Yamaha P-155 User Manual [no]

DIGITALe piano
Gebruikershandleiding
FRANÇAIS
NL
OBSERVERA!
Apparaten kopplas inte ur växelströmskällan (nätet) så länge som den ar ansluten till vägguttaget, även om själva apparaten har stängts av.
ADVARSEL: Netspændingen til dette apparat er IKKE
afbrudt, sålænge netledningen sidder i en stikkontakt, som er tændt – også selvom der er slukket på apparatets afbryder.
VAROITUS: Laitteen toisiopiiriin kytketty käyttökytkin ei
irroita koko laitetta verkosta.
(standby)
P-155 Gebruikershandleiding
2
P-155 Gebruikershandleiding
3
VOORZICHTIG
LEES DIT ZORGVULDIG DOOR VOORDAT U VERDERGAAT
* Bewaar deze gebruikershandleiding op een veilige plaats voor eventuele toekomstige raadpleging.
WAARSCHUWING
Volg altijd de algemene voorzorgsmaatregelen op die hieronder worden opgesomd om te voorkomen dat u gewond raakt of zelfs sterft als gevolg van elektrische schokken, kortsluiting, schade, brand of andere gevaren. De maatregelen houden in, maar zijn niet beperkt tot:
Spanningsvoorziening/Netadapter
• Gebruik alleen het voltage dat als juist wordt aangegeven voor het instrument. Het vereiste voltage wordt genoemd op het naamplaatje van het instrument.
• Gebruik uitsluitend de aangegeven adapter (PA-301, PA300B of een door Yamaha aanbevolen equivalent). Gebruik van een andere adapter kan oververhitting en defecten veroorzaken.
• Controleer de elektrische stekker regelmatig en verwijder al het vuil of stof dat zich erop verzameld heeft.
• Plaats de netadapter niet in de buurt van warmtebronnen zoals kachels of radiatoren. Verbuig of beschadig het snoer niet, plaats er geen zware voorwerpen op en leg het niet op een plaats waar mensen erover kunnen struikelen of er voorwerpen over kunnen rollen.
Waarschuwing tegen water
• Stel het instrument niet bloot aan regen, gebruik het niet in de buurt van water of onder natte of vochtige omstandigheden en plaats geen voorwerpen op het instrument die vloeistoffen bevatten die in de openingen kunnen vallen. Als er een vloeistof, zoals water, in het instrument terechtkomt, zet dan onmiddellijk het instrument uit en trek de stekker uit het stopcontact. Laat vervolgens uw instrument nakijken door gekwalificeerd Yamaha-servicepersoneel.
• Haal nooit een stekker uit en steek nooit een stekker in het stopcontact als u natte handen hebt.
Waarschuwing tegen brand
• Plaats geen brandende voorwerpen, zoals kaarsen, op het instrument. Een brandend voorwerp kan omvallen en brand veroorzaken.
Niet openen
• Open het instrument niet, haal de interne onderdelen niet uit elkaar en modificeer ze op geen enkele manier. Het instrument bevat geen door de gebruiker te repareren onderdelen. Als het instrument stuk lijkt te zijn, stop dan met het gebruik ervan en laat het nakijken door Yamaha-servicepersoneel.
Als u onregelmatigheden opmerkt
• Als het snoer van de adapter beschadigd is of stuk gaat, als er plotseling geluidsverlies is in het instrument, of als er plotseling een geur of rook uit het instrument komt, moet u het instrument onmiddellijk uitzetten, de stekker uit het stopcontact halen en het instrument na laten kijken door gekwalificeerd Yamaha-servicepersoneel.
LET OP
Volg altijd de algemene voorzorgsmaatregelen op die hieronder worden opgesomd om te voorkomen dat u of iemand anders gewond raakt of dat het instrument of andere eigendommen beschadigd raken. De maatregelen houden in, maar zijn niet beperkt tot:
Spanningsvoorziening/Netadapter Locatie
• Als u de stekker uit het instrument of uit het stopcontact haalt, moet u altijd aan de stekker trekken, nooit aan het snoer.
• Haal de adapter uit het stopcontact gedurende een elektrische storm (b.v. onweer), of als u het instrument gedurende lagere tijd niet gebruikt.
• Sluit het instrument niet aan op een stopcontact via een verdeelstekker. Dit kan resulteren in een verminderde geluidskwaliteit en hierdoor kan het stopcontact oververhitten.
P-155 Gebruikershandleiding
4
• Stel het instrument niet bloot aan overdreven hoeveelheden stof of trillingen, of extreme kou of hitte (zoals in direct zonlicht, bij een verwarming of overdag in een auto) om de kans op vervorming van het paneel of beschadiging van de interne componenten te voorkomen.
• Gebruik het instrument niet in de nabijheid van een tv, radio, stereo-apparatuur, mobiele telefoon of andere elektrische apparaten. Anders kan het instrument, de tv of radio bijgeluiden opwekken.
• Plaats het instrument niet in een onstabiele positie, waardoor het per ongeluk om kan vallen.
• Haal voordat u het instrument verplaatst alle kabels en de adapter los.
• Zorg er bij het opstellen van het product voor dat het gebruikte stopcontact makkelijk toegankelijk is. Schakel de POWER-schakelaar bij storingen of een slechte werking onmiddellijk uit en trek de stekker uit het stopcontact. Zelfs als de stroom is uitgeschakeld, loopt er nog een minimale hoeveelheid stroom naar het product. Als u het product gedurende langere tijd niet gebruikt, moet u de stekker uit het stopcontact trekken.
• Gebruik uitsluitend de standaard die voor uw instrument wordt aanbevolen. Als u het instrument vastmaakt aan de standaard of het rek, gebruik dan uitsluitend de bijgeleverde schroeven. Anders kan dit leiden tot beschadiging van de interne componenten of het vallen van het instrument.
(3)-12 1/2
Aansluitingen
•Voordat u het instrument aansluit op andere elektronische componenten, moet u alle betreffende apparatuur uitzetten. Voordat u alle betreffende apparatuur aan­of uitzet, moet u alle volumes op het minimum zetten. Voer de volumes van alle componenten, na het aanzetten, geleidelijk op tot het gewenste luisterniveau, terwijl u het instrument bespeelt.
Onderhoud
• Gebruik bij het schoonmaken een zachte droge doek. Gebruik geen verfverdunners, oplosmiddelen, schoonmaakmiddelen of met chemicalieën geïmpregneerde schoonmaakdoekjes.
• Bij extreme veranderingen in temperatuur of vochtigheid, kan condensatie ontstaan en kan zich water verzamelen op het oppervlak van het instrument. Als er water achterblijft, kan het worden geabsorbeerd door houten onderdelen, die daardoor beschadigd kunnen raken. Veeg water altijd onmiddellijk weg met een zachte doek.
Zorgvuldig behandelen
• Steek uw vingers of handen niet in de openingen van het instrument.
• Steek nooit papieren, metalen of andere voorwerpen in de openingen van het paneel of het keyboard en laat dergelijke voorwerpen er niet invallen. Als dit gebeurt, zet dan onmiddellijk het instrument uit en haal de stekker uit het stopcontact. Laat vervolgens uw instrument nakijken door gekwalificeerd Yamaha-servicepersoneel.
• Plaats geen vinylen, plastic of rubberen voorwerpen op het instrument, aangezien dit verkleuring van het paneel of het toetsenbord tot gevolg kan hebben.
• Leun niet op het instrument, plaats geen zware voorwerpen op het instrument en vermijd het uitoefenen van overmatig veel kracht op de knoppen, schakelaars en aansluitingen.
• Gebruik het instrument/apparaat of de hoofdtelefoon niet te lang op een oncomfortabel geluidsniveau aangezien dit permanent gehoorverlies kan veroorzaken. Consulteer een KNO-arts als u geruis in uw oren of gehoorverlies constateert.
Gegevens opslaan
Uw data opslaan en een back-up maken van data
• Data in het interne geheugen van het instrument kunnen verloren gaan als gevolg van een onjuiste werking of bediening. Zorg ervoor dat u belangrijke data op externe media opslaat via een computer die op het instrument is aangesloten. (pagina 52)
Een back-up maken van het USB-opslagapparaat
• Om gegevensverlies door mediabeschadiging te voorkomen, adviseren wij u belangrijke gegevens op twee USB-opslagapparaten op te slaan.
Yamaha kan niet verantwoordelijk worden gesteld voor schade die wordt veroorzaakt door oneigenlijk gebruik van of modificaties aan het instrument, of data die verloren zijn gegaan of gewist.
Zet het instrument altijd uit als u het niet gebruikt.
Zelfs als de STANDBY/ON-schakelaar in de "STANDBY" positie staat, loopt er nog een minimale hoeveelheid stroom door het instrument. Als u het instrument voor een lange tijd niet gebruikt, zorg er dan voor dat u de netadapter uit het stopcontact haalt.
Dit product bevat en gaat vergezeld van computerprogramma's en inhoud waarvan Yamaha alle auteursrechten heeft of waarvan het over de licenties beschikt om gebruik te mogen maken van de auteursrechten van derden. Onder dergelijk materiaal waarop auteursrechten berusten, vallen, zonder enige beperkingen, alle computersoftware, stijlbestanden, MIDI-bestanden, WAVE-gegevens, bladmuziek en geluidsopnamen. Elk ongeautoriseerd gebruik van dergelijke programma's en inhoud, buiten het persoonlijke gebruik van de koper, is volgens de desbetreffende wettelijke bepalingen niet toegestaan. Elke schending van auteursrechten heeft strafrechtelijke gevolgen. MAAK, DISTRIBUEER OF GEBRUIK GEEN ILLEGALE KOPIEËN.
• Het kopiëren van commercieel verkrijgbare muziekgegevens, inclusief maar niet beperkt tot MIDI-gegevens en/of audiogegevens, is strikt verboden, uitgezonderd voor persoonlijk gebruik.
• Windows is een geregistreerd handelsmerk van Microsoft ® Corporation in de Verenigde Staten en andere landen.
• Apple, Mac en Macintosh zijn handelsmerken van Apple Inc., geregistreerd in de VS en andere landen.
Het serienummer van dit product wordt vermeld aan de onderzijde van het instrument. Het is raadzaam dit serienummer in de hieronder gereserveerde ruimte te noteren. Bewaar ook deze handleiding als permanent aankoopbewijs om identificatie in geval van diefstal te vergemakkelijken.
Modelnummer
Serienummer
(3)-12 2/2
(onderkant)
P-155 Gebruikershandleiding
5

Inleiding

Dank u voor de aanschaf van de digitale piano van Yamaha!
We adviseren u deze handleiding zorgvuldig te lezen zodat u volledig
gebruik kunt maken van de geavanceerde en handige functies.
We adviseren u ook deze handleiding op een veilige en handige
plaats te bewaren voor toekomstige raadpleging.

Belangrijkste eigenschappen

Graded Hammer Effect-toetsenbord
We hebben onze ervaring als grootste fabrikant van akoestische piano's gebruikt om een toetsenbord te ontwikkelen met een aanslag die bijna niet te onderscheiden is van een echte piano. Net als bij een traditionele akoestische piano hebben de toetsen voor de lage tonen een zwaardere aanslag en kunnen die voor de hoge tonen lichter worden bespeeld. U kunt zelfs de gevoeligheid van het toetsenbord aanpassen aan uw speelstijl.
AWM dynamische stereosampling
Deze digitale piano beschikt over een uitgebreide en veelzijdige serie geluiden, die worden gemaakt met het eigen sampling-klankopwekkingssysteem van Yamaha, 'AWM Dynamic Stereo Sampling'.
AWM (Advanced Wave Memory) is een samplingsysteem dat geluiden produceert die dicht bij die van een akoestisch instrument liggen. Hiervoor worden de geluiden van een instrument opgenomen met digitale technologie en wordt een digitale filtertechnologie van hoge kwaliteit toegepast op de opgenomen audiosamples.
De golfvorm van het geluid dat door een akoestische piano wordt gemaakt, varieert, afhankelijk van de sterkte van de aanslag van de speler, van pianissimo tot fortissimo.
Met AWM Dynamic Stereo Sampling kunnen uiterst dynamische nuances worden geproduceerd doordat samples van verschillende afspeelsterkten worden opgenomen. Hoe groter het aantal gebruikte samples, hoe hoger het expressieve vermogen van het instrument.
De pianovoice 'Grand Piano 1' heeft een volledig nieuwe sample, die is opgenomen van een volwaardige concertvleugel. Elke noot van de sample is nauwgezet aangepast, zodat de digitale piano alleen de allerbeste pianogeluiden afspeelt.
De pianovoices zijn goed van elkaar te onderscheiden geluiden, met een snelle attack en voldoende respons. De voice 'Grand Piano 1' beschikt over meerdere golfsamples voor verschillende aanslagen (dynamische sampling).
Afhankelijk van de snelheid of kracht waarmee u de toetsen aanslaat, worden verschillende samples gebruikt. Deze voice kan daardoor met een detailleerde dynamiek worden gebruikt en benadert veel beter het geluid van een echte akoestische piano.
Het instrument produceert een rijk, luxe geluid met 'Sustain Sampling': een sample van de zangbodem en de resonantie van de snaren als het demperpedaal wordt ingedrukt. Het instrument beschikt ook over 'Key-off Sampling': een sample van de zeer delicate geluiden die ontstaan als toetsen worden losgelaten.

Accessoires

•Handleiding
•Yamaha PA-301 netadapter* (niet te koop)
*Wordt mogelijk niet meegeleverd in uw regio. Neem hiervoor contact op met uw Yamaha-dealer.
•Voetschakelaar FC4
• Muziekstandaard
•My Yamaha Product User Registration*
*U hebt de PRODUCT ID op dit blad nodig bij het invullen van het gebruikersregistratieformulier.
P-155 Gebruikershandleiding
6
Inhoudsopgave
Deze handleiding bestaat uit drie hoofdgedeelten: Inleiding, Naslaginformatie en Appendix.
Inleiding
Lees dit gedeelte eerst.
Belangrijkste eigenschappen ............................. 6
Accessoires ......................................................... 6
Bedieningspaneel en aansluitingen................... 8
Voordat u het instrument gebruikt ................. 10
inschakelen van het instrument.................................10
Het volume instellen ..................................................10
De pedalen gebruiken.................................................11
Een hoofdtelefoon gebruiken.....................................11
Muziekstandaard ........................................................11
Referentie
Dit gedeelte geeft een volledige uitleg over alle kenmerken, functies en bewerkingen van het instrument.
Luisteren naar de demosongs.......................... 12
De 50 presetpianosongs gebruiken................. 13
Luisteren naar de 50 pianopresetsongs .....................13
Een partij voor één hand oefenen met de
50 presetsongs (functie voor annuleren
van partijen) .............................................................14
A-B herhaling voor de 50 presetsongs.......................15
Voices selecteren en afspelen .......................... 16
Voices selecteren.........................................................16
Voices combineren (duale modus) ...........................17
Het toetsenbord opsplitsen en twee verschillende
voices bespelen ([SPLIT])........................................18
Variaties aanbrengen in het geluid -
[BRILLIANCE]/[REVERB]/[EFFECT]/
'Damper Resonance' ................................................20
Aanslaggevoeligheid - [TOUCH] ..............................22
Transponeren - [TRANSPOSE] ................................23
De metronoom gebruiken..........................................24
Uw spel opnemen ............................................ 25
Uw spel snel opnemen................................................25
Een eerder opgenomen song opnieuw opnemen .....27
Opnemen naar RIGHT/LEFT....................................28
De aanvangsinstellingen wijzigen (data
opgenomen aan het begin van een song)................30
Opgenomen songs op een
USB-opslagapparaat verwerken ...................... 31
Opslaan en laden ........................................................31
Een song opslaan ........................................................32
Een song laden ............................................................33
Song-files verwijderen ................................................34
Het USB-opslagapparaat formatteren....................... 35
USER- en USB-songs afspelen .......................... 36
Gedetailleerde instellingen – [FUNCTION]...... 38
Basisprocedure in Function .......................................39
Informatie over elk van de functies ...........................40
F1. Fijnregeling van de toonhoogte....................40
F2. Een stemming selecteren...............................40
F3. Duale functies................................................41
F4. Splitfuncties ...................................................42
F5. Overige functies.............................................43
F6. Metronoomvolume.......................................44
F7. MIDI-functies................................................44
F8. Back-upfuncties.............................................46
Aansluitingen .................................................. 47
Aansluitingen.............................................................. 47
Aansluiten op een USB-opslagapparaat ....................49
Een pc aansluiten........................................................50
Songdata overbrengen tussen de computer
en het instrument..................................................... 51
Gegevensback-up met een computer.............. 52
Voorzorgsmaatregelen bij het gebruik
van de USB [TO DEVICE]-aansluiting............... 53
USB-opslagapparaten gebruiken ...............................53
Omgaan met de diskettedrive
(FDD) en diskettes (optioneel) ........................ 54
Berichtenlijst .................................................... 55
Problemen oplossen......................................... 56
Presetvoicelijst.................................................. 57
Index................................................................. 58
Appendix
In dit gedeelte vindt u referentiemateriaal.
Preset-songoverzicht ....................................... 60
Overzicht van fabrieksinstellingen .................. 61
Indeling van MIDI-gegevens............................ 62
MIDI-implementatieoverzicht.......................... 66
Specificaties...................................................... 68
*De afbeeldingen en schermen zoals deze in deze handleiding
zijn te zien, zijn uitsluitend bedoeld voor instructiedoeleinden en kunnen dus enigszins afwijken van de werkelijkheid.
P-155 Gebruikershandleiding
7

Bedieningspaneel en aansluitingen

Bedieningspaneel en aansluitingen
q erty ui o !0 !1 !2
w
A-1 B-1 C0 D0 E0 F0 G0 A0 B0 C1 D1 E1 F1 G1 A1 B1 C2 D2 E2 F2 G2 A2 B2 C3 D3 E3
Voorpaneel
[STANDBY/ON]-schakelaar pagina 10
q
Vo or het in- of uitschakelen.
[MASTER VOLUME]-knop pagina 10
w
Vo or het instellen van het volumeniveau van het totale geluid.
[DEMO]-knop pagina 12
e
Vo or het afspelen van de demosongs.
[TRANSPOSE]-knop pagina 23
r
Vo or het omhoog of omlaag verschuiven van de toonhoogte van het hele toetsenbord.
[REC]-knop pagina 25
t
Vo or het opnemen van de muziek die u speelt.
[PLAY/PAUSE]- en [STOP]-knoppen pagina 13, 36
y
Vo or het afspelen/pauzeren/stoppen van de presetsongs, uw opgenomen materiaal en in de handel verkrijgbare muziekgegevens, enzovoort.
[SONG SELECT]-knop pagina 13, 36
u
Vo o r het selecteren van een song voor afspelen of bewerken.
[FILE]-knop pagina 32
i
Vo or het opslaan van songs op en het laden van songs van een USB­opslagapparaat en voor het beheren van songfiles. Ook kunt u hiermee een USB-opslagapparaat formatteren.
[RIGHT]- en [LEFT]-knoppen pagina 14, 37
o
Vo or het naar wens in- en uitschakelen van de linker- en rechterhandpartijen, zodat u de overeenkomstige partij (de partij die is uitgezet) op het toetsenbord kunt oefenen.
[METRONOME]-knop pagina 24, 44
!0
Vo or het starten/stoppen van de metronoomfunctie.
[TEMPO/FUNCTION –, +]-knop pagina 24, 39
!1
Vo or het wijzigen van het songtempo (snelheid) en het selecteren van andere nuttige functies (pagina 38-46).
Display pagina 10
!2
Vo or het weergeven van informatie over bepaalde instellingen en waarden van het instrument.
LET OP
Schakel het instrument niet uit wanneer knipperende streepjes worden weergegeven op de display, die aanduiden dat data worden geschreven naar het interne geheugen. Dit zou kunnen leiden tot het verlies van alle gebruikersdata.
[–/NO]- en [+/YES]-knoppen
!3
Vo or het instellen van waarden of het uitvoeren van filehandelingen. Als u de standaardinstellingen voor bepaalde waarden wilt herstellen (Transpose, Tempo, enz.), drukt u tegelijkertijd beide knoppen in.
Voicegroepknoppen pagina 16
!4
Vo or het selecteren van voices uit 17 interne geluiden, waaronder Grand Piano 1, 2 en 3.
[SPLIT]-knop pagina 18
!5
Vo or het spelen van verschillende voices op het linker- en rechterhandgedeelte van het toetsenbord.
[BRILLIANCE]-knop pagina 20
!6
Vo or het aanpassen van de helderheid van het geluid.
[REVERB]- en [EFFECT]-knoppen pagina 20, 21
!7
Vo or het toevoegen van reverb- en choruseffecten aan de geselecteerde voice om deze aan te passen aan uw toetsenspel.
[TOUCH]-knop pagina 22
!8
Vo or het selecteren van de aanslagrespons.
[PHONES]-aansluiting pagina 11
!9
Vo or het aansluiten van een standaardhoofdtelefoon, voor ongestoord oefenen.
P-155 Gebruikershandleiding
8
Bedieningspaneel en aansluitingen
!3 !4 !5 !6 !7 !8
F3 G3 A3 B3 C4 D4 E4 F4 G4 A4 B4 C5 D5 E5 F5 G5 A5 B5 C6 D6 E6 F6 G6 A6 B6 C7
!9
@5 @0 @1 @2 @3 @4
Achterpaneel
USB [TO DEVICE]-aansluiting pagina 47
@0
Vo or het aansluiten van het instrument op een USB-opslagapparaat zodat u gegevens van en naar het aangesloten apparaat kunt opslaan en laden.
AUX OUT [L/L+R][R]-aansluitingen pagina 47
@1
Vo or het aansluiten van een externe toongenerator om het geluid van dat apparaat weer te geven via het interne geluidssysteem en de luidsprekers van het instrument.
MIDI [IN] [OUT]-aansluitingen pagina 48
@2
Vo or het aansluiten van externe MIDI-apparaten, zodat u verscheidene MIDI-functies kunt gebruiken.
[SUSTAIN PEDAL]-aansluiting pagina 11, 48
@3
Vo or het aansluiten van de meegeleverde FC4-voetschakelaar, of een optioneel FC3-pedaal of een optionele FC5-voetschakelaar.
[AUX PEDAL]-aansluiting pagina 11, 48
@4
Vo or het aansluiten van de meegeleverde FC4-voetschakelaar, of een optioneel FC3-pedaal of een optionele FC5-voetschakelaar/FC7­voetregelaar.
[DC IN 16V]-aansluiting pagina 10
@5
Vo or het aansluiten van de meegeleverde netadapter.
P-155 Gebruikershandleiding
9

Voordat u het instrument gebruikt

Vo ordat u het instrument gebruikt

inschakelen van het instrument

1. Sluit het DC-snoer van de netadapter aan
op de [DC IN 16V]-aansluiting.
2. Sluit de netadapter aan op een
stopcontact.
WAARSCHUWING
Gebruik uitsluitend de aangegeven adapter (PA-301, PA-300B) of een door Yamaha aanbevolen equivalent. Gebruik van andere adapters kan leiden tot onherstelbare beschadiging van zowel de adapter als het instrument.
LET OP
Haal de netadapter uit het stopcontact tijdens onweer of als u het instrument niet gebruikt.
(De uitvoering van de stekker kan per locatie verschillen.)
3. Druk op de [STANDBY/ON]-schakelaar om het instrument aan te zetten.
[STANDBY/ON]-schakelaar
Display
Geeft standaard het tempo aan.
De display in het midden van het bedieningspaneel licht op. Als u het instrument wilt uitzetten, drukt u nogmaals op de schakelaar
LET OP
Zelfs als het instrument is uitgeschakeld, loopt er nog een minimale hoeveelheid stroom naar het instrument. Als u het instrument gedurende een lange tijd niet gebruikt, zorg er dan voor dat u de netadapter uit het stopcontact haalt.

Het volume instellen

Zet de [MASTER VOLUME]-draaiknop in eerste instantie halverwege tussen de instellingen 'MIN' en 'MAX'. Als u gaat spelen, past u de
[MASTER VOLUME]-draaiknop opnieuw aan voor het meest
comfortabele luisterniveau.
[STANDBY/ON].
Volume lager.
Volume hoger.
10
TERMINOLOGIE
P-155 Gebruikershandleiding
MASTER VOLUME:
Het volumeniveau van het totale toetsenbordgeluid

De pedalen gebruiken

OPMERKING
FC4
Voordat u het instrument gebruikt
Als het sustainpedaal niet functioneert, controleer dan of het pedaalsnoer goed in de aansluiting van het instrument zit.
Sustainpedaal (Sustain Pedal-aansluiting)
Via deze aansluiting sluit u de meegeleverde FC4-voetschakelaar aan. Het pedaal werkt op dezelfde wijze als een demperpedaal op een akoestische piano. Sluit de meegeleverde FC4-voetschakelaar aan op deze aansluiting en trap het pedaal in om het geluid sustain te geven. Als damper resonance is ingeschakeld, wordt op het instrument het sustaingeluid nagebootst van het demperpedaal op een vleugel als u het demperpedaal indrukt en het toetsenbord bespeelt. U kunt ook een optioneel FC3-pedaal of een optionele FC5-voetschakelaar via deze aansluiting aansluiten. Hoe dieper het FC3-pedaal wordt ingedrukt, hoe langer de noten worden aangehouden. (Kan worden gebruikt als een halfpedaaleffect.)
• De diepte van het effect dat wordt geproduceerd door de sustainsamples, kan worden aangepast via de pedaalfuncties (pagina 39, 43) in Function.
AUX-pedaal (AUX-pedaalaansluiting)
Via deze aansluiting sluit u een optioneel FC3-pedaal, een optionele FC5­voetschakelaar of een optionele FC7-voetregelaar aan. U kunt ook de meegeleverde FC4-voetschakelaar aansluiten via deze aansluiting. U kunt aan deze aansluiting een groot aantal functies toewijzen, waaronder de softpedaalfunctie. Zie pagina 39, 43 voor instructies over het toewijzen van functies aan het pedaal.
• Met de FC7-voetregelaar kunt u de functie Expression regelen (pagina 39, 43).

Een hoofdtelefoon gebruiken

Sluit een hoofdtelefoon aan op een van de aansluitingen voor [PHONES]. Er zijn twee [PHONES]-aansluitingen beschikbaar. U kunt twee standaardhoofdtelefoons aansluiten. (Als u slechts één hoofdtelefoon gebruikt, maakt het niet uit op welke van de twee aansluitingen u deze aansluit.)
LET OP
Gebruik het instrument niet voor een langere periode op een hoog volumeniveau, aangezien dat uw gehoor kan beschadigen.
Op het voorpaneel
TERMINOLOGIE
Halfpedaal:
Als u tijdens het bespelen van de piano met Sustain het vastgehouden geluid enigszins wilt dempen, laat u het pedaal voor de helft los.
Standaardhoofd­telefoonaansluiting
LET OP
De luidsprekers worden automatisch uitgeschakeld wanneer u een stekker in deze aansluiting steekt.
• Optionele hoofdtelefoon: HPE-150 Yamaha-hoofdtelefoon

Muziekstandaard

Het instrument wordt geleverd met een muziekstandaard die aan het instrument kan worden bevestigd door deze te plaatsen in de openingen boven aan het bedieningspaneel.
P-155 Gebruikershandleiding
11
OPMERKING
OPMERKING
OPMERKING
OPMERKING

Referentie

Luisteren naar de demosongs

Luisteren naar de demosongs
Er is voorzien in demonstratiesongs die op een effectieve manier elk van de voices van het instrument demonstreren.
34
4
3
1. Druk op de schakelaar [STANDBY/ON] om het
instrument aan te zetten (pagina 10).
Als het instrument is aangezet, licht een van de voiceknopindicators op.
2. Pas het volume aan (pagina 10).
Zet de [MASTER VOLUME]-draaiknop in eerste instantie halverwege tussen de instellingen 'MIN' en 'MAX'. Als u gaat spelen, past u de [MASTER VOLUME]­draaiknop opnieuw aan voor het meest comfortabele luisterniveau.
3. Druk op de knop [DEMO] om naar de demosongs te
luisteren.
De indicators van de voiceknop knipperen in volgorde. Vervolgens wordt de demosong GRAND PIANO 1 gestart. De demosongs voor elke voice worden in volgorde afgespeeld, totdat u op de knop [DEMO] of [STOP] drukt.
Andere demosong selecteren
U kunt tijdens het afspelen een andere demosong selecteren door op de gewenste voiceknop te drukken.
Demosongoverzicht
Voicenaam Titel Componist
GRAND PIANO 1 Origineel Origineel
GRAND PIANO 2 Origineel Origineel
ELECTRIC PIANO 1 Origineel Origineel
ELECTRIC PIANO 2 Origineel Origineel
JAZZ ORGAN Origineel Origineel
CHURCH ORGAN
STRINGS 1 ([STRINGS/OTHERS] o 1)
• De CHURCH ORGAN-demonstratiesong bestaat uit korte, opnieuw gearrangeerde passages uit de originele compositie.
• Alle songs behalve CHURCH ORGAN zijn origineel (© 2008 Yamaha Corporation).
Herr Christ, der ein’ge Gottes­Sohn, BWV.601
Origineel Origineel
J.S. Bach
De data van de demosongs worden niet verzonden via de MIDI­aansluitingen.
MIDI-ontvangst is niet mogelijk tijdens het afspelen van een demosong.
Demosongs kunnen niet worden afgespeeld tijdens het opnemen van een song (pagina 25) of in de modus voor filehandelingen (pagina 39).
U kunt het tempo van de demosongs niet aanpassen. U kunt de functie voor het annuleren van partijen (pagina 14) of de song A-B herhalingsfunctie (pagina 15) niet gebruiken in Demo.
4. Druk op de knop [DEMO] of [STOP] om de
voicedemo te stoppen.
P-155 Gebruikershandleiding
12

De 50 presetpianosongs gebruiken

OPMERKING
OPMERKING
OPMERKING
OPMERKING
OPMERKING
De 50 presetpianosongs gebruiken

Luisteren naar de 50 pianopresetsongs

Het instrument bevat de speeldata van 50 pianosongs. U kunt deze songs beluisteren (pagina 60 ), of de songs gebruiken om mee te oefenen (pagina 14).
1
34
52
1. Druk enkele malen op de knop [SONG SELECT]
totdat de indicator 'PRESET' gaat branden.
2. Druk op de knoppen [–/NO] en [+/YES] om het
nummer te selecteren van de melodie die u wilt afspelen.
Het nummer wordt weergegeven op de display.
1–50: Selecteer het nummer van een presetsong en speel alleen die song af.
ALL: Speel alle presetsongs achtereenvolgens af. rnd: Speel alle presetsongs continu in willekeurige volgorde af.
3. Druk op de knop [PLAY/PAUSE] om het afspelen te
starten.
Het tempo aanpassen
U kunt de knoppen naar wens aan te passen. Dit produceert een relatieve tempovariatie, met een bereik van '-50' via '0' tot maximaal '50'. Het bereik verschilt, afhankelijk van de geselecteerde song. Het standaardtempo kan worden teruggeroepen door gelijktijdig op de knoppen [–] en [+] te drukken.
[TEMPO/FUNCTION –, +] gebruiken om het afspeeltempo
Presetsongs kunnen niet worden afgespeeld tijdens het afspelen van Demo/USER/USB-songs, tijdens het opnemen van een song (pagina 25) of in de modus voor filehandelingen.
TERMINOLOGIE
Song:
Op het instrument worden speeldata een 'song' genoemd. Hierbij gaat het onder andere om demonstratiemelodieën en vooraf ingestelde pianomelodieën.
Preset:
Vooraf ingestelde data die in het interne geheugen van het instrument waren opgeslagen toen dit de fabriek verliet.
U kunt op het toetsenbord meespelen met de presetsong. U kunt de voice die u via het toetsenbord bespeelt wijzigen.
Het standaardtempo '0' wordt automatisch geselecteerd wanneer een nieuwe presetsong wordt geselecteerd, of als het afspelen van een nieuwe presetsong begint tijdens het afspelen van 'ALL' of 'rnd'.
4. Stop het afspelen.
Het afspelen stopt automatisch wanneer de geselecteerde presetsong is afgelopen. Als u de song wilt stoppen tijdens het afspelen (of continu afspelen), drukt u op de knop
[STOP]
. U kunt het afspelen ook pauzeren door op de knop
PAUSE]
te drukken.
Zie stap 2 hierboven voor het continu afspelen van een andere song.
5.
Druk op de knop [SONG SELECT] om het afspelen van presetsongs te stoppen.
De indicator gaat uit en het instrument keert terug naar de normale speelmodus.
[PLAY/
Als u een andere song selecteert (of als er een andere song wordt geselecteerd tijdens het ketengewijs afspelen), wordt er een bijbehorend reverb- en effecttype geselecteerd.
U kunt behalve de regelaar Brilliance (pagina 20) ook het reverbtype (pagina 20) aanpassen dat wordt toegepast op de voice die via het toetsenbord wordt bespeeld en op het afspelen van de presetsong. U kunt ook de effectinstellingen (pagina 21) en de touch (aanslaggevoeligheid) (pagina 22) voor de toetsenbordvoice wijzigen.
P-155 Gebruikershandleiding
13
De 50 presetpianosongs gebruiken
OPMERKING
OPMERKING

Een partij voor één hand oefenen met de 50 presetsongs (functie voor annuleren van partijen)

De 50 presetsongs hebben aparte linker- en rechterhandpartijen in afzonderlijke partijen. U kunt de linker- en rechterhandpartijen naar wens aan- en uitzetten, zodat u de overeenkomstige partij op het toetsenbord kunt oefenen (de partij die is uitgezet). De rechterhandpartij wordt gespeeld door [RIGHT] en de linkerhandpartij wordt gespeeld door [LEFT].
23
1
1. Zet het afspelen van de partij die u wilt oefenen uit.
Nadat u een song hebt geselecteerd om te oefenen, drukt u op de knop [RIGHT] of [LEFT] om de overeenkomstige partij uit te zetten. Als u voor het eerst een song selecteert, lichten beide indicators [RIGHT] en
[LEFT] op om aan te geven dat u beide partijen kunt afspelen. Als u op één van
de knoppen drukt om het afspelen uit te zetten, gaat de indicator voor de bijbehorende knop uit en wordt het afspelen van de corresponderende partij uitgeschakeld. U kunt de knoppen in- en uitschakelen door er herhaaldelijk op te drukken. De partijen kunnen zelfs tijdens het afspelen worden aan- en uitgezet.
2. Druk op de knop [PLAY/PAUSE] om het afspelen en
spelen te starten.
Speel de partij die u zojuist hebt uitgezet.
De functie 'preset song partannulering' kan niet worden gebruikt tijdens afspelen in de modi 'ALL' of 'rnd' (pagina 13).
De afspeelpartijen terugzetten
Beide partijen worden automatisch aangezet als u een nieuwe song selecteert.
Het afspelen automatisch starten zodra u het toetsenbord bespeelt (Sync Start)
U kunt er voor zorgen dat het afspelen begint zodra u het toetsenbord bespeelt (Sync Start). Houd de knop
PAUSE]
wacht op Sync Start (synchroon starten). Als u nu het toetsenbord bespeelt, begint op hetzelfde moment het afspelen. Als u tijdens het wachten op [STOP] drukt, wordt Sync Start geannuleerd.
Afspelen/pauzeren via het pedaal
Een pedaal dat is aangesloten op de aansluiting gebruikt om het afspelen van een presetsong te starten of te pauzeren. Hiervoor gebruikt u de AUX PEDAL-functie, zoals wordt beschreven op pagina 39, 43.
3. Stop het afspelen.
Als het afspelen is voltooid, stopt het afspelen automatisch en keert het instrument terug naar het begin van de song. Als u het afspelen wilt stoppen tijdens een song, drukt u op de knop door op de knop [PLAY/PAUSE] te drukken.
P-155 Gebruikershandleiding
14
[STOP] ingedrukt en druk op de knop [PLAY/
. De indicator [PLAY/PAUSE] begint te knipperen en het instrument
[AUX PEDAL], kan worden
[STOP]. U kunt het afspelen ook pauzeren
TERMINOLOGIE
Sync:
Synchroon, gebeurt op hetzelfde moment.
De 50 presetpianosongs gebruiken
OPMERKING
OPMERKING
OPMERKING
OPMERKING
OPMERKING

A-B herhaling voor de 50 presetsongs

De A-B herhalingsfunctie kan worden gebruikt om continu een aangegeven frase, binnen een presetsong, te herhalen. In combinatie met de functie voor het annuleren van een partij (pagina 14) vormt dit een uitstekende manier om moeilijke frases te oefenen.
4 3
2
1. Selecteer een presetsong en speel deze af.
2. Druk op de knop [TEMPO/FUNCTION] aan het
begin van de frase die u wilt laten herhalen.
Hiermee wordt het punt 'A' ingesteld ( wordt weergegeven op de display).
3. Druk nogmaals op de knop [TEMPO/FUNCTION]
aan het einde van de frase.
Hiermee wordt punt B ingesteld ( wordt weergegeven op de display). Op dit moment wordt het herhaaldelijk afspelen van de frase tussen de punten A en B gestart.
AB
A en B herhalen
De A-B herhalingsfunctie kan niet worden gebruikt tijdens afspelen in de modi 'ALL' of 'rnd' (pagina 13).
• Als u punt A helemaal aan het begin van de song wilt plaatsen, drukt u op de knop [TEMPO/ FUNCTION] voordat het afspelen wordt gestart.
•U kunt punt B automatisch aan het einde van de song plaatsen door punt A in te stellen en de song te laten afspelen tot aan het einde.
Er wordt een automatische inleiding gestart (om u te helpen in de frase te komen) tot punt A van de song.
4. Druk op de knop [STOP] om het afspelen te
stoppen.
Het herhaaldelijk afspelen met A-B herhaling wordt hervat wanneer u nogmaals op de knop [PLAY/PAUSE] drukt.
Als u de punten A en B wilt annuleren, drukt u eenmaal op de knop [TEMPO/
FUNCTION]
.
Nadat u de A- en B-punten hebt ingesteld, kunt u de functies Sync Start (pagina 14) en Pedal Play/ Pause (pagina 14) instellen.
De punten A en B worden automatisch geannuleerd als er een nieuwe song wordt geselecteerd.
P-155 Gebruikershandleiding
15

Voices selecteren en afspelen

OPMERKING
OPMERKING
OPMERKING
Vo i c es selecteren en afspelen

Vo i c es selecteren

Selecteer de gewenste voice door op één van de voiceknoppen te drukken.
[STRINGS/OTHERS]-knop
Bij elke druk op de knop volgende elf voices.
Display Voicenaam
o 1
o 2
o 3
o 4
o 5
o 6
o 7
o 8
o 9
o10
o11
STRINGS 1
STRINGS 2
CHURCH ORGAN 2
HARPSICHORD
E.CLAVICHORD
VIBRAPHONE
CHOIR
GUITAR
WOOD BASS
BASS & CYMBAL
E.BASS
[STRINGS/OTHERS] wordt er geschakeld tussen de
Voicenaam
Luister naar de demosongs voor elke voice (pagina 12) om vertrouwd te raken met de karakteristieken van de voices. Raadpleeg het 'Presetvoiceoverzicht' op pagina 57 voor meer informatie over de karakteristieken van elke presetvoice.
TERMINOLOGIE
Voice:
Bij het instrument betekent de term 'voice' 'instrumentgeluid'.
U kunt de luidheid van een voice regelen door de kracht waarmee u de toetsen indrukt aan te passen, alhoewel verschillende speelstijlen (aanslaggevoeligheden) weinig of geen invloed hebben bij bepaalde muziekinstrumenten. Raadpleeg het 'Presetvoice­overzicht' op pagina 57.
Pas vervolgens, als u gaat spelen, de draaiknop het aangenaamste luisterniveau.
P-155 Gebruikershandleiding
16
[MASTER VOLUME] opnieuw aan voor
Als u de voice selecteert met de knop [STRINGS/OTHERS] en vervolgens op een andere voiceknop drukt, blijft de voice behouden die u het laatst hebt geselecteerd met de knop [STRINGS/OTHERS]. Met andere woorden: door nogmaals op de knop [STRINGS/OTHERS] te drukken roept u de laatst geselecteerde voice op.
Voices selecteren en afspelen
OPMERKING
OPMERKING
OPMERKING

Vo ices combineren (duale modus)

U kunt tegelijkertijd meerdere voices over het hele toetsenbord bespelen. Op deze manier kunt u gelijksoortige voices combineren om een voller geluid te creëren.
1
2
1. Druk tegelijkertijd op twee voiceknoppen (of druk
op één voiceknop terwijl u een andere ingedrukt houdt) om Dual te activeren.
De voice-indicators van beide geselecteerde voices lichten op als Dual actief is. Bespeel het keyboard. Als u een voice wilt gebruiken die u hebt geselecteerd met de knop [STRINGS/
OTHERS]
gewenste voice op te roepen terwijl u een andere voiceknop ingedrukt houdt. Het nummer van de voicenaam van de knop [STRINGS/OTHERS] wordt op de display weergegeven. Overeenkomstig de voicenummerprioriteit, die wordt weergegeven in het volgende diagram, worden lagere voicenummers als eerste voice aangewezen (de andere voice wordt dan als tweede voice aangewezen).
De modus Function biedt toegang tot een aantal andere duale functies, zoals de instelling van volumebalans en octaaf (pagina 39, 41). (Als u de duale functies niet instelt, worden de bijbehorende instellingen standaard uitgevoerd voor elke voice.)
, drukt u verschillende malen op de knop [STRINGS/OTHERS] om de
Prioriteit van voicenummers
1 2 3 4 5 6 7
Er kan slechts één voice tegelijkertijd actief zijn via de knop [STRINGS/OTHERS].
De duale modus en de splitmodus kunnen niet gelijktijdig actief zijn.
[REVERB] in duale modus:
Het reverbtype dat is toegewezen aan de eerste voice krijgt voorrang boven het reverbtype van de tweede voice. (Als de reverb is ingesteld op UIT, wordt het reverbtype van de tweede voice gebruikt.)
[EFFECT] in duale modus:
Afhankelijk van de omstandigheden kan één effecttype voorrang krijgen boven het andere. De diepte wordt bepaald aan de hand van de standaarddieptewaarde van de voicecombinatie. Door echter de functie F3 (pagina 41) te gebruiken, kunt u de dieptewaarde van elke voice naar wens wijzigen.
2. Druk op een willekeurige voiceknop om terug te
keren naar de normale speelmodus met één voice.
P-155 Gebruikershandleiding
17
Voices selecteren en afspelen
OPMERKING
OPMERKING
OPMERKING
OPMERKING

Het toetsenbord opsplitsen en twee verschillende voices bespelen ([SPLIT])

In Split kunt u twee verschillende voices via het toetsenbord bespelen, een met de linkerhand en een andere met de rechterhand. U kunt bijvoorbeeld een baspartij spelen met de voice Wood Bass of Electric Bass met de linkerhand en een melodie met de rechterhand.
Splitpunt (standaardinstelling: F#2)
Basvoice Melodie
3
1. Druk op de knop [SPLIT] om de splitmodus te
activeren.
Het lampje van de knop [SPLIT] gaat branden. Als standaardinstelling wordt voor de linkerhandpartij WOOD BASS geselecteerd.
Function biedt toegang tot een aantal andere functies in de splitmodus (pagina 39, 42). (Als u de splitfuncties niet instelt, worden de bijbehorende instellingen standaard uitgevoerd voor elk van de voices.)
2. Bepaal het splitpunt (de grens tussen het rechter-
en linkerhandbereik).
Druk op de knop [SPLIT], houd deze ingedrukt en bespeel de toets die u als splitpunt wilt aangeven. (Het splitpunt is in aanvankelijk standaard ingesteld op de toets F#2. Als u het splitpunt niet hoeft te wijzigen, slaat u deze stap over.) U kunt de naam van de huidige splitpunttoets in de LED-display controleren door de knop [SPLIT] ingedrukt te houden.
Een voorbeeld van de weergave van de splitpunttoets
F 2
gevolgd door een streep bovenin bij een kruis
452
1
De duale modus en de splitmodus kunnen niet gelijktijdig actief zijn.
TERMINOLOGIE
Standaardinstelling:
De standaardinstelling is de fabrieksinstelling die geldt wanneer u het instrument voor het eerst aanzet.
De toets die wordt aangewezen als 'splitpunt' maakt onderdeel uit van het linkerhandbereik.
Het splitpunt kan ook worden ingesteld met functie F4.1 (pagina 42).
U kunt het splitpunt ook wijzigen door de knop [SPLIT] ingedrukt te houden en tegelijkertijd op de knop [–/NO] of [+/YES] te drukken. U kunt het standaardsplitpunt terugzetten door de knop [SPLIT] ingedrukt te houden en tegelijkertijd op de knoppen [–/NO] en [+/YES] te drukken.
gevolgd door een streep onderin bij een mol
P-155 Gebruikershandleiding
18
F#2
Eb2
3. Druk op een voiceknop om een voice voor de
OPMERKING
OPMERKING
rechterhand te selecteren.
Als u een voice wilt gebruiken die u hebt geselecteerd met de knop [STRINGS/
OTHERS]
gewenste voice op te roepen. Het voicenummer van de knop [STRINGS/
OTHERS]
, drukt u verschillende malen op de knop [STRINGS/OTHERS] om de
wordt op de display weergegeven.
4. Druk op de corresponderende voiceknop terwijl u
de knop [SPLIT] ingedrukt houdt om een voice voor de linkerhand te selecteren.
De indicator van de linkervoiceknop licht op zolang de knop [SPLIT] ingedrukt blijft.
Als u een voice wilt gebruiken die u hebt geselecteerd met de knop [STRINGS/
OTHERS]
gewenste voice op te roepen terwijl u de knop [SPLIT] ingedrukt houdt. Het voicenummer van de knop [STRINGS/OTHERS] wordt op de display weergegeven.
, drukt u verschillende malen op de knop [STRINGS/OTHERS] om de
5. Druk op de knop [SPLIT] om terug te keren naar de
normale speelmodus met één voice.
Voices selecteren en afspelen
[REVERB] in Split
Het reverbtype dat is toegewezen aan de rechtervoice krijgt voorrang boven de andere. (Als de reverb is ingesteld op UIT, wordt het reverbtype voor de linkervoice toegepast.) De instellingen voor de reverbdiepte die via de paneelregelaars wordt uitgevoerd (door op de knop [–/NO] of [+/YES] te drukken terwijl de knop [REVERB] wordt ingedrukt (zie pagina 20), wordt toegepast op beide voices.
[EFFECT] in Split
Afhankelijk van de omstandigheden krijgt één effecttype voorrang boven het andere. De diepte wordt bepaald aan de hand van de standaard dieptewaarde van de voicecombinatie. Met de functie F4 (pagina 39, 42) kunt u echter de dieptewaarde van elke voice naar wens wijzigen. De instelling voor de effectdiepte die via de paneelregelaars wordt uitgevoerd (door op de knop [–/NO] of [+/YES] te drukken terwijl de knop [EFFECT] wordt ingedrukt, zie pagina 21), wordt uitsluitend toegepast op de rechtervoice.
P-155 Gebruikershandleiding
19
Voices selecteren en afspelen
OPMERKING
OPMERKING
OPMERKING
OPMERKING

Va r iaties aanbrengen in het geluid - [BRILLIANCE]/ [REVERB]/[EFFECT]/'Damper Resonance'

Knop [BRILLIANCE]Knoppen [–/NO] [+/YES]
[BRILLIANCE]
U kunt deze regelaar gebruiken om de brilliance (helderheid) van de klank aan te passen en de klankkleur in overeenstemming met uw smaak te brengen.
BRIGHT: Heldere klank NORMAL: Standaardklank MELLOW: Zachte en warme klank
Als u een klanktype wilt selecteren, drukt u een paar keer op de knop [BRILLIANCE] tot de indicator voor het gewenste type oplicht (de indicators lichten beurtelings op, elke keer als u op de knop [BRILLIANCE] drukt). Er zijn vijf klanktypen beschikbaar. Als twee naast elkaar gelegen indicatoren oplichten, wordt het type geselecteerd dat tussen de twee aangegeven typen inligt. Als bijvoorbeeld zowel NORMAL als MELLOW oplicht, wordt de klankinstelling tussen NORMAL en MELLOW geselecteerd.
[REVERB]
Met deze regelaar kunt u verscheidene digitale reverbeffecten selecteren voor het toevoegen van extra diepte en expressie aan het geluid en het creëren van een realistische akoestische ambiance.
UIT: Als er geen reverbeffect is geselecteerd, brandt er geen indicator bij
REVERB.
ROOM: Deze instelling voegt een reverbeffect toe aan het geluid dat overeenkomt
met het type akoestische nagalm dat u in een kamer zou horen.
HALL 1: Vo or een 'groter' reverbgeluid gebruikt u de instelling HALL 1. Dit effect
bootst de natuurlijke akoestiek van een kleine concertzaal na.
HALL 2: Vo or een echt ruimtelijk reverbgeluid gebruikt u de instelling HALL 2.
Dit effect bootst de natuurlijke akoestiek van een grote concertzaal na.
STAGE: Hiermee wordt de reverb van een podiumomgeving nagebootst.
U kunt reverb in- en uitschakelen door herhaaldelijk op de knop De indicators lichten beurtelings op, elke keer als de knop [REVERB] wordt ingedrukt. Als alle indicators uit zijn, wordt er geen effect geproduceerd.
De reverbdiepte aanpassen
Pas de reverbdiepte voor de geselecteerde voice aan met de knoppen
[+/YES], terwijl u de knop [REVERB] ingedrukt houdt. De standaardinstellingen voor
de diepte zijn voor elke voice anders. Het dieptebereik ligt tussen 0 (geen effect) en 20 (maximale reverbdiepte). De huidige diepte-instelling verschijnt op de display zolang de knop [REVERB] wordt ingedrukt.
[REVERB] te drukken.
[–/NO] en
[EFFECT], knop
[REVERB], knop
Standaardinstelling = NORMAL
Als BRILLIANCE is ingesteld op BRIGHT, klinkt het totale geluid enigszins harder. Als MASTER VOLUME op een hoog niveau is ingesteld, kan het geluid vervormd raken. Als dit het geval is, verlaagt u het niveau voor MASTER VOLUME.
Het standaardreverbtype (inclusief UIT) en de diepte-instellingen zijn voor elke voice verschillend.
Als de knop [REVERB] wordt losgelaten, verandert het reverbtype. Als u de reverbdiepte verandert door de knop [REVERB] ingedrukt te houden, wordt het reverbtype niet gewijzigd als u de knop [REVERB] loslaat.
P-155 Gebruikershandleiding
20
[EFFECT]
OPMERKING
OPMERKING
Met de knop [EFFECT] kunt u een effect selecteren waarmee u uw geluid kunt verdiepen en verlevendigen.
UIT: Als er geen effect is geselecteerd, brandt er geen indicator bij EFFECT. CHORUS: Een licht zwevend, verbredend effect. PHASER: Vo egt een breed, uitgestrekt effect toe aan het geluid. TREMOLO: Vo egt een levendig, vibrerend effect toe aan het geluid. ROTARY SP: Vo egt het vibrato-effect toe van een ronddraaiende luidspreker.
Als u een effecttype wilt selecteren, drukt u een paar keer op de knop
[EFFECT] tot de
indicator voor het gewenste type oplicht (de indicators lichten beurtelings op, elke keer als u op de knop [EFFECT] drukt). Er wordt geen effect geproduceerd als alle indicators uit zijn.
De effectdiepte aanpassen
U kunt de effectdiepte voor de geselecteerde voice aanpassen met de knoppen
[+/YES], terwijl u de knop [EFFECT] ingedrukt houdt.
[–/NO]
De standaardinstellingen voor de diepte zijn voor elke voice anders. Het dieptebereik ligt tussen 0 (geen effect) en 20 (maximale effectdiepte). De huidige diepte-instelling verschijnt op de display zolang de knop [EFFECT] wordt ingedrukt.
'Damper Resonance'
Als damper resonance is ingeschakeld, hoort u een simulatie van het sustaingeluid van het demperpedaal op een vleugel als u het demperpedaal indrukt en het toetsenbord bespeelt. Dit effect wordt toegepast op de voice die u via het toetsenbord bespeelt en op de partij (kanaal 1 en 2).
Het effect Damper Resonance in- of uitschakelen en de diepte van het effect Damper Resonance aanpassen
U kunt het effect 'Damper Resonance' in- of uitschakelen via F5.8 Damper Resonance Effect ON/OFF (pagina 43) in Function en de diepte van damper resonance instellen via F5.9 Damper Resonance Effect Depth (pagina 43) in Function.
Voices selecteren en afspelen
Het standaardeffecttype (inclusief UIT) en de diepte-instellingen zijn voor elke voice anders.
Het effecttype kan worden gewijzigd door de knop [EFFECT] los te laten. Als u de diepte-instellingen wijzigt door de knop [EFFECT] ingedrukt te houden, wordt het effecttype niet gewijzigd wanneer u de knop [EFFECT] loslaat.
P-155 Gebruikershandleiding
21
Voices selecteren en afspelen
OPMERKING
OPMERKING
OPMERKING
OPMERKING
OPMERKING

Aanslaggevoeligheid - [TOUCH]

Knoppen [–/NO] [+/YES] Knop [TOUCH]
[TOUCH]
U kunt uit vier verschillende typen aanslaggevoeligheden voor het toetsenbord kiezen (HARD, MEDIUM, SOFT of FIXED) om de aanslag aan te passen aan uw speelstijl en voorkeur.
Deze instelling heeft geen invloed op het speelgewicht van het toetsenbord.
HARD: Ve reist dat de toetsen vrij hard bespeeld worden om het maximale volume
te produceren.
MEDIUM: Produceert een redelijk 'normale' toetsreactie. SOFT: Hiermee kan het maximale volume al bij een vrij lichte toetsaanslag te
worden bereikt.
FIXED: Alle noten worden met hetzelfde volume afgespeeld, ongeacht hoe
krachtig de toetsaanslag is. (Er branden geen indicators). Het vaste volume kan worden gewijzigd.
Als u een type aanslaggevoeligheid wilt selecteren, drukt u een paar keer op de knop
[TOUCH] tot de indicator voor het gewenste type oplicht (de indicators lichten
beurtelings op, elke keer als de knop [TOUCH] wordt ingedrukt). Er licht geen indicator op als 'FIXED' is geselecteerd.
Het volume veranderen als FIXED is geselecteerd
Als u FIXED selecteert, kunt u het volume voor de noten die worden gespeeld in FIXED aanpassen met de knoppen
[–/NO] en [+/YES], terwijl u de knop [TOUCH]
ingedrukt houdt. Het huidige volumeniveau wordt weergegeven op de display. Het volumebereik ligt tussen 1 (minimaal volume) en 127 (maximaal volume). De standaardinstelling is 64.
Volumebereik
Standaardinstelling = MEDIUM
Het type aanslaggevoeligheid wordt de algemene instelling voor alle voices. De instellingen voor de aanslaggevoeligheid hebben mogelijk echter weinig of geen effect bij bepaalde voices die normaal gesproken niet reageren op de aanslagsnelheid. (Zie het 'Presetvoiceoverzicht' op pagina 57.)
Het aanslagvolume dat is ingesteld bij FIXED, wordt de algemene instelling voor alle voices.
Als de knop [TOUCH] wordt losgelaten, verandert het aanslaggevoeligheidstype. Als u het volume wijzigt door de knop [TOUCH] ingedrukt te houden, wordt het aanslaggevoeligheidstype niet gewijzigd wanneer u de knop [TOUCH] loslaat. (FIXED blijft geselecteerd.)
P-155 Gebruikershandleiding
22
Loading...
+ 50 hidden pages