Blaupunkt COUCH CRC 41 User Manual [nl]

Radio / CD
COACH CRC 41
Gebruiksaanwijzing
Bitte aufklappen
Open here
Ouvrir s.v.p.
Aprite la pagina
Favor abrir
Hier openslaan a.u.b.
Öppna
Åpne
Avaa tästä
Lütfen katl∂ sayfay∂ aç∂n∂z.
2
DEUTSCH
ENGLISCH
3
2
10
1
4
5
18
7
6
17
8
16
9
15
11
12
14
FRANÇAIS
13
ESPAÑOL
PORTUGUÊS
ITALIANO
NEDERLANDS
SVENSKA
NORGE
SUOMI
TÜRKÇE
3
BEDIENINGSELEMENTEN
1 FMT-toets,
kiezen van het FM-geheugen­niveau, starten van de Travelstore-functie
2 Infrarood-ontvanger voor de IR-
afstandsbediening (optie)
3 Volumeregelaar 4 Toets voor het in- en uitschakelen
van het apparaat, geluidsonderdrukking (mute) van het apparaat
5 RDS-toets,
RDS-comfortfunctie in- en uitschakelen, weergave van lichtkranten kiezen
6 M•L-toets,
kiezen van de golfgebieden MW en LW
7 Cassette-ejecttoets 8 Cassetteopening 9 FR-toets,
snel terugspoelen
: FF-toets,
snel vooruitspoelen
; GEO-toets,
balans en fader instellen, terugzetten in de nulstand van de instellingen voor klankkleur en volumeverdeling
< SRC-toets,
kiezen van de geluidsbron tussen cassette, radio en cd-wisselaar (indien aangesloten)
= AUDIO-toets,
bass en treble instellen, loudness-functie in- en uitschake­len
> Multifunctionele tuimeltoets ? MENU-toets,
oproepen van het menu voor de basisinstellingen
@ Toetsenblok 1 - 5 A TRAFFIC-toets,
in- en uitschakelen van de verkeersinformatie
B Display
DEUTSCH
ENGLISCH
FRANÇAIS
ITALIANO
ESPAÑOLPORTUGUÊS
NEDERLANDS
SVENSKA
133
NORGE
SUOMI
TÜRKÇE
INHOUDSOPGAVE
Belangrijke aanwijzingen ..... 135
Verkeersveiligheid........................ 135
Aansluiting van extra
apparaten (optie) ......................... 135
Diefstalbeveiliging CODE ..... 136
Code activeren / deactiveren ....... 136
Codenummer invoeren ................ 136
Code-LED ................................... 137
In- en uitschakelen .............. 137
In- en uitschakelen
met de ON-toets.......................... 137
In- en uitschakelen
via het contactslot van de auto ..... 137
Inschakelen via het
cassettetransport......................... 138
Inschakelen met de telefoon
(optie) ......................................... 138
Inschakelen met de microfoon ..... 138
Inschakelen met de IR-afstands-
bediening RC-10 P (optie) ........... 138
Volume regelen .................... 139
Geluidsonderdrukking (mute) ...... 139
Weergave van telefoongesprekken .. 139 Weergave van mededelingen
via de microfoon .......................... 139
Bevestigingssignaal (pieptoon)
in- en uitschakelen ....................... 140
Klankkleur instellen ............. 140
Volumeverhouding instellen.. 141
Radioweergave .................... 142
Radioweergave inschakelen ........ 142
RDS-comfortfunctie (AF, REG) .... 142
Golfgebied / geheugenniveau
kiezen.......................................... 143
Zenders instellen ......................... 143
Zenders programmeren ............... 144
Programmatype (PTY) ................. 144
Storingsafhankelijke demping
van de hoge tonen (HICUT) ......... 145
Weergave van lichtkranten kiezen . 146
Tuner omschakelen...................... 146
Ontvangst van
verkeersinformatie ............... 147
Voorrang voor verkeers-
informatie in- en uitschakelen ....... 147
Cassetteweergave ............... 147
Weergeven van cassettes............ 147
Afspeelrichting wijzigen ............... 147
Snelspoelen ................................ 147
Cassette verwijderen ................... 148
Verkeersinformatie tijdens
cassetteweergave ....................... 148
Weergave van cd-wisselaar . 148
Weergave van cd-wisselaar starten .. 148
Cd kiezen .................................... 148
Titels kiezen................................. 149
Snelle zoekdoorloop (hoorbaar) ... 149
Snel titels kiezen.......................... 149
Wisselen van displayweergave .... 149
Losse titels of hele cd’s
herhaald afspelen (REPEAT) ........ 149
Titels in willekeurige volgorde
weergeven (MIX) ......................... 149
Alle titels van alle cd’s
kort weergeven (SCAN) .............. 150
Weergave onderbreken (PAUSE) 150
IR-afstandsbediening
RC 10 P ................................ 151
Externe audiobronnen ......... 153
Tandemuitgang .................... 153
Technische gegevens .......... 154
ISO-aansluiting .................... 238
134
BELANGRIJKE AANWIJZINGEN
Belangrijke aanwijzingen
Lees deze gebruiksaanwijzing voor u het apparaat in gebruik neemt zorgvul­dig door en maak uzelf vertrouwd met het apparaat. Bewaar deze gebruiks­aanwijzing in de auto voor als u later vragen hebt.
Verkeersveiligheid
De verkeersveiligheid gaat vóór al­les. Bedien uw autoradio alleen wan­neer de verkeerssituatie dat toelaat. Maak uzelf voor het begin van de rit vertrouwd met het apparaat. De akoestische waarschuwings­signalen van politie, brandweer en reddingsdiensten moeten tijdig te ho­ren zijn. Beluister daarom tijdens het rijden uw programma daarom alleen met een gepast geluidsvolume.
Aansluiting van extra apparaten (optie)
Op de radio kunnen extra apparaten worden aangesloten:
Bedieningseenheid CCA 41
• voor gebruik van de radio als
businstallatie (zie gedeelte “Tandemuitgang“).
Ver sterker TA 41
• voor het vergroten van het volume
en de klank in de auto.
Extra weergaveapparaten
• zoals bv. MiniDisc, cd-speler, MP3-
speler (zie gedeelte “Externe audiobronnen“).
Cd-wisselaar
• voor het weergeven van cd’s.
IR-afstandsbediening
• om de belangrijkste functies op
afstand te bedienen.
DEUTSCH
ENGLISCH
FRANÇAIS
ITALIANO
ESPAÑOLPORTUGUÊS
NEDERLANDS
135
SVENSKA
NORGE
SUOMI
TÜRKÇE
DIEFSTALBEVEILIGING
Diefstalbeveiliging CODE
Het apparaat is ter beveiliging tegen diefstal uitgerust met een viercijferig codenummer. Dit nummer moet altijd worden ingevoerd wanneer het appa­raat van de bedrijfsspanning van de auto afgesloten is geweest. De code­ring is van fabriekswege niet actief, maar kan worden geactiveerd.
Het codenummer vindt u in de radio­pas bij het apparaat.
Let op:
Bewaar de radiopas niet in de auto!
Code activeren / deactiveren
Om de codering in resp. uit te schake­len gaat u als volgt te werk:
Schakel het apparaat uit met toets
4.
Houd de voorkeuzetoetsen 1 en 4
@ tegelijk ingedrukt.
Blijf de voorkeuzetoetsen ingedrukt
houden en schakel het apparaat in met toets 4.
Blijf de voorkeuzetoetsen 1 en 4
@ ingedrukt houden totdat “BLAU”
- “PUNKT” op het display B ver­schijnt.
Laat de voorkeuzetoetsen los.
De codering is geactiveerd. Telkens na het inschakelen verschijnt
kort “CODE” op het display B.
Deactiveren
Ga voor het deactiveren van de code precies zo te werk. Om te voorkomen dat onbevoegden de code deactiveren wordt u aansluitend gevraagd het code­nummer in te voeren.
Codenummer invoeren
Schakel het apparaat in.
Op het display B verschijnt “CODE” en vervolgens vier nullen: “0000”.
Druk zo vaak op voorkeuzetoets 1
@ dat het eerste cijfer van uw codenummer op het display B verschijnt.
Druk zo vaak op voorkeuzetoets 2
@ dat het tweede cijfer van uw codenummer op het display B verschijnt.
Druk zo vaak op voorkeuzetoets 3
@ dat het derde cijfer van uw codenummer op het display B verschijnt.
Druk zo vaak op voorkeuzetoets 4
@ dat het vierde cijfer van uw codenummer op het display B verschijnt.
Wanneer het juiste codenummer
op het display B wordt weergege­ven, drukt u op de
Let op:
Wanneer het codenummer driemaal onjuist is ingevoerd, moet een wachttijd van een uur worden aangehouden. Op het display B verschijnt “WAIT 1 H”. Tijdens de wachttijd moet het apparaat ingeschakeld zijn.
-toets >.
136
DIEFSTALBEVEILIGING IN- EN UITSCHAKELEN
Code-LED
Wanneer het apparaat is uitgeschak eld, kan toets 4 knipperen.
Code-LED in- en uitschakelen
Druk op toets MENU ?.Druk zo vaak op toets of >
dat “LED ON” (aan) resp. “LED OFF” (uit)op het display B wordt weergegeven.
Schakel de LED in resp. uit met
of >.
toets
Druk op toets MENU ?.
In- en uitschakelen
Om het apparaat in of uit te schakelen hebt u diverse mogelijkheden. Bij het inschakelen van het apparaat worden de laatst gebruikte instellingen geacti­veerd. Het apparaat speelt met het laatst beluisterde volume.
Let op:
Om veiligheidsredenen is het volume bij inschakelen begrensd op een door de fabriek ingestelde maximumwaarde.
In- en uitschakelen met de ON­toets
Om het apparaat in te schakelen
drukt u op toets 4.
Om het apparaat uit te schakelen
houdt u toets 4 langer dan twee seconden ingedrukt.
In- en uitschakelen via het contactslot van de auto
Het apparaat kan met het contactslot worden in- en uitgeschakeld. Hiervoor moet het apparaat niet met de ON-toets 4 maar met het contact worden uitge­schakeld.
Let op:
U kunt het apparaat ook inschakelen wanneer het contact is gedeactiveerd:
Houd hiervoor toets 4 ingedrukt
totdat het apparaat zichzelf inscha­kelt.
DEUTSCH
ENGLISCH
FRANÇAIS
ITALIANO
ESPAÑOLPORTUGUÊS
NEDERLANDS
SVENSKA
NORGE
137
SUOMI
TÜRKÇE
IN- EN UITSCHAKELEN
Uitschakeltijd:
Ter beveiliging van de autoaccu wordt het apparaat na een instelbare tijdsduur (uitschakeltijd) uitgeschakeld.
Uitschakeltijd instellen
Druk op toets MENU ?.Druk zo vaak op toets of >
dat “HRLOGIC” op het display B wordt weergegeven.
Stel de uitschakeltijd (STOP 0 t/m
STOP 60) in stappen van vijf minu­ten in met de
“STOP 0” betekent dat het apparaat niet functioneert wanneer het contact is uit­geschakeld. De fabrieksinstelling is 15 minuten.
-toetsen >.
Druk op toets MENU ?.
Inschakelen via het cassettetransport
Wanneer er geen cassette in de speler geplaatst is terwijl het apparaat uitge­schakeld is:
Schuif de cassette met de open
zijde naar rechts zonder forceren in de speler totdat deze hoorbaar ver­grendelt.
Het apparaat wordt ingeschakeld. De cassetteweergave begint.
Inschakelen met de telefoon (optie)
Wanneer de telef oon geactiveerd wordt terwijl het apparaat is uitgeschakeld, schakelt het apparaat zichzelf in. Na het
uitschakelen van de telefoon wordt het apparaat automatisch weer uitgeschakeld. Voorwaarde is dat de telefoon op de juiste wijze (kamer C2) met het apparaat is verbonden.
Inschakelen met de microfoon
Wanneer microf oon 1 geactiveerd wordt terwijl het apparaat is uitgeschakeld, schakelt het apparaat zichzelf in. Na het uitschakelen van de microfoon wordt het apparaat automatisch weer uitgeschakeld. Voorwaarde is dat de microfoon op de juiste wijze met de meegeleverde adapterkabel met het apparaat (kamer D3) is verbonden.
Let op:
Wanneer de radio samen met de bedieningseenheid CCA 41 als businstallatie wordt gebruikt, dienen de microfoons op het apparaat te worden aangesloten.
De bedieningseenheid (CCA 41) wordt met de meegeleverde adapterkabel op de radio (kamer C1) aangesloten.
Inschakelen met de IR­afstandsbediening RC-10 P (optie)
Om in te schakelen drukt u op
toets ON Q op de IR-afstandsbe­diening RC-10 P.
138
VOLUME
Volume regelen
Het systeemvolume kan in stappen van 0 (uit) tot 66 (maximaal) worden gere­geld.
Om het systeemvolume te vergro-
ten draait u de volumeregelaar 3 naar rechts.
Om het systeemvolume te verklei-
nen draait u de volumeregelaar 3 naar links.
“VOL” en de ingestelde waarde verschijnen op het display B.
Geluidsonderdrukking (mute)
U kunt het systeemvolume abrupt ver­kleinen (mute).
Druk kort op toets 4.
Mute-volume instellen
Het volume van de geluids­onderdrukking (Mute Level) kan worden ingesteld.
Druk op toets MENU ?.Druk zo vaak op toets of >
dat “MUTE LVL” op het display B verschijnt.
Stel het Mute Level in met de -
toetsen >.
“MUTE” en de ingestelde waarde verschijnen op het display B.
Druk tweemaal op toets MENU ?.
Weergave van telefoongesprekken
Wanneer uw autoradio op een mobiele telefoon is aangesloten, wordt het ge­luid van de autoradio bij een binnenko­mend gesprek resp. bij het opnemen van de telefoon onderdrukt en wordt het telefoongesprek via de systeem­luidsprekers weergegeven. Tijdens de weergave van de telefoon wordt de optie op het display B weer­gegeven. Hiervoor moet de mobiele telefoon op de juiste manier op de autoradio zijn aangesloten.
Weergave van mededelingen via de microfoon
U hebt de mogelijkheid om op het apparaat twee externe microfoons aan te sluiten. Microfoon 1 staat ter beschikking van de chauffeur en microfoon 2 van de reisbegeleider. Microfoon 1 heeft altijd voorrang op microfoon 2. Wanneer de microfoon is ingeschakeld, wordt de weergave van de audiobronnen onderbroken. Wanneer de microfoon wordt uitgeschakeld, wordt de audiobron weergegeven.
Volume van de microfoon instellen
Om het volume van de microfoon in te stellen:
Draai de volumeregelaar 3 tijdens
de microfoonweergave naar rechts resp. naar links om het volume te vergroten resp. te verkleinen.
DEUTSCH
ENGLISCH
FRANÇAIS
ITALIANO
ESPAÑOLPORTUGUÊS
NEDERLANDS
SVENSKA
NORGE
SUOMI
139
TÜRKÇE
KLANKKLEURVOLUME
Bevestigingssignaal (pieptoon) in- en uitschakelen
Bij bepaalde handelingen, bv. wanneer u een toets langer ingedrukt houdt, is een bevestigingssignaal (pieptoon) te horen. Deze pieptoon kan worden uit­geschakeld.
Druk op toets MENU ?.Druk zo vaak op toets of >
dat “BEEP ON” (aan) resp. “BEEP OFF” (uit) op het display B ver­schijnt.
Schakel het bevestigingssignaal in
resp. uit met toets of >.
Druk op toets MENU ?.
Klankkleur instellen
Bass instellen
Druk om de bass in te stellen op
toets AUDIO =.
“BASS” en de ingestelde waarde verschijnen op het display B.
Draai de volumeregelaar 3 om de
bass in te stellen. Draai tegen de klok in resp. met de klok mee om de bass te versterken resp. af te zwakken.
Treble instellen
Druk om de treble in te stellen op
toets AUDIO =.
“BASS” en de ingestelde waarde verschijnen op het display B.
Druk opnieuw op toets AUDIO =.
“TREB” en de ingestelde waarde verschijnen op het display B.
Draai de volumeregelaar 3 om de
treble in te stellen. Draai tegen de klok in resp. met de klok mee om de treble te versterken resp. af te zwakken.
140
Loudness in- en uitschakelen
Loudness betekent de versterking van hoge en lage tonen bij een gering vo­lume, in overeenstemming met het ge­hoor.
Houd toets AUDIO = ca. twee se-
conden ingedrukt.
Wanneer de loudness ingeschak eld is, verschijnt “LD” op het display B.
VOLUMEVERHOUDINGKLANKKLEUR
Loudness-intensiteit instellen
De loudness-intensiteit kan van één t/m zes worden ingesteld.
Druk op toets MENU ?.Druk zo vaak op toets of >
dat “LOUDNESS” op het display B verschijnt.
Druk op de -toetsen > om de
versterking in te stellen.
Druk tweemaal op toets MENU ?.
Volumeverhouding instellen
Balans instellen
Druk om de volumeverhouding
links/rechts (balans) in te stellen op toets GEO ;.
“BAL” en de ingestelde waarde verschijnen op het display B.
Draai de volumeregelaar 3 om de
balans in te stellen. Draai tegen de klok in resp. met de klok mee om de volumeverdeling naar links resp. naar rechts te verschuiven.
Balans “0” = middenstand.
Fader instellen
Druk om de volumeverhouding
voor/achter (fader) in te stellen op toets GEO ;.
“BAL” en de ingestelde waarde verschijnen op het display B.
Druk opnieuw op toets GEO ;.
“FADER” en de ingestelde waarde verschijnen op het display B.
Draai de volumeregelaar 3 om de
balans in te stellen. Draai tegen de klok in resp. met de klok mee om de volumeverdeling naar voor resp. naar achter te verschuiven.
Fader “0” = middenstand.
Let op:
De volumeverhouding voor/achter kan alleen worden ingesteld indien er een extra versterker is aangesloten.
DEUTSCH
ENGLISCH
FRANÇAIS
ITALIANO
ESPAÑOLPORTUGUÊS
NEDERLANDS
SVENSKA
NORGE
SUOMI
141
TÜRKÇE
VOLUMEVERHOUDING
RADIOWEERGAVE
Klankkleur en volumeverhouding terugzetten in de nulstand
U kunt de waarden voor klankkleur en volumeverdeling terug laten zetten op nul.
Om de instellingen terug te zetten
houdt u toets GEO ; langer dan twee seconden ingedrukt.
Op het display B verschijnt kort “AUD ZERO”.
Radioweergave
Dit apparaat is uitgerust met een RDS­radio-ontvanger . Bijna alle ontvangbare FM-zenders zenden een signaal uit dat naast het programma ook informatie zoals de naam van de zender en het programmatype (PTY) bevat.
De naam van de zender wordt, zodra deze kan worden ontvangen, op het display B weergegeven.
Radioweergave inschakelen
Wanneer u zich in de weerga vesoorten cassette of cd-wisselaar bevindt:
Druk zo vaak op toets SRC < dat
“RADIO” op het display B ver­schijnt.
RDS-comfortfunctie (AF, REG)
De RDS-comfortfuncties AF (alterna­tieve frequentie) en REG (regionaal) vergroten het prestatiespectrum van uw autoradio.
AF: Wanneer de RDS-comfortfunctie geactiveerd is, zoekt het apparaat op de achtergrond automatisch naar de als beste te ontvangen frequentie van de ingestelde zender.
REG: Sommige zenders verdelen hun programma op bepaalde tijden in regio­nale programma’s met verschillende inhoud. Met REG ontvangt u alleen re­gionale programma’s.
Let op:
REG moet apart in het menu worden geactiveerd / gedeactiveerd.
142
RADIOWEERGAVE
RDS-comfortfunctie in- resp. uitschakelen
Om de RDS-comfortfuncties AF en
REG te kunnen gebruiken, drukt u op toets RDS 5.
De RDS-comfortfuncties zijn actief wan­neer “RDS” op het display B verlicht is.
REG in- en uitschakelen
Druk op toets MENU ?.Druk zo vaak op toets of >
dat “REG” op het display B ver­schijnt.
Achter “REG” wordt “OFF” (uit) resp. “ON” (aan) weergegeven.
Om REG in resp. uit te schakelen
drukt u op toets of >.
Druk op toets MENU ?.
Let op:
Wanneer de REG-functie geactiveerd is, probeert de radio het regionale pro­gramma van de ingestelde zender zo lang mogelijk te blijven ontvangen. Bij het verlaten van het uitzendgebied van het regionale programma dient u REG uit te schakelen.
Golfgebied / geheugenniveau kiezen
Met dit apparaat kunt u zenders van de frequentiebanden FM, MW en LW ont­vangen V oor het golfgebied FM zijn drie geheugenniveaus en voor de golf­gebieden MW en LW elk één geheugen­niveau beschikbaar . Op elk geheugen­niveau kunnen vijf zenders worden ge­programmeerd.
FM-geheugenniveau kiezen
Om te wisselen tussen de FM-
geheugenniveaus drukt u op toets FMT 1.
MW- en LW-golfgebied instellen
Om te wisselen tussen de golf-
gebieden MW en LW drukt u op toets M•L 6.
Zenders instellen
U hebt verschillende mogelijkheden om zenders in te stellen.
Automatische zoekafstemming
Druk op toets of >.
De eerstvolgende ontvangbare zender wordt ingesteld.
Gevoeligheid van de zoekafstemming instellen
U kunt kiezen of er alleen sterke of ook zwakke zenders moeten worden ont­vangen.
Druk op toets MENU ?.Druk zo vaak op toets of >
dat “SENS” op het display B ver­schijnt.
Op het display B wordt de actuele waarde voor de gevoeligheid aangege­ven. “SENS DX1” betekent de hoogste gevoeligheid, “SENS LO3” de gering­ste. Wanneer “SENS LO” wordt gekozen, is “lo” op het display B verlicht.
Stel de gewenste gevoeligheid in
met de
-toetsen >.
Druk op toets MENU ?.
143
DEUTSCH
ENGLISCH
FRANÇAIS
ITALIANO
ESPAÑOLPORTUGUÊS
NEDERLANDS
SVENSKA
NORGE
SUOMI
TÜRKÇE
RADIOWEERGAVE
Handmatig afstemmen op zenders
U kunt ook handmatig zenders instel­len.
Druk op de -toetsen >.
Let op:
Er kunnen alleen met de hand zenders worden ingesteld wanneer de RDS­comfortfunctie gedeactiveerd is.
Bladeren in zenderketens (alleen FM)
Wanneer een zender meerdere pro­gramma’s biedt, kunt u bladeren in dez e zgn. “zenderketen”.
Druk op de -toetsen > om
naar de volgende zender van de zenderketen te gaan.
Let op:
Om deze functie te kunnen gebruiken, moet de RDS-comfortfunctie geacti­veerd zijn. U kunt zo alleen wisselen tussen zenders die u minimaal eenmaal eerder ontvangen hebt. Start hiervoor bv. de Travelstore-functie of laat de au­tomatische zoekafstemming eenmaal de gehele frequentieband doorlopen.
Zenders programmeren
Zenders handmatig programmeren
Kies het geheugenniveau FM1,
FM2, FMT (alleen bij FM) of een van de golfgebieden MW of LW.
Stel de gewenste zender in.Houd de voorkeuzetoets 1 - 5 @
waaronder de zender moet worden opgeslagen, langer dan twee se­conden ingedrukt.
Zenders automatisch programmeren (Travelstore)
U kunt de vijf sterkste zenders uit de regio automatisch programmeren (al­leen FM). De zenders worden opgesla­gen op geheugenniveau FMT.
Let op:
Eerder op dit niveau geprogrammeerde zenders worden hierbij gewist.
Houd toets FMT 1 langer dan
twee seconden ingedrukt.
Het programmeren begint. Op het display B verschijnt “T-STORE”. W an- neer de programmering voltooid is, wordt de zender op geheugenpositie 1 van geheugenniveau FMT weergege­ven.
Geprogrammeerde zenders oproepen
Kies het geheugenniveau resp. het
golfgebied waarop de zender ge­programmeerd is.
Druk op de voorkeuzetoets van de
gewenste zender.
Programmatype (PTY)
Naast de naam van de zender geven sommige FM-zenders ook informatie door over het type van hun programma. Zulke programmatypes kunnen bv . zijn:
CULTURE TRAVEL JAZZ SPORT NEWS POP ROCK MUSIC
Met de PTY-functie kunt u gericht zen­ders met een bepaald programmatype kiezen.
144
RADIOWEERGAVE
Wanneer PTY is ingeschakeld en een PTY -z oekdoorloop wordt gestart, scha­kelt het apparaat automatisch over van de actuele zender resp. vanuit de weer­gave van cassette of cd-wisselaar op de zender met het gekozen programmatype.
PTY in- en uitschakelen
Druk op toets MENU ?.Druk zo vaak op toets of >
dat “PTY ON” resp. “PTY OFF” op het display B verschijnt.
Druk op de -toetsen > om
PTY in (ON) resp. uit te schakelen (OFF).
Druk op toets MENU ?.
Programmatype kiezen en zoekdoorloop starten
Druk op toets of >.
Het actuele programmatype wordt weergegeven op het display B.
Wanneer u een ander programma-
type wilt kiezen, kunt u door op of > te drukken een ander programmatype instellen.
Het gekozen programmatype wordt kort weergegeven.
Druk op de of -toets > om de
zoekdoorloop te starten.
De eerstvolgende zender met het ge­kozen programmatype wordt ingesteld.
Let op:
Wanneer geen zender met het gek ozen programmatype wordt gevonden, is een pieptoon te horen en verschijnt op het display B kort “NO PTY”. De laatst ont- vangen zender wordt opnieuw inge­steld.
PTY-taal instellen
De taal waarmee het programmatype wordt weergegeven, kan worden inge­steld.
Druk op toets MENU ?.Druk zo vaak op toets of >
dat “PTY LANG” op het display B verschijnt.
Druk op toets of > om te kie-
zen uit de talen Duits, Engels en Frans.
Wanneer de gewenste taal op het
display B verschijnt, drukt u twee­maal op toets MENU ?.
Speciale PTY-functie Alarm
Zodra een zender programmatype 31 uitzendt, wordt deze zender ingesteld. Op het display B verschijnt “ALARM”. Programmatype 31 (alarm) is gereser­veerd voor rampenmeldingen.
Storingsafhankelijke demping van de hoge tonen (HICUT)
De HICUT-functie zorgt voor een weergaveverbetering bij slechte radio­ontvangst. Wanneer sprake is van ontvangststoringen worden de hoge to­nen automatisch zachter weergegeven.
DEUTSCH
ENGLISCH
FRANÇAIS
ITALIANO
ESPAÑOLPORTUGUÊS
NEDERLANDS
SVENSKA
NORGE
SUOMI
145
TÜRKÇE
RADIOWEERGAVE
HICUT in- en uitschakelen
Druk op toets MENU ?.Druk zo vaak op toets of >
dat “HICUT” op het display B ver­schijnt.
Druk op toets of > om
HICUT in resp. uit te schakelen.
“HICUT 1” betekent afzwakking van de hoge tonen, “HICUT 0” betekent geen afzwakking.
Druk op toets MENU ?.
Let op:
De HICUT -functie is alleen bij FM-weer­gave beschikbaar.
Weergave van lichtkranten kiezen
Bepaalde radiozenders gebruiken het RDS-signaal om in plaats van hun zendernaam reclame of andere infor­matie uit te zenden. Deze ‘lichtkranten’ worden op het display B weergege- ven. U kunt de weergave van ‘lichtkranten’ uitschakelen.
Houd de RDS-toets 5 ingedrukt
totdat “NAME FIX” op het display B verschijnt.
Om de weergave van lichtkranten
op het display B weer mogelijk te maken houdt u de RDS-toets 5 ingedrukt totdat “NAME VAR” op het display B verschijnt.
Tuner omschakelen
Dit apparaat beschikt over een multi­band-tuner. Deze tuner kan worden ingesteld op de vereisten die specifiek zijn voor het land. De ter beschikking staande regio’s zijn Europa en Amerika. De tuner is alleen volledig functioneel wanneer deze op de regio is ingesteld waarin deze wordt gebruikt.
Tuner omschakelen
Kies het golfgebied FM.Zet het apparaat uit.Houd toets 1 en 3 @ ingedrukt en
zet het apparaat weer aan.
Op het display B verschijnt “SERVICE” en daarna de frequentieaanduiding.
Druk op toets MENU ?.Druk zo vaak op toets > dat
“FM TUNER” op het display B verschijnt.
Stel de regio “EUROPE” of
“AMERICA” in met de toetsen
>.
Ter bevestiging drukt u tweemaal
op toets MENU ?.
Om het omschakelen van de tuner
te beëindigen zet u het apparaat uit en weer aan.
146
VERKEERSINFORMATIE
CASSETTEWEERGAVE
Ontvangst van verkeersinformatie
Voorrang voor verkeersinformatie in- en uitschakelen
Druk op toets TRAFFIC A.
De voorrang voor verkeersinformatie is geactiveerd wanneer “T A” op het displa y B verlicht is.
Let op:
U hoort een waarschuwingstoon:
• wanneer u bij het beluisteren van een zender met verkeersinformatie of een cassette het uitzendgebied van de ingestelde zender verlaat en er bij de daarop volgende auto­matische zoekdoorloop geen nieuwe zender met verkeersin­formatie wordt gevonden.
• wanneer u van een zender met verkeersinformatie wisselt naar een zender zonder verkeersinformatie.
Schakel dan ofwel de voorrang voor verkeersinformatie uit of stel een zen­der met verkeersinformatie in.
Volume voor verkeersinformatie instellen
Druk op toets MENU ?.Druk zo vaak op toets of >
dat “TAVOLUME” op het display B verschijnt.
Stel het volume in met de -
toetsen >.
Druk tweemaal op toets MENU ?.
Cassetteweergave
Weergeven van cassettes
Wanneer er nog geen cassette in de speler zit:
Schuif de cassette met de open
zijde naar rechts in de cassette­opening 8.
De cassetteweergave begint met de laatst gekozen afspeelrichting.
Wanneer er al een cassette in de spe­ler zit,
druk zo vaak op toets SRC < dat
“CASSETTE” op het display B verschijnt.
De cassette wordt weergegeven in de laatst gekozen looprichting “TRACK1” of “TRACK2”.
Afspeelrichting wijzigen
Druk tegelijk op de toetsen FR 9
en FF :.
De looprichting wordt gewijzigd. Aan het einde van de band wordt de afspeel­richting automatisch veranderd (Auto­reverse).
Snelspoelen
Snel vooruitspoelen
Druk op toets FF : (Fast
Forward) totdat deze vergrendelt.
Op het display B verschijnt “FORWARD”.
Snel terugspoelen
Druk op toets FR 9 (Fast Rewind)
totdat deze vergrendelt.
Op het display B verschijnt “REWIND”.
147
DEUTSCH
ENGLISCH
FRANÇAIS
ITALIANO
ESPAÑOLPORTUGUÊS
NEDERLANDS
SVENSKA
NORGE
SUOMI
TÜRKÇE
CASSETTEWEERGAVE
WEERGAVE VAN
CD-WISSELAAR
Snelspoelen beëindigen
Druk op de tegenovergestelde
snelspoeltoets.
De weergave wordt voortgezet.
Let op:
Tijdens het snelspoelen wordt de als laatste beluisterde radiozender weerge­geven.
Cassette verwijderen
Druk op toets 7 om de cassette
uit het apparaat te verwijderen.
Verkeersinformatie tijdens cassetteweergave
Met de functie “TRAFFIC” (voorrang voor verkeersinformatie) is het apparaat ook tijdens de cassetteweergave ge­reed voor de ontvangst van verkeersin­formatie. In het geval van een verkeersbericht stopt de cassette­weergave en wordt de verkeersin­formatie weergegeven. Lees hiervoor het hoofdstuk “Ontvangst van verkeers­informatie”.
Weergave van cd-wisselaar (optie)
Als accessoire kan de cd-wisselaar A08 T (24 volt) worden aangesloten op de ISO-aansluiting (kamer C3).
Attentie!
Wanneer de cd-wisselaar IDC A09 (12 volt) wordt aangesloten, moet de spanningstoevoer bij de stekker van de aansluitkabel van de cd-wisselaar wor­den losgemaakt. De cd-wisselaar moet worden voorzien van een aparte spanningstoevoer van 12 volt (zie ge­bruiksaanwijzing cd-wisselaar, fig. 1).
Let op:
Informatie over de behandeling van cd’s, het plaatsen van cd’s en voor het onderhoud van de cd-wisselaar vindt u in de gebruiksaanwijzing van uw cd­wisselaar.
Weergave van cd-wisselaar starten
Druk zo vaak op SRC < dat
“CHANGER” op het display B ver­schijnt.
De weergave begint met de eerste cd die de cd-wisselaar herkent.
148
Cd kiezen
Om op- of neerwaarts naar een an-
dere cd te gaan, drukt u een- of meermaals op toets
of >.
Titels kiezen
Om op- of neerwaarts naar een an-
dere titel van de actuele cd te gaan, drukt u een- of meermaals op toets
of >.
Snelle zoekdoorloop (hoorbaar)
Voor een snelle zoekdoorloop achter­waarts resp. voorwaarts:
Houd een van de -toetsen >
ingedrukt totdat de snelle zoek­doorloop achterwaarts resp. voor­waarts begint.
Snel titels kiezen
Om snel achterwaarts resp. voorwaarts titels te kiezen:
Houd een van de / -toetsen
> ingedrukt totdat de snelle zoek­doorloop achterwaarts resp. voor­waarts begint.
Wisselen van displayweergave
Om te wisselen tussen de weergave van cd-nummer en verstreken speeltijd:
Druk op toets MENU ?.
Op het display B verschijnt “MENU”.
Druk zo vaak op toets of >
dat “CDC DISP” op het display B verschijnt.
Druk op toets >.
De actuele instelling wordt weergege­ven. “TIME” voor de verstreken speel­tijd, “CD NO” voor de weergave van het cd-nummer.
Kies de gewenste instelling met
toets of >.
WEERGAVE VAN
CD-WISSELAAR
Druk tweemaal op toets MENU ?.
Losse titels of hele cd’s herhaald afspelen (REPEAT)
Om de actuele titel te herhalen
drukt u kort op 3 (RPT) @.
Op het display B verschijnt kort “RPT TRCK”, “RPT” is verlicht op het display B.
Om de actuele cd te herhalen drukt
u opnieuw op toets 3 (RPT) @.
Op het display B verschijnt kort “RPT DISC”, “RPT” is verlicht op het display B.
REPEAT beëindigen
Om het herhalen van de actuele
titel resp. de actuele cd te beëindi­gen houdt u toets 3 (RPT) @ inge- drukt totdat “RPT OFF” op het display B verschijnt en RPT niet langer verlicht is.
Titels in willekeurige volgorde weergeven (MIX)
Om de titels van de actuele cd in
willekeurige volgorde weer te ge­ven drukt u kort op toets 4 (MIX) @.
Op het display B verschijnt kort “MIX­CD”, “MIX” is verlicht op het display B.
Om de titels van alle geplaatste
cd’s in willekeurige volgorde weer te geven drukt u opnieuw op toets 4 (MIX) @.
Op het display B verschijnt kort “MIX ALL”, “MIX” is verlicht op het display B.
149
DEUTSCH
ENGLISCH
FRANÇAIS
ITALIANO
ESPAÑOLPORTUGUÊS
NEDERLANDS
SVENSKA
NORGE
SUOMI
TÜRKÇE
WEERGAVE VAN CD-WISSELAAR
MIX beëindigen
Om het afspelen van de titels in
willekeurige volgorde te beëindigen houdt u toets 4 (MIX) @ ingedrukt totdat “MIX OFF” op het display B verschijnt en MIX niet langer ver­licht is.
Alle titels van alle cd’s kort weergeven (SCAN)
Om alle titels van alle geplaatste
cd’s in oplopende volgorde kort weer te geven drukt u op toets 5 (SCAN) @.
Op het display B verschijnt “SCAN”.
SCAN beëindigen
Om de korte weergave te beëindi-
gen drukt u opnieuw op toets 5 (SCAN) @.
De op dat moment weergegeven titel wordt verder afgespeeld.
Let op:
De duur van het fragment kan worden ingesteld.
Duur van het fragment (Scantime) instellen
Druk op toets MENU ?.
Op het display B verschijnt “MENU”.
Druk zo vaak op toets of >
dat “SCANTIME” op het display B verschijnt.
Stel de gewenste duur van het
f
ragment in met de -toetsen >.
Wanneer het instellen voltooid is,
drukt u tweemaal op toets MENU ?.
Let op:
De duur van het fragment is geldig voor het scannen bij weergave van de cd­speler en de cd-wisselaar.
Weergave onderbreken (PAUSE)
Druk op toets 2 ( ) @.
Op het display B verschijnt “PAUSE”.
Pauze opheffen
Druk tijdens de pauze op toets
2 ( ) @.
De weergave wordt voortgezet.
150
IR-AFSTANDSBEDIENING
IR-afstandsbediening RC 10 P (optie)
Met de IR-afstandsbediening kunt u de belangrijkste functies van het apparaat aansturen.
Ontvanger van de afstands­bediening
In de kap van het apparaat bevindt zich de infrarood-ontvanger 2 voor de af­standsbediening. Vóór gebruik van een afstandsbediening moet de ontvanger worden ingeschakeld.
Druk op toets MENU ?.Druk zo vaak op toets of >
dat “IR ON” resp. “IR OFF” op het display B verschijnt.
Druk op toets of > om de
ontvanger in (ON) resp. uit (OFF) te schakelen.
Druk op toets MENU ?.
N
Functies van de afstands­bediening
Radioweergave Toets Functie ON Q Apparaat in- en uit-
schakelen Mute (kort indrukken)
SRC I Wisselen van geluids-
bron
V+ K Volume vergroten V- J Volume verkleinen
O Geprogrammeerde
zenders oproepen
M Golfgebied / geheugen-
niveau kiezen Travelstore (langer in­gedrukt houden)
N Zoekafstemming op-
waarts
L Zoekafstemming neer-
waarts
OK P Menu oproepen resp.
verlaten. Wijzigen menu’s met de toetsen L - O.
DEUTSCH
ENGLISCH
FRANÇAIS
ITALIANO
ESPAÑOLPORTUGUÊS
NEDERLANDS
I
J
K
M
L
Q
P
SVENSKA
O
NORGE
SUOMI
TÜRKÇE
151
IR-AFSTANDSBEDIENING
Cassetteweergave Toets Functie ON Q Apparaat in- en uit-
schakelen Mute (kort indrukken)
SRC I Wisselen van geluids-
bron
V+ K Volume vergroten V- J Volume verkleinen
O M N L
OK P Menu oproepen resp.
verlaten. Wijzigen menu’s met de toetsen
L - O.
N
M
L
K
J
I
O
P
Q
Weerga ve van cd-wisselaar Toets Functie ON Q Apparaat in- en uit-
schakelen Mute (kort indrukken)
SRC I Wisselen van geluids-
bron
V+ K Volume vergroten V- J Volume verkleinen
O Volgende titel weerge-
ven, snelle zoekdoorloop opwaarts (langer inge­drukt houden)
M Vorige titel weergeven,
snelle zoekdoorloop neerwaarts (langer in­gedrukt houden)
N Volgende cd weerge-
ven, snel titels zoeken op­waarts (langer inge­drukt houden)
L Vorige cd weergeven,
snel titels zoeken neer­waarts (langer inge­drukt houden)
OK P Menu oproepen resp.
verlaten. Wijzigen menu’s met de toetsen L - O, cd-scan activeren (langer ingedrukt houden)
152
EXTERNE AUDIOBRONNEN
TANDEMUITGANG
Externe audiobronnen
U kunt in plaats van de cd-wisselaar CDC A08 T nog een andere externe audiobron met Line-uitgang aansluiten. Zulke bronnen kunnen bv. een draag­bare cd-speler, MiniDisc-speler of MP3­speler zijn. In het menu moet de AUX-ingang wor­den ingeschakeld. Wanneer u een externe audiobron wilt aansluiten, hebt u een adapterkabel nodig. Deze kabel is verkrijgbaar bij de vakhandel.
AUX-ingang in- en uitschakelen
Druk op toets MENU ?.
Op het display B verschijnt “MENU”.
Druk zo vaak op toets > dat
“AUX OFF” resp. “AUX ON” op het display B verschijnt.
Druk op toets of > om AUX
in resp. uit te schakelen.
Wanneer de instelling voltooid is,
drukt u op toets MENU ?.
Let op:
Wanneer de AUX-ingang is ingescha­keld, kan deze met toets SRC < wor- den gekozen.
Tandemuitgang
Het apparaat beschikt over een tandemuitgang (kamer C1) voor het aansluiten van de Coach Control­versterker CCA 41. Wanneer de tandemuitgang is ingeschakeld, wordt het audiosignaal van radio en cassette met een vast niveau doorgegeven aan de bedieningseenheid (CCA 41). Hierdoor kunnen op de bestuurdersplaats en in de cabine verschillende audiobronnen worden weergegeven.
Om de tandemuitgang te kunnen gebruiken moet u deze in het menu inschakelen.
Let op:
Bij tandemweergave wordt de cassette niet motorisch gestopt.
Tandemuitgang in- en uitschakelen
Druk op toets MENU ?.Druk zo vaak op toets > dat
“TAND OFF” resp. “TAND ON” op het display B verschijnt.
Druk op toets of > om de
tandemuitgang in resp. uit te schakelen.
Wanneer het instellen voltooid is,
drukt u op toets MENU ?.
DEUTSCH
ENGLISCH
FRANÇAIS
ITALIANO
ESPAÑOLPORTUGUÊS
NEDERLANDS
SVENSKA
NORGE
153
SUOMI
TÜRKÇE
TECHNISCHE GEGEVENS
Technische gegevens
Bedrijfsspanning
24 Volt
Versterker
Uitgangsvermogen: 2 x 20 Watt si-
nus bij 4 Ohm Line-uitgang: 2 x 2,0 Volt eff Tandemuitgang: 4 x 2,0 Volt eff AUX-ingang: 2 x 2,0 Volt eff
Tuner
Golfgebieden Europa: UKW (FM): 87,5 - 108 MHz MW : 531 - 1602 kHz LW : 153 - 279 kHz
Golfgebieden Amerika: FM: 87,7 - 107,9 MHz AM : 530 - 1710 kHz
FM - frequentiebereik:
30 -15 000 Hz
Cassette
Frequentiebereik: 30 -18 000 Hz
Wijzigingen voorbehouden!
154
ISO-ANSCHLUSS
ISO Connector
C1 C2 C3
1
4
3
10
2
58
8
1
6
234
4
2
1
2
D
9
7
5
3
1
6
7
345
B SPEAKER/AMPLIFIER CONNECTOR
1 LINE OUT RIGHT (VAR) 2 LINE OUT GND (VAR) 3 SPEAKER RIGHT (+) 4 SPEAKER RIGHT (-) 5 SPEAKER LEFT (+) 6 SPEAKER LEFT (-) 7 LINE OUT LEFT (VAR) 8 LINE OUT GND (VAR)
C1 CCA CONNECTOR
1 RADIO OUT LEFT (FIX) 2 RADIO OUT RIGHT (FIX) 3 RADIO/TAPE GND 4TAPE OUT LEFT (FIX) 5TAPE OUT RIGHT (FIX) 6 CCA ON (+12 V OUT)
C2 PHONE CONNECTOR
7 PHONE AF-IN 8 PHONE GND
10
13
16
9
11
5
6
19
18
12
15
14
17
7 8
C
20
B
9 PHONE REMOTE 10 – 11 – 12
C3 CHANGER CONNECTOR
13 CDC DATA-IN
7
6
8
14 CDC DATA-OUT 15 CDC BATTERY (+24 V OUT)
A
16 CDC ON (+12 V OUT) 17 CDC GROUND/DIGITAL GND 18 CDC AF/AUX AF-GND 19 CDC AF/AUX AF-IN LEFT 20 CDC AF/AUX AF-IN RIGHT
A POWER SUPPL Y CONNECTOR
1– 2– 3– 4 IGNITION (+24 V) 5 ANTENNA/AMP-ON (+12 V OUT) 6 ILLUMINATION 7BATTERY (+24 V) 8 GROUND/MINUS
238
D MICROPHONE CONNECTOR
1 MICROPHONE 1 AF
2 MICROPHONE 1 AF GND
3 MICROPHONE 1 REMOTE
4 MICROPHONE 2 REMOTE
5 MICROPHONE 2 AF
6 MICROPHONE 2 AF GND
7 MICROPHONE 1, 2 REMOTE GND
8-
9­10 -
Blaupunkt GmbH
08/01 TRO K7/VKD 8 622 402 475
/
Loading...