Blaupunkt BREMEN MP74 User Manual [nl]

Page 1
Radio / CD / MP3
Bremen MP74 7 644 820 310
Gebruiksaanwijzing
http://www.blaupunkt.com
http://www.blaupunkt.com
Page 2
Hier openslaan a.u.b.
2
Page 3
ENGLISH
2
3 4 5
1
6 7
8910111213
FRANÇAIS
ITALIANO
NEDERLANDS
SVENSKA
ESPAÑOL
PORTUGUÊS
DANSK
3
Page 4
BEDIENINGSELEMENTEN
1 Toets voor het in- en uitschake-
len van het apparaat, onderdrukking van het geluid (mute) van het apparaat
2 Volumeregelaar 3
-toets, voor het ontgrendelen van het afneembare bedienings­paneel
4 NEXT-toets voor het weergeven
van volgende pagina's van een menu, wisselen van geheugen­niveau bij radioweergave
5 Softkeys, de functie van de soft-
keys is telkens afhankelijk van de inhoud van het display
6 DIS•ESC-toets, voor het wijzi-
gen van de inhoud van het dis­play en voor het verlaten van menu's
7
-toets, voor het openen van het opklapbare en afneembare bedieningspaneel
8 Joystick en OK-toets 9 MENU-toets, oproepen van het
menu voor de basisinstellingen (kort indrukken) Demomode in- en uitschakelen (lang indrukken)
: AUDIO-toets, bass, treble, ba-
lans, fader en X-BASS instellen (kort indrukken) DSA Max-equalizer oproepen (ingedrukt houden)
; Display < SOURCE-toets, voor het starten
van de cd- resp. cd-wisselaar­weergave of Compact Drive MP3 (alleen indien aangesloten) resp. voor het starten van de ra­dioweergave
of
weergave van een externe au­diobron (alleen indien aangeslo­ten)
= TUNER-toets, voor het direct
kiezen van de radioweergave oproepen van het radio-functie­menu (alleen mogelijk bij radio­weergave)
ENGLISH
FRANÇAIS
ITALIANO
NEDERLANDS
SVENSKA
ESPAÑOL
221
PORTUGUÊS
DANSK
Page 5
INHOUDSOPGAVE
Opmerkingen en
accessoires .......................... 224
Verkeersveiligheid ........................ 224
Aanwijzing voor de veiligheid ....... 224
Inbouw ........................................ 224
Accessoires ................................ 224
Demomode deactiveren /activeren 225
Diefstalbeveiliging................ 225
Afneembaar bedieningspaneel ..... 225
Bedieningspaneel verwijderen ..... 225
Bedieningspaneel plaatsen .......... 226
In- en uitschakelen .............. 226
Volume instellen .................. 227
Volume bij inschakelen instellen ... 227
Geluidsonderdrukking (Mute) ...... 227
Telefoon-audio ............................. 228
Navigatie-audio ............................ 228
Klankkleur en
volumeverhouding ............... 230
Bass instellen .............................. 230
Treble instellen ............................ 230
Volumeverhouding rechts/links
(balans) instellen.......................... 230
Volumeverhouding voor/achter
(fader) instellen............................ 230
X-BASS ................................ 231
Display instellen ................... 231
Radioweergave .................... 234
Tuner instellen ............................. 234
Aantal antennes instellen ............. 235
Radioweergave inschakelen ........ 235
Radiomodus statisch /
dynamisch kiezen (alleen FM) ...... 235
RDS-comfortfunctie (AF, REG) .... 237
Golfgebied / geheugenniveau
kiezen.......................................... 237
Zenders instellen ......................... 238
Gevoeligheid van de
zoekafstemming instellen ............. 239
Ontvangbare zenders kort
weergeven (SCAN) ..................... 239
Duur van het fragment instellen .... 240
Zenders programmeren ............... 240
Zenders automatisch
programmeren (Travelstore) ......... 240
Geprogrammeerde zenders
oproepen .................................... 240
Programmatype (PTY) ................. 241
Radio-ontvangst optimaliseren ..... 242
Weergave van radiotekst kiezen... 242
TIM ­Traffic Information Memory.. 243
TIM in- en uitschakelen ................ 243
Opgeslagen verkeersberichten
afluisteren ................................... 244
Opnemen van verkeersberichten . 245
Timer instellen ............................. 245
Timer kiezen ................................ 246
Verkeersinformatie .............. 246
Cd-weergave ........................ 247
Cd-weergave starten, cd plaatsen . 247
Cd verwijderen ............................ 248
Titels kiezen................................. 248
Snelle zoekdoorloop (hoorbaar) ... 248 Willekeurige weergave van de
titels (MIX)................................... 248
Titel herhalen (REPEAT) .............. 248
Titels kort weergeven (SCAN) ..... 249
Cd-tekst laten weergeven ............ 249
Lichtkrant instellen....................... 249
Verkeersinformatie tijdens
cd-weergave ............................... 249
222
Page 6
INHOUDSOPGAVE
MP3-weergave ..................... 250
Voorbereiding van de MP3-cd ...... 250
MP3-weergave starten ................ 251
Directory kiezen........................... 251
Titels kiezen................................. 252
Snelle zoekdoorloop (hoorbaar) ... 252
Titels kort weergeven (SCAN) ..... 252
Willekeurige weergave van de
titels (MIX)................................... 253
Losse titels of hele directory's
herhaald afspelen (REPEAT) ........ 253
Displayweergave instellen ............ 253
Weergave van cd-wisselaar
(optie) .................................. 255
Weergave van cd-wisselaar
starten ......................................... 255
Cd kiezen .................................... 255
Titels kiezen................................. 255
Snelle zoekdoorloop (hoorbaar) ... 255
Titels kort weergeven (SCAN) ..... 255
Losse titel of hele cd's herhaald
afspelen (REPEAT) ...................... 256
Titels in willekeurige volgorde
weergeven (MIX) ......................... 256
Cd's een naam geven.................. 257
CLOCK - Kloktijd .................. 258
DSA Max -
Digital Sound Adjustment .... 259
DSA in- en uitschakelen............... 260
Equalizer automatisch afregelen... 260 Auto-akoestiek met/
zonder equalizer bekijken............. 261
Grafische equalizer handmatig
veranderen .................................. 262
Equalizer kiezen........................... 263
Equalizer terugzetten op 0 ........... 263
Bestaande klankinstellingen
(preset) kiezen............................. 263
Podiumeffect instellen.................. 264
Klankeffect kiezen........................ 265
DNC -
Dynamic Noise Covering...... 265
Afregelen van DNC ..................... 265
DNC uitschakelen ....................... 266
DNC-versterking kiezen ............... 266
Subwoofer en
centerspeaker ...................... 267
Subwoofer-versterking instellen ... 267
Subwoofer-fasepositie instellen.... 267
Laagdoorlaatfilter instellen ........... 267
Subsonic-filter instellen ................ 268
Middenluidspreker "centerspeaker"
instellen ....................................... 268
Hoogdoorlaatfilter voor/achter
instellen ....................................... 269
TMC voor dynamische
navigatiesystemen ............... 270
Voorversterker / sub-out ..... 270
Externe audiobronnen ......... 271
Bericht bij inschakelen
invoeren ............................... 272
Serienummer laten
weergeven ........................... 273
Apparaat terugzetten op de
beginwaarden ...................... 273
Technische gegevens .......... 274
ENGLISH
FRANÇAIS
ITALIANO
NEDERLANDS
SVENSKA
ESPAÑOL
PORTUGUÊS
DANSK
223
Page 7
OPMERKINGEN EN ACCESSOIRES
Opmerkingen en accessoires
Hartelijk dank dat u hebt gekozen voor een Blaupunkt-product. Wij wensen uw veel plezier van dit nieuwe apparaat.
Lees deze gebruiksaanwijzing voor­dat u het apparaat voor het eerst ge­bruikt.
De Blaupunkt-redacteurs werken con­tinu om de gebruiksaanwijzingen over­zichtelijk en begrijpelijk vorm te geven. Mocht u toch nog vragen over de be­diening hebben, dan kunt u contact op­nemen met uw dealer of met de hotline in uw land. U vindt de nummers op de achterzijde van dit boekje.
Voor onze producten die binnen de Europese Unie gekocht zijn, bieden wij een fabrieksgarantie. U kunt de garan­tiebepalingen oproepen op www.blaupunkt.de of direct opvragen bij:
Blaupunkt GmbH Hotline Robert Bosch Str. 200
D-31 139 Hildesheim
Verkeersveiligheid
De verkeersveiligheid gaat vóór alles. Bedien uw autoradio alleen wanneer de verkeerssituatie dat toe­laat. Maak uzelf voor het begin van de rit vertrouwd met het apparaat. De akoestische waarschuwingssig­nalen van politie, brandweer en red­dingsdiensten moeten tijdig te horen zijn. Beluister daarom tijdens het rij­den uw programma daarom alleen met een gepast geluidsvolume.
224
Aanwijzing voor de veiligheid
De autoradio en het bedienings­paneel (flip-release panel) worden tijdens het gebruik warm. Pak het flip­release panel bij het verwijderen daarom alleen bij de niet-metalen delen vast. Laat de autoradio, wan­neer u deze wilt demonteren, eerst afkoelen.
Inbouw
Wanneer u de autoradio zelf wilt inbou­wen, leest u dan de aanwijzingen voor inbouw en aansluiting aan het einde van de gebruiksaanwijzing.
Accessoires
Gebruik alleen door Blaupunkt toege­laten accessoires.
Afstandsbediening
Met de als optie verkrijgbare afstands­bediening RC 08, RC 10 of RC 10H (verkrijgbaar als speciale accessoire) kunt u de meeste basisfuncties van uw autoradio veilig en comfortabel bedie­nen.
In- en uitschakelen via de afstandsbe­diening is niet mogelijk.
Versterkers
Alle Blaupunkt- en Velocity-versterkers kunnen worden gebruikt.
Cd-wisselaars (changers)
Voor deze apparaten zijn de volgende Blaupunkt-cd-wisselaars bij de acces­soirehandel te verkrijgen: CDC A 03, CDC A 08, en IDC A 09.
Page 8
ACCESSOIRES
DIEF STALBEVEILIGING
Compact Drive MP3
Om toegang te krijgen tot MP3-muziek­stukken kunt u als alternatief voor een cd-wisselaar de Compact Drive MP3 aansluiten. Bij de Compact Drive MP3 worden de MP3-muziekstukken eerst met een computer opgeslagen op de Microdrive™ (harde schijf) van de Com­pact Drive MP3. Wanneer de Compact Drive MP3 op de autoradio is aange­sloten, kunnen deze als normale cd-ti­tels worden weergegeven. De Compact Drive MP3 wordt bediend zoals een cd­wisselaar, de meeste cd-wisselaarfunc­ties kunnen ook worden gebruikt met de Compact Drive MP3.
Demomode deactiveren / activeren
Het apparaat wordt van fabriekswege geleverd met geactiveerde demomo­dus. Tijdens de demomodus worden de verschillende functies van het apparaat grafisch geanimeerd op het display weergegeven. U kunt de demomodus ook uitschakelen.
Houd toets MENU 9 langer dan
vier seconden ingedrukt om de de­momodus uit resp. in te schakelen.
Diefstalbeveiliging
Afneembaar bedieningspaneel
Uw radio is ter bescherming tegen dief­stal uitgerust met een afneembaar be­dieningspaneel (flip-release panel). Zonder dit bedieningspaneel is het ap­paraat voor een dief waardeloos. Bescherm het apparaat tegen diefstal en neem het bedieningspaneel telkens mee wanneer u de auto verlaat. Laat het bedieningspaneel niet in de auto lig­gen, ook niet op een verborgen plek. De constructie van het bedieningspa­neel maakt een eenvoudige bediening mogelijk.
Let op:
Laat het bedieningspaneel niet val-
len.
Stel het bedieningspaneel nooit
bloot aan direct zonlicht of andere warmtebronnen.
Bewaar het bedieningspaneel in
het meegeleverde etui.
Voorkom directe aanraking van de
contacten van het bedieningspa­neel met de huid. Reinig de con­tacten desgewenst met een in al­cohol gedrenkte, niet-pluizende doek.
ENGLISH
FRANÇAIS
ITALIANO
NEDERLANDS
SVENSKA
ESPAÑOL
Bedieningspaneel verwijderen
3
PORTUGUÊS
DANSK
225
Page 9
DIEFSTALBEVEILIGING
IN- EN UITSCHAKELEN
Druk op toets 3.
Het bedieningspaneel wordt ontgren­deld.
Trek het bedieningspaneel eerst in
een rechte lijn en dan naar links uit het apparaat.
Na het losmaken van het bedie-
ningspaneel schakelt het apparaat zichzelf uit.
Alle actuele instellingen worden op-
geslagen.
Een geplaatste cd blijft achter in
het apparaat.
Bedieningspaneel plaatsen
Schuif het bedieningspaneel van
links naar rechts in de geleiding van het apparaat.
Druk op de linkerkant van het be-
dieningspaneel, totdat het vergren­delt.
Let op:
Druk bij het plaatsen van het bedie-
ningspaneel niet op het display.
In- en uitschakelen
Om het apparaat in of uit te schakelen staan u diverse mogelijkheden ter be­schikking.
In- en uitschakelen met toets 1
Om in te schakelen drukt u op
toets 1.
Het apparaat wordt ingeschakeld.
Om uit te schakelen houdt u toets
1 langer dan twee seconden in­gedrukt.
Het apparaat wordt uitgeschakeld.
In- en uitschakelen via het contactslot van de auto
Wanneer het apparaat correct met het contactslot van de auto is verbonden en het apparaat niet met toets 1 is uitge­schakeld, wordt het met het contact in­resp. uitgeschakeld.
U kunt het apparaat ook inschakelen wanneer het contact is uitgeschakeld.
Druk hiervoor op toets 1.
Let op:
Ter beveiliging van de autoaccu wordt het apparaat bij uitgeschakeld contact na een uur automatisch uitgeschakeld.
226
Page 10
VOLUME INSTELLEN
Volume instellen
Het volume kan in stappen van 0 (uit) tot 50 (maximaal) worden ingesteld.
Om het volume te vergroten draait
u de volumeregelaar 2 naar rechts.
Om het volume te verkleinen draait
u de volumeregelaar 2 naar links.
Volume bij inschakelen instellen
Het volume waarmee het apparaat speelt wanneer het wordt ingeschakeld, kan worden ingesteld.
Druk op toets MENU 9.Druk op de softkey 5 met de dis-
playaanduiding "VOLUME".
Druk op de softkey 5 met de dis-
playaanduiding "ON VOL".
Stel het gewenste volume in met
de volumeregelaar 2.
Druk om het menu te verlaten op
de joystick OK 8 of op toets MENU 9.
De instellingen worden opgeslagen.
Let op:
U kunt als inschakelvolume ook het laatst gebruikte volume vóór het uitscha­kelen kiezen. Druk hiervoor in het volu­memenu op de softkey met de dis­playaanduiding "LAST VOL".
Gevaar voor letsel! W anneer de waarde voor het inschakelvolume op het maximum is ingesteld, kan het volume bij het inschakelen zeer groot zijn. Wanneer het volume voor het uit­schakelen op het maximum was in­gesteld en de waarde voor het in­schakelvolume op "LAST VOL" is ingesteld, kan het volume bij het in­schakelen zeer groot zijn. In beide gevallen kan ernstige ge­hoorbeschadiging worden veroor­zaakt!
Geluidsonderdrukking (Mute)
U kunt het volume abrupt verkleinen (mute).
Druk kort op toets 1.
Op het display wordt "MUTE" weerge­geven.
Geluidsonderdrukking (mute) opheffen
Druk opnieuw kort op toets1.
of
draai de volumeregelaar 2.
ENGLISH
FRANÇAIS
ITALIANO
NEDERLANDS
SVENSKA
ESPAÑOL
227
PORTUGUÊS
DANSK
Page 11
VOLUME INSTELLEN
Telefoon-audio
Wanneer uw autoradio op een mobiele telefoon is aangesloten, wordt het ge­luid van de autoradio onderdrukt bij het opnemen van de telefoon en wordt het gesprek weergegeven via de luidspre­kers van de autoradio. Hiervoor moet de telefoon op de in de inbouwhandlei­ding beschreven manier op de autora­dio zijn aangesloten.
Wanneer er tijdens een telefoongesprek een verkeersbericht wordt ontvangen, kunt u het verkeersbericht pas na beëin­diging van het gesprek beluisteren, voor zover dit dan nog wordt uitgezonden.
Wanneer u tijdens een verkeersbericht wordt opgebeld, wordt de weergave van de verkeersinformatie onderbroken en kan het gesprek worden beluisterd.
U kunt het volume waarmee de tele­foongesprekken worden weergegeven, instellen.
Druk op toets MENU 9.Druk op de softkey 5 met de dis-
playaanduiding "VOLUME".
Druk op de softkey 5 met de dis-
playaanduiding "PHONE" voor de instelling van het volume.
Stel het gewenste volume in met
de volumeregelaar 2.
Druk om het menu te verlaten op
de joystick OK 8 of op toets MENU 9.
De instellingen worden opgeslagen.
Let op:
U kunt het volume ook tijdens de weer­gave van het telefoongesprek instellen met de volumeregelaar 2.
Navigatie-audio
U kunt in plaats van een tweede exter­ne audiobron (AUX2, zie "Externe au­diobronnen") een navigatiesysteem aansluiten.
Wanneer uw autoradio op een naviga­tiesysteem is aangesloten, wordt de gesproken mededeling van de naviga­tie bij de weergave van de actuele au­diobron gemengd en weergegeven via de luidsprekers van de autoradio.
Hiervoor moet het navigatiesysteem op de in de inbouwhandleiding beschreven manier op de autoradio zijn aangeslo­ten en in het menu zijn ingeschakeld.
Uw Blaupunkt-vakhandel kan u informe­ren welke navigatiesystemen u met uw autoradio kunt gebruiken.
Navigatie-audio activeren
U kunt op dit apparaat ofwel een twee­de externe audiobron of een navigatie­systeem aansluiten. Hiervoor moet u in het menu instellen welk apparaat er is aangesloten.
Druk op toets MENU 9.Druk op de softkey 5 met de dis-
playaanduiding "AUX" .
Het AUX-menu wordt weergegeven.
228
Page 12
VOLU ME INSTELLEN
Druk wanneer u een navigatiesys-
teem hebt aangesloten zo vaak op de softkey 5 met de displayaan­duiding "NA V/AUX2" dat de instel­ling "NA VIGATION ON" wordt weergegeven.
Druk om het menu te verlaten op
de joystick OK 8 of op toets AU­DIO :.
De instellingen worden opgeslagen.
Minimaal navigatievolume instellen
Het volume waarmee de gesproken mededelingen van de navigatie moeten worden bijgemengd, kan worden inge­steld.
Let op:
Stel het volume op het navigatie-
systeem in op het maximum. Mocht er bij de weergave vervor­ming optreden, dan kunt u het vo­lume op het navigatiesysteem iets zachter zetten.
Druk op toets MENU 9.Druk op de softkey 5 met de dis-
playaanduiding "VOLUME".
Druk op de softkey 5 met de dis-
playaanduiding "NAVI DIFF" om het volume in te stellen.
Stel het gewenste volume in met
de volumeregelaar 2.
Druk om het menu te verlaten op
de joystick OK 8 of op toets MENU 9.
De instellingen worden opgeslagen.
Let op:
U kunt het volume ook tijdens de
weergave van de gesproken me­dedeling instellen met de volume­regelaar 2. Deze instelling geldt voor de actuele gesproken mede­deling en wordt niet opgeslagen.
ENGLISH
FRANÇAIS
ITALIANO
NEDERLANDS
SVENSKA
ESPAÑOL
PORTUGUÊS
DANSK
229
Page 13
KLANKKLEUR EN VOLUMEVERHOUDING
Klankkleur en volumeverhouding
Let op:
U kunt de instellingen voor bass en tre­ble voor alle audiobronnen apart instel­len.
Bass instellen
Druk op toets AUDIO :.
"AUDIO MENU" verschijnt op het dis­play.
Druk op de softkey 5 met de dis-
playaanduiding "BASS".
Beweeg de joystick 8 omhoog
resp. naar rechts om de bass te versterken, of omlaag resp. naar links om de bass af te zwakken.
Wanneer het instellen voltooid is:
Druk op de joystick OK 8 of op
toets AUDIO :.
Treble instellen
Druk op toets AUDIO :.
"AUDIO MENU" verschijnt op het dis­play.
Druk op de softkey 5 met de dis-
playaanduiding "TREBLE".
Beweeg de joystick 8 omhoog
resp. naar rechts om de treble te versterken, of omlaag resp. naar links om de treble af te zwakken.
Wanneer het instellen voltooid is:
Druk op de joystick OK 8 of op
toets AUDIO :.
Volumeverhouding rechts/links (balans) instellen
Om de balans in te stellen drukt u
op toets AUDIO :.
"AUDIO MENU" verschijnt op het dis­play.
Druk op de softkey 5 met de dis-
playaanduiding "BALANCE".
Beweeg de joystick 8 omhoog
resp. naar rechts, of omlaag resp. naar links om de volumeverhou­ding rechts/links in te stellen.
Wanneer het instellen voltooid is:
Druk op de joystick OK 8 of op
toets AUDIO :.
Volumeverhouding voor/achter (fader) instellen
Om de fader in te stellen drukt u op
toets AUDIO :.
"AUDIO MENU" verschijnt op het dis­play.
Druk op de softkey 5 met de dis-
playaanduiding "FADER".
BBeweeg de joystick 8 omhoog
resp. naar rechts, of omlaag resp. naar links om de volumeverhou­ding voor/achter in te stellen.
Wanneer het instellen voltooid is:
Druk op de joystick OK 8 of op
toets AUDIO :.
230
Page 14
X-BASS
DISPLAY INSTELLEN
X-BASS
X-BASS betekent de versterking van de lage tonen bij een gering volume. U kunt de X-BASS-versterking voor één van de volgende frequenties trapsgewijs instel­len van 0 tot 6: 32 Hz, 40 Hz, 50 Hz, 63 Hz of 80 Hz. Wanneer u 0 kiest, is de X-BASS-func­tie gedeactiveerd.
Druk op toets AUDIO :.
"AUDIO MENU" verschijnt op het dis­play.
Druk op de softkey 5 met de dis-
playaanduiding "X-BASS".
Beweeg de joystick 8 naar links
of naar rechts om de frequentie te kiezen die u wilt versterken.
Beweeg de joystick 8 omhoog om
de X-BASS te versterken, resp. omlaag om de X-BASS af te zwak­ken.
Wanneer het instellen voltooid is:
Druk op de joystick OK 8 of op
toets AUDIO :.
Display instellen
U kunt het display aanpassen aan de inbouwpositie in uw auto en aan uw ei­gen wensen.
Afleeshoek instellen
Druk op toets MENU 9.Druk op de softkey 5 met de dis-
playaanduiding "DISPLAY".
Druk op de softkey 5 met de dis-
playaanduiding "ANGLE".
Beweeg de joystick 8 omhoog
resp. naar rechts, of omlaag resp. naar links om de afleeshoek in te stellen.
Druk om het menu te verlaten op
de joystick OK 8 of op toets MENU 9.
De instellingen worden opgeslagen.
Helderheid van het display instellen
Wanneer uw autoradio is aangesloten zoals beschreven in de inbouwhandlei­ding, wordt de helderheid van het dis­play samen met de rijverlichting omge­schakeld. De displayhelderheid kan af­zonderlijk voor dag en nacht worden ingesteld is stappen van 1 tot 16.
Displayhelderheid
Druk op toets MENU 9.Druk op de softkey 5 met de dis-
playaanduiding "DISPLAY".
Druk op de softkey 5 met de dis-
playaanduiding "BRIGHT".
ENGLISH
FRANÇAIS
ITALIANO
NEDERLANDS
SVENSKA
ESPAÑOL
PORTUGUÊS
DANSK
231
Page 15
DISPLAY INSTELLEN
Op de bovenste regel van het display worden DAY en NIGHT weergegeven, samen met de actueel ingestelde waar-
den.
Zet de knipperende keuzemarke-
ring achter DA Y resp. NIGHT door de joystick 8 naar links resp. naar rechts te duwen.
Stel de gewenste waarde in. Be-
weeg hiervoor de joystick 8 om­hoog resp. omlaag.
Druk om het menu te verlaten op
de joystick OK 8 of op toets MENU 9.
De instellingen worden opgeslagen.
Kleur van de toetsen instellen
U kunt instellen in welke kleur de toet­sen van het apparaat moeten worden verlicht.
U kunt kiezen uit zestien beschikbare kleuren.
Druk op toets MENU 9.Druk op de softkey 5 met de dis-
playaanduiding "DISPLA Y".
Druk op de softkey 5 met de dis-
playaanduiding "KEYCOLOR".
Beweeg de joystick 8 omhoog
resp. naar rechts, of omlaag resp. naar links om een kleur in te stel­len. Met elke beweging van de joy­stick 8 wordt een andere kleur gekozen.
Druk om het menu te verlaten op
de joystick OK 8 of op toets MENU 9.
De instellingen worden opgeslagen.
232
Kleur van de displayverlichting instellen
Voor de displayverlichting kunt u een van de vier vooraf ingestelde kleuren kiezen, zelf een kleur uit het RGB-spec­trum (rood-groen-blauw) mengen of een kleur kiezen tijdens een zoekdoorloop.
Vooraf ingestelde kleur kiezen
Er zijn reeds vier verschillende tinten in het apparaat opgeslagen. Ter beschik­king staan "Ocean" (blauw), "Amber" (geel-bruin), "Sunset" (rood-oranje) en "Nature" (groen). Kies de kleur die het beste past bij het interieur van uw auto.
Druk op toets MENU 9.Druk op de softkey 5 met de dis-
playaanduiding "DISPLA Y".
Druk op de softkey 5 met de dis-
playaanduiding "COLOR".
Druk op de softkey 5 met de dis-
playaanduiding van de gewenste kleur.
Druk om het menu te verlaten op
de joystick OK 8 of op toets MENU 9.
De instellingen worden opgeslagen.
Page 16
DISPLAY INSTELLEN
Kleur voor de displayverlichting mengen
Om de displayverlichting op uw smaak af te stemmen kunt zelf u een kleur voor de displayverlichting mengen met de drie basiskleuren rood, blauw en groen.
Druk op toets MENU 9.Druk op de softkey 5 met de dis-
playaanduiding "DISPLA Y".
Druk op de softkey 5 met de dis-
playaanduiding "COLOR".
Druk op de softkey 5 met de dis-
playaanduiding "USER".
In het volgende menu kunt u de
aandelen van de drie kleuren rood, blauw en groen zelf bepalen. Druk hiervoor zo vaak op de desbetref­fende softkey 5 dat de weergege­ven kleur voldoet aan uw wensen.
Druk om het menu te verlaten op
de joystick OK 8 of op toets MENU 9.
De instellingen worden opgeslagen.
Kleur voor de displayverlichting kiezen uit zoekdoorloop
Druk op toets MENU 9.Druk op de softkey 5 met de dis-
playaanduiding "DISPLA Y".
Druk op de softkey 5 met de dis-
playaanduiding "COLOR".
Druk op de softkey 5 met de dis-
playaanduiding "COL-SCAN".
Het apparaat begint de kleuren van de displayverlichting af te wisselen.
Wanneer u een van de kleuren wilt
kiezen, drukt u op de softkey 5 met de displayaanduiding "SA VE".
Wanneer u terug wilt naar het vori-
ge menu zonder van kleur te wis­selen, drukt u op de softkey 5 met de displayaanduiding "BREAK".
Druk om het menu te verlaten op
de joystick OK 8 of op toets MENU 9.
De instellingen worden opgeslagen.
Spectrumanalyzer instellen
De spectrumanalyzer op uw display geeft het uitgangsniveau van de auto­radio weer. Wanneer de spectrumana­lyzer ingeschakeld is, wordt deze auto­matisch weergegeven wanneer u tij­dens de weergave van een audiobron enige tijd niet op een toets drukt. U kunt de spectrumanalyzer ook uit­schakelen.
Spectrumanalyzer in- en uitschakelen
Druk op toets MENU 9.Druk op de softkey 5 met de dis-
playaanduiding "DISPLAY".
Druk zo vaak op de softkey 5 met
de displayaanduiding "SPEC­TRUM" dat de gewenste instelling "SPECTRUM OFF" resp. "SPEC­TRUM ON" op de bovenste regel van het display wordt weergege­ven.
ENGLISH
FRANÇAIS
ITALIANO
NEDERLANDS
SVENSKA
ESPAÑOL
PORTUGUÊS
DANSK
233
Page 17
DISPLAY INSTELLEN RADIOWEERGAVE
Druk om het menu te verlaten op
de joystick OK 8 of op toets MENU 9.
De instellingen worden opgeslagen.
Displayinhoud inverteren
U kunt de weergave op het display in­verteren.
Druk op toets MENU 9.Druk op de softkey 5 met de dis-
playaanduiding "DISPLA Y".
Druk op de softkey 5 met de dis-
playaanduiding "INVERT".
Druk om het menu te verlaten op
de joystick OK 8 of op toets MENU 9.
De instellingen worden opgeslagen.
Radioweergave
Dit apparaat is uitgerust met een RDS­radio-ontvanger. Veel van de ontvang­bare FM-zenders zenden een signaal uit dat naast het programma ook infor­matie zoals de naam van de zender en het programmatype (PTY) bevat.
De naam van de zender wordt, zodra deze kan worden ontvangen, op het dis­play weergegeven. Het programmatype kan naar wens worden weergegeven. Lees hiervoor het gedeelte "Program­matype (PTY)".
Tuner instellen
Om foutloos functioneren van het radio­gedeelte te garanderen moet het appa­raat worden ingesteld op de regio waar­in u zich bevindt. U kunt kiezen tussen Europa en Amerika (USA). V an fabrieks­wege is de tuner ingesteld op de regio waar het apparaat is verkocht. Bij pro­blemen met de radio-ontvangst dient u deze instelling te controleren.
Druk op toets MENU 9.Druk op de softkey 5 met de dis-
playaanduiding "TUNER".
Druk op de softkey 5 met de dis-
playaanduiding voor de gewenste regio "AREA EUR" of "AREA USA".
Druk om het menu te verlaten op
de joystick OK 8 of op toets MENU 9.
De instellingen worden opgeslagen.
234
Page 18
RADIOWEERGAVE
Aantal antennes instellen
Dit apparaat is uitgerust met twee RDS­radio-ontvangers (TwinCeiver). U kunt één of twee antennes op het apparaat aansluiten. Bij gebruik van twee anten­nes (dringend geadviseerd, de tweede antenne is meegeleverd) is bij DDA-ra­dioweergave gerichte ontvangst van de ingestelde zender mogelijk. De gerich­te ontvangst verbetert de ontvangstkwa­liteit in de meeste gevallen duidelijk.
Let op:
Om foutloos functioneren van de tuner te garanderen moet de hoofdantenne op de onderste antennebus worden aangesloten.
Om het aantal antennes in te stellen:
Druk op toets MENU 9.Druk op de softkey 5 met de dis-
playaanduiding "TUNER".
Druk op de softkey 5 met de dis-
playaanduiding "ONE ANTE" wan­neer er één antenne op het appa­raat is aangesloten.
of
Druk op de softkey 5 met de dis-
playaanduiding "TWO ANTE" wan­neer er twee antennes op het ap­paraat zijn aangesloten.
Druk om het menu te verlaten op
de joystick OK 8 of op toets MENU 9.
De instellingen worden opgeslagen.
Radioweergave inschakelen
Wanneer het apparaat zich in een van de weergavesoorten cd/MP3 of cd-wis­selaar resp. CompactDrive MP3 be­vindt:
Druk op toets TUNER =.
Het radio-hoofdmenu voor het kiezen van de zender wordt weergegeven. De functies van de radioweergave worden aangestuurd via het radio-functiemenu. U komt in het radio-functiemenu door tijdens de radioweergave opnieuw op toets TUNER = te drukken.
Radiomodus statisch / dynamisch kiezen (alleen FM)
U kunt voor de FM-radioweergave kie­zen tussen twee modi:
Statische radioweergave ("PRESETS" en "DDA")
In de statische radioweergave hebt u bij FM-weergave vier geheugenniveaus tot uw beschikking (FM1, FM2, FM3 en FMT). U kunt op elk van deze geheu­genniveaus zes zenders programme­ren. De tuner stelt voor elk van de ge­programmeerde zenders bij het oproe­pen van de zender automatisch de best te ontvangen frequentie in.
PRE-weergave (statisch)
Wanneer u slechts één antenne op
het apparaat hebt aangesloten en deze in het setup-menu hebt inge­steld, (zie "Aantal antennes instel­len") geeft het apparaat met de tu­ner de ingesteld zender weer en
ENGLISH
FRANÇAIS
ITALIANO
NEDERLANDS
SVENSKA
ESPAÑOL
PORTUGUÊS
235
DANSK
Page 19
RADIOWEERGAVE
zoekt het met de tweede tuner steeds naar de best te ontvangen frequentie van de ingestelde zen­der (wanneer de RDS-functie is in­geschakeld).
Digital Directional Antenna-weerga­ve - DDA (statisch)
Wanneer u twee antennes op het
apparaat hebt aangesloten en deze in het setup-menu hebt inge­steld (zie "Aantal antennes instel­len"), wordt de ingestelde zender bij DDA-radioweergave met beide antennes ontvangen. De T winCei­ver beoordeelt daarbij permanent de signalen van beide antennes en berekent daaruit een "zuiver sig­naal", om ontvangststoringen te­gen te gaan. Dit door Blaupunkt ontwikkelde procédé komt qua werkwijze overeen met een richt­antenne. Vooral in gebieden met ontvangststoringen door reflectie tegen huizen, bergen, enz. wordt de ontvangstkwaliteit duidelijk ver­beterd. Bij uitzondering, bv . bij ont­vangst van twee verschillende zen­ders op dezelfde frequentie, kan ongewenst ontvangstgedrag optre­den. In een dergelijk geval dient u de dynamische radioweergave te kiezen (zie "Radiomodus kiezen" hieronder).
Dynamische radioweergave
Bij de dynamische radioweergave hebt u vijf niveaus (DL1 - DL5) ter beschik­king. T erwijl de ingestelde zender wordt weergegeven, zoekt de tweede ontvan­ger op de achtergrond naar ontvang­bare zenders en geeft deze alle ont­vangbare zenders met korte namen naast de softkeys op het display aan. De zenders worden continu geactuali­seerd, zodat u altijd toegang hebt tot alle ontvangbare zenders.
Radiomodus kiezen
Om te kiezen tussen de modi statisch en dynamisch:
Druk tijdens de radioweergave op
toets TUNER =.
Het radio-functiemenu wordt weergege­ven op het display .
Druk op toets NEXT 4.
De tweede pagina van het radio-func­tiemenu wordt weergegeven op het dis­play.
Druk op de softkey 5 met de dis-
playaanduiding "TUNER 2".
Druk op de softkey 5 met de dis-
playaanduiding "DYN LIST" voor de dynamische radioweergave.
Druk op de softkey 5 met de dis-
playaanduiding "DDA" resp. PRES­ETS" voor een van de statische ra­dioweergavesoorten.
Druk om het menu te verlaten op
de joystick OK 8 of op toets MENU 9.
De instellingen worden opgeslagen.
236
Page 20
RADIOWEERGAVE
RDS-comfortfunctie (AF, REG)
De RDS-comfortfuncties AF (alternatie­ve frequentie) en REG (regionaal) ver­groten het prestatiespectrum van uw autoradio (alleen bij FM-radioweerga­ve).
AF: Wanneer de RDS-comfortfunc-
tie geactiveerd is, zoekt het appa­raat op de achtergrond automa­tisch naar de als beste te ontvan­gen frequentie van de ingestelde zender.
REG: Sommige zenders verdelen
hun programma op bepaalde tijden in regionale programma's met ver­schillende inhoud. Met de REG­functie wordt voorkomen dat de au­toradio overschakelt op alternatie­ve frequenties met een andere pro­gramma-inhoud.
Let op:
REG moet apart in het radio-functieme­nu worden geactiveerd / gedeactiveerd.
RDS-comfortfunctie in- en uitschakelen
Om de RDS-comfortfuncties AF en REG te gebruiken:
Druk tijdens de radioweergave op
toets TUNER =.
Het radio-functiemenu wordt weergege­ven op het display.
Druk zo vaak op de softkey 5 met
de displayaanduiding "RDS" dat de gewenste instelling "RDS ON" resp. "RDS OFF" wordt weergege­ven.
Om terug te keren naar het radio-hoofd­menu:
Druk op toets TUNER = of op de
joystick OK 8.
De instellingen worden opgeslagen.
REG in- en uitschakelen
Om de RDS-comfortfunctie REG te ge­bruiken:
Druk tijdens de radioweergave op
toets TUNER =.
Druk op toets NEXT 4 om de
tweede pagina van het radio-func­tiemenu te laten weergeven.
Het radio-functiemenu wordt weergege­ven op het display.
Druk zo vaak op de softkey 5 met
de displayaanduiding "REGIONAL" dat "REGIONAL ON" resp. "RE­GIONAL OFF" wordt weergege­ven.
Druk op toets TUNER = of op de
joystick OK 8.
De instellingen worden opgeslagen.
Golfgebied / geheugenniveau kiezen
Met dit apparaat kunt u zenders op de frequentiebanden FM en MW, LW en SW (AM) ontvangen. Voor het golfge­bied FM zijn vier geheugenniveaus en voor de golfgebieden MW, LW en SW elk één geheugenniveau beschikbaar.
Bij dynamische radioweergave zijn maximaal vijf geheugenniveaus be­schikbaar.
Op elk geheugenniveau kunnen zes zenders worden geprogrammeerd.
ENGLISH
FRANÇAIS
ITALIANO
NEDERLANDS
SVENSKA
ESPAÑOL
PORTUGUÊS
DANSK
237
Page 21
RADIOWEERGAVE
Let op:
Wanneer het apparaat is ingesteld op de regio USA, kunt u kiezen tussen de golfgebieden FM en AM. Voor het golf­gebied AM hebt u bovendien de geheu­genniveaus AM1, AM2 en AMT tot uw beschikking.
Golfgebied kiezen
Om een golfgebied FM, MW, L W of SW te kiezen:
Druk tijdens de radioweergave op
toets TUNER =.
Het radio-functiemenu wordt weergege­ven op het display .
Druk op de softkey 5 met de dis-
playaanduiding "BAND".
Druk voor het golfgebied FM op de
softkey 5 met de displayaandui­ding "FM".
Druk voor het golfgebied MW op
de softkey 5 met de displayaan­duiding "MW".
Druk voor het golfgebied LW op de
softkey 5 met de displayaandui­ding "L W".
Druk op de softkey 5 met de dis-
playaanduiding "SW" voor het golf­gebied SW.
Het radio-hoofdmenu van het gekozen golfgebied wordt weergegeven.
FM-geheugenniveau kiezen
Om te wisselen tussen de FM-geheu­genniveaus FM1, FM2, FM3 en FMT:
Druk zo vaak op toets NEXT 4
dat het gewenste geheugenniveau op het display wordt weergegeven.
De geheugenniveaus worden opgeroe­pen in de volgorde FM1, FM2, FM3 en FMT.
Let op:
Wanneer het apparaat is ingesteld op de regio USA, en u het golfgebied AM hebt gekozen, kunt u met toets NEXT 4 bovendien kiezen tussen de AM-ge­heugenniveaus AM1, AM2 en AMT.
Zenders instellen
U hebt verschillende mogelijkheden om zenders in te stellen.
Automatische zoekafstemming
Beweeg de joystick 8 omlaag of
omhoog.
De eerstvolgende ontvangbare zender wordt ingesteld.
Handmatig afstemmen op zenders
U kunt ook handmatig zenders instel­len.
Let op:
Er kunnen alleen met de hand zenders worden ingesteld wanneer de RDS­comfortfunctie gedeactiveerd is.
Beweeg de joystick 8 naar links
of naar rechts.
238
Page 22
RADIOWEERGAVE
Bladeren in zenderketens (alleen FM)
Wanneer een zender meerdere pro­gramma's biedt, kunt u bladeren in deze zgn. "zenderketen".
Let op:
Om deze functie te kunnen gebruiken, moet de RDS-comfortfunctie geacti­veerd zijn. U kunt zo alleen wisselen tussen zenders die u al eerder hebt ontvangen.
Beweeg de joystick 8 naar links
of naar rechts.
Gevoeligheid van de zoekafstemming instellen
U kunt kiezen of er alleen sterke of ook zwakke zenders worden ingesteld.
Druk tijdens de radioweergave op
toets TUNER =.
Het radio-functiemenu wordt weergege­ven op het display.
Druk op toets NEXT 4.
Let op:
Wanneer u vanuit de MW- of LW-radio­weergave het radio-functiemenu op­roept, bevindt de softkey met de display­aanduiding "SENS" zich op de eerste pagina.
Druk op de softkey 5 met de dis-
playaanduiding "SENS".
Druk op de softkey 5 met de dis-
playaanduiding "FM" of "AM" om de gevoeligheid voor FM of AM in te stellen.
Beweeg de joystick 8 omhoog
resp. naar rechts, of omlaag resp. naar links om de gevoeligheid in te stellen.
U kunt de gevoeligheid instellen in stap­pen van 1 tot 6. "SENSITIVITY 6" bete­kent de grootste gevoeligheid voor de ontvangst van ver weg gelegen zen­ders, "SENSITIVITY 1" de geringste.
Druk om het menu te verlaten op
de joystick OK 8 of op toets MENU 9.
De instellingen worden opgeslagen.
Ontvangbare zenders kort weergeven (SCAN)
U kunt alle ontvangbare zenders kort laten weergeven. De duur van het frag­ment kan in het menu worden ingesteld tussen 5 en 30 seconden.
SCAN starten
Houd de joystick OK 8 langer dan
twee seconden ingedrukt.
Het scannen begint. "SCAN" wordt kort op het display weergegeven, daarna verschijnt de actuele zendernaam resp. de frequentie van de zender.
Scan beëindigen, zender verder beluisteren
Druk op de joystick OK 8.
Het scannen wordt beëindigd, de als laatste ingestelde zender blijft actief.
ENGLISH
FRANÇAIS
ITALIANO
NEDERLANDS
SVENSKA
ESPAÑOL
PORTUGUÊS
DANSK
239
Page 23
RADIOWEERGAVE
Duur van het fragment instellen
Druk op toets MENU 9.Druk op de softkey 5 met de dis-
playaanduiding "V ARIOUS".
Druk op de softkey 5 met de dis-
playaanduiding "SCANTIME".
Beweeg de joystick 8 omhoog
resp. naar rechts, of omlaag resp. naar links om de duur van het frag­ment in te stellen.
Druk om het menu te verlaten op
de joystick OK 8 of op toets MENU 9.
De instellingen worden opgeslagen.
Let op:
De ingestelde duur van het frag-
ment geldt ook voor het scannen bij weergave van cd/MP3 en cd­wisselaar.
Zenders programmeren
Zenders handmatig programmeren
Kies het gewenste FM-geheugen-
niveau FM1, FM2, FM3, FMT of een van de golfgebieden MW, LW of SW.
Stel de gewenste zender in zoals
beschreven onder "Zenders instel­len".
Houd een van de zes softkeys
waaronder de zender moet worden opgeslagen, langer dan twee se­conden ingedrukt.
Zenders automatisch programmeren (Travelstore)
U kunt de zes sterkste zenders uit de regio automatisch programmeren (al­leen FM). De zenders worden opgesla­gen op geheugenniveau FMT.
Let op:
Wanneer het apparaat is ingesteld op de regio USA, kunt u ook bij AM-radio­weergave de Travelstore-functie star­ten. De zenders worden dan opgesla­gen op geheugenniveau AMT.
Let op:
Eerder op dit niveau geprogrammeer­de zenders worden hierbij gewist.
Travelstore-functie starten:
Druk tijdens de radioweergave op
toets TUNER =.
Het radio-functiemenu wordt weergege­ven op het display .
Druk op de softkey 5 met de dis-
playaanduiding "T-ST ORE".
Het programmeren begint. Op het dis­play wordt "TRAVEL STORE" weerge­geven. Wanneer het programmeren voltooid is, wordt de zender op geheu­genpositie één van geheugenniveau FMT (resp. AMT) weergegeven.
Geprogrammeerde zenders oproepen
Kies het geheugenniveau resp. het
golfgebied.
Druk op de softkey 5 met de dis-
playaanduiding van de zender­naam resp. de frequentie van de gewenste zender.
240
Page 24
RADIOWEERGAVE
Programmatype (PTY)
Naast de naam van de zender geven sommige FM-zenders ook informatie door over het type van hun program­ma. Deze informatie kan door uw auto­radio worden ontvangen en weergege­ven.
Zulke programmatypes kunnen bv . zijn: CUL TURE TRA VEL JAZZ SPORT NEWS POP ROCK CLASSICS Met de PTY-functie kunt u gericht zen-
ders met een bepaald programmatype kiezen.
PTY-EON
Wanneer u een programmatype hebt gekozen en een PTY-zoekdoorloop hebt gestart, schakelt het apparaat au­tomatisch van de actuele zender over op de zender met het gekozen program­matype.
Let op:
Wanneer er geen zender met het ge­kozen programmatype wordt gevonden, is een pieptoon te horen en wordt op het display kort "NO PTY" weergege­ven. De laatst ontvangen zender wordt opnieuw ingesteld.
Wanneer de ingestelde zender of
een andere zender uit de zender­keten op een later tijdstip het ge­wenste programmatype uitzendt, schakelt het apparaat automatisch over van de actuele zender resp. vanuit de weergave van cd, MP3 of cd-wisselaar over op de zender met het gewenste programmatype.
PTY inschakelen
Om de PTY-functie te gebruiken:
Druk tijdens de radioweergave op
toets TUNER =.
Het radio-functiemenu wordt weergege­ven op het display.
➮ Druk op toets NEXT 4. ➮ Druk op de softkey 5 met de dis-
playaanduiding "PROG TYP".
Wanneer PTY wordt ingeschakeld geeft het display het actuele programmatype weer. PTY is verlicht op het display. Naast de softkeys 5 worden de pro­grammatypes weergegeven.
PTY uitschakelen
Om de PTY-functie uit te schakelen:
Druk terwijl de programmatypes
worden weergegeven op de soft­key 5 met de displayaanduiding "PTY OFF".
Programmatype kiezen en zoekdoorloop starten
Het PTY-menu omvat verschillende pagina's waarop de bekende program­matypes worden weergegeven. Om te bladeren tussen de verschillende pagi­na's van het PTY-menu:
Druk op toets NEXT 4 totdat het
gewenste programmatype naast een van de softkeys wordt weerge­geven.
Druk op de softkey 5 met het ge-
wenste programmatype.
ENGLISH
FRANÇAIS
ITALIANO
NEDERLANDS
SVENSKA
ESPAÑOL
PORTUGUÊS
DANSK
241
Page 25
RADIOWEERGAVE
Beweeg de joystick 8 omhoog
resp. naar rechts, of omlaag resp. naar links om de zoekdoorloop te starten.
De eerstvolgende ontvangbare zender met het gekozen programmatype wordt ingesteld.
Wanneer er geen zender met het ge­kozen programmatype wordt gevonden, is een pieptoon te horen en wordt op het display kort "NO PTY" weergege­ven. De laatst ontvangen zender wordt opnieuw ingesteld.
Let op:
Wanneer u weer terug wilt naar de weer­gave van de programmatypes:
Roep opnieuw de tweede pagina
van het radio-functiemenu op en druk op de softkey 5 met de dis­playaanduiding "PROG TYP".
Radio-ontvangst optimaliseren
Storingsafhankelijke demping van de hoge tonen (HICUT)
De HICUT-functie zorgt voor een ge­luidsverbetering bij slechte radio-ont­vangst. Wanneer sprake is van ont­vangststoringen worden de hoge tonen, en daarmee de storing, automatisch zachter weergegeven.
HICUT instellen
Druk tijdens de radioweergave op
toets TUNER =.
De eerste pagina van het radio-functie­menu wordt weergegeven op het dis­play.
➮ Druk op toets NEXT 4. ➮ Druk zo vaak op de softkey 5 met
de displayaanduiding "HIGH CUT" dat de gewenste instelling op het display wordt weergegeven.
"HICUT 2" betekent de sterkste auto­matische afzwakking van de hoge to­nen en de storing, "HICUT 0" betekent geen afzwakking.
Druk om het menu te verlaten op
de joystick OK 8 of op toets MENU 9.
De instellingen worden opgeslagen.
Weergave van radiotekst kiezen
Sommige zenders gebruiken het RDS­signaal ook voor het doorgeven van lichtkranten, de zgn. radioteksten. U kunt de weergave van radiotekst toela­ten of blokkeren.
Druk tijdens de radioweergave op
toets TUNER =.
Het radio-functiemenu wordt weergege­ven op het display .
Druk zo vaak op de softkey 5 met
de displayaanduiding "R-TEXT" dat de gewenste instelling "RADIO TEXT ON" resp. "RADIO TEXT OFF" wordt weergegeven.
Druk om het menu te verlaten op
de joystick OK 8 of op toets MENU 9.
De instellingen worden opgeslagen.
242
Page 26
TIM
TIM - Traffic Information Memory
Het apparaat bezit een digitaal spraak­geheugen waarmee maximaal vier ver­keersberichten automatisch worden opgenomen. De maximale lengte voor opgenomen berichten is vier minuten.
Wanneer de TIM-functie is ingescha­keld, worden alle verkeersberichten opgenomen die twee uur nadat het ap­paraat voor het laatst werd uitgescha­keld worden ontvangen.
Bovendien kunt u twee vaste tijden (ti­mer) instellen. Alle verkeersberichten worden opgenomen die 30 minuten voor en 90 minuten na de ingestelde tijd op de gekozen verkeersinformatie­zender worden uitgezonden. Deze func­tie is bijzonder handig wanneer u uw auto op vaste tijden gebruikt.
Wanneer het laatste bericht ouder is dan zes uur, worden alle berichten gewist. Wanneer tijdens de TIM-weergave een nieuw verkeersbericht binnenkomt, wordt de weergave afgebroken en het nieuwe bericht opgenomen.
Gevaar voor beschadiging van de motorantenne in een autowas­straat. Een automatische motoran­tenne blijft uitgeschoven wanneer TIM geactiveerd is en u het appa­raat uitschakelt. In een autowasstraat kunnen door de uitgeschoven mo­torantenne beschadigingen worden veroorzaakt. Lees hiervoor het ge­deelte "TIM uitschakelen".
TIM in- en uitschakelen
Wanneer de autoradio is ingeschakeld, kunt u de TIM-functie in- resp. uitscha­kelen.
Houd tijdens de radioweergave
toets TUNER = langer dan twee seconden ingedrukt.
Het TIMPLAY-menu wordt weergege­ven.
Wanneer er verkeersberichten zijn op­genomen, wordt het laatste bericht weergegeven. Het meest actuele be­richt heeft het nummer TIM1. Op de bovenste regel van het display wordt de naam van de zender / de frequentie en op de onderste regel de tijd van de opname weergegeven.
Naast de twee bovenste softkeys aan beide zijden van het display wordt "TIM" en het nummer van het bericht weer­gegeven.
Wanneer er geen verkeersberichten zijn opgenomen, wordt kort "NO TIM" weer­gegeven op het display .
TIM uitschakelen
Wanneer u TIM wilt uitschakelen:
Houd tijdens de radioweergave
toets TUNER = langer dan twee seconden ingedrukt.
Het TIMPLAY-menu wordt weergege­ven.
Druk op toets NEXT 4.
Het TIMSET-menu wordt weergegeven.
ENGLISH
FRANÇAIS
ITALIANO
NEDERLANDS
SVENSKA
ESPAÑOL
PORTUGUÊS
DANSK
243
Page 27
TIM
Druk zo vaak op de softkey 5 met
de displayaanduiding "TIM ON" dat "TIM RECORD OFF" op het dis­play wordt weergegeven.
Druk op toets TUNER = of op de
joystick OK 8.
De instellingen worden opgeslagen.
Let op:
Wanneer u het apparaat langer
dan 72 uur niet inschakelt, wordt de TIM-functie automatisch uitge­schakeld.
TIM inschakelen
Wanneer u TIM weer wilt inschakelen:
Houd tijdens de radioweergave
toets TUNER = langer dan twee seconden ingedrukt.
Het TIMPLAY-menu wordt weergege­ven.
Druk op toets NEXT 4.
Het TIMSET -menu wordt weergegeven.
Druk zo vaak op de softkey 5 met
de displayaanduiding "TIM ON" dat "TIM RECORD ON" op het display wordt weergegeven.
Druk op toets TUNER = of op de
joystick OK 8.
De instellingen worden opgeslagen.
Let op:
Na het uitschakelen van het appa-
raat met het contactslot van de auto of toets 1 wordt de actuele toestand TIM ON resp. TIM OFF kort op het display weergegeven.
Opgeslagen verkeersberichten afluisteren
Om de opgeslagen verkeersberichten te beluisteren:
Houd tijdens de radioweergave
toets TUNER = langer dan twee seconden ingedrukt.
Het TIMPLAY-menu wordt weergege­ven.
Wanneer er verkeersberichten zijn op­genomen, wordt het laatste bericht weergegeven. Het meest actuele be­richt heeft nummer TIM1. Op de boven­ste regel van het display wordt de naam van de zender / de frequentie en daar­onder de tijd van de opname weerge­geven.
Na het eerste bericht worden alle overi­ge berichten in oplopende volgorde af­gespeeld.
Wanneer er geen verkeersberichten zijn opgenomen, wordt kort NO TIM A V AIL­ABLE weergegeven op het display .
Na het laatste bericht wordt terugge­schakeld naar de vorige weergavesoort.
Wanneer u wilt terugkeren naar de ra­dioweergave zonder eerst alle berich­ten af te luisteren:
Druk op toets TUNER = of de
joystick OK 8.
244
Page 28
TIM
TIM-bericht kiezen
Naast de twee bovenste softkeys aan beide zijden van het display wordt "TIM" en het nummer van het bericht weer­gegeven.
Wanneer u een van de weergegeven berichten wilt afluisteren zonder de an­dere berichten te beluisteren:
Druk op de softkey 5 met de des-
betreffende displayaanduiding "TIM1", "TIM2", "TIM3" of "TIM4".
Opnemen van verkeersberichten
Wanneer het apparaat is ingeschakeld, worden verkeersberichten automatisch opgenomen wanneer een zender met verkeersinformatie wordt ontvangen en de voorrang voor verkeersinformatie is ingeschakeld.
Wanneer u een zender beluistert die zelf geen verkeersinformatie uitzendt en het apparaat uitschakelt terwijl de TIM-func­tie is ingeschakeld, wordt automatisch een zender met verkeersinformatie op­gezocht.
Timer instellen
Wanneer TIM is ingeschakeld, worden de verkeersberichten van een ingestel­de zender met verkeersinformatie na uitschakelen van het apparaat twee uur lang opgenomen. Bovendien kunt u twee timers instellen, die 30 minuten voor en 90 minuten na de ingestelde tijd alle verkeersberichten opnemen. De timer oriënteert zich daarbij op de sys­teemtijd. Hoe u de systeemtijd instelt, leest u in het hoofdstuk "CLOCK - Klok­tijd".
Om een van de timers in te stellen:
Houd tijdens de radioweergave
toets TUNER = langer dan twee seconden ingedrukt.
Het TIMPLAY-menu wordt weergege­ven.
Druk op toets NEXT 4.
Het TIMSET-menu wordt weergegeven.
Druk op de softkey 5 met de dis-
playaanduiding "TIMER 1" voor de eerste timer of "TIMER 2" voor de tweede timer.
Op het display wordt de ingestelde tijd weergegeven. De uren knipperen.
Beweeg de joystick 8 omhoog of
omlaag en stel zo de uren in.
Beweeg de joystick 8 naar rechts
en verander zo de invoerpositie.
De minuten knipperen.
Beweeg de joystick 8 omhoog of
omlaag en stel zo de minuten in.
Om de instellingen op te slaan:
Druk op toets TUNER = of de joy-
stick OK 8.
De instellingen worden opgeslagen.
Wanneer TIM stand-by staat, is een aangesloten motorantenne uitgeschoven.
Let op:
Schakel voordat u een wasstraat
binnenrijdt, altijd TIM uit. Lees hier­voor het gedeelte "TIM uitschake­len" in dit hoofdstuk.
ENGLISH
FRANÇAIS
ITALIANO
NEDERLANDS
SVENSKA
ESPAÑOL
PORTUGUÊS
DANSK
245
Page 29
TIM
VERKEERSINFORMATIE
Timer kiezen
Nadat u de timers hebt ingesteld, kunt u kiezen tussen de beide timers. De ti­mer die u als laatste hebt ingesteld, is altijd actief.
Om een timer te kiezen:
Houd tijdens de radioweergave
toets TUNER = langer dan twee seconden ingedrukt.
Het TIMPLAY-menu wordt weergege­ven.
Druk op toets NEXT 4.
Het TIMSET -menu wordt weergegeven.
Druk op de softkey 5 met de dis-
playaanduiding "TIMER1" om de eerste of "TIMER2" om de tweede timer te kiezen.
Druk op toets TUNER = of de joy-
stick OK 8.
De instellingen worden opgeslagen.
Verkeersinformatie
Dit apparaat is uitgerust met een RDS­EON-ontvanger. Onder EON (Enhan­ced Other Network) verstaat men de doorgifte van informatie over de zender binnen en zenderketen.
In het geval van een verkeersbericht (TA) wordt binnen de zenderketen au­tomatisch overgeschakeld van een zen­der zonder verkeersinformatie naar de desbetreffende zender met verkeersin­formatie van de zenderketen.
Na het verkeersbericht wordt het eer­der beluisterde programma weer inge­schakeld.
Voorrang voor verkeers­informatie in- en uitschakelen
Druk tijdens de radioweergave op
toets TUNER =.
Het radio-functiemenu wordt weergege­ven op het display .
Druk zo vaak op de softkey 5 met
de displayaanduiding "TRAFFIC" dat de gewenste instelling "TRAFFIC INFO ON" resp. "TRAFFIC INFO OFF" wordt weergegeven.
Let op:
Tijdens een verkeersbericht wordt het TA-menu weergegeven.
Om het actuele verkeersbericht te on­derbreken:
Druk op de softkey 5 met de dis-
playaanduiding "T A EXIT".
246
Page 30
VERKEERSINFORMATIE
CD-WEERGAVE
Wanneer u de voorrang voor verkeers­informatie wilt uitschakelen:
Druk op de softkey 5 met de dis-
playaanduiding "T A OFF".
Let op:
U hoort een waarschuwingstoon:
wanneer u bij het beluisteren van
een zender met verkeersinformatie het uitzendgebied daarvan verlaat;
wanneer u bij het beluisteren van
een cd het uitzendgebied van de zender verlaat en er bij de daarop volgende automatische zoekdoorloop geen nieuwe zender met verkeersinformatie wordt gevonden.
wanneer u van een zender met
verkeersinformatie overschakelt op een zender zonder verkeersinfor­matie.
Schakel dan ofwel de voorrang voor verkeersinformatie uit of stel een zen­der met verkeersinformatie in.
Volume voor verkeersinformatie instellen
Druk op toets MENU 9.Druk op de softkey 5 met de dis-
playaanduiding "VOLUME".
Druk op de softkey 5 met de dis-
playaanduiding "TRAFFIC".
Stel het volume in met de volume-
regelaar 2.
Druk om het menu te verlaten op
de joystick OK 8 of op toets MENU 9.
Cd-weergave
U kunt met dit apparaat normaal in de handel verkrijgbare cd's met een door­snede van 12 cm afspelen.
Zogenaamde cd-r's en cd-rw's (zelfge­brande cd's) kunnen in de regel ook worden afgespeeld. Vanwege de uit­eenlopende kwaliteit van de basis-cd's kan Blaupunkt niet instaan voor het fout­loos functioneren hiervan.
Voor foutloos functioneren dient u alleen cd's met het CompactDisc-logo te ge­bruiken. Cd's met kopieerbeveiliging kunnen leiden tot problemen bij het af­spelen. Blaupunkt kan niet instaan voor het foutloos functioneren van cd's met kopieerbeveiliging!
Gevaar voor vernieling van de cd-speler! Single-cd's met een doorsnede van 8 cm en niet-ronde cd's met contou­ren (shape cd's) mogen niet worden gebruikt. Wij aanvaarden geen aansprakelijk­heid voor beschadiging van de cd­speler door het gebruik van onge­schikte cd's.
Cd-weergave starten, cd plaatsen
Wanneer er geen cd in de speler
zit:
Druk op toets 7.
Het bedieningspaneel wordt naar voren geopend.
ENGLISH
FRANÇAIS
ITALIANO
NEDERLANDS
SVENSKA
ESPAÑOL
PORTUGUÊS
DANSK
247
Page 31
CD-WEERGAVE
Schuif de cd met de bedrukte zijde
naar boven in de cd-opening.
De cd wordt naar binnen in de speler getransporteerd.
Het transport van de cd mag niet ge­hinderd of geholpen worden.
Het bedieningspaneel wordt automa­tisch gesloten.
Het cd-menu wordt weergegeven, de cd-weergave begint.
Wanneer er al een cd in de speler
zit:
Druk zo vaak op toets SOURCE
< dat de cd-weergave wordt weergegeven.
Het cd-menu wordt weergegeven, de weergave start op de plaats waar deze werd onderbroken.
Cd verwijderen
Druk op toets 7.
Het bedieningspaneel wordt naar voren geopend, de cd wordt naar buiten ge­schoven.
Verwijder voorzichtig de cd.Druk op toets 7.
Het bedieningspaneel wordt gesloten.
Titels kiezen
Beweeg de joystick 8 in één rich-
ting (omhoog en rechts voor de volgende, omlaag en links voor de volgende titel) totdat het nummer van de gewenste titel op het dis­play wordt weergegeven.
Wanneer u de joystick 8 eenmaal om­laag of naar links duwt, wordt de actue­le titel opnieuw gestart.
Snelle zoekdoorloop (hoorbaar)
Voor een snelle zoekdoorloop achter­waarts resp. voorwaarts:
Houd de joystick 8 in één richting
(omhoog en rechts voor voor­waarts, omlaag en links voor ach­terwaarts) ingedrukt totdat de snel­le zoekdoorloop begint.
Willekeurige weergave van de titels (MIX)
Druk op de softkey 5 met de dis-
playaanduiding "MIX".
"MIX CD" verschijnt kort op het display . De volgende titel die wordt afgespeeld, wordt willekeurig gekozen.
MIX beëindigen
Druk opnieuw op de softkey 5
met de displayaanduiding "MIX".
"MIX OFF" verschijnt kort op het display .
Titel herhalen (REPEAT)
Druk op de softkey 5 met de dis-
playaanduiding "REPEAT".
"REPEAT TRACK" wordt kort weerge­geven op het display . De titel wordt her­haald totdat REPEAT wordt gedeacti­veerd.
248
Page 32
CD-WEERGAVE
REPEAT beëindigen
Druk opnieuw op de softkey 5
met de displayaanduiding "REPEAT".
"REPEAT OFF" wordt kort weergege­ven op het display . De weergave wordt normaal voortgezet.
Titels kort weergeven (SCAN)
U kunt alle titels van de cd kort laten weergeven.
Houd de joystick OK 8 langer dan
twee seconden ingedrukt.
De volgende titels van de cd worden in oplopende volgorde kort weergegeven.
Let op:
De duur van het fragment kan wor-
den ingesteld. Lees voor het instel­len van de duur van het fragment het gedeelte "Duur van het frag­ment instellen" in het hoofdstuk "Radioweergave".
SCAN beëindigen, titel verder beluisteren
Om het scannen te beëindigen:
Druk op de joystick OK 8.
De actueel weergegeven titel wordt ver­der weergegeven.
Wanneer de geplaatste cd geen cd­tekst bevat, wordt bij ingeschakelde cd­tekst kort "NO TEXT" op het display weergegeven.
Cd-tekst in- en uitschakelen
Druk zo vaak op de softkey 5 met
de displayaanduiding "TEXT" dat "CD TEXT ON" resp. "CD TEXT OFF" wordt weergegeven op het display.
Lichtkrant instellen
U kunt de cd-tekst op de onderste regel van het display als lichtkrant laten weer­geven.
Cd-lichtkrant in- en uitschakelen
Druk zo vaak op de softkey 5 met
de displayaanduiding "SCROLL" dat "SCROLL ON" (lichtkrant inge­schakeld) resp. "SCROLL OFF" wordt weergegeven.
Verkeersinformatie tijdens cd­weergave
Druk zo vaak op de softkey 5 met
de displayaanduiding "TRAFFIC" dat de gewenste instelling "TRAF­FIC INFO ON" resp. "TRAFFIC INFO OFF" wordt weergegeven.
ENGLISH
FRANÇAIS
ITALIANO
NEDERLANDS
SVENSKA
ESPAÑOL
Cd-tekst laten weergeven
Bepaalde cd's zijn voorzien van zgn. cd­tekst. De cd-tekst kan de naam van de uitvoerende, het album of de titel be­vatten.
U kunt de cd-tekst telkens wanneer u van titel wisselt als lichtkrant op het dis­play laten weergeven.
PORTUGUÊS
DANSK
249
Page 33
MP3-WEERGAVE
MP3-weergave
U kunt met deze autoradio ook cd-r's en cd-rw's met MP3-muziekbestanden afspelen.
Voorbereiding van de MP3-cd
Door de combinatie van cd-writer, cd­schrijfsoftware en onbeschreven cd kunnen problemen optreden bij de weergave van de cd's. Wanneer er pro­blemen optreden met zelfgebrande cd's, dient u over te schakelen op een ander merk of een andere kleur basis-cd's.
De opmaak van de cd moet ISO 9660 level 1 of level 2 of Joliet zijn. Alle ande­re soorten kunnen niet betrouwbaar worden afgespeeld.
Vermijd multisessies. Wanneer u op een cd meer dan één sessie wegschrijft, wordt alleen de eerste sessie herkend.
U kunt op één MP3-cd maximaal 127 directory's aanleggen. Deze directory's kunnen met het apparaat afzonderlijk worden gekozen.
In elke directory kunnen zich vervolgens 254 losse titels (tracks) en subdirecto­ry's bevinden, die afzonderlijk kunnen worden gekozen. Het pad mag maxi­maal acht niveaus omvatten.
Afb. 1 Afb. 2
D01
D02
D03
T001 T002 T003 T004 T005
D05
T001 T002 T003 T004 T005 T006 T007
D04
T001 T002 T003 T004 T005 T006 T007 T008 T009 T010 T011
D01
T001 T002 T003 T004 T005 T006 T007 T008 T009 T010 T011
Omdat met bepaalde cd-schrijfsoftware onregelmatigheden in de nummering kunnen optreden, dient u in de hoofddi­rectory D01 ofwel alleen subdirectory's met titels (afb. 1) of alleen titels (afb. 2) op te nemen.
U kunt elke directory met de pc een naam geven. De naam van de directo­ry kan op het display wordt weergege­ven. Geef de directory's en titels namen m.b.v . uw cd-schrijfsoftware. Aanwijzin­gen daarvoor vindt u in de gebruiksaan­wijzing van de software.
250
Page 34
MP3-WEERGAVE
Let op:
U dient bij het benoemen van de
directory's en titels geen trema's en symbolen te gebruiken.
Wanneer u waarde hecht aan een cor­recte volgorde van uw bestanden, moet u schrijfsoftware gebruiken die de be­standen op alfanumerieke volgorde rangschikt. Wanneer uw software niet over deze functie beschikt, kunt u de bestanden ook handmatig sorteren. Daarvoor moet u voor elke bestands­naam een nummer zetten, bv. 001, 002, enz. Daarbij moeten ook de voorafgaan­de nullen worden ingevoerd.
MP3-titels kunnen extra informatie be­vatten, zoals uitvoerende, titel en album (ID3-tags). Dit apparaat kan ID3-tags van versie 1 op het display weergeven.
Voor het gebruik van MP3-bestanden met dit apparaat moeten de MP3-be­standen de extensie .MP3 hebben.
Let op:
Om ongestoorde weergave te garande­ren:
Probeer niet om andere bestanden
dan MP3-bestanden te voorzien van de extensie .MP3 en deze ver­volgens af te spelen!
Gebruik geen gemengde cd's met
MP3-bestanden en niet-MP3-titels.
Gebruik geen mix-mode-cd's met
audiotitels en MP3-titels.
MP3-weergave starten
De MP3-weergave wordt gestart zoals de normale cd-weergave. Lees hiervoor het gedeelte "Cd-weergave starten / cd plaatsen" in het hoofdstuk "Cd-weerga­ve".
Directory kiezen
Kiezen uit directorylijst
U kunt een lijst met alle directory's van de geplaatste cd laten weergeven en de titels comfortabel hieruit kiezen. De directory's worden weergegeven met de naam die u bij het beschrijven van de cd hebt aangemaakt.
Druk tijdens de MP3-weergave op
toets NEXT 4.
De titellijst van de actuele directory wordt weergegeven.
Duw de joystick 8 naar links of
naar rechts om naar de directo­rylijst te gaan.
Duw de joystick 8 omhoog of om-
laag om door de lijst te 'bladeren'.
Wanneer u een directory uit de lijst
wilt kiezen, zet u de keuzemarke­ring op de gewenste directory en drukt u op de joystick OK 8.
De lijst met titels in de gekozen directo­ry wordt weergegeven.
Zet de keuzemarkering op de ge-
wenste titel en druk op de joystick OK 8.
Druk op toets NEXT 4 om op-
nieuw het MP3-hoofdmenu te laten weergeven.
ENGLISH
FRANÇAIS
ITALIANO
NEDERLANDS
SVENSKA
ESPAÑOL
PORTUGUÊS
DANSK
251
Page 35
MP3-WEERGAVE
Directory kiezen met de joystick
Om op- of neerwaarts naar een andere directory te gaan:
Duw de joystick 8 zo vaak om-
hoog resp. omlaag dat het nummer van de gewenste directory op de eerste positie van de bovenste re­gel van het display wordt weerge­geven.
Let op:
Alle directory's die geen MP3-be-
standen bevatten, worden automa­tisch overgeslagen. Wanneer u bv. titels uit directory D01 beluistert en met de joystick 8 de volgende di­rectory kiest, wordt directory D02, die geen MP3-titels bevat (zie af­beelding), overgeslagen en wordt D03 afgespeeld. De weergave op het display springt dan automatisch van "D02" op "D03".
Titels kiezen
Titels kiezen uit de titellijst
U kunt een lijst met alle titels van de actuele directory laten weergeven en de titels comfortabel hieruit kiezen.
Druk om de titellijst te laten weer-
geven op toets NEXT 4.
Duw de joystick 8 omhoog of om-
laag om door de titellijst te 'blade­ren'.
Wanneer u een titel uit de lijst wilt
kiezen, zet u de keuzemarkering op de gewenste titel en drukt u op de joystick OK 8.
Druk op toets NEXT 4 om op-
nieuw het MP3-hoofdmenu te laten weergeven.
Titel kiezen met de joystick
Om op- of neerwaarts naar een andere titel in de actuele directory te gaan:
Beweeg de joystick 8 naar rechts
voor de volgende resp. naar links voor de vorige titel, totdat het num­mer van de gewenste titel op het display wordt weergegeven.
Wanneer u de joystick 8 eenmaal naar links duwt, wordt de actuele titel op­nieuw gestart.
Snelle zoekdoorloop (hoorbaar)
Voor een snelle zoekdoorloop achter­waarts resp. voorwaarts:
Houd de joystick 8 naar links
resp. naar rechts ingedrukt totdat de snelle zoekdoorloop achter­waarts resp. voorwaarts begint.
Titels kort weergeven (SCAN)
U kunt alle titels van de cd kort laten weergeven.
Houd de joystick OK 8 langer dan
twee seconden ingedrukt.
De volgende titels van de cd worden in oplopende volgorde kort weergegeven.
Let op:
De duur van het fragment kan wor-
den ingesteld. Lees voor het instel­len van de duur van het fragment het gedeelte "Duur van het frag­ment instellen" in het hoofdstuk "Radioweergave".
252
Page 36
MP3-WEERGAVE
SCAN beëindigen, titel verder beluisteren
Om het scannen te beëindigen:
Druk op de joystick OK 8.
De actueel weergegeven titel wordt ver­der weergegeven.
Willekeurige weergave van de titels (MIX)
Om de titels van de actuele directory in willekeurige volgorde te laten weerge­ven:
Druk op de softkey 5 met de dis-
playaanduiding "MIX".
Op het display wordt "MIX DIR" weer­gegeven.
Om de titels van alle directory's van de geplaatste MP3-cd in willekeurige volg­orde te laten weergeven:
Druk opnieuw op de softkey 5
met de displayaanduiding "MIX".
Op het display verschijnt "MIX CD".
MIX beëindigen
Om MIX te beëindigen:
Druk zo vaak op de softkey 5 met
de displayaanduiding "MIX" dat "MIX OFF" wordt weergegeven op het display .
Losse titels of hele directory's herhaald afspelen (REPEAT)
Druk op de softkey 5 met de dis-
playaanduiding "REPEAT".
Op het display verschijnt kort "REPEA T TRACK".
Om de hele directory herhaald te laten afspelen:
Druk opnieuw op de softkey 5
met de displayaanduiding "REPEAT".
Op het display verschijnt kort "REPEA T DIR".
REPEAT beëindigen
Om het herhalen van de actuele titel resp. de actuele directory te beëindigen:
Druk zo vaak op de softkey 5 met
de displayaanduiding "REPEAT" dat "REPEAT OFF" kort op het dis­play wordt weergegeven.
Displayweergave instellen
U hebt verschillende mogelijkheden om de naam van de uitvoerende, de titel en het album (ID3-tag) resp. de direc­tory en het bestand te laten weergeven.
De informatie in de ID-tag (album, uit­voerende en titel) kan alleen worden weergegeven wanneer deze bij het in­stellen van de cd resp. het aanmaken van het MP3-bestand is opgeslagen.
Tijdens de weergave wordt op de bo­venste regel van het display steeds de titelnaam weergegeven. Daarbij wordt de titelnaam na het wisselen van titel eenmaal als lichtkrant weergegeven en vervolgens evt. afgekort tot 16 tekens en weergegeven.
253
ENGLISH
FRANÇAIS
ITALIANO
NEDERLANDS
SVENSKA
ESPAÑOL
PORTUGUÊS
DANSK
Page 37
MP3-WEERGAVE
Let op:
Wanneer de titelnaam van de ID3-tag niet beschikbaar is, wordt de naam van het bestand weergegeven.
Voor de onderste regel van het display (inforegel) kunt u kiezen tussen de weergave van verschillende gegevens.
Informatie op de inforegel kiezen
Op de onderste regel van het display (inforegel) kunt u kiezen tussen de weergave van verschillende MP3-gege­vens, zoals titel, uitvoerende, album of directorynummer (DIR) resp. bestands­naam.
Druk zo vaak op de softkey 5 met
de displayaanduiding "INFO" dat de gewenste informatie op de on­derste regel van het display wordt weergegeven.
Let op:
Wanneer de informatie over uitvoeren­de, titel en album niet beschikbaar is, kan deze ook niet worden gekozen.
Alle informatie van een bestand eenmaal laten weergeven
Om alle informatie van een titel plus de naam van de directory en het bestand eenmaal als lichtkrant te laten weerge­ven:
Druk op de softkey 5 met de dis-
playaanduiding "SHOW ALL".
De informatie wordt voor zover beschik­baar eenmaal als lichtkrant weergege­ven. Tijdens de weergave knippert "SHOW ALL" op het display.
Lichtkrant instellen
U kunt kiezen of de weergave die u onder "Informatie op de inforegel kie­zen" hebt ingesteld, als lichtkrant ("SCROLL ON") of slechts eenmaal ("SCROLL OFF") op het display moet worden weergegeven.
Druk zo vaak op de softkey 5 met
de displayaanduiding "SCROLL" dat de gewenste instelling wordt weergegeven.
254
Page 38
WEERGAVE VAN CD-WISSELAAR
Weergave van cd-wisselaar (optie)
Welke cd-wisselaars met dit apparaat kunnen worden bediend, kunt u lezen in het hoofdstuk "Accessoires" van deze gebruiksaanwijzing of navragen bij uw Blaupunkt-vakhandel.
Let op:
Informatie over de behandeling en het plaatsen van cd's en over de bediening van de cd-wisselaar vindt u in de ge­bruiksaanwijzing van de cd-wisselaar.
Informatie over de behandeling van de Compact Drive MP3 en het opnemen van muziekstukken op de MicroDrive™ (harde schijf) vindt u in de gebruiksaan­wijzing van de Compact Drive MP3.
Weergave van cd-wisselaar starten
Druk zo vaak op toets SOURCE
< dat het cd-wisselaarmenu wordt weergegeven.
De weergave wordt voortgezet op de plaats waar deze werd onderbroken. Wanneer het magazijn uit de cd-wisse­laar is gehaald en weer geplaatst is, wordt het cd-magazijn eerst gescand. De weergave begint met de eerste titel van de eerste cd die de cd-wisselaar herkent.
Cd kiezen
Om op- of neerwaarts naar een andere cd te gaan:
Druk op de softkey 5 met de dis-
playaanduiding van de gewenste CD (CD1-CD10). Wissel hiervoor
evt. met de softkey 5 met de dis­playaanduiding "NEXT" resp. "PREVIOUS" tussen de pagina's van het hoofdmenu van de cd-wis­selaar.
of
Duw de joystick 8 zo vaak om-
hoog resp. omlaag dat het nummer van de gewenste cd op het display wordt weergegeven.
Titels kiezen
Om op- of neerwaarts naar een andere titel van de actuele cd te gaan:
Duw de joystick 8 zo vaak naar
links resp. naar rechts dat het num­mer van de gewenste cd op het display wordt weergegeven.
Wanneer u de joystick 8 eenmaal naar links duwt, wordt de actuele titel op­nieuw gestart.
Snelle zoekdoorloop (hoorbaar)
Voor een snelle zoekdoorloop achter­waarts resp. voorwaarts:
Houd de joystick 8 naar links
resp. naar rechts ingedrukt totdat de snelle zoekdoorloop achter­waarts resp. voorwaarts begint.
Titels kort weergeven (SCAN)
U kunt alle titels van de cd kort laten weergeven.
Houd de joystick OK 8 langer dan
twee seconden ingedrukt.
De volgende titels van de cd worden in oplopende volgorde kort weergegeven.
ENGLISH
FRANÇAIS
ITALIANO
NEDERLANDS
SVENSKA
ESPAÑOL
PORTUGUÊS
DANSK
255
Page 39
WEERGAVE VAN CD-WISSELAAR
Let op:
De duur van het fragment kan wor-
den ingesteld. Lees voor het instel­len van de duur van het fragment het gedeelte "Duur van het frag­ment instellen" in het hoofdstuk "Radioweergave".
SCAN beëindigen, titel verder beluisteren
Om het scannen te beëindigen:
Druk op de joystick OK 8.
De actueel weergegeven titel wordt ver­der weergegeven.
Losse titel of hele cd's herhaald afspelen (REPEAT)
Om de actuele titel herhaald te laten afspelen:
Druk op toets NEXT 4.
Het functiemenu van de cd-wisselaar wordt weergegeven.
Druk op de softkey 5 met de dis-
playaanduiding "REPEAT".
Op het display verschijnt kort "REPEA T TRACK".
Om de hele cd herhaald te laten afspe­len:
Druk terwijl het cd-functiemenu
wordt weergegeven opnieuw op de softkey 5 met de displayaandui­ding "REPEA T".
Op het display verschijnt kort "REPEA T CD".
REPEAT beëindigen
Om het herhalen van de actuele titel resp. de actuele cd te beëindigen:
Druk terwijl het cd-functiemenu
wordt weergegeven zo vaak op de softkey 5 met de displayaandui­ding "REPEA T" dat "REPEAT OFF" kort op het display wordt weerge­geven.
Titels in willekeurige volgorde weergeven (MIX)
Om de titels van de actuele cd in wille­keurige volgorde te laten weergeven:
Druk op toets NEXT 4.
Het functiemenu van de cd-wisselaar wordt weergegeven.
Druk op de softkey 5 met de dis-
playaanduiding "MIX". Op het display verschijnt "MIX CD". Om alle titels alle geplaatste cd's in wil-
lekeurige volgorde te laten weergeven:
Druk opnieuw op de softkey 5
met de displayaanduiding "MIX". Op het display verschijnt kort "MIX ALL".
MIX beëindigen
Om MIX te beëindigen:
Druk zo vaak op de softkey 5 met
de displayaanduiding "MIX" dat
"MIX OFF" kort op het display
wordt weergegeven.
256
Page 40
WEERGAVE VAN CD-WISSELAAR
Cd's een naam geven
Om uw cd's beter te kunnen herkennen biedt de autoradio de mogelijkheid om 99 cd's individueel een naam te geven (niet met Compact Drive MP3). De na­men mogen maximaal zeven tekens lang zijn.
Wanneer u probeert om meer dan 99 namen te geven, geeft het display "FULL" aan.
Cd-naam invoeren / wijzigen
Beluister de cd die u een naam wilt
geven.
Druk op toets NEXT 4.
Het functiemenu van de cd-wisselaar wordt weergegeven.
Druk op de softkey 5 met de dis-
playaanduiding "CD NAME".
Op de bovenste regel van het display wordt de actuele naam van de cd weer­gegeven. Wanneer u de cd nog geen naam hebt gegeven, worden zeven underscores "_" weergegeven.
Druk op de softkey 5 met de dis-
playaanduiding "EDIT".
U bevindt zich in de edit-modus. De eerste invoerpositie knippert.
Beweeg de joystick 8 omhoog of
omlaag en kies zo uw tekens. Wanneer een positie vrij moet blij­ven, kiest u een underscore.
Beweeg de joystick 8 naar links
of naar rechts en verander zo de invoerpositie.
Om de naam op te slaan drukt u op
de joystick OK 8.
Wissen van een cd-naam
Beluister de cd waarvan u de naam
wilt wissen.
Druk op toets NEXT 4.
Het functiemenu van de cd-wisselaar wordt weergegeven.
Druk op de softkey 5 met de dis-
playaanduiding "CD NAME".
Houd de softkey 5 met de
displayaanduiding "CLEAR CD"
langer dan twee seconden inge-
drukt. De cd-naam wordt gewist.
Wissen van alle cd-namen
➮ Beluister een cd. ➮ Druk op toets NEXT 4.
Het functiemenu van de cd-wisselaar wordt weergegeven.
Druk op de softkey 5 met de dis-
playaanduiding "CD NAME".
Houd de softkey 5 met de
displayaanduiding "CLEAR ALL"
langer dan twee seconden inge-
drukt. De cd-namen worden gewist.
Let op:
Deze functie is niet beschikbaar voor de Compact Drive MP3. Wanneer u deze functie gebruikt met de Compact Drive MP3, wordt op het display 45 se­conden "CDC CLEAR" weergegeven. Het apparaat kan in deze tijd niet wor­den bediend.
ENGLISH
FRANÇAIS
ITALIANO
NEDERLANDS
SVENSKA
ESPAÑOL
PORTUGUÊS
DANSK
257
Page 41
CLOCK - KLOKTIJD
CLOCK - Kloktijd
Kloktijd instellen
De kloktijd kan automatisch worden in­gesteld via het RDS-signaal. Wanneer er geen zender te ontvangen is die deze functie ondersteunt, kunt u de kloktijd ook met de hand instellen.
Kloktijd automatisch laten instellen
Om de kloktijd automatisch te laten in­stellen:
Druk op toets MENU 9.Druk op de softkey 5 met de dis-
playaanduiding "CLOCK".
Druk zo vaak op de softkey 5 met
de displayaanduiding "AU­TOSYNC" dat "AUTOSYNC ON" op het display wordt weergegeven.
"AUTOSYNC ON" betekent dat de klok­tijd automatisch d.m.v. het RDS-signaal wordt ingesteld.
Kloktijd met de hand instellen
Om de kloktijd in te stellen drukt u
op toets MENU 9.
Druk op de softkey 5 met de dis-
playaanduiding "CLOCK".
Druk op de softkey 5 met de dis-
playaanduiding "TIME".
Op de bovenste regel van het display worden de uren en de minuten weer­gegeven. De uren knipperen.
Stel de uren in door de joystick 8
omhoog en omlaag te bewegen.
Om de minuten in te stellen:
Duw de joystick 8 naar rechts.
De minuten knipperen.
Stel de minuten in door de joystick
8 omhoog en omlaag te bewe-
gen.
Druk om het menu te verlaten op
de joystick OK 8 of op toets
MENU 9.
De instellingen worden opgeslagen.
Datum instellen
Om de datum in te stellen:
Druk op toets MENU 9.Druk op de softkey 5 met de dis-
playaanduiding "CLOCK".
Druk op de softkey 5 met de dis-
playaanduiding "DA TE". IOp de bovenste regel van het display
worden het jaar (YY), de maand (MM), en de dag (DD) weergegeven.
De invoerpositie voor het jaar knippert.
Stel het jaar in (bv. "04" voor 2004)
door de joystick 8 omhoog of om-
laag te bewegen.
Duw de joystick 8 naar rechts om
de invoerpositie naar de maand te
verzetten.
Stel de maand in door de joystick
8 omhoog of omlaag te bewegen.
Duw de joystick 8 naar rechts om
de invoerpositie naar de dag te ver-
zetten.
258
Page 42
CLOCK - KLOKTIJD DSA MAX-EQUALIZER
Stel de maand in door de joystick
8 omhoog of omlaag te bewegen.
Druk om het menu te verlaten op
de joystick OK 8 of op toets MENU 9.
De instellingen worden opgeslagen.
Kloktijd permanent op het display laten weergeven
Terwijl de radio is uitgeschakeld maar het contactslot is ingeschakeld, kunt u de kloktijd laten weergeven op het dis­play van het apparaat.
Druk op toets MENU 9.Druk op de softkey 5 met de dis-
playaanduiding "CLOCK".
Druk op de softkey 5 met de dis-
playaanduiding "OFFCLOCK".
"SHOW CLOCK" betekent dat de klok­tijd wordt weergegeven, "HIDE CLOCK" betekent geen weergave van de klok­tijd.
DSA Max - Digital Sound Adjustment
Dit apparaat is uitgerust met een inrich­ting voor digitale klankafregeling (DSA Max - Digital Sound Adjustment).
Hiermee hebt u drie zelfafregelende ge­bruikersequalizers (EQ1, EQ2 en EQ3) tot uw beschikking. Elke gebruikerse­qualizer bestaat uit een grafische 27­bands equalizer.
Voor elke gebruikersequalizer zijn tel­kens vier kanalen beschikbaar (voor rechts/ links en achter rechts/ links). De equalizers EQ1 - EQ3 kunnen met be­hulp van de meegeleverde afregelmi­crofoon automatisch worden afgere­geld. De automatisch bepaalde waar­den kunnen ook handmatig worden gewijzigd.
Om de klank verder te optimaliseren kunt bovendien beschikken over dyna­mische rijgeluidenmaskering (DNC), bestaande instellingen voor verschillen­de muziekstijlen (Preset EQ), podium­effecten en klankeffecten.
ENGLISH
FRANÇAIS
ITALIANO
NEDERLANDS
SVENSKA
259
ESPAÑOL
PORTUGUÊS
DANSK
Page 43
DSA MAX-EQUALIZER
DSA in- en uitschakelen
DSA uitschakelen
Om de gehele equalizer in en uit te schakelen:
Houd toets AUDIO : langer dan
twee seconden ingedrukt.
Op het display wordt het DSA-menu weergegeven.
Druk op de softkey 5 met de dis-
playaanduiding "OFF".
"DSA OFF" wordt weergegeven op het display.
Let op:
U kunt elke module van de equali-
zer (gebruikers-EQ, bestaande klankinstelling, DNC, podiumeffect en klankeffect) in het desbetreffen­de menu afzonderlijk in- en uit­schakelen.
DSA inschakelen
Om de equalizer weer in te schakelen:
Houd toets AUDIO : langer dan
twee seconden ingedrukt.
Op het display wordt het DSA-menu weergegeven.
Druk op de softkey 5 met de dis-
playaanduiding "USER EQ".
Kies een equalizerinstelling.
Equalizer automatisch afregelen
U kunt voor drie verschillende situaties een elektronische afregeling uitvoeren en opslaan, bv .:
EQ 1 voor bestuurder alleen EQ 2 voor bestuurder en passagier EQ 3 inzittenden voor en achter
Tijdens het afregelen houdt u de micro­foon op de desbetreffende positie.
De positie voor de afregelmicrofoon voor situatie 1 (voorbeeld: bestuurder alleen) is direct ter hoogte van het hoofd van de bestuurder, ca. 10 cm van het rechteroor.
Voor situatie 2 moet de afregelmicro­foon tussen bestuurder en passagier worden gepositioneerd.
Voor situatie 3 dient u de afregelmicro­foon op hoofdhoogte in het midden van het auto-interieur (links/rechts, voor/ achter) te positioneren.
Voor het afregelen moet een werkelijk rustige omgeving beschikbaar zijn. Bij­geluiden verstoren de meting. Ramen, portieren en schuifdak moeten tijdens het afregelen gesloten zijn. U moet hier­bij op de bestuurdersstoel zitten.
Let op:
De weg van het geluid vanaf de
luidsprekers mag niet worden ge-
hinderd. Alle luidsprekers moeten
aangesloten zijn. De afregelmicro-
foon moet op het apparaat zijn
aangesloten en de equalizer moet
worden afgeregeld vóór de DNC-
afstelling.
260
Page 44
DSA MAX-EQUALIZER
Om een equalizer af te regelen:
Houd toets AUDIO : langer dan
twee seconden ingedrukt.
Druk op de softkey 5 met de dis-
playaanduiding "USER EQ".
Druk op de softkey 5 met de dis-
playaanduiding "EQ-1", "EQ-2" of "EQ-3" van de equalizer die u wilt afregelen.
Druk op de softkey 5 met de dis-
playaanduiding "ADJUST".
Druk op de softkey 5 met de dis-
playaanduiding "AUTO ADJ".
Op het display loopt een countdown. In deze tijd hebt u de gelegenheid om de afregelmicrofoon te positioneren. Na afloop van de countdown begint het af­regelen.
Ga op deze manier te werk met
alle equalizers.
Wanneer het afregelen voltooid is, wordt opnieuw het menu van de gekozen equalizer weergegeven.
Auto-akoestiek met/zonder equalizer bekijken
U kunt de bepaalde waarden voor de auto-akoestiek bekijken. Bij het bekijken van de instellingen kunt u kiezen tus­sen het beeld van de equalizer zonder ontstoring ("PRE EQ") of met ontstoring ("POST EQ").
Houd toets AUDIO : langer dan
twee seconden ingedrukt.
Druk op de softkey 5 met de dis-
playaanduiding "USER EQ".
Druk op de softkey 5 met de dis-
playaanduiding van de equalizer
die u wilt bekijken.
Druk op de softkey 5 met de dis-
playaanduiding "ADJUST".
Druk op de softkey 5 met de dis-
playaanduiding "MANUAL". U kunt de instellingen van de equalizer
voor de voorste en de achterste luid­sprekers apart bekijken.
Let op:
Wanneer u de grafische equalizer
al met de hand hebt veranderd of
wanneer u nog geen afregeling
hebt uitgevoerd, kunnen de hieron-
der beschreven softkeys niet wor-
den gekozen. Wanneer u het beeld van de equalizer
zonder ontstoring wilt kiezen:
Druk op de softkey 5 met de dis-
playaanduiding "VIEW PRE" aan
de linkerkant van het display voor
vóór, resp. aan de rechterkant voor
achter.
ENGLISH
FRANÇAIS
ITALIANO
NEDERLANDS
SVENSKA
ESPAÑOL
PORTUGUÊS
DANSK
261
Page 45
DSA MAX-EQUALIZER
De instelling van de equalizer wordt weergegeven.
Wanneer u het beeld van de equalizer met ontstoring wilt kiezen:
Druk op de softkey 5 met de dis-
playaanduiding "VIEWPOST" aan de linkerkant van het display voor vóór, resp. aan de rechterkant voor achter.
De instelling van de equalizer wordt weergegeven.
Om het beeld te verlaten:
Druk op de joystick OK 8 of op
toets AUDIO :.
Grafische equalizer handmatig veranderen
U kunt de automatisch bepaalde waar­den van de grafische equalizer ook handmatig veranderen.
Houd toets AUDIO : langer dan
twee seconden ingedrukt.
Druk op de softkey 5 met de dis-
playaanduiding "USER EQ".
Druk op de softkey 5 met de dis-
playaanduiding van de equalizer die u wilt bekijken.
Druk op de softkey 5 met de dis-
playaanduiding "ADJUST".
Druk op de softkey 5 met de dis-
playaanduiding "MANUAL".
U kunt de instellingen van de equalizer voor de voorste en de achterste luid­sprekers apart bekijken.
Druk op de softkey 5 met de dis-
playaanduiding "FRONT EQ" voor
de voorste, resp. "REAR EQ" voor
de achterste luidsprekers. De instellingen van de grafische equa-
lizer worden weergegeven. Om de frequentie te kiezen:
Duw de joystick 8 naar links of
naar rechts totdat de gewenste fre-
quentie wordt weergegeven.
Stel het niveau voor de frequentie
in door de joystick 8 omhoog of
omlaag te bewegen. Terwijl u de equalizer instelt, wordt de
waarden grafisch op het display weer­gegeven.
Voer alle instellingen voor beide
kanalen uit zoals hierboven be-
schreven.
Druk om het menu te verlaten op
de joystick OK 8 of op toets AU-
DIO :.
De instellingen worden opgeslagen.
262
Page 46
DSA MAX-EQUALIZER
Equalizer kiezen
Na het afregelen resp. het handmatig instellen:
Houd toets AUDIO : langer dan
twee seconden ingedrukt.
Druk op de softkey 5 met de dis-
playaanduiding "USER EQ".
Druk op de softkey 5 met de dis-
playaanduiding van de equalizer die u wilt gebruiken.
Druk op de joystick OK 8 of toets
AUDIO : om het menu te verla-
ten.
De instellingen worden opgeslagen.
Equalizer terugzetten op 0
U kunt alle automatisch berekende waarden van de gewenste equalizer terugzetten op 0.
Houd toets AUDIO : langer dan
twee seconden ingedrukt.
Druk op de softkey 5 met de dis-
playaanduiding "USER EQ".
Druk op de softkey 5 met de dis-
playaanduiding van de equalizer die u op 0 wilt terugzetten.
Druk op de softkey 5 met de dis-
playaanduiding "ADJUST".
Houd de softkey 5 met de dis-
playaanduiding "CLEAR" langer dan twee seconden ingedrukt.
De automatisch berekende waarden van de equalizer worden teruggezet op 0.
Druk op de joystick OK 8 of toets
AUDIO : om het menu te verla-
ten.
De instellingen worden opgeslagen.
Bestaande klankinstellingen (preset) kiezen
U kunt voor verschillende muziekgen­res bestaande klankinstellingen kiezen. Voor een optimale klank worden de bestaande instellingen "toegevoegd" aan de instellingen van de actieve equa­lizer, d.w .z. de gebruikers-EQ's worden door de bestaande instellingen geopti­maliseerd voor de verschillende muziek­stijlen.
Er zijn bestaande instellingen voor de volgende muziekstijlen:
VOCAL
DISCO
ROCK
JAZZ
CLASSIC
Instellingen voor deze muziekstijlen zijn reeds vooraf geprogrammeerd.
Houd toets AUDIO : langer dan
twee seconden ingedrukt.
Druk op de softkey 5 met de dis-
playaanduiding "PRESET".
Druk op de softkey 5 met de dis-
playaanduiding van de bestaande
klankinstelling die u wilt gebruiken.
Druk op de joystick OK 8 of toets
AUDIO : om het menu te verla-
ten. De instellingen worden opgeslagen.
ENGLISH
FRANÇAIS
ITALIANO
NEDERLANDS
SVENSKA
ESPAÑOL
PORTUGUÊS
DANSK
263
Page 47
DSA MAX-EQUALIZER
Podiumeffect instellen
U kunt een podiumeffect inschakelen dat de muziek voor de bestuurder resp. de passagier 'verplaatst'. Zo ontstaat de indruk dat u zich direct voor een podium bevindt. Om dit effect te verfijnen kunt u de afstand tot uw luidspreker instel­len.
Podiumeffect kiezen:
Houd toets AUDIO : langer dan
twee seconden ingedrukt.
Druk op de softkey 5 met de dis-
playaanduiding "ST AGING".
Druk op de softkey 5 met de dis-
playaanduiding "LEFT" voor een podiumeffect voor de bestuurder.
Druk op de softkey 5 met de dis-
playaanduiding "RIGHT" voor een podiumeffect voor de passagier.
Druk op de softkey 5 met de dis-
playaanduiding "FRONT" voor een podiumeffect voor bestuurder en passagier.
Druk om het menu te verlaten op
de joystick OK 8 of op toets AU­DIO :.
De instellingen worden opgeslagen.
Afstand van de luidsprekers instellen
Om het podiumeffect verder te optima­liseren kunt u de afstand van de afzon­derlijke, in de auto gemonteerde luid­sprekers tot de linkervoorstoel instellen. U kunt de afstand tot de voorste luid­sprekers instellen van 0 - 200 cm en tot de achterste luidsprekers van 0 ­400 cm.
Kies het podiumef fect zoals hierbo-
ven beschreven.
➮ Druk op toets NEXT 4. ➮ Kies de softkey 5 met de dis-
playaanduiding van de luidspreker
waarvan u de afstand wilt kiezen.
"RR" is rechtsachter, "LR" is links-
achter, "RF" is rechtsvoor en "LF"
is linksvoor.
Draai de volumeregelaar 2 of be-
weeg de joystick 8 om de afstand
in te stellen.
Ga zo te werk voor alle luidspre-
kers en druk op de joystick OK 8
of op toets AUDIO : om het
menu te verlaten. De instellingen worden opgeslagen.
264
Page 48
DNCDSA MAX-EQUALIZER
Klankeffect kiezen
U kunt voor uw muziek kiezen tussen verschillende klankeffecten:
KERK (CATHEDRAL)
THEATER
CONCERTZAAL (CONCER T)
CLUB
STADION (STADIUM)
Deze klankeffecten zijn reeds vooraf geprogrammeerd.
Houd toets AUDIO : langer dan
twee seconden ingedrukt.
Druk op de softkey 5 met de dis-
playaanduiding "EFFECTS".
Druk op de softkey 5 met de dis-
playaanduiding van het klankeffect dat u wilt gebruiken.
Wanneer u geen klankeffect wilt gebrui­ken:
Druk op de softkey 5 met de dis-
playaanduiding "OFF".
Druk om het menu te verlaten op
de joystick OK 8 of op toets AU­DIO :.
De instellingen worden opgeslagen.
DNC - Dynamic Noise Covering
Dynamic Noise Covering - Dynamische maskering van de rijgeluiden
Met DNC wordt een bij stilstand als aan­genaam ervaren volume tijdens het rij­den versterkt. De mate van versterking verschilt voor de diverse frequentiege­bieden, afhankelijk van de geluidsont­wikkeling in de auto.
Zo blijven volume en klankbeeld ook bij wisselende geluidsontwikkeling aange­naam hoorbaar. Met kort durende ge­luiden, zoals ze bv . ontstaan bij het over­steken van spoorrails, wordt geen re­kening gehouden.
Afregelen van DNC
Voor een op de auto afgestemde weer­gave is het nodig dat DNC met de meet­microfoon wordt afgeregeld. U dient de DNC-afregeling uit te voeren na de DSA-afregeling. Vóór het afregelen dient u de afregelmicrofoon met het meegeleverde klittenband permanent in de buurt van de console te monteren, doch niet in de voetenruimte, op dreu­nende plaatsen of op de ventilatie / ver­warming.
De opening van de afregelmicrofoon moet in de richting van de passagiers­stoel wijzen. Het afregelen moet plaats­vinden op een rustige plaats, met uit­geschakelde motor. Houd de portieren, de ramen en het schuifdak gesloten en ga tijdens het afregelen op de bestuur­dersstoel zitten.
ENGLISH
FRANÇAIS
ITALIANO
NEDERLANDS
SVENSKA
ESPAÑOL
PORTUGUÊS
DANSK
265
Page 49
DNC
Afregelen van DNC starten
Houd toets AUDIO : langer dan
twee seconden ingedrukt.
Druk op de softkey 5 met de dis-
playaanduiding "DNC".
Druk op de softkey 5 met de dis-
playaanduiding "ADJUST".
Op het display loopt een countdown. Na afloop van de countdown begint het af­regelen.
Druk om het menu te verlaten op
de joystick OK 8 of op toets AU­DIO :.
DNC uitschakelen
Om DNC uit te schakelen:
Houd toets AUDIO : langer dan
twee seconden ingedrukt.
Druk op de softkey 5 met de dis-
playaanduiding "DNC".
Druk op de softkey 5 met de dis-
playaanduiding "OFF".
"DNC OFF" wordt weergegeven op het display.
Om DNC weer in te schakelen:
Kies een DNC-versterking (DNC1 -
DNC5).
Druk om het menu te verlaten op
de joystick OK 8 of op toets AU­DIO :.
De instellingen worden opgeslagen.
DNC-versterking kiezen
U kunt de DNC-versterking, d.w.z. de gevoeligheid van de versterking van het volume en het klankbeeld, in vijf stap­pen instellen.
De instelling "DNC 1" is geschikt voor auto's met een luide motor en muziek met veel bassen. De instelling "DNC 5" is voor auto's met een stille motor en klassieke muziek. Bepaal door uitpro­beren de voor u meest aangename in­stelling.
Om een DNC-versterking te kiezen:
Houd toets AUDIO : langer dan
twee seconden ingedrukt.
Druk op de softkey 5 met de dis-
playaanduiding "DNC".
Druk op de softkey 5 met de dis-
playaanduiding "LEVEL".
Stel de versterking in met de joy-
stick 8.
Druk om het menu te verlaten op
de joystick OK 8 of op toets AU-
DIO :.
De instellingen worden opgeslagen.
266
Page 50
SUBWOOFER EN CENTERSPEAKER
Subwoofer en centerspeaker
U kunt op dit apparaat een subwoofer en een middenluidspreker (center­speaker) aansluiten.
Om de klank bij het gebruik van een subwoofer en middenluidspreker verder te optimaliseren kunt u voor de sub­woofer een laagdoorlaatfilter en voor de luidsprekers vóór en achter elk één hoogdoorlaatfilter instellen.
Subwoofer-versterking instellen
U kunt voor de aangesloten subwoofer een permanente versterking resp. dem­ping van -6 tot +6 instellen en zodoen­de de basweergave door de subwoofer accentueren resp. verzachten. De te kiezen instelling hangt af van de inbouw­positie en de plaats van inbouw van de subwoofer in uw auto. Zoek evt. de voor u meest aangename instelling door uit­proberen.
Druk op toets AUDIO :.
"AUDIO MENU" verschijnt op het dis­play.
Druk op de softkey 5 met de dis-
playaanduiding "SUBOUT".
Druk op de softkey 5 met de dis-
playaanduiding "GAIN".
Beweeg de joystick 8 omhoog
resp. naar rechts om het niveau te verhogen of omlaag resp. naar links om het niveau te verlagen.
Wanneer het instellen voltooid is:
Druk op de joystick OK 8 of op
toets AUDIO :.
Subwoofer-fasepositie instellen
U kunt de fasepositie van de subwoo­feruitgang op uw subwoofer aanpassen en in stappen van 45° instellen tussen
-135° en 180°.
Druk op toets AUDIO :.
"AUDIO MENU" verschijnt op het dis­play.
Druk op de softkey 5 met de dis-
playaanduiding "SUBOUT".
Druk op de softkey 5 met de dis-
playaanduiding "PHASE".
Beweeg de joystick 8 om te kie-
zen tussen de mogelijke instellin-
gen. Wanneer het instellen voltooid is:
Druk op de joystick OK 8 of op
toets AUDIO :.
Laagdoorlaatfilter instellen
Met het laagdoorlaatfilter kunt u een fre­quentie definiëren tot waar de sub­woofer moet werken. Alle signalen bo­ven de ingestelde frequentie worden "afgesneden" en niet doorgegeven naar de subwoofer.
U kunt kiezen tussen de frequenties 40 Hz, 50 Hz, 63 Hz en 100 Hz. Wan­neer uw subwoofer over een ingebouwd laagdoorlaatfilter beschikt, kunt u ook de instelling "FLAT" kiezen en zodoen­de alle frequenties doorgeven aan de subwoofer.
Stem deze instelling af op het frequen­tiebereik van uw subwoofer. Lees hier­voor ook de documentatie van de sub­woofer.
ENGLISH
FRANÇAIS
ITALIANO
NEDERLANDS
SVENSKA
ESPAÑOL
PORTUGUÊS
DANSK
267
Page 51
SUBWOOFER EN CENTERSPEAKER
Druk op toets AUDIO :.
"AUDIO MENU" verschijnt op het dis­play.
Druk op de softkey 5 met de dis-
playaanduiding "SUBOUT".
Druk op de softkey 5 met de dis-
playaanduiding "LOWP ASS".
Beweeg de joystick 8 om te kie-
zen tussen de mogelijke instellin­gen.
Wanneer het instellen voltooid is:
Druk op de joystick OK 8 of op
toets AUDIO :.
Subsonic-filter instellen
Om storingen door extreem lage fre­quenties te voorkomen kunt u het sub­sonic-filter gebruiken en het frequentie­bereik van het apparaat naar beneden te beperken. Dit is vooral zinnig bij klei­ne subwoofers. Met de instelling van het subsonic-filter worden alle frequenties onder de ingestelde frequentie onder­drukt. Bij de instelling van het subso­nic-filters dient u zich te oriënteren naar de luidsprekers in uw auto.
Beschikbaar zijn de frequenties 20 Hz, 25 Hz, 32 Hz en 40 Hz. Bovendien kunt u voor de gekozen frequentie de kwali­teitsfactor "Q" in vijf stappen instellen: Q1 = 0.5, Q2 = 0.7, Q3 = 0.9, Q4 =1.1 en Q5 =1.3.
Wanneer u de instelling "FLAT" kiest, wordt het frequentiebereik van het ap­paraat niet beïnvloed.
Druk op toets AUDIO :.
"AUDIO MENU" verschijnt op het dis­play.
Druk op de softkey 5 met de dis-
playaanduiding "SUBOUT".
Druk op de softkey 5 met de dis-
playaanduiding "SUBSONIC".
Beweeg de joystick 8 naar links
of rechts om te kiezen tussen de
mogelijke frequenties.
Beweeg de joystick 8 omhoog of
omlaag om de gewenste kwaliteits-
factor voor de ingestelde frequentie
te kiezen. Wanneer het instellen voltooid is:
Druk op de joystick OK 8 of op
toets AUDIO :.
Middenluidspreker "centerspeaker" instellen
U kunt de frequentie kiezen waarvanaf een aangesloten centerspeaker moet worden aangestuurd.
Beschikbaar zijn de frequenties 200 Hz, 400 Hz, 800 Hz, 1600 Hz en 3200 Hz. Wanneer u de instelling "FLAT" kiest, worden alle frequenties, ook de bassen, via de centerspeaker weergegeven. Deze instelling kunt u alleen kiezen wanneer uw centerspeaker over een eigen hoogdoorlaatfilter beschikt.
Naast de frequentie kunt u ook het ni­veau voor de centerspeaker instellen.
Druk op toets AUDIO :.
"AUDIO MENU" verschijnt op het dis­play.
268
Page 52
SUBWOOFER EN CENTERSPEAKER
Druk op toets NEXT 4.
"AUDIO MENU 2" verschijnt op het dis­play.
Druk op de softkey 5 met de dis-
playaanduiding "CENTRE".
Beweeg de joystick 8 naar links
of rechts om de frequentie voor de centerspeaker in te stellen.
Beweeg de joystick 8 omhoog of
omlaag om het niveau voor de cen­terspeaker in te stellen.
Wanneer het instellen voltooid is:
Druk op de joystick OK 8 of op
toets AUDIO :.
Hoogdoorlaatfilter voor/achter instellen
U kunt voor het voorste en achterste kanaal apart een hoogdoorlaatfilter in­stellen dat alle frequenties onder de in­gestelde frequentie wegfiltert, zodat de weggefilterde frequenties alleen door een aangesloten subwoofer worden weergegeven.
Wanneer u de instelling "FLAT" kiest, worden er geen frequenties weggefil­terd en worden alle signalen aan de luid­sprekers doorgegeven. Met de instel­ling "AUTO" wordt de het filter automa­tisch aangepast aan de waarde die u voor het laagdoorlaatfilter hebt inge­steld.
Druk op toets AUDIO :.
"AUDIO MENU" verschijnt op het dis­play.
Druk op toets NEXT 4.
"AUDIO MENU 2" verschijnt op het dis­play.
Druk op de softkey 5 met de dis-
playaanduiding "HIPASS F" voor
de instelling van het hoogdoorlaat-
filter vóór.
of
Druk op de softkey 5 met de dis-
playaanduiding "HIPASS R" voor
de instelling van het hoogdoorlaat-
filter achter.
Beweeg de joystick 8 naar links
of rechts om de frequentie voor het
hoogdoorlaatfilter in te stellen. Wanneer het instellen voltooid is:
Druk op de joystick OK 8 of op
toets AUDIO :.
ENGLISH
FRANÇAIS
ITALIANO
NEDERLANDS
SVENSKA
ESPAÑOL
PORTUGUÊS
269
DANSK
Page 53
TMC
VOORVERSTERKER/SUB-OUT
TMC voor dynamische navigatiesystemen
TMC betekent "Traffic Message Chan­nel". Via TMC wordt verkeersinforma­tie digitaal verzonden, zodat deze door hiervoor geschikte navigatiesystemen worden gebruikt voor de routeplanning. Uw autoradio beschikt over een TMC­uitgang, waarop Blaupunkt-navigatie­systemen kunnen worden aangesloten. Uw Blaupunkt-vakhandel kan u informe­ren over welke navigatiesystemen er op uw autoradio kunnen worden aangeslo­ten.
Voorversterker / sub-out
U kunt op de desbetreffende aanslui­tingen van de autoradio externe verster­kers aansluiten. Bovendien kunt u op het geïntegreerde laagdoorlaatfilter van het apparaat een subwoofer aansluiten. Hiervoor moeten de versterker en de subwoofer op de in de inbouwhandlei­ding beschreven manier worden aan­gesloten. Wij adviseren het gebruik van afgestemde producten uit de Blaupunkt­of Velocity-productlijn.
Interne versterker in- en uitschakelen
Wanneer u een externe versterker ge­bruikt, kunt u de interne versterker van het apparaat uitschakelen (instelling "IN­TERNAL AMP OFF").
Let op:
Controleer deze instelling wanneer
de luidsprekers geen geluid geven.
Druk op toets MENU 9.Druk op de softkey 5 met de dis-
playaanduiding "V ARIOUS".
Druk zo vaak op de softkey 5 met
de displayaanduiding "AMP ON"
dat de gewenste instelling "INTER-
NAL AMP ON" resp. "INTERNAL
AMP OFF" wordt weergegeven.
Wanneer de interne versterker is
ingeschakeld, heeft de softkey
"AMP ON" een donkere achter-
grond.
Druk om het menu te verlaten op
de joystick OK 8 of op toets
MENU 9.
De instellingen worden opgeslagen.
270
Page 54
EXTERNE AUDIOBRONNEN
Externe audiobronnen
U kunt maximaal twee externe audio­bronnen aansluiten op het apparaat. Zulke bronnen kunnen bv. een draag­bare cd-speler, MiniDisc-speler of MP3­speler zijn.
De eerste externe audiobron kunt u aansluiten in plaats van een cd-wissel­aar (AUX1).
De tweede externe audiobron (AUX2) kunt u aansluiten in aanvulling op de cd-wisselaar of AUX1.
In plaats van AUX2 kunt u een naviga­tiesysteem aansluiten. Lees hiervoor het gedeelte "Navigatie-audio" in het hoofdstuk "Volume instellen".
Om de AUX-ingangen te kunnen gebrui­ken, moet u in het Setup-menu moet de AUX-ingangen inschakelen.
Voor het aansluiten van een externe audiobron hebt u een adapterkabel no­dig. Deze kabel is verkrijgbaar bij uw Blaupunkt-dealer.
AUX-ingang in- en uitschakelen
Druk op toets MENU 9.Druk op de softkey 5 met de dis-
playaanduiding "AUX".
Het AUX-menu wordt weergegeven.
Druk op de softkey 5 met de dis-
playaanduiding "AUX1" wanneer u geen cd-wisselaar hebt aangeslo­ten en een externe audiobron wilt aansluiten. Telkens wanneer u op de softkey "AUX1" drukt, kunt u wisselen tussen de instellingen "AUXILIARY 1 ON" en "AUXILIA­RY 1 OFF".
Druk op de softkey 5 met de dis-
playaanduiding "NAV/AUX2" wan-
neer u geen navigatiesysteem hebt
aangesloten en een externe audio-
bron wilt aansluiten. Telkens wan-
neer u op de softkey "NA V/AUX2"
drukt, kunt u wisselen tussen de
instellingen "AUXILIARY 2 ON" en
"NAVIGATION ON".
Let op:
Wanneer er een cd-wisselaar is
aangesloten, kan de ingang AUX1
niet worden veranderd.
Druk om het menu te verlaten op
de joystick OK 8 of op toets
MENU 9.
De instellingen worden opgeslagen.
Let op:
Wanneer de AUX-ingangen inge-
schakeld zijn, kunnen deze met
toets SOURCE < worden geko-
zen.
AUX-ingang een naam geven
U kunt de AUX-ingangen een naam geven om deze bij het kiezen van de geluidsbron met toets SOURCE < beter te kunnen indelen (u kunt bv. de naam van het aangesloten apparaat gebruiken).
Druk op toets MENU 9.Druk op de softkey 5 met de dis-
playaanduiding "AUX". Het AUX-menu wordt weergegeven.
Druk op de softkey 5 met de dis-
playaanduiding "EDIT" onder
"AUX1" resp. "NA V/AUX2".
ENGLISH
FRANÇAIS
ITALIANO
NEDERLANDS
SVENSKA
ESPAÑOL
PORTUGUÊS
DANSK
271
Page 55
EXTERNE AUDIOBRONNEN
BERICHT BIJ
INSCHAKELEN
De standaardtekst voor de gekozen in­gang wordt weergegeven op het display . De invoermarkering staat ah begin van de regel en knippert.
Om een naam in te voeren:
Duw de joystick 8 naar links of
naar rechts om de invoermarkering te verplaatsen.
Stel de gewenste letter in door de
joystick 8 omhoog of omlaag te duwen.
Druk wanneer u de naam hebt in-
gevoerd op de joystick OK 8 of op toets MENU 9 om het menu te verlaten.
De instellingen worden opgeslagen.
Bericht bij inschakelen invoeren
Wanneer u het apparaat inschakelt, wordt een bericht als lichtkrant op het display weergegeven. In de fabriek is vooraf de tekst "BLAUPUNKT-THE ADVANTAGE IN YOUR CAR" inge­steld. U kunt hiervoor in de plaats een eigen tekst invoeren van maximaal 35 tekens lang.
Druk op toets MENU 9.Druk op de softkey 5 met de dis-
playaanduiding "V ARIOUS".
Druk op de softkey 5 met de dis-
playaanduiding "ON MSG". De standaardtekst voor het bericht bij
inschakelen wordt weergegeven. De invoermarkering staat aan het begin van de regel en knippert.
Om een andere tekst in te voeren:
Duw de joystick 8 naar links of
naar rechts om de invoermarkering
te verplaatsen.
Stel de gewenste letter in door de
joystick 8 omhoog of omlaag te
duwen.
Druk wanneer u de naam hebt in-
gevoerd op de joystick OK 8 of
op toets MENU 9 om het menu te
verlaten. De instellingen worden opgeslagen.
272
Page 56
SERIENUMMER
TERUGZETTEN
Serienummer laten weergeven
U kunt het serienummer van het appa­raat op het display laten weergeven.
Druk op toets MENU 9.Druk op de softkey 5 met de dis-
playaanduiding "V ARIOUS".
Druk op de softkey 5 met de dis-
playaanduiding "SER NUM".
Het serienummer van het apparaat wordt weergegeven op de bovenste regel van het display .
Druk om het menu te verlaten op
de joystick OK 8 of op toets MENU 9.
Apparaat terugzetten op de beginwaarden
U kunt het apparaat terugzetten op de vooraf door de fabriek ingestelde para­meters. Alle persoonlijke instellingen gaan daarbij verloren.
Druk op toets MENU 9.Druk op de softkey 5 met de dis-
playaanduiding "V ARIOUS".
Houd de softkey 5 met de
displayaanduiding "NORMSET"
langer dan twee seconden inge-
drukt. Het apparaat schakelt zichzelf uit en
vervolgens automatisch weer in.
ENGLISH
FRANÇAIS
ITALIANO
NEDERLANDS
SVENSKA
273
ESPAÑOL
PORTUGUÊS
DANSK
Page 57
TECHNISCHE GEGEVENS
Technische gegevens
Versterker
Uitgangsvermogen: 4 x 18 W sinus bij
14,4 V en 1% vervorming aan 4 4 x 26 W sinus volgens DIN 45324 bij 14,4 V aan 4 4 x 50 W max. power
Tuner
Golfgebieden: FM : 87,5 – 108 MHz MW : 531 – 1 602 kHz LW : 153 – 279 kHz SW : 5,85 – 6,30 MHz
(49 m-band)
FM-frequentiebereik:
20 - 16.000 Hz
Cd
Frequentiebereik: 15 - 20.000 Hz
Pre-amp out
Vier kanalen: 4 V / < 1 k
AUX-ingang
Ingangsgevoeligheid:
1,2 V / 10 k
274
Wijzigingen voorbehouden!
Page 58
Service-Nummern / Service numbers / Numéros du service après­vente / Numeri del servizio di assistenza / Servicenummers / Telefonnummer för service / Números de servicio / Número de serviço / Servicenumre
Country: Phone: Fax: WWW:
Germany (D) 0180-5000225 05121-49 4002 http://www.blaupunkt.com Austria (A) 01-610 390 01-610 393 91
Belgium (B) 02-525 5444 02-525 5263 Denmark (DK) 44 898 360 44-898 644 Finland (FIN) 09-435 991 09-435 99236 France (F) 01-4010 7007 01-4010 7320 Great Britain (GB) 01-89583 8880 01-89583 8394 Greece (GR) 0030-210 94 27 337 0030-210 94 12 711 Ireland (IRL) 01-4149400 01-4598830 Italy (I) 02-369 62331 02-369 62464 Luxembourg (L) 40 4078 40 2085 Netherlands (NL) 023-565 6348 023-565 6331 Norway (N) 66-817 000 66-817 157 Portugal (P) 01-2185 00144 01-2185 11111 Spain (E) 902-120234 916-467952 Sweden (S) 08-7501500 08-7501810 Switzerland (CH) 01-8471644 01-8471650
Czech. Rep. (CZ) 02-6130 0441 02-6130 0514 Hungary (H) 01-333 9575 01-324 8756 Poland (PL) 0800-118922 022-8771260
Turkey (TR) 0212-3350677 0212-3460040 USA (USA) 800-2662528 708-6817188 Brasil
(Mercosur) (BR) +55-19 3745 2769 +55-19 3745 2773 Malaysia
(Asia Pacific) (MAL) +604-6382 474 +604-6413 640
Blaupunkt GmbH
12/03 TRO CM/PSS 8 622 403 905
Loading...