Behringer DSP9024 User Manual [nl]

Korte handleiding
PRO DSP9024
®
NEDERLANDS
Versie 1.0 December 2001
ULTRA-DYNE
www.behringer.com
VEILIGHEIDSINSTRUCTIES
CAUTION: Om de kans op elektrische schokken te verminderen
wordt het afgeraden om zelf het omhulsel (of achterkant) te verwijderen. Er bevinden zich daar binnen geen bruikbare onderdelen: voor onderhoud wendt u zich tot het daarvoor bevoegde personeel.
WARNING: Stel dit apparaat niet bloot aan regen of vochtigheid
om de kans op brand of elektrische schokken te voorkomen.
Dit symbool, dient ter waarschuwing voor de aan-wezigheid van onafgedekte hoge Voltage dat voldoende kan zijn om een kans op schokken te vormen.
Dit symbool, dient ter waarschuwing voor belangrijke bedienings- en ondenhouds­instructies in de bijbehorende literatuur. Lees de handleiding.
GEDETAILLEERDE VEILIGHEIDSINSTRUCTIES:
Voor het bedienen van het apparaat, dienen alle veiligheids en bedieningsinstructies te worden gelezen.
Instructies Voor Het Bewaren:
Alle veiligheids en bedieningsinstructies moeten zorgvuldig worden bewaard voor latere raadplegingen.
Waarschuwing Voor Oplettendheid:
Alle waarschuwingen op het apparaat dienen in acht te worden genomen.
Op te Volgen Instructies:
Alle bedienings en gebruikersinstructies moeten worden opgevolgd.
Water en Vochtigheid:
Het apparaat mag niet gebruikt worden in de buurt van water (dwz. In de buurt van een bad, wasbak, keuken aanrecht, wasmachine, in een vochtige kelder of in de buurt van een zwembad.).
Ventilatie:
Het apparaat moet u zo plaatsen, dat de plaats of positie niet storend is voor een juiste ventilatie. Bijvoorbeeld: het apparaat mag niet geplaatst worden op een bed, een bank of dergelijke oppervlakten, die de ventilatie­openingen zouden kunnen afsluiten. Het mag ook niet worden geplaatst in inbouw-installaties, zoals een boekenkast of een afgesloten kast waardoor de luchttoevoer in de ventilatie-openingen wordt belemmert.
Hitte:
Het apparaat moet ver weg geplaatst worden van warmtebronnen zoals radiatoren, thermometers, kachels en andere apparaten (zoals versterkers), die warmte produceren.
Energiebron:
Het apparaat mag alleen worden aangesloten op de stroomvoorziening van het type dat wordt beschreven in de bedieningsinstructies of zoals aangegeven op het apparaat zelf.
Randaarding en Polarisatie:
Er dienen voorzorgsmaatregelen te worden genomen, zodat de middelen voor randaarding of polarisatie van een apparaat niet gebrekkig zijn.
Bescherming van de Electriciteitsdraden:
De electriciteitsdraden dienen te worden vastgelegd, om te voorkomen dat er niet op wordt getrapt of dat ze worden gebroken door voorwerpen die erop of tegenaan zijn geplaatst. Speciale attentie dient er worden gegeven aan kabels en stekkers, meervoudige stekkerdozen en het punt van waar ze uit het apparaat komen.
Schoonmaken:
Het apparaat mag alleen volgens aanwijzingen van de fabrikant worden schoongemaakt.
Periodes van niet in gebruik zijn:
De electriciteitsdraad van het apparaat moet uit het stopcontact worden getrokken, indien het apparaat voor langere tijd ongebruikt blijft.
Infiltratie van voorwerpen en vloeistoffen:
Men dient ervoor te zorgen dat er geen voorwerpen vallen of vloeistoffen worden gemorst via de openingen. Dit kan de binnenkant van het apparaat ernstig beschadigen.
Schade die Service Vereist:
Het apparaat moet uitsluitend door professionele servicemensen behandeld worden, wanneer:
- de elektriciteitsdraad of de stekker zijn beschadigd; of
- voorwerpen in het apparaat zijn gevallen, of vloeistoffen erin zijn gemorst; of
- het apparaat in aanraking is gekomen met regen; of
-
het apparaat niet werkt zoals het hoort, of het vertoont een aanmerkelijke verandering in de verrichtingen; of
- het apparaat is gevallen, of het omhulsel is beschadigd.
Controlebeurt:
De gebruiker moet niet meer aan het onderhoud doen, dan is voorgeschreven in de bedieningsinstructies. Al het andere onderhoud moet worden overgelaten aan professionele servicemensen.
Deze handleiding is auteursrechterlijk beschermd. Elke vermenigvuldiging, resp. nadruk, ook gedeeltelijk, en elke weergave van afbeeldingen, ook in gewijzigde vorm, is alleen toegestaan
BEHRINGER, ULTRA-DYNE, UL TRAMIZER, UL TRA-DI en VIRTUOSO zijn geregistreerde handelsmerken. © 2001 BEHRINGER S pezielle S tudiotechnik GmbH.
BEHRINGER Spezielle Studiotechnik GmbH, Hanns-Martin-Schleyer-S tr . 36-38, 47877 Willich-Münchheide II, Duitsland. T el. +49 (0) 21 54 / 92 06-0, Fax +49 (0) 21 54 / 92 06-30
met schriftelijke toestemming van de firma BEHRINGER Spezielle Studiotechnik GmbH.
UL TRA-DYNE PRO DSP9024
1. INLEIDING
Met de BEHRINGER ULTRA-DYNE PRO heeft u een volledig digitaal geluidsverwerkingsapparaat aangeschaft, die gebaseerd is op DSP met geïntegreerde 24 bit A/D en D/A-transformators. De aangebrachte DSPsen zijn van hoog niveau en kunnen iedere bedenkbare bewerking in een fractie van een seconde verwerken. De manier van verwerking wordt hierbij uitsluitend door het apparaat beslist.
De BEHRINGER ULTRA-DYNE PRO heeft twee kanalen, die ieder, onafhankelijk van elkaar, bestuurd kunnen worden of gekoppeld kunnen worden met software.
De volgende handleiding zal u eerst bekend maken met de speciaal gebruikte terminologie,
zodat u het apparaat met al zijn functies zult leren kennen. Wanneer u de handleiding zorgvuldig heeft gelezen, bewaar het dan zo, zodat u erop kunt terugvallen wanneer nodig.
1.1 Voordat u begint
De ULTRA-DYNE PRO is met zorg verpakt in de fabriek, om zo een veilig transport te verzekeren. Mocht de verpakking op de een of andere manier beschadigd zijn, dan controleer alstublieft onmiddellijk het apparaat op externe schade.
Stuur in geval van schade, het apparaat NIET rechtstreeks naar ons terug, maar informeer in
ieder geval eerst uw dealer en het transportbedrijf, gezien anders iedere soort van garantie ongeldig kan geraken.
De BEHRINGER ULTRA-DYNE PRO vereist twee hoogte-eenheden (2 HU) voor het installeren in een 19 inch­rek. Houdt u er alstublieft rekening mee, dat u een extra van ongeveer 10 cm montagediepte moet overhouden, voor de aansluitingen die zich aan de achterkant bevinden.
Om oververhitting van het apparaat te voorkomen, moet u voor voldoende luchttoevoer zorgen en mag u de ULTRA-DYNE PRO niet op, bijvoorbeeld een eindpodium plaatsen.
Controleer voorzichtig of uw apparaat op de juiste vermogentoevoer is afgesteld, alvorens u
de ULTRA-DYNE PRO aansluit op het elektriciteitsnet!
De aansluiting op de elektriciteitsbron wordt door middel van een EIC-stekerdoos uitgevoerd. Deze komt overeen met de nodige veiligheidsvoorschriften.
Houdt u er alstublieft rekening mee, dat alle apparaten geaard moeten zijn! Voor uw eigen
veiligheid mag u onder geen enkele voorwaarde de aarding of de stroomkabel van het apparaat verwijderen of beschadigen.
De BEHRINGER ULTRA-DYNE PRO is standaard voorzien van elektronische servo gebalanceerde in- en uitgangen. Het circuitconcept heeft een automatische rimpelafvlakker voor symmetrische signalen en maakt een probleemloze besturing mogelijk, zelf bij de hoogste niveaus. Extern veroorzaakt AC-gebrom wordt effectief gedempt. De servo-functie, die tevens automatisch werkt, herkent de aansluitingen van onsymmetrische pluggen en verandert het nominale niveau op interne wijze, zodat er geen niveauverschil tussen het in- en uitvoersignaal optreedt (6 dB-correctie).
De digitale in- en uitgangen (AES/EBU grensvlak) zijn ongeaard symmetrisch. Het gebruik van hoge kwaliteitstransformators garandeert een interferentie- en spanningsvrij signaal. De MIDI-aansluitingen (IN/OUT/ THRU) geschiedt door standaard DIN-aansluitingen. De dataverzending geschiedt spanningsvrij door een opto­elektronische koppelaar.
1. INLEIDING
3
UL TRA-DYNE PRO DSP9024
1
2
3
4
1.2 Bedieningselementen
Fig. 1.1: De voorkant van de UL TRA-DYNE PRO
De ULTRA-DYNE PRO heeft vier modustoetsen, vier soft-toetsen, vier cursortoetsen en één MIDI-controle­LED. U ontvangt alle informatie via de LED verlichte 240 x 64 punt-indicator.
Fig. 1.2: De bedieningselementen aan de voorkant
Door de VERWERKINGS-toets in te drukken krijgt u snel en gemakkelijk toegang tot alle belangrijke programmafuncties met behulp van virtuele schuifregulatoren. Hier kunt u gemakkelijk en georganiseerd programma’s oproepen, opslaan en bewerken. De fabriekspresets van de ULTRA-DYNE PRO bieden u, voor een grote verscheidenheid aan toepassingen, al een goed begin. U kunt deze, in aansluiting op de automatische functies, VIRTUOSO en ULTRAMIZER, op eenvoudige wijze op uw audio-materiaal afstellen. Voor manuele zettingen, heeft u algemene toegang tot de parameter van alle banden. Deze toegang kan gelijktijdig met het eerste verwerkingsniveau worden bewerkstelligd en op het tweede niveau heeft u toegang tot de selectief werkende bandregulatoren. U zult hier ook een pagina vinden, ten aanzien van het verwerken van koker- en excitatorfuncties (KOKER).
Na het indrukken van de METER-toets, toont de display een meervoudige niveau-indicatie. Deze geeft het niveau van zowel de individuele banden, als het invoer-, respectievelijk uitvoersignaal, weer. De verandering van het niveau, ten opzichte van het originele signaal, wordt ook weergegeven.
Wanneer het type bewerking verandert van de VERWERKINGS- in de METER-bewerking, zal
de laatst gebruikte schuifbewerking actief blijven. De overeenkomende parameter kan, met behulp van de verticale cursortoets, nog meer verandert worden. Hierbij kan het effect op de signaalverwerking gevolgd worden door de overeenkomende indicator.
Het indrukken van de IN/OUT-toets schakelt de ULTRA-DYNE PRO in het signaalkanaal (LED licht groen op) of uit het signaalkanaal (Bypass, LED blijft donker). Het rode oplichten van de LED toont een overloop (berekeningsoverloop) in de DSP aan en dient als een overschietingsindicator. De LED reageert ook, wanneer de in- en uitgangniveaus accuraat zijn, maar er is een overloop in de verwerker. Wanneer de LED vaak rood oplicht, dan moet u het invoerniveau verlagen.
Door middel van de INSTEL-toets kan men toegang verkrijgen tot beide INSTEL-niveaus, die voor diegene bedoelt zijn, die iedere parameter individueel, op numerieke wijze wenst te bewerken. De toegang tot het eerste INSTEL-niveau verkrijgt men door de INSTEL-toets snel in te drukken. In dit niveau kunt u alle beschikbare parameters van de ULTRA-DYNE PRO in het gehele waardegebied bewerken (comp. Hoofdstuk 2.1.4).
4
1. INLEIDING
UL TRA-DYNE PRO DSP9024
5
6
7
8
9
10
11
12
13
Het indrukken van de INSTEL-toets, gedurende ongeveer twee seconden, biedt u toegang tot het tweede INSTEL-niveau. Alle basis-zettingen van het apparaat, als ook de keuze over de bron van het invoersignaal, bemonsteringsfrequenties, wachtwoordbeveiliging, MIDI-configuratie, enz. bevinden zich hier.
Aan de linkerkant van de display bevinden zich de vier zogenaamde ZACHTE FUNCTIETOETSEN. Zij zijn onder elkaar geplaatst en als A, B, C en D bestempeld. De functie van deze toetsen wordt door middel van de besturingssoftware gedefinieerd en aan de rechterkant van de toets, door middel van een pictogram of tekst in de display, weergegeven. De individuele pictogrammen en de overeenkomende functies worden in hoofdstuk 2 gedetailleerd uitgelegd.
Aan de voorkant van het apparaat bevindt zich de verlichte LED van de 240 x 64 puntdisplay. Aan de rechterkant van de display bevindt zich de MIDI-LED. Deze geeft de invoer van de MIDI-
gegevens aan. Aan de rechterkant van de display bevinden zich de CURSORTOETSEN. Deze zijn onder andere bestemd
voor het kiezen (horizontaal) en toevoegen (vertikaal) van de schuifregulatoren, die in de display worden weergegeven. In het INSTEL-menu kan men tevens de parametervelden uitkiezen.
Het aanhoudend indrukken van de tegengestelde cursortoets zal in ieder geval een sneller
functioneren van de eerst ingedrukte toets bewerkstelligen.
Fig. 1.3: De elementen aan de achterkant van de UL TRA-DYNE PRO
PATROONHOUDER/VERMOGENSELECTIE. Alvorens het apparaat aan te sluiten, wordt u vriendelijk
verzocht om te controleren dat uw stroominstelling zeker overeenkomt met uw plaatselijke vermogen. Bij het vervangen van een zekering moet u van hetzelfde soort gebruik maken. Bij sommige apparaten is bestaat de mogelijkheid om de patroonhouders in twee posities aan te brengen. Hierdoor is het mogelijk om tussen 230 V en 115 V te schakelen. Houdt u er alstublieft rekening mee, dat u wanneer u een apparaat buiten Europa, met 115 V wenst te gebruiken, u een grotere zekeringwaarde nodig heeft (zie het hoofdstuk “INSTALLATIE”).
De ULTRA-DYNE PRO wordt met behulp van de VERMOGEN-toets in werking gesteld. STROOMTOEVOER. Gebruik bij het aansluiten van het apparaat op het stroomnet, alleen de bijgeleverde
stroomkabel. Zorg tevens alstublieft, dat de wandcontactdoos is voorzien van een beschermende aardingspool. Voor het voorkomen van lekkageopname mag deze pool NIET worden onderbroken. In geval van zulke problemen, moet u gebruik maken van DI-dozen zoals de BEHRINGER ULTRA-DI PRO DI4000. Op deze wijze wordt de beschermingsfunctie behouden.
ANALOGE INGANGEN. De analoge ingangen van de ULTRA-DYNE PRO zijn symmetrische XLR­stekerbussen en contactbussen en kunnen tot +22 dBu aan lijnniveau behandelen. Microfoonsignalen moeten echter, bijvoorbeeld via een mixtafel, voorversterkt worden.
ANALOGE UITGANGEN. De analoge uitgangen van de ULTRA-DYNE PRO bestaan uit XLR­stekerbussen en contactbussen. Het maximale uitvoerniveau, welke bij het intern digitale maximum (DIGIMAX) wordt uitgevoerd, is hier +16 dBu.
1. INLEIDING
5
UL TRA-DYNE PRO DSP9024
14
15
16
17
AES/EBU INGANGEN (optioneel). Hier kan een optioneel beschikbaar grensvlak, als vrouwelijke XLR­stekerbus, geïnstalleerd worden.
AES/EBU UITGANGEN (optioneel). De uitgang van de digitaal grensvlak kan hier als een mannelijke XLR-stekerbus geïnstalleerd worden. De AES/EBU Optie verzendt 24 Bit-wijde woorden met 32, 44,1 of 48 kHz.
MIDI IN, OUT en THRU. Door deze aansluitingen is de MIDI-afstandsbediening van de ULTRA-DYNE PRO mogelijk.
SERIENUMMER. Neemt u alstublieft even de tijd om ons de garantiekaart binnen 14 dagen na de aankoopdatum volledig ingevuld terug te sturen, aangezien u anders de uitgebreide garantie verliest. Of laat u zich eenvoudig online registreren (www.behringer.com).
2. BESTURING
2.1 Het besturingsconcept van de ULTRA-DYNE PRO
Door de complexe parameterzettingen, is er een nieuw besturingsconcept ontwikkeld voor de ULTRA-DYNE PRO. Deze laat niet alleen het veranderen van belangrijke parameters toe, door middel van een paar eenvoudige stappen, maar ook voor het uiteindelijke rechtvaardigen van iedere individuele parameter en deze dan optimaal op het programmamateriaal af te stellen.
U kunt de ULTRA-DYNE PRO op vier verschillende niveaus besturen:
1. Op het programmaniveau, door de presets uit te kiezen en af te stellen.
2. Op bewerkingsniveau, wat het gemakkelijk bewerken van bijna alle parameters toelaat.
3. In het METER-menu, waar behalve de grafische niveau-indicatie, je tevens de mogelijkheid tot bewerken hebt.
4. In het INSTEL-menu, waar alle globale en bandspecifieke parameters van de zes frequentiebanden per kanaal, op verschillende tekstpagina’s bereikbaar zijn.
2.1.1 Het programmaniveau
De ULTRA-DYNE PRO heeft meer dan 100 programmageheugens. Sommigen bevatten programma’s die door de fabriek ontwikkeld zijn. In deze programma’s bevinden zich een aantal verschillende basiszettingen, die een wijd gebied van mogelijke applicaties dekken. Men kan deze programma’s snel oproepen en volgens de ervaring leveren zij meestal al erg goede resultaten. U kunt uw eigen instellingen natuurlijk op ieder moment opslaan en later weer oproepen.
2.1.2 Het verwerkingsniveau
Het verwerkingsniveau wordt gebruikt om de fabrieksprogramma’s met de aangewende programma’s uit te lijnen.
Het bewerkingsraam toont 8 schuifregulatoren, waarmee de programma’s veranderd kunnen worden. Het speciale hieraan is, dat de schuifregulatoren geen effect hebben op een absolute, maar op een relatieve parameterverandering en dat het besturingsgebied beperkt blijft tot gevoelige zettingen. De grens heeft alleen maar betrekking op de fabrieksprogramma’s en programma’s die speciaal gebaseerd zijn op fabrieksprogramma’s).
2.1.3 Het meterniveau
Alle in- en uitvoerniveaus van elk van de zes banden, worden op het Meterniveau aangegeven. U kunt tevens parameters bewerken en met behulp van de meters, rechtstreeks toezicht houden op de effecten van de door u aangebrachte veranderingen.
6
2. BESTURING
UL TRA-DYNE PRO DSP9024
2.1.4 Het instelniveau
U kunt met het Instelniveau alle mogelijke parameters van de ULTRA-DYNE PRO bewerken. Dit is in het gehele waardegebied te bewerkstellingen. Het resultaat kan hierdoor “eigenaardig”, “verrassend” of “geniaal” worden. Het is ook mogelijk om compleet nieuwe aanwendingen te creëren. Het Instelniveau is bedoeld voor deskundige en experimenterende enthousiastelingen.
Door de VERWERKINGS-toets in te drukken worden de programma’s en de parameters van het bewerkingsniveau bereikbaar.
2.2 “VERWERKING” als soort van besturing
Wanneer de ULTRA-DYNE PRO voor het eerst wordt aangezet, zal het in de “VERWERKINGs”-modus werken.
Fig. 2.1: Menu <VERWERKING>
In deze modus kunt u het GEHEUGEN-menu daar oproepen, waar u de programma’s oproept, respectievelijk opslaat. U heeft verder rechtstreekse toegang tot de belangrijkste parameters van de individuele functies van de ULTRA-DYNE PRO. U kunt ook rechtstreeks via het VERWERKING-menu de VIRTUOOS-functie in werking stellen. Met deze functie analyseert de ULTRA-DYNE PRO het programma­materiaal en worden de compressorparameters automatisch uitgelijnd. Wanneer een schuifregulator gebruikt wordt, zal er een informatiescherm tevoorschijn komen. Deze geeft u de precieze beschrijving en waarde van de gekozen parameter. U krijgt, met de zachte toets C (BEWERKING), toegang tot het specifieke bandwerkingsniveau. Daar kunt u, van elk van de zes afzonderlijke banden, de poort en de compressorparameters afstellen. De zachte toets D (KOKER) biedt u toegang tot de parameters van de kokersimulatie en de excitator.
2.2.1 Bewerking van parameters
De rangschikking van de parameters en de betekenis van de afkortingen worden in tabel 2.1 weergegeven.
T ab. 2.1: Functies van de regulatoren in de “VERWERKINGS”-modus.
In het VERWERKING-menu verschijnen de eerste vijf parameters van alle zes de banden. De laatste drie ingangen hebben echter betrekking op het gehele frequentiegebied. De definities voor de paramaters kunnen in hoofdstukken 2.4.1 en 2.4.2 gevonden worden.
Wanneer u één van de parameters in het VERWERKING-menu verandert, zullen zij alle zes de
banden totaal beïnvloeden.
2. BESTURING
7
UL TRA-DYNE PRO DSP9024
2.2.2 Programmabeheer
Alle zettingen van parameters, die signalen beïnvloeden, worden in een programma opgeslagen. De totale apparaatinstellingen en de structuur van de ingangen en het MIDI-grensvlak, dit zijn alle instellingen, die op het instelniveau 2 zijn uitgevoerd, worden niet opgeslagen. De ULTRA-DYNE PRO heeft meer dan 100 programmalocaties. Deze bevatten door de fabriek ingestelde presets en tevens open spaties voor uw eigen creaties.
Fig. 2.2: GEHEUGEN-menu
Wanneer u in het VERWERKINGS-menu, de zachte toets B (Geheugen) indrukt, dan krijgt u toegang tot het GEHEUGEN-menu. In dit menu kunt u, met behulp van de OP- en NEER-cursortoets, programma’s uitkiezen en vooraf beluisteren. Zodra u gebruik maakt van de cursortoets zal er een informatiescherm tevoorschijn komen. Deze geeft de door u gekozen programma’s weer. U kunt tegelijkertijd de getoonde preset beluisteren en deze, met het zojuist bewerkte programma, vergelijken met de zachte functietoets D (A/B). Het huidige, actieve programma wordt door middel van een benadrukte letter in het pictogram aangegeven: A komt overeen met de reeds bewerkte programma en B met het nieuw gekozen programma. Om het programma op te laden moet u de zachte toets A (OPLADEN) indrukken. Daarna moet u de instructies, zoals in hoofdstuk 2.2.3 beschreven, opvolgen. Zachte toets C (VERWIJDERT) biedt u de mogelijkheid om uw huidige programma vanuit het geheugen te horen en een standaard preset op te laden.
Wanneer u gebruik maakt van de zachte toets C (VERWIJDERT), dan verschijnt de
beschermende vraag “WERKGEBIED VRIJ MAKEN”. U kunt deze vraag bevestigen met “OK”. Alle huidige parameters zijn vooraf ingesteld op de beginwaarden (standaard). Wij raden u aan, voor uw eigen bescherming, eerst uw bewerkte programma op te slaan.
2.2.3 Programma opladen
Fig. 2.3: OPLAAD-menu
Via de zachte functietoets A (Opladen) in het VERWERKINGS-menu, krijgt u toegang tot het OPLAAD-menu. In het gebied van de schuifregulatoren verschijnt, net als altijd gebeurt bij het gebruik van een regulator, een informatiescherm. U kunt hier, met behulp van de OP- en NEER-cursortoetsen een programma uitkiezen en met behulp van de zachte functietoets D (LUISTEREN) vooraf beluisteren. De functie van het vooraf beluisteren wordt in het pictogram weergegeven door middel van een opgelichte “LUISTEREN”. U kunt vervolgens, met behulp van de zachte functietoets A (OK), het gewenste programma uitkiezen, of met behulp van de zachte functietoets D terugkeren naar het VERWERKINGS-menu.
8
2. BESTURING
Loading...
+ 16 hidden pages