Blaupunkt BREMEN CD72 User Manual [nl]

Page 1
Radio / CD
Radio / CD
Bremen CD72 7 641 806 310
Gebruiksaanwijzing
http://www.blaupunkt.com
http://www.blaupunkt.com
Page 2
Hier openslaan a.u.b.
2
Page 3
3
2
1
12
11
4
10
6
5
ENGLISH
FRANÇAIS
ITALIANO
9
8
7
NEDERLANDS
SVENSKA
ESPAÑOL
13
PORTUGUÊS
DANSK
3
Page 4
BEDIENINGSELEMENTEN
1 Toets, voor in-/uitschakelen van
het toestel, volumeregelaar
2
3 NEXT-toets,
4 Softkeys,
5 DSA-toets,
6
7 Joystick 8 MENU-toets,
-toets, voor het ontgrendelen van het afneembare bedieningsfront (release-panel)
voor weergave van de overige pagina’s van een menu, wisselen van opslagniveau in de radio-mode
de functie van de sofkeys is af­hankelijk van de display-inhoud
voor het oproepen van het equa­lizer-menu
-toets, voor het openen van het klapba­re/afneembare bedieningsfront (flip-release-panel)
Oproepen van het menu voor de basisinstellingen.
9 AUDIO-toets,
Bassen, treble, balance, fader en X-BASS instellen (kort in­drukken), mute-schakeling van het toestel (langer indrukken)
: Display ; SOURCE-toets,
voor het starten van de CD- of CD-wisselaar-weergave resp. Compact Drive MP3 (alleen, in­dien aangesloten)
of
weergave van een andere audiobron (alleen, indien aange­sloten en geactiveerd)
< TUNER-toets,
voor het starten van de radio­mode, oproepen van het radio-functie­menu (alleen in de radio-mode mogelijk)
= KeyCard-schacht voor opname
van de KeyCard.
186
Page 5
INHOUDSOPGAVE
Aanwijzingen en
accessoires .......................... 189
Verkeersveiligheid ........................ 189
Veiligheidsaanwijzing ................... 189
Inbouw ........................................ 189
Accessoires ................................ 190
Anti-diefstal voorziening ...... 191
Afneembaar Bedieningsfront ....... 191
Afnemen van het bedieningsfront . 191
Veiligheidsaanwijzing ................... 191
Bedieningsfront aanbrengen ........ 191
KeyCard...................................... 192
Tweede KeyCard "inteachen" ...... 193
KeyCard verloren of beschadigd . 193
Onderhoud van de KeyCard ........ 194
In-/Uitschakelen .................. 194
In-/Uitschakelen met de toets 1 194 In-/Uitschakelen via de voertuig-
ontsteking ................................... 194
Volume instellen .................. 195
Inschakelvolume begrenzen ......... 195
Mute-schakeling (mute) ............... 195
Telefoon-audio ............................. 195
Navigatie-audio ............................ 196
Sound
(bass, treble en X-BASS) ..... 197
Bassen instellen .......................... 197
Treble instellen ............................ 197
X-BASS ...................................... 198
Volumeregeling .................... 198
Volumeregeling rechts/
links (balance) instellen ................ 198
Volumeregeling vóór/
achter (fader) instellen ................. 198
Subwoofer en
centerspeaker ...................... 199
Subwoofer-frequentie kiezen........ 199
Subwoofer-fase-instelling............. 199
Centerspeaker instellen ............... 200
Display instellen ................... 200
Afleeshoek instellen ..................... 200
Displayhelderheid instellen........... 200
Toetskleur instellen ...................... 201
Hoofddisplay instellen .................. 201
Radio-mode ......................... 202
Tuner instellen ............................. 202
Aantal antennes instellen ............. 202
Radio-mode inschakelen.............. 203
RDS-comfortfunctie (AF, REG) .... 203
Radiomode statisch/
dynamisch kiezen (alleen FM) ...... 203
Golflengtegebied/Opslagniveau
kiezen.......................................... 205
Zenders instellen ......................... 205
Gevoeligheid van de zender-
zoekrun instellen .......................... 206
Zenders vastleggen (alleen in
statische radio-mode) .................. 206
Zenders automatisch vastleggen (travelstore - alleen in statische
radio-mode) ................................. 206
Vastgelegde zenders oproepen .... 207
Programma-type (PTY) ................ 207
Radio-ontvangst optimaliseren ..... 208
Weergave van radiotekst kiezen... 208
Stereo/ Mono instellen................. 209
ENGLISH
FRANÇAIS
ITALIANO
NEDERLANDS
SVENSKA
ESPAÑOL
PORTUGUÊS
187
DANSK
Page 6
INHOUDSOPGAVE
TIM ­Traffic Information Memory.. 209
TIM in- en uitschakelen ................ 210
Opgeslagen verkeersberichten
afluisteren ................................... 210
Opnemen van verkeersberichten . 211
Timer instellen ............................. 211
Timer kiezen ................................ 212
Verkeersberichten................ 213
Voorrang voor verkeersberichten
in-/uitschakelen ........................... 213
Volume voor verkeersinformatie
instellen ....................................... 213
CD-mode .............................. 214
CD-mode starten, CD plaatsen.... 214
CD verwijderen ........................... 214
Titels kiezen................................. 214
Snelle zoekrun (hoorbaar)............ 215
Random-play van de titels (MIX)... 215
Titel herhalen (REPEAT) .............. 215
CD-tekst tonen ............................ 215
Loopschrift instellen .................... 215
Verkeersmelding in de CD-mode . 216
CD-wisselaar-mode (optie).. 216
CD-wisselaar-mode starten .......... 216
CD kiezen ................................... 217
Titels kiezen................................. 217
Snelle zoekrun (hoorbaar)............ 217
Afzonderlijke titels of hele CD’s
herhaald afspelen (REPEAT) ........ 217
Titel in willekeurige volgorde
afspelen (MIX) ............................. 217
CD’s benoemen .......................... 218
Clock - Tijd ........................... 219
Tijd instellen ................................ 219
DSA -
Digital Sound Adjustment .... 220
DSA in-/uitschakelen ................... 221
Equalizers automatisch inregelen . 221 Voertuigakoestiek met/zonder
equalizer bekijken ........................ 222
Grafische equalizer handmatig
wijzigen ....................................... 222
Equalizer kiezen........................... 223
Equalizer terugzetten ................... 223
Sound-voorinstelling (Preset)
kiezen.......................................... 223
Live effect instellen ...................... 224
Soundeffect kiezen ...................... 224
DNC -
Dynamic Noise Covering...... 225
Inregelen van DNC ...................... 225
DNC uitschakelen ....................... 225
DNC-versterking kiezen ............... 226
TMC voor dynamische
navigatiesystemen ............... 226
Versterker/Sub-Out ............. 227
Interne versterker
in/ uitschakelen ........................... 227
Externe audiobronnen ......... 228
AUX-ingang in-/uitschakelen ........ 228
Reset .................................... 229
Technische gegevens .......... 229
Versterker .................................... 229
Tuner ........................................... 229
CD .............................................. 229
Pre-amp Out ............................... 229
Ingangsgevoeligheid .................... 229
188
Page 7
AANWIJZINGEN EN ACCESSOIRES
Aanwijzingen en accessoires
Hartelijk dank, dat u voor een Blaupunkt product heeft gekozen. Wij wensen u veel plezier met uw nieuwe toestel.
Leest u voorafgaand aan gebruik deze gebruikshandleiding eerst aan­dachtig door.
De redacteuren van Blaupunkt zijn con­tinu bezig, de gebruikshandleidingen zo overzichtelijk en begrijpelijk mogelijk te maken. Mocht u desondanks vragen over de bediening hebben, gelieve u contact op te nemen met uw dealer of de telefonische hotline in uw eigen land. Het telefoonnummer vindt u op de ach­terzijde van deze brochure.
Voor al onze binnen de Europese Unie gekochte producten geven wij een fabrieksgarantie. De garantievoorwaar­den kunt u opvragen onder www.blaupunkt.com oproepen of recht­streeks aanvragen bij:
Blaupunkt GmbH Hotline Robert Bosch Str. 200
D-31 139 Hildesheim
Verkeersveiligheid
De verkeersveiligheid heeft ab­solute prioriteit. Bedien uw autoradio alleen, wanneer de verkeerssituatie dat toelaat. Maak uzelf voorafgaand aan het rijden met het toestel ver­trouwd. Akoestische waarschuwingssignalen van de politie, brandweer en red­dingsdiensten moeten tijdig in het voertuig kunnen worden waargeno­men. Beluister programma’s daarom tijdens het rijden bij een gepast vo­lume.
Veiligheidsaanwijzing
De autoradio en het bedienings­front van het toestel (flip-release-pa­nel) worden warm tijdens gebruik. Pak het flip-release-panel bij het ver­wijderen alleen bij de niet-metallieke oppervlakken beet. Laat de autora­dio, wanneer u deze wilt uitbouwen, eerst afkoelen.
Inbouw
Wanneer u uw autoradio zelf wil inbou­wen, dient u de inbouw- en aansluitin­structies aan het eind van de handlei­ding te lezen.
ENGLISH
FRANÇAIS
ITALIANO
NEDERLANDS
SVENSKA
ESPAÑOL
189
PORTUGUÊS
DANSK
Page 8
AANWIJZINGEN EN ACCESSOIRES
Accessoires
Gebruik alleen door Blaupunkt goedge­keurde accessoires.
Afstandsbediening
Met de afstandsbediening RC 10 of RC 10H (als speciale accessoire verkrijg­baar) kunt u de meeste basisfuncties van uw autoradio veilig en comfortabel bedienen.
In- en uitschakelen met de afstandsbe­diening is niet mogelijk.
Tweede antenne
U kunt op dit apparaat twee antennes aansluiten. Met een tweede antenne (bv. een raamantenne) kunt u de ont­vangsteigenschappen van het apparaat wezenlijk verbeteren.
Een maximale ontvangst biedt het T win­Ceiver-concept alleen met twee aange­sloten antennes. Tevens dient u het aantal antennes correct in het menu in te stellen. Lees daartoe de rubriek "Aan­tal antennes instellen" in het hoofdstuk "Radio-mode".
Aanwijzing:
Om een onberispelijke werking van de tuner te waarborgen, moet de hoofdan­tenne zowel bij één-antennebedrijf als bij gebruik van twee antennes altijd op de onderste antennebus worden aan­gesloten.
Amplifier
Alle Blaupunkt-amplifiers kunnen ge­bruikt worden.
CD-wisselaar (changer)
Voor de toestellen zijn de volgende CD­wisselaars in de accessoirehandel ver­krijgbaar: CDC A 02, CDC A 08, CDC A 072 en IDC A 09. Via een adapterkabel (Blaupunkt-nr: 7 607 889 093) kan ook de CD-wisse­laar CDC A 071 worden aangesloten.
Compact Drive MP3
Om MP3-muziek te kunnen beluisteren, kunt u in plaats van een CD-wisselaar de Compact Drive MP3 aansluiten. Bij de Compact Drive MP3 worden de MP3-muziektitels eerst met een com­puter op de Microdrive™-harddisk van de Compact Drive MP3 opgeslagen en deze kunnen, wanneer de Compact Drive MP3 op de autoradio is aangesloten, als normale CD-muziek­titels worden afgespeeld. De Compact Drive MP3 wordt op dezelfde wijze als een CD-wisselaar bedient; de meeste CD-wisselaar-functies zijn ook op de Compact Drive MP3 beschikbaar.
190
Page 9
ANTI-DIEFSTAL VOORZIENING
Anti-diefstal voorziening
Afneembaar Bedieningsfront
Uw toestel is ter beveiliging tegen dief­stal met een afneembaar bedienings­front (flip-release-panel) uitgerust. Zon­der dit bedieningsfront is het toestel voor een dief waardeloos.
Beveilig uw toestel tegen diefstal en neem het bedieningsfront bij het verla­ten van uw auto altijd mee. Laat het bedieningsfront niet in de auto, ook niet op een verborgen plaats, achter.
Het bedieningsfront is optimaal hanteer­baar geconstrueerd.
Aanwijzingen:
Laat het bedieningsfront niet val-
len.
Het bedieningsfront niet aan de fel-
le zon of andere warmtebronnen blootstellen.
Bewaar het bedieningsfront in het
bijgeleverde etui.
Vermijd rechtstreekse aanraking
van de bedieningsfront-contacten door de huid. Reinig de contacten indien nodig met een met alcohol geïmpregneerde, pluisvrije doek.
Afnemen van het bedieningsfront
Druk op de toets 2.
Het bedieningsfront wordt ontgrendeld.
Trek het bedieningsfront eerst
recht naar voren en dan naar links uit het toestel.
Na verwijdering van het bedie-
ningsfront uit het toestel schakelt het toestel uit.
Alle actuele instellingen worden op-
geslagen.
Een geplaatste CD blijft in het toe-
stel.
Veiligheidsaanwijzing
Gevaar voor letsel! Verwijder het release-panel niet bij omlaaggeklapt bedieningsfront. Er bestaat gevaar voor letsel door de uitstekende me­taaldelen van de release-panel-hou­der.
Bedieningsfront aanbrengen
Schuif het bedieningsfront van links
naar rechts in de geleiding van het toestel.
Druk de linker zijde van het bedie-
ningsfront in het toestel, tot dit vast­klikt.
ENGLISH
FRANÇAIS
ITALIANO
NEDERLANDS
SVENSKA
ESPAÑOL
2
PORTUGUÊS
DANSK
191
Page 10
ANTI-DIEFSTAL VOORZIENING
Aanwijzing:
Druk bij het aanbrengen van het
bedieningsfront niet op het display .
Wanneer het toestel bij verwijderen van het bedieningsfront ingeschakeld was, schakelt het na terugplaatsing automa­tisch met de laatste instelling (radio, CD, CD-wisselaar resp. Compact Drive MP3 of AUX) weer in.
KeyCard
Behalve via een afneembaar bedie­ningsfront is uw autoradio met een Key­Card beveiligd. De KeyCard is nodig om het toestel in bedrijf te stellen, wanneer het van de voertuigvoeding afgekoppeld is geweest (b.v. na in-/uitbouw van het toestel, na losmaken van de accu tij­dens een reparatie van het voertuig).
Na inbedrijfstelling van het toestel dient u de KeyCard te verwijderen. Zonder de KeyCard is de autoradio voor een dief waardeloos.
Aanwijzingen:
Bewaar de KeyCard op een veilige
plaats, maar nooit in de auto!
Wanneer u een lange rit gaat ma-
ken dient u de KeyCard mee te ne­men, opdat u uw autoradio na een eventuele uitschakeling van de au­tovoeding weer in bedrijf kunt stel­len. De KeyCard is zodanig gecon­strueerd, dat deze probleemloos hanteerbaar en transporteerbaar is.
192
KeyCard plaatsen
Om de KeyCard in het toestel te plaat­sen,
neemt u het afneembare bedie-
ningsfront, zoals onder "Afnemen van het bedieningsfront" beschre­ven, van het toestel.
Achter het bedieningsfront bevindt zich de schacht voor de KeyCard =.
Schuif de KeyCard met de contac-
ten omlaag en de afgeschuinde zij­de naar rechts voorzichtig in de schacht, tot deze voelbaar vast­klikt.
Breng het bedieningsfront, zoals
onder "Bedieningsfront aanbren­gen" beschreven, weer aan.
In het display verschijnt even de mel­ding "KEYCARD OK".
KeyCard verwijderen
Om de KeyCard uit het toestel te ver­wijderen,
neemt u het afneembare bedie-
ningsfront, zoals onder "Afnemen van het bedieningsfront" beschre­ven, van het toestel.
Achter het bedieningsfront bevindt zich de schacht voor de KeyCard =.
Druk op de KeyCard, tot deze voel-
baar losklikt.
De KeyCard schuift naar buiten.
Trek de KeyCard voorzichtig uit de
schacht naar buiten.
Breng het bedieningsfront, zoals
onder "Bedieningsfront aanbren­gen" beschreven, weer aan.
Page 11
ANTI-DIEFSTAL VOORZIENING
Aanwijzing:
Bewaar de KeyCard nooit in de
auto!
Tweede KeyCard "inteachen"
Een tweede KeyCard kan als extra Key­Card worden "ingeteacht" . U heeft zo de mogelijkheid, een "tweede sleutel" te maken. KeyCards zijn verkrijgbaar bij uw Blaupunkt-dealer.
Wanneer u een tweede KeyCard wilt "inteachen", dient u eerst de instructies in de rubriek "Inteachen van een nieu­we KeyCard/Mastercode invoeren" te lezen.
Aanwijzing:
Er kunnen voor elk toestel maxi-
maal twee KeyCards gebruikt wor­den.
Wanneer u reeds twee KeyCards voor het toestel bezit en een derde KeyCard "inteacht", kan het toestel niet meer met de tweede KeyCard gebruikt worden.
KeyCard verloren of beschadigd
Wanneer alle bij het toestel horende KeyCards beschadigd of verloren zijn geraakt, kunnen u weer max. twee nieu­we KeyCards "inteachen".
Nieuwe KeyCards zijn verkrijgbaar bij uw Blaupunkt-dealer.
Om de nieuwe KeyCards te kunnen gebruiken, heeft u de mastercode van het toestel nodig, die u in de autoradio­pas van het toestel vindt. Lees voor het inteachen van een nieuwe KeyCard de rubriek "Inteachen van een nieuwe Key­Card".
Bewaar de autoradio-pas en de KeyCard op een veilige plaats, maar nooit in de auto!
Inteachen van een nieuwe KeyCard/ Mastercode invoeren
Wanneer u geen geldige Keycard voor uw toestel meer heeft of een tweede KeyCard wilt inteachen:
Plaats de nieuwe, aan het toestel
niet bekende KeyCard.
Sluit het bedieningsfront.Schakel evt. het toestel uit.Houdt de toets TUNER < en de
bovenste, linker softkey 4 gelijktij­dig ingedrukt.
Schakel het toestel met de toets
1 in.
In het display wordt "0000" aangege­ven.
Voer de viercijferige mastercode uit de autoradio-pas als volgt in:
Voer de cijfers van de mastercode
met de joystick 7 in. Duw daartoe de joystick zo vaak omhoog resp. omlaag, tot het gewenste cijfer in het display wordt getoond.
Wijzig de invoerplaats, door de joy-
stick 7 naar links resp. naar rechts te duwen.
Duw, wanneer de mastercode cor-
rect wordt aangegeven, de joystick OK 7 in.
De nieuwe KeyCard is geaccepteerd, wanneer het toestel op weergave scha­kelt en in het display even "KEYCARD OK" wordt getoond.
ENGLISH
FRANÇAIS
ITALIANO
NEDERLANDS
SVENSKA
ESPAÑOL
PORTUGUÊS
DANSK
193
Page 12
ANTI-DIEFSTAL VOORZIENING
IN-/UITSCHAKELEN
Aanwijzing:
Wanneer u de mastercode drie
keer foutief heeft ingevoerd, dient u een wachttijd van een uur in te las­sen. Gedurende deze tijd staat "WAIT 1H" in het display aangege­ven en kan het toestel niet bediend worden. Schakel het toestel in deze tijd niet uit en voer na afloop van de tijd de correcte mastercode in.
Onderhoud van de KeyCard
Een onberispelijke werking van de Key­Card is gewaarborgd, wanneer de con­tacten vrij van ongerechtigheden zijn. Vermijd rechtstreekse aanraking van de contacten door de huid.
Reinig de contacten van de KeyCard indien nodig met een met alcohol geïm­pregneerde pluisvrije doek.
In-/Uitschakelen
U heeft verschillende mogelijkheden, om het toestel in- resp. uit te schake­len.
In-/Uitschakelen met de toets
1
Om in te schakelen, drukt u op de
toets 1, tot de vergrendeling voel­baar losklikt en de toets naar bui­ten schuift.
Het toestel schakelt in.
Om uit te schakelen, drukt op de
toets 1, tot deze voelbaar vast­klikt.
Het toestel schakelt uit.
In-/Uitschakelen via de voertuigontsteking
Wanneer het toestel correct met de voertuigontsteking is verbonden en het toestel niet met de toets 1 uitgescha­keld werd, wordt het via de ontsteking in- resp. uitgeschakeld.
U kunt het toestel ook bij uitgeschakel­de ontsteking inschakelen.
Druk daartoe op de toets 1, tot de
toets voelbaar losklikt en naar bui­ten schuift.
Aanwijzing:
Ter beveiliging van de voertuigbat-
terij wordt het toestel bij uitgescha­kelde ontsteking automatisch na een uur uitgeschakeld.
194
Page 13
VOLUME INSTELLEN
Volume instellen
Het volume is in stappen van 0 (uit) tot 50 (maximaal) instelbaar.
Om het volume te verhogen,
draait u de volumeregelaar 1
naar rechts.
Om het volume te verlagen,
draai de volumeregelaar 1 naar
links.
Inschakelvolume begrenzen
Het toestel speelt na het uit- en opnieuw inschakelen met het laatst beluisterde volume. U kunt het maximale volume, waarmee het toestel bij inschakeling dient te spelen, instellen.
Wanneer u voor het uitschakelen een hoger dan het ingestelde volume heeft gekozen, wordt na het inschakelen de door u gekozen maximumwaarde ge­kozen.
Druk op de toets MENU 8.Druk op de softkey 4 met display-
feature "VOL".
Druk op de softkey 4 met display-
feature "ON".
Stel het gewenste volume met de
volumeregelaar 1 een.
Druk op de Joystick OK 7, om de
instellingen vast te leggen of de toets MENU 8, om het menu zon­der vastleggen van instellingen te verlaten.
Aanwijzing:
Om uw gehoor te beschermen, is
het maximale inschakelvolume op de waarde "40" begrensd.
Mute-schakeling (mute)
U kunt het volume abrupt reduceren (mute).
Druk op de toets AUDIO 9 langer
dan twee seconden.
"MUTE" wordt in het display getoond.
Mute-schakeling (mute) opheffen
Drukt u kort de toets AUDIO 9
of
draai de volumeregelaar 1.
Telefoon-audio
Wanneer uw autoradio met een mobie­le telefoon verbonden is, wordt bij het "opnemen" van de telefoon de autora­dio mute geschakeld en het gesprek wordt via de autoradiospeaker weerge­geven. Daartoe moet de mobiele tele­foon zoals in de inbouwhandleiding be­schreven op de autoradio zijn aange­sloten.
Wanneer tijdens een telefoongesprek een verkeersmelding wordt ontvangen, kan deze niet beluisterd worden.
Wanneer tijdens een verkeersmelding een oproep wordt ontvangen, wordt de verkeersmelding onderbroken en kan de telefoon beluisterd worden.
ENGLISH
FRANÇAIS
ITALIANO
NEDERLANDS
SVENSKA
ESPAÑOL
PORTUGUÊS
195
DANSK
Page 14
VOLUME INSTELLEN
Telefoon-volume instellen
Het volume van de inkomende telefoon­gesprekken is instelbaar.
Druk op de toets MENU 8.Druk op de softkey 4 met display-
feature "VOL".
Druk op de softkey 4 met display-
feature "TEL".
Stel het gewenste volume met de
volumeregelaar 1 een.
Druk op de Joystick OK 7, om de
instellingen vast te leggen of de toets MENU 8, om het menu zon­der vastleggen van instellingen te verlaten.
Aanwijzing:
U kunt het volume ook tijdens het
telefoneren met de volumeregel­aar 1 instellen. Deze instelling geldt alleen voor het actuele ge­sprek en wordt niet opgeslagen.
Navigatie-audio
U kunt in plaats van een tweede exter­ne audiobron ("AUX2", z. "Externe au­diobronnen") een navigatiesysteem aansluiten.
Wanneer uw autoradio met een navi­gatiesysteem verbonden is, wordt een gesproken melding van het systeem over de actuele audiobron heen ge­speeld en via de autoradiospeaker weergegeven.
Daartoe dient het navigatiesysteem zoals in de inbouwhandleiding beschre­ven op de autoradio aangesloten en in het menu ingeschakeld zijn.
Informatie over welke navigatiesyste­men op uw autoradio gebruikt kunnen worden, is verkrijgbaar bij uw Blaupunkt­dealer.
Navigatie-audio activeren
U kunt op dit toestel ofwel een tweede externe audiobron of een navigatie­systeem aansluiten. Daartoe moet u in het menu instellen, welk toestel op de aansluiting staat.
Druk op de toets MENU 8.Druk op de softkey 4 met display-
feature "SETP".
Druk op de softkey 4 met display-
feature "AUX2".
Druk op de softkey 4 met display-
feature "NAVI", wanneer een navi­gatiesysteem is aangesloten.
Druk op de Joystick OK 7, om de
instellingen vast te leggen of de toets MENU 8, om het menu zon­der vastleggen van instellingen te verlaten.
Minimum navigatievolume instellen
Het volume, waarbij gesproken meldin­gen aan de navigatie worden toege­voegd, is instelbaar.
Aanwijzing:
Stel het volume op het navigatie-
systeem op maximum. Mochten er bij de weergave vervorming optre­den, regelt u het volume op het na­vigatiesysteem iets omlaag.
Druk op de toets MENU 8.Druk op de softkey 4 met display-
feature "VOL".
196
Page 15
VOLUME INSTELLEN
SOUND
Druk op de softkey 4 met display-
feature "NAVI", om het volume voor navigatiesystemen in te stellen.
Stel het gewenste volume met de
volumeregelaar 1 een.
Druk op de Joystick OK 7, om de
instellingen vast te leggen of de toets MENU 8, om het menu zon­der vastleggen van instellingen te verlaten.
Aanwijzing:
U kunt het volume ook tijdens de
gesproken melding met de volume­regelaar 1 instellen. Deze instel­ling geldt voor de actuele gespro­ken melding en wordt niet opgesla­gen.
Sound (bass, treble en X-BASS)
U kunt voor elke audiobron de instellin­gen voor bassen, treble en X-BASS af­zonderlijk uitvoeren.
Bassen instellen
Druk op de toets AUDIO 9.
"AUDIO 1" verschijnt in het display .
Druk op de softkey 4 met display-
feature "BASS".
Beweeg de joystick 7 omhoog
resp. naar rechts, om de bassen te versterken of omlaag resp. naar links, om de bassen te reduceren.
Wanneer de instelprocedure is afgeslo­ten,
drukt u op de joystick OK 7 of op
de toets AUDIO 9.
De instellingen worden opgeslagen.
Treble instellen
Druk op de toets AUDIO 9.
"AUDIO 1" verschijnt in het display .
Druk op de softkey 4 met display-
feature "TREB".
Beweeg de joystick 7 omhoog
resp. naar rechts, om de treble te verhogen of omlaag resp. naar links, om de treble te reduceren.
Wanneer de instelprocedure is afgeslo­ten,
drukt u op de joystick OK 7 of op
de toets AUDIO 9.
De instellingen worden opgeslagen.
ENGLISH
FRANÇAIS
ITALIANO
NEDERLANDS
SVENSKA
ESPAÑOL
PORTUGUÊS
DANSK
197
Page 16
SOUND VOLUMEREGELING
X-BASS
X-BASS betekent versterking van de bassen bij gering volume.
X-Bass-gebruiksfrequentie kiezen
U kunt de frequentie, waarbij de X-Bass moet starten, kiezen. Deze instelling is afhankelijk van de gebruikte speakers. Kies een zo laag mogelijke frequentie.
Druk op de toets AUDIO 9.
"AUDIO 1" verschijnt in het display .
Druk op de softkey 4 met display-
feature "X-BASS".
Beweeg de joystick 7 naar links
resp. naar rechts, om de X-BASS­gebruiksfrequentie te kiezen.
X-Bass-versterking instellen
Kies de X-Bass-gebruiksfrequentie
zoals hierboven beschreven.
Beweeg de joystick 7 omhoog,
om de X-BASS te versterken of omlaag, om de X-BASS te reduce­ren.
Wanneer de instelprocedure is afgeslo­ten,
drukt u op de joystick OK 7 of op
de toets AUDIO 9.
De instellingen worden opgeslagen.
Volumeregeling
De instellingen voor balance en fader worden voor alle audiobronnen uitge­voerd.
Volumeregeling rechts/ links (balance) instellen
Om de balans in te stellen,
druk op de toets AUDIO 9.
"AUDIO 1" verschijnt in het display .
Druk op de softkey 4 met display-
feature "BAL".
Beweeg de joystick 7 omhoog
resp. naar rechts of omlaag resp. naar links om de volumeverdeling rechts/links in te stellen.
Wanneer de instelprocedure is afgesloten,
drukt u op de joystick OK 7 of op
de toets AUDIO 9.
De instellingen worden opgeslagen.
Volumeregeling vóór/ achter (fader) instellen
Om de fader in te stellen,
druk op de toets AUDIO 9.
"AUDIO 1" verschijnt in het display .
Druk op de softkey 4 met display-
feature "FADE".
Beweeg de joystick 7 omhoog
resp. naar rechts of omlaag resp. links, om de volumeverdeling vóór/ achter in te stellen.
Wanneer de instelprocedure is afgesloten,
drukt u op de joystick OK 7 of op
de toets AUDIO 9.
De instellingen worden opgeslagen.
198
Page 17
SUBWOOFER EN CENTERSPEAKER
Subwoofer en centerspeaker
Subwoofer-frequentie kiezen
U kunt de frequentie, waarbij een aan­gesloten subwoofer aangestuurd moet worden, instellen. Deze instelling is af­hankelijk van de gebruikte subwoofer.
Druk op de toets AUDIO 9.
"AUDIO 1" verschijnt in het display .
Druk op de softkey 4 met display-
feature "SUB".
Stel e voor uw subwoofer juiste fre-
quentie met de joystick 7 in.
Subwoofer-versterking instellen
Kies de subwoofer-frequentie zoals
hierboven beschreven uit.
Beweeg de joystick 7 omhoog,
om het niveau (volume) voor de subwoofer te versterken of omlaag, om het niveau te reduceren.
Wanneer de instelprocedure is afgeslo­ten,
drukt u op de joystick OK 7 of op
de toets AUDIO 9.
De instellingen worden opgeslagen.
Subwoofer-fase-instelling
U kunt de fase-instelling van de sub­woofer-uitgang aan uw subwoofer aan­passen en tussen de fasen "0°" en "180°" kiezen.
Druk op de toets AUDIO 9.
"AUDIO 1" verschijnt in het display .
Druk op de toets NEXT 3.
"AUDIO 2" verschijnt in het display .
Druk op de softkey 4 met display-
feature "SUBP".
Kies met de softkey 4 met dis-
play-feature "SUBP" een instelling tussen de fasen 0 en 180 graden.
Wanneer de instelprocedure is afgeslo­ten,
drukt u op de joystick OK 7 of op
de toets AUDIO 9.
De instellingen worden opgeslagen.
ENGLISH
FRANÇAIS
ITALIANO
NEDERLANDS
SVENSKA
ESPAÑOL
199
PORTUGUÊS
DANSK
Page 18
CENTERSPEAKER
DISPLAY INSTELLENSUBWOOFER EN
Centerspeaker instellen
U kunt de frequentie, waarbij een aan­gesloten centerspeaker aangestuurd dient te worden, kiezen. Tevens kunt u het niveau voor de centerspeaker instel­len.
Centerspeaker-frequentie kiezen
Druk op de toets AUDIO 9.
"AUDIO 1" verschijnt in het display .
Druk op de toets NEXT 3.
"AUDIO 2" verschijnt in het display .
Druk op de softkey 4 met display-
feature "CENT".
Stel de voor uw centerspeaker juis-
te frequentie met de joystick 7 in.
Centerspeaker-versterking instellen
Kies de centerspeaker-frequentie
zoals hierboven beschreven uit.
Beweeg de joystick 7 omhoog,
om het niveau voor de center­speaker te versterken of omlaag, om het niveau te reduceren.
Wanneer de instelprocedure is afgeslo­ten,
druk op de joystick OK 7 of op de
toets AUDIO 9.
De instellingen worden opgeslagen.
Display instellen
U kunt het display aan de inbouwposi­tie in uw auto en aan uw behoeften aan­passen.
Afleeshoek instellen
Druk op de toets MENU 8.Druk op de softkey 4 met display-
feature "DISP".
Druk op de softkey 4 met display-
feature "ANGL".
Beweeg de joystick 7 omhoog
resp. naar rechts of omlaag resp. links, om de afleeshoek in te stel­len.
Druk op de joystick OK 7 of op de
toets MENU 8, om het menu te verlaten.
De instellingen worden opgeslagen.
Displayhelderheid instellen
Wanneer uw autoradio zoals in de in­bouwhandleiding beschreven is aange­sloten, geschiedt de omschakeling van de displayhelderheid middels het dim­licht. De displayhelderheid kan afzon­derlijk voor 's nachts en overdag in stap­pen van 1 - 6 worden ingesteld. Gead­viseerd wordt instelling "6".
Displayhelderheid overdag
Druk op de toets MENU 8.Druk op de softkey 4 met display-
feature "DISP".
Druk op de softkey 4 met display-
feature "DAY".
200
Page 19
DISPLAY INSTELLEN
Beweeg de joystick 7 omhoog
resp. naar rechts of omlaag resp. naar links, om de helderheid in te stellen.
Druk op de joystick OK 7 of op de
toets MENU 8, om het menu te verlaten.
De instellingen worden opgeslagen.
Displayhelderheid 's nachts
Druk op de toets MENU 8.Druk op de softkey 4 met display-
feature "DISP".
Druk op de softkey 4 met display-
feature "NGHT".
Beweeg de joystick 7 omhoog
resp. naar rechts of omlaag resp. links, om de helderheid in te stel­len.
Druk op de joystick OK 7 of op de
toets MENU 8, om het menu te verlaten.
De instellingen worden opgeslagen.
Toetskleur instellen
U kunt instellen, met welke kleur de toet­sen van het toestel dienen te branden.
Kies tussen "COLOR 1" of "COLOR 2".
Druk op de toets MENU 8.Druk op de softkey 4 met display-
feature "DISP".
Druk op de softkey 4 met display-
feature "KEYS" net zo vaak, tot de gewenste kleur ("COLOR 1" resp. "COLOR 2") in het display wordt getoond.
Druk op de joystick OK 7 of op de
toets MENU 8, om het menu te verlaten.
De instellingen worden opgeslagen.
Hoofddisplay instellen
U kunt kiezen, welke informatie op de tweede regel van het hoofddisplay ge­toond moet worden.
In de radio-mode wordt op de eerste regel van het hoofddisplay de zender­naam (indien beschikbaar) getoond. Voor de tweede regel kunt u tussen tijd ("CLK"), niveauweergave ("SPEC"), fre­quentie ("FREQ") of programmatype ("PTY") kiezen.
In de CD-mode wordt op de eerste re­gel de actuele titel en in de CD-wisse­laar-mode de titels en het CD-nummer getoond. Voor de tweede regel zijn weergave van de tijd, niveauweergave of afspeelduur ("ELAP") beschikbaar.
Druk op de toets MENU 8.Druk op de softkey 4 met display-
feature "DISP".
Druk op de softkey 4 met display-
feature "MAIN".
Druk op de softkey 4 met de dis-
play-feature van de gewenste weergave.
Druk op de joystick OK 7 of op de
toets MENU 8, om het menu te verlaten.
De instellingen worden opgeslagen.
ENGLISH
FRANÇAIS
ITALIANO
NEDERLANDS
SVENSKA
ESPAÑOL
PORTUGUÊS
DANSK
201
Page 20
RADIO-MODE
Radio-mode
Dit toestel is met twee RDS-radio-ont­vangers (TwinCeiver) uitgerust. Een groot aantal van de te ontvangen FM­zenders zendt een signaal uit, dat be­halve het programma ook informatie zoals de zendernaam en het program­ma-type (PTY) bevat.
De zendernaam wordt, zodra deze ont­vangen kan worden, in het display ge­toond. Het programma-type kan optio­neel getoond worden. Lees daartoe de rubriek "Programma-type (PTY)".
Tuner instellen
Om een onberispelijke werking van de radio te waarborgen, moet het toestel op de regio waarin u zicht bevindt, wor­den ingesteld. U kunt kiezen tussen Europa en Amerika (USA). Op de fa­briek is de tuner op de regio ingesteld, waarbinnen het toestel verkocht werd. Bij problemen met de radio-ontvangst dient u deze instelling te controleren.
Druk op de toets MENU 8.Druk op de softkey 4 met display-
feature "SETP".
Druk op de softkey 4 met display-
feature "AREA".
Druk op de softkey 4 met display-
feature voor de gewenste regio "EURO" of "USA".
Druk op de joystick OK 7 of op de
toets MENU 8, om het menu te verlaten.
De instellingen worden opgeslagen.
Aantal antennes instellen
Dit toestel is met twee RDS-radio-ont­vangers (TwinCeiver) uitgerust. U kunt een of twee antennes op het toestel aansluiten. Bij gebruik van twee anten­nes is in de DDA-radio-mode gerichte ontvangst van de ingestelde zender mogelijk. Gerichte ontvangst verbetert de ontvangstkwaliteit in de meeste ge­vallen aanmerkelijk.
Aanwijzing:
Om een onberispelijke werking van
de tuner te waarborgen, dient de hoofdantenne op de onderste an­tennebus te worden aangesloten.
Om het aantal antennes in te stellen,
druk op de toets MENU 8.Druk op de softkey 4 met display-
feature "SETP".
De tweede pagina van het radio-func­tiemenu wordt in het display getoond.
Druk op de softkey 4 met display-
feature "ANT".
Druk op de softkey 4 met display-
feature voor het aantal antennes "ONE" of "TWO".
Om terug te keren in het menu,
druk twee keer op de toets TUNER
< of de joystick OK 7.
De instellingen worden opgeslagen.
202
Page 21
RADIO-MODE
Radio-mode inschakelen
Wanneer het toestel in de bedrijfsstand CD, Cassette, (al naar gelang de uit­voering van de autoradio) of CD-wisse­laar resp. Compact Drive MP3 staat,
drukt u op de toets TUNER <.
Het radio-basismenu voor het kiezen van de zenders wordt getoond. De func­ties van de radio-mode worden via het radio-functiemenu geregeld. U komt in het radio-functiemenu, door in de radio­mode opnieuw de toets TUNER < in te drukken. Vanuit alle andere bedrijfs­standen komt u in het radio-functieme­nu, door eerst de toets MENU 8 en vervolgens de softkey 4 met display­feature "TUNE" in te drukken.
RDS-comfortfunctie (AF, REG)
De RDS-comfortfuncties AF (alternatie­ve frequentie) en REG (regionaal) brei­den het ontvangstspectrum van uw ra­dio nog verder uit (alleen in de FM-ra­dio-mode).
AF: Het toestel zoekt op de achter-
grond automatisch de frequentie met de beste ontvangst van de in­gestelde zender.
REG: Sommige zenders verdelen
op bepaalde tijden hun programma in regionale programma’s met ver­schillende inhoud. Met de REG­functie wordt verhinderd, dat de au­toradio naar alternatieve frequen­ties overschakelt, die een andere, regionale programmainhoud heb­ben.
Aanwijzing:
REG moet apart in het radio-func-
tiemenu geactiveerd/gedeactiveerd worden.
REG in-/uitschakelen
Om de RDS-comfortfunctie REG te ge­bruiken,
drukt u in de radio-mode op de
toets TUNER <.
Het radio-functiemenu wordt in het dis­play getoond.
Druk op de toets NEXT 3.Druk op de softkey 4 met display-
feature "REG".
"REG ON" resp. "REG OFF" wordt kort in het display getoond.
Druk op de toets TUNER < of de
joystick OK 7.
De instellingen worden opgeslagen.
Radiomode statisch/ dynamisch kiezen (alleen FM)
U kunt voor de FM-radio-mode tussen twee Modi kiezen:
Statische radio-mode ("PRE" en "DDA")
In de statische radio-mode beschikt u in de FM-mode over vier opslagniveaus (FM1, FM2, FM3 en FMT). U kunt op elk van deze opslagniveaus zes stations vastleggen. De ontvanger stelt voor ie­dere vastgelegde zender bij het oproe­pen automatisch de beste ontvangstfre­quentie in.
ENGLISH
FRANÇAIS
ITALIANO
NEDERLANDS
SVENSKA
ESPAÑOL
PORTUGUÊS
DANSK
203
Page 22
RADIO-MODE
PRE-mode (statisch)
Wanneer u slechts één antenne op
het toestel aangesloten en deze in het Setup-menu ingesteld heeft(z. "Aantal antennes instellen"), geeft het toestel met de ene tuner de in­gestelde zender weer en zoekt het met de tweede tuner steeds naar de beste frequentie van de inge­stelde zender (bij ingeschakelde RDS-functie).
Digital Directional Antenna-mode­DDA (statisch)
Wanneer u twee antennes op het
toestel aangesloten en deze in het Setup-menu ingesteld heeft (z. "Aantal antennes instellen"), wordt de ingestelde zender in de DDA­radio-mode met beide antennes ontvangen. De T win-ceiver evalu­eert daarbij permanent de signalen van beide antennes en berekent daaruit een "zuiver signaal", om ontvangststoringen te reduceren. Dit door Blaupunkt ontwikkelde procédé werkt op dezelfde wijze als een richtantenne. Met name in gebieden met ontvangststoringen door reflectie op huizen, bergen enz. wordt de ontvangstkwaliteit duidelijk verbeterd. In uitzonde­ringsgevallen, b.v. bij ontvangst van twee verschillende zenders op dezelfde frequentie, kan ontvangst­storing optreden. In een dergelijk geval dient u de dynamische radio­mode te kiezen (z. "Radiomode kiezen" in de volgende rubriek).
Dynamische radio-mode
In de dynamische radio-mode zijn vijf niveaus (DL1 - DL5) beschikbaar. Ter­wijl de ingestelde zender wordt weer­gegeven, zoekt de tweede ontvanger op de achtergrond naar ontvangbare zen­ders en toont alle ontvangbare zenders met hun afgekorte aanduiding naast de softkeys in het opslagniveau. De zen­ders worden permanent geactualiseerd, zodat u alle ontvangbare zenders op elk gewenst moment kunt beluisteren.
Radiomode kiezen
Om tussen de modi statisch en dyna­misch te kiezen,
drukt u in de radio-mode op de
toets TUNER <.
Het radio-functiemenu wordt in het dis­play getoond.
Druk op de softkey 4 met display-
feature "TUN2".
De tweede pagina van het radio-func­tiemenu wordt in het display getoond.
Druk op de softkey 4 met display-
feature "DYNL" voor de dynami­sche radio-mode.
Druk op de softkey 4 met display-
feature "DDA" resp. "PRE" voor de statische radio-mode.
Om terug te keren in het radio-basis­menu,
drukt u twee keer op de toets TU-
NER < of de joystick OK 7.
De instellingen worden opgeslagen.
204
Page 23
RADIO-MODE
Golflengtegebied/Opslagniveau kiezen
Met dit toestel kunt u programma’s van de frequentiebanden UKW (FM) alsme­de MW, LW en SW (korte golf) ontvan­gen. Voor het golflengtegebied FM zijn vier opslagniveaus en voor het golfleng­tegebieden MW, L W en SW telkens één opslagniveau beschikbaar.
In de dynamische radio-mode beschikt u over maximaal vijf niveaus.
Op elk opslagniveau kunnen zes zen­ders worden opgeslagen.
Golflengtegebied kiezen
Om een golflengtegebied FM, MW, LW of SW (korte golf) te kiezen,
drukt u in de radio-mode op de
toets TUNER <.
Het radio-functiemenu wordt in het dis­play getoond.
Druk op de softkey 4 met display-
feature "BAND".
Druk op de softkey 4 met display-
feature "FM" voor het golflengtege­bied FM.
Druk op de softkey 4 met display-
feature "MW" voor het golflengte­gebied MW.
Druk op de softkey 4 met display-
feature "LW" voor het golflengtege­bied L W.
Druk op de softkey 4 met display-
feature "SW" voor het golflengtege­bied SW.
Het radio-basismenu van het gekozen golflengtegebied wordt getoond.
FM-opslagniveau kiezen
Om tussen de FM-memory-niveaus FM1, FM2, FM3 of FMT resp. tussen DL1, DL2, DL3, DL4 of DL5 te switchen,
druk net zo vaak op de toets NEXT
3, tot het gewenste opslagniveau in het display wordt getoond.
De opslagniveaus worden in de volgor­de FM1, FM2, FM3 en FMT opgeroe­pen.
Zenders instellen
U heeft in de statische radio-mode ver­schillende mogelijkheden, om zenders in te stellen.
Automatische zenderzoekrun
Beweeg de joystick 7 omlaag of
omhoog.
De volgende ontvangbare zender wordt ingesteld.
Bladeren in zenderketens (alleen FM)
De meeste RDS-zenders stellen meer­dere programma’s beschikbaar. De in­formatie over deze zog. "zenderketens" worden met het RDS-signaal doorge­geven. U kunt in deze zenderketens "bladeren" en zo gemakkelijk en com­fortabel tussen programma’s switchen.
Beweeg de joystick 7 naar links
of rechts.
ENGLISH
FRANÇAIS
ITALIANO
NEDERLANDS
SVENSKA
ESPAÑOL
PORTUGUÊS
DANSK
205
Page 24
RADIO-MODE
Gevoeligheid van de zenderzoekrun instellen
U kunt kiezen, of alleen krachtige of ook zwakke zenders worden ingesteld.
drukt u in de radio-mode de toets
TUNER <.
Het radio-functiemenu wordt in het dis­play getoond.
Druk op de toets NEXT 3.Druk op de softkey 4 met display-
feature "SENS".
Druk op de softkey 4 met display-
feature "FM", wanneer u de FM­zoekrungevoeligheid resp. "AM", wanneer u de AM-zoekrungevoe­ligheid wilt instellen.
In het display wordt de actuele waarde voor de zoekrungevoeligheid getoond. "SENS 6" betekent de hoogste zoek­rungevoeligheid voor ontvangst van verafgelegen zenders. "SENS 1" de laagste gevoeligheid.
Beweeg de joystick 7 omhoog
resp. naar rechts of omlaag resp. links, om de zoekrungevoeligheid in te stellen.
Druk op de joystick OK 7 of op de
toets MENU 8, om het menu te verlaten.
De instellingen worden opgeslagen.
Zenders vastleggen (alleen in statische radio-mode)
Zenders handmatig vastleggen
Kies het gewenste FM-opslagni-
veau FM1, FM2, FM3, FMT of een van de golflengtegebieden MW, LW of SW.
Stel de gewenste zender zoals on-
der "Zenders instellen" beschreven in.
Houd één van de zes softkeys,
waaronder de zender opgeslagen moet worden, langer dan twee se­conden ingedrukt.
Zenders automatisch vastleggen (travelstore - alleen in statische radio-mode)
U kunt de zes krachtigste zenders uit de regio automatisch vastleggen (alleen FM). Het vastleggen geschiedt op op­slagniveau FMT.
Aanwijzing:
Eerder op dit niveau vastgelegde
zenders worden daarbij gewist.
Travelstore-functie starten
Druk in de radio-mode op de toets
TUNER <.
Het radio-functiemenu wordt in het dis­play getoond.
Druk op de softkey 4 met display-
feature "TS".
Het vastleggen begint. In het display wordt "T-STORE" getoond. Na beëin­diging van de procedure, wordt de zen-
206
Page 25
RADIO-MODE
der op de opslagpositie één van het ni­veau FMT ontvangen.
Aanwijzing:
U kunt de automatische zenderop-
slag op elk moment via indrukken van een willekeurige toets afbre­ken.
Vastgelegde zenders oproepen
Kies het opslagniveau resp. het
golflengtegebied.
Druk op de softkey 4 met display-
feature van de zendernaam resp. de frequentie van de gewenste zender.
Programma-type (PTY)
Behalve de zendernaam geven sommi­ge FM-zender ook informatie over het programma-type door. Deze informatie kan door uw autoradio ontvangen en getoond worden.
Dergelijke programma-typen kunnen b.v . zijn:
CUL TURE TRA VEL JAZZ SPORT NEWS POP ROCK CLASSICS Met de PTY -functie kunt u selectief zen-
ders met een specifiek programma-type kiezen.
Wanneer het programma-type gekozen en de zoekrun gestart is, switcht het toestel van de actuele zender naar een zender met het gekozen programma­type.
Aanwijzing:
Wordt geen zender met het geko-
zen programma-type gevonden, klinkt een beep en in het display wordt kort "NO PTY" getoond. De laatstontvangen zender wordt weer ingesteld.
PTY-EON
Wanneer de ingestelde of een andere zender uit de zenderketen het gewens­te programmatype op een later tijdstip uitzendt, switcht het toestel automatisch van de actuele zender resp. vanuit de CD-, CD-wisselaar- resp. CompactDri­ve MP3- of AUX-mode naar de zender met het gewenste programma-type.
PTY inschakelen
Om de PTY-functie te gebruiken,
drukt u in de radio-mode op de
toets TUNER <.
Het radio-functiemenu wordt in het dis­play getoond.
Druk op de softkey 4 met display-
feature "PTY".
Wanneer PTY ingeschakeld wordt, toont het display het actuele program­ma-type. PTY brandt in het display. Naast de softkeys 4 worden de pro­gramma-typen getoond.
PTY uitschakelen
Om de PTY-functie uit te schakelen,
drukt u tijdens het tonen van de
programma-typen op de softkey 4 met display-feature "OFF".
ENGLISH
FRANÇAIS
ITALIANO
NEDERLANDS
SVENSKA
ESPAÑOL
PORTUGUÊS
207
DANSK
Page 26
RADIO-MODE
Programma-type kiezen en zoekrun starten
Het PTY-menu heeft meerdere pagi­na’s, waarop de bekende programma­typen getoond worden. Om in de afzon­derlijke pagina’s van het PTY-menu te bladeren,
drukt u op de toets NEXT 3, tot
het gewenste programma-type naast een van de softkeys wordt getoond.
Drukt u op de softkey 4 met het
gewenste programma-type.
Beweegt u de joystick 7 omhoog
resp. naar rechts of omlaag resp. links, om de zoekrun te starten.
De volgende ontvangbare zender met het gekozen programma-type wordt in­gesteld.
Wordt geen zender met het gekozen programma-type gevonden, klinkt een beep en in het display wordt kort "NO PTY" getoond. De laatstontvangen zen­der wordt weer ingesteld.
Aanwijzing:
Wanneer u weer naar weergave
van de programma-typen wilt swit­chen,
beweegt u de joystick 7 kort in
een willekeurige richting.
Radio-ontvangst optimaliseren
Storingsafhankelijke verlaging van hoge tonen (HiCut)
De HiCut-functie zorgt voor een geluids­verbetering bij slechte radio-ontvangst. Wanneer ontvangstsstoringen aanwe­zig zijn, worden automatisch de treble en daarmee tevens het ruisniveau ge­reduceerd.
HiCut instellen
Druk in de radio-mode op de toets
TUNER <.
De eerste pagina van het radio-functie­menu wordt getoond.
Druk op de toets NEXT 3.Druk op de softkey 4 met display-
feature "HCUT".
Beweeg de joystick 7 omhoog
resp. naar rechts of omlaag resp. links, om HiCut in te stellen.
"HICUT 1" betekent geringe, "HICUT 2" betekent sterkste reducering van treble en storingsruis.
Druk op de joystick OK 7 of op de
toets MENU 8, om het menu te verlaten.
De instellingen worden opgeslagen.
Weergave van radiotekst kiezen
Sommige zenders verwenden het RDS­signaal ook voor transmissie van loop­teksten, zog. radioteksten. U kunt de weergave van radiotekst toelaten of blokkeren.
Druk in de radio-mode op de toets
TUNER <.
208
Page 27
RADIO-MODE
TIM
Het radio-functiemenu wordt in het dis­play getoond.
Druk op de toets NEXT 3.
De "tweede pagina" van het radio-func­tiemenu wordt in het display getoond.
Druk op de softkey 4 met display-
feature "RTXT".
"RTXT ON" resp. "RTXT OFF" wordt kort in het display getoond.
Druk op de toets TUNER < of de
joystick OK 7.
De instellingen worden opgeslagen.
Stereo/ Mono instellen
U kunt bij slechte ontvangst de radio­mode op mono zetten.
Druk in de radio-mode op de toets
TUNER <.
Het radio-functiemenu wordt in het dis­play getoond.
Druk op de toets NEXT 3.
De "tweede pagina" van het radio-func­tiemenu wordt in het display getoond.
Druk op de softkey 4 met display-
feature "MONO".
"MONO ON" resp. "MONO OFF" wordt kort in het display getoond.
Druk op de toets TUNER < of de
joystick OK 7.
De instellingen worden opgeslagen.
TIM - Traffic Information Memory
Het apparaat bezit een digitaal spraak­geheugen waarmee maximaal vier ver­keersberichten automatisch worden op­genomen. De maximale lengte voor opgenomen berichten is vier minuten.
Wanneer de TIM-functie is ingescha­keld, worden alle verkeersberichten opgenomen die twee uur nadat het ap­paraat voor het laatst is uitgeschakeld worden ontvangen.
Bovendien kunt u twee vaste tijden (Ti­mer) instellen. Alle verkeersberichten worden opgenomen die 30 minuten voor en 90 minuten na de ingestelde tijd op de gekozen verkeersinformatie­zender worden uitgezonden. Deze func­tie is bijzonder handig wanneer u uw auto op vaste tijden gebruikt.
Wanneer het laatste bericht ouder is dan zes uur, worden alle berichten gewist.
Wanneer tijdens de TIM-weergave een nieuw verkeersbericht binnenkomt, wordt de weergave afgebroken en het nieuwe bericht opgenomen.
Gevaar voor beschadiging van de motorantenne in een autowas­straat. Een automatische motoran­tenne blijft uitgeschoven wanneer TIM geactiveerd is en u het appa­raat uitschakelt. In een autowasstraat kunnen door de uitgeschoven mo­torantenne beschadigingen worden veroorzaakt. Lees hiervoor het gedeelte "TIM uit­schakelen".
ENGLISH
FRANÇAIS
ITALIANO
NEDERLANDS
SVENSKA
ESPAÑOL
PORTUGUÊS
DANSK
209
Page 28
TIM
TIM in- en uitschakelen
Wanneer de autoradio is ingeschakeld, kunt u de TIM-functie in- resp. uitscha­kelen.
Druk tijdens de radioweergave op
toets TUNER <.
Druk op de softkey 4 met de dis-
playaanduiding "TIM". Het TIM-menu wordt weergegeven. Wanneer er verkeersberichten zijn op-
genomen, wordt het laatste bericht weergegeven. Het meest actuele be­richt heeft het nummer TIM1. Op de bovenste regel van het display wordt de naam van de zender /de frequentie en daaronder de tijd van de opname weer­gegeven.
Naast de twee bovenste softkeys aan beide zijden van het display wordt TIM en het nummer van het bericht weer­gegeven.
Wanneer er geen verkeersberichten zijn opgenomen, wordt kort "NO TIM" weer­gegeven op het display .
TIM uitschakelen
Wanneer u TIM wilt uitschakelen:
Druk in het TIM-menu op de soft-
key 4 met de displayaanduiding
"OFF". Op het display wordt kort "TIM OFF"
weergegeven.
Druk op toets TUNER < of de joy-
stick OK 7. De instellingen worden opgeslagen.
TIM inschakelen
Wanneer u TIM weer wilt inschakelen:
Druk tijdens de radioweergave op
toets
Druk op de softkey 4 met de dis-
playaanduiding "TIM".
Het TIM-menu wordt weergegeven, TIM is ingeschakeld.
Druk op toets TUNER < of de joy-
stick OK 7.
De instellingen worden opgeslagen.
Let op:
Na het uitschakelen van het appa-
raat met het contactslot van de auto of toets 1 wordt kort de actu­ele toestand "TIM ON" resp. "TIM OFF" op het display weergegeven.
Opgeslagen verkeersberichten afluisteren
Om de opgeslagen verkeersberichten te beluisteren:
Druk tijdens de radioweergave op
toets TUNER <.
Druk op de softkey 4 met de dis-
playaanduiding "TIM". Het TIM-menu wordt weergegeven. Wanneer er verkeersberichten zijn op-
genomen, wordt het laatste bericht weergegeven. Het meest actuele be­richt heeft nummer TIM1. Op de boven­ste regel van het display wordt de naam van de zender /de frequentie en daar­onder de tijd van de opname weerge­geven.
210
Page 29
TIM
Na het eerste bericht worden alle overi­ge berichten in oplopende volgorde af­gespeeld.
Wanneer er geen verkeersberichten zijn opgenomen, wordt kort "NO TIM" weer­gegeven op het display .
Na het laatste bericht wordt terugge­schakeld naar de vorige weergavesoort.
Wanneer u wilt terugkeren naar de ra­dioweergave zonder eerst alle berich­ten af te luisteren:
Druk tweemaal op toets TUNER
< of de joystick OK 7.
TIM-bericht kiezen
Naast de twee bovenste softkeys aan beide zijden van het display wordt TIM en het nummer van het bericht weer­gegeven.
Wanneer u een van de weergegeven berichten wilt afluisteren zonder de an­dere berichten te beluisteren:
Druk op de softkey 4 met de des-
betreffende displayaanduiding "TIM1", "TIM2", "TIM3" of "TIM4".
Opnemen van verkeersberichten
Wanneer het apparaat is ingeschakeld, worden verkeersberichten automatisch opgenomen wanneer een zender met verkeersinformatie wordt ontvangen en de voorrang voor verkeersinformatie is ingeschakeld.
Wanneer u een zender beluistert die zelf geen verkeersinformatie uitzendt en het apparaat uitschakelt terwijl de TIM-func­tie is ingeschakeld, wordt automatisch een zender met verkeersinformatie op­gezocht.
Timer instellen
Wanneer TIM is ingeschakeld, worden de verkeersberichten van een ingestel­de zender met verkeersinformatie na uitschakelen van het apparaat twee uur lang opgenomen. Bovendien kunt u twee timers instellen, die 30 minuten voor en 90 minuten na de ingestelde tijd alle verkeersberichten opnemen. De timer oriënteert zich daarbij op de sys­teemtijd. Hoe u de systeemtijd instelt, leest u in het hoofdstuk "CLOCK - Klok­tijd".
Om de timer in te stellen:
Druk tijdens de radioweergave op
toets TUNER <.
Druk op de softkey 4 met de dis-
playaanduiding "TIM". Het TIM-menu wordt weergegeven.
Druk op de softkey 4 met de dis-
playaanduiding "SET".
Druk op de softkey 4 met de dis-
playaanduiding "REC1" voor de
eerste of "REC2" voor de tweede
timer. Op het display wordt "RECORD" en de
ingestelde tijd weergegeven. Om de timer in te stellen:
Beweeg de joystick 7 naar links.
De uren knipperen.
Beweeg de joystick 7 naar boven
of beneden en stel zo de uren in.
Beweeg de joystick 7 naar rechts
en verander zo de invoerpositie. De minuten knipperen.
ENGLISH
FRANÇAIS
ITALIANO
NEDERLANDS
SVENSKA
ESPAÑOL
PORTUGUÊS
DANSK
211
Page 30
TIM
Beweeg de joystick 7 naar boven
of beneden en stel zo de minuten in.
Om de instellingen op te slaan:
Druk op toets TUNER < of de joy-
stick OK 7.
De instellingen worden opgeslagen.
Wanneer TIM stand-by staat, is een aangesloten motorantenne uitgeschoven.
Let op:
Schakel voordat u een wasstraat
binnenrijdt, altijd TIM uit. Lees hier­voor het gedeelte "TIM uitschake­len" in dit hoofdstuk.
Timer kiezen
Nadat u de timers hebt ingesteld, kunt u kiezen tussen de beide timers. De ti­mer die u als laatste hebt ingesteld, is telkens actief.
Om een timer te kiezen:
Druk tijdens de radioweergave op
toets TUNER <.
Druk op de softkey 4 met de dis-
playaanduiding "TIM".
Het TIM-menu wordt weergegeven.
Druk op de softkey 4 met de dis-
playaanduiding "SET".
Druk op de softkey 4 met de dis-
playaanduiding "REC1" om de eer­ste, of "REC2" om de tweede timer te kiezen.
Op het display wordt "RECORD" en de ingestelde tijd weergegeven.
Druk op toets TUNER < of de joy-
stick OK 7.
De instellingen worden opgeslagen.
212
Page 31
VERKEERSBERICHTEN
Verkeersberichten
Uw toestel is met een RDS-EON-ont­vanger uitgerust. EON (Enhanced Other Network) houdt doorgifte van zenderin­formatie binnen een zenderketen in. In geval van een verkeersmelding (TA), wordt binnen een zenderketen automa­tisch van een niet-verkeersberichten­zender naar de desbetreffende ver­keersberichtenzender van de zender­keten omgeschakeld. Na de verkeersmelding wordt weer naar het tevoren beluisterde programma te­ruggeschakeld.
Voorrang voor verkeersberichten in-/uitschakelen
Druk in de radio-mode op de toets
TUNER <.
Het radio-functiemenu wordt in het dis­play getoond.
Druk op de softkey 4 met display-
feature "TRAF".
Voorrang voor verkeersmeldingen is geactiveerd, wanneer in het display een file-symbool wordt getoond.
Aanwijzing:
Tijdens een verkeersmelding wordt
het TA-menu getoond.
Om de actuele verkeersmelding te on­derbreken,
drukt u op de softkey 4 met dis-
play-feature "OFF".
Wanneer u voorrang voor verkeersmel­dingen wilt uitschakelen,
drukt u op de softkey 4 met dis-
play-feature "TRAF".
Aanwijzing:
U hoort een waarschuwingstoon,
wanneer u bij het beluisteren van
een verkeersberichtenzender het zendgebied van die zender verlaat.
wanneer u bij het beluisteren van
een CD of cassette (al naar gelang de uitvoering van de autoradio) het zendgebied van de ingestelde ver­keersberichtenzender verlaat of bij de daarop volgende automatische zoekrun geen nieuwe verkeersbe­richtenzender wordt gevonden.
wanneer u van een verkeersberich-
tenzender naar een zender zonder verkeersberichten switcht.
Schakel dan ofwel voorrang voor ver­keersberichten uit of switch naar een zender met verkeersberichten.
Volume voor verkeersinformatie instellen
Druk op de toets MENU 8.Druk op de softkey 4 met display-
feature "VOL".
Druk op de softkey 4 met display-
feature "TRAF".
Stel het gewenste volume met de
volumeregelaar 1 een.
Druk op de joystick OK 7 of op de
toets MENU 8, om het menu te verlaten.
Aanwijzing:
U kunt de volumeregeling voor ver-
keersinformatie tijdens een ver­keersmelding instellen.
ENGLISH
FRANÇAIS
ITALIANO
NEDERLANDS
SVENSKA
ESPAÑOL
PORTUGUÊS
DANSK
213
Page 32
CD-MODE
CD-mode
U kunt met dit toestel gangbare CD's met een diameter van 12 cm afspelen.
Zogeheten CD-R's en CD-RW's ("zelf gebrande" CD’s) kunnen in de regel worden afgespeeld. Op grond van de uiteenlopende CD-kwaliteit kan Blau­punkt een onberispelijke werking niet garanderen.
Voor een onberispelijke werking dient u uitsluitend CD’s met het Compact­Disc-Logo te gebruiken. CD’s met ko­pieerbeveiliging kunnen tot problemen bij het afspelen leiden. Blaupunkt kan de onberispelijke werking van CD’s met kopieerbeveiliging dan ook niet garan­deren!
Gevaar voor vernieling van de CD-drive! Single-CD’s met een diameter van 8 cm en CD’s met onronde contour (Shape-CD’s) mogen niet gebruikt worden. Voor beschadigingen aan de CD-dri­ve door ongeschikte CD’s wordt geen aansprakelijkheid aanvaardt.
CD-mode starten, CD plaatsen
Wanneer noch geen CD in het toe-
stel is,
drukt u op de toets 6.
Het bedieningsfront wordt naar voren geopend.
Schuif de CD met de bedrukte zijde
omhoog in de CD-schacht.
De CD wordt in de drive getrokken. Het inschuiven van de CD mag niet
belemmerd of ondersteund worden. Het bedieningsfront wordt automatisch
gesloten. Het CD-menu wordt getoond, de CD-
weergave start.
Wanneer reeds een CD in het toe-
stel is geplaatst,
druk net zo vaak op toets
SOURCE ;, tot de CD-mode wordt getoond.
Het CD-menu wordt getoond, de weer­gave start op de plaats, waar deze werd onderbroken.
CD verwijderen
Druk op de toets 6.
Het bedieningsfront wordt naar voren geopend, de CD wordt naar buiten ge­schoven.
Verwijder voorzichtig de CD.Druk op de toets 6.
Het bedieningsfront wordt gesloten.
Titels kiezen
Beweeg de joystick 7 in de juiste
richting (omhoog en naar rechts voor de volgende resp. omlaag en naar links voor de vorige titel), tot het nummer van de gewenste titel in het display wordt getoond.
Bij eenmalig indrukken van de joystick 7 omlaag of naar links wordt de actu­ele titel opnieuw gestart.
214
Page 33
CD-MODE
Snelle zoekrun (hoorbaar)
Voor een snelle zoekrun terugwaarts resp. voorwaarts,
houdt u de joystick 7 in de juiste
richting (omhoog en naar rechts voor voorwaarts resp. omlaag en naar links voor terugwaarts) inge­duwd, tot de snelle zoekrun begint.
In het display wordt tijdens de zoekrun de actuele afspeeltijd getoond.
Random-play van de titels (MIX)
Druk op de softkey 4 met display-
feature "MIX".
"MIX ON" verschijnt kort in het display . De volgende titel die afgespeeld wordt, wordt willekeurig gekozen.
MIX beëindigen
Druk opnieuw op de softkey 4
met display-feature "MIX".
"MIX OFF" verschijnt kort in het display .
Titel herhalen (REPEAT)
Druk op de softkey 4 met display-
feature "RPT".
"REPEAT ON" wordt kort in het display getoond. De titel wordt herhaald, tot RPT gedeactiveerd wordt.
REPEAT beëindigen
Druk opnieuw op de softkey 4
met display-feature "RPT".
"REPEAT OFF" wordt kort in het dis­play getoond. De weergave wordt nor­maal voortgezet.
CD-tekst tonen
Sommige CD’s zijn van CD-teksten voorzien. De CD-tekst kan de naam van de artiest, de naam van het album en de titel bevatten.
U kunt de CD-tekst bij iedere titelwissel als looptekst in het display tonen. Na­dat de CD-tekst één keer getoond is, wordt de titelaanduiding in het display getoond. Wanneer de geplaatste CD geen CD-tekst bevat, wordt bij inge­schakelde CD-tekst kort "NO TEXT" in het display getoond.
CD-tekst inschakelen
Druk op de softkey 4 met display-
feature "TEXT".
CD-tekst uitschakelen
Drukt u opnieuw de softkey 4 met
display-feature "TEXT".
Loopschrift instellen
U kunt de inhoud van het hoofddisplay als loopschrift tonen.
CD-loopschrift inschakelen
Druk op de softkey 4 met display-
feature "SCRL".
"SCROLL ON" wordt kort in het display getoond.
CD-loopschrift uitschakelen
Druk opnieuw op de softkey 4
met display-feature "SCRL".
"SCROLL OFF" wordt kort in het dis­play getoond.
ENGLISH
FRANÇAIS
ITALIANO
NEDERLANDS
SVENSKA
ESPAÑOL
PORTUGUÊS
215
DANSK
Page 34
CD-WISSELAAR-MODECD-MODE
Verkeersmelding in de CD-mode
Wanneer u tijdens de CD-mode
verkeersinformatie wilt ontvangen, activeert u de verkeersberich­tenontvangst in het radio-functie­menu.
Voorrang voor verkeersmeldingen is geactiveerd, wanneer in het display een file-symbool wordt getoond. Lees daar­toe het hoofdstuk "Verkeersberich­tenontvangst".
CD-wisselaar-mode (optie)
Welke CD-wisselaar/Compact Drive MP3 met dit toestel gebruikt worden kunnen, leest u in het hoofdstuk "Ac­cessoires" van deze handleiding, infor­matie is tevens verkrijgbaar bij uw Blau­punkt-dealer.
Aanwijzing:
Informatie over de omgang met CD’s, het plaatsen van CD’s en het gebruik van de CD-wisselaar vindt u in de be­dieningshandleiding van uw CD-wissel­aar.
Informatie over het gebruik van de Com­pact Drive MP3 en het kopiëren van muziektitels naar de Microdrive™-hard­disc van de Compact Drive MP3 vindt u in de bedieningshandleiding van de Compact Drive MP3.
CD-wisselaar-mode starten
Druk net zo vaak op de toets
SOURCE ;, tot het CD-wissel­aar-menu wordt getoond.
De weergave wordt op die plaats voort­gezet, waar deze werd onderbroken. Wanneer het magazijn uit de CD-wis­selaar is genomen en weer terugge­plaatst is, wordt eerst het CD-magazijn "gescand", de weergave start met de eerste titel van de eerste CD, die de CD­wisselaar herkent.
216
Page 35
CD-WISSELAAR-MODE
CD kiezen
Om omhoog of omlaag naar een ande­re CD te switchen,
druk op de softkey 4 met de dis-
play-feature van de gewenste CD (CD1 - CD10). Switch daartoe evt. met de toets NEXT 3 naar de "tweede pagina" van het CD-wis­selaar-basismenu
of
duw de joystick 7 omhoog resp.
omlaag om de volgende resp. vori­ge CD te kiezen.
Titels kiezen
Om omlaag of omhoog naar een ande­re titel op de actuele CD te switchen,
Duw de joystick 7 net zo vaak
naar links resp. naar rechts, tot het nummer van de gewenste titel in het display wordt getoond.
Wanneer u de joystick 7 één keer naar links duwt, wordt de actuele titel op­nieuw gestart.
Snelle zoekrun (hoorbaar)
Voor een snelle zoekrun voorwaarts resp. terugwaarts,
houdt u de joystick 7 naar links
resp. naar rechts geduwd, tot de snelle zoekrun terugwaarts resp. voorwaarts start.
In het display wordt tijdens des zoek­run de actuele afspeeltijd getoond.
Afzonderlijke titels of hele CD’s herhaald afspelen (REPEAT)
Druk op de toets MENU 8.Druk op de softkey 4 met display-
feature "CDC".
Het CD-wisselaar-functiemenu wordt getoond.
Druk op de softkey 4 met display-
feature "RPT".
In het display verschijnt kort "RPT TRCK".
Om de hele CD herhaald af te spelen
drukt u opnieuw op de softkey 4
met display-feature "RPT".
In het display verschijnt kort "RPT CD".
REPEAT beëindigen
Om herhaling van de actuele titel resp. de actuele CD te beëindigen,
drukt u net zo vaak op de softkey
4 met display-feature "RPT", tot "RPT OFF" kort in het display wordt getoond.
Titel in willekeurige volgorde afspelen (MIX)
Om de titels van de actuele CD in wille­keurige volgorde af te spelen,
drukt u op de toets MENU 8.Drukt u op de softkey 4 met dis-
play-feature "CDC".
Het CD-wisselaar-functiemenu wordt getoond.
ENGLISH
FRANÇAIS
ITALIANO
NEDERLANDS
SVENSKA
ESPAÑOL
PORTUGUÊS
217
DANSK
Page 36
CD-WISSELAAR-MODE
Druk op de softkey 4 met display-
feature "MIX". In het display verschijnt "MIX CD". Om alle titels van alle geplaatste CD’s
in willekeurige volgorde af te spelen,
drukt u opnieuw op de softkey 4
met display-feature "MIX". In het display verschijnt "MIX ALL".
Aanwijzing:
Bij de CDC A 02, CDC A 08 en IDC
A 09 worden alle CD’s en alle titels
in de wisselaar willekeurig geko-
zen. Bij alle andere wisselaars wor-
den eerst alle titels van een CD wil-
lekeurig afgespeeld, vervolgens
wordt de volgende CD in de wissel-
aar afgespeeld.
MIX beëindigen
Om MIX te beëindigen,
druk net zo vaak op de softkey 4
met display-feature "MIX", tot "MIX
OFF" kort in het display wordt ge-
toond.
CD’s benoemen
Om uw CD’s beter te herkennen, biedt de autoradio u de mogelijkheid van in­dividuele naamgeving voor 99 CD’s (niet met Compact Drive MP3). Voor de na­men zijn maximaal acht letterposities beschikbaar.
Probeert u meer dan 99 namen toe te kennen, toont het display de melding "FULL".
CD-naamn invoeren/wijzigen
Beluister de CD, waaraan u een
naam wilt toekennen.
Druk op de toets MENU 8.Druk op de softkey 4 met display-
feature "CDC".
Het CD-wisselaar-functiemenu wordt getoond.
Druk op de softkey 4 met display-
feature "NAME".
U staat in de Edit-mode. Heeft uw ge­kozen CD nog geen naam, verschij­nen acht onderstreepjes in het display , de actuele invoerpositie knippert.
Beweeg de joystick 7 omhoog of
omlaag en kies uw teken. Dient een positie vrij te blijven, kies dan een onderstreepje.
Beweeg de joystick 7 naar links
of rechts en wijzig zo de invoerpo­sitie.
Om de naam op te slaan drukt u op
de joystick OK 7.
Wissen van een CD-naam
Beluister de CD, waarvan u de
naam wilt wissen.
Druk op de toets MENU 8.Druk op de softkey 4 met display-
feature "CDC".
Druk op de softkey 4 met display-
feature "NAME".
U staat in de Edit-mode. De naam van de CD verschijnt in het display , de actu­ele invoerpositie knippert.
218
Page 37
CD-WISSELAAR-MODE
CLOCK - TIJD
Beweeg de joystick 7 omhoog of
omlaag en kies zo het onderstreep-
je.
Beweeg de joystick 7 naar links
of rechts en wijzig zo de invoerpo-
sitie.
Plaat op iedere positie een onder-
streepje.
Druk op de joystick OK 7.
De CD-naam is gewist.
Wissen van alle CD-namen
U kunt alle in het toestel opgeslagen namen voor CD’s wissen.
Om alle CD-naamn te wissen, druk
op de toets MENU 8.
Druk op de softkey 4 met display-
feature "CDC".
Druk op de softkey 4 met display-
feature "CLR". In het display wordt "CDC CLEAR" ge-
toond. Afhankelijk van hoeveel CD-na­men er zijn opgeslagen, kan de proce­dure max. 45 seconden duren.
Aanwijzing:
Deze functie is bij de Compact Dri-
ve MP3 niet beschikbaar. Wanneer
u deze functie met de Compact
Drive MP3 gebruikt, wordt in het
display 45 seconden lang "CDC
CLEAR" getoond. Het toestel kan
gedurende deze tijd niet bediend
worden.
Clock - Tijd
Tijd instellen
De tijd kan automatisch via het RDS­signaal worden ingesteld. Wanneer geen zender die deze functie onder­steunt, ontvangbaar is, kunt u de tijd ook handmatig instellen.
Tijd automatisch laten instellen
Om de tijd automatisch te laten instel­len,
drukt u op de toets MENU 8.Drukt u op de softkey 4 met dis-
play-feature "V ARI".
Drukt u net zo vaak op de softkey
4 met display-feature "CSYN", tot "RDS SYN ON" in het display wordt getoond.
"RDS SYN ON", betekent, dat de tijd automatisch via het RDS-signaal wordt ingesteld.
Tijd handmatig instellen
Om de tijd in te stellen, drukt u op
de toets MENU 8.
Druk op de softkey 4 met display-
feature "V ARI".
Druk op de softkey 4 met display-
feature "CSET".
De tijd wordt in het display getoond, de uren knipperen.
Stel de uren een, door de joystick
7 omhoog of omlaag te sturen.
Om de minuten in te stellen,
duw de joystick 7 kort naar
rechts.
ENGLISH
FRANÇAIS
ITALIANO
NEDERLANDS
SVENSKA
ESPAÑOL
PORTUGUÊS
DANSK
219
Page 38
CLOCK - TIJD
DSA - EQUALIZER
De minuten knipperen.
Stel de minuten in, door de joystick
7 omhoog of omlaag te sturen.
Druk op de Joystick OK 7, om de
instellingen vast te leggen of de
toets MENU 8, om het menu zon-
der vastleggen van instellingen te
verlaten.
DSA - Digital Sound Adjustment
Dit toestel is met een inrichting voor di­gitale klankregeling uitgerust (DSA -Di­gital Sound Adjustment).
Daartoe staan u drie zelfregelende user­equalizers (EQ1, EQ2 en EQ3) ter be­schikking. Elke user-equalizer bestaat uit een grafische 9-bands-equalizer en een parametrische 4-bands-equalizer.
Elke user-equalizer heeft twee kanalen (vóór en achter).
De equalizers EQ1 - EQ3 kunnen met behulp van de bijgeleverde microfoon automatisch worden ingeregeld.
De automatisch berekende waarden van de grafische equalizers kunnen ook handmatig worden gewijzigd. De auto­matisch berekende waarden van de parametrische componenten kunnen niet gewijzigd worden.
Voor een verdere geluidsoptimalisatie beschikt u bovendien over dynamische driving noise covering (DNC), verschil­lende voorinstellingen voor muziekstij­len (Preset EQ), live effecten en sound­effecten.
220
Page 39
DSA - EQUALIZER
DSA in-/uitschakelen
DSA uitschakelen
Om de gehele equalizer uit te schake­len,
druk op de toets DSA 5.
In het display wordt het DSA-menu ge­toond.
Druk op de softkey 4 met display-
feature "OFF". "DSA OFF" wordt in het display ge-
toond.
Aanwijzing:
U kunt iedere module van de equa-
lizer (user EQ, geluidsvoorinstel-
ling, DNC, live effect en soundef-
fect) in het desbetreffende menu
afzonderlijk in- en uitschakelen.
DSA inschakelen
Om de equalizer weer in te schakelen,
druk op de toets DSA 5.
In het display wordt het DSA-menu ge­toond.
Druk op de softkey 4 met display-
feature "USER".
Kies een equalizer-instelling.
Equalizers automatisch inregelen
U kunt voor drie verschillende situaties elektronische regelingen uitvoeren en vastleggen, b.v .:
EQ 1 voor bestuurder alleen EQ 2 voor bestuurder en bijrijder EQ 3 passagiers vóór en achter
Tijdens de inregeling houdt u de micro­foon op de desbetreffende positie.
De positie van de microfoon voor situa­tie 1 (voorbeeld bestuurder alleen) is ter hoogte van het hoofd van de bestuur­der.
Voor situatie 2 bevindt de microfoon zich tussen bestuurder en bijrijder.
Voor situatie 3 bevindt de microfoon zich in het midden van het voertuiginterieur (links/rechts, vóór/achter).
Voor de inregeling moet een werkelijk rustige omgeving gekozen worden. Geluiden van buiten vervormen de me­ting.
Aanwijzing:
De uitstraling van de speakers mag
niet door voorwerpen belemmerd worden. Alle speakers moeten zijn aangesloten. De microfoon moet op het toestel zijn aangesloten, de regeling van de equalizers dient vóór de DNC-regeling te geschie­den.
Om een equalizer in te regelen,
druk op de toets DSA 5.Druk op de softkey 4 met display-
feature "USER".
Druk op de softkey 4 met het
dispay-feature van de equalizer (EQ1, EQ2 of EQ3)die u wilt instel­len.
Druk op de softkey 4 met display-
feature "ADJ".
Druk op de softkey 4 met display-
feature "AUTO".
ENGLISH
FRANÇAIS
ITALIANO
NEDERLANDS
SVENSKA
ESPAÑOL
PORTUGUÊS
DANSK
221
Page 40
DSA - EQUALIZER
In het display loopt een countdown. Gedurende deze tijd heeft u gelegen­heid, de microfoon te positioneren. Na afloop van de countdown volgt de inre­geling.
Ga zo bij alle equalizers te werk.
Na afloop van het inregelen wordt weer het menu van de gekozen equalizer getoond.
Voertuigakoestiek met/zonder equalizer bekijken
U kunt de berekende waarden voor de voertuigakoestiek bekijken. Bij het be­kijken van de instellingen kunt u tussen weergave van de equalizer zonder ver­vormingscorrectie ("PRE EQ") of met vervormingscorrectie ("POST EQ") kie­zen.
Druk op de toets DSA 5.Druk op de softkey 4 met display-
feature "USER".
Druk op de softkey 4 met de dis-
play-feature van de equalizer die u
wilt bekijken.
Druk op de softkey 4 met display-
feature "ADJ". U kunt de instellingen van de equalizer
afzonderlijk voor de voor de speakers vóór en achter bekijken.
Aanwijzing:
Wanneer u de grafische equalizer
reeds handmatig heeft gewijzigd,
of wanneer u nog geen inregeling
heeft uitgevoerd, wordt
"NO RESULT" in het display ge-
toond.
Druk op de softkey 4 met display-
feature "FRNT" voor de speakers vóór resp. "REAR" voor de speak­ers achter.
Druk op de softkey 4 met display-
feature "VIEW".
Wanneer u de weergave van de equa­lizer zonder vervormingscorrectie wilt kiezen,
duwt u de joystick 7 naar links of
rechts, tot "PRE EQ" in het display wordt getoond.
De instelling van de equalizer wordt getoond.
Wanneer u de weergave van de equa­lizer met vervormingscorrectie wilt in­stellen,
duwt u de joystick 7 naar links of
rechts, tot "POST EQ" in het dis­play wordt getoond.
De instelling van de equalizer wordt getoond.
Om de weergave te verlaten,
drukt u op de joystick OK 7 of op
de toets MENU 8.
Grafische equalizer handmatig wijzigen
U kunt de automatisch berekende waar­den van de grafische equalizers ook handmatig wijzigen.
Druk op de toets DSA 5.Druk op de softkey 4 met display-
feature "USER".
Druk op de softkey 4 met de dis-
play-feature van de equalizer die u wilt instellen.
222
Page 41
DSA - EQUALIZER
Druk op de softkey 4 met display-
feature "ADJ". U kunt de equalizer afzonderlijk voor de
voor de speakers vóór en achter instel­len.
Druk op de softkey 4 met display-
feature "FRNT" voor speakers vóór
resp. "REAR" voor speakers ach-
ter. De instellingen van de grafische equa-
lizer worden getoond. Om de frequentie te kiezen,
duwt u de joystick 7 naar links of
rechts.
Stelt u het niveau voor de frequen-
tie in, door de joystick 7 omhoog
of omlaag te sturen. Terwijl u de equalizer instelt, worden de
waarden grafisch in het display getoond.
Voer alle instellingen zoals hierbo-
ven beschreven voor beide kana-
len uit.
Druk op de joystick OK 7 of op de
toets DSA 5, om het menu te ver-
laten. De instellingen worden opgeslagen.
Equalizer kiezen
Na de inregeling resp. de handmatige instelling,
druk op de toets DSA 5.Druk op de softkey 4 met display-
feature "USER".
Druk op de softkey 4 met de dis-
play-feature van de equalizer die u
wilt gebruiken.
Druk op de joystick OK 7 of op de
toets DSA 5, om het menu te ver­laten.
De instellingen worden opgeslagen.
Equalizer terugzetten
U kunt alle automatisch berekende waarden van de gekozen equalizer te­rugzetten.
Druk op de toets DSA 5.Druk op de softkey 4 met display-
feature "USER".
Druk op de softkey 4 met de dis-
play-feature van de equalizer, die u wilt terugzetten.
Druk op de softkey 4 met display-
feature "ADJ".
Druk op de softkey 4 met display-
feature "FLAT".
De automatisch berekende waarden van de equalizer worden gewist.
Druk op de joystick OK 7 of op de
toets DSA 5, om het menu te ver­laten.
De instellingen worden opgeslagen.
Sound-voorinstelling (Preset) kiezen
U kunt soundinstellingen voor verschil­lende muziekstijlen kiezen. Voor een optimale sound worden de voorinstel­lingen bij de instellingen van de actieve user-equalizers "opgeteld", d.w.z. user­equalizers worden door de voorinstel­lingen voor de verschillende muziekstij­len geoptimaliseerd.
ENGLISH
FRANÇAIS
ITALIANO
NEDERLANDS
SVENSKA
ESPAÑOL
PORTUGUÊS
DANSK
223
Page 42
DSA - EQUALIZER
Er zijn voorinstellingen voor de volgen­de muziekstijlen beschikbaar:
VOCAL (VOCL)
DISCO (DISC)
ROCK
JAZZ
CLASSIC (CLAS)
LINEAR (LINE)
Instellingen voor deze muziekstijlen zijn reeds voorgeprogrammeerd.
Druk op de toets DSA 5.Druk op de softkey 4 met display-
feature "PRE".
Druk op de softkey 4 met het
dispay-feature van de soundvoorin-
stelling die u wilt gebruiken.
Druk op de joystick OK 7 of op de
toets DSA 5, om het menu te ver-
laten. De instellingen worden opgeslagen.
Live effect instellen
U kunt een live effect inschakelen, dat de muziek vóór de bestuurder resp. de bijrijder "verplaatst". Zo onstaat de in­druk, dat u zich direct voor een podium bevindt.
Druk op de toets DSA 5.Druk op de softkey 4 met display-
feature "STGE".
Druk op de softkey 4 met de dis-
play-feature "LEFT" voor een live
effect voor de bestuurder .
Druk op de softkey 4 met de dis-
play-feature "RIGHT" voor een live
effect voor de bijrijder .
224
Druk op de softkey 4 met de dis-
play-feature "FRNT" voor een live effect voor bestuurder en bijrijder.
Druk op de joystick OK 7 of op de
toets DSA 5, om het menu te ver­laten.
De instellingen worden opgeslagen.
Soundeffect kiezen
U kunt voor uw muziek tussen verschil­lende soundeffecten kiezen:
KERK (CATH)
THEATER (THEA)
CONCERTHAL (CONC)
CLUB
STADION (STAD)
Deze soundeffecten zijn reeds voorge­programmeerd.
Druk op de toets DSA 5.Druk op de softkey 4 met display-
feature "EFCT".
Druk op de softkey 4 met de dis-
play-feature van het soundeffect dat u wilt gebruiken.
Wanneer u geen soundeffecten wilt gebruiken,
drukt u op de softkey 4 met dis-
play-feature "OFF".
Drukt u op de joystick OK 7 of op
de toets DSA 5, om het menu te verlaten.
De instellingen worden opgeslagen.
Page 43
DNC
DNC - Dynamic Noise Covering
Dynamic Noise Covering – Dynamische rijgeluidmaskering
Met DNC wordt een bij stilstaand voer­tuig als aangenaam ervaren geluidsvo­lume tijdens het rijden verhoogd.
De volumeverhoging geschiedt per fre­quentiegebied verschillend, afhankelijk van de geluidsontwikkeling in het voer­tuig.
Zo blijven geluidssterkte en klankweer­gave ook bij wisselende geluidsontwik­keling aangenaam duidelijk. Kortston­dige geluiden, zoals b.v. bij het passe­ren van rails, worden in de regeling niet verdisconteerd.
Inregelen van DNC
Voor de goede afstemming op het voer­tuig is inregelen via de meetmicrofoon noodzakelijk. De DNC-inregeling dient u na de DSA-regeling uit te voeren. Na het inregelen moet de microfoon met de bijgeleverde klitband in vaste positie nabij de console, echter niet in de voet­ruimte, op dreunende plaatsen of aan de ventilatie/verwarming, worden ge­monteerd.
De opening van de microfoon moet rich­ting cabine wijzen. Het inregelen dient op een rustige plaats met uitgeschakel­de motor te geschieden.
DNC inregeling starten
Druk op de toets DSA 5.Druk op de softkey 4 met display-
feature "DNC".
Druk op de softkey 4 met display-
feature "ADJ".
In het display loopt een countdown. Gedurende deze tijd heeft u gelegen­heid, de microfoon te positioneren. Na afloop van de countdown, start het in­regelen.
Druk op de joystick OK 7 of op de
toets DSA 5, om het menu te verlaten.
DNC uitschakelen
Om DNC uit te schakelen,
drukt u op de toets DSA 5.Drukt u op de softkey 4 met dis-
play-feature "DNC".
Drukt u op de softkey 4 met dis-
play-feature "OFF".
"DNC OFF" wordt in het display ge­toond.
Om DNC weer in te schakelen,
kiest u een DNC-versterking
(DNC1 - DNC5).
Drukt u op de toets DSA 5.
De instellingen worden opgeslagen.
ENGLISH
FRANÇAIS
ITALIANO
NEDERLANDS
SVENSKA
ESPAÑOL
PORTUGUÊS
225
DANSK
Page 44
DNC TMC
DNC-versterking kiezen
U kunt de DNC-versterking, oftewel de gevoeligheid van de volume- en en klankbeeldversterking, op vijf niveaus instellen.
De instelling "DNC 1" is geschikt voor voertuigen met luide motor en muziek met veel bas. De instelling "DNC 5" is geschikt voor voertuigen met zachte motor en voor klassieke muziek. Bepaal via uitproberen de prettigste instelling.
Om een DNC-versterking te kiezen,
drukt u op de toets DSA 5.Drukt u op de softkey 4 met dis-
play-feature "DNC".
Drukt u op de softkey 4 met dis-
play-feature "LEVL".
Kiest u de versterking, door de joy-
stick 7 naar links of rechts te stu-
ren. Wanneer u alle instellingen heeft uitge-
voerd,
drukt u op de toets DSA 5.
TMC voor dynamische navigatiesystemen
TMC betekent "Traffic Message Chan­nel".
Via TMC worden verkeersmeldingen digitaal uitgezonden en kunnen zo door geschikte navigatiesystemen voor rou­teplanning worden gebruikt. Uw auto­radio heeft een TMC-uitgang, waarop de Blaupunkt-navigatiesystemen kun­nen worden aangesloten. Welke navi­gatiesystemen op uw autoradio gebruikt worden kunnen, verneemt u van uw Blaupunkt-dealer.
226
Page 45
VERSTERKER/SUB-OUT
Versterker/Sub-Out
U kunt via de daarvoor bestemde aan­sluitingen van de autoradio externe ver­sterkers aansluiten. Tevens kunt u op de geïntegreerde laagdoorlatende filters van het toestel een subwoofer aanslui­ten. Daartoe dienen de versterker en subwoofer zoals in de inbouwhandlei­ding beschreven worden aangesloten.
Wij adviseren het gebruik van op elkaar afgestemde producten uit de Blaupunkt­of Velocity-productlijn.
Interne versterker in/ uitschakelen
Wanneer u externe versterkers gebruikt, kunt u de interne versterker van het toe­stel uitschakelen.
Aanwijzing:
Controleer deze instelling, wanneer
het toestel niet speelt.
Druk op de toets MENU 8.Druk op de softkey 4 met display-
feature "SETP".
Druk op de softkey 4 met display-
feature "AMP". Het AMP-menu wordt getoond. Een
verschijnt een vraagvenster. Wanneer u de actuele instelling wilt wij-
zigen,
drukt u op de softkey 4 met dis-
play-feature "YES".
Wanneer u de actuele instelling niet wilt wijzigen,
drukt u op op de softkey 4 met
display-feature "NO".
Drukt u op de joystick OK 7 of op
de toets MENU 8 om het menu te verlaten.
De instellingen worden opgeslagen.
ENGLISH
FRANÇAIS
ITALIANO
NEDERLANDS
SVENSKA
ESPAÑOL
PORTUGUÊS
227
DANSK
Page 46
EXTERNE AUDIOBRONNEN
Externe audiobronnen
U kunt maximaal twee externe audio­bronnen op het toestel aansluiten. Zul­ke bronnen kunnen b.v . draagbare CD­spelers, MiniDisc-spelers of MP3-spe­lers zijn.
De eerste externe audiobron kunt u in plaats van een CD-wisselaar aanslui­ten (AUX1).
De tweede externe audiobron(AUX2) kunt u in aanvulling op de CD-wissel­aar of AUX1 aansluiten. In plaats van AUX2 kunt u een navigatiesysteem aan­sluiten. Lees daartoe de rubriek "Navi­gatie-audio" in het hoofdstuk "Volume instellen".
Om de AUX-ingangen te kunnen gebrui­ken, dient u in het Setup-menu de AUX­ingangen in te schakelen.
Voor aansluiting van een externe audio­bron heeft u een adapterkabel nodig. Deze kabel is bij een Blaupunkt-dealer verkrijgbaar.
AUX-ingang in-/uitschakelen
Druk op de toets MENU 8.Druk op de softkey 4 met display-
feature "SETP".
Druk op de softkey 4 met display-
feature "AUX1" resp. "AUX2" voor de ingang die u wilt in- resp. uit­schakelen.
Het AUX-menu wordt getoond.
Aanwijzing:
Wanneer een CD-wisselaar is aan-
gesloten, kan de ingang "AUX1" niet gewijzigd worden.
Druk op de softkey 4 met display-
feature "AUX2", wanneer u geen navigatiesysteem heeft aangeslo­ten en een externe audiobron wilt aansluiten.
Druk op de joystick OK 7 of op de
toets MENU 8, om het menu te verlaten.
De instellingen worden opgeslagen.
Aanwijzing:
Wanneer de AUX-ingangen inge-
schakeld zijn, kunnen deze met de toets SOURCE ; geselecteerd worden.
228
Page 47
RESET
TECHNISCHE GEGEVENS
Reset
U kunt alle instellingen van het toestel naar de fabrieksinstelling terugzetten.
Druk op de toets MENU 8.Druk op de softkey 4 met display-
feature "SETP".
Druk op de softkey 4 met display-
feature "NORM". In het display verschijnt een controle-
vraag.
Wanneer u het toestel werkelijk wilt
terugzetten,
drukt u op de softkey 4 met dis-
play-feature "YES". Nadat u de softkey heeft ingedrukt,
wordt het toestel uit- en weer ingescha­keld.
Wanneer u het toestel niet wilt te-
rugzetten,
drukt u op de softkey 4 met dis-
play-feature "NO". Het menu wordt weer getoond.
Technische gegevens
Versterker
Uitgangsvermogen:
4 x 26 Watt sinus conform DIN 45 324 bij 14,4 V
4 x 50 Watt max. power
Tuner
Golflengtegebieden: UKW (FM) : 87,5 – 108 MHz SW : 5,85 – 6,30 MHz
(49 m-band) MW : 531 – 1 602 kHz LW : 153 – 279 kHz
FM - transmissiegebied:
20 - 16 000 Hz
CD
Transmissiegebied:
15 - 20 000 Hz
Pre-amp Out
4 kanalen: 5 V / 10 k
ENGLISH
FRANÇAIS
ITALIANO
NEDERLANDS
SVENSKA
Ingangsgevoeligheid
AUX1-ingang: 2 V / 10 k Navi-/ AUX2-ingang:
2 V / 10 k Telefoon-ingang: 10 V / 560
Wijzigingen voorbehouden!
ESPAÑOL
PORTUGUÊS
DANSK
229
Page 48
Service-Nummern / Service numbers / Numéros du service après­vente / Numeri del servizio di assistenza / Servicenummers / Telefonnummer för service / Números de servicio / Número de serviço / Servicenumre
Country: Phone: Fax: WWW:
Germany (D) 0180-5000225 05121-49 4002 http://www.blaupunkt.com Austria (A) 01-610 390 01-610 393 91
Belgium (B) 02-525 5454 02-525 5263 Denmark (DK) 44 898 360 44-898 644 Finland (FIN) 09-435 991 09-435 99236 France (F) 01-4010 7007 01-4010 7320 Great Britain (GB) 01-89583 8880 01-89583 8394 Greece (GR) 0030 210 57 85 350 0030 210 57 69 473 Ireland (IRL) 01-4149400 01-4598830 Italy (I) 02-369 6331 02-369 6464 Luxembourg (L) 40 4078 40 2085 Netherlands (NL) 023-565 6348 023-565 6331 Norway (N) 66-817 000 66-817 157 Portugal (P) 01-2185 00144 01-2185 11111 Spain (E) 902-120234 916-467952 Sweden (S) 08-7501500 08-7501810 Switzerland (CH) 01-8471644 01-8471650
Czech. Rep. (CZ) 02-6130 0441 02-6130 0514 Hungary (H) 01-333 9575 01-324 8756 Poland (PL) 0800-118922 022-8771260
Turkey (TR) 0212-3350677 0212-3460040 USA (USA) 800-2662528 708-6817188 Brasil
(Mercosur) (BR) +55-19 3745 2769 +55-19 3745 2773 Malaysia
(Asia Pacific) (MAL) +604-6382 474 +604-6413 640
Blaupunkt GmbH
10/03 TRO CM/PSS 8 622 403 263
Loading...