USER MANUAL
GETTING
STARTED?
EASY.
ZWF 0143BWH
|
|
|
NL |
Gebruiksaanwijzing |
2 |
|
|
|
FR |
Wasautomaat |
|
|
|
|
Notice d'utilisation |
20 |
|
|
|
|
DE |
Lave-linge |
|
|
|
|
Benutzerinformation |
38 |
|
|
|
|
|
Waschmaschine |
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
Lees zorgvuldig de meegeleverde instructies voor installatie en gebruik van het apparaat. De fabrikant is niet verantwoordelijk voor letsel of schade veroorzaakt door een verkeerde installatie of verkeerd gebruik. Bewaar de instructies altijd op een veilige en toegankelijke plaats voor toekomstig gebruik.
•Dit apparaat kan worden gebruikt door kinderen van 8 jaar en ouder en door mensen met beperkte lichamelijke, zintuiglijke of verstandelijke vermogens of een gebrek aan ervaring en kennis, indien zij onder toezicht staan of instructies hebben gekregen over het veilig gebruiken van het apparaat en indien zij de eventuele gevaren begrijpen.
•Laat kinderen niet met het apparaat spelen.
•Kinderen van 3 jaar en jonger moeten tijdens de werking van dit apparaat altijd uit te buurt worden gehouden.
•Houd alle verpakking uit de buurt van kinderen en gooi het op passende wijze weg.
•Houd reinigingsmiddelen uit de buurt van kinderen.
•Houd kinderen en huisdieren uit de buurt van het apparaat als de deur open is.
•Als het apparaat is voorzien van een kinderbeveiliging, dan dient dit geactiveerd te worden.
•Reiniging en onderhoud van het apparaat mag niet worden uitgevoerd door kinderen zonder toezicht.
•De specificatie van het apparaat mag niet worden veranderd.
•Overschrijd het maximale laadvermogen van 10 kg niet (raadpleeg hoofdstuk "Programmaschema").
•De waterdruk bij het watertoevoerpunt van de aansluiting moet liggen tussen 0,5 bar (0,05 MPa) en 8 bar (0,8 MPa).
2
•De ventilatie-openingen in de onderkant (indien van toepassing) mogen niet worden afgedekt door tapijt, een mat of andere soorten vloerbedekking.
•Het apparaat moet op de waterleiding worden aangesloten met de nieuwe meegeleverde slangsets, of andere nieuwe slangsets geleverd door het geautoriseerd servicecentrum.
•Oude slangsets mogen niet opnieuw worden gebruikt.
•Als het netsnoer beschadigd is, moet de fabrikant, een erkende serviceverlener of een gekwalificeerd persoon deze vervangen teneinde gevaarlijke situaties te voorkomen.
•Schakel het apparaat uit en trek de stekker uit het stopcontact voordat u onderhoudshandelingen verricht.
•Gebruik geen waterstralen onder druk en/of stoom om het apparaat te reinigen.
•Maak het apparaat schoon met een vochtige doek. Gebruik alleen neutrale schoonmaakmiddelen. Gebruik geen schuurmiddelen, schuursponsjes, oplosmiddelen of metalen voorwerpen.
•Verwijder de verpakking en de transportbouten.
•Bewaar de transportbouten op een veilige plek. Indien het apparaat in de toekomst moet worden verplaatst, moeten ze worden bevestigd om de trommel vast te zetten en te voorkomen dat deze schade veroorzaakt.
•Pas altijd op bij verplaatsing van het apparaat, want het is zwaar. Gebruik altijd veiligheidshandschoenen en gesloten schoeisel.
•Installeer en gebruik geen beschadigd apparaat.
•Volg de installatie-instructies op die zijn meegeleverd met het apparaat.
•Gebruik of installeer het apparaat niet op plekken waar de temperatuur onder de 0°C komt of waar het wordt blootgesteld aan weersomstandigheden.
•De vloer waar het apparaat wordt geïnstalleerd moet vlak, stabiel, hittebestendig en schoon zijn.
•Zorg dat er lucht tussen het apparaat en de vloer kan circuleren.
•Pas de stelvoeten aan om de nodige ruimte tussen het apparaat en de vloer te creëren.
•Plaats het apparaat niet op een plek waar de deur niet helemaal open kan.
•Plaats geen bak om mogelijke waterlekkage op te vangen onder het apparaat. Neem contact op met het geautoriseerd servicecentrum om te raadplegen welke accessoires gebruikt mogen worden.
•Dit apparaat moet worden aangesloten op een geaard stopcontact.
•Gebruik altijd een correct geïnstalleerd, schokbestendig stopcontact.
•Zorg ervoor dat de parameters op het vermogensplaatje overeenkomen met elektrische vermogen van de netstroom.
•Gebruik geen meerwegstekkers en verlengsnoeren.
•Zorg dat u de hoofdstekker en kabel niet beschadigt. Indien de voedingskabel moet worden vervangen, dan moet dit gebeuren door onze Klantenservice.
•Steek de stekker pas in het stopcontact als de installatie is voltooid. Zorg ervoor dat het netsnoer na installatie bereikbaar is.
•Raak de stroomkabel of stekker niet aan met natte handen.
3
•Trek niet aan het netsnoer om het apparaat los te koppelen. Trek altijd aan de stekker.
•Dit apparaat voldoet aan de EU-richtlijnen.
•Beschadig de waterslangen niet.
•Indien buizen lang niet zijn gebruikt, er reparaties hebben plaatsgevonden of er nieuwe apparaten zijn geplaatst (watermeters, enz.), moet u, voordat de nieuwe buizen worden aangesloten, het water laten stromen tot het schoon en helder is.
•Zorg ervoor dat er geen zichtbare waterlekken zijn tijdens en na het eerste gebruik van het apparaat.
WAARSCHUWING! Gevaar voor letsel, elektrische schokken, brand, brandwonden en schade aan het apparaat.
•Dit apparaat is uitsluitend bestemd voor huishoudelijk gebruik.
•Volg de veiligheidsinstructies op de verpakking van het wasmiddel op.
•Plaats geen ontvlambare producten of gerechten die vochtig zijn gemaakt met
ontvlambare producten in, bij of op het apparaat.
•Zorg ervoor dat alle metalen voorwerpen uit het wasgoed verwijderd zijn.
•Raak het glas van de deur niet aan als een programma in werking is. Het glas kan heet worden.
•Neem contact op met een erkende servicedienst voor reparatie van het apparaat.
•Gebruik uitsluitend originele reserveonderdelen.
WAARSCHUWING! Gevaar voor letsel of verstikking.
•Haal de stekker uit het stopcontact en koppel het apparaat los van de watertoevoer.
•Snijd het netsnoer vlak bij het apparaat af en gooi het weg.
•Verwijder de deurvergrendeling om te voorkomen dat kinderen of huisdieren binnen in de trommel vast komen te zitten.
•Gooi het apparaat weg conform de lokale voorschriften voor de verwijdering van elektrische en elektronische apparatuur (AEEA).
1 2 3
4
Bovenblad Wasmiddellade Bedieningspaneel Handgreep Typeplaatje
Voetjes voor het waterpas zetten van het apparaat
5
6
4
1 2 3
Aan-/Uittoets Aan/Uit Marche/Arrêt Programme/Programma tiptoetskeuze Tiptoets temperatuur
Tiptoets centrifugeerselectie Optieselectie tiptoets
A
4 |
|
5 |
|
6 |
|
7 |
|
8 |
|
9 |
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
Tiptoets Start/Pauze
Klaar Over/Fini Dans tiptoets
Display
Deur vergrendeld-indicatielampje
A.Het tijdgedeelte:
•: de programmaduur
•: de "klaar binnen..." tijd
•: de alarmcodes
•: de foutmelding
•: het programma is voltooid.
B.Het indicatielampje kinderslot:
•Het indicatielampje gaat aan als u dit apparaat inschakelt.
C.Het indicatielampje extra spoelgang:
•Het indicatielampje gaat aan als u deze optie inschakelt.
D.De tiptoets Klaar Over/Fini Dans.
B D C
5
|
Maximale bela- |
|
|
Programma |
ding |
Programmabeschrijving |
|
Temperatuurbereik |
Maximale centri- |
(Type lading en vervuiling) |
|
|
fugeersnelheid |
|
|
|
|
|
|
30'@30° |
3 kg |
Een korte cyclus voor synthetische en delicate stoffen |
|
30°C |
800 tpm |
met lichte bevuiling of voor op te frissen kledij. |
|
|
|
|
|
Katoen/Coton |
10 kg |
Wit en bont katoen. Normaal vervuild en licht vervuild. |
|
90°C - Koud |
1400 tpm |
|
|
|
|
|
|
Katoen/ |
10 kg |
Wit katoen en kleurvast katoen. Normale vervuiling. |
|
1400 tpm |
Het energieverbruik daalt en de duurtijd van het waspro- |
|
|
Coton ECO1) |
|
||
|
gramma neemt toe. |
|
|
60°C - 40°C |
|
|
|
|
|
|
|
Synthetica/ |
4 kg |
Synthetische of gemengde stoffen. Normale vervui- |
|
Synthétiques |
1200 tpm |
ling. |
|
60°C - Koud |
|
|
|
|
|
|
|
Fijne Was/Déli- |
4 kg |
Delicate stoffen zoals acryl, viscose en polyester. |
|
cats |
1200 tpm |
Normale vervuiling. |
|
40°C - Koud |
|
|
|
|
|
|
|
Wol/Laine |
1,5 kg |
Machinewasbestendige wol, handwasbestendige |
|
40°C - Koud |
1200 tpm |
wol en delicate stoffen voorzien van het symbool |
|
|
|
«handwas».2) |
|
Dekbed/Couette |
3 kg |
Speciaal programma voor één synthetische deken, |
|
60°C - Koud |
800 tpm |
dekbed, sprei enz. |
|
|
|
|
|
Mix/Mixtes 20° |
3 kg |
Speciaal programma voor katoenen, synthetische en ge- |
|
20°C |
1200 tpm |
mengde stoffen die licht vervuild zijn. Stel dit programma |
|
|
|
in om het energieverbruik te verminderen. Zorg ervoor dat |
|
|
|
het wasmiddel geschikt is voor lage temperaturen om |
|
|
|
goede wasresultaten te krijgen3). |
|
1) Standaardprogramma's voor de Energielabel verbruikswaarden. Volgens de regelgeving 1061/2010 zijn deze programma's respectievelijk het «standaard 60°C katoenprogramma» en het «standaard 40°C katoenprogramma». Dit zijn de meest efficiënte programma's qua elektriciteitsen waterverbruik bij het wassen van normaal vervuild katoenen wasgoed.
De watertemperatuur van de wasfase kan verschillen van de temperatuur die is aangegeven voor het geselecteerde programma.
2)Tijdens deze cyclus draait de trommel langzaam om voorzichtig te wassen. Het kan lijken alsof de trommel niet draait of niet goed draait. Dit is echter normaal voor dit programma.
3)Er is geen temperatuuraanduiding aan
6
Toepasbaarheid programma-opties
|
|
|
|
Snel/Rapide |
Intensief/Intensif |
froissage-kreuk/Anti-Anti |
Spoelen/Rinçage |
Vidange/EssoragePompen/Centrifugeren |
|
|
|
|
|
|
|
1) |
|
|
|
|
|
|
|
Programma |
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
30'@30° |
|
■ |
|
|
|
|
■ |
■ |
■ |
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
Katoen/ |
■ |
■ |
■ |
■ |
■ |
■ |
■ |
■ |
■ |
■ |
|
Coton |
|
||||||||||
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
Katoen/ |
■ |
■ |
■ |
■ |
|
|
■ |
■ |
■ |
■ |
|
Coton ECO |
|
|
|
||||||||
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
Synthetica/ |
■ |
■ |
■ |
■ |
■ |
■ |
■ |
■ |
■ |
■ |
|
Synthéti- |
|
||||||||||
ques |
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
Fijne Was/ |
■ |
■ |
■ |
■ |
■ |
|
■ |
■ |
■ |
■ |
|
Délicats |
|
|
|||||||||
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
Wol/Laine |
■ |
■ |
■ |
|
|
|
■ |
■ |
■ |
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
Dekbed/ |
|
■ |
■ |
|
|
|
■ |
■ |
■ |
■ |
|
Couette |
|
|
|
|
|
||||||
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
Mix/Mixtes |
■ |
■ |
■ |
|
■ |
|
■ |
■ |
■ |
|
|
20° |
|
|
|
|
|||||||
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
1) Als u gebruik maakt van deze optie, raden we aan om de hoeveelheid wasgoed te beperken. Het is mogelijk om de volledige lading te gebruiken, maar een goed wasresultaat kan niet worden gegarandeerd. Aanbevolen lading: katoen: 5 kg, synthetische en delicate stoffen: 2,5 kg.
De gegevens in deze tabel zijn bij benadering. Verschillende variabelen kunnen van invloed zijn op de gegevens: de hoeveelheid en het type wasgoed, het water en de omgevingstemperatuur.
7
Bij de start van het programma toont het display de duur van het programma voor de maximale beladingscapaciteit.
Tijdens de wasfase wordt de programmaduur automatisch berekend en deze kan aanzienlijk worden verkort als er minder wasgoed in de trommel is dan de maximale beladingscapaciteit (bijv. bij katoen 60°C, maximale beladingscapaciteit 10 kg, is de programmaduur langer dan 2 uur, maar bij een werkelijke belading van 1 kg kan de programmaduur korter zijn dan 1 uur).
Als de machine de werkelijke programmaduur berekent, knippert er een stip op het display.
|
Belading |
Energiever- |
Waterverbruik |
Geschatte pro- |
Resterende |
|
programma’s |
grammaduur |
vochtigheid |
|
|||
|
(kg) |
bruik (kWh) |
(liter) |
(minuten) |
(%)1) |
|
|
|
|
|
|
||
|
|
|
|
|
|
|
Katoen/Coton 60°C |
10 |
2,04 |
87 |
240 |
52 |
|
|
|
|
|
|
|
|
Katoen/Coton 40°C |
10 |
1,40 |
83 |
210 |
52 |
|
|
|
|
|
|
|
|
Synthetica/Synthéti- |
4 |
0,80 |
61 |
140 |
35 |
|
ques 40°C |
|
|||||
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
Fijne Was/Délicats |
4 |
0,56 |
75 |
95 |
35 |
|
40°C |
|
|||||
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
Wol/Laine 30°C 2) |
1,5 |
0,42 |
62 |
75 |
30 |
|
Standaard katoenprogramma's |
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
Standaard 60°C ka- |
10 |
1,02 |
57 |
252 |
52 |
|
toen |
|
|||||
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
Standaard 60°C ka- |
5 |
0,75 |
46 |
205 |
52 |
|
toen |
|
|||||
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
Standaard 40°C ka- |
5 |
0,67 |
46 |
205 |
52 |
|
toen |
|
|||||
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
1)Aan het einde van de centrifugefase.
2)Niet beschikbaar voor sommige modellen.
Uit-modus (W) |
Modus aan laten (W) |
|
|
|
|
0.30 |
0.30 |
|
|
|
|
De gegevens in de bovenstaande tabel zijn in overeenstemming met verordening 1015/2010 van de Europese Commissie tot uitvoering van de richtlijn 2009/125/EG
8
Met deze optie kunt u de standaardtemperatuur wijzigen.
Aanduiding = koud water.
Het controlelampje van de ingestelde temperatuur gaat branden.
Met deze optie kunt u de standaard centrifugeersnelheid wijzigen.
Het controlelampje van de ingestelde snelheid gaat branden.
Extra centrifugeeropties:
Niet centrifugeren
•Stel deze optie in om alle centrifugeerfasen uit te schakelen. Alleen de afvoerfase is beschikbaar.
•Het bijbehorende indicatielampje gaat branden.
•Stel deze optie in voor fijne was.
•De spoelfase verbruikt meer water voor sommige wasprogramma's.
Spoelstop
•Stel deze optie in om kreukvorming in stoffen te voorkomen.
•Het bijbehorende indicatielampje gaat branden.
•Als het programma afgerond is, zit er water in de trommel.
•De trommel draait regelmatig om kreukvorming van het wasgoed te voorkomen.
•De deur blijft vergrendeld. U moet het water afvoeren om de deur te kunnen openen.
Zie om het water weg te pompen 'Aan het einde van het programma'.
Met deze optie kunt u de programmaduur inkorten.
Gebruik deze optie voor wasgoed met lichte vervuiling of om wasgoed op te frissen.
Het bijbehorende indicatielampje gaat branden.
Met deze optie kunt u erg vervuild wasgoed wassen.
De wascyclus duurt langer met deze optie.
Het bijbehorende indicatielampje gaat branden.
Het apparaat wast en centrifugeert het wasgoed voorzichtig om te voorkomen dat het wasgoed kreukt.
Het apparaat vertraagt de centrifugeersnelheid, gebruikt meer water en past de programmaduur aan het type wasgoed aan.
Het bijbehorende indicatielampje gaat branden.
Met deze optie kunt u alleen de laatste spoeling van een geselecteerd wasprogramma uitvoeren.
Als u ook de optie Extra spoelgangen () selecteert, voegt het apparaat twee of meer spoelgangen uit.
Het bijbehorende indicatielampje gaat branden.
POMPEN/CENTRIFUGEREN VIDANGE/ ESSORAGE
Met deze optie kunt u de centrifugeeren afvoercyclus uitvoeren.
De centrifugeerfase is geschikt voor het ingestelde wasprogramma.
Als u ook de optie Niet centrifugeren
selecteert, dan voert het apparaat alleen de afvoercyclus uit.
Met deze optie kunt u instellen binnen hoeveel uren u wenst dat het wasprogramma klaar is.
U kunt deze optie instellen tussen minimum 3 en maximum 20 uren.
Het display toont het aantal uren en het indicatielampje boven de toets brandt.
Met deze optie kunt u spoelingen toevoegen aan een wasprogramma.
Gebruik deze optie voor personen die allergisch zijn voor wasmiddelen en in gebieden waar het water erg zacht is.
Het betrokken indicatielampje gaat branden.1)
1) Raadpleeg "Instellingen" voor meer informatie over het activeren van deze optie.
9
Met deze optie kunt bij elke programma automatisch een extra spoelbeurt instellen.
•Voor het inschakelen/uitschakelen van deze optie, drukt u tegelijkertijd op en tot het indicatielampje aan/uit gaat.
Met deze optie kunt u voorkomen dat kinderen met het bedieningspaneel spelen.
•Voor het inschakelen/uitschakelen van deze optie, drukt u tegelijkertijd op en tot het
indicatielampje aan/uit gaat.
Activeer deze optie na het indrukken van de toets
: de toetsen worden vergrendeld (behalve toets ) .
Deze optie blijft actief, zelfs als u het apparaat uitschakelt.
De geluidssignalen weerklinken wanneer:
•Het programma is voltooid.
•Er een storing in het apparaat optreedt.
Voor het uitschakelen/inschakelen van de geluidssignalen raakt u gedurende 4 seconden
tegelijkertijd toets en aan.
Als u de geluidssignalen uitschakelt, werken ze wel als er een storing optreedt.
1.Doe een klein beetje wasmiddel in het doseervakje voor de wasfase.
2.Stel het programma voor katoen in op de hoogste temperatuur zonder wasgoed en start het programma.
Dit verwijdert al het mogelijke vuil uit de trommel en de kuip.
WAARSCHUWING! Raadpleeg de hoofdstukken Veiligheid.
Draai de waterkraan open. Steek de stekker in het stopcontact.
1.Trek aan de deurhendel om de deur van het apparaat te openen.
2.Plaats het wasgoed een voor een in de trommel.
3.Schud de items voor u ze in de wasautomaat plaatst.
Zorg ervoor dat u niet te veel was in de trommel plaatst. Raadpleeg de maximale ladingen in de "Programmatabel".
4. Sluit de deur.
LET OP!
Zorg ervoor dat er geen wasgoed tussen de deur blijft klemmen. Er kan waterlekkage of beschadigd wasgoed ontstaan.
10
1. Meet het wasmiddel en wasverzachter af.
2. Doe het wasmiddel en de wasverzachter
in de compartimen-
ten.
3. Sluit de wasmiddeldoseerlade voorzichtig.
Wasmiddelbakje voor wasfase. Als u een vloeibaar wasmiddel gebruikt, dient u dit direct voor het starten van het programma te plaatsen.
Vakje voor vloeibare toevoegingen (textielversteviger, stijfsel).
LET OP! Vul de bakjes nooit tot boven het niveau
MAX.
Klep voor waspoeder of vloeibaar wasmiddel.
De standaardpositie van
de klep is A (waspoeder).
A
Om vloeibaar wasmiddel te gebruiken:
1. Verwijder de lade. Duw de rand van de lade op de plaats van de pijl (PUSH) om de lade mak- kelijk te verwijderen.
|
2. |
Zet de klep in stand B. |
B |
3. |
Plaats de wasmiddel- |
|
doseerlade terug in de |
|
|
ruimte. |
Wanneer u vloeibaar wasmiddel gebruikt:
•Gebruik geen gelatineachtige of dikke vloeibare wasmiddelen.
•Gebruik niet meer dan 120 ml.
•Stel de startuitstelfunctie niet in.
Wanneer de klep zich in
A |
stand B bevindt en u |
|
|
||
|
waspoeder wenst te ge- |
|
|
bruiken: |
|
|
1. |
Verwijder de lade. |
|
2. |
Zet de klep in stand |
|
|
A. |
|
3. |
Plaats de wasmiddel- |
|
|
doseerlade terug in |
|
|
de ruimte. |
•Meet het wasmiddel en wasverzachter af.
•Doe het wasmiddel en de wasverzachter in de compartimenten.
•Sluit de wasmiddeldoseerlade voorzichtig.
Houd de toets Aan/Uit Marche/Arrêt enkele seconden ingedrukt om het apparaat in of uit te schakelen.
Er klinkt een geluid als het apparaat wordt ingeschakeld.
Het display toont het woord AAN.
1.Druk op programmatoets en stel het volgende programma in:
•Het lampje van de toets knippert.
•Het display geeft de programmaduur weer.
2.Indien nodig, wijzig de temperatuur en de centrifugeersnelheid of voeg extra opties toe. Als u een optie activeert, gaat het indicatielampje van de ingestelde optie branden.
Als u iets niet goed instelt, toont het display de melding .
11
Druk op toets .
•Het indicatielampje stopt met knipperen en blijft branden.
•Het programma start, de deur wordt vergrendeld, het lampje brandt
•Bij het begin van een wascyclus kan de afvoerpomp een tijdje werken.
Na ongeveer 15 minuten na de start van het programma:
•Het apparaat past automatisch de programmaduur aan aan de wasgoedbelading.
•Op de display verschijnt de nieuwe waarde.
1.Druk herhaaldelijk op de toets om het aantal uren voor het einde van de wascyclus te selecteren.
Het display toont het aantal uren dat u ingesteld hebt (bijv. ) en het indicatielampje boven de
toets brandt om aan te geven dat deze optie actief is.
2.Druk op toets :
•De deur blijft vergrendeld.
•De machine begint de tijd af te tellen.
•Nadat het aftelproces voltooid is, wordt het wasprogramma automatisch gestart.
U kunt de instelling van de optie Klaar Over/Fini Dans annuleren of wijzigen
voordat u op drukt. Na het
indrukken van de toets kunt u de optie Klaar Over/Fini Dans alleen nog annuleren.
Om de optie Klaar Over/Fini Dans te annuleren:
a.Druk op toets om het apparaat in te stellen op de pauzestand. Het indicatielampje van toets knippert.
b.Druk op de toets tot het indicatielampje boven deze toets dooft.
Druk nogmaals op toets om het programma onmiddellijk te starten.
U kunt slechts enkele functies wijzigen voordat ze gaan werken.
1. Tik op .
Het lampje van deze toets knippert.
2.Wijzig de opties. Als u een optie wijzigt, zal de Klaar Over/Fini Dans optie (indien geselecteerd) worden uitgeschakeld.
3.Druk nogmaals op .
Het wasprogramma gaat verder.
1.Druk een paar seconden op de toets Aan/Uit Marche/Arrêt om het programma te annuleren en om het apparaat uit te schakelen.
2.Druk weer op dezelfde toets om het apparaat in te schakelen. Nu kunt u een nieuw wasprogramma kiezen.
Het apparaat voert het water af voordat u een nieuw programma start. Zorg er in dit geval voor dat het wasmiddel nog in het doseerbakje zit, zo niet vul het dan bij.
Als een programma (of ) in werking is, is de deur
van de wasmachine vergrendeld. Het -lampje brandt.
LET OP! Als de temperatuur en het waterniveau in de trommel te hoog zijn, kunt u de deur niet openen.
Om de deur tijdens de eerste minuten van de
cyclus te openen (of wanneer in werking is) :
1.Druk op om het apparaat te pauzeren.
2.Wacht tot het lampje dooft.
3.U kunt de deur openen.
4.Sluit de deur van de machine en nogmaals druk
op de toets . Het programma (of de ) gaat verder.
•Het apparaat stopt automatisch.
•Het signaal weerklinkt (als het geluidssignaal actief is).
•In het display gaat het symbool aan.
•Het lampje van de knop gaat uit.
12
•U kunt de deur openen.
•Haal het wasgoed uit het apparaat. Zorg ervoor dat de trommel leeg is.
•Druk een paar seconden op de knop Aan/Uit
Marche/Arrêt om het apparaat uit te schakelen.
•Draai de waterkraan dicht.
•Laat de deur iets open staan om de vorming van schimmel en onaangename luchtjes te voorkomen.
Het wasprogramma is voltooid, maar er staat water in de trommel:
•De trommel draait regelmatig om kreukvorming van het wasgoed te voorkomen.
•Het indicatielampje knippert om u eraan te herinneren het water af te voeren.
•Het deurvergrendelingssymbool Deur/Porte
brandt. Het indicatielampje van de knop knippert. De deur blijft vergrendeld.
•U moet het water afvoeren om de deur te kunnen openen.
Het water afvoeren:
1.Om het water weg te pompen.
•Druk op toets . Het apparaat pompt het water weg en centrifugeert met maximale centrifugeersnelheid voor het geselecteerde wasprogramma.
•Of, druk op de toets om de centrifugeersnelheid aan te passen en druk
dan op toets . Het apparaat voert het
water af en centrifugeert. Als u instelt, pompt het apparaat alleen.
2. Druk een paar seconden op de knop Aan/Uit
Marche/Arrêt om het apparaat uit te schakelen.
Na ongeveer 18 uur begint het apparaat automatisch met het afvoeren van water en centrifugeren (behalve bij het wolprogramma).
De AUTO Stand-by-optie schakelt het apparaat automatisch uit om stroom te besparen als:
•Er een programma is geselecteerd, maar na 5
minuten van de instelling nog niet op de toets is gedrukt.
Druk opnieuw op de toets Aan/Uit Marche/Arrêt om het apparaat in te schakelen.
•5 minuten na afloop van het wasprogramma Druk opnieuw op de toets Aan/Uit Marche/Arrêt om het apparaat in te schakelen.
De tijd van het laatst ingestelde programma wordt weergegeven op het display.
Draai aan de programmaknop om een nieuwe cyclus in te stellen.
•Verdeel het wasgoed in: wit, bont, synthetisch, fijne was en wol.
•Volg de wasinstructies die u op de waslabels van het wasgoed vindt.
•Was witte en bonte artikelen niet samen.
•Sommige bonte weefsels kunnen uitlopen als zij de eerste keer worden gewassen. We raden daarom aan om dit soort kleding de eerste keer dan ook apart te wassen.
•Knoop kussenslopen dicht, sluit ritsen, haakjes en drukknopen. Rol riemen op.
•Maak alle zakken leeg en vouw alle artikelen open.
•Draai meerlagige stoffen, wollen en kleding met geverfde opdrukken binnenstebuiten.
•Verwijder hardnekkige vlekken.
•Was delen met zware vervuiling met een speciaal wasmiddel.
•Wees voorzichtig met gordijnen. Verwijder de haken of stop de gordijnen in een waszak of kussensloop.
•Was geen wasgoed zonder zomen of met scheuren. Gebruik een waszakje om kleine items te wassen (Bijv. beugelbh's, riemen, panty's, etc.).
•Een zeer kleine lading kan problemen veroorzaken bij de centrifugefase. Als dit gebeurt, kunt u de artikelen handmatig verdelen in de trommel en de centrifugefase opnieuw starten.
Voor sommige vlekken is water en wasmiddel niet voldoende.
We raden u aan om deze vlekken te behandelen voordat u deze artikelen in de machine stopt.
Er zijn speciale vlekkenverwijderaars verkrijgbaar. Gebruik een speciale vlekkenverwijderaar die geschikt is voor het type vlek en stof.
13
WASMIDDELEN EN
NABEHANDELINGSMIDDELEN
•Gebruik alleen wasmiddelen en nabehandelingsproducten die bedoeld zijn voor gebruik in een wasautomaat:
–waspoeder voor alle soorten weefsels,
–waspoeder voor delicate stoffen (40 °C max) en wol,
–vloeibare wasmiddelen, bij voorkeur voor wasprogramma's op lage temperatuur (60 °C max.) voor alle soorten weefsels, of speciaal voor alleen wol.
•Vermeng geen verschillende soorten wasmiddel met elkaar.
•Gebruik niet meer dan de benodigde hoeveelheid wasmiddel om het milieu te beschermen.
•Volg altijd de instructies die u vindt op de verpakking van deze producten.
•Gebruik de juiste producten voor het type en de kleur stof, de programmatemperatuur en de mate van vervuiling.
•Als uw machine geen wasmiddeldoseerbakje heeft met klepje, voeg dan het vloeibare wasmiddel toe met een doseerbol (meegeleverd bij het wasmiddel).
•Start een wasprogramma altijd met de maximum toegestane hoeveelheid wasgoed.
•Gebruik indien nodig een vlekkenverwijderaar als u een programma met een lage temperatuur instelt.
•Controleer de waterhardheid van uw plaatselijke systeem om de juiste hoeveelheid wasmiddel te gebruiken. Zie "Waterhardheid".
Als de waterhardheid in uw gebied hoog of gemiddeld is, raden we u het gebruik van waterverzachter voor wasautomaten aan. In gebieden waar de waterhardheid zacht is, is het gebruik van een waterverzachter niet nodig.
Neem contact op met het plaatselijke waterleidingbedrijf voor de waterhardheid in uw gebied.
Gebruik de juiste hoeveelheid van de waterverzachter. Volg altijd de instructies die u vindt op de verpakking van het product.
WAARSCHUWING! Raadpleeg de hoofdstukken Veiligheid.
Het apparaat alleen schoonmaken met zeep en warm water. Maak alle oppervlakken volledig droog.
LET OP! Gebruik geen brandspiritus, oplosmiddelen of chemische producten.
Als de waterhardheid in uw gebied hoog of gemiddeld is, raden we u het gebruik van waterontharder voor wasautomaten aan.
Controleer de trommel regelmatig om kalk en roestdeeltjes te voorkomen.
Gebruik alleen speciale producten voor wasmachines om roestdeeltjes te verwijderen. Doe dit apart van het wassen van wasgoed.
Volg altijd de instructies die u vindt op de verpakking van het product.
Bij programma's met lage temperaturen is het mogelijk dat er wat wasmiddel achterblijft in de trommel. Voer regelmatig een onderhoudswasbeurt uit. Ga als volgt te werk:
•Haal al het wasgoed uit de trommel.
•Kies het katoenprogramma met de hoogste temperatuur met een kleine hoeveelheid wasmiddel.
Controleer het deurrubber regelmatig en verwijder voorwerpen uit de binnenkant.
14
HET AFWASMIDDELDOSEERBAKJE REINIGEN |
|
|
|
1 |
2 |
3 |
4 |
5 |
6 |
HET FILTER VAN DE TOEVOERSLANG EN HET KLEPFILTER REINIGEN |
|
|||
1 |
1 |
2 |
3 |
4 |
|
2 |
3 |
45° |
|
|
|
20° |
Als het apparaat is geïnstalleerd in een gebied waar de temperatuur lager is dan 0 °C, dient u het resterende water uit de afvoerslang en de afvoerpomp te verwijderen.
Voer deze procedure ook uit als u de noodafvoer wilt gebruiken.
1.Haal de netstekker uit het stopcontact.
2.Verwijder de watertoevoerslang.
3.Schroef de afvoerslang los van de achtersteun en maak de slang los van de gootsteen of tap.
4.Leg de uiteinden van de afvoeren toevoerslang in een opvangbak. Laat het water uit de slangen stromen.
5.Stel elk geselecteerde programma in met optie Pompen/Centrifugeren Vidange/Essorage en laat dit tot het eind van de cyclus draaien.
6.Als er geen water meer stroomt, plaats de toevoerslang en de afvoerslang terug.
7.Druk op de knop Aan/Uit Marche/Arrêt om de machine uit te schakelen.
WAARSCHUWING! Zorg ervoor dat de temperatuur hoger is dan 0°C voordat u het apparaat opnieuw gebruikt. De fabrikant is niet verantwoordelijk voor schade die door lage temperaturen is veroorzaakt.
WAARSCHUWING! Raadpleeg de |
INTRODUCTIE |
|
Het apparaat start of stopt niet tijdens de werking. |
||
hoofdstukken Veiligheid. |
||
|
15
Probeer eerst het probleem zelf op te lossen (zie tabel). Als het probleem aanhoudt, neemt u contact op met de Servicedienst.
Bij sommige problemen werken de geluidssignalen en toont de display een alarmcode:
• - Het apparaat wordt niet goed gevuld met water.
• - Het apparaat pompt geen water weg.
• - De deur is open of niet goed gesloten. Controleer de deur!
Als het apparaat overladen is, neemt u wat voorwerpen uit de trommel en/of duwt u tegen de deur en drukt u tegelijkertijd op de
knop totdat de aanduiding stopt met knipperen (zie de afbeelding hieronder).
• - De stroomtoevoer is onstabiel. Wacht tot de stroomtoevoer stabiel is.
• - Geen communicatie tussen de elektronische elementen van het apparaat. Schakel uit en terug aan.
• - Het beschermingssysteem tegen waterlekkage is in werking getreden. Koppel het apparaat los en draai de waterkraan dicht. Neem contact op met de erkende servicedienst.
WAARSCHUWING! Schakel het apparaat uit voordat u controles uitvoert.
Probleem |
Mogelijke oplossing |
|
|
|
|
Het programma start niet. |
• Verzeker u ervan dat de netstekker is aangesloten op het stopcon- |
|
|
tact. |
|
|
• Verzeker u ervan dat de klep van het apparaat gesloten is. |
|
|
• Verzeker u ervan dat er geen beschadigde zekering in het zekerin- |
|
|
genkastje is. |
|
|
• Zorg dat de knop Start/Pauze is ingedrukt. |
|
|
• Als uitgestelde start gekozen is: annuleer de instelling of wacht op |
|
|
het einde van de aftelprocedure. |
|
|
• Schakel het kinderslot uit. |
|
|
|
|
16
Probleem |
Mogelijke oplossing |
|
|
|
|
Het apparaat wordt niet |
• Verzeker u ervan dat de waterkraan geopend is. |
|
goed met water gevuld. |
• Ga na of de druk van de watervoorziening niet te laag is. Neem |
|
|
voor deze informatie contactpersoon op met uw plaatselijke water- |
|
|
leidingsbedrijf. |
|
|
• Verzeker u ervan dat de waterkraan niet verstopt is. |
|
|
• Dit probleem kan worden veroorzaakt door het filter van de toe- |
|
|
voerslang of het filter van de afvoerklep die verstopt kan zijn. Zie het |
|
|
hoofdstuk "Onderhoud en reiniging". Als het probleem opnieuw op- |
|
|
treedt, neemt u contact op met de Servicedienst. |
|
|
• Controleer of er geen knikken of bochten in de watertoevoerslang |
|
|
aanwezig zijn. |
|
|
• Verzeker u ervan dat de aansluiting van de waterinlaatslang in orde |
|
|
is. |
|
|
|
|
Het water niet wordt afge- |
• Verzeker u ervan dat de gootsteenafvoer niet verstopt is. |
|
pompt uit de machine. |
• Verzeker u ervan dat de aftapslang geen knikken of bochten heeft. |
|
|
• Verzeker u ervan dat de aansluiting van de aftapslang in orde is. |
|
|
• Stel het afvoerprogramma in als u een programma zonder afvoerfa- |
|
|
se instelt. |
|
|
• Stel het afvoerprogramma in als u een optie instelt waarbij water in |
|
|
de trommel blijft. |
|
|
• Dit probleem kan worden veroorzaakt door een verstopt afvoerfilter. |
|
|
Neem contact op met een erkend servicecentrum. |
|
|
|
|
De centrifugeerfase werkt |
• Verdeel het wasgoed met de hand in de trommel en start de centri- |
|
niet of de wascyclus duurt |
fugeerfase opnieuw. Dit probleem kan veroorzaakt zijn door even- |
|
langer dan normaal. |
wichtsproblemen. |
|
|
• Stel de centrifugeersnelheid in. |
|
|
• Stel het afvoerprogramma in als u een optie instelt waarbij water in |
|
|
de trommel blijft. |
|
|
• Dit probleem kan worden veroorzaakt door een verstopt afvoerfilter. |
|
|
Neem contact op met een erkend servicecentrum. |
|
|
|
|
Er is water op de vloer. |
• Verzeker u ervan dat de koppelingen van de waterslangen goed af- |
|
|
gedicht zijn en dat er geen waterlekkage is. |
|
|
• Zorg ervoor dat de watertoevoeren afvoerslangen niet beschadigd |
|
|
zijn. |
|
|
• Zorg ervoor dat u het juiste wasmiddel in de juiste hoeveelheid ge- |
|
|
bruikt. |
|
|
|
|
U kunt de klep van de ma- |
• Controleer of het wasprogramma is voltooid. |
|
chine niet openen. |
• Stel het afvoerof centrifugeerprogramma in als er zich water in de |
|
|
trommel bevindt. |
|
|
• Houd u zich aan de noodafvoerprocedure. Zie "Voorzorgsmaatre- |
|
|
gelen bij vorst" (in het hoofdstuk "Onderhoud en reiniging"). |
|
|
|
|
Het apparaat maakt een |
• Zorg ervoor dat de machine goed waterpas staat. Raadpleeg 'Mon- |
|
abnormaal geluid. |
tage-instructies'. |
|
|
• Verzeker u ervan dat de verpakking en/of de transportbouten ver- |
|
|
wijderd zijn. Raadpleeg 'Montage-instructies'. |
|
|
• Leg meer wasgoed in de trommel. De belading kan te gering zijn. |
|
|
|
|
17
Probleem |
|
Mogelijke oplossing |
|
|
|
|
|
Het apparaat vult zich met |
• |
Verzeker u ervan dat de aftapslang in de juiste positie is. Het uitein- |
|
water en pompt dit direct |
|
de van de afvoerslang bevindt zich te laag. Raadpleeg 'Montage-in- |
|
weg. |
|
structies'. |
|
|
|
|
|
De cyclus is korter dan de |
• |
Het apparaat berekent een nieuwe tijd aan de hand van de was- |
|
weergegeven tijd. |
|
goedlading. Zie het hoofdstuk "Verbruikswaarden". |
|
|
|
|
|
De cyclus is langer dan de |
• |
Een wasgoedlading die niet in balans is verlengt de duur. Dit is nor- |
|
weergegeven tijd. |
|
maal gedrag van het apparaat. |
|
|
|
|
|
De wasresultaten laten te |
• |
Gebruik meer wasmiddel of gebruik een ander wasmiddel. |
|
wensen over. |
• |
Gebruik speciale producten voor het verwijderen van hardnekkige |
|
|
|
vlekken voordat u het wasgoed wast. |
|
|
• Verzeker u ervan dat u de juiste temperatuur gekozen heeft. |
|
|
|
• |
Verminder de wasgoedbelading. |
|
|
|
|
|
U kunt geen optie instellen. |
• |
Zorg dat u alleen op de gewenste tiptoets(en) drukt. |
|
|
|
|
|
Schakel na de controle de machine in. Het programma wordt voortgezet vanaf het punt van onderbreking.
Als het probleem zich nogmaals voordoet: neem contact op met een erkend servicecentrum.
Als het display andere alarmcodes toont. Schakel de machine uit en zet hem weer aan. Als het probleem zich blijft voordoen: neem contact op met een erkend servicecentrum.
Wij raden altijd het gebruik van originele onderdelen aan.
Zorg dat u deze gegevens bij de hand hebt als u met de servicedienst contact opneemt. U vindt deze op het classificatieplaatje: model, productnummer en serienummer. (Mod., Prod. No., Ser. No.)
Afmetingen |
Breedte / Hoogte/ Diepte/ |
600 mm/ 850 mm/ 600 mm/ 660 mm |
|
|
Totale diepte |
|
|
|
|
|
|
Aansluiting op het elektri- |
Spanning |
230 V |
|
citeitsnet |
Totaal vermogen |
2200 W |
|
|
Zekering |
10 A |
|
|
Frequentie |
50 Hz |
|
|
|
|
|
Niveau van bescherming tegen het binnendringen van |
IPX4 |
|
|
vaste deeltjes en vocht gewaarborgd door het bescherm- |
|
|
|
deksel, behalve wanneer de laagspanningsapparatuur |
|
|
|
geen bescherming tegen vocht heeft |
|
|
|
|
|
|
|
Druk watertoevoer |
Minimum |
0,5 bar (0,05 MPa) |
|
|
Maximum |
8 bar (0.8 MPa) |
|
|
|
|
|
Watertoeover 1) |
|
Koud water |
|
Toelaatbare maximum be- |
Katoen (Cotton) |
10 kg |
|
lading |
|
|
|
|
|
|
|
Energiebesparingsklasse |
|
A+++ -20% |
|
|
|
|
|
18