Lees deze gebruiksaanwijzing zorgvuldig door.
Let vooral op hoofdstuk "Veiligheid“ op de eerste pagina's. Bewaar deze
gebruiksaanwijzing goed zodat u nog eens iets kunt nalezen. Geef het
boekje door aan een eventuele volgende eigenaar van het apparaat.
Met de waarschuwingsdriehoek en/of door signaalwoorden
1
(Waarschuwing!, Voorzichtig!, Attentie!) geven wij aanwijzingen die
belangrijk zijn voor uw veiligheid of voor het functioneren van het
apparaat. Let goed op deze aanwijzingen.
0 1. Dit symbool voert u stap voor stap door de bediening van het apparaat.
2. ...
Bij dit symbool vindt u aanvullende informatie m.b.t. bediening en
3
praktisch gebruik van het apparaat.
Het klaverblad staat voor tips en aanwijzingen m.b.t. economisch en
2
milieuvriendelijk gebruik van het apparaat.
Mocht er een storing optreden, dan vindt u in deze gebruiksaanwijzing
tips om storingen zelf op te heffen, zie hoofdstuk "Wat is er aan de
hand als...“.
Bij technische problemen kunt u altijd contact opnemen met onze service-afdeling (adres en telefoonnummer vindt u onder "Klantenservice“).
Zie ook hoofdstuk "Service“.
Gedrukt op milieuvriendelijk gefabriceerd papier.
Wie milieubewust denkt, handelt ook zo ...
Montage en aansluiting van het nieuwe apparaat mogen alleen door
een erkend elektro-installateur worden uitgevoerd.
Volg deze aanwijzing op, omdat anders bij schade de aanspraak op
garantie vervalt.
De veiligheid van elektrische apparaten van AEG voldoet aan de Europese en Nederlandse normen. Toch zien wij ons als fabrikant genoodzaakt u met onderstaande aanwijzingen m.b.t. de veiligheid vertrouwd
te maken.
Algemene veiligheid
• Voorzichtig bij het aansluiten van elektrische apparaten aan stopcontacten in de buurt van het apparaat. Snoeren mogen niet met hete
kookzones in aanraking komen of onder de hete ovendeur worden
geklemd.
• Bewaar geen brandbare voorwerpen in de oven. Ze kunnen bij het
inschakelen in brand vliegen.
• Het reinigen van het apparaat met een stoomstraal- of hogedrukreiniger is om veiligheidsredenen verboden.
• Bij gebruik van geweld, speciaal aan de glaskanten van de voorruit,
kan het glas breken.
• Voorzichtig: Verbrandingsgevaar! Als u kookt, braadt en grilleert
wordt de ovendeur heet, evenals de binnenkant van de oven, de verwarmingselementen en de accessoires. Gebruik altijd pannenlappen
of ovenhandschoenen en doe voorzichtig, om verbranding te voorkomen. Houd daarom kleine kinderen altijd uit de buurt van de oven.
• Oververhitte vetten en oliën vliegen snel in brand. Als u gerechten in
vet of olie (bijv. patates frites) bereidt, dient u altijd in de buurt te blijven.
• Als u alcoholische ingrediënten in de oven gebruikt, kan evt. een licht
ontvlambaar alcohol-luchtmengsel ontstaan. Open de deur in dat
geval voorzichtig. Kom niet met vuur of vonken in de buurt van de
oven. Wij raden u aan dergelijke gerechten met de ovendeur gesloten
in de uitgeschakelde oven ca. 10-15 minuten te laten afkoelen.
• Reparaties aan het apparaat mogen alleen door vakmensen worden
uitgevoerd. Onvakkundige reparaties kunnen tot aanzienlijke risico's
leiden. Wend u bij reparaties altijd tot onze service-afdeling.
• Bij storingen aan het apparaat: zekeringen in de huisinstallatie uitdraaien resp. uitschakelen.
5
Gebruik volgens de voorschriften
• Dit apparaat mag alleen gebruikt worden voor het doel waarvoor het
bestemd is, d.w.z. het normaal koken, braden, bakken van levensmiddelen.
• Gebruik het apparaat alleen voor het bereiden van levensmiddelen.
• Gebruik de oven niet om het vertrek te verwarmen.
Zo wordt schade aan het apparaat voorkomen
• Leg geen aluminiumfolie in de oven en zet geen bakplaat, pan enz. op
de bodem, omdat anders het email van de oven door de ontstane
warmte-ophoping beschadigd wordt.
• Reinig het apparaat elke keer na het gebruik. Verontreinigingen zijn
dan makkelijk te verwijderen en kunnen niet inbranden.
• Vruchtensappen die van de bakplaat druppelen, laten vlekken achter
die niet meer kunnen worden verwijderd. Gebruik voor erg vochtig
gebak de universele plaat.
• Giet water nooit direct in de hete oven. Er kunnen dan beschadigingen aan het email ontstaan.
• Belast de open ovendeur niet.
• Bewaar geen vochtige levensmiddelen in de oven.
6
2 Afvalverwerking
Verpakkingsmateriaal verwijderen
Alle gebruikte materialen zijn onbeperkt geschikt voor recycling en
kunnen worden hergebruikt.
De kartonnen onderdelen zijn voor 80% van oud papier gemaakt.
De kunststoffen hebben de volgende aanduidingen:
• >PE< voor polyethyleen, bijv. bij de buitenste verpakking en de zakjes
binnenin.
• >PS< voor geschuimd, cfk-vrij polystyreen, bijv. bij de hoekbeschermers.
Oud apparaat verwijderen
In het kader van de milieubescherming moeten afgedankte apparaten
op de juiste manier worden weggegooid. Dat geldt voor uw oude apparaat en later ook voor uw nieuwe apparaat.
Waarschuwing! Afgedankte apparaten moeten voor het weggooien
1
onbruikbaar gemaakt worden. Stekker uit het stopcontact trekken en
aansluitsnoer van het apparaat verwijderen.
Daardoor voorkomt u dat spelende kinderen in levensgevaarlijke situaties terechtkomen.
Aanwijzingen voor het weggooien
2
• Het apparaat mag niet bij het huisvuil gezet worden.
• Informatie over afhaaltijden of inzamelplaatsen krijgt u bij de
gemeentelijke reinigingsdienst of het gemeentehuis.
• U kunt het oude apparaat ook inleveren bij uw vakhandelaar.
Öko-isolatie
De oven is voorzien van een Öko-isolatie. Deze isolatie is door onafhankelijke testinstituten op schadelijke stoffen gecontroleerd en ongevaarlijk bevonden.
7
Opbouw van het apparaat
Bedieningspaneel
Het apparaat is uitgerust met verzonken schakelaars.
Ovenfuncties en functie-indicatie
Schakelaar voor instellen van de gewenste ovenfunctie.
De gekozen ovenfunctie wordt in de ovenfunctie-indicatie aangegeven.
Temperatuurkeuze en temperatuurindicatie
Schakelaar voor instellen van de gewenste oventemperatuur.
De gekozen oventemperatuur wordt in de temperatuurindicatie aangegeven.
Bedrijfscontrolelampje
Het gele bedrijfscontrolelampje gaat branden zodra de oven wordt
ingeschakeld.
Temperatuurcontrolelampje
Het rode temperatuurcontrolelampje brandt zolang de oven opwarmt
en gaat uit als de ingestelde temperatuur is bereikt.
Kookzoneschakelaars en kookzone-indicatie
Schakelaars om de kookzones in te schakelen.
De gekozen kookstand wordt in de kookzone-indicatie aangegeven.
8
Klokfuncties en tijdsindicatie
Toetsen om de klokfuncties in te stellen. De dagtijd resp. wektijd wordt
in de tijdsindicatie aangegeven.
Klokfuncties
Dit apparaat beschikt over een programmeerbare klok die de dagtijd
aangeeft, als "eierwekker“ kan worden gebruikt en waarmee u bak- en
braadtijden kunt instellen (automatische functie).
Dagtijd
In het indicatieveld wordt de actuele dagtijd aangegeven, als er tenminste geen andere klokfunctie is ingesteld.
Kookwekker
Met de functie kookwekker ] kunt u een maximale "wektijd“ van
2 uur en 30 minuten instellen. De functie kookwekker ] werkt als een
normale keukenwekker en heeft geen invloed op het gebruik van de
oven.
Automatische functies
Met de functie duur < en einde > kunt u de klok zodanig instellen,
dat de oven automatisch uit- resp. in- en uitschakelt.
9
Uitrusting oven
Inzetniveaus
Aan beide zijden van de oven bevinden zich inschuifroosters met elk
5 inzetniveaus om de accessoires op
te schuiven.
Kantelbeveiliging
Alle inschuifdelen zijn voorzien van
een kantelbeveiliging zodat ze niet
abusievelijk geheel naar buiten kunnen worden getrokken.
Bij het inzetten van de inschuifdelen moet deze kantelbeveiliging zich
aan de achterkant bevinden.
10
✘
Dampafvoer uit de oven
De damp uit de oven wordt via het
achter de kookplaat liggende kanaal
direct naar boven de afzuigkap in
geleid.
Ventilatornaloop
De ventilator wordt automatisch ingeschakeld zodra de oven in gebruik
wordt genomen. Als de oven wordt uitgeschakeld, draait de ventilator
nog verder, om het apparaat af te koelen. De ventilator wordt automatisch weer uitgeschakeld.
Accessoires oven
De volgende onderdelen worden meegeleverd:
Combi-rooster
Voor servies, bakvormen, braden en
grilleren.
Universele plaat
Voor vochtig gebak, vlees of als
bakplaat resp. opvangbak voor vet.
11
Ovenfuncties
Voor de oven hebt u de beschikking over de volgende functies:
H Hetelucht
Hetelucht is bijzonder geschikt voor het bakken van koekjes op 2
niveaus tegelijk.
De oventemperaturen zijn in het algemeen 20-40°C lager dan bij
boven- en onderwarmte.
Bovenwarmte en onderwarmte werken. Bovendien zorgt een ventilator
in de achterwand van de oven voor een voortdurende kringloop van de
warme lucht in de ovenruimte. De warmte bereikt van alle kanten de
gerechten.
O Boven- en onderwarmte
Boven- en onderwarmte is geschikt voor bakken en braden op één
niveau.
De hitte komt gelijkmatig van boven en beneden.
Ü Onderwarmte
Met deze ovenfunctie kunt u bijv. vochtig gebak aan de onderkant
knapperig nabakken.
Hier werkt alleen het onder de ovenbodem aangebrachte verwarmingselement.
12
A Ontdooien
Met de ovenfunctie ontdooien kunt u bijv. gebak, boter, brood, fruit of
andere tere levensmiddelen gelijkmatig gedeeltelijk of geheel ont-dooien.
Bij deze functie werkt alleen de ventilator zonder verwarming.
F Grill
Grilleren is bijzonder geschikt voor grilleren of roosteren van platte
levensmiddelen, bijv. steak, schnitzel, vis of toast.
De hitte komt van het grillelement bovenin de oven.
Z Grote grill
De grote grill is geschikt voor grilleren of roosteren van grote hoeveelheden platte levensmiddelen, bijv. steak, schnitzel, vis of toast.
Bij deze functie wordt een tweede grillelement bovenin de oven ingeschakeld.
I Infratherm-braden
Infratherm-braden is bijzonder geschikt voor het braden van grotere
stukken vlees of gevogelte op één niveau. Deze functie is ook geschikt
voor gratineren .
Grillelement en ventilator werken afwisselend.
13
Voor het in gebruik nemen
Reinigen voor het in gebruik nemen
Voordat u de oven in gebruik neemt, moet u hem grondig reinigen. Om
de oven gemakkelijker te kunnen reinigen kunt u hem verlichten.
0 1. Schakelaar ovenfunctie op ovenverlichting zetten.
2. Alle accessoires en inschuifroosters uit de oven nemen en met een
warm sopje schoonmaken.
3. Oven ook met een warm sopje afnemen en drogen.
4. Front van het apparaat alleen met een vochtige doek afnemen.
Gebruik bij edelstalen fronten in de handel verkrijgbare middelen voor
3
edelstaal, die tegelijk een beschermende laag tegen vingerafdrukken
vormen.
Attentie: Gebruik geen scherpe, schurende reinigingsmiddelen! De
1
oppervlakte kan beschadigd worden.
14
Dagtijd instellen
De oven functioneert alleen als de
3
tijd is ingesteld.
Na de elektrische aansluiting of na
stroomuitval knippert het functielampje dagtijd D.
0 1. Met de toetsen + of - de actuele
dagtijd instellen.
2. 5 seconden wachten.
Het knipperen stopt en in het
indicatieveld wordt de ingestelde
dagtijd aangegeven.
Het apparaat is nu klaar voor het
gebruik.
15
Dagtijd wijzigen.
0 Toets b indrukken tot het func-
tielampjedag tijd D knippert.
3. Met de toetsen + of - de actuele
dagtijd instellen.
4. 5 seconden wachten.
Het knipperen stopt en in het
indicatieveld wordt de ingestelde
dagtijd aangegeven.
Het apparaat is nu klaar voor het
gebruik.
16
De dagtijd kan alleen worden gewijzigd als er geen automatische func-
3
tie (duur < of einde >) is ingesteld.
Bedienen van de kookzones
Lees ook de gebruiksaanwijzing van uw inbouw-kookplaat. Daarin vindt
u belangrijke informatie m.b.t. pannen, bediening, reiniging en onderhoud.
Kookstanden
• In de bereiken 1-9 kunt u 14 kookstanden (inclusief tussenstanden)
instellen.
• Tussenstanden kunt u in de bereiken 2 tot 7 kiezen. Deze hebben een
punt tussen de verwarmingsstanden.
1 = laagste vermogen
9 = hoogste vermogen
17
Koken met de kookzone
0 1. Voor aan de kook brengen/aanbraden
een hoog vermogen kiezen.
2. Zodra zich stoom vormt resp. het vet
heet is, op de benodigde doorkookstand terugschakelen.
3. Om het koken te beëindigen op de
nulstand terugdraaien.
Schakel de kookzone ca. 5-10 minuten voor het einde van de kooktijd
2
uit om gebruik te maken van de restwarmte. Zo bespaart u elektrische
energie.
18
Bedienen van de oven
Rooster en universele plaat inzetten
Alle inschuifdelen zijn voorzien van een kleine welving rechts en links.
Deze welving dient als kantelbeveiliging en moet altijd naar beneden
wijzen.
Rooster inzetten
0 Rooster zo inzetten dat de twee
geleidingsstangetjes naar boven
wijzen. De kantelbeveiliging moet
naar beneden wijzen en achter in de
oven liggen.
Rooster en plaat inzetten
0 Als u rooster en universele plaat
samen gebruikt, de kantelbeveiliging van het rooster precies in de
inhammetjes van de plaat zetten.
19
Oven in- en uitschakelen
0 1. Voor het gebruik eventueel schakelaar "ovenfuncties“ en "temperatuur-
keuze“ indrukken. De schakelaars komen naar buiten.
2. Door draaien aan schakelaar "ovenfuncties“ de gewenste functie instel-
len. De functie-indicatie geeft het symbool van de gekozen functie aan.
3. Door draaien aan schakelaar "temperatuurkeuze“ de gewenste tempe-
ratuur instellen. De temperatuurindicatie geeft de gekozen temperatuur aan.
Het bedrijfscontrolelampje brandt zolang de oven in gebruik is.
Het temperatuurcontrolelampje brandt zolang de oven opwarmt. Zodra
de ingestelde temperatuur is bereikt, gaat het temperatuurcontrolelampje uit.
4. Om de oven uit te schakelen schakelaar "ovenfuncties“ en schakelaar
"temperatuurkeuze“ op de nul-stand draaien.
5. Schakelaars laten verzinken door ze in te drukken.
20
Werken met de automatische functie
De gewenste ovenfunctie en -temperatuur kunnen voor of na het
3
instellen van de automatische functie worden gekozen.
U kunt de volgende functies kiezen:
Duur <
Met de functie duur < kunt u
instellen, hoe lang de oven ingeschakeld moet zijn.
0 1. Toets ] zo vaak indrukken, tot het
functielampje duur < knippert.
2. Met de toetsen + of - de
gewenste duur instellen.
3. 5 seconden wachten. De indicatie
laat weer de dagtijd zien.
Het functielampje duur < gaat
branden en de oven wordt direct
ingeschakeld. Als de tijd om is, knippert het functielampje, er klinkt
2 minuten een signaal en de oven
schakelt weer uit.
4. Om het signaal te beëindigen, een
willekeurige toets indrukken.
Na afloop de schakelaars ovenfunc-
tie en -temperatuur weer op nul
draaien.
21
Einde >
Met de functie einde > kunt u instellen, wanneer de oven automatisch
weer moet uitschakelen.
0 1. Toets ] zo vaak indrukken, tot het
functielampje einde > knippert.
2. Met de toetsen + of - de
gewenste uitschakeltijd instellen.
3. 5 seconden wachten. De indicatie
laat weer de dagtijd zien.
Het functielampje einde > gaat
branden en de oven wordt direct
ingeschakeld. Als de tijd om is, knippert het functielampje, er klinkt
2 minuten een signaal en de oven
schakelt weer uit.
4. Om het signaal te beëindigen, een
willekeurige toets indrukken.
Na afloop de schakelaars ovenfunc-
tie en -temperatuur weer op nul
draaien.
22
Duur < en einde > gecombineerd
Duur < en einde > kunnen gelijktijdig worden gebruikt, als de oven
3
op een later tijds tip automatisch moet worden in- en uitgeschakeld.
0 1. Met de functie duur < de tijd
instellen die het gerecht nodig
heeft.
In dit voorbeeld 1 uur.
2. Met de functie einde > de tijd
instellen waarop het gerecht klaar
moet zijn.
In dit voorbeeld 14:05 uur.
3. De functielampjes duur < en
einde > branden en in het display
wordt de dagtijd aangegeven.
In dit voorbeeld 12:05 uur.
De oven schakelt op het juiste tijdstip automatisch in.
In dit voorbeeld om 13:05 uur.
En na afloop van de ingestelde duur
weer uit. (14:05)
Na afloop de schakelaars ovenfunctie en -temperatuur weer op nul
draaien.
23
Kookwekker
Na afloop van de ingestelde tijd ] klinkt een signaal.
1. Toets ] zo vaak indrukken, tot het
functielampje kookwekker ] knippert.
2. Met de toetsen + of - de
gewenste tijd instellen.
(Max. 2 uur en 30 minuten).
3. 5 seconden wachten. Het display
geeft de resterende tijd aan.
Het functielampje kookwekker ]
brandt. Als de tijd om is, knippert
het functielampje en er klinkt
2 minuten een signaal.
4. Om het signaal te beëindigen, een
willekeurige toets indrukken.
24
Toepassingen, tabellen en tips
Koken
De gegevens in de volgende tabellen zijn richtlijnen. Welke schakelstand voor een kookproces nodig is, hangt af van de kwaliteit van de
pannen en van soort en hoeveelheid van de levensmiddelen.
Richtlijnen voor het koken op de kookzone
Schakel-
stand
9
7-9
6-7
4-5koken
3-4
2-3wellen
1-2smelten
Kookproces/
doorkookstand
aan de kook
brengen
aanbraden
voorzichtig
sterk
braden
stoven,
stomen
geschikt voor
aan de kook brengen van grote hoeveelheden water,
deegwaren koken
frituren van pommes frites,
aanbraden van vlees, bijv. goulash,
bakken van aardappelkoekjes
braden van lendestuk, biefstuk
braden van vlees, schnitzel, cordon bleu
karbonade, gehaktballen, braadworst, lever
roux, voorzichtig bakken van
eieren, omelet, beignets frituren
koken van grotere hoeveelheden,
éénpansgerechten en soep,
koken van aardappelen, bouillon trekken
stoven van groente,
sudderen van vlees, rijstebrij koken
wellen van rijst en melkgerechten
(tussendoor omroeren),
koken van kleine hoeveelheden aardappelen en groente,
verwarmen van kant-en-klare gerechten
schuimomelet, sauce hollandaise,
warmhouden van gerechten,
smelten van boter, chocolade, gelatine
0nawarmte, uit-stand
Wij raden u aan, bij het aan de kook brengen of aanbraden stand "9“ in
3
te stellen en gerechten met een langere kooktijd daarna op de betreffende doorkookstand verder gaar te laten worden.
25
Bakken
Om te bakken de ovenfunctie hetelucht H of boven- en
onderwarmte O gebruiken.
Bakvormen
• Voor boven- en onderwarmte O zijn bakvormen van donker metaal
en vormen met een speciale laag geschikt.
• Voor hetelucht H zijn ook lichte metalen vormen geschikt.
Inzetniveaus
• Bakken met boven- en onderwarmte O is slechts op één niveau
tegelijk mogelijk.
• Met hetelucht H kunt u droog gebak en koekjes op 2 bakplaten
tegelijk bakken.
1 bakplaat:
inzetniveau 3
2 bakplaten:
inzetniveau 1 en 4
1 bakvorm:
inzetniveau 1
26
Algemene aanwijzingen
• De inzetniveaus worden van onderen naar boven geteld.
• Bakplaat met het schuine gedeelte naar voren in de oven plaatsen!
• Gebak in vormen altijd in het midden van het rooster zetten.
• U kunt met boven- en onderwarmte O of hetelucht H ook twee
vormen tegelijk bakken. Zet de vormen in dat geval naast elkaar op
het rooster. De baktijd wordt dan niet veel langer.
Aanwijzingen bij de baktabellen
In de tabellen vindt u voor verschillende gerechten de benodigde temperatuur, baktijd en inzetniveau.
• Voor temperatuur en baktijden zijn bereiken aangegeven omdat ze
afhangen van de samenstelling van het deeg, van de hoeveelheid en
van de bakvorm.
• Bij het bakken op 2 bakplaten moet de onderste bakplaat evt. 5-10
minuten langer bakken.
• Vochtig gebak (bijv. pizza, vruchtengebak enz.) mag op slechts één
niveau tegelijk gebakken worden.
• Wij raden u aan, de eerste keer de laagste temperatuur in te stellen
en alleen indien nodig, bijv. als het gebak bruiner moet zijn of als de
baktijd te lang is, een hogere temperatuur te kiezen.
• Als u voor uw eigen recept geen concrete gegevens vindt, zoek dan
soortgelijk gebak in de tabel.
• Verschil in hoogte van het gebak kan in het begin tot verschillende
bruinheidsgraad leiden. In dit geval niet de temperatuurinstelling veranderen.. Verschillen in bruinheidsgraad worden in de loop van
het bakproces kleiner.
Schakel de oven 10-15 minuten voor het einde van de baktijd uit om
2
gebruik te maken van de nawarmte.
De tabellen gelden, indien niet anders aangegeven, voor het inzetten in
de koude oven.
27
Tabel bakken
Soort gebakHetelucht H
Inzet-
niveau
van
Tempera-
tuur °C
onderen
Boven- en
onderwarmte O
Inzet-
niveau
Tempera-
van
onderen
tuur °C
Tijd
voor beide
functies
uren: min.
gebak in vormen
tulband
zandgebak/
cake
1150-1701160-1800:50-1:10
1140-1601150-1701:10-1:30
biscuittaart1140-1602160-1800:25-0:40
taartbodem van
zandtaartdeeg
taartbodem van roerdeeg
3170-1802
190-210
3150-1702170-1900:20-0:25
1
0:10-0:25
dichte appeltaart1150-1701170-1900:50-1:00
hartige taart
(bijv. quiche Lorraine)
1160-1801190-2100:30-1:10
kaastaart1140 -1601170-1901:00-1:30
28
gebak op de
bakplaat
gistvlecht-/krans3160-1703170-1900:30-0:40
kerstbrood3
brood (roggebrood) eerst
.....................................dan
2
soezen
biscuitrol3
kruimeltaart droog
3
boter-/suikertaart3
1
160-170
180-200
1
140-160
3
160-170
150-170
3
160-180
1
2
1
3190-2100:25-0:40
1
3
180-200
3150-1603170-1900:20-0:40
1
160-170
3
190-210
1
250
160-180
1
1
1
0:40-1:00
0:20
0:30-1:00
0:10-0:20
0:15-0:30
Soort gebakHetelucht H
Boven- en
onderwarmte O
Tijd
vruchtengebak
(van gistdeeg/roerdeeg)
vruchtengebak van
zandtaartdeeg
2
Inzet-
niveau
van
Tempera-
tuur °C
onderen
3140-1603170-1900:25-0:50
3150- 1703170-1900:40-1:20
Inzet-
niveau
van
onderen
plaatkoek met
tere vulling
--3170-1900:40-1:20
(bijv. kwark, room enz.)
2
pizza (met veel vulling)
1180-2001
pizza (dun)--1
Turks brood--1
koekjes
koekjes van zandtaart-
3
deeg
3
sprits
koekjes van roerdeeg
3
3150-1603
3140-1503160-1800:10-0:40
3150-1603170-1900:15-0:20
Tempera-
tuur °C
190-210
230-300
275-300
170-190
voor beide
functies
uren: min.
1
0:30-1:00
1
0:10-0:25
1
0:08-0:15
1
0:06-0:20
schuimpjes380-1003100-1202:00-2:30
bitterkoekjes3100-1203120-1400:30-0:60
gistkoekjes3150-1603170-1900:20-0:40
bladerdeegkoekjes3
broodjes3
170-180
170-190
1
3
190-210
1
3
180-220
1
1
0:20-0:30
0:20-0:35
1) oven voorverwarmen
2) universele plaat gebruiken
3) bakken op 2 niveaus mogelijk
De vetgedrukte waarden geven de gunstigste oven-
functie resp. temperatuur aan
29
Tips voor het bakken
Tips
Zo stelt u vast of het gebak
gaar is
Het gebak zakt in elkaar
(wordt klef, sponzig, waterstrepen)
Het gebak is aan de onderkant te licht
Gebak met vochtige vulling/
kwarktaart is niet gaar.
Steek een cocktailprikker boven in het gebak. Als er
geen deeg meer aan het hout kleeft, kunt u de oven
uitzetten en de nawarmte gebruiken.
Controleer uw recept. Gebruik eenvolgende keer minder vloeistof. Let op de kneedtijden, vooral bij het
gebruik van keukenmachines.
Kies de volgende keer een donkere bakvorm of zet het
gebak een niveau lager.
Bak de volgende keer met lagere temperatuur en langere baktijd.
30
Tabel ovenschotels en gratineren
Boven- en onderwarmte O Infratherm-braden ITijd
Inzetniveau
van
onderen
pastaschotel1180-2001160-1700:45-1:00
lasagne1180-2001160-1700:25-0:40
gegratineerde
1
groente
gegratineerd
stokbrood
zoete
ovenschotel
visschotel1180-2001160-1700:30-1:00
gevulde
groente
1) oven voorverwarmen
De vetgedrukte waarden geven de gunstigste ovenfunctie aan.
1
1200-2201160-1700:15-0:30
1200-2201160-1700:15-0:30
1180-200--0:40-0:60
1180-2001160-1700:30-1:00
Tempera-
tuur
°C
Inzetniveau
van
onderen
Tempera-
tuur
°C
uren: min.
Tabel diepgevroren kant-en-klare gerechten
GerechtInzetniveau
van onderen
Ovenfunctie
TemperatuurTijd
diepvries-pizza3
patates frites
(300-600 g)
baguettes3
vruchtengebak3
1) opmerking: patates frites tussendoor 2-3 x omkeren.
1
3
boven- en
onderwarmte O
infratherm-
braden I
boven- en
onderwarmte O
boven- en
onderwarmte O
volgens de aan-
wijzingen van
de fabrikant
200-220 °C15-25 min.
volgens de aan-
wijzingen van
de fabrikant
volgens de aan-
wijzingen van
de fabrikant
volgens de aan-
wijzingen van de
fabrikant
volgens de aan-
wijzingen van de
fabrikant
volgens de aan-
wijzingen van de
fabrikant
31
Braden
Om te braden de ovenfunctie infratherm-braden I of boven- en
onderwarmte O gebruiken.
Servies
• Om te braden zijn alle soorten hittebestendig servies geschikt.
• Bij servies met kunststof grepen erop letten, dat deze hittebestendig
zijn.
• Grote stukken vlees kunt u direct op de universele plaat of op het
rooster met daaronder de universele plaat braden (bijv. kalkoen,
gans, 3-4 kippen).
• Alle magere vleessoorten kunt u beter in een braadpan met deksel
braden (bijv. kalfs-of rundvlees, diepgevroren vlees). Zo blijft het vlees
sappiger.
• Alle vleessoorten die een korstje moeten krijgen kunt u in een braad-
pan zonder deksel braden (bijv. varkens-, lams-, schapevlees, eend,
kip, klein gevogelte, rosbief, ossenhaas, wild).
• Tip: Als u in een pan braadt (in het bijzonder kleine hoeveelheden),
wordt de oven minder vuil!
Inzetniveaus
• De inzetniveaus staan in de volgende tabel.
32
Aanwijzingen bij de braadtabellen
In de tabel vindt u voor verschillende vleessoorten aanwijzingen m.b.t.
geschikte ovenfunctie, temperatuur, tijd en inzetniveau. De tijden zijn
slechts richtlijnen.
• Wij raden u aan vlees en vis van meer dan 1 kg in de oven te bra-
den.
• In het algemeen is voor zeer mager vlees, zoals vis of wild vooral de
functie boven- en onderwarmte Ogeschikt. Voor alle andere
vleessoorten (vooral gevogelte) raden wij u de functie infrathermbraden Iaan.
• De braadtijd hangt af van soort en kwaliteit van het vlees.
• Om inbranden van vleessap of vet te voorkomen raden wij u aan wat
vloeistof in de braadpan te gieten.
• Vlees na ca. 2/3 van de braadtijd omdraaien.
Schakel de oven 10-15 minuten vóór het einde van de braadtijd uit, om
2
gebruik te maken van de nawarmte.
33
Tabel braden
Vleessoort
rundvlees
suddervlees1-1,5 kg1200-250--2:00-2:30
rosbief of ossenhaas
- van binnen
rood
- van binnen roze
- doorbakken
varkensvlees
fricandeau
hamlap,
karbonade, kasselerrib
Hoeveel-
heid
GewichtInzet-
per cm
hoogte
per cm
hoogte
per cm
hoogte
1-1,5 kg1210-2201160-180 1:30-2:00
1-1,5 kg1180-1901170-180 1:00-1:30
Boven- en
onderwarmte O
Tempera-
niveau
van
onderen
1
1
1
tuur
250-270
250-270
210-250
°C
Infratherm-
braden I
Inzet-
niveau
van
onderen
1
1
1
Tempera-
tuur
°C
1190-200 0:05-0:06
1180-190 0:06-0:08
1170-180 0:08-0:10
Tijd
uren:min.
per cm
hoogte
gehakt
kalfsvlees
kalfsbraadstuk1 kg1210-2201160-180 1:30-2:00
kalfsbout1,5-2 kg1210-2251160-180 2:00-2:30
lamsvlees
lamsbout,
lamsbraadstuk
lamsrug1-1,5 kg1210-2201160-180 1:00-1:30
750 g-
1 kg
1-1,5 kg1210-2201150-170 1:15-2:00
1170-1801160-170 0:45-1:00
34
Vleessoort
Hoeveel-
heid
Boven- en
onderwarmte O
Infratherm-
braden I
Tijd
GewichtInzet-
niveau
van
onderen
wild
hazenrug,
hazenbout
ree-/hertenrug1,5-2 kg1210-2201160-180 1:15-1:45
ree-/hertenbout1,5-2 kg1200-2101160-180 1:30-2:15
gevogelte
gevogelte
4-6 stukken
halve kip
2-4 stuks
kip,
poularde
eend1,5-2 kg1210-2201160-180 1:00-1:30
gans3,5-5 kg1200-2101150-160 2:30-3:00
tot 1 kg3
à
200250g
à
400-500
g
1-1,5 kg1220-2501170-180 0:45-1:15
Tempera-
tuur
°C
220-250
3220-2503180-200
3220-2503180-200
Inzet-
niveau
van
onderen
1
Tempera-
tuur
°C
3160-170 0:25-0:40
uren:min.
2,5-3,5
kalkoen
vis (stoven)
hele vis1-1,5 kg2/3210-2202/3160-170 0:45-1:15
1) oven voorverwarmen.
De vetgedrukte waarden geven de gunstigste ovenfunctie aan.
kg
4-6 kg
1
200-210
180-200
150-160
1
140-150
1:30-2:00
2:30-4:00
35
Vlak-grilleren
Voor het grilleren de ovenfunctie Z grote of F kleine grill met de
temperatuurinstelling z gebruiken.
Attentie: De lege oven op de grillfunctie altijd 5 minuten voorver-
1
warmen!
Grillservies
• Voor het grilleren rooster en universele plaat samen gebruiken.
Inzetniveaus
• Voor het grilleren van platte levensmiddelen vooral het 4e inzetni-
veau van onderen gebruiken.
Aanwijzingen bij de grilltabel
De aangegeven grilltijden zijn slechts richtlijnen en zijn bijv. afhankelijk
van soort en kwaliteit van het vlees of de vis.
• Vlak-grilleren is bijzonder geschikt voor platte stukken vlees en vis.
• Vlees of vis na de helft van de grilltijd omkeren.
Waarschuwing: Altijd met gesloten ovendeur grilleren. Verbrandings-
1
gevaar!
Tabel grilleren
36
Gerecht
gehaktballen4e8-10 min.6-8 min.
varkensfilet4e10-12 min.6-10 min.
braadworst4e8-10 min.6-8 min.
rundersteaks,
kalfssteaks
ossenhaas, rosbief
(ca. 1 kg)
1
toast
snacks op toast3e6-8 min.-
1) Grillrooster zonder universele plaat gebruiken.
Inzetniveau
van onderen
1e kant2e kant
4e6-7 min.5-6 min.
3e10-12 min.10-12 min.
3e2-3 min.2-3 min.
Grilltijd
Ontdooien
Om te ontdooien de ovenfunctie ontdooien A gebruiken.
Servies
• Levensmiddelen op een bord leggen en dit op het rooster zetten.
• Voor het afdekken alleen perkamentpapier of folie gebruiken. Geen
borden of schoteltjes gebruiken, daardoor wordt de ontdooitijd aanzienlijk langer.
Inzetniveaus
• Om te ontdooien het rooster op het 1e niveau van onderen plaatsen.
Aanwijzingen bij de ontdooitabel
In de tabel vindt u enkele richtlijnen m.b.t. de ontdooitijden.
Tabel ontdooien
Ontdooi-
Gerecht
kip, 1000 g100-14020-30
vlees, 1000 g100-14020-30
vlees, 500 g90-12020-30
forel, 150 g25-3510-15Onafgedekt ontdooien
aardbeien, 300 g30-4010-20Onafgedekt ontdooien
boter, 250 g30-4010-15Onafgedekt ontdooien
slagroom,
2 x 200 g
taart, 1400 g6060Onafgedekt ontdooien
tijd
min.
80-10010-15
Standtijd
min.
Opmerking:
Kip op omgekeerd schoteltje op een
groot bord leggen. Onafgedekt ontdooien en na de helft van de tijd
omkeren of met folie afgedekt ontdooien.
Onafgedekt ontdooien en na de helft
van de tijd omkeren of met folie
afdekken.
Onafgedekt ontdooien en na de helft
van de tijd omkeren of met folie
afdekken
Onafgedekt ontdooien
(slagroom kan ook goed geklopt worden als het nog niet geheel ontdooid
is)
37
Wecken
Om te wecken de ovenfunctie hetelucht H gebruiken.
Weckflessen
• Gebruik om te wecken alleen in de handel verkrijgbare weckflessen
(met rubber ring en glazen deksel).
• Flessen met schroefdeksel of bajonetsluiting en metalen blikken zijn
ongeschikt.
Inzetniveaus
• Om te wecken het 1e inzetniveau van onderen gebruiken.
Aanwijzingen bij het wecken
• Gebruik voor het wecken de universele plaat. Daarop kunnen 6 weckflessen van elk 1 liter staan.
• Zet een kopje water op de universele plaat, zodat in de oven voldoende vocht ontstaat.
• Zet de flessen zodanig op de universele plaat, dat ze elkaar niet raken.
• De flessen moeten zo veel mogelijk met dezelfde hoeveelheid gevuld
en goed gesloten zijn.
Wecktijden
Fruit en augurken
0 1. Ovenfunctie hetelucht H kiezen en temperatuurkiezer op 160°C zet-
ten.
2. Zodra zich in de eerste flessen luchtbelletjes vormen (bij 1-liter-flessen
na ca. 45 minuten) de oven uitschakelen.
3. De flessen nog 30 minuten (bij zeer gevoelig fruit, bijv. aardbeien, ca.
15 minuten) in de gesloten oven laten staan.
Groente en vlees
0 1. Ovenfunctie hetelucht H kiezen en temperatuurkiezer op 160°C zet-
ten.
2. Zodra zich in de eerste flessen luchtbelletjes vormen, de temperatuur
op 100°C terugdraaien.
3. De flessen bij 100°C nog 60-90 minuten verder steriliseren.
4. Dan de oven uitschakelen en de flessen nog 30 minuten in de gesloten
oven laten staan.
38
Reiniging en onderhoud
Buitenkant van het apparaat
0 De voorkant van het apparaat met een zachte doek en een warm sopje
afnemen.
• Gebruik geen schuurmiddelen, scherpe reinigingsmiddelen of schurende voorwerpen.
• Bij edelstalen fronten kunt u in de handel verkrijgbare middelen voor
edelstaal gebruiken. Deze vormen tegelijk een beschermende laag
tegen vingerafdrukken.
Ovenruimte
Ovenverlichting
Om het reinigen te vereenvoudigen kunt u de ovenlamp inschakelen.
Reiniging
0 1. De oven elke keer na het gebruik afnemen met een sopje waaraan u een
paar druppels azijn hebt toegevoegd.
2. Daarna de oven met een doek droog wrijven.
3. Hardnekkig vuil met een speciale ovenreiniger verwijderen.
Waarschuwing: Het reinigen van het apparaat met een stoomstraal- of
1
hogedrukreiniger is om veiligheidsredenen verboden!
Attentie: Bij het gebruik van ovenspray beslist de aanwijzingen van de
fabrikant opvolgen!
Accessoires
0 Alle inschuifdelen (rooster, bakplaat enz.) elke keer na het gebruik
afwassen en goed afdrogen. Kort laten inweken zorgt voor makkelijker
schoonmaken.
39
Inschuifroosters
Om de zijwanden schoon te maken kunnen de inschuifroosters links en
rechts in de oven worden losgenomen.
Inschuifroosters losnemen
0 Roosters eerst voor van de oven-
wand wegtrekken (1) en dan achter
losnemen (2).
Inschuifroosters inzetten
Let er bij het weer inzetten op dat
1
de afgeronde einden van de geleidingsstangetjes altijd naar voren
wijzen!
0 Bij het inzetten de roosters eerst
achter weer inhangen (1) en dan
voor inzetten en aandrukken (2).
40
Ovenlamp
Waarschuwing: Kans op kortsluiting! Voor het vervangen van de oven-
1
lamp:
– oven uitschakelen!
– zekeringen in de huisinstallatie uitdraaien resp. uitschakelen.
Ovenlamp vervangen/glas reinigen
0 1. Rechter inschuifrooster losnemen.
2. Doekje op de bodem van de oven
leggen.
3. Afdekglas linksom draaien, losnemen en schoonmaken.
4. Ovenverlichting
40 watt, 230 V, 300 °C
hittebestendig, vervangen.
5. Afdekglas weer aanbrengen.
6. Doekje uit de oven nemen.
41
Grillcombinatie
Om het reinigen van de bovenwand van de oven te vereenvoudigen kan
de grillcombinatie worden neergeklapt.
Grillcombinatie neerklappen
Waarschuwing: Grill alleen neer-
1
klappen als de oven is uitgeschakeld
en er geen verbrandingsgevaar meer
bestaat!
0 1. Inschuifroosters losnemen
2. Het verwarmingselement van voren
vastpakken en over het nokje aan de
binnenkant van de oven naar voren
trekken.
3. Het verwarmingselement klapt nu
naar beneden.
Attentie: Druk het verwarmingsele-
1
ment niet met geweld naar beneden! Het verwarmingselement kan
afbreken.
Bovenwand van de oven reinigen
Grillcombinatie bevestigen
0 1. Verwarmingselement naar boven
drukken tot het weer onder de
bovenwand van de oven ligt.
2. Het verwarmingselement tegen de
veerkracht naar voren trekken en
over het nokje geleiden.
3. In de klemmen laten vallen.
4. Inschuifroosters inzetten.
Attentie: Het verwarmingselement
1
moet aan beide kanten boven het
nokje in de binnenwand van de
oven liggen en goed op z'n plek zitten.
42
Ovendeur
Voor het reinigen kunt u de ovendeur losnemen.
Ovendeur losnemen
0 1. Ovendeur geheel openen.
2. Messingkleurige klemhendels aan
beide deurscharnieren geheel
openklappen (1).
3. Ovendeur met twee handen opzij
vastpakken en over de weerstand
heen ongeveer 3/4 sluiten (2).
4. Deur van de oven wegtrekken
(voorzichtig: zwaar!) (3).
5. Deur met de buitenkant naar beneden op een zachte, egale ondergrond leggen, bijv. op een deken,
om krassen te voorkomen.
Ovendeur inzetten
0 1. Deur met de buitenkant naar u toe
met twee handen opzij vastpakken.
2. Deur onder een hoek van ca. 60°
houden.
3. Deurscharnieren zo ver mogelijk in
de twee uitsparingen rechts en links
onder aan de oven schuiven (1).
4. Deur zo ver mogelijk naar boven
optillen en geheel openen (2).
5. Messingkleurige klemhendels aan
beide deurscharnieren in de oorspronkelijke stand terugklappen (3).
6. Ovendeur sluiten.
Attentie! Bij het inzetten moet aan beide deurscharnieren de klemhen-
1
del uitgeklapt zijn, dan de deurscharnieren tegelijk inschuiven!
43
Ovendeurglas
De ovendeur is uitgerust met twee resp. drie achter elkaar aangebrachte ruiten. De binnenste ruiten kunnen worden losgenomen.
Waarschuwing: Onderstaande handelingen alleen uitvoeren als de
1
ovendeur is losgenomen. Als de ovendeur in het apparaat zit zou hij bij
het wegnemen van de ruiten door de gewichtsvermindering kunnen
opspringen en u verwonden.
Bovenste ruit losnemen
0 1. Ovendeur losnemen en met de
greep naar beneden op een zachte,
egale ondergrond leggen.
2. Bovenste ruit aan de onderste rand
vastpakken en tegen de veerkracht
in de richting van de ovendeurgreep
schuiven, tot hij van onderen vrij
ligt (1).
3. Ruit van onderen iets optillen en
naar buiten trekken (2).
Middelste ruit losnemen(alleen voor apparaten met metalen front)
0 1. Middelste ruit aan de onderste rand
vastpakken en in de richting van de
ovendeurgreep schuiven, tot hij van
onderen vrij ligt (1).
2. Ruit van onderen iets optillen en
naar buiten trekken (2).
3. Ruiten schoonmaken.
44
Middelste ruit inzetten (alleen voor apparaten met metalen front)
0 1. Middelste ruit schuin van boven in
het deurprofiel aan de kant van de
deurgreep schuiven (1).
2. Ruit laten zakken (2) en in de richting van de onderkant van de deur
zo ver mogelijk onder de onderste
houder schuiven.
Bovenste ruit inzetten
0 1. Bovenste ruit schuin van boven in
het deurprofiel aan de kant van de
deurgreep schuiven (1).
2. Ruit laten zakken (2). Ruit tegen de
veerkracht aan de kant van de
handgreep voor het profiel aan de
onderkant van de deur leggen en
onder het profiel schuiven.
De ruit moet vastzitten!
3. Ovendeur weer inzetten.
45
Wat is er aan de hand als ...
.... de kookzones niet functioneren?
0 Controleer of
– de betreffende kookzone is ingeschakeld,
– de zekering in de huisinstallatie (zekeringkast) in orde is.
.... de oven niet opwarmt?
0 Controleer of
– het apparaat is ingeschakeld,
– de dagtijd is ingesteld,
– alle noodzakelijke instellingen hebben plaatsgevonden,
– de zekering in de huisinstallatie (zekeringkast) in orde is.
Mochten de zekeringen vaker uitschakelen, neem dan contact op met
een erkend elektro-installateur.
.... de ovenverlichting uitvalt?
0 Ovenlamp vervangen (zie Reiniging en onderhoud).
Aanwijzing voor apparaten met metalen front:
Als gevolg van het koele front van het apparaat kan na het openen van
3
de deur tijdens of kort na het bakken of braden de binnenste ruit even
beslaan.
46
Als u voor één van de hier vermelde storingen of vanwege bedieningsfouten de service-afdeling inschakelt, wordt dit bezoek ook tijdens de
garantietermijn niet door onze garantiebepalingen gedekt.
Als deze informatie u niet verder helpt, neem dan contact op met
onze service-afdeling.
Waarschuwing: Reparaties aan het apparaat mogen alleen door vak-
1
mensen worden uitgevoerd. Door ondeskundige reparaties kunnen aanzienlijke gevaren voor de gebruiker ontstaan. Wend u bij reparaties
altijd tot onze service-afdeling.
Technische gegevens
Binnenafmetingen oven
hoogte x breedte x diepte31,0 cm x 40,5 cm x 41,0 cm
volume (nuttige inhoud)51 l
Doel, normen, richtlijnen
Dit apparaat voldoet aan de volgende normen:
• EN 60 335-1 en EN 60 335-2-6
m.b.t. de veiligheid van elektrische apparaten voor huishoudelijk
gebruik en soortgelijke doeleinden en
• EN 60 350 en
• DIN 44546 / 44547 / 44548
m.b.t. de gebruikseigenschappen van elektrische fornuizen voor het
huishouden.
• EN 55014-2
• EN 55014
• EN 61000-3-2
• EN 61000-3-3
m.b.t. de fundamentele beschermingseisen voor elektromagnetische
compatibileit (EMC).
Dit apparaat voldoet aan de volgende EU-richtlijnen:
4
• 73/23/EG van 19.02.1973 (laagspanningsrichtlijn)
In het hoofdstuk "Wat is er aan de hand als ...“ vindt u enkele storingen
die u zelf kunt opheffen. Lees in geval van storing eerst dit hoofdstuk.
Gaat het om een technische storing?
Neem dan contact op met onze service-afdeling. (Adres en telefoonnummers vindt u in hoofdstuk "Klantenservice“.)
Bereid het gesprek in ieder geval goed voor. Zo vergemakkelijkt u de
diagnose en de beslissing of bezoek van een servicetechnicus nodig is.
Geef zo nauwkeurig mogelijk op:
• Hoe uit de storing zich?
• Onder welke omstandigheden
treedt de storing op?
Noteer voor het gesprek beslist de
volgende gegevens van uw apparaat op het typeplaatje:
• PNC-nr. (9 cijfers),
• S-nr. (8 cijfers).
Wij raden u aan de nummers hier te
noteren zodat u ze altijd bij de
hand hebt.
PNC . . . . . . . . .
S-nr. . . . . . . .
Wanneer ontstaan er voor u ook tijdens de garantieperiode kosten?
• als u de storing m.b.v. de storingstabel (zie hoofdstuk "Wat is er aan
de hand als ...“) zelf had kunnen opheffen,
• als de service-technicus u verschillende malen moet bezoeken, omdat
hij vóór zijn bezoek niet alle belangrijke informatie heeft gekregen en
daarom bijv. onderdelen moet halen. Dit kunt u voorkomen als u uw
telefoongesprek goed voorbereidt zoals boven beschreven.
51
AEG Hausgeräte GmbH
Postfach 1036
D-90327 Nürnberg