Blaupunkt FRANKFURT C70 User Manual [nl]

Gebruiksaanwijzing
Radio / Cassette
Frankfurt C70
Bitte aufklappen
Open here
Ouvrir s.v.p.
Aprite la pagina
Öppna
Por favor, abrir
Favor abrir
2
DEUTSCH
ENGLISH
FRANÇAIS
2
1
3
4
5
6
ITALIANO
NEDERLANDS
14
13
12
11
10
9
8
7
SVENSKA
ESPAÑOL
PORTUGUÊS
3
1 -toets, voor het openen van het be-
dieningspaneel
2 Toets voor het in- en uitschakelen van
het apparaat en geluidsonderdrukking (mute) van het apparaat
3 Volumeregelaar 4 Softkeys, de functie van de softkeys is
telkens afhankelijk van de inhoud van het display
5 OK-toets, voor het bevestigen van
menuopties en het verlaten van het menu
6 TIM-toets, voor het oproepen van de
TIM-functie
7 Multifunctionele tuimeltoets 8 MENU-toets, oproepen van het menu
voor de basisinstellingen
9 AUD-toets, bass, treble, balans, fader
en loudness instellen
: DIS-toets, wisselen van display-in-
houd
; Display < CC-toets, voor het starten van de
cassetteweergave
= CDC-toets, voor het starten van de
weergave van de cd-wisselaar (alleen indien aangesloten) of weergave van een externe audiobron (alleen indien aangesloten)
> TUNE-toets, voor het starten van de
radioweergave Oproepen van het radio-functiemenu (alleen mogelijk bij radioweergave)
BEDIENINGSELEMENTEN
DEUTSCH
ENGLISH
FRANÇAIS
ITALIANO
NEDERLANDS
SVENSKA
ESPAÑOL
141
PORTUGUÊS
INHOUDSOPGAVE
Opmerkingen .............................. 143
Verkeersveiligheid ............................... 143
Inbouw................................................. 143
Accessoires......................................... 143
Garantie .............................................. 143
Internationale telefonische informatie . 143
Diefstalbeveiliging KeyCard...... 144
In- en uitschakelen..................... 146
Eerste ingebruikname................ 147
Volume instellen......................... 148
Klankkleur en volumeverhouding. 149
Display instellen......................... 150
Radioweergave........................... 151
Radioweergave inschakelen ............... 151
RDS-comfortfunctie (AF, REG) ........... 151
Golfgebied / geheugenniveau kiezen.. 152
Zenders instellen................................. 153
Lokale / interlokale ontvangst kiezen .. 153 Gevoeligheid van de zoekafstemming
instellen ............................................... 153
Zenders programmeren ...................... 154
Zenders automatisch programmeren
(Travelstore) ........................................ 154
Geprogrammeerde zenders oproepen 154
Zenders kort weergeven ..................... 154
Duur van het fragment wijzigen
(Scantime)........................................... 155
Programmatype (PTY) ........................ 155
Radio-ontvangst optimaliseren............ 157
Stereo / mono wisselen....................... 157
Wisselen van displayweergave ........... 158
Weergave van radiotekst kiezen ......... 158
Zenders een naam geven ................... 158
TIM - Traffic Information Memory 159
TIM in- en uitschakelen ....................... 159
Opnemen van verkeersinformatie ....... 160
Duur van de standby-tijd voor
opname wijzigen ................................. 160
Opgenomen verkeersinformatie
oproepen ............................................. 160
TIM-opnametijd onderbreken
(voor de tijd in de wasstraat) ............... 160
Verkeersinformatie..................... 161
Cassetteweergave...................... 162
Weergeven van cassettes ................... 162
Cassette verwijderen........................... 162
142
Afspeelrichting wijzigen....................... 162
Muziektitels overslaan (S-CPS) .......... 163
Muziektitels herhaald afspelen............ 163
Alle muziektitels van een cassette kort
weergeven (SCAN) ............................. 163
Wisselen van displayweergave ........... 163
Bandteller (counter) terugzetten op 0 . 164
Snelspoelen ........................................ 164
Radiomonitor in- en uitschakelen........ 164
Lege gedeelten overslaan (Blankskip) 164
Dolby* B-ruisonderdrukking ................ 164
Verkeersinformatie tijdens cassette-
weergave............................................. 164
Weergave van cd-wisselaar
(optie) .......................................... 165
Weergave van cd-wisselaar starten .... 165
Cd kiezen ............................................ 165
Titels kiezen ........................................ 165
Snelle zoekdoorloop (hoorbaar).......... 165
Wisselen van displayweergave ........... 165
Losse titel of hele cd’s herhaald
afspelen (REPEA T) ............................. 166
Titels in willekeurige volgorde
weergeven (MIX) ................................. 166
Alle titels van alle cd’s kort weergeven
(SCAN)................................................ 166
Cd’s een naam geven ......................... 167
Favoriete titels van een cd
programmeren..................................... 167
CLOCK - Kloktijd ........................ 169
Equalizer ..................................... 170
Aanwijzingen voor de instelling ........... 170
Equalizer in- en uitschakelen .............. 170
Equalizer instellen ............................... 171
Kwaliteitsfactor voor het filter instellen 171
Preset-klankinstelling kiezen............... 171
Hulptabel voor het instellen van de
equalizer.............................................. 173
TMC voor dynamische
navigatiesystemen ..................... 173
Voorversterkers.......................... 173
Subout / subwoofer.................... 174
High-pass filter ........................... 174
Externe audiobronnen ............... 175
Technische gegevens ................ 175
Inbouwhandleiding .................... 278
OPMERKINGEN
Het doet ons veel genoegen dat u hebt geko­zen voor een Blaupunkt-product en wij wen­sen u veel plezier van uw nieuwe autoradio.
Let op:
Lees deze handleiding zorgvuldig door voor­dat u de autoradio in gebruik neemt en maak uzelf vertrouwd met het apparaat. Bewaar deze gebruiksaanwijzing in de auto voor als u later vragen hebt.
Verkeersveiligheid
De verkeersveiligheid gaat vóór alles. Bedien uw autoradio alleen wanneer de verkeerssituatie dat toelaat. Maak uzelf voor het begin van de rit vertrouwd met het apparaat.
De akoestische waarschuwingssignalen van politie, brandweer en reddingsdiensten moeten tijdig te horen zijn. Beluister daar­om tijdens het rijden uw programma daar­om alleen met een gepast geluidsvolume.
Inbouw
Wanneer u de autoradio zelf wilt inbouwen, leest u dan de aanwijzingen voor inbouw en aansluiting aan het einde van de gebruiks­aanwijzing.
Cd-wisselaars (changers)
De volgende Blaupunkt-cd-wisselaars kun­nen worden aangesloten: CDC A 06, CDC A 08, CDC A 072 en IDC A 09. Via een adapterkabel (Blaupunkt-nr. 7 607 889 093) kunnen ook de cd-wisselaars CDC A 05 en CDC A 071 worden aangesloten.
Garantie
De omvang van de garantie richt zich naar de wettelijke bepalingen binnen het land waar het apparaat is gekocht. Ongeacht de wettelijke bepalingen geeft Blau­punkt twaalf maanden garantie. Wanneer u vragen hebt over de garantie kunt u contact opnemen met uw Blaupunkt-vak­handelaar. De aankoopbon geldt in alle ge­vallen als garantiebewijs.
Internationale telefonische informatie
Wanneer u vragen over de bediening hebt of nadere informatie nodig hebt, kunt u ons bel­len! De nummers van de telefonische informatie vindt u op de laatste bladzijde van deze ge­bruiksaanwijzing.
DEUTSCH
ENGLISH
FRANÇAIS
ITALIANO
NEDERLANDS
SVENSKA
Accessoires
Gebruik alleen door Blaupunkt toegelaten accessoires.
Afstandsbediening
Met de als optie verkrijgbare afstandsbedie­ningen RC 08 of RC 10 kunt u de belangrijk­ste functies veilig en comfortabel vanaf het stuur bedienen.
Versterkers
Alle Blaupunkt-versterkers kunnen worden gebruikt.
ESPAÑOL
PORTUGUÊS
143
DIEFSTALBEVEILIGING
Diefstalbeveiliging KeyCard
Bij de radio wordt een KeyCard meegeleverd. De autoradio kan ook met een tweede Key-
Card worden bediend. Wanneer een KeyCard verloren of beschadigd raakt, kan uw dealer u aan een vervangende KeyCard helpen.
Wanneer u twee KeyCards gebruikt, worden de instellingen van de eerste KeyCard over­genomen op de tweede. U heeft echter de mogelijkheid om de volgende functies afzon­derlijk te programmeren: bezetting van de voorkeuzetoetsen, volume van de verkeersinformatie, volume van de pieptoon, equalizer-instelling.
Bovendien blijven de laatst ingestelde waar­den voor golfgebied, zenderafstemming, duur van het scan-fragment en volume bij inscha­kelen bewaard.
Zo treft u na het plaatsen van uw KeyCard de door u gekozen basisinstelling opnieuw aan.
KeyCard plaatsen
Druk op knop 1.
Het bedieningspaneel wordt geopend.
Plaats de KeyCard met het contactop-
pervlak naar beneden, zoals aangege­ven op de afbeelding (pijl 1).
Schuif de kaart met de sleuf in de rich-
ting van de pijl (2) voorzichtig tot de aan­slag.
Sluit het bedieningspaneel (pijl 3).
Let op:
Wanneer een voor het apparaat vreemde kaart wordt geplaatst, bv. een bankpas, ver­schijnt “Wrong KC” op het display. Verwijder de vreemde kaart en plaats een KeyCard die bekend is bij het apparaat.
KeyCard verwijderen
Om het bedieningspaneel te ontgrendelen:
Druk op knop 1.
Het bedieningspaneel wordt geopend.
Schuif de kaart met de sleuf naar rechts
tot de aanslag.
Trek de kaart uit het bedieningspaneel.Sluit het bedieningspaneel.
Let op:
Om diefstal te voorkomen moet de KeyCard bij het verlaten van de auto worden verwij­derd en dient het bedieningspaneel open te worden gelaten.
Het bedieningspaneel moet om veilig­heidsredenen altijd vergrendeld zijn tijdens de rit.
144
Tweede KeyCard programmeren/ KeyCard vervangen
Er kan een KeyCard als extra KeyCard wor-
2
3
1
den geprogrammeerd wanneer het apparaat in bedrijf is met de eerste KeyCard.
Wanneer u een tweede KeyCard wilt program­meren:
Plaats de eerste KeyCard en zet het ap-
paraat aan.
Druk op toets MENU 8.
DIEFSTALBEVEILIGING
Druk op de softkey 4 met de display-
aanduiding “KC”.
Druk op de softkey 4 met de display-
aanduiding “LRN”.
Op het display verschijnt “LEARN KC”.
Verwijder de eerste KeyCard.
Op het display verschijnt “INSERT”.
Plaats de nieuwe KeyCard.
Op het display verschijnt “LEARN OK”. Om het KeyCard-menu te verlaten:
Druk eenmaal op toets MENU 8 of zo
vaak op OK 5 dat het gewenste menu verschijnt. De instellingen worden opge­slagen.
De autoradio kan nu met de nieuwe KeyCard worden bediend.
Let op:
Er kunnen telkens maximaal twee KeyCards worden gebruikt.
Wanneer u reeds twee KeyCards voor het apparaat bezit en een derde KeyCard pro­grammeert, kan het apparaat niet meer wor­den bediend met de KeyCard die niet gebruikt werd bij het programmeren.
KeyCards verloren of beschadigd
Wanneer alle bij het apparaat behorende KeyCards beschadigd of verloren zijn geraakt, moet eerst een nieuwe KeyCard met de mas­tercode van het apparaat worden geprogram­meerd. De mastercode van het apparaat is vinden in de autoradiopas van het apparaat.
Bewaar de autoradiopas op een veili-
ge plaats, doch nooit in de auto.
Lees voor het programmeren van een nieu­we KeyCard het gedeelte “Programmeren van een nieuwe KeyCard/mastercode invoeren”.
Met deze KeyCard kunt u desgewenst een nieuwe KeyCard programmeren. Lees hier­voor het gedeelte “Tweede KeyCard program­meren/KeyCard vervangen”.
Nieuwe KeyCards zijn te verkrijgen bij uw dealer.
Programmeren van een nieuwe KeyCard / Mastercode invoeren
Wanneer u geen voor het apparaat geldige KeyCard meer bezit en een nieuwe KeyCard wilt programmeren:
Plaats de nieuwe, niet bij het apparaat
bekende KeyCard.
Sluit het bedieningspaneel.Schakel het apparaat eventueel uit.Houd de toetsen TUNE > en de twee-
de softkey 4 van boven aan de linker­kant tegelijkertijd ingedrukt.
Zet het apparaat aan met toets 2.
Op het display verschijnt “0000”. Voer nu de viercijferige mastercode uit de
autoradiopas als volgt in:
Voer de cijfers van de mastercode tel-
kens in met de toetsen hiervoor zo vaak op de toetsen dat het gewenste cijfer op het display verschijnt.
/ 7. Druk
Verander de invoerpositie met de toet-
sen 7.
Druk wanneer de mastercode correct
wordt weergegeven op toets OK 5.
De nieuwe KeyCard is geaccepteerd wanneer het apparaat overschakelt op weergave.
Optische aanduiding als diefstalbeveiliging (LED)
Wanneer het apparaat is uitgeschakeld en de KeyCard is verwijderd, kan de verlichting van de inschakeltoets en van de opening van de cd-speler knipperen. Hiervoor moet de instel­ling “LED” in het menu op “ON” zijn ingesteld.
Druk op toets MENU 8.Druk op de softkey 4 met de display-
aanduiding “KC”.
DEUTSCH
ENGLISH
FRANÇAIS
ITALIANO
NEDERLANDS
SVENSKA
ESPAÑOL
PORTUGUÊS
145
IN- EN UITSCHAKELENDIEFSTALBEVEILIGING
Druk op de softkey 4 met de display-
aanduiding “LED”.
Op het display wordt de actuele toestand “LED ON” (aan) resp. “LED OFF” (uit) weer­gegeven.
Druk op de softkey 4 met de display-
aanduiding “LED” om te wisselen tus­sen “LED ON” en “LED OFF”.
Om het KeyCard-menu te verlaten:
Druk op toets OK 5 om een niveau te-
rug te gaan in het menu of op toets MENU 8 om het menu te verlaten. De instellingen worden bewaard.
Radiopas-gegevens tonen
Met de geleverde KeyCard kunt u de gege­vens van de radiopas, zoals naam van het apparaat, typenummer (7 6...) en apparaat­nummer op het display laten weergeven.
Druk op toets MENU 8.Druk op de softkey 4 met de display-
aanduiding “KC”.
Druk op de softkey 4 met de display-
aanduiding “READ”.
Op het display verschijnen de gegevens van de radiopas in de vorm van een lichtkrant.
Om het KeyCard-menu te verlaten:
Druk op toets MENU 8 of op toets OK
5.
Onderhoud van de KeyCard
Probleemloos functioneren van de KeyCard is gewaarborgd wanneer de contacten vrij zijn van vreemde deeltjes. Vermijd directe aanra­king van de contacten met de huid.
Reinig de contacten van de KeyCard indien nodig met een in alcohol gedrenkte, vezel­vrije doek.
In- en uitschakelen
Om het apparaat in of uit te schakelen staan u diverse mogelijkheden ter beschikking.
In- en uitschakelen met toets 2
Om het apparaat in te schakelen drukt u
op toets 2.
Het apparaat wordt ingeschakeld.
Om het apparaat uit te schakelen houdt
u toets 2 langer dan twee seconden ingedrukt.
Het apparaat wordt uitgeschakeld.
In- en uitschakelen via het contactslot van de auto
Wanneer het apparaat correct met het con­tactslot van de auto is verbonden en het ap­paraat niet met toets 2 is uitgeschakeld, wordt het met het contact in- en uitgescha­keld.
U kunt het apparaat ook inschakelen wan­neer het contact is uitgeschakeld.
Druk hiervoor op toets 2.
Let op:
Ter beveiliging van de autoaccu wordt het apparaat bij uitgeschakeld contact na een uur automatisch uitgeschakeld.
In- en uitschakelen met de KeyCard
U kunt de autoradio ook in- en uitschakelen door de KeyCard te plaatsen resp. te verwij­deren, mits het apparaat niet van tevoren is uitgeschakeld met toets 2. Lees voor het plaatsen en verwijderen van de KeyCard het gedeelte “Diefstalbeveiliging KeyCard”.
146
EERSTE INGEBRUIKNAME
Eerste ingebruikname
Wanneer het apparaat voor de eerste keer wordt aangesloten of de voedingsspanning van het apparaat afgesloten is geweest, ver­schijnt het Install-menu. In het Install-menu worden de volgende instellingen uitgevoerd:
Externe audiobron kiezen in plaats van
een cd-wisselaar
Instellen van de kloktijd
Instellen van de tuner voor gebruik in de
USA of in Europa.
Instellingen terugzetten op de fabrieks-
instelling
In- en uitschakelen van de interne ver-
sterker
Het Install-menu kan op elk moment opnieuw worden opgeroepen:
Houd toets MENU 8 ingedrukt totdat
het Install-menu wordt weergegeven.
Instellingen uitvoeren
Externe audiobron kiezen
Druk op de softkey 4 met de display-
aanduiding “AUX”.
Wanneer “AUX” wordt weergegeven, is de ingang reeds ingeschakeld.
Druk op toets of 7 om AUX in
resp. uit te schakelen.
Wanneer het instellen voltooid is, drukt
u op toets MENU 8.
Let op:
Wanneer de AUX-ingang is ingeschakeld, kan deze met toets CDC = worden gekozen.
Klok instellen
Druk op de softkey 4 met de display-
aanduiding “CLK”.
Stel de uren in met toets of 7.Druk op toets 7.
Stel de minuten in met toets of 7.Druk op toets OK 5.
Tuner instellen
Druk op de softkey 4 met de display-
aanduiding “TUNE”.
Kies “EUROPE” of “US” met toets
of 7.
Druk op toets OK 5.
Interne versterker in- en uitschakelen
Druk op de softkey 4 met de display-
aanduiding “AMP”.
Kies “AMP ON” of “AMP OFF” met toets
of 7.
Druk op toets OK 5.
Let op:
Wanneer u de instelling voor de interne ver­sterker op “AMP OFF” zet, vindt via de direct op het apparaat aangesloten luidsprekers geen weergave plaats. De weergave vindt in dit geval uitsluitend plaats via een externe versterker.
Instellingen terugzetten op de fabrieksinstelling
Druk op de softkey 4 met de display-
aanduiding “NORM”. Op het display verschijnt “NORMSET”. Wanneer u het apparaat wilt terugzetten op
de fabrieksinstelling:
Druk op toets OK 5.
Wanneer u alle instellingen hebt uitgevoerd:
Druk op toets OK 5.
Install-menu verlaten
Om het Install-menu te verlaten:
Druk op toets OK 5. De instellingen
worden opgeslagen.
DEUTSCH
ENGLISH
FRANÇAIS
ITALIANO
NEDERLANDS
SVENSKA
ESPAÑOL
PORTUGUÊS
147
VOLUME
Volume instellen
Het volume kan in stappen van 0 (uit) tot 50 (maximaal) worden ingesteld.
Om het volume te vergroten draait u de
volumeregelaar 3 naar rechts.
Om het volume te verkleinen draait u de
volumeregelaar 3 naar links.
Volume bij inschakelen instellen
Het volume waarmee het apparaat speelt wanneer het wordt ingeschakeld, kan worden ingesteld.
Druk op toets MENU 8.Druk op de softkey 4 met de display-
aanduiding “V AR”.
Druk op de softkey 4 met de display-
aanduiding “VOL”.
Ó Stel het volume in met de volumerege­laar of met de toetsen Wanneer u het volume dat voor het uitscha­kelen actief was, wilt instellen als volume bij inschakelen:
Druk op toets 7.
Op het display verschijnt “LAST VOL”.
Gevaar voor ernstig letsel! Wanneer de waarde voor het inschakel­volume op het maximum is ingesteld, kan het volume bij het inschakelen zeer groot zijn.
of 7.
Druk op toets OK 5 om een niveau te-
rug te gaan in het menu of op toets MENU 8 om het menu te verlaten. De instellingen worden bewaard.
Geluidsonderdrukking (Mute)
U kunt het volume abrupt verkleinen (Mute).
Druk kort op toets 2.
Op het display verschijnt “MUTE”.
Geluidsonderdrukking (Mute) opheffen
Druk kort op toets 2.
of
draai de volumeregelaar 3.
Geluidsonderdrukking tijdens gebruik van de telefoon
Wanneer uw autoradio op een mobiele tele­foon is aangesloten, wordt het geluid van de autoradio bij het opnemen van de telefoon onderdrukt. Hiervoor moet de telefoon op de in de inbouwhandleiding beschreven manier op de autoradio zijn aangesloten. Wanneer er tijdens een telefoongesprek een verkeersbericht wordt ontvangen en de voor­rang voor verkeersinformatie geactiveerd is, wordt het verkeersbericht weergegeven. Lees hiervoor het hoofdstuk “Verkeersinformatie”.
Wanneer het volume voor het uitscha­kelen op het maximum was ingesteld en de waarde voor het inschakelvolume op “LAST VOL” is ingesteld, kan het volume bij het inschakelen zeer groot zijn.
In beide gevallen kan ernstige gehoorbe­schadiging worden veroorzaakt!
148
KLANKVOLUME
Volume voor de bevestigingstoon (pieptoon) instellen
Wanneer u bij bepaalde functies een toets langer dan twee seconden ingedrukt houdt, bv. voor het opslaan van een zender onder een voorkeuzetoets, is een bevestigingssig­naal (pieptoon) te horen. Het volume van de pieptoon kan worden ingesteld.
Druk op toets MENU 8.Druk op de softkey 4 met de display-
aanduiding “V AR”.
Druk op de softkey 4 met de display-
aanduiding “BEEP”.
Stel het volume in met de toetsen
resp. 7.
Wanneer u de pieptoon wilt uitschakelen:
Druk op toets 7.
Op het display verschijnt “BEEP OFF”.
Druk op toets OK 5 om een niveau te-
rug te gaan in het menu of op toets MENU 8 om het menu te verlaten. De instellingen worden bewaard.
Klankkleur en volumeverhouding
Let op:
U kunt de instellingen voor bass, treble en loudness voor alle audiobronnen apart instel­len.
Bass instellen
Druk op toets AUD 9.
Op het display verschijnt “AUDIO 1”.
Druk op de softkey 4 met de display-
aanduiding “BASS”.
Druk op toets resp. 7 om de bass
in te stellen.
Wanneer het instellen voltooid is:
Druk op toets AUD 9.
Treble instellen
Druk op toets AUD 9.
Op het display verschijnt “AUDIO 1”.
Druk op de softkey 4 met de display-
aanduiding “TREB”.
Druk op toets resp. 7 om de tre-
ble in te stellen.
Wanneer het instellen voltooid is:
Druk op toets AUD 9.
DEUTSCH
ENGLISH
FRANÇAIS
ITALIANO
NEDERLANDS
SVENSKA
Loudness
Loudness betekent de versterking van de lage tonen bij een gering volume, in overeenstem­ming met het gehoor.
Druk op toets AUD 9.
Op het display verschijnt “AUDIO 1”.
Druk op de softkey 4 met de display-
aanduiding “LOUD”.
Druk op toets resp. 7 om de loud-
ness in te stellen.
149
ESPAÑOL
PORTUGUÊS
Loading...
+ 27 hidden pages