Het doet ons veel genoegen dat u hebt gekozen voor een Blaupunkt-product en wij wensen u veel plezier van uw nieuwe autoradio.
Let op:
Lees deze handleiding zorgvuldig door voordat u de autoradio in gebruik neemt en maak
uzelf vertrouwd met het apparaat. Bewaar
deze gebruiksaanwijzing in de auto voor als
u later vragen hebt.
Verkeersveiligheid
De verkeersveiligheid gaat vóór alles.
Bedien uw autoradio alleen wanneer de
verkeerssituatie dat toelaat. Maak uzelf
voor het begin van de rit vertrouwd met
het apparaat.
De akoestische waarschuwingssignalen
van politie, brandweer en reddingsdiensten
moeten tijdig te horen zijn. Beluister daarom tijdens het rijden uw programma daarom alleen met een gepast geluidsvolume.
Inbouw
Wanneer u de autoradio zelf wilt inbouwen,
leest u dan de aanwijzingen voor inbouw en
aansluiting aan het einde van de gebruiksaanwijzing.
Cd-wisselaars (changers)
De volgende Blaupunkt-cd-wisselaars kunnen worden aangesloten: CDC A 06, CDC
A 08, CDC A 072 en IDC A 09.
Via een adapterkabel (Blaupunkt-nr. 7 607
889 093) kunnen ook de cd-wisselaars CDC
A 05 en CDC A 071 worden aangesloten.
Garantie
De omvang van de garantie richt zich naar
de wettelijke bepalingen binnen het land waar
het apparaat is gekocht.
Ongeacht de wettelijke bepalingen geeft Blaupunkt twaalf maanden garantie.
Wanneer u vragen hebt over de garantie kunt
u contact opnemen met uw Blaupunkt-vakhandelaar. De aankoopbon geldt in alle gevallen als garantiebewijs.
Internationale telefonische
informatie
Wanneer u vragen over de bediening hebt of
nadere informatie nodig hebt, kunt u ons bellen!
De nummers van de telefonische informatie
vindt u op de laatste bladzijde van deze gebruiksaanwijzing.
DEUTSCH
ENGLISH
FRANÇAIS
ITALIANO
NEDERLANDS
SVENSKA
Accessoires
Gebruik alleen door Blaupunkt toegelaten
accessoires.
Afstandsbediening
Met de als optie verkrijgbare afstandsbedieningen RC 08 of RC 10 kunt u de belangrijkste functies veilig en comfortabel vanaf het
stuur bedienen.
Versterkers
Alle Blaupunkt-versterkers kunnen worden
gebruikt.
ESPAÑOL
PORTUGUÊS
143
DIEFSTALBEVEILIGING
Diefstalbeveiliging
KeyCard
Bij de radio wordt een KeyCard meegeleverd.
De autoradio kan ook met een tweede Key-
Card worden bediend. Wanneer een KeyCard
verloren of beschadigd raakt, kan uw dealer
u aan een vervangende KeyCard helpen.
Wanneer u twee KeyCards gebruikt, worden
de instellingen van de eerste KeyCard overgenomen op de tweede. U heeft echter de
mogelijkheid om de volgende functies afzonderlijk te programmeren:
bezetting van de voorkeuzetoetsen, volume
van de verkeersinformatie, volume van de
pieptoon, equalizer-instelling.
Bovendien blijven de laatst ingestelde waarden voor golfgebied, zenderafstemming, duur
van het scan-fragment en volume bij inschakelen bewaard.
Zo treft u na het plaatsen van uw KeyCard
de door u gekozen basisinstelling opnieuw
aan.
KeyCard plaatsen
➮ Druk op knop 1.
Het bedieningspaneel wordt geopend.
➮ Plaats de KeyCard met het contactop-
pervlak naar beneden, zoals aangegeven op de afbeelding (pijl 1).
➮ Schuif de kaart met de sleuf in de rich-
ting van de pijl (2) voorzichtig tot de aanslag.
➮ Sluit het bedieningspaneel (pijl 3).
Let op:
Wanneer een voor het apparaat vreemde
kaart wordt geplaatst, bv. een bankpas, verschijnt “Wrong KC” op het display. Verwijder
de vreemde kaart en plaats een KeyCard die
bekend is bij het apparaat.
KeyCard verwijderen
Om het bedieningspaneel te ontgrendelen:
➮ Druk op knop 1.
Het bedieningspaneel wordt geopend.
➮ Schuif de kaart met de sleuf naar rechts
tot de aanslag.
➮ Trek de kaart uit het bedieningspaneel.
➮ Sluit het bedieningspaneel.
Let op:
Om diefstal te voorkomen moet de KeyCard
bij het verlaten van de auto worden verwijderd en dient het bedieningspaneel open te
worden gelaten.
Het bedieningspaneel moet om veiligheidsredenen altijd vergrendeld zijn tijdens
de rit.
144
Tweede KeyCard programmeren/
KeyCard vervangen
Er kan een KeyCard als extra KeyCard wor-
2
3
1
den geprogrammeerd wanneer het apparaat
in bedrijf is met de eerste KeyCard.
Wanneer u een tweede KeyCard wilt programmeren:
➮ Plaats de eerste KeyCard en zet het ap-
paraat aan.
➮ Druk op toets MENU 8.
DIEFSTALBEVEILIGING
➮ Druk op de softkey 4 met de display-
aanduiding “KC”.
➮ Druk op de softkey 4 met de display-
aanduiding “LRN”.
Op het display verschijnt “LEARN KC”.
➮ Verwijder de eerste KeyCard.
Op het display verschijnt “INSERT”.
➮ Plaats de nieuwe KeyCard.
Op het display verschijnt “LEARN OK”.
Om het KeyCard-menu te verlaten:
➮ Druk eenmaal op toets MENU 8 of zo
vaak op OK 5dat het gewenste menu
verschijnt. De instellingen worden opgeslagen.
De autoradio kan nu met de nieuwe KeyCard
worden bediend.
Let op:
Er kunnen telkens maximaal twee KeyCards
worden gebruikt.
Wanneer u reeds twee KeyCards voor het
apparaat bezit en een derde KeyCard programmeert, kan het apparaat niet meer worden bediend met de KeyCard die niet gebruikt
werd bij het programmeren.
KeyCards verloren of beschadigd
Wanneer alle bij het apparaat behorende
KeyCards beschadigd of verloren zijn geraakt,
moet eerst een nieuwe KeyCard met de mastercode van het apparaat worden geprogrammeerd. De mastercode van het apparaat is
vinden in de autoradiopas van het apparaat.
Bewaar de autoradiopas op een veili-
ge plaats, doch nooit in de auto.
Lees voor het programmeren van een nieuwe KeyCard het gedeelte “Programmeren van
een nieuwe KeyCard/mastercode invoeren”.
Met deze KeyCard kunt u desgewenst een
nieuwe KeyCard programmeren. Lees hiervoor het gedeelte “Tweede KeyCard programmeren/KeyCard vervangen”.
Nieuwe KeyCards zijn te verkrijgen bij uw
dealer.
Programmeren van een nieuwe
KeyCard / Mastercode invoeren
Wanneer u geen voor het apparaat geldige
KeyCard meer bezit en een nieuwe KeyCard
wilt programmeren:
➮ Plaats de nieuwe, niet bij het apparaat
bekende KeyCard.
➮ Sluit het bedieningspaneel.
➮ Schakel het apparaat eventueel uit.
➮ Houd de toetsen TUNE >en de twee-
de softkey 4 van boven aan de linkerkant tegelijkertijd ingedrukt.
➮ Zet het apparaat aan met toets 2.
Op het display verschijnt “0000”.
Voer nu de viercijferige mastercode uit de
autoradiopas als volgt in:
➮ Voer de cijfers van de mastercode tel-
kens in met de toetsen
hiervoor zo vaak op de toetsen dat het
gewenste cijfer op het display verschijnt.
/ 7. Druk
➮ Verander de invoerpositie met de toet-
sen 7.
➮ Druk wanneer de mastercode correct
wordt weergegeven op toets OK 5.
De nieuwe KeyCard is geaccepteerd wanneer
het apparaat overschakelt op weergave.
Optische aanduiding als
diefstalbeveiliging (LED)
Wanneer het apparaat is uitgeschakeld en de
KeyCard is verwijderd, kan de verlichting van
de inschakeltoets en van de opening van de
cd-speler knipperen. Hiervoor moet de instelling “LED” in het menu op “ON” zijn ingesteld.
➮ Druk op toets MENU 8.
➮ Druk op de softkey 4 met de display-
aanduiding “KC”.
DEUTSCH
ENGLISH
FRANÇAIS
ITALIANO
NEDERLANDS
SVENSKA
ESPAÑOL
PORTUGUÊS
145
IN- EN UITSCHAKELENDIEFSTALBEVEILIGING
➮ Druk op de softkey 4 met de display-
aanduiding “LED”.
Op het display wordt de actuele toestand
“LED ON” (aan) resp. “LED OFF” (uit) weergegeven.
➮ Druk op de softkey 4 met de display-
aanduiding “LED” om te wisselen tussen “LED ON” en “LED OFF”.
Om het KeyCard-menu te verlaten:
➮ Druk op toets OK 5 om een niveau te-
rug te gaan in het menu of op toets
MENU8 om het menu te verlaten. De
instellingen worden bewaard.
Radiopas-gegevens tonen
Met de geleverde KeyCard kunt u de gegevens van de radiopas, zoals naam van het
apparaat, typenummer (7 6...) en apparaatnummer op het display laten weergeven.
➮ Druk op toets MENU 8.
➮ Druk op de softkey 4 met de display-
aanduiding “KC”.
➮ Druk op de softkey 4 met de display-
aanduiding “READ”.
Op het display verschijnen de gegevens van
de radiopas in de vorm van een lichtkrant.
Om het KeyCard-menu te verlaten:
➮ Druk op toets MENU 8 of op toets OK
5.
Onderhoud van de KeyCard
Probleemloos functioneren van de KeyCard
is gewaarborgd wanneer de contacten vrij zijn
van vreemde deeltjes. Vermijd directe aanraking van de contacten met de huid.
Reinig de contacten van de KeyCard indien
nodig met een in alcohol gedrenkte, vezelvrije doek.
In- en uitschakelen
Om het apparaat in of uit te schakelen staan
u diverse mogelijkheden ter beschikking.
In- en uitschakelen met toets 2
➮ Om het apparaat in te schakelen drukt u
op toets 2.
Het apparaat wordt ingeschakeld.
➮ Om het apparaat uit te schakelen houdt
u toets 2 langer dan twee seconden
ingedrukt.
Het apparaat wordt uitgeschakeld.
In- en uitschakelen via het
contactslot van de auto
Wanneer het apparaat correct met het contactslot van de auto is verbonden en het apparaat niet met toets 2 is uitgeschakeld,
wordt het met het contact in- en uitgeschakeld.
U kunt het apparaat ook inschakelen wanneer het contact is uitgeschakeld.
➮ Druk hiervoor op toets 2.
Let op:
Ter beveiliging van de autoaccu wordt het
apparaat bij uitgeschakeld contact na een uur
automatisch uitgeschakeld.
In- en uitschakelen met de
KeyCard
U kunt de autoradio ook in- en uitschakelen
door de KeyCard te plaatsen resp. te verwijderen, mits het apparaat niet van tevoren is
uitgeschakeld met toets 2.
Lees voor het plaatsen en verwijderen van
de KeyCard het gedeelte “Diefstalbeveiliging
KeyCard”.
146
EERSTE INGEBRUIKNAME
Eerste ingebruikname
Wanneer het apparaat voor de eerste keer
wordt aangesloten of de voedingsspanning
van het apparaat afgesloten is geweest, verschijnt het Install-menu. In het Install-menu
worden de volgende instellingen uitgevoerd:
● Externe audiobron kiezen in plaats van
een cd-wisselaar
● Instellen van de kloktijd
● Instellen van de tuner voor gebruik in de
USA of in Europa.
● Instellingen terugzetten op de fabrieks-
instelling
● In- en uitschakelen van de interne ver-
sterker
Het Install-menu kan op elk moment opnieuw
worden opgeroepen:
➮ Houd toets MENU 8 ingedrukt totdat
het Install-menu wordt weergegeven.
Instellingen uitvoeren
Externe audiobron kiezen
➮ Druk op de softkey 4 met de display-
aanduiding “AUX”.
Wanneer “AUX” wordt weergegeven, is de
ingang reeds ingeschakeld.
➮ Druk op toets of 7 om AUX in
resp. uit te schakelen.
➮ Wanneer het instellen voltooid is, drukt
u op toets MENU 8.
Let op:
Wanneer de AUX-ingang is ingeschakeld, kan
deze met toets CDC = worden gekozen.
Klok instellen
➮ Druk op de softkey 4 met de display-
aanduiding “CLK”.
➮ Stel de uren in met toets of 7.
➮ Druk op toets 7.
➮ Stel de minuten in met toets of 7.
➮ Druk op toets OK 5.
Tuner instellen
➮ Druk op de softkey 4 met de display-
aanduiding “TUNE”.
➮ Kies “EUROPE” of “US” met toets
of 7.
➮ Druk op toets OK 5.
Interne versterker in- en uitschakelen
➮ Druk op de softkey 4 met de display-
aanduiding “AMP”.
➮ Kies “AMP ON” of “AMP OFF” met toets
of 7.
➮ Druk op toets OK 5.
Let op:
Wanneer u de instelling voor de interne versterker op “AMP OFF” zet, vindt via de direct
op het apparaat aangesloten luidsprekers
geen weergave plaats. De weergave vindt in
dit geval uitsluitend plaats via een externe
versterker.
Instellingen terugzetten op de
fabrieksinstelling
➮ Druk op de softkey 4 met de display-
aanduiding “NORM”.
Op het display verschijnt “NORMSET”.
Wanneer u het apparaat wilt terugzetten op
de fabrieksinstelling:
➮ Druk op toets OK 5.
Wanneer u alle instellingen hebt uitgevoerd:
➮ Druk op toets OK 5.
Install-menu verlaten
Om het Install-menu te verlaten:
➮ Druk op toets OK 5. De instellingen
worden opgeslagen.
DEUTSCH
ENGLISH
FRANÇAIS
ITALIANO
NEDERLANDS
SVENSKA
ESPAÑOL
PORTUGUÊS
147
VOLUME
Volume instellen
Het volume kan in stappen van 0 (uit) tot 50
(maximaal) worden ingesteld.
➮ Om het volume te vergroten draait u de
volumeregelaar 3 naar rechts.
➮ Om het volume te verkleinen draait u de
volumeregelaar 3 naar links.
Volume bij inschakelen instellen
Het volume waarmee het apparaat speelt
wanneer het wordt ingeschakeld, kan worden
ingesteld.
➮ Druk op toets MENU 8.
➮ Druk op de softkey 4 met de display-
aanduiding “V AR”.
➮ Druk op de softkey 4 met de display-
aanduiding “VOL”.
ÓStel het volume in met de volumeregelaar of met de toetsen
Wanneer u het volume dat voor het uitschakelen actief was, wilt instellen als volume bij
inschakelen:
➮ Druk op toets 7.
Op het display verschijnt “LAST VOL”.
Gevaar voor ernstig letsel!
Wanneer de waarde voor het inschakelvolume op het maximum is ingesteld, kan
het volume bij het inschakelen zeer groot
zijn.
of 7.
➮ Druk op toets OK 5 om een niveau te-
rug te gaan in het menu of op toets
MENU8 om het menu te verlaten. De
instellingen worden bewaard.
Geluidsonderdrukking (Mute)
U kunt het volume abrupt verkleinen (Mute).
➮ Druk kort op toets 2.
Op het display verschijnt “MUTE”.
Geluidsonderdrukking (Mute) opheffen
➮ Druk kort op toets 2.
of
➮ draai de volumeregelaar 3.
Geluidsonderdrukking tijdens
gebruik van de telefoon
Wanneer uw autoradio op een mobiele telefoon is aangesloten, wordt het geluid van de
autoradio bij het opnemen van de telefoon
onderdrukt. Hiervoor moet de telefoon op de
in de inbouwhandleiding beschreven manier
op de autoradio zijn aangesloten.
Wanneer er tijdens een telefoongesprek een
verkeersbericht wordt ontvangen en de voorrang voor verkeersinformatie geactiveerd is,
wordt het verkeersbericht weergegeven. Lees
hiervoor het hoofdstuk “Verkeersinformatie”.
Wanneer het volume voor het uitschakelen op het maximum was ingesteld en
de waarde voor het inschakelvolume op
“LAST VOL” is ingesteld, kan het volume
bij het inschakelen zeer groot zijn.
In beide gevallen kan ernstige gehoorbeschadiging worden veroorzaakt!
148
KLANKVOLUME
Volume voor de bevestigingstoon
(pieptoon) instellen
Wanneer u bij bepaalde functies een toets
langer dan twee seconden ingedrukt houdt,
bv. voor het opslaan van een zender onder
een voorkeuzetoets, is een bevestigingssignaal (pieptoon) te horen. Het volume van de
pieptoon kan worden ingesteld.
➮ Druk op toets MENU 8.
➮ Druk op de softkey 4 met de display-
aanduiding “V AR”.
➮ Druk op de softkey 4 met de display-
aanduiding “BEEP”.
➮ Stel het volume in met de toetsen
resp. 7.
Wanneer u de pieptoon wilt uitschakelen:
➮ Druk op toets 7.
Op het display verschijnt “BEEP OFF”.
➮ Druk op toets OK 5 om een niveau te-
rug te gaan in het menu of op toets
MENU8 om het menu te verlaten. De
instellingen worden bewaard.
Klankkleur en
volumeverhouding
Let op:
U kunt de instellingen voor bass, treble en
loudness voor alle audiobronnen apart instellen.
Bass instellen
➮ Druk op toets AUD 9.
Op het display verschijnt “AUDIO 1”.
➮ Druk op de softkey 4 met de display-
aanduiding “BASS”.
➮ Druk op toets resp. 7 om de bass
in te stellen.
Wanneer het instellen voltooid is:
➮ Druk op toets AUD 9.
Treble instellen
➮ Druk op toets AUD 9.
Op het display verschijnt “AUDIO 1”.
➮ Druk op de softkey 4 met de display-
aanduiding “TREB”.
➮ Druk op toets resp. 7 om de tre-
ble in te stellen.
Wanneer het instellen voltooid is:
➮ Druk op toets AUD 9.
DEUTSCH
ENGLISH
FRANÇAIS
ITALIANO
NEDERLANDS
SVENSKA
Loudness
Loudness betekent de versterking van de lage
tonen bij een gering volume, in overeenstemming met het gehoor.
➮ Druk op toets AUD 9.
Op het display verschijnt “AUDIO 1”.
➮ Druk op de softkey 4 met de display-
aanduiding “LOUD”.
➮ Druk op toets resp. 7 om de loud-
ness in te stellen.
149
ESPAÑOL
PORTUGUÊS
Loading...
+ 27 hidden pages
You need points to download manuals.
1 point = 1 manual.
You can buy points or you can get point for every manual you upload.