Blaupunkt MNCHEN CD 43 User Manual [nl]

Gebruiksaanwijzing
München CD 43
1
6 8
4
m
1
5
2
9
a b
hjkl
7 14
24
g d
2223
9
i e
93
21 20
a
c
f
d
1110
12
13
19
15
16 17
18
2 RADIO
4
3
Inhoud
Belangrijke opmerkingen
Belangrijke opmerkingen ............ 54
Wenken voor de verkeersveiligheid... 54
Aansluiting ......................................... 54
Telefoonaansluiting ........................... 54
DSC (Direct Software Control) .......... 55
KeyCard............................................. 55
Beknopte gebruiksaanwijzing..... 55
Klankregeling ........................................ 55
Radiogebruik......................................... 56
CD-gebruik............................................ 57
Bediening...................................... 59
Loudness ........................................... 59
Radiogebruik......................................... 59
Golfbereik kiezen............................... 59
Afstemmen op een zender ................ 59
Programmeren van een zender......... 60
Overschakelen op Mono.................... 60
Omschakeling zoekloopgevoeligheid 61
CD-gebruik............................................ 61
CD inleggen....................................... 61
CD uitnemen...................................... 61
Titels kiezen....................................... 61
Titels kiezen en programmeren met
TPM ................................................... 61
TPM-titelprogrammering.................... 62
CD-weergave met TPM ..................... 62
TPM-programmering wissen ............. 62
TPM-programmering wissen met
DSC ................................................... 62
CD-weergave met SCAN................... 63
CD-weergave met MIX ...................... 63
Verkeersinformatie (ARI) ...................... 63
Voorrang verkeersinfo inschakelen ... 63
Waarschuwingstoon .......................... 63
Waarschuwingstoon uitschakelen ..... 64
Instellen volume voor verkeersinfo
en waarschuwingstoon ...................... 64
Verkeersinfo bij CD-gebruik............... 64
Automatisch zoeken naar alter-
natieve verkeersinfo-zender .............. 64
Instellen basiskleur display ................... 64
BEEP
(korte pieptoon na toetsbediening) ....... 65
Beveiliging tegen diefstal ...................... 65
Waarschuwings-LED codetoestel...... 65
Aanhang........................................ 66
Technische gegevens ........................... 66
Wat te doen bij storing? ........................ 66
Wenken voor de verkeersveiligheid
Let als voertuigbestuurder altijd goed op de verkeerssituatie. Gebruik uw autoradio zó, dat u alert op de verkeerssituatie kunt blijven reageren. Het is raadzaam om onder moeilijke ver­keersomstandigheden uw toestel niet te be­dienen. Onoplettendheid tijdens het rijden dient beslist te worden vermeden. Weest u zich bewust van uw snelheid (50 km per uur is al bijna 14 meter per sec.). Houd bij de volume-instelling van uw toestel rekening met de hoorbaarheid van buitenge­luiden: een waarschuwingssignaal moet hoor­baar blijven om tijdig te kunnen reageren.
Aansluiting
Lees, wanneer u de installatie zelf inbouwt of uitbreidt, eerst de meegeleverde inbouw- en aansluitinstructies goed door!
Telefoonaansluiting
Heeft u autotelefoon, dan kan de radio/CD­weergave voor het telefoneren automatisch stomgeschakeld worden. Hiervoor moet de autotelefoon op de juiste wijze op het toestel zijn aangesloten. Zie aansluitinstructie.
54
DSC (Direct Software Control) Dankzij DSC kunt u bij dit toestel apart instel­len en programmeren (zie bedieninstructies):
– basiskleur display – zenderzoekloopgevoeligheid – loudness – volume van verkeersmededelingen
en waarschuwingstoon
– Aan/Uit BEEP
(korte pieptoon bij indrukken toets langer dan 2 sec.)
– TPM-Update
(CD-titelprogrammering actualiseren)
Waarschuwings-LED codetoestel
KeyCard
Het toestel kan alleen met een KeyCard waarvan de code in het toestel is opgesla­gen, in gebruik genomen worden. De radio met knop 1 aanzetten en de Key­Card inschuiven (fig. 4). Het toestel kan nu gebruikt worden. Wordt een vreemde KeyCard ingeschoven, dan toont het display “----“. Na 10 sec. meldt het display “CARD“ (knip­pert). Bedien het toestel in dat geval pas verder nadat u het stukje “Beveiliging tegen diefstal” heeft gelezen.
Trek de KeyCard nooit zo uit het toestel! Om de KeyCard uit het toestel te nemen,
drukt u hem licht in. De KeyCard wordt vervolgens automatisch in de uitneempo­sitie getransporteerd waarna u hem kunt uitnemen.
Wend u ingeval van verlies of beschadiging van uw KeyCard tot een geautoriseerde Blau­punkt Autoradio-Servicedienst (autoradiopas en aankoopbescheiden meenemen). De adressen van deze servicediensten vindt u o.a. in het met uw toestel meegeleverde document “Blaupunkt Autoradio-Service”. Bij twijfel over de servicedienst het dichtst bij u in de buurt kunt u contact opnemen met Robert Bosch B.V. te Amsterdam (tel. 020-5800886). Voor beide KeyCards kunnen apart worden geprogrammeerd: instelling van lage (BASS) en hoge (TREB­LE) tonen, balans en fader, zenderprogram­mering op de toetsen, volume van ARI-ver­keersinfo en loudness. Bovendien wordt de laatste instelling onthou­den (voor golfbereik, zender, voorrang ARI­verkeersinfo, zoekloopgevoeligheid lo/dx). Zo staan u na het inbrengen van uw KeyCard weer uw eigen basisinstellingen ter beschik­king.
Beknopte gebruiksaanwijzing
Navolgende beknopte gebruiksaanwijzing bestaat uit drie delen:
Klankregeling Radiogebruik CD-gebruik
Bij toetsen met meer dan een functie worden deze functies apart beschreven. Voor func­ties die nadere uitleg behoeven: zie “Be­diening“.
Klankregeling
De klankregeling is voor beide KeyCards apart instelbaar.
1 Volumeregelaar
3 BASS – (lage tonenregeling)
Tuimelschakelaar indrukken. Display toont cijfer -7 t/m +7. Met tuimelschakelaar << >> G lage tonenweergave instellen.
4 TREB – (hoge tonenregeling)
Tuimelschakelaar indrukken. Display toont cijfer -6 t/m +6. Met tuimelschakelaar << >> G hoge tonenweergave instellen.
DEUTSCH
ENGLISH
FRANÇAIS
ITALIANO
NEDERLANDS
SVENSKA
ESPAOL
55
PORTUGUES
5 LD – (loudness)
Voor versterken lage tonen bij gering volume. Loudness is ingeschakeld, wanneer display 9 g “LD“ meldt.
6 GEO – (balans/fader-regeling)
Tuimelschakelaar indrukken. Display meldt “B“ (balans) of “F“ (fa­der), en cijfer -9 t/m +9. Voor wijzigen instelling: binnen 8 sec. tuimelschake­laar F resp. G indrukken: balans (volume links/rechts) met tuimel­schakelaar << >> G, fader (volume voor/achter) met tuimel-
schakelaar U beëindigt de functies 3, 4, 6 door dezelfde toets nogmaals in te drukken. Ca. 8 sec. na de laatste instelhandeling toont het display automatisch weer radio-/CD-functies.
7 DSC – Direct Software Control
Onder “Bediening“ vindt u de diverse
met DSC programmeerbare standaard-
instellingen: basiskleur display,
zoekloopgevoeligheid zenderzoeken,
loudness, BEEP (korte pieptoon na
toetsbediening) en volume verkeersme-
dedelingen en volume waarschuwings-
toon.
/ F.
Radiogebruik
2 SCAN
voor het kiezen van één van de zen­ders op het ingeschakelde golfbereik. Wanneer u deze toets indrukt, zoekt de zenderzoekloop na elkaar alle zenders op, die ontvangen kunnen worden en worden deze kort ten gehore gebracht. Wilt u de zender die u hoort, verder beluisteren, beëindig dan het zender­zoeken door de SCAN-toets nogmaals in te drukken.
8 lo (zoekloopgevoeligheid)
voor het omschakelen van de zender­zoekloopgevoeligheid. lo 9 h – normaal gevoelig (zoekloop stopt alleen bij sterke zen­ders; bij stereo-zenders volgt stereo­weergave). dx 9 h – zeer gevoelig (zoekloop stopt ook bij zwakke zen­ders; bij stereo-zenders volgt stereo­weergave). Omdat ontvangstcondities per regio kunnen verschillen, kan het nuttig zijn met DSC de standaardinstelling van zoekloopgevoeligheid anders te pro­grammeren (zie: “Omschakeling zoekloopgevoeligheid“).
Met de lo-toets kan men ook tussen mono en stereo omschakelen. Houdt de toets hiervoor langer dan 2 sec. in­gedrukt. Het display 9 m toont bij stereo het stereo-symbool.
9 Display – indicaties
a) frequentie, code b) ARI-identificatie (ontvangst ARI-
zender) d) ARI – voorrang ARI-verkeersinfo g) LD – loudness h) lo, dx (zoekloopgevoeligheid) j) FM-geheugenbereiken (I-III of T) k) zendertoetsen (1-5) l) golfbereiken (U (FM), M, L)
(stereo-symbool)
m)
;, <, =, >, @
Zendertoetsen 1, 2, 3, 4, 5
Om een zender op een voorkeuzetoets vast te leggen, houdt u de desbetref­fende zendertoets ingedrukt totdat de stomschakeling weer is opgeheven. Om een voorkeuzezender te kiezen, drukt u de desbetreffende toets kort in. Voor KeyCard 1 kunnen andere zen­ders worden geprogrammeerd dan voor KeyCard 2.
56
Loading...
+ 11 hidden pages