AEG KME 561000 M User Manual [nl]

USER MANUAL
KME561000M
NL Gebruiksaanwijzing
Combimagnetron
www.aeg.com
2

INHOUDSOPGAVE

VOOR PERFECTE RESULTATEN
Bedankt dat u voor dit AEG-product heeft gekozen. Dit apparaat is ontworpen om vele jaren uitstekend te presteren, met innovatieve technologieën die het leven gemakkelijker helpen maken met functies die gewone apparaten wellicht niet hebben. Neem een paar minuten de tijd om het door te lezen zodat u er optimaal van kunt profiteren.
Ga naar onze website voor:
Advies over gebruik, brochures, het oplossen van problemen en onderhoudsinformatie:
www.aeg.com/webselfservice
Registreer uw product voor een betere service:
www.registeraeg.com
Koop accessoires, verbruiksartikelen en originele reserveonderdelen voor uw apparaat:
www.aeg.com/shop
KLANTENSERVICE
Gebruik altijd originele onderdelen. Als u contact opneemt met de klantenservice zorg dat u de volgende gegevens bij de hand hebt: model, productnummer, serienummer. Deze informatie wordt vermeld op het typeplaatje.
Waarschuwing / Belangrijke veiligheidsinformatie Algemene informatie en tips Milieu-informatie
Wijzigingen voorbehouden.

VEILIGHEIDSINFORMATIE

1.
Lees zorgvuldig de meegeleverde instructies voor installatie en gebruik van het apparaat. De fabrikant is
NEDERLANDS
niet verantwoordelijk voor letsel of schade veroorzaakt door een verkeerde installatie of verkeerd gebruik. Bewaar de instructies altijd op een veilige en toegankelijke plaats voor toekomstig gebruik.

1.1 Veiligheid van kinderen en kwetsbare mensen

Dit apparaat kan worden gebruikt door kinderen van 8
jaar en ouder en door mensen met beperkte lichamelijke, zintuiglijke of verstandelijke vermogens of een gebrek aan ervaring en kennis, indien zij onder toezicht staan of instructies hebben gekregen over het veilig gebruiken van het apparaat en indien zij de eventuele gevaren begrijpen.
Laat kinderen niet met het apparaat spelen.
Houd alle verpakking uit de buurt van kinderen en
gooi het op passende wijze weg.
Houd kinderen en huisdieren uit de buurt van het
apparaat als het in werking is of afkoelt. Het apparaat is heet.
Als het apparaat is voorzien van een kinderslot, dient
dit te worden geactiveerd.
Kinderen mogen zonder toezicht geen reinigings- en
onderhoudswerkzaamheden aan het apparaat uitvoeren.
Kinderen van 3 jaar en jonger moeten tijdens de
werking van dit apparaat altijd uit te buurt worden gehouden.
3

Algemene veiligheid

1.2
Alleen een erkende installatietechnicus mag het
apparaat installeren en de kabel vervangen.
WAARSCHUWING: Het apparaat en de toegankelijke
onderdelen ervan worden heet tijdens gebruik. U dient op te passen dat u de verwarmingselementen niet aanraakt. Houd kinderen jonger dan 8 jaar uit de buurt of onder permanent toezicht.
Gebruik altijd ovenhandschoenen om accessoires of
kookgerei te plaatsen of verwijderen.
4
www.aeg.com
Zet de stroomtoevoer uit alvorens onderhoud te
plegen.
Zorg ervoor dat het apparaat is uitgeschakeld voordat
u de lamp vervangt om elektrische schokken te
voorkomen.
Gebruik geen stoomreiniger om het apparaat schoon
te maken.
Gebruik nooit agressieve reinigingsmiddelen of
scherpe metalen schrapers om de glazen deur schoon
te maken, deze kunnen krassen veroorzaken op het
oppervlak, waardoor het glas zou kunnen breken.
Als het netsnoer beschadigd is, moet de fabrikant,
een erkende serviceverlener of een gekwalificeerd
persoon deze vervangen teneinde gevaarlijke situaties
te voorkomen.
Schakel het apparaat niet in als het leeg is. Metalen
delen in de ovenruimte kunnen elektrische vonken
veroorzaken.
Tijdens bereiding in de magnetron zijn geen metalen
voedselbakjes en drinkbekers toegestaan. Deze
vereiste is niet van toepassing als de fabrikant heeft
aangegeven dat het formaat en de vorm van het
metalen voorwerp geschikt is voor bereiding in de
magnetron.
Als de deur, scharnieren/handgrepen of
deurafdichtingen zijn beschadigd, mag het apparaat
niet worden gebruikt tot hij is gerepareerd door een
vakkundig persoon.
Alleen een vakkundig persoon kan onderhouds- of
reparatiewerkzaamheden uitvoeren waarvoor de
afdekking moet worden verwijderd die beschermd
tegen blootstelling aan magnetronenergie.
Verwarm geen vloeistoffen of andere levensmiddelen
in afgesloten houders. Deze kunnen dan ontploffen.
Gebruik alleen hulpstukken die geschikt zijn voor
gebruik in de magnetron.
Let bij het opwarmen van voedsel in plastic of
NEDERLANDS 5
papieren houders op het apparaat vanwege de mogelijkheid tot zelfontbranding.
Het apparaat is bedoeld voor het opwarmen van
voedsel en dranken. Het drogen van levensmiddelen of kleding en het opwarmen van warmhoudpads, slippers, sponzen, vochtige doekjes en dergelijke kan leiden tot letsel, zelfontbranding of brand.
Als rook wordt waargenomen, zet dan het apparaat uit
of trek de stekker uit het stopcontact en houd de deur gesloten om vlammen te doven.
Het in de magnetron opwarmen van dranken kan
ertoe leiden dat het langer duurt voordat het kookpunt wordt bereikt. Pas op als u de houder uit de magnetron haalt.
De inhoud van melkflesjes en potjes babyvoeding
moet worden geroerd of geschud en de temperatuur moet voor consumptie worden gecontroleerd om brandwonden te voorkomen.
Eieren in de schaal en hele hardgekookte eieren
mogen niet in het apparaat worden opgewarmd omdat ze dan kunnen ontploffen, zelfs nadat de magnetronverwarming is beëindigd.
Het apparaat moet regelmatig worden gereinigd en
voedselresten dienen te worden verwijderd.
Het niet schoonhouden van het apparaat kan leiden
tot beschadigingen aan het oppervlak hetgeen weer een negatief effect kan hebben op de levensduur van het apparaat wat weer kan leiden tot een gevaarlijke situatie.
2.

VEILIGHEIDSVOORSCHRIFTEN

2.1 Montage

WAARSCHUWING!
Alleen een erkende installatietechnicus mag het apparaat installeren.
• Verwijder alle verpakkingsmaterialen.
• Installeer en gebruik geen beschadigd apparaat.
• Volg de installatie-instructies op die zijn meegeleverd met het apparaat.
• Pas altijd op bij verplaatsing van het apparaat, want het is zwaar. Gebruik altijd veiligheidshandschoenen en gesloten schoeisel.
6
www.aeg.com
• Trek het apparaat nooit aan de handgreep van zijn plaats.
• Houd de minimumafstand naar andere apparaten en units in acht.
• Zorg ervoor dat het apparaat onder en naast veilige installaties wordt geïnstalleerd.
• De zijkanten van het apparaat moeten naast apparaten of units staan van dezelfde hoogte.
• Het apparaat is uitgerust met een elektrisch koelsysteem. Het heeft elektrische stroom nodig.

2.2 Elektrische aansluiting

WAARSCHUWING!
Gevaar voor brand en elektrische schokken.
• Alle elektrische aansluitingen moeten door een gediplomeerd elektromonteur worden gemaakt.
• Dit apparaat moet worden aangesloten op een geaard stopcontact.
• Controleer of de elektrische informatie op het typeplaatje overeenkomt met de stroomvoorziening. Zo niet, neem dan contact op met een elektromonteur.
• Gebruik altijd een correct geïnstalleerd, schokbestendig stopcontact.
• Gebruik geen meerwegstekkers en verlengsnoeren.
• Zorg dat u de hoofdstekker en kabel niet beschadigt. Indien de voedingskabel moet worden vervangen, dan moet dit gebeuren door onze Klantenservice.
• Laat de stroomkabel niet in aanraking komen met de deur van het apparaat, met name niet als deze heet is.
• De schokbescherming van delen onder stroom en geïsoleerde delen moet op zo'n manier worden bevestigd dat het niet zonder gereedschap kan worden verplaatst.
• Steek de stekker pas in het stopcontact als de installatie is voltooid. Zorg ervoor dat het netsnoer na installatie bereikbaar is.
• Sluit de stroomstekker niet aan op een losse stroomaansluiting.
• Trek niet aan het netsnoer om het apparaat los te koppelen. Trek altijd aan de stekker.
• Gebruik alleen de juiste isolatie­apparaten: stroomonderbrekers, zekeringen (schroefzekeringen moeten uit de houder worden verwijderd), aardlekschakelaars en contactgevers.
• De elektrische installatie moet een isolatieapparaat bevatten waardoor het apparaat volledig van het lichtnet afgesloten kan worden. Het isolatieapparaat moet een contactopening hebben met een minimale breedte van 3 mm.
• Dit apparaat voldoet aan de EEG­richtlijnen.

2.3 Gebruik

WAARSCHUWING!
Gevaar op letsel, brandwonden, elektrische schokken of een explosie.
• Dit apparaat is uitsluitend bestemd voor huishoudelijk gebruik.
• De specificatie van het apparaat mag niet worden veranderd.
• Zorg ervoor dat de ventilatieopeningen niet geblokkeerd zijn.
• Laat het apparaat tijdens het gebruik niet onbeheerd achter.
• Schakel het apparaat telkens na gebruik uit.
• Wees voorzichtig met het openen van de deur van het apparaat als het apparaat aan staat. Er kan hete lucht ontsnappen.
• Bedien het apparaat niet met natte handen of als het contact maakt met water.
• Oefen geen kracht uit op een geopende deur.
• Het apparaat mag niet worden gebruikt als werkblad of aanrecht.
• Open de deur van het apparaat voorzichtig. Als u alcoholische toevoegingen gebruikt, kan er alcohol-luchtmengsel ontstaan.
• Houd vonken of open vlammen uit de buurt van het apparaat bij het openen van de deur.
NEDERLANDS
7
• Plaats geen ontvlambare producten of gerechten die vochtig zijn gemaakt met ontvlambare producten in, bij of op het apparaat.
• De magnetronfunctie mag niet worden gebruikt om de oven voor te verwarmen.
WAARSCHUWING!
Risico op schade aan het apparaat.
• Om schade of verkleuring van het email te voorkomen:
– leg geen aluminiumfolie op de
bodem van het apparaat.
– plaats geen water direct in het
hete apparaat.
– haal vochthoudende schotels en
eten uit het apparaat als u klaar bent met koken.
– wees voorzichtig bij het
verwijderen of bevestigen van accessoires.
• Verkleuring van het email heeft geen ongewenst effect op de werking van het apparaat.
• Gebruik een diepe pan voor vochtige taarten. Fruitsappen kunnen permanente vlekken maken.
• Dit apparaat is uitsluitend bestemd om mee te koken. Het mag niet worden gebruikt voor andere doeleinden, zoals het verwarmen van een kamer.
• Alle bereidingen moeten worden uitgevoerd met gesloten ovendeur.
• Als het apparaat achter een meubelpaneel gemonteerd is (bijv. een deur), zorg er dan voor dat de deur nooit gesloten is als het apparaat in werking is. Warmte en vocht kunnen achter een gesloten meubelpaneel ophopen en schade aan het apparaat, de behuizing of de vloer veroorzaken. Sluit het meubelpaneel niet tot het apparaat volledig afgekoeld is na gebruik.

2.4 Onderhoud en reiniging

WAARSCHUWING!
Gevaar voor letsel, brand en schade aan het apparaat.
• Schakel het apparaat uit en trek de stekker uit het stopcontact voordat u onderhoudshandelingen verricht.
• Zorg dat het apparaat is afgekoeld. Er bestaat een risico dat de glasplaten kunnen breken.
• Vervang direct de glazen deurpanelen als deze beschadigd zijn. Neem contact op met de erkende servicedienst.
• Zorg ervoor dat de ovenruimte en de deur na elk gebruik worden afgeveegd. Stoom geproduceerd tijdens de werking van het apparaat condenseert op de wanden en kan roest veroorzaken.
• Reinig het apparaat regelmatig om te voorkomen dat het materiaal van het oppervlak achteruitgaat.
• Vet en voedsel dat in het apparaat achterblijft kan brand en een vlamboog veroorzaken als de magnetronfunctie in werking wordt gezet.
• Reinig het apparaat met een vochtige zachte doek. Gebruik alleen neutrale reinigingsmiddelen. Gebruik geen schuurmiddelen, schuursponsjes, oplosmiddelen of metalen voorwerpen.
• Raadpleeg als u een ovenspray gebruikt eerst de aanwijzingen op de verpakking.
• Reinig niet het katalytisch email (indien van toepassing) met een schoonmaakmiddel.

2.5 Binnenverlichting

• De gloeilampen of halogeenlampen in dit apparaat zijn uitsluitend bedoeld voor gebruik in huishoudelijke apparaten. Gebruik deze niet voor andere doeleinden.
WAARSCHUWING!
Gevaar voor elektrische schokken!
• Voordat u het lampje vervangt, dient u de stekker van het apparaat uit het stopcontact te halen.
• Gebruik alleen lampjes met dezelfde specificaties.
1 3 642 5
12
4
3
1
2
10
11
7 8 9
www.aeg.com8

2.6 Verwijdering

WAARSCHUWING!
Gevaar voor letsel of verstikking.
• Haal de stekker uit het stopcontact.
• Snijd het netsnoer vlak bij het apparaat af en gooi het weg.
• Verwijder de deurvergrendeling om te voorkomen dat kinderen of
huisdieren binnen in het apparaat vast komen te zitten.

2.7 Servicedienst

• Neem contact op met een erkende servicedienst voor reparatie van het apparaat.
• Gebruik uitsluitend originele reserveonderdelen.

3. BESCHRIJVING VAN HET PRODUCT

3.1 Algemeen overzicht

Bedieningspaneel
1
Knop voor de ovenfuncties
2
Stroomlampje/symbool
3
Elektronische tijdschakelklok
4
Temperatuurlampje en
5
magnetronstroomlampje / symbool Temperatuurknop /
6
magnetronvermogen Verwarmingselement
7
Magnetrongenerator
8
Lampje
9
Ventilator
10
Verwijderbare inschuifrail
11
Roosterhoogtes
12

3.2 Accessoires

Bakrooster
Voor kookgerei, bak- en braadvormen.
Bakplaat
Voor gebak en koekjes.

4. VOOR HET EERSTE GEBRUIK

NEDERLANDS 9
WAARSCHUWING!
Raadpleeg de hoofdstukken Veiligheid.
Raadpleeg voor het instellen van de dagtijd het hoofdstuk "Klokfuncties".

4.1 Eerste reiniging

Verwijder all accessoires en verwijderbare inschuifrails uit het apparaat.

5. DAGELIJKS GEBRUIK

WAARSCHUWING!
Raadpleeg de hoofdstukken Veiligheid.

5.1 Verzonken knoppen

Om het apparaat te bedienen, moet u op de bedieningsknop drukken. De bedieningsknop komt naar voren.

5.2 Het apparaat aan- en uitzetten

Het hangt van het model of uw apparaat knopsymbolen, indicatielampjes of lampjes heeft:
• Het indicatielampje gaat aan wanneer de oven opwarmt.
• Het lampje gaat aan als het apparaat in werking is.
• Het symbool geeft aan of de knop de kookzones, de ovenfuncties of de temperatuur bedient.
Zie het hoofdstuk 'Onderhoud en reiniging'.
Reinig het apparaat en de accessoires voor het eerste gebruik. Zet de accessoires en verwijderbare inschuifrails terug in de beginstand.
1. Zet de functieknop van de oven op
een ovenfunctie. Hiermee wordt het apparaat automatisch geactiveerd met de standaardinstellingen.
2. Draai de knop voor de temperatuur /
magnetronvermogen om de temperatuur in te stellen.
3. Draai, om het apparaat uit te
schakelen, de functieknop van de oven op de uitstand.
www.aeg.com10

5.3 Ovenfuncties

Ovenfunctie Toepassing
Uit-stand Het apparaat staat uit.
Binnenverlichting Het lampje activeren zonder een bereidingsfunctie.
Magnetron Creëert de warmte direct in het eten. Gebruik de mag-
netron voor het verwarmen van kant-en-klare maaltij­den en drankjes, het ontdooien van vlees of fruit en het bereiden van groenten en vis.
Multi Hetelucht Om op 2 rekstanden te bakken en tegelijk voedsel te
drogen.Stel de temperatuur 20 - 40 °C lager in dan bij Boven- en onderwarmte.
Pizza Hetelucht Om gerechten op één niveau te bakken met intensief
bruinen en een krokantere korst. Stel de temperatuur 20 - 40 °C lager in dan voor Boven + onderwarmte.
Boven-/Onder­warmte
Onderwarmte Voor het bakken van cake met een knapperige bodem
Voor het bakken en braden op 1 ovenniveau.
en voor het inmaken van voedsel.
Ontdooien Om bevroren gerechten te ontdooien.
Grill Om vlak voedsel te grillen en te toasten.
Grill Intens Voor het roosteren van plat voedsel in grote hoeveel-
heden en voor het maken van toast.
Circulatiegrill Voor het braden van grotere stukken vlees of gevogel-
te met botten op 1 niveau. Ook om te gratineren en te bruinen.
De verlichting kan tijdens sommige ovenfuncties automatisch uitschakelen als de temperatuur onder de 60°C komt.

5.4 Weergave

A B C
D
EFG
A. Timer B. Opwarmen en restwarmte-indicatie C. Magnetronfunctie D. Vleesthermometer (alleen
geselecteerde modellen)
E. Deurslot (alleen geselecteerde
modellen)
F. Uren/minuten G. Klokfuncties

5.5 Toetsen

Knop Functie Beschrijving
KLOK De klokfunctie instellen.
MIN Om de tijd in te stellen.
MAGNETRON De magnetronfunctie instellen. Houd de
knop langer dan 3 seconden ingedrukt om de ovenlamp in of uit te schakelen. Het licht kan ook gebruikt worden als het apparaat is uitgeschakeld.
PLUS Om de tijd in te stellen.
NEDERLANDS 11
TEMPERATUUR De oventemperatuur of de temperatuur

5.6 Controlelampje bij voorverwarmen

Als u een ovenfunctie inschakelt, gaan de balkjes op het display een voor een

6. MAGNETRONSTAND

6.1 Magnetron

Algemeen:
LET OP!
Stel het apparaat nooit in werking als er zich geen voedsel in bevindt.
• Laat het voedsel na het uitschakelen van het apparaat enkele minuten rusten. Zie de
van de vleesthermometer (indien van toe­passing). Alleen gebruiken indien er een ovenfunctie in werking is.
branden. De balkjes geven aan dat de oventemperatuur toeneemt of afneemt.
magnetronbereidingstabellen: rusttijd.
• Verwijder de verpakking van aluminiumfolie, metalen bakjes, enz. voordat u het voedsel bereidt.
• Het wordt niet aanbevolen in de magnetronstand meer dan een niveau te gebruiken.
• Leg het voedsel op een bord en zet het indien niet anders aangegeven op de bodem van de ruimte.
www.aeg.com12
• Roer, indien mogelijk, altijd het voedsel door voor het opdienen.
Bakken:
• Kook het eten zo mogelijk bedekt met materiaal dat geschikt is voor gebruik in de magnetron. Bereid voedsel slechts zonder het te bedekken als u een korst wilt behouden.
• Zorg dat u de gerechten niet te lang kookt, door het vermogen en de tijd te hoog in te stellen. Het voedsel kan uitdrogen, verbranden of op sommige plekken hard worden.
• Gebruik het apparaat niet om eieren in hun schaal en slakken te bereiden, omdat ze kunnen barsten. Bij gebakken eieren, moet u het eigeel eerst doorprikken.
• Prik eten met 'vel' of 'schil', zoals aardappelen, tomaten, worstjes, een paar keer met een vork in voordat u het in de magnetron plaatst, zodat het eten niet barst.
• Voor gekoeld of bevroren eten is een langere bereidingstijd nodig.
• Gerechten met saus moeten van tijd tot tijd worden geroerd.
• Draai grotere stukken halverwege de bereidingstijd om.
• Snij groenten zo mogelijk in stukjes van gelijke grootte.
• Gebruik platte, brede schalen of borden.
• Gebruik geen kookgerei gemaakt van porselein, keramisch materiaal of aardewerk met kleine gaatjes, bijv. op handgrepen. Er kan vocht in de openingen komen, waardoor het kookgerei bij verhitting kan barsten.
Vlees, gevogelte, vis ontdooien:
• Plaats het bevroren, uitgepakte voedsel op een klein omgekeerd bord met een bakje eronder of op een ontdooirek of plastic zeef, zodat de dooivloeistof kan weglopen.
• Draai het voedsel halverwege de ontdooitijd om. Verdeel de stukken zo mogelijk opnieuw en verwijder de stukken die al zijn ontdooid.
Boter, gebakjes, kwark ontdooien:
• Ontdooi nooit volledig in het apparaat, maar laat geheel ontdooien bij kamertemperatuur. Dit geeft een meer gelijkmatig resultaat. Verwijder metalen of aluminium verpakking of onderdelen volledig voordat u begint te ontdooien.
Fruit, groenten ontdooien:
• Als fruit en groenten rauw moeten blijven, ontdooi ze niet in het apparaat maar laat ze geheel ontdooien bij kamertemperatuur.
• U kunt een hoger magnetronvermogen gebruiken om fruit en groenten te bereiden zonder ze eerst te ontdooien.
Kant-en-klaarmaaltijden:
• Kant-en-klaarmaaltijden in metalen verpakking of plastic bakjes met metalen afdekking mogen alleen in de magnetron worden ontdooid of verwarmd, als ze speciaal zijn voorbestemd voor gebruik in de magnetron.
• U moet de op de verpakking afgedrukte instructies van de fabrikant opvolgen (bijv. metalen afdekking verwijderen en plastic folie doorprikken).

6.2 Geschikt kookgerei en materialen

Materiaal van de pannen Magnetron Grill
Ontdooi-enOpwar-
men
Ovenbestendig glas en porselein zonder metalen onderdelen, bijv. Py­rex, hittebestendig glas
Koken
NEDERLANDS 13
Materiaal van de pannen Magnetron Grill
Ontdooi-enOpwar-
Koken
men
Niet-ovenbestendig glas en porse-
1)
lein
X X X
Grillrooster, glas en glaskeramiek ge­maakt van ovenbestendig/vriesbe­stendig materiaal bijv. Arcoflam
Keramisch2), aardewerk
2)
Hittebestendig plastic tot 200 °C
3)
X
X
Karton, papier X X X
Huishoudfolie X X X
Bakpapier met magnetronveilige af-
3)
dichting
Ovenschotels gemaakt van metaal,
X X X
d.w.z. emaille, gietijzer
Bakvormen, zwarte lak of siliconen-
3)
laag
X X X
Bakplaat X X X
Bakrooster X X X
Braadpannen, bijv. Crostino of
X X
Crunch-bord
Kant-en-klare maaltijden in de ver-
3)
pakking
1)
Zonder zilveren, gouden, platinum of metalen laag/versieringen.
2)
Zonder quartz of metalen onderdelen, of glas dat metalen bevat
3)
U dient de instructies van de fabrikant over de maximum temperaturen na te leven.

6.3 Tips voor de magnetron

Resultaat Oplossing
U kunt de gegevens over de hoeveel­heid voedselbereiding niet vinden.
Vind details voor gelijkaardige soorten voedsel. Verhoog of verlaag de bereidingstijd aan de hand van deze richtlijn: verdubbel de hoeveel­heid - ca. verdubbeling van de bereidingstijd, hal­veer de hoeveelheid - halveer de tijd.
X
www.aeg.com14
Resultaat Oplossing
Het voedsel is na bereiding te droog. Stel een kortere bereidingstijd in of selecteer een
lagere magnetronstand en bedek het voedsel met een geschikt materiaal voor gebruik in een magnetron.
Het eten is nog steeds niet ontdooid, heet of gekookt nadat de bereidings­tijd is verstreken.
Als de bereidingstijd is verstreken, is het eten aan de rand verbrand, maar in het midden nog steeds niet gaar.
Stel een langere bereidingstijd in of selecteer een hoger magnetronvermogen. Denk eraan dat voor grotere gerechten er een langere bereidingstijd nodig is. Roer het voedsel om tijdens de berei­ding.
Kies de volgende keer een lager vermogen en een langere bereidingstijd. Roer vloeistoffen hal­verwege de bereidingstijd even door, bijv. soe­pen.
Overige zaken om rekening mee te houden...
• Voedsel heeft verschillende vormen en eigenschappen. Het wordt bereid in verschillende hoeveelheden. Om deze reden kan de benodigde tijd en het vermogen voor ontdooien, verwarmen of bereiden variëren. Als grove richtlijn: dubbele hoeveelheid
- ca. dubbele bereidingstijd.
• De magnetron creëert de warmte direct in het voedsel. Daarom kunnen niet alle plaatsen tegelijkertijd worden verwarmd. U dient de verwarmde schotels te roeren en draaien, in het bijzonder bij grotere hoeveelheden voedsel.
• De rusttijd wordt in de tabellen gegeven. Laat het eten rusten, in het apparaat of erbuiten, zodat de warmte gelijkmatiger wordt verdeeld.
• Pas het vermogen aan naargelang de hoeveelheid voedsel. Een hoog vermogen kan een kleine hoeveelheid voedsel doen aanbranden of vonken opwekken als u de accessoires gebruikt.
• U krijgt betere resultaten met rijst als u een platte, brede schaal gebruikt.
6.4 De magnetronfunctie
instellen
1. Draai aan de functieknop van de
oven om een magnetronfunctie te
selecteren . Het display toont een standaard magnetronvermogen en een standaardwaarde voor de duurtijd­functie.
2. Draai de knop voor de temperatuur /
het magnetronvermogen om de
magnetroninstellingen te wijzigen.
Het vermogen kan worden gewijzigd
in stappen van 100 W.
3. Druk op en dan op / om de
bereidingsduur in te stellen. Het apparaat begint na enkele seconden automatisch te werken. Als de ingestelde tijd ten einde komt, klinkt er een geluidssignaal en wordt de magnetronfunctie automatisch gedeactiveerd.
4. Draai de knop voor de ovenfuncties
naar de uit-stand. Als de magnetronfunctie geactiveerd is, kunt u:
• het vermogen wijzigen.
• het vermogen controleren. Druk op
.
Als u de deur van de oven opent, stopt de functie. Raak
aan om de functie weer
te starten.
NEDERLANDS 15

6.5 Combifunctie instellen

U kunt de magnetronfunctie aan iedere willekeurige verwarmingsfunctie toevoegen.
Gebruik het om de verwarmingsfunctie en de magnetronmodus tegelijkertijd te gebruiken. Om gerechten korter te
Ongeveer 5 graden voordat de ingestelde temperatuur is bereikt klinkt er een geluidsignaal. Als de ingestelde tijd is afgelopen klinkt er opnieuw een geluidsignaal en gaan de ovenfunctie en de magnetronfunctie automatisch uit.
4. Draai de functieknop naar de uit-
stand.
bereiden en tegelijkertijd een bruin korstje te geven.
1. Verdraai de functieknop om de
ovenfunctie te selecteren. In het display verschijnt een standaardtemperatuur.
2. Verander de temperatuur.
6.6 Voorbeelden van
kooktoepassingen voor de instellingen van het vermogen
De gegevens in de volgende tabel dienen slechts als richtlijn.
3. Druk op . Zie "Magnetronfunctie
instellen" en start bij stap 2. Merk op
dat de magnetronfunctie start zodra
de ingestelde temperatuur is bereikt.
Als u de magnetronfunctie met de Duur-functie voor langer dan 7 minuten gebruikt en in de combi­modus, kan het magnetronvermogen niet meer zijn 600 W.
Vermogeninstelling Toepassing
• 1000 Watt
• 900 Watt
• 800 Watt
• 700 Watt
• 600 Watt
• 500 Watt
• 400 Watt
• 300 Watt
• 200 Watt
• 100 Watt Vlees, vis en brood ontdooien
Verwarmen van vloeistof Dichtschroeien aan het begin van het kookproces Koken van groenten Smelten van gelatine en boter
Ontdooien en verwarmen van bevroren maaltijden Een maaltijd op een bord verwarmen Stoofpot sudderen Eiergerechten koken
Maaltijden door laten koken Delicaat voedsel koken Babyvoeding verwarmen Rijst laten sudderen Delicaat voedsel verwarmen Kaas smelten
Kaas, room en boter ontdooien Fruit en cake ontdooien (gebak) Gistdeeg laten rijzen Koude gerechten en drankjes verwarmen
www.aeg.com
16

7. KLOKFUNCTIES

7.1 Tabel klokfuncties

Klokfunctie Toepassing
DAGTIJD Met deze functie kunt u de dagtijd weergeven of veran-
DUUR Instellen hoe lang het apparaat in werking is. Gebruik
EINDE Instellen wanneer het apparaat wordt uitgeschakeld.
VERTRAGINGS­TIJD
KOOKWEKKER Gebruik de kookwekker voor het instellen van een aftel-
00:00 TIMER MET OP-
TELFUNCTIE
deren. U kunt de dagtijd alleen wijzigen als het appa­raat uit staat.
dit alleen wanneer de ovenfunctie is ingesteld.
Gebruik dit alleen wanneer de ovenfunctie is ingesteld.
Om de functies BEREIDINGSDUUR en EINDE te combi­neren.
tijd. Deze functie heeft geen invloed op de werking van het apparaat. U kunt de KOOKWEKKER op elk gewenst moment instellen, ook als het apparaat uit staat.
Als u geen andere klokfunctie instelt, zal de timer met optelfunctie automatisch bijhouden hoe lang het appa­raat werkt. Deze wordt onmiddellijk ingeschakeld wan­neer de oven begint met opwarmen. De timer met optelfunctie kan niet gebruikt worden met de functies: BEREIDINGSDUUR, EINDE.

7.2 Instellen en wijzigen van de tijd

Wacht na de eerste aansluiting op het stopcontact totdat het display en
"12:00" weergeeft. "12" knippert.
1. Druk op of om de uren in te
stellen.
2. Druk op om te bevestigen en om
naar het instellen van de minuten te gaan.
Het display toont en het ingestelde uur. "00" knippert.
3. Druk op
minuten in te stellen.
4. Druk op om te bevestigen of de
ingestelde dagtijd zal na vijf seconden automatisch worden opgeslagen.
Op het display verschijnt de nieuwe tijd.
of om de huidige
Druk om de dagtijd te wijzigen herhaaldelijk op tot het indicatielampje voor de dagtijd
knippert op het display.

7.3 De DUUR instellen

1. Ovenfunctie instellen.
2. Blijf op drukken totdat begint
te knipperen.
3. Druk op of om de minuten en
uren voor de BEREIDINGSDUUR in te stellen.
4. Druk op Wanneer de tijd is verlopen, weerklinkt er gedurende twee minuten een
geluidssignaal. en tijdinstelling knippert in het display. Het apparaat wordt automatisch uitgeschakeld.
5. Druk op een willekeurige toets om
het geluidssignaal uit te zetten.
6. Draai de knop voor de ovenfuncties
naar de uit-stand.
om te bevestigen.
NEDERLANDS 17

7.4 Het EINDE instellen

1. Ovenfunctie instellen.
2. Blijf op drukken totdat begint
te knipperen.
3. Druk op of om de minuten en
uren voor de EINDTIJD in te stellen.
4. Druk op Op de ingestelde tijd, weerklinkt er gedurende twee minuten een
geluidssignaal. en tijdinstelling knippert in het display. Het apparaat wordt automatisch uitgeschakeld.
5. Druk op een willekeurige toets om
het geluidssignaal uit te zetten.
6. Draai de knop voor de ovenfuncties
naar de uit-stand.
om te bevestigen.

7.5 De functie TIJDVERTRAGING instellen

1. Ovenfunctie instellen.
2. Blijf op
te knipperen.
3. Druk op of om de minuten en
uren voor de BEREIDINGSDUUR in te
stellen.
4. Druk op om te bevestigen. Op
het display knippert
5. Druk op of om de minuten en
uren voor de EINDTIJD in te stellen.
6. Druk op Het apparaat gaat later automatisch aan, werkt voor de ingestelde BEREIDINGSDUUR en stop aan op de ingestelde EINDTIJD. Op de ingestelde tijd, weerklinkt er gedurende twee
minuten een geluidssignaal. en
drukken totdat begint
.
om te bevestigen.
tijdinstelling knippert in het display. Het apparaat wordt uitgeschakeld.
7. Druk op een willekeurige toets om
het geluidssignaal uit te zetten.
8. Draai de knop voor de ovenfuncties
naar de uit-stand.

7.6 De KOOKWEKKER instellen

1. Druk steeds opnieuw op tot op het display verschijnt en "00" knippert.
2. Druk op KOOKWEKKER in te stellen. U moet eerst de seconden en dan de minuten instellen. Als de ingestelde tijd langer is dan
60 minuten knippert op het display.
3. Stel de uren in.
4. De KOOKWEKKER start automatisch
na vijf seconden. Na 90% van de ingestelde tijd klinkt er een geluidssignaal.
5. Wanneer de ingestelde tijd is verlopen, weerklinkt er gedurende twee minuten een geluidssignaal.
"00:00" en knipperen op het display. Druk op een willekeurige toets om het geluidssignaal uit te zetten.
of om de
7.7 TIMER MET
OPTELFUNCTIE
Houd om de timer met optelfunctie te resetten en ingedrukt. De timer
gaat weer optellen.
8.

GEBRUIK VAN DE ACCESSOIRES

WAARSCHUWING!
Raadpleeg de hoofdstukken Veiligheid.

8.1 De accessoires plaatsen

Gebruik uitsluitend geschikt kookgerei en materiaal.
WAARSCHUWING!
Zie hoofdstuk "magnetronmodus".
Bakrooster: Plaats het rooster tussen de
geleidestangen van de roostersteun en zorg ervoor dat de pootjes omlaag staan.
www.aeg.com18
Bakplaat: Schuif de bakplaat tussen de
geleidestangen van de roostersteun.

9. EXTRA FUNCTIES

Bakrooster en bakplaat samen: Plaats de bakplaat tussen de geleiders
van de inschuifrails en het bakrooster op de geleiders erboven.
Kleine inkepingen bovenaan verhogen de veiligheid. Deze inkepingen zorgen er ook voor dat ze niet omkantelen. De hoge rand rond het rooster voorkomt dat het kookgerei van het rooster afglijdt.

9.1 Gebruik van het Kinderslot

Als het Kinderslot aanstaat, kan het apparaat niet per ongeluk worden geactiveerd.
1. Zorg dat de knop voor de
ovenfuncties in de uit-stand staat.
2. Druk en gedurende 2
seconden tegelijkertijd in. Er klinkt een geluidssignaal. SAFE gaat aan op het display. Herhaal stap 2 om het kinderslot uit te schakelen.

9.2 Gebruik van de Toetsblokkering.

U kunt de Toetsblokkering alleen inschakelen als het apparaat in werking is.
Toetsblokkering voorkomt dat de temperatuur en de tijdinstelling van een lopende een ovenfunctie per ongeluk worden gewijzigd.
1. Selecteer een ovenfunctie en stel het
in volgens uw voorkeur
2. Houd
minste 2 seconden samen ingedrukt. Er klinkt een geluidssignaal. Loc gaat aan op het display. Herhaal stap 2 om de toetsblokkering uit te schakelen.
en gedurende ten
Loc gaat aan op het display als u aan de temperatuurknop draait of op een knop indrukt. Als u aan de knop voor de ovenfuncties draait, gaat het apparaat uit.
Als u het apparaat uitschakelt terwijl de toetsblokkering aan is, schakelt de toetsblokkering automatisch over naar kinderslot. Raadpleeg "Het kinderslot gebruiken".

9.3 Restwarmte-indicatie

Wanneer u het apparaat uitschakelt, geeft het display de restwarmte aan
als de temperatuur in de oven hoger is dan 40 °C. Draai de knop voor de temperatuur naar links of rechts om de oventemperatuur weer te geven.

9.4 Automatische uitschakeling

Om veiligheidsredenen schakelt het apparaat na bepaalde tijd automatisch uit als er een ovenfunctie in werking is en u geen instellingen wijzigt.
Temperatuur (°C) Uitschakeltijd (u)
30 - 115 12.5

10. AANWIJZINGEN EN TIPS

Temperatuur (°C) Uitschakeltijd (u)
120 - 195 8.5
200 - 230 5.5
Druk na een automatische uitschakeling op een willekeurige knop om het toestel opnieuw te activeren.
De automatische uitschakeling werkt niet met de functies: licht, duur, einde.
NEDERLANDS

9.5 Koelventilator

Als het apparaat in werking is, wordt de koelventilator automatisch ingeschakeld om de oppervlakken van het apparaat koel te houden. Na het uitschakelen van het apparaat kan de ventilatie doorgaan totdat het apparaat is afgekoeld.
19
WAARSCHUWING!
Raadpleeg de hoofdstukken Veiligheid.
De temperaturen en baktijden in de tabellen zijn slechts als richtlijn bedoeld. Deze zijn afhankelijk van de recepten en de kwaliteit en de hoeveelheid van de gebruikte ingrediënten.

10.1 Bakken

• Het kan gebeuren dat uw oven anders bakt of braadt dan het apparaat dat u vroeger had. Pas de instellingen (temperatuur, kooktijden) en de rekstand die u gewoon was aan volgens de waarden in de tabellen.
• De fabrikant raadt u aan de eerste keer een lagere temperatuur in te stellen.
• Als u geen concrete aanwijzingen kunt vinden voor een speciaal recept, kijkt u bij een soortgelijk product.
• Bij het bereiden van cake op meerdere niveaus kan de baktijd ca. 10 - 15 minuten langer zijn.
• Als het gebak niet overal even hoog is, wordt het gebak in het begin van het bakproces niet overal even bruin. Verander in dit geval de temperatuurinstelling niet. De verschillen verminderen tijdens het bakproces.
• Bij langere baktijden kunt u de oven ca. 10 minuten voor het einde van de baktijd uitschakelen en profiteren van de restwarmte.
Wanneer u bevroren gerechten gebruikt, kunnen de bakplaten in de oven tijdens het bakken vervormen. Wanneer de bakplaten afkoelen, verdwijnt de vervorming.
www.aeg.com20

10.2 Baktips

Bakresultaat Mogelijke oorzaak Oplossing
De onderkant van de cake is niet voldoende gebruind.
De cake zakt in en wordt klef, klonterig, streperig.
De cake zakt in en wordt klef, klonterig, streperig.
De cake zakt in en wordt klef, klonterig, streperig.
De cake is te droog. De oventemperatuur is te
De cake is te droog. Te lange baktijd. De volgende keer dat u een
De cake wordt ongelijkmatig bruin.
De cake wordt ongelijkmatig bruin.
De cake wordt niet gaar bin­nen de aangegeven baktijd.
De rekstand is incorrect. Plaats de cake op een lagere
rekstand.
De oventemperatuur is te hoog.
Te korte baktijd. Baktijd verlengen. U kunt de
Er zit te veel vloeistof in het mengsel.
laag.
De oventemperatuur is te hoog en de baktijd te kort.
Het deeg is niet gelijkmatig verdeeld.
De oventemperatuur is te laag.
De volgende keer dat u een cake bakt, stelt u de baktem­peratuur lager in.
baktijd niet verlagen door een hogere temperatuur in te stellen.
Minder vocht gebruiken. Let op de kneedtijden, vooral bij het gebruik van keukenma­chines.
De volgende keer dat u een cake bakt, stelt u de baktem­peratuur hoger in.
cake bakt, gebruikt u een kortere baktijd.
De baktemperatuur lager in­stellen en de baktijd verlen­gen.
Verdeel het deeg gelijkma­tig over de bakplaat.
De volgende keer dat u een cake bakt, stelt u de baktem­peratuur een beetje hoger in.

10.3 Bakken op één ovenniveau

Bakken in een bakblik
Gerecht Functie Tempera-
tuur (°C)
Tulband of brioche Multi hetelucht 150 - 160 50 - 70 2
Moskovisch gebak / vruchtencake
Sponge cake / Cake, zacht
Multi hetelucht 140 - 160 70 - 90 2
Multi hetelucht 140 - 150 35 - 50 2
Tijd (min) Rooster-
hoogte
NEDERLANDS 21
Gerecht Functie Tempera-
Tijd (min) Rooster-
tuur (°C)
Sponge cake / Cake, zacht
Taartbodem van zand­taartdeeg
1)
Taartbodem - zacht ca-
Boven-/onder-
160 35 - 50 2
warmte
Multi hetelucht 170 - 180 10 - 25 2
Multi hetelucht 150 - 170 20 - 25 2
kedeeg
Apple pie / Appeltaart
Multi hetelucht 160 70 - 90 2 (2 vormen Ø 20 cm, dia­gonaal geplaatst)
Apple pie / Appeltaart (2 vormen Ø 20 cm, dia-
Boven-/onder-
warmte
180 70 - 90 1
gonaal geplaatst)
Kwarktaart, bakplaat
1)
Oven voorverwarmen.
2)
Gebruik de braadpan.
2)
Boven-/onder-
warmte
160 - 170 60 - 90 1
Gebak op bakplaat
Gerecht Functie Tempera-
Tijd (min) Rooster-
tuur (°C)
Vlechtbrood / brood­krans
Kerststol
1)
Brood (roggebrood)
1)
Boven-/onder-
warmte
Boven-/onder-
warmte
Boven-/onder-
warmte
170 - 190 30 - 40 2
160 - 180 50 - 70 2
2
eerst 230 20
vervolgens 160 - 180 30 - 60
Roomsoezen / Eclairs
Biscuitrol
1)
Boven-/onder-
1)
warmte
Boven-/onder-
warmte
190 - 210 20 - 35 2
180 - 200 10 - 20 2
Kruimeltaart (droog) Multi hetelucht 150 - 160 20 - 40 3
Boter-/Suikerkoek
1)
Boven-/onder-
warmte
190 - 210 20 - 30 2
hoogte
hoogte
www.aeg.com22
Gerecht Functie Tempera-
Tijd (min) Rooster-
tuur (°C)
Vruchtentaart (bereid
Multi hetelucht 150 - 160 35 - 55 3
met gistdeeg/roer-
2)
deeg)
Vruchtentaart (bereid met gistdeeg/roer-
2)
deeg)
Vruchtentaart met krui-
Boven-/onder-
170 35 - 55 1
warmte
Multi hetelucht 160 - 170 40 - 80 3
meldeeg
Plaatkoek met kwetsba­re garnering (bijvoor-
Boven-/onder­warmte
160 - 180 40 - 80 2
beeld kwark, room, pud­dingvulling)
1)
Oven voorverwarmen.
2)
Gebruik de braadpan.
1)
Koekjes
Gerecht Functie Tempera-
Tijd (min) Rooster-
tuur (°C)
Zandkoekjes Multi hetelucht 150 - 160 10 - 20 3
Short bread / Zandtaart-
Multi hetelucht 140 20 - 35 3
deeg / Gebakreepjes
Short bread / Zandtaart­deeg / Gebakreepjes
Koekjes gemaakt van
Boven-/onder­warmte
1)
160 20 - 30 2
Multi hetelucht 150 - 160 15 - 20 2
roerdeeg
Eiwitgebak / schuimge-
Multi hetelucht 80 - 100 120 - 150 1
bak
Bitterkoekjes Multi hetelucht 100 - 120 30 - 50 3
Koekjes gemaakt van
Multi hetelucht 150 - 160 20 - 40 3
gistdeeg
Klein bladerdeegge-
1)
bak
Broodjes
1)
Small cakes / Kleine ca-
1)
kes
Multi hetelucht 170 - 180 20 - 30 3
Boven-/onder-
190 - 210 10 - 25 2
warmte
Multi hetelucht 160 20 - 35 3
hoogte
hoogte
NEDERLANDS 23
Gerecht Functie Tempera-
tuur (°C)
Small cakes / Kleine ca-
1)
kes
1)
Oven voorverwarmen.
Boven-/onder-
warmte
170 20 - 35 2
Tijd (min) Rooster-

10.4 Ovenschotels en gegratineerde gerechten

Gerecht Functie Temperatuur
(°C)
Pastaschotel Boven-/onder-
warmte
Lasagne Boven-/onder-
warmte
Circulatiegrill 160 - 170 15 - 30 1
Groentegratin
Stokbroden be­dekt met ge­smolten kaas
Zoete ovenscho­tels
Visschotels Boven-/onder-
Gevulde groen-teMulti hetelucht 160 - 170 30 - 60 1
1)
Multi hetelucht 160 - 170 15 - 30 1
Boven-/onder­warmte
warmte
180 - 200 45 - 60 1
180 - 200 25 - 40 1
180 - 200 40 - 60 1
180 - 200 30 - 60 1
Tijd (min) Roosterhoogte
hoogte
1)
Oven voorverwarmen.

10.5 Bakken op meerdere niveaus

Gebruik de functie Multi hetelucht.
Gebak op bakplaat
Gerecht Temperatuur (°C) Tijd (min) Rooster-
hoogte
160 - 180 25 - 45 1 / 3
Roomsoezen /Eclairs
Kruimeltaart 150 - 160 30 - 45 1 / 3
1)
Oven voorverwarmen.
1)
www.aeg.com24
Klein gebak/cakejes/gebak/broodjes
Gerecht Temperatuur (°C) Tijd (min) Rooster-
Zandkoekjes 150 - 160 20 - 40 1 / 3
Short bread / Zand-
140 25 - 45 1 / 3 taartdeeg/ Deegreep­jes
Koekjes gemaakt van
160 - 170 25 - 40 1 / 3 sponsdeeg
Eiwitgebak, schuimge-
80 - 100 130 - 170 1 / 3 bak
Bitterkoekjes 100 - 120 40 - 80 1 / 3
Koekjes gemaakt van
160 - 170 30 - 60 1 / 3 gistdeeg

10.6 Pizza hetelucht

Gerecht Temperatuur (°C) Tijd (min) Roosterhoogte
200 - 230 15 - 20 3
Pizza (dunne korst)
Pizza (met veel garne-
2)
ring)
Taarten 180 - 200 40 - 55 3
Spinazietaart 160 - 180 45 - 60 3
Quiche Lorraine (hartige taart)
Zwitserse flan 170 - 190 45 - 55 3
Kwarktaart 140 - 160 60 - 90 3
Appeltaart, bedekt 150 - 170 50 - 60 3
Groentetaart 160 - 180 50 - 60 3
Ongedesemd brood
Bladerdeegtaart
Flammekuchen
Piroggen (Russische vari­ant op calzone)
1)
Oven voorverwarmen.
2)
Gebruik de braadpan.
1)
180 - 200 20 - 30 3
170 - 190 45 - 55 3
230 10 - 20 3
1)
1)
1)
160 - 180 45 - 55 3
230 12 - 20 3
180 - 200 15 - 25 3
1)
hoogte
NEDERLANDS 25

10.7 Braden

• Gebruik hittebestendig servies om te
braden (lees de instructies van de fabrikant).
• Grote braadstukken kunt u direct in
de diepe braadpan braden (indien aanwezig) of op een rooster boven de braadpan.
• Braad mager vlees in een braadpan
met deksel. Op die manier blijft het vlees sappiger.
• Alle soorten vlees die een korst
moeten krijgen, kunt u in de braadschaal zonder deksel braden.
• Wij raden u aan vlees en vis vanaf 1 kg
in het apparaat te bereiden.

10.8 Tabel braadstukken

Rundvlees
Gerecht Functie Gewicht
(kg)
Stoofvlees Boven-/
onder­warmte
1 - 1.5 200 230 60 - 80 1
Varkensvlees
Gerecht Functie Gewicht
(kg)
Schouder­stuk, nek­stuk, ham­lap
Gehakt­brood
Varkens­schenkel (voorge­kookt)
Circula­tiegrill
Circula­tiegrill
Circula­tiegrill
1 - 1.5 200 160 - 180 50 - 70 1
0.75 - 1 200 160 - 170 35 - 50 1
0.75 - 1 200 150 - 170 60 - 75 1
Vermo­gen (Watt)
Vermo­gen (Watt)
• Giet een beetje vloeistof in de braadpan om het aanbranden van vleessap of vet te voorkomen.
• Indien nodig het braadstuk (na 1/2 ­2/3 van de gaartijd) keren.
• Besprenkel grote braadstukken en gevogelte diverse keren tijdens het braden met het eigen vleessap. Hiermee bereikt u een beter braadresultaat.
• U kunt het apparaat ongeveer 10 minuten voor het einde van de bereidingstijd uitschakelen om de restwarmte te gebruiken.
Tempera­tuur (°C)
Tempera­tuur (°C)
Tijd (min) Rooster-
hoogte
Tijd (min) Rooster-
hoogte
www.aeg.com26
Kalfsvlees
Gerecht Functie Gewicht
Geroo­sterd kalfs­vlees
Kalfs­schenkel
Circula­tiegrill
Circula­tiegrill
Lamsvlees
Gerecht Functie Gewicht
Lamsbout, geroosterd lamsvlees
Circula­tiegrill
Gevogelte
Gerecht Functie Gewicht
Stukken gevogelte
Halve kip Circula-
Kip, haan­tje
Eend Circula-
Circula­tiegrill
tiegrill
Circula­tiegrill
tiegrill
Vermo-
(kg)
1 200 160 - 180 50 - 70 1
1.5 - 2 200 160 - 180 75 - 100 1
(kg)
1 - 1.5 200 150 - 170 50 - 70 1
(kg)
0,2 - 0,25 elk
0,4 - 0,5 elk
1 - 1.5 200 190 - 210 60 - 80 1
1.5 - 2 200 180 - 200 80 - 110 1
gen (Watt)
Vermo­gen (Watt)
Vermo­gen (Watt)
200 200 - 220 20 - 35 1
200 190 - 210 25 - 40 1
Tempera­tuur (°C)
Tempera­tuur (°C)
Tempera­tuur (°C)
Tijd (min) Rooster-
Tijd (min) Rooster-
Tijd (min) Rooster-
hoogte
hoogte
hoogte
Vis (gestoomd)
Gerecht Functie Gewicht
(kg)
Hele vis Boven-/
onder­warmte
1 - 1.5 200 210 - 220 30 - 45 1
Vermo­gen (Watt)
Tempera­tuur (°C)
Tijd (min) Rooster-
hoogte
Gerechten
Gerecht Functie Gewicht
(kg)
Zoete ge­rechten
Gekruide gerechten met ge­kookte in­grediënten (noodles, groente)
Gekruide gerechten met rauwe ingrediën­ten (aard­appelen, groente)
Multi hete­lucht
Multi hete­lucht
Multi hete­lucht
- 200 160 - 180 20 - 35 1
- 400 - 600 160 - 180 20 - 45 1
- 400 - 600 160 - 180 30 - 45 2
Vermo­gen (Watt)
Tempera­tuur (°C)
Tijd (min) Rooster-
NEDERLANDS 27
hoogte

10.9 Grill

• Grill alltijd met de maximale temperatuurinstelling.
• Rooster in de rekstand plaatsen, zoals aangeraden in grilleertabel.
• Lege oven met grilfuncties altijd 5 minuten voorverwarmen.
LET OP!
Tijdens het grillen moet de ovendeur altijd gesloten zijn.
• Altijd de pan plaatsen om vet op te vangen op de eerste rekstand.
• Alleen platte stukken vlees of vis grillen.
Grill
Gerecht Temperatuur
(°C)
Biefstuk, medi-um210 - 230 30 - 40 30 - 40 1
Runderfilet, me­dium
Varkensrug 210 - 230 30 - 40 30 - 40 1
Kalfsrug 210 - 230 30 - 40 30 - 40 1
Lamsrug 210 - 230 25 - 35 20 - 35 1
Hele vis, 500 ­1000 g
230 20 - 30 20 - 30 1
210 - 230 15 - 30 15 - 30 1
Tijd (min) Roosterhoogte
1e kant 2e kant
www.aeg.com28
Tweekrings grill
Gerecht Tijd (min) Roosterhoogte
1e kant 2e kant
Burgers / Burgers 9 - 13 8 - 10 3
Varkenshaas 10 - 12 6 - 10 2
Worstjes 10 - 12 6 - 8 3
Runderfilet / kalfs­biefstukken
Toast / Geroosterd brood
Brood met iets erop 6 - 8 - 2
7 - 10 6 - 8 3
1 - 3 1 - 3 3

10.10 Bevroren gerechten

Gebruik de functie Multi hetelucht.
• Haal het voedsel uit de verpakking. Doe het voedsel op een bord.
• Gebruik voor het afdekken geen borden of schotels. Hierdoor kan de ontdooitijd worden verlengd.
Gerecht Temperatuur (°C) Tijd (min) Roosterhoogte
Pizza, bevroren 200 - 220 15 - 25 3
American pizza, bevro­ren
Pizza, gekoeld 210 - 230 13 - 25 3
Pizza snacks, bevroren 180 - 200 15 - 30 3
Patat, dun
Patat, dik
Aardappelpartjes / ­kroketjes
Rösties 210 - 230 20 - 30 3
Lasagne / Cannelloni, vers
Lasagne / Cannelloni, bevroren
Kippenvleugels 190 - 210 20 - 30 3
1)
Tussen het bakken door 2 tot 3 keer keren.
1)
1)
1)
190 - 210 20 - 25 3
210 - 230 20 - 30 3
210 - 230 25 - 35 3
210 - 230 20 - 35 3
170 - 190 35 - 45 2
160 - 180 40 - 60 2
Tabel voor diepvries- en kant-en-klaargerechten
Gerecht Functie Tempera-
tuur (°C)
Boven-/onder-
Pizza, bevroren
Patates frites (300 - 600 g)
Baguettes
Vruchtencake Boven-/onder-
1)
Oven voorverwarmen.
2)
Tussen het bakken door 2 tot 3 keer keren.
3)
Oven voorverwarmen.
1)
warmte
Boven-/onder-
2)
warmte of Circula­tiegrill
3)
Boven-/onder­warmte
warmte
volgens aanwijzin­gen van de fabrikant
200 - 220 volgens aanwij-
volgens aanwijzin­gen van de fabrikant
volgens aanwijzin­gen van de fabrikant
Tijd (min) Roosterhoogte
volgens aanwij­zingen van de fa­brikant
zingen van de fa­brikant
volgens aanwij­zingen van de fa­brikant
volgens aanwij­zingen van de fa­brikant
NEDERLANDS 29
2
2
2
2

10.11 Ontdooien

• Haal het gerecht uit de verpakking en plaats het op een bord.
• Bedek het bord niet met een kom of ander bord, aangezien het ontdooien hierdoor langer kan duren.
• Gebruik het eerste roosterniveau vanaf de bodem.
Gerecht Gewicht
(kg)
Kip 1 100 - 140 20 - 30 Kip op een omgedraaid schoteltje
Vlees 1 100 - 140 20 - 30 Halverwege de bereidingstijd om-
Vlees 0.5 90 - 120 20 - 30 Halverwege de bereidingstijd om-
Forel 0.15 25 - 35 10 - 15 -
Aardbei-en0.3 30 - 40 10 - 20 -
Boter 0.25 30 - 40 10 - 15 -
Ontdooitijd (min.)
Nadooitijd (min)
Opmerkingen
in een groot bord leggen. Halver­wege de bereidingstijd omdraai­en.
draaien.
draaien.
www.aeg.com30
Gerecht Gewicht
(kg)
Room 2 x 0,2 80 - 100 10 - 15 Klop de nog licht bevroren slag-
Gebak 1.4 60 60 -

10.12 Inmaken - Onderwarmte

• Gebruik alleen weckpotten van dezelfde afmetingen.
• Gebruik geen weckpotten met een draai- of bajonetsluiting en metalen bakken.
• Gebruik het eerste rooster van de bodem van deze functie.
• Zet niet meer dan zes weckflessen van 1 liter op het bakrooster.
• Vul de glazen potten gelijkmatig en
Ontdooitijd (min.)
Nadooitijd (min)
Opmerkingen
room.
• De weckpotten mogen elkaar niet raken.
• Vul ca. 1/2 liter water op de bakplaat, zodat er voldoende vocht in de oven ontstaat.
• Als de vloeistof in de weckpotten begint te borrelen (na ca. 35 - 60 minuten bij weckpotten van 1 liter), stop de oven of verlaag de temperatuur tot 100 °C (raadpleeg de tabel).
sluit ze af met een klem.
Zachte vruchten
Gerecht Temperatuur (°C) Inmaken/wecken
tot het parelen be­gint (min)
Aardbeien / bosbes­sen / frambozen / rij­pe kruisbessen
160 - 170 35 - 45 -
Door blijven koken op 100 °C (min.)
Steenvruchten
Gerecht Temperatuur (°C) Inmaken/wecken
tot het parelen be­gint (min)
Peren / kweeperen / pruimen
160 - 170 35 - 45 10 - 15
Groenten
Gerecht Temperatuur (°C) Inmaken/wecken
tot het parelen be­gint (min)
Wortelen
Komkommers 160 - 170 50 - 60 -
Gemengde augur­ken
1)
160 - 170 50 - 60 5 - 10
160 - 170 50 - 60 5 - 10
Door blijven koken op 100 °C (min.)
Door blijven koken op 100 °C (min.)
NEDERLANDS 31
Gerecht Temperatuur (°C) Inmaken/wecken
tot het parelen be­gint (min)
Koolrabi / erwten / asperges
1)
Na uitschakeling in de oven laten staan.
160 - 170 50 - 60 15 - 20
Door blijven koken op 100 °C (min.)

10.13 Drogen - Multi hetelucht

Gerecht Temperatuur (°C) Tijd (u) Roosterhoogte
Bonen 60 - 70 6 - 8 3
Paprika's 60 - 70 5 - 6 3
Soepgroenten 60 - 70 5 - 6 3
Paddenstoelen 50 - 60 6 - 8 3
Kruiden 40 - 50 2 - 3 3
Pruimen 60 - 70 8 - 10 3
Abrikozen 60 - 70 8 - 10 3
Schijfjes appel 60 - 70 6 - 8 3
Peren 60 - 70 6 - 9 3

10.14 Bereidingstabels voor de magnetron

Vlees ontdooien
Gerecht Vermogen
(Watt)
Hele stukken vlees
Steak 200 0.2 3 - 5 5 - 10 Halverwege
200 0.5 10 - 12 10 - 15 Halverwege
Gewicht (kg) Tijd (min) Rusttijd
(min)
Opmerkin­gen
de berei­dingstijd om­draaien.
de berei­dingstijd om­draaien, ont­dooide delen verwijderen.
www.aeg.com32
Gerecht Vermogen
(Watt)
Half-om-half gehakt
Goulash 200 0.5 10 - 15 10 - 15 Halverwege
200 0.5 10 - 15 10 - 15 Halverwege
Gewicht (kg) Tijd (min) Rusttijd
(min)
Opmerkin­gen
de berei­dingstijd om­draaien, ont­dooide delen verwijderen.
de berei­dingstijd om­draaien, ont­dooide delen verwijderen.
Gevogelte ontdooien
Gerecht Vermogen
(Watt)
Kip 200 1 25 - 30 10 - 20 Halverwege
Kippenborst 200 0.1 - 0.2 3 - 5 10 - 15 Halverwege
Kippenbou­tjes
200 0.1 - 0.2 3 - 5 10 - 15 Halverwege
Gewicht (kg) Tijd (min) Rusttijd
(min)
Opmerkin­gen
de berei­dingstijd om­draaien, ont­dooide delen met alumini­umfolie be­dekken.
de berei­dingstijd om­draaien, ont­dooide delen met alumini­umfolie be­dekken.
de berei­dingstijd om­draaien, ont­dooide delen met alumini­umfolie be­dekken.
NEDERLANDS 33
Gerecht Vermogen
(Watt)
Eend 200 2 45 - 60 20 - 30 Halverwege
Gewicht (kg) Tijd (min) Rusttijd
(min)
Opmerkin­gen
de berei­dingstijd om­draaien, ont­dooide delen met alumini­umfolie be­dekken.
Vis ontdooien
Gerecht Vermogen
(Watt)
Hele vis 100 0.5 10 - 15 15 - 20 Halverwege
Visfilets 100 0.5 10 - 12 15 - 20 Halverwege
Gewicht (kg) Tijd (min) Rusttijd
(min)
Opmerkin­gen
de berei­dingstijd om­draaien.
de berei­dingstijd om­draaien.
Worstjes ontdooien
Gerecht Vermogen
(Watt)
Gesneden worst
100 0.1 2 - 4 20 - 40 Halverwege
Gewicht (kg) Tijd (min) Rusttijd
(min)
Opmerkin­gen
de berei­dingstijd om­draaien.
Zuivelproducten ontdooien
Gerecht Vermogen
(Watt)
Kwark 100 0.25 10 - 15 25 - 30 Aluminium-
Gewicht (kg) Tijd (min) Rusttijd
(min)
Opmerkin­gen
delen verwij­deren, hal­verwege de bereidings­tijd omdraai­en.
www.aeg.com34
Gerecht Vermogen
(Watt)
Boter 100 0.25 3 - 5 15 - 20 Aluminium-
Kaas 100 0.25 3 - 5 30 - 60 Aluminium-
Room 100 0.25 7 - 12 20 - 30 Aluminium
Gewicht (kg) Tijd (min) Rusttijd
(min)
Opmerkin­gen
delen verwij­deren, hal­verwege de bereidings­tijd omdraai­en.
delen verwij­deren, hal­verwege de bereidings­tijd omdraai­en.
deksel verwij­deren, hal­verwege de bereidings­tijd roeren.
Taart/koekjes ontdooien
Gerecht Vermogen
(Watt)
Gistdeeg 100 1 stuk 2 - 3 15 - 20 Bord halver-
Kwarktaart 100 1 stuk 2 - 4 15 - 20 Bord halver-
Cake (gebak) 100 1 stuk 1 - 2 15 - 20 Bord halver-
Droge cake 100 1 stuk 2 - 4 15 - 20 Bord halver-
Gewicht Tijd (min) Rusttijd
(min)
Opmerkin­gen
wege de be­reidingstijd omdraaien.
wege de be­reidingstijd omdraaien.
wege de be­reidingstijd omdraaien.
wege de be­reidingstijd omdraaien.
NEDERLANDS 35
Gerecht Vermogen
(Watt)
Vruchtencake 100 1 stuk 1 - 2 15 - 20 Bord halver-
Brood 100 1 kg 15 - 20 10 - 15 Halverwege
Gesneden brood
Broodjes 100 4 broodjes 5 - 8 5 - 10 Halverwege
100 0,5 kg 8 - 12 10 - 15 Halverwege
Gewicht Tijd (min) Rusttijd
(min)
Opmerkin­gen
wege de be­reidingstijd omdraaien.
de berei­dingstijd om­draaien.
de berei­dingstijd om­draaien.
de berei­dingstijd om­draaien.
Fruit ontdooien
Gerecht Vermogen
(Watt)
Aardbeien 100 0.3 8 - 12 10 - 15 Bedekt ont-
Pruimen, ker­sen, frambo­zen, bramen, abrikozen
100 0.25 8 - 10 10 - 15 Bedekt ont-
Gewicht (kg) Tijd (min) Rusttijd
(min)
Opmerkin­gen
dooien, hal­verwege de bereidings­tijd roeren.
dooien, hal­verwege de bereidings­tijd roeren.
Koken/smelten
Gerecht Vermogen
(Watt)
Chocolade / chocolade­laagje
Boter 200 0.1 2 - 4 - Halverwege
600 0.15 2 - 3 - Halverwege
Gewicht (kg) Tijd (min) Rusttijd
(min)
Opmerkin­gen
de berei­dingstijd roe­ren.
de berei­dingstijd roe­ren.
www.aeg.com36
Ontdooien of opwarmen
Gerecht Vermogen
(Watt)
Babyvoeding in potjes
Babymelk (fles, 180 ml)
Kant-en­klaargerecht
Bevroren kant-en­klaarmaaltij­den
Melk 1000 1 kopje, on-
Water 1000 1 kopje, on-
Saus 600 200 ml 1 - 2 - Halverwege
Soep 600 300 ml 2 - 4 - Halverwege
300 0,2 kg 2 - 3 - Halverwege
1000 0,2 kg 0:20 - 0:40 - Lepel in de
600 0,4 - 0,5 kg 14 - 20 5 Aluminium
400 0,4 - 0,5 kg 4 - 6 5 Aluminium
Gewicht Tijd (min) Rusttijd
(min)
1:15 - 1:45 - Lepel in het geveer 200 ml
1:30 - 2 - Lepel in het geveer 200 ml
Opmerkin­gen
de berei­dingstijd roe­ren. Contro­leer de tem­peratuur.
fles steken, roeren en temperatuur controleren.
afdekking verwijderen, halverwege de berei­dingstijd om­draaien.
afdekking verwijderen, halverwege de berei­dingstijd om­draaien.
bakje doen.
bakje doen.
de berei­dingstijd roe­ren.
de berei­dingstijd roe­ren.
NEDERLANDS 37
Bereidingstabel
Gerecht Vermogen
(Watt)
Gewicht Tijd (min) Rusttijd
(min)
Opmerkin­gen
Hele vis 500 0,5 kg 8 - 10 - Afgedekt ko-
ken, het bak­je tijdens het bereiden meerdere malen om­draaien.
Visfilets 500 0,5 kg 6 - 8 - Afgedekt ko-
ken, het bak­je tijdens het bereiden meerdere malen om­draaien.
Groenten met een kor­te berei­dingstijd,
1)
vers
600 0,5 kg 12 - 16 - Ongeveer 50
ml water toe­voegen, af­gedekt berei­den, halver­wege de be­reidingstijd roeren.
Groenten met een kor­te berei­dingstijd, be-
1)
vroren
600 0,5 kg 14 - 18 - Ongeveer 50
ml water toe­voegen, af­gedekt berei­den, halver­wege de be­reidingstijd roeren.
Groenten met een lan­ge berei­dingstijd,
1)
vers
600 0,5 kg 14 - 20 - Ongeveer 50
ml water toe­voegen, af­gedekt berei­den, halver­wege de be­reidingstijd roeren.
www.aeg.com38
Gerecht Vermogen
(Watt)
Groenten met een lan­ge berei­dingstijd, be-
vroren
Ongeschilde aardappelen
Rijst 1000 0,3 kg + 600ml4 - 6 - Bedekt berei-
Popcorn 1000 - 3 - 4 - Doe de pop-
Eiervla 300 1 kg 34 - 36 120 Draai halver-
Cake, zacht 600 0,475 kg 8 - 9 5 Draai halver-
Gehaktbrood 400 0,9 kg 25 - 27 5 Draai halver-
1)
Alle groenten afgedekt in de container koken.
600 0,5 kg 18 - 24 - Ongeveer 50
1)
1000 0,8 kg + 600ml5 - 7 300 W / 15-20Bedekt berei-
Gewicht Tijd (min) Rusttijd
(min)
Opmerkin­gen
ml water toe­voegen, af­gedekt berei­den, halver­wege de be­reidingstijd roeren.
den, halver­wege de be­reidingstijd roeren.
den, halver­wege de be­reidingstijd roeren.
corn op een bord op het laagste ni­veau.
wege de be­reidingstijd de container 1/4 om.
wege de be­reidingstijd de container 1/4 om.
wege de be­reidingstijd de container 1/4 om.
Tabel voor de Combi-functie
Uitsluitend voor bepaalde modellen.
Gebruik de Magnetron + turbogrillfuncties.
2
3
1
NEDERLANDS
39
Gerecht Ovengerei Ver-
mo­gen (Watt )
2 kippenhelf­ten (2 x 0,55 kg)
Aardappel­gratin (1,1 kg)
Varkens­braadstuk, hals (1,1 kg)
Ronde glazen schaal, Ø 26 cm
Gratinschotel 400 180 39 -411 Draai halver-
Glazen schotel met zeef
400 230 44 -462 Wachttijd 5
300 200 70 1 Regelmatig

11. ONDERHOUD EN REINIGING

WAARSCHUWING!
Raadpleeg de hoofdstukken Veiligheid.

11.1 Opmerkingen over schoonmaken

• Maak de voorkant van het apparaat schoon met een zachte doek en een warm sopje.
• Gebruik voor metalen oppervlakken een specifiek reinigingsmiddel.
• Reinig de binnenkant van het apparaat na elk gebruik. Vetophoping of andere voedingsresten kunnen brand veroorzaken.
• Verwijder voedselresten en vetten voorzichtig van de bovenkant van de ovenruimte.
• Verwijder hardnekkig vuil met een speciale ovenreiniger.
• Reinig alle accessoires na elk gebruik en laat ze drogen. Gebruik een zachte doek met een warm sopje en een reinigingsmiddel.
• Toebehoren met antiaanbaklaag mogen niet worden schoongemaakt met een agressief reinigingsmiddel, voorwerpen met scherpe randen of
• Droog de oven als de ovenruimte nat

11.2 Verwijderen van de geleiders

Zorg ervoor dat het apparaat is afgekoeld voordat u onderhoud verricht. Gevaar voor brandwonden.
Om het apparaat te reinigen, verwijder de inschuifrails.
1. Inschuifrails voorzichtig naar boven
2. Trek de inschuifrail bij de voorkant uit
3. Geleiders uit de achterste ophanging
Tempe­ratuur (°C)
Tijd (min)
Roos­ter­hoog­te
Opmerkin­gen
min.
wege de be­reidingstijd de container 1/4 om. 5 min. la­ten rusten.
omdraaien, 10 min. laten rus­ten.
een afwasautomaat. Dit kan de antiaanbaklaag beschadigen.
is na gebruik.
toe uit de voorste ophanging trekken.
de zijwand.
trekken.
www.aeg.com40
Installeer de geleiders in de omgekeerde volgorde.

11.3 Het lampje vervangen

Leg een doek op de bodem van de binnenkant van het apparaat. Dit voorkomt schade aan het afdekglas en de ovenruimte.
WAARSCHUWING!
Gevaar voor elektrocutie! Maak de zekering los voordat u de lamp vervangt. De lamp en het afdekglas kunnen heet zijn.
LET OP!
Houd de halogeenlamp altijd met een doek vast om te voorkomen dat er vetrestjes op de ovenlamp verbranden.

12. PROBLEEMOPLOSSING

WAARSCHUWING!
Raadpleeg de hoofdstukken Veiligheid.
1. Schakel het apparaat uit.
2. Verwijder de zekeringen in de
zekeringenkast, of schakel de stroomonderbreker uit.

Het bovenste lampje

1. Draai het afdekglas van de lamp naar
rechts en verwijder het.
2. Reinig het afdekglas.
3. Vervang de lamp door een geschikte
300 °C hittebestendige lamp.
4. Plaats het afdekglas terug.

12.1 Problemen oplossen

Probleem Mogelijke oorzaak Oplossing
U kunt de oven niet inscha­kelen of bedienen.
De oven wordt niet warm. De oven is uitgeschakeld. Schakel de oven in.
De oven wordt niet warm. De klok is niet ingesteld. Stel de klok in.
De oven wordt niet warm. De benodigde kookstanden
De oven wordt niet warm. De automatische uitschake-
De oven wordt niet warm. Het kinderbeveiliging is ge-
De oven is niet aangesloten op een elektriciteitsnet of is niet goed geïnstalleerd.
zijn niet ingesteld.
ling is actief.
activeerd.
Controleer of de oven goed is aangesloten op het elek­triciteitsnet (zie het aansluit­diagram indien beschikbaar).
Zorg ervoor dat de instellin­gen juist zijn.
Raadpleeg "Automatisch uitschakelen".
Raadpleeg "Gebruik van het kinderbeveiliging".
Probleem Mogelijke oorzaak Oplossing
De oven wordt niet warm. De zekering is doorgesla-
gen.
Het lampje brandt niet. Het lampje is stuk. Vervang het lampje.
De bereiding van de gerech­ten duurt te lang of de ge­rechten worden te snel gaar.
Stoom en condens slaan neer op de gerechten en in de ovenruimte.
Het display toont een fout­code die niet in deze tabel staat.
De temperatuur is te laag of te hoog.
Het gerecht heeft te lang in de oven gestaan.
Er is een elektrische fout. • Schakel de oven uit via
Controleer of de zekering de oorzaak van de storing is. Als de zekeringen keer op keer doorslaan, neemt u contact op met een erkende installa­teur.
Pas indien nodig de tempe­ratuur aan. Volg het advies in de handleiding op.
Laat gerechten na het berei­den niet langer dan 15 - 20 minuten in de oven staan.
• Neem contact op met de
NEDERLANDS
de huiszekering of de vei­ligheidsschakelaar in de zekeringkast en schakel deze weer in.
klantenservice wanneer de foutcode opnieuw wordt weergegeven.
41

12.2 Onderhoudgegevens

Als u niet zelf het probleem kunt verhelpen, neem dan contact op met uw verkoper of de serviceafdeling.
De contactgegevens van het servicecentrum staan op het typeplaatje.
Wij adviseren u om de gegevens hier te noteren:
Model (MOD.) .........................................
Productnummer (PNC) .........................................
Serienummer (S.N.) .........................................
13. MILIEUBESCHERMING
Recycle de materialen met het symbool
. Gooi de verpakking in een geschikte verzamelcontainer om het te recyclen. Help om het milieu en de volksgezondheid te beschermen en recycle het afval van elektrische en
Het typeplaatje bevindt zich voor aan de binnenkant van het apparaat. Verwijder het typeplaatje niet uit de ovenruimte.
elektronische apparaten. Gooi apparaten gemarkeerd met het symbool niet weg
met het huishoudelijk afval. Breng het product naar het milieustation bij u in de buurt of neem contact op met de gemeente.
*
www.aeg.com42
NEDERLANDS 43
www.aeg.com/shop
867300595-A-472016
Loading...