Zanotti GM Operation manuals [nl]

NL
GM
TOUCH-
BESTURING
INHOUDS
1. Veiligheidsaanbevelingen
2. Tabel met waarschuwings- en instructielabels
3. Beschrijving van de eenheid
4. Gebruik
5. Verplaatsen
6. Installatie
6.1 Labels
6.2 Afmetingen
6.3 Locatie
6.4 Vrije ruimte
6.5 Installatie
6.6 Monteren van afstandsbedieningspaneel
6.7 Veiligheidsinrichtingen
6.8 Reiniging
7. Aansluiten van de eenheid
7.1 Elektrische aansluitingen
7.2 Aansluitingen voor watersysteem
8. Elektrische besturing
8.1 Bedieningspaneel
8.2 Pictogrammen display
9. Controles, voorschriften en instellingen
9.1 Starten
10. Bedrading
11. Onderhoud en reparaties
12. Routine-onderhoud
12.1 Periodiek onderhoud
12.2 Onderhoudswerkzaamheden die moeten worden uitgevoerd door gekwalificeerde monteurs van de fabrikant
12.3 Storingzoeken
12.4 Alarmen
13. Bestellen van reserveonderdelen
14. Recyclen van de verpakking
15. Recyclen van de eenheid
2
Dank u voor het kiezen voor Uniblock. Graag deze instructies zorgvuldig lezen. Ze geven details en advies m.b.t. correcte installatiemethoden, gebruik en onderhoud van deze eenheid voor het waarborgen van maximale betrouwbaarheid, rendement en lange levensduur.
1 VEILIGHEIDSAANBEVELINGEN
Bij het installeren en gebruik van de eenheid, graag de onderstaande aanbevelingen opvolgen.
Installatiewerkzaamheden moeten strikt volgens de schema's en instructies van de fabrikant worden
uitgevoerd. Zo wordt schade door verkeerd aansluiten voorkomen. De elektrische installatie op de gebruikslocatie van de eenheid moet voldoen aan de geldende eisen. Onderhoud moet worden uitgevoerd door opgeleid personeel of door de fabrikant, volgens de eisen van EN378.
WAARSCHUWING
Gebruik werkhandschoenen om uw handen te beschermen tegen snijletsel.
De gebruiker wordt sterk aangeraden contact op te nemen met de fabrikant voor elke ingreep in de eenheid en elke gebruik dat afwijkt van de aanwijzingen van de fabrikant (vooral voor wat betreft het toepassingsgebied) en informatie op te vragen over mogelijke gevaren en gevolgen bij het niet correct gebruiken van de machine.
De eenheid moet worden volgens deze instructies en voor het door de leverancier bedoeld gebruik worden
gebruikt. Elk incorrect gebruik kan leiden tot schade aan de eenheid en vormt een gevaar voor de gezondheid van personen.
LET OP De eenheid is niet geschikt voor gebruik in explosiegevaarlijke omgevingen. Daarom is het gebruik van de eenheid in explosiegevaarlijke atmosferen absoluut verboden.
LET OP De eenheid is niet geschikt voor gebruik in explosiegevaarlijke omgevingen. In dergelijke gevallen de condensor en verdamper met de juiste maatregelen beschermen.
Zijn voor onderhoud werkzaamheden aan het koudemiddelcircuit nodig, maak het systeem dan leeg en ontlast het tot atmosferische druk.
WAARSCHUWING Het koudemiddel niet laten ontsnappen in de atmosfeer. Het moet worden teruggewonnen door gespecialiseerde monteurs met gebruik van geschikte apparatuur.
De hoeveelheid en kwaliteit van het te vullen koudemiddel is aangegeven op het typeplaatje. Gebruik geen andere koudemiddeltypen (vooral geen ontvlambare vloeistoffen, bijv. koolwaterstoffen) of lucht. Het koudemiddelcircuit of componenten hiervan niet modificeren of wijzigen (bijv.: lassen aan compressorhuis) De eindgebruiker moet zorgen voor brandpreventiemaatregelen.
3
2
Deze kabel aansluiten op een zekering, nooit
Let op
- belangrijk: de condensor periodiek
De eenheid stoppen voor het reinigen.
1)
Productiejaar
Tabel met waarschuwings- en instructielabels
Koudemiddel
Condensafvoerleiding
2) ZANOTTI eenheidcode
3) Serienummer
4) Spanning
5) Opgenomen vermogen tijdens bedrijf
6) Max. opgenomen vermogen
7) Opgenomen vermogen tijdens start
8) Nominaal vermogen van compressor
9) Koudemiddel: Type, hoeveelheid
10) Massa van de eenheid
11) Nummer elektrisch schema
Let op: hete of koude onderdelen
Let op: uitschakelen voor werkzaamheden aan de eenheid.
Let op: gevaar voor elektrische schok
direct op de hoofdvoedingsleiding.
Draairichting
Kleuren van voedingsdraden
reinigen door het doorblazen met lucht van binnen naar buiten.
Ruimteverlichtingskabel
Microdeurschakelaarkabel
Deurverwarmingskabel
4
3 Beschrijving van de eenheid
Fig. A
De GM-serie omvat luchtgekoelde of watergekoelde (optioneel) condensoreenheden op basis van het enkelblokprincipe. Ze bestaan uit:
4
5
Gebruik
Verplaats en
1. een condensoreenheid wordt geplaatst buiten de koelruimte;
2. een geïsoleerd paneel (optioneel) voor installatie door de wand in plaats van portaalinstallatie;
3. een verdamper wordt in de ruimte geïnstalleerd;
4. een elektrisch besturingspaneel gemonteerd op de condensoreenheid;
5. een afstandsbedieningspaneel voor wandmontage (optioneel).
GM enkelblok zijn compressie-eenheden waar voor koude wordt gezorgd door het
verdampen van een vloeibaar koudemiddel (HFC-type) in een warmtewisselaar (verdamper) bij lage druk. De ontstane damp wordt weer teruggebracht naar de vloeibare toestand door mechanische compressie bij een hogere druk, gevolgd door koeling in een andere warmtewisselaar (condensor). De compressor is hermetisch gesloten en is van het plunjertype, gevoed door enkele fase of drie fasen voedingspanning. Ontdooien gebeurt automatisch op basis van vooringestelde cycli, door injectie van heet gas (standaard) of door verwarmingen (optioneel). Ook het handmatig ontdooien is mogelijk.
5
De eenheid kan worden verplaatst via hijs- en transportvoorzieningen.
DE BEVESTIGINGSBOUTEN LOSSCHROEVEN VOOR HET VERWIJDEREN VAN DE KRAT VAN DE EENHEID. (fig. A).
WAARSCHUWING
Controleer of de transportroute in de gebruiksomgeving voor het hijsen/transport vrij is, zodat ongelukken met personen worden voorkomen.
Bevindt de eenheid zich in een houten kist of krat, de verpakking goed aanslaan
voor het verplaatsen hiervan.
De hijssnelheid moet zodanig zijn, dat de verpakte eenheid niet gevaarlijk kan gaan slingeren en mogelijk valt.
5
6
Installatie
6.1
Labels
6.2 Afmetingen
6.3
Locatie
6.4 Vrije ruimte
De eenheid wordt geleverd met waarschuwingslabels zoals opgegeven in de betreffende tabel.
Voor een optimale werking van de eenheid als volgt te werk gaan: A) Plaats de eenheid in een goed geventileerde ruimte, uit de buurt van warmtebronnen. B) Beperkt het aantal deuropeningen. C) Zorg voor een goed luchttoevoer en -afvoer naar de eenheid. D) Monteer een afvoerleiding aan de dooiwaterafvoeraansluiting onderin de eenheid. Opmerking: GM-eenheden zijn uitgerust met automatische verdamping van dooiwater, de afvoer is slechts een voorzorgsmaatregel bij mogelijke problemen.
Oplossing 1 Oplossing 3
Oplossing 2
Installatie in een koelruimte met meer dan een
Bij het installen van de eenheid voldoende vrij ruimte houden voor het openen, correct gebruik en eenvoudig onderhoud onder veilige omstandigheden.
6
6.5
A
B
C
D
E
F
Installatie
Portaalversie:
voor het monteren van de eenheid de openingen en gaten in de wand van de koelruimte maken, zie de
afbeelding. De eenheid bevestigen met de juiste schroeven. Positioneer de eenheid in de koelruimte, de verdamperafvoerraansluiting en het gat in de koelruimtewand aansluiten op de al ingestoken verwarming met de meegeleverde aansluitmaterialen (alleen voor lage-temperatuureenheden). Vastzetten met de juiste schroeven. Het gat in de wand opvullen met isolatiemateriaal, polyurethaan of siliconenkit en monteer de afdekking op het gat.
E C E
D
Aansluiting
F
B
Condensafvoerleiding Ø 14
mm
Wanddoorvoerversie (optioneel):
A) Maak een opening met de juiste afmetingen in de koelruimte (zie afbeelding). B) Positioneer de eenheid op de koelruimtewand en steek het verdampergedeelte door de
opening.
C) Bevestig de eenheid met de meegeleverde schroeven.
C D
mm
Injecteer siliconenkit langs de gehele paneelopening
E
Condensafvoerleiding Ø 28
mm
mm
A
mm
Opening
G
7
Loading...
+ 14 hidden pages