AEG SANTO C 7 18 40-6 i User Manual

SANTO C 7 18 40-6 i
Geïntegreerde dubbel­deurs-koelautomaat
Integrierbares Kühl­Gefriergerät
Frigorífico-congelador
Gebruiks-en
Gebrauchs- und
Einbauanweisung
Instruções de utilização
2
Geachte mevrouw, heer
Hartelijk dank voor het kiezen van een van onze kwaliteitsproducten. U heeft een goede keuze gemaakt. Zo kunt u dankzij de combinatie van functioneel design en hoogwaardige technologie rekenen op optimale prestaties en bedieningsgemak. En onze zorg voor het milieu, komt o.a. tot uitdrukking in het energiebesparend func­tioneren van dit apparaat. Om er zeker van te zijn dat uw apparaat optimaal en onberispelijk presteert, dient u deze gebruiksaanwijzing aandachtig door te lezen. Dan zult u alle processen perfect en zeer efficiënt kunnen besturen.
Wij raden u aan deze gebruiksaanwijzing goed te bewaren, zodat u nog eens iets kunt nalezen. En wilt u dit boekje doorgeven aan een eventuele volgende eigenaar van het apparaat.
Wij wensen u veel succes met uw nieuwe apparaat.
In deze gebruiksaanwijzing worden de volgende symbolen gebruikt
Belangrijke informatie over uw persoonlijke veiligheid en informatie over hoe u schade aan het apparaat kunt voorkomen
Algemene informatie en tips
Milieu-informatie
3
Inhoud
Veiligheid . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .4
Weggooien . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .6
Informatie over de verpakking van het apparaat . . . . . . . . . . . . . . . . . .6
Weggooien van oude apparaten . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .6
Transportbescherming verwijderen . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .6
Opstellen . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .7
Opstelplaats . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .7
Uw koelapparaat heeft lucht nodig . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .8
Overzetten van het deurscharnier . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .8
Nismaten . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .9
Aanwijzingen voor de geintegreerde inbouw . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .9
Elektrische aansluiting . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .14
Voor ingebruikname . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .14
In gebruik nemen en temperatuurregeling . . . . . . . . . . . . . . . . . . .14
Interieur . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 15
Legvlakken . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .15
Variabele binnendeur . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .15
Variable box . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .16
Koelen van levensmiddelen . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .16
Invriezen en diepgevroren bewaren . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .17
Diepvrieskalender . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .18
Koude-accu’s . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .18
Maken van ijsblokjes . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .18
Ontdooien van het apparaat . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .19
Apparaat uitzetten . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .20
Reiniging en onderhoud . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .20
Tips om energie te besparen . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .21
Wat te doen als . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .22
Hulp bij storingen . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .22
Lamp vervangen . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .23
Doel, normen, richtlijnen . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .24
4
Veiligheid
De veiligheid van onze koelapparaten voldoet aan de Europese en Neder­landse normen. Desondanks zien wij ons genoodzaakt u met de volgende veiligheidsaanwijzingen vertrouwd te maken:
Reglementaire toepassing
• Het koelapparaat is voor huishoudelijk gebruik bestemd. Het is geschikt voor het koelen, invriezen en diepgevroren bewaren van levensmiddelen en voor het maken van ijs. Als het apparaat voor andere doeleinden gebruikt wordt kan de fabrikant geen verantwoording nemen voor even­tuele schaden.
• Het ombouwen van of veranderingen aan het koelapparaat aanbrengen is uit veiligheidsoverwegingen niet toegestaan.
• Als het koelapparaat commercieel of voor andere doeleinden dan voor het koelen, diepgevroren bewaren en invriezen van levensmiddelen gebruikt wordt, s.v.p. letten op de hiervoor van kracht zijnde wettelijke bepalingen.
Voordat het apparaat voor de eerste keer in gebruik genomen wordt
• Controleer het koelapparaat op transportschaden. Een beschadigd appa­raat in geen geval aansluiten! Wend u in geval van schade tot de leve­rancier.
Koelmiddelen
Het apparaat bevat in het koelvloeistofcircuit de koelvloeistof Isobutan (R600a), een natuurlijk, zeer milieuvriendelijk gas, dat echter wel brandbaar is.
• Bij het transport en het opstellen van het apparaat erop letten dat geen onderdelen van het koelvloeistofcircuit beschadigd worden.
• Bij beschadiging van het koelvloeistofcircuit:
– open vuur en brandhaarden absoluut vermijden; – het vertrek waar het apparaat staat goed ventileren.
Veiligheid van kinderen
• Verpakkingsdelen (bijv. folies, piepschuim) kunnen voor kinderen gevaar­lijk zijn. Verstikkingsgevaar! Verpakkingsmateriaal van kinderen weghou­den!
• Oude apparaten voor het weggooien onbruikbaar maken. Stekker uit het
5
stopcontact trekken, stroomkabel doorknippen, eventueel aanwezige snap– of grendelsloten verwijderen of kapotmaken. Daardoor wordt voorkomen dat spelende kinderen in het apparaat opgesloten raken (ver­stikkingsgevaar!) of in andere levensgevaarlijke situaties terecht komen.
• Dit apparaat is niet bedoeld voor gebruik door kinderen, personen met verminderde lichamelijke, zintuigelijke of geestelijke capaciteiten of een gebrek aan kennis en ervaring, tenzij er toezicht is ingesteld door de per­soon die verantwoordelijk is voor hun veiligheid of tenzij zij van deze per­soon instructies hebben gekregen over het gebruik. Laat kinderen niet zonder toezicht in de buurt van het apparaat.!
Bij dagelijks gebruik
• Containers met brandbare gassen of vloeistoffen kunnen lek raken door de inwerking van koude. Explosiegevaar! Leg geen containers met brand­bare stoffen zoals bijv. spraybussen, aanstekers, navullingen van aan­stekers etc. in het koelapparaat.
• Flessen en blikken mogen niet in het vriesvak. Ze kunnen springen als de inhoud bevriest – bij koolzuurhoudende inhoud zelfs exploderen! Leg nooit limonades, sappen, bier, wijn, champagne etc. in het vriesvak. Uit­zondering: sterke drank met een zeer hoog alcoholpercentage kan in het vriesvak gelegd worden.
• Consumptie-ijs en ijsblokjes niet direct vanuit de vriesruimte in de mond steken. Zeer koud ijs kan aan de lippen of de tong vastvriezen en verwon­dingen veroorzaken.
• Niet met natte handen aan diepvriesartikelen komen. De handen kunnen daaraan vastvriezen.
• Geen elektrische apparaten (bijv. elektrische ijsmachines, mixers etc.) in het koelapparaat gebruiken.
• Voor het schoonmaken het apparaat altijd uitzetten en de stekker uit het stopcontact trekken of de zekering in de uitschakelen huisinstallatie.
• De stekker altijd aan de stekker zelf uit het stopcontact trekken, nooit aan het snoer.
Bij storing
• Als er een storing aan het apparaat optreedt eerst in de gebruiksaanwij­zing kijken onder “Wat te doen als ...”. Als de daar gegeven aanwijzingen niet verder helpen zelf niet verder aan het apparaat werken.
• Koelapparaten mogen alleen dooor geschoold personeel gerepareerd wor­den. Door ondeskundige reparaties kunnen grote gevaren ontstaan. Wend u zich bij reparaties tot uw vakhandel of tot onze service-afdeling.
6
Transportbescherming verwijderen
Het apparaat alsmede de onderdelen van het interieur zijn voor het trans­port beschermd.
• Alle plakband alsmede bekledingsdelen uit het interieur verwijderen.
Weggooien
Informatie over de verpakking van het apparaat
Alle gebruikte grondstoffen zijn milieuvriendelijk! Ze kunnen zonder gevaar weggegooid of in de vuilverbrandingsoven verbrand worden!
De grondstoffen: de kunststoffen kunnen ook opnieuw gebruikt worden en worden als volgt gekarakteriseerd:
>PE< voor polyethyleen, bijv. bij de buitenste verpakking en de zakken bin­nenin.
>PS< voor schuimpolystyrol, bijv. bij de bekledingsdelen, in principe CFK­vrij.
De kartonnen delen zijn van oud papier gemaakt en kunnen ook weer bij het oudpapier gedaan worden.
Weggooien van oude apparaten
Wegens milieuredenen dienen koelapparaten vakkundig ontmanteld te worden. Dit geldt voor uw huidige apparaat en - als het ook aan vervanging toe is - ook voor uw nieuwe apparaat.
Waarschuwing! Apparaten die hun tijd gehad hebben onbruikbaar maken voordat ze weggegooid worden. Stekker er afhalen, netsnoer doorknippen, eventuele snap- of grendelsloten verwijderen of kapotmaken. Hierdoor wordt voorkomen dat spelende kinderen in het apparaat opgesloten worden (verstikkingsgevaar!) of in andere levensgevaarlijke situaties terechtkomen.
Aanwijzingen voor het weggooien:
• Het apparaat mag niet bij het huis- of grofvuil gezet worden.
• Het koelvloeistofcircuit, in het bijzonder de warmtewisselaar aan de ach­terkant, mag niet beschadigd worden.
• Het symbool op het product of op de verpakking wijst erop dat dit product niet als huishoudafval mag worden behandeld, maar moet wor­den afgegeven bij een verzamelpunt waar elektrische en elektronische apparatuur wordt gerecycled. Als u ervoor zorgt dat dit product op de jui­ste manier wordt verwijderd, voorkomt u mogelijk negatieve gevolgen voor mens en milieu die zich zouden kunnen voordoen in geval van verkeerde afvalverwerking. Voor gedetailleerdere informatie over het recyclen van dit product, kunt u contact opnemen met de gemeente, de gemeentereiniging of de winkel waar u het product hebt gekocht.
7
Klimaatklasse voor een omgevingstemperatuur van
SN +10 tot +32 °C
N +16 tot +32 °C
ST +18 tot +38 °C
T +18 tot +43 °C
Opstellen
Opstelplaats
Het apparaat in een goed geventileerde en droge ruimte neerzetten. De omgevingstemperatuur heeft invloed op het stroomverbruik.
Het apparaat daarom – niet aan directe straling van de zon blootstellen; – niet bij radiatoren, naast een kachel of andere warmtebronnen plaatsen; – alleen op een plaats neerzetten waarvan de omgevingstemperatuur over-
eenkomt met de klimaatklasse waarvoor het apparaat is ontworpen.
De klimaatklassees staan op het typeplaatje dat zich links aan de binnenkant van het apparaat bevindt.
De volgende tabel geeft aan welke omgevingstemperatuur bij welke kli­maatklasse behoort:
Als het onvermijdelijk is het apparaat naast een warmtebron te plaat-sen, aan weerszijden minimaal de volgende afstanden aanhouden:
– tot elektrische fornuizen 3 cm; – tot olie- en kolenfornuizen 30 cm. Als men zich niet aan deze afstanden kan houden, is een warmte-isoleren-
deplaat tussen fornuis en koelapparaat aan te bevelen. Als het koelapparaat naast een ander koel- of diepvriesapparaat staat, is een
afstand van 5 cm aan weerszijden aan te bevelen, zodat zich geen condens vormt aan de buitenkant van de apparaten.
8
Uw koelapparaat heeft lucht nodig
Om veiligheidsredenen moet de venti­latie zodanig zijn als aangegeven de afbeelding.
Attentie: zorg ervoor dat de ventilatie openingen tijdens gebruik niet wor­den afgedekt.
Overzetten van het deurscharnier
Het deurscharnier kan van rechts (stand waarin het wordt afgeleverd) naar links overgezet worden als dat voor de opstelplaats nodig is.
Waarschuwing! Bij het overzetten van de deurscharnieren mag het apparaat niet op het lichtnet aange­sloten zijn. Van te voren de stekker uit het stopcontact halen.
1. Draai de bovenste stift uit en verwijder de afstandshouder.
2. Verwijder de bovenste pen en de bovenste deur.
3. Schroef het middelste scharnier en de deksels op de tegenoverlig­gende kant los.
4. Verwijder de onderste deur.
5. Schroef de onderste pen los en monteer deze weer aan de tege­noverliggende kant.
6. Zet de onderste deur weer op zijn plaats.
7. Schroef het middelste scharnier en de deksels vast op de tegeno­verliggende kant.
D567
50 mm
min.
200 cm
2
min.
2
200 cm
9
Aanwijzingen voor de geïntegreerde inbouw
Nismaten
Hoogte 1780 mm Breedte 560 mm Diepte 550 mm
De strip volgens de tekening op het apparaat aanbrengen
8. Zet de bovenste deur weer op zijn plaats en schroef de scharnierpen en het afstandsstuk vast op de tegenoverliggende kant.
Zorg ervoor dat er een afstand van 44 mm vrij blijft tussen het keukenmeu­bel en de rand van het apparaat. Het onderste scharnierdeksel, dat in het zakje met accessoires zit, is handig om de exacte positie van het keukenmeu­bel en het apparaat te bepalen. Zorg er ook voor dat het apparaat het net­snoer niet afklemt.
D765
44m
1
m
2
10
Breng de afdichtstopjes (C-D) in de gaten in de deklijsten aan.
Bevestig het ventilatierooster (B). Breng, onder lichte druk, het dekseltje (E) aan.
Bevestig het apparaat aan de nis met de vier meegeleverde schroeven.
(I = kort) (P = lang)
U moet het gedeelte van het kunst­stof deksel (E), dat gebruikt wordt om het scharnier af te dekken, verwijderen, zoals aangegeven op de tekening. Deze handeling wordt vergemakkelijkt omdat er aan de binnenkant van het scharnierdeksel een groef is aangebracht, waardoor u dit onderdeel makkelijker kunt verwijderen. "Verwijder het onder­deel dat gemarkeerd is met DX, als de scharnierpen in het rechter scharnier is geplaatst, in het tege­novergestelde geval het onderdeel gemarkeerd met SX verwijderen."
I
P
C
D
E
E
B
11
Geleider (Ha) tegen de binnenkant van de kastdeur aan de boven- en onderkant houden volgens de teke­ning en de plaats van de buitenste gaten aangeven. Nadat u de gaten geboord heeft de geleider met de bij­geleverde schroeven vastzetten.
PR266
Ha
Hb
Hc
Hd
Onderdelen Ha, Hb, Hc, Hd scheiden zoals u in de tekening ziet.
ca. 50 mm
ca. 50 mm
90°
90°
2
1
m
m
2
1
m
m
12
Afdekking (Hc) op geleider (Ha) vast­klikken.
De deur van het apparaat en die van de kast met een hoek van ongeveer 90° openen. IJzer (Hb) in geleider (Ha) aanbrengen. De deuren samen vasthouden en de gaten aangeven zoals in de tekening.
Verwijder de haken en zet met de spijker (K) een teken op 8 mm van de buitenste rand van de deur.
Ha
Hc
PR33
8mm
Ha
PR167
Hb
8mm
K
Ha
13
Plaats het ijzer opnieuw op de gelei­der en bevestig het met de bijgele­verde schroeven.
Voor het rechtstellen van de kastdeur kunt u gebruik maken van de langwerpige gaten.
Tenslotte dient u te controleren of de deur van het apparaat goed sluit.
Afdekking (Hd) op geleider (Hb) vast­klikken.
Indien de kast aan de zijkant beve­stigd wordt aan het meubel, schroef de schroeven van het profiel (D) los en plaats dat volgens de afbeelding.
Plaats het dekseltje (E).
PR168
Hb
Hb
Hd
PR167/1
D
E
D734
14
In gebruik nemen en temperatuurregeling
• U steekt de stekker van de koelkast in een stopcontact met randaarde. Als
u de koelkastdeur opent, wordt de binnenverlichting ingeschakeld. De draaiknop voor de temperatuurkeuze bevindt zich rechts in de koelruim­te.
Stand „0“ betekent: uit. Stand „1“ betekent: hoogste binnentemperatuur, warmste instelling. Stand „6“ betekent: laagste binnentemperatuur, koudste instelling.
Bij het instellen van de juiste stand dient u er rekening mee te houden dat de temperatuur in het apparaat afhankelijk is van:
- de kamertemperatuur;
Voor ingebruikname
• Het interieur van het apparaat en alle accessoires schoonmaken voor het
eerste gebruik (zie Hoofdstuk “Reiniging en onderhoud”).
Elektrische aansluiting
Voor de elektrische aansluiting is een volgens de voorschriften geïnstalleerde contactdoos met randaarde vereist. De contactdoos moet zodanig worden geïnstalleerd, dat de stekker altijd uit de contactdoos kan worden getrokken.
De elektrische zekering dient minstens 10 Ampère te zijn. Indien het stopcontact bij een ingebouwd apparaat niet meer toegankelijk
is, dient een maatregel in de elektrische installatie er voor te zorgen dat het apparaat van de stroom kan worden afgesloten (bijv. zekering, beveiligings­schakelaar, aardlekschakelaar of dergelijke met een contactopeningsbreed­te van minimaal 3 mm).
• Voor ingebruikneming op het typeplaatje van het apparaat controleren of
de netspanning en stroomsoort overeenkomen met de waarden van het lichtnet op de plaats waar het apparaat komt te staan.
Bijv.: AC 220 ... 240 V 50 Hz of
220 ... 240 V~ 50 Hz (d.w.z. 220 tot 240 Volt wisselstroom, 50 Hertz) Het typeplaatje bevindt zich links aan de binnenkant van het apparaat.
15
Interieur
Legvlakken
Naargelang het model is het appa­raat voorzien van glas legvlakken.
Het legvlak van glazen boven de groente- en fruitbakken moet altijd op die plaats blijven liggen, opdat groente en fruit langer vers blijven.
De overige legvlakken zijn in hoogte verstelbaar:
Daartoe het legvlak zover naar voren trekken tot het naar boven of onde­ren bewogen kan worden en eruit gehaald kan worden.
Om de legvlakken op een andere hoogte te zetten in omgekeerde volgor­de te werk gaan.
Plaatsen van grote verpakkingen: De voorste helft van de tweedelige legvlak eruit halen en op een andere
hoogte erin schuiven. Hierdoor wordt ruimte gewonnen om op het daa­ronder gelegen legvlak grote verpakkingen te plaatsen.
Variabele binnendeur
Naargelang de behoefte kunnen de deurvakken er naar boven uitgenomen worden en op andere plaatsen gezet worden.
- de frequentie waarmee de deuren geopend worden;
- de hoeveelheid levensmiddelen in de kast;
- de plaats van het apparaat. De temperaturen in koelruimte en vriesvak kunnen niet gescheiden geregeld
worden. Als verse levensmiddelen snel moeten worden ingevroren, kunt u stand „6“ kiezen. Let u erop, dat de temperatuur in de koelruimte niet bene­den 0°C komt en zet de temperatuurregelaar tijdig op stand „3“ of „4“ terug.
Belangrijk!
Hoge omgevingstemperatuur (bijv. op hete zomerdagen) en koude instelling van de temperatuurregelaar (stand “5” tot “6”) kunnen er voor zorgen dat de compressor continu werkt.
Zet in dat geval de temperatuurregelaar op een warmere stand (stand “3” tot “4”). Bij deze instelling wordt de compressor geregeld en begint het ont­dooien weer automatisch.
D338
16
Variabele box
Sommige modellen hebben een variabele box die naar de zijkant ver­schoven kan worden en onder een deurvak is aangebracht.
De box kan onder ieder deurvak wor­den aangebracht.
Voor het omzetten het deurvak met de variabele box naar boven uit de houders in de deur tillen en de beu­gel uit de geleider onder het deurvak uitnemen.
Inzetten op een andere hoogte geschiedt in omgekeerde volgorde.
Koelen van levensmiddelen
Voor een optimaal gebruik van de koelruimte adviseren wij u de volgende eenvoudige regels in acht te nemen:
• Plaats geen warme of dampende spijzen of dranken in de koelruimte;
• dek vooral sterk geurend voedsel af of verpak het;
• plaats de levensmiddelen zo, dat de lucht vrij eromheen kan circuleren. Enkele belangrijke tips: Vlees (alle soorten): wordt in plastic zakjes op de glazen plaat boven de
groentelade geplaatst.
Bewaar vlees niet langer dan één of twee dagen. Gekookt voedsel, koude schotels enz.: kunnen, goed afgedekt, op elk legv-
lak geplaatst worden.
Fruit en groente: worden schoongemaakt in de groentelade(n) gelegd. Boter en kaas: worden, om blootstelling aan de lucht te voorkomen, in spe-
ciale koeldozen bewaard of in plastic- of aluminiumfolie verpakt.
Flessen melk: worden, goed gesloten, in het flessenrek geplaatst. Bewaar niet-luchtdicht verpakte bananen, aardappelen, uien of knoflook
niet in de koelkast.
17
Invriezen en diepgevroren bewaren
In uw koelapparaat kunt u diepvriesproducten bewaren en verse levens­middelen zelf invriezen.
Attentie!
• Voor het invriezen van levensmiddelen dient de temperatuur in de vries-
ruimte –18 °C of lager te zijn.
• Let op het op het typeplaatje aangegeven vriesvermogen. Het vries-ver-
mogen is de maximale hoeveelheid verse waren die binnen 24 uur inge­vroren kunnen worden. Als er gedurende meerdere dagen achter elkaar ingevroren wordt, neem dan slechts 2/3 tot 3/4 van de hoeveelheid aan­gegeven op het typeplaatje. De kwaliteit is beter, als de levensmiddelen snel tot in de kern bevriezen.
• Warme levensmiddelen voor het invriezen laten afkoelen. De warmte leidt
tot verhoogde ijsvorming en verhoogt het energieverbruik.
• Bij het bewaren van kant en klare diepvriesproducten dient u zich beslist
aan de door de fabrikant opgegeven bewaartijd te houden.
• Eenmaal ontdooide levensmiddelen zonder verdere verwerking (berei-
den tot panklare gerechten) in geen geval een tweede keer invriezen.
• Containers met brandbare gassen of vloeistoffen kunnen lek raken door
de inwerking van koude. Explosiegevaar! Leg geen containers met brand­bare stoffen zoals bijv. spraybussen, aanstekers, navullingen van aan­stekers etc. in het vriesapparaat.
• Flessen en blikken mogen niet in de vriesruimte. Ze kunnen springen als
de inhoud bevriest – bij koolzuurhoudende inhoud zelfs exploderen! Leg nooit limonades, sappen, bier, wijn, champagne etc. in de vriesruimte. Uit­zondering: sterke drank met een zeer hoog alcoholpercentage kan in de vriesruimte gelegd worden.
• Alle levensmiddelen voor het invriezen luchtdicht verpakken, zodat ze
niet uitdrogen, de smaak niet verloren gaat en de smaak niet op andere diepvriesproducten overgebracht wordt.
Voorzichtig! Diepvriesartikelen niet met natte handen aanraken. De handen kunnen daaraan vast vriezen.
Om veiligheidsredenen moet u de laden niet verwijderen.
1. De verpakte levensmiddelen in de laden leggen. De in te vriezen levensmid­delen in de bovenste lade van het apparaat plaatsen. Niet bevroren artike­len mogen niet in aanraking komen met reeds bevroren waren omdat anders de bevroren artikelen kunnen ontdooien.
2. Diepvriesartikelen het liefst naar soort apart in de laden leggen.
18
Maken van ijsblokjes
1. IJsbakje voor 3/4 met koud water vullen, in de vriesruimte plaatsen en laten bevriezen.
2. Om de ijsblokjes los te maken het ijsbakje omdraaien of kort onder stromend water houden.
Attentie! Een eventueel vastgevroren ijsbakje in geen geval met spitse of scherpe voorwerpen losmaken.
Koude-accu’s
In één van de laden van de vriesruimte bevinden zich twee koude-accu’s. Als de stroom uitvalt of bij een storing aan het apparaat verlengen de koude-
accu’s de tijd tot de diepvriesartikelen te warm worden met meerdere uren. De koude-accu’s kunen dit echter alleen optimaal doen als ze in de boven-
ste lade vooraan boven op de diepvriesartikelen gelegd worden. De koude­accu’s kunnen tijdelijk ook als koelelement voor koeltassen gebruikt worden.
Diepvrieskalender
• De symbolen geven de diverse soorten diepvriesproducten aan.
• De getallen geven voor iedere soort diepvriesproduct de bewaartijd in maanden aan. Of de hoogste of de laagste waarde van de aangegeven bewaartijd geldt, hangt af van de kwaliteit van de levensmiddelen en de behandeling voorafgaand aan het invriezen. Voor levensmiddelen met een hoog vetgehalte geldt altijd de laagste waarde.
19
Ontdooien van het apparaat
Het ontdooien van de koelruimte
Als de compressor loopt vormt zich op de achterwand van de koelruim­te een rijplaag. Deze laag wordt automatisch verwijderd, wanneer de compressor stilstaat. Het dooiwater wordt in een gootje in de ach­terwand van de koelruimte opgevangen en via een afvoeropening naar een verzamelbak boven de compressor gevoerd, alwaar het verdampt.
Het ontdooien van de vriesruimte
In het vriesvak slaat het vocht dat ontstaat tijdens de werking van het appa­raat en tijdens het openen van de deur neer. Daardoor vormt zich in de vries­ruimte een rijplaag. Deze dient regelmatig verwijderd te worden met behulp van de speciale kunststof schraper. Een dikke rijplaag in de vriesruimte betekent een hoger energie verbruik. Ontdooi daarom minstens éénmaal per jaar, resp. als zich een rijplaag van ca. 4 mm gevormd heeft, devries­ruimte. Dit kunt u het beste doen, wanneer de vriesruimte leeg of slechts voor een klein deel gevuld is.
Ga als volgt te werk:
1. Verwijder de diepvriesproducten en bewaar ze op een koele plaats.
2. Schakel het apparaat uit en haal de stekker uit het stopcontact of schakel de zekering in de huisinstal­latie uit.
3. Laat de deur van de vriesruimte openstaan.
4. Steek de kunststof schraper in de ope­ning onder de vriesruimte en plaats daar een schaaltje of teiltje onder.
5. Draai de thermostaatknop in de gewenste stand of steek de stekker weer in het stopcontact. Na twee of drie uur kunt u de diepvriesproducten weer terugplaatsen.
Belangrijk
Gebruik geen metalen voorwerpen om de rijplaag te verwijderen. Gebruik geen elektrische verwarmingsapparaten o.i.d. om het ontdooi-
proces te versnellen. Houd u aan de aanwijzingen in dit boekje. Temperatuurstijging van diepvriesproducten kan hun houdbaarheidsduur
verkorten.
D068
20
Reiniging en onderhoud
Om hygiënische redenen dient het apparaat aan de binnenkant met toe­behoren geregeld gereinigd te worden.
Waarschuwing!
• Het apparaat mag tijden het schoonmaken niet op het elektriciteitsnet aan-
gesloten zijn. Gevaar voor schokken! Zet voor het schoonmaken het appa­raat uit en trek de stekker uit het stopcontact of schakel de zekering uit.
• Het apparaat nooit met stoomreinigingsapparaten schoonmaken. Er kan
vocht in de elektrische onderdelen komen. Gevaar voor schokken! Hete damp kan kunstof onderdelen beschadigen.
• Het apparaat dient droog te zijn voordat het weer in gebruik genomen
wordt.
Let op!
• Etherische oliën en organische oplosmiddelen kunnen kunststof onderde-
len aantasten, bijv. – Sap van citroen– of sinaasappelschillen; – boterzuur; – schoonmaakmiddelen die azijnzuren bevatten. Dergelijke substanties niet in contact brengen met apparaatonderdelen.
• Geen schurende schoonmaakmiddelen gebruiken.
1. Koel– en diepvriesartikelen er uit halen. Diepvriesartikelen in meerdere lagen kranten verpakken. Alles afgedekt op een koele plaats leggen.
2. Vriesvak voor het schoonmaken ontdooien (zie hoofdstuk “Ontdooien”).
3. Apparaat uitzetten en de stekker uit het stopcontact halen of de zekering
Apparaat uitzetten
Voor het uitzetten de temperatuurregelaar op stand “0” draaien.
Als het apparaat gedurende langere tijd niet gebruikt wordt:
1. Levensmiddelen uit koelruimte en vriesvak nemen.
2. Apparaat uitzetten, daartoe de temperatuurregelaar op stand “0” draaien.
3. Stekker uit het stopcontact halen of zekering in de huisinstallatie uit­schakelen.
4. Diepvriesruimte ontdooien en grondig reinigen (zie hoofdstuk “Reiniging en onderhoud”).
5. Deuren daarna open laten om geurvorming te voorkomen.
21
Tips om energie te besparen
• Het apparaat niet in de buurt van kachels, verwarmingselementen of
andere warmtebronnen plaatsen. Bij een hoge omgevingstemperatuur werkt de compressor vaker en langer.
• Zorgen voor voldoende be- en ontluchting aan de onderkant van het
apparaat. Ventilatieopeningen nooit afdekken.
• Geen warme spijzen in het apparaat zetten. Warme spijzen eerst laten
afkoelen.
• Deur slechts zo lang open laten als nodig is.
• De temperatuur niet lager dan nodig instellen.
• Diepvriesartikelen voor het ontdooien in de koelruimte leggen. De koude
in de diepvriesartikelen wordt zo voor koeling van de koelruimte gebruikt.
• Houd de warmte afgevende verdamper, het metalen rooster aan de ach-
terzijde van het apparaat, schoon.
in de huisinstallatie uitschakelen.
4. Apparaat en interieur met een doek en lauwwarm water schoonmaken. Eventueel een beetje normaal afwasmiddel gebruiken.
5. Daarna met schoon water afnemen en droogmaken. Stof op de condensor verhoogt het
energieverbruik. Daarom eenmaal per jaar de condensor aan de ach­terkant van het apparaat met een zachte borstel of met de stofzuiger voorzichtig schoonmaken.
6. Het dooiwaterafvoergat aan de ach­terwand van de koelruimte controle­ren. Een verstopt dooiwaterafvoergat met behulp van het groene stopje dat met het toestel is meegeleverd schoonmaken.
7. Als alles droog is, de levensmiddelen er weer in doen en het apparaat weer in bedrijf nemen.
D037
22
Storing Mogelijke oorzaken Oplossing
Apparaat werkt niet.
Apparaat is niet aangezet. Apparaat aanzetten. Stekker zit niet in het stopcon-
tact of zit los.
Stekker in stopcontact steken.
Zekering is los of kapot.
Zekering controleren,eventueel vernieuwen
Stopcontact is kapot.
Storingen in het lichtnet door uw elektrovakman laten verhelpen.
Wat te doen als ...
Hulp bij storingen
Het kan bij een storing om kleine defecten gaan die u zelf aan de hand van de volgende aanwijzingen kunt oplossen. Voer zelf geen verdere werk­zaamheden uit als de volgende informatie in concrete gevallen niet verder helpt.
Waarschuwing! Reparaties aan het koelapparaat mogen alleen door geschoold personeel uitgevoerd worden. Door ondeskundige reparaties kun­nen grote gevaren ontstaan voor de gebruiker. Wend u bij reparatie tot onze service-afdeling.
De levensmiddelen zijn te warm.
Binnenverlichting werkt niet.
Het apparaat staat naast een warmtebron.
Temperatuur is niet juist inge­steld.
Zie hoofdstuk “Ingebruikname”.
Lamp is kapot.
Zie hoofdstuk “Lamp vervan­gen”.
Temperatuurregelaar op een koudere stand zetten.
Deur heeft te lang openge­staan.
Zie hoofdstuk “Opstelplaats”.
In de laatste 24 uur zijn grotere hoeveelheden warme levens­middelen opgeslagen.
Deur slechts zo lang open laten als nodig is.
Apparaat koelt te sterk.
Temperatuur is te laag inge­steld.
Temperatuurregelaar tijdelijk op een hogere stand zetten.
Sterke rijpvorming in het apparaat, eventueel ook aan de deurafdichting.
Deurafdichting is lek (even­tueel na het overzetten van het deurscharnier).
Op de ondichte plaatsen de deurafdichting voorzichtig met een föhn verwarmen (niet heter dan ca. 50 °C). Tegelijker­tijd de verwarmde deurafdich­ting met de hand zo in vorm trekken dat hij weer helemaal sluit.
Loading...
+ 50 hidden pages