Lees voordat u uw autoradio in gebruik
neemt deze gebruiksaanwijzing zorgvuldig door en maak uzelf vertrouwd
met het apparaat. Bewaar deze gebruiksaanwijzing in de auto voor als u
later vragen hebt.
Verkeersveiligheid
De verkeersveiligheid gaat vóór
alles. Bedien uw autoradio alleen
wanneer de verkeerssituatie dat toelaat. Maak uzelf voor het begin van
de rit vertrouwd met het apparaat.
De akoestische waarschuwingssignalen van politie, brandweer en
reddingsdiensten moeten tijdig te horen zijn. Beluister daarom tijdens het
rijden uw programma daarom alleen
met een gepast geluidsvolume.
Inbouw
Wanneer u de autoradio zelf wilt inbouwen, leest u dan de aanwijzingen voor
inbouw en aansluiting aan het einde van
de gebruiksaanwijzing.
Accessoires
Gebruik alleen door Blaupunkt toegelaten accessoires.
Garantie
De omvang van de garantie richt zich
naar de wettelijke bepalingen binnen het
land waar het apparaat is gekocht. Ongeacht de wettelijke bepalingen geeft
Blaupunkt twaalf maanden garantie.
Wanneer u vragen hebt over de garantie kunt u contact opnemen met uw
Blaupunkt-vakhandelaar. De aankoopbon geldt in alle gevallen als garantiebewijs.
Internationale telefonische
informatie
Wanneer u vragen over de bediening
hebt of nadere informatie nodig hebt,
kunt u ons bellen!
De nummers van de telefonische informatie vindt u op de laatste bladzijde van
deze gebruiksaanwijzing.
46
DIEFSTALBEVEILIGING
Diefstalbeveiliging CODE
Het apparaat is ter bescherming tegen
diefstal voorzien van een viercijferig
codenummer. Dit nummer moet altijd
worden ingevoerd wanneer het apparaat van de voedingsspanning van de
auto losgekoppeld is geweest. De codefunctie is in de fabriek op niet actief ingesteld, maar kan worden geactiveerd.
U vindt de code in de radiopas bij het
apparaat.
Let op:
Bewaar de radiopas nooit in de auto!
Code activeren / deactiveren
Om de codefunctie in of uit te schakelen, handelt u als volgt:
➮ Zet het apparaat uit met de ON-
toets 3.
➮ Houd de voorkeuzetoetsen 1 en 4
< tegelijk ingedrukt.
➮ Blijf de voorkeuzetoetsen ingedrukt
houden en zet het apparaat aan
met de ON-toets 3.
➮ Houd de voorkeuzetoetsen 1 en 4
< ingedrukt totdat “PUNKT” op
het display verschijnt.
➮ Laat de voorkeuzetoetsen los.
De codefunctie is geactiveerd.
➮ Ga om de codefunctie uit te
schakelen precies zo te werk.
Let op:
Om te voorkomen dat onbevoegden de
code deactiveren, moet u de code invoeren wanneer u de codefunctie wilt
deactiveren.
Codenummer invoeren
➮ Zet het apparaat aan.
Op het display verschijnt “CODE” en
daarna vier streepjes.
➮ Druk zo vaak op voorkeuzetoets 1
< dat het eerste cijfer van uw codenummer op het display verschijnt.
➮ Druk zo vaak op voorkeuzetoets 2
< dat het tweede cijfer van uw
codenummer op het display verschijnt.
➮ Druk zo vaak op voorkeuzetoets 3
< dat het derde cijfer van uw codenummer op het display verschijnt.
➮ Druk zo vaak op voorkeuzetoets 4
< dat het vierde cijfer van uw codenummer op het display verschijnt.
➮ Wanneer het juiste codenummer
op het display verschijnt, drukt u op
of de -toets :.
de
Let op:
Wanneer het codenummer driemaal
onjuist is ingevoerd, moet een wachttijd
worden aangehouden. Op het display
verschijnt “WAIT 1 H”. In dit uur moet
het apparaat ingeschakeld zijn.
Code-LED
Om aan te geven dat het apparaat beveiligd is tegen diefstal, kunt u de ON-
toets 3 laten knipperen wanneer het
apparaat is uitgeschakeld.
➮ Druk zo vaak op toets MENU ;
dat “LED” op het display verschijnt.
➮ Om de LED in (ON) resp. uit (OFF)
te schakelen, drukt u op toets
:.
➮ Druk op toets MENU ;.
47
47
DEUTSCH
ENGLISH
FRANÇAIS
ITALIANO
NEDERLANDS
SVENSKA
ESPAÑOL
PORTUGUÊS
VOLUME REGELENIN- EN UITSCHAKELEN
In- en uitschakelen
Om het apparaat in of uit te schakelen
hebt u diverse mogelijkheden:
● In- en uitschakelen met het
contactslot van de auto.
Wanneer het apparaat correct met het
contactslot van de auto is verbonden,
wordt het met het contact in- en uitgeschakeld.
U kunt het apparaat ook inschakelen
wanneer het contact is gedeactiveerd.
➮ Houd hiervoor toets 3 ingedrukt
totdat het apparaat wordt ingeschakeld.
Let op:
Om de accu te sparen wordt het apparaat na een uur automatisch uitgeschakeld.
● In- en uitschakelen met toets 3.
➮ Om het apparaat in te schakelen
drukt u op toets 3.
➮ Om het apparaat uit te schakelen
houdt u toets 3 langer dan twee
seconden ingedrukt.
Volume regelen
Het systeemvolume kan stapsgewijs
worden geregeld van 0 (uit) tot 66 (maximaal).
➮ Om het systeemvolume te vergro-
ten draait u de volumeregelaar 2
naar rechts.
➮ Om het systeemvolume te verklei-
nen draait u de volumeregelaar 2
naar links.
Volume bij inschakelen instellen
Het volume waarmee het apparaat
speelt wanneer het wordt ingeschakeld,
kan worden ingesteld.
➮ Druk zo vaak op toets MENU ;
dat “ON VOL” op het display
verschijnt.
➮ Stel het volume bij inschakelen in
met de -toetsen :.
Wanneer u 0 instelt, wordt het volume
dat u voor het uitschakelen gebruikte,
weer ingesteld.
Gevaar voor ernstig letsel.
Wanneer de waarde voor het
inschakelvolume op het maximum is
ingesteld, kan het volume bij het inschakelen zeer groot zijn. Wanneer
het volume voor het uitschakelen op
het maximum was ingesteld en de
waarde voor het inschakelvolume 0
is, kan het volume bij het inschakelen zeer groot zijn.
➮ Druk op toets MENU ;.
48
Geluidsonderdrukking (mute)
U kunt het systeemvolume abrupt verkleinen (mute).
➮ Druk op toets 3.
RADIOWEERGAVE
Radioweergave
Dit apparaat is uitgerust met een RDSradio-ontvanger. Bijna alle ontvangbare
FM-zenders zenden een signaal uit dat
naast het programma ook informatie
zoals de naam van de zender bevat.
De naam van de zender wordt, zodra
deze wordt ontvangen, op het display
weergegeven.
Radioweergave inschakelen
Wanneer u zich in de weergavesoort
cassette bevindt:
➮ Druk op de toets voor het verwijde-
ren van de cassette 7.
RDS-comfortfunctie (AF, REG)
De RDS-comfortfuncties AF (alternatieve frequentie) en REG (regionaal)
vergroten het prestatiespectrum van het
apparaat.
● AF . W anneer de RDS-comfort-
functie geactiveerd is, zoekt het
apparaat op de achtergrond
automatisch naar de als beste te
ontvangen frequentie van de
ingestelde zender.
● REG. Sommige zenders verdelen
hun programma op bepaalde tijden
in regionale programma’s. Met de
REG-functie wordt voorkomen dat
de autoradio overschakelt op
alternatieve frequenties die een
ander programma uitzenden.
Let op:
REG moet apart in het menu worden
geactiveerd / gedeactiveerd.
REG in- en uitschakelen
➮ Druk zo vaak op toets MENU ;
dat “REG” op het display verschijnt.
➮ Druk op toets of : totdat
“REG ON” (aan) resp. “REG OFF”
(uit) op het display wordt weergegeven.
➮ Druk op toets MENU ; totdat de
radiofuncties op het display
verschijnen.
RDS-comfortfunctie in- of
uitschakelen
➮ Om de RDS-comfortfuncties AF en
REG te gebruiken, drukt u op toets
RDS4.
De RDS-comfortfuncties zijn actief wanneer “RDS” op het display verlicht is. Bij
het inschakelen van de RDS-comfortfuncties verschijnt kort “REG ON” resp.
“REG OFF”.
Golfgebied / geheugenniveau
kiezen
Met dit apparaat kunt u zenders van de
frequentiebanden FM, MW en LW ontvangen (MW en LW niet bij Lübeck
C30). Voor het golfgebied FM zijn drie
geheugenniveaus en voor de golfgebieden MW en L W elk één geheugenniveau beschikbaar. Op elk geheugenniveau kunnen vijf zenders worden geprogrammeerd.
FM-geheugenniveau kiezen
➮ Om te wisselen tussen de FM-
geheugenniveaus drukt u op toets
FMT resp. FM 1.
DEUTSCH
ENGLISH
FRANÇAIS
ITALIANO
NEDERLANDS
SVENSKA
ESPAÑOL
PORTUGUÊS
49
49
RADIOWEERGAVE
MW- en LW-geheugenniveau kiezen
➮ Om te wisselen tussen de
geheugenniveaus MW en L W drukt
u op toets M•L 5(niet bij Lübeck
C30).
Zenders instellen
Automatische zoekafstemming
➮ Druk op toets of :.
De volgende ontvangbare zender wordt
ingesteld.
Gevoeligheid van de
zoekafstemming instellen
U kunt kiezen of er alleen sterke of ook
zwakke zenders worden ingesteld.
➮ Druk op zo vaak op toets MENU
; dat “SENS” op het display
verschijnt.
Op het display verschijnt de actuele
waarde voor de gevoeligheid. “SENS HI”
betekent hoge, “SENS LO” lage gevoeligheid. Wanneer “SENS LO” wordt gekozen, wordt “lo” op het display verlicht.
➮ Stel de gewenste gevoeligheid in
met de
-toetsen :.
➮ Druk op toets MENU ; totdat de
radiofuncties op het display
verschijnen.
Zenders programmeren
➮ Houd de voorkeuzetoets 1-5 <
waaronder de zender moet worden
opgeslagen, langer dan een
seconde ingedrukt.
Zenders automatisch
programmeren (Travelstore)
U kunt de vijf sterkste zenders uit de
regio automatisch programmeren (alleen FM). De zenders worden opgeslagen op geheugenniveau FMT .
Let op:
Eerder op dit niveau geprogrammeerde
zenders worden hierbij gewist.
➮ Houd toets FMT 1 langer dan
twee seconden ingedrukt, resp.
druk kort op toets TS 5 (bij
Lübeck C30).
Het programmeren begint. Op het
display verschijnt “T-ST ORE”. Wanneer
de programmering voltooid is, wordt de
zender op geheugenpositie 1 van
geheugenniveau FMT weergegeven.
Geprogrammeerde zenders
oproepen
➮ Kies het geheugenniveau waarop
de zender is geprogrammeerd.
➮ Druk op de voorkeuzetoets van de
gewenste zender.
Zenders handmatig programmeren
➮ Kies het gewenste geheugen-
niveau FM1, FM2 of FMT (alleen
op FM).
➮ Stel de zender in.
50
VERKEERSINFORMATIECASSETTEWEERGAVE
Ontvangst van verkeersinformatie
Voorrang voor verkeersinformatie in- en uitschakelen
➮ Druk op toets TRAFFIC =.
De voorrang voor verkeersinformatie is
geactiveerd wanneer op het display
“TRAFFIC” verlicht is.
Let op:
U hoort een waarschuwingstoon:
● wanneer u bij het beluisteren van
een zender met verkeersinformatie
het uitzendgebied daarvan verlaat;
● wanneer u bij het beluisteren van
een cassette het uitzendgebied van
de zender verlaat en er bij de
daarop volgende zoekdoorloop
geen nieuwe zender met verkeersinformatie wordt gevonden.
● wanneer u van een zender met
verkeersinformatie wisselt naar een
zender zonder verkeersinformatie.
Schakel dan ofwel de voorrang voor
verkeersinformatie uit of stel een zender met verkeersinformatie in.
Volume voor verkeersinformatie
instellen
➮ Druk zo vaak op toets MENU ;
dat “TA VOL” op het display
verschijnt.
➮ Stel het gewenste volume in met
de toetsen
➮ Druk op toets MENU ; totdat de
radiofuncties op het display
verschijnen.
:.
Cassetteweergave
Cassettes weergeven
● Wanneer er nog geen cassette is
het apparaat geplaatst is:
➮ Schuif de cassette met de opening
naar rechts in de cassette-opening.
De cassetteweergave begint met de
kant die naar boven wijst. Op het display
is een cassette-symbool verlicht.
Snelspoelen
Snel vooruitspoelen
➮ Druk op toets FF 7 (fast forward)
totdat deze vergrendelt.
Snelspoelen beëindigen
➮ Druk licht op de snelspoeltoets 7
en laat de toets dan los.
De weergave wordt voortgezet.
Cassette verwijderen
➮ Druk op toets 7 om de cassette
uit het apparaat te verwijderen.
Verkeersinformatie tijdens
cassetteweergave
Met functie “TRAFFIC” (voorrang voor
verkeersinformatie) is het apparaat ook
tijdens de cassetteweergave klaar om
verkeersinformatie te ontvangen. In geval van een verkeersbericht stopt de
weergave en wordt het verkeersbericht
weergegeven. Lees hiervoor het hoofdstuk “Ontvangst van verkeersinformatie”.
DEUTSCH
ENGLISH
FRANÇAIS
ITALIANO
NEDERLANDS
SVENSKA
ESPAÑOL
PORTUGUÊS
51
51
KLANKKLEUR EN VOLUMEVERDELING
Klankkleur instellen
Bass instellen
➮ Om de bass in te stellen drukt u op
AUDIO9.
Op het display verschijnt “BASS”.
➮ Druk op of : om de bass in
te stellen.
Treble instellen
➮ Om de treble in te stellen drukt u
op AUDIO9.
Op het display verschijnt “BASS”.
➮ Druk opnieuw op AUDIO 9.
Op het display verschijnt “TREBLE”.
➮ Druk op of : om de treble in
te stellen.
Loudness in- en uitschakelen
Loudness is de versterking van hoge en
lage tonen bij een laag volume, in overeenstemming met het gehoor.
➮ Houd AUDIO9 ca. twee secon-
den ingedrukt.
LD verschijnt op het display wanneer de
loudness ingeschakeld is.
Volumeverdeling instellen
Balans instellen
➮ Om de balans in te stellen drukt u
op GEO8.
Op het display verschijnt “BAL”.
➮ Druk op of : om de volume-
verhouding links / rechts in te
stellen.
Fader instellen
➮ Om de fader in te stellen drukt u op
GEO8.
Op het display verschijnt “BAL”.
➮ Druk opnieuw op GEO 8.
Op het display verschijnt “FADER”.
➮ Druk op of : om de volume-
verhouding voor / achter (fader) in
te stellen.
52
Technische gegevens
Versterker
Uitgangsvermogen: 4 x 25 Watt sinus
volgens
DIN 45 324 bij
14,4 V
4 x 40 Watt max.
power
Service-Nummern / Service numbers / Numéros du service aprèsvente / Numeri del servizio di assistenza / Servicenummers /
Telefonnummer för service / Números de servicio / Número de
serviço