenniveau resp. het golf-
gebied.
Druk op de softkey 4 met de displa y-
aanduiding “ST1” - “ST6” van de ge­wenste zender .
Zenders kort weergeven
Ontvangbare zenders kort weergeven (Radio Scan)
U kunt alle ontvangbare zenders kort laten weergev en. De duur v an het fragment kan in het menu worden ingesteld tussen 5 en 30 se­conden.
Radio Scan starten
Om Radio Scan te starten:
Druk tijdens de radioweergave op toets
TUNE >.
Het radio-functiemenu wordt weergegev en op het display .
Druk op de softkey 4 met de displa y-
aanduiding “SCA”.
Het scannen begint. “SCAN” wordt k ort weer­gegeven op het displa y, daarna verschijnt de actuele zendernaam resp. de frequentie knip­perend.
Geprogrammeerde zenders kort weergeven (Preset Scan)
U kunt alle op de geheugenniveaus gepro­grammeerde zenders die op dat moment ontvangbaar zijn, kort laten weergeven. De duur van het fragment kan in het menu wor­den ingesteld tussen 5 en 30 seconden.
Preset Scan starten
Om Preset Scan te starten:
Druk tijdens de radioweergave op toets
TUNE >.
Het radio-functiemenu wordt weergegev en op het display .
DEUTSCH
ENGLISH
FRANÇAIS
ITALIANO
NEDERLANDS
SVENSKA
ESPAÑOL
PORTUGUÊS
131
Page 16
RADIOWEERGAVE
Houd de softkey 4 met de display-
aanduiding “SCA” langer dan een se­conde ingedrukt.
Het scannen begint. “SCAN” wordt k ort weer­gegeven op het displa y . De geheugenniv eaus worden achter elkaar gescand, de weerge­geven geheugenpositie “ST1” - “ST6” wordt telkens invers weergege v en.
SCAN beëindigen, zender verder beluisteren
Druk opnieuw op de softkey 4 met de
display-aanduiding “SCA”.
Het scannen wordt beëindigd, de laatst weer­gegeven zender b lijft actief .
Duur van het fragment wijzigen (Scantime)
Druk op toets MENU 8.Druk zo vaak op toets of 7 dat
“SCANTIME” op het display verschijnt.
Stel de gewenste duur van het fragment
in met de toetsen
Druk op toets OK 5 of op toets MENU
8 om het menu te verlaten. De instel-
lingen worden opgeslagen.
Let op:
De ingestelde duur van het fragment geldt ook voor het scannen bij de weergave van cd, cassette, MiniDisc en cd-wisselaar (al naar gelang de uitrusting van de autoradio).
7.
Programmatype (PTY)
Naast de naam van de zender ge ven sommi­ge FM-zenders ook informatie door over het type van hun programma. Deze informatie kan door uw autoradio worden ontvangen en weergegev en.
Zulke programmatypes kunnen bv. zijn: CULTURE TRAVEL JAZZ SPORT NEWS POP ROCK CLASSICS Met de PTY -functie kunt u gericht zenders met
een bepaald programmatype kiezen.
PTY-EON
Wanneer het programmatype gek ozen en de zoekdoorloop gestart is, schakelt het appa­raat van de actuele zender over op een zen­der met het gekozen programmatype.
Let op:
Wanneer er geen z ender met het gekozen pro­grammatype wordt gevonden, is een pieptoon te horen en verschijnt op het display kort “NO PTY”. De als laatste ontvangen zender wordt opnieuw ingesteld.
Wanneer de ingestelde zender of een andere zender uit de zenderketen op een later tijdstip het gewenste programmatype uitzendt, scha­kelt het apparaat automatisch van de actuele zender , resp . vanuit de weerga v e v an cd, cas­sette, MiniDisc of cd-wisselaar , over op de z en­der met het gekozen programmatype.
PTY in- en uitschakelen
Om de PTY-functie te gebruiken:
Druk tijdens de radioweergave op toets
TUNE >.
Het radio-functiemenu wordt weergegev en op het display .
Druk op de softkey 4 met de displa y-
aanduiding “PTY”.
132
Page 17
RADIOWEERGAVE
Wanneer PTY wordt ingeschakeld geeft het display kort het gekozen programmatype weer. PTY is verlicht op het display.
Om terug te keren naar het radio-basisme­nu:
Druk op toets TUNE > of wacht acht
seconden. De instellingen worden opge­slagen.
Programmatype kiezen en zoekdoorloop starten
Druk op toets of 7.
Het actuele programmatype wordt weerge­geven op het display.
Wanneer u een ander programmatype wilt kiezen:
Druk zo vaak op of 7 dat het ge-
wenste programmatype verschijnt.
Of
Om een opgeslagen programmatype te
kiezen drukt u op een van de softkeys 4 met de display-aanduiding “ST1” ­“ST6”.
Het gekozen programmatype wordt k ort weer­gegeven. Om de zoekdoorloop te starten:
Druk op toets of 7.
De eerstvolgende zender met het gekozen programmatype wordt ingesteld.
Let op:
Wanneer geen zender met het gek ozen pro­grammatype wordt gev onden, is een pieptoon te horen en verschijnt op het display kort “NO PTY”. De laatst ontv angen zender wordt op­nieuw ingesteld.
Programmatype programmeren onder de voorkeuzetoetsen
Kies een programmatype met de toet-
of 7.
sen
Om een programmatype te programme-
ren houdt u een van de softkeys 4 met de display-aanduiding “ST1” - “ST6” lan­ger dan een seconde ingedrukt.
Het programmatype is geprogrammeerd on­der de gekozen voorkeuz etoets.
PTY-taal instellen
U kunt de taal instellen waarmee de program­matypes worden weergegeven.
Druk op toets MENU 8.Druk zo vaak op toets of 7 dat
“PTY LANG” op het display v erschijnt.
Druk op toets of 7 om te kiezen
uit de talen “DEUTSCH”, “ENGLISH” en “FRANCAIS”.
Druk op toets OK 5 of op toets MENU
8 om het menu te verlaten. De instel-
lingen worden bewaard.
Radio-ontvangst optimaliseren
Storingsafhankelijke demping van de hoge tonen (HICUT)
De HICUT-functie zorgt voor een geluidsver­betering bij slechte radio-ontvangst. Wanneer sprake is van ontv angststoringen worden de hoge tonen, en daarmee de storing, automa­tisch zachter weergegeven.
HICUT instellen
Druk op toets MENU 8.Druk zo vaak op toets of 7 dat
“HICUT” op het display v erschijnt.
Druk op toets of 7 om HICUT in
te stellen.
“HICUT 3” betekent de sterkste automatische afzwakking van de hoge tonen en de storing, “NO HICUT” betekent geen afzw akking.
DEUTSCH
ENGLISH
FRANÇAIS
ITALIANO
NEDERLANDS
SVENSKA
ESPAÑOL
PORTUGUÊS
133
Page 18
RADIOWEERGAVE
Druk op toets OK 5 of op toets MENU
8 om het menu te verlaten. De instel-
lingen worden bewaard.
Storingsafhankelijke wisseling van bandbreedte (SHARX)
Met de SHARX-functie hebt u de mogelijk­heid om storingen door aangrenzende zen­ders vergaand tegen te gaan. Schakel de SHARX-functie in bij een hoge zenderdicht­heid.
SHARX in- en uitschakelen
Druk op toets MENU 8.Druk zo vaak op toets of 7 dat
“SHARX” op het display v erschijnt.
Druk op toets of 7 om SHARX in
resp. uit te schak elen.
“SHARX ON” betekent automatische wisse­ling van bandbreedte, “NO SHARX” betekent geen omschakeling.
Druk op toets OK 5 of op toets MENU
8 om het menu te verlaten. De instel-
lingen worden bewaard.
Stereo/mono wisselen
Bij slechte ontvangst kunt u kiezen voor ra­dioweergave in mono . Het overschakelen v an stereo op mono gebeurt glijdend. Na het in­schakelen van de autoradio vindt weer ste­reoweergave plaats . De instelling v oor stereo/ mono wordt uitgevoerd in het men u.
Druk op toets MENU 8.Druk zo vaak op toets of 7 dat
“STEREO” resp . “MONO” op het display verschijnt.
Druk op toets of 7 om te kiezen
tussen stereo of mono.
Druk op toets OK 5 of op toets MENU
8 om het menu te verlaten. De instel-
lingen worden bewaard.
Wisselen van displayweergave
U kunt de weergegeven inf ormatie op het dis­play kiezen. Op de bovenste regel van het display (kopregel) kan worden gewisseld tus­sen weergave v an de zendernaam, frequen­tie en programmatype. Op de onderste regel van het display (DOT-veld) kunt u wisselen tussen de kloktijd en het geheugenniveau.
Kopregel wisselen
Druk zo vaak op toets DIS : dat op de
kopregel de gewenste soort informatie (zendernaam, frequentie of programma­type) verschijnt.
DOT-veld wisselen
Houd toets DIS : langer dan een se-
conde ingedrukt.
De displayweergav e wisselt tussen kloktijd en geheugenniveau.
134
Page 19
VERKEERSINFORMATIE
Verkeersinformatie
Dit apparaat is uitgerust met een RDS-EON­ontvanger . Onder EON (Enhanced Other Network) ver­staat men het doorgeven v an zenderinforma­tie binnen een keten van zenders . In het geval van een verkeersbericht (TA) wordt binnen de zenderketen automatisch overgeschakeld van een zender zonder ver­keersinformatie naar de desbetreffende z en­der met verkeersinformatie van de zender­keten. Na het verkeersbericht wordt het eerder be­luisterde programma weer ingeschakeld.
Voorrang voor verkeersinformatie in- en uitschakelen
Druk op de softkey 4 met de display-
aanduiding “T A”.
De voorrang voor verkeersinformatie is ge­activeerd wanneer op het displa y “TA” invers wordt weergegev en.
Let op:
U hoort een waarschuwingstoon:
wanneer u bij het beluisteren van een
zender met verkeersinformatie het uit­zendgebied daarvan verlaat;
wanneer u bij het beluisteren van een
cd, cassette of MiniDisc (al naar gelang de uitrusting van de autoradio) het uit­zendgebied van de zender verlaat en er bij de daarop volgende automatische zoekdoorloop geen nieuwe zender met verkeersinformatie wordt gev onden.
wanneer u van een zender met
verkeersinformatie wisselt naar een zender zonder verk eersinformatie.
Schakel dan ofwel de voorrang v oor verkeers­informatie uit of stel een zender met verkeers­informatie in.
Volume voor verkeersinformatie instellen
Druk op toets MENU 8.Druk zo vaak op toets of 7 dat
“TA V OLUME” wordt w eergege ven.
Stel het volume in met de -toetsen
7 of de volumeregelaar.
Druk op toets OK 5 of op toets MENU
8 om het menu te verlaten. De instel-
lingen worden bewaard.
DEUTSCH
ENGLISH
FRANÇAIS
ITALIANO
NEDERLANDS
SVENSKA
ESPAÑOL
PORTUGUÊS
135
Page 20
CASSETTEWEERGAVE
Cassetteweergave
Weergeven van cassettes
Wanneer er nog geen cassette in de
speler zit:
Druk op toets 1.
Het bedieningspaneel wordt naar voren toe geopend.
Schuif de cassette met de open zijde naar
rechts in de cassette-opening.
Sluit het bedieningspaneel.
De cassetteweergave begint met de kant die naar boven wijst (SIDE A).
Wanneer er al een cassette in de speler
zit:
Druk op toets CC <.
De cassette wordt weergegeven in de laatst gekozen looprichting.
Cassette verwijderen
Druk op toets 1.
Het bedieningspaneel wordt naar voren toe geopend.
Druk op toets op het geopende bedie-
ningspaneel.
De cassette wordt naar buiten geschoven.
Verwijder de cassette
of
plaats een nieuwe cassette.Sluit het bedieningspaneel.
Afspeelrichting wijzigen
Om te wisselen tussen de afspeelrichtingen SIDE A en SIDE B:
Druk op de softkey 4 met de display-
aanduiding “REV”.
Muziektitels overslaan (S-CPS)
Om de volgende of een verder gelegen titel te kiezen:
Druk een- of meermaals op toets 7
totdat het aantal titels dat moet worden overgeslagen op het display wordt weergegeven achter “CPS FF”.
Op het display verschijnt “CPS FF” en het aantal titels dat moet worden overgeslagen. De band wordt vooruitgespoeld tot de volgen­de resp. de desbetreffende v erderop gelegen titel.
Om een van de vorige titels te kiezen:
Druk een- of meermaals op toets 7
totdat het aantal titels dat moet worden overgeslagen op het display wordt weergegeven achter “CPS FR”.
Op het display verschijnt “CPS FR” en het aantal titels dat moet worden overgeslagen. De band wordt teruggespoeld tot het begin van de actuele, resp. desbetreffende verder naar voren gelegen titel.
Muziektitels herhaald afspelen
Druk op de softkey 4 met de display-
aanduiding “RPT”.
De actuele muziektitel wordt herhaald. Op het display verschijnt kort “RPT ON” en RPT wordt invers weergegeven. Bij het terugspoelen van de band aan het einde van de titel verschijnt “REWIND” op het display.
Om het herhalen van de titel te beëindigen:
Druk opnieuw op de softkey 4 met de
display-aanduiding “RPT”.
De weergave wordt normaal voortgezet. Op het display verschijnt kort „RPT OFF“.
Let op:
Aan het einde van de band wordt de afspeel­richting automatisch veranderd (Autorever­se).
136
Page 21
CASSETTEWEERGAVE
Alle muziektitels van een cassette kort weergeven (SCAN)
Druk op de softkey 4 met de display-
aanduiding “SCA”.
Alle muziektitels van de cassette worden in oplopende volgorde kort weergeven.
Om het kort weergeven te beëindigen:
Druk opnieuw op de softkey 4 met de
display-aanduiding “SCA”.
De actueel weergegeven titel wordt verder weergegeven.
Let op:
De duur van het fragment kan worden
ingesteld. Lees hiervoor het gedeelte “Duur van het fragment instellen” in het hoofdstuk “Radioweergave”.
Om de S-CPS-, RPT- en SCAN-functies
te kunnen gebruiken moet zich tussen de afzonderlijke titels van de cassette een pauze van minimaal drie seconden bevinden.
Wisselen van displayweergave
U kunt tijdens de cassetteweergave kiezen tussen verschillende weergavemodi:
Weergave van de verstreken speeltijd
(“ELAPSED”)
Weergave van de resterende speeltijd
(“REMAIN”)
Weergave van de bandteller
(“COUNTER”)
Weergave van de kloktijd (“CLOCK”).
Om te wisselen tussen de weergave-
modi drukt u zo vaak op DIS : dat de gewenste informatie op het display ver­schijnt.
Bandteller (counter) terugzetten op 0
Om de bandteller (counter) terug te zetten op 0:
Houd DIS : langer dan twee secon-
den ingedrukt.
Snelspoelen
Snel vooruitspoelen
Druk op toets 7.
Op het display verschijnt “FORWARD”.
Snel terugspoelen
Druk op toets 7.
Op het display verschijnt “REWIND”.
Snelspoelen beëindigen
Druk op OK 5 of op de tegenoverge-
stelde snelspoeltoets 7.
De weergave wordt voortgezet.
Let op:
Tijdens het snelspoelen kan de als laatste beluisterde radiozender worden weergege­ven. Hiervoor moet “Radiomonitor” ingescha­keld zijn.
Radiomonitor in- en uitschakelen
Druk op de softkey 4 met de display-
aanduiding “RM”.
Wanneer de radiomonitor is ingeschakeld, wordt “RM” invers weergegeven. De actuele toestand “RM ON” resp. “RM OFF” wordt bij het overschakelen kort op het display weer­gegeven.
DEUTSCH
ENGLISH
FRANÇAIS
ITALIANO
NEDERLANDS
SVENSKA
ESPAÑOL
PORTUGUÊS
137
Page 22
CASSETTEWEERGAVE
Lege gedeelten overslaan (Blankskip)
U kunt lege gedeelten die langer zijn dan tien seconden, automatisch laten overslaan. Hier­voor moet de Blankskip-functie geactiveerd zijn.
Blankskip in- en uitschakelen
Druk op de softkey 4 met de display-
aanduiding “BLS”.
Wanneer Blankskip is ingeschakeld, wordt “BLS” invers weergegeven. De actuele toe­stand “BLS ON” resp. “BLS OFF” wordt bij het overschakelen kort op het display weer­gegeven.
Bandsoort kiezen chrome / metal
U hebt de mogelijkheid om de bandsoort van de geplaatste cassette in te stellen. Om een optimale cassetteweergave te garanderen adviseren wij de bandsoort altijd in te stellen in overeenstemming met de gebruikte cas­sette.
Druk op toets MENU 8.Druk zo vaak op toets of 7 dat
“CC TAPE” op het display verschijnt.
Stel de bandsoort in met de toetsen
7.
Kies voor chrome- of metal-cassettes de in­stelling “MTL ON”, voor Fe-banden de instel­ling de instelling “MTL OFF”.
Druk op toets OK 5 of op toets MENU
8 om het menu te verlaten. De instel-
lingen worden bewaard.
Dolby* B-ruisonderdrukking
Wanneer u een met het Dolby B-procédé opgenomen cassette afspeelt, moet u de Dolby-functie inschakelen.
Druk op de softkey 4 met de display-
aanduiding “
Wanneer de Dolby-functie is ingeschakeld, wordt “
* Ruisonderdrukkingssysteem gefabriceerd onder licentie van Dolby Laboratories. Het woord Dolby en het symbool met de dubbele D zijn handels­merken van Dolby Laboratories.
” invers weergegeven.
”.
Verkeersinformatie tijdens cassetteweergave
Met de functie “TA” (voorrang voor verkeer­sinformatie) is het apparaat ook tijdens de cassetteweergave gereed voor de ontvangst van verkeersinformatie. In het geval van een verkeersbericht stopt de cassetteweergave en wordt de verkeersinformatie weergegeven. Lees hiervoor het hoofdstuk “Verkeersinfor­matie”.
138
Page 23
WEERGAVE VAN CD-WISSELAAR
Weergave van cd-wisselaar
Let op:
Informatie over de behandeling en het plaat­sen van cd’s en o ver de bediening van de cd­wisselaar vindt u in de gebruiksaanwijzing van de cd-wisselaar.
Weergave van cd-wisselaar starten
Druk op toets CDC =.
Het cd-wisselaar-menu wordt weergegev en, de cd-weergave wordt v oortgezet op de plaats waar deze werd onderbroken. Wanneer het magazijn uit de cd-wisselaar is gehaald en weer geplaatst is, begint de weergave met de eerste titel van de eerste cd die de cd­wisselaar herkent.
Cd kiezen
Om op- of neerwaarts naar een andere
cd te gaan, drukt u zo vaak op toets of 7 dat het nummer van de ge­wenste cd op het display v erschijnt.
Titels kiezen
Om op- of neerwaarts naar een andere
titel van de actuele cd te gaan, drukt u zo vaak op toets nummer van de gew enste titel op het display verschijnt.
Wanneer toets drukt, wordt de actuele titel opnieuw gestart.
Snelle zoekdoorloop (hoorbaar)
Voor een snelle zoekdoorloop achterwaarts resp. voorwaarts:
Houd een van de toetsen of 7 in-
gedrukt totdat de snelle zoekdoorloop achterwaarts resp. voorwaarts begint.
of 7 dat het
7 eenmaal wordt inge-
Wisselen van displayweergave
U kunt tijdens de weergave van cd-wisselaar kiezen tussen verschillende weergavemodi:
Weergav e van cd-nummer, titelnummer
en kloktijd
Weergav e van cd-nummer, titelnummer
en verstreken speeltijd
Weergav e van cd-naam en titelnummer
Om te wisselen tussen de weergavemo-
di drukt u zo vaak op toets DIS : dat de gewenste informatie op het display verschijnt.
Let op:
De weergave van een cd-naam is alleen mogelijk wanneer de geplaatste cd van een naam is voorzien. Lees hiervoor het gedeelte “Cd’s een naam ge ven”.
Losse titel of hele cd’s herhaald afspelen (REPEAT)
Druk op de softkey 4 met de displa y-
aanduiding “RPT”.
Op het display verschijnt k ort “RPT TRCK”.
Om de hele cd herhaald te laten afspe-
len drukt u opnieuw op de softkey 4 met de display-aanduiding “RPT”.
Op het display verschijnt k ort “RPT DISC”.
REPEAT beëindigen
Om het herhalen van de actuele titel resp. de actuele cd te beëindigen:
Druk zo vaak op de softkey 4 met de
display-aanduiding “RPT” dat “RPT OFF” kort op het display verschijnt.
DEUTSCH
ENGLISH
FRANÇAIS
ITALIANO
NEDERLANDS
SVENSKA
ESPAÑOL
PORTUGUÊS
139
Page 24
WEERGAVE VAN CD-WISSELAAR
Titels in willekeurige volgorde weergeven (MIX)
Om de titels van de actuele cd in willekeurige volgorde te laten weergeven:
Druk op de softkey 4 met de display-
aanduiding “MIX”. “MIX CD” verschijnt k ort op het display. Om alle titels van de actuele cd in willekeuri-
ge volgorde te laten weergev en:
Druk opnieuw op de softkey 4 met de
display-aanduiding “MIX”. Op het display verschijnt k ort “MIX MAG”.
Let op:
Bij de CDC A 08 en IDC A 09 worden alle cd’s en alle titels in willek eurige volgorde ge­kozen. Bij alle andere cd-wisselaars worden eerst alle titels van één cd in willekeurige volg­orde weergegeven, dan wordt de volgende cd in het magazijn afgespeeld.
MIX beëindigen
Druk zo vaak op de softkey 4 met de
display-aanduiding “MIX” dat “MIX OFF”
kort op het display verschijnt.
Alle titels van alle cd’s kort weergeven (SCAN)
Om alle titels van alle geplaatste cd’s in op­lopende volgorde kort te laten weergeven:
Druk op de softkey 4 met de display-
aanduiding “SCA”. Op het display verschijnt “SCAN”.
SCAN beëindigen
Om de korte weergave te beëindigen:
Druk opnieuw op de softkey 4 met de
display-aanduiding “SCA”. De actueel weergegeven titel wordt verder
weergegeven.
Let op:
De duur van het fragment kan worden inge­steld. Lees voor het instellen van de duur van het fragment het gedeelte “Duur van het frag­ment instellen” in het hoofdstuk “Radioweer­gave”.
Cd’s een naam geven
Om uw cd’s beter te kunnen herkennen kunt u met uw autoradio 99 cd’s een individuele naam geven. De namen mogen maximaal zeven tekens lang zijn. Wanneer u meer dan 99 namen probeert te geven, v erschijnt “FULL” op het display.
CD-naam invoeren / wijzigen
Druk op toets MENU 8.Kies met de toetsen / 7
“CDC NAME”.
Druk op toets of 7.
Het apparaat staat nu in de keuzemodus.
Kies de cd die u een naam wilt geven,
met de toetsen / 7.
Druk op toets of 7.
U komt in de Edit-modus. Wanneer de door u gekozen cd nog geen naam heeft, verschij­nen zeven liggende streepjes op het display .
De actuele invoerpositie knippert.
Kies met de toetsen / 7 uw te-
ken. Wanneer een positie vrij moet blij­ven, kiest u een liggend streepje.
Met toets of 7 wisselt u van in-
voerpositie.
Druk op toets OK 5 of op toets MENU
8 om het menu te verlaten. De instel-
lingen worden bewaard.
Cd-naam wissen
Beluister de cd waarvan de naam moet
worden gewist.
Druk op toets MENU 8.
140
Page 25
WEERGAVE VAN CD-WISSELAAR
Kies met de toetsen / 7
“UPDATE”.
Druk op toets 7.
Op het display verschijnt “CD CLR”, waarna de cd-naam wordt weergegeven.
Druk op toets OK 5 en houd deze in-
gedrukt. Na vier seconden verschijnt op het display
“DELETING”.
Laat de OK-toets 5 los.
De cd-naam is gewist.
Druk op toets MENU 8 of op toets OK
5.
Alle cd-namen wissen
Beluister een cd van de cd-wisselaar .Druk op toets MENU 8.Kies met de toetsen / 7
“UPDATE”.
Druk op toets 7.
Op het display verschijnt “CLR ALL”.
Druk op toets OK 5 en houd deze in-
gedrukt. Na vier seconden verschijnt op het display
“DELETING”.
Laat de OK-toets 5 los.
Alle cd-namen zijn gewist.
Druk op toets OK 5 of op toets MENU
8 om het menu te verlaten. De instel-
lingen worden bewaard.
Favoriete titels van een cd programmeren
U kunt met de functie TPM (Track Program Memory) uw favoriete titels voor telkens één
cd programmeren, opslaan en afspelen. U kunt de titels in elke gewenste volgorde pro­grammeren, de weergave vindt altijd in op­lopende volgorde plaats. Wanneer de weer­gave van de favoriete titels is ingeschakeld, worden alleen de vooraf geprogrammeerde titels afgespeeld van de cd die zich in de spe­ler bevindt. Voor de cd-weergave kunnen maximaal dertig cd’s met elk maximaal veer­tig titels worden geprogrammeerd.
Favoriete titels programmeren
Ga om uw favoriete titels van een cd te pro­grammeren als volgt te werk:
Kies de cd waarvan u uw favoriete titels
wilt programmeren bij de weergave van cd-wisselaar.
Kies uw eerste favoriete titel.Houd de softkey 4 met de displa y-aan-
duiding “TPM” langer dan seconde inge­drukt.
De titel is opgenomen in de lijst met favoriete titels voor deze cd.
Doe precies hetzelfde voor alle volgen-
de fav oriete titels van de cd.
Weergave van de favoriete titels in- en uitschakelen
Om de geprogrammeerde favoriete titels voor de geplaatste cd op te roepen resp. de weer­gave van de favoriete titels uit te schakelen:
Druk kort op de softkey 4 met de dis-
play-aanduiding “TPM”.
De actuele toestand voor TPM (“TPM ON” resp. “TPM OFF”) verschijnt kort op het dis­play. Wanneer de weergave van favoriete titels actief is, wordt “TPM” op het display invers weergegeven.
DEUTSCH
ENGLISH
FRANÇAIS
ITALIANO
NEDERLANDS
SVENSKA
ESPAÑOL
PORTUGUÊS
141
Page 26
KLOKTIJDWEERGAVE VAN CD-WISSELAAR
Titels wissen uit de lijst
Om losse titels te wissen uit de lijst van ge­programmeerde favoriete titels van een cd:
Schakel TPM in.Kies de te wissen titel.Houd de softkey 4 met de displa y-aan-
duiding “CLR” ca. twee seconden inge-
drukt. Op het display verschijnt kort “TRCK CLR”,
de titel is gewist uit het programma.
Lijst van favoriete titels voor een cd wissen
U kunt de gehele lijst met favoriete titels v oor een cd wissen. De cd waarvan de lijst met favoriete titels moet worden gewist, moet hier­voor worden weergegeven.
Schakel TPM in.Houd de softkey 4 met de displa y-aan-
duiding “CLR” ca. vijf seconden inge-
drukt. Op het display verschijnt kort “CD CLR”, het
programma is gewist.
Alle lijsten van favoriete titels uit het apparaat wissen
U kunt alle opgeslagen programma’s met f a­voriete titels voor alle cd’s wissen. Er moet hiervoor een cd geplaatst zijn waarvan de favoriete titels geprogrammeerd zijn.
Schakel TPM in.Houd de softkey 4 met de displa y-aan-
duiding “CLR” ca. acht seconden inge-
drukt. Op het display verschijnt kort “ALL CLR”, alle
programma’s zijn ge wist.
CLOCK - Kloktijd
Kloktijd instellen
De kloktijd kan automatisch worden ingesteld via het RDS-signaal. Indien u geen RDS-z en­der kunt ontvangen of de door u beluisterde RDS-zender deze functie niet ondersteunt, kunt u de kloktijd ook met de hand instellen.
Kloktijd automatisch laten instellen
Om de kloktijd automatisch te laten in-
stellen drukt u op toets MENU 8.
Druk zo vaak op toets of 7 dat
“CLK MAN” op het display verschijnt.
Wanneer “CLK AUTO” wordt weergegeven, is de automatische instelling van de kloktijd reeds geactiveerd.
Houd toets 7 ingedrukt totdat “CLK
AUTO” op het display verschijnt.
Druk op toets OK 5 of op toets MENU
8 om het menu te verlaten. De instel-
lingen worden bewaard.
Wanneer “CLK AUTO” is gekozen en er een zender met RDS-klokfunctie (RDS-CT) wordt ontvangen, wordt de klok automatisch inge­steld.
Kloktijd met de hand instellen
Om de kloktijd te laten instellen drukt u
op toets MENU 8.
Druk zo vaak op toets of 7 dat
“CLOCKSET” op het display verschijnt.
Druk op toets of 7.
De kloktijd verschijnt op het display. De uren knipperen en kunnen worden ingesteld.
Stel de uren in met de / -toetsen
7.
Wanneer de uren ingesteld zijn, drukt u
op toets 7.
De minuten knipperen.
142
Page 27
EQUALIZERKLOKTIJD
Stel de minuten in met de / -toet-
sen 7.
Druk op toets OK 5 of op toets MENU
8 om het menu te verlaten. De instel-
lingen worden bewaard.
Klokmodus 12/24 uur kiezen
Druk op toets MENU 8.Druk zo vaak op toets of dat “24 H
MODE” resp. “12 H MODE” op het dis-
play verschijnt.
Druk op toets of 7 om de modus
te wisselen.
Druk op toets OK 5 of op toets MENU
8 om het menu te verlaten. De instel-
lingen worden bewaard.
Kloktijd permanent laten weergeven wanneer het apparaat uitgeschakeld is
Om de kloktijd te laten weergeven terwijl
de radio is uitgeschakeld maar het con-
tact is ingeschakeld drukt u op toets
MENU 8.
Druk zo vaak op toets of 7 dat
“CLK OFF” resp . “CLK ON” op het dis-
play verschijnt.
Druk op toets of 7 om de weerga-
ve te wisselen tussen ON (aan) of OFF
(uit).
Druk op toets OK 5 of op toets MENU
8 om het menu te verlaten. De instel-
lingen worden bewaard.
Equalizer
Dit apparaat beschikt over een parametrische digitale equalizer. Parametrisch betekent in dit geval dat voor elk van de drie filters één frequentie individueel kan worden versterkt of afgezwakt (GAIN +8 tot -8).
De volgende filters staan ter beschikking:
LOW EQ 32 - 200 Hz
MID EQ 250- 1.600 Hz
HIGH EQ 2.000 - 12.500 Hz
Deze filters kunnen zonder meetapparatuur worden ingesteld. Zo kunnen de klankeigen­schappen in de auto doorslaggevend worden beïnvloed.
Aanwijzingen voor de instelling
Wij raden u aan om voor de instelling een bekende cd te gebruiken.
Zet vóór het instellen van de equalizer de in­stellingen voor klankkleur en volumeverhou­ding op nul en deactiveer de loudness. Lees hiervoor het hoofdstuk “Klankkleur en volu­meverhouding”.
Beluister een cassette, cd of MiniDisc
(al naar gelang de uitvoering van de au­toradio).
Beoordeel de klank naar uw eigen idee-
ën.
Lees nu in de “Hulptabel voor het instel-
len van de equalizer” de informatie on­der “Klankindruk”.
Stel de waarden voor de equalizer in z o-
als beschreven onder “Maatregel”.
DEUTSCH
ENGLISH
FRANÇAIS
ITALIANO
NEDERLANDS
SVENSKA
ESPAÑOL
Equalizer in- en uitschakelen
Om de equalizer in te schakelen drukt u
op toets DEQ 6.
“LOW EQ” verschijnt op het display.
Om de equalizer uit te schakelen houdt
u toets DEQ 6 ingedrukt totdat “DEQ OFF” kort wordt weergegev en.
143
PORTUGUÊS
Page 28
EQUALIZER
Equalizer instellen
Druk op toets DEQ 6.Kies het filter “LOW EQ”, “MID EQ” of
“HIGH EQ” met toets
of 7.
Om de frequentie te kiezen drukt u op
toets of 7.
Stel het niveau in met toets of 7.Om het volgende filter te kiezen drukt u
eerst op toets OK 5 en daarna op
of 7.
toets
Wanneer u alle instellingen hebt uitge-
voerd, drukt u op toets DEQ 6.
Kwaliteitsfactor voor het filter instellen
Druk op toets DEQ 6.Kies de instellingen voor de afzonderlij-
ke filters “LO-Q-FAC”, “MI-Q-FAC” of
“HI-Q-F A C” met toets
of 7.
Om de kwaliteitsfactor in te stellen drukt
u op toets
of 7.
Om het volgende filter te kiezen drukt u
eerst op toets OK 5 en daarna op
of 7.
toets
Wanneer u alle instellingen hebt uitge-
voerd, drukt u op toets DEQ 6.
Preset-klankinstelling kiezen
U kunt vooraf ingestelde klankinstellingen kie­zen voor de v olgende muziekgenres:
ROCK
DISCO
JAZZ
CLASSIC
VOCAL
Instellingen voor deze muziekstijlen zijn reeds vooraf geprogrammeerd.
Druk op toets DEQ 6.Kies “PRESET” met toets of 7.Om de preset-instelling te kiezen drukt
u op toets
of 7.
Druk op toets OK 5.Wanneer u alle instellingen hebt uitge-
voerd, drukt u op toets DEQ 6.
Niveau-aanduiding instellen
De niveauweergave (spectrometer) op uw display geeft tijdens het instellen korte tijd symbolisch het volume, de instellingen van de klankregeling en de instellingen van de equalizer weer.
Naast de instellingen kan de spectrometer het uitgangsniveau van de autoradio aange v en.
Spectrometer in- en uitschakelen
Druk op toets MENU 8.
Op het display verschijnt “MENU”.
Druk zo vaak op toets of 7 dat
“PEAK ON” resp. “PEAK OFF” op het display verschijnt.
Druk op toets of 7 om de spectro-
meter in resp. uit te schak elen.
Druk op toets OK 5 of op toets MENU
8 om het menu te verlaten. De instel-
lingen worden bewaard.
144
Page 29
Hulptabel voor het instellen van de equalizer
Klankindruk / probleem
Maatregel
EQUALIZER
Basweergav e te zw ak
Onzuivere bas Weergave dreunt Onaangename druk op de oren
Klank sterk op de voorgrond, agressief, geen stereo-effect
Doffe weergave Weinig transparantie Instrumenten zonder glans
Versterk de bas met filter: “LOW EQ” Frequentie: 50 tot 100 Hz Niveau: +4 tot +6
Zwak de lage middentonen af met filter: “LO W EQ”, “MID EQ” Frequentie: 125 tot 400 Hz Niveau: ca. -4
Zwak de middentonen af met filter: “MID EQ”, “HIGH EQ” Frequentie: 1 000 tot 2 500 Hz Niveau: -4 tot -6
Versterk het hogetonengebied met filter: “HIGH EQ” Frequentie: ca. 12 500 Hz Niveau: +2 tot +4
DEUTSCH
ENGLISH
FRANÇAIS
ITALIANO
NEDERLANDS
SVENSKA
145
ESPAÑOL
PORTUGUÊS
Page 30
TMCEXTERNE AUDIOBRONNEN
Externe audiobronnen
U kunt in plaats van de cd-wisselaar nog een andere externe audiobron met Line-uitgang aansluiten. Zulke bronnen kunnen bv. een draagbare cd-speler, MiniDisc-speler of MP3­speler zijn. In het menu moet de AUX-ingang worden in­geschakeld. Wanneer u een externe audiobron wilt aan­sluiten, hebt u een adapterkabel nodig. Deze kabel is verkrijgbaar bij de Blaupunkt-vakhan­del.
AUX-ingang in- en uitschakelen
Druk op toets MENU 8.Druk zo vaak op toets 7 dat “AUX
OFF” resp . “A UX ON” op het display ver-
schijnt. Wanneer “AUX ON” verschijnt, is de ingang
reeds ingeschakeld.
Druk op toets of 7 om AUX in
resp. uit te schak elen.
Druk op toets OK 5 of op toets MENU
8 om het menu te verlaten. De instel-
lingen worden bewaard.
TMC voor dynamische navigatiesystemen
TMC betekent “Traffic Message Channel”. Via TMC wordt verkeersinformatie digitaal door­gegeven, waarna deze door hiervoor geschik­te navigatiesystemen voor de routeplanning kan worden gebruikt. Uw autoradio beschikt over een TMC-uitgang waarop Blaupunkt­navigatiesystemen kunnen worden aangeslo­ten. Welke navigatiesystemen kunnen wor­den gebruikt, kunt u navragen bij uw Blau­punkt-vakhandel.
Wanneer een na vigatiesysteem is aangeslo­ten en een TMC-zender w ordt ontvangen, licht TMC op op het display.
Let op:
Wanneer de A UX-ingang is ingeschakeld, kan deze met toets CDC = worden gekozen.
146
Page 31
TECHNISCHE GEGEVENSVOORVERSTERKER/SUBOUT
Voorversterker / subout
U kunt via de desbetreffende aansluitingen van de autoradio externe v oorversterkers en een subwoofer aansluiten. Wij adviseren het gebruik van op uw radio afgestemde producten uit de Blaupunkt- of Velocity-productlijn.
Inschakelvertraging voor externe voorversterker
U kunt een inschakelvertraging instellen voor op de pre-amp out-aansluiting aangesloten versterkers. De maximale vertraging bedraagt vier seconden.
Druk op toets MENU 8.Druk zo vaak op toets of 7 dat
“AMP DLAY” op het display verschijnt.
Druk op toets of 7 om de inscha-
kelvertraging in te stellen. “DLAY OFF” betekent geen inschakelvertra-
ging, “DELAY 1” t/m “DELAY 4” staat voor de vertragingstijd in seconden.
Druk op toets OK 5 of op toets MENU
8 om het menu te verlaten. De instel-
lingen worden bewaard.
Technische gegevens
Versterker
Uitgangsvermogen: 4 x 25 Watt sinus vol-
gens DIN 45 324 bij 14,4 V 4 x 45 W att max. power
Tuner
Golfgebieden: FM : 87,5 – 108 MHz MW : 531 – 1 602 kHz LW : 153 – 279 kHz
FM - frequentiebereik:
30 - 15 000 Hz
Cassette
Frequentiebereik: 30 - 20 000 Hz
Cd
Frequentiebereik: 20 - 20 000 Hz
Pre-amp Out
Vier kanalen: 4 V
DEUTSCH
ENGLISH
FRANÇAIS
ITALIANO
NEDERLANDS
SVENSKA
AUX-ingang
Ingangsimpedantie: 1,2 V / 10 k
Wijzigingen voorbehouden!
ESPAÑOL
PORTUGUÊS
147
Page 32
GARANTIE
Garantie
De omvang van de garantie richt zich naar de wettelijke bepalingen binnen het land waar het apparaat is gekocht.
Mocht het apparaat gebreken vertonen, kunt u zich met de aankoopbon wenden tot uw dealer.
Ongeacht de wettelijke bepalingen geeft Blaupunkt twaalf maanden fabrieksgarantie op productiefouten. Schade door slijtage, oneigenlijk of commercieel gebruik is uitge­zonderd van deze garantie. Om gebruikt te maken van de door Blaupunkt verschafte fa­brieksgarantie kunt u het apparaat met de aankoopbon opsturen aan de centrale klan­tenservice van Blaupunkt in uw land. Het dichtstbijzijnde adres is te verkrijgen bij de telefoon-hotline op de achterzijde van dit boekje. Blaupunkt behoudt zich het recht voor verbeteringen uit te voeren of een vervan­gend exemplaar te leveren.
148
Page 33
Service-Nummern / Service numbers / Numéros du service après­vente / Numeri del servizio di assistenza / Servicenummers / Telefonnummer för service / Números de servicio / Número de serviço
Country: Phone: Fax: WWW:
Germany (D) 0180-5000225 05121-49 4002 http://www.blaupunkt.com
Austria (A) 01-610 390 01-610 393 91 Belgium (B) 02-525 5454 02-525 5263 Denmark (DK) 44 898 360 44-898 644 Finland (FIN) 09-435 991 09-435 99236 France (F) 01-4010 7007 01-4010 7320 Great Britain (GB) 01-89583 8880 01-89583 8394 Greece (GR) 0800-550 6550 01-576 9473 Ireland (IRL) 01-4149400 01-4598830 Italy (I) 02-369 6331 02-369 6464 Luxembourg (L) 40 4078 40 2085 Netherland (NL) 023-565 6348 023-565 6331 Norway (N) 66-817 000 66-817 157 Portugal (P) 01-2185 00144 01-2185 11111 Spain (E) 902-120234 916-467952 Sweden (S) 08-7501500 08-7501810 Switzerland (CH) 01-8471644 01-8471650
Czech. Rep. (CZ) 02-6130 0441 02-6130 0514 Hungary (H) 01-333 9575 01-324 8756 Poland (PL) 0800-118922 022-8771260
Turkey (TR) 0212-3350677 0212-3460040
DEUTSCH
ENGLISH
FRANÇAIS
ITALIANO
NEDERLANDS
SVENSKA
USA (USA) 800-2662528 708-6817188
Brasil (Mercosur) (BR) +55-19 3745 2769 +55-19 3745 2773 Malaysia (Asia Pacific)(MAL) +604-6382 474 +604-6413 640
Blaupunkt GmbH
04/01 TR O K7/VKD 8 622 402 873
ESPAÑOL
PORTUGUÊS
33
Loading...