Hartelijk dank dat u hebt gekozen voor
een Blaupunkt-product. Wij wensen uw
veel plezier van dit nieuwe apparaat.
Lees deze gebruiksaanwijzing voordat u het apparaat voor het eerst gebruikt.
De Blaupunkt-redacteurs werken continu om de gebruiksaanwijzingen overzichtelijk en begrijpelijk vorm te geven.
Mocht u toch nog vragen over de bediening hebben, dan kunt u contact opnemen met uw dealer of met de hotline
in uw land. U vindt de nummers op de
achterzijde van dit boekje.
Voor onze producten die binnen de
Europese Unie gekocht zijn, bieden wij
een fabrieksgarantie. U kunt de garantiebepalingen oproepen op
www.blaupunkt.de of direct opvragen
bij:
Blaupunkt GmbH
Hotline
Robert Bosch Str. 200
D-31 139 Hildesheim
Verkeersveiligheid
De verkeersveiligheid gaat vóór
alles. Bedien uw autoradio alleen
wanneer de verkeerssituatie dat toelaat. Maak uzelf voor het begin van
de rit vertrouwd met het apparaat.
De akoestische waarschuwingssignalen van politie, brandweer en reddingsdiensten moeten tijdig te horen
zijn. Beluister daarom tijdens het rijden uw programma daarom alleen
met een gepast geluidsvolume.
224
Aanwijzing voor de veiligheid
De autoradio en het bedieningspaneel (flip-release panel) worden
tijdens het gebruik warm. Pak het fliprelease panel bij het verwijderen
daarom alleen bij de niet-metalen
delen vast. Laat de autoradio, wanneer u deze wilt demonteren, eerst
afkoelen.
Inbouw
Wanneer u de autoradio zelf wilt inbouwen, leest u dan de aanwijzingen voor
inbouw en aansluiting aan het einde van
de gebruiksaanwijzing.
Accessoires
Gebruik alleen door Blaupunkt toegelaten accessoires.
Afstandsbediening
Met de als optie verkrijgbare afstandsbediening RC 08, RC 10 of RC 10H
(verkrijgbaar als speciale accessoire)
kunt u de meeste basisfuncties van uw
autoradio veilig en comfortabel bedienen.
In- en uitschakelen via de afstandsbediening is niet mogelijk.
Versterkers
Alle Blaupunkt- en Velocity-versterkers
kunnen worden gebruikt.
Cd-wisselaars (changers)
Voor deze apparaten zijn de volgende
Blaupunkt-cd-wisselaars bij de accessoirehandel te verkrijgen: CDC A 03,
CDC A 08, en IDC A 09.
ACCESSOIRES
DIEF STALBEVEILIGING
Compact Drive MP3
Om toegang te krijgen tot MP3-muziekstukken kunt u als alternatief voor een
cd-wisselaar de Compact Drive MP3
aansluiten. Bij de Compact Drive MP3
worden de MP3-muziekstukken eerst
met een computer opgeslagen op de
Microdrive™ (harde schijf) van de Compact Drive MP3. Wanneer de Compact
Drive MP3 op de autoradio is aangesloten, kunnen deze als normale cd-titels worden weergegeven. De Compact
Drive MP3 wordt bediend zoals een cdwisselaar, de meeste cd-wisselaarfuncties kunnen ook worden gebruikt met
de Compact Drive MP3.
Demomode deactiveren /
activeren
Het apparaat wordt van fabriekswege
geleverd met geactiveerde demomodus. Tijdens de demomodus worden de
verschillende functies van het apparaat
grafisch geanimeerd op het display
weergegeven. U kunt de demomodus
ook uitschakelen.
➮ Houd toets MENU9 langer dan
vier seconden ingedrukt om de demomodus uit resp. in te schakelen.
Diefstalbeveiliging
Afneembaar bedieningspaneel
Uw radio is ter bescherming tegen diefstal uitgerust met een afneembaar bedieningspaneel (flip-release panel).
Zonder dit bedieningspaneel is het apparaat voor een dief waardeloos.
Bescherm het apparaat tegen diefstal
en neem het bedieningspaneel telkens
mee wanneer u de auto verlaat. Laat
het bedieningspaneel niet in de auto liggen, ook niet op een verborgen plek.
De constructie van het bedieningspaneel maakt een eenvoudige bediening
mogelijk.
Let op:
● Laat het bedieningspaneel niet val-
len.
● Stel het bedieningspaneel nooit
bloot aan direct zonlicht of andere
warmtebronnen.
● Bewaar het bedieningspaneel in
het meegeleverde etui.
● Voorkom directe aanraking van de
contacten van het bedieningspaneel met de huid. Reinig de contacten desgewenst met een in alcohol gedrenkte, niet-pluizende
doek.
DEUTSCH
ENGLISH
FRANÇAIS
ITALIANO
NEDERLANDS
SVENSKA
ESPAÑOL
Bedieningspaneel verwijderen
3
PORTUGUÊS
DANSK
225
DIEFSTALBEVEILIGING
IN- EN UITSCHAKELEN
➮ Druk op toets 3.
Het bedieningspaneel wordt ontgrendeld.
➮ Trek het bedieningspaneel eerst in
een rechte lijn en dan naar links uit
het apparaat.
● Na het losmaken van het bedie-
ningspaneel schakelt het apparaat
zichzelf uit.
● Alle actuele instellingen worden op-
geslagen.
● Een geplaatste cd blijft achter in
het apparaat.
Bedieningspaneel plaatsen
➮ Schuif het bedieningspaneel van
links naar rechts in de geleiding
van het apparaat.
➮ Druk op de linkerkant van het be-
dieningspaneel, totdat het vergrendelt.
Let op:
● Druk bij het plaatsen van het bedie-
ningspaneel niet op het display.
In- en uitschakelen
Om het apparaat in of uit te schakelen
staan u diverse mogelijkheden ter beschikking.
In- en uitschakelen met toets 1
➮ Om in te schakelen drukt u op
toets 1.
Het apparaat wordt ingeschakeld.
➮ Om uit te schakelen houdt u toets
1 langer dan twee seconden ingedrukt.
Het apparaat wordt uitgeschakeld.
In- en uitschakelen via het
contactslot van de auto
Wanneer het apparaat correct met het
contactslot van de auto is verbonden en
het apparaat niet met toets 1 is uitgeschakeld, wordt het met het contact inresp. uitgeschakeld.
U kunt het apparaat ook inschakelen
wanneer het contact is uitgeschakeld.
➮ Druk hiervoor op toets 1.
Let op:
Ter beveiliging van de autoaccu wordt
het apparaat bij uitgeschakeld contact
na een uur automatisch uitgeschakeld.
226
VOLUME INSTELLEN
Volume instellen
Het volume kan in stappen van 0 (uit)
tot 50 (maximaal) worden ingesteld.
➮ Om het volume te vergroten draait
u de volumeregelaar 2 naar
rechts.
➮ Om het volume te verkleinen draait
u de volumeregelaar 2 naar links.
Volume bij inschakelen instellen
Het volume waarmee het apparaat
speelt wanneer het wordt ingeschakeld,
kan worden ingesteld.
➮ Druk op toets MENU9.
➮ Druk op de softkey 5 met de dis-
playaanduiding "VOLUME".
➮ Druk op de softkey 5 met de dis-
playaanduiding "ON VOL".
➮ Stel het gewenste volume in met
de volumeregelaar 2.
➮ Druk om het menu te verlaten op
de joystick OK 8 of op toets
MENU 9.
De instellingen worden opgeslagen.
Let op:
U kunt als inschakelvolume ook het
laatst gebruikte volume vóór het uitschakelen kiezen. Druk hiervoor in het volumemenu op de softkey met de displayaanduiding "LAST VOL".
Gevaar voor letsel! W anneer de
waarde voor het inschakelvolume op
het maximum is ingesteld, kan het
volume bij het inschakelen zeer groot
zijn.
Wanneer het volume voor het uitschakelen op het maximum was ingesteld en de waarde voor het inschakelvolume op "LAST VOL" is
ingesteld, kan het volume bij het inschakelen zeer groot zijn.
In beide gevallen kan ernstige gehoorbeschadiging worden veroorzaakt!
Geluidsonderdrukking (Mute)
U kunt het volume abrupt verkleinen
(mute).
➮ Druk kort op toets 1.
Op het display wordt "MUTE" weergegeven.
Geluidsonderdrukking (mute)
opheffen
➮ Druk opnieuw kort op toets1.
of
➮ draai de volumeregelaar 2.
DEUTSCH
ENGLISH
FRANÇAIS
ITALIANO
NEDERLANDS
SVENSKA
ESPAÑOL
227
PORTUGUÊS
DANSK
VOLUME INSTELLEN
Telefoon-audio
Wanneer uw autoradio op een mobiele
telefoon is aangesloten, wordt het geluid van de autoradio onderdrukt bij het
opnemen van de telefoon en wordt het
gesprek weergegeven via de luidsprekers van de autoradio. Hiervoor moet
de telefoon op de in de inbouwhandleiding beschreven manier op de autoradio zijn aangesloten.
Wanneer er tijdens een telefoongesprek
een verkeersbericht wordt ontvangen,
kunt u het verkeersbericht pas na beëindiging van het gesprek beluisteren, voor
zover dit dan nog wordt uitgezonden.
Wanneer u tijdens een verkeersbericht
wordt opgebeld, wordt de weergave van
de verkeersinformatie onderbroken en
kan het gesprek worden beluisterd.
U kunt het volume waarmee de telefoongesprekken worden weergegeven,
instellen.
➮ Druk op toets MENU9.
➮ Druk op de softkey 5 met de dis-
playaanduiding "VOLUME".
➮ Druk op de softkey 5 met de dis-
playaanduiding "PHONE" voor de
instelling van het volume.
➮ Stel het gewenste volume in met
de volumeregelaar 2.
➮ Druk om het menu te verlaten op
de joystick OK 8 of op toets
MENU 9.
De instellingen worden opgeslagen.
Let op:
U kunt het volume ook tijdens de weergave van het telefoongesprek instellen
met de volumeregelaar 2.
Navigatie-audio
U kunt in plaats van een tweede externe audiobron (AUX2, zie "Externe audiobronnen") een navigatiesysteem
aansluiten.
Wanneer uw autoradio op een navigatiesysteem is aangesloten, wordt de
gesproken mededeling van de navigatie bij de weergave van de actuele audiobron gemengd en weergegeven via
de luidsprekers van de autoradio.
Hiervoor moet het navigatiesysteem op
de in de inbouwhandleiding beschreven
manier op de autoradio zijn aangesloten en in het menu zijn ingeschakeld.
Uw Blaupunkt-vakhandel kan u informeren welke navigatiesystemen u met uw
autoradio kunt gebruiken.
Navigatie-audio activeren
U kunt op dit apparaat ofwel een tweede externe audiobron of een navigatiesysteem aansluiten. Hiervoor moet u in
het menu instellen welk apparaat er is
aangesloten.
➮ Druk op toets MENU 9.
➮ Druk op de softkey 5 met de dis-
playaanduiding "AUX" .
Het AUX-menu wordt weergegeven.
228
VOLU ME INSTELLEN
➮ Druk wanneer u een navigatiesys-
teem hebt aangesloten zo vaak op
de softkey 5 met de displayaanduiding "NA V/AUX2" dat de instelling "NA VIGATION ON" wordt
weergegeven.
➮ Druk om het menu te verlaten op
de joystick OK 8 of op toets AUDIO :.
De instellingen worden opgeslagen.
Minimaal navigatievolume instellen
Het volume waarmee de gesproken
mededelingen van de navigatie moeten
worden bijgemengd, kan worden ingesteld.
Let op:
● Stel het volume op het navigatie-
systeem in op het maximum.
Mocht er bij de weergave vervorming optreden, dan kunt u het volume op het navigatiesysteem iets
zachter zetten.
➮ Druk op toets MENU9.
➮ Druk op de softkey 5 met de dis-
playaanduiding "VOLUME".
➮ Druk op de softkey 5 met de dis-
playaanduiding "NAVI DIFF" om
het volume in te stellen.
➮ Stel het gewenste volume in met
de volumeregelaar 2.
➮ Druk om het menu te verlaten op
de joystick OK 8 of op toets
MENU 9.
De instellingen worden opgeslagen.
Let op:
● U kunt het volume ook tijdens de
weergave van de gesproken mededeling instellen met de volumeregelaar 2. Deze instelling geldt
voor de actuele gesproken mededeling en wordt niet opgeslagen.
DEUTSCH
ENGLISH
FRANÇAIS
ITALIANO
NEDERLANDS
SVENSKA
ESPAÑOL
PORTUGUÊS
DANSK
229
KLANKKLEUR EN VOLUMEVERHOUDING
Klankkleur en
volumeverhouding
Let op:
U kunt de instellingen voor bass en treble voor alle audiobronnen apart instellen.
Bass instellen
➮ Druk op toets AUDIO :.
"AUDIO MENU" verschijnt op het display.
➮ Druk op de softkey 5 met de dis-
playaanduiding "BASS".
➮ Beweeg de joystick 8 omhoog
resp. naar rechts om de bass te
versterken, of omlaag resp. naar
links om de bass af te zwakken.
Wanneer het instellen voltooid is:
➮ Druk op de joystick OK 8 of op
toets AUDIO :.
Treble instellen
➮ Druk op toets AUDIO :.
"AUDIO MENU" verschijnt op het display.
➮ Druk op de softkey 5 met de dis-
playaanduiding "TREBLE".
➮ Beweeg de joystick 8 omhoog
resp. naar rechts om de treble te
versterken, of omlaag resp. naar
links om de treble af te zwakken.
Wanneer het instellen voltooid is:
➮ Druk op de joystick OK 8 of op
toets AUDIO :.
Volumeverhouding rechts/links
(balans) instellen
➮ Om de balans in te stellen drukt u
op toets AUDIO :.
"AUDIO MENU" verschijnt op het display.
➮ Druk op de softkey 5 met de dis-
playaanduiding "BALANCE".
➮ Beweeg de joystick 8 omhoog
resp. naar rechts, of omlaag resp.
naar links om de volumeverhouding rechts/links in te stellen.
Wanneer het instellen voltooid is:
➮ Druk op de joystick OK 8 of op
toets AUDIO :.
Volumeverhouding voor/achter
(fader) instellen
➮ Om de fader in te stellen drukt u op
toets AUDIO :.
"AUDIO MENU" verschijnt op het display.
➮ Druk op de softkey 5 met de dis-
playaanduiding "FADER".
➮ BBeweeg de joystick 8 omhoog
resp. naar rechts, of omlaag resp.
naar links om de volumeverhouding voor/achter in te stellen.
Wanneer het instellen voltooid is:
➮ Druk op de joystick OK 8 of op
toets AUDIO :.
230
X-BASS
DISPLAY INSTELLEN
X-BASS
X-BASS betekent de versterking van de
lage tonen bij een gering volume. U kunt
de X-BASS-versterking voor één van de
volgende frequenties trapsgewijs instellen van 0 tot 6:
32 Hz, 40 Hz, 50 Hz, 63 Hz of 80 Hz.
Wanneer u 0 kiest, is de X-BASS-functie gedeactiveerd.
➮ Druk op toets AUDIO :.
"AUDIO MENU" verschijnt op het display.
➮ Druk op de softkey 5 met de dis-
playaanduiding "X-BASS".
➮ Beweeg de joystick 8 naar links
of naar rechts om de frequentie te
kiezen die u wilt versterken.
➮ Beweeg de joystick 8 omhoog om
de X-BASS te versterken, resp.
omlaag om de X-BASS af te zwakken.
Wanneer het instellen voltooid is:
➮ Druk op de joystick OK 8 of op
toets AUDIO :.
Display instellen
U kunt het display aanpassen aan de
inbouwpositie in uw auto en aan uw eigen wensen.
Afleeshoek instellen
➮ Druk op toets MENU9.
➮ Druk op de softkey 5 met de dis-
playaanduiding "DISPLAY".
➮ Druk op de softkey 5 met de dis-
playaanduiding "ANGLE".
➮ Beweeg de joystick 8 omhoog
resp. naar rechts, of omlaag resp.
naar links om de afleeshoek in te
stellen.
➮ Druk om het menu te verlaten op
de joystick OK 8 of op toets
MENU 9.
De instellingen worden opgeslagen.
Helderheid van het display
instellen
Wanneer uw autoradio is aangesloten
zoals beschreven in de inbouwhandleiding, wordt de helderheid van het display samen met de rijverlichting omgeschakeld. De displayhelderheid kan afzonderlijk voor dag en nacht worden
ingesteld is stappen van 1 tot 16.
Displayhelderheid
➮ Druk op toets MENU9.
➮ Druk op de softkey 5 met de dis-
playaanduiding "DISPLAY".
➮ Druk op de softkey 5 met de dis-
playaanduiding "BRIGHT".
DEUTSCH
ENGLISH
FRANÇAIS
ITALIANO
NEDERLANDS
SVENSKA
ESPAÑOL
PORTUGUÊS
DANSK
231
DISPLAY INSTELLEN
Op de bovenste regel van het display
worden DAY en NIGHT weergegeven,
samen met de actueel ingestelde waar-
den.
➮ Zet de knipperende keuzemarke-
ring achter DA Y resp. NIGHT door
de joystick 8 naar links resp. naar
rechts te duwen.
➮ Stel de gewenste waarde in. Be-
weeg hiervoor de joystick 8 omhoog resp. omlaag.
➮ Druk om het menu te verlaten op
de joystick OK 8 of op toets
MENU 9.
De instellingen worden opgeslagen.
Kleur van de toetsen instellen
U kunt instellen in welke kleur de toetsen van het apparaat moeten worden
verlicht.
U kunt kiezen uit zestien beschikbare
kleuren.
➮ Druk op toets MENU9.
➮ Druk op de softkey 5 met de dis-
playaanduiding "DISPLA Y".
➮ Druk op de softkey 5 met de dis-
playaanduiding "KEYCOLOR".
➮ Beweeg de joystick 8 omhoog
resp. naar rechts, of omlaag resp.
naar links om een kleur in te stellen. Met elke beweging van de joystick 8 wordt een andere kleur
gekozen.
➮ Druk om het menu te verlaten op
de joystick OK 8 of op toets
MENU 9.
De instellingen worden opgeslagen.
232
Kleur van de displayverlichting
instellen
Voor de displayverlichting kunt u een
van de vier vooraf ingestelde kleuren
kiezen, zelf een kleur uit het RGB-spectrum (rood-groen-blauw) mengen of een
kleur kiezen tijdens een zoekdoorloop.
Vooraf ingestelde kleur kiezen
Er zijn reeds vier verschillende tinten in
het apparaat opgeslagen. Ter beschikking staan "Ocean" (blauw), "Amber"
(geel-bruin), "Sunset" (rood-oranje) en
"Nature" (groen). Kies de kleur die het
beste past bij het interieur van uw auto.
➮ Druk op toets MENU9.
➮ Druk op de softkey 5 met de dis-
playaanduiding "DISPLA Y".
➮ Druk op de softkey 5 met de dis-
playaanduiding "COLOR".
➮ Druk op de softkey 5 met de dis-
playaanduiding van de gewenste
kleur.
➮ Druk om het menu te verlaten op
de joystick OK 8 of op toets
MENU 9.
De instellingen worden opgeslagen.
DISPLAY INSTELLEN
Kleur voor de displayverlichting
mengen
Om de displayverlichting op uw smaak
af te stemmen kunt zelf u een kleur voor
de displayverlichting mengen met de
drie basiskleuren rood, blauw en groen.
➮ Druk op toets MENU9.
➮ Druk op de softkey 5 met de dis-
playaanduiding "DISPLA Y".
➮ Druk op de softkey 5 met de dis-
playaanduiding "COLOR".
➮ Druk op de softkey 5 met de dis-
playaanduiding "USER".
➮ In het volgende menu kunt u de
aandelen van de drie kleuren rood,
blauw en groen zelf bepalen. Druk
hiervoor zo vaak op de desbetreffende softkey 5 dat de weergegeven kleur voldoet aan uw wensen.
➮ Druk om het menu te verlaten op
de joystick OK 8 of op toets
MENU 9.
De instellingen worden opgeslagen.
Kleur voor de displayverlichting
kiezen uit zoekdoorloop
➮ Druk op toets MENU9.
➮ Druk op de softkey 5 met de dis-
playaanduiding "DISPLA Y".
➮ Druk op de softkey 5 met de dis-
playaanduiding "COLOR".
➮ Druk op de softkey 5 met de dis-
playaanduiding "COL-SCAN".
Het apparaat begint de kleuren van de
displayverlichting af te wisselen.
➮ Wanneer u een van de kleuren wilt
kiezen, drukt u op de softkey 5
met de displayaanduiding "SA VE".
➮ Wanneer u terug wilt naar het vori-
ge menu zonder van kleur te wisselen, drukt u op de softkey 5
met de displayaanduiding
"BREAK".
➮ Druk om het menu te verlaten op
de joystick OK 8 of op toets
MENU 9.
De instellingen worden opgeslagen.
Spectrumanalyzer instellen
De spectrumanalyzer op uw display
geeft het uitgangsniveau van de autoradio weer. Wanneer de spectrumanalyzer ingeschakeld is, wordt deze automatisch weergegeven wanneer u tijdens de weergave van een audiobron
enige tijd niet op een toets drukt.
U kunt de spectrumanalyzer ook uitschakelen.
Spectrumanalyzer in- en
uitschakelen
➮ Druk op toets MENU9.
➮ Druk op de softkey 5 met de dis-
playaanduiding "DISPLAY".
➮ Druk zo vaak op de softkey 5 met
de displayaanduiding "SPECTRUM" dat de gewenste instelling
"SPECTRUM OFF" resp. "SPECTRUM ON" op de bovenste regel
van het display wordt weergegeven.
DEUTSCH
ENGLISH
FRANÇAIS
ITALIANO
NEDERLANDS
SVENSKA
ESPAÑOL
PORTUGUÊS
DANSK
233
DISPLAY INSTELLENRADIOWEERGAVE
➮ Druk om het menu te verlaten op
de joystick OK 8 of op toets
MENU 9.
De instellingen worden opgeslagen.
Displayinhoud inverteren
U kunt de weergave op het display inverteren.
➮ Druk op toets MENU9.
➮ Druk op de softkey 5 met de dis-
playaanduiding "DISPLA Y".
➮ Druk op de softkey 5 met de dis-
playaanduiding "INVERT".
➮ Druk om het menu te verlaten op
de joystick OK 8 of op toets
MENU 9.
De instellingen worden opgeslagen.
Radioweergave
Dit apparaat is uitgerust met een RDSradio-ontvanger. Veel van de ontvangbare FM-zenders zenden een signaal
uit dat naast het programma ook informatie zoals de naam van de zender en
het programmatype (PTY) bevat.
De naam van de zender wordt, zodra
deze kan worden ontvangen, op het display weergegeven. Het programmatype
kan naar wens worden weergegeven.
Lees hiervoor het gedeelte "Programmatype (PTY)".
Tuner instellen
Om foutloos functioneren van het radiogedeelte te garanderen moet het apparaat worden ingesteld op de regio waarin u zich bevindt. U kunt kiezen tussen
Europa en Amerika (USA). V an fabriekswege is de tuner ingesteld op de regio
waar het apparaat is verkocht. Bij problemen met de radio-ontvangst dient u
deze instelling te controleren.
➮ Druk op toets MENU9.
➮ Druk op de softkey 5 met de dis-
playaanduiding "TUNER".
➮ Druk op de softkey 5 met de dis-
playaanduiding voor de gewenste
regio "AREA EUR" of "AREA USA".
➮ Druk om het menu te verlaten op
de joystick OK 8 of op toets
MENU 9.
De instellingen worden opgeslagen.
234
RADIOWEERGAVE
Aantal antennes instellen
Dit apparaat is uitgerust met twee RDSradio-ontvangers (TwinCeiver). U kunt
één of twee antennes op het apparaat
aansluiten. Bij gebruik van twee antennes (dringend geadviseerd, de tweede
antenne is meegeleverd) is bij DDA-radioweergave gerichte ontvangst van de
ingestelde zender mogelijk. De gerichte ontvangst verbetert de ontvangstkwaliteit in de meeste gevallen duidelijk.
Let op:
Om foutloos functioneren van de tuner
te garanderen moet de hoofdantenne
op de onderste antennebus worden
aangesloten.
Om het aantal antennes in te stellen:
➮ Druk op toets MENU9.
➮ Druk op de softkey 5 met de dis-
playaanduiding "TUNER".
➮ Druk op de softkey 5 met de dis-
playaanduiding "ONE ANTE" wanneer er één antenne op het apparaat is aangesloten.
of
➮ Druk op de softkey 5 met de dis-
playaanduiding "TWO ANTE" wanneer er twee antennes op het apparaat zijn aangesloten.
➮ Druk om het menu te verlaten op
de joystick OK 8 of op toets
MENU 9.
De instellingen worden opgeslagen.
Radioweergave inschakelen
Wanneer het apparaat zich in een van
de weergavesoorten cd/MP3 of cd-wisselaar resp. CompactDrive MP3 bevindt:
➮ Druk op toets TUNER =.
Het radio-hoofdmenu voor het kiezen
van de zender wordt weergegeven. De
functies van de radioweergave worden
aangestuurd via het radio-functiemenu.
U komt in het radio-functiemenu door
tijdens de radioweergave opnieuw op
toets TUNER= te drukken.
U kunt voor de FM-radioweergave kiezen tussen twee modi:
Statische radioweergave
("PRESETS" en "DDA")
In de statische radioweergave hebt u
bij FM-weergave vier geheugenniveaus
tot uw beschikking (FM1, FM2, FM3 en
FMT). U kunt op elk van deze geheugenniveaus zes zenders programmeren. De tuner stelt voor elk van de geprogrammeerde zenders bij het oproepen van de zender automatisch de best
te ontvangen frequentie in.
PRE-weergave (statisch)
● Wanneer u slechts één antenne op
het apparaat hebt aangesloten en
deze in het setup-menu hebt ingesteld, (zie "Aantal antennes instellen") geeft het apparaat met de tuner de ingesteld zender weer en
DEUTSCH
ENGLISH
FRANÇAIS
ITALIANO
NEDERLANDS
SVENSKA
ESPAÑOL
PORTUGUÊS
235
DANSK
Loading...
+ 40 hidden pages
You need points to download manuals.
1 point = 1 manual.
You can buy points or you can get point for every manual you upload.