Blaupunkt MNCHEN CD 43 User Manual [nl]

Gebruiksaanwijzing
München CD 43
1
6 8
4
m
1
5
2
9
a b
hjkl
7 14
24
g d
2223
9
i e
93
21 20
a
c
f
d
1110
12
13
19
15
16 17
18
2 RADIO
4
3
Inhoud
Belangrijke opmerkingen
Belangrijke opmerkingen ............ 54
Wenken voor de verkeersveiligheid... 54
Aansluiting ......................................... 54
Telefoonaansluiting ........................... 54
DSC (Direct Software Control) .......... 55
KeyCard............................................. 55
Beknopte gebruiksaanwijzing..... 55
Klankregeling ........................................ 55
Radiogebruik......................................... 56
CD-gebruik............................................ 57
Bediening...................................... 59
Loudness ........................................... 59
Radiogebruik......................................... 59
Golfbereik kiezen............................... 59
Afstemmen op een zender ................ 59
Programmeren van een zender......... 60
Overschakelen op Mono.................... 60
Omschakeling zoekloopgevoeligheid 61
CD-gebruik............................................ 61
CD inleggen....................................... 61
CD uitnemen...................................... 61
Titels kiezen....................................... 61
Titels kiezen en programmeren met
TPM ................................................... 61
TPM-titelprogrammering.................... 62
CD-weergave met TPM ..................... 62
TPM-programmering wissen ............. 62
TPM-programmering wissen met
DSC ................................................... 62
CD-weergave met SCAN................... 63
CD-weergave met MIX ...................... 63
Verkeersinformatie (ARI) ...................... 63
Voorrang verkeersinfo inschakelen ... 63
Waarschuwingstoon .......................... 63
Waarschuwingstoon uitschakelen ..... 64
Instellen volume voor verkeersinfo
en waarschuwingstoon ...................... 64
Verkeersinfo bij CD-gebruik............... 64
Automatisch zoeken naar alter-
natieve verkeersinfo-zender .............. 64
Instellen basiskleur display ................... 64
BEEP
(korte pieptoon na toetsbediening) ....... 65
Beveiliging tegen diefstal ...................... 65
Waarschuwings-LED codetoestel...... 65
Aanhang........................................ 66
Technische gegevens ........................... 66
Wat te doen bij storing? ........................ 66
Wenken voor de verkeersveiligheid
Let als voertuigbestuurder altijd goed op de verkeerssituatie. Gebruik uw autoradio zó, dat u alert op de verkeerssituatie kunt blijven reageren. Het is raadzaam om onder moeilijke ver­keersomstandigheden uw toestel niet te be­dienen. Onoplettendheid tijdens het rijden dient beslist te worden vermeden. Weest u zich bewust van uw snelheid (50 km per uur is al bijna 14 meter per sec.). Houd bij de volume-instelling van uw toestel rekening met de hoorbaarheid van buitenge­luiden: een waarschuwingssignaal moet hoor­baar blijven om tijdig te kunnen reageren.
Aansluiting
Lees, wanneer u de installatie zelf inbouwt of uitbreidt, eerst de meegeleverde inbouw- en aansluitinstructies goed door!
Telefoonaansluiting
Heeft u autotelefoon, dan kan de radio/CD­weergave voor het telefoneren automatisch stomgeschakeld worden. Hiervoor moet de autotelefoon op de juiste wijze op het toestel zijn aangesloten. Zie aansluitinstructie.
54
DSC (Direct Software Control) Dankzij DSC kunt u bij dit toestel apart instel­len en programmeren (zie bedieninstructies):
– basiskleur display – zenderzoekloopgevoeligheid – loudness – volume van verkeersmededelingen
en waarschuwingstoon
– Aan/Uit BEEP
(korte pieptoon bij indrukken toets langer dan 2 sec.)
– TPM-Update
(CD-titelprogrammering actualiseren)
Waarschuwings-LED codetoestel
KeyCard
Het toestel kan alleen met een KeyCard waarvan de code in het toestel is opgesla­gen, in gebruik genomen worden. De radio met knop 1 aanzetten en de Key­Card inschuiven (fig. 4). Het toestel kan nu gebruikt worden. Wordt een vreemde KeyCard ingeschoven, dan toont het display “----“. Na 10 sec. meldt het display “CARD“ (knip­pert). Bedien het toestel in dat geval pas verder nadat u het stukje “Beveiliging tegen diefstal” heeft gelezen.
Trek de KeyCard nooit zo uit het toestel! Om de KeyCard uit het toestel te nemen,
drukt u hem licht in. De KeyCard wordt vervolgens automatisch in de uitneempo­sitie getransporteerd waarna u hem kunt uitnemen.
Wend u ingeval van verlies of beschadiging van uw KeyCard tot een geautoriseerde Blau­punkt Autoradio-Servicedienst (autoradiopas en aankoopbescheiden meenemen). De adressen van deze servicediensten vindt u o.a. in het met uw toestel meegeleverde document “Blaupunkt Autoradio-Service”. Bij twijfel over de servicedienst het dichtst bij u in de buurt kunt u contact opnemen met Robert Bosch B.V. te Amsterdam (tel. 020-5800886). Voor beide KeyCards kunnen apart worden geprogrammeerd: instelling van lage (BASS) en hoge (TREB­LE) tonen, balans en fader, zenderprogram­mering op de toetsen, volume van ARI-ver­keersinfo en loudness. Bovendien wordt de laatste instelling onthou­den (voor golfbereik, zender, voorrang ARI­verkeersinfo, zoekloopgevoeligheid lo/dx). Zo staan u na het inbrengen van uw KeyCard weer uw eigen basisinstellingen ter beschik­king.
Beknopte gebruiksaanwijzing
Navolgende beknopte gebruiksaanwijzing bestaat uit drie delen:
Klankregeling Radiogebruik CD-gebruik
Bij toetsen met meer dan een functie worden deze functies apart beschreven. Voor func­ties die nadere uitleg behoeven: zie “Be­diening“.
Klankregeling
De klankregeling is voor beide KeyCards apart instelbaar.
1 Volumeregelaar
3 BASS – (lage tonenregeling)
Tuimelschakelaar indrukken. Display toont cijfer -7 t/m +7. Met tuimelschakelaar << >> G lage tonenweergave instellen.
4 TREB – (hoge tonenregeling)
Tuimelschakelaar indrukken. Display toont cijfer -6 t/m +6. Met tuimelschakelaar << >> G hoge tonenweergave instellen.
DEUTSCH
ENGLISH
FRANÇAIS
ITALIANO
NEDERLANDS
SVENSKA
ESPAOL
55
PORTUGUES
5 LD – (loudness)
Voor versterken lage tonen bij gering volume. Loudness is ingeschakeld, wanneer display 9 g “LD“ meldt.
6 GEO – (balans/fader-regeling)
Tuimelschakelaar indrukken. Display meldt “B“ (balans) of “F“ (fa­der), en cijfer -9 t/m +9. Voor wijzigen instelling: binnen 8 sec. tuimelschake­laar F resp. G indrukken: balans (volume links/rechts) met tuimel­schakelaar << >> G, fader (volume voor/achter) met tuimel-
schakelaar U beëindigt de functies 3, 4, 6 door dezelfde toets nogmaals in te drukken. Ca. 8 sec. na de laatste instelhandeling toont het display automatisch weer radio-/CD-functies.
7 DSC – Direct Software Control
Onder “Bediening“ vindt u de diverse
met DSC programmeerbare standaard-
instellingen: basiskleur display,
zoekloopgevoeligheid zenderzoeken,
loudness, BEEP (korte pieptoon na
toetsbediening) en volume verkeersme-
dedelingen en volume waarschuwings-
toon.
/ F.
Radiogebruik
2 SCAN
voor het kiezen van één van de zen­ders op het ingeschakelde golfbereik. Wanneer u deze toets indrukt, zoekt de zenderzoekloop na elkaar alle zenders op, die ontvangen kunnen worden en worden deze kort ten gehore gebracht. Wilt u de zender die u hoort, verder beluisteren, beëindig dan het zender­zoeken door de SCAN-toets nogmaals in te drukken.
8 lo (zoekloopgevoeligheid)
voor het omschakelen van de zender­zoekloopgevoeligheid. lo 9 h – normaal gevoelig (zoekloop stopt alleen bij sterke zen­ders; bij stereo-zenders volgt stereo­weergave). dx 9 h – zeer gevoelig (zoekloop stopt ook bij zwakke zen­ders; bij stereo-zenders volgt stereo­weergave). Omdat ontvangstcondities per regio kunnen verschillen, kan het nuttig zijn met DSC de standaardinstelling van zoekloopgevoeligheid anders te pro­grammeren (zie: “Omschakeling zoekloopgevoeligheid“).
Met de lo-toets kan men ook tussen mono en stereo omschakelen. Houdt de toets hiervoor langer dan 2 sec. in­gedrukt. Het display 9 m toont bij stereo het stereo-symbool.
9 Display – indicaties
a) frequentie, code b) ARI-identificatie (ontvangst ARI-
zender) d) ARI – voorrang ARI-verkeersinfo g) LD – loudness h) lo, dx (zoekloopgevoeligheid) j) FM-geheugenbereiken (I-III of T) k) zendertoetsen (1-5) l) golfbereiken (U (FM), M, L)
(stereo-symbool)
m)
;, <, =, >, @
Zendertoetsen 1, 2, 3, 4, 5
Om een zender op een voorkeuzetoets vast te leggen, houdt u de desbetref­fende zendertoets ingedrukt totdat de stomschakeling weer is opgeheven. Om een voorkeuzezender te kiezen, drukt u de desbetreffende toets kort in. Voor KeyCard 1 kunnen andere zen­ders worden geprogrammeerd dan voor KeyCard 2.
56
A PS – Preset Station Scan
voor het na elkaar kort (elk 8 sec.) be­luisteren van alle op alle geheugennivo’s vastgelegde zenders. U schakelt de functie weer Uit door de toets nogmaals in te drukken.
B M•L
voor kiezen van golfbereiken: MG 531 - 1602 kHz en LG 153 - 279 kHz.
C ARI
voor Aan/Uit-schakelen ARI-functie. Is ARI ingeschakeld, dan toont het dis­play “ARI“ 9 d en worden uitsluitend verkeersinfo-zenders ontvangen op de FM (87,5 - 108 MHz). De verkeersinfo- en waarschuwingsau­tomatiek zijn standby.
D FM•T
Met deze toets stemt u af op de FM resp. schakelt u om tussen een van de drie FM-geheugennivo’s I-III en T (Tra­velstore). Op elk geheugennivo kunt u op iedere zendertoets ;, <, =, >, @ een FM-zender vastleggen.
F Zoeklooptuimelschakelaar – zender-
keuze
G Tuimelschakelaar << >> voor zen-
derafstemming met de hand
CD-gebruik
2 SCAN
voor het kort laten weergeven van CD­titels. U kunt de functie Aan/Uit-schakelen door de knop in te drukken. Is de func­tie ingeschakeld, dan worden alle CD­titels kort na elkaar weergegeven (van elke titel telkens de eerste 10 sec.). Om een titel in zijn geheel te beluisteren, drukt u de knop nogmaals in. Zijn SCAN èn TPM < ingeschakeld, dan volgt korte weergave van uitslui­tend TPM-titels (in geprogrammeerde volgorde).
9 Display – indicaties
a) speeltijd (min. : sec.) c) “MIX“ – bij MIX @ Aan. d) voorrang ARI-verkeersinfo C.
CD-stop bij verkeersinfo
e) “DIR“ (direct) –
lineaire klankweergave met DIR­toets ;.
f) “TPM“
(Track Program Memory) TPM Aan: weergave geprogram­meerde titels. TPM in display: titels ingeschoven CD kunnen worden geprogram­meerd. TPM Uit: weergave CD-titels in nor­male nummer-volgorde.
i) “TRACK“
(nummer huidige titel)
: Inschuiven CD
Na het inschuiven (met de opdruk naar boven) wordt de CD automatisch in de juiste weergavepositie getransporteerd en van radio- op CD-gebruik omge­schakeld.
; DIR (direct)
voor direct omschakelen op ’lineaire’ (gelijkblijvende) klankweergave bij CD­gebruik. Het versterken/afzwakken van de hoge/ lage tonen (lees: loudness) wordt uitge­schakeld. Dit is vooral nuttig bij een stil voertuig. Is DIR Aan, dan meldt het display 9 e “DIR“.
DEUTSCH
ENGLISH
FRANÇAIS
ITALIANO
NEDERLANDS
SVENSKA
ESPAOL
57
PORTUGUES
< TPM (Track Program Memory)
voor kiezen en programmeren van titels van de ingeschoven CD bij CD-gebruik. Met TPM kan men max. 30 CD’s met per CD max. 20 titels programmeren.
> CLR (CLeaR)
Met deze toets kunt u de met TPM ge­programmeerde titelvolgorde weer uit het geheugen verwijderen.
? STBY / CD / EJECT
STBY – (standby bij CD-gebruik)
voor kortstondig omschakelen CD radio CD. Toets kort indrukken (display-indicaties wisselen dienovereenkomstig). Na de onderbreking wordt de CD-weer­gave weer v.a. dezelfde plaats hervat. EJECT – voor uitschuiven CD Toets min. 1 sec. ingedrukt houden. Neemt men de CD niet uit, dan wordt deze automatisch na 10 sec. weer in­geschoven. CD – voor direct laden van de CD Toets indrukken.
@ MIX
voor weergeven titels in willekeurige volgorde. Na het inschakelen van de MIX-functie meldt het display 9 c “MIX“. Om de titels op de CD in normale nummer­volgorde te beluisteren, schakelt u MIX weer Uit door de toets nogmaals in te drukken (9 c “MIX“ verdwijnt weer).
F Tuimelschakelaar
–volgende titel –herhalen huidige titel of
terugspringen naar vorige titel. Schakelaar “ weergave v.a. het begin van de huidige titel (mits deze min. 5 sec. speelde; anders van de vorige titel). Dit is een repeteerschakelaar, d.w.z. dat u door herhaald drukken meerdere titels ineens vooruit dan wel terug kunt springen.
/
“ indrukken, start de
G Tuimelschakelaar >>
(versneld vooruit)
Houdt deze tuimelschakelaar rechts ingedrukt voor versnelde CD-weergave vooruit.
Tuimelschakelaar << (versneld achteruit)
Houdt deze tuimelschakelaar links in­gedrukt voor versnelde CD-weergave achteruit.
58
Bediening
Loudness
Bij gering volume neemt het menselijk oor lage tonen minder goed waar dan midden- en hoge tonen. De loudness-functie compenseert dit door, bij gering volume, de lage tonen te verster­ken. Omdat het soort installatie (versterker), de plaatsing en het type van de luidsprekers evenals het voertuigtype de klankwaarne­ming beïnvloeden, daarom is het punt waar­op bij een afnemend volume de loudness actief wordt, apart instelbaar. De fabrieksinstelling is zó, dat voor een groot weergavebereik een goede werking wordt bereikt. Om de instelling te wijzigen, gaat u als volgt te werk:
Volume harder zetten.
DSC-tuimelschakelaar 7 indrukken.
Tuimelschakelaar F net zo vaak in-
drukken tot display 9 a “LD“ meldt met een cijfer 1-6.
Met tuimelschakelaar G de werkings- graad van de loudness instellen (bij “1“ is deze het minst).
Na wijziging instelling DSC-tuimelscha­kelaar 7 nogmaals indrukken.
Deze functie is voor beide KeyCards apart instelbaar.
Radiogebruik
Golfbereik kiezen FM – met toets FM•T D. MG/LG – met toets M•L B; ev. tweemaal
indrukken.
Afstemmen op een zender . . . met de zenderzoek-tuimelschakelaar
De zenderafstemming wordt gestart door
op toets F te drukken. Deze toets net zo vaak indrukken totdat u de gewenste zender gevonden hebt.
Als u de toets ingedrukt houdt, loopt de zen­derafstemming snel door.
. . . met zendertoetsen en geheugenbe­reiken
Voorwaarde hiervoor is dat de voorkeuze­toetsen al geprogrammeerd zijn (zie “Pro­grammeren van een zender“).
Voor het oproepen van een FM-zender toets FM•T D net zo vaak indrukken tot het gewenste geheugenbereik I, II of III 9 j in het display verschijnt.
Nu kort op de gewenste voorkeuzetoets drukken.
. . . met Preset-Scan (PS) A
Voor het automatisch afstemmen op en kort weergeven van de geprogrammeerde zen­ders op het gekozen golfbereik (bij FM op alle geheugenbereiken I, II, III en T). Voorwaarde hiervoor is dat de voorkeuze­toetsen al geprogrammeerd zijn ( zie “Pro­grammeren van een zender“).
PS-toets indrukken ­De radio stemt af op de eerstfolgende vastgelegde zender.
Voor een korte tijd wordt het programma van deze zender weergegeven. Daarna gaat de radio naar de volgende vastgelegde zender, laat deze even horen, enz. Als voor een voorkeuzetoets geen zender vastgelegd is, wordt deze toets overgeslagen. Preset-Scan werkt op alle golfbereiken. Zodra u de gewenste zender gevonden hebt,
drukt u opnieuw toets PS in om de Pre­set-Scan-functie uit te schakelen.
. . . met SCAN-toets 2
Voor het opzoeken van zenders op het inge­schakelde golfbereik.
SCAN-toets indrukken – De zenderzoekloop start om bij de eerstvolgende zender te stoppen. Het programma op deze zender wordt kort weergegeven. Daarna gaat het zender­zoeken verder, enz.
DEUTSCH
ENGLISH
FRANÇAIS
ITALIANO
NEDERLANDS
SVENSKA
ESPAOL
59
PORTUGUES
Zodra u de gewenste zender gevonden hebt,
drukt u opnieuw de SCAN-toets in, waardoor u Scan uitschakelt en niet verder wordt gezocht.
Scan werkt op alle golfbereiken.
Programmeren van een zender . . . met automatische zenderzoekloop
Uw autoradio biedt u de mogelijkheid, op het FM-golfbereik op drie geheugenbereiken 3x5 zenders te programmeren. (Het gewenste FM-geheugenbereik kiest u met toets FM•T D). U kunt op de MG en LG elk 5 zenders vastleggen. Bovendien kunt u op het Travel­store-bereik de 5 sterkste zenders in het ontvangstgebied waar u op dat moment bent, automatisch vastleggen. Zenders kunnen echter ook met de hand worden vastgelegd. De geprogrammeerde zenders kunnen ge­woon door indrukken van een toets weer opgeroepen worden. Voor het vastleggen van zenders gaat u als volgt te werk.
Als u een FM-zender wilt vastleggen, kiest u het gewenste geheugenbereik door zóvaak als nodig toets FM•T D in te drukken. Het display 9 j toont de desbetreffen­de indicatie I, II, III of T. Met tuimelschakelaar zender/frequentie in.
60
/ F stelt u de
Om nu een zender vast te leggen,
drukt u op de gewenste voorkeuzetoets ;, <, =, > of @ tot de stomscha­keling weer is opgeheven (ca. 2 sec.). De zender is nu geprogrammeerd. Het display 9 k toont de zendertoets.
Deze handelingen kunt u voor de overige preset-toetsen en alle golfbereiken alsmede FM-geheugenbereiken herhalen. Als u met de zenderafstemming een reeds geprogrammeerde zender instelt, toont het display ca. 5 sec. de bijbehorende voorkeu­zetoets 9 k en bij FM ook het geheugenbe­reik 9 j.
. . . met zenderafstemming met de hand
Voor het vastleggen van een bepaalde zen­der op een bepaalde zendertoets gaat u als volgt te werk.
Met toets FM•T D of M•L B kiest u het juiste golfbereik.
Wanneer u een FM-frequentie wilt vastleg­gen,
kiest u met toets FM•T D het geheu- genbereik.
Met tuimelschakelaar << >> G stemt u af op de gewenste zender/frequentie.
Tenslotte houdt u de zendertoets, waarop u de zender wilt vastleggen, ingedrukt tot de stomschakeling weer is opgeheven.
Behalve de vastgelegde zenders onthoudt uw toestel voor elk golfbereik ook de zender waarop het laatst werd afgestemd.
. . . met Travelstore
Op het Travelstore-bereik kunnen de 5 sterkste FM-zenders in volgorde van signaal­sterkte automatisch geprogrammeerd wor­den. Deze functie is uitermate nuttig wanneer u zich in onbekend gebied bevindt, b.v. tijdens vakantie of zakenreis. U schakelt de automatische zenderprogram­mering in door
toets FM•T D ca. 2 sec. ingedrukt te houden.
Tijdens de stomschakeling wordt de frequen­tieband snel afgezocht, om de sterkste zen­ders te programmeren. Desgewenst kunt u op het Travelstore-bereik i.p.v. automatisch de 5 sterkste zenders vast te leggen, met de hand 5 extra voorkeuze­zenders vastleggen. Met KeyCard 1 kunnen andere zenders wor­den geprogrammeerd als met KeyCard 2.
Overschakelen op Mono
Uw autoradio beschikt over een FM-tuner die voor een optimale geluidsweergave zorgt. In gebieden met geringe signaalsterkte en/of reflecties van het zendersignaal gaat uw
radio automatisch glijdend over van stereo­op mono-weergave. Zo wordt de ontvangst onder het rijden aanzienlijk verbeterd. Bent u in een gebied met kritieke ontvangst­condities, dan is het raadzaam op mono om te schakelen om eventuele stereo-ruis te vermijden. Voor stereo/mono-omschakeling v.v.:
lo-toets 8 langer dan 2 sec. ingedrukt houden.
Bij mono-gebruik verdwijnt het stereo-sym­bool 9 m.
Omschakeling zoekloopgevoeligheid
a) met lo-toets 8.
Het display 9 h toont de gevoeligheid: lo – normaal gevoelig, of dx – zeer gevoelig
b) met DSC
Ingeval van een extreem hoge of lage zenderdichtheid kan het nuttig zijn, de zoekloopgevoeligheid voor beide trap­pen afzonderlijk in te stellen. Kies met lo-toets 8 de te wijzigen ont­vangstgevoeligheid (“lo“ voor regionale zenderontvangst, “dx“ voor ontvangst van landelijke zenders).
DSC-toets 7 indrukken.
Tuimelschakelaar
/ F net zo
vaak indrukken, totdat het display
“LOC“ resp. “DIS“ meldt met een cijfer.
Stel de gewenste gevoeligheid in met tuimelschakelaar << >> G:
^
01
zeer gevoelig
= ^
ongevoelig
03
=
Met toets DSC 7 beëindigt u het instellen.
Het display toont weer radio-/CD-functies. Deze functie is voor beide KeyCards apart instelbaar.
CD-gebruik
CD inleggen
Toestel inschakelen.
CD met de opdruk naar boven en zon-
der te forceren inschuiven.
De CD wordt automatisch in de juiste weer­gavepositie getransporteerd waarna CD­weergave volgt.
CD uitnemen
Eject-toets ? langer dan één sec. in- gedrukt houden. De CD wordt uitge­schoven.
Het automatisch in/uit-schuiven van de CD niet belemmeren of ’helpen’. Het mechaniek kan hierdoor worden beschadigd!
Titels kiezen
Het display 9 toont na het inschuiven van de CD alle ingeschakelde CD-functies. Meldt het display “TPM“ 9 f, dan volgt weer­gave van uitsluitend TPM-titels. Ontbreekt “TPM“ 9 f, dan volgt weergave van alle CD-titels.
/ -tuimelschakelaar F kiest u de
Met gewenste titel:
–volgende titel –herhalen huidige titel of terug naar
vorige titel.
Wordt schakelaar slechts 1 x ingedrukt, dan start de weergave v.a. het begin van de spelende titel (mits deze min. 5 sec. speelde; anders van de vorige titel). De tuimelschakelaar werkt repeterend (door meermalen indrukken kunnen meerdere ti­tels ineens worden overslagen). Het display toont onder Track 9 i het num- mer van de titel.
Titels kiezen en programmeren met TPM
(Track Program Memory) < Met de TPM-functie kan men max. 30 CD’s met per CD max. 20 titels kiezen en program­meren. Telkens wanneer TPM is ingescha­keld, meldt het display 9 f “TPM“ en worden de TPM-titels van de ingeschoven CD weer­gegeven.
DEUTSCH
ENGLISH
FRANÇAIS
ITALIANO
NEDERLANDS
SVENSKA
ESPAOL
61
PORTUGUES
Kent uw toestel voor de ingeschoven CD geen TPM-programmering, dan toont het kort “----“ en volgt weergave van alle titels.
TPM-titelprogrammering
CD inleggen.
TPM-functie inschakelen met TPM-
toets <. Is TPM Aan, dan meldt het display 9 f “TPM“.
Kies de gewenste titel met tuimelscha­kelaar het nummer van de titel.
Houdt TPM-toets < ingedrukt tot u een BEEP hoort of de stomschakeling weer is opgeheven. De titel is nu geprogrammeerd.
Meer titels programmeert u op dezelfde wijze door eerst weer met tuimelschakelaar F de titel te kiezen, deze dan weer met TPM-toets < te programmeren enz. Wanneer TPM is ingeschakeld, kunt u ook tijdens CD-weergave titels programmeren. Op deze wijze kunt u TPM-programmeringen voor max. 30 CD’s vastleggen.
/ F. Het display 9 i toont
/
CD-weergave met TPM
CD inleggen.
De TPM-functie moet Aan zijn (functie
Aan/Uit-schakelen met TPM-toets <).
De TPM-titels worden weergegeven in de normale nummer-volgorde van de CD. Alle niet-geprogrammeerde titels worden over­geslagen.
TPM-programmering wissen
Met CLR-toets > (Clear = wissen) en TPM­toets < kan men wissen a) één TPM-titel, b) alle TPM-titels van één CD, c) alle TPM-titels van alle CD’s. Voor het wissen van TPM-programmeringen moet de TPM-functie ingeschakeld zijn. Het display 9 f meldt “TPM“ wanneer TPM is ingeschakeld (TPM Aan/Uit-schakelen met TPM-toets <).
a) Eén TPM-titel wissen:
Schuif de juiste CD in.
Schakel TPM in met TPM-toets <.
Kies met tuimelschakelaar
de te wissen titel.
Houdt CLR-toets > ca. 2 sec. inge- drukt tot display “CLR.1“ meldt.
Deze TPM-programmering is nu gewist.
/ F
b) Alle TPM-titels van één CD wissen:
Schuif de juiste CD in.
Schakel TPM in met TPM-toets <.
Houdt CLR-toets > ca. 8 sec. inge-
drukt tot display “CLR.2“ meldt.
Alle TPM-titels van deze CD zijn nu gewist.
c) Alle TPM-titels van alle CD’s wissen:
CD inschuiven.
Schakel TPM in met TPM-toets <.
Houdt CLR-toets > ca. 14 sec.
ingedrukt tot display “CLR.3“ meldt.
Alle TPM-titels van alle CD’s zijn nu gewist.
TPM-programmering wissen met DSC
Met de DSC-functie kunnen één of meer TPM-CD’s volledig worden gewist. Met de Update-functie kunt u alle CD’s be­vestigen waarvoor u de TPM-programme­ring wilt bewaren. De CD’s waarvoor u de TPM-programmering wilt wissen, bevestigt u gewoon niet. Ga hiervoor als volgt te werk:
Schakel DSC Aan met DSC-toets 7.
Druk tuimelschakelaar
vaak in totdat het display “UP-D“ meldt.
/ F net zo
62
Na korte tijd meldt het display “LOAD“ (’la­den’).
Schuif de CD in waarvoor u de TPM­programmering wilt bewaren. Het dis­play meldt vervolgens “READ“ ( ’le­zen’), waarna de CD automatisch weer wordt uitgeschoven.
Schuif de volgende CD waarvoor u de programmering wilt bewaren in, enz.
Nadat u zo alle CD’s waarvoor u de TPM-programmering wilt bewaren, heeft bevestigd, houdt u TPM-toets < langer dan 2 sec. ingedrukt.
Tenslotte schakelt u DSC weer Uit met DSC-toets 7.
Voor de ingeschoven CD’s zijn nu alle TPM­programmeringen bewaard, voor alle overi­ge CD’s zijn ze gewist.
CD-weergave met SCAN 2
Met deze functie kunt u alle titels op een CD kort na elkaar laten weergeven (van elke titel telkens de eerste 10 sec.). Om SCAN Aan te schakelen:
SCAN-knop 2 indrukken.
Alle volgende CD-titels worden kort na elkaar (elk ca. 10 sec.) weergegeven.
Is TPM Aan (het display 9 f meldt “TPM“), dan worden uitsluitend TPM-titels kort weer­gegeven. Om de titel waarnaar u luistert te blijven beluisteren:
SCAN-knop 2 nogmaals indrukken (SCAN is weer Uit). Zonder onderbre­king volgt nu weergave van de gewen­ste titel.
CD-weergave met MIX @
Met deze functie kunt u de titels op een CD in willekeurige volgorde laten weergeven. U schakelt MIX Aan/Uit met MIX-toets @. Is MIX ingeschakeld, dan meldt het display 9 c “MIX“. Is ook TPM Aan (het display 9 f meldt “TPM“), dan worden uitsluitend TPM-titels weergegeven. Desgewenst kunt u met tuimelschakelaar F de titel overslaan.
Verkeersinformatie (ARI)
Bepaalde FM-zenders geven van tijd tot tijd regionale verkeersinformatie. Het ARI-sy­steem maakt het vinden van deze zenders gemakkelijk. U ontvangt een verkeersinfo-zender zodra het display 9 d “ARI“ meldt.
Voorrang verkeersinfo inschakelen
Wanneer u deze functie inschakelt, worden niet-verkeersinfo-zenders stomgeschakeld. Wilt u alleen maar ARI-zenders ontvangen
dan hoeft u enkel ARI-toets C in te drukken. Is de ARI-functie (voorrang verkeersin­fo) Aan, dan toont het display 9 d “ARI“.
Ontvangt u nog geen ARI-zender, dan hoort u een waarschuwingstoon.
Druk in dit geval de tuimelschakelaar F in. De radio stemt op de eerstvol­gende ARI-zender af.
Waarschuwingstoon
Wanneer ARI is ingeschakeld – het display 9 d toont “ARI“ – en u verlaat het ontvangst­gebied van een verkeersinfo-zender zodat u deze niet langer goed kunt ontvangen, dan klinkt na ca. 30 sec. een waarschuwings­toon. De waarschuwingstoon verstomt zodra u een zendertoets indrukt waarop een niet-verkeers­info-zender is vastgelegd.
DEUTSCH
ENGLISH
FRANÇAIS
ITALIANO
NEDERLANDS
SVENSKA
ESPAOL
63
PORTUGUES
Waarschuwingstoon uitschakelen
U schakelt de waarschuwingstoon Uit: a) door op een andere verkeersinfo-zen-
der af te stemmen (met de zoekloop­tuimelschakelaar of met een zender­toets waarop een verkeersinfo-zender is vastgelegd), of
b) door ARI Uit te schakelen met ARI-
toets C.
Instellen volume voor verkeersinfo en waarschuwingstoon
Wanneer u alleen maar verkeersinfo wenst te ontvangen, kunt u het volume zachter zetten of het geluid zelfs helemaal onder­drukken en toch de verkeersinfo met nor­maal volume horen. Indien verkeersinfo wordt uitgezonden, schakelt het toestel namelijk automatisch over op het vooraf ingestelde geluidsniveau en u kunt de verkeersinfo ho-
hoewel u de radio zachter gezet heeft of
ren
naar een CD luistert
Dit mededelingenvolume kunt u met DSC naar eigen behoefte zelf instellen, hetgeen vooral praktisch is b.v. bij een extreem stil of juist luid voertuig of wanneer een versterker is aangesloten. Ga hiervoor als volgt te werk.
Toets DSC 7 indrukken.
.
Het display 9 d meldt “ARI“ en een cijfer 1 – 9. U luistert nu met een volu­me gelijk aan dat van een verkeersme­dedeling.
U kunt de instelling wijzigen met tuimel­schakelaar F.
U beëindigt het instellen door
toets DSC 7 nogmaals in te drukken.
Het volume voor verkeersinfo is voor elk van beide KeyCards apart instelbaar.
Verkeersinfo bij CD-gebruik
Met dit toestel kunt u naar een CD luisteren èn standby zijn voor eventuele verkeersinfo. Zodra er dan verkeersinfo is, volgt CD-stop en hoort u de mededeling. Ga hiervoor als volgt te werk.
Schakel met ARI-toets C de voorrang voor verkeersinfo Aan (wanneer ARI is ingeschakeld, meldt het display 9 d “ARI“).
Stem af op een verkeersinfo-zender in uw regio.
Schuif een CD in. Er volgt nu CD-weer­gave die voor eventuele verkeersinfo automatisch wordt onderbroken.
Automatisch zoeken naar alternatieve verkeersinfo-zender
Verlaat u het ontvangstgebied van de ver­keersinfo-zender waarop u heeft afgestemd en is daardoor een goede ontvangst niet langer mogelijk, dan zoekt de radio bij CD­gebruik automatisch naar een alternatieve verkeersinfo-zender.
Instellen basiskleur display
Met DSC kunt u de basiskleur (oranje of groen) van het display aanpassen aan de kleur van de dashboard-verlichting. Ga hiervoor als volgt te werk.
Toets DSC 7 indrukken.
Tuimelschakelaar
(ev. herhalen) tot display “COL“ toont.
Tuimelschakelaar << >> G indrukken om de kleur in te stellen.
U beëindigt het instellen door
toets DSC 7 nogmaals in te drukken.
/ F indrukken
64
BEEP
(korte pieptoon na toetsbediening)
Bij sommige functies moet een toets min. 2 sec. ingedrukt gehouden worden. Ter beve­stiging van deze 2 sec. kan men een zgn. BEEP (korte pieptoon) laten klinken. Ga hiervoor als volgt te werk:
Toets DSC 7 indrukken.
Tuimelschakelaar
(ev. herhalen) tot display 9 a “BP“ toont.
BEEP Aan door tuimelschakelaar << G links in te drukken (“BP 1“).
BEEP Uit door tuimelschakelaar >> G rechts in te drukken (“BP 0“).
Deze functie is voor elk van beide KeyCards apart instelbaar.
/ F indrukken
Beveiliging tegen diefstal
Uw toestel is alleen te gebruiken met een KeyCard waarvan het de code kent. Met een vreemde KeyCard kan het toestel niet in gebruik genomen worden. Het display meldt in zo’n geval “----“ en na een wachttijd van ca. 10 sec. “CArd“ (knippert). Neem in dat geval de KeyCard uit en breng vervol­gens de juiste KeyCard in. Schakel uw toe­stel met knop 1 Uit en weer Aan. Uw toestel is nu gereed voor gebruik. Toont het display toch weer “----“, dan volgt opnieuw een wachttijd van ca. 10 sec. Na 4 foutpogingen wordt de wachttijd een uur. Na nog eens 16 foutpogingen is het toestel defi­nitief geblokkeerd en kan het alleen nog door een ingreep in het inwendige van het toestel worden vrijgeschakeld. Het moet daarvoor (tezamen met meegeleverde autoradiopas en/of aankoopbescheiden) bij een Blaupunkt Autoradio-Servicedienst worden aangebo­den. Wanneer het toestel tijdens een blokkering wordt uitgeschakeld, begint na het weer in­schakelen de laatste blokkeertijd opnieuw.
Waarschuwings-LED codetoestel
Om dieven te weren, kan men een waarschu­wings-LED (codetoestel!) laten knipperen wanneer het contact is uitgeschakeld. Met DSC 7 kunt u, afhankelijk van hoe uw toestel is aangesloten, drie standen instel­len.
DSC-toets 7 indrukken. Tuimelscha- kelaar
/ F net zo vaak indrukken, totdat het display “LED“ meldt met een cijfer.
LED 1 – knipperend LED bij via con-
tactslot geschakeld toestel (radio moet ingeschakeld blij­ven), of
LED 2 – knipperend LED bij
niet
via contactslot geschakeld toe­stel, of
LED 0 – LED knippert niet
Tuimelschakelaar << >> G indrukken om de stand in te stellen.
U beëindigt het instellen door
toets DSC 7 nogmaals in te drukken.
Deze functie is voor elk van beide KeyCards apart instelbaar.
DEUTSCH
ENGLISH
FRANÇAIS
ITALIANO
NEDERLANDS
SVENSKA
65
ESPAOL
PORTUGUES
Aanhang
Technische gegevens
Uitgangsvermogen:
2 x 22 W of 4 x 6 W sinus naar DIN 45324/3.1
Weergavebereik
CD: 20 – 20 000 Hz FM: 50 –16 000 Hz
-3 dB constant
Anti-diefstalslede leverbaar.
Wat te doen bij storing?
Wend u ingeval van een storing tot een geautoriseerde Blaupunkt Autoradio-Service­dienst. De adressen van deze servicedien­sten vindt u o.a. in het met uw toestel meege­leverde document “Blaupunkt Autoradio-Ser­vice”. Bij twijfel over de servicedienst het dichtst bij u in de buurt, kunt u contact opne­men met Robert Bosch B.V. te Amsterdam (tel. 020-5800886).
Wijzigingen voorbehouden. 66
Blaupunkt-Werke GmbH
Bosch Telecom
1/93 MC/VKD-Hi 3 D92 147 069 PM
16
Loading...