Bedankt dat je voor dit AEG-product hebt gekozen. We hebben het gecreëerd om
jarenlang onberispelijke prestaties te leveren, met innovatieve technologieën die
het leven eenvoudiger maken – functies die je wellicht niet op gewone apparaten
aantreft. Neem een paar minuten de tijd om het beste uit het apparaat te halen.
Ga naar onze website voor:
Advies over gebruik, brochures, het oplossen van problemen, service- en
reparatie-informatie:
www.aeg.com/support
Registreer je product voor een betere service:
www.registeraeg.com
Koop accessoires, verbruiksartikelen en originele reserveonderdelen voor je
apparaat:
www.aeg.com/shop
KLANTENSERVICE EN SERVICE
Gebruik altijd originele onderdelen.
Als u contact opneemt met onze erkende servicedienst, zorg er dan voor dat u de
volgende gegevens tot uw beschikking hebt: Model, PNC, serienummer.
De informatie vindt u op het typeplaatje.
Waarschuwingen en veiligheidsinformatie
Algemene informatie en tips
Milieu-informatie
Wijzigingen voorbehouden.
1. VEILIGHEIDSINFORMATIE
Lees zorgvuldig de meegeleverde instructies voor
installatie en gebruik van het apparaat. De fabrikant is
niet verantwoordelijk voor verwondingen of schade die
voortvloeit uit de onjuiste installatie of het onjuiste
NEDERLANDS3
gebruik. Bewaar de instructies altijd op een veilige,
toegankelijke plek voor toekomstig gebruik.
1.1 Veiligheid van kinderen en kwetsbare
personen
• Dit apparaat kan worden gebruikt door kinderen van 8
jaar en ouder en door mensen met een beperkt
lichamelijk, zintuiglijk of verstandelijk vermogen of een
gebrek aan ervaring en kennis, indien zij onder
toezicht staan of instructies hebben gekregen over het
veilig gebruiken van het apparaat en indien zij de
gevaren begrijpen. Kinderen jonger dan 8 jaar en
personen met zware en complexe beperkingen dienen
altijd uit de buurt van het apparaat te worden
gehouden, tenzij ze voortdurend onder toezicht staan.
• Houd toezicht op kinderen, om te voorkomen dat zij
gaan spelen met het apparaat.
• Houd alle verpakking uit de buurt van kinderen en
gooi het op passende wijze weg.
• WAARSCHUWING: Het apparaat en de toegankelijke
onderdelen ervan worden heet tijdens het gebruik.
Houd kinderen en huisdieren uit de buurt van het
apparaat tijdens het gebruik en bij het afkoelen.
• Als het apparaat is voorzien van een kinderslot, dient
dit te worden geactiveerd.
• Kinderen mogen zonder toezicht geen reinigings- en
onderhoudswerkzaamheden aan het apparaat
uitvoeren.
1.2 Algemene veiligheid
• Dit apparaat is uitsluitend bestemd om mee te koken.
• Dit apparaat is bedoeld voor huishoudelijk gebruik in
een binnenomgeving.
• Dit apparaat kan worden gebruikt in kantoren,
hotelkamers, bed & breakfast-kamers,
boerderijgastenhuizen en andere soortgelijke
accommodaties waar dergelijk gebruik niet hoger is
dan (gemiddeld) huishoudelijk gebruik.
www.aeg.com4
• WAARSCHUWING: Het apparaat en de toegankelijke
onderdelen ervan worden heet tijdens het gebruik. U
dient te voorkomen de verwarmingselementen aan te
raken.
• WAARSCHUWING: Onbewaakt koken op een
kookplaat met vet of olie kan gevaarlijk zijn en tot
brand leiden.
• Gebruik nooit water om het kookvuur te blussen.
Schakel het apparaat uit en bedek de vlammen met
bijv. een blusdeken of deksel.
• WAARSCHUWING: Het apparaat mag niet van
stroom worden voorzien door een extern
schakelapparaat, zoals een tijdklok, of aangesloten
worden op een circuit dat door het elektriciteitsbedrijf
regelmatig aan en uit wordt geschakeld.
• LET OP: Het kookproces moet bewaakt worden. Een
kort kookproces moet voortdurend bewaakt worden.
• WAARSCHUWING: Brandgevaar: Bewaar geen
voorwerpen op de kookoppervlakken.
• Metalen voorwerpen, zoals messen, vorken, lepels en
deksels mogen niet op het oppervlak van de kookplaat
worden geplaatst, aangezien ze heet kunnen worden.
• Gebruik het apparaat niet voordat u het in de
ingebouwde constructie installeert.
• Gebruik geen stoomreiniger om het apparaat schoon
te maken.
• Als de glaskeramische / glazen oppervlakte gebarsten
is, schakel het apparaat dan uit en trek de stekker uit
het stopcontact. In het geval het apparaat rechtstreeks
op de stroom is aangesloten met een aansluitdoos,
verwijdert u de zekering om het apparaat van de
stroom te halen. Neem altijd contact op met de
erkende servicedienst.
• In geval van glasbreuk van de kookplaat:
– schakel alle branders en alle elektrische
verwarmingselementen onmiddellijk uit en isoleer
het apparaat van de stroomvoorziening,
– raak het oppervlak van het apparaat niet aan,
NEDERLANDS5
– gebruik het apparaat niet.
• Indien het netsnoer beschadigd is, moet het worden
vervangen door de fabrikant, een erkende service of
vergelijkbaar gekwalificeerde personen om gevaar te
voorkomen.
• Als het apparaat rechtstreeks op de
stroomvoorziening wordt aangesloten, is er een
alpolige isolatieschakelaar met een contactopening
nodig op alle polen. De volledige ontkoppeling, in
overeenstemming met de voorwaarden die
gespecificeerd zijn in overspanningscategorie III, moet
worden gegarandeerd. De aardkabel is hiervan
uitgesloten.
• Let er bij het leiden van de stroomkabel op dat de
kabel niet rechtstreeks in contact komt (bijvoorbeeld
met behulp van isolatiehuls) met onderdelen die
temperaturen van meer dan 50°C boven
kamertemperatuur kunnen bereiken.
• WAARSCHUWING: Gebruik alleen
kookplaatbeschermers die door de fabrikant van het
kookapparaat zijn ontworpen of door de fabrikant van
het apparaat in de gebruiksinstructies als geschikt zijn
aangegeven of kookplaatbeschermers die in het
apparaat zijn geïntegreerd. Het gebruik van
ongeschikte kookplaatbeschermers kan ongelukken
veroorzaken.
2. VEILIGHEIDSVOORSCHRIFTEN
Dit apparaat is geschikt voor de
volgende markten: NL
2.1 Installeren
WAARSCHUWING!
Alleen een erkende
installatietechnicus mag dit
apparaat installeren.
• Verwijder alle verpakkingsmaterialen.
• Installeer en gebruik geen beschadigd
apparaat.
• Volg de installatie-instructies die zijn
meegeleverd met het apparaat.
• Houd de minimumafstand naar
andere apparaten en units in acht.
• Pas altijd op bij verplaatsing van het
apparaat, want het is zwaar. Gebruik
WAARSCHUWING!
Gevaar voor letsel of schade
aan het apparaat.
www.aeg.com6
altijd veiligheidshandschoenen en
gesloten schoeisel.
• Dicht de oppervlakken af met kit om
te voorkomen dat ze gaan opzetten
door vocht.
• Bescherm de bodem van het
apparaat tegen stoom en vocht.
• Installeer het apparaat niet naast een
deur of onder een raam. Dit voorkomt
dat heet kookgerei van het apparaat
valt als de deur of het raam wordt
geopend.
• Als het apparaat geïnstalleerd is
boven lades zorg er dan voor dat de
ruimte tussen de onderkant van het
apparaat en de bovenste lade
voldoende is voor luchtcirculatie.
• De onderkant van het apparaat kan
heet worden. Installeer een
onbrandbaar scheidingspaneel onder
het apparaat om te voorkomen dat de
onderkant kan worden aangeraakt.
2.2 Elektrische aansluiting
WAARSCHUWING!
Gevaar voor brand en
elektrische schokken.
• Alle elektrische aansluitingen moeten
worden uitgevoerd door een
gekwalificeerde elektricien.
• Dit apparaat moet worden
aangesloten op een geaard
stopcontact.
• Verzeker jezelf ervan dat de stekker
uit het stopcontact is getrokken,
voordat je welke werkzaamheden dan
ook uitvoert.
• Zorg ervoor dat de parameters op het
vermogensplaatje overeenkomen met
elektrische vermogen van de
netstroom.
• Controleer of het apparaat correct
geïnstalleerd is. Losse en onjuiste
stroomkabels of stekkers (indien van
toepassing) kunnen ertoe leiden dat
de contactklem te heet wordt.
• Gebruik het juiste netsnoer.
• Zorg dat de stroomkabel niet verstrikt
raakt.
• Controleer of er een
aardlekschakelaar is geïnstalleerd.
• Gebruik de trekontlastingsklem op de
kabel.
• Zorg ervoor dat de stroomkabel of
stekker (indien van toepassing) het
hete apparaat of heet kookgerei niet
aanraakt als je het apparaat op een
nabijgelegen contactdoos aansluit.
• Gebruik geen adapters met meerdere
stekkers en verlengkabels.
• Zorg ervoor dat je de stekker (indien
van toepassing) of het netsnoer niet
beschadigt. Neem contact op met ons
erkende servicecentrum of een
elektricien om een beschadigde
stroomkabel te vervangen.
• De schokbescherming van delen
onder stroom en geïsoleerde delen
moet op zo'n manier worden
bevestigd dat het niet zonder
gereedschap kan worden verplaatst.
• Steek de stekker pas in het
stopcontact als de installatie is
voltooid. Zorg ervoor dat het netsnoer
na installatie bereikbaar is.
• Als het stopcontact los zit, mag u de
stekker niet in het stopcontact steken.
• Trek niet aan het netsnoer om het
apparaat los te koppelen. Trek altijd
aan de stekker.
• Gebruik enkel correcte
isolatievoorzieningen:
stroomonderbrekers, zekeringen
(schroefzekeringen moeten uit de
houder worden verwijderd),
aardlekschakelaars en contactgevers.
• De elektrische installatie moet een
isolatieapparaat bevatten waardoor
het apparaat volledig van het lichtnet
afgesloten kan worden. Het
isolatieapparaat moet een
contactopening hebben met een
minimale breedte van 3 mm.
2.3 Gasaansluiting
LET OP!
Bij gebruik van een gasfles
moet je deze altijd op een
vlak horizontaal oppervlak
houden (met de gasklep
bovenaan).
• Alle gasaansluitingen moeten door
een gediplomeerd elektromonteur
worden gemaakt.
• Controleer vóór de installatie of de
plaatselijke distributieomstandigheden
(gassoort en -druk) en de afstelling
NEDERLANDS7
van het apparaat met elkaar te
combineren zijn.
• Zorg ervoor dat er koude
luchtcirculatie in het apparaat
aanwezig is.
• Op het typeplaatje staat informatie
over de gastoevoer.
• Dit apparaat mag niet aangesloten
worden op een inrichting dat
producten afvoert voor verbranding.
Sluit het apparaat aan volgens de
geldende installatieregels. Volg de
vereisten voor voldoende ventilatie.
2.4 Gebruik
WAARSCHUWING!
Gevaar voor letsel,
brandwonden of elektrische
schokken.
LET OP!
Het gebruik van een
gaskooktoestel resulteert in
de productie van warmte,
vocht en
verbrandingsproducten in de
ruimte waarin het apparaat
wordt geïnstalleerd. Zorg
ervoor dat de keuken goed
geventileerd is, vooral
wanneer het apparaat in
gebruik is.
Langdurig intensief gebruik
van het apparaat kan extra
ventilatie vereisen. Dit is
bijvoorbeeld het verhogen
van mechanische ventilatie
waar aanwezig, extra
ventilatie om de
verbrandingsproducten veilig
te verwijderen naar
buitenlucht (externe lucht),
terwijl het ook ruimtelucht
ververst met extra ventilatie.
Raadpleeg een bevoegde
persoon voordat je de extra
ventilatie installeert.
• De specificatie van dit apparaat niet
wijzigen.
• Verwijder voorafgaand aan het eerste
gebruik alle verpakkingsmaterialen,
etiketten en beschermfolie (indien van
toepassing).
• Zorg ervoor dat de
ventilatieopeningen niet geblokkeerd
worden.
• Laat het apparaat tijdens de werking
niet onbeheerd achter.
• Zet de kookzone op "uit" na ieder
gebruik.
• Plaats geen bestek of deksels van
steelpannen op de kookzones. Ze
kunnen heet worden.
• Gebruik het apparaat niet met natte
handen of als het contact maakt met
water.
• Gebruik het apparaat niet als
werkblad of als opslagoppervlak.
• Als u voedsel in hete olie plaatst, kan
het spatten.
WAARSCHUWING!
Risico op brand en explosie
• Wanneer ze verwarmd worden,
kunnen vetten en oliën ontvlambare
dampen afgeven. Houd vlammen of
verwarmde voorwerpen uit de buurt
van vetten en oliën als u ermee kookt.
• De dampen die erg hete olie
vrijkomen, kunnen spontane
ontbranding veroorzaken.
• Gebruikte olie die voedselresten kan
bevatten, kan brand veroorzaken bij
een lagere temperatuur dan olie die
voor de eerste keer wordt gebruikt.
• Plaats geen ontvlambare producten of
artikelen die vochtig zijn met
ontvlambare producten in, bij of op
het apparaat.
WAARSCHUWING!
Risico op schade aan het
apparaat.
• Laat geen heet kookgerei op het
bedieningspaneel staan.
• Laat kookgerei niet droogkoken.
• Zorg ervoor dat je geen voorwerpen
of kookgerei op het apparaat laat
vallen. Het oppervlak kan beschadigd
raken.
• Laat nooit een brander aan met leeg
kookgerei of zonder kookgerei.
• Leg geen aluminiumfolie op het
apparaat.
• Kookgerei gemaakt van gietijzer,
aluminium of met een beschadigde
bodem kan krassen op het glas/
glaskeramiek veroorzaken. Til deze
www.aeg.com8
voorwerpen altijd op als je ze op de
kookplaat moet verplaatsen.
• Gebruik alleen stabiel kookgerei met
een juiste vorm en diameter die groter
is dan de afmetingen van de
branders.
• Zorg ervoor dat het kookgerei in het
midden van de branders staat.
• Gebruik geen grote pannen die de
randen van het apparaat
overschrijden. Dit kan het apparaat
beschadigen.
• Gebruik alleen de accessoires die bij
het apparaat zijn geleverd.
• Plaats geen vlamverdeler op de
brander.
• Zorg dat geen zure vloeistoffen, zoals
azijn, citroensap of
kalkaanslagverwijderaar, de kookplaat
aanraken. Dit kan matte plekken
veroorzaken.
• Verkleuring van het email of roestvrij
staal is niet van invloed op de werking
van het apparaat.
2.5 Onderhoud en reiniging
• Reinig het apparaat regelmatig om te
voorkomen dat het materiaal van het
oppervlak achteruitgaat.
• Schakel het apparaat uit en laat het
afkoelen voordat u het schoonmaakt.
• Gebruik geen waterstralen en stoom
om het apparaat te reinigen.
• Maak het apparaat schoon met een
vochtige zachte doek. Gebruik alleen
neutrale schoonmaakmiddelen.
Gebruik geen schuurmiddelen,
schuursponsjes, oplosmiddelen of
metalen voorwerpen.
• De branders niet in de afwasautomaat
reinigen.
• Reinig het metalen deel van de
brandbeveiliging regelmatig.
2.6 Service
• Neem contact op met de erkende
servicedienst voor reparatie van het
apparaat. Gebruik alleen originele
reserveonderdelen.
• Met betrekking tot de lamp(en) in dit
product en reservelampen die
afzonderlijk worden verkocht: Deze
lampen zijn bedoeld om bestand te
zijn tegen extreme fysieke
omstandigheden in huishoudelijke
apparaten, zoals temperatuur,
trillingen, vochtigheid, of zijn bedoeld
om informatie te geven over de
operationele status van het apparaat.
Ze zijn niet bedoeld voor gebruik in
andere toepassingen en zijn niet
geschikt voor verlichting in
huishoudelijke ruimten.
2.7 Verwijdering
WAARSCHUWING!
Gevaar voor letsel of
verstikking.
• Neem contact op met uw plaatselijke
overheid voor informatie over het
afvoeren van het apparaat.
• Haal de stekker uit het stopcontact.
• Snijd het netsnoer vlak bij het
apparaat af en gooi het weg.
• Maak de externe gasleidingen plat.
3. MONTAGE
WAARSCHUWING!
Raadpleeg de hoofdstukken
Veiligheid.
3.1 Voor montage
Voordat u de kookplaat installeert, dient
u de onderstaande informatie van het
typeplaatje te noteren. Het typeplaatje
bevindt zich onderop de kookplaat.
Model .......................................
Productnummer
(PNC) ........................................
Serienummer ...........................
A
NEDERLANDS9
3.2 Gasaansluiting
WAARSCHUWING!
De volgende instructies over
de installatie en het
onderhoud moeten
opgevolgd worden door
vakkundig personeel in
overeenstemming met de
geldende voorschriften.
Kies vaste aansluitingen of gebruik een
flexibele leiding van roestvrij staal, in
overeenstemming met de voorschriften
die van kracht zijn. Als u flexibele
metalen leidingen gebruikt, moet u
opletten dat deze niet in aanraking
komen met bewegende onderdelen, of
dat ze niet vastgeklemd worden. Wees
ook voorzichtig wanneer de kookplaat in
combinatie met een oven wordt
geïnstalleerd.
De verbinding moet worden aangelegd in
overeenstemming met NEN 1078.
Controleer of de
gastoevoerdruk van het
apparaat voldoet aan de
aanbevolen waarden. De
verstelbare aansluiting wordt
op de uitbreidingsbrug
bevestigd met behulp van
een schroefdraadmoer R
1/2" (NEN 3258). Schroef de
onderdelen vast zonder
kracht, stel de verbinding in
de nodige richting af en
draai alles vast.
De flexibele leiding is klaar voor gebruik
als de leiding:
• niet warmer wordt dan
kamertemperatuur, warmer dan 30°C;
• niet langer is dan 1.500 mm;
• geen knikken vertoont;
• niet onderworpen is aan tractie of
torsie;
• niet in aanraking komt met scherpe
randen of hoeken;
• de leiding gemakkelijk onderzocht kan
worden om de toestand ervan te
controleren.
De controle van de staat van de flexibele
leiding bestaat erin te controleren of:
• de leiding geen barsten, sneden,
vlekken of brandsporen vertoont op
de twee uiteinden en over de
volledige lengte;
• het materiaal niet gehard is, maar de
juiste elasticiteit vertoont
• de bevestigingsklemmen niet verroest
zijn
• de vervaldatum niet is verstreken.
Als er één of meerdere defecten
waarneembaar zijn, mag de leiding niet
worden gerepareerd, maar moet deze
worden vervangen.
WAARSCHUWING!
Controleer wanneer de
installatie is voltooid of alle
leidingfittingen goed zijn
afgedicht. Gebruik een
zeepoplossing, geen vlam!
3.3 Sproeiers vervangen
WAARSCHUWING!
Informatie uitsluitend
bedoeld voor erkende
installateurs.
A. Uiteinde van as met moer
Vloeibaar gas
Gebruik de rubberen pijphouder voor
vloeibaar liquid gas. Koppel altijd de
pakking vast. Ga vervolgens door met de
gasaansluiting.
1. Verwijder de pannendragers.
2. Verwijder de kappen en kronen van
de brander.
3. Verwijder de injectoren met een
dopsleutel 7 en vervang ze door de
sproeiers die nodig zijn voor het type
gas dat je gebruikt (zie de tabel in het
hoofdstuk "Technische gegevens").
4. Plaats alle onderdelen terug, waarbij
je dezelfde procedure in omgekeerde
volgorde uitvoert.
www.aeg.com10
5. Bevestig het label met het nieuwe
type gastoevoer in de buurt van de
gastoevoerleiding. Dit etiket kun je
vinden in het pakket dat bij het
apparaat is meegeleverd.
Als de toevoergasdruk kan worden
gewijzigd of anders is dan de benodigde
druk, moet je een geschikte drukregelaar
op de gastoevoerleiding plaatsen.
3.4 Gasselectie
WAARSCHUWING!
Informatie uitsluitend
bedoeld voor erkende
installateurs.
1. Gedurende 3 seconden aanraken.
012
G25.3 25 mbarVloeibaar gas 29 mbarG20 20 mbar
3.5 Instellen van het
minimumniveau
WAARSCHUWING!
Informatie uitsluitend
bedoeld voor erkende
installateurs.
Schakel de kookplaat uit
voordat u aanpassingen
doet.
Het minimumniveau van de branders
afstellen:
1. Raak 3 seconden aan.
2. Raak binnen 7 seconden gedurende
3 seconden aan.
3. Raak
Op de display verschijnt G2-stand.
4. Tik op .
Openen van de stand.
5. Wacht na het kiezen van de stand 5
seconden.
De brander toont het minimale niveau en
de bedieningsbalk toont .
6. Raak of aan.
4 keer aan.
2. Raak binnen 7 seconden gedurende
3 seconden aan.
3. Raak 3 keer aan.
Op de display verschijnt G1-stand.
4. Tik op .
Openen van de stand.
5. Timerdisplay geeft het geselecteerde
gastype weer.
6. Raak
onderstaande tabel in te stellen.
7. Tik op .
Bevestigen van het gastype.
Raak aan om de modus te verlaten of
Verhogen of verlagen van de waarde en
aanpassen van het minimale niveau.
7. Wacht 5 seconden.
Versturen van de gekozen waarde naar
het voedingsbord.
8. Controleer of het minimale niveau
juist is en raak aan.
Het minimale niveau bevestigen.
9. Raak aan om de volgende
brander te selecteren en herhaal
stappen 5 - 8.
Raak aan om de stand te verlaten.
aan om het gastype volgens
Als het minimale niveau niet
juist is, herhaal dan stappen
6 en 7.
WAARSCHUWING!
Zorg dat de vlam niet uitgaat
als u de knop snel van de
maximale stand naar de
minimale stand draait.
WAARSCHUWING!
Stel de G3- en G4-standen
niet in. Deze zijn uitsluitend
bedoeld voor erkende
installateurs.
L
N
min.
100mm
min.
650mm
NEDERLANDS11
3.6 Elektrische aansluiting
• Zorg er voor dat het aangegeven
voltage en het type stroom op het
typeplaatje overeenkomen met het
voltage en stroomtype van uw lokale
stroomleverancier.
• Dit apparaat wordt geleverd met een
netsnoer. Dit moet zijn voorzien van
een geschikte stekker, die geschikt is
voor de belasting die vermeld is op
het identificatieplaatje. Zorg dat u de
stekker in een goed stopcontact
steekt.
• Gebruik altijd een juist geïnstalleerd
schokbestendig stopcontact.
• Zorg ervoor dat het netsnoer na
installatie bereikbaar is.
• Trek niet aan het netsnoer om het
apparaat los te koppelen. Trek altijd
aan de stekker.
• Er is brandgevaar als het apparaat
verbinding maakt met een
verlengkabel, een adapter of een
meervoudige aansluiting. Zorg ervoor
dat de aarde-aansluiting overeenkomt
met de normen en regelgeving.
• Laat de stroomkabel niet warmer
worden dan 90° C.
3.7 Aansluitkabel
Gebruik om de aansluitkabel te
vervangen alleen de speciale kabel of
een gelijksoortig type. Het kabeltype is:
H05V2V2-F T90.
Zorg ervoor dat de doorsnede van het
snoer geschikt is voor het voltage en de
bedrijfstemperatuur. De geel/groene
aarddraad moet ongeveer 2 cm langer
zijn dan de bruine (of zwarte) fasedraad.
letter 'E' of het aardesymbool , of
groen/geel gekleurd.
2. Sluit de blauwe (nul) draad aan op de
eindklem gemarkeerd met de letter
'N', of blauw gekleurd.
3. Sluit de bruine (onder spanning
staande) draad aan op de eindklem
gemarkeerd met de letter 'L'. Deze
moet altijd worden aangesloten op de
netwerkfase.
3.8 Montage
1.
2.
1. Sluit de groen/gele (aarde) draad aan
op de eindklem gemarkeerd met de
A
B
A
12 mm
28 mm
38 mm
B
45 mm
29 mm
19 mm
< 20 mm
890
min.
38 mm
min.
2 mm
1)
A
www.aeg.com12
3.
4.
6.
7.
8.
5.
1) Tenzij anders aangegeven in de
oveninstallatie.
9.
LET OP!
Monteer het apparaat alleen
op een werkblad met een
plat oppervlak.
3.9 Installeren van kookplaat
min 6 mm
60 mm
min 5 mm
A
B
11
3
2
4
1
onder de afzuigkap
Als u de kookplaat onder
een kap monteert, moet u de
montage-instructies van de
dampkap raadplegen om de
minimale afstand tussen de
apparaten te weten te
komen.
3.10 Mogelijkheden voor
inbrengen
Het paneel onder de kookplaat moet
eenvoudig te verwijderen zijn en
gemakkelijk toegankelijk zijn voor het
geval er een technische hulpinterventie
nodig is.
Keukenmeubel met
NEDERLANDS13
A. Verwijderbaar paneel
B. Ruimte voor aansluitingen
Keukenmeubel met oven
De elektrische aansluiting van de
kookplaat en de oven moeten
afzonderlijk worden geïnstalleerd, om
veiligheidsredenen en zodat de oven
gemakkelijk uit de unit kan worden
verwijderd.
4. BESCHRIJVING VAN HET PRODUCT
4.1 Indeling kookplaat
Medium brander
1
Multikroonbrander
2
Extra brander
3
Bedieningspaneel
4
12
5
6 72143
1310
8
9
11
www.aeg.com14
4.2 Indeling bedieningspaneel
Gebruik de sensorvelden om het apparaat te bedienen. De displays, indicatielampjes
en geluiden geven aan welke functies er worden gebruikt.
Sen‐
sor‐
veld
1
2
3
-Kookstand-displayDe warmte-instelling weergeven.
4
-TimerdisplayDe tijd in minuten of mogelijke foutcodes
5
6
7
8
9
10
11
-Gebied voor Hob²Hood-in‐
12
-BedieningsstripDe warmte van de brander instellen.
13
FunctieOpmerking
AAN/UITDe kookplaat in- en uitschakelen.
Vergrendeling/kinderbe‐
veiliging
PauzeHet in- en uitschakelen van de functie.
Hob²HoodHet in- en uitschakelen van de handmatige
Led-aanduidingHet tonen van de geactiveerde functie.
De kookplaat opnieuw in‐
stellen
Indicatielampje resettenHet tonen van de geactiveerde functie. Re‐
-Het in- en uitschakelen van de timer.
-De tijd verlengen of verkorten.
/
fraroodsignaal
Het bedieningspaneel vergrendelen/ontgren‐
delen.
weergeven (raadpleeg “Probleemoplos‐
sing”).
modus van de functie.
Om de kookplaat te resetten (zie "Probleem‐
oplossing").
setprocedure vereist.
Communicatie naar de afzuigkap.
4.3 Kookstand-displays
DisplayBeschrijving
De brander is gedeactiveerd.
NEDERLANDS15
-
De brander is in werking.
Er is een waarschuwing (raadpleeg “Probleemoplossing”).
Een kookzone is nog heet (restwarmte).
Blokkering / Kinderbeveiliging van de kookplaat werkt.
Pauze werkt.
De functie Automatisch uitschakelen staat aan.
4.4 Aanduiding voor heet
oppervlak
WAARSCHUWING!
Indien de kookzone tijdens
het koken heet wordt, toont
de instellingsaanduiding een
waarschuwing voor heet
oppervlak als de zone
wordt uitgeschakeld. De
indicator heet oppervlak
wordt weergegeven totdat
de kookzone afkoelt, de
kookplaat wordt
losgekoppeld of de stroom
wordt uitgeschakeld.
5. DAGELIJKS GEBRUIK
WAARSCHUWING!
Raadpleeg de hoofdstukken
Veiligheid.
$
%
'
&
$
%
'
&
www.aeg.com16
5.1 Branderoverzicht
1. Raak 1 seconde aan om de
kookplaat in te schakelen.
De kookplaat wordt uitgeschakeld
wanneer deze na 20 seconden niet is
gebruikt.
2. Wanneer je na de lichtanimatie op
het display ziet, raak dan de
bedieningsstrip aan bij de juiste
kookstand of beweeg je vinger langs
de bedieningsstrip totdat je de juiste
kookstand hebt bereikt.
Het instellen of wijzigen van de
kookstand.
Als de brander na een paar
pogingen niet ontsteekt,
controleer dan of de kroon
en de dop goed zijn
geplaatst en reinig het
metalen deel van de
vlambeveiliging (raadpleeg
'Onderhoud en reiniging').
Als de brander tijdens
normaal gebruik automatisch
begint te vonken en de vlam
automatisch wordt
aangepast, controleer dan of
het metalen deel van de
ontstekingsbougie en de
vlambeveiliging schoon zijn
(zie 'Onderhoud en
reiniging').
A. Branderkap
B. Branderkroon
C. Ontstekingsbougie
D. Vlambeveiliging
5.2 De brander ontsteken
Steek de brander altijd aan
voordat je er kookgerei op
plaatst.
WAARSCHUWING!
Wees bijzonder voorzichtig
bij het gebruik van open vuur
in de keukenomgeving. De
fabrikant kan niet
aansprakelijk worden
gesteld in het geval van
onjuist gebruik van de vlam.
Als de brander per ongeluk
uitgaat, ontsteekt de
kookplaat de brander 3 keer
opnieuw. Als de vlam hierna
nog steeds niet gaat
branden, verschijnt .
Schakel de kookplaat uit
wanneer de waarschuwing
verschijnt, en schakel
deze vervolgens weer in.
Wanneer de displayfunctie
Om de vlam te doven de bedieningsknop
naar de uit-positie
WAARSCHUWING!
Draai de vlam altijd lager of
schakel hem uit voordat u de
pan van de brander haalt
schuiven.
5.4 Automatisch uitschakelen
De functie schakelt de kookplaat
automatisch uit als:
• alle branders zijn gedeactiveerd,
• u de kookstand niet instelt nadat u de
kookplaat hebt ingeschakeld.
• u iets hebt gemorst of iets langer dan
10 seconden op het bedieningspaneel
hebt gelegd (een pan, doek, etc.). Er
klinkt een geluidssignaal en de
kookplaat wordt uitgeschakeld.
Verwijder het voorwerp of reinig het
bedieningspaneel.
• u een brander niet uitschakelt of de
kookstand verandert. Na een tijdje
aan en schakelt de kookplaat
gaat
uit.
De verhouding tussen kookstand en
de tijd waarna de kookplaat
uitschakelt:
NiveauTijd (uren)
16
23
33
41,5
51,5
5.5 De
kookplaatvergrendeling inen uitschakelen
U kunt het bedieningspaneel
vergrendelen terwijl de branders in
werking zijn. Hiermee wordt voorkomen
dat de kookstand per ongeluk wordt
veranderd.
Het bedieningspaneel vergrendelen:
1. Stel de warmte-instelling in.
2. Raak aan.
3. verschijnt op het display van de
brander.
Raak weer aan om het
bedieningspaneel te ontgrendelen.
U kunt de branders
uitschakelen terwijl het
bedieningspaneel is
vergrendeld. Gebruik aan
om de kookplaat uit te
schakelen.
Instellen van de vergrendeling voor
kinderbeveiliging:
1. Raak
zetten.
2. Raak 3 seconden aan om de
vergrendeling te activeren. gaat in
alle bedieningsbalken branden.
3. Raak aan om de kookplaat uit te
zetten.
Om tijdelijk te ontgrendelen:
1. Raak aan om de kookplaat aan te
zetten.
2. Raak 3 seconden aan.
3. verschijnt op het display van de
brander.
4. Stel de warmte-instelling in.
5. Aan het einde van het kookproces en
na het uitschakelen van de
kookplaat, is de vergrendelfunctie
actief.
Om volledig te ontgrendelen:
1. Raak aan om de kookplaat aan te
zetten.
2. Raak
vergrendeling wordt uitgeschakeld.
3. Raak aan om de kookplaat uit te
zetten.
aan om de kookplaat aan te
U kunt de
kookplaatvergrendeling
uitschakelen terwijl de
kinderbeveiliging in werking
is.
3 seconden aan. De
www.aeg.com18
5.6 Pauze
Deze functie stelt alle branders die in
werking zijn in op de laagste kookstand.
Als de functie in gebruik is, kunt u de
kookstand niet wijzigen.
Als de functie de timerfuncties niet stopt.
Tik op
Voor het uitschakelen van de functie
raakt u aan. De vorige kookstand gaat
aan.
om de functie in te schakelen.
gaat aan.
5.7 Kookwekker
U kunt deze functie gebruiken als
kookwekker als de kookplaat is
geactiveerd.
1. Tik op .
2. Raak of van de timer aan om
de tijd in te stellen (00 - 99 minuten).
De tijdindicator gaat tijdens de
tijdinstelling snel knipperen.
3. Als de tijdindicator langzaam gaat
knipperen, is de tijdklok geactiveerd.
Als de tijd verstreken is, klinkt er een
geluidssignaal en knippert 00.
4. Tik op .
Het geluidssignaal stopzetten.
Deze functie is niet van
invloed op de werking van
de branders.
De maximale duur van de
tijdklokfuncties is 00 - 99
minuten. Raadpleeg de
kookwekkerinstructies
(missende aanpassing
tijdklok).
5.8 OffSound Control (De
geluiden in- en uitschakelen)
• - de signalen zijn aan
Om uw keuze te bevestigen moet u
wachten tot de kookplaat automatisch
uitschakelt.
Als de functie op staat, kunt u de
geluiden alleen horen als:
aanraakt
• u
• Kookwekker naar beneden komt
• Timer met aftelfunctie naar beneden
komt
• u iets op het bedieningspaneel
plaatst.
5.9 Hob²Hood
Het is een geavanceerde automatische
functie die de kookplaat op een speciale
afzuigkap aansluit. Zowel de kookplaat
als de afzuigkap heeft een
infraroodontvanger. De snelheid van de
ventilator wordt automatisch bepaald op
basis van de modusinstelling en de
temperatuur van de heetste pan op de
kookplaat. U kunt de ventilator van de
kookplaat handmatig bedienen.
De afzuigkap werkt alleen
als de kookplaat geactiveerd
is.
Voor de meeste
afzuigkappen wordt het
afstandsbedieniningssysteem
uitgeschakeld. Inschakelen
voordat u de functie gebruikt.
Zie voor meer informatie de
gebruikershandleiding van de
afzuigkap.
De kookplaat stelt de
snelheid van de ventilator
automatisch in
overeenkomstig het
kookproces.
Schakel de kookplaat uit. Raak 3
seconden aan. Het display gaat aan en
uit. Raak 3 seconden aan. of
gaat branden. Raak aan om één van
het volgende te kiezen:
• - de signalen zijn uit
Automatische modi
standStandom‐
schrijving
H0HandmatigUitUit
H1Automati‐
sche ver‐
lichting
H2Vaste snel‐
heid
H3Automati‐
sche lage
snelheid
H4Automati‐
sche mid‐
delmatige
snelheid
H5Automati‐
sche hoge
snelheid
Auto‐
mati‐
sche
verlich‐
ting
AanUit
Aan1
Aan0-1
Aan0-1
Aan0-2
Auto‐
mati‐
sche
ventila‐
torsnel‐
heid
NEDERLANDS19
standStandom‐
schrijving
H6Automati‐
sche inten‐
se snelheid
Auto‐
mati‐
sche
verlich‐
ting
Aan0-3
Auto‐
mati‐
sche
ventila‐
torsnel‐
heid
De automatische modus veranderen
1. Schakel het apparaat uit.
2. Raak 3 seconden aan. Het
display gaat aan en uit.
3. Raak
3 seconden aan.
4. Raak een paar keer aan tot
aan gaat.
5. Raak van de timer aan om een
automatische modus te selecteren.
Raak aan om de snelheid
handmatig in te stellen.
Houd langer vast om de
ventilator en de verlichting
uit te schakelen.
6. AANWIJZINGEN EN TIPS
WAARSCHUWING!
Raadpleeg de hoofdstukken
Veiligheid.
6.1 Kookgerei
LET OP!
Gebruik geen gietijzeren
pannen, aardewerk of
grillplaten.
WAARSCHUWING!
Zet één pan niet op twee
branders.
WAARSCHUWING!
Na beëindiging van de
bereiding schakelt de
afzuigkap niet automatisch
uit. Schakel deze handmatig
uit.
WAARSCHUWING!
Zet geen instabiele of
beschadigde pannen op de
brander om morsen en letsel
te voorkomen.
LET OP!
Zorg dat de handvaten van
de pot niet boven de voorste
rand van het werkblad
komen.
www.aeg.com20
LET OP!
Zorg dat de potten zich in
het midden van de brander
bevinden, voor een
maximum aan stabiliteit en
lager gasverbruik.
LET OP!
Vloeistoffen die tijdens het
koken worden gemorst
kunnen ervoor zorgen dat
het glas breekt.
6.2 Diameter van het
kookgerei
Gebruiken alleen kookgerei
met een bodemdiameter die
geschikt is voor de afmeting
van de plaat.
BranderDiameter van
de pannen
(mm)
Multikroon220 - 260
Halfsnel (linksachter)120 - 240
Halfsnel (rechtsachter)120 - 240
Normaal (linksvoor)120 - 220
Sudderbrander80 - 180
6.3 Praktische tips voor
Hob²Hood
Als u de kookplaat bedient met de
functie:
• Bescherm het afzuigkappaneel tegen
direct zonlicht.
• Breng geen halogeenverlichting aan
in het afzuigkappaneel.
• Dek het bedieningspaneel van de
afzuigkap niet af.
• Onderbreek het signaal tussen de
kookplaat en de afzuigkap niet
(bijvoorbeeld met een hand, een
handgreep van een pan of een grote
pan). Zie de afbeelding.
De afzuigkap in de afbeelding is
slechts een voorbeeld.
Houd het venster om te
verbinden met het
infraroodsignaal van de
Hob²Hood schoon.
Andere op afstand bediende
apparaten kunnen het
signaal hinderen. Gebruik
geen op afstand bedienbare
apparaten op het moment
dat u de functie op de
kookplaat gebruikt.
Afzuigkappen met de Hob²Hood
functie
Zie de consumentenwebsite voor de
volledige reeks afzuigkappen die met
deze functie werken. De AEGafzuigkappen die met deze functie
werken moeten het symbool hebben.
6.4 Voorbeelden van
kooktoepassingen
De gegevens in de tabel tonen
voorbeelden van de warmte-instelling en
kooktijden voor zacht en zwaar bakken
en verfijnd koken.
• Pas de instellingen aan op het type
voedsel, het type gas dat wordt
gebruikt, het materiaal en de grootte
van de pannen. Raadpleeg de
diameters van kookgerei in hoofdstuk
Hints en tips.
• Gebruik voor verfijnd koken de
hulpbrander of de normale brander
met vlamverspreider.
• Gebruik voor een gelijkmatige
warmteverspreiden een pan met
coating en kook op een hulp- of
normale brander.
• Elk voorbeeld in de onderstaande
tabel toont twee of drie stappen.
• Warm bij gebruik van een pan de olie
eerst op en houd de pan tijdens het
bakken op een constante temperatuur
in overeenstemming met de waarden
die in de tabel worden aangeraden.
Symbolen van kookmethodes die in de
tabel worden gebruikt:
Olie opwarmen
NEDERLANDS21
Zachtjes braden
Laten koken
Te sudderen
Mengen, smelten van
ingrediënten
P
or
Ge‐
ti
recht
e
s
Crè‐
4SR51-424-8
pes
Ham‐
bur‐
2
gers
Ham‐
bur‐
3SR51-534-8
gers
Ham‐
bur‐
4MC51-534-7
gers
Friet‐
4MC520-30
jes
Be‐
cha‐
4
1)
mel
Rijst‐
pud‐
4
1)
ding
1)
Constant roeren
2)
Zonder deksel
Bran‐
der
SUPP
L.
SUPP
L.
SUPP
L.
Stap 1Stap 2Stap 3
Sym‐
bool
Ni
ve
au
Tijd
(min)
Sym‐
bool
Ni
ve
au
Tijd
(min)
51-534-8
2)
15-10
2)
510-20
55-10
2)
130-40
2)
Sym‐
bool
2)
Ni
Tijd
ve
(min)
au
14-8
www.aeg.com22
7. ONDERHOUD EN REINIGING
WAARSCHUWING!
Raadpleeg de hoofdstukken
Veiligheid.
7.1 Algemene informatie
• Maak de kookplaat na ieder gebruik
schoon.
• Het wordt aangeraden de
vergrendeling- / kinderslotfunctie te
activeren (raadpleeg
'kookplaatvergrendeling in- of
uitschakelen' in hoofdstuk 'Dagelijks
gebruik').
• Gebruik altijd kookgerei met een
schone bodem.
• Krassen of donkere vlekken op de
oppervlakte hebben geen invloed op
de werking van de kookplaat.
• Gebruik een specifiek
schoonmaakmiddel voor het
oppervlak van de kookplaat.
De aanwezigheid van water
of andere vloeistoffen op het
bedieningspaneel kan de
kookplaatfuncties per
ongeluk in- of uitschakelen.
WAARSCHUWING!
Gebruik geen messen,
schrapers of gelijksoortige
hulpmiddelen om het glazen
oppervlak of de randen van
de branders en het frame
schoon te maken (indien van
toepassing).
• Was de onderdelen van roestvrij staal
af met water en droog ze vervolgens
met een zachte doek.
7.2 Pannendragers
De pansteunen zijn niet
bestand tegen afwassen in
een afwasautomaat. Ze
moeten met de hand worden
afgewassen.
Ga zeer voorzichtig te
werk bij het vervangen
van de pannendrager, dit
om schade aan het
oppervlak van de
kookplaat te vermijden.
2. De emaillelaag kan scherpe randen
hebben, dus wees voorzichtig tijdens
het met de hand afwassen en
afdrogen. Verwijder hardnekkige
vlekken zo nodig met een
pastareiniger.
3. Zorg er na het reinigen van de
pansteunen voor dat u ze in de juiste
stand terugplaatst.
4. Om ervoor te zorgen dat de brander
goed werkt, moeten de armen van de
pannendrager in het midden van de
brander worden geplaatst.
7.3 Pannendragers
verwijderen
Om de pannendragers in de juiste positie
te houden, worden ze op metalen pinnen
aan de achterkant van de kookplaat
gezet. Voor eenvoudige reiniging kunnen
de pannendragers van de kookplaat
worden verwijderd. Til de pannendragers
horizontaal omhoog zoals aangegeven in
de afbeelding.
1. U kunt de pansteunen verwijderen
voor een gemakkelijke reiniging van
het kookplaat.
NEDERLANDS23
Til de pannendragers niet in
een hoek op, aangezien
hierdoor de metalen pinnen
belast worden. Dit kan de
pinnen beschadigen en
hierdoor kunnen ze breken.
verschillend zijn op andere modellen van
het apparaat.
7.4 De kookplaat
schoonmaken
• Verwijder direct: gesmolten
kunststof, plastic folie, suiker en
suikerhoudend voedsel, anders kan
dit schade aan de kookplaat
veroorzaken. Doe voorzichtig om
brandwonden te voorkomen.
• Verwijder nadat de kookplaatvoldoende is afgekoeld: kalk- en
waterkringen, vetspatten en
metaalachtig glanzende
verkleuringen. Reinig de kookplaat
met een vochtige doek en een beetje
niet-schurend reinigingsmiddel. Droog
de kookplaat na reiniging af met een
zachte doek.
• Was de geëmailleerde delen, deksels
en kronen met een warm sopje en
laat ze goed drogen alvorens ze terug
te plaatsen.
7.5 Reinigen van de
ontstekingsbougie en de
vlambeveiliging
Houd het metalen gedeelte van de
ontstekingsbougie en de vlambeveiliging
schoon met een vochtige doek of spons
om te voorkomen dat de vlam slecht
ontsteekt of de vlam slecht wordt
herkend. Controleer of de branderkroon
niet verstopt is met voedselresten.
De vorm van pannendragers en de
hoeveelheid branders kunnen
8. PROBLEEMOPLOSSING
WAARSCHUWING!
Raadpleeg de hoofdstukken
Veiligheid.
7.6 Periodiek onderhoud
Raadpleeg regelmatig uw lokale
serviceafdeling, om de staat van de
gastoevoerleiding en de drukregelaar
(indien gemonteerd) te controleren.
www.aeg.com24
8.1 Wat te doen als...
ProbleemMogelijke oorzaakOplossing
Je kunt de kookplaat niet in‐
schakelen of bedienen.
De zekering is doorgesla‐
Stel gedurende 20 seconden
Je hebt 2 of meer sensorvel‐
Water of vetvlekken op het
Er klinkt een geluidssignaal
en de kookplaat wordt uitge‐
schakeld.
Als de kookplaat wordt uitge‐
schakeld, klinkt er een ge‐
luidssignaal.
De kookplaat wordt uitge‐
schakeld.
Het ledlampje voor resetten
knippert.
Hob²Hood-functie werkt niet. Je hebt het bedieningspa‐
De sensorvelden worden
heet.
Er klinkt geen geluidsignaal
wanneer je de sensorvelden
van het bedieningspaneel
aanraakt.
De kookplaat is niet aange‐
sloten op een stopcontact of
niet goed geïnstalleerd.
gen.
geen kookstand in.
den tegelijkertijd aangeraakt.
bedieningspaneel.
Je hebt iets op een of meer
sensorvelden geplaatst.
Je hebt iets op het sensor‐
veld geplaatst.
De vereiste resetprocedure.Raadpleeg "Indeling van het
neel afgedekt.
De pan is te groot of je
plaatst deze te dicht bij de
bedieningsknoppen.
De signalen zijn uit.Schakel de geluiden in.
Controleer of de kookplaat
goed aangesloten is op het
lichtnet. Raadpleeg het aan‐
sluitdiagram.
Verzeker je ervan dat de ze‐
kering de oorzaak van de
storing is. Als de zekeringen
keer op keer doorslaan,
neem je contact op met een
erkende installateur.
Schakel de kookplaat op‐
nieuw in en stel de kook‐
stand binnen 20 seconden
in.
Raak slechts één sensorveld
aan.
Reinig het bedieningspa‐
neel.
Verwijder het voorwerp van
de sensorvelden.
Verwijder het voorwerp van
het sensorveld.
bedieningspaneel" (alsof er
een waarschuwing ver‐
schijnt).
Verwijder het voorwerp van
het bedieningspaneel.
Plaats groot kookgerei in‐
dien mogelijk op de achter‐
ste branders.
Raadpleeg “Dagelijks ge‐
bruik”.
ProbleemMogelijke oorzaakOplossing
Je kunt een paar seconden
na het uitschakelen van de
vlam horen als de vlam uit‐
gaat en de ontsteking auto‐
matisch wordt uitgevoerd.
Luchtstromen rond de bran‐
der.
De deksel of kroon van de
brander is niet goed ge‐
Zorg ervoor dat de luchtstro‐
men van ramen of deuren de
vlam niet doven.
Plaats de branderkap en
kroon in de juiste positie.
plaatst.
gaat aan.
gaat aan.
gaat aan.
Je kunt een constant piepge‐
luid horen.
Het metalen deel van de
vlambeveiliging is vuil.
Automatisch uitschakelen
werkt.
De kinderbeveiligingsfunctie
werkt.
De vlam gaat niet branden
na 3 pogingen.
De deksel of kroon van de
brander is niet goed ge‐
plaatst.
Het metalen deel van de
vlambeveiliging is vuil (raad‐
pleeg “Onderhoud en reini‐
ging”).
De elektrische aansluiting is
verkeerd.
Raadpleeg “Onderhoud en
reiniging”.
Schakel de kookplaat uit en
weer aan.
Raadpleeg “Dagelijks ge‐
bruik”.
Schakel de kookplaat uit en
weer in om de waarschu‐
wing te resetten. Wan‐
neer de displayfunctie na
de animatie weer verschijnt,
raak je gedurende 3 se‐
conden aan.
Als je
waarschuwing gereset.
Trek de stekker van de
kookplaat uit het stopcon‐
tact. Laat de installatie con‐
troleren door een erkende
elektricien.
- gaat aan.
De kookplaat is te heet.Wacht een paar minuten tot‐
dat de kookplaat is afge‐
koeld. Zet groot kookgerei
indien mogelijk op de achter‐
ste branders.
- gaat aan.
De kookplaat is oververhit.Wacht 30 minuten en volg
de procedure alsof ver‐
schijnt.
Als het probleem aanhoudt,
neemt dan contact op met
een erkende servicedienst.
NEDERLANDS25
ziet, wordt de
www.aeg.com26
ProbleemMogelijke oorzaakOplossing
- gaat aan.
- gaat aan.
- gaan branden.
- gaan branden.
gaat aan.
Tijdelijke storingsconditie.Volg dezelfde procedure die
Er zijn te veel pogingen ge‐
weest om de waarschuwing
te wissen.
Er is een fout opgetreden in
de kookplaat.
Er is een fout opgetreden in
de kookplaat.
Er bevindt zich vuil rond de
brander.
je ook volgt als waarschu‐
wing verschijnt.
Als het probleem aanhoudt,
neemt dan contact op met
een erkende servicedienst.
Wacht 15 minuten.
Volg dezelfde procedure die
je ook volgt als waarschu‐
wing verschijnt.
Als het probleem aanhoudt,
neemt dan contact op met
een erkende servicedienst.
Neem contact op met een
erkend servicecentrum.
Koppel de kookplaat enige
tijd los van de stroomtoe‐
voer. Koppel de zekering los
van het elektrische systeem
van het huis. Sluit hem op‐
nieuw aan. Als opnieuw
gaat branden, neem dan
contact op met een erkend
servicecentrum.
Raadpleeg “Onderhoud en
reiniging”.
8.2 Als u het probleem niet
kunt oplossen...
Als u niet zelf het probleem kunt
verhelpen, neem dan contact op met uw
verkoper of de serviceafdeling. Zie voor
deze gegevens het typeplaatje. Verzeker
u ervan dat u de kookplaat correct
gebruikt heeft. Bij onjuist gebruik van het
apparaat wordt het bezoek van de
onderhoudstechnicus van de
klantenservice of de vakhandelaar in
rekening gebracht, zelfs tijdens de
garantieperiode. De instructies over het
service center en de garantiebepalingen
vindt u in het garantieboekje.
10.1 Productinformatie volgens EU-richtlijn 66/2014
ModelidentificatieHVB95450IB
Type kooktoestelIngebouwde kook‐
Aantal gasbranders5
MINIMUM VERMO‐
GEN kW
INSPUITMARKE‐
RING
plaat
NEDERLANDS29
Links achter - semi-snel56.5%
Rechts achter - semi-snel56.5%
Energiezuinigheid per gasbrander
(EE gas burner)
Energiezuinigheid voor de gas‐
kookplaat
(EE gas hob)
Midden - Multikroonbrander52.5%
Linksvoor - Normale brander55.5%
Rechts voor - Extra branderniet van toepas‐
sing
55.3%
EN 30-2-1: Huishoudelijke kookapparaten op gas - deel 2-1 : Energieverbruik Algemeen
10.2 Energie besparen
• Zorg er voor gebruik voor dat de branders en pansteunen goed worden geplaatst.
• Gebruiken alleen kookgerei met een bodemdiameter die geschikt is voor de
afmeting van de plaat.
• Zet de pan in het midden van de brander.
• Warm alleen de hoeveelheid water op die u nodig heeft.
• Doe indien mogelijk altijd een deksel op de pan.
• Wanneer de vloeistof begint te koken, draait u de vlam omlaag, totdat de vloeistof
zachtjes pruttelt.
• Gebruik indien mogelijk een hogedrukpan. Zie de gebruikshandleiding van de
hogedrukpan.
11. MILIEUBESCHERMING
Recycleer de materialen met het
symbool . Gooi de verpakking in een
geschikte afvalcontainer om het te
recycleren. Bescherm het milieu en de
volksgezondheid en recycleer op een
correcte manier het afval van elektrische
en elektronische apparaten. Gooi
apparaten gemarkeerd met het symbool
niet weg met het huishoudelijk afval.
Breng het product naar het milieustation
bij u in de buurt of neem contact op met
de gemeente.