Yamaha F40D, F40G, F50F, FT50G, F60C User Manual

...
GEBRUIKERSHANDLEIDING
Lees deze handleiding zorgvuldig alvorens uw bui-
tenboordmotor te gebruiken.
F40D F40G F50F FT50G F60C FT60D F70A
DMU25052
Lees deze handleiding zorgvuldig alvorens uw buitenboordmotor te gebruiken. Bewaar deze handleiding aan boord in een waterdichte zak tijdens het varen. Deze handleiding moet bij de buitenboordmotor blijven wanneer hij wordt verkocht.
Belangrijke handleidingsinformatie
WAARSCHUWING
OPGELET
NOTA:
NOTA:
DMU25107
Aan de eigenaar
Dank u voor het kiezen van een Yamaha bui­tenboordmotor. Deze gebruikershandleiding bevat informatie over juiste bediening, on­derhoud en zorg. Een grondig begrip van deze eenvoudige instructies zal u helpen om maximaal plezier uit uw nieuwe Yamaha te krijgen. Raadpleeg een Yamaha-dealer, in­dien u vragen over de bediening of onder­houd van uw buitenboordmotor hebt. In deze gebruikershandleiding is bijzonder belangrijke informatie als volgt aangeduid.
: dit is het symbool voor veiligheids­waarschuwingen. Het wordt gebruikt om u op mogelijke verwondinggevaren te wijzen. Volg alle veiligheidsmeldingen achter dit symbool op om mogelijke verwondingen of overlijden te voorkomen.
DWM00781
Een WAARSCHUWING wijst op een ge­vaarlijke situatie die kan leiden tot de dood of ernstige letsels als ze niet wordt vermeden.
DCM00701
Een alinea die vooraf wordt gegaan door OPGELET vermeldt speciale voorzorgs­maatregelen die moeten worden geno­men om schade aan de buitenboordmotor of aan andere eigen­dommen te voorkomen.
Een NOTA geeft belangrijke informatie om handelingen gemakkelijker of duidelijker te maken.
productontwerp en kwaliteit. Daarom, on­danks dat deze handleiding de laatste pro­ductinformatie bevat die verkrijgbaar is ten tijde van uitgave, kunnen er kleine afwijkin­gen tussen uw machine en deze handleiding zijn. Raadpleeg uw Yamaha-dealer, indien u enige vragen aangaande dit handboek heeft. Yamaha raadt aan dat u het product correct gebruikt en de gespecificeerde periodieke in­specties en onderhoud correct uitvoert vol­gens de instructies in de gebruikershandleiding, om een lang leven van het product te verzekeren. Elke schade, veroorzaakt door het niet volgen van deze in­structies, valt niet onder de garantie. Sommige landen hanteren wetten of regels die gebruikers verbieden het product mee te nemen buiten het land van aankoop. Dit kan het registreren van het product in het land van bestemming onmogelijk maken. Daar­naast kan de garantie in sommige gebieden niet van toepassing zijn. Raadpleeg de dealer waar het product is aangeschaft voor meer informatie, indien u het product mee wilt nemen naar een ander land. Indien het gekochte product reeds was ge­bruikt, neemt u contact op met uw dichtstbij­zijnde dealer voor herregistratie en om recht te krijgen op de aangegeven diensten.
De F40DET, F40GET, F50FED, F50FET, FT50GET, F60CET, FT60DET, F70AET en de standaardaccessoires worden gebruikt als basis voor de verklaringen en afbeeldin­gen in deze handleiding. Daardoor kunnen sommige onderdelen niet op ieder model van toepassing zijn.
Yamaha zoekt voortdurend vooruitgang in
Belangrijke handleidingsinformatie
DMU25121
F40D, F40G, F50F, FT50G, F60C, FT60D, F70A
GEBRUIKERSHANDLEIDING
©2011 door Yamaha Motor Co., Ltd.
1e Uitgave, december 2011
Alle rechten voorbehouden. Elke herdruk of onbevoegd gebruik zonder de schriftelijke toelating van
Yamaha Motor Co., Ltd.
is uitdrukkelijk verboden.
Gedrukt in Japan
Inhoud
Veiligheidsinformatie........................ 1
Buitenboordmotorveiligheid.............. 1
Propeller............................................ 1
Draaiende onderdelen ...................... 1
Hete onderdelen ............................... 1
Elektrische schokken ........................ 1
Trim- en kantelbekrachtiging............. 1
Motorstopschakelaarkoord................ 1
Benzine ............................................. 2
Blootstelling aan en morsen van
benzine ........................................... 2
Koolmonoxide ................................... 2
Wijzigingen........................................ 2
Scheepvaartveiligheid ...................... 2
Alcohol en verdovende middelen...... 2
Zwemvesten...................................... 2
Mensen in het water.......................... 2
Passagiers ........................................ 3
Overladen ......................................... 3
Vermijd botsingen ............................. 3
Weersomstandigheden ..................... 3
Passagiersopleiding.......................... 4
Scheepvaartveiligheidspublicaties .... 4
Wetten en voorschriften .................... 4
Algemene informatie......................... 5
Plaats voor identificatienummers .....5
Buitenboordmotorserienummer......... 5
Sleutelnummer.................................. 5
EG-verklaring van
overeenstemming .......................... 5
EG label ..........................................5
Lees handleidingen en labels........... 7
Waarschuwingslabels ...................... 7
Specificaties en vereisten ..............11
Technische gegevens .................... 11
Installatievereisten .........................14
Vermogen paardenkracht boot ....... 14
Monteren van de motor................... 14
Yamaha Security System................ 14
Afstandsbedieningsvereisten ......... 15
Accuvereisten................................. 15
Technische gegevens van de
accu .............................................. 15
Monteren van de accu .................... 15
Meerdere accu’s ............................. 15
Propellerkeuze............................... 15
Neutraal-startbeveiliging ................ 16
Motorolievereisten.......................... 16
Brandstofvereisten......................... 17
Benzine ........................................... 17
Anti-fouling..................................... 17
Motorafdankingsvereisten.............. 18
Nooduitrusting................................ 18
Componenten.................................. 19
Schematische voorstelling van de
componenten ............................... 19
Brandstoftank .................................. 21
Brandstofleidingkoppelstuk ............. 21
Brandstofmeter................................ 22
Benzinetankdop .............................. 22
Ontluchtingsschroef ........................ 22
Afstandsbedieningzender ............... 22
Ontvanger ...................................... 23
Yamaha Security System
vergrendel- en
ontgrendelmodus ......................... 23
Afstandsbedieningskast .................. 23
Afstandsbedieningshendel .............. 24
Neutraal vergrendeltrekker.............. 24
Neutraal gashendel ......................... 24
Stuurhendel .................................... 24
Schakelhendel ................................ 25
Gashendel ...................................... 25
Brandstofverbruiksindicator ............ 25
Gashendelfrictieafstelling ................ 25
Noodstopkoord en clip .................... 26
Motorstopknop ............................... 27
Hoofdschakelaar ............................. 27
Stuurfrictieregelhendel .................... 27
Trim- en
kantelbekrachtigingsschakelaar
op afstandsbediening of
stuurhendel ................................... 28
Trim- en
kantelbekrachtigingsschakelaar
aan onderkant motorkap ............... 29
Schakelaars voor het regelen van
de snelheid voor stapvoets
varen............................................. 29
Trimtap met anode .......................... 29
Inhoud
Trimstang (kantelpen) ..................... 30
Kantelvergrendelingsme-
chanisme ...................................... 30
Kantelsteunhendel voor modellen
met trim- en kantelbekrachtiging
of hydraulische kanteling .............. 31
Motorkapvergrendelhendel(s)
(draaitype)..................................... 31
Doorspoelplug................................. 31
Brandstoffilter/waterafscheider ....... 32
Waarschuwingslampje ................... 32
Instrumenten en
verklikkerlampjes ............................ 34
Verklikkers ..................................... 34
Oliedrukwaarschuwingslampje........ 34
Oververhittingwaarschuwings-
lampje ........................................... 34
Digitale toerenteller ........................ 34
Toerenteller..................................... 35
Trimmeter........................................ 35
Urenmeter ....................................... 35
Oliedrukwaarschuwingslampje........ 35
Oververhittingwaarschuwings-
lampje ........................................... 36
Digitale snelheidsmeter..................36
Snelheidsmeter ............................... 36
Brandstofmeter ............................... 37
Tripmeter / klok / voltmeter.............. 37
Brandstofpeilwaarschuwings-
lampje ........................................... 38
Waarschuwingslampje voor lage
accuspanning................................ 38
Analoge toerenteller ....................... 38
Oliedrukwaarschuwingslampje........ 38
Oververhittingwaarschuwings-
lampje ........................................... 39
Analoge trimmeter..........................39
6Y8 Multifunctionele meters...........39
6Y8 Multifunctionele
toerentellers .................................40
Startcontroles.................................. 41
Yamaha Security
System-informatie ........................ 41
Regelen van de snelheid voor
stapvoets varen ............................ 42
Oliedrukwaarschuwing .................... 42
Oververhittingswaarschuwing ......... 43
Waterafscheiderwaarschuwing .......43
Motorstoringwaarschuwing ............. 44
Waarschuwing voor lage
accuspanning................................ 44
6Y8 Multifunctionele snelheid &
brandstofmeters........................... 45
6Y8 Multifunctionele
snelheidsmeters........................... 46
6Y8 Multifunctionele
brandstofbeheermeters................ 47
Motorcontrolesysteem ................... 48
Waarschuwingssysteem ................ 48
Oververhittingswaarschuwing ......... 48
Oliedrukwaarschuwing .................... 49
Installatie ......................................... 50
Installatie........................................ 50
De buitenboordmotor monteren ...... 50
Werking............................................ 52
Eerste gebruik................................ 52
De motor met motorolie vullen ........ 52
Inlopen van de motor ...................... 52
Leer uw boot kennen....................... 52
Controleert voordat de motor
wordt gestart ................................ 52
Brandstofpeil ................................... 53
Verwijderen van de motorkap ......... 53
Brandstofsysteem ........................... 53
Bedieningselementen...................... 54
Noodstopkoord................................54
Motorolie ......................................... 55
Motor ............................................... 55
Doorspoelplug ................................. 55
Installeren van de motorkap............56
Trim- en
kantelbekrachtigingssysteem........ 56
Accu ................................................ 57
Brandstof bijvullen ......................... 57
De motor gebruiken ....................... 58
Brandstof verzenden (draagbare
tank) .............................................. 59
Starten van de motor....................... 60
Controles na het starten van de
motor............................................ 63
Inhoud
Koelwater ........................................ 63
De motor laten warmdraaien..........63
Modellen met manuele starter en
elektrische starter ......................... 63
Controles na het warmdraaien van
de motor ....................................... 64
Schakelen ....................................... 64
Stopschakelaars ............................. 64
Schakelen ......................................64
De boot stoppen.............................66
Stapvoets varen ............................. 66
Regelen van de snelheid voor
stapvoets varen ............................ 66
Motor uitschakelen ......................... 67
Procedure ....................................... 67
De buitenboordmotor trimmen .......68
Instellen van de trimhoek (trim- en
kantelbekrachtiging)...................... 69
Afstellen van trimhoek voor
modellen met hydraulisch
kantelmechanisme........................ 69
Boottrim instellen ............................ 70
Naar boven en naar beneden
kantelen........................................ 71
Procedure voor het naar boven
kantelen (modellen met
hydraulisch kantelmechanisme) ... 71 Procedure voor omhoog kantelen
(modellen met trim- en
kantelbekrachtiging)...................... 72
Procedure voor het naar beneden
kantelen (modellen met
hydraulisch kantelmechanisme) ... 74 Procedure voor omlaag kantelen
(modellen met trim- en
kantelbekrachtiging)...................... 74
Ondiep water .................................75
Modellen met hydraulisch
kantelmechanisme........................ 75
Modellen met trim- en
kantelbekrachtiging....................... 76
Varen in andere
omstandigheden........................... 78
Onderhoud....................................... 79
Vervoeren en opbergen van de
buitenboordmotor......................... 79
Opbergen van de
buitenboordmotor.......................... 79
Procedure........................................ 80
Smering...........................................82
Spoelen van het motorblok ............. 82
Reiniging van de
buitenboordmotor ......................... 84
Controleren van geverfd oppervlak
van de buitenboordmotor .............. 84
Periodiek onderhoud...................... 84
Vervangingsonderdelen .................. 84
Zware gebruiksomstandigheden ..... 85
Onderhoudsschema 1.....................86
Onderhoudsschema 2.....................88
Smeren............................................ 89
Reiniging en afstelling van de
bougie ........................................... 90
Vrijlooptoerental onderzoeken ........ 91
Motorolie verversen......................... 92
Inspecteer bedrading en
aansluitstukken ............................. 94
Propeller controleren.......................94
De propeller verwijderen ................. 95
De propeller installeren ................... 95
Verversen van tandwielolie ............. 96
De brandstoftank reinigen ............... 97
Inspecteren en vervangen van
elektrode(n)................................... 98
Controleren van de accu (voor
modellen met elektrische
starter)........................................... 99
Aansluiten van de accu ................... 99
Loskoppelen van de accu ............. 100
Opbergen van de batterij............... 100
Herstellen van defecten................ 101
Problemen verhelpen................... 101
Tijdelijke handeling in een
noodgeval .................................. 105
Impact schade...............................105
Vervangen van de zekering .......... 105
De trim- en kantelbekrachtiging
werkt niet..................................... 106
Inhoud
Waarschuwingslampje van
waterafscheider knippert tijdens
varen........................................... 107
De starter werkt niet...................... 110
Noodstart ...................................... 110
Behandeling van
ondergedompelde motor ............ 112

Veiligheidsinformatie

DMU33622
Buitenboordmotorveiligheid
Neem deze voorzorgsmaatregelen te allen tijde in acht.
DMU36501
Propeller
Personen kunnen gewond raken of gedood worden wanneer ze in contact komen met de propeller. De propeller kan blijven bewegen wanneer de motor in neutraal staat, en de scherpe randen van de propeller kunnen ook snijwonden veroorzaken terwijl de propeller stilstaat.
Schakel de motor uit wanneer er zich een
persoon vlakbij de boot in het water be­vindt.
Houd mensen uit de buurt van de propel-
ler, zelfs wanneer de motor niet draait.
DMU33630
Draaiende onderdelen
Handen, voeten, haar, juwelen, kledingstuk­ken, zwemvestriempjes enz. kunnen worden gegrepen door de inwendige draaiende on­derdelen van de motor, met ernstige verwon­dingen of de dood tot gevolg. Verwijder de motorkap nooit als het niet echt nodig is. Verwijder of installeer de motorkap nooit terwijl de motor draait. Laat de motor uitsluitend zonder motorkap draaien met inachtneming van de specifieke instructies in de handleiding. Houd uw han­den, voeten, haar, juwelen, kledingstukken, zwemvestriempjes enz. uit de buurt van eventuele blootliggende bewegende onder­delen.
DMU33640
Hete onderdelen
Tijdens en na de werking zijn bepaalde mo­toronderdelen heet genoeg om brandwon­den te veroorzaken. Vermijd iedere aanraking met onderdelen onder de motor­kap tot de motor is afgekoeld.
DMU33650
Elektrische schokken
Raak geen elektrische onderdelen aan bij het starten van de motor of terwijl de motor draait. Ze kunnen schokken of elektrocutie veroorzaken.
DMU33660
Trim- en kantelbekrachtiging
Er kunnen lichaamsdelen worden verpletterd tussen de motor en de klembeugel wanneer de motor wordt getrimd of gekanteld. Houd li­chaamsdelen te allen tijde uit deze zone. Vergewis u ervan dat er zich niemand in deze zone bevindt alvorens het trim- en kan­telbekrachtigingsmechanisme te laten wer­ken. De trim- en kantelbekrachtigingsschakelaars werken ook wanneer de hoofdschakelaar op uit staat. Houd mensen uit de buurt van de schakelaars tijdens werkzaamheden rond­om de motor. Kom nooit onder het staartstuk als het ge­kanteld is, zelfs niet als de kantelsteunhen­del vergrendeld is. Als de buitenboordmotor per ongeluk valt, kunt u ernstig gewond ra­ken.
DMU33671
Motorstopschakelaarkoord
Bevestig de motorstopschakelaarkoord zo dat de motor stopt wanneer de gebruiker overboord valt of de stuurhendel verlaat. Dat om te voorkomen dat de boot stuurloos ver­der vaart en mensen achterlaat, of over men­sen of voorwerpen vaart. Bevestig de motorstopschakelaarkoord tij­dens het gebruik van de motor altijd op een veilige plaats aan uw kleding, of aan uw arm of been. Maak ze niet los om de stuurhendel te verlaten terwijl de boot vaart. Bevestig de koord niet aan een kledingstuk dat los zou kunnen scheuren, en leid de koord niet langs punten waar ze verstrikt kan raken, zodat ze
1
Veiligheidsinformatie
haar functie niet langer vervult. Leid de koord niet langs plaatsen waar de kans groot is dat er per ongeluk aan wordt getrokken. Als er aan de koord wordt getrok­ken tijdens het varen, wordt de motor uitge­schakeld en kunt u de boot niet meer besturen. De boot zou snel kunnen vertra­gen, waardoor passagiers en voorwerpen voorwaarts worden geslingerd.
DMU33810
Benzine
Benzine en benzinedampen zijn uiterst brandbaar en explosief. Volg voor het tan-
ken steeds de procedure op pagina 58 om het risico van brand en explosie zo klein mo­gelijk te houden.
DMU33820
Blootstelling aan en morsen van benzine
Mors geen benzine. Als u toch benzine morst, veeg hem dan onmiddellijk op met droge doeken. Werp de doeken weg zoals het hoort. Mocht er benzine op uw huid terechtkomen, verwijder die dan onmiddellijk met zeep en water. Trek andere kleren aan als er benzine op uw kleren terecht is gekomen. Raadpleeg onmiddellijk een arts als u benzi­ne hebt ingeslikt, heel veel benzinedamp hebt ingeademd of benzine in de ogen hebt gekregen. Tracht nooit brandstof over te he­velen door ze aan te zuigen met uw mond.
DMU33900
Koolmonoxide
Dit product stoot uitlaatgassen uit die kool­monoxide bevatten, een kleur- en geurloos gas dat hersenschade of de dood van ver­oorzaken bij inademing. Symptomen van koolmonoxidevergiftiging zijn onder meer misselijkheid, duizeligheid en slaperigheid. Zorg ervoor dat cockpit en cabine altijd goed geventileerd zijn. Vermijd het blokkeren van
uitlaatopeningen.
DMU33780
Wijzigingen
Tracht geen wijzigingen aan te brengen aan deze buitenboordmotor. Wijzigingen aan uw buitenboordmotor kunnen de veiligheid en betrouwbaarheid aantasten, en de buiten­boordmotor onveilig of onwettig voor gebruik maken.
DMU33740
Scheepvaartveiligheid
Dit hoofdstuk bevat enkele van vele belang­rijke veiligheidsvoorschriften die u dient na te leven tijdens het varen.
DMU33710
Alcohol en verdovende middelen
Ga nooit uit varen na het drinken van alcohol of het innemen van verdovende middelen. Intoxicatie is een van de voornaamste facto­ren die bijdragen tot dodelijke ongevallen op het water.
DMU33720
Zwemvesten
Zorg dat u een goedgekeurd zwemvest aan boord hebt voor elke passagier. Yamaha raadt u aan altijd een zwemvest te dragen wanneer u gaat varen. Kinderen en niet­zwemmers moeten in ieder geval altijd een zwemvest dragen, en iedereen moet een zwemvest dragen wanneer de vaaromstan­digheden gevaarlijk zijn of kunnen worden.
DMU33731
Mensen in het water
Kijk altijd zorgvuldig uit voor mensen in het water, zoals zwemmers, waterskiërs of dui­kers, telkens wanneer de motor draait. Wan­neer er zich iemand in het water bevindt vlakbij de boot, schakelt u in neutraal en legt u de motor stil. Blijf uit de buurt van zwemzones. Zwemmers kunnen moeilijk zichtbaar zijn. De propeller kan blijven draaien, zelfs wan-
2
neer de motor in neutraal staat. Schakel de
ZMU06025
motor uit wanneer er zich een persoon vlak­bij de boot in het water bevindt.
DMU33751
Passagiers
Raadpleeg de instructies van uw bootfabri­kant voor informatie over de aangewezen passagiersplaatsen in uw boot en vergewis u ervan dat alle passagiers veilig plaats heb­ben genomen alvorens te accelereren en wanneer de motor sneller draait dan met het stationair toerental. Staan of zitten op niet aangewezen plaatsen kan ervoor zorgen dat men overboord wordt geslingerd of in de boot valt ten gevolge van golven, kielzog of plotse snelheids- of richtingsveranderingen. Zelfs wanneer iedereen correct plaats heeft genomen in de boot, dient u uw passagiers te waarschuwen wanneer u een ongewoon manoeuvre dient te maken. Tracht opsprin­gende golven en kielzog steeds te vermij­den.
DMU33760
Overladen
De boot mag nooit worden overladen. Kijk op de bootcapaciteitsplaat of raadpleeg de bootfabrikant voor het toegestane maxi­mumgewicht en maximumaantal passagiers. Zorg ervoor dat het gewicht naar behoren over de boot is verdeeld in overeenstemming met de instructies van de bootfabrikant. Het overladen of verkeerd verdelen van het ge­wicht over de boot kan de bestuurbaarheid van de boot in het gedrang brengen en lei­den tot ongevallen, kapseizen of vollopen.
DMU33772
Vermijd botsingen
Wees voortdurend op de uitkijk voor men­sen, voorwerpen en andere boten. Wees op uw hoede voor omstandigheden die de zicht­baarheid beperken of uw zicht blokkeren.
Veiligheidsinformatie
Stuur defensief met een veilige snelheid en houd voldoende afstand van mensen, voor­werpen en andere boten.
Vaar niet op korte afstand achter andere
boten of waterskiërs.
Vermijd scherpe bochten of andere ma-
noeuvres die het anderen moeilijk maken om u te ontwijken of te voorspellen waar u heen gaat.
Vermijd gebieden met gezonken voorwer-
pen of ondiep water.
Ken uw grenzen en vermijd agressieve
manoeuvres om het risico op controlever­lies en botsingen te vermijden en om te vermijden dat u uit het vaartuig wordt ge­slingerd.
Reageer tijdig om botsingen te vermijden.
Vergeet niet dat boten geen remmen heb­ben en dat het afzetten van de motor of het verminderen van de stuwkracht de wen­baarheid kunnen verminderen. Als u niet zeker bent dat u op tijd kunt stoppen om een voorwerp te ontwijken, geef dan gas bij en stuur in een andere richting.
DMU33790
Weersomstandigheden
Zorg dat u op de hoogte bent van het weer­bericht. Controleer de weersvoorspellingen alvorens uit te varen. Ga beter niet uit varen in gevaarlijk weer.
3
Veiligheidsinformatie
DMU33880
Passagiersopleiding
Zorg ervoor dat ten minste één andere pas­sagier opgeleid is in het besturen van de boot in geval van nood.
DMU33890
Scheepvaartveiligheidspublicaties
Informeer u over de scheepvaartveiligheids­voorschriften. Bijkomende publicaties en in­formatie kunt u bekomen bij heel wat scheepvaartorganisaties.
DMU33600
Wetten en voorschriften
Leer de scheepvaartwetten en -reglementen die gelden op de plaats waar u gaat varen, en leef deze na. Er gelden verschillende re­gels naar gelang van de geografische plaats, maar in wezen zijn ze allemaal gelijk aan de Internationale Scheepvaartregels.
4

Algemene informatie

DMU25171
Plaats voor
identificatienummers
DMU25184
Buitenboordmotorserienummer
Het serienummer van de buitenboordmotor staat vermeld op het label op de bakboordzij­de van de klembeugel. Noteer uw buitenboordmotorserienummer in de daartoe voorziene ruimten om op te ge­ven bij het bestellen van wisselstukken bij uw Yamaha-dealer of als referentie in geval uw buitenboordmotor wordt gestolen.
1. Buitenboordmotorserienummerlocatie
DMU25191
Sleutelnummer
Als de motor is uitgerust met een hoofdsleu­telschakelaar, is het sleutelidentificatienum­mer ingestanst op uw sleutels zoals getoond op de afbeelding. Noteer dit nummer in de
ruimte voorzien als referentie in geval u een nieuwe sleutel nodig hebt.
1. Sleutelnummer
DMU37291
EG-verklaring van overeenstemming
Deze buitenboordmotor voldoet aan bepaal­de gedeelten van de Europese richtlijnen in­zake machines. Iedere conforme buitenboordmotor wordt geleverd met de EG-verklaring van overeen­stemming. De EG-verklaring van overeen­stemming bevat de volgende informatie:
Naam van de motorfabrikantModelnaamProductcode van model (goedgekeurde
modelcode)
Code van nageleefde richtlijnen
DMU25205
EG label
Buitenboordmotoren met dit “CE”-label vol­doen aan de richtlijnen van; 98/37/EG, 94/25/EG - 2003/44/EG en 2004/108/EG.
5
Algemene informatie
1
ZMU04704
ZMU06040
1. Positie van het CE-label
6
Algemene informatie
3
1
2
ZMU05712
DMU33523
Lees handleidingen en labels
Alvorens deze buitenboordmotor te bedienen of eraan te werken:
Lees deze handleiding.Lees eventueel bij de boot geleverde handleidingen.Lees alle labels op de buitenboordmotor en de boot.
Voor eventuele bijkomende informatie kunt u terecht bij uw Yamaha-dealer.
DMU33832
Waarschuwingslabels
Als deze labels beschadigd zijn of ontbreken, neem dan contact op met uw Yamaha-dealer voor vervanglabels.
F40D, F50F, F60C, FT50G, FT60D
7
Algemene informatie
3
1
2
ZMU07077
F40G, F70A
8
Algemene informatie
WAARSCHUWING
WAARSCHUWING
WAARSCHUWING
ZMU05706
1
2
3
DMU33912
Inhoud van de labels
De bovenstaande waarschuwingslabels be­tekenen het volgende.
1
DWM01691
Bij een noodstart is er geen neutraal­startbeveiliging. Vergewis u ervan dat de schakelhendel in neutraal staat alvorens de motor te starten.
2
DWM01681
Houd handen, haar en kledingstukken
uit de buurt van draaiende onderdelen terwijl de motor draait.
Bij het starten of terwijl de motor draait
mag u geen elektrische onderdelen
aanraken of verwijderen.
3
DWM01671
Lees de handleiding en de labels.Draag een goedgekeurd zwemvest.Bevestig het noodstopkoord aan uw
zwemvest, uw arm of uw been zodat de motor stopt wanneer u de stuurhendel per ongeluk verlaat, om te voorkomen dat de boot op hol kan slaan.
9
Algemene informatie
ZMU05696
ZMU05664
ZMU05665
ZMU05666
ZMU05667
ZMU05668
DMU33843
Symbolen
De volgende symbolen betekenen het vol­gende.
Let op/Waarschuwing
Lees de gebruikershandleiding
Elektrisch gevaar
Bedieningsrichting van afstandsbedie­ningshendel/schakelhendel, twee richtingen
Motorstart/ motoraanzwengeling
Gevaar veroorzaakt door constante draaiing
10

Specificaties en vereisten

NOTA:
DMU34521
Technische gegevens
“(AL)” in de specificatiegegevens hieronder betekent dat de geïnstalleerde propeller van aluminium is. Op dezelfde manier betekent “(SUS)” dat de geïnstalleerde propeller van roestvrij staal is en “(PL)” dat de geïnstalleerde propeller van plastic is.
DMU2821P
Maat:
Totale lengte:
F40DET 638 mm (25.1 in)
F40GET 698 mm (27.5 in)
F50FED 638 mm (25.1 in)
F50FET 638 mm (25.1 in)
F60CET 638 mm (25.1 in)
F70AET 698 mm (27.5 in)
FT50GET 638 mm (25.1 in)
FT60DET 638 mm (25.1 in)
Totale breedte:
F40DET 385 mm (15.2 in)
F40GET 386 mm (15.2 in)
F50FED 385 mm (15.2 in)
F50FET 385 mm (15.2 in)
F60CET 385 mm (15.2 in)
F70AET 386 mm (15.2 in)
FT50GET 385 mm (15.2 in)
FT60DET 385 mm (15.2 in)
Totale hoogte L:
F40DET 1414 mm (55.7 in)
F40GET 1476 mm (58.1 in)
F50FED 1414 mm (55.7 in)
F50FET 1414 mm (55.7 in)
F60CET 1414 mm (55.7 in)
F70AET 1476 mm (58.1 in)
FT50GET 1455 mm (57.3 in)
FT60DET 1455 mm (57.3 in)
Totale hoogte X:
F70AET 1590 mm (62.6 in) FT60DET 1569 mm (61.8 in)
Motorspiegelhoogte L:
F40DET 527 mm (20.7 in) F40GET 534 mm (21.0 in) F50FED 527 mm (20.7 in) F50FET 527 mm (20.7 in) F60CET 527 mm (20.7 in) F70AET 534 mm (21.0 in) FT50GET 530 mm (20.9 in) FT60DET 530 mm (20.9 in)
Motorspiegelhoogte X:
F70AET 648 mm (25.5 in) FT60DET 644 mm (25.4 in)
Droog gewicht (AL) L:
F40DET 115 kg (254 lb) F40GET 119 kg (263 lb) F50FED 114 kg (251 lb) F50FET 115 kg (254 lb) F60CET 115 kg (254 lb) F70AET 119 kg (262 lb) FT50GET 120 kg (263 lb) FT60DET 120 kg (263 lb)
Droog gewicht (AL) X:
F70AET 123 kg (271 lb) FT60DET 123 kg (272 lb)
Prestatie:
Volle-gas bedrijfsbereik:
F40DET 5000–6000 omw/min F40GET 5300–6300 omw/min F50FED 5000–6000 omw/min F50FET 5000–6000 omw/min F60CET 5000–6000 omw/min F70AET 5300–6300 omw/min FT50GET 5000–6000 omw/min FT60DET 5000–6000 omw/min
Nominaal vermogen:
F40DET 29.4 kW (40 PK) F40GET 29.4 kW (40 PK) F50FED 36.8 kW (50 PK)
11
Specificaties en vereisten
F50FET 36.8 kW (50 PK)
F60CET 44.1 kW (60 PK)
F70AET 51.5 kW (70 PK)
FT50GET 36.8 kW (50 PK)
FT60DET 44.1 kW (60 PK)
Vrijlooptoerental (in neutraal):
700-800 omw/min
Motor:
Type:
F40DET 4-takt SOHC L4 8kleppen
F40GET 4-takt SOHC L4 16kleppen
F50FED 4-takt SOHC L4 8kleppen
F50FET 4-takt SOHC L4 8kleppen
F60CET 4-takt SOHC L4 8kleppen
F70AET 4-takt SOHC L4 16kleppen
FT50GET 4-takt SOHC L4 8kleppen
FT60DET 4-takt SOHC L4 8kleppen
Slag:
Boring slag:
Ontstekingssysteem:
Bougie (NGK):
Electrode afstand bougie:
Besturingssysteem:
Startsysteem:
Carburateur met start systeem:
3
996 cm
65.0 75.0 mm (2.56 2.95 in)
TCI
F40DET DPR6EB-9
F40GET LKR7E
F50FED DPR6EB-9
F50FET DPR6EB-9
F60CET DPR6EB-9
F70AET LKR7E
FT50GET DPR6EB-9
FT60DET DPR6EB-9
0.8–0.9 mm (0.031–0.035 in)
Afstandsbediening
Elektrische starter
Elektronische brandstofinjectie
(33.7 US oz, 35.1 Imp.oz)
Klepspeling IN (koude motor):
0.15–0.25 mm (0.0059–0.0098 in)
Klepspeling UIT (koude motor):
0.25–0.35 mm (0.0098–0.0138 in)
Min. koudstartstroomsterkte (CCA/EN):
430 A
Min. nominaal vermogen (20HR/IEC):
70 A/u
Maximumdynamovermogen:
F40DET 16 A F40GET 15 A F50FED 16 A F50FET 16 A F60CET 16 A F70AET 15 A FT50GET 16 A FT60DET 16 A
Aandrijvingseenheid:
Schakelinrichtingstanden:
Vooruit - Neutraal - Achteruit
Overbrengingsverhouding:
F40DET 1.85(24/13) F40GET 2.33(28/12) F50FED 1.85(24/13) F50FET 1.85(24/13) F60CET 1.85(24/13) F70AET 2.33(28/12) FT50GET 2.33(28/12) FT60DET 2.33(28/12)
Trim- en kantelsysteem:
F40DET Trim- en kantelbekrachti­ging F40GET Trim- en kantelbekrachti­ging F50FED Hydraulisch kantelmecha­nisme F50FET Trim- en kantelbekrachtiging F60CET Trim- en kantelbekrachti­ging F70AET Trim- en kantelbekrachtiging FT50GET Trim- en kantelbekrachti-
12
Specificaties en vereisten
ging
FT60DET Trim- en kantelbekrachti-
ging
Propellermerkteken:
F40DET G
F40GET K
F50FED G
F50FET G
F60CET G
F70AET K
FT50GET K
FT60DET K
Brandstof en olie:
Aanbevolen brandstof:
Normale loodvrije benzine
Min. researchoctaangetal:
90
Brandstoftank inhoud:
25 L (6.60 US gal, 5.50 Imp.gal)
Aanbevolen motorolie:
4-takt motorolie
Aanbevolen motorolieklasse 1:
SAE 10W-30/10W-40/5W-30
API SE/SF/SG/SH/SJ/SL
Motoroliehoeveelheid (zonder oliefilter­vervanging):
1.9 L (2.01 US qt, 1.67 Imp.qt) Motoroliehoeveelheid (met oliefilterver­vanging):
2.1 L (2.22 US qt, 1.85 Imp.qt) Smeersysteem:
Oliecarter
Aanbevolen tandwielolie:
Tandwielkastolie
Aanbevolen tandwieloliekwaliteit:
SAE 90 API GL-4
Tandwieloliehoeveelheid:
F40DET 0.430 L (0.455 US qt, 0.378 Imp.qt) F40GET 0.670 L (0.708 US qt, 0.590 Imp.qt)
F50FED 0.430 L (0.455 US qt, 0.378 Imp.qt) F50FET 0.430 L (0.455 US qt, 0.378 Imp.qt) F60CET 0.430 L (0.455 US qt, 0.378 Imp.qt) F70AET 0.670 L (0.708 US qt, 0.590 Imp.qt) FT50GET 0.670 L (0.708 US qt, 0.590 Imp.qt) FT60DET 0.670 L (0.708 US qt, 0.590 Imp.qt)
Aanspankoppel:
Bougie:
F40DET 18 Nm (1.84 kgf-m, 13.3 ft-lb) F40GET 17 Nm (1.73 kgf-m, 12.5 ft-lb) F50FED 18 Nm (1.84 kgf-m, 13.3 ft-lb) F50FET 18 Nm (1.84 kgf-m, 13.3 ft-lb) F60CET 18 Nm (1.84 kgf-m, 13.3 ft-lb) F70AET 17 Nm (1.73 kgf-m, 12.5 ft-lb) FT50GET 18 Nm (1.84 kgf-m, 13.3 ft-lb) FT60DET 18 Nm (1.84 kgf-m, 13.3 ft-lb)
Propellermoer:
F40DET 35 Nm (3.57 kgf-m, 25.8 ft-lb) F40GET 34 Nm (3.47 kgf-m, 25.1 ft-lb) F50FED 35 Nm (3.57 kgf-m, 25.8 ft-lb) F50FET 35 Nm (3.57 kgf-m, 25.8 ft-lb) F60CET 35 Nm (3.57 kgf-m, 25.8 ft-lb)
13
Specificaties en vereisten
WAARSCHUWING
WAARSCHUWING
F70AET 34 Nm (3.47 kgf-m, 25.1 ft-lb) FT50GET 35 Nm (3.57 kgf-m, 25.8 ft-lb) FT60DET 35 Nm (3.57 kgf-m, 25.8 ft-lb)
Motorolieaftapbout:
F40DET 28 Nm (2.86 kgf-m, 20.7 ft-lb) F40GET 27 Nm (2.75 kgf-m, 19.9 ft-lb) F50FED 28 Nm (2.86 kgf-m, 20.7 ft-lb) F50FET 28 Nm (2.86 kgf-m, 20.7 ft-lb) F60CET 28 Nm (2.86 kgf-m, 20.7 ft-lb) F70AET 27 Nm (2.75 kgf-m, 19.9 ft-lb) FT50GET 28 Nm (2.86 kgf-m, 20.7 ft-lb) FT60DET 28 Nm (2.86 kgf-m, 20.7 ft-lb)
Motoroliefilter:
18 Nm (1.84 kgf-m, 13.3 ft-lb)
Geluids- en trillingsniveau:
Operatorgeluidsdrukniveau:
F40DET 78.1 dB(A) F40GET 83.9 dB(A) F50FED 78.1 dB(A) F50FET 78.1 dB(A) F60CET 78.1 dB(A) F70AET 83.9 dB(A) FT50GET 78.1 dB(A) FT60DET 78.1 dB(A)
DMU33554
Installatievereisten
DMU33564
Vermogen paardenkracht boot
DWM01560
Een boot te krachtig aandrijven kan ern­stige instabiliteit veroorzaken.
Controleer voor het plaatsen van de buiten­boordmotor(en) of de totale paardenkrach­ten van uw buitenboordmotor(en) niet het maximale paardenkracht vermogen van de boot overschrijdt. Zie de capaciteitsplaat van de boot of neem contact op met de fabrikant.
DMU33571
Monteren van de motor
DWM01570
Een verkeerde montage van de buiten-
boordmotor kan tot gevaarlijke omstan­digheden leiden, zoals een gebrekkige bestuurbaarheid, verlies van controle of brand.
Aangezien de motor zeer zwaar is, is
speciale uitrusting en opleiding vereist om hem veilig te monteren.
Uw dealer of een andere persoon met erva­ring in het optuigen van boten moet de motor monteren met behulp van de correcte appa­ratuur en de complete optuiginstructies. Voor meer informatie, zie pagina 50.
DMU38580
Yamaha Security System
Deze buitenboordmotor is uitgerust met het Yamaha Security System voor diefstalbevei­liging, dat bestaat uit een ontvanger en een afstandsbedieningzender. De motor kan niet worden gestart als het beveiligingssysteem in de vergrendelmodus staat. Hij kan alleen worden gestart in de ontgrendelmodus. Raadpleeg uw Yamaha-dealer voor het in-
14
Specificaties en vereisten
WAARSCHUWING
stalleren van de ontvanger.
DMU33581
Afstandsbedieningsvereisten
DWM01580
Als de motor in versnelling start, kan de
boot plots en onverwacht bewegen, waardoor er een botsing kan worden veroorzaakt of passagiers over boord kunnen worden geworpen.
Wanneer de motor ooit in versnelling
start, werkt de neutraalstartbeveiliging niet correct en mag u de buitenboord­motor niet langer gebruiken. Neem con­tact op met uw Yamaha-dealer.
De afstandsbedieningseenheid moet wor­den uitgerust met (een) neutraal-startbeveili­ging(en). Dat systeem zorgt ervoor dat de motor uitsluitend in neutraal kan worden ge­start.
DMU25694
Accuvereisten
DMU25721
Technische gegevens van de accu
Minimum koudstartstroomsterkte (CCA/EN):
430 A Minimum nominaal vermogen (20HR/IEC):
70 A/u
De motor kan niet worden gestart als de ac­cuspanning te laag is.
DMU36290
Monteren van de accu
Maak de accuhouder stevig vast op een dro­ge, goed verluchte en trillingsvrije plaats in de boot. WAARSCHUWING! Plaats geen
brandbare items of losse, zware of meta­len voorwerpen in hetzelfde comparti­ment als de accu. Dat kan leiden tot
brand, explosies of vonken.
DMU36300
[DWM01820]
Meerdere accu’s
Om meerdere accu’s aan te sluiten, bijvoor­beeld in boten met meerdere motoren of in geval van een hulpaccu, dient u uw Yamaha­dealer te raadplegen in verband met de keu­ze van de accu en de correcte bedrading.
DMU34195
Propellerkeuze
Naast het selecteren van een buitenboord­motor is het selecteren van de juiste propel­ler een van de belangrijkste beslissingen die een booteigenaar dient te nemen. Het type, de omvang en het ontwerp van uw propeller hebben een rechtstreekse invloed op de ac­celeratie, de topsnelheid, het brandstofver­bruik en zelfs de levensduur van de motor. Yamaha ontwerpt en vervaardigt propellers voor iedere Yamaha-buitenboordmotor en voor alle mogelijke toepassingen. Uw buitenboordmotor werd geleverd met een Yamaha propeller die is gekozen om goed te presteren in een reeks van toepas­singen, maar er kunnen toepassingen zijn waar een andere propeller meer geschikt is. Uw Yamaha-dealer kan u helpen bij het kie­zen van de juiste propeller voor uw specifie­ke behoeften. Kies een propeller die de motor in staat stelt het middelste of bovenste gedeelte van het toerentalbereik te bereiken bij volgas en maximumlading. In het alge­meen geldt dat een propeller met een grote­re spoed geschikt is voor geringere bedrijfsbelastingen en een propeller met een kleinere spoed voor grotere belastingen. Als u sterk uiteenlopende ladingen vervoert, se­lecteer dan een propeller die de motor in staat stelt te draaien binnen het toerentalbe­reik voor uw maximumbelasting, maar denk eraan dat u de gashendelstand mogelijk
15
Specificaties en vereisten
ZMU04606
-
x
123
ZMU04607
-
x
123
ZMU06854
122˚F
50˚C
104
40
86
30
68
SAE API
SE SF SG SH
SJ
SL
20
50
10
32
0
14
-10
-4
-20
10W–30
10W–40
5W–30
moet aanpassen om binnen het aanbevolen motortoerentalbereik te blijven wanneer u lichtere ladingen vervoert. Voor het controleren van de propeller, zie pagina 94.
1. Propellerdiameter in inches
2. Propellerspoed in inches
3. Type van propeller (propellermerk)
start wanneer hij in neutraal staat. Zet de schakelhendel altijd in neutraal wanneer u de motor start.
DMU41952
Motorolievereisten
Selecteer een olietype op basis van de ge­middelde temperaturen in de streek waar de buitenboordmotor zal worden gebruikt.
Aanbevolen motorolie:
4-takt motorolie
Aanbevolen motorolieklasse 1:
SAE 10W-30/10W-40/5W-30 API SE/SF/SG/SH/SJ/SL
Aanbevolen motorolieklasse 2:
SAE 15W-40/20W-40/20W-50
API SH/SJ/SL Motoroliehoeveelheid (zonder oliefilter­vervanging):
1.9 L (2.01 US qt, 1.67 Imp.qt) Motoroliehoeveelheid (met oliefilterver­vanging):
2.1 L (2.22 US qt, 1.85 Imp.qt)
Wanneer de onder Aanbevolen motorolie type 1 vermelde olietypes niet beschikbaar zijn, selecteert u een alternatief olietype ver­meld onder motorolie type 2.
Aanbevolen motorolie type 1
1. Propellerdiameter in inches
2. Propellerspoed in inches
3. Type van propeller (propellermerk)
DMU25770
Neutraal-startbeveiliging
Yamaha-buitenboordmotoren of door Yamaha goedgekeurde afstandsbediening­seenheden zijn uitgerust met (een) neutraal­startbeveiliging(en). Dat systeem zorgt er­voor dat de motor uitsluitend kan worden ge-
16
Specificaties en vereisten
OPGELET
ZMU06855
122˚F
50˚C
104
40
86
30
68
SAE API
SH SJ SL
20
50
10
32
0
14
-10
-4
-20
15W–40
20W–40
20W–50
Aanbevolen motorolie type 2
DMU36360
Brandstofvereisten
DMU36803
Benzine
Gebruik een benzine van goede kwaliteit met het vereiste minimumoctaangetal. Als de motor geklop of gepingel begint te vertonen, gebruik dan een ander merk benzine of lood­vrije superbenzine.
Aanbevolen benzine:
Normale loodvrije benzine met een mi­nimumoctaangetal van 90 (Research Octane Number).
DCM01981
Gebruik geen loodhoudende benzine.
Loodhoudende benzine kan de motor ernstig beschadigen.
Zorg dat er geen water en vuil in de
brandstoftank terechtkomen. Veront­reinigde brandstof kan de prestaties van de motor aantasten of motorscha­de veroorzaken. Gebruik uitsluitend verse benzine die zuivere bussen werd bewaard.
Gasohol
Er bestaan twee types gasohol: gasohol met ethanol (E10) en gasohol met methanol. Et­hanol kan worden gebruikt als het ethanolge-
halte niet meer dan 10% bedraagt en de brandstof voldoet aan de minimumoctaange­tallen. E85 is een brandstof die 85% ethanol bevat en die niet mag worden gebruikt in uw buitenboordmotor. Alle ethanolmengsels die meer dan 10% ethanol bevatten, kunnen schade aan het brandstofsysteem of motor­start- en -bedrijfsproblemen veroorzaken. Yamaha ontraadt het gebruik van gasohol met methanol omdat die schade kan veroor­zaken aan het brandstofsysteem of de mo­torprestaties kan aantasten. Het verdient aanbeveling een waterafschei­dende scheepsbrandstoffilter (minimum 10 micron) te installeren tussen de brandstof­tank en de buitenboordmotor van uw boot wanneer u ethanol gebruikt. Van ethanol is geweten dat het de absorptie van vocht in brandstoftanks en -systemen van boten be­vordert. Vocht in de brandstof kan leiden tot corrosie van metalen brandstofsysteemon­derdelen en tot start- en werkingsproblemen en extra onderhoud van het brandstofsys­teem noodzakelijk maken.
DMU36330
Anti-fouling
Een zuivere romp verbetert de prestaties van de boot. De onderzijde van de boot moet zo­veel mogelijk vrij worden gehouden van aan­groeiing. Indien nodig kan de onderzijde van de boot worden bestreken met een voor uw streek goedgekeurde anti-fouling ter voorko­ming van aangroeiing. Gebruik geen anti-fouling die koper of grafiet bevat. Dergelijke verven kunnen het roesten van de motor bespoedigen.
17
Specificaties en vereisten
DMU36341
Motorafdankingsvereisten
Dank de motor nooit op een illegale manier af. Yamaha raadt u aan uw dealer te raad­plegen in verband met het afdanken van de motor.
DMU36352
Nooduitrusting
Houd de volgende items aan boord voor het geval u motorpech krijgt.
Een gereedschapskit met verschillende
schroevendraaiers, tangen, sleutels (inclu­sief metrieke maten) en isolatietape.
Waterdichte zaklamp met extra batterijen.Een extra motorstopschakelaarkoord met
clip.
Reserveonderdelen, zoals een extra set
bougies.
Raadpleeg uw Yamaha-dealer voor details.
18

Componenten

NOTA:
TRIP TIME BATT
Km/h knot mph
km mile
SPEED
YAMAHA
set
mode
1
3
4
9
11
12
13
14
10
2
6
7
5
8
15
23
22
16
19
17 18
20 21
ZMU07563
DMU2579Y
Schematische voorstelling van de componenten
* Kan eventueel lichtjes verschillen van de afbeelding; behoort mogelijk ook niet tot de stan­daarduitrusting van alle modellen (bestellen bij dealer).
F40D, F50F, F60C, FT50G, FT60D
1. Motorkap
2. Waterafscheider
3. Motorkapvergrendelhendel
4. Aftapschroef
5. Anode*
6. Anti-cavitatieplaat
7. Trimtap (anode)
8. Propeller*
9. Koelwaterinlaat
10. Anode(n)*
11. Trimstang*
12. Kantelvergrendelhendel*
13. Klembeugel
14. Kantelsteunhendel
15. Doorspoelplug
16. Afstandsbedieningskast (voor opzij gemon­teerd type)*
17. Digitale toerenteller*
18. Digitale snelheidsmeter*
19. Toerenteller*
20. Trimmeter*
21. Brandstoftank
22. Afstandsbedieningzender
23. Ontvanger
19
Componenten
1
3
2
4
11
9
5
6
7
8
13
11
12
TRIP TIME BATT
Km/h knot mph
km mile
SPEED
YAMAHA
set
mode
21
20
14
17
15 16
18
19
10
ZMU07075
F40G, F70A
1. Motorkap
2. Waterafscheider
3. Motorkapvergrendelhendel
4. Aftapschroef
5. Anti-cavitatieplaat
6. Trimtap (anode)
7. Propeller*
8. Koelwaterinlaat
9. Anode(n)
10. Klembeugel
11. Kantelsteunhendel
12. Trim- en kantelbekrachtigingsschakelaar
13. Doorspoelplug
14. Afstandsbedieningskast (voor opzij gemon­teerd type)*
15. Digitale toerenteller*
16. Digitale snelheidsmeter*
17. Toerenteller*
18. Trimmeter*
19. Brandstoftank
20. Afstandsbedieningzender
20
21. Ontvanger
Componenten
WAARSCHUWING
1
4
6
3
2
5
ZMU05429
1. Toerenteller (vierkant type)*
2. Toerenteller (rond type)*
3. Snelheidsmeter (vierkant type)*
4. Snelheids- & brandstofmeter (vierkant type)*
5. Snelheids- & brandstofmeter (rond type)*
6. Brandstofbeheermeter (vierkant type)*
DMU25803
Brandstoftank
Als uw model werd uitgerust met een draag­bare brandstoftank, heeft die de volgende functie.
DWM00020
De brandstoftank die bij de motor wordt bijgeleverd, is het brandstofreservoir van de motor en mag niet worden gebruikt als een container om brandstof in op te slaan. Commerciële gebruikers moeten voldoen aan de van toepassing zijnde li-
centie- of goedkeuringsvoorschriften.
1. Brandstofleiding koppelstuk
2. Brandstofmeter
3. Brandstoftankkap
4. Ontluchtingsschroef
DMU25830
Brandstofleidingkoppelstuk
Dat koppelstuk wordt gebruikt om de brand-
21
Componenten
OPGELET
NOTA:
ZMU06455
stofleiding te verbinden.
DMU25841
Brandstofmeter
Deze meter bevindt zich op de tankdop of op de basis van het brandstofleidingkoppelstuk. Hij toont de benaderende hoeveelheid reste­rende brandstof in de tank.
DMU25850
Benzinetankdop
Deze dop sluit de brandstoftank af. Wanneer hij wordt verwijderd, kan de tank met brand­stof worden gevuld. Om de dop te verwijde­ren moet hij tegen de wijzers van de klok in worden gedraaid.
DMU25860
Ontluchtingsschroef
Deze schroef bevindt zich op de brandstof­tankdop. Om ze los te draaien moet ze tegen de wijzers van de klok in worden gedraaid.
DMU38591
Afstandsbedieningzender
De vergrendel- en ontgrendelmodi van het Yamaha Security System worden in- en uit­geschakeld met de afstandsbedieningzen­der. Wanneer de motor draait, kan de ontvanger het signaal van de afstandsbedie­ning niet ontvangen.
lemaal waterdicht. Dompel de zender niet onder en gebruik hem niet onder water. Als de zender in water heeft gele­gen, droog hem dan af met een zachte, droge doek en controleer vervolgens of hij correct werkt. Als de zender niet cor­rect werkt, dient u contact op te nemen met een Yamaha-dealer.
Houd de afstandsbedieningzender uit
de buurt van hoge temperaturen en stel hem niet bloot aan rechtstreeks zon­licht.
Laat de afstandsbedieningzender niet
vallen, onderwerp hem niet aan hevige schokken en plaats er geen zware voor­werpen op.
Gebruik een zachte, droge doek om de
afstandsbedieningzender te reinigen. Gebruik geen detergent, alcohol of een ander chemisch product.
Probeer de afstandsbedieningzender
nooit zelf uit elkaar te nemen. Anders zal de zender mogelijk niet meer correct werken. Als de batterij van de zender moet worden vervangen, dient u con­tact op te nemen met een Yamaha­dealer.
Als u de afstandsbedieningzender bent
kwijtgeraakt, neem dan contact op met uw Yamaha-dealer. Zorg ervoor dat u altijd minstens over twee zenders be­schikt. Als u beide zenders bent kwijt­geraakt, neem dan contact op met uw Yamaha-dealer.
Berg de afstandsbedieningzender zorgvul­dig op, zodat u hem niet verliest.
DCM02100
De afstandsbedieningzender is niet he-
22
Aangezien de ontvanger zo werd gepro-
grammeerd dat hij alleen de interne code van deze zender herkent, kan het beveili­gingssysteem uitsluitend worden gewij­zigd met deze zender. Als de afstandsbedieningzender niet correct
Loading...
+ 92 hidden pages