AEG KME968000M User Manual [nl]

Page 1
USER MANUAL
BBB9000QB BFB9000QM BHB9000QM KME968000M KMK965090M KMK965090T
NL Gebruiksaanwijzing
Combimagnetron
Page 2
VOOR PERFECTE RESULTATEN
Bedankt dat u voor dit AEG-product heeft gekozen. Dit apparaat is ontworpen om vele jaren uitstekend te presteren, met innovatieve technologieën die het leven gemakkelijker helpen maken – functies die gewone apparaten wellicht niet hebben. Neem een paar minuten de tijd om het door te lezen zodat u er optimaal van kunt profiteren. Ga naar onze website voor:
Advies over gebruik, brochures, het oplossen van problemen, onderhouds- en reparatie-informatie:
www.aeg.com/support
Registreer uw product voor een betere service:
www.registeraeg.com
Koop accessoires, verbruiksartikelen en originele reserveonderdelen voor uw apparaat:
www.aeg.com/shop
KLANTENSERVICE
Gebruik altijd originele onderdelen. Als u contact opneemt met de klantenservice zorg dat u de volgende gegevens bij de hand hebt: Model, productnummer, serienummer. De informatie staat op het typeplaatje.
Waarschuwing / Belangrijke veiligheidsinformatie
Algemene informatie en tips
Milieu‑informatie
Wijzigingen voorbehouden.
2/48
Page 3

INHOUDSOPGAVE

1. VEILIGHEIDSINFORMATIE...........................................................................5
1.1 De veiligheid van kinderen en kwetsbare personen......................................... 5
1.2 Algemene veiligheid..........................................................................................5
2. VEILIGHEIDSVOORSCHRIFTEN.................................................................. 8
2.1 Installatie...........................................................................................................8
2.2 Elektrische aansluiting...................................................................................... 9
2.3 Gebruik............................................................................................................. 9
2.4 Onderhoud en reiniging.................................................................................. 10
2.5 Binnenverlichting............................................................................................ 11
2.6 Service............................................................................................................11
2.7 Afvalverwerking.............................................................................................. 11
3. BESCHRIJVING VAN HET PRODUCT....................................................... 12
3.1 Algemeen overzicht........................................................................................ 12
3.2 Accessoires.................................................................................................... 12
4. HET IN- EN UITSCHAKELEN VAN DE OVEN............................................ 13
4.1 Bedieningspaneel........................................................................................... 13
4.2 Display............................................................................................................ 14
5. VOOR HET EERSTE GEBRUIK.................................................................. 16
5.1 Eerste reiniging ..............................................................................................16
5.2 Eerste verbinding............................................................................................16
5.3 Draadloze verbinding......................................................................................16
6. DAGELIJKS GEBRUIK................................................................................18
6.1 Instellen: Verwarmingsfuncties....................................................................... 18
6.2 Ga als volgt te werk voor gebruik: Magnetron snel starten.............................18
6.3 Instellen: Kook- En Bakassistent.................................................................... 19
6.4 Verwarmingsfuncties...................................................................................... 19
7. KLOKFUNCTIES..........................................................................................23
7.1 Omschrijving klokfuncties............................................................................... 23
7.2 Instellen: Klokfuncties..................................................................................... 23
8. GA ALS VOLGT TE WERK VOOR GEBRUIK: ACCESSOIRES................26
8.1 Accessoires plaatsen......................................................................................26
9. EXTRA FUNCTIES.......................................................................................27
9.1 Hoe kan ik opslaan:Favorieten....................................................................... 27
9.2 Automatische uitschakeling............................................................................ 27
9.3 Koelventilator.................................................................................................. 27
10. AANWIJZINGEN EN TIPS......................................................................... 28
10.1 Kookadviezen............................................................................................... 28
10.2 Magnetronaanbevelingen ............................................................................ 28
10.3 Voor de magnetron geschikt kookgerei en materialen ................................ 29
10.4 Aanbevolen vermogensinstellingen voor verschillende soorten voedsel......30
10.5 Kooktafels voor testinstituten........................................................................31
11. ONDERHOUD EN REINIGING...................................................................33
11.1 Opmerkingen over schoonmaken.................................................................33
11.2 Hoe te verwijderen: Inschuifrails/..................................................................33
3/48
Page 4
INHOUDSOPGAVE
11.3 Hoe te vervangen: Lamp.............................................................................. 34
12. PROBLEEMOPLOSSING.......................................................................... 35
12.1 Wat te doen in de volgende gevallen............................................................35
12.2 Hoe te beheren: Foutcodes.......................................................................... 36
12.3 Onderhoudsgegevens.................................................................................. 37
13. ENERGIEZUINIGHEID............................................................................... 38
13.1 Energiebesparing..........................................................................................38
14. MENUSTRUCTUUR................................................................................... 39
14.1 Menu.............................................................................................................39
14.2 Submenu voor: Opties.................................................................................. 39
14.3 Submenu voor: Aansluitingen.......................................................................40
14.4 Submenu voor: Instelling.............................................................................. 40
14.5 Submenu voor: Service................................................................................ 41
15. HET IS HEEL GEMAKKELIJK!................................................................. 42
16. GEBRUIK EEN SNELKOPPELING!.......................................................... 44
4/48
Page 5

1. VEILIGHEIDSINFORMATIE

Lees zorgvuldig de meegeleverde instructies voor installatie en gebruik van het apparaat. De fabrikant is niet verantwoordelijk voor verwondingen of schade die voortvloeit uit de onjuiste installatie of het onjuiste gebruik. Bewaar de instructies altijd op een veilige, toegankelijke plek voor toekomstig gebruik.

1.1 De veiligheid van kinderen en kwetsbare personen

Dit apparaat kan worden gebruikt door kinderen van 8 jaar
en ouder en door mensen met beperkte lichamelijke, zintuiglijke of verstandelijke vermogens of een gebrek aan ervaring en kennis, indien zij onder toezicht staan of instructies hebben gekregen over het veilig gebruiken van het apparaat en indien zij de eventuele gevaren begrijpen. Kinderen jonger dan 8 jaar oud en personen met zware en complexe beperkingen dienen altijd uit de buurt van het apparaat te worden gehouden, tenzij ze voortdurend onder toezicht staan.
Laat kinderen niet spelen met het apparaat en mobiele
apparaten met My AEG Kitchen.
Houd alle verpakkingen uit de buurt van kinderen en
verwijder ze op gepaste wijze.
WAARSCHUWING: Houd kinderen en huisdieren uit de
buurt van het apparaat als het in werking is of afkoelt. Makkelijk toegankelijke onderdelen worden heet tijdens gebruik.
Als het apparaat is voorzien van een kinderslot, dient dit te
worden geactiveerd.
Kinderen mogen zonder toezicht geen reinigings- en
onderhoudswerkzaamheden aan het apparaat uitvoeren.

1.2 Algemene veiligheid

Alleen een erkende installatietechnicus mag het apparaat en
de kabel vervangen.
5/48
Page 6
VEILIGHEIDSINFORMATIE
WAARSCHUWING: Het apparaat en de toegankelijke
onderdelen ervan worden heet tijdens gebruik. U dient te voorkomen de verwarmingselementen aan te raken.
Gebruik altijd ovenhandschoenen om accessoires of
kookgerei te plaatsen of verwijderen.
Voordat u welke onderhoudshandeling dan ook verricht,
dient u de stekker van het apparaat uit het stopcontact te trekken.
WAARSCHUWING: Zorg ervoor dat het apparaat is
uitgeschakeld voordat u de lamp vervangt om elektrische schokken te voorkomen.
Gebruik het apparaat niet voordat u het in de ingebouwde
structuur installeert.
Gebruik geen stoomreiniger om het apparaat schoon te
maken.
Gebruik nooit agressieve reinigingsmiddelen of scherpe
metalen schrapers om de glazen deur schoon te maken, deze kunnen krassen veroorzaken op het oppervlak, waardoor het glas zou kunnen breken.
Als het netsnoer beschadigd is, moet de fabrikant, een
erkende serviceverlener of een gekwalificeerd persoon deze vervangen teneinde gevaarlijke situaties te voorkomen.
Schakel het apparaat niet in als het leeg is. Metalen delen in
de ovenruimte kunnen elektrische vonken veroorzaken.
Tijdens bereiding in de magnetron zijn geen metalen
voedselbakjes en drinkbekers toegestaan. Deze vereiste is niet van toepassing als de fabrikant heeft aangegeven dat het formaat en de vorm van het metalen voorwerp geschikt is voor bereiding in de magnetron.
WAARSCHUWING: Als de deur, scharnieren/handgrepen of
deurafdichtingen zijn beschadigd, mag het apparaat niet worden gebruikt tot hij is gerepareerd door een vakkundig persoon.
WAARSCHUWING: Alleen een vakkundig persoon kan
onderhouds- of reparatiewerkzaamheden uitvoeren
6/48
Page 7
VEILIGHEIDSINFORMATIE
waarvoor de afdekking moet worden verwijderd die beschermd tegen blootstelling aan magnetronenergie.
WAARSCHUWING: Verwarm geen vloeistoffen of andere
levensmiddelen in afgesloten houders. Deze kunnen dan ontploffen.
Gebruik alleen hulpstukken die geschikt zijn voor gebruik in
de magnetron.
Let bij het opwarmen van voedsel in plastic of papieren
houders op het apparaat vanwege de mogelijkheid tot zelfontbranding.
Het apparaat is bedoeld voor het opwarmen van voedsel en
dranken. Het drogen van levensmiddelen of kleding en het opwarmen van warmhoudpads, slippers, sponzen, vochtige doekjes en dergelijke kan leiden tot letsel, zelfontbranding of brand.
Als rook wordt waargenomen, zet dan het apparaat uit of
trek de stekker uit het stopcontact en houd de deur gesloten om vlammen te doven.
Het in de magnetron opwarmen van dranken kan ertoe
leiden dat het langer duurt voordat het kookpunt wordt bereikt. Pas op als u de houder uit de magnetron haalt.
De inhoud van melkflesjes en potjes babyvoeding moet
worden geroerd of geschud en de temperatuur moet voor consumptie worden gecontroleerd om brandwonden te voorkomen.
Eieren in de schaal en hele hardgekookte eieren mogen niet
in het apparaat worden opgewarmd omdat ze dan kunnen ontploffen, zelfs nadat de magnetronverwarming is beëindigd.
Het apparaat moet regelmatig worden gereinigd en
voedselresten dienen te worden verwijderd.
Het niet schoonhouden van het apparaat kan leiden tot
beschadigingen aan het oppervlak hetgeen weer een negatief effect kan hebben op de levensduur van het apparaat wat weer kan leiden tot een gevaarlijke situatie.
7/48
Page 8

2. VEILIGHEIDSVOORSCHRIFTEN

2.1 Installatie

WAARSCHUWING!
Alleen een erkende installatietechnicus mag het apparaat installeren.
• Verwijder alle verpakkingsmaterialen.
• Installeer en gebruik geen beschadigd apparaat.
• Volg de installatie-instructies die zijn meegeleverd met het apparaat.
• Pas altijd op bij verplaatsing van het apparaat, want het is zwaar. Gebruik altijd veiligheidshandschoenen en gesloten schoeisel.
• Trek het apparaat nooit aan de handgreep van zijn plaats.
• Installeer het apparaat op een veilige en geschikte plaats die aan alle installatie-eisen voldoet.
• Houd de minimumafstand naar andere apparaten en units in acht.
• Controleer voordat u het apparaat monteert of de ovendeur onbelemmerd opent.
• Het apparaat is uitgerust met een elektrisch koelsysteem. Het heeft elektrische stroom nodig.
• De stevigheid van de inbouwkast moet voldoen aan de DIN 68930-norm.
Minimumhoogte kast (Minimumhoogte kast onder werkblad)
Kastbreedte 560 mm
Kastdiepte 550 (550) mm
Hoogte van de voorkant van het apparaat 455 mm
Hoogte van de achterkant van het apparaat 440 mm
Breedte van de voorkant van het apparaat 595 mm
Breedte van de achterkant van het apparaat 559 mm
Diepte van het apparaat 567 mm
Ingebouwde diepte van het apparaat 546 mm
Diepte met open deur 882 mm
Minimumgrootte ventilatieopening. Opening ge‐ plaatst aan de onderkant van de achterzijde
Lengte netvoedingskabel. Kabel wordt in de rech‐ terhoek van de achterzijde geplaatst
Bevestigingsschroeven 3.5x25 mm
444 (460) mm
560x20 mm
1500 mm
8/48
Page 9
VEILIGHEIDSVOORSCHRIFTEN

2.2 Elektrische aansluiting

WAARSCHUWING!
Gevaar voor brand en elektrische schokken.
• Alle elektrische aansluitingen moeten door een gediplomeerd elektromonteur worden gemaakt.
• Dit apparaat moet worden aangesloten op een geaard stopcontact.
• Zorg ervoor dat de parameters op het vermogensplaatje overeenkomen met elektrische vermogen van de netstroom.
• Gebruik altijd een juist geïnstalleerd schokbestendig stopcontact.
• Gebruik geen adapters met meerdere stekkers en verlengkabels.
• Zorg dat u de netstekker en het netsnoer niet beschadigt. Indien de voedingskabel moet worden vervangen, dan moet dit gebeuren door onze Klantenservice.
• Laat de stroomkabel niet in aanraking komen met de deur van het apparaat of de niche onder het apparaat, met name niet als deze werkt of als de deur heet is.
• De schokbescherming van delen onder stroom en geïsoleerde delen moet op zo'n manier worden bevestigd dat het niet zonder gereedschap kan worden verplaatst.
• Steek de stekker pas in het stopcontact als de installatie is voltooid. Zorg ervoor dat het netsnoer na installatie bereikbaar is.
• Als het stopcontact los zit, mag u de stekker niet in het stopcontact steken.
• Trek niet aan het netsnoer om het apparaat los te koppelen. Trek altijd aan de stekker.
• Gebruik enkel correcte isolatievoorzieningen: stroomonderbrekers, zekeringen (schroefzekeringen moeten uit de houder worden verwijderd), aardlekschakelaars en contactgevers.
• De elektrische installatie moet een isolatieapparaat bevatten waardoor het apparaat volledig van het lichtnet afgesloten kan worden. Het isolatieapparaat moet een contactopening hebben met een minimale breedte van 3 mm.
• Dit apparaat wordt geleverd met stekker en netsnoer.

2.3 Gebruik

WAARSCHUWING!
Gevaar voor letsel, brandwonden, elektrische schokken of een explosie.
• Dit apparaat is uitsluitend bestemd voor huishoudelijk gebruik.
• De specificatie van dit apparaat niet wijzigen.
• Zorg ervoor dat de ventilatieopeningen niet geblokkeerd zijn.
• Laat het apparaat tijdens het gebruik niet onbeheerd achter.
• Schakel het apparaat telkens na gebruik uit.
• Wees voorzichtig met het openen van de deur van het apparaat als het apparaat aan staat. Er kan hete lucht ontsnappen.
• Bedien het apparaat niet met natte handen of als het contact maakt met water.
• Oefen geen kracht uit op een geopende deur.
• Het apparaat mag niet worden gebruikt als werkblad of aanrecht.
• Open de deur van het apparaat voorzichtig. Als u alcoholische toevoegingen gebruikt, kan er alcohol-luchtmengsel ontstaan.
• Houd vonken of open vlammen uit de buurt van het apparaat bij het openen van de deur.
9/48
Page 10
VEILIGHEIDSVOORSCHRIFTEN
• Plaats geen ontvlambare producten of items die vochtig zijn door ontvlambare producten in, bij of op het apparaat.
• Deel uw wifi-wachtwoord niet.
• De magnetronfunctie mag niet worden gebruikt om de oven voor te verwarmen.
WAARSCHUWING!
Risico op schade aan het apparaat.
• Om schade of verkleuring van het email te voorkomen:
– leg geen aluminiumfolie op de bodem van de ruimte in het apparaat. – plaats geen water direct in het hete apparaat. – haal vochthoudende schotels en eten uit het apparaat als u klaar bent met koken. – wees voorzichtig bij het verwijderen of bevestigen van accessoires.
• Verkleuring van het email of roestvrij staal is niet van invloed op de werking van het apparaat.
• Gebruik een diepe pan voor vochtige taarten. Fruitsappen kunnen permanente vlekken maken.
• Dit apparaat is uitsluitend bestemd om mee te koken. Het mag niet worden gebruikt voor andere doeleinden, zoals het verwarmen van een kamer.
• Alle bereidingen moeten worden uitgevoerd met gesloten ovendeur.
• Als het apparaat achter een meubelpaneel gemonteerd is (bijv. een deur), zorg er dan voor dat de deur nooit gesloten is als het apparaat in werking is. Warmte en vocht kunnen achter een gesloten meubelpaneel ophopen en schade aan het apparaat, de behuizing of de vloer veroorzaken. Sluit het meubelpaneel niet tot het apparaat volledig afgekoeld is na gebruik.

2.4 Onderhoud en reiniging

WAARSCHUWING!
Gevaar voor letsel, brand en schade aan het apparaat.
• Schakel het apparaat uit en trek de stekker uit het stopcontact voordat u onderhoudshandelingen verricht.
• Zorg ervoor dat het apparaat is afgekoeld. Er bestaat een risico dat de glasplaten kunnen breken.
• Vervang direct de glazen deurpanelen als deze beschadigd zijn. Neem contact op met een erkend servicecentrum.
• Wees voorzichtig als u de deur van het apparaat verwijdert. De deur is zwaar!
• Zorg ervoor dat de ovenruimte en de deur na elk gebruik worden afgeveegd. Stoom geproduceerd tijdens de werking van het apparaat condenseert op de wanden en kan roest veroorzaken.
• Reinig het apparaat regelmatig om te voorkomen dat het materiaal van het oppervlak achteruitgaat.
• Vet en voedsel dat in het apparaat achterblijft, kan brand en elektrische vonken veroorzaken wanneer de magnetronfunctie werkt.
• Maak het apparaat schoon met een vochtige zachte doek. Gebruik alleen neutrale schoonmaakmiddelen. Gebruik geen schuurmiddelen, schuursponsjes, oplosmiddelen of metalen voorwerpen.
• Volg als u een ovenspray gebruikt de aanwijzingen op de verpakking.
10/48
Page 11
VEILIGHEIDSVOORSCHRIFTEN

2.5 Binnenverlichting

WAARSCHUWING!
Gevaar voor elektrische schokken.
• Met betrekking tot de lamp(en) in dit product en reservelampen die afzonderlijk worden verkocht: Deze lampen zijn bedoeld om bestand te zijn tegen extreme fysieke omstandigheden in huishoudelijke apparaten, zoals temperatuur, trillingen, vochtigheid, of zijn bedoeld om informatie te geven over de operationele status van het apparaat. Ze zijn niet bedoeld voor gebruik in andere toepassingen en zijn niet geschikt voor verlichting in huishoudelijke ruimten.
• Gebruik alleen lampjes met dezelfde specificaties.

2.6 Service

• Neem contact op met de erkende servicedienst voor reparatie van het apparaat.
• Gebruik uitsluitend originele reserveonderdelen.

2.7 Afvalverwerking

WAARSCHUWING!
Gevaar voor letsel of verstikking.
• Haal de stekker uit het stopcontact.
• Snijd het netsnoer vlak bij het apparaat af en gooi het weg.
• Verwijder de deurvergrendeling om te voorkomen dat kinderen of huisdieren binnen in het apparaat vast komen te zitten.
11/48
Page 12

3. BESCHRIJVING VAN HET PRODUCT

1 2
8
4
3
1
2
3
6
4
5
7

3.1 Algemeen overzicht

Control panel
1
Display
2
Verwarmingselement
3
Magnetrongenerator
4
Lamp
5
Ventilator
6
Inschuifrails, verwijderbaar
7
Inzetniveaus
8

3.2 Accessoires

Bakrooster
Voor kookgerei, bak- en braadvormen.
Bakplaat
Voor gebak en koekjes.
Grill-/braadpan
Voor braden en roosteren of als pan om vet op te vangen.
12/48
Page 13
1 2 3 4 657

4. HET IN- EN UITSCHAKELEN VAN DE OVEN

4.1 Bedieningspaneel

Aan / Uit Houd ingedrukt om de oven in- en uitschakelen.
1
Lampschakelaar Om de lamp in en uit te schakelen.
2
Display Toont de huidige instellingen van de oven.
3
Draaiknop Voor de bediening van de oven.
4
Magnetron snel
5
starten
6
7
Vasthouden Druk Vasthouden en draaien
Schakel het hoofdscherm in.
Om de magnetronfunctie in te schakelen (1000 W en 30 sec).
Om de geselecteerde functie in te schakelen.
Om de geselecteerde functie uit te schakelen.
Bevestig een instelling of voer
het geselecteerde submenu
in.
Pas de instellingen aan en
navigeer door het menu.
13/48
Page 14
200°C
12:30
09:37
60°C
200°C
12:30
100°C
12:30
25min
Menu
85°C
A
I H G EF
B C
D
HET IN- EN UITSCHAKELEN VAN DE OVEN

4.2 Display

Na het inschakelen toont het display het hoofd‐ scherm met de verwarmingsfunctie en de stan‐ daardtemperatuur.
Als u de oven 2 minuten niet gebruikt, gaat het display naar stand-by.
Wanneer u kookt, toont het display de ingestel‐ de functies en andere beschikbare opties.
Het display met het maximum aantal ingestelde functies. A. Wi-Fi (alleen geselecteerde modellen) B. Informatie C. Dagtijd D. Menu E. Temperatuur / Magnetrontimer F. Verwarmingsfuncties G. Timer opties H. Timer I. Voedselsensor (alleen geselecteerde mo‐
dellen)
Indicatielampjes in het display
Geluidsalarm functie-indicatielampjes - wanneer de ingestelde bereidingstijd is afgelopen,
klinkt het signaal.
De functie is ingescha‐
Indicatielampjes timer
14/48
keld.
De functie is ingeschakeld.
Het koken stopt automatisch.
Het geluidsalarm staat uit.
Page 15
HET IN- EN UITSCHAKELEN VAN DE OVEN
Indicatielampjes in het display
De timer start op een la‐
ter tijdstip.
Wi-Fi indicatielampje - de oven kan worden aangesloten op wifi.
De timer start
als de ovendeur
wordt gesloten.
Wi-Fi verbinding is ingeschakeld.
Om de instel‐
ling te annule‐
ren.
De timer start
wanneer de oven de inge‐ stelde tempe‐
ratuur bereikt.
De timer start
wanneer het
koken begint.
15/48
Page 16

5. VOOR HET EERSTE GEBRUIK

MENU
ON
WAARSCHUWING!
Raadpleeg de hoofdstukken Veiligheid.

5.1 Eerste reiniging

Stap 1 Stap 2 Stap 3
Verwijder alle accessoires en verwijderbare inschuifrails uit
de oven.
Maak de oven en de acces‐ soires schoon met een zachte doek, warm water en een mild
reinigingsmiddel.
Plaats de accessoires en de
verwijderbare inschuifrails in
de oven.

5.2 Eerste verbinding

Het display toont een welkomstbericht na de eerste verbinding. U moet het volgende instellen: Taal, Helderheid display, Geluidsvolume, Dagtijd, Draadloze verbinding.

5.3 Draadloze verbinding

Om de oven aan te sluiten heeft u het volgende nodig:
• Draadloos netwerk met internetverbinding.
• Mobiel apparaat verbonden met uw draadloze netwerk. Download de mobiele app en volg de instructies voor de volgende stappen.
Stap 1 Schakel de oven in.
Stap 2 Selecteer: Menu / Instellingen / Aansluitingen.
Stap 3 Selecteer: Wi-Fi. Druk op de knop.
Stap 4 Kies een draadloos netwerk met internetverbinding. De draadloze module van de
Neem een kortere weg!
oven start binnen 90 sec.
16/48
Page 17
VOOR HET EERSTE GEBRUIK
Frequentie 2,4 GHz WLAN
2412 - 2484 MHz
Protocol IEEE 802.11b DSSS/802.11g/n OFDM
Maximaal vermogen EIRP < 20 dBm (100 mW)
17/48
Page 18

6. DAGELIJKS GEBRUIK

WAARSCHUWING!
Raadpleeg de hoofdstukken Veiligheid.

6.1 Instellen: Verwarmingsfuncties

Stap 1 Schakel de oven in.
Stap 2 Hou de knop vast. In het display verschijnen de standaard verwarmingsfuncties.
Stap 3 Selecteer het symbool van de verwarmingsfunctie en druk op de knop om het sub‐
Stap 4 Selecteer de verwarmingsfunctie en druk op de knop.
Stap 5
Stap 6 Draai aan de knop en druk erop om de temperatuur / het magnetronvermogen in te
Stap 7
Stap 8 Schakel de oven uit.
Gebruik een snelkoppeling!
menu te openen.
Selecteer: . Druk op de knop. Het display toont de temperatuurinstellingen.
stellen.
Druk op: .
- druk hierop om de verwarmingsfunctie uit te schakelen.

6.2 Ga als volgt te werk voor gebruik: Magnetron snel starten

Stap 1 Schakel de oven in.
Stap 2
18/48
Houd ingedrukt. De magnetron draait 30 seconden.
Page 19
Stap 3 Om de bereidingstijd te verlengen:
MENU
DAGELIJKS GEBRUIK
Selecteer de draaitijdwaarde en druk op de knop om naar de tijdschuifre‐ gelaar te gaan. Draai aan de knop om de bereidingsijd te verlengen en druk om te bevestigen.
De magnetron kan op elk moment worden ingeschakeld met: Magnetron snel starten.
Druk nogmaals: om 30 s toe te voegen.

6.3 Instellen: Kook- En Bakassistent

Elk gerecht in dit submenu heeft een aanbevolen functie en temperatuur. U kunt de tijd en de temperatuur aanpassen.
Stap 1 Zet de oven aan.
Stap 2 Selecteer: Menu. Druk op de knop.
Stap 3 Selecteer: Kook- En Bakassistent. Druk op de knop.
Stap 4 Kies een gerecht of een voedseltype en druk op de knop om te bevestigen.
Stap 5
Doe het op een snellere manier!
Druk op: .

6.4 Verwarmingsfuncties

Standaardverwarmingsfuncties

Verwarmingsfunc‐ tie
Grillen
Toepassing
Voor het roosteren van dunne stukjes voedsel en voor het maken van toast.
19/48
Page 20
DAGELIJKS GEBRUIK
Verwarmingsfunc‐ tie
Circulatiegrill
Hetelucht
Bevroren gerech‐
ten
Boven + onder‐
warmte
Pizza-functie
Onderwarmte
Toepassing
Voor het braden van grotere stukken vlees of gevogelte met botten op één niveau. Voor gratineren en bruinen.
Bakken op maximaal twee rekstanden tegelijkertijd en voedsel drogen. Stel de temperatuur 20 °C tot 40 °C lager in dan voor Boven + onder‐ warmte.
Om kant-en-klaar-gerechten (bijv. patat, aardappelpartjes of loempia's) krokant te maken.
Voor het bakken en braden op één rekstand.
Voor het bakken van pizza. Voor intensieve bruining en een knapperige bodem.
Voor het bakken van taarten met een knapperige bodem en het inmaken van voedsel.
Om eten op te warmen en te koken.Het magnetronvermogen varieert van 100 - 1000 W.
Magnetron

Speciale verwarmingsfuncties

Verwarmingsfunc‐ tie
Inmaken
20/48
Toepassing
Voor het inmaken van groenten (bijv. augurken).
Page 21
DAGELIJKS GEBRUIK
Verwarmingsfunc‐ tie
Drogen
Borden Warmen
Deeg Laten Rijzen
Gratineren
Lage Temperatuur
Garen
Warm houden
Toepassing
Om in plakjes gesneden fruit, groenten en champignons te drogen.
Om borden voor het serveren op te warmen.
Om het rijsproces van gistdeeg te versnellen. Het voorkomt dat het opper‐ vlak van het deeg uitdroogt en houdt het deeg elastisch.
Voor maaltijden als lasagne of aardappelgratin. Voor gratineren en brui‐ nen.
Voor het bereiden van mals en sappig braadvlees.
Om het voedsel warm te houden.
Gebruik deze functie voor brood en broodjes met heel goed professioneel resultaat qua krokantheid, kleur en bruine korst.
Brood bakken

Magnetronverwarmingsfuncties

Verwarmingsfunc‐
tie
Ontdooien
Toepassing
Om vlees, vis, fruit, taarten, brood en boter te ontdooien. Het vermogens‐ bereik is 100 - 200 W.
21/48
Page 22
DAGELIJKS GEBRUIK
Verwarmingsfunc‐
tie
Opwarmen
Vloeistof
Hetelucht + mag‐
netron
Boven- en onder‐ warmte + magne‐
tron
Grill + magnetron
Circulatiegrill +
magnetron
Toepassing
Om vooraf bereide maaltijden en delicaat voedsel te verwarmen. Het ver‐ mogensbereik is 300 - 700 W.
Om dranken en soepen op te warmen. Het vermogensbereik is 800 ­1000 W.
Voor het bakken op een ovenniveau. De functie met magnetron-boost.
Voor het bakken en roosteren op één ovenniveau. De functie met magne‐ tron-boost.
Om gerechten korter te bereiden en tegelijkertijd een bruin korstje te ge‐ ven. De functie met magnetron-boost.
Om grotere stukken vlees op één niveau te roosteren. Voor gratineren en bruinen. De functie met magnetron-boost.
22/48
Page 23

7. KLOKFUNCTIES

7.1 Omschrijving klokfuncties

Klokfunctie Toepassing
Kooktijd De duur van het koken instellen. Maximaal 23 uur 59 min.
Startcriteria Om in te stellen wanneer de timer begint te tellen.
Actie beëindigen Om in te stellen wat er gebeurt als de timer stopt met tellen.
Uitgestelde start Om het begin en/of het einde van het bereiden uit te stellen.
Tijd verlenging Om de bereidingstijd te verlengen.
Herinnering Om een afteltijd in te stellen. Maximum is 23 uur 59 min. Deze functie
Startcriteria Opmerking
- De timer start als u hem aanzet.
De timer stopt als de deur wordt gesloten.
De timer start wanneer het koken begint.
De timer start wanneer de oven de ingestelde temperatuur bereikt.
De timer start op een bepaald tijdstip.
Startcriteria, Actie beëindigen en Uitgestelde start zijn niet beschikbaar voor magnetronfuncties.
heeft geen invloed op de werking van de oven.

7.2 Instellen: Klokfuncties

De klok instellen
Stap 1 Selecteer: Dagtijd. Druk op de knop.
Stap 2 Draai aan de knop om de klok in te stellen. Druk op de knop.
23/48
Page 24
KLOKFUNCTIES
De bereidingstijd instellen
Stap 1 Selecteer een verwarmingsfunctie en stel de temperatuur in.
Stap 2 Selecteer: Timer.
Stap 3 Draai aan de knop om de tijd in te stellen. Druk op de knop.
Stap 4 Selecteer: Actie beëindigen. Druk op de knop.
De timer begint onmiddellijk af te tellen.
Gebruik een snelkoppeling!
Start-/eindoptie voor koken kiezen
Stap 1 Kies een verwarmingsfunctie en stel de temperatuur in.
Stap 2
Stap 3 Selecteer: Startcriteria. Druk op de knop.
Stap 4 Selecteer: Actie beëindigen. Druk op de knop.
Het begin en het einde van het koken uitstellen
Stap 1
Stap 2 Selecteer: Startcriteria / Op een later tijdstip. Druk op de knop.
Selecteer: . Druk op de knop.
Selecteer: . Druk op de knop.
Stap 3 Draai aan de knop om de starttijd in te stellen. Druk op de knop.
Stap 4 Draai aan de knop om het einde van het koken in te stellen. Druk op de knop.
Stap 5 Selecteer: Actie beëindigen. Druk op de knop.
24/48
Page 25
KLOKFUNCTIES
Het begin van het koken uitstellen zonder het einde van het koken in te stellen
Stap 1
Stap 2 Selecteer: Startcriteria / Op een later tijdstip.
Stap 3 Draai aan de knop om de starttijd in te stellen. Druk tweemaal op de knop om te be‐
De bereidingstijd verlengen
Wanneer 10% van de bereidingstijd overblijft en het voedsel niet klaar lijkt te zijn, kunt u de berei‐ dingstijd verlengen. U kunt ook de ovenfunctie wijzigen.
Stap 1 Selecteer: Timer.
Stap 2 Selecteer het gewenste tijdpictogram om de bereidingstijd te verlengen en druk op de
Stap 3 U kunt ook de gewenste verwarmingsfunctie selecteren en op de knop drukken om
Selecteer: . Druk op de knop.
vestigen.
knop om te bevestigen.
deze te wijzigen.
25/48
Page 26

8. GA ALS VOLGT TE WERK VOOR GEBRUIK: ACCESSOIRES

8.1 Accessoires plaatsen

Gebruik uitsluitend geschikt kookgerei en materiaal. Raadpleeg hoofdstuk 'Hints en tips', kookgerei en materiaal geschikt voor de magnetron. Een kleine inkeping bovenaan verhoogt de veiligheid. Deze inkepingen voorkomen bovendien omkanteling. De hoge rand rond het rooster voorkomt dat het kookgerei van het rooster afglijdt.
Bakrooster: Plaats het rooster tussen de geleidestan‐ gen van de inschuifrailen zorg ervoor dat de pootjes omlaag wijzen.
Bakplaat /Diepe schaal:
Schuif de plaat tussen de geleidestangen van de inschuifrail.
Bakrooster, Bakplaat /Diepe schaal:
Plaats de plaat tussen de geleiders van de inschuifrails en het bakrooster op de gelei‐ ders erboven.
26/48
Page 27

9. EXTRA FUNCTIES

9.1 Hoe kan ik opslaan:Favorieten

U kunt uw favoriete instellingen opslaan, zoals de verwarmingsfunctie, de bereidingstijd, de temperatuur of de reinigingsfunctie. U kunt 3 favoriete instellingen opslaan. Opgeslagen instellingen zijn beschikbaar in het menu: Favorieten.
Stap 1 Schakel de oven in.
Stap 2 Selecteer de gewenste instelling en druk op de knop.
Stap 3 Selecteer: Menu / Favorieten.
Stap 4 Selecteer: Huidige instellingen opslaan. Draai de knop om de positie van de instellin‐
Stap 5 Druk op de knop om de instelling toe te voegen aan de lijst met: Favorieten.
ge te selecteren.

9.2 Automatische uitschakeling

Om veiligheidsredenen schakelt de oven na bepaalde tijd uit als er een ovenfunctie in werking is en u geen instellingen wijzigt.
(°C) (u)
30 - 115 12,5
120 - 195 8,5
200 - 230 5,5
De automatische uitschakeling werkt niet met de functies: Binnenverlichting, Eindtijd, Lage Temperatuur Garen.

9.3 Koelventilator

Als de oven in werking is, wordt de koelventilator automatisch ingeschakeld om de oppervlakken van de oven koel te houden. Als u de oven uitschakelt, kan de koelventilator blijven werken totdat de oven is afgekoeld.
27/48
Page 28

10. AANWIJZINGEN EN TIPS

WAARSCHUWING!
Raadpleeg de hoofdstukken Veiligheid.

10.1 Kookadviezen

De temperatuur en kooktijden in de tabellen zijn slechts als richtlijn bedoeld. Deze zijn afhankelijk van de recepten en de kwaliteit en de hoeveelheid van de gebruikte ingrediënten. Uw oven kan anders bakken of roosteren dan de oven die u tot nu toe gebruikt heeft. De onder‐ staande tabellen tonen aanbevolen instellingen voor temperatuur, kooktijd en rekstand voor speci‐ fieke soorten voedsel. Als u voor een speciaal recept de instelling niet kunt vinden, zoek dan naar een soortgelijk recept. Voor meer kookaanbevelingen kunt u de kooktabellen op onze website raadplegen. Om de Kook‐ hints te vinden, controleer het productnummer op het classificatieplaatje op de voorzijde van het frame van de binnenkant van de oven.

10.2 Magnetronaanbevelingen

Laten we koken!
Plaats het voedsel op een plaat die zich onderin de magnetronruimte bevindt. Draai het voedsel halverwege de ontdooi- en bereidingstijd om of roer het door. Roer vloeibare gerechten zo nu en dan door. Roer het voedsel voor het opdienen door. Dek het voedsel voor bereiding en opwarming af. Ga met de lepel eerst door de fles of het glas bij het verwarmen van dranken om een betere warmteverdeling te garanderen. Plaats het voedsel in de oven zonder verpakkingsmateriaal. De verpakte kant-en-klaar-maaltijden kunnen alleen in de oven worden geplaatst als de verpakking magnetronbestendig is (raadpleeg de informatie op de verpakking).
28/48
Page 29
AANWIJZINGEN EN TIPS
Bereiding met magnetron
Bereid voedsel afgedekt. Als u een korst wilt, bereid dan het voedsel zonder het deksel. Bak de gerechten niet te gaar door het vermo‐ gen en de tijd te hoog in te stellen. Het voedsel kan uitdrogen, verbranden of brand veroorza‐ ken. Gebruik de oven niet om eieren of slakken in hun schelpen te koken, omdat ze kunnen bar‐ sten. Prik het eigeel van gebakken eieren in voordat ze worden opgewarmd. Prik voedsel met huid of schil diverse malen in voordat u het bereidt. Snij groenten in stukjes van gelijke grootte. Nadat u de oven uitschakelt, neemt u het voed‐ sel uit en laat u het een aantal minuten staan.
Ontdooien in de magnetron
Plaats het bevroren, uitgepakte voedsel op een klein omgekeerd bord met een bakje eronder of op een ontdooirek of plastic zeef, zodat de dooivloeistof kan weglopen. Verwijder telkens de stukken die zijn ontdooid. Om groenten en fruit te koken zonder ze eerst te ontdooien, kunt u een hoger magnetronver‐ mogen gebruiken.

10.3 Voor de magnetron geschikt kookgerei en materialen

Gebruik in de magnetron alleen kookgerei en materiaal dat hiervoor bestemd is. Gebruik onderstaande tabel als referentie. Controleer de specificaties van het kookgerei/materiaal voor gebruik.
Kookgerei/materiaal
Ovenbestendig glas en porselein zonder metalen onderdelen, bijv. hittebestendig glas
Niet-ovenbestendig glas en por‐ selein onder zilveren, gouden, platina of metalen laag/versierin‐ gen
Glas en glaskeramiek van oven‐ bestendig/diepvriesbestendig materiaal
Ovenvaste keramiek en aarde‐ werk zonder kwartz of metalen onderdelen en metaalhoudend glazuur
X X
29/48
Page 30
AANWIJZINGEN EN TIPS
Kookgerei/materiaal
Keramiek, porselein en aarde‐ werk met ongeglazuurde onder‐ kant of met kleine gaatjes, bijv. op handvaten
Tot 200 °C hittebestendige kunststof
Karton, papier X X
Huishoudfolie X X
Magnetronfolie X
Ovenschotels gemaakt van me‐ taal, d.w.z. emaille, gietijzer
Bakblikken, zwarte lak of met si‐ liconen coating
Bakplaat X X X
Bakrooster X X
Kookgerei voor magnetronge‐ bruik, bijv. pan voor knapperige gerechten
X X X
X X X
X X X
X X
X

10.4 Aanbevolen vermogensinstellingen voor verschillende soorten voedsel

De gegevens in de volgende tabel dienen slechts als richtlijn.
700 - 1000 W
Koken van groenten
30/48
Dichtschroeien aan het begin
van het kookproces
Verwarmen van vloeistof
Page 31
AANWIJZINGEN EN TIPS
500 - 600 W
Eiergerechten koken
Smelten van
kaas, chocolade,
boter
Ontdooien van brood
Stoofpot sudderen
Rijst laten sud‐
deren
Ontdooien van fruit en
gebak
300 - 400 W
Babyvoeding
verwarmen
100 - 200 W

10.5 Kooktafels voor testinstituten

Aanwijzingen voor testinstituten

Testen volgens IEC 60705.
Gebruik het rooster mits anders aangegeven.
Een maaltijd op een
bord verwarmen
Koken/verwarmen van delicaat voed‐
sel
Kaas, room en boter
ontdooien
Ontdooien en verwar‐
men van bevroren
maaltijden
Doorgaan met
koken
Ontdooien van vlees,
vis
MAGNETRON‐ FUNCTIE
(W)
Biscuitgebak 600 0.475 Onderaan 7 - 9 Draai halverwege
Gehaktbrood 400 0.9 2 25 - 32 Draai halverwege
(kg)
(min)
de bereidingstijd de container 1/4 om.
de bereidingstijd de container 1/4 om.
31/48
Page 32
AANWIJZINGEN EN TIPS
Gebruik het rooster mits anders aangegeven.
MAGNETRON‐ FUNCTIE
(W)
Eiervla 500 1 Onderaan 18 -
(kg)
(min)
Ontdooien van vlees
Maak gebruik van het bakrooster.
COMBI‐ MAGNE‐ TRON‐ FUNCTIE
Cake, 0,7kgBoven- en
Aardap‐ pelgratin, 1,1 kg
Kip, 1,1kgCirculatie‐
onderwarm‐ te + mag‐ netron
Hetelucht + magnetron
grill + mag‐ netron
200 0.5 Onderaan 7 - 8 Draai het vlees
(W) (°C) (min)
100 200 2 23 - 27 Draai halverwege
300 180 2 38 - 42 Draai halverwege
400 230 1 35 - 40 Doe het vlees in
halverwege de be‐ reidingstijd om.
de bereidingstijd de container 1/4 om.
de bereidingstijd de container 1/4 om.
een ronde glazen kom en draai het halverwege de be‐ reidingstijd om.
32/48
Page 33

11. ONDERHOUD EN REINIGING

2
3
1
WAARSCHUWING!
Raadpleeg de hoofdstukken Veiligheid.

11.1 Opmerkingen over schoonmaken

Maak de voorkant van de oven schoon met een zachte doek, warm water en een mild reinigingsmiddel.
Gebruik een reinigingsoplossing om metalen oppervlakken te reinigen.
Reinigings‐
middelen
Reinig vlekken met een mild reinigingsmiddel.
Reinig de uitsparing telkens na gebruik. Vetophoping of andere resten kunnen brand veroorzaken. Reinig voorzichtig de bovenkant van de oven om resten en vet te verwijderen.
Dagelijks ge‐
bruik
Accessoires
Bewaar het voedsel niet langer dan 20 minuten in de oven. Droog de uitsparing na elk gebruik met een zachte doek.
Reinig alle accessoires na elk gebruik en laat ze drogen. Gebruik een zachte doek met warm water en een mild reinigingsmiddel. De accessoires niet in de afwasmachine reinigen.
Reinig de antiaanbakaccessoires niet met agressieve reinigingsmiddelen of scherpe voorwerpen.

11.2 Hoe te verwijderen: Inschuifrails/

Verwijder de inschuifrails om de oven te reinigen.
Stap 1 Schakel de oven uit en wacht tot deze afgekoeld is.
Stap 2 Trek de inschuifrails voorzichtig
Stap 3 Trek de inschuifrail bij de voor‐
Stap 4 Trek de inschuifrails uit de ach‐
Installeer de inschuifrails in de omgekeerde volgorde.
naar boven toe uit de voorste ophanging.
kant uit de zijwand.
terste ophanging.
33/48
Page 34
ONDERHOUD EN REINIGING

11.3 Hoe te vervangen: Lamp

WAARSCHUWING!
Gevaar voor elektrische schokken. Het lampje kan heet zijn.
Houd de halogeenlamp altijd met een doek vast om te voorkomen dat er vetrestjes op de ovenlamp verbranden.
Voordat u de lamp vervangt:
Stap 1 Stap 2 Stap 3
Schakel de oven uit. Wacht tot
de oven afgekoeld is.
Trek de oven uit het stopcon‐
tact.
Plaats een doek op de bodem
van de holte.

Bovenlamp

Stap 1 Draai de glazen afdekking om die te verwijderen.
Stap 2 Reinig het glazen deksel.
Stap 3 Vervang de lamp door een geschikte hittebestendige lamp van 300 °C.
Stap 4 Installeer het glazen deksel.
34/48
Page 35

12. PROBLEEMOPLOSSING

WAARSCHUWING!
Raadpleeg de hoofdstukken Veiligheid.

12.1 Wat te doen in de volgende gevallen...

De oven gaat niet aan of warmt niet op
Mogelijke oorzaak
De oven is niet aangesloten op een stopcon‐ tact of is niet goed geïnstalleerd.
De klok is niet ingesteld. Stel de klok in, raadpleeg voor meer informatie
De deur is niet goed gesloten. Sluit de deur volledig.
De zekering is doorgeslagen. Ga na of de zekering de oorzaak van het pro‐
Het Kinderslot van de oven is geactiveerd. Raadpleeg het hoofdstuk "Menu", Submenu
Componenten moeten worden vervangen
Omschrijving Oplossing
De lamp is opgebrand. Vervang de lamp, raadpleeg voor meer infor‐
Oplossing
Controleer of de oven goed is aangesloten op het lichtnet.
het hoofdstuk "Klokfuncties", Instellen: Klok‐ functies.
bleem is. Als het probleem zich opnieuw voor‐ doet, neem dan contact op met een gekwalifi‐ ceerde elektricien.
voor: Opties.
matie het hoofdstuk "Onderhoud en reiniging", Hoe te vervangen: Lamp.
35/48
Page 36
PROBLEEMOPLOSSING
Problemen met wifisignaal
Mogelijke oorzaak
Problemen met draadloos netwerksignaal. Controleer uw draadloze netwerk en router.
Er is een nieuwe router geïnstalleerd of de rou‐ terconfiguratie is gewijzigd.
Het wifinetwerksignaal is zwak. Plaats indien mogelijk de router dichterbij de
Het draadloze signaal wordt verstoord door een magnetron in de buurt van de oven.
Oplossing
Herstart de router.
Raadpleeg het hoofdstuk "Voor het eerste ge‐ bruik", Draadloze verbinding, om de oven en het mobiele apparaat opnieuw te configureren.
oven.
Schakel de magnetron uit.

12.2 Hoe te beheren: Foutcodes

Wanneer de softwarefout optreedt, geeft het display een foutmelding weer. In deze sectie vindt u de lijst met problemen die u zelf kunt oplossen.
Code en omschrijving Oplossing
F601 - er is een probleem met het Wi-Fi-sig‐ naal.
F604 - de eerste verbinding met Wi-Fi is mis‐ lukt.
Controleer uw netwerkverbinding. Raadpleeg het hoofdstuk 'Voor het eerste gebruik', Draad‐ loze verbinding.
Zet de oven uit en aan en probeer het opnieuw. Raadpleeg het hoofdstuk 'Voor het eerste ge‐ bruik', Draadloze verbinding.
F908 - het ovensysteem kan geen verbinding maken met het bedieningspaneel.
Schakel de oven uit en in.
Wanneer een van deze foutmeldingen op het display blijft verschijnen, betekent dit dat een defect subsysteem mogelijk is uitgeschakeld. Neem in dat geval contact op met uw dealer of een erkend servicecentrum. Als een van deze fouten optreedt, zal de rest van de ovenfuncties blijven werken zoals gewoonlijk.
36/48
Page 37
PROBLEEMOPLOSSING
Code en omschrijving Oplossing
F131 - de temperatuur van de magnetronsen‐ sor is te hoog.
F602, F603 - Wi-Fi is niet beschikbaar. Schakel de oven uit en in.
Zet de oven uit en wacht tot deze is afgekoeld. Zet de oven weer aan.

12.3 Onderhoudsgegevens

Als u niet zelf het probleem kunt verhelpen, neem dan contact op met uw verkoper ofeen erkende serviceafdeling. De contactgegevens van het servicecentrum staan op het typeplaatje. Het typeplaatje bevindt zich aan de voorkant van de binnenkant van de oven. Verwijder het typeplaatje niet uit de ovenruimte.
Wij adviseren u om de gegevens hier te noteren:
Model (MOD.) .........................................
Productnummer (PNC) .........................................
Serienummer (S.N.) .........................................
37/48
Page 38

13. ENERGIEZUINIGHEID

13.1 Energiebesparing

Deze oven bevat functies die u helpen energie te besparen tijdens het dagelijks koken.
Zorg ervoor dat de ovendeur gesloten is als u de oven in werking stelt. Open de ovendeur niet te vaak tijdens gebruik. Houd het deurrubber schoon en zorg ervoor dat het goed op zijn plaats vastzit. Gebruik metalen kookgerei om meer energie te besparen(alleen als u geen magnetronfunctie gebruikt). Verwarm de oven indien mogelijk niet voor het koken voor. Houd de onderbrekingen tussen het bakken zo kort mogelijk als u een aantal gerechten tegelijkertijd bereidt.
Bereiding met hete lucht
Gebruik indien mogelijk de bereidingsfuncties met hete lucht om energie te besparen.
Restwarmte
Bij sommige ovenfuncties worden, als een programma met tijdselectie (Duur of Einde) in werking is en de bereidingstijd langer is dan 30 minuten, de verwarmingselementen automatisch eerder uitgeschakeld. De lamp en ventilator blijven wel werken. Wanneer u de oven uitschakelt, geeft het display de restwarmte aan. U kunt die warmte gebruiken om het eten warm te houden. Wanneer de kookduur langer is dan 30 minuten, verlaag dan de oventemperatuur tot minimaal 3-10 minuten voor het einde van het koken. De restwarmte in de oven zorgt ervoor dat het gerecht wordt voltooid. U kunt de restwarmte gebruiken om andere maaltijden op te warmen.
Eten warm houden
Kies de laagst mogelijke temperatuurinstelling om de restwarmte te gebruiken en een maaltijd warm te houden. Het indicatielampje van de restwarmte of temperatuur verschijnt op het display.
Koken met de verlichting uitgeschakeld
Schakel de verlichting tijdens het koken uit. Doe het aan als u het nodig heeft.
38/48
Page 39

14. MENUSTRUCTUUR

14.1 Menu

Selecteer: Menu en druk op de knop.
Menu-item Applicatie
Favorieten Toont overzicht van de favoriete in‐
Kook- En Bakassistent Toont overzicht van de automatische
Opties Om de ovenconfiguratie in te stellen.
Instellingen Aansluitingen Om de netwerkconfiguratie in te stel‐
Instelling Om de ovenconfiguratie in te stellen.
Service Toont de softwareversie en -configu‐
stellingen.
programma's.
len.
ratie.

14.2 Submenu voor: Opties

Submenu Toepassing
Binnenverlichting Schakelt de lamp in en uit.
Lamp icoon zichtbaar Er verschijnt een lamppictogram op het scherm.
Kinderslot Voorkomt accidentele activering van de oven. Wanneer de
optie is ingeschakeld, verschijnt de tekst "Kinderslot" op het scherm wanneer u de oven inschakelt. Om het ovengebruik in te schakelen, kiest u de codeletters in alfabetische volg‐ orde.
Snel opwarmen Verkort de opwarmtijd. Het is alleen beschikbaar voor een
aantal ovenfuncties.
39/48
Page 40
MENUSTRUCTUUR

14.3 Submenu voor: Aansluitingen

Submenu Beschrijving
Wi-Fi Om in en uit te schakelen: Wi-Fi.
Bediening op afstand Om de afstandsbediening in en uit te schakelen.
Netwerk Om de netwerkstatus en het signaalvermogen van het vol‐
Automatische bediening op af‐ stand
Vergeet netwerk Om het huidige netwerk uit te schakelen van automatische
Optie alleen zichtbaar nadat u het volgende inschakelt: Wi­Fi.
gende te controleren: Wi-Fi.
Om de bediening op afstand automatisch te starten na het indrukken van BEGIN. Optie alleen zichtbaar nadat u het volgende inschakelt: Wi­Fi.
verbinding met de oven.

14.4 Submenu voor: Instelling

Submenu Omschrijving
Taal Stel de oventaal in.
Dagtijd Stelt de huidige tijd en datum in.
Tijdisindicatie Schakelt de klok in en uit.
Digitale klokstijl Wijzigt de indeling van de weergegeven tijdsaanduiding.
Toetstonen Schakelt de toon van de aanraakvelden in en uit. Het is niet
mogelijk om de tonen te dempen voor: , .
Alarmsignalen Schakelt de alarmtonen in en uit.
Geluidsvolume Stelt het volume van de belangrijkste tonen en signalen in.
Helderheid display Stelt de helderheid van het display in.
40/48
Page 41
MENUSTRUCTUUR

14.5 Submenu voor: Service

Submenu Beschrijving
Demofunctie Activerings-/deactiveringscode: 2468
Licentie Informatie over licenties.
Softwareversie Informatie over softwareversie.
Terug naar fabrieksinstellingen Herstelt fabrieksinstellingen.
Reset alle pop-ups Herstelt alle pop-ups naar de oorspronkelijke instellingen.
41/48
Page 42

15. HET IS HEEL GEMAKKELIJK!

Voorafgaand aan het eerste gebruik moet u het volgende instellen:
Taal Helderheid display Geluidsvolume Dagtijd
Maak uzelf vertrouwd met de basispictogrammen op het bedieningspaneel en het display:
Aan / Uit Informatie Timer opties
Start met het gebruik van de oven
Snel starten Zet de oven aan
Snel uit Schakel de oven
MW snel star‐ ten
Begin met koken
en begin met ko‐ ken met de stan‐ daardtempera‐ tuur en -tijd van de functie.
uit op elk ge‐ wenst moment, elk scherm of bericht.
Start de magne‐ tron op elk ge‐ wenst moment met de stan‐ daardinstellin‐ gen: 30 sec / 1000 W.
Stap 1 Stap 2 Stap 3
Ingedrukt hou‐
den: .
- houd ingedrukt tot de oven uitschakelt.
Druk op: .
- druk op de ovenfunctie en druk dan op de knop.
/
Druk op:
.
Stap 1 Stap 2 Stap 3 Stap 4
- druk hierop om de oven in te
schakelen.
42/48
- selecteer de ver‐
warmingsfunctie en
druk op de knop.
- draai aan de
knop om de tem‐
peratuur in te stel‐
len en druk erop.
- druk hierop om te beginnen met koken.
Page 43
+1 min +5 min +10 min
HET IS HEEL GEMAKKELIJK!
Leer snel koken
Gebruik de automatische programma’s om snel een gerecht te koken met de standaardin‐ stellingen:
Stap 1 Stap 2 Stap 3 Stap 4 Stap 5
Druk op: .
Gebruik snelle functies om de kooktijd in te stellen of de kookfunctie te wijzigen
Snelle timerinstellingen
Gebruik de meest gebruikte timerinstellingen door te kiezen uit de snelkoppelingen.
10% Finish assist
Gebruik 10% Finish assist om extra tijd toe te voegen of de kookfunctie te wijzigen wanneer er nog 10% van de kooktijd over is.
Selecteer: Menu. Druk op de knop.
Selecteer: Kook­En Bakassistent. Druk op de knop.
Stap 1 Stap 2
Selecteer: Timer . Druk op de knop.
pictogram om de kooktijd te verlengen.
Functie wijzigen:
Selecteer de gewenste functie ­selecteer de gewenste functie. Druk op de knop.
Kies de voed‐ selcategorie.
Selecteer de gewen‐ ste timerwaarde en druk op de knop.
- druk op het gewenste tijd‐
Kies het gerecht en druk op de knop.
43/48
Page 44
MENU
ON
MENU

16. GEBRUIK EEN SNELKOPPELING!

Hier ziet u alle handige snelkoppelingen. U kunt ze ook vinden in de speciale hoofdstukken in de gebruikershandleiding.
Draadloze verbinding
Instellen: Verwarmingsfuncties
Instellen: Kook- en bakassistent
Instellen: Bereidingstijd
Uitstellen: Begin en einde van het koken
Annuleren: Timer instellen
44/48
Page 45
17. MILIEUBESCHERMING
Recycleer de materialen met het symbool . Gooi de verpakking in een geschikte afvalcontainer om het te recycleren. Bescherm het milieu en de volksgezondheid en recycleer op een correcte manier het afval van elektrische en elektronische apparaten. Gooi apparaten
gemarkeerd met het symbool niet weg met het huishoudelijk afval. Breng het product naar het milieustation bij u in de buurt of neem contact op met de gemeente.
45/48
*
Page 46
46/48
Page 47
47/48
Page 48
www.aeg.com/shop
867353995-D-352020
Loading...