11. AANWIJZINGEN VOOR TESTINSTITUTEN....................................................16
VOOR PERFECTE RESULTATEN
Bedankt dat u voor dit AEG-product heeft gekozen. Dit apparaat is ontworpen om
vele jaren uitstekend te presteren, met innovatieve technologieën die het leven
gemakkelijker helpen maken – functies die gewone apparaten wellicht niet
hebben. Neem een paar minuten de tijd om het door te lezen zodat u er optimaal
van kunt profiteren.
Ga naar onze website voor:
Advies over gebruik, brochures, het oplossen van problemen, onderhouds- en
reparatie-informatie:
www.aeg.com/support
Registreer uw product voor een betere service:
www.registeraeg.com
Koop accessoires, verbruiksartikelen en originele reserveonderdelen voor uw
apparaat:
www.aeg.com/shop
KLANTENSERVICE
Gebruik altijd originele onderdelen.
Als u contact opneemt met de klantenservice zorg dat u de volgende gegevens
bij de hand hebt: Model, productnummer, serienummer.
De informatie staat op het typeplaatje.
Waarschuwing / Belangrijke veiligheidsinformatie
Algemene informatie en tips
Milieu‑informatie
Wijzigingen voorbehouden.
1. VEILIGHEIDSINFORMATIE
Lees zorgvuldig de meegeleverde instructies voor
installatie en gebruik van het apparaat. De fabrikant is
niet verantwoordelijk voor verwondingen of schade die
NEDERLANDS3
voortvloeit uit de onjuiste installatie of het onjuiste
gebruik. Bewaar de instructies altijd op een veilige,
toegankelijke plek voor toekomstig gebruik.
1.1 Veiligheid van kinderen en kwetsbare
mensen
• Dit apparaat kan worden gebruikt door kinderen van 8
jaar en ouder en door mensen met beperkte
lichamelijke, zintuiglijke of verstandelijke vermogens of
een gebrek aan ervaring en kennis, indien zij onder
toezicht staan of instructies hebben gekregen over het
veilig gebruiken van het apparaat en indien zij de
eventuele gevaren begrijpen.
• Kinderen in de leeftijd van 3 tot 8 jaar mogen het
apparaat laden en lossen op voorwaarde dat ze goed
zijn geïnstrueerd.
• Dit apparaat mag worden gebruikt door personen met
zware en complexe beperkingen, indien ze duidelijk
zijn geïnstrueerd.
• Kinderen jonger dan 3 jaar dienen, mits zij
voortdurend onder toezicht staan, bij het apparaat uit
de buurt te worden gehouden.
• Laat kinderen niet met het apparaat spelen.
• Kinderen mogen zonder toezicht geen reinigings- en
onderhoudswerkzaamheden aan het apparaat
uitvoeren.
• Houd alle verpakkingen uit de buurt van kinderen en
verwijder ze op gepaste wijze.
1.2 Algemene veiligheid
• Dit apparaat is bedoeld voor gebruik in huishoudelijke
en soortgelijke toepassingen, zoals:
– boerderijen, personeelskeukens in winkels,
kantoren of andere werkomgevingen;
– Door gasten in hotels, motels, bed&breakfasts en
andere woonomgevingen.
• Neem de volgende instructies in acht om besmetting
van voedsel te voorkomen:
www.aeg.com4
– open de deur niet gedurende lange perioden;
– reinig regelmatig oppervlakken die in contact
kunnen komen met voedsel en toegankelijke
afwateringssystemen;
– bewaar rauw vlees en vis in geschikte recipiënten in
de koelkast, zodat het niet in contact komt met of
druppelt op andere levensmiddelen.
• WAARSCHUWING: Houd de ventilatieopeningen altijd
vrij van obstructies; dit geldt zowel voor losstaande als
ingebouwde modellen.
• WAARSCHUWING: Gebruik geen mechanische of
andere middelen om het ontdooiproces te versnellen,
behalve die middelen die door de fabrikant zijn
aanbevolen.
• WAARSCHUWING: Let op dat u het koelcircuit niet
beschadigt.
• WAARSCHUWING: Gebruik geen elektrische
apparaten in de koelkast, tenzij deze door de fabrikant
worden aanbevolen.
• Gebruik geen waterstralen en stoom om het apparaat
te reinigen.
• Maak het apparaat schoon met een vochtige zachte
doek. Gebruik alleen neutrale schoonmaakmiddelen.
Gebruik geen schuurmiddelen, schuursponsjes,
oplosmiddelen of metalen voorwerpen.
• Als het apparaat lange tijd leeg is, schakel het dan uit,
ontdooi, reinig en droog het en laat de deur open om
te voorkomen dat er schimmel in het apparaat
ontstaat.
• Bewaar geen explosieve stoffen zoals spuitbussen
met een ontvlambaar drijfgas in dit apparaat.
• Als de voedingskabel beschadigd is, moet de
fabrikant, een erkende serviceverlener of een
gekwalificeerd persoon deze vervangen teneinde
gevaarlijke situaties te voorkomen.
2. VEILIGHEIDSVOORSCHRIFTEN
NEDERLANDS5
2.1 Installatie
WAARSCHUWING!
Alleen een erkende
installatietechnicus mag het
apparaat installeren.
• Verwijder alle verpakkingsmaterialen.
• Installeer en gebruik geen beschadigd
apparaat.
• Volg de installatie-instructies die zijn
meegeleverd met het apparaat.
• Pas altijd op bij verplaatsing van het
apparaat, want het is zwaar. Gebruik
altijd veiligheidshandschoenen en
gesloten schoeisel.
• Zorg ervoor dat rond het apparaat
lucht kan circuleren.
• Bij de eerste installatie of na het
omdraaien van de deur moet u
minstens 4 uur wachten voordat u het
apparaat op de stroom aansluit.
Hierdoor kan de olie terug in de
compressor stromen.
• Trek de stekker uit het stopcontact
voordat u handelingen aan het
apparaat uitvoert (bijv. het omdraaien
van de deur).
• Installeer het apparaat niet in de
nabijheid van radiatoren, fornuizen,
ovens of kookplaten.
• Stel het apparaat niet bloot aan
regen.
• Installeer het apparaat niet op een
plaats met direct zonlicht.
• Installeer dit apparaat niet in ruimtes
die te vochtig of te koud zijn.
• Til de voorkant van het apparaat op
als u hem wilt verplaatsen, om
krassen op de vloer te voorkomen.
2.2 Aansluiting op het
elektriciteitsnet
WAARSCHUWING!
Gevaar voor brand en
elektrische schokken.
WAARSCHUWING!
Zorg er bij het plaatsen van
het apparaat voor dat het
stroomsnoer niet klem zit of
wordt beschadigd.
WAARSCHUWING!
Gebruik geen
meerwegstekkers en
verlengsnoeren.
• Dit apparaat moet worden
aangesloten op een geaard
stopcontact.
• Zorg ervoor dat de parameters op het
vermogensplaatje overeenkomen met
elektrische vermogen van de
netstroom.
• Gebruik altijd een juist geïnstalleerd
schokbestendig stopcontact.
• Zorg dat u de elektrische onderdelen
(hoofdstekker, kabel, compressor)
niet beschadigt. Neem contact met de
erkende servicedienst of een
elektricien om de elektrische
onderdelen te wijzigen.
• De stroomkabel moet lager blijven
dan het niveau van de stopcontact.
• Steek de stekker pas in het
stopcontact als de installatie is
voltooid. Zorg ervoor dat het netsnoer
na installatie bereikbaar is.
• Trek niet aan het netsnoer om het
apparaat los te koppelen. Trek altijd
aan de stekker.
2.3 Gebruik
WAARSCHUWING!
Gevaar op letsel,
brandwonden of elektrische
schokken.
Het apparaat bevat ontvlambaar
gas, isobutaan (R600a), een aardgas
met een hoge ecologische compatibiliteit.
Zorg ervoor dat u het koelcircuit dat
isobutaan bevat, niet beschadigt.
• De specificatie van dit apparaat niet
wijzigen.
• Plaats geen elektrische apparaten
(bijv. ijsmachines) in het apparaat
tenzij uitdrukkelijk geschikt verklaard
door de fabrikant.
• Als er schade aan het koelcircuit
optreedt, zorg er dan voor dat er zich
geen vlammen en andere
ontstekingsbronnen in de kamer
www.aeg.com6
bevinden. Lucht de ruimte indien dit
gebeurt.
• Zet geen hete items op de
kunststofonderdelen van het
apparaat.
• Bewaar geen ontvlambare gassen en
vloeistoffen in het apparaat.
• Plaats geen ontvlambare producten of
items die vochtig zijn door
ontvlambare producten in, bij of op
het apparaat.
• Raak de compressor of condensator
niet aan. Ze zijn heet.
2.4 Binnenverlichting
WAARSCHUWING!
Gevaar voor elektrische
schokken.
• Met betrekking tot de lamp(en) in dit
product en reservelampen die
afzonderlijk worden verkocht: Deze
lampen zijn bedoeld om bestand te
zijn tegen extreme fysieke
omstandigheden in huishoudelijke
apparaten, zoals temperatuur,
trillingen, vochtigheid, of zijn bedoeld
om informatie te geven over de
operationele status van het apparaat.
Ze zijn niet bedoeld voor gebruik in
andere toepassingen en zijn niet
geschikt voor verlichting in
huishoudelijke ruimten.
2.5 Onderhoud en reiniging
WAARSCHUWING!
Gevaar voor letsel of schade
aan het apparaat.
• Schakel het apparaat uit en trek de
stekker uit het stopcontact voordat u
onderhoudshandelingen verricht.
• Het koelcircuit van dit apparaat bevat
koolwaterstoffen. Enkel bevoegde
personen mogen de eenheid
onderhouden en herladen.
• Controleer regelmatig de afvoer van
het apparaat en reinig het indien
nodig. Indien de afvoer verstopt is, zal
er water op de bodem van het
apparaat liggen.
2.6 Service
• Neem contact op met de erkende
servicedienst voor reparatie van het
apparaat. Gebruik uitsluitend originele
reserveonderdelen.
• Houd er rekening mee dat
zelfreparatie of niet-professionele
reparatie gevolgen kan hebben voor
de veiligheid en de garantie kan doen
vervallen.
• De volgende reserveonderdelen zijn
beschikbaar gedurende 7 jaar nadat
het model is stopgezet: thermostaten,
temperatuursensoren, printplaten,
lichtbronnen, deurklinken,
deurscharnieren, trays en manden.
Houd er rekening mee dat sommige
van deze reserveonderdelen alleen
beschikbaar zijn voor professionele
reparateurs en dat niet alle
reserveonderdelen relevant zijn voor
alle modellen.
• Deurpakkingen zijn beschikbaar tot 10
jaar nadat het model is stopgezet.
2.7 Verwijdering
WAARSCHUWING!
Gevaar voor letsel of
verstikking.
• Haal de stekker uit het stopcontact.
• Snij het netsnoer van het apparaat af
en gooi dit weg.
• Verwijder de deur om te voorkomen
dat kinderen en huisdieren opgesloten
raken in het apparaat.
• Het koelcircuit en de
isolatiematerialen van dit apparaat
zijn ozonvriendelijk.
• Het isolatieschuim bevat ontvlambare
gassen. Neem contact met uw
plaatselijke overheid voor informatie
m.b.t. correcte afvalverwerking van
het apparaat.
• Veroorzaak geen schade aan het deel
van de koeleenheid dat zich naast de
warmtewisselaar bevindt.
3. INSTALLATIE
H1
H2
W1
D1
W2
D2
W3
D3
WAARSCHUWING!
Raadpleeg de hoofdstukken
Veiligheid.
3.1 Afmetingen
NEDERLANDS7
Totale afnmetingen ¹
H1mm850
W1mm599
D1mm635
¹ de hoogte, breedte en diepte van het
apparaat zonder de handgreep en de
voeten
Totale benodigde ruimte in gebruik ³
H2mm950
W3mm1020
D3mm1200
³ de hoogte, breedte en diepte van het
apparaat inclusief de handgreep, plus de
ruimte die nodig is voor de vrije circulatie
van de koellucht, plus de ruimte die
Benodigde ruimte in gebruik ²
H2mm950
W2mm600
D2mm690
² de hoogte, breedte en diepte van het
apparaat inclusief de handgreep, plus de
ruimte die nodig is voor de vrije circulatie
van de koellucht
nodig is om de deur te openen tot de
minimale hoek waardoor alle interne
apparatuur kan worden verwijderd
3.2 Locatie
Raadpleeg de installatieinstructies voor de installatie.
Installeer het apparaat niet in de buurt
van een warmtebron (oven, kachels,
radiatoren, fornuizen of kookplaten) of op
een plek met direct zonlicht om de beste
functionaliteit van het apparaat te
garanderen. Zorg ervoor dat lucht vrij
www.aeg.com8
kan circuleren rond de achterkant van de
kast.
Als het apparaat onder een wandkast
wordt geplaatst, moet de minimale
afstand tussen de bovenkant van de kast
en de wandkast worden gerespecteerd
om optimale prestaties te garanderen.
Voor de beste prestatie kunt u het
apparaat echter beter niet onder een
wandkast zetten. Met de verstelbare
pootjes onderop de kast zorgt u ervoor
dat het apparaat waterpas staat.
3.3 Positionering
Dit apparaat is niet bedoeld voor gebruik
als een ingebouwd apparaat.
In het geval van een andere installatie
dan vrijstaand, met inachtneming van de
ruimte die nodig is voor
gebruiksafmetingen, zal het apparaat
correct functioneren, maar het
energieverbruik kan licht toenemen.
Dit apparaat moet in een droge, goed
geventileerde positie binnenshuis
worden geïnstalleerd.
Dit apparaat is bedoeld voor gebruik bij
een omgevingstemperatuur variërend
van 10°C tot 43°C.
De juiste werking van het
apparaat kan enkel
gegarandeerd worden als
het opgegeven
temperatuurbereik wordt
gerespecteerd.
Als u twijfels hebt over waar
het apparaat te installeren,
raadpleeg dan de verkoper,
de klantenservice of de
dichstsbijzijnde erkende
servicedienst.
Het moet mogelijk zijn het
apparaat van de
hoofdstroomtoevoer af te
halen. De stekker moet
daarom na installatie
gemakkelijk toegankelijk zijn.
LET OP!
Als u het apparaat tegen de
wand plaatst, maak dan
gebruik van de
meegeleverde
afstandhouders of houd
rekening met de minimum
afstand die in de installatieinstructies wordt aangeduid.
LET OP!
Als u het apparaat met de
zijkant tegen een wand
installeert, raadpleeg dan de
installatie-instructies om de
minimale afstand tussen de
wand en de zijkant van het
apparaat, te begrijpen om de
deurscharnieren voldoende
ruimte te geven om de deur
te openen als de interne
apparatuur moet worden
verwijderd (bijv. bij
reiniging).
3.4 Elektrische aansluiting
• Zorg er vóór het aansluiten voor dat
het voltage en de frequentie op het
typeplaatje overeenkomen met de
stroomtoevoer in uw huis.
• Dit apparaat moet worden
aangesloten op een geaard
stopcontact. De netsnoerstekker is
voorzien van een contact voor dit
doel. Als het stopcontact niet geaard
is, sluit het apparaat dan aan op een
afzonderlijk aardepunt, in
overeenstemming met de geldende
regels. Raadpleeg hiervoor een
gekwalificeerd elektricien.
• De fabrikant kan niet aansprakelijk
gesteld worden als bovenstaande
veiligheidsvoorschriften niet
opgevolgd worden.
• Dit apparaat voldoet aan de EEG richtlijnen.
3.5 Waterpas zetten
Zorg ervoor dat het apparaat waterpas is
wanneer u het plaatst. Deze stand kan
bereikt worden met de twee afstelbare
voetjes die aan de voorkant en
onderkant van het apparaat bevestigd
zijn.
3.6 Omkeerbaarheid van de
deur
Raadpleeg het afzonderlijke document
met instructies voor installatie en
omdraaien van de deur.
4. BEDIENINGSPANEEL
NEDERLANDS9
LET OP!
Bedek tijdens iedere fase
van het omdraaien van de
deur de vloer met een
duurzaam materiaal om
krassen te voorkomen.
4.1 Inschakelen
1. Steek dan de stekker in het
stopcontact.
2. Draai de thermostaatknop op een
gemiddelde stand.
4.2 Uitschakelen
Draai de temperatuurknop op de stand
"O" om het apparaat uit te schakelen.
4.3 Temperatuurregeling
De temperatuur wordt automatisch
geregeld. U kunt echter zelf een
temperatuur in het apparaat instellen.
Houd bij de instellingskeuze rekening
met het feit dat de temperatuur in het
apparaat afhankelijk is van:
5. DAGELIJKS GEBRUIK
LET OP!
Dit koelapparaat is niet
geschikt voor het invriezen
van levensmiddelen.
5.1 Het plaatsen van de
deurschappen
Om het bewaren van
voedselverpakkingen van verschillende
• de kamertemperatuur,
• de frequentie waarmee de deur wordt
geopend,
• de hoeveelheid etenswaren die wordt
bewaard,
• de plek van het apparaat.
Een gemiddelde instelling is over het
algemeen het meest geschikt.
Voor de bediening van het apparaat:
1. Draai de temperatuurregelaar
rechtsom om een lagere temperatuur
in het apparaat te verkrijgen.
2. Draai de temperatuurregelaar
linksom om een hogere temperatuur
in het apparaat te verkrijgen.
afmetingen mogelijk te maken, kunnen
de schappen op verschillende hoogtes
worden geplaatst.
1. Trek het schap enigszins omhoog
totdat het loskomt.
2. Opnieuw plaatsen zoals gewenst.
www.aeg.com10
Verwijder de glasplaat boven
de groentelade niet om een
goede luchtcirculatie te
garanderen.
5.2 Verplaatsbare schappen
De wanden van de koelkast zijn voorzien
van een aantal glijschoenen zodat de
schappen op de gewenste plaats gezet
kunnen worden.
6. AANWIJZINGEN EN TIPS
6.1 Tips voor
energiebesparing
• Het meest efficiënte gebruik van
energie is verzekerd in de configuratie
met de lades in het onderste deel van
het apparaat en met de rekken
gelijkmatig verdeeld. De positie van
de deurbakken heeft geen invloed op
het energieverbruik.
• De deur niet vaker openen of open
laten staan dan noodzakelijk.
• Stel de temperatuur niet te hoog in
om energie te besparen, tenzij de
kenmerken van het voedsel dit
vereisen.
• Als de omgevingstemperatuur hoog
is, de temperatuurregeling op een
lage temperatuur staat en het
apparaat volledig gevuld is, kan de
compressor continu aan staan
waardoor er ijs op de verdamper
ontstaat. Stel in dit geval de
temperatuurregeling in op een hogere
temperatuur om automatisch
ontdooien mogelijk te maken en zo
energie te besparen.
• Zorg voor een goede ventilatie. Dek
de ventilatieroosters of -gaten niet af.
5.3 Groentelade
In het onderste deel van het apparaat
bevindt zich een speciale lade die
geschikt is voor de opslag van groenten
en fruit.
6.2 Tips voor het koelen van
vers voedsel
• De middentemperatuurinstelling zorgt
voor een goede conservering van
vers voedsel.
Een hogere temperatuurinstelling in
het apparaat kan leiden tot een
kortere houdbaarheid van voedsel.
• Bedek het voedsel met een
verpakking om de versheid en het
aroma te behouden.
• Gebruik altijd gesloten containers
voor vloeistoffen en voor voedsel, om
smaken of geuren in het vak te
voorkomen.
• Om kruisbesmetting tussen gekookt
en rauw voedsel te voorkomen,
bedekt u het gekookte voedsel en
scheidt u het van het rauwe.
• Het wordt aanbevolen om het voedsel
in de koelkast te ontdooien.
• Plaats geen warm voedsel in het
apparaat. Zorg ervoor dat het is
afgekoeld bij kamertemperatuur
voordat u het in het apparaat plaatst.
• Om voedselverspilling te voorkomen
moet de nieuwe voorraad voedsel
altijd achter de oude worden
geplaatst.
NEDERLANDS11
6.3 Tips voor het koelen van
voedsel
• Vlees (alle soorten): in plastic zakken
verpakken en op het glazen schap
leggen, boven de groentelade.
Bewaar vlees maximaal 1-2 dagen.
• Groenten en fruit: grondig reinigen
(grond verwijderen) en in een speciale
lade (groentelade) plaatsen.
• Het is raadzaam om exotische
vruchten zoals bananen, mango's,
papaja's, etc. niet in de koelkast te
bewaren.
7. ONDERHOUD EN REINIGING
WAARSCHUWING!
Raadpleeg de hoofdstukken
Veiligheid.
7.1 De binnenkant
schoonmaken
Voordat u het apparaat voor de eerste
keer gebruikt, wast u de binnenkant en
de interne accessoires met lauwwarm
water en een beetje neutrale zeep om de
typische geur van een nieuw product
weg te nemen. Droog daarna grondig af.
LET OP!
Gebruik geen
reinigingsmiddelen,
schuurpoeders, chloor of
reinigers op oliebasis. Deze
beschadigen de afwerking.
• Groenten zoals tomaten,
aardappelen, uien en knoflook mogen
niet in de koelkast worden bewaard.
• Boter en kaas: in een luchtdicht bakje
leggen of in aluminiumfolie of plastic
zakjes wikkelen om zoveel mogelijk
lucht uit te sluiten.
• Flessen: afsluiten met een dop en in
de deur plaatsen of (indien
beschikbaar) in het flessenrek.
• Raadpleeg altijd de vervaldatum van
de producten om te weten hoelang ze
bewaard kunnen worden.
ervan te verzekeren dat ze schoon
en vrij van resten zijn.
3. Afspoelen en goed afdrogen.
7.3 Het ontdooien van de
koelkast
Rijp wordt tijdens normaal gebruik
automatisch van de verdamper van het
koelvak verwijderd. Het dooiwater loopt
via een gootje in een speciale
opvangbak aan de achterkant van het
apparaat, boven de compressormotor,
waar het verdampt.
Het is belangrijk om het afvoergaatje van
het dooiwater in het midden van het
koelvak regelmatig schoon te maken om
te voorkomen dat het water overloopt en
op het voedsel in de koelkast gaat
druppelen.
LET OP!
De toebehoren en
onderdelen van het apparaat
zijn niet geschikt om in een
afwasmachine gewassen te
worden.
7.2 Periodieke reiniging
Het apparaat moet regelmatig worden
schoongemaakt:
1. Maak de binnenkant en de
accessoires schoon met lauw water
en wat neutrale zeep.
2. Controleer de afdichtingen
regelmatig en wrijf ze schoon om u
7.4 Periode dat het apparaat
niet gebruikt wordt
www.aeg.com12
Neem de volgende
voorzorgsmaatregelen als het apparaat
gedurende lange tijd niet gebruikt wordt:
1. Trek de stekker uit het stopcontact.
2. Verwijder al het voedsel
3. Maak het apparaat en alle
toebehoren schoon.
8. PROBLEEMOPLOSSING
WAARSCHUWING!
Raadpleeg de hoofdstukken
Veiligheid.
8.1 Wat te doen in de volgende gevallen...
ProbleemMogelijke oorzaakOplossing
Het apparaat werkt niet.Het apparaat is uitgescha‐
keld.
De stekker zit niet goed in
het stopcontact.
Er staat geen spanning op
het stopcontact.
Het apparaat maakt lawaai.Het apparaat is niet stevig
en stabiel geplaatst.
De compressor werkt conti‐
nu.
Er worden veel producten te‐
De kamertemperatuur is te
Het voedsel dat in het appa‐
De deur is niet goed geslo‐
De deur is verkeerd uitge‐
lijnd of komt tegen het venti‐
latierooster aan.
De temperatuur is fout inge‐
steld.
gelijk geplaatst.
hoog.
raat werd geplaatst, was te
warm.
ten.
Het apparaat staat niet wa‐
terpas.
4. Laat de deur open staan om
onaangename luchtjes te
voorkomen.
Schakel het apparaat in.
Steek de stekker goed in het
stopcontact.
Sluit een ander elektrisch
apparaat op het stopcontact
aan. Bel een gekwalificeerd
elektricien.
Controleer of het apparaat
stabiel staat.
Raadpleeg het hoofdstuk
'Bedieningspaneel'.
Wacht een paar uur en con‐
troleer dan nogmaals de
temperatuur.
Raadpleeg het hoofdstuk
“Installatie”.
Laat voedsel afkoelen tot ka‐
mertemperatuur voordat u
het opslaat.
Zie de rubriek over 'De deur
sluiten'.
Raadpleeg 'Installatie-in‐
structies'.
NEDERLANDS13
ProbleemMogelijke oorzaakOplossing
Deur gaat niet makkelijk
open.
De lamp werkt niet.Het lampje staat in de stand-
U probeerde de deur na het
sluiten meteen weer te ope‐
nen.
Wacht een paar seconden
tussen het sluiten en weer
openen van de deur.
Sluit en open de deur.
by-stand.
Het lampje is stuk.Zie de rubriek over 'Het
lampje vervangen'.
Er is te veel vorst en ijs.De deur is niet goed geslo‐
ten.
De pakking is vervormd of
vuil.
De producten zijn niet op de
Zie de rubriek over 'De deur
sluiten'.
Zie de rubriek over 'De deur
sluiten'.
Pak de producten beter in.
juiste wijze verpakt.
De temperatuur is fout inge‐
steld.
Apparaat is volledig geladen
en is ingesteld op de laagste
temperatuur.
De ingestelde temperatuur in
het apparaat is te laag en de
omgevingstemperatuur is te
Raadpleeg het hoofdstuk
'Bedieningspaneel'.
Stel een hogere temperatuur
in. Raadpleeg het hoofdstuk
'Bedieningspaneel'.
Stel een hogere temperatuur
in. Raadpleeg het hoofdstuk
'Bedieningspaneel'.
hoog.
Er loopt water over de ach‐
terkant van de koelkast.
Tijdens het automatische
ontdooiproces, ontdooit de
Dat is juist.
rijp tegen de achterwand.
Er bevindt zich teveel con‐
denswater op de achterwand
De deur is te vaak geopend. Open de deur alleen als het
nodig is.
van de koelkast.
De deur is niet volledig ge‐
sloten.
Het bewaarde voedsel was
niet ingepakt.
Zorg ervoor dat de deur vol‐
ledig gesloten is.
Verpak voedsel in geschikt
materiaal voordat u het in
het apparaat plaatst.
Er loopt water in de koelkast. Producten verhinderen dat
het water in de waterop‐
vangbak loopt.
Zorg ervoor dat de produc‐
ten de achterwand niet ra‐
ken.
De waterafvoer is verstopt.Reinig de waterafvoer.
www.aeg.com14
ProbleemMogelijke oorzaakOplossing
Er ligt water op de vloer.De dooiwaterafvoer is niet
aangesloten op de verdam‐
perbak boven de compres‐
sor.
De temperatuur in het appa‐
raat is te laag/hoog.
De deur is niet goed geslo‐
De temperatuur van het
Er worden veel producten te‐
De deur is te vaak geopend. Open de deur alleen als het
De temperatuur is niet goed
ingesteld.
ten.
voedsel is te hoog.
gelijk bewaard.
Er is geen koude luchtcircu‐
latie in het apparaat aanwe‐
zig.
Maak de dooiwaterafvoer
vast op de verdamperbak.
Stel een hogere/lagere tem‐
peratuur in.
Zie de rubriek over 'De deur
sluiten'.
Laat het voedsel afkoelen tot
kamertemperatuur voordat u
het conserveert.
Conserveer minder produc‐
ten tegelijk.
nodig is.
Zorg ervoor dat er koude
luchtcirculatie in het appa‐
raat is. Zie het hoofdstuk
'Nuttige aanwijzingen en
tips'.
Bel, wanneer het advies niet
tot resultaten leidt, de
dichtstbijzijnde
klantenservice voor dit merk.
8.2 Het lampje vervangen
Het apparaat is uitgerust met
een LED-binnenlampje dat
een lange levensduur heeft.
Het wordt ten zeerste
aanbevolen uitsluitend
originele reserveonderdelen
te gebruiken.
Gebruik uitsluitend
ledlampen (E14-basis). Het
maximale vermogen wordt
getoond op de lampunit.
LET OP!
Trek de stekker uit het
stopcontact.
1. Verwijder de schroef met een
schroevendraaier van de afdekking
van het lampje.
2. Maak de afdekking van het lampje
los door deze in de richting van de
pijl te bewegen.
3. Vervang de kapotte gloeilamp door
een nieuwe lamp met dezelfde
kenmerken dat specifiek bedoeld is
voor huishoudelijke apparaten.
4. Plaats de afdekking van het lampje
terug.
5. Draai de schroef van de afdekking
van het lampje vast.
6. Steek de stekker in het stopcontact.
7. Open de deur.
SSSRRR!
CLICK!
HISSS!
BRRR!
BLUBB!
NEDERLANDS15
Controleer of het lampje gaat
branden.
8.3 De deur sluiten
1. Maak de afdichtingen van de deur
schoon.
9. GELUIDEN
2. Stel de deur, indien nodig, af.
Raadpleeg 'Installatie-instructies'.
3. Vervang, indien nodig, de defecte
deurafdichtingen. Neem contact op
met een erkend servicecentrum.
10. TECHNISCHE GEGEVENS
De technische gegevens staan op het
typeplaatje aan de binnenkant van het
apparaat en op het energielabel.
De QR-code op het energielabel dat bij
het apparaat wordt geleverd, biedt een
weblink naar de informatie gerelateerd
aan de prestaties van het apparaat
in de EU-EPREL-database. Bewaar het
energielabel ter referentie samen met
de gebruikershandleiding en alle andere
documenten die bij dit apparaat worden
geleverd.
Het is ook mogelijk om dezelfde
informatie in EPREL te vinden via de link
https://eprel.ec.europa.eu
modelnaam en het productnummer die u
vindt op het typeplaatje van het
apparaat.
Zie de link
gedetailleerde informatie over het
energielabel.
www.theenergylabel.eu
en de
voor
www.aeg.com16
11. AANWIJZINGEN VOOR TESTINSTITUTEN
De installatie en voorbereiding van het
toestel voor elke EcoDesign-verificatie
moet in overeenstemming zijn met EN
62552. De ventilatievoorschriften, de
afmetingen van de uitsparingen en de
minimale open afstanden aan de
12. MILIEUBESCHERMING
Recycleer de materialen met het
symbool . Gooi de verpakking in een
geschikte afvalcontainer om het te
recycleren. Bescherm het milieu en de
volksgezondheid en recycleer op een
correcte manier het afval van elektrische
en elektronische apparaten. Gooi
achterzijde moeten voldoen aan de
voorschriften van deze
gebruikershandleiding in hoofdstuk 3.
Neem contact op met de fabrikant voor
verdere informatie, inclusief laadplannen.
apparaten gemarkeerd met het symbool
niet weg met het huishoudelijk afval.
Breng het product naar het milieustation
bij u in de buurt of neem contact op met
de gemeente.
Loading...
+ 36 hidden pages
You need points to download manuals.
1 point = 1 manual.
You can buy points or you can get point for every manual you upload.