ZANUSSI ZDTL201 User Manual [fr]

Gebruiks-
aanwijzing
Notice
d'utilisation
Benutzer-
information
Afwasmachine
Lave-vaisselle
Geschirrspüler
Inhoud
Veiligheidsinformatie _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ 2 Bedieningspaneel _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ 3 Wasprogramma's _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ 5 Bediening van het apparaat _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ 6 De waterontharder instellen _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ 6 Gebruik van zout voor de vaatwasser _ _ _ _ _ _ _ 7 Gebruik van glansspoelmiddel _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ 8 De vaatwasser inruimen _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ 9 Gebruik van vaatwasmiddelen _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ 10
Veiligheidsinformatie
Lees voor uw eigen veiligheid en correcte werkin g
van het apparaat eerst deze handleiding aan­dachtig door, alvorens het apparaat te installeren. Be­waar deze instructies altijd bij het apparaat, zelfs wan­neer u deze verplaatst of verkoopt. Gebruikers moeten volledig op de hoogte zijn van de bediening en veilig­heidsfuncties van het apparaat.
Gebruik conform de voorschriften
• Voer reparaties niet eigenhandig uit om letsel en
schade aan het apparaat te voorkomen. Altijd con­tact opnemen met onze service-afdeling.
• Gebruik het apparaat alleen om huishoudelijk keu-
kengerei dat geschikt is voor afwasmachines, schoon te maken.
• Doe geen oplosmiddelen in het apparaat. Pas op
voor explosiegevaar.
• Plaats de messen en alle voorwerpen met scherpe
punten met de punt naar beneden in de bestek­mand. Als dat niet past, leg ze dan horizontaal op het bovenrek.
• Gebruik alleen merkproducten voor afwasmachines
(afwasmiddel, zout, glansspoelmiddel).
• Als u de deur opent als het apparaat in werking is,
kan er hete stoom ontsnappen. Gevaar voor brand­wonden.
• Neem geen serviesgoed uit de afwasmachine voor-
dat het afwasprogramma is afgelopen.
• Haal, als het afwasprogramma is afgelopen, de
stekker uit het stopcontact en draai de waterkraan dicht.
Een wasprogramma selecteren en starten _ _ _ _ 11 Onderhoud en reiniging _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ 12 Problemen oplossen _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ 13 Technische gegevens _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ 15 Milieubescherming _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ 15 Montage _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ 16 Aansluiting aan de waterleiding _ _ _ _ _ _ _ _ _ 16 Aansluiting aan het elektriciteitsnet _ _ _ _ _ _ _ _ 17
Wijzigingen voorbehouden
• Alleen een bevoegde servicemonteur mag dit ap­paraat repareren. Gebruik alleen originele reser­veonderdelen.
• Voer de reparaties niet zelf uit om letsel en schade aan het apparaat te voorkomen. Neem altijd contact op met onze service-afdeling.
Algemene veiligheid
• Mensen (met inbegrip van kinderen) met beperkte lichamelijke, zintuiglijke of verstandelijke vermo­gens of gebrek aan ervaring en kennis mogen dit apparaat niet gebruiken. Zij moeten onder toezicht staan of instructies krijgen over het gebruik van dit apparaat van iemand die verantwoordelijk is voor hun veiligheid.
• Volg de veiligheidsinstructies van de afwasmiddel­fabrikant op om brandwonden aan ogen, mond en keel te voorkomen.
• Drink geen water uit de afwasmachine. Er kan af­wasmiddel in uw apparaat achtergebleven zijn.
• Sluit de deur altijd als u het apparaat niet gebruikt om letsel te voorkomen. Bovendien struikelt u zo niet over de deur.
• Ga niet op de open deur zitten of staan.
Veiligheid van kinderen
• Alleen volwassenen mogen dit apparaat gebruiken. Kinderen moeten in de gaten gehouden worden om te voorkomen dat zij met het apparaat gaan spelen.
• Houd alle verpakkingsmaterialen uit de buurt van kinderen. Gevaar voor verstikking.
• Bewaar alle afwasmiddelen op een veilge plaats. Laat kinderen de afwasmiddelen niet aanraken.
2
• Houd kinderen uit de buurt van de afwasmachine als de deur open staat.
Installatie
• Controleer of het apparaat niet is beschadigd tijdens het vervoer. Sluit een beschadigd apparaat niet aan. Neem, indien nodig, contact op met de leverancier.
• Verwijder de verpakking vóór de eerste ingebruik­neming.
• Een gekwalificeerd en bekwaam persoon moet de elektrische installatie uitvoeren.
• Een gekwalificeerd en bekwaam persoon moet het loodgieterswerk uitvoeren.
• Wijzig de specificaties van dit product niet en ver­ander dit product niet. Gevaar voor letsel en schade aan het apparaat.
Bedieningspaneel
• Het apparaat niet gebruiken: – als de hoofdkabel of waterslangen beschadigd
zijn,
– als het bedieningspaneel, werkblad of plint zo-
danig beschadigd zijn, dat u bij het inwendige van het apparaat kan komen.
Neem contact op met onze service-afdeling.
• Boor niet in de zijkanten van het apparaat om scha­de aan de hydraulische en elektrische onderdelen te voorkomen.
Waarschuwing! Volg nauwkeurig de instructies op voor de elektrische en wateraansluitingen.
1 Aan-/uit-toets 2 Toets uitgestelde start 3 Toets programmakeuze / annuleren / (Cancel) 4 Controlelampjes 5 Controlelampjes programma
Controlelampjes
Het controlelampje gaat branden als een afwaspro­gramma is afgelopen. Extra functies:
• Niveau van de waterontharder.
• Geluidssignalen inschakelen/uitschakelen.
• Een alarm bij een storing in het apparaat.
3
Controlelampjes
Het controlelampje gaat branden als het doseerbakje
1)
1)
1) Het controlelampje gaat uit als een afwasprogramma wordt uitgevoerd.
moet worden bijgevuld. Lees het hoofdstuk 'Gebruik van doseerbakje'.
Het controlelampje gaat branden als het zoutreservoir moet worden bijgevuld. Lees het hoofdstuk 'Gebruik van het zoutreservoir'. De controlelampjes voor zout kan enkele uren bran­den, maar heeft geen ongewenst effect op de werking van het apparaat.
Toets programmakeuze/annuleren
Gebruik de toets Programmakeuze/Annuleren voor de volgende handelingen:
• Selecteren van afwasprogramma. Zie het hoofdstuk 'Instellen en starten van een wasprogramma'.
• De waterontharder instellen. Lees het hoofdstuk 'Waterontharder instellen'.
• In- of uitschakelen van de geluidssignalen. Zie het hoofdstuk 'Geluidssignalen'.
• Een lopend programma annuleren. Zie het hoofd­stuk 'Instellen en starten van een wasprogramma'.
Toets uitgestelde start
Gebruik de toets uitgestelde start om de start van het wasprogramma te beginnen met een interval van 3 uur. Zie het hoofdstuk 'Instellen en starten van een afwas­programma'.
Instelmodus
Het apparaat staat in de instelmodus als alle program­macontrolelampjes uit zijn en het lampje Einde pro­gramma knippert. Het apparaat moet in de instelmodus staan voor de volgende handelingen:
– Selecteren van een afwasprogramma. – Het waterontharderniveau instellen. – In- of uitschakelen van de geluidssignalen.
Als een programmalampje aan is, annuleer dan het programma om terug te keren naar de instelmodus. Zie het hoofdstuk 'Instellen en starten van een afwaspro­gramma'.
Programmalampjes A en B
In aanvulling op de keuze van het bijbehorende afwas­programma hebben deze lampjes extra functies:
4
• Op welke stand de waterontharder is ingesteld.
• In- en uitschakelen van de geluidssignalen.
Geluidssignalen
U kunt een geluidssignaal waarnemen:
• Aan het einde van het wasprogramma.
• Als het apparaat een storing heeft. Activering van de geluidssignalen is fabrieksmatig in­gesteld. De geluidssignalen kunnen worden uitgeschakeld aan de hand van de volgende stappen:
1. Schakel het apparaat in.
2. Zorg dat het apparaat in de instelmodus staat.
3. Houd de toets programmakeuze/annuleren inge­drukt totdat het programmalampje A gaat knippe­ren en programmalampje B continu gaat branden.
4. Druk nogmaals op de toets programmakeuze/an­nuleren.
– Programmalampjes A gaat branden. – Het programma-indicatielampje B begint te
knipperen.
5. Wacht tot programmalampje A uit gaat. – Het programma-indicatielampje B blijft knippe-
ren.
– Het controlelampje Einde gaat branden. Er klinken geluidssignalen.
6. Druk nogmaals op de toets programmakeuze/an­nuleren.
– Het controlelampje Einde gaat uit. De geluidssignalen gaan uit.
7. Schakel het apparaat uit om de handeling op te slaan.
De geluidssignalen kunnen worden ingeschakeld aan de hand van de volgende stappen:
1. Voer de bovengenoemde procedure uit totdat het controlelampje Einde gaat branden.
Wasprogramma's
Afwasprogramma's
Programma
1)
2)
1) Dit is een perfect dagelijks programma voor een halfvolle lading. Ideaal voor een familie bestaande uit 4 personen die alleen het serviesgoed en het bestek van de ochtend- en avondmaaltijd in de machine wil laden.
2) Testprogramma voor testinstanties. Raadpleeg de aparte bijgeleverde documentatie voor testgegevens.
Mate van ver-
vuiling
Sterk vervuild
Normaal ver-
vuild
Normaal of licht
vervuild
Normaal ver-
vuild
Alles
Soort servies-
goed
Serviesgoed, be-
stek, potten en
pannen
Serviesgoed, be-
stek, potten en
pannen
Serviesgoed en
bestek
Serviesgoed en
bestek
Gedeeltelijke la­ding (later op de
dag verder te vul-
len)
Beschrijving programma
Voorwas Hoofdwas tot 70°C 2 tussentijdse spoelgangen Laatste spoelgang Drogen
Voorwas Hoofdwas tot 65°C 2 tussentijdse spoelgangen Laatste spoelgang Drogen
Hoofdwas tot 65°C Laatste spoelgang
Voorwas Hoofdwas tot 50°C 1 tussentijdse spoelgang Laatste spoelgang Drogen
1 koude spoelgang (om te voorkomen dat voedselresten kunnen aankoeken). Voor dit programma hoeft geen afwasmid­del gebruikt te worden
Verbruikswaarden
Programma Programmaduur
Energieverbruik
(in minuten)
85 - 95 1,8 - 2,0 22 - 25
105 - 115 1,5 - 1,7 23 - 25
30 0,9 9
130 - 140 1,0 - 1,2 14 - 16
(in kWh)
Waterverbruik
(in liters)
5
Programma Programmaduur
(in minuten)
12 0,1 5
De druk en temperatuur van het water, de varia- ties in stroomtoevoer en de hoeveelheid vaat kan deze
Energieverbruik
(in kWh)
waarden veranderen.
Waterverbruik
(in liters)
Bediening van het apparaat
Raadpleeg de specifieke instructies voor elke stap van de procedure.
1. Controleer of het niveau van de waterontharder
juist is voor de waterhardheid in uw omgeving. Stel, indien nodig, de waterontharder in.
2. Vul het zoutreservoir met zout voor afwasmachi-
nes.
3. Vul het glansmiddeldoseerbakje met glansmiddel.
4. Plaats bestek en serviesgoed in de afwasmachine.
5. Stel het juiste programma in voor het type lading en mate van vervuiling.
6. Vul het afwasmiddeldoseerbakje met de juiste hoe­veelheid afwasmiddel.
7. Start het afwasprogramma.
Als u afwasmiddeltabletten gebruikt, zie hoofd­stuk 'Gebruik van tabletten'.
De waterontharder instellen
De waterontharder verwijdert mineralen en zouten van de watertoevoer. Mineralen en zouten kunnen een ne­gatieve invloed hebben op de werking van het appa­raat. De waterhardheid wordt gemeten in de volgende ge­lijkwaardige schalen:
• Duitse graden (dH°),
• Franse graden (°TH),
Waterhardheid Instelling waterhardheid
°dH °TH mmol/l Clarke handmatig elektronisch
51 - 70 91 - 125 9,1 - 12,5 64 - 88 2 10 43 - 50 76 - 90 7,6 - 9,0 53 - 63 2 9 37 - 42 65 - 75 6,5 - 7,5 46 - 52 2 8 29 - 36 51 - 64 5,1 - 6,4 36 - 45 2 7 23 - 28 40 - 50 4,0 - 5,0 28 - 35 2 6 19 - 22 33 - 39 3,3 - 3,9 23 - 27 2 5 15 - 18 26 - 32 2,6 - 3,2 18 - 22 1 4 11 - 14 19 - 25 1,9 - 2,5 13 - 17 1 3
4 - 10 7 - 18 0,7 - 1,8 5 - 12 1 2
• mmol/l (millimol per liter - een internationale eenheid
voor de hardheid van water),
•Clarke.
Stel de waterontharder af op de waterhardheid in uw omgeving. Neem, indien nodig, contact op met het lo­kale waterschap.
6
Waterhardheid Instelling waterhardheid
°dH °TH mmol/l Clarke handmatig elektronisch
< 4 < 7 < 0,7 < 5 1
1) Geen zout nodig.
1)
1
U moet de waterontharder handmatig en elektro­nisch instellen.
Handmatige afstelling
Het apparaat in in de fabriek ingesteld op stand 2.
1 2
Zet de schakelaar op stand 1 of 2.
Elektronische aanpassing
De waterontharder is fabrieksmatig ingesteld op niveau 5
1. Schakel het apparaat in.
2. Zorg dat het apparaat in de instelmodus staat.
3. Druk op de toets programmakeuze/annuleren en houd deze ingedrukt.
Gebruik van zout voor de vaatwasser
4. Laat de toets programmakeuze/annuleren los na­dat het programmalampje A gaat knipperen en programmalampje B continu gaat branden.
5. Wacht tot programmalampje B uit gaat. – Het programma-indicatielampje A begint te
knipperen.
– Het controlelampje einde programma begint te
knipperen.
6. Druk een keer op de toets programmakeuze/an­nuleren.
– Het programma-indicatielampje A begint te
knipperen.
– De instelfunctie van de waterontharder is geac-
tiveerd.
– Het lampje 'einde programma' knippert om het
niveau van de waterontharder aan te geven. Voorbeeld: 5 keer knipperen, pauze, 5 keer knipperen, pauze, enz... = niveau 5.
7. Druk een keer op de toets programmakeuze/an­nuleren om de stand van de waterontharder te ver­hogen.
8. Druk op de aan-/uit-toets om de handeling op te slaan.
Let op! Gebruik alleen afwasmachinezout. Zout dat niet geschikt is voor afwasmachines,
veroorzaakt schade aan de waterontharder.
1
2
7
3
Vul het zoutreservoir met 1 liter water (alleen bij het eerste gebruik)
4
Gebruik van glansspoelmiddel
Let op! Gebruik alleen merkglansmiddelen voor
afwasmachines.
Voer deze stappen uit om het spoelmiddeldoseerbakje bij te vullen:
5
Het is normaal dat er water uit het zoutreservoir stroomt wanneer u zout bijvult.
Zorg dat er geen zout buiten het zoutreservoir
terechtkomt. Zout dat achterblijft, beschadigt het reservoir. Aangeraden wordt een afwasprogramma di­rect te starten nadat u het zoutreservoir hebt gevuld. Dit voorkomt corrosie als gevolg van gemorst zout.
Wanneer u de waterontharder elektronisch instelt op niveau 1, blijft het zoutcontrolelampje niet branden.
6
1 2
8
3
Let op! Vul het glansmiddeldoseerbakje nooit
met andere middelen (bijv. afwasmachinereinigingsmiddel, vloeibaar afwasmiddel). Gevaar voor beschadiging van het apparaat.
4
Stel de glansmiddeldosering in
De glansmiddeldosering is fabrieksmatig inge­steld op niveau 4. Lees om de dosis te ver­hogen of te verlagen 'Wat te doen als...'
De vaatwasser inruimen
Handige aanwijzingen en tips
Let op! Gebruik het apparaat alleen voor
huishoudelijk keukengerei dat geschikt is voor
afwasmachines.
Gebruik het apparaat niet om voorwerpen die water kunnen opnemen (sponzen, huishouddoekjes, enz.) te reinigen.
• Volg deze stappen voordat u serviesgoed en bestek laadt:
– Verwijder alle voedselresten en vuil – Laat aangebakken voedselresten eerst inweken.
• Volg deze stappen terwijl u serviesgoed en bestek laadt:
– Plaats holle voorwerpen (bijv. kopjes, glazen en
pannen) met de opening naar beneden.
– Zorg er voor dat het water niet in het reservoir of
een diepe pan kan verzamelen.
– Zorg er voor dat serviesgoed en bestek niet in
elkaar liggen.
– Zorg er voor dat serviesgoed en bestek elkaar
niet overlappen.
– Zorg er voor dat glazen andere glazen niet aan-
raken.
– Leg kleine voorwerpen in de bestekmand.
• Voorwerpen van kunststof en pannen met teflon hebben de neiging waterdruppels vast te houden. Voorwerpen van kunststof drogen niet zo goed als porselein en stalen voorwerpen.
• Leg lichte voorwerpen in het bovenrek. Zorg er voor dat de voorwerpen niet verschuiven.
Let op! Zorg er voor dat de sproeiarmen vrij
kunnen ronddraaien voordat u een afwasprogramma start.
Waarschuwing! Sluit altijd de deur nadat u het apparaat vult of leeg haalt. Een geopende deur
kan gevaarlijk zijn.
1
Dekschalen en grote deksels moeten langs de rand van het rek worden gerangschikt.
3
U kunt de rijen met pun­ten in het onderrek laten zakken om ruimte te ma­ken voor potten, pannen en schalen.
2
9
1
Gebruik de bestekroos­ters. Als de afmetingen van het bestek het ge­bruik van bestekroosters onmogelijk maakt, ver­wijder deze dan.
1
Plaats voorwerpen zo dat water alle oppervlakken kan bereiken.
Zet borden alleen in het achterste gedeelte van het bovenrek. Laat ze naar voren kantelen.
2
De bestekmand bestaat uit twee delen. Schuif om de delen te scheiden, beide delen horizontaal in tegengestelde richting en trek ze uit elkaar Schuif om de delen te monteren, beide delen samen en beweeg deze horizontaal naar elkaar toe.
2
Voor grotere voorwerpen kunnen de kopjesrekken worden opgeklapt.
Maximale hoogte van de borden
bovenrek onderrek
Bovenste stand 21 cm 33 cm Onderste stand 25 cm 29 cm
Voer de volgende stappen uit om het bovenste rek in de onderste stand te zetten:
1. Trek het rek tot de aanslag naar buiten.
2. Til beide kanten voorzichtig op totdat het mecha­nisme vastklikt en het rek stabiel is.
1
Voer de volgende stappen uit om het bovenste rek in de onderste stand te zetten:
1. Trek het rek tot de aanslag naar buiten.
2. Til beide kanten voorzichtig op.
3. Houd het systeem vast en laat het langzaam te­rugvallen.
Let op!
• Til het rek nooit aan een enkele kant naar bo­ven of beneden.
• Als het rek zich in zijn bovenste stand bevindt, kun­nen er geen kopjes in de kopjesrekken geplaatst worden
Hoogteverstelling van het bovenrek
Als er grote borden in het onderrek worden geplaatst, moet eerst het bovenrek in zijn hoogste positie zijn ge­zet.
Gebruik van vaatwasmiddelen
Gebruik alleen afwasmiddelen (poeder, vloeib aar of tablet) die geschikt zijn voor afwasmiddelen.
Volg de gegevens op de verpakking op:
• dosering aanbevolen door de fabrikant,
10
• aanbevelingen omtrent opslag.
Gebruik niet meer dan de juiste hoeveelheid af­wasmiddel om vervuiling te voorkomen.
1
3
Vul het afwasmiddelbak­je ( A) met afwasmiddel.
5
2
4
Als u een wasprogram­ma met voorwasfase ge­bruikt, vul dan het vakje voor wasmiddel met voorwasfase met meer wasmiddel ( B).
6
Gebruik van afwasmiddeltabletten
Doe het afwasmiddeltablet in het afwasmiddeldoseer­bakje ( A).
Afwasmiddeltabletten bevatten:
• afwasmiddel,
• glansmiddel,
• andere schoonmaakmiddelen.
Volg deze stappen om afwasmiddeltabletten te gebrui­ken:
1. Zorg er voor dat de afwasmiddeltabletten geschikt
zijn voor de waterhardheid in uw omgeving. Zie de instructies van de fabrikant.
2. Vul het zoutreservoir en het glansmiddeldoseer-
bakje niet.
Het is niet nodig om het zoutreservoir en het glansmiddeldoseerbakje te vullen.
Volg deze stappen als de droogresultaten niet naar wens zijn:
1. Vul het glansmiddeldoseerbakje met glansmiddel.
2. Stel de dosering van het glansmiddel in op stand
2.
Volg deze stappen om opnieuw afwasmiddelpoeder te gebruiken:
1. Vul het zoutreservoir en het glansmiddeldoseer-
bakje.
2. Stel de waterontharder in op het hoogste niveau.
3. Draai een wasprogramma zonder serviesgoed.
4. Stel de waterontharder af. Zie 'De waterontharder
instellen'.
5. Stel de glansmiddeldosering af.
Verschillende merken afwasmiddel hebben een
ander oplostraject. Sommige afwasmiddeltablet­ten geven niet het beste reinigingsresultaat tijdens kor­te wasprogramma's. Gebruik lange wasprogramma's als u afwasmiddeltabletten gebruikt om het afwasmid­del volledig te verwijderen.
Een wasprogramma selecteren en starten
Selecteer het afwasprogramma met de deur
enigszins geopend. Het afwasprogramma start pas nadat u de deur gesloten hebt. Tot dat moment kunnen de instellingen nog worden gewijzigd.
Voer deze handelingen uit om een afwasprogramma in te stellen en te starten:
1. Schakel het apparaat in.
2. Zorg dat het apparaat in de instelmodus staat.
3. Druk nogmaals op de toets programmakeuze/an­nuleren om het afwasprogramma in te stellen. Zie het hoofdstuk "Wasprogramma's".
– Het programmalampje gaat branden.
4. Sluit de deur.
11
– Het wasprogramma start automatisch.
Wanneer het afwasprogramma wordt uitgevo erd, kunt u het programma niet wijzigen. Annuleer het
afwasprogramma.
Waarschuwing! Onderbreek of annuleer een afwasprogramma alleen als dit nodig is.
Let op! Open de deur voorzichtig. Er kan hete stoom vrijkomen.
Annuleren van een afwasprogramma
1. Druk op de toets programmakeuze/annuleren en houd deze ca. 3 seconden ingedrukt.
– Het programmalampje gaat uit. – Het controlelampje einde programma begint te
knipperen.
2. Laat de toets programmakeuze/annuleren los om het afwasprogramma te annuleren.
Nu kunt u de volgende stappen uitvoeren:
1. Het apparaat uitschakelen.
2. Een nieuw afwasprogramma selecteren.
Vul het afwasmiddelbakje met afwasmiddel voordat u een nieuw afwasprogramma instelt.
Een afwasprogramma onderbreken
Open de deur.
• Het programma stopt.
Sluit de deur.
• Het programma gaat verder vanaf het punt dat het
was onderbroken.
Een afwasprogramma selecteren en starten met uitgestelde start
1. Druk op de Aan-/uittoets.
2. Een afwasprogramma selecteren. – Het programmalampje gaat branden.
3. Druk op de toets uitgestelde start. – Het controlelampje uitgestelde start gaat bran-
den.
4. Sluit de deur. – Het aftellen van de uitgestelde start begint.
– Nadat het aftelproces voltooid is, wordt het af-
wasprogramma automatisch gestart.
Open de deur niet tijdens het aftellen om te voor-
komen dat het aftellen wordt onderbroken. Wan­neer u de deur opnieuw sluit, wordt het aftellen hervat vanaf het moment van afbreken.
De "uitgestelde start" annuleren:
1. Open de deur.
2. Druk op de toets uitgestelde start.
– Het controlelampje van de uitgestelde start gaat
uit.
3. Sluit de deur.
– Het programma start direct.
Einde van het afwasprogramma
Schakel het apparaat onder de volgende omstandig­heden uit:
• Het apparaat stopt automatisch.
• De geluidssignalen voor het programma-einde zijn
hoorbaar.
1. Open de deur.
– Het controlelampje Einde gaat branden. – Het programmalampje blijft branden.
2. Druk op de Aan-/uittoets.
3. Wanneer u de deur van de afwasautomaat een
paar minuten op een kier laat staan voordat u het serviesgoed uit de machine haalt, bereikt u betere
droogresultaten. Laat de borden afkoelen voordat u deze uit het appa­raat neemt. Hete borden zijn gevoelig voor beschadi­gingen.
De lading verwijderen
• Verwijder eerst voorwerpen van het onderrek en dan
van het bovenrek.
• Er kan water liggen aan de zijkanten en op de deur
van het apparaat. Roestvrij staal koelt sneller af dan borden.
Onderhoud en reiniging
Waarschuwing! Schakel het apparaat uit
voordat u het reinigt.
12
De filters reinigen
Belangrijk! Gebruik het apparaat niet zonder filters.
Zorg dat de filters op de juiste wijze worden geïnstalleerd. Een onjuiste installatie levert onbevredigende wasresultaten en schade aan het apparaat op.
1
3
Draai de handgreep on­geveer 1/4 slag naar links en verwijder de fil­ters B en C.
2
Reinig de filters A, B en C onder stromend water.
4
Verwijder het platte filter A van de bodem van het apparaat.
5
Zet het filtersysteem op zijn plaats. Om het filter­systeem te vergrende­len, draait u de hand­greep rechtsom totdat deze vastklikt.
Belangrijk! Probeer niet de sproeiarmen te verwijderen.
Als etensresten de openingen in de sproeiarmen heb­ben verstopt, verwijder deze dan met een cocktailprik­ker.
Schoonmaken van de buitenkant
Reinig de buitenoppervlakken van de machine en het bedieningspaneel met een vochtige zachte doek. Ge­bruik alleen neutrale afwasmiddelen. Gebruik geen schuurmiddelen, schuursponsjes of oplosmiddelen (aceton, trichloroethyleen enz).
Voorzorgsmaatregelen bij vorst
Let op! Installeer het apparaat niet op een plek
waar de temperatuur onder de 0 °C komt. De fabrikant is niet verantwoordelijk voor schade door vorst.
Als dit niet mogelijk is, leeg het apparaat en sluit de deur. Haal de watertoevoerslagn los en verwijder het water in de watertoevoerslang.
Problemen oplossen
Het apparaat start of stopt niet tijdens de werking. Als er een storing is, probeer dan eerst het probleem zelf op te lossen. Raadpleeg "Problemen oplossen".
Als u niet zelf het probleem kunt verhelpen, neem dan contact op met uw verkoper of de service-afdeling.
13
Storingscode en storing Mogelijke oorzaak en oplossing
• Voortdurend knipperen van het con­trolelampje programma bezig
• onderbroken geluidssignaal
• 1 keer knipperen van het controle­lampje Einde
Het apparaat wordt niet gevuld met wa­ter .
• Voortdurend knipperen van het con­trolelampje programma bezig
• onderbroken geluidssignaal
• 2 keer knipperen van het controle­lampje Einde
Het apparaat voert het water niet af.
• Voortdurend knipperen van het con­trolelampje programma bezig
• onderbroken geluidssignaal
• 3 keer knipperen van het controle­lampje Einde
Anti-overstromingsinrichting werkt Het programma begint niet • Het apparaat is niet gesloten.
• De waterkraan is verstopt of aangezet met kalkaanslag. Maak de waterkraan schoon.
• De waterkraan is dicht. Draai de waterkraan open.
• Het filter in de wateraanvoerslang is verstopt. Maak het filter schoon.
• De aansluiting van de wateraanvoerslang is niet correct. De slang kan worden gebogen of geknikt. Zorg dat de aansluiting altijd correct is.
• De gootsteenafvoer is geblokkeerd. Ontstop de gootsteenafvoer.
• De aansluiting van de waterafvoerslang is niet correct. De slang kan worden gebogen of geknikt. Zorg dat de aansluiting altijd correct is.
• Draai de waterkraan dicht en neem contact op met onze service­afdeling.
Sluit de deur.
• De stekker is niet aangesloten. Steek de stekker in het stopcontact.
• De zekering in de meterkast is doorgebrand. Vervang de zekering.
• Toets uitgestelde start is ingesteld. Annuleer de uitgestelde start om het programma direct te starten.
Schakel het apparaat na de con trole in. Het programma gaat verder vanaf het punt waar het werd onderbroken. Als het probleem opnieuw optreedt, neem dan contact op met onze service-afdeling. Deze gegevens zijn nodig om u snel en correct te kun­nen helpen:
• Model (mod.)
14
• Productnummer (PNC)
• Serienummer (S.N.) Zie voor deze gegevens het typeplaatje. Schrijf de benodigde gegevens hier op:
Modelomschrijving: ..........
Productnummer: ..........
Serienummer: ..........
De schoonmaakresultaten zijn slecht
De borden zijn niet schoon • Het geselecteerde afwasprogramma is niet geschikt voor het type lading
en mate van vervuiling.
• De rekken zijn niet goed ingedeeld, zodat het water er niet aan alle kanten bij kan.
• De sproeiarmen kunnen niet vrij draaien als gevolg van een onjuiste plaatsing van het serviesgoed.
• De filters zijn vuil of niet juist geplaatst.
• Er is te weinig of geen afwasmiddel gebruikt.
Er zitten kalkresten op de borden • Het zoutreservoir is leeg.
• De waterontharder is ingesteld op het verkeerde niveau.
• De dop van het zoutreservoir zit niet goed dicht.
Het serviesgoed is nat en dof • Er is geen glansmiddel gebruikt.
• Het glansmiddeldoseerbakje is leeg.
De glazen en borden vertonen strepen, melkachtige vlekken of een blauwzweem
Opgedroogde waterdruppels op de glazen en de borden
• Verminder de glansmiddeldosering.
• Verhoog de dosering van het glansmiddel.
• Het afwasmiddel kan de oorzaak zijn.
Technische gegevens
Afmetingen Breedte
Hoogte Diepte
Elektrische aansluiting - Voltage ­Totale vermogen - Zekering
Leidingwaterdruk Minimaal
Capaciteit 12 couverts
Informatie over de elektrische aansluiting is te vinden op het typeplaatje aan de binnenrand van de deur van de afwasmachine.
0,5 bar (0,05 MPa)
Maximaal
59,6 cm
85,8 - 93,8 cm
55,0 cm
8 bar (0,8 MPa)
Milieubescherming
Het symbool op het product of op de verpakking wijst erop dat dit product niet als huishoudafval mag worden behandeld, maar moet worden afgegeven bij een verzamelpunt waar elektrische en elektronische apparatuur wordt gerecycled. Als u ervoor zorgt dat dit product op de juiste manier wordt verwijderd, voorkomt u mogelijke negatieve gevolgen voor mens en milieu die zich zouden kunnen voordoen in geval van
verkeerde afvalverwerking. Voor gedetailleerdere informatie over het recyclen van dit product, kunt u contact opnemen met de gemeente, de gemeentereiniging of de winkel waar u het product hebt gekocht.
De verpakkingsmaterialen zijn milieuvriendelijk en her­bruikbaar. De kunststofonderdelen zijn gemarkeerd, bijv. >PE<, >PS<, enz. Gooi het verpakkingsmateriaal
15
in de daarvoor bedoelde container bij uw plaatselijke afvaldienst.
Waarschuwing! Volg de volgende procedure om het apparaat weg te gooien:
• Trek de stekker uit het stopcontact.
Montage
• Snijd de hoofdkabels en stekkers af en gooi ze weg.
• Verwijder het slot van de deur. Dit voorkomt dat kin­deren zichzelf in het apparaat insluiten en zo hun leven in gevaar brengen.
Waarschuwing! Zorg dat de stekker tijdens de installatie niet is aangesloten.
Belangrijk! Volg de instructies op de bijgesloten sjabloon voor:
• inbouw van het apparaat.
• Installeer het meubelpaneel.
• Sluit de watertoevoer en waterafvoer aan.
Installeer het apparaat onder een aanrecht (keuken­blad of gootsteen). Als reparatie nodig is, moet het apparaat eenvoudig bereikbaar zijn voor de monteur. Plaats het apparaat naast een waterkraan en een af­voer. Er zijn geen verdere openingen voor de ontluchting van de afwasmachine vereist, maar alleen om de water­toevoer- en afvoerslang en het aansluitsnoer door te laten. De afwasmachine is voorzien van stelvoetjes voor het instellen van de hoogte.
Aansluiting aan de waterleiding
Watertoevoerslang
Sluit het apparaat aan een hete (max. 60°) of koude watertoevoer aan. Gebruik een heet watertoevoer om het energieverbruik te verminderen, als het hete water door alternatieve, milieuvriendelijkere energiebronnen geproduceerd wordt (bijv. zonne- of fotovoltaïsche panelen en wind). Sluit de watertoevoerslang aan op een waterkraan met een externe schroefdraad van 3/4".
Let op! Gebruik geen aansluitslangen van een oud apparaat.
De waterdruk moet zich binnen de grenzen bevinden (zie "Technische gegevens"). Zorg er voor dat uw wa­terleidingbedrijf u de gemiddelde leidingwaterdruk­waarden in uw omgeving geeft.
Zorg er bij het op zijn plaats schuiven van de machine voor dat de watertoevoerslang, de afvoerslang en het aansluitsnoer niet zijn geknikt of worden platgedrukt.
Bevestigen van het apparaat aan de aangrenzende keukenmeubelen
Zorg er daarom voor dat het aanrecht waaronder de machine geplaatst wordt, stevig bevestigd is aan een vaste structuur (aangrenzende keukenunits, kasten, wand).
Het apparaat waterpas afstellen
Zorg er voor dat het apparaat waterpas staat, zodat de deur goed kan sluiten en afgedicht is. Als het apparaat waterpas staat, mag de deur de zijkanten van het keu­kenkastje niet raken. Als de deur niet juist sluit, draai dan de afstelbare pootjes losser of vaster totdat het apparaat waterpas staat.
Zorg er voor dat er geen deuken in de watertoevoers­lang zitten en dat de slang niet is geknakt of ingedeukt. Draai de toevoerslang naar links of naar rechts om de installatie met de sluitmoer te vergemakkelijken. Plaats de sluitmoer op de juiste manier om waterlekkage te voorkomen.
Let op! Sluit het apparaat niet aan nieuwe
leidingen aan of aan leidingen die lang niet zijn gebruikt. Laat het water enkele minuten stromen en sluit dan de toevoerslang pas aan.
Watertoevoerslang met veiligheidsklep
De elektriciteitskabel en de veiligheidsklep bevinden zich in de dubbelwandige watertoevoerslang. De wa­tertoevoerslang bevindt zich alleen onder druk als het water loopt. Als er een lekkage in de wate rtoevoerslang
16
Loading...
+ 36 hidden pages