BEKO MWC 28 BI EX User Manual [nl]

vviissiioonn@
@
ccrreeaattiivveeLL@@iinnccNN
Էړ ܞ΂ĸ ࣃۉʷ
VѨݖ ێΟӂ˱ Tࠚ
ABOUT THIS MANUAL
ABOUT THIS MANUAL
ŨĈо ɮ
Ҹ  ˝
beko
ض ش
ȓʔ˝ش
fN@
@
model
kocMYqTtWs
bN@@model
mwcRXex
b@@u@@y@@e@@r
asog
country
belgium
ܿĹ
memo
߭ RV
ِߏ
vision
ɽɽ ʁʁ
іОր
telZ WSPMPVVP@faxZ WSPMSWXX
QSNPSNQUMݖ @֭Ŕ Q QTNPQNRRMW@ր܄@֭Ŕ Q
GEBRUIKERS HANDLEIDING
Alvorens deze oven te bedienen lees deze gebruiksaanwijzing zorgvuldig door.
MAGNETRON CONVECTIE/GRILLOVEN
MWC28EX
1
INHOUDSOPGAVE
• INSTALLATIE EN AARDINGSINSTRUCTIES.................................2
• BELANGRIJKE VEILIGHEIDSVOORSCHRIFTEN.........................3
• WELKE VORMEN ZIJN GESCHIKT VOOR HET GEBRUIK IN DE
OVEN?................................................................................................5
• KOOKINSTRUCTIES.........................................................................6
• BEDIENINGSPANEEL ......................................................................7
• TOEBEHOREN ..................................................................................8
• VÓÓR IN GEBRUIK TE NEMEN ......................................................9
DE KLOK INSTELLEN ......................................................................9
KINDERSLOT EN ENERGIEBESPARENDE MODUS ................10
• BEDIENING......................................................................................11
MAGNETRONMODUS ...................................................................11
GRILLMODUS .................................................................................12
CONVECTIEMODUS (MET VOORVERWARMING) ...................13
CONVECTIEMODUS (TRADITIONELE MANIER).......................14
COMBINATIEMODUS.....................................................................15
(1) MODUS ONTDOOIEN OP GEWICHT.....................................16
(2) MODUS ONTDOOIEN OP TIJD...............................................16
AUTOKOK........................................................................................17
PROMPTE KOK...............................................................................18
OPWARMEN....................................................................................18
SCHOTELVERWARMER
(ALLEEN VOOR HET MODEL MET PRIMAIRE OPTIE).............19
STOOMREINIGING.........................................................................19
HERINNERINGMODUS (FUNCTIE OM TE HERINNEREN DAT
DE KOOKTIJD TEN EINDE IS) ......................................................19
DE OVEN STOPPEN TERWIJL DIE FUNCTIONEERT ..............20
AFWIJKENDE MELDING................................................................20
BOOGONTLADING.........................................................................20
• ALGEMENE RICHTLIJNEN............................................................21
• HOUD DE OVEN SCHOON............................................................22
• VOORDAT U DE SERVIESDIENST OPBELT ..............................23
• VRAGEN EN ANTWOORDEN .......................................................24
• SPECIFICATIES ..............................................................................25
• MICROGOLFPRINCIPE..................................................................25
• VERWIJDERING VAN AFGEDANKTE ELEKTRISCHE EN
ELEKTRONISCHE APPARATUUR ...............................................25
VOORZORGSMAATREGELEN OM EVENTUELE
BLOOTSTELLING AAN OVERMATIGE
MICROGOLFENERGIE TE VOORKOMEN
(a) Maak geen pogingen om deze oven met de open deur te bedienen omdat zodanig gebruik tot
schadelijke blootstelling aan microgolfenergie kan leiden. Het is belangrijk om de veiligheidsgrendels niet te bederven of stampen.
(b) Plaats geen voorwerpen tussen de voorkant en de deur van de magnetron en laat geen vuil of
schoner overschot zich op de dichtingoppervlakken te accumuleren.
(c) WAARSCHUWING : Indien de deur of de deurdichting beschadigd is, moet de oven niet worden
bediend totdat die door vakkrachten is gerepareerd : (1) deur (gebogen), (2) scharnieren en klinken (gebroken of los), (3) deurdichting en dichtingoppervlakken.
(d) WAARSCHUWING : Voor iedereen behalve vakkrachten is het gevaarlijk om reparaties of
onderhoudswerkzaamheden uit te voeren waarbij de veiligheidsafdekking tegen microgolfenergie moet worden afgenomen.
(e) WAARSCHUWING : Vloeistoffen en andere levensmiddelen moeten nooit in luchtdichte
verpakking worden opgewarmd omdar dit barsten kan veroorzaken.
(f) WAARSCHUWING : Kinderen mogen de oven zonder toezicht alleen gebruiken wanneer hen
adequate instructies zijn gegeven zodat het kind de oven veilig kan bedienen. Het kind dient zich bewust te zijn van de gevaren van onjuist gebruik.
(g) WAARSCHUWING : Wanneer het apparaat in de combinatiemodus wordt gebruikt, kunnen
kinderen de oven uitsluitend onder toezicht van een volwassene gebruiken vanwege de hoog ontwikkelende temperaturen.
2
INSTALLATIE EN AARDINGSINSTRUCTIES
Hoe uw magnetronoven te controleren nadat u die uitpakt.
Haal de oven uit de verpakking, verwijder al het verpakkingsmateriaal en controleer de oven op beschadigingen zoals deuken, gebroken deur, klinken of scheuren in de deur. Verwijder de dunne laag op de binnenkant van de deur niet. Breng de verkoper onmiddellijk op de hoogte als de oven is beschadigd. Installeer de oven niet als die is beschadigd.
Waar uw magnetronoven op te stellen.
1. Plaats de oven op een gelijke en stabiele ondergrond.
2. De magnetronoven is niet geschikt om ingebouwd te worden tenzij die een speciaal ontworpen inbouwmodel is.
3. Het oppervlak van de oven wordt beschermd door een dun plastic dat moet worden verwijderd vóór het gebruik.
4. Laat ruimte aan de achterzijde, de kanten en boven de oven vrij. Alle ventilatiesleuven moeten vrij blijven.
Als alle sleuven tijdens de bediening afgedekt raken, kan de
magnetron oververhit worden en uiteindelijk zal het een storing veroorzaken.
5. Houd de oven uit de buurt van radio en televisie. Als de oven dicht bij een televisietoestel staat, kunnen er radiostoringen ontstaan.
6. Houd de oven uit de buurt van verwarmingstoestellen en waterkranen. Houd de oven uit de buurt van hete lucht, stoom of spatten wanneer u de plaats ervoor kiest. Anders kan het isolatiemateriaal worden aangetast en treden er storingen op.
7. De minimale vrije ruimte boven de topoppervlakte van de oven is 170mm.
Vóór het gebruik (Als uw oven van een grillelement is voorzien)
Om uw oven tijdens het vervoer en de opslag te beschermen, is het grillelement bedekt met een beschermende deklaag. Om deze deklaag te verwijderen moet het grillelement 10 minuten lang worden verhit. Deze procedure zal een onaangename geur veroorzaken omdat de beschermende deklaag op het element tenietgaat.
Om de deklaag te verwijderen, volg de onderstaande procedure:
1. Plaats een ovenvaste of voor magnetrons geschikte schaal met minstens 200cc water in de oven.
2. Druk op de convectieknop.
3. Stel de tijd op 10 minuten in.
4. Druk op de startknop.
5. Wanneer 10 minuten afgelopen zijn, klinkt er een signaal.
Opmerking:
De beschermende deklaag is nu verwijderd en de oven is klaar voor gebruik. U moet zich ervan bewust zijn dat uw oven nu heel heet is.
6. Doe de ovendeur open en haal er de schaal met water uit (gebruik ovenhandschoenen bij het verwijderen van de schaal).
KINDERSLOT
Om te voorkomen dat er een kind de oven gaat bedienen, installeer het kinderslot.
1. Druk op de knop Stop/Wissen en houd hem 3 seconden ingedrukt.
De stolindicator wordt weergegeven en alle knoppen functioneren niet
meer.
2. Om te annuleren, druk weer op de knop Stop/Wissen en houd hem 3 seconden ingedrukt.
- WAARSCHUWING : Kinderen mogen de oven zonder toezicht
alleen gebruiken wanneer hen adequate instructies zijn gegeven zodat het kind de oven veilig kan bedienen. Het kind dient zich bewust te zijn van de gevaren van onjuist gebruik.
Elektrische aansluiting
WAARSCHUWING – DIT APPARAAT MOET WORDEN GEAARD. RAADPLEEG HET TYPEPLAATJE VOOR VOLTAGE EN
CONTROLEER OF HET APPARAATVOLTAGE MET DE VOEDINGSVOLTAGE IN UW HUIS OVEREENKOMT.
De buigbare voedingskabel moet correct opnieuw worden verbonden, zoals hieronder beschreven, met een driepennige stekker van niet minder dan 13 AMP-capaciteit. U moet een stekker met 3 pennen gebruiken die met het nummer BS 1363 is gemarkeerd en van een zekering BS 1363 met de markering BS 1362 is voorzien.
Wij raden het gebruik van stekkers van goede kwaliteit aan en stopcontacten die kunnen worden uitgezet wanneer het apparaat niet in gebruik is.
BELANGRIJK-De draden in de voedingskabel waarvan dit apparaat is voorzien, zijn in overeenstemming met de volgende code gekleurd:
GROEN EN GEEL-AARDE BLAUW-NEUTRAAL BRUIN-ONDER SPANNING
Omdat de kleur van de draden in de voedingskabel van dit apparaat eventueel niet overeen kan komen met de gekleurde markeringen die de klemmen van uw stekker aangeven, doe als volgt:
Stroomtoevoer
• Controleer uw lokale stroombron. Deze magnetronoven werkt op een stroom van ongeveer 12 ampère, 230V 50Hz.
• De stroomtoevoerkabel is ongeveer 1,0 meter lang.
• De gebruikte voltage moet overeenkomen met die aangegeven op deze magnetron. Het gebruik van hogere voltage kan tot een brand of ander ongeval leiden waardoor de magnetron beschadigd raakt. Het gebruik van lagere voltage verhoogt de kooktijd. Wij stellen ons niet verantwoordelijk voor schade die uit het gebruik van deze oven met een andere voltage of ampèrezekering dan de aangegeven voortvloeit.
• Indien de toevoerkabel is beschadigd moet die worden vervangen door de producent of zijn serviestechnicus of een gelijk bekwame vakman om een gevaar te voorkomen.
De GROEN-EN-GELE draad moet met de zodanige klem in de stekker worden verbonden die van de letter “E” of van het aardesymbool of van GROEN-EN-GELE of GROENE kleur is voorzien. De BLAUW gekleurde draad moet met de klem worden verbonden die met de letter ‘N’ is gemarkeerd of ZWART of BLAUW is gekleurd. De BRUIN gekleurde draad moet met de klem worden verbonden die met de letter ‘L’ is gemarkeerd of ROOD of BRUIN is gekleurd. Als de klem in de stekker niet is gemarkeerd of u twijfelt dat u alles correct kan verbinden, raadpleeg een bekwame elektromonteur. Als u de correcte elektrische aansluitingen niet maakt, wordt uw magnetronoven beschadigd en eventueel kunt u gewond raken. De producent noch de verkoper is in dit geval verantwoordelijk.
GEGOTEN STEKKERS Zou het nodig zijn om een gegoten stekker uit de voedingskabel te verwijderen, moet die worden afgeknipt en vervangen door een geschikt vervangstuk.
De gegoten stekker kan voor geen ander apparaat worden gebruikt, haal daarom de zekering weg en verwijder de stekker onmiddellijk en op een veilige manier. Zo voorkomt u dat iemand, vooral kinderen, hem in een stopcontact kunnen insteken, hetgeen gevaarlijk is.
Zou de voedingskabel ooit moeten worden vervangen, is het van belang dat deze operatie door een bekwame elektromonteur wordt uitgevoerd. De voedingskabel moet uitsluitend door een van de producent aangeschafte buigzame kabel worden vervangen.
Alleen van toepassing als gegoten stekker meegeleverd is.
Nadat er een zekering in de stekker is vervangen, moet de zekeringhoes op zijn plaats worden gezet. Als de zekeringhoes kwijt is geraakt, moet een vervangstuk worden aangeschaft. De kleur van de correcte vervangzekering komt overeen met die van de gekleurde inlas in de stekkervoet of de kleur die op de voet van de stekkeruitsparing is aangebracht of elders op de stekker. Bij het bestellen van een vervanghoes voor de zekering, vermeld altijd de kleur. Uitsluitend 13 amp vervangzekeringen die door ASTA voor BS 1362 zijn goedgekeurd, moeten worden geïnstalleerd.
3
BELANGRIJKE VEILIGHEIDSVOORSCHRIFTEN LEES ZORGVULDIG DOOR EN BEWAAR VOOR LATERE RAADPLEGING
11. Alle aanwijzingen goed doorlezen voordat het apparaat in
gebruik te nemen.
12. De specifieke "VOORZORGSMAATREGELEN OM
EVENTUELE BLOOTSTELLING AAN OVERMATIGE MICROGOLFENERGIE TE VOORKOMEN" lezen en volgen die op pagina 1 te vinden zijn.
13. Dit apparaat moet worden geaard. Alleen op een correct
geaard stopcontact aansluiten.
14. Dit apparaat installeren en stationeren uitsluitend in
overeenstemming met de aangegeven installatie-instructies.
15. Sommige producten zoals hele eieren en voedsel in
luchtdichte verpakking – bijvoorbeeld, gesloten glazen potten – kunnen exploderen en moeten in deze oven niet worden verwarmd.
16. Dit apparaat uitsluitend gebruiken waarvoor het geschikt is
zoals in deze handleiding staat aangegeven. In dit apparaat geen agressieve chemische producten of dampen gebruiken. Dit type oven is speciaal vervaardigd voor het opwarmen, koken of drogen van levensmiddelen. Het is niet ontworpen voor het gebruik op een bedrijf of laboratorium.
17. Zoals bij elk toestel, is streng toezicht noodzakelijk wanneer
het door kinderen wordt gebruikt.
18. Dit apparaat niet bedienen indien het een beschadigd snoer
of stekker heeft, of het niet goed werkt, of als het beschadigd of omgevallen is.
19. Dit apparaat moet uitsluitend door bekwame vakkrachten
worden onderhouden.
Neem contact met een dichtstbijzijnde geautoriseerde serviesdienst op als u het apparaat wilt laten nakijken, repareren of aanpassen.
10. Geen openingen in het apparaat bedekken of blokkeren.
11. Dit apparaat uitsluitend binnen opslaan. Dit apparaat niet vlakbij water gebruiken – bijvoorbeeld, dicht bij een gootsteen, in een vochtige kelder, of vlakbij een zwembad of soortgelijke omgevingen.
12. Het snoer of de stekker niet in water dompelen.
13. Het snoer uit de buurt van verhitte oppervlakken houden.
14. Het snoer over de tafel- of aanrechtrand niet laten hangen.
15. Oftewel: a) Bij het schoonmaken van de deur- en ovenoppervlakken
die elkaar aanraken als de deur dicht is, gebruik uitsluitend zachte, niet agressieve zepen of wasmiddelen die met een spons of zacht doekje moeten worden aangebracht, Of:
b) Wanneer afzonderlijke schoonmaakinstructies worden
gegeven, volg de schoonmaakinstructies voor deuroppervlakken.
16. Om het risico van brand in de ovenbinnenruimte te verlagen: a) Laat het voedsel niet te lang koken. Let vooral op wanneer
papier, plastic of andere brandbare materialen in de oven worden geplaatst om het koken te vergemakkelijken.
b) Verwijder metalen sluitclips van papieren of plastic zakjes
alvorens het in de oven te plaatsen.
c) Indien de materialen in de oven vlam vatten, houd de
ovendeur gesloten, schakel de oven uit en haal de stekker uit het stopcontact, of schakel de stroom uit op het zekering- of stroomonderbrekerpaneel.
d) Gebruik de binnenruimte voor opslag niet. Laat geen
papier, keukengerei of levensmiddelen in de binnenruimte staan wanneer de oven niet in gebruik is.
17. Deze magnetronoven niet gebruiken om agressieve chemische producten te verwarmen (bijvoorbeeld, sulfiden en chloriden). Dampen van zulke agressieve chemische producten kunnen de contacten en veren van veiligheidsgrendelschakelaars aantasten waardoor ze onbruikbaar raken.
18. Het golfgeleiderdeksel altijd schoonhouden. Veeg de binnenruimte van de magnetron met een zacht vochtig doekje schoon na elk gebruik. Als u smeer of vet op het oppervlak laat zitten kan die de volgende keer dat u de oven gebruikt, oververhit raken, rook afgeven of zelfs vlam vatten.
19. Nooit olie of vet voor de frituur verwarmen omdat u de temperatuur niet kunt controleren. Het kan oververhitting en brand veroorzaken.
20. Vloeistoffen zoals water, koffie of thee kunnen buiten het kookpunt oververhit raken zonder dat ze lijken te koken vanwege oppervlaktespanning van de vloeistof. Als het glas of de kop uit de magnetron is verwijderd, kunt u de vloeistof niet altijd zien bobbelen of koken. DIT KAN ERTOE LEIDEN DAT HEEL HETE VLOEISTOFFEN PLOTSELING GAAN OVERKOKEN WANNEER EEN LEPEL OF ANDER KEUKENGEREI IN DE VLOEISTOF DOET. Om het letselrisico te verlagen:
1 Laat de vloeistof niet oververhit raken. 2 Roer de vloeistof vóór en in het midden van het
verwarmen
3 Gebruik geen rechtkantige flessen met smalle halzen. 4 Na het verwarmen laat de vloeistof een korte tijd in de
magnetron staan voordat u die verwijdert.
5 Wees uiterst voorzichtig bij het zetten van een lepel of
ander keukengerei in de vloeistof.
21. De inhoud van flessen en potjes met babyvoeding moet goed worden geroerd of geschud en de temperatuur moet vóór het gebruik worden gecontroleerd om verbranding te voorkomen.
22. Het apparaat moet zodanig worden gestationeerd dat de stekker bereikbaar is.
23. Dit apparaat is niet geschikt voor het gebruik door mensen (inclusief kinderen) met verminderd fysiek, zintuiglijk of geestelijk vermogen of met gebrek aan ervaring en kennis tenzij ze onder toezicht staan of hun omtrent het gebruik van het apparaat instructies zijn gegeven door een persoon die voor hun veiligheid verantwoordelijk is.
24. Kinderen moeten onder toezicht staan zodat ze met het apparaat niet gaan spelen.
25. Vanwege extreem hoge temperaturen raak de deur- en bovenverwarmeroppervlakken niet aan tijdens en na het gebruik van de oven in een kookmodus waarbij de verwarmer wordt verhit.
BEWAAR DEZE VOORSCHRIFTEN
Bij gebruik van elektrische apparatuur moeten basisveiligheidsvoorschriften in acht worden genomen, m.n. de volgende:
WAARSCHUWING- Om het risico van verbranding, elektrische schok, brand, letsel of blootstelling aan overmatige microgolfenergie te voorkomen:
4
11. Gebruik de oven nooit met andere doeleinden dan het
garen van levensmiddelen, zoals voor het drogen van kleding, papier of andere niet eetbare voorwerpen of voor sterilisatie. Ze kunnen vlam vatten.
12. Neem de lege oven nooit in gebruik; dit kan de oven
beschadigen.
13. Gebruik de binnenruimte van de oven nooit als een
opslagplaats voor kranten, kookboeken, keukengerei, enz.
14. Neem de oven nooit in gebruik zonder het schijfplateau
op de juiste plaats. Controleer dat het goed op de draaivoet is geplaatst.
15. Let op bij het verwijderen van het schijfplateau na het
koken van vlees waardoor er vet op het blad kan terechtkomen.
16. In tegenstelling tot alleen magnetronovens, kan deze
oven heet worden op de kast- en ovendeur. Gebruik altijd pannenlappen of ovenwanten bij het plaatsen of verwijderen van voedsel en/of toebehoren uit de oven. Wees voorzichtig bij het aanraken van alle ovengedeeltes behalve het bedieningspaneel tijdens en direct na het koken in grill- of combinatiemodus.
17. Indien de oven na de combinatiemodus heet is geraakt,
gebruik geen plastic of polystyreen vormen voor de magnetronmodus. Ze kunnen smelten.
18. Gebruik geen kringlooppapierproducten voor het koken.
Ze kunnen onzuiverheden bevatten die tijdens het klaarmaken vonken en/of vuur kunnen veroorzaken.
19. Ga niet door met het koken als er vonken verschijnen
wanneer u metalen keukengerei gebruikt. Zie sectie “Toebehoren" op pagina 8 voor het correcte gebruik van keukengerei.
10. Laat de oven niet onbeheerd tijdens korte kooktijden. Het kan brand veroorzaken of ertoe leiden dat de levensmiddelen overgaar raken.
11. Kook geen levensmiddelen met een vlies of schil, zoals dooiers, aardappelen, kiplevers enz., zonder ze eerst een paar keer met een vork te prikken.
12. Pof geen popcorn tenzij die in een voor magnetrons geschikte popcornpan wordt gepoft of tenzij die door de producent is verpakt en speciaal voor gebruik in magnetronovens is aanbevolen. In een magnetron gepofte popcorn geeft minder opbrengst dan die bij de traditionele manier; er blijft een aantal ongepofte korrels over. Gebruik geen olie tenzij door de producent anders is vermeld.
13. Maak geen pogingen om dit apparaat met de geopende deur te bedienen.
14. Maak geen pogingen om afsluitingen of panelen, enz. te verwijderen.
15. Houd de oven nu en dan in het oog wanneer levensmiddelen in wegwerpvormen, papier of andere brandbare materialen worden verwarmd of gekookt.
16. In geval van rook in de binnenruimte, zet het apparaat uit of haal de stekker uit het stopcontact en houd de deur gesloten opdat het vuur wordt gedoofd.
17. Bij het verwarmen van vloeistoffen in een magnetron kan er kookvertraging ontstaan die tot hevig overkoken en opspatten kan leiden. Daarom moet de schaal voorzichtig uit de oven worden verwijderd.
18. Controleer dat u doppen en deksels verwijdert alvorens in een fles verpakte levensmiddelen te koken.
19. Plaats geen vreemd materiaal tussen het ovenoppervlak en de deur. Dit kan tot overmatige lekkage van microgolfenergie leiden.
20. Laat popcorn niet langer poffen dan voor door de producent aangegeven tijd. (die is gewoonlijk minder dan 3 minuten). Als u langer kookt, worden er geen meer korrels gepoft, maar er ontstaat een risico van verschroeiing en brand.
Daarbij wordt het kookblad te heet om vast te houden of het
kan breken.
21. Bij verwarming van levensmiddelen in plastic of papieren verpakking, houd de magnetron in het oog vanwege de kans op ontsteking.
22. Controleer altijd de temperatuur van eten en drank dat/die in een magnetron is verwarmd voor ze aan iemand te geven, vooral aan kinderen of bejaarden. Het is belangrijk want eten en dranken die in een magnetron zijn verwarmd, blijven warmer worden, ook al worden ze in de magnetron niet meer verwarmd
23. Eieren in de schil en hele hardgekookte eieren moeten in magnetrons niet worden verwarmd want ze kunnen exploderen, zelfs nadat de verwarming in de magnetron ten einde is.
24. Het golfgeleiderdeksel altijd schoonhouden. Veeg de binnenruimte van de magnetron met een zacht vochtig doekje schoon na elk gebruik. Als u smeer of vet op het oppervlak laat zitten kan die de volgende keer dat u de oven gebruikt, oververhit raken, rook afgeven of zelfs vlam vatten.
25. Nooit olie of vet voor de frituur verwarmen omdat u de temperatuur niet kunt controleren. Het kan oververhitting en brand veroorzaken.
26. Tijdens gebruik raakt het apparaat heet. U moet opletten om de verwarmingselementen in de oven niet aan te raken.
27. Gebruik geen stoomreiniger in de oven.
Algemeen gebruik
Hieronder vindt u bepaalde regels en veiligheidsvoorschriften die, zoals met alle apparaten, moeten worden gevolgd om een beste werking van de oven te waarborgen:
5
OM ONTPLOFFING EN ONVERWACHTE OVERKOKING TE VERMIJDEN
1. Eieren
Kook nooit eieren in de schil. Stoom accumuleert zich tijdens het koken in de schil en het ei gaat exploderen. Als u eieren die niet door roeren of mengen zijn afgebroken, wilt koken of verwarmen, moet u altijd de dooiers prikken. Anders gaan die ook exploderen. U moet eerst hardgekookte eieren in de schil snijden alvorens ze in de magnetronoven te verwarmen.
2. Prikken
Prik altijd levensmiddelen met een vel of vlies, zoals aardappelen, tomaten, appels, worstjes enz. Als u ze niet prikt, wordt er stoom binnen geaccumuleerd en ze kunnen exploderen.
3. Deksels
Verwijder altijd deksels uit potten en vormen en schalen van meeneemmaaltijden alvorens ze in de magnetronoven te verwarmen. Als u het niet doet, kan er stoom en druk binnen accumuleren en tot een ontploffing leiden, zelfs nadat de magnetronmodus ten einde is.
WAARSCHUWING
Vloeistoffen zoals water, koffie of thee kunnen buiten het kookpunt oververhit raken zonder dat ze lijken te koken vanwege oppervlaktespanning van de vloeistof. Als het glas of de kop uit de magnetron is verwijderd, kunt u de vloeistof niet altijd zien bobbelen of koken. Dit kan ertoe leiden dat heel hete vloeistoffen plotseling gaan overkoken wanneer een lepel of ander keukengerei in de vloeistof doet. Om het letselrisico te verlagen: a) Laat de vloeistof niet oververhit raken. b) Roer de vloeistof vóór en in het midden van het verwarmen c) Gebruik geen rechtkantige flessen met smalle halzen. d) Na het verwarmen laat de vloeistof een korte tijd in de
magnetron staan voordat u die verwijdert.
e) Wees uiterst voorzichtig bij het zetten van een lepel of ander
keukengerei in de vloeistof.
WELKE VORMEN ZIJN GESCHIKT VOOR HET GEBRUIK IN DE OVEN?
Waarschuwing:
• Er is op de markt een aantal toebehoren beschikbaar. Alvorens het te kopen, vergewist u zich ervan dat het voor het gebruik in een magnetron geschikt is.
• Wanneer u levensmiddelen in de magnetronoven plaatst, vergewist u zich ervan dat het voedsel, voedselsteun of bedekking niet in direct contact komen met een interne wand en het plafond van de binnenruimte omdat het tot verkleuring kan leiden.
Gebruik alleen vormen die voor het gebruik in magnetronovens geschikt zijn. Vóór de vormen in gebruik te nemen, moet de gebruiker zich ervan vergewissen dat ze geschikt zijn voor het gebruik in magnetronovens.
Porseleinen en keramisch keukengerei is uiterst geschikt voor het gebruik in uw magnetronoven. Meeste types glas zijn het ook. Loodkristalglas kan barsten en moet daarom niet worden gebruikt. Plastic en papier kunnen ook worden gebruikt mits ze de temperatuur van de verwarmde levensmiddelen kunnen weerstaan. Voor het koken gebruik uitsluitend plastic dat een temperatuur boven de 120°C kan weerstaan, bijv. polypropeen en polyamide. Sommige plastic materialen, bijv. melamine, worden door microgolven verhit en beschadigd. Om zeker te weten of een bepaalde vorm geschikt is, kan de volgende eenvoudige vormtest worden gedaan: Plaats de lege vorm en een glas water in de magnetronoven. Het water is nodig omdat de oven niet leeg of alleen met lege vormen kan worden gedraaid. Laat de oven 1 minuut lang op vol vermogen draaien. Een geschikte vorm wordt alleen lauw.
Metalen vormen, zoals steel- of braadpannen moeten in magnetronovens niet worden gebruikt. Borden noch vaten met versieringen moeten worden gebruikt omdat de versieringen metaal, bijv. goud, kunnen bevatten en ze zullen worden beschadigd. Kleine stukken aluminiumfolie kunnen worden gebruikt, maar slechts om de gedeeltes te beschermen die overgaar kunnen raken (bijv. om kippenvleugels, pootuiteinden en visstaarten te bedekken). De folie moet echter de ovenwanden niet aanraken omdat de oven beschadigd kan worden.
Glas (gewoon) Nee Ja (1) Nee Glas (hittebestendig) Ja Ja Ja Glaskeramiek en keramiek Ja Ja (1) Ja (1) (hittebestendig) Aardewerk Ja Ja Ja Porselein (hittebestendig) Ja Ja Ja Plastic (gewoon) Nee Ja (2) nee Plastic (hittebestendig) Ja (2) Ja (2) Ja (2) Aluminiumfolie Ja Ja (3) Ja Metalen bakvormen Ja (4) Nee Ja (4) Metaal (potten, pannen, enz)
Ja Nee Nee
Papier Nee Ja Nee
1. Zonder metalen onderdelen of metalen randen.
2. Sommige plastic vormen zijn alleen hittebestendig tot een bepaalde temperaturen. Goed controleren!
3. U kunt aluminiumfolie gebruiken om gevoelige gerechtgedeeltes te beschermen (om ze niet overgaar te koken.)
4. Metalen blikken kunnen in de combinatiemodus worden gebruikt, maar als ze heel diep zijn zal de efficiëntie aanzienlijk afnemen omdat metaal geen microgolfenergie doorlaat.
Materiaal
Grill- &
convectiemo
dus
Magnetronm
odus
Gecombinee
rde modus
Alleen magnetronmodus
Keukengerei en kookvormen die in een magnetronoven worden gebruikt, dienen van een zodanig materiaal te zijn vervaardigd dat niet als barrière voor microgolfenergie fungeert. Gewoonlijk betekent het dat u (papieren), plastic, glazen of keramische vormen moet gebruiken. Metalen pannen weerkaatsen microgolfenergie en hinderen het kookproces, en moeten daarom niet worden gebruikt. Naast materiaal moet ook de vorm van het keukengerei in acht worden genomen. Ronde ovale vormen zorgen voor de meest gelijkmatige verwarming. Bij vierkante of rechthoekige vormen kan het voedsel in de hoeken overgaar raken omdat er daar meer energie wordt geabsorbeerd. Ondiepe vormen leveren een gelijkmatiger kookresultaat op.
6
Aluminiumfolie
Korstschaal Porselein en aardewerk
Polyesterkartonnen wegwerpschalen Snackverpakking
• Polystyreenbekers
• Papieren zakjes of krantpapier
• Kringlooppapier of metalen randen
Glaswerk
• Servies dat zowel in de oven als voor het opdienen kan worden gebruikt
• Fijn glaswerk
• Glazen potten
Metaal
• Schalen
• Sluitclips voor diepvrieszakken
Papier
• Borden, bekers, servetten en keukendoeken
• Kringlooppapier
Plastic
• Vormen
• Huishoudfolie
• Diepvrieszakken
Was- of vetbestendig papier
KOOKINSTRUCTIES
Gebruik alleen vormen die voor het gebruik in magnetronovens geschikt zijn. Om levensmiddelen in de magnetron te bereiden, moeten de microgolven het eten kunnen doordringen zonder dat ze door de gebruikte schaal worden weerspiegeld of geabsorbeerd. Daarom moet u de vormen zorgvuldig kiezen. Als de vorm als magnetronveilig is gemarkeerd, hoeft u geen zorgen te maken. In de volgende tabel vindt u een lijst van verschillende vormen en aanduidingen of en hoe ze in een magnetron kunnen worden gebruikt.
: Aanbevolen gebruik: Beperkt gebruik: Niet aanbevolen
Vorm Veilig Opmerkingen
Kan in kleine hoeveelheden worden gebruikt om te voorkomen dat dunnere gedeeltes aanbranden. Er kan een elektrische boog ontstaan als de folie zich te dicht bij de ovenwand bevindt of als er te veel folie wordt gebruikt.
Verwarm die niet langer dan 8 minuten voor. Porselein, keramiek, verglaasd aardewerk en hard porselein kunnen
gewoonlijk worden gebruikt tenzij er een metalen randversiering opstaat. Sommige diepvrieslevensmiddelen worden in zulke vormen verpakt.
Kan worden gebruikt om voedsel te verwarmen. Polystyreen kan smelten als het oververhit raakt. Kan vuur vatten. Kan elektrische boogontlading veroorzaken.
Kan worden gebruikt tenzij versierd met een metalen rand.
Kan worden gebruikt om voedsel of dranken te verwarmen. Fijn glas kan breken of barsten als u het te snel verwarmt. Verwijder eerst het deksel. Uitsluitend geschikt voor het verwarmen.
Kunnen elektrische boog of vuur veroorzaken.
Bij korte kooktijden en voor het opwarmen. Ook om overmatig vocht te absorberen. Kan elektrische boogontlading veroorzaken.
Vooral bij hittebestendig thermoplastic. Sommige andere plastic vormen kunnen bij hoge temperaturen krom trekken of verkleuren. Gebruik geen Melamineplastic. Kan worden gebruikt om vocht binnen te houden. Moet het voedsel niet aanraken. Wees voorzichtig bij het verwijderen van de folie omdat er hete stoom zal vrijkomen. Uitsluitend indien kookbaar of ovenvast. Moet niet luchtdicht zijn. Prik zonodig met een vork.
Kan worden gebruikt om vocht binnen te houden en spatten te voorkomen.
✕ ✕
✕ ✕
7
BEDIENINGSPANEEL
11
Display : Kooktijd, vermogensniveau,
programmacontrolelampjes en huidige tijd worden weergegeven. Magnetron ( ): Wanneer het knippert, werkt de oven in de MAGNETRON-modus. Grill ( ): Wanneer het knippert, werkt de oven in de GRILL-modus. Combi ( ): Wanneer het knippert, werkt de oven in de COMBI-modus. Convectie ( ): Wanneer het knippert, werkt de oven in de CONVECTIE-modus. Ontdooien ( ): Wanneer het knippert, werkt de oven in de ONTDOOIEN-modus. Autokok ( ): Wanneer het knippert, werkt de oven in de AUTOKOK-modus. Opwarmen ( ): Wanneer het knippert, werkt de oven in de OPWARMEN-modus. Stoomreinigen ( ): Wanneer het knippert, werkt de oven in de STOOMREINIGING-modus. gram ( ): Wanneer het knippert, werkt de oven in de gewichtinvoermodus.
22
Autokok : Wordt gebruikt om te koken of
verwarmen.
33
Ontdooien : Wordt gebruikt om levensmiddelen te
ontdooien.
44
Magnetron : Wordt gebruikt om het
vermogensniveau van de magnetron in te stellen.
55
Grill : Wordt gebruikt om de grillmodus te
selecteren.
66
Combi : Wordt gebruikt om de combimodus te
selecteren.
77
Convectie : Wordt gebruikt om de convectiemodus
en de temperatuur te selecteren.
88
Klok : Wordt gebruikt om de klok in te stellen.
99
STOOMREINIGING : Wordt gebruikt om de
binnenruimte van de oven schoon te maken.
00
Opwarmen : Wordt gebruikt om voedsel warm te
houden.
qq
Draaiknop : Wordt gebruikt om tijd, gewicht en
hoeveelheid in te stellen.
ww
START/PROMPTE KOK : Wordt gebruikt om een
programma of prompte kok op te starten (elke druk voegt 30 seconden van magnetronkooktijd toe).
ee
STOP/WISSEN : Wordt gebruikt om de oven te
stoppen of de kookgegevens te verwijderen.
4
5
6
1
2
3
7
8
9
0
q
w
e
Loading...
+ 18 hidden pages