FOR CAR USE ONLY/NUR FÜR AUTOMOBIL GEBRAUCH/POUR APPLICATION AUTOMOBILE UNIQUEMENT/PARA USO EN
AUTOMÓVILES/SOLO PER L’UTILIZZO IN AUTOMOBILE/ENDAST FÖR BILBRUK/ALLEEN VOOR GEBRUIK IN DE AUTO/
ТОЛЬКО ДЛЯ ИСПОЛЬЗОВАНИЯ В АВТОМОБИЛЯХ/DO UŻYCIA TYLKO W SAMOCHODZIE/ΓΙΑ ΧΡΗΣΗ ΜΟΝΟ ΣΕ ΑΥTΟΚΙΝΗΤΟ
MP3/WMA/AAC CD Receiver
CDA-117Ri
EN
DE
FR
ES
• OWNER’S MANUAL
Please read before using this equipment.
• BEDIENUNGSANLEITUNG
Lesen Sie diese Bedienungsanleitung bitte vor
Gebrauch des Gerätes.
• MODE D’EMPLOI
Veuillez lire avant d’utiliser cet appareil.
• MANUAL DE OPERACIÓN
Léalo antes de utilizar este equipo.
• ISTRUZIONI PER L’USO
Si prega di leggere prima di utilizzare il
attrezzatura.
ALPINE ELECTRONICS MARKETING, INC.
1-1-8 Nish i Gotanda,
Shinagawa-ku,
Tokyo 141-0031, Japan
Phone 03-5496-8231
ALPINE ELECTRONICS OF AMERICA, INC.
19145 Gramercy Place, Torrance,
California 90501, U.S.A.
Phone 1-800-ALPINE-1 (1-800-257-4631)
ALPINE EL ECTRONICS OF C ANADA, INC.
777 Supertest Road, Toronto,
Ontario M3J 2M9, Canada
Phone 1-800-ALPINE-1 (1-800-257-4631)
• ANVÄNDARHANDLEDNING
Innan du använder utrustningen bör du läsa
igenom denna användarhandledning.
• GEBRUIKERSHANDLEIDING
Lees deze aanwijzingen aandachtig alvorens dit
toestel te gebruiken.
• РУКОВОДСТВО ПО ЭКСПЛУАТАЦИИ
Прочтите настоящее руководство перед
началом использования оборудования.
• INSTRUKCJA OBSŁUGI
Prosimy zapoznać siç z tą instrukcją przed
przystąpieniem do użytkowania urządzenia.
• ΕΓΧΕΙΡΙΔΙΟ ΧΡΗΣΤΗ
Παρακαλούμε διαβάστε το πριν χρησιμοποιήσετε
De tekst weergeven .................................................32
IMPRINT-functie (optioneel)
De MultEQ-modus wijzigen..................................33
Subwooferniveau/niveau lage tonen (bass)/
niveau hoge tonen (treble)/fader
(tussen voor en achter)/balans (balance)
(tussen links en rechts)/verduistering in de
Dit symbool wijst op belangrijke instructies. Het
negeren van deze instructies kan verwondingen of
schade aan het product tot gevolg hebben.
Dit symbool wijst op belangrijke instructies. Het
negeren van deze instructies kan ernstige
verwondingen of de dood tot gevolg hebben.
GEBRUIK HET TOESTEL NIET WANNEER DIT U VERHINDERT VEILIG MET
UW VOERTUIG TE RIJDEN.
Wanneer een functie uw langdurige aandacht vereist, dient u eerst
volledig stil te staan voor u deze uitvoert. Parkeer uw voertuig
steeds op een veilige plaats vooraleer u een functie gaat gebruiken.
Doet u dit niet, dan loopt u het gevaar een ongeval te veroorzaken.
BEPERK HET VOLUME ZODAT U GELUIDEN BUITEN DE AUTO NOG STEEDS
KUNT HOREN TIJDENS HET RIJDEN.
Een te hoog volumeniveau kan geluiden, zoals de sirene van een
ambulance of waarschuwingssignalen langs de weg (bij overwegen,
enz.) dempen, wat kan leiden tot gevaarlijke situaties en mogelijk
tot een ongeval. EEN TE HOOG VOLUMENIVEAU IN EEN
AUTO KAN OOK GEHOORSCHADE VEROORZAKEN.
DEMONTEER OF WIJZIG HET TOESTEL NIET.
Indien u dit wel doet, kan dit leiden tot een ongeval, brand of
elektrocutie.
ENKEL TE GEBRUIKEN IN AUTO’S MET EEN NEGATIEVE AARDING VAN 12
V.
(contacteer bij twijfel uw verdeler). Indien u deze instructie niet
opvolgt, kan dit leiden tot brand, enz.
HOUD KLEINE VOORWERPEN ZOALS BATTERIJEN BUITEN HET BEREIK
VAN KINDEREN.
Wanneer deze worden ingeslikt, kan dit leiden tot ernstige
verwondingen. Contacteer in dit geval onmiddellijk een dokter.
GEBRUIK DE CORRECTE AMPÈREWAARDE BIJ HET VERVANGEN VAN DE
ZEKERINGEN.
Doet u dit niet, dan kan dit leiden tot brand of elektrocutie.
BLOKKEER DE VERLUCHTINGSOPENINGEN OF RADIATORPANELEN NIET.
Indien u dit wel doet, kan het toestel binnenin erg warm worden en
zo brand veroorzaken.
GEBRUIK DIT PRODUCT VOOR MOBIELE 12V-TOEPASSINGEN.
Gebruik voor andere toepassingen kan leiden tot brand,
elektrocutie of andere verwondingen.
ZET ONMIDDELLIJK HET GEBRUIK STOP WANNEER ZICH EEN PROBLEEM
VOORDOET.
Doet u dit niet, dan kan dit leiden tot letsels of schade aan het
product. Breng het toestel ter reparatie terug naar uw bevoegde
Alpine-verdeler of het dichtstbijzijnde Alpine-servicecenter.
GEBRUIK NIEUWE BATTERIJEN NIET SAMEN MET OUDE BATTERIJEN.
PLAATS DE BATTERIJEN CORRECT VOLGENS DE POLARITEIT.
Let bij het plaatsen van de batterijen goed op de polariteit (+ en –),
zoals aangegeven. Een scheur in de batterij of een chemisch lek
kunnen brand of letsels veroorzaken.
VOORZORGSMAATREGELEN
Schoonmaken van het produc t
Gebruik een zachte, droge doek voor regelmatig schoonmaken van
het product. Voor hardnekkigere vlekken kunt u de doek enkel met
water bevochtigen. Andere producten kunnen de verf oplossen of
de kunststof beschadigen.
Temperatuur
Zorg ervoor dat de temperatuur in het voertuig tussen –10°C en
+60°C ligt voor u het toestel inschakelt.
Condensvorming
Het is mogelijk dat de geluidsweergave van de cd-speler hapert door
condensvorming. Indien dit gebeurt, dient u de cd uit de speler te
verwijderen en ongeveer een uur te wachten tot het vocht verdampt
is.
Beschadigde cd
Probeer geen gebarsten, geplooide of beschadigde cd's af te spelen.
Indien u dit wel doet, kan dit ernstige schade teweegbrengen aan
het afspeelmechanisme.
Onderhoud
Wanneer u problemen ervaart, probeer het toestel dan niet zelf te
repareren. Breng het toestel ter reparatie terug naar uw
Alpine-verdeler of het dichtstbijzijnde Alpine-servicecenter.
Probeer de volgende zaken in geen geval
Grijp of trek niet aan de cd terwijl hij in het toestel wordt getrokken
door het automatische laadmechanisme.
PLAATS UW HANDEN, VINGERS OF VREEMDE VOORWERPEN NIET IN DE
SLEUVEN VAN HET TOESTEL.
Indien u dit wel doet, kan dit leiden tot letsels of schade aan het
product.
4-NL
Page 7
Probeer geen cd in te brengen in het toestel wanneer het
Doorzichtige folie
Cd-stabilisator
uitgeschakeld is.
Correcte behandeling
Laat de cd niet vallen. Houd de cd vast zodat u geen
vingerafdrukken op het oppervlak achterlaat. Kleef geen kleefband,
papier of kleefbriefjes op de cd. Schrijf niet op de cd.
CORRECT
Een cd plaatsen
U kunt slechts één cd per keer afspelen met dit toestel. Probeer niet
meer dan één cd te plaatsen.
Zorg ervoor dat de bedrukte zijde naar boven gericht is bij het
plaatsen van de cd. "Error" verschijnt op het scherm van het toestel
wanneer u een cd verkeerd plaatst. Wanneer "Error" blijft
verschijnen ook al werd de cd correct geplaatst, druk dan op de
RESET-knop met een puntig voorwerp zoals een balpen.
Het afspelen van een cd tijdens het rijden op een erg hobbelige weg
kan leiden tot haperingen; dit veroorzaakt echter geen krassen op de
cd of schade aan het toestel.
Nieuwe cd's
Om te verhinderen dat de cd blijft steken, wordt "Error"
weergegeven wanneer een cd met een onregelmatig oppervlak
wordt geplaatst of wanneer een cd verkeerd wordt geplaatst.
Wanneer een nieuwe cd onmiddellijk na het plaatsen wordt
uitgeworpen, voelt u met uw vinger aan de binnenkant van de
opening in het midden en aan de buitenste rand van de cd. Indien u
daar kleine oneffenheden vindt, kan dit een goede plaatsing van de
cd verhinderen. Om de oneffenheden te verwijderen, wrijft u met
een balpen of iets dergelijks langs de binnenkant van de opening en
langs de buitenste rand van de cd. Plaats daarna de cd opnieuw.
Opening in het midden
Oneenheden
Opening in het midden
Nieuwe cd
Buitenkant
(Oneenheden)
Grillig gevormde cd's
Gebruik enkel ronde cd's in dit toestel; gebruik nooit cd's met een
speciale vorm.
Het gebruik van cd's met een speciale vorm kan leiden tot schade
aan het mechanisme.
NIET CORRECT
CORRECT
Een cd schoonmaken
Vingerafdrukken, stof of vuiltjes op het opperv lak van de cd kunnen
leiden tot haperingen tijdens het afspelen. Wrijf voor een
gebruikelijke schoonmaakbeurt met een propere, zachte doek van
het midden van de afspeelzijde van de cd naar de buitenste rand toe.
Indien de afspeelzijde erg vuil is, maak dan een propere, zachte
doek vochtig met een oplossing van een milde, neutrale detergent
voor u de cd schoonmaakt.
Cd-accessoires
Er zijn verschillende accessoires verkrijgbaar op de markt om het
oppervlak van de cd te beschermen en de geluidskwaliteit te
verbeteren. De meeste daarvan zullen echter een invloed hebben op
de dikte of de diameter van de cd. Het gebruik van dergelijke
accessoires kan ervoor zorgen dat de cd niet meer binnen de
standaardspecificaties valt en kan zo operationele problemen
veroorzaken. Wij raden u aan deze accessoires niet te gebruiken op
cd's die worden afgespeeld met cd-spelers van Alpine.
Plaats van installatie
Zorg ervoor dat het toestel niet wordt geïnstalleerd op een plaats
waar het wordt blootgesteld aan:
•Direct zonlicht en warmte
• Hoge vochtigheid en water
•Overmatig stof
• Overmatige trillingen
Betreffende het behandelen van compact discs (CD/CD-R/CD-RW)
• Raak het oppervlak niet aan.
• Stel de cd niet bloot aan direct zonlicht.
• Kleef geen zelfklevers of etiketten op de cd.
• Maak de cd schoon als er stof op ligt.
• Zorg ervoor dat er geen oneffenheden zijn aan de cd.
• Gebruik geen in de handel verkrijgbare cd-accessoires.
Laat de cd niet gedurende een lange periode achter in de auto of
in het toestel. Stel de cd nooit bloot aan direct zonlicht. Wa rmte
en vochtigheid kunnen de cd beschadigen en het is mogelijk dat u
hem dan niet langer kunt afspelen.
Voor klanten die gebruik maken van CD-R/CD-RW
5-NL
Page 8
• Wanneer een CD-R/CD-RW niet kan worden afgespeeld, is het
mogelijk dat de laatste opnamesessie niet werd afgesloten
(gefinaliseerd).
• Finaliseer indien nodig de CD-R/CD-RW en probeer nogmaals de cd
af te spelen.
Over afspeelbare media
Gebruik enkel cd's waarop de logo's hieronder zijn terug te vinden.
Indien u gebruik maakt van niet nader omschreven cd's, kan een
correcte werking niet worden gegarandeerd.
U kunt enkel CD-R's (CD-Recordables)/CD-RW's
(CD-ReWritables) afspelen die werden opgenomen op
audioapparaten. U kunt ook CD-R's/CD-RW's afspelen die
audiobestanden in MP3/WMA/AAC-formaat bevatten.
• Sommige van de volgende cd's worden mogelijk niet afgespeeld op dit
toestel: cd's met krassen, cd's met vingerafdrukken, cd's die werden
blootgesteld aan extreme temperaturen of zonlicht (bv. achtergelaten
in de auto of het toestel), cd's opgenomen onder onstabiele
omstandigheden, cd's waarmee een opname mislukte of een poging
tot heropname werd ondernomen, cd's die beveiligd zijn tegen
kopiëren en niet beantwoorden aan de industrienorm voor
audio-cd's.
• Gebruik cd's met MP3/WMA/AAC-bestanden die geschreven zijn in
een formaat dat compatibel is met dit toestel. Zie "Over MP3/WMA/
AAC" op pagina 15 voor meer informatie.
• Als de cd andere ROM-gegevens dan audiobestanden bevat, zullen
deze geen geluid voortbrengen tijdens het afspelen.
De USB-aansluiting beschermen
• U kunt enkel een USB-geheugen, een iPhone/iPod of een draagbare
muziekspeler aansluiten op de USB-aansluiting van dit to estel. Indien
u andere USB-producten gebruikt, kan een correcte werking niet
worden gegarandeerd.
• Wanneer de USB-aansluiting wordt gebruikt, maak dan gebruik van
een USB-verlengkabel (meegeleverd). Een USB-hub wordt niet
ondersteund.
• Afhankelijk van het aangesloten USB-geheugenapparaat, is het
mogelijk dat het toestel niet werkt of dat sommige functies niet
worden uitgevoerd.
• De types audiobestanden die met dit toestel kunnen worden
afgespeeld zijn MP3/WMA/AAC.
• Artiest/naam van het lied, enz. kunnen worden weergegeven.
Bepaalde speciale karakters worden mogelijk niet correct
weergegeven.
Betreffende het behandelen van een USB-geheugen
OPGELET
Alpine kan niet aansprakelijk worden gesteld voor verloren
gegevens, enz., zelfs wanneer deze gegevens verloren zijn
gegaan tijdens het gebruik van dit product.
• Om storingen of schade te vermijden, dient u het volgende in acht te
nemen.
Lees grondig de gebruiksaanwijzing van het USB-geheugen.
Raak de contactpunten niet aan met de hand of met metaal.
Stel het USB-geheugen niet bloot aan overmatige schokken.
Plooi het USB-geheugen niet, laat het niet vallen, haal het niet uit
elkaar, wijzig het niet en dompel het niet onder in water.
• Vermijd gebruik of opslag in de volgende locaties:
Om het even waar in de auto blootgesteld aan direct zonlicht of hoge
temperaturen.
Om het even waar een hoge vochtigheid of bijtende stoffen mogelijk
aanwezig zijn.
• Plaats het USB-geheugen op een plaats die niet hinderlijk is voor de
bestuurder.
• Het USB-geheugen werkt mogelijk niet correct bij hoge of lage
temperaturen.
• Gebruik enkel gecertificeerde USB-geheugens. Houd er rekening mee
dat zelfs gecertificeerde USB-geheugens mogelijk niet goed werken,
afhankelijk van het type of de staat waarin het zich bevindt.
• Het functioneren van een USB-geheugen wordt niet gegarandeerd.
Gebruik het USB-geheugen in overeenstemming met de
voorwaarden van overeenkomst.
• Naargelang de instellingen van het type USB-geheugen, de toestand
van het geheugen of de coderingssoftware, is het mogelijk dat het
toestel niet correct afspeelt of gegevens weergeeft.
• Een bestand dat beveiligd is tegen kopiëren (copyrightbeveiliging)
kan niet worden afgespeeld.
• Het kan een tijdje duren voor het afspelen van het USB-geheugen van
start gaat. Indien er een bestand van een ander type dan audio in het
USB-geheugen aanwezig is, kan het een behoorlijke tijd duren voor
het bestand wordt afgespeeld of gezocht.
• Het toestel kan bestanden met de extentie "mp3", "wma" of "m4a"
afspelen.
• Voeg de bovenvermelde extensies enkel toe aan een bestand met
audiogegevens. Indien het bestand geen audiogegevens bevat, zal het
niet herkend worden. Het afspelen van een dergelijk bestand kan een
lawaai veroorzaken dat de luidsprekers en/of de versterkers kan
beschadigen.
• Het is aan te raden een back-up van belangrijke gegevens te maken op
een pc.
• Verwijder het USB-apparaat niet terwijl het afspelen bezig is. Zet
SOURCE op iets anders dan USB en verwijder vervolgens het
USB-apparaat om mogelijke schade aan het geheugen te vermijden.
Betreffende het behandelen van de draagbare muziekspeler
• Het toestel kan een draagbare muziekspeler bedienen via de
USB-interface. De types audiobestanden die kunnen worden
afgespeeld zijn MP3 en WMA.
• De werking van de draagbare muziekspeler is niet gewaarborgd.
Gebruik de draagbare muziekspeler in overeenstemming met de
voorwaarden van de overeenkomst. Lees grondig de
gebruiksaanwijzing van de draagbare muziekspeler.
• Vermijd gebruik of opslag in de volgende locaties:
Om het even waar in de auto blootgesteld aan direct zonlicht of hoge
temperaturen.
Om het even waar een hoge vochtigheid of bijtende stoffen mogelijk
aanwezig zijn.
• Plaats de draagbare muziekspeler op een plaats die niet hinderlijk is
voor de bestuurder.
• De draagbare muziekspeler werkt mogelijk niet correct bij hoge of
lage temperaturen.
• Naargelang de instellingen van de draagbare muziekspeler, de
toestand van het geheugen of de coderingssoftware, is het mogelijk
dat het toestel niet correct afspeelt of gegevens weergeeft.
• Als de draagbare muziekspeler een MSC/MTP-instelling heeft, zet u
deze op MTP.
• Een draagbare muziekspeler waarin gegevens opgeslagen zijn met
USB-massaopslag, kan mogelijk niet worden afgespeeld op het
toestel.
• Afhankelijk van de instellingen van de draagbare muziekspeler, kan
de USB-massaopslag worden ondersteund. Meer informatie over de
instelling kunt u vinden in de gebruiksaanwijzing van de speler.
• Het toestel kan MP3/WMA-bestanden afspelen die gesynchroniseerd
zijn do or Window s Media Player (ver. 7, 8, 9 ) en daarn a doorg estuur d
zijn naar de speler. De extensies "mp3" of "wma" kunnen worden
afgespeeld.
6-NL
Page 9
• Als de gegevens niet door Windows Media Player zijn
MUTE/DIMMER
SETUP
(OPEN)
/ESC
Rotary encoder/ENTER/
SOURCE/
gesynchroniseerd en op een andere manier worden doorgestuurd,
kan het toestel de bestanden mogelijk niet correct afspelen.
• Een bestand dat beveiligd is tegen kopiëren (copyrightbeveiliging)
kan niet worden afgespeeld.
• Het is aan te raden een back-up van belangrijke gegevens te maken op
een pc.
• Verwijder het USB-apparaat niet terwijl het afspelen bezig is. Zet
SOURCE op iets anders dan USB en verwijder vervolgens het
USB-apparaat om mogelijke schade aan het geheugen te vermijden.
• Windows Media en het Windows-logo zijn handelsmerken of
gedeponeerde handelsmerken van Microsoft Corporation in de
Verenigde Staten en/of andere landen.
• iPod en iTunes zijn handelsmerken van Apple Inc., geregistreerd in
de VS en andere landen.
• iPhone is een handelsmerk van Apple Inc.
• "Made for iPod" betekent dat een elektronisch accessoire ontworpen
is om specifiek op een iPod aangesloten te worden en de
ontwikkelaar garandeert dat het voldoet aan de prestatiestandaard
van Apple.
• "Works with iPhone" betekent dat een elektronisch accessoire
ontworpen is om specifiek op een iPhone aangesloten te worden en
de ontwikkelaar garandeert dat het voldoet aan de
prestatiestandaard van Apple.
• Apple is niet verantwoordelijk voor de bediening van dit toestel of
het voldoen ervan aan veiligheidsnormen en regelgeving.
• Het BLUETOOTH-merkteken en -logo zijn eigendom van Bluetooth
SIG, Inc. en elk gebruik van deze tekens door Alpine Electronics, Inc.
gebeurt onder licentie.
• "MPEG Layer-3-audiocoderingstechnologie onder licentie van
Fraunhofer IIS en Thomson."
• "De aankoop van dit toestel verleent enkel toestemming voor privé-,
niet-commercieel gebruik en verleent geen toestemming noch enig
recht om dit product te gebruiken in om het even welke commerciële
(d.w.z. met winstoogmerk) real time-uitzending (antenne, satelliet,
kabel en/of andere media), uitzenden/streaming via het internet,
intranetten en/of andere netwerken of in andere elektronische
systemen voor informatieverspreiding, zoals pay-audio of
audio-on-demand-toepassingen. Voor dergelijke toepassingen is een
aparte licentie vereist. Meer informatie kunt u vinden op
http://www.mp3licensing.com."
• Audyssey MultEQ XT is een gedeponeerd handelsmerk van
Audyssey Lab oratories, Inc.
• Gebruiksaanwijzing ........................................................... 1 set
Het toestel in- en uitschakelen
1
Druk op SOURCE om het toestel in te schakelen.
Opmerking
• Het toestel kan worden ingeschakeld door te drukken op om het even
welke knop.
1
Druk op de SOURCE-knop en houd deze ingedrukt
gedurende minstens 2 seconden om het toestel uit te
schakelen.
Opmerking
• Wanneer het toestel voor de eerste keer wordt ingeschakeld, is het
volume ingesteld op niveau 12.
Bronselectie
1
Druk op SOURCE om de bron te wijzigen.
TUNER DISC USB*1/USB iPod*2 AUX+*3 Bluetooth
*4
Audio
CHANGER*5 TUNER
*1 Wordt enkel weergegeven wanneer geen iPhone/iPod is
aangesloten.
*2 Wordt enkel weergegeven wanneer een iPhone/iPod is
aangesloten.
*3 Wordt enkel weergegeven wanneer AUX+ SETUP ingesteld is op
ON, zie "De AUX+ Setup-modus instellen" op pagina 24.
*4 Wordt enkel weergeven wanneer Bluetooth IN ingesteld is op
ADAPTER, zie "De BLUETOOTH-verbinding instellen" op
pagina 23.
7-NL
Page 10
*5 Enkel wanneer de cd-wisselaar is aangesloten.
RESET-knop
Het voorpaneel loskoppelen en vastmaken
Loskoppelen
1
Schakel het toestel uit.
Opmerkingen
• Voor u het voorpaneel vastmaakt, dient u ervoor te zorgen dat er geen
vuiltjes of stof aan de contactpunten hangen en er zich geen vreemd
voorwerp bevindt tussen het voorpaneel en de hoofdeenheid.
• Maak het voorpaneel voorzichtig vast door de zijkanten van het paneel
vast te houden, om te vermijden per ongeluk op een knop te drukken.
Eerste gebruik van het toestel
2
Druk op (OPEN) om het voorpaneel te openen
(afbeelding 1).
Om het voorpaneel te sluiten, drukt u op de linkerkant tot het
paneel sluit zoals weergegeven in afbeelding 2.
afbeelding 1afbeelding 2
3
Neem het voorpaneel stevig vast, schuif naar links , en
trek vervolgens om te verwijderen.
Opmerkingen
• Het voorpaneel kan warm worden bij normaal gebruik (vooral de
contactpunten op de achterkant van het voorpaneel). Dit duidt niet op
een storing.
• Plaats het voorpaneel in de meegeleverde opbergdoos om het te
beschermen.
• Oefen geen overmatige druk uit wanneer u het voorpaneel loskoppelt,
anders kunnen er storingen optreden.
• Laat het voorpaneel niet open staan of rijd niet met de auto met het
paneel open. Dit kan een ongeval of storingen veroorzaken.
Vastmaken
Druk eerst op de RESET-knop wanneer u het toestel voor de eerste keer
gebruikt, na het vervangen van de batterij van de auto, enz.
1
Schakel het toestel uit.
2
Druk op (OPEN) om het voorpaneel te openen en
verwijder het ver volgens.
3
Druk op RESET met een balpen of een gelijkaardig puntig
voorwerp.
Het volume regelen
1
Draai aan de Rotary encoder tot het gewenste volume is
bereikt.
Snel het volume verlagen
Wanneer u de functie geluidsdemping activeert, wordt het
volumeniveau onmiddellijk verlaagd met 20 dB.
1
Druk op MUTE om de MUTE-modus te activeren/
deactiveren.
1
2
8-NL
Steek de rechterzijde van het voorpaneel in de
hoofdeenheid. Zorg ervoor dat de groef in het voorpaneel
correct aansluit op de uitstekende delen van de
hoofdeenheid.
Druk op de linkerzijde van het voorpaneel tot het vastklikt
op de hoofdeenheid.
De tijd en datum instellen
1
Houd SETUP gedurende minstens 2 seconden ingedrukt
om de SETUP-keuzemodus te activeren.
2
Draai aan de Rotary encoder om de General-modus te
selecteren en druk vervolgens op ENTER.
Bluetooth* General Display Tuner Bluetooth
* Wordt enkel weergegeven wanneer INT Mute is ingesteld op OFF
en de modus op iets anders dan Bluetooth Audio is ingesteld.
3
Draai aan de Rotary encoder om Clock Adjust te
selecteren en druk vervolgens op ENTER.
4
Draai aan de Rotary encoder om het jaar in te stellen.
5
Druk op ENTER.
Page 11
6
Herhaal stappen 4 en 5 om de maand, de dag, het uur en
de minuten in te stellen.
7
Houd SETUP gedurende minstens 2 seconden ingedrukt
om naar de normale modus terug te keren.
Opmerkingen
•Druk op ESC om terug te keren naar de vorige SETUP-modus.
• Wanneer gedurende 60 seconden geen handeling wordt uitgevoerd,
wordt SETUP geannuleerd.
•Houd ENTER gedurende minstens 2 seconden na het instellen van
het "uur" ingedrukt om de klok te synchroniseren met een andere klok,
een ander horloge of een tijdsaankondiging op de radio. De minuten
worden teruggezet op 00. Wanneer het scherm meer dan "30" minuten
weergeeft tijdens het uitvoeren van deze functie, zal de tijd een uur
vooruitgaan.
De dimmerregeling instellen
1
Houd DIMMER gedurende minstens 2 seconden
ingedrukt om de DIMMER-modus te selecteren.
Telkens wanneer u op de knop drukt en deze ingedrukt houdt,
wijzigt de modus.
Dimmer Auto Dimmer On Dimmer Off Dimmer Auto
Dimmer Auto-modus:
Vermindert de helderheid van de verlichting van het toestel
wanneer de koplampen van het voertuig branden. Deze modus
kan nuttig zijn wanneer u vindt dat de achtergrondverlichting van
het scherm 's nachts te fel is.
Dimmer On-modus:
Houdt de helderheid van de verlichting van het toestel donker.
Dimmer Off-modus:
Houdt de helderheid van de verlichting van het toestel licht.
Radio
BAND/TA
SOURCE/
Luisteren naar de radio
1
Druk op SOURCE om TUNER-modus te selecteren.
2
Druk herhaaldelijk op BANDTA tot de gewenste
frequentieband wordt weergegeven.
FM1 FM2 FM3 MW LW FM1
3
Druk op TUNEA.ME om de afstemmingsmodus te
selecteren.
Zowel sterke als zwakke zenders worden automatisch afgestemd
(automatische zoekafstemming).
Lokale modus:
Enkel sterke zenders worden automatisch afgestemd
(automatische zoekafstemming).
Manuele modus:
De frequentie wordt manueel afgestemd in stappen (manuele
afstemming).
Rotary encoder/ENTER/
/ESC
TUNE/A.ME
FUNC.
Preset buttons
(1 through 6)
4
Druk op of om af te stemmen op de gewenste
zender.
Door te blijven drukken op of zal de frequentie blijven
veranderen.
Zenders manueel instellen
1
Stem af op de zender die u wenst op te slaan. Houd
gedurende minstens 2 seconden een van de preset
buttons (1 through 6) ingedrukt om de zender op te slaan.
Het scherm geeft de opgeslagen frequentieband weer, het
preselectienummer en de zenderfrequentie.
Opmerkingen
• In het totaal kunnen 30 zenders worden opgeslagen in het
preselectiegeheugen (zes zenders per frequentieband: FM1, FM2, FM3,
MW en LW).
• Wanneer u een zender opslaat in een preselectiegeheugen dat reeds een
zender bevat, zal de huidige zender worden gewist en vervangen door
de nieuwe zender.
9-NL
Page 12
FUNC./SETUP
/ESC
BAND/TA
1 AF NEWS 2 3 PTY
VIEW
Tag
Rotary encoder/ENTER/
• Indien de (F)-indicator verlicht is, schakel dan de indicator uit door op
FUNC. te drukken, waarna u de handeling kunt uitvoeren.
Zenders automatisch instellen
1
Druk herhaaldelijk op BANDTA tot de gewenste
frequentieband wordt weergegeven.
De frequentie op het scherm blijft veranderen zolang het
automatische geheugen in werking is. De tuner zal automatisch
6 sterke zenders binnen de geselecteerde frequentieband
zoeken en opslaan. Ze worden opgeslagen onder de
preselectieknoppen 1 tot 6 in volgorde van hun signaalsterkte.
Wanneer het automatische geheugen is voltooid, schakelt de
tuner over naar de zender die werd opgeslagen onder
preselectie 1.
Opmerking
• Wanneer geen zenders worden opgeslagen, zal de tuner terugkeren naar
de zender waarnaar u aan het luisteren was voor de automatische
geheugenprocedure begon.
Afstemmen op vooraf ingestelde zenders
1
Selecteer de gewenste frequentieband en druk
vervolgen s op de preset buttons (1 through 6) waaronder
de gewenste radiozender is opgeslagen.
Het scherm geeft de geselecteerde frequentieband weer, het
preselectienummer en de zenderfrequentie.
Opmerking
• Indien de (F)-indicator verlicht is, schakel dan de indicator uit door op
FUNC. te drukken, waarna u de handeling kunt uitvoeren.
Functie frequentie zoeken
U kunt een radiozender zoeken aan de hand van de frequentie ervan.
1
Houd ENTER gedurende minstens 2 seconden
ingedrukt in de radiomodus om de modus 'frequentie
zoeken' te activeren.
2
Draai aan de Rotary encoder om de gewenste frequentie
te selecteren.
3
Druk op ENTER om de geselecteerde frequentie te
ontvangen.
Opmerking
•Druk op ESC in de zoekmodus om te annuleren. De zoekmodus
wordt eveneens geannuleerd wanneer gedurende 10 seconden geen
handeling wordt uitgevoerd.
RDS
AF (alternatieve frequenties) ON/OFF
schakelen
RDS (Radio Data System) is een radio-informatiesysteem dat gebruik
maakt van de 57 kHz-hulpdraaggolf van normale FM-uitzendingen.
RDS zorgt ervoor dat u een waaier aan informatie ontvangt zoals
verkeersinformatie en zendernamen, en schakelt automatisch over naar
een sterkere zender die hetzelfde programma uitzendt.
1
Druk op FUNC. zodat de (F)-indicator oplicht.
2
Druk op 1 AF om de modus AF (alternatieve frequentie)
ON of OFF te kiezen.
3
Druk op FUNC. om de preselectiemodus te activeren.
De (F)-indicator dooft uit.
Opmerkingen
• Als de modus AF ON geselecteerd wordt, stemt het toestel automatisch
af op een zender met een sterk signaal in de AF-lijst.
• Gebruik de modus AF OFF indien het niet nodig is automatisch
opnieuw af te stemmen.
• Wanneer de PTY31-ontvangst (nooduitzending) ingeschakeld is (zie
"Instelling PTY31-ontvangst (nooduitzending)" op pagina 11) en het
toestel het PTY31-signaal (nooduitzending) ontvangt, zal het toestel
automatisch "ALARM" weergeven op het scherm.
• Bedien het toestel terwijl de (F)-indicator oplicht. Wanneer gedurende 5
seconden geen handeling wordt uitgevoerd, dooft de (F)-indicator uit.
De digitale RDS-gegevens bevatten de volgende informatie:
List of Alternative Frequencies (lijst met alternatieve
frequenties)
Enhanced Other Networks (versterkte andere netwerken)
10-NL
Page 13
Regionale (lokale) RDS-zenders ontvangen
1
Houd SETUP gedurende minstens 2 seconden ingedrukt
om de SETUP-modus te activeren.
2
Draai aan de Rotary encoder om de Tuner-modus te
selecteren en druk vervolgens op ENTER.
Bluetooth* General Display Tuner Bluetooth
* Wordt enkel weergegeven wanneer INT Mute is ingesteld op OFF
en de modus op iets anders dan Bluetooth Audio is ingesteld.
3
Draai aan de Rotary encoder om RDS Regional te
selecteren en druk vervolgens op ENTER.
4
Draai aan de Rotary encoder om ON of OFF te selecteren.
In de OFF-modus blijft het toestel automatisch de verwante
lokale RDS-zender ontvangen.
5
Houd SETUP gedurende minstens 2 seconden ingedrukt
om naar de normale modus terug te keren.
Opmerkingen
• Door op ESC te drukken tijdens de procedure kunt u terugkeren
naar de vorige modus.
• Wanneer gedurende 60 seconden geen handeling wordt uitgevoerd in de
SETUP modus, wordt de instellingsmodus geannuleerd.
PI SEEK-instelling
1
Houd SETUP gedurende minstens 2 seconden ingedrukt
om de SETUP-modus te activeren.
2
Draai aan de Rotary encoder om de Tuner-modus te
selecteren en druk vervolgens op ENTER.
Bluetooth* General Display Tuner Bluetooth
* Wordt enkel weergegeven wanneer INT Mute is ingesteld op OFF
en de modus op iets anders dan Bluetooth Audio is ingesteld.
3
Draai aan de Rotary encoder om PI Seek te selecteren en
druk vervolgens op ENTER.
4
Draai aan de Rotary encoder om ON of OFF te selecteren.
5
Houd SETUP gedurende minstens 2 seconden ingedrukt
om naar de normale modus terug te keren.
Opmerkingen
• Door op ESC te drukken tijdens de procedure kunt u terugkeren
naar de vorige modus.
• Wanneer gedurende 60 seconden geen handeling wordt uitgevoerd in de
SETUP modus, wordt de instellingsmodus geannuleerd.
2
Draai aan de Rotary encoder om de Tuner-modus te
selecteren en druk vervolgens op ENTER.
Bluetooth* General Display Tuner Bluetooth
* Wordt enkel weergegeven wanneer INT Mute is ingesteld op OFF
en de modus op iets anders dan Bluetooth Audio is ingesteld.
3
Draai aan de Rotary encoder om Alert P TY31 te selecteren
en druk vervolgens op ENTER.
4
Draai aan de Rotary encoder om ON of OFF te selecteren.
Wanneer u ON kiest, worden nooduitzendingen ontvangen,
ongeacht de bron. "ALARM" wordt weergegeven tijdens de
ontvangst.
5
Houd SETUP gedurende minstens 2 seconden ingedrukt
om naar de normale modus terug te keren.
Wanneer een nooduitzending wordt ontvangen, zal het volume
automatisch worden aangepast aan het opgeslagen niveau in
de modus verkeersinformatie. Zie "Verkeersinformatie
ontvangen" op pagina11 voor meer informatie.
Opmerkingen
• Door op ESC te drukken tijdens de procedure kunt u terugkeren
naar de vorige modus.
• Wanneer gedurende 60 seconden geen handeling wordt uitgevoerd in de
SETUP modus, wordt de instellingsmodus geannuleerd.
De tijd instellen op automatisch aanpassen
Wanneer u kiest voor ON, wordt de tijd automatisch aangepast door
RDS-gegevens.
1
Houd SETUP gedurende minstens 2 seconden ingedrukt
om de SETUP-modus te activeren.
2
Draai aan de Rotary encoder om de Tuner-modus te
selecteren en druk vervolgens op ENTER.
Bluetooth* General Display Tuner Bluetooth
* Wordt enkel weergegeven wanneer INT Mute is ingesteld op OFF
en de modus op iets anders dan Bluetooth Audio is ingesteld.
3
Draai aan de Rotary encoder om Auto Clock te selecteren
en druk vervolgens op ENTER.
4
Draai aan de Rotary encoder om ON of OFF te selecteren.
5
Houd SETUP gedurende minstens 2 seconden ingedrukt
om naar de normale modus terug te keren.
Opmerkingen
• Door op ESC te drukken tijdens de procedure kunt u terugkeren
naar de vorige modus.
• Wanneer gedurende 60 seconden geen handeling wordt uitgevoerd in de
SETUP modus, wordt de instellingsmodus geannuleerd.
Instelling PTY31-ontvangst
(nooduitzending)
Stel PTY31-ontvangst (nooduitzending) in op ON/OFF.
1
Houd SETUP gedurende minstens 2 seconden ingedrukt
om de SETUP-modus te activeren.
Druk op of om de gewenste zender voor
verkeersinformatie te selecteren.
Wanneer het toestel afstemt op een zender voor
verkeersinformatie, licht de "TP"-indicator op.
11-NL
Page 14
Verkeersinformatie kunt u enkel horen wanneer ze wordt
uitgezonden. Wanneer de verkeersinformatie niet wordt
uitgezonden, schakelt het toestel over op de stand-bymodus.
Wanneer een uitzending met verkeersinformatie begint, wordt
deze automatisch ontvangen door het toestel en wordt "T.INFO"
weergegeven op het scherm.
Wanneer de uitzending met verkeersinformatie beëindigd is,
schakelt het toestel automatisch over op de standby-modus.
Opmerkingen
• Wanneer het signaal van de uitzending met verkeersinformatie beneden
een bepaald niveau zakt, blijft het toestel gedurende 1 minuut in de
ontvangstmodus. Wanneer het signaal langer dan 1 minuut beneden
een bepaald niveau blijft, knippert de "TA"-indicator.
• Indien u niet wenst te luisteren naar de ontvangen verkeersinformatie,
drukt u zacht op BANDTA om het bericht met verkeersinformatie
over te slaan. De instelling van de TA-modus blijft ON om het volgende
bericht met verkeersinformatie te ontvangen.
• Indien u het volumeniveau wijzigt tijdens het beluisteren van
verkeersinformatie, dan zal het gewijzigde volume worden opgeslagen.
Wanneer u de volgende keer verkeersinformatie ontvangt, zal het
volumeniveau automatisch overschakelen naar het opgeslagen niveau.
• In de TA-modus selecteert de SEEK-afstemming enkel de TP-zenders.
PTY (programmatype)-afstemming
1
Druk op FUNC. zodat de (F)-indicator oplicht.
2
Druk op 3 PTY om de PTY-modus te activeren terwijl het
toestel in radiomodus (FM-ontvangst) is.
Het programmatype van de ontvangen zender wordt
gedurende 5 seconden weergegeven.
Als er geen beschikbare PTY-uitzending is, wordt "No PT Y"
gedurende 5 seconden weergegeven.
Als het toestel geen RDS-zender kan ontvangen, geeft het
scherm "No PTY" weer.
Opmerking
• Wanneer gedurende 5 seconden na het drukken op 3 PTY geen
handeling wordt uitgevoerd, wordt de PTY-modus automatisch
geannuleerd.
3
Druk binnen de 5 seconden na het activeren van de
PTY-modus op of om het gewenste
programmatype te kiezen terwijl PTY (programmatype)
wordt weergegeven.
Telkens u drukt, schakelt u naar een volgend programmatype.
4
Druk binnen de 5 seconden na het selecteren van het
programmatype op 3 PTY om te beginnen te zoeken naar
een zender binnen het geselecteerde programmatype.
Het gekozen programmatype knippert op het scherm tijdens
het zoeken en licht op wanneer een zender is gevonden.
Als het toestel geen PTY-zender vindt, wordt "No PTY"
gedurende 5 seconden weergegeven.
5
Druk op FUNC. om de normale modus te activeren.
De (F)-indicator dooft uit.
Opmerking
• Bedien het toestel terwijl de (F)-indicator oplicht. Wanneer gedurende 5
seconden geen handeling wordt uitgevoerd, dooft de (F)-indicator uit.
Verkeersinformatie ontvangen tijdens het
spelen van een cd of de radio
Druk op of om indien gewenst een zender voor
verkeersinformatie te selecteren.
Wanneer een uitzending met verkeersinformatie begint, dempt
het toestel automatisch de cd-speler of de FM-uitzending.
Wanneer de uitzending met verkeersinformatie beëindigd is,
keert het toestel automatisch terug naar de bron die werd
gebruikt voor de uitzending met verkeersinformatie begon.
Wanneer zenders voor verkeersinformatie niet kunnen worden
ontvangen:
In de tuner-modus:
Wanneer het TP-signaal gedurende langer dan 1 minuut niet meer
kan worden ontvangen, knippert de "TA"-indicator.
In de CD-modus:
Wanneer het TP-signaal niet langer k an worden ontvangen, wordt
een zender voor verkeersinformatie van een andere frequentie
automatisch geselecteerd.
Opmerking
• De ontvanger is uitgerust met de EON-functie (versterkte andere
netwerken) om bijkomende alternatieve f requenties op de AF-lijst bij te
houden. De "EON"-indicator licht op wanneer een RDS EON-zender
wordt ontvangen. Indien de ontvangen zender de verkeersinformatie
niet uitzendt, stemt de ontvanger automatisch af op de verwante
zender die de verkeersinformatie wel uitzendt.
3
Houd BANDTA gedurende minstens 2 seconden
ingedrukt om de modus verkeersinformatie uit te
schakelen.
De "TA"-indicator dooft uit.
Nieuwsprioriteit
Met deze functie kunt u het toestel instellen om prioriteit te geven aan
het nieuwsprogramma. U zult het nieuwsprogramma nooit missen
aangezien het toestel automatisch voorrang geeft aan het
nieuwsprogramma zodra het begint uit te zenden. Het programma
waarnaar u aan het luisteren bent, wordt onderbroken. Deze functie
werkt niet in de LW- en MW-modi.
1
Druk op FUNC. om de functiemodus te a ctiveren terwijl de
radiomodus (FM-ontvangst) ingeschakeld is.
2
Druk op NEWS 2 om de PRIORITY NEWS-modus te
activeren.
De "NEWS"-indicator verschijnt op het scherm.
Om de functie PRIORITY NEWS uit te schakelen, drukt u op
NEWS 2.
Opmerking
• In tegenstelling tot bij de TA-functie, verhoogt het volume niet
automatisch bij de functie PRIORITY NEWS.
3
Druk op FUNC. om de preselectiemodus te activeren
terwijl de radiomodus (FM-ontvangst) ingeschakeld is.
De (F)-indicator dooft uit.
Opmerking
• Bedien het toestel terwijl de (F)-indicator oplicht. Wanneer gedurende 5
seconden geen handeling wordt uitgevoerd, dooft de (F)-indicator uit.
12-NL
Page 15
iTunes Tagging gebruiken
Met iTunes Tagging kunt u nummers die u hoort op RDS-zenders
taggen met uw nieuwe CDA-117Ri en deze bij de volgende
synchronisatie van uw iPod beluisteren, kopen en downloaden via uw
iTunes Tagged-afspeellijst.
• Voor meer informatie over de iPhone/iPod-modellen die met dit
toestel kunnen worden gebruikt, zie "Een iPhone/iPod aansluiten" op
pagina 30.
1
Stem af op de gewenste RDS-zender.
Als er tag-informatie is, verschijnt "Tag" op het scherm.
2
Druk op Tag terwijl het gewenste nummer wordt
uitgezonden.
De "Tag" knippert 2 keer en het toestel produceert 2 pieptonen,
waarna "Tagging …" wordt weergegeven.
3
Wanneer het proces voltooid is, wordt "Tag stored"
weergegeven en licht de "Tag"-indicator op terwijl het
toestel 2 pieptonen produceert
* Wanneer het proces voltooid is, verschijnt "Tag count X" (X is het
totaal aantal opgeslagen taginformatie als geen iPhone/iPod is
aangesloten.
Opmerkingen
• Als Beep is ingesteld op OFF, hoort u geen pieptoon tijdens de
handeling. Zie "Functie geluidsgids (Beep)" op pagina 24 voor meer
informatie.
• Tijdens het taggen krijgt de iPhone/iPod prioriteit voor het opslaan van
de taginformatie. Als er geen iPhone/iPod is aangesloten, wordt de
taginformatie opgeslagen op dit toestel.
• Wanneer het geheugen van de iPhone/iPod vol is, wordt "iPod Memory
Full" weergegeven en produceert het toestel twee pieptonen. De
taginformatie wordt opgeslagen op het toestel.
• Als u tijdens het taggen de bron wijzigt of een RDS-zender of
verkeersinformatie ontvangt, zal het taggen worden geannuleerd; in dat
geval zal "Cannot Tag" echter niet worden weergegeven.
• Op dit toestel kunnen tot 50 stukken taginformatie worden opgeslagen.
Wanneer het geheugen van het toestel vol is, kan "Tuner Memory Full
Connect iPod" worden weergegeven en produceert het toestel twee
pieptonen.
• Wanneer een iPod wordt aangesloten die de tagfunctie niet
ondersteunt, is het mogelijk dat "Non-Tagging iPod" wordt
weergegeven.
• Wanneer de iPhone/iPod tijdens het taggen wordt losgekoppeld van het
toestel, wordt de taginformatie ervan opgeslagen op het toestel.
• Als er zich opgeslagen taginformatie op het toestel bevindt en u een
iPhone/iPod aansluit die de tag functie ondersteunt, wordt de
opgeslagen taginformatie automatisch overgezet naar de iPhone/iPod.
Als het geheugen van de iPhone/iPod vol raakt, wordt "iPod Memory
Full" weergegeven en zullen op het toetstel overblijvende tag-gegevens
niet naar de iPhone/iPod worden overgedragen.
• Als er reeds taginformatie bestaat, verschijnt "Already Tagged" als u de
informatie opnieuw probeert te taggen.
• Het taggen kan geannuleerd worden door de frequentie of het station te
wijzigen en het bericht "Cannot Tag", enz. wordt mogelijk niet
weergegeven.
• Als een nummer getagd is en de resterende opslagcapaciteit van de
aangesloten iPhone/iPod voldoende groot is om de tag-informatie van
het nummer op slaan, dan zal dit worden opgeslagen op de iPhone/
iPod.
*
.
1
Druk op VIEW in de radiomodus (FM-ontvangst) om de
weergave voor radiotekst te selecteren.
Telkens wanneer u op de knop drukt, wijzigt de
schermweergave.
Zie "De tekst weergeven" op pagina 21 voor meer informatie.
Radiotekst weergeven
Tekstberichten van radiozenders kunnen worden weergegeven.
13-NL
Page 16
CD/MP3/WMA/AAC
FUNC.
(OPEN)
Rotary encoder/ENTER/
/ESC
SOURCE/
VIEW
4
5
Afspelen
1
Druk op (OPEN).
Het voorpaneel gaat open.
2
Plaats een cd met de bedrukte zijde naar boven.
De cd wordt automatisch in het toestel getrokken.
• De nummerweergave tijdens het afspelen van MP3/WMA/
AAC-gegevens stemt overeen met de bestandsnummers die op de cd
werden opgenomen.
• De afspeeltijd wordt mogelijk niet correct weergegeven wanneer een
bestand opgenomen met VBR (Variable Bit Rate) wordt afgespeeld.
•Druk op VIEW om de schermweergave te wijzigen. Zie "De tekst
weergeven" op pagina 21 voor meer informatie.
Repeat (herhaald afspelen)
1
Druk op 4.
Het nummer wordt herhaaldelijk afgespeeld.
RPT*1 RPT *2 RPT *3 (off) RPT
*1 Eén enkel nummer/bestand wordt herhaaldelijk afgespeeld.
*2 Enkel bestanden uit een bepaalde map worden herhaaldelijk
afgespeeld (alleen MP3/WMA/AAC-modus).
*3 Een cd wordt herhaaldelijk afgespeeld (wanneer een
cd-wisselaar aangesloten is).
Opmerkingen
• Als RPT op ON staat tijdens het afspelen in M.I.X. in de
cd-wisselaar-modus, zal M.I.X. enkel van toepassing zijn op de huidige
cd.
• Als een cd-wisselaar of een MP3-compatibele cd-wisselaar is
aangesloten: Druk op FUNC. om de gewenste functie te kiezen (RPT/
M.I.X.). Voer deze handeling uit binnen de 5 seconden.
2
Selecteer (off ) in de bovenstaande procedure om
herhaald afspelen te annuleren.
Opmerking
• Wanneer er reeds een cd is geplaatst, drukt u op SOURCE om over
te schakelen naar de DISC-modus.
3
Druk op of terwijl MP3/WMA/AAC wordt afgespeeld
om de gewenste map te selecteren.
Door of ingedrukt te houden, blijft u van map veranderen.
4
Druk op of om het gewenste nummer (bestand)
te selecteren.
Als u of ingedrukt houdt, spoelt u het nummer
doorlopend snel terug of vooruit.
Opmerking
• Als een nummer in de pauzemodus snel wordt achteruitgespoeld tot het
begin ervan, dan wordt het automatisch afgespeeld.
5
Druk op om het afspelen te pauzeren.
Wanneer u opnieuw drukt op zal het afspelen hervatten.
6
Druk op (OPEN) om het voorpaneel te openen en druk
vervolgens op om de cd uit te werpen.
Opmerkingen
• Verwijder nooit een cd tijdens het uitwerpen. Laad nooit meer dan één
cd per keer. Doet u dit wel, dan kunt u in beide gevallen een storing
veroorzaken.
• Cd's van 8 cm kunnen niet gebruikt worden.
• WMA-bestanden die worden beschermd door DRM (Digital Rights
Management), AAC-bestanden die werden gekocht via de iTunes Store
en bestanden die beveiligd zijn tegen kopiëren (copyrightbeveiliging),
kunnen niet worden afgespeeld op dit toestel.
M.I.X. (willekeurig afspelen)
1
Druk op 5 .
De nummers worden afgespeeld in willekeurige volgorde.
MIX*1 MIX *2 MIX *3 (off) MIX
*1 De nummers worden afgespeeld in willekeurige volgorde (alleen
cd-modus).
*2 Enkel bestanden uit een bepaalde map worden in willekeurige
volgorde afgespeeld (alleen MP3/WMA/AAC-modus).
*3 Voor cd zijn de nummers op alle cd's in de huidige lader
inbegrepen in het afspelen in willekeurige volgorde (wanneer een
cd-wisselaar uitgerust met de functie ALL M.I.X. is
aangesloten). Voor MP3/WMA/AAC worden de bestanden
afgespeeld in willekeurige volgorde. Wanneer een
MP3-compatibele cd-wisselaar is aangesloten, worden alle
bestanden op een cd in willekeurige volgorde afgespeeld, en
daarna schakelt de cd-wisselaar over op de volgende cd.
Opmerking
• Als M.I.X. op ON is ingesteld tijdens het afspelen in RPT (REPEAT
ALL) in de cd-wisselaar-modus, zal M.I.X. enkel van toepassing zijn op
de huidige cd.
2
Selecteer (off ) in de bovenstaande procedure om het
afspelen in M.I.X. te annuleren.
Opmerking
• Als een cd-wisselaar of een MP3-compatibele cd-wisselaar is
aangesloten: Druk op FUNC. om de gewenste functie te kiezen (RPT/
M.I.X.). Voer deze handeling uit binnen de 5 seconden.
14-NL
Page 17
Zoeken naar cd-tekst
Op cd's die gebruik maken van cd-tekst kunnen liedjes worden gezocht
en afgespeeld door gebruik te maken van hun opgenomen titels. Op cd's
zonder cd-tekst wordt gezocht door gebruik te maken van het
muziekstuknummer dat verbonden is met elk liedje.
1
Druk op ENTER tijdens het afspelen.
Zo wordt de zoekmodus ingesteld.
2
Draai aan de Rotary encoder om het gewenste nummer te
selecteren en druk vervolgens op ENTER.
Zo wordt het geselecteerde nummer afgespeeld.
Opmerkingen
• Druk in de zoekmodus op ESC om te annuleren. De zoekmodus
wordt eveneens geannuleerd wanneer gedurende 60 seconden geen
handeling wordt uitgevoerd.
• Wanneer naar een cd-tekst wordt gezocht tijdens het afspelen in M.I.X.,
wordt de M.I.X.-modus geannuleerd.
• In de modus CD-wisselaar, kunt u enkel zoeken aan de hand van de
tracknummers die aan ieder nummer gekoppeld zijn, hoewel cd's van
cd-tekst gebruik maken.
Zoeken naar bestands-/mapnaam
(betreffende MP3/WMA/AAC)
Map- en bestandsnamen kunnen worden gezocht en weergegeven
tijdens het afspelen.
Zoekmodus mapnaam
1
Druk tijdens het afspelen van MP3/WMA/AAC op
ENTER om de zoekmodus te activeren.
2
Draai aan de Rotary encoder om de zoekmodus
mapnaam te selecteren en druk vervolgens op ENTER.
3
Draai aan de Rotary encoder om de gewenste map te
selecteren.
4
Houd ENTER gedurende minstens 2 seconden
ingedrukt om het eerste bestand in de geselecteerde map
af te spelen.
Opmerkingen
•Houd ESC gedurende minstens 2 seconden ingedrukt in de
zoekmodus om te annuleren. De zoekmodus wordt eveneens
geannuleerd wanneer gedurende 60 seconden geen handeling wordt
uitgevoerd.
• Om bestanden te zoeken in de zoekmodus mapnaam, drukt u op
ENTER. Bestanden in de map kunnen worden gezocht.
• Druk op of om mappen te selecteren waarin moet worden gezocht
naar een bestand.
• Druk in stap 3 op ESC om de zoekmo dus mapnaa m te ve rlaten en
de zoekmodus bestandsnaam te selecteren.
• Wanneer naar een mapnaam wordt gezocht tijdens het afspelen in
M.I.X., wordt de M.I.X.-modus geannuleerd.
• De hoofdmap van een cd wordt weergegeven als "\ROOT".
Zoekmodus bestandsnaam
1
Druk tijdens het afspelen van MP3/WMA/AAC op
ENTER om de zoekmodus te activeren.
2
Draai aan de Rotary encoder om de zoekmodus
bestandsnaam te selecteren en druk vervolgens op
ENTER.
3
Selecteer het gewenste bestand door te draaien aan de
Rotary encoder.
4
Druk op ENTER om het geselecteerde bestand af te
spelen.
Opmerkingen
•Houd ESC gedurende minstens 2 seconden ingedrukt in de
zoekmodus om te annuleren. De zoekmodus wordt eveneens
geannuleerd wanneer gedurende 60 seconden geen handeling wordt
uitgevoerd.
•Druk op ESC in de zoekmodus om terug te keren naar de vorige
modus.
• Wanneer naar een bestandsnaam wordt gezocht tijdens het afspelen in
M.I.X., wordt de M.I.X.-modus geannuleerd.
Quick Search (snel zoeken)
U kunt zoeken naar nummers (bestanden).
1
Houd ENTER gedurende minstens 2 seconden
ingedrukt in de CD/MP3/WMA/AAC-modus om de
snelzoekmodus te activeren.
2
Draai aan de Rotary encoder om een gewenst nummer
(bestand) te selecteren.
De geselecteerde track wordt onmiddellijk afgespeeld.
Opmerkingen
•Druk op ESC in de zoekmodus om te annuleren. De zoekmodus
wordt eveneens geannuleerd wanneer gedurende 10 seconden geen
handeling wordt uitgevoerd.
• Wanneer een snelle zoekopdracht wordt gegeven tijdens het afspelen in
M.I.X., wordt de M.I.X.-modus geannuleerd.
Geheugen zoekpositie
Tijdens het afspelen, kunt u in de zoekmodus snel naar het laatst
geselecteerde hiërarchieniveau terugkeren.
1
Druk op ESC.
De hiërarchie die u het laatst hebt geselecteerd in de
zoekmodus wordt weergegeven.
Over MP3/WMA/AAC
OPGELET
Het dupliceren, verspreiden, overzetten of kopiëren van
audiogegevens (waaronder MP3/WMA/AAC-gegevens), gratis of
tegen betaling, zonder toestemming van de copyrighthouder, is
strikt verboden door de Copyright Act en door internationale
verdragen, tenzij het voor privégebruik is.
Wat i s MP3?
MP3, met als officiële naam "MPEG-1 Audio Layer 3", is een
compressiestandaard voorgeschreven door de ISO (International
Standardization Organization) en MPEG, een gezamenlijk
activiteiteninstituut van de IEC.
MP3-bestanden bevatten gecomprimeerde audiogegevens. De
MP3-codering kan audiogegevens comprimeren aan extreem hoge
ratio's, waardoor de grootte van muziekbestanden tot een tiende van
15-NL
Page 18
*
Hoofdmap
Map
MP3/WMA/AAC-bestand
hun oorspronkelijke grootte wordt herleid. Dit wordt verwezenlijkt
terwijl de kwaliteit quasi even goed blijft als op een cd. Het
MP3-formaat realiseert zulke hoge compressieratio's door geluiden te
elimineren die ofwel onhoorbaar zijn voor het menselijke oor of
gemaskeerd worden door andere geluiden.
Wat i s WMA?
WMA of "Windows Media™ Audio" zijn gecomprimeerde
audiogegevens.
WMA is gelijkaardig aan MP3-audiogegevens en kan geluid van
cd-kwaliteit bereiken bij kleine bestandsgroottes.
Wat is AAC?
AAC is de afkorting van "Advanced Audio Coding" en is een
basisformaat voor audiocompressie dat wordt gebruikt door MPEG2 of
MPEG4.
Methode om MP3/WMA/AAC-bestanden te creëren
Audiogegevens worden gecomprimeerd door gebruik te maken van
software met MP3/WMA/AAC-codecs. Raadpleeg de
gebruiksaanwijzing van die software voor meer informatie over het
aanmaken van MP3/WMA/AAC-bestanden.
MP3/WMA/AAC-bestanden die op dit toestel kunnen worden
afgespeeld hebben de extensies "mp3"/"wma"/"m4a". Bestanden
zonder extensie kunnen niet worden afgespeeld (WMA ver. 7, 8 en 9
worden ondersteund). Beschermde bestanden worden niet
ondersteund; raw AAC-bestanden (maken gebruik van de
".aac"-extensie) evenmin.
Er bestaan veel verschillende versies van het AAC-formaat. Zorg ervoor
dat de gebruikte software de aanvaarde formaten hierboven
weergegeven, kan leveren. Het is mogelijk dat het formaat niet kan
worden afgespeeld, ook al heeft het een geldige extensie.
Het afspelen van AAC-bestanden die gecodeerd zijn via iTunes wordt
ondersteund.
Ondersteunde bemonsteringsfrequenties en bitsnelheden voor het
afspelen
Dit toestel speelt mogelijk niet correct af afhankelijk van de
bemonsteringsfrequenties.
In de USB-modus wordt de afspeeltijd mogelijk niet correct
weergegeven wanneer een bestand opgenomen met VBR ( Variable Bit
Rate) wordt afgespeeld.
ID3-tags/WMA-tags
Dit toestel ondersteunt ID3-tags v1 en v2, en WMA/AAC-tags.
Wanneer een MP3/WMA/AAC-bestand taggegevens bevat, kan dit
toestel de ID3-/WMA/AAC-taggegevens weergeven: de titel (titel van
het nummer), artiest en albumnaam.
Dit toestel kan enkel alfanumerieke karakters weergeven van één byte
(tot 30 voor ID3-tags en tot 15 voor WMA-tags) en de underscore. "No
Support" wordt weergegeven bij niet-ondersteunde karakters.
Als het bestand andere informatie bevat dan ID3-taginformatie, is het
mogelijk dat het geluidsbestand niet wordt afgespeeld.
De taginformatie wordt afhankelijk van de inhoud mogelijk niet correct
weergegeven.
MP3/WMA/AAC afspelen
MP3/WMA/AAC-bestanden worden aangemaakt en vervolgens
geschreven op een CD-R, CD-RW door gebruik te maken van
schrijfsoftware voor CD-R, of opgeslagen op een USB-geheugen. Een cd
kan tot 510 bestanden/mappen (inclusief hoofdmappen) bevatten, met
een maximum van 255 mappen. Dit toestel kan tot 20 banken (1.000
bestanden per bank) herkennen op een USB-geheugen/draagbare
muziekspeler.
24 kHz, 22,05 kHz, 16 kHz
kHz, 22,05 kHz, 16 kHz, 12 kHz,
11,025 kHz, 8 kHz
Het afspelen lukt mogelijk niet wanneer een cd of een USB-geheugen
de bovenstaande beperkingen overschrijdt.
Beperk de afspeelduur van een bestand tot 1 uur.
Ondersteunde media
De media die met dit toestel kunnen worden afgespeeld zijn CD-ROM's,
CD-R's en CD-RW's.
Dit toestel kan eveneens USB-geheugens afspelen.
Overeenkomstige bestandssystemen
Dit toestel ondersteunt cd's die werden geformatteerd met ISO9660
Level 1 of Level 2.
Binnen de ISO9660-standaard zijn er enkele belangrijke beperkingen.
De maximale mapdiepte is 8 (inclusief de hoofdmap). Het aantal
karakters voor een map-/bestandsnaam is beperkt.
Geldige karakters voor map-/bestandsnamen zijn de letters A-Z
(hoofdletters), nummers 0-9 en '_' (underscore).
Dit toestel kan ook cd's afspelen in Joliet, Romeo enz. en andere
standaarden die voldoen aan ISO9660. Soms worden de
bestandsnamen, mapnamen, enz. echter niet correct weergegeven.
Dit toestel ondersteunt eveneens FAT 12/16/32 voor USB-geheugens.
Ondersteunde formaten
Dit toestel ondersteunt CD-ROM XA, Mixed Mode CD, Enhanced CD
(CD-Extra) en multi-sessie-CD.
Dit toestel kan cd's die werden opgenomen met Track-At-Once of
packet writing niet correct afspelen.
Bestandsvolgorde
Bestanden worden afgespeeld in de volgorde waarin de schrijfsoftware
ze brandt op de cd. Daardoor is de afspeelvolgorde mogelijk niet wat u
verwacht. Controleer de schrijfvolgorde in de handleiding bij de
software. De afspeelvolgorde van de mappen en bestanden is als volgt.
* Het mapnummer of de mapnaam wordt niet weergegeven wanneer de
map geen bestand bevat.
Terminologie
Bitsnelheid
Dit is de compressieratio van het "geluid" gespecificeerd voor de
codering. Hoe hoger de bitsnelheid, hoe beter de geluidskwaliteit, maar
ook hoe groter de bestanden.
Bemonst eringsfrequentie
Deze waarde toont aan hoeveel keer per seconde de gegevens worden
bemonsterd (opgenomen). Muziek-cd's gebruiken bijvoorbeeld een
bemonsteringsfrequentie van 44,1 kHz, dus wordt het geluid 44.100
keer per seconde bemonsterd (opgenomen). Hoe hoger de
16-NL
Page 19
bemonsteringsfrequentie, hoe beter de geluidskwaliteit, maar ook hoe
groter het volume van de gegevens.
Codering
Het converteren van muziek-cd's, WAVE (AIFF)-bestanden en andere
geluidsbestanden naar het gespecificeerde formaat voor
audiocompressie.
Tag
Informatie over een liedje zoals de titel van het nummer, artiest,
albumnaam, enz. geschreven in MP3/WMA/AAC-bestanden.
Hoofdmap
De hoofdmap kunt u vinden aan de top van het bestandssysteem. De
hoofdmap bevat alle mappen en bestanden en wordt automatisch
aangemaakt bij elke gebrande cd.
Geluidsinstelling
SOURCE/
BAND/TA
Rotary encoder/ENTER/
/ESC
Preset buttons (1 through 6)
AUDIO/SOUND SETUP
Subwooferniveau/balans (tussen links en
rechts)/fader (tussen voor en achter)/
autovolume/verduistering/defeat regelen
1
Druk herhaaldelijk op de AUDI O om de gewenste modus
te selecteren.
Elke druk schakelt als volgt over naar een volgende modus:
SUBWOOFER*1 BALANCE FADER AUTO VOLUM E*2
BLACK OUT
*1 Wanneer de subwoofermodus op OFF is ingesteld, kan het
*2 Door AUTO VOLUME in te schakelen, kan het toestel het
*3 Wanneer de verduisteringsmodus is ingeschakeld, zullen na 5
Niveau Subwoofer0 ~ 15
Balans–15(L) ~ 15(R)
Fader–15(R) ~ 15(F)
AutovolumeOFF/LOW/MIDDLE/HIGH
Verduiste ringON/O FF
DefeatON/OFF
Volume0 ~ 35
Opmerkingen
• Indien er gedurende 5 seconden geen handeling wordt uitgevoerd na
• Wanneer er op een knop wordt gedrukt tijdens de verduisteringsmodus,
*3
DEFEAT VOLUME SUBWOOFER
niveau ervan niet worden aangepast, zie "De subwoofer in- of
uitschakelen" op pagina 18.
volume automatisch aanpassen naargelang het geluid van de
motor, weg enz. Er zijn drie niveaus van volumecorrectie: LOW,
MIDDLE en HIGH.
seconden alle schermaanduidingen uitschakelen om het
stroomverbruik te verminderen. Dit extra vermogen verhoogt de
geluidskwaliteit.
het selecteren van de modus SUBWOOFER, BALANCE, FADER,
AUTO VOLUME, BLACK OUT of DEFEAT, schakelt het toestel
automatisch terug naar de normale modus.
wordt de functie gedurende 5 seconden weergegeven en wordt daarna
weer overgeschakeld naar de verduisteringsmodus.
2
Draai aan de Rotary encoder tot de gewenste instelling is
bereikt voor elk niveau.
Opmerking
• Afhankelijk van de aangesloten apparaten, werken sommige functies en
schermaanduidingen niet.
17-NL
Page 20
Geluidsinstelling
U kunt het toestel gemakkelijk aanpassen zodat het aan uw eigen
voorkeuren en gebruik voldoet. De audio-instelling kan worden
aangepast via het SOUND SETUP-menu.
Gebruik stappen 1 tot 4 om een van de instelmodi te selecteren en aan te passen. Zie het desbetreffende onderdeel voor
meer informatie over het geselecteerde instelitem.
1
Houd SOUND SETUP gedurende minstens 2 seconden
ingedrukt om de modus Geluidsinstelling te activeren.
2
Draai aan de Rotary encoder om het gewenste
geluidsinstellingsmenu te selecteren en druk vervolgens
op ENTER.
*1 Aanpassingen kunnen niet worden doorgevoerd wanneer een
externe audioprocessor is aangesloten of Defeat op ON is
ingesteld.
*2 Deze functies kunnen niet worden gebruikt wanneer Subwoofer
op OFF staat.
*3 Deze functie werkt alleen wanneer Media Xpander is ingesteld
op ON.
*4 In stap 2 kunnen twee geluidsregelingsitems (Parametric EQ/
Graphic EQ, T.Correction) geselecteerd worden in de
aanpassingsmodus voor het geluidsveld. Draai aan de Rotary encoder om het gewenste item te selecteren en druk vervolgens
op ENTER om verder te gaan naar stap 3.
3
Draai aan de Rotary encoder om de instelling te wijzigen
en druk vervolgens op ENTER.
(bv. selecteer Subwoofer ON of Subwoofer OFF).
4
Houd ESC gedurende minstens 2 seconden
ingedrukt om naar de normale modus terug te keren.
Opmerkingen
• Media Xpander, Parametric EQ/Graphic EQ Adjustment, EQ Mode en
MX Level Adjustment kunnen niet worden gebruikt wanneer Defeat is
ingesteld op ON.
• Door op ESC te drukken, keert u terug naar de vorige
Geluidsmenumodus.
• Wanneer gedurende 60 seconden geen handeling wordt uitgevoerd,
wordt de Geluidsmenumodus geannuleerd.
*2
Media Xpander MX Level*3 EQ Mode
*4
HPF
De hoogdoorlaatfilter aanpassen
De hoogdoorlaatfilter op dit toestel kan worden aangepast aan uw
persoonlijke smaak.
Wanneer de subwoofer is ingeschakeld, kunt u het uitvoerniveau van de
subwoofer aanpassen (zie "Geluidsinstelling" op pagina 18).
Instelitem: Subwoofer
Instelmogelijkheden:
ON (standaardinstelling) / OFF
ON:
Het subwoofersignaal wordt uitgevoerd via de RCA-aansluitingen
van de subwoofer (zie "Aansluitingen" op pagina 51).
OFF:
Er wordt geen subwoofersignaal uitgevoerd via de
RCA-aansluitingen van de subwoofer (zie "Aansluitingen" op
pagina 51).
Het subwoofersysteem instellen
Wanneer de subwoofer is ingeschakeld, kunt u System 1 of System 2
kiezen voor het gewenste subwoofereffect.
Instelitem: SUBW. System
Instelmogelijkheden:
SYSTEM 1 (standaardinstelling) / SYSTEM 2
SYSTEM 1:
Het niveau van de subwoofer wijzigt overeenkomstig met de
volume -instellingen.
SYSTEM 2:
Het niveau van de subwoofer wijzigt niet overeenkomstig met de
volume-instellingen. Bijvoorbeeld: zelfs bij een laag volume is de
subwoofer nog steeds hoorbaar.
De fase van de subwoofer instellen
De uitvoerfase van de subwoofer kunt u instellen op SUBWOOFER
NORMAL (0°) of SUBWOOFER REVERSE (180°). Draai aan de Rotary encoder om de instelling aan te passen.
Instelitem: SUBW. Phase
Instelmogelijkheden:
0° (standaardinstelling) / 180°
18-NL
Het subwooferkanaal instellen (SUBW.
Channel)
U kunt de uitvoer van de subwoofer instellen op stereo of mono. Zorg
ervoor dat u de correcte uitvoer kiest voor uw type subwoofer.
Instelitem: SUBW. Channel
Instelmogelijkheden:
STEREO (standaardinstelling) / MONO
STEREO:
Subwoofer stereo-uitvoer (L/R)
MONO:
Subwoofer mono-uitvoer
Page 21
Media Xpander instellen op ON/OFF
Wanneer Media Xpander is ingeschakeld, kunt u het Media
Xpander-niveau aanpassen (zie "Het MX-niveau instellen" op
pagina 19).
Instelitem: Media Xpander
Instelmogelijkheden:
OFF (standaardinstelling) / ON
Het MX-niveau instellen
MX (Media Xpander) doet de zang of instrumenten helder weerklinken
ongeacht de muziekbron. De cd, het USB-geheugen en de iPhone/iPod
zullen in staat zijn de muziek duidelijk weer te geven, zelfs in auto's met
veel lawaai van buitenaf.
1
De bron wijzigen waarop u Media Xpander wilt toepassen.
CD (MX-niveau 1 tot 3):
De cd-modus verwerkt een grote hoeveelheid gegevens tijdens
het afspelen. MX maakt gebruik van deze grote hoeveelheid
gegevens om een duidelijkere, helderdere uitvoer voort te
brengen.
CMPM (MX-niveau 1 tot 3):
Dit corrigeert informatie die was verloren gegaan tijdens de
compressie. Dit brengt een goed gebalanceerd geluid voort dat
dicht aanleunt bij het origineel.
DVD (Video -CD) (MOVIE MX-niveau 1 to t 2):
De dialogen in een video worden helderder voortgebracht.
(DVD MUSIC):
Een dvd of video-cd bevat een grote hoeveelheid gegevens zoals
een v ideoclip. M X gebruik t deze ge gevens om h et geluid accuraat
voort te brengen.
AUX (MX niveau 1):
Kies de MX-modus (CMPM, MOVIE of MUSIC) die overeenstemt
met het aangesloten medium.
Opmerkingen
• Elke muziekbron, zoals cd en MP3/WMA/AAC, kan een eigen
MX-instelling hebben.
• Op cd's met zowel MP3/WMA/AAC- als CD-DA-gegevens, en dit
wanneer de bron wijzigt van "MP3/WMA/AAC naar CD-DA" of
"CD-DA naar MP3/WMA/AAC", kan het wijzigen van MX-modus het
afspelen licht vertragen.
• Instellen op Non Effect zet de MX-modus van elke muziekbron op OFF.
• Deze functie kan niet worden gebruikt wanneer DEFEAT op ON staat.
• Er is geen MX-modus voor FM-, MW- en LW-radio.
• Wanneer een audioprocessor met de MX-functie (PXA-H701, enz.) is
aangesloten, wordt de eigen MX-verwerking van de audioprocessor op
de muziekbron toegepast. Aangezien de de MX-instellingen van de
processor mogelijk niet overeenkomen met die van de hoofdeenheid,
moet de audioprocessor worden aangepast. Meer informatie kunt u
vinden in de gebruiksaanwijzing van de audioprocessor.
• "CMPM" wordt toegepast voor MP3/WMA/AAC en iPhone/iPod.
De EQ-modus instellen
Deze instelling laat u toe te kiezen tussen een 5-band parametrische of
een 7-band grafische equalizer.
Instelitem: EQ Mode
Instelmogelijkheden:
Parametric EQ (standaardinstelling) / Graphic EQ
PEQ:
5-band parametrische EQ
GEQ:
7-band grafische EQ
De eenheid voor tijdcorrectie instellen
(TCR Parameter)
U kunt de eenheid voor tijdcorrectie (cm of inch) wijzigen.
Instelitem: TCR Parameter
Instelmogelijkheden:
cm (standaardinstelling) / inch
Aanpassing van het geluidsveld
De instellingen Parametric EQ/Graphic EQ en Time Correction kunnen
in deze modus worden aangepast.
De parametrische equalizer-curve aanpassen
U kunt de equalizer-instellingen aanpassen om een responscurve te
creëren die meer aan uw persoonlijke smaak beantwoordt. Om de
parametrische equalizer-curve aan te passen, dient u de EQ Mode in te
stellen op Parametric EQ. Zie "De EQ-modus instellen" op pagina 19
voor meer informatie.
1
Na Parametric EQ te hebben gekozen in de modus Sound
Field, drukt u op BANDTA om de band te selecteren die
moet worden aangepast.
Band 1 Band 2 Band 3 Band 4 Band 5 Band 1
2
Druk op of om frequentiebanden te selecteren.
Aanpasbare frequentiebanden: 63 Hz tot 17,5 kHz (in stappen
van 1/3 octaaf ).
Band-163 Hz~200 Hz
Band-2160 Hz~1 kHz
Band-3630 Hz~4 kHz
Band-41,6 kHz~10 kHz
Band-510 kHz~17,5 kHz
3
Draai aan de Rotary encoder om het niveau aan te passen.
Aanpasbaar niveau: –6 tot +6 dB
4
Druk op SOURCE om de bandbreedte in te stellen (Q).
Aanpasbare bandbreedte: 1, 2, 3, 4
5
Herhaal stappen 1 tot 4 om een andere band aan te
passen, en pas alle banden aan.
Opmerking
• Bij het aanpassen van de Parametric EQ dient u rekening te houden
met de frequentierespons van de aangesloten luidsprekers.
De grafische equalizer-curve aanpassen
U kunt de equalizer-instellingen aanpassen om een responscurve te
creëren die meer aan uw persoonlijke smaak beantwoordt. Om de
grafische equalizer-curve aan te passen, dient u de EQ Mode in te stellen
op Graphic EQ. Zie "De EQ-modus instellen" op pagina 19 voor meer
informatie.
1
Na Graphic EQ te hebben gekozen in de modus Sound
Field, drukt u op BANDTA om de band te selecteren die
moet worden aangepast.
Band 1 Band 2 Band 3 Band 4 Band 5 Band 6
Band 7 Band 1
Band-180 Hz
19-NL
Page 22
Band-2250 Hz
Band-3500 Hz
Band-41 kHz
Band-54 kHz
Band-68 kHz
Band-716 kHz
2
Draai aan de Rotary encoder om het niveau aan te passen.
Aanpasbaar uitvoerniveau: −6 tot +6 dB
3
Herhaal stappen 1 en 2 om een andere band aan te
passen, en pas alle banden aan.
De tijdcorrectie aanpassen
Voor u de volgende procedures uitvoert, zie "Over tijdcorrectie" op
pagina 38.
1
Na T.Correction te hebben gekozen in de modus Sound
Field, drukt u op BANDTA om de luidspreker te
selecteren die moet worden aangepast.
F-L*1 F-R*2 R-L*3 R-R*4 SW-L SW-R F-L
*1 Voor-L (standaardinstelling)
*2 Vo or - R
*3 Achter-L
*4 Achter-R
2
Draai aan de Rotary encoder om de
afstandscorrectiewaarde aan te passen (0,0 tot 336,6 cm).
L = (afstand tot de verste luidspreker) - (afstand tot andere
luidsprekers)
• De opgeslagen gegevens worden niet gewist, zelfs niet wanneer u op de
reset-knop drukt of de batterij afsluit.
• De opgeslagen gegevens kunnen worden opgeroepen door de handeling
uit te voeren (zie "De opgeslagen instellingen voor de aanpassing van
het geluidsveld oproepen" op pagina 20).
De opgeslagen instellingen voor de aanpassing
van het geluidsveld oproepen
De opgeslagen instellingen voor Sound Field bevatten instellingen voor
Parametric EQ/Graphic EQ en T.Correction die zijn opgeslagen in het
preselectiegeheugen.
1
Na een item uit de Sound Field-modus (bv. Parametric EQ)
te hebben geselecteerd, drukt u op de preset buttons (1 through 6) waaronder de kenmerken zijn opgeslagen die
u wenst op te roepen.
2
Druk nogmaals op de preset buttons (1 through 6) om
terug te keren naar de Sound Field-modus.
Opmerking
• Terwijl u deze handeling uitvoert, worden alle aangepaste gegevens
betreffende Parametric EQ/Graphic EQ en T.Correction die werden
opgeslagen in de preselectieknoppen, opgeroepen.
3
Herhaal stappen 1 en 2 om een andere luidspreker in te
stellen.
Door deze waarden in te stellen, bereikt het geluid van de
luidspreker de luisterpositie op hetzelfde ogenblik als het geluid
van de andere luidsprekers.
De instellingen voor de aanpassing van het
geluidsveld opslaan
De instellingen voor Sound Field, waaronder Parametric EQ/Graphic
EQ en T.Correction kunnen worden opgeslagen in het
preselectiegeheugen.
1
Wanneer de instellingen voor Sound Field voltooid zijn,
selecteert u een van de preset buttons (1 through 6) in
een item van de Sound Field-modus (bv. Parametric EQ),
en houdt u de gewenste preselectieknop gedurende
minstens 2 seconden ingedrukt.
2
Draai aan de Rotary encoder om PROTECT YES/NO te
selecteren en druk vervolgens op ENTER om de
aangepaste inhoud op te slaan.
PROTECT YES (standaardinstelling) PROTECT NO
Opmerkingen
• Wanneer YES geselecteerd is, worden de gegevens beschermd en
opgeslagen in de preselectieknoppen. Wanneer u de parameter wenst op
te slaan in een beschermde preselectieknop, kunt u "Replace NO/YES"
selecteren.
• Wanneer NO wordt geselecteerd, wordt de preselectie opgeslagen.
• Terwijl u deze handeling uitvoert, worden alle aangepaste gegevens
betreffende Parametric EQ/Graphic EQ en T.Correction opgeslagen in
de preselectieknoppen.
20-NL
Page 23
Overige functies
VIEW
Nr. nummer
(Leeg)
(Leeg)
Verstreken tijd
Tekst (cd-naam)
*2
Kalender
Tekst (naam nummer)
*2
Klok
Nr. nummer
Verstreken tijd
De tekst weergeven
De weergave in CD-modus:
De weergave in MP3/WMA/AAC-modus:
Tekstinformatie, zoals de cd-naam en de naam van het nummer, zal
worden weergegeven wanneer u een cd afspeelt die compatibel is met
cd-tekst. Het is eveneens mogelijk de mapnaam, bestandsnaam, tag, enz.
weer te geven tijdens het afspelen van MP3/WMA/AAC-bestanden.
1
Druk op VIEW.
Telkens wanneer u op de knop drukt, wijzigt de
schermweergave.
Opmerking
• Wanneer Text Scroll op manueel is ingesteld, houdt u VIEW gedurende
minstens 2 seconden ingedrukt om de huidige tekst één keer over het
scherm te laten rollen (uitgezonderd in radiomodus).
PS wordt weergegeven in de radiomodus; de frequentie wordt
gedurende 5 seconden weergegeven.
*2 Weergegeven tijdens het afspelen van een cd met cd-tekst.
Wanneer er geen tekstinformatie beschikbaar is, wordt niets
weergegeven.
*3 De hoofdmap van een cd/USB-geheugen wordt weergegeven als
"\ROOT".
Wanneer er geen tekstinformatie beschikbaar is, wordt niets
weergegeven.
*4 Als een MP3/WMA/AAC-bestand ID3-tag/
WMA-taginformatie bevat, wordt de ID3-tag/
WMA-taginformatie weergegeven (bv. titel van het nummer,
artiest en albumnaam). Alle andere taggegevens worden
genegeerd.
Wanneer er geen tekstinformatie beschikbaar is, wordt niets
weergegeven.
*5 Wanneer Text Scroll (zie "Scroll-instelling (Text Scroll)" op
pagina 26) is ingesteld op "Auto", kan het scherm niet worden
gewijzigd door op VIEW te drukken. De schermweergave w isselt
automatisch.
Radiotekst
Radiotekst
FREQUENTIE
(Leeg)
21-NL
Page 24
Over de schermaanduidingen
Bij het weergeven van tekst lichten de volgende indicatoren op
naargelang de modus.
Indicator/
Modus
—
—
—
—
Weergegeven
tekst
(cd-naam)
Weergegeven
tekst (naam
van het nummer)
Cd-modus
MP3/WMA/
AAC-modus
Weergegeven
mapnaam
Weergegeven
artiest
Weergegeven
albumnaam
Weergegeven
bestandsnaam
——
Weergegeven
naam van het
nummer
iPod-modus
—
Weergegeven
artiest
Weergegeven
albumnaam
—
Weergegeven
naam van het
nummer
Over "Tekst"
Cd's die compatibel zijn met cd-tekst, bevatten tekstinformatie zoals de
naam van de cd en het nummer. Naar dergelijke tekstinformatie wordt
verwezen met "tekst".
Opmerkingen
• Sommige karakters worden, afhankelijk van het karaktertype, mogelijk
niet correct weergegeven op dit toestel.
• De cd-wisselaar dient ook compatibel te zijn met cd-tekst om de
tekstinformatie te kunnen weergeven.
• Wanneer geen tekstinformatie beschikbaar is, is het scherm leeg.
• De tekst- of taginformatie wordt afhankelijk van de inhoud mogelijk
niet correct weergegeven.
SETUP (instellen)
BAND/TA
SOURCE/
Instelling
U kunt het toestel gemakkelijk aanpassen zodat het aan uw eigen
voorkeuren en gebruik voldoet. Vanuit het instelmenu kunt u de
algemene instellingen, scherminstellingen enz. aanpassen.
Gebruik stappen 1 tot 5 om een van de instellingsmodi te
selecteren en aan te passen. Zie het desbetreffende onderdeel
voor meer informatie over het geselecteerde instellingsitem.
1
Houd SETUP gedurende minstens 2 seconden ingedrukt
om de SETUP-modus te activeren.
2
Draai aan de Rotary encoder om het gewenste item te
selecteren en druk vervolgens op ENTER.
Bluetooth*1 General Display Tuner Bluetooth
(bv. selecteer General)
Rotary encoder/ENTER/
/ESC
SETUP
De tijd weergeven
1
Druk herhaaldelijk op VIEW tot de tijd wordt
weergegeven.
Elke druk schakelt over naar een andere schermweergave.
Zie "De tekst weergeven" op pagina 21 voor meer informatie.
Opmerking
• Wanneer u een tuner- of cd-functie selecteert in de klokmodus, dan
wordt de tijdweergave kort onderbroken. De geselecteerde functie wordt
gedurende ongeveer 5 seconden weergegeven, waarna de tijd opnieuw
wordt weergegeven.
3
Draai aan de Rotary encoder om een instelitem te
selecteren en druk vervolgens op ENTER.
(bv. Selecteer Power IC)
Bluetooth:
Bluetooth IN
General:
Birthday Set Clock Mode Clock Adjust
Play Mode Beep INT Mute
*4
Name
AUX IN GAIN*4 Digital AUX D.AUX Name*5
AUX IN AUX Name
Steering Birthday Set
Display:
Illumination Dimmer Level Scroll Type Tex t Sc rol l
Font Se lect BGV Select Opening MSG Illumination
Tune r:
RDS Regional
FM Level FM Tuner Set RDS Regional
*1 Wordt enkel weergegeven wanneer INT Mute is ingesteld op
OFF en de modus op iets anders dan Bluetooth Audio is
ingesteld.
*2 Zie "De tijd en datum instellen" op pagina 8.
*3 Wordt enkel weergegeven wanneer Bluetooth IN op OFF is
ingesteld.
*4 Wordt enkel weergegeven wanneer AUX+ Setup op ON staat.
*5 Wordt enkel weergegeven wanneer Digital AUX op ON staat.
*6 Wordt enkel weergegeven wanneer AUX IN op ON is ingesteld.
*7 Zie "Regionale (lokale) RDS-zenders ontvangen" op pagina 11.
*8 Zie "PI SEEK-instelling" op pagina 11.
*6
*7
PI Seek*8 Alert PTY31*9 Auto Clock
*3
Power IC Language Set Demo
*2
AUX+ Setu p AUX+
Calendar
*10
22-NL
Page 25
*9 Zie "Instelling PTY31-ontvangst (nooduitzending)" op
pagina 11.
*10 Zie "De tijd instellen op automatisch aanpassen" op pagina 11.
4
Draai aan de Rotary encoder om de instelling te wijzigen
en druk vervolgens op ENTER.
(bv. selecteer Power IC ON of Power IC OFF).
5
Houd SETUP gedurende minstens 2 seconden ingedrukt
om naar de normale modus terug te keren.
Opmerkingen
•Druk op ESC om terug te keren naar de vorige SETUP-modus.
• Wanneer gedurende 60 seconden geen handeling wordt uitgevoerd,
wordt SETUP geannuleerd.
BLUETOOTH-instelling
"mm" (maand) in te stellen en druk vervolgens op ENTER. Draai
nogmaals aan de Rotary encoder om "dd" (datum) in te stellen.
Instelitem: Birthday Set
Instelmogelijkheden:
mm/dd
De klokweergave instellen (Clock Mode)
U kunt het klokweergavetype (12-uurs of 24-uurs) instellen volgens uw
voorkeur.
Instelitem: Clock Mode
Instelmogelijkheden:
AM (voormiddag) 12:00 (12-urenklok) / 00:00 (24-urenklok)
(standaardinstelling)
Selecteer Bluetooth uit het instellingshoofdmenu in stap 2 hierboven.
De BLUETOOTH-verbinding instellen
Wanneer een optionele BLUETOOTH INTERFACE (KCE-400BT) is
aangesloten, kunt u handenvrij bellen met een mobiele telefoon die is
uitgerust met BLUETOOTH. Voer deze instelling uit wanneer de
BLUETOOTH INTERFACE (KCE-400BT) is aangesloten en de
BLUETOOTH-functie wordt gebruikt. Meer informatie kunt u vinden
in de gebruiksaanwijzing van de optionele BLUETOOTH INTERFACE
(KCE-400BT). Kies voor ADAPTER wanneer de BLUETOOTH
INTERFACE (KCE-400BT) is aangesloten.
Instelitem: Bluetooth IN
Instelmogelijkheden:
ADAPTER / OFF (standaardinstelling)
Opmerkingen
•De -knop kan enkel gebruikt worden wanneer de optionele
BLUETOOTH INTERFACE (KCE-400BT) is aangesloten.
• Als u een mobiele telefoon aansluit die de Voice Dial-functie
ondersteunt, kunt u de Voice Dial-functie gebruiken.
• De BLUETOOTH-instelling kan niet worden doorgevoerd wanneer
INT Mute op ON staat. Stel INT Mute in op OFF wanneer de
BLUETOOTH INTERFACE (KCE-400BT) is aangesloten. Zie "Modus
geluidsdemping in- of uitschakelen (INT Mute)" op pagina 24.
Algemene instelling
Selecteer General uit het instellingshoofdmenu in stap 2.
Verjaardagsbericht instellen (Birthday Set)
Als u Opening MSG instelt op ON (zie "Instelling openingsboodschap
aan/uit" op pagina 26) en u uw verjaardagsgegevens invult, kan op die
dag een bericht worden weergegeven. Draai aan de Rotary encoder om
Dit toestel kan cd's afspelen die zowel cd- als MP3/WMA/
AAC-gegevens bevatten (aangemaakt in Enhanced CD-formaat
(CD-Extra)). In bepaalde situaties kan het afspelen van een CD-Extra
echter moeilijkheden opleveren. Wanneer dit zich voordoet, kunt u
kiezen om slechts één sessie af te spelen, namelijk de sessie die de
cd-gegevens bevat. Wanneer een cd zowel cd- als MP3/WMA/
AAC-gegevens bevat, start het toestel met het afspelen van de
cd-gegevens.
Instelitem: Play Mode
Instelmogelijkheden:
CD-DA (standaardinstelling) / CDDA&MP3/WMA
CD-DA:
Enkele de cd-gegevens in sessie 1 kunnen worden afgespeeld.
CDDA&MP3/WMA:
Cd-gegevens, MP3/WMA/AAC-bestanden in mixed mode en
multi-sessie-cd's kunnen worden afgespeeld.
Opmerking
• Voer deze instelling uit voor u een cd plaatst. Wanneer er reeds een cd
werd geplaatst, verwijder die dan eerst. (Indien u een MP3-wisselaar
gebruikt, moet u cd's wisselen).
23-NL
Page 26
Functie geluidsgids (Beep)
Deze functie laat verschillende tonen horen afhankelijk van op welke
knop werd gedrukt.
Instelitem: Beep
Instelmogelijkheden:
ON (standaardinstelling) / OFF
Modus geluidsdemping in- of uitschakelen (INT
Mute)
Wanneer een apparaat is aangesloten dat is uitgerust met een
onderbreekfunctie, zal het geluid automatisch worden gedempt wanneer
het onderbrekingssignaal van het toestel wordt ontvangen.
Instelitem: INT Mute
Instelmogelijkheden:
ON / OFF (standaardinstelling)
De AUX+ Setup-modus instellen
U kunt het geluid van een extern apparaat (zoals een draagbare
muziekspeler) doorvoeren via de BLUETOOTH-interfaceaansluiting
van dit toestel. U hebt een speciale conversiekabel (KCE-237B) nodig
om de BLUETOOTH-interfaceaansluiting om te vormen naar een AUX
IN.
Een draagbare muziekspeler en een BLUETOOTH INTERFACE
(KCE-400BT) kunnen niet tegelijk worden aangesloten op de
BLUETOOTH-interfaceaansluiting.
Instelitem: AUX+ Setup
Instelmogelijkheden:
ON / OFF (standaardinstelling)
ON*:
Zet dit op ON wanneer een draagbaar apparaat is aangesloten.
Indien u op SOURCE drukt en AUX+ is geselecteerd, wordt het
geluid van het draagbare apparaat ingevoerd in het toestel.
* U kunt de AUX+ Name weergave wijzigen wanneer AUX+
Setup op ON staat. Druk op ENTER als AUX+ Setup op
ON staat en selecteer AUX+ Name door aan de Rotary encoder te draaien. Druk vervolgens op ENTER. Draai
daarna aan de Rotary encoder om de gewenste AUX+ Name
te kiezen.
OFF:
Wanneer OFF is geselecteerd, kan AUX+ niet als bron worden
ingesteld.
Het AUX+-niveau instellen (AUX IN GAIN)
Deze instelling kan worden uitgevoerd na ON te hebben gekozen in "De
AUX+ Setup-modus instellen".
Instelitem: AUX IN GAIN
Instelmogelijkheden:
Low (standaardinstelling) / High
Low:
Verlaagt het geluidsniveau van de externe invoer.
High:
Verhoogt het geluidsniveau van de externe invoer.
U kunt de Digital AUX-naamweergave wijzigen wanneer Digital AUX
op ON staat. Druk op ENTER als Digital AUX is ingesteld op ON en
selecteer Digital AUX Name door aan de Rotary encoder te draaien.
Druk vervolgens op ENTER. Draai daarna aan de Rotary encoder
om de gewenste Digital AUX-naam te kiezen.
Instelitem: Digital AUX
Instelmogelijkheden:
ON / OFF (standaardinstelling)
Opmerkingen
•Druk op SOURCE, selecteer de D.Aux-modus en pas het volume
enz. aan.
• Schakel het toestel uit en daarna opnieuw in wanneer de invoerselectie
is voltooid. Het instellen van de regeling van de optische digitale invoer
is voltooid.
• Afhankelijk van de aangesloten audioprocessor, is het mogelijk dat het
geluid van de dvd-speler hoorbaar blijft, ook al werd de bron veranderd.
Schakel de dvd-speler uit wanneer dit probleem zich voordoet.
De AUX-modus instellen (V-Link)
U kunt tv/video-geluid invoeren door een optionele Ai-NET/RCA
Interface-kabel (KCA-121B) of een Versatile Link Terminal (KCA-410C)
aan te sluiten op deze component.
U kunt de AUX-naamweergave wijzigen wanneer AUX IN op ON staat.
Druk op ENTER als AUX IN is ingesteld op ON en selecteer AUX
Name door aan de Rotary encoder te draaien. Druk vervolgens op
ENTER.
Draai daarna aan de Rotary encoder om de gewenste AUX-naam te
kiezen. Wanneer de KCA-410C is aangesloten, is het mogelijk om twee
AUX-namen te selecteren.
Instelitem: AUX IN
Instelmogelijkheden:
ON / OFF (standaardinstelling)
Opmerking
• Via de KCA-410C kunnen tot 2 externe apparaten met RCA-uitvoer
worden aangesloten. Als dit het geval is, drukt u op SOURCE om
AUX-modus te selecteren en drukt u vervolgens op BAND/TA om het
gewenste apparaat te selecteren.
Aansluiten op een externe versterker
Wanneer een externe versterker is aangesloten, kan de geluidskwaliteit
verbeterd worden door de stroomtoevoer van de ingebouwde versterker
af te sluiten.
Instelitem: Power IC
Instelmogelijkheden:
ON (standaardinstelling) / OFF
Power IC ON :
De luidsprekers worden gestuurd door de ingebouwde versterker.
Power IC OFF :
Gebruik deze modus wanneer de lijnuitgang van dit toestel
gebruikt wordt om een externe versterker aan te sluiten. Bij deze
De externe digitale invoer instellen
Wanneer een digitale audioprocessor die compatibel is met ALPINE
Ai-NET (PXA-H701) en een dvd-speler (DVE-5207) die niet
compatibel is met Ai-NET zijn aangesloten, dan moet u Digital AUX op
ON instellen om te kunnen genieten van 5.1-kanaal-surroundgeluid.
24-NL
Page 27
instelling wordt de interne versterker van de hoofdeenheid
Voor
links
Versterker
Voor
rechts
Achter
links
Versterker
Achter
rechts
POWER IC OFF:
De gewijzigde signaalwaarde van de stuurafstandsbediening
uitgeschakeld en kan hij de luidsprekers niet meer sturen.
POWER IC ON:
Luidsprekers
LUIDSPREKER
RECHTSVOOR
Voor
rechts
De adaptieve stuurafstandsbediening instellen
Dit toestel is compatibel met de adaptieve stuurafstandsbediening.
Deze functie laat u toe het toestel te bedienen door een signaal van de
stuurafstandsbediening naar het toestel te zenden.
Om de stuurafstandsbediening te gebruiken, moet u de volgende
handelingen uitvoeren na de functie op ON te hebben ingesteld en op
ENTER te hebben gedrukt.
Contacteer uw dichtstbijzijnde Alpine-verdeler voor meer informatie.
LUIDSPREKER
RECHTSACHTER
LUIDSPREKER
LINKSACHTER
LUIDSPREKER
LINKSVOOR
Achter
rechts
Achter
links
Voor
links
Opmerking
• Het systeem brengt geen geluid voort wanneer Power IC op OFF is
ingesteld.
Het taallettertype instellen
U kunt vier soorten lettertypes kiezen.
Instelitem: Language Set
Instelmogelijkheden:
Language 1 (standaardinstelling) / Language 2 / Language 3
/ Language 4
Language 1 :
Normaal lettertype
Language 2 :
Europees lettertype
Language 3 :
Russisch lettertype
Language 4 :
Oost-Europees lettertype
Instelitem: Steering
Instelmogelijkheden: ON / OFF (standaardinstelling)
1
Selecteer de toegewezen functie door te draaien aan de
Rotary encoder.
(bv. selecteer SOURCE)
POWER SOURCE BAND VOL. UP VOL. DN PAU SE
MUTE BWD FWD P. U P P. DN A.PROC POWER
2
Druk op de knop van de stuurafstandsbediening totdat de
gewijzigde signaalwaarde van de stuurafstandsbediening
links op het scherm verschijnt.
(bv. druk op SOURCE op de stuurafstandsbediening.)
Het gewijzigde signaal van de stuurafstandsbediening verschijnt
links op het scherm.
3
Druk op ENTER om de ingestelde waarde uit te
voeren.
De bevestigde signaalwaarde van de stuurafstandsbediening
verschijnt rechts op het scherm. Door dit uit te voeren, wordt
deze functie nu bediend via de knop van de
stuurafstandsbediening.
De bevestigde signaalwaarde van de stuurafstandsbediening
Demonstratie
Dit toestel beschikt over een demonstratiefunctie voor het scherm.
Instelitem: Demo
Instelmogelijkheden:
ON / OFF (standaardinstelling)
Opmerking
• Om de demonstratiemodus te verlaten, schakelt u over naar Demo
OFF.
4
Herhaal stappen 1 tot 3 en stel elke knop in.
Wanneer de instellingen voltooid zijn, drukt u op ESC om
terug te keren naar de vorige modus.
Display-instelling
Selecteer Display uit het instellingshoofdmenu in stap 2.
25-NL
Page 28
Verlichtingskleur aanpassen
U kunt de verlichtingskleur van de volgende zes knoppen aanpassen.
SOURCE, BAND/TA, , , , .
Wanneer het kleur van de zes knoppen blauw is, is het kleur van
de rest blauw.
TYPE 2 :
Wanneer de kleur van de zes knoppen groen is, is de kleur van de
rest blauw.
TYPE 3 :
Wanneer de kleur van de zes knoppen blauw is, is de kleur van de
rest rood.
TYPE 4 :
Wanneer de kleur van de zes knoppen amber is, is de kleur van de
rest rood.
TYPE 5 :
Wanneer de kleur van de zes knoppen rood is, is de kleur van de
rest rood.
Opmerking
• Op bepaalde delen van het scherm is het mogelijk dat de tekst niet over
het scherm rolt, of de scroll-inhoud kan verschillend zijn.
Het lettertype van de karakters wijzigen
U kunt twee soorten lettertypes kiezen.
U kunt het lettertype kiezen dat u het liefste ziet.
Instelitem: Font Select
Instelmogelijkheden:
TYPE 1 (standaardinstelling) / TYPE 2
Het type animatieweergave wijzigen (BGV
Select)
U kunt uw favoriete animatieweergave voor de achtergrond kiezen uit 4
types.
Instelitem: BGV Select
Instelmogelijkheden:
OFF (standaardinstelling) / TYPE 1 / TYPE 2 / TYPE 3 / TYPE 4
Instelling Dimmer Level
Drie niveaus zijn beschikbaar in de instelling Dimmer Level, waarbij het
hoogste niveau (Lev3) de zwakste verlichting heeft wanneer de
koplampen van de auto branden.
Instelitem: Dimmer Level
Instelmogelijkheden:
Lev1 (standaardinstelling) / Lev2 / Lev3
Instelling Scroll Type
Kies uit twee scrollmethodes.
Kies het type waarnaar uw voorkeur uitgaat.
Instelitem: Scroll Type
Instelmogelijkheden:
TYPE 1 / TYPE 2 (standaardinstelling)
TYPE 1 :
De karakters rollen van rechts naar links over het scherm, één
karakter per keer, tot de volledige titel is verschenen.
TYPE 2 :
Woorden worden van links naar rechts opgebouwd, één k arakter
per keer. Wanneer het scherm vol is, wordt de inhoud ervan
gewist en worden de volgende woorden op dezelfde manier
weergegeven tot alle woorden uit de titel werden getoond.
Scroll-instelling (Text Scroll)
Deze cd-speler kan de naam van de cd en de nummers die werden
opgenomen op cd-tekst compatibele cd's weergeven, evenals de
tekstinformatie van MP3/WMA/AAC-bestanden, mapnamen en tags.
Instelling openingsboodschap aan/uit
Dit toestel beschikt over een speciale berichtenfunctie met verschillende
patronen. Wanneer deze functie is ingeschakeld, toont het toestel een
openingsboodschap bij bepaalde gelegenheden.
Wanneer u het toestel bijvoorbeeld zou inschakelen op 25 december
(volgens de datuminstelling van het toestel), wordt een kerstboodschap
weergegeven wanneer de openingsboodschap is ingesteld op ON.
Instelitem: Opening MSG
Instelmogelijkheden:
ON / OFF (standaardinstelling)
Tunerinstelling
Selecteer Tuner uit het instellingshoofdmenu in stap 2.
Sterkte van de bronsignalen aanpassen (FM
Level)
Indien het verschil in volume tussen de cd-speler en de FM-radio te
groot is, pas dan de FM-signaalsterkte aan.
Instelitem: FM Level
Instelmogelijkheden:
High (standaardinstelling) / Low
De TUNER-toonkwaliteit (FM) instellen
Met dit toestel kunt u uw favoriete toonkwaliteit instellen voor de bron
FM-radio.
Instelitem: Text S cro ll
Instelmogelijkheden:
Auto / Manual (standaardinstelling)
Tex t Sc rol l Au to:
Cd-tekstinformatie, map- en bestandsnamen, en taginformatie
blijven over het scherm rollen.
Tex t Sc rol l Ma nua l:
De bovenstaande informatie rolt enkel over het scherm wanneer
een cd wordt geplaatst, een kanaal of nummer wordt gewijzigd,
enz.
26-NL
Instelitem: FM Tuner Set
Instelmogelijkheden:
Normal (standaardinstelling) / HiFi / Stable
Normal:
Standaardinstelling
HiFi:
Instelling voor hoge kwaliteit
Stable:
Ruiscontrole
Page 29
Opmerking
Rotary encoder/ENTER/
/ESC
SOURCE/
VIEW
5 4
• Ruis is mogelijk meer aanwezig wanneer HiFi is ingesteld, afhankelijk
van de status van de ontvangst. In dit geval raden wij de
Normal-instelling aan.
USB-geheugen/draagbare
muziekspeler (optioneel)
Een USB-geheugen aansluiten (optioneel)
Wanneer een USB-geheugen/draagbare muziekspeler aangesloten is op
het toestel, kunnen MP3/WMA/AAC-bestanden worden afgespeeld.
Opmerking
• Wanneer dit toestel wordt gereset in de USB-modus, schakelt ACC van
OFF naar ON, of wanneer de USB is aangesloten op dit toestel, wordt
"Banking" gedurende enkele seconden weergegeven.
De bankfunctie met het
USB-geheugenapparaat of de draagbare
muziekspeler gebruiken
Wat is een bank?
Een bank is een eenheid die tot 1.000 nummers kan bevatten en die is
opgeslagen in het geheugen. "Banken" betekent het groeperen van
nummers uit het USB-geheugen in banken die elk 1.000 nummers
bevatten. Als er echter een USB-geheugen is aangesloten, kan 1BANK
tot 1.000 nummers opslaan onder de volgende omstandigheden. In
andere gevallen is het mogelijk dat het aantal nummers dat kan
worden opgeslagen minder dan 1.000 bedraagt.
Omstandigheden (ruw geschatte waarden)
"Banking" wordt weergegeven wanneer een bank wordt aangemaakt.
Banken treedt op wanneer een USB-geheugenapparaat / draagbare
muziekspeler wordt aangesloten of nadat de hoofdeenheid wordt
ingeschakeld.
Het kan een paar seconden tot enkele minuten duren voor het banken
voltooid is. Dit hangt af van het aantal bestanden en mappen in het
USB-geheugen / de draagbare muziekspeler.
Beschikbare functies tijdens het banken
• Tijdens het banken wijzigt het informatiescherm waardoor VIEW niet
kan worden gebruikt.
27-NL
Page 30
• Normaal snel vooruitspoelen en selectie van het volgende nummer zijn
beschikbaar tijdens het afspelen van een nummer.
• Tijdens het banken verschilt de afspeelvolgorde van de nummers
mogelijk van de volgorde van de nummers in het USB-geheugen / de
draagbare muziekspeler.
• Zoeken tijdens het banken wordt niet aangeraden aangezien de
database wordt bijgewerkt op dat moment, wat soms tot storingen kan
leiden.
Het toestel beschikt over een BANK-functie die automatisch de
nummers die zijn opgeslagen op het USB-geheugen / de draagbare
muziekspeler verdeelt in individuele banken van 1.000 nummers om het
zoeken naar en afspelen van een nummer eenvoudiger te maken. Een
maximum van 1.000 nummers per bank kan worden opgeslagen op
basis van de volgorde opgeslagen op het USB-geheugen / de draagbare
muziekspeler. Een maximum van 20 banken (20.000 nummers) kan
worden herkend.
Banknr.Nummer van het liedje
Bank 11~1.000
Bank 21.001~2.000
Bank 2019.001~20.000
Afspelen
1
Druk op SOURCE om de USB-modus te selecteren.
2
Druk op of om het gewenste nummer (bestand)
te selecteren.
Als u of ingedrukt houdt, spoelt u het nummer
doorlopend snel terug of vooruit.
Opmerkingen
• Als een nummer in de pauzemodus snel wordt achteruitgespoeld tot het
begin ervan, dan wordt het automatisch afgespeeld.
• Afhankelijk van de aangesloten draagbare muziekspeler is het mogelijk
dat snel vooruit- en achteruitspoelen niet beschikbaar zijn.
3
Druk op om het afspelen te pauzeren.
Wanneer u opnieuw drukt op zal het afspelen hervatten.
Opmerkingen
• WMA-bestanden die worden beschermd door DRM (Digital Rights
Management), AAC-bestanden die werden gekocht via de iTunes Store
en bestanden die beveiligd zijn tegen kopiëren (copyrightbeveiliging),
kunnen niet worden afgespeeld op dit toestel.
• De afspeeltijd wordt mogelijk niet correct weergegeven wanneer een
bestand opgenomen met VBR (Variable Bit Rate) wordt afgespeeld.
• Wanneer er taginformatie beschikbaar is, worden artiest/albumnaam/
naam van het nummer weergegeven.
• Als een MP3/WMA/AAC-bestand ID3-tag/WMA-taginformatie bevat,
wordt de ID3-tag/WMA-taginformatie weergegeven (bv. titel van het
nummer, artiest en albumnaam). Alle andere taggegevens worden
genegeerd.
• Wanneer tekstinformatie niet compatibel is met dit toestel, blijft het
scherm leeg.
• Schakel over naar een andere bron of schakel de pauzestand in voordat
u het USB-geheugen loskoppelt.
•Druk op VIEW om de schermweergave te wijzigen. Zie "De tekst
weergeven" op pagina 21 voor meer informatie.
Repeat (herhaald afspelen)
1
Druk op 4.
Het nummer wordt herhaaldelijk afgespeeld.
RPT*1 RPT *2 RPT *3 (off ) RPT
*1 Eén enkel bestand wordt herhaaldelijk afgespeeld.
*2 Op basis van de artiestinformatie van het huidige nummer
wordt een afspeellijst aangemaakt met alle nummers van
dezelfde artiest binnen de Bank, waarna de afspeellijst wordt
afgespeeld.
*3 Op basis van de albuminformatie van het huidige nummer
wordt een afspeellijst aangemaakt met alle nummers uit
hetzelfde album binnen de Bank, waarna de afspeellijst wordt
afgespeeld.
2
Selecteer (off ) in de bovenstaande procedure om
herhaald afspelen te annuleren.
Opmerking
• Als u tijdens herhaald afspelen M.I.X. instelt op ON, wordt het
herhaald afspelen geannuleerd.
M.I.X. (willekeurig afspelen)
1
Druk op 5 .
De nummers worden afgespeeld in willekeurige volgorde.
MIX*1 MIX ALL*2 (off) MIX
*1 De optie Shuffle nummers speelt de nummers binnen een
geselecteerde categorie (afspeellijst, album, enz.) willekeurig af.
De nummers binnen de categorie worden slechts één keer
afgespeeld tot alle nummers werden afgespeeld.
*2 Alle nummers in de huidige Bank worden afgespeeld in
willekeurige volgorde. Een nummer wordt niet meer herhaald
tot alle nummers werden afgespeeld.
2
Selecteer (off ) in de bovenstaande procedure om afspelen
in M.I.X. te annuleren.
Opmerkingen
• Als een nummer wordt afgespeeld tijdens willekeurig afspelen (M.I.X.)
in de USB-modus, kan het nummer opnieuw willekeurig worden
afgespeeld, zelfs als niet alle nummers in de Bank zijn afgespeeld.
• Als u tijdens M.I.X.-afspelen herhaald afspelen instelt op ON, wordt het
M.I.X.-afspelen geannuleerd.
• Tijdens het herhaald afspelen, is het mogelijk dat de weergave van het
tracknummer voor het afspelen in M.I.X. niet correct is.
Een gewenst nummer zoeken
Een USB-geheugen of draagbare muziekspeler kan honderden nummers
bevatten. Door gebruik te maken van de taginformatie in bestanden en
de nummers te organiseren in afspeellijsten, zal het zoeken naar
nummers eenvoudig verlopen met de zoekfuncties van dit toestel.
Elke muziekcategorie heeft een individuele hiërarchie. Gebruik de
zoekmodi Bank/afspeellijsten
componisten/mappen/bestanden om zoekopdrachten te verfijnen op
basis van de hieronder afgebeelde tabel.
Hiërar-
chie 1
Bank
Bank
Bank
Bank
Bank
Hiërarchie 2Hiërar-
Afspeellijst
(Playlist)
Artiest
(Artist)
Album
(Album)
Nummer
(Song)
Genre
(Genre)
*1
/artiesten/albums/nummers/genres/
chie 3
Nummer——
*1
Album*Nummer—
*
Nummer——
*
———
Artiest
*
Hiërar-
chie 4
*
Album*Nummer
Hiërar-
chie 5
28-NL
Page 31
Hiërar-
chie 1
Bank
Bank
Bank
*1 De Playlist-zoekmodus is niet beschikbaar als een draagbare
muziekspeler is aangesloten.
Bijvoorbeeld:
zoeken op artiestennaam
Het volgende voorbeeld legt uit hoe een artiestzoekopdracht wordt
uitgevoerd. Een anders zoekmodus kan worden gebruikt voor dezelfde
handeling, maar dan op basis van een andere hiërarchie.
Hiërarchie 2Hiërar-
Componist
(Composer)
Map
(Folder)
Bestand
(File)
chie 3
Album
*
Bestand——
Hiërar-
chie 4
*
Nummer—
———
Hiërar-
chie 5
Zoeken op naam van de artiest
1
Druk op ENTER om de zoekmodus te activeren.
2
Draai aan de Rotary encoder om de gewenste Bank te
selecteren en druk vervolgens op ENTER.
"Banking" wordt mogelijk gedurende enkele seconden
weergegeven.
3
Draai aan de Rotary encoder om de artiestzoekmodus te
selecteren en druk vervolgens op ENTER.
Playlist Artist Album Song Genre Composer
Folder File Playlist
4
Draai aan de Rotary encoder om de gewenste artiest te
selecteren en druk vervolgens op ENTER.
5
Draai aan de Rotary encoder om een album te selecteren
en druk vervolgens op ENTER.
6
Draai aan de Rotary encoder om een nummer te
selecteren en druk vervolgens op ENTER.
Het geselecteerde nummer wordt afgespeeld.
Opmerkingen
•Na ENTER gedurende minstens twee seconden ingedrukt te
houden in elke hiërarchie (uitgezonderd nummer- en
bestandshiërarchie), worden alle nummers van de geselecteerde
hiërarchie afgespeeld.
• Na in de zoekmodus [ALL] te hebben geselecteerd met "
ENTER gedurende minstens 2 seconden ingedrukt om alle
nummers in de geselecteerde zoekmodus af te spelen.
• Wanneer u in de zoekmodus ESC gedurende minstens 2 seconden
ingedrukt houdt of wanneer gedurende 60 seconden geen handeling
wordt uitgevoerd, wordt de zoekmodus geannuleerd.
• De hoofdmap van een USB-geheugen/draagbare muziekspeler wordt
weergegeven als "\ROOT".
• Als de bank wordt gewijzigd tijdens herhaald afspelen, zal herhaald
afspelen geannuleerd worden.
•Druk op ESC in de zoekmodus om terug te keren naar de vorige
modus.
• Wanneer een zoekopdracht wordt gegeven tijdens het afspelen in
M.I.X., wordt de M.I.X.-modus geannuleerd.
• In de zoekmodus kunt u snel zoeken met de functie alfabet overslaan
om de gewenste artiest of het gewenste nummer enz. te vinden. Voor
meer informatie, zie "Functie alfabet overslaan" op pagina 29.
• Bij het zoeken naar een nummer, artiest, enz. op een USB-geheugen,
bestaat de kans dat de weergavevolgorde niet correct is als de
karaktercode van de tag-informatie van het bestand gemengd is.
Afspeellijst*/Artiest/Album/Genre/Componist/Map kunnen eenvoudig
worden gewijzigd. Wanneer u bijvoorbeeld naar een nummer uit een
gekozen album luistert, kunt u het album wijzigen.
1
Druk op of om de gewenste Afspeellijst*/Artiest/
Album/Genre/Componist/Map te selecteren.
* Dit item geldt niet als een draagbare muziekspeler is aangesloten.
Opmerkingen
• Deze functie is niet actief indien de nummerzoekmodus werd gebruikt
om een nummer te selecteren.
• Indien een album werd gekozen tijdens een zoekopdracht naar een
artiest, kunt u andere albums van die artiest zoeken.
• Deze functie is niet actief tijdens willekeurig afspelen (M.I.X.).
Functie alfabet overslaan
Hiermee kunt u iets overslaan naar het volgende cijfer, symbool of de
volgende letter, bijv. van A naar B, B naar C.
U kunt in omgekeerde volgorde overslaan zoals van B naar A door op
te drukken.
1
Druk op of in de zoekmodus om de functie alfabet
overslaan uit te voeren.
Een lijst wordt overgeslagen tot het volgende cijfer, symbool of
de volgende letter.
Opmerkingen
• Het letterselectieobject is alleen de letter die opgenomen is volgens
UTF-16-karaktercode.
• Als de nummerzoekmodus geactiveerd is in de Playlist-zoekmodus, is
deze functie ongeldig.
Quick Search
U kunt een nummer zoeken uit alle nummers in de huidige bank van
een USB-geheugen/draagbare muziekspeler zonder een album, artiest
enz. te selecteren.
1
Houd ENTER gedurende minstens 2 seconden
ingedrukt om de snelzoekmodus te activeren.
2
Draai aan de Rotary encoder om een gewenst nummer
(bestand) te selecteren.
De geselecteerde track wordt onmiddellijk afgespeeld.
Opmerking
• Druk in de zoekmodus op ESC om te annuleren. De zoekmodus
wordt eveneens geannuleerd wanneer gedurende 10 seconden geen
handeling wordt uitgevoerd.
Geheugen zoekpositie
Tijdens het afspelen, kunt u in de zoekmodus snel naar het laatst
geselecteerde hiërarchieniveau terugkeren.
1
Druk op ESC.
De hiërarchie die u het laatst hebt geselecteerd in de
zoekmodus wordt weergegeven.
29-NL
Page 32
iPhone/iPod (optioneel)
/ESC
Preset buttons
(1 through 6)
SOURCE/
6
VIEW
Rotary encoder/ENTER/
5 4
Een iPhone/iPod aansluiten
U kunt een iPhone/iPod aansluiten op dit toestel met behulp van een
Interface-kabel voor iPod (meegeleverd). Wanneer dit toestel door
middel van de kabel is aangesloten, werken de bedieningselementen op
de iPod niet meer.
Opmerkingen
• Internet- en telefoonfuncties van de iPod touch of iPhone enz. kunnen
ook worden gebruikt wanneer deze aangesloten zijn op dit toestel. De
nummers die worden afgespeeld, zullen door het gebruik van deze
functies worden gestopt of gepauzeerd. Gedurende die tijd mag u geen
handelingen uitvoeren om storingen te voorkomen.
• Als u een iPhone op dit toestel aansluit, kan deze ook als iPod gebruikt
worden. Als u uw iPhone als handenvrije telefoon gebruikt, hebt u de
optionele BLUETOOTH INTERFACE (KCE-400BT) nodig.
iPhone/iPod-modellen die met dit toestel kunnen worden gebruikt
• Goedgekeurde apparaten betreffende Made for iPod. De correcte
werking van vroegere versies kan niet worden gewaarborgd.
iPod touch (2de generatie): Ver.3.0
iPod nano (4de generatie): Ver.1.0.2
iPod classic (alleen 120 GB): Ver.2.0.1
iPod touch (1ste generatie): Ver.3.0
iPod nano (3de generatie): Ver.1.1.3 PC
iPod classic (alleen 80 GB, 160 GB): Ver.1.1.2 PC
iPod nano (2de generatie): Ver.1.1.3
iPod met video: Ver.1.3
iPod nano (1ste generatie): Ver.1.3.1
• Goedgekeurde apparaten bet reffende Works with iPhone. De correcte
werking van vroegere versies kan niet worden gewaarborgd.
iPhone 3GS: Ver.3.1
iPhone 3G: Ver.3.0
iPhone: Ver.3.0
• Voor het identificeren van het model van uw iPod kunt u het
document van Apple zelf raadplegen: "Identifying iPod models" op
http://support.apple.com/kb/HT1353.
• Dit toestel laat geen videoweergave via iPhone/iPod toe, ook al wordt
een voor video geschikte kabel gebruikt.
Afspelen
1
Druk op SOURCE om over te schakelen naar de USB
iPod-modus.
2
Druk op of om het gewenste nummer te
selecteren.
Als u of ingedr ukt houdt, spoelt u het huidige nu mmer
snel terug of vooruit.
3
Druk op om het afspelen te pauzeren.
Wanneer u opnieuw drukt op zal het afspelen hervatten.
Opmerkingen
• Een nummer dat wordt afgespeeld via de iPhone/iPod terwijl het
apparaat is aangesloten op dit toestel, zal verder spelen vanaf de positie
waarop het werd gepauzeerd na het loskoppelen.
• Wanneer u luistert naar een episode uit een podcast of gesproken boek,
kunt u wisselen van episode door op of te drukken.
• Een episode kan uit verschillende hoofdstukken bestaan. Het hoofdstuk
kan worden gewijzigd door op of te drukken.
• “No USB Unit” wordt mogelijk weergegeven als u een iPhone 3GS of een
iPod (Ver.3.x) op dit toestel aansluit nadat de bron of ontvangen
verkeersinformatie enz. werd gewijzigd om terug te keren naar de USB
iPod-modus. Sluit in dat geval de iPhone 3GS/iPod opnieuw aan.
Een gewenst nummer zoeken
Een iPhone/iPod kan honderden nummers bevatten. Door gebruik te
maken van de taginformatie in bestanden en de nummers te organiseren
in afspeellijsten, zal het zoeken naar nummers eenvoudig verlopen met
de zoekfuncties van dit toestel.
Elke muziekcategorie heeft een individuele hiërarchie. Gebruik de
zoekmodi Playlist/Artist/Album/Song/Podcast/Genre/Composer/
Audiobook om zoekopdrachten te verfijnen op basis van de hieronder
afgebeelde tabel.
Hiërarchie 1Hiërarchie 2Hiërarchie 3Hiërarchie 4
Afspeellijst
(Playlist)
Artiest
*
(Artist)
Album
(Album)
Nummer
(Song)
PodcastEpisode——
Genre
(Genre)
Componist
(Composer)
Gesproken
boek
(Audiobook)
Bijvoorbeeld:
Zoeken op artiestennaam.
Het volgende voorbeeld legt uit hoe een artiestzoekopdracht wordt
uitgevoerd. Een anders zoekmodus kan worden gebruikt voor dezelfde
handeling, maar dan op basis van een andere hiërarchie.
Nummer——
*
Album
Nummer——
*
———
*
*
Artiest
*
Album
*
———
Nummer—
Album
Nummer—
*
Nummer
30-NL
Page 33
Zoeken op naam van de artiest
1
Druk op ENTER om de zoekmodus te activeren.
2
Draai aan de Rotary encoder om de artiestzoekmodus te
selecteren en druk vervolgens op ENTER.
Playlist Artist Album Song Podca st Genre
Composer Audiobook Playlist
3
Draai aan de Rotary encoder om de gewenste artiest te
selecteren en druk vervolgens op ENTER.
4
Draai aan de Rotary encoder om het gewenste album te
selecteren en druk vervolgens op ENTER.
5
Draai aan de Rotary encoder om het gewenste nummer te
selecteren en druk vervolgens op ENTER.
Het geselecteerde nummer wordt afgespeeld.
Opmerkingen
•Na ENTER gedurende minstens twee seconden ingedrukt te
houden in elke hiërarchie (uitgezonderd Song- en
Audiobook-hiërarchie), worden alle nummers van de geselecteerde
hiërarchie afgespeeld.
• Na in de zoekmodus [ALL] te hebben geselecteerd met "
ENTER gedurende minstens 2 seconden ingedrukt om alle
nummers van de iPhone/iPod of de geselecteerde zoekmodus af te
spelen.
• Wanneer u in de zoekmodus ESC gedurende 2 seconden
ingedrukt houdt, of wanneer gedurende 60 seconden geen handeling
wordt uitgevoerd, wordt de zoekmodus geannuleerd.
•Druk op ESC in de zoekmodus om terug te keren naar de vorige
modus.
• Wanneer een zoekopdracht wordt gegeven tijdens het afspelen in
M.I.X., wordt de M.I.X.-modus geannuleerd.
• “No Song" wordt weergegeven wanneer er geen nummers aanwezig zijn
in de geselecteerde afspeellijst in de zoekmodus Playlist.
• “"No Podcast" wordt weergegeven wanneer er geen podcast-gegevens
aanwezig zijn in de iPhone/iPod in de zoekmodus Podcast.
• “No Audiobook" wordt weergegeven wanneer er geen gegevens voor
gesproken boeken aanwezig zijn in de iPhone/iPod in de zoekmodus
Audiobook.
• Wanneer de "naam van de iPod" opgeslagen in de iPhone/iPod is
geselecteerd in de gewenste Playlist-zoekmodus en ENTER is
ingedrukt, kunt u naar alle nummers op de iPhone/iPod zoeken. Als u
ENTER gedurende minstens 2 seconden ingedrukt houdt, worden
alle nummers van de iPhone/iPod afgespeeld.
• Afhankelijk van de iPhone/iPod is het mogelijk dat zoeken naar
podcasts niet wordt ondersteund.
• Als u de alfabet-skipfunctie activeert in de zoekmodus, kunt u snel
zoeken met de alfabet-skipfunctie om de gewenste artiest, het gewenste
nummer, enz. te vinden. Zie "Alfabet-skipfunctie" op pagina 32 voor
meer informatie.
• Wanneer u een van de preset buttons (1 through 6) indrukt in de
zoekmodus, kunt u snel zoeken door meteen de gewenste locatie te
selecteren. Zie "Direct Search-functie (gericht zoeken)" op pagina 31
voor meer informatie.
*
", houdt u
Quick Search (snel zoeken)
2
Draai aan de Rotary encoder om een gewenst nummer te
selecteren.
Het geselecteerde nummer wordt onmiddellijk afgespeeld.
Opmerkingen
•Druk op ESC in de zoekmodus om te annuleren. De zoekmodus
wordt eveneens geannuleerd wanneer gedurende 10 seconden geen
handeling wordt uitgevoerd.
• Wanneer de iPhone/iPod vele nummers bevat, duurt het langer om
naar nummers te zoeken.
• Wanneer u een van de preset buttons (1 through 6) indrukt in de
zoekmodus, kunt u snel zoeken door meteen de gewenste locatie te
selecteren. Zie "Direct Search-functie (gericht zoeken)" op pagina 31
voor meer informatie.
• Deze functie is niet actief tijdens herhaald afspelen (RPT).
Direct Search-functie (gericht zoeken)
De directe zoekfunctie van het toestel kan worden gebruikt om
efficiënter te zoeken naar een album, nummer, enz. In de modi
Afspeellijst/Artiest/Album/Nummer/Podcast/Genre/Componist/
Gesproken boek, kunt u snel een nummer kiezen.
1
Druk in de zoekmodus op een van de preset buttons (1
through 6) om snel een aangegeven percentage van uw
nummers over te slaan.
Voorbeeld van het zoeken naar een nummer:
Als er 100 nummers op uw iPhone/iPod staan, worden die
onderverdeeld in 6 groepen aan de hand van percentages (zie
hieronder). Deze groepen worden toegewezen aan de
preselectieknoppen 1 tot 6.
Voorbeeld 1:
Stel dat het nummer dat u zoekt zich ongeveer in het midden
(50%) van uw bibliotheek bevindt: druk op knop 4 om naar het
50e nummer te gaan en draai aan de Rotary encoder om het
gewenste nummer te vinden.
Voorbeeld 2:
Stel dat het nummer dat u zoekt zich ongeveer aan het einde
(83%) van uw bibliotheek bevindt: druk op knop 6 om naar het
83e nummer te gaan en draai aan de Rotary encoder om het
gewenste nummer te vinden.
U kunt een nummer kiezen uit alle nummers op de iPhone/iPod zonder
een album, artiest, enz. te selecteren.
1
Houd ENTER gedurende minstens 2 seconden
ingedrukt om de snelzoekmodus te activeren.
Afspeellijst/Artiest/Album/Genre/Componist/Episode kunnen
eenvoudig worden gewijzigd. Wanneer u bijvoorbeeld naar een nummer
uit een gekozen album luistert, kunt u het album wijzigen.
1
Druk op of om de gewenste Afspeellijst/Artiest/
Album/Genre/Componist/Episode te selecteren.
31-NL
Page 34
Opmerkingen
*3
*3
Nr. nummer/Nr. alle nummers
*2
(Leeg)
Verstreken tijd
(Leeg)
Kalender
Artiest
*1
Naam van het nummer
*1
Klok
Nr. nummer/Nr. alle nummers
*2
Albumnaam
*1
Naam van het nummer*1
Verstreken tijd
• Deze functie is niet actief indien de nummerzoekmodus werd gebruikt
om een nummer te selecteren.
• Indien een album werd gekozen tijdens een zoekopdracht naar een
artiest, kunt u andere albums van die artiest zoeken.
• Deze functie is niet actief tijdens willekeurig afspelen (M.I.X.).
Alfabet-skipfunctie
Hiermee kunt u iets overslaan naar het volgende cijfer, symbool of de
volgende letter, bijv. van A naar B, B naar C.
U kunt in omgekeerde volgorde overslaan zoals van B naar A door op
te drukken.
1
Druk op of in de zoekmodus om de
alfabet-skipfunctie uit te voeren.
Een lijst wordt overgeslagen tot het volgende cijfer, symbool of
de volgende letter.
Opmerking
• De titels worden alfabetisch weergegeven en kunnen overgeslagen
worden om de 200 titels. Als er minder dan 200 titels zijn, worden de
titels die beginnen met het volgende karakter in het alfabet geselecteerd.
Geheugen zoekpositie
Tijdens het afspelen via een iPhone/iPod kunt u in de zoekmodus snel
naar het laatst geselecteerde hiërarchieniveau terugkeren.
1
Druk op ESC.
De hiërarchie die u het laatst hebt geselecteerd in de
zoekmodus wordt weergegeven.
Shuffle ALL:
Shuffle ALL speelt alle nummers op de iPhone/iPod af in willekeurige
volgorde. Een nummer wordt niet meer herhaald tot alle nummers
werden afgespeeld.
1
Druk op 6.
De nummers worden afgespeeld in willekeurige volgorde.
MIX ALL* (off) MIX ALL
* Shuffle ALL.
2
Selecteer (off ) in de bovenstaande procedure om het
afspelen in M.I.X. te annuleren.
Opmerking
• Wanneer Shuffle ALL is geselecteerd, worden de geselecteerde nummers
die worden afgespeeld in de zoekmodus geannuleerd.
Repeat (herhaald afspelen)
Enkel Herhaal Eén is beschikbaar voor de iPhone/iPod.
Herhaal Eén:
Eén enkel nummer wordt herhaaldelijk afgespeeld.
1
Druk op 4.
Het nummer wordt herhaaldelijk afgespeeld.
RPT* (off ) RPT
* Herhaal Eén.
2
Selecteer (off ) in de bovenstaande procedure om
herhaald afspelen te annuleren.
Opmerking
• Afhankelijk van de aangesloten iPod, is het misschien niet mogelijk een
nummer omhoog/omlaag te gaan tijdens herhaald afspelen.
Willekeurig afspelen (M.I.X.)
De Shuffle-functie van de iPhone/iPod wordt weergegeven als M.I.X. op
dit toestel.
Shuffle Albums:
De nummers uit elk album worden in de juiste volgorde afgespeeld.
Na het afspelen van alle nummers op een album, wordt het volgende
album willekeurig geselecteerd. Dit gaat zo verder tot alle albums
werden afgespeeld.
Shuffle Nummers:
De optie Shuffle nummers speelt de nummers binnen een
geselecteerde categorie (afspeellijst, album, enz.) willekeurig af. De
nummers binnen de categorie worden slechts één keer afgespeeld
tot alle nummers werden afgespeeld.
1
Druk op 5 .
De nummers worden afgespeeld in willekeurige volgorde.
MIX *1 MIX*2 (off) MIX
*1 Shuffle Albums.
*2 Shuffle Nummers.
2
Selecteer (off ) in de bovenstaande procedure om het
afspelen in M.I.X. te annuleren.
Opmerking
• Wanneer een nummer is geselecteerd in de albumzoekmodus vóór
32-NL
afspelen in M.I.X. werd geselecteerd, zullen de nummers niet
willekeurig afspelen, ook al wordt Shuffle Albums geselecteerd.
De tekst weergeven
U kunt de taginformatie van een nummer op de iPhone/iPod
weergeven.
1
Druk op VIEW.
Elke druk schakelt over naar een andere schermweergave.
Opmerking
• Wanneer Text Scroll op Manual is ingesteld, dient u VIEW gedurende
minstens 2 seconden ingedrukt te houden om de huidige tekst één keer
over het scherm te laten rollen.
*1 taginformatie
Wanneer Text Scroll (zie "Scroll-instelling (Text Scroll)" op
pagina 26) ingesteld is op "Auto", zal de taginformatie
automatisch over het scherm rollen.
Page 35
Wanneer er geen tekstinformatie beschikbaar is, wordt niets
BAND/TA
/ESC
Preset buttons (1 through 6)
AUDIO/SOUND SETUP
SOURCE/
Rotary encoder/ENTER/
weergegeven.
*2 De nummers van de weergegeven liedjes variëren afhankelijk
van welke liedjes werden geselecteerd via de zoekopdracht.
*3 Wanneer Text Scroll (zie "Scroll-instelling (Text Scroll)" op
pagina 26) is ingesteld op "Auto", kan de schermweergave niet
worden gewijzigd door op VIEW te drukken. De
schermweergave w isselt automatisch.
Opmerkingen
• Enkel alfanumerieke karakters (ASCII) kunnen worden weergegeven.
• Het maximaal aantal tekens van de hoofdeenheid is 128 (128 byte).
• Sommige karakters worden mogelijk niet correct weergegeven.
• Het scherm blijft leeg wanneer tekstinformatie niet compatibel is met dit
toestel.
IMPRINT-functie
(optioneel)
Alpine introduceert IMPRINT, de eerste technologie ter wereld die de
akoestische problemen in uw auto, die anders de geluidskwaliteit doen
verminderen, grondig aanpakt, wat de gebruiker toelaat muziek te
ervaren zoals de artiest het voor ogen had.
Wanneer de IMPRINT-audioprocessor (PXA-H100) (apart
verkrijgbaar) is aangesloten op dit toestel, kunnen MultEQ en de
volgende geluidsregeling worden uitgevoerd.
De MultEQ-modus wijzigen
MultEQ, ontwikkeld door Audyssey Labs, corrigeert automatisch het
geluid voor de luisteromgeving. Het systeem wordt geoptimaliseerd aan
de hand van geselecteerde posities in uw voertuig. Om dit te bereiken,
moet MultEQ de responskenmerken van het voertuig opmeten. Voor
meer informatie over de instellingsprocedure kunt u terecht bij uw
bevoegde Alpine-verdeler.
1
Houd SOUND SETUP gedurende minstens 2 seconden
ingedrukt om de keuzemodus Geluidsmenu te activeren.
2
Draai aan de Rotary encoder om de MultEQ Mode te
selecteren en druk vervolgens op ENTER.
3
Draai aan de Rotary encoder om de gewenste
MultEQ-modus te selecteren en druk vervolgens op
ENTER.
OFF (manuele modus) Cur ve 1 (MultEQ-1) Curve 2 (MultEQ-2)
Opmerkingen
• De Curve-modus kan enkel geselecteerd worden wanneer Curve 1 en
Curve 2 opgeslagen zijn.
• Tijdens MultEQ worden MX, X-Over, T.Correction, Factory’s EQ,
SUBW. Phase, SUBW. Channel, TW Setup, EQ Mode, Filter Type en
Parametric EQ/Graphic EQ automatisch ingesteld. U kunt ze niet
langer zelf aanpassen.
• De MultEQ-functie kan niet worden gebruikt wanneer een externe
audioprocessor is aangesloten.
33-NL
Page 36
Subwooferniveau/niveau lage tonen (bass)/
niveau hoge tonen (treble)/fader (tussen
voor en achter)/balans (balance) (tussen
links en rechts)/verduistering in de
MultEQ-modus regelen
U kunt deze instellingen wijzigen om uw eigen voorkeur te creëren in de
MultEQ-modus (Curve 1 of Curve 2).
1
Druk herhaaldelijk op AUDIO om het aanpassingsitem
MultEQ te selecteren.
*1 Wanneer de SUBWOOFER-modus op OFF staat, kan het
niveau ervan niet worden aangepast.
*2 Deze functie kan niet worden gebruikt wanneer MultEQ op OFF
is ingesteld.
*3 Als u de 2.2ch (3WAY)/4.2ch (FRONT/REAR/
SUBW.)-schakelaar van de IMPRINT-audioprocessor
(PXA-H100) op 2.2ch (3WAY) instelt, kunt u de FADER-modus
niet wijzigen. Raadpleeg de gebruiksaanwijzing van de
PXA-H100 voor meer informatie.
*4 Door AUTO VOLUME in te schakelen, kan het toestel het
volume automatisch aanpassen naargelang het geluid van de
motor, weg enz.
Er zijn drie niveaus van volumecorrectie: LOW, MIDDLE en
HIGH.
*5 Wanneer de verduisteringsmodus is ingeschakeld, zullen alle
schermaanduidingen uitschakelen om het stroomverbruik te
verminderen. Dit extra vermogen verhoogt de geluidskwaliteit.
Wanneer er op een knop wordt gedrukt tijdens de
verduisteringsmodus, wordt de functie gedurende 5 seconden
weergegeven en wordt daarna weer overgeschakeld naar de
verduisteringsmodus.
Opmerking
• Indien er gedurende 5 seconden geen handeling wordt uitgevoerd na
het selecteren van de modus SUBWOOFER LEVEL, BASS LEVEL,
TREBLE LEVEL, FADER, BALANCE, BLACK OUT of DEFEAT,
schakelt het toestel automatisch terug naar de normale modus.
2
Draai aan de Rotary encoder om de instelling zoals
hieronder te wijzigen
Niveau Subwoofer0 ~ 15
Niveau lage tonen−7~+7
Niveau hoge tonen−7~+7
Balans−15(L)~15(R)
Fader−15(R)~15(F)
AutovolumeOFF/LOW/MIDDLE/HIGH
Verduiste ringON/O FF
DefeatON/OFF
Volume0 ~ 35
Opmerking
• Afhankelijk van de aangesloten apparaten, werken sommige functies en
schermaanduidingen niet.
*3
AUTO VO LUME*4 BLACK OUT*5
Geluidsinstelling aanpassen in de manuele
modus
U kunt deze geluidsinstellingen aanpassen aan uw eigen voorkeur
wanneer de MultEQ-modus is ingesteld op Mult EQ OFF (manuele
modus).
Gebruik stappen 1 tot 4 om een van de geluidsmenumodi te
selecteren en aan te passen. Zie het desbetreffende onderdeel
voor meer informatie over het geselecteerde item.
1
Houd SOUND SETUP gedurende minstens 2 seconden
ingedrukt om de keuzemodus Geluidsmenu te activeren.
2
Draai aan de Rotary encoder om het gewenste item te
selecteren en druk vervolgens op ENTER.
*1 Deze functies kunnen niet worden gebruikt wanneer Subwoofer
op OFF staat.
*2 Deze functie kan enkel worden gebruikt wanneer PXA-H100
(apart verkrijgbaar) is aangesloten en de 2.2ch (3WAY)-modus
is ingesteld. Raadpleeg de gebruiksaanwijzing van de PXA-H100
voor meer informatie.
*3 Deze functie kan niet worden gebruikt wanneer Media Xpander
op OFF staat.
*4 In stap 2 kunnen drie geluidsregelingsitems (Parametric EQ/
Graphic EQ, T.Correction, X-Over) geselecteerd worden in de
modus Sound Field Adjustment. Draai aan de Rotary encoder
om het gewenste item te selecteren en druk vervolgens op
ENTER om verder te gaan naar stap 3.
3
Draai aan de Rotary encoder om de instelling te wijzigen
en druk vervolgens op ENTER.
(bv. selecteer Subwoofer ON of Subwoofer OFF).
4
Houd ESC gedurende minstens 2 seconden
ingedrukt om naar de normale modus terug te keren.
Opmerkingen
• Aanpassingen aan Media Xpander, Factory’s EQ, Parametric EQ/
Graphic EQ, EQ Mode en MX Level kunnen niet worden doorgevoerd
wanneer DEFEAT is ingesteld op ON.
• Door op ESC te drukken, keert u terug naar de vorige
Geluidsmenumodus.
• Wanneer gedurende 60 seconden geen handeling wordt uitgevoerd,
wordt de Geluidsmenumodus geannuleerd.
De subwoofer in- of uitschakelen
Wanneer de subwoofer is ingeschakeld, kunt u het uitvoerniveau van de
subwoofer aanpassen.
Instelitem: Subwoofer
Instelmogelijkheden:
ON (standaardinstelling) / OFF
ON:
Het subwoofersignaal wordt uitgevoerd via de RCA-aansluitingen
van de subwoofer (zie "Aansluitingen" op pagina 51).
OFF:
Er wordt geen subwoofersignaal uitgevoerd via de
RCA-aansluitingen van de subwoofer (zie "Aansluitingen" op
pagina 51).
*1
Fac to ry’s EQ TW Setup*2 Filter Type
*4
MultEQ Mode
*3
EQ Mode TCR Parameter
34-NL
Page 37
Het subwoofer-systeem instellen
Wanneer de subwoofer is ingeschakeld, kunt u System 1 of System 2
kiezen voor het gewenste subwoofereffect.
Instelitem: SUBW. System
Instelmogelijkheden:
System 1 (standaardinstelling) / System 2
System 1:
Het niveau van de subwoofer wijzigt overeenkomstig met de
volume-instellingen.
System 2:
Het niveau van de subwoofer wijzigt niet overeenkomstig met de
volume-instellingen. Bijvoorbeeld: zelfs bij een laag volume is de
subwoofer nog steeds hoorbaar.
De fase van de subwoofer instellen
De uitvoerfase van de subwoofer kunt u instellen op SUBWOOFER
NORMAL (0°) of SUBWOOFER REVERSE (180°). Draai aan de Rotary encoder om de instelling aan te passen.
Instelitem: SUBW. Phase
Instelmogelijkheden:
PHASE 0° (standaardinstelling) / PHASE 180°
Het subwooferkanaal instellen (SUBW.
Channel)
U kunt de uitvoer van de subwoofer instellen op stereo of mono. Zorg
ervoor dat u de correcte uitvoer kiest voor uw type subwoofer.
• Door User's 1 tot 6 te selecteren, kunt u het opgeslagen
preselectienummer oproepen (zie "De grafische equalizer-curve
aanpassen" op pagina 36 of zie "De parametrische equalizer-curve
aanpassen" op pagina 36).
De responscurve voor de
hogetonenluidspreker instellen (TW
Setup)
Wanneer het responskenmerk van de tweeter op FLAT is ingesteld in de
2.2ch (3WAY)-modus, kan dit schade veroorzaken aan de luidspreker.
Zorg ervoor dat de crossover-grens geschikt is voor de gebruikte tweeter
(zie "De crossover-instellingen aanpassen" op pagina 37).
Instelitem: TW Setup
Instelmogelijkheden:
FACTORY’S (standaardinstelling) / USER’S
FACT ORY’ S:
Ter bescherming tegen mogelijke schade aan de luidspreker, kan
FLAT niet worden ingesteld voor de responscurve van de
hogetonenluidspreker in de 2.2ch (3WAY)-modus.
USER’S:
De FLAT-instelling is mogelijk in de 2.2ch (3WAY)-modus.
Het type filter instellen
Instelitem: Filter Type
Instelmogelijkheden:
NORMAL (standaardinstelling) / INDIVIDUAL
NORMAL (L=R):
De linkse en rechtse luidsprekers worden gelijkmatig aangepast.
INDIVIDUAL (L/R):
De linkse en rechtse luidsprekers worden individueel aangepast.
Media Xpander instellen op ON/OFF
Wanneer Media Xpander is ingeschakeld, kunt u het Media
Xpander-niveau aanpassen (zie "Het MX-niveau instellen" op
pagina 35).
Instelitem: Media Xpander
Instelmogelijkheden:
OFF (standaardinstelling) / ON
Het MX-niveau instellen
MX (Media Xpander) doet de zang of instrumenten helder weerklinken
ongeacht de muziekbron. De cd, het USB-geheugen en de iPhone/iPod
zullen in staat zijn de muziek duidelijk weer te geven, zelfs in auto's met
veel lawaai van buitenaf.
1
De bron wijzigen waarop u Media Xpander wilt toepassen.
CD (MX-niveau 1 tot 3):
De cd-modus verwerkt een grote hoeveelheid gegevens tijdens
het afspelen. MX maakt gebruik van deze grote hoeveelheid
gegevens om een duidelijkere, helderdere uitvoer voort te
brengen.
CMPM (MX-niveau 1 to t 3):
Dit corrigeert informatie die was verloren gegaan tijdens de
compressie. Dit brengt een goed gebalanceerd geluid voor t dat
dicht aanleunt bij het origineel.
DVD (Video -CD) (MOVIE MX niveau 1 tot 2):
De dialogen in een video worden helderder voortgebracht.
(DVD MUSIC):
Een dvd of video-cd bevat een grote hoeveelheid gegevens zoals
een videoc lip. MX gebruikt deze gegev ens om het geluid accuraa t
voort te brengen.
AUX (MX niveau 1):
Kies de MX-modus (CMPM, MOVIE of MUSIC) die overeenstemt
met het aangesloten medium.
Opmerkingen
• Elke muziekbron, zoals cd en MP3/WMA/AAC, kan een eigen
MX-instelling hebben.
• Op cd's met zowel MP3/WMA/AAC- als CD-DA-gegevens, en dit
wanneer de bron wijzigt van "MP3/WMA/AAC naar CD-DA" of
"CD-DA naar MP3/WMA/AAC", kan het wijzigen van MX-modus het
afspelen licht vertragen.
• Instellen op Non Effect zet de MX-modus van elke muziekbron op OFF.
• Deze functie kan niet worden gebruikt wanneer DEFEAT op ON staat.
35-NL
Page 38
• Er is geen MX-modus voor FM-, MW- en LW-radio.
• Wanneer een audioprocessor met de MX-functie (PXA-H701, enz.) is
aangesloten, wordt de eigen MX-verwerking van de audioprocessor op
de muziekbron toegepast. Aangezien de de MX-instellingen van de
processor mogelijk niet overeenkomen met die van de hoofdeenheid,
moet de audioprocessor worden aangepast. Meer informatie kunt u
vinden in de gebruiksaanwijzing van de audioprocessor.
• "CMPM" wordt toegepast voor MP3/WMA/AAC en iPhone/iPod.
5
Herhaal stappen 1 tot 4 om een andere band aan te
passen, en pas alle banden aan.
Opmerkingen
• De frequenties van aangrenzende frequentiebanden kunnen niet binnen
4 stappen worden aangepast.
• Bij het aanpassen van de Parametric EQ dient u rekening te houden
met de frequentierespons van de aangesloten luidsprekers.
De EQ-modus instellen
Deze instelling laat u toe te kiezen tussen een 5-band parametrische of
een 7-band grafische equalizer.
Instelitem: EQ Mode
Instelmogelijkheden:
Parametric EQ (standaardinstelling) / Graphic EQ
PEQ:
5-band parametrische EQ
GEQ:
7-band grafische EQ
De eenheid voor tijdcorrectie instellen
(TCR Parameter)
U kunt de eenheid voor tijdcorrectie (cm of inch) wijzigen.
Instelitem: TCR Parameter
Instelmogelijkheden:
cm (standaardinstelling) / inch
Aanpassing van het geluidsveld
De instellingen Parametric EQ/Graphic EQ, Time Correction en X-Over
kunnen in deze modus worden aangepast.
De parametrische equalizer-curve aanpassen
U kunt de equalizer-instellingen aanpassen om een responscurve te
creëren die meer aan uw persoonlijke smaak beantwoordt. Om de
parametrische equalizer-curve aan te passen, dient u de EQ Mode in te
stellen op Parametric EQ. Zie "De EQ-modus instellen" op pagina 36
voor meer informatie.
1
Na Parametric EQ te hebben gekozen in de modus Sound
Field Adjustment, drukt u op BANDTA om de band te
selecteren die moet worden aangepast.
Band 1 Band 2 Band 3 Band 4 Band 5 Band 1
2
Druk op of om frequentiebanden te selecteren.
Aanpasbare frequentiebanden: 20 Hz tot 20 kHz (in stappen van
1/3 octaaf).
Band-120 Hz~80 Hz (63 Hz)
Band-250 Hz~200 Hz ( 150 Hz)
Band-3125 Hz~3.2 kHz (400 Hz)
Band-4315 Hz~8 kHz (1 kHz)
Band-5800 Hz~20 kHz (2.5 kHz)
3
Draai aan de Rotary encoder om het niveau aan te passen.
Aanpasbaar niveau: –6 tot +6 dB
4
Druk op SOURCE om de bandbreedte in te stellen (Q).
Aanpasbare bandbreedte: 1 ~ 1,5 ~ 3
De grafische equalizer-curve aanpassen
U kunt de equalizer-instellingen aanpassen om een responscurve te
creëren die meer aan uw persoonlijke smaak beantwoordt. Om de
grafische equalizer-curve aan te passen, dient u de EQ Mode in te stellen
op Graphic EQ. Zie "De EQ-modus instellen" op pagina 36 voor meer
informatie.
1
Na Graphic EQ te hebben gekozen in de modus Sound
Field Adjustment, drukt u op BANDTA om de band te
selecteren die moet worden aangepast.
Band 1 Band 2 Band 3 Band 4 Band 5 Band 6
Band 7 Band 1
Band-163 Hz
Band-2150 Hz
Band-3400 Hz
Band-41 kHz
Band-52,5 kHz
Band-66,3 kHz
Band-717,5 kHz
2
Draai aan de Rotary encoder om het niveau aan te passen.
Aanpasbaar uitvoerniveau: −6 tot +6 dB
3
Herhaal stappen 1 en 2 om een andere band aan te
passen, en pas alle banden aan.
De tijdcorrectie aanpassen
Zie "Over tijdcorrectie" op pagina 38 voor u de volgende procedures
uitvoert.
1
Na T.Correction te hebben gekozen in de modus Sound
Field Adjustment, drukt u op BANDTA om de luidspreker
te selecteren die moet worden aangepast.
Draai aan de Rotary encoder om de
afstandscorrectiewaarde aan te passen (0,0 tot 336,6 cm).
L = (afstand tot de verste luidspreker) - (afstand tot andere
luidsprekers)
36-NL
Page 39
3
Herhaal stappen 1 en 2 om een andere luidspreker in te
stellen.
Door deze waarden in te stellen, bereikt het geluid van de
luidspreker de luisterpositie op hetzelfde ogenblik als het geluid
van de andere luidsprekers.
De crossover-instellingen aanpassen
Zie "Over de crossover" op pagina 39 voor u de volgende procedures
uitvoert.
2.2ch (3WAY)-systeem
1
Na X-Over te hebben gekozen in de modus Sound Field
Adjustment, drukt u op BANDTA om de band te
selecteren die moet worden aangepast.
NORMAL (L=R)
Instelitems: LOW / MID-L / MID-H / HIGH
INDIVIDUAL (L/R)
Instelitems: LOW-L / LOW-R / MID -L-L / M ID-L-R / M ID-H- L
/ MID-H-R / HIGH-L / HIGH-R
2
Druk op of om de gewenste grensfrequentie te
selecteren (crossover-punt).
Aanpasbare frequentiebanden:
LOW / MID-L20 Hz~200 Hz
MID-H20 Hz~20 kHz
HIGH(1 kHz~20 kHz)
*1 Wanneer FACTORY’S is geselecteerd, zie "De responscurve voor
de hogetonenluidspreker instellen (TW Setup)" op pagina 35.
*2 Wanneer USER’S is geselecteerd, zie "De responscurve voor de
hogetonenluidspreker instellen (TW Setup)" op pagina 35.
* FLAT kan enkel voor de HIGH-curve worden ingesteld wanneer
TW Setup is ingesteld op USER’S (zie "De responscurve voor de
hogetonenluidspreker instellen (TW Setup)" op pagina 35).
Afhankelijk van de responskenmerken van de luidspreker, dient u
op te letten bij het instellen van de responscurve op FLAT, want dit
kan schade aan de luidspreker veroorzaken. Bij dit toestel wordt
een boodschap weergegeven wanneer de responscurve voor de
hogetonenluidspreker op FLAT is ingesteld.
4
Draai aan de Rotary encoder om het uitvoerniveau aan te
passen.
Aanpasbaar uitvoerniveau: −12 tot 0 dB.
5
Herhaal stappen 1 tot 4 om aanpassingen aan de andere
banden door te voeren.
*1
/(20 Hz~20 kHz)
*2
4.2ch (FRONT/REAR/SUBW.)-systeem
1
Na X-Over te hebben gekozen in de modus Sound Field
Adjustment, drukt u op BANDTA om de band te
selecteren die moet worden aangepast.
NORMAL (L=R)
Instelitems: LOW (SUB-W) / MID (REAR) / HIGH (FRONT)
Draai aan de Rotary encoder om het uitvoerniveau aan te
passen.
Aanpasbaar uitvoerniveau: −12 tot 0 dB.
5
Herhaal stappen 1 tot 4 om aanpassingen aan de andere
banden door te voeren.
Opmerkingen
• Bij het aanpassen van de X-Over dient u rekening te houden met de
frequentierespons van de aangesloten luidsprekers.
• Over het 2.2ch (3WAY)/4.2ch (FRONT/REAR/SUBW.)-systeem: u kunt
overschakelen naar de 2.2ch (3WAY)/4.2ch (FRONT/REAR/
SUBW.)-systeemmodus door middel van de 2.2ch (3WAY)/4.2ch
(FRONT/REAR/SUBW.)-knop op de PXA-H100. Raadpleeg de
gebruiksaanwijzing van de PXA-H100 voor meer informatie.
De instellingen voor de aanpassing van het
geluidsveld opslaan
De instellingen voor Sound Field Adjustment, waaronder Parametric
EQ/Graphic EQ, T.Correction en X-Over, kunnen worden opgeslagen in
het preselectiegeheugen.
1
Wanneer de instellingen voor Sound Field Adjustment
voltooid zijn, selecteert u een van de preset buttons (1 through 6) in een item van de Sound Field
Adjustment-modus (bv. X-Over), en houdt u de gewenste
preselectieknop gedurende minstens 2 seconden
ingedrukt.
2
Draai aan de Rotary encoder om PROTECT YES/NO te
selecteren en druk vervolgens op ENTER om de
aangepaste inhoud op te slaan.
PROTECT YES (standaardinstelling) PROTECT NO
Opmerkingen
• Wanneer YES geselecteerd is, worden de gegevens beschermd en
opgeslagen in de preselectieknoppen. Wanneer u de parameter wenst op
te slaan in een beschermde preselectieknop, kunt u "Replace NO/YES"
selecteren.
• Wanneer NO wordt geselecteerd, wordt de preselectie opgeslagen.
• Terwijl u deze handeling uitvoert, worden alle aangepaste gegevens
betreffende Parametric EQ/Graphic EQ, T.Correction en X-Over
opgeslagen in de preselectieknoppen.
• De opgeslagen gegevens worden niet gewist, zelfs niet wanneer u op de
reset-knop drukt of de batterij afsluit.
37-NL
Page 40
• De opgeslagen gegevens kunnen worden opgeroepen door de handeling
5.1ms
2.25m
0.5m
uit te voeren. Zie "De opgeslagen instellingen voor de aanpassing van
het geluidsveld oproepen" op pagina 38.
De opgeslagen instellingen voor de aanpassing
van het geluidsveld oproepen
De opgeslagen instellingen voor Sound Field Adjustment bevatten
instellingen voor Parametric EQ/Graphic EQ, T.Correction en X-Over
die zijn opgeslagen in het preselectiegeheugen.
1
Na een item uit de Sound Field Adjustment-modus (bv.
X-Over) te hebben geselecteerd, drukt u op de preset buttons (1 through 6) waaronder de kenmerken zijn
opgeslagen die u wenst op te roepen.
2
Druk nogmaals op de preset buttons (1 through 6) om
terug te keren naar de Sound Field Adjustment-modus.
Opmerking
• Terwijl u deze handeling uitvoert, worden alle aangepaste gegevens
betreffende Parametric EQ/Graphic EQ, T.Correction en X-Over die
werden opgeslagen in de preselectieknoppen, opgeroepen.
Over tijdcorrectie
De afstand tussen de luisteraar en de luidsprekers in een auto is erg
uiteenlopend wegens de complexe positionering van de luidsprekers.
Deze verschillen in afstanden tussen de verschillende luidsprekers en de
luisteraar veroorzaken een verschuiving van het geluidsbeeld en de
frequentiekenmerken. Dit wordt veroorzaakt door de tijdvertraging
tussen het geluid dat het linker oor versus het rechter oor van de
luisteraar bereikt.
Om dit te corrigeren, kan dit toestel het audiosignaal vertragen dat uit
de luidsprekers komt die het dichtst bij de luisteraar liggen. Dit zorgt
ervoor dat het geluid uit die luidsprekers van verder lijkt te komen. De
luisteraar kan op een gelijke afstand van de linker en rechter luidspreker
worden geplaatst voor een optimale instelling. De aanpassing zal voor
elke luidspreker in stappen van 3,4cm worden gemaakt.
Hieronder volgen enkele voorbeelden van luisterposities:
Voorbeeld 1: zitplaats linksvoor
Pas het tijdcorrectieniveau van de luidspreker linksvoor aan naar een
hoge waarde en de luidspreker rechtsachter naar een lage of nulwaarde.
Het geluid is niet in balans omdat de afstand tussen de luisterpositie en
de verschillende luidsprekers verschillend is.
Het verschil in afstand tussen de luidspreker linksvoor en de luidspreker
rechtsachter bedraagt 1,75 m.
In het diagram hierboven berekenen we de tijdcorrectiewaarde voor de
luidspreker linksvoor.
Omstandigheden:
Verste luidspreker - luisterpositie: 2,25 m
Luidspreker linksvoor – luisterpositie: 0,5 m
Berekening: L = 2,25 m - 0,5 m = 1,75 m
Tijdcorrectie = 1,75 ÷ 343
*1 Geluidssnelheid: 343 m/s bij 20°C
Met andere woorden, als we aan de luidspreker linksvoor een
tijdcorrectiewaarde toekennen van 5,1 ms, lijkt het alsof de afstand van
de luidspreker linksvoor tot de luisteraar dezelfde is als de afstand tot de
verste luidspreker.
Tijdcorrectie elimineert het verschil in tijd tussen het geluid uit de
verschillende luidsprekers om de luisterpositie te bereiken.
De tijd van de luidspreker linksvoor wordt gecorrigeerd met 5,1 ms
zodat het geluid ervan de luisterpositie bereikt op hetzelfde ogenblik als
het geluid van de andere luidsprekers.
*1
× 1.000 = 5,1 (ms)
Voorbeeld 2: alle zitplaatsen
Pas het tijdcorrectieniveau van elke luidspreker aan naar bijna hetzelfde
niveau.
1
Ga zitten in de luisterpositie (bestuurdersplaats, enz.) en
meet de afstand (in meter) tussen uw hoofd en de
verschillende luidsprekers.
2
Bereken het verschil tussen de afstandscorrectiewaarde
tot de verste luidspreker en de andere luidsprekers.
L = (afstand tot de verste luidspreker) - (afstand tot andere
luidsprekers)
Deze waarden vormen de tijdcorrectiewaarden voor de
verschillende luidsprekers. Door deze waarden in te stellen,
bereikt elk geluid de luisterpositie op hetzelfde ogenblik als het
geluid van de andere luidsprekers.
Waardenlijst tijdcorrectie
Nummer ver-
traging
00,00,00,0
10,13,41,3
20,26,82,7
30,310,24,0
40,413,65,4
50,517,06,7
60,620,48,0
70,723,89,4
80,827,210,7
90,930,612,1
101,034,013,4
111,137,414,7
121,240,816,1
131,344,217,4
141,447,618,8
151,551,020,1
161,654,421,4
171,757,822,8
181,861,224,1
191,964,625,5
202,068,026,8
Tijdsverschil
(ms)
Afstand (cm)Afstand (inch)
38-NL
Page 41
Nummer ver-
traging
212,171,428,1
222,274,829,5
232,378,230,8
242,481,632,2
252,585,033,5
262,688,434,8
272,791,836,2
282,895,237,5
292,998,638,9
303,0102,040,2
313,1105,441,5
323,2108,842,9
333,3112,244,2
343,4115,645,6
353,5119,046,9
363,6122,448,2
373,7125,849,6
383,8129,250,9
393,9132,652,3
404,0136,053,6
414,1139,454,9
424,2142,856,3
434,3146,257,6
444,4149,659,0
454,5153,060,3
464,6156,461,6
474,7159,863,0
484,8163,264,3
494,9166,665,7
505,0170,067,0
515,1173,468,3
525,2176,869,7
535,3180,271,0
545,4183,672,4
555,5187,073,7
565,6190,475,0
575,7193,876,4
585,8197,277,7
595,9200,679,1
606,0204,080,4
616,1207,481,7
626,2210,883,1
636,3214,284,4
646,4217,685,8
656,5221,087,1
666,6224,488,4
676,7227,889,8
686,8231,291,1
696,9234,692,5
707,0238,093,8
717,1241,495,1
Tijdsverschil
(ms)
Afstand (cm)Afstand (inch)
Nummer ver-
traging
727,2244,896,5
737,3248,297,8
747,4251,699,2
757,5255,0100,5
767,6258,4101,8
777,7261,8103,2
787,8265,2104,5
797,9268,6105,9
808,0272,0107,2
818,1275,4108,5
828,2278,8109,9
838,3282,2111,2
848,4285,6112,6
858,5289,0113,9
868,6292,4115,2
878,7295,8116,6
888,8299,2117,9
898,9302,6119,3
909,0306,0120,6
919,1309,4121,9
929,2312,8123,3
939,3316,2124,6
949,4319,6126,0
959,5323,0127,3
969,6326,4128,6
979,7329,8130,0
989,8333,2131,3
999,9336,6132,7
Tijdsverschil
(ms)
Afstand (cm)Afstand (inch)
Over de crossover
Crossover (X-OVER):
Dit toestel is uitgerust met een actieve crossover (scheidingsfilter). De
crossover beperkt de frequenties die worden geleverd aan de
verschillende luidsprekers. Elk kanaal wordt afzonderlijk gecontroleerd.
Zo kan elke luidspreker aangedreven worden door de optimale
frequenties waarvoor ze werden ontworpen.
De crossover past de HPF (hoogdoorlaatfilter ) of LPF
(laagdoorlaatfilter) van elke band aan, evenals de curve (hoe snel de
filter de hoge of lage tonen aanbrengt).
Aanpassingen dienen te worden uitgevoerd op basis van de
weergavekenmerken van de luidsprekers. Afhankelijk van de
luidsprekers is het mogelijk dat er geen nood is aan een passief
netwerk. Contacteer uw bevoegde Alpine-verdeler indien u hierover
twijfelt.
39-NL
Page 42
4.2ch (FRONT/REAR/SUBW.)-modus
Lage tonen
Hoge tonen
(Verschilt van de werkelijke weergave)
Lage tonen Middentonen Hoge tonen
(Verschilt van de werkelijke weergave)
Niveau-aanpassing
(0 tot −12 dB)
Uitvoerfrequentiebereik
Curve FLAT
Curve-aanpassing
20 Hz
(Verschilt van de werkelijke weergave)
HPF-grensfrequentie
LPF-grensfrequentie
Grensfreq uentie
(stappen van 1/3
octaaf )
HPFLPFHPFLPF
Lage-
tonen-
luid-
----
20 Hz 200 Hz
spreker
Hoge-
tonen-
luid-
spreker
20 Hz 200 Hz
----
achter
Hoge-
tonen-
luid-
spreker
20 Hz 200 Hz
----
voor
2.2ch (3WAY)-modus
Grensfrequentie
(stappen van 1/3
octaaf)
HPFLPFHPFLPF
Lage-
tonen-
luid-
----
20 Hz 200 Hz
spreker
Midden-
tonen-
luid-
20 Hz -
200 Hz
20 Hz 20 kHz
spreker
Hoge-
tonen-
luid-
spreker
1 kHz -
20 kHz,
(20 Hz ~
20 kHz)
----
*
----
FLAT, 6,
12, 18,
24 dB/
oct.
FLAT, 6,
12, 18,
24 dB/
oct.
----
FLAT, 6,
12, 18,
24 dB/
oct.
FLAT
6, 12,
18, 24
dB/oct.
Curve
Curv e
*
FLAT, 6,
12, 18,
24 dB/
oct.
----
----
FLAT, 6,
12, 18,
24 dB/
oct.
FLAT, 6,
12, 18,
24 dB/
oct.
----
Niveau
0 tot
−12 dB
0 tot
−12 dB
0 tot
−12 dB
Niveau
0 tot
−12 dB
0 tot
−12 dB
0 tot
−12 dB
* Alleen wanneer TW Setup ingesteld is op USER’S (zie "De responscurve
voor de hogetonenluidspreker instellen (TW Setup)" op pagina 35).
Opmerkingen
• HPF (hoogdoorlaatfilter): houdt de lagere frequenties tegen en laat de
hogere frequenties door.
• LPF (laagdoorlaatfilter): houdt de hogere frequenties tegen en laat de
lagere frequenties door.
• Curve: de niveauwijziging (in dB) voor een frequentiewijziging van één
octaaf.
• Hoe hoger de curvewaarde, hoe steiler de curve wordt.
• Stel de curve in op FLAT om de HP- en LP-filters te negeren.
• Gebruik geen tweeter wanneer de HPF niet is ingeschakeld of niet op
een lage frequentie is ingesteld. Dit kan immers schade veroorzaken aan
de luidspreker door de lage frequentie-inhoud.
• U kunt de crossover-frequentie niet hoger instellen dan de HPF of lager
dan de LPF.
• Aanpassingen dienen te worden uitgevoerd op basis van de aangeraden
crossover-frequentie van de aangesloten luidsprekers. Bepaal de
aangeraden crossover-frequentie van de luidsprekers. Het instellen op
een frequentie buiten het aangeraden bereik kan schade veroorzaken
aan de luidsprekers.
De aan te raden crossover-frequenties van Alpine-luidsprekers kunt u
terugvinden in hun respectieve gebruiksaanwijzingen.
Wij zijn niet verantwoordelijk voor schade of storingen aan de
luidsprekers ten gevolge van het instellen van de crossover buiten de
aangeraden waarden.
40-NL
Page 43
Wisselaar (optioneel)
BAND/TA
SOURCE/
FUNC.
Select buttons
(1 through 6)
Een cd-wisselaar bedienen (optioneel)
Een optionele cd-wisselaar met 6 cd's of 12 cd's kan worden aangesloten
op dit toestel als de wisselaar compatibel is met Ai-NET. Wanneer er een
cd-wisselaar is aangesloten op de Ai-NET-ingang van dit toestel, kunt u
de cd-wisselaar bedienen via dit toestel.
Wanneer u gebruik maakt van de KCA-400C (apparaat om te schakelen
tussen meerdere wisselaars) of de KCA-410C (Versatile Link Terminal),
kunt u meerdere wisselaars bedienen via dit toestel.
Zie "Meerdere wisselaars selecteren (optioneel)" op pagina 41 om de
cd-wisselaars te selecteren.
Opmerkingen
• De bedieningselementen van dit toestel voor het bedienen van een
cd-wisselaar werken enkel wanneer een cd-wisselaar is aangesloten.
• De dvd-wisselaar (optioneel) kan evenals de cd-wisselaar via dit toestel
worden bediend.
• Afhankelijk van de aangesloten dvd-wisselaar, is het mogelijk dat
bepaalde functies niet werken.
1
Druk op SOURCE om de CHANGER-modus te activeren.
Het scherm geeft het cd-nummer en het nummer van het liedje
weer.
Opmerkingen
• De bronindicator varieert naargelang de aangesloten bron.
• Druk op BANDTA om over te schakelen van de cd-modus naar de
wisselaarmodus.
2
Druk op FUNC. om de cd-keuzemodus te activeren.
3
Druk op een van de cd-select buttons (1 through 6) die
overeenstemmen met een van de cd's geladen in de
wisselaar.
Het nummer van de geselecteerde cd verschijnt op het scherm
en het afspelen van de CD/MP3 begint.
Opmerking
• Na het kiezen van de gewenste cd, kunt u dezelfde functies gebruiken als
voor de cd-speler van dit toestel. Raadpleeg het onderdeel CD/MP3/
WMA/AAC voor meer informatie.
MP3-bestanden afspelen met de
cd-wisselaar (optioneel)
Wanneer u een wisselaar aansluit die compatibel is met MP3, kunt u
CD-ROM's, CD-R's en CD-RW's afspelen die MP3-bestanden bevatten.
1
Druk op SOURCE om over te schakelen naar de
MP3-wisselaarmodus.
2
Druk op een van de cd-select buttons (1 through 6) die
overeenstemmen met een van de cd's geladen in de
wisselaar.
3
Druk op om het afspelen te pauzeren.
Wanneer u opnieuw drukt op zal het afspelen hervatten.
Opmerkingen
• Het toestel kan cd's afspelen die zowel audio- als MP3-gegevens
bevatten.
• Zie "CD/MP3/WMA/AAC" op pagina 14 voor het afspelen van
MP3-bestanden met een MP3-compatibele cd-wisselaar.
Meerdere wisselaars selecteren (optioneel)
Het Ai-NET-systeem van Alpine ondersteunt tot 6 cd-wisselaars.
Wanneer u twee of meer wisselaars gebruikt, moet u gebruik maken van
de KCA-400C (apparaat om te schakelen tussen meerdere wisselaars).
Wanneer u 1 schakelapparaat gebruikt, kunt u tot 4 cd-wisselaars
aansluiten. Wanneer u 2 schakelapparaten gebruikt, kunt u tot 6
cd-wisselaars aansluiten. Wanneer u gebruik maakt van de KCA-410C
(Versatile Link Terminal), kunt u twee wisselaars en twee externe
apparaten (AUX) aansluiten.
1
Druk op SOURCE op dit toestel om de
cd-wisselaarmodus te selecteren.
U kunt ook op SOURCE drukken op de afstandsbediening
(RUE-4202) om de cd-wisselaarmodus te activeren.
Modus Disc Select
Modus Disc Select
Modus RPT/M.I.X.
* Wanneer een cd-wisselaar met 12 cd's is aangesloten.
: cd nr. 1~6
*
: cd nr. 7~12
SOURCE
2
Druk op BANDTA om de keuzemodus cd-wisselaar te
activeren.
De cd-wisselaar-selectiemodus blijft gedurende enkele
seconden actief.
3
Druk op BANDTA tot de indicator voor de gewenste
cd-wisselaar verschijnt op het scherm.
BAND
41-NL
Page 44
Opmerkingen
• Indien de geselecteerde cd-wisselaar niet is aangesloten, geeft het
scherm de boodschap "NO CHANGER-(No.)" weer.
• Zie "CD/MP3/WMA/AAC" op pagina 14 om de geselecteerde wisselaar
te bedienen.
• Meer details over de externe invoer (AUX) bij het gebruik van de
KCA-410C, zie "De AUX-modus instellen (V-Link)" op pagina 24.
Afstandsbediening
Knoppen op de afstandsbediening
Source-knop
Druk op deze knop om de audiobron te selecteren.
Knoppen om het volume te regelen
Om het volume te verhogen:
Druk op de -knop
Om het volume te verlagen:
Druk op de -knop
-knop
Radiomodus:
Door op deze knop te drukken selecteert u, in oplopende
volgorde, de zenders die werden opgeslagen in de preselecties
van de radio, zoals hieronder weergegeven.
...
Cd-wisselaar-m odus:
Knop cd-selectie (OMHOOG).
Druk op deze knop om een cd in oplopende volgorde te
selecteren.
MP3/WMA/AAC-modus:
Knop mapselectie (OMHOOG).
Druk op deze knop om de map te selecteren.
Modus MP3-compa tibele cd-wisselaar:
Knop mapselectie (OMHOOG) / cd-selectie (OMHOOG). Druk op
deze knop om een map in oplopende volgorde te selecteren.
Houd deze knop ingedrukt om een cd in oplopende volgorde te
selecteren.
iPod-modus :
Schakelt tussen Afspeellijst/Artiest/Album/Genre/Componist.
OMLAAG-knop
Radiomodus:
Zoekknop (OMLAAG)
Cd/iPod-modus:
Druk op deze knop om terug te keren naar het begin van het
huidige nummer.
-knop
Druk op deze knop om te schakelen tussen de afspeel- en
pauzemodus voor cd's.
Knop audioprocessor
Telkens u op de knop drukt, wijzigt de audioprocessormodus.
Meer informatie vindt u onder "De audioprocessor bedienen" zoals
hieronder weergegeven.
42-NL
Page 45
Druk op deze knop om de externe audioprocessormodus te
Afstandsbedieningssensor
activeren wanneer een externe audioprocessor is aangesloten.
* Raadpleeg de gebruiksaanwijzing van de externe audioprocessor
die u hebt gekocht voor de bediening van de externe
audioprocessor. Wanneer de IMPRINT-audioprocessor
(PXA-H100) (apart verkrijgbaar) is aangesloten, zie
"IMPRINT-functie (optioneel)" op pagina 33.
Power-k nop
Druk op deze knop om het toestel in- of uit te schakelen.
Band-knop
Radiomodus:
BAND-knop.
Druk op deze knop om de frequentieband te wijzigen.
Wisselaarmodus:
De wisselaar wijzigen.
OMHOOG-knop
Radiomodus:
Zoekknop (OMHOOG).
Cd/iPod-modus:
Druk op deze knop om door te spoelen naar het begin van het
volgende nummer.
-knop
Radiomodus:
Door op deze knop te drukken selecteer t u, in aflopende
volgorde, de zenders die werden opgeslagen in de preselecties
van de radio, zoals hieronder weergegeven.
...
Cd-wisselaar-modus:
Knop cd-selectie (OMLAAG).
Druk op deze knop om een cd in aflopende volgorde te
selecteren.
MP3/WMA/AAC-modus:
Knop mapselectie (OMLAAG).
Druk op deze knop om de map te selecteren.
Modus MP3-compa tibele cd-wisselaar:
Knop mapselectie (OMLAAG) / cd-selectie (OMLAAG).
Druk op deze knop om een map in aflopende volgorde te
selecteren.
Houd deze knop ingedrukt om een cd in aflopende volgorde te
selecteren.
iPod-modus:
Schakelt t ussen Afspeellijst/Ar tiest/Album/Genre/Componist.
Mute-knop
Druk op deze knop om het volume onmiddellijk met 20 dB te
verlagen.
Druk nogmaals op deze knop om te annuleren.
1
*
Het batterijklepje openen
Schuif het batterijk lepje open terwijl u stevig drukt in de richting
van de pijl.
2
De batterijen vervangen
Plaats de batterijen en let daarbij op de polariteit, zoals
hieronder weergegeven.
3
Het batterijklepje sluiten
Schuif het klepje zoals weergegeven tot u een klik hoort.
Bedienbaar met de afstandsbediening
Richt de zender van de afstandsbediening naar de
afstandsbedieningssensor.
De audioprocessor bedienen
1
Druk op A.PROC om de modus te selecteren.
Normal mode Time Correction X-OVER Normal mode
2
Druk op of om een item te selecteren.
Time Correct ion-modus/Crossover (X- OVER)-modus:
Selecteer uit MEMORY 1 tot 6.
De batterijen vervangen
Geschikte batterijen: gebruik twee "AAA" droge batterijen of
gelijkaardig.
Aansluitbaar op de interfacebox voor de
afstandsbediening
Dit apparaat kan worden bediend via de audiobediening van uw
voertuig.
Daarvoor hebt u een optionele interfacebox voor de afstandsbediening
van Alpine nodig. Contacteer uw Alpine-verdeler voor meer informatie.
43-NL
Page 46
Informatie
Bij problemen
Wanneer u een probleem ervaart, schakel dan het toestel uit en daarna
weer in. Indien het toestel nog steeds niet normaal functioneert,
overloop dan de items op de checklist hieronder. Deze gids zal u helpen
het probleem op te sporen indien de oorzaak bij het toestel ligt. Is dit
niet het geval, controleer dan of het systeem correct is aangesloten of
contacteer uw bevoegde Alpine-verdeler.
Basis
Geen werking of schermweergave.
• Het contact van de auto is niet ingeschakeld.
– Indien het toestel volgens de instructies werd aangesloten, zal het
niet werken wanneer het contact van de auto niet is ingeschakeld.
• Incorrecte aansluiting van de stroomkabel (Rood) en de batterijkabel
(Geel).
– Controleer de verbindingen van de stroomkabel en de
batterijkabel.
•Gesprongen zekering.
– Controleer de zekering van het toestel; vervang door de juiste
waarde indien nodig.
• Er is een storing opgetreden in de interne microcomputer ten gevolge
van interferentieruis.
– Druk op de RESET-knop met een balpen of een ander puntig
voorwerp.
Radio
U kunt geen zenders ontvangen.
• Er is geen antenne aangesloten of er is een losgekoppelde aansluiting
in de kabel.
– Zorg ervoor dat de antenne correct is aangesloten; vervang indien
nodig de antenne of de kabel.
U kunt niet afstemmen op zenders in de zoekmodus.
• U bevindt zich in een gebied met zwakke ontvangst.
– Zorg ervoor dat de tuner is ingesteld op DX-modus.
• Wanneer u zich in een gebied met sterke ontvangst bevindt, is het
mogelijk dat de antenne niet correct is geaard en aangesloten.
– Controleer de verbindingen van de antenne; zorg ervoor dat de
antenne correct is geaard aan de montageplaats.
• De antenne heeft mogelijk niet de juiste lengte.
– Zorg ervoor dat de antenne volledig is uitgestrekt; indien de
antenne stuk is, vervang hem dan door een nieuwe.
Er treedt ruis op bij de ontvangst.
• De antenne heeft niet de juiste lengte.
– Strek de antenne volledig uit; vervang de antenne indien hij stuk is.
• De antenne is slecht geaard.
– Zorg ervoor dat de antenne correct is geaard aan de
montageplaats.
CD
Cd-speler werkt niet.
• Temperatuur ligt boven de toelaatbare bedieningsgraad voor cd's
(+50°C).
– Verlaag de temperatuur in het interieur (of de koffer) van de auto.
Het afspeelgeluid van de cd wordt onvast.
• Condensatie in de cd-module.
– Wacht voldoende lang (ongeveer 1 uur) tot het vocht is verdampt.
U kunt geen cd plaatsen.
• Er is reeds een cd aanwezig in de cd-speler.
– Werp de cd uit en verwijder hem.
• De cd wordt niet correct geladen.
– Zorg ervoor dat de cd wordt geladen volgens de instructies in het
onderdeel bediening van de cd-speler.
U kunt de cd niet snel vooruit of achteruit spoelen.
•De cd is beschadigd.
– Werp de cd uit en gooi hem weg; wanneer u een beschadigde cd
gebruikt in het toestel kan dit het mechanisme beschadigen.
Het afspeelgeluid van de cd hapert door trillingen.
• Incorrecte installatie van het toestel.
– Installeer het toestel opnieuw op een correcte manier.
• De cd is erg vuil.
–Reinig de cd.
• Er zijn krassen op de cd.
– Plaats een andere cd.
• De lens is vuil.
– Gebruik geen in de handel verkrijgbare cd om de lens te reinigen.
Contacteer uw dichtstbijzijnde Alpine-verdeler.
Het afspeelgeluid van de cd hapert zonder trillingen.
• De cd is vuil of bekrast.
– Maak de cd schoon; een beschadigde cd moet worden vervangen.
Error wordt weergegeven (enkel bij de ingebouwde cd-speler).
• Mechanische fout.
–Druk op . Plaats de cd nogmaals nadat Error verdwenen is.
Raadpleeg uw dichtstbijzijnde Alpine-verdeler indien de
bovenvermelde oplossing het probleem niet verhelpt.
Het afspelen van een CD-R/CD-RW is niet mogelijk.
• De opnamesessie werd niet afgesloten (gefinaliseerd).
– Finaliseer de sessie en probeer opnieuw.
MP3/WMA/AAC
MP3, WMA of AAC-bestanden worden niet afgespeeld.
• Er heeft zich een schrijffout voorgedaan. Het MP3/WMA/
AAC-formaat is niet compatibel.
– Zorg ervoor dat het MP3/WMA/AAC-bestand geschreven werd in
een ondersteund formaat. Zie "Over MP3/WMA/AAC" op
pagina 15, en herschrijf de bestanden vervolgens in een formaat
dat wordt ondersteund door dit toestel.
Audio
Er komt geen geluid uit de luidsprekers.
• Er is geen uitvoersignaal van de interne versterker.
– Power IC is ingesteld op "ON" (zie "Aansluiten op een externe
versterker" op pagina 24).
iPod
De iPod speelt niet af en er is geen geluid hoorbaar.
• De iPod werd niet herkend.
– Reset het toestel en de iPod. Zie "Eerste gebruik van het toestel" op
pagina 8. Meer informatie over het resetten van de iPod kunt u
vinden in de gebruiksaanwijzing van de iPod.
Schermaanduidingen voor de cd-speler
• Er is geen cd geplaatst.
– Plaats een cd.
44-NL
Page 47
• Er is een cd geplaatst maar toch wordt "No Disc" weergegeven en het
toestel speelt de cd niet af of werpt de cd niet uit.
– Verwijder de cd via de volgende stappen:
Druk nogmaals op de -knop gedurende minstens 2 seconden.
Indien de cd nog steeds niet wordt uitgeworpen, contacteer dan
uw Alpine-verdeler.
• Storing van het mechanisme.
1Druk op en werp de cd uit.
Indien de cd niet wordt uitgeworpen, contacteer dan uw
Alpine-verdeler.
2 Wanneer Error nog steeds verschijnt na het uitwerpen, drukt
u nogmaals op .
Contacteer uw Alpine-verdeler wanneer Error blijft verschijnen
na verschillende keren op te hebben gedrukt.
• Als "Error" wordt weergegeven:
Indien de cd niet kan worden uitgeworpen door op te drukken,
druk dan op de RESET-knop (zie "Eerste gebruik van het toestel" op
pagina 8) en druk nogmaals op .
Indien de cd nog steeds niet kan worden uitgeworpen, contacteer dan
uw Alpine-verdeler.
• Een cd is achtergebleven in de cd-wisselaar.
– Druk op de uitwerpknop om de uitwerpfunctie te activeren.
Wanneer de cd-wisselaar de uitwerpfunctie heeft beëindigd, laadt
u een lege cd-lader in de cd-wisselaar om de cd te ontvangen die is
achtergebleven in de cd-wisselaar.
• Er is geen lader geplaatst in de cd-wisselaar.
– Plaats een lader.
• Er is geen cd aanwezig.
–Kies een andere cd.
Schermaanduidingen voor
USB-geheugen/draagbare muziekspeler
• Een WMA-bestand beveiligd tegen kopiëren werd afgespeeld.
– U kunt enkel bestanden afspelen die niet beveiligd zijn tegen
kopiëren.
• Een bemonsteringsfrequentie/bitsnelheid wordt gebruikt die niet
wordt ondersteund door dit toestel.
– Gebruik een bemonsteringsfrequentie/bitsnelheid die wordt
ondersteund door dit toestel.
Schermaanduidingen voor de
cd-wisselaar
• Een beschermend circuit is geactiveerd wegens een hoge
temperatuur.
– De aanduiding zal verdwijnen wanneer de temperatuur opnieuw
zakt binnen het normale bedieningsbereik.
• Storing in de cd-wisselaar.
– Raadpleeg uw Alpine-verdeler. Druk op de knop om de lader uit te
werpen en verwijder de lader.
Controleer de schermaanduiding. Laad de lader opnieuw.
Indien de lader niet kan worden verwijderd, contacteer dan uw
Alpine-verdeler.
• De lader kan niet worden uitgeworpen.
– Druk op de knop om de lader uit te werpen. Indien de lader niet
wordt uitgeworpen, contacteer dan uw Alpine-verdeler.
• Databasefout of decoderfout.
– U kunt het probleem oplossen door de bron te veranderen.
• Communicatiestoornis of opstartfout, enz.
– U kunt het probleem oplossen door het USB-geheugenapparaat /
de draagbare muziekspeler opnieuw aan te sluiten of de bron te
veranderen.
• De draagbare muziekspeler wordt niet herkend.
– U kunt het probleem oplossen door de draagbare muziekspeler
opnieuw aan te sluiten.
• Het USB-aansluitingsapparaat ontvangt een abnormale
stroomsterkte.
– U kunt het probleem oplossen door de bron te veranderen.
• Een USB-apparaat is aangesloten dat niet wordt ondersteund door
het toestel.
– Sluit een USB-apparaat aan dat wordt ondersteund door het
toestel.
• Er is geen USB-geheugen/draagbare muziekspeler aangesloten.
– Zorg ervoor dat het USB-geheugen correct is aangesloten en dat de
kabel niet te veel gebogen is.
45-NL
Page 48
• Het USB-geheugen/de draagbare muziekspeler bevat geen nummers
(bestanden).
– Sluit het USB-geheugen/de draagbare muziekspeler opnieuw aan
wanneer dit apparaat nummers (bestanden) bevat.
• Een USB-apparaat is aangesloten dat niet wordt ondersteund door
het toestel.
– Sluit een USB-apparaat aan dat wordt ondersteund door het
toestel.
• Een bemonsteringsfrequentie/bitsnelheid wordt gebruikt die niet
wordt ondersteund door dit toestel.
– Gebruik een bemonsteringsfrequentie/bitsnelheid die wordt
ondersteund door dit toestel.
• Een WMA-bestand beveiligd tegen kopiëren werd afgespeeld.
– U kunt enkel bestanden afspelen die niet beveiligd zijn tegen
kopiëren.
Schermaanduidingen voor de iPhone/
iPod-modus
• De iPhone/iPod is niet aangesloten.
– Zorg ervoor dat de iPhone/iPod correct is aangesloten (zie
"Aansluitingen" op pagina 51).
Zorg ervoor dat de kabel niet te veel gebogen is.
• De iPhone/iPod bevat geen nummers.
– Download nummers op de iPhone/iPod en sluit hem opnieuw aan
kanaalselectiviteit
Signaal/ruis-verhouding65 dB
Stereoscheiding35 dB
Ontvangstverhouding2,0 dB
MW-TUNERGEDEELTE
Afstembereik531-1.602 kHz
Gevoeligheid (IEC-standaard)25,1 μV/28 dB
LW-TUNERGEDEELTE
Afstembereik153-281 kHz
Gevoeligheid (IEC-standaard)31,6 μV/30 dB
CD-SPELERGEDEELTE
Frequentierespons5-20.000 Hz (±1 dB)
Snelheidsfluctuaties
(% WRMS)
Tot ale harmon ische
vervorming
Dynamisch bereik95 dB (bij 1 kHz)
Signaal/ruis-verhouding105 dB
Kanaalscheiding85 dB (bij 1 kHz)
80 dB
Onder meetbare limiet
0,008% (bij 1 kHz)
• Databasefout of decoderfout.
– U kunt het probleem oplossen door de bron te veranderen.
• Communicatiestoornis of opstartfout, enz.
– U kunt het probleem oplossen door iPhone/iPod opnieuw aan te
sluiten of de bron te veranderen.
• De iPhone/iPod niet is gecontroleerd.
– U kunt het probleem oplossen door de iPhone/iPod opnieuw aan
te sluiten.
• Het USB-aansluitingsapparaat ontvangt een abnormale
stroomsterkte.
– U kunt het probleem oplossen door de bron te veranderen.
Aantal kanalen2-kanaals (stereo)
Frequentierespons
Tot ale harmon ische
vervorming
Dynamisch bereik95 dB (bij 1 kHz)
Signaal/ruis-verhouding105 dB
Kanaalscheiding85 dB (bij 1 kHz)
* De frequentierespons kan verschillen afhankelijk van de
coderingssoftware/bitsnelheid.
*
".m4a"-bestand
5-20.000 Hz (±1 dB)
0,008% (bij 1 kHz)
Page 49
ALGEMEEN
(Onderkant van het toestel)
Stroomvereiste14,4 V DC
Maximaal uitgangsvermogen50 W × 4
Maximaal pre-uitgangsvoltage4 V/10 kilo-ohm
Gewicht1,6 kg
FRAMEFORMAAT
Breedte178 mm
Hoogte50 mm
Diepte160 mm
FORMAAT VOORKANT
Breedte170 mm
Hoogte46 mm
Diepte23 mm
Opmerking
• Ten gevolge van voortdurende verbetering van de producten, kunnen
specificaties en ontwerp wijzigen zonder enige kennisgeving.
(11-16 V toelaatbaar)
OPGELET
47-NL
Page 50
Installatie en aansluitingen
Lees het volgende en zie "G ebruiksaanwijzing" op pagina 4 vo or u het
toestel installeert of aansluit, om een juist gebruik te garanderen.
Waarschuwing
SLUIT ALLES CORRECT AAN.
Zaken verkeerd aansluiten, kan vuur of schade aan het product
veroorzaken.
ENKEL TE GEBRUIKEN IN AUTO’S MET EEN NEGATIEVE AARDING VAN 12
V.
(contacteer bij twijfel uw verdeler). Indien u deze instructie niet
opvolgt, kan dit leiden tot brand, enz.
VERWIJDER DE KABEL VAN DE NEGATIEVE BATTERIJAANSLUITING VOOR
U HET TOESTEL AANSLUIT.
Doet u dit niet, dan kan dit leiden tot elektrocutie of letsels ten
gevolge van kortsluitingen.
SPLITS GEEN ELEKTRISCHE KABELS.
Snijd nooit de kabelisolatie weg om stroom te voorzien voor een
ander apparaat. Wanneer u dit wel doet, zal de stroomcapaciteit van
de kabel overschreden worden, wat kan leiden tot brand of
elektrocutie.
BESCHADIG GEEN BUIZEN OF KABELS TIJDENS HET BOREN VAN GATEN.
Neem uw voorzorgen tijdens het boren van gaten in het chassis
voor de installatie, zodat u geen buizen, brandstoftoevoeren,
brandstoftanks of elektrische bedradingen raakt, beschadigt of
blokkeert. Zoniet kan dit leiden tot brand.
GEBRUIK GEEN BOUTEN OF MOEREN IN DE REM- OF STUURINRICHTING
OM EEN AARDING TE MAKEN.
Bouten of moeren die worden gebruikt in de rem- of
stuurinrichting (of een ander veiligheidssysteem) of tanks mogen
NOOIT gebruikt worden voor installaties of als aardverbinding.
Het gebruik van dergelijke onderdelen kan leiden tot een
controleverlies over de auto en brand enz. veroorzaken.
HOUD KLEINE VOORWERPEN ZOALS BATTERIJEN BUITEN HET BEREIK
VAN KINDEREN.
Wanneer deze worden ingeslikt, kan dit leiden tot ernstige
verwondingen. Contacteer in dit geval onmiddellijk een dokter.
INSTALLEER NIET OP LOCATIES DIE HET BESTUREN VAN UW VOERTUIG
KUNNEN HINDEREN, ZOALS HET STUUR OF DE VERSNELLINGSPOOK.
Wanneer u dit doet, kan dit uw gezichtsvermogen of uw
bewegingen belemmeren met ernstige ongevallen tot gevolg.
steeds de verdeler waar u dit product hebt gekocht om de installatie
te laten uitvoeren.
GEBRUIK GESPECIFICEERDE ACCESSOIRES EN INSTALLEER ZE OP DE
JUISTE MANIER.
Zorg ervoor dat u enkel de gespecificeerde accessoires gebruikt.
Gebruik van andere dan de genoemde onderdelen kunnen interne
schade veroorzaken aan het toestel of zorgen mogelijk voor een
slechte installatie van het toestel. Daardoor kunnen onderdelen
loskomen, met gevaren of storingen tot gevolg.
SCHIK DE KABELS ZODAT ZE NIET GEKNELD ZITTEN OF GEKNEPEN
WORDEN DOOR EEN SCHERPE METALEN KANT.
Leid de kabels en bedrading weg van bewegende onderdelen (zoals
de zetelrails) of scherpe of puntige kanten. Zo vermijdt u
knelpunten en schade aan de bedrading. Wanneer de kabels door
een metalen gat lopen, gebruik dan een rubberen ring om te
voorkomen dat de kabelisolatie doorgesneden wordt door de
metalen rand van het gat.
INSTALLEER NIET OP PLAATSEN MET VEEL VOCHT OF STOF.
Vermijd installatie van het toestel op plaatsen waar veel vocht of stof
aanwezig is. Wanneer er vocht of stof terechtkomt in het toestel, kan
dit storingen veroorzaken.
Voorzorgsmaatregelen
• Zorg ervoor dat u de kabel verwijdert van de (–) batterijaansluiting
voor u uw CDA-117Ri installeert. Dit verkleint de kans op schade aan
het toestel bij een kortsluiting.
• Zorg ervoor dat u de kleurgecodeerde draden aansluit volgens het
diagram. Foute aansluitingen kunnen storingen veroorzaken in het
toestel of schade teweegbrengen aan het elektrische systeem van de
auto.
• Tijdens het aansluiten op het elektrische systeem van de auto, dient u
op te letten voor componenten die in de fabriek werden geïnstalleerd
(bv. boordcomputer). Maak geen aftakkingen in deze kabels om
stroom te voorzien voor dit toestel. Zorg er bij het aansluiten van de
CDA-117Ri op de zekeringkast voor dat de zekering voor het circuit
bedoeld voor de CDA-117Ri de juiste stroomsterkte heeft. Doet u dit
niet, dan kan dit leiden tot schade aan het product en/of het voertuig.
Contacteer bij twijfel uw Alpine-verdeler.
• De CDA-117Ri maakt gebruik van vrouwelijke RCA-aansluitingen
voor aansluiting op andere apparaten (bv. versterker) met
RCA-aansluitingen. U hebt mogelijk een adapter nodig om andere
apparaten aan te sluiten. Contacteer in dat geval uw bevoegde
Alpine-verdeler voor hulp.
• Zorg ervoor dat u de (–) luidsprekerkabel aansluit op de (–)
luidsprekeraansluiting. Verbind nooit de kabels van het linkse en het
rechtse luidsprekerkanaal met elkaar of met de carrosserie van het
voertuig.
Opgelet
LAAT DE AANSLUITING EN INSTALLATIE UITVOEREN DOOR
DESKUNDIGEN.
De aansluiting en installatie van dit toestel vereist specifieke
technische kennis en ervaring. Contacteer voor uw eigen veiligheid
48-NL
BELANGRIJK
Gelieve het serienummer van uw toestel te noteren in de
voorziene ruimte hiernaast en houd dit bij als permanent bewijs.
Het serienummer of het gegraveerde serienummer vindt u aan de
onderzijde van het toestel.
SERIENUMMER: []
DATUM VAN INSTALLATIE: []
INSTALLATIETECHNICUS: []
PLAATS VAN AANKOOP: []
Page 51
Installatie
Verwijderbaar
voorpaneel
Minder dan 35°
Rubberen kapje
(meegeleverd)
Beugel
Zeskantbout
(meegeleverd)
Montageframe
(meegeleverd)
Dashboard
Drukplaten
*
Dit toestel
*
Metalen montageband
Schroef
Schroefbout
Zeskantmoer (M5)
Dit toestel
Sluitpin
Opgelet
Verwijder het verwijderbare voorpaneel niet wanneer u dit
toestel in uw auto installeert.
Wanneer het verwijderbare voorpaneel wordt verwijderd tijdens
de installatie, is het mogelijk dat u te hard gaat drukken en zo de
metalen plaat vervormt die het op zijn plaats houdt.
De hoofdeenheid moet binnen een hoek van 35 graden met het
horizontale vlak worden geïnstalleerd, gemeten van achter naar
voor.
1
Verwijder het montageframe van de hoofdeenheid (zie
"Verwijdering" op pagina 49). Schuif het montageframe in
het dashboard en bevestig het met de metalen haken.
Opmerking
• Voorzie voor de schroef * een goede schroef voor de installatieplaats in
het chassis.
3
Schuif de CDA-117Ri in het dashboard. Zorg ervoor dat de
sluitpinnen helemaal naar beneden staan wanneer het
toestel op zijn plaats zit. Dit kunt u doen door stevig op
het toestel te drukken terwijl u de sluitpin naar beneden
drukt met een kleine schroevendraaier. Dit zorgt ervoor
dat het toestel stevig op zijn plaats zit en niet per ongeluk
uit het dashboard zal vallen. Plaats het verwijderbare
voorpaneel.
Verwijdering
1
Verwijder het verwijderbare voorpaneel.
2
Gebruik een kleine schroevendraaier (of een gelijkaardig
gereedschap) om de sluitpinnen naar boven te schuiven
(zie tekening hierboven). Trek het toestel zachtjes naar
buiten wanneer u een pin naar boven hebt geschoven, om
ervoor te zorgen dat het niet opnieuw sluit voor u de
tweede pin hebt kunnen naar boven schuiven.
2
* Als het montageframe loszit in het dashboard, kunt u de
drukplaten licht plooien om het probleem op te lossen.
Wanneer uw voertuig uitgerust is met de beugel, monteer
dan de lange zeskantbout op het achterpaneel van de
CDA-117Ri en plaats het rubberen kapje op de
zeskantbout. Versterk de hoofdeenheid met de metalen
montageband (niet meegeleverd) indien uw voertuig niet
is uitgerust met de montagebeugel. Verbind alle andere
kabels van de CDA-117Ri volgens de details omschreven
in het onderdeel AANSLUITINGEN.
3
Trek het toestel uit het dashboard terwijl u de pinnen
open houdt.
JAPANSE AUTO
Voorpaneel
Schroeven (M5 × 8)
(meegeleverd)
Dit toestel
Montagebeugel
49-NL
Page 52
iPhone/iPod-aansluitingen (apart
Interface-kabel voor iPod (meegeleverd)
USB-kabel
Dit toestel
USB-geheugen
(apart verkrijgbaar)
Vergrendeling
Kabel (bijgeleverd)
USB-aansluiting
Dit toestel
USB-geheugen
(apart verkrijgbaar)
USB-aansluiting
Kabel (bijgeleverd)
verkrijgbaar)
Sluit de USB-kabel aan op een iPhone/iPod met een Interface-kabel voor
iPod.
De iPhone/iPod verwijderen
Koppel de iPhone/iPod los van de Interface-kabel voor iPod.
Een USB-geheugen verwijderen
Trek het USB-geheugen recht uit de USB-kabel.
Opmerkingen
• Trek een USB-geheugen bij het verwijderen recht uit de
USB-aansluiting.
• Wanneer er geen geluid hoorbaar is of het USB-geheugen niet wordt
herkend maar toch is aangesloten, verwijder dan het USB-geheugen
onmiddellijk en sluit het opnieuw aan.
• Schakel over naar een andere bron dan USB-modus en verwijder
vervolgend het USB-geheugen. Wanneer het USB-geheugen wordt
verwijderd in de USB-modus, kunnen gegevens beschadigd raken.
• Leid de USB-kabel weg van andere kabels.
Opmerkingen
• Verwijder de iPhone/iPod als u het apparaat op een andere bron hebt
ingesteld dan de USB iPod. Als de iPhone/iPod wordt verwijderd in de
USB iPod-modus, kunnen de gegevens schade veroorzaken.
• Als er geen geluid hoorbaar is of de iPhone/iPod wordt niet herkend
hoewel de iPhone/iPod aangesloten is, verwijder dan de iPhone/iPod
één maal en sluit hem vervolgens opnieuw aan of reset de iPod.
• Laat de iPhone/iPod niet voor een lange tijd achter in een voertuig.
Warmte en vochtigheid kunnen de iPhone/iPod en het is mogelijk dat u
hem dan niet langer kunt afspelen.
Aansluiting USB-geheugen (apart
verkrijgbaar)
Een USB-geheugen aansluiten
Sluit de USB-kabel aan op de USB-aansluiting van het toestel en maak
de aansluiting vervolgens vast met de sluiting die meegeleverd werd met
de USB-kabel zoals hieronder aangegeven.
50-NL
Page 53
Aansluitingen
*
Naar versterker of equalizer
Versterker
Versterker
Versterker
ADAPTIEVE STUURAFSTANDSBEDIENING AARDE
(Zwart)
Naar de interfacebox van de
adaptieve stuurafstandsbediening
ADAPTIEVE STUURAFSTANDSBEDIENING IN1
(Bruin/Geel)
Naar de interfacebox van de
adaptieve stuurafstandsbediening
(Bruin/Oranje)
ADAPTIEVE STUURAFSTANDSBEDIENING IN2
Naar de interfacebox van de
adaptieve stuurafstandsbediening
(Blauw)
Naar BLUETOOTH INTERFACE
(KCE-400BT) (apart verkrijgbaar)
(Zwart)
Naar scherminterface voertuig
Antenne
ISO-antenneaansluiting
JASO-antenneaansluiting
AUDIO-ONDERBREKING IN
(Roze/Zwart)
Naar telefoon voertuig
AFSTANDSSCHAKELING
(Blauw/Wit)
Naar de verlichtingskabel van de instrumentengroep
ONTSTEKING
Naar automatische antenne
(Rood)
AARDE
(Zwart)
Contactsleutel
AUTOM ANT
(Blauw)
DIMMER
(Oranje)
BATTERIJ
(Geel)
Batterij
Luidsprekers
(Groen)
Linksachter
(Groen/Zwart)
(Wit)
Linksvoor
(Wit/Zwart)
(Grijs/Zwart)
Rechtsvoor
(Grijs)
(Paars/Zwart)
Rechtsachter
(Paars)
Naar USB-geheugen/draagbare
muziekspeler of iPhone/iPod
Cd-wisselaar
(apart verkrijgbaar)
Luidsprekers
Linksachter
Rechtsachter
Linksvoor
Rechtsvoor
Subwoofers
* De systeemschakelaar bevindt zich onderaan op het toestel.
Voert de controlesignalen uit van de scherminterface van het
voertuig. Sluit dit aan op de optionele scherminterface box van het
voertuig.
Deze aansluiting kan ook worden gebruikt voor het aansluiten van
de Marine Remote Commander (apart verkrijgbaar).
Contacteer uw dichtstbijzijnde Alpine-verdeler voor meer informatie
over de aansluitingen.
Sluit deze kabel aan op de audio-interface-uitvoer van een mobiele
telefoon die aardsluiting voorziet wanneer een oproep wordt
ontvangen.
Kabel afstandsschakeling (Blauw/Wit)
Sluit deze kabel aan op de kabel voor afstandsschakeling van uw
versterker of signaalprocessor.
Geschakelde stroomkabel (contactslot) (Rood)
Sluit deze kabel aan op een vrije aansluiting in de zekeringkast van
het voertuig of op een andere ongebruikte voedingsbron die enkel
(+) 12V levert wanneer de motor aan is of de sleutel in de
contactpositie staat.
Aardkabel (Zwart)
Sluit deze kabel aan op een goede plaats op het chassis van de auto.
Zorg ervoor dat de verbinding enkel metaal raakt en stevig
vastgemaakt is door middel van de meegeleverde metalen schroef.
Kabel automatische antenne (Blauw)
Sluit deze kabel aan op de +B-aansluiting van uw automatische
antenne, indien van toepassing.
Opmerking
• Deze kabel mag enkel worden gebruikt voor het bedienen van de
automatische antenne van het voertuig. Gebruik deze kabel niet om
een versterker, signaalprocessor, enz. in te schakelen.
Dimmerkabel (Oranje)
Deze kabel kan worden aangesloten op de verlichtingskabel van de
instrumentencluster van het voertuig. Zo kunt u via de
dimmerbediening van het voertuig de achtergrondverlichting van
het toestel verduisteren.
Batterijkabel (Geel)
Sluit deze kabel aan op de positieve (+) aansluiting van de batterij
van het voertuig.
Sluit deze kabel aan op de uitvoer- of invoeraansluiting van andere
apparaten (cd-wisselaar, IMPRINT-audio process or, Eq ua lizer, en z.)
uitgerust met Ai-NET.
Opmerkingen
• De interface-adapter voor iPod (KCA-420i) wordt niet aangeraden
voor gebruik met dit product.
• U kunt tv/video-geluid invoeren door een optionele Ai-NET/RCA
Interface-kabel (KCA-121B) aan te sluiten op deze component.
• Zorg ervoor dat u "De aangesloten hoofdeenheid instellen (MODEL
SETUP)" instelt op "CD CHG", wanneer de DHA-S690 is aangesloten.
Aansluiting interface stuurafstandsbediening
Naar de interfacebox van de stuurafstandsbediening.
Contacteer uw Alpine-verdeler voor meer informatie.
Deze kunnen gebruikt worden als RCA-aansluitingen voor uitvoer of
invoer achteraan.
ROOD is rechts en WIT is links.
RCA-aansluitingen uitvoer/invoer vooraan
Deze kunnen gebruikt worden als RCA-aansluitingen voor uitvoer of
invoer vooraan.
ROOD is rechts en WIT is links.
RCA-aansluitingen subwooferuitvoer
ROOD is rechts en WIT is links.
Systeemschakelaar
Zet de twee schakelaars in de positie EXT AP bij het aansluiten van
een processor via Ai-NET. Laat de schakelaar in de positie NORM
wanneer geen apparaat is aangesloten.
Opmerkingen
• Zet de drie schakelaars nooit in verschillende standen.
• Zorg ervoor dat het toestel niet voorzien wordt van stroom voor u deze
schakelaar gebruikt.
Aansluiting stroomvoorziening
Kabel Ai-NET (meegeleverd met de cd-wisselaar)
RCA-verlengkabel (apart verkrijgbaar)
ISO/JASO-antenneadapter (apart verkrijgbaar)
Afhankelijk van het voertuig hebt u mogelijk een ISO/
JASO-antenneadapter nodig.
Kabel adaptieve stuurafstandsbediening In 1 (Bruin/Geel)
Naar de interface box van de adaptieve stuurafstandsbediening.
Contacteer uw dichtstbijzijnde Alpine-verdeler voor meer informatie
over de aansluitingen.
Kabel adaptieve stuurafstandsbediening In 2 (Bruin/Oranje)
Naar de interface box van de adaptieve stuurafstandsbediening.
Contacteer uw dichtstbijzijnde Alpine-verdeler voor meer informatie
over de aansluitingen.
Adaptieve stuurafstandsbediening AARDE
Naar de interface box van de adaptieve stuurafstandsbediening.
Contacteer uw dichtstbijzijnde Alpine-verdeler voor meer informatie
over de aansluitingen.
BLUETOOTH -interfaceaansluiting (Blauw)
Sluit dit aan op een optionele BLUETOOTH INTERFACE (KCE-400BT).
Een optionele BLUETOOTH INTERFACE (KCE-400BT)-aansluiting is
vereist om een handenvrije mobiele telefoon te kunnen gebruiken.
Meer informatie over de aansluiting kunt u vinden in de
gebruiksaanwijzing van de BLUETOOTH INTERFACE (KCE-400BT). U
kunt dit eveneens aansluiten op een extern apparaat (zoals een
draagbare speler) door gebruik te maken van een conversiekabel
(KCE-237B) voor het gebruik van de AUX IN (apart verkrijgbaar)).
Opmerking
• Zie "De AUX+ Setup-modus instellen" op pagina 24.
AUX+ O N :
Wanneer een extern apparaat is aangesloten.
AUX+ O FF :
Wanneer OFF is geselecteerd, kan AUX+ niet als bron worden
ingesteld.
KCE-400BT-verbindingskabel (inbegrepen bij KCE-400BT)
USB-aansluiting
Sluit dit aan op een USB-geheugen/draagbare muziekspeler of op
een iPhone/iPod. Een Inter face-kabel voor iPod is vereist om een
iPhone/iPod te kunnen gebruiken.
Opmerkingen
• Gebruik de meegeleverde USB-kabel. Indien u gebruik maakt van een
andere USB-kabel dan de meegeleverde, kan een correcte werking niet
worden gegarandeerd.
• Leid de USB-kabel weg van andere kabels.
52-NL
Page 55
Vermijden dat extern lawaai het audiosysteem binnendringt.
• Plaats het toestel en leid de kabels minstens 10 cm verwijderd
van het chassis van de auto.
• Houd de stroomkabels van de batterij zo ver mogelijk weg van
de andere kabels.
• Sluit de aardkabel goed aan op een plaats waar hij enkel metaal
raakt (verwijder verf, stof of vet indien nodig) op het chassis
van de auto.
• Wanneer u een optionele ruisonderdrukker toevoegt, sluit hem
dan zo ver mogelijk verwijderd van het toestel aan. Contacteer
uw Alpine-verdeler voor meer informatie over verschillende
ruisonderdrukkers.
• Uw Alpine-verdeler is uitvoerig op de hoogte van middelen
voor ruispreventie. Contacteer uw verdeler dus voor meer
informatie.
53-NL
Loading...
+ hidden pages
You need points to download manuals.
1 point = 1 manual.
You can buy points or you can get point for every manual you upload.