LET OP:Verwijder in geen geval de bovenste afdekking (van
het achterste gedeelte) anders bestaat er gevaar
voor een elektrische schok. Het apparaat bevat geen
te onderhouden onderdelen; reparaties dienen door
bevoegde personen uitgevoerd te worden.
WAARSCHUWING:
Om het risico op brand of elektrische schokken te
beperken, dient u te voorkomen dat dit apparaat
wordt blootgesteld aan regen en vocht. Het apparaat
mag niet worden blootgesteld aan neerdruppelend
of opspattend water en er mogen geen met water
gevulde voorwerpen zoals een vaas op het
apparaat worden gezet.
Dit symbool wijst u er altijd op dat er niet-geïsoleerde
gevaarlijke spanning binnen de behuizing aanwezig
is deze spanning is voldoende om gevaar voor
elektrische schok op te leveren.
Dit symbool wijst u altijd op belangrijke bedieningsen onderhoudsvoorschriften in de bijbehorende
documenten. Wij vragen u dringend de handleiding
te lezen.
DE VEILIGHEIDSVOORSCHRIFTEN OP EEN RIJ:
1) Lees deze voorschriften.
2) Bewaar deze voorschriften.
3) Neem alle waarschuwingen in acht.
4) Volg alle voorschriften op.
5) Gebruik dit apparaat niet in de buurt van water.
6) Reinig het uitsluitend met een droge doek.
7) Let erop geen van de ventilatie-openingen te bedekken.
Plaats en installeer het volgens de voor-schriften van de
fabrikant.
8) Het apparaat mag niet worden geplaatst in de buurt van
radiatoren, warmte-uitlaten, kachels of andere zaken (ook
versterkers) die warmte afgeven.
9) Maak de veiligheid waarin door de polarisatie- of
aardingsstekker wordt voorzien, niet ongedaan. Een
polarisatiestekker heeft twee bladen, waarvan er een breder
is dan het andere. Een aardingsstekker heeft twee bladen en
een derde uitsteeksel voor de aarding. Het bredere blad of
het derde uitsteeksel zijn er voor uw veiligheid. Mocht de
geleverde stekker niet in uw stopcontact passen, laat het
contact dan door een elektricien vervangen.
10) Zorg ervoor dat er niet over de hoofdstroomleiding
gelopen kan worden en dat het niet wordt samen-geknepen,
vooral bij stekkers, verlengkabels en het punt waar ze het
apparaat verlaten.
11) Gebruik uitsluitend door de producent gespeci-ficeerd
toebehoren c.q. onderdelen.
12) Gebruik het apparaat uitsluitend in combinatie met de
wagen, het statief, de driepoot, de beugel of tafel die door de
producent is aangegeven, of die in combinatie met het
apparaat wordt verkocht. Bij gebruik van een wagen dient
men voorzichtig te zijn bij het verrijden van de combinatie
wagen/apparaat en letsel door vallen te voorkomen.
Technische veranderingen en veranderingen in het productuiterlijk onder
voorbehoud. Alle gegevens komen overeen op het moment van de
drukoplage. De hier afgebeelde of vermelde namen van andere bedrijven,
instellingen of publicaties en de desbetreffende logos zijn geregistreerde
handelsmerken van de desbetreffende houders. Het gebruik hiervan is op
géén enkele wijze een aanspraak op het desbetreffende handelsmerk en
vertegenwoordigt géén bestaande band tussen de houder van het
handelsmerk en BEHRINGER®. Voor de juistheid en volledigheid van de
gegeven beschrijvingen, afbeeldingen en aanwijzigen neemt BEHRINGER
géén enkele vorm van aansprakelijkheid. De afgebeelde kleuren en
specificaties kunnen onbeduidend van het product afwijken. Distributeurs
en handelaren zijn geen gevolmachtigden van BEHRINGER® en hebben
geen enkele bevoegdheid om BEHRINGER® op welke wijze dan ook
juridisch te binden, zij het impliciet of expliciet. Dit boek is auteursrechtelijk
13) Bij onweer en als u het apparaat langere tijd niet gebruikt,
haalt u de stekker uit het stopcontact.
14) Laat alle voorkomende reparaties door vakkundig en
bevoegd personeel uitvoeren. Reparatiewerkzaamheden zijn
nodig als het toestel op enige wijze beschadigd is geraakt,
bijvoorbeeld als de hoofdstroomkabel of -stekker is
beschadigd, als er vloeistof of voorwerpen in terecht zijn
gekomen, als het aan regen of vochtigheid heeft blootgestaan,
niet normaal functioneert of wanneer het is gevallen.
15) WAARSCHUWING Deze onderhoudsinstructies zijn
uitsluitend bedoeld voor gekwalificeerd onderhoudspersoneel. Om het risico op elektrische schokken te
beperken, mag u geen andere onderhoudshandelingen
verrichten dan in de bedieningsinstructies vermeld staan,
tenzij u daarvoor gekwalificeerd bent.
2
MIDI FOOT CONTROLLER FCB1010
1. INLEIDING
Hartelijk dank voor het vertrouwen dat u door de aankoop van
de FCB1010 in ons stelt. De BEHRINGER MIDI FOOT
CONTROLLER is een ultra-flexibele controle-eenheid, die zich
voor de meest uiteenlopende toepassingen leent. Of u nu gitaar
of keyboard speelt of dat u een studio bezit, met 10 BANKEN à
10 PRESETS en twee vrij programmeerbare expressie-pedalen
vindt u voldoende ruimte voor het beheer van uw MIDI-Setups.
Gitaarspelers zullen vooral de mogelijkheid waarderen om door
middel van twee analoge SWITCHES van kanaal te wisselen: dit
geeft volledige controle over de versterker en effecten vanuit één
schakelcentrale. Dankzij zijn ultrastabiele behuizing en de
geïntegreerde voeding bewijst de FCB1010 zich absoluut als
apparaat om mee te nemen on the road. De eenvoudige
programmeerbaarheid zorgt voor plezier bij het spelen in plaats
van frustraties en nodigt uit, de grenzen van de te besturende
MIDI-apparatuur opnieuw te verkennen.
+ De volgende handleiding laat u als eerste met de
bedieningselementen van het apparaat kennis maken,
zodat u alle functies leert kennen. Bewaart u de handleiding na lezing alstublieft zorgvuldig, zodat u deze
altijd bij de hand heeft, wanneer u nog eens iets wilt
overlezen.
1.1 Voordat u begint
1.1.1 Levering
Teneinde een veilig transport te waarborgen, is de FCB1010 in
de fabriek zorgvuldig ingepakt. Mocht de doos desondanks
beschadigingen vertonen, kijkt u dan direct of de buitenkant van
het apparaat zelf beschadigd is geraakt.
+ Stuurt u het apparaat bij eventuele beschadigingen NIET
aan ons terug, maar neemt u dringend eerst contact op
met uw dealer en het transportbedrijf, aangezien elke
aanspraak op vergoeding anders teniet kan worden
gedaan.
+ Om een optimale bescherming van je FCB1010 te
garanderen raden we je aan om tijdens gebruik en voor
vervoer een koffer te gebruiken.
+ Defecte zekeringen dienen absoluut door zekeringen
van de juiste waarde te worden vervangen! De
specificaties vindt u in het hoofdstuk TECHNISCHE
GEGEVENS.
Het apparaat wordt met behulp van het meegeleverde netkabel
met apparaatbus op het net aangesloten. Deze voldoet aan de
nodige veiligheidseisen.
+ Let u er alstublieft op, dat alle apparaten geaard dienen
te zijn. Voor uw eigen veiligheid dient u in geen geval
de aarding van de apparaten c.q. de netkabel te
verwijderen of onklaar te maken. Het toestel met altijd
met een intacte aarddraad aan het stroomnet
aangesloten zijn.
De MIDI-aansluitingen (IN en OUT/THRU) verlopen via
gestandaardiseerde DIN-stekkerverbindingen. De dataoverdracht
geschiedt potentiaalvrij via opto-koppelingen. De twee schakeluitgangen gaan galvanisch gescheiden door relais-contacten naar
de aansluitingen, de verbinding verloopt via stereoklinkerkabels.
Meer informatie vindt u in hoofdstuk 3 AANSLUITEN.
1.1.3 Garantie
Neemt u alstublieft even de tijd om de volledig ingevulde
garantiekaart binnen 14 dagen na aankoop aan ons terug te
sturen, aangezien u anders de uitgebreide garantie verliest. U
kunt zich desgewenst ook online via onze internet-site
(www.behringer.com) bij ons laten registreren.
1.2 Het handboek
Dit handboek is zodanig gestructureerd dat u overzicht houdt
over de bedieningselementen en tegelijk uitgebreide informatie over
het gebruik ervan krijgt. Om ervoor te zorgen dat u de verbanden
snel doorziet, hebben we de bedieningselementen naar hun functie
in groepen bij elkaar gezet. Mocht u meer uitleg over een bepaald
onderwerp wensen, bezoek dan onze website www.behringer.com.
Daar vindt u bijvoorbeeld meer uitleg over regel- en effectversterkers.
1.3 Bedieningselementen
+ Gebruik alsjeblieft de originele doos om schade bij
opslag en verzending te vermijden.
+ Laat zonder toezicht geen kinderen met het apparaat of
verpakkingsmateriaal omgaan.
+ Neem alsjeblieft de milieuvoorschriften in acht bij het
weggooien van het verpakkingsmateriaal.
1.1.2 Installatie
Zorgt u alstublieft voor voldoende luchttoevoer en zet de
FCB1010 niet op een eindtrap of in de buurt van een verwarming
neer, om oververhitting van het apparaat te voorkomen.
+ Voordat u het apparaat op het stroomnet aansluit, dient
u eerst zorgvuldig na te gaan of uw apparaat op de juiste
voedingsspanning is ingesteld:
De zekeringhouder aan de bus voor de netaansluiting heeft 3
driehoekige markeringen. Twee van deze driehoeken staan recht
tegenover elkaar. Uw apparaat is op de naast deze markeringen
staande bedrijfsspanning ingesteld en kan worden omgeschakeld
door de zekeringhouder 180° te draaien. LET OP: Dit geldt niet
voor exportmodellen, die bijv. alleen voor een netspanning
van 120 V zijn ontworpen!
+ Wanneer het apparaat op een andere netspanning wordt
ingesteld, dient er een andere zekering te worden
geplaatst. De specificaties vindt u in het hoofdstuk
TECHNISCHE GEGEVENS.
1.3.1 Het frontpaneel
Afb. 1.1: Bedieningselementen op het frontpaneel
Voettoetsen 1 tot 10/0. Deze voettoetsen dienen voor het
omschakelen van de Presets, voor het programmeren en
voor het invoeren van waarden in de programmeermodus
en verder voor het activeren van de DIRECT SELECTfunctie (alleen 10/0).
UP/DOWN-Toets. Met deze pedaaltoetsen bladert u als het
ware door de verschillende banken en programmaniveaus. Bij
het programmeren komt UP met het bevel ENTER (bevestigen)
en DOWN met het bevel ESCAPE (annuleren) overeen.
+ Wanneer DIRECT SELECT ingeschakeld is, is er iets
bijzonders aan de hand (vgl. hoofdstuk 2
PROGRAMMERING VAN DE FCB1010): In deze mode
zijn de UP/DOWN-toetsen niet meer nodig voor de
31. INDLEDNING
MIDI FOOT CONTROLLER FCB1010
selectie van de banken. In plaats daarvan kunt u in de
GLOBAL CONFIGURATION bepalen, of UP het SWITCH
1- en DOWN het SWITCH 2-relais schakelt. De voorgeprogrammeerde SWITCH-instellingen worden dan bij
elke druk geïnverteerd (omgeschakeld).
EXPRESSION PEDAAL A. Hiermee kunt u controller-
waarden continu veranderen. Bovendien kan men in
programmeermode via dit kanaal de waarden invoeren.
EXPRESSION PEDAAL B. Hiermee kunt u controller-
waarden continu veranderen.
STATUS-LEDs. De gele LEDs geven of de status van de
PRESET-programmering of die van de GLOBAL
CONFIGURATIONs weer.
LED-display. Toont het actuele BANK-/PRESET-nummer.
Bovendien worden de waardeveranderingen bij de
programmering in het display getoond.
1.3.2 De achterkant
Afb. 1.2: De aansluitingen aan de achterkant
ZEKERINGHOUDER/ VOLTAGE. Voordat u het apparaat met
het stroomnet verbindt, dient u eerst te controleren of het
aangegeven voltage overeenkomt met de netspanning ter
plaatse. Als er een zekering vervangen wordt, dient men
absoluut hetzelfde type te gebruiken. Bij sommige apparaten
kan de zekeringhouder in twee verschillende posities worden
ingezet, om zo tussen 230 V en 120 V om te kunnen schakelen.
Denkt u er alstublieft aan, dat er bij gebruik van het apparaat
bij 120 V buiten Europa, zekeringen met hogere waarden
geplaatst dienen te worden. (zie hoofdstuk 3 AANSLUITEN).
IEC-APPARAATBUS. Dient ter verbinding met het
stroomnet. Een geschikte netkabel wordt meegeleverd.
POWER-Schakelaar. Zet de FCB1010 aan. De POWERknop dient in de positie uit (niet ingedrukt) te staan op het
moment dat het apparaat op het stroomnet aansluit.
Verder kunt u data door de FCB1010 laten gaan en er via
MIDI MERGE andere data bij mixen, die dan gezamenlijk
bij MIDI OUT/THRU worden afgenomen.
MIDI OUT/THRU. Aan deze bus sluit u apparaten aan, die
u met de FCB1010 wilt aansturen. Door middel van de SOFT
THRU-schakeling van de FCB1010 bestaat bovendien de
mogelijkheid, signalen, die bij MIDI IN van de FCB1010
binnenkomen, aan de MIDI OUT door te geven en met de
FCB1010-datastroom te mixen.
2. PROGRAMMERING VAN DE
In dit hoofdstuk komt u alles te weten over de programmering van
de FCB1010 en de aanpassing van het apparaat aan uw individuele
MIDI-setup. Niet bang zijn! Programmering betekent hier niet dat
u eerst een computertaal moet leren beheersen, om aan de
FCB1010 een MIDI-bevel te kunnen ontlokken. De FCB1010 vraagt
u, alle functies stuk voor stuk in te stellen. U selecteert en bevestigt
eenvoudig uw keus. Wanneer bij bepaalde functies parameters
moeten worden bepaald, dan wordt ook hiernaar gericht gevraagd.
2.1 Selectie van BANK en PRESET
Er zijn twee methoden om een BANK en diens PRESETS te
selecteren. Welke van de twee wordt gebruikt, hangt af van de
parameter DIRECT SELECT in het GLOBAL CONFIGURATIONmenu. Als DIRECT SELECT is ingeschakeld, verloopt de selectie
direct via de PRESET-voetschakelaar, doordat u als eerste het
nummer van de BANK en daarna het nummer van de PRESET
kiest. Als DIRECT SELECT uitgeschakeld is, moet u eerst met
behulp van UP en DOWN alle BANKEN doorlopen en dan de
PRESET uitkiezen. In de fabrieksinstelling is DIRECT SELECT
uitgeschakeld. De volgende afbeeldingen dienen om de twee
methoden te verduidelijken:
2.1.1 DIRECT SELECT uitgeschakeld
Laten we aannemen, dat u PRESET 1 in BANK 3 wilt selecteren.
Stap 1
U selecteert met behulp van de UP/DOWN-toets de bank,
waarin de preset opgeslagen is (in dit geval bank 3).
Stap 2
U selecteert de gewenste preset (in dit geval preset nr. 1).
FCB1010
+ Let op: De POWER-schakelaar schakelt de stroom-
voorziening bij het uitzetten niet volledig uit. Trek
daarom de kabel uit het stopcontact wanneer u het
apparaat gedurende langere tijd niet gebruikt.
SERIENUMMER. Stuurt u ons de garantiekaart alstublieft
binnen 14 dagen na aankoop volledig ingevuld terug,
aangezien u anders de uitgebreide garantie verliest. Of u
laat zich eenvoudig online registreren (www.behringer.com).
Afb. 1.3: De aansluitingen aan de achterkant
SWITCH 1 en 2. Aan deze bussen sluit u uw versterker aan
om van kanaal te kunnen wisselen. U heeft een mono- of
een stereoklinkerkabel nodig.
MIDI IN. Aan de MIDI IN van de FCB1010 sluit u een
sequencer o.i.d. aan, om met SysEx-dump de eerder
opgeslagen geheugeninhoud terug in het apparaat te laden.
42. PROGRAMMERING VAN DE FCB1010
Afb. 2.1: Methode om de PRESET te selecteren bij
uitgeschakelde DIRECT SELECT
2.1.2 DIRECT SELECT geactiveerd
Bij ingeschakelde DIRECT SELECT gaat u anders te werk (hoe
DIRECT SELECT wordt geactiveerd, leest u in paragraaf 2.2.1).
Om PRESET 1 in BANK 3 te selecteren is de methode als volgt:
Stap 1Stap 2
MIDI FOOT CONTROLLER FCB1010
Stap 1
U selecteert de bank (in ons voorbeeld bank nr. 3) door het
indrukken van voetschakelaar 3.
Stap 2
U selecteert de gewenste preset (in dit geval preset 1) door het
indrukken van voetschakelaar 1. Het display toont de
geselecteerde Preset 31.
Stap 2
Afb. 2.2: Bedieningsstappen ter selectie van een PRESET bij
ingeschakelde DIRECT SELECT
Zoals het voorbeeld laat zien, geeft DIRECT SELECT een
snellere toegang naar BANK en PRESET dan de selectie bij
uitgeschakelde DIRECT SELECT. Voor welke werkwijze u kiest,
ligt aan hetgeen u wilt doen. Zolang u zich vooral met één bank
bezighoudt, is het gunstiger, DIRECT SELECT uit te schakelen,
omdat u dan met slechts één druk op de knop een nieuwe Preset
kunt oproepen.
Stap 1
2.2 GLOBAL CONFIGURATION
In de GLOBAL CONFIGURATION bevinden zich de instellingen,
die voor alle Presets en Functies van uw FCB1010 gelden (bijv.
selectie van de MIDI-Kanalen, SYSEX SEND & RCV, DIRECT
SELECT enz.). Houdt bij het inschakelen DOWN circa 2,5 sec.
lang ingedrukt.
De DIRECT SELECT LED in het display licht op. De GLOBAL
CONFIGURATION-modus wordt geactiveerd.
Door middel van de toetsen UP en DOWN heeft u nu de
mogelijkheid door de drie hoofdpaginas van GLOBAL
CONFIGURATION te bladeren. Met UP gaat u vooruit en met
DOWN terug. De LED geeft aan, op welke pagina u zich bevindt:
Om het GLOBAL CONFIGURATION-menu te kunnen verlaten,
dient u de DOWN/ESCAPE-toets iets langer (> 2,5 sec.) in te
drukken.
+ Alleen door deze actie (> 2,5 sec. indrukken) worden de
door u ingevoerde instellingen op-geslagen!
2.2.1 DIRECT SELECT-pagina
Houdt bij het inschakelen van het apparaat de DOWN/ESCAPEtoets ingedrukt. U komt nu in het GLOBAL CONFIGURATIONmenu en de groene DIRECT SELECT-LED licht op. Om DIRECT
SELECT te activeren, drukt u op toets 10/0. De rode LED van de
toets licht op Om de Presets nu direct te kunnen kiezen, dient u
het activeren van DIRECT SELECT bevestigen. Hiervoor houdt
u DOWN/ESCAPE 2,5 sec. lang ingedrukt en verlaat zo de
GLOBAL CONFIGURATION. In het display verschijnt 00. Nu
kunt u de Presets, zoals in paragraaf 2.1.2 beschreven, direct
kiezen.
2.2.2 MIDI-kanaalinstelling
Om van DIRECT SELECT naar de MIDI FUNCTION te gaan,
drukt u op UP. De MIDI FUNCTION-LED in het display knippert.
Op deze plaats legt u de MIDI-kanalen voor de verschillende
MIDI-functies vast, die door de FCB100 kunnen worden
doorgezonden. D.w.z. dat u de diverse MIDI-kanalen aan
individuele MIDI-functies kunt toekennen, om bijv. meerdere aan
de FCB1010 aangesloten apparaten aan te sturen. De betreffende
MIDI-functie selecteert u via de voettoetsen 1 tot 10/0. De
standaard-instelling voor alle functies is MIDI-kanaal 1.
Tab. 2.1: Toewijzing van de MIDI-functies per voetschakelaar
sWanneer u een MIDI-functie door het indrukken van een
van de voettoetsen heeft geselecteerd, begint de bijbehorende
voetpedaal-LED te knipperen.
sU drukt op UP/ENTER, om de geselecteerde MIDI-functie
te bevestigen.
sU stelt het MIDI-kanaal voor de gekozen functie direct via
de voetschakelaars 1 tot 10/0 in of via het EXPRESSION
PEDAAL A.In het display wordt uw selectie weergegeven.
sU drukt op UP/ENTER, om de ingegeven waarde te
bevestigen en naar het volgende niveau te gaan,
of u gebruikt DOWN/ESCAPE, om de functie te verlaten.
Afb. 2.3: Menustructuur van GLOBAL CONFIGURATION
2.2.3 CONFIG-pagina
Als u zich op de CONFIGURATION-pagina bevindt, dan licht
de bijbehorende CONFIG.-LED op. Op dit niveau heeft u de
beschikking over de volgende functies, die door middel van de in
Tabel 2.2 genoemde voettoetsen kunnen worden opgeroepen:
52. PROGRAMMERING VAN DE FCB1010
MIDI FOOT CONTROLLER FCB1010
)
)
Maakt het kopiëren van Presets mogelijk
Stuurt de complete geheugeninhoud als
wacht de FCB1010 op de ontvangst van
r-
I
RUNNING
7RHWV)XQFWLH%HWHNHQLV
Legt vast, of Relais 1 bi j een druk op
1SWITCH 1
2SWITCH 2
PRESET
5
COPY
SYSEX
6
SEND
SYSEX
7
8MERGE
9
RCV
STATUS
Tab. 2.2: Toewijzing van de schakelaars in de
een Preset-toets permanent (LED aan
of tijdelijk (LED uit) overs c hakelt.
Legt vast, of Relais 2 bi j een druk op
een Preset-toets permanent (LED aan
of tijdelijk (LED uit) overs c hakelt.
(zie paragraaf 2.4.1).
SysEx-dump door.
Wanneer deze functie is geactiveerd,
systeemexclusi eve data. De schakelaa
LED gaat uit, zodra er een correc te
ontvangst heeft plaatsgevonden.
Geeft de mogelijkheid data die bij MID
IN binnenkomen te mixen met de data
die de FCB1010 voortbrengt. De
gemixte datastroom gaat er bij MIDI
OUT weer uit.
Schakelt de running status in of uit.
Dient om de MIDI-overdrachtratio
effectiever te benut ten. De MIDI Status
Byte van de expressie-pedalen wordt
alleen dan doorgestuurd, wanneer deze
een verschil met de voorafgaande
Status Byte vertoont.
CONFIGURATION-setup
+ Externe apparatuur, bijv. gitaar- of basversterkers, kan
via de SWITCH 1 & 2-uitgangen worden aangestuurd.
Als de FCB1010 deze schakelfunctiesdient te kunnen
bedienen, moet u eerst bij het aan te sturen apparaat
bekijken, of dit op een schakel-toestand (contact open
of gesloten) of op schakel-impulsen (contact gesloten
zolang de toets is ingedrukt) reageeert. De gitaar- en
basversterkers van BEHRINGER reageren op schakelimpulsen. Wilt u dus bij een BEHRINGER gitaarversterker de wisseling van kanaal niet via MIDI, maar
door middel van de schakeluitgangen op afstand laten
bedienen (omdat u net geen MIDI-kabel over heeft), dan
moet u in het GLOBAL CONFIGURATION menu bij
CONFIG de Switch 1 & 2-LEDs uitschakelen. In de voorinstelling zijn deze LEDs aan en geven aan dat de
geprogrammeerde schakeltoestand bijbehouden blijft.
2.3 PRESET-programmering voor
snelstarters
U kunt voor iedere van de in totaal 100 PRESETS definiëren,
welke MIDI-functies bij een oproep gestuurd zullen worden.
Zo bestaat bijvoorbeeld de mogelijkheid, vijf verschillende
programmawissel- en tegelijk twee controller-bevelen naar
aangesloten apparatuur te sturen. Teneinde te programmeren,
wat er bij de selectie van een bepaalde PRESET gestuurd moet
worden, gaat u als volgt te werk:
sU kiest de te bewerken preset uit.
sOm in de PRESET-programmeermode te geraken drukt u
tegelijkertijd DOWN/ESCAPE in.
sVia de voetschakelaars 1 en 2 verandert u de
schakeltoestand van de twee SWITCHES. U leest de huidige
schakeltoestand aan de hand van de voetschakelaar-LED
en de overeenkomstige SWITCH-LED in het acrylvenster
af.
+ Wanneer DIRECT SELECT ingeschakeld is, kan de
schakeltoestand van de SWITCHES ook met behulp van
de UP (SWITCH 1)- en DOWN (SWITCH 2)-toetsen
worden geïnverteerd oftewel omgedraaid. Deze functie
moet dan wel voor allebei de SWITCHES in het
CONFIGURATION-Menu zijn geactiveerd.
sU bevestigt met UP/ENTER.
sU activeert of deactiveert elke MIDI-functie doordat u de
overeenkomstige voetschakelaar (ca. 1,5 sec.) ingedrukt
houdt. Welke voetschakelaars van de verschillende MIDIfuncties actief zijn, kunt u aan het oplichten van de desbetreffende voettoets-LEDs zien. De MIDI-functies kunt u
door een korte druk op de bijbehorende voettoetsen activeren en ter bewerking selecteren zolang SELECT in het
display oplicht. Tijdens de selectie en activering knipperen
de geselecteerde voettoets-LED en het display. De
NUMBER-LED licht op. U kunt kiezen uit de volgende MIDIfuncties:
Tab. 2.3: Toewijzing van de voetschakelaars tijdens de
PRESET-programmering
+ Het instellen van de MIDI-kanalen voor de des-
betreffende MIDI-functies geschiedt niet in het Presetmenu, maar in de GLOBAL CONFIGURATION op de MIDI
FUNCTION-pagina (zie paragraaf 2.2.2).
sU bevestigt met UP/ENTER of gaat een stap terug met
DOWN/ESCAPE.
sWanneer u PROGRAM CHANGE als MIDI-functie heeft
geselecteerd, geeft u nu een programmawissel-nr. in het
bereik van 0 tot 127 in. U bevestigt met UP/ENTER of gaat
een stap terug met DOWN/ESCAPE.
sHeeft u CNT1, CNT2, EXP A of EXP B geselecteerd, dan
kunt u het nummer van de controller definiëren dat bij het
indrukken van de bijbehorende voetschakelaar wordt
gestuurd. De invoer geschiedt met behulp van de voetschakelaars 1 tot 10/0 of door middel van het EXPRESSION
PEDAAL A.
Afb. 2.4: PRESET-programmering
62. PROGRAMMERING VAN DE FCB1010
MIDI FOOT CONTROLLER FCB1010
sU bevestigt met UP/ENTER of gaat een stap terug met
DOWN/ESCAPE.
+ Aangezien voor de definitie van PROGRAM CHANGES
geen verdere gegevens benodigd zijn, leidt de bevestiging
met UP/ENTER terug naar de MIDI-functieselectie. U kunt
nu nog andere MIDI-functies bewerken.
sWanneer u één van de twee MIDI-controllers configureert,
moet u nog de controller-waarde instellen. Geeft u daartoe
met de voetschakelaars 1 tot 10/0 de gewenste waarde in
(waardebereik 0 tot 127).
+ Bij de EXPRESSION-PEDALEN dienen twee controller-
waarden te worden ingevoerd. Wanneer het ene
expressie-pedaal als de te bewerkende MIDI-functie is
geselecteerd, dan wordt hier de eerste controller-waarde
ingevoerd. Deze komt overeen met de onderste grens
van het bereik dat door MIDI wordt afgegeven. Let u er
alstublieft op dat de eerste controller-waarde altijd
kleiner moet zijn dan de tweede waarde!
sU bevestigt uw invoer met UP/ENTER of gaat een stap terug
met DOWN/ESCAPE.
sWanneer bij de MIDI-functieselectie een expressie-pedaal
is gekozen, komt u nu met UP/ENTER bij de vraag, de
tweede controller-waarde in te voeren. Deze komt met de
bovenste bereiksgrens overeen die over MIDI wordt
afgegeven. Is dit niet het geval, dan leidt een druk op UP/
ENTER u terug naar de MIDI-functieselectie.
+ Denkt u er alstublieft om dat de eerste Controller-waarde
altijd kleiner moet zijn dan de tweede!
+ U kunt de programmeermode ten allen tijde door een
lange druk op DOWN weer verlaten. Daarbij wordt alle
bevestigde invoer in de actuele preset overgenomen.
2.4 PRESET-programmering in detail
2.4.1 Preset-kopieerfunctie
De Preset-kopieerfunctie geeft de mogelijkheid, een reeds
geprogrammeerde Preset naar een willekeurige nieuwe Preset
te kopiëren. Dit bespaart u tijd, aangezien niet alle instellingen
voor elk nieuw geprogrammeerde Preset hoeven te worden
herhaald.
sActiveer CONFIG in de GLOBAL CONFIGURATION (zie
Hoofdstuk 2.2).
sNu kunt u met een druk op voetschakelaar 5 de kopieer-
functie activeren.VALUE 1-LED licht op en de cijfers van
het display knipperen.
sSelecteer het nummer van de preset die u kopiëren wilt, en
bevestig met UP/ENTER. VALUE 2-LED licht op en de cijfers
van het display knipperen.
+ In bank 0 vindt u presets 1 tot en met 10, in bank 1
presets 11 - 20 enz.
sSelecteer nu de doel-preset, en bevestig met UP/ENTER
of hef de selectie op met DOWN/ESCAPE.
sWanneer u nog meer presets wilt kopiëren, druk dan opnieuw
op voetschakelaar 5. U verlaat de GLOBAL CONFIGURATION
door DOWN/ESCAPE wat langer in te drukken.
2.4.2 Het programmeren van de twee Switches
sKiest u de te bewerken PRESET.
sDrukt u DOWN langer dan 2,5 seconden in om in de
programmeermode te geraken.
sActiveer of deactiveer de switches al naar gelang en
bevestig met UP/ENTER.
sVerlaat de PRESET-programmeermodus door lang op
DOWN/ESCAPE te drukken, of activeer de UP/ENTERtoets om op de volgende pagina te komen, waar u alle MIDIfuncties voor de zojuist geselecteerde Preset kunt bewerken.
2.4.3 Het programmeren van Program Changes
sKies de te bewerken PRESET.
sHoudt DOWN/ESCAPE langer dan 2,5 seconden ingedrukt
om in de programmeermodus te komen. De groene
SWITCH 1/SWITCH 2-LED in het display knippert.
sGebruik UP/ENTER, om naar de volgende pagina te gaan.
De SELECT-LED in het display licht op.
+ Om een MIDI-functie te kunnen programmeren, dient
deze actief te zijn. U activeert de verschillende MIDIfuncties door lang op de desbetreffende toets te
drukken. Actieve MIDI-functies worden door een
permanent oplichtende voettoets-LED weergegeven.
sDoor kort op de bijbehorende voettoets te drukken, selec-
teert u nu de PROGRAM CHANGE, die u voor de gekozen
Preset wilt programmeren (voettoetsen 1 tot 5). De voettoets-LED knippert.
sBevestig met UP/ENTER. De NUMBER-LED in het display
licht op.
sVoer het programma-wisselbevel in (1 tot 128) dat u zenden
wilt (via de voettoets of het Expression-pedaal A).
sBevestig met UP/ENTER of annuleer met DOWN/ESCAPE.
De SELECT-LED in het display licht op.
sSelecteer de volgende MIDI-functie die u bewerken wilt of
verlaat de PRESET-programmeermodus door lang op
DOWN/ESCAPE te drukken.
2.4.4 Programmeren van Control Changes
sSelecteer de te bewerken PRESET.
sHoudt DOWN langer dan 2,5 seconden ingedrukt om in de
programmeermode te geraken. De SWITCHES-LED licht op.
sGebruik UP/ENTER, om naar de volgende pagina te
gaan. De SELECT-LED in het display licht op.
+ Om een MIDI-functie te kunnen programmeren, dient
deze actief te zijn. U activeert de verschillende MIDIfuncties door lang op de desbetreffende toets te
drukken. Actieve MIDI-functies worden door een
permanent oplichtende voettoets-LED weergegeven.
sActiveer de Controller die u bewerken wilt door lang op de
bijbehorende voetschakelaar (voetschakelaar 6 of 7) te
drukken. Door nog eens kort op de toets te drukken wordt
deze geselecteert. De LED knippert.
sBevestig met UP/ENTER. De NUMBER-LED in het display
licht op.
sVoer het gewenste Controller-nummer (0 tot 127) via de
voettoetsen of het Expression-pedaal A in.
sBevestig met UP/ENTER. De VALUE1-LED in het display
licht op.
sVoer het controller-nr. met de voetschakelaars 1 tot 10/0 of
met het EXPRESSION PEDAAL A in.
+ Wanneer u uw invoer wilt corrigeren, dan kunt u met
DOWN/ESCAPE steeds één stap terug gaan.
sBevestig met UP/ENTER. De SELECT-LED in het display
licht op.
sSelecteer de volgende MIDI-functie die u bewerken wilt of
verlaat de PRESET-programmeermodus door lang op
DOWN/ESCAPE te drukken.
2. PROGRAMMERING VAN DE FCB1010
7
MIDI FOOT CONTROLLER FCB1010
2.4.5 Programmeren van de EXPRESSION PEDALEN
sSelecteer de te bewerken PRESET.
sHoudt DOWN langer dan 2,5 seconden ingedrukt om in de
programmeermode te geraken. De SWITCHES-LED licht
op.
sGebruik UP/ENTER, om naar de volgende pagina te gaan.
De SELECT-LED in het display gaat aan.
+ Om een MIDI-functie te kunnen programmeren, dient
deze actief te zijn. U activeert de verschillende MIDIfuncties door lang op de desbetreffende toets te
drukken. Actieve MIDI-functies worden door een
permanent oplichtende voettoets-LED weergegeven.
sActiveer het Expression-pedaal dat u bewerken wilt, door
lang op de bijbehorende voetschakelaar (voetschakelaar 8
of 9) te drukken. Na nog eens kort drukken, knippert de
voettoets-LED.
sBevestig met UP/ENTER. De NUMBER-LED licht op.
sVoer het controller-nr. in (0 tot 127) via de voettoets of het
Expression-pedaal A.
sBevestig met UP/ENTER. De VALUE1-LED licht op.
sVoer die waarde via de voettoets of het Expression-pedaal
A in, die bij een volledig geopend pedaal dient te worden
verzonden
sBevestig met UP/ENTER. De VALUE2-LED licht op.
sVoer die waarde die bij een volledig geopend pedaal dient
te worden verzonden, via de voettoets of het Expressionpedaal A in.
+ Met DOWN-ESCAPE gaat u steeds één stap terug.
sBevestig met UP/ENTER. De SELECT-LED licht op.
sSelecteer de volgende MIDI-functie die u bewerken wilt of
verlaat de PRESET-programmeermodus door lang op
DOWN/ESCAPE te drukken.
2.4.6 Programmeren van de NOOT-functie
De NOTE-functie geeft u de mogelijkheid een MIDI-noot te
sturen, bijvoorbeeld om de TAP-tempo-functies bij vele MIDIapparaten te kunnen benutten of om klanken als op een klavier
te spelen.
sKies de te bewerken PRESET.
sHoudt DOWN langer dan 2,5 seconden ingedrukt om in de
programmeermode te geraken. De SWITCHES-LED licht op.
sGebruik UP/ENTER, om naar de volgende pagina te gaan.
De SELECT-LED in het display gaat aan.
0X]LHNQRRW0,',QRRWQXPPHU
C-20
&'E
'
'(E
()
)*E
*
*$E
$
$%E
%
C-112
C024
C136
C248
C3 (Sleutel-C)60 (Yamaha-conventie)
C472
C584
C696
C7108
C8120
G8127
Tab. 2.4: Toewijzing van de MIDI-nootnummers
sBevestig met UP/ENTER of annuleer met DOWN/ESCAPE.
De SELECT-LED in het display licht op.
sSelecteer de volgende MIDI-functie die u bewerken wilt of
verlaat de PRESET-programmeermodus, door lang op
DOWN/ESCAPE te drukken.
De NOOT-functie is bijzonder zinvol voor TAP-tempotoepassingen. Veel moderne multi-effectapparatuur kent de
mogelijkheid, de delay-tijd met behulp van een TAP-toets in te
voeren. Wanneer de toets tweemaal wordt ingedrukt, wordt de
tijd tussen deze twee acties gemeten en als delay-tijd opgeslagen.
Deze functie kan vaak via MIDI op afstand worden bestuurd. Het
tappen geschiedt dan door het zenden van twee opeenvolgende
NOTE ON-bevelen. De NOTE-functie van de FCB1010 stuurt in
dit geval zo een NOTE ON-bevel. Op deze wijze kan bijv. ook
een Sequencer-programma gestart of gestopt worden.
+ Wanneer u een PRESET bij geactiveerde NOOT-functie
programmeert, zorgt elke oproep van deze PRESET voor
een NOTE ON-bevel. Wanneer u uw voet weer van de
toets afhaalt, wordt er een NOTE-OFF-bevel verstuurd.
+ Om een MIDI-functie te kunnen programmeren, dient
deze actief te zijn. U activeert de verschillende MIDIfuncties door lang op de desbetreffende toets te
drukken. Actieve MIDI-functies worden door een
permanent oplichtende voettoets-LED weergegeven.
sActiveer de NOTE-functie door lang op voettoets 10/0 te
drukken. Na nog eens kort drukken, knippert de voettoetsLED.
sBevestig met UP/ENTER. De NUMBER-LED licht op.
sVoert u het NOOT-nr. van de MIDI-noot in die u wilt sturen
met behulp van de voetschakelaars 1 tot 10/0 of het
EXPRESSION PEDAAL A. U staan de waarden 0 tot 127
ter beschikking.
De volgende tabel toont de toewijzing van de muzieknoten aan
MIDI-nootnummers. De toewijzing van octaaf C-2 tot C-1 is
uitvoerig behandelt. De andere noten zijn in octaafafstanden
toegewezen, die kunt u dus volgens de tabel zelf afleiden.
8
2. PROGRAMMERING VAN DE FCB1010
+ Om het tempo in te tappen dient de PRESET-toets
vaker in het gewenste ritme te worden ingedrukt.
+ De CNT 1 wordt altijd samen met het Note On-bevel
verzonden. Hier kan handig gebruik van worden
gemaakt, bijv. door een Volume-waarde (Nr. 07) met een
noot te versturen, als hier een klank mee dient te worden
opgeroepen. Is de Controller niet gewenst, dan kunt u
hem in de GLOBAL CONFIGURATION op een ongebruikt
kanaal zetten (dat dan voor alle Presets geldt) of er een
ongebruikt Controller-nummer aan toekennen.
MIDI FOOT CONTROLLER FCB1010
2.5 Controller-omschakelfunctie
geeft de mogelijkheid, een controller afwisselend twee
verschillende waarden vanaf één voetschakelaar te laten zenden,
bijv. voor Effect Bypass, Drive On/Off enz.
sOm de controller-omschakel-functie te activeren, hoeft u
slechts voor CNT 1 en CNT 2 globaal hetzelfde MIDI-kanaal
(zie paragraaf 2.2) in te stellen en in de preset voor CNT 1
en CNT 2 hetzelfde controller-nummer (NUMBER, zie
paragraaf 2.3) in te voeren. De eerste keer dat de preset
wordt gebruikt, wordt nu de controller-waarde (VALUE 1)
van CNT 1 gebruikt, bij de daarop volgende keer die van
CNT 2 en zo afwisselend bij elke volgende keer afwisselend
de waarden van CNT 2 en CNT1.
Bijvoorbeeld: Oproep van Preset 1 zonder DRIVE-functie bij
de BEHRINGER V-AMPelke volgende druk op dezelfde
voetschakelaar schakelt DRIVE aan en uit: PROG CHG 1 = 1,
CNT 1 NUMBER = 26, VALUE 1 = 0, CNT 2 NUMBER = 26,
VALUE 1 = 127.
2.6 Opslag van data
2.6.1 SysEx-dump om het geheugen op te slaan
De FCB1010 biedt u de mogelijkheid uw presets als systeemexclusieve data naar een sequencer of MIDI-recorder te sturen.
Op deze manier kunt u uw data opslaan, om bijvoorbeeld meerdere
MIDI-setups te beheren (een studio-setup, een gitaar-setup etc.).
Als u uw data extern op een sequencer/computer wilt opslaan,
gaat u als volgt te werk:
sU verbindt de MIDI OUT van de FCB1010 met de MIDI IN
van uw sequencer/computer (zie Afb. 2.5).
sHoudt bij het inschakelen DOWN circa 2,5 sec. lang ingedrukt
om in het GLOBAL CONFIGURATION-menu te geraken.
sU drukt UP zolang in, totdat de CONFIGURATION-LED
oplicht. U bevindt zich nu in het CONFIGURATION-menu.
sStart de opname op de sequencer/computer. Het indrukken
van voetschakelaar 6 zet de SysEx-dump in werking. De
voettoets-LED licht op, en gaat weer uit wanneer alle SysExdata door de FCB1010 zijn verzonden. Met een lange druk op
DOWN kunt u GLOBAL CONFIGURATION nu weer verlaten.
2.6.2 Ontvangst van SysEx-dumps
Om data van de FCB1010 die eerder op een sequencer/
computer zijn opgeslagen, weer aan het apparaat terug te sturen,
gaat u als volgt te werk:
sVerbindt de MIDI OUT van uw Sequencer/Computer met
de MIDI IN van de FCB1010 (zie Afb. 2.6).
sHoudt bij het inschakelen DOWN circa 2,5 sec. lang
ingedrukt om in het GLOBAL CONFIGURATION-menu te
geraken.
sU drukt UP in, totdat de CONFIGURATION-LED oplicht. U
bevindt zich nu in het CONFIGURATION-menu.
sActiveer voetschakelaar 7 (SYSEX RCV) om de FCB1010
te laten weten dat er op de ontvangst van SysEx-data
gewacht dient te worden (de voetschakelaar-LED licht op).
Start nu de sequencer en speel de eerder opgenomen file
af. De voetschakelaar-LED knippert tijdens de ontvangst.
Wanneer alle data correct zijn ontvangen, gaat de LED uit.
Uw programmas bevinden zich nu in het geheugen van de
FCB1010. Met een lange druk op DOWN kunt u GLOBAL
CONFIGURATION weer verlaten.
Afb. 2.5: Het zenden van een SysEx-Dump
Afb. 2.6: Het ontvangen van een SysEx-Dump
2.7 Herstellen van alle fabrieks-presets
Met deze functie kunt u de volledige geheugeninhoud van de
FCB1010 in de oorspronkelijke toestand terugzetten (Resetfunctie).
+ Hierbij wordt alle zelf ingevoerde opslag over-schreven!
Bij een Reset kunt u uit drie verschillende basisconfiguraties
kiezen, die elk voor een andere groep BEHRINGER-producten is
geoptimaliseerd. Zodoende zijn er voor de Reset-functie drie
verschillende toetscombinaties, om de gewenste basisconfiguratie in het geheugen van de FCB1010 te laden. In Tabel
2.5 ziet u welke:
7RHWV%DVLVFRQILJXUDWLH
1 + 6Producten uit de V-AMP-familie
1 + 7B E HRINGER gitaarversterkers
1 + 8Producten uit de BASS V-AMP-serie
Tab. 2.5: Toetscombinaties bij Reset
92. PROGRAMMERING VAN DE FCB1010
MIDI FOOT CONTROLLER FCB1010
Houdt de desbetreffende voettoetsen bij het inschakelen van
het apparaat ca. 2,5 sec. lang ingedrukt. In het Display verschijnt
dan 09 tot 00 en de punten knipperen. Gaan de punten uit,
dan zijn fabrieksinstellingen in de FCB1010 geladen en is het
apparaat klaar voor gebruik.
2.8 Het kalibreren van de
Expression-pedalen A en B
Mocht u bij het gebruik van de Expression-pedalen problemen
met de soepele en exacte MIDI-Controller-gegevensoverdracht
ondervinden, dan adviseren wij de pedalen te kalibreren. De
Expression-pedalen van de FCB1010 worden standaard na de
zelftest van het apparaat gekalibreerd.
+ Vanaf Software-versie 1.4 kan de kalibreerfunctie ook
direct, door het tijdens het inschakelen ingedrukt
houden van de toetsencombinatie 1 + 5, worden
opgeroepen. Heeft uw FCB1010 Software-versie 1.4 of
hoger, lees dan bij punt 5 verder. Ofdeze functie bij uw
FCB1010 werkt, stelt u eenvoudig vast, door eerst eens
toetscombinatie 1 + 5 uit te proberen. Reageert het
apparaat hier niet op, begin dan bij punt 1 met kalibreren.
sHoudt bij het inschakelen van het apparaat toetsen 1 en 3
ingedrukt. De FCB1010 bevindt zich nu in de zelftest-modus,
waarbij alle LEDs worden getest.
sWacht alstublieft, tot alle LEDs van de toetsen aan zijn.
Daarna drukt u op alle toetsen, inclusief de UP/ENTER- en
de DOWN/ESCAPE-toetsen, zodat alle LEDs zijn uitgeschakeld.
sWacht een ogenblik totdat de relais-test is afgesloten (er
zijn vier zachte klikgeluiden te horen). Het display toont F1
als er geen MIDI-verbinding is. Als u MIDI Out met MIDI In
verbonden heeft, toont het display A1. De MIDI-aansluitingen werken dan correct.
sDruk één keer op de DOWN/ESCAPE-toets.
sStel Expression-pedaal A op de laagste waarde in (pedaal
geopend), de VALUE 1-LED gaat aan. Wanneer de waarde
ingesteld is, drukt u op de UP/ENTER-toets.
sStel Expression-pedaal A op de hoogste waarde in (pedaal
helemaal ingedrukt), de VALUE 2-LED gaat aan. Wanneer
de waarde ingesteld is, drukt u op de UP/ENTER-toets.
sStel het Expression-pedaal B op de laagste waarde in. Wanneer
de waarde ingesteld is, drukt u op de UP/ENTER-toets.
sStel het Expression-pedaal B op de hoogste waarde in. Wanneer
de waarde ingesteld is, drukt u op de UP/ENTER-toets.
De Expression-pedalen zijn nu gekalibreerd.
3. AANSLUITEN
3.2 MIDI-Aansluitingen
De MIDI-aansluitingen aan de achterkant van het apparaat zijn
van de internationaal genormeerde 5-polige DIN-bussen voorzien.
Om de FCB1010 met andere MIDI-apparatuur te kunnen
verbinden heeft u een MIDI-kabel nodig. Normaliter worden de in
de handel gebruikelijke, door de fabriek geproduceerde kabels
gebruikt. Met een twee-aderige afgeschermde kabel (bijv. een
microfoonkabel) en twee stevige 180-graads DIN-stekkers kunt
u echter ook zelf een MIDI-kabel in elkaar solderen: Pin 2 (midden)
= afscherming, Pin 4 en 5 (rechts en links van Pin 2) =
binnengeleider, Pin 1 en 3 (de twee die aan de buitenkant liggen)
blijven vrij. MIDI-kabels dienen niet langer dan 15 meter te zijn.
MIDI IN: dient voor de ontvangst van opgeslagen SysEx-data,
of om willekeurige MIDI-signalen met de signalen van de FCB1010
te mixen.
+ De FCB1010 heeft geen eigen MIDI THRU-aansluiting.
De bij MIDI IN binnenkomende data kunnen echter bij
MIDI OUT worden afgenomen wanneer de MERGEfunctie actief is.
MIDI OUT: Via MIDI OUT kunnen data aan apparaten worden
doorgestuurd die MIDI ondersteunen.
120/230 V~, 50 - 60 Hz
Opgenomen vermogen 10 W
Zekering100 - 120 V~: T 100 mA L 250 V
200 - 240 V~: T 50 mA L 250 V
NetaansluitingStandaard-apparaataansluiting
AFMETINGEN/GEWICHT
Afmetingen (H x B x D) ca. 2,4" (60 mm) x 27" (687 mm)
x 8,7" (221 mm)
Gewichtca. 3,5 kg
3.1 Algemene aansluitingen
Om de SWITCH-uitgangen van de FCB1010 met een versterker
te verbinden, gebruikt u alstublieft de in de handel gebruikelijke kabels
met klinkerpluggen. Aangezien allebei de schakeluitgangen van
de FCB1010 genormaliseerd zijn, kan men via een in een SWITCHuitgang gestoken stereoklinkerkabel beide schakelimpulsen sturen.
Dit is voor versterkers bedoeld, waarbij via één stereoklinkerbus
meerdere functies (bijv. kanaalomschakeling en effect in/uit) kunnen
worden omgeschakeld. Gebruik in dit geval slechts één van de
twee schakeluitgangen met een stereoklinkerkabel.
+ Probeert u toch eens uit, hoe uw gitaarversterker reageert:
Neem een stereoklinkerkabel en test het resultaat met
SWITCH 1 en SWITCH 2. Zo kunt op een gemakkelijke
manier zien hoe uw versterker geschakeld is.
10
4. TECHNISCHE DATA
De Fa. BEHRINGER streeft altijd naar de hoogste kwaliteit en voert
eventuele verbeteringen zonder voorafgaande aankondiging door.
Technische data en uiterlijke kenmerken kunnen daarom van de genoemde
specificaties of van de afbeeldingen van het product afwijken.
Loading...
+ hidden pages
You need points to download manuals.
1 point = 1 manual.
You can buy points or you can get point for every manual you upload.