Yamaha DME32 User Manual [nl]

Yamaha DME32 User Manual

DIGITAL MIXING ENGINE

Nederlandstalige Handleiding

SCENE NO.

CONFIGURATION

SCENE

 

 

SCENE RECALL

 

88

XXXXXYAMAHAXDME32

 

 

7

8

9

 

 

 

 

 

 

 

 

XDigitalXMixingXEngine

 

INC

 

 

 

 

 

 

 

 

4

5

6

POWER

 

 

 

 

 

 

 

 

48kHz

COMPONENT

PARAMETER

VALUE

 

DEC

 

 

ON OFF

 

 

 

 

 

 

 

44.1kHz

 

 

 

USER DEFINE

1

2

3

 

LOCK

 

 

 

 

 

 

 

 

EMERGENCY

 

PROTECT

UTILITY

 

STORE

0

RECALL

 

 

 

CARD

 

 

 

 

 

DIGITAL MIXING ENGINE

Bewaar deze handleiding zorgvuldig voor toekomstige raadpleging NL

i

Belangrijke informatie

Lees het volgende door alvorens u gaat werken met de DME32

Waarschuwingen

Stel de DME32 niet bloot aan extreme temperaturen, vochtige omstandigheden, direct zonlicht of stof, aangezien dit kan resulteren in brand of in elektrische schokken.

Zorg er voor dat het apparaat niet nat wordt en let er op dat er geen water in het apparaat valt. Dit kan resulteren in brand of een elektrische schok.

Sluit het stroomsnoer alleen op het soort stopcontact aan dat in deze Nederlandstalige Handleiding staat beschreven of het soort dat op het apparaat wordt aangegeven. U riskeert brand of een elektrische schok indien u een ander stopcontact gebruikt.

U moet aan de stekker van het stroomsnoer trekken als u het stroomsnoer uit het stopcontact wilt halen, nooit aan het stroomsnoer zelf. Als u aan het stroomsnoer trekt kan deze beschadigen, hetgeen kan resulteren in brand en elektrische schokken.

Raak de stekker niet aan als uw handen nat zijn. Dit kan resulteren in een elektrische schok.

Plaats geen zware objecten op het stroomsnoer, ook niet de DME32 zelf. Een beschadigd stroomsnoer kan resulteren in brand of een elektrische schok. U moet er in het bijzonder op letten dat u geen zware objecten op een stroomsnoer plaatst dat verborgen is onder een tapijt.

Buig, verdraai, beschadig en verhit het stroomsnoer niet. Het gebruik van een beschadigd stroomsnoer kan resulteren in brand en elektrische schokken.

Vraag als het stroomsnoer is beschadigd (als het bijvoorbeeld is ingesneden of als er een draad zichtbaar is) uw leverancier om vervanging. Gebruik van de DME32 met een beschadigd stroomsnoer kan resulteren in brand en elektrische schokken.

Sluit niet meerdere apparaten op hetzelfde stopcontact aan. Dit kan het stopcontact overbelasten, hetgeen kan resulteren in brand of een elektrische schok. Dit kan ook de werking van sommige apparaten beïnvloeden.

Zet het apparaat onmiddellijk uit als u iets ongewoons, zoals rookontwikkeling, een vreemde geur of een geluid bemerkt of als er een vreemd voorwerp of vloeistof in uw apparaat is gevallen. Haal de stekker uit het stopcontact en ga naar uw leverancier voor reparatie. Gebruik van het apparaat onder deze omstandigheden kan resulteren in brand of een elektrische schok.

Plaats geen kleine objecten op de DME32. Metalen objecten die in de DME32 vallen kunnen resulteren in brand of elektrische schokken.

Als er een vreemd voorwerp of vloeistof in uw apparaat valt, dan moet u deze onmiddellijk uitzetten. Haal de stekker uit het stopcontact en ga naar uw leverancier voor reparatie. Gebruik van de DME32 onder deze omstandigheden kan resulteren in brand of een elektrische schok.

Als de DME32 is gevallen of als de behuizing is beschadigd, moet u deze onmiddellijk uitzetten. Haal de stekker uit het stopcontact en ga naar uw leverancier voor reparatie. Als u doorgaat met gebruiken van de DME32, zonder rekening te houden met deze instructie, dan kan brand of een elektrische schok het resultaat zijn.

Verwijder nooit de deksel van de DME32. Dit kan resulteren in een elektrische schok. Als u van mening bent dat interne inspectie, onderhoud of reparatie aan de orde is, dan moet u contact opnemen met uw leverancier.

DME32—Nederlandstailge Handleiding

ii

Modificeer de DME32 in geen geval. Dit kan resulteren in brand of een elektrische schok.

Let er op dat de ventilatiesleuven van de DME32 niet geblokkeerd worden. Het blokkeren van de ventilatiesleuven kan resulteren in brand.

Voorzorgsmaatregelen

Zorg ervoor, dat er voldoende vrije ruimte rondom de DME32 aanwezig is om het apparaat van genoeg ventilatie te waarborgen. Dit wil zeggen: 10 cm aan de zijkanten, 15 cm achter en 30 cm boven het apparaat. Met deze afstanden moet ook rekening gehouden worden als u de DME32 in een rek plaatst. Verwijder, om normale ventilatie tijdens het gebruik te waarborgen, de achterkant van het rek of maak een ventilatiegat.

Als de luchtstroom niet toereikend is, wordt het apparaat heet en kan het in brand vliegen.

Gebruik de DME32 in een omgeving met een vrije-lucht temperatuur van tussen 10˚C en 35˚C.

Doe alle apparatuur uit als u apparatuur aan gaat sluiten op de DME32, en maak alleen gebruik van de kabels die genoemd worden in de relevante handleidingen.

Als u van plan bent de DME32 voor een lange tijd niet te gebruiken, moet u het stroomsnoer uit het stopcontact halen. Het niet uit het stopcontact halen van het stroomsnoer van de DME32 kan resulteren in brand.

Maak geen gebruik van benzine, verdunner, schoonmaakmiddelen of een chemische doek bij het schoonmaken van de DME32. Maak alleen gebruik van een zachte, droge doek.

Als u de DME32 in een koude omgeving plaatst (zoals bijvoorbeeld ‘s nachts in een auto) en deze vervolgens in een warmere omgeving plaatst, en de temperatuur klimt sterk, dan kan er condensatie optreden in de DME32, hetgeen de prestatie van het apparaat kan beïnvloeden. U zou in zulke omstandigheden eigenlijk de DME32 de kans moeten geven om te acclimatiseren, alvorens deze te gebruiken.

Als de word clock bron wordt veranderd op het word clock master apparaat (zoals bijvoorbeeld de AD824 of de DME32), kan er geluid optreden uit de analoge uitgangen van de DME32, in het bijzonder als er gebruik wordt gemaakt van een MY8-AT I/O kaart. Het is dus altijd beter om eerst het volume van de eindversterker lager zetten, of de DME32 even uit te zetten, omdat het mogelijk is dat het geluid eventueel aangesloten luidsprekers beschadigt.

Als de boodschap “LOW BATTERY” zichtbaar wordt bij het aanzetten van de DME32, dan moet u zo snel mogelijk de interne data backup batterij door uw leverancier laten vervangen. Het apparaat blijft wel spelen, maar u loopt het risico dat de configuratie data verloren gaat. We raden u aan om de configuratie data zo snel mogelijk op te slaan in de DME Manager of een PC kaart.

Interferentie

De DME32 maakt gebruik van hoog-frequente digitale elektronica die interferentie kan veroorzaken op uw radio of TV, als deze redelijk dicht in de buurt staat. Als u problemen ondervindt met interferentie, dan moet u de apparatuur die het probleem vertoont verplaatsen.

DME32 Uitsluiting van bepaalde aansprakelijkheid

De fabrikant, de importeur of de leverancier kan niet aansprakelijk gesteld worden voor incidentele beschadigingen, waaronder persoonlijke schade of andere vormen van schade, die te wijten zijn aan onjuist gebruik of bediening van de DME32.

DME32—Nederlandstalige Handleiding

iii

Inhoud van het pakket

Het DME32 pakket bevat de volgende onderdelen. Neem contact op met uw Yamaha leverancier als er een onderdeel mist.

DME32 Digital Mixing Engine

CD-ROM (DME Manager software)

9-pin D-sub cross kabel (PC aansluiting)

16-pin euro-blok plug (GPI aansluiting)

Stroomsnoer

Deze nederlandstalige handleiding

Trademarks

ADAT MultiChannel Optical Digital Interface is een handelsmerk en ADAT en Alesis zijn geregistreerde handelsmerken van Alesis Corporation. Intel en Pentium zijn geregistreerde handelsmerken en MMX is een handelsmerk van Intel Corporation. Tascam Digital Interface is een handelsmerk en Tascam en Teac zijn geregistreerde handelsmerken van Teac Corporation. Windows een handelsmerk van Microsoft Corporation. Yamaha een handelsmerk van Yamaha Corporation. Alle andere handelsmerken zijn het bezit van de respectievelijke handelsmerk eigenaren en worden hierbij erkend.

Copyright

Geen een onderdeel van de DME32 of de DME Manager software of van deze Nederlandstalige Handleiding mag worden gereproduceerd of gedistribueerd in wat voor vorm of wat voor manier dan ook, zonder de voorafgaande geschreven permissie van Yamaha Corporation.

© 2000 Yamaha Corporation. Alle rechten voorbehouden.

Yamaha Web Site

Meer informatie over de DME32 en andere Yamaha professionele audio producten kunt u vinden op de Yamaha Professional Audio Web site: <http://www.yamaha.co.jp/product/proaudio/homeenglish/>.

DME32—Nederlandstailge Handleiding

iv

DME32—Nederlandstalige Handleiding

Inhoudsopgave v

Inhoudsopgave

1 Welkom . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 1

Welkom . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 2 De DME32 in een notendop . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 2 DME32 kenmerken . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 4 DME manager kenmerken . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 6 Over deze handleiding . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 7 Het installeren van de DME32 . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 7

2 Om te beginnen . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .

9

De eerste stappen . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 10 Aansluiten op een PC . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 11 Het stroomsnoer aansluiten . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 12 De DME32 aan- & uitzetten . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 12 De DME manager installeren . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 13 De DME manager upgraden & opnieuw installeren . . . . . . . . . . . . . . 13 Opstarten van de DME manager . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 14 Verlaten van de DME manager . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 14 DME manager & Windows 98 . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 14

3 Door de DME32 gaan . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .

15

Regelpaneel . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .

16

Achterpaneel . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .

19

4 Door de DME Manager gaan . . . . . . . . . . . . . . . .

21

Modes . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .

22

Hoofdvenster . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .

23

Configuratie vensters . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .

26

Componenten . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .

30

Component besturingsvensters . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .

31

Run Mode besturingsvenster . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .

33

Overige vensters . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .

33

Door de menu’s gaan . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .

34

Componenten lijst . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .

40

Gereedschappen palet . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .

41

Alt Menu . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .

41

Toetsenbord combinaties . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .

42

5 Configuraties opbouwen . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 43

Hoe bouwen we configuraties op & hoe wijzigen we een configuratie . . 44 Edit Mode selecteren . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 45 Nieuwe configuratie vensters openen . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 45 Opgeslagen configuraties openen . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 46 Selecteren van geopende configuratie vensters . . . . . . . . . . . . . . . . . . 46 Componenten toevoegen . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 47 Componenten wijzigen . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 48 Componenten vastplakken aan het grid . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 49 Configuratie venster vergroten en verkleinen . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 50

DME32—Nederlandstalige Handleiding

vi Inhoudsopgave

Cable Mode selecteren . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 51 Kabels toevoegen . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 51 Kabels wissen . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 56 Werken met configuraties met meerdere eenheden . . . . . . . . . . . . . . 58 Gedeelten van het configuratie venster van grootte veranderen . . . . . 59 Configuraties opslaan . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 60 Configuraties opslaan met een nieuwe naam . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 60 Configuraties sluiten . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 60 Compileren van configuraties . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 61 Configuraties versturen naar de DME32 . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 62 Configuraties ontvangen van de DME32 . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 63

6 Bediening van het systeem . . . . . . . . . . . . . . . . . .

65

Run Mode selecteren . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 66 Run Mode besturingsvenster . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 67 Wijzigen van component parameters . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 69 Opslaan van scenes . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 70 Oproepen van scenes . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 72 Oproepen van configurations . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 74

7 Andere DME ontwikkelingsfuncties . . . . . . . . . . .

75

Scenes off-line wijzigen . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 76 Component parameters linken . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 78 Component eigenschappen aanpassen . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 80 Grootte van knoppen en sliders wijzigen . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 82 Gebruik maken van wachtwoord beveiliging . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 83 Gebruikersknoppen toewijzen . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 86 Printen . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 87

8 Component gids gedeelte I . . . . . . . . . . . . . . . . . . 89

Automatische mixer . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 90 Cascade . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 92 Crossover . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 93 Crossover verwerker . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 102 Delay . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 120 Delayed Mixer . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 122 Dynamiek . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 125

9 Component gids gedeelte II . . . . . . . . . . . . . . . . . 141

Effect . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 142 EQ . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 162 Fader . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 165 Filter . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 166 Ingang/Uitgang . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 170 Matrix mixer . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 171 Meter . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 174 Gemengde groep . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 175 Pan . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 178 Router . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 187 Schakelaar . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 189

DME32—Nederlandstalige Handleiding

Inhoudsopgave

vii

Gebruikersknoppen . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .

190

Gebruikersmodules . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .

193

10 Regelpaneel bediening . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 197

Oproepen van configuraties . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 198 Opslaan van scenes . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 199 Oproepen van scenes . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 200 Parameters wijzigen & de gebruikersknoppen . . . . . . . . . . . . . . . . . 201 beperkte toegang tot de DME32 . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 203 Selecterenvan de word clock bron . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 209 Controleren van de I/O sleuven . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 210 Initializeren van de DME32 . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 210 Controleren van de firmware versie & de batterij . . . . . . . . . . . . . . . 210

11 GPI aansluiting . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 211

Over de GPI aansluiting . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 212 GPI aansluiting . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 212 GPI ingangen toewijzen . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 214 GPI uitgangen toewijzen . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 217 Noodtoestand mode . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 220

12 PC kaarten . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 221

PC kaarten & DME32 . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 222 Insteken & verwijderen van PC kaarten . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 222 Formatteren van PC kaarten . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 223 Opslaan van configuraties op PC kaarten . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 224 Oproepen van configuraties op PC kaarten . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 225 Wissen van configuraties op PC kaarten . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 226

13 Word clock . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 227

Word clock & de DME32 . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .

228

Word clock aansluitingen . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .

229

Selecteren van de word clock bron . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .

229

Word clock aansluitingsvoorbeelden . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .

231

Afsluiten van de word clock distributie . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .

234

14 Meerdere DME32’s . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 235

Over meerdere DME32’s . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 236 Opmerkingen over uit meerdere eenheden bestaande systemen . . . . 236 Cascade aansluitingen . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 237 Aansluitvoorbeelden voor meerdere eenheden . . . . . . . . . . . . . . . . . 238

15 MIDI . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 241

MIDI & de DME32 . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 242 MIDI poorten . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 242 MIDI instellingen . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 243 Toewijzen van scenes & configuraties aan programmawisseling boodschappen . 245 Toewijzen van scenes & configuraties aan besturingswijziging boodschappen . . 247 Component parameters & parameterwijziging boodschappen . . . . . 250

DME32—Nederlandstalige Handleiding

viii Inhoudsopgave

16 I/O opties . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .

251

I/O opties & de DME32 . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 252 I/O kaart specificaties . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 253 I/O kaarten kiezen . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 253 I/O kaarten installeren . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 255 AD824 & DA824 omzetters . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 256

Problemen oplossen . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 261

DME32 . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 261

DME Manager . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 263

Appendix A: Algemeen . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .

265

Component naam tabel . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 265 DME32 foutmeldingen . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 270 DME Manager foutmeldingen . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 271

Appendix B: Specificaties . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 273

Specificaties . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 273 Besturing van I/O . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 274 Aansluiting pin toewijzingen . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 274 DME32 afmetingen . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 277

Appendix C: MIDI . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 279

Programmawisseling toewijzigingstabel . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 279 Besturingswijziging toewijzigingstabel . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 280 MIDI gegevens format . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 283

Woordenlijst . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 287 Index . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 289 MIDI implementatie tabel

DME32—Nederlandstalige Handleiding

Welkom 1

Welkom

1

In dit hoofdstuk...

Welkom . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 2 De DME32 in een notendop . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 2 DME32 kenmerken . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 4 DME Manager kenmerken . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 6 Over deze handleiding . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 7 Het installeren van de DME32 . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 7

DME32—Nederlandstalige Handleiding

2 Hoofdstuk 1—Welkom

Welkom

Dank u voor het kiezen voor de Yamaha DME32 Digital Mixing Engine.

Met de DME32 Digital Mixing Engine en de DME Manager software kunnen geluidssysteeminstallateurs aan de situatie aangepaste systemen opbouwen die voldoen aan de eisen van vrijwel iedere installatie. Complete systemen kunnen worden ontworpen, van ingang tot uitgang, met behulp van de DME Manager waarna deze vervolgens kunnen worden verstuurd naar de DME32, die dan vervolgens gebruikt kan worden als een zelfstandige signaalverwerker. Goede voorbeelden van dergelijke systemen zijn geïnstalleerde geluidssystemen, het submixen, luidspreker besturingssystemen, matrix/signaalverdeling (zgn. ‘routing’) en multi-effect verwerking.

De DME32 in een notendop

 

SCENE NO.

CONFIGURATION

SCENE

 

DATA

 

SCENE RECALL

 

 

 

XXXXXYAMAHAXDME32

 

 

7

8

9

 

 

 

XDigitalXMixingXEngine

 

INC

 

 

 

32 ingangen

 

 

 

 

 

4

5

6

POWER

48kHz

COMPONENT

PARAMETER

VALUE

 

DEC

 

 

ON OFF

LOCK

 

 

 

USER DEFINE

1

2

3

 

 

44.1kHz

 

 

 

 

 

EMERGENCY

 

PROTECT

UTILITY

 

STORE 0

RECALL

 

 

 

 

CARD

 

 

 

 

 

 

Besturing

DME

Manager

32 uitgangen

DME32 geluidssystemen, of configuraties zoals ze genoemd worden in de DME32, zijn opgebouwd in een intuïtieve “blok diagram” stijl, gebruik makend van Yamaha’s speciaal hiervoor ontwikkelde DME Manager software. Het proces van opbouwen van componenten bestaat uit het toevoegen van de benodigde componenten, het aansluiten van de kabels tussen de verschillende componenten, waarna deze informatie naar de DME32 verstuurd kan worden via de RS232/RS422, USB (Universal Serial Bus), of PC Kaarten.

Als het programmeren achter de rug is functioneert de DME32 als een zelfstandige signaalverwerker en kunt u de PC uitzetten, alhoewel het bij sommige toepassingen handig is om de PC te blijven gebruiken bij het realtime besturen via de DME Manager.

Als de aansluiting met de PC om wat voor reden dan ook tijdelijk verloren gaat, blijft de DME32 gewoon functioneren.

De componenten zijn de bouwstenen van de configuraties. Sommige componenten zijn volledige signaalverwerkers, zoals mengpanelen, compressors, effecten en crossovers, terwijl andere componenten individuele onderdelen zijn zoals faders, schakelaars, pan knoppen en meters. Systeemontwikkelaars kunnen met behulp van de gebruikersmodules hun eigen - voor een speciaal doel ontwikkelde - componenten creëren.

De DME Manager werkt in één van de drie volgende modes: Edit Mode, Cable Mode of Run Mode. De Edit Mode wordt voornamelijk gebruikt bij het opbouwen en wijzigen van configuraties, alhoewel de Edit Mode ook gebruikt kan worden bij het wijzigen en tijdelijk bekijken (previewen) van scenes alvorens de data naar de DME32 te versturen (dit noemen we ‘off-line’ gebruik). De Cable Mode wordt gebruikt bij het aansluiten van de verschillende componenten. De Run Mode wordt gebruikt bij het in realtime aansturen van het DME32 systeem, waarbij is inbegrepen het wijzigen van de component parameters, het opslaan en oproepen van scenes en oproepen van configuraties. In

DME32—Nederlandstalige Handleiding

De DME32 in een notendop

3

de Run Mode hebben handelingen die worden uitgevoerd in de DME Manager direct resultaat op de DME32 en omgekeerd.

De DME32 kan twee configuraties opslaan: A en B. Extra configuraties kunnen worden opgeslagen op PC Kaarten. In iedere configuratie kunnen maximaal 99 scenes - ofwel snapshots van de verschillende component parameter instellingen in de configuratie worden opgeslagen. Configuraties en scenes kunnen worden opgeroepen via het DME32 regelpaneel, via de DME Manager, via MIDI of via de GPI interface. De namen van configuraties en scenes kunnen worden ingegeven middels het toetsenbord van de PC toetsenbord, zodat ze gemakkelijk herkend kunnen worden.

Als de DME32 functioneert als een zelfstandige signaalverwerker kunnen verschillende functies van de DME32 bestuurd worden via het regelpaneel, waaronder de component wijzigingsparameters, het opslaan en oproepen van scenes en het oproepen van configuraties. Het direct oproepen van een bepaalde parameter is mogelijk door deze eerst toe te wijzen aan de [USER DEFINE] knop. De grote, uit twee getallen (digits) bestaande display, geeft de huidige scene weer, en in de uit 48 karakters bestaande LCD worden configuraties en scene namen, component en parameter namen, parameter waarden en dergelijke weergegeven. U kunt met behulp van de wachtwoord beschermingsfuncties voorkomen dat er toegang wordt verkregen tot handelingen waartoe geen toegang verkregen mag worden.

De DME32 is uitgerust met 32 ingangen en 32 uitgangen via vier mini YGDAI kaartsleuven. Los verkrijgbare mini YGDAI (Yamaha General Digital Audio Interface) kaarten zijn verkrijgbaar in een groot aantal analoge en digitale I/O configuraties, die alle populaire digitale aansluitingsformaten ondersteunen, waaronder AES/EBU, ADAT en Tascam TDIF-1. Ingangen en uitgangen kunnen worden uitgebreid met 32, door meerdere DME32’s te combineren via de cascade aansluitingen. Maximaal vier DME32’s kunnen op elkaar worden aangesloten, waardoor maximaal 128 ingangen en 128 uitgangen beschikbaar zijn. Cascade componenten kunnen signalen verdelen op een manier die vergelijkbaar is met de manier waarop bus aansluitingen werken, en op deze manier kunnen ook DSP signalen uitgewisseld worden tussen verschillende DME32’s.

Een uitstekende geluidskwaliteit wordt bereikt door het gebruik van 32-bit interne signaalverwerking en een 48kHz. interne sampel snelheid. Er kan gewerkt worden met externe sampel snelheden tussen 39,69 kHz. en 50,88 kHz. die per configuratie kunnen worden ingesteld.

Het interactief of op afstand bedienen van de functies van de DME32 middels speciaal ontwikkelde besturingselementen en andere apparaten is mogelijk via MIDI en de GPI interface, waarin 16 ingangen en 16 uitgangen vrij toegewezen kunnen worden. Scenes en configuraties kunnen worden opgeroepen met MIDI programmawisseling boodschappen of de GPI interface. Component parameters kunnen worden bestuurd met gebruik van MIDI besturingswijziging boodschappen, systeem exclusief boodschappen of speciaal ontwikkelde besturingselementen die zijn aangesloten op de GPI interface.

Zie pagina 4 voor een overzicht van de kenmerken van de DME32, en zie pagina 6 voor de kenmerken van de DME Manager.

DME32—Nederlandstalige Handleiding

4 Hoofdstuk 1—Welkom

DME32 kenmerken

Geluidskwaliteit

32-bit interne signaalverwerking

48 kHz. interne sampel snelheid

39,69 kHz. tot 50,88 kHz. externe word clock

Geheugen & Opslagcapaciteit

2 configuratie geheugens: A en B

99 scene geheugens per configuratie

Configuraties en scenes kunnen van naam worden voorzien via het toetsenbord van de PC, zodat ze op gemakkelijke wijze herkend kunnen worden

Opslagen verstuurconfiguraties op PC Kaarten

Flexibele I/O

32 ingangen, 32 uitgangen via vier mini YGDAI sleuven

Los verkrijgbare miniYGDAI kaarten bieden een groot aantal verschillende analoge en digitale I/O configuraties, en ondersteunen alle populaire digitale signaalaansluitingsformaten, waaronder AES/EBU, ADAT en Tascam TDIF-1.

Andere analoge I/O mogelijkheden worden geboden met de Yamaha AD824 8-kanaals 24-bit A/D A/D omzetter and DA824 8-kanaals 24-bit D/A D/A omzetter.

Besturingspoorten

Schakelbare RS232/RS422 seriële poorten waarop PC’s kunnen worden aangesloten

Dankzij het gebruik van RS422 kunnen kabel lengtes tot één kilometer bereikt worden (slechts 15 meter in het geval RS232)

De USB poort, waarop de PC kan worden aangesloten, kan op handige wijze worden bestuurd vanaf het regelpaneel

COM poort voor het besturen van de versterkingfactor van een AD824 hoofdversterker

Meerdere eenheden

Cascade poorten maken het mogelijk om maximaal vier DME32’s tegelijk te gebruiken

I/O uitbreiding, in stappen van 32, waarmee bij het maximale gebruik van vier DME32’s 128 ingangen en 128 uitgangen beschikbaar worden

32 cascade bussen maken bus-achtige geluidsdistributie en het verdelen van signaal mogelijk tussen meerdere DME32’s

Afstandsbediening

Het oproepen van configuraties en scenes met behulp van MIDI programmawisseling boodschappen

Besturing van component parameters middels MIDI besturingswijziging boodschappen of systeem exclusief boodschappen

GPI interface met 16 vrij toewijsbare ingangen en 16 vrij toewijsbare uitgangen

Noodtoestand mode is toewijsbaar aan de verschillende GPI ingangen

DME32—Nederlandstalige Handleiding

DME32 kenmerken

5

Zelfstandige bediening

De DME Manager kan worden afgekoppeld zodra de DME32 is geprogrammeerd

Een speciaal toetsenbord voor het oproepen en opslaan van scenes

Data wiel en INC/DEC knoppen voor het wijzigen van component parameters

Toewijsbare [USER DEFINE] knop voor het snel toegang krijgen tot parameters

Diversen

Grote, uit 2 getallen (zgn. digits) bestaande scene nummer indicator

48-karakter LCD

Wachtwoord bescherming voorkomt toegang tot handelingen die niet zonder meer uitgevoerd mogen worden

Word clock I/O en schakelbare vergrendeling bij het bedienen van master/slaves

3U rek ruimte

DME32—Nederlandstalige Handleiding

6 Hoofdstuk 1—Welkom

DME Manager kenmerken

Componenten

Beschikbare verwerkingscomponenten zijn onder andere crossovers, dynamiekbewerkers, filters, GEQ, PEQ, effecten, enzovoorts

Beschikbare part-achtige componenten zijn onder andere faders, meters, schakelaars, pan knoppen, enzovoorts

U kunt speciale componenten creëren in gebruikersmodules

U kunt veelgebruikte besturingelementen kopiëren naar speciale besturingsvensters

U kunt de grootte van draaiknoppen en sliders aanpassen

Edit Mode

U kunt componenten naar en in configuratie vensters verslepen en plaatsen

Componenten kunnen gewijzigd worden middels standaard cut, copy, en paste commando’s.

U kunt de verschijning van componenten aanpassen, inclusief naam, grootte en kleur

DSP signaal meter geeft ongeveer aan wat de verwerker verbruikt

Componenten vallen netjes op hun plaats en kunnen verdeeld worden aan de hand van een grid (raster)

Vergroot en verklein componenten in detail voor een goed overzicht van een configuratie

Cable Mode

Sluit componenten op elkaar aan door kabels te verslepen tussen ingang en uitgang nodes

Sluit kabels van component nodes individueel of in meervoud aan

Run Mode

Realtime besturing met behulp van de DME Manager

Wijzig component parameters, roep en sla scenes op, en roep configuraties op

Handelingen die worden verricht in de DME Manager hebben onmiddellijk resultaat in de DME32 en andersom.

Bediening zonder de DME32 (off-line gebruik)

Bouw configuraties op en wijzig configuraties zonder de DME32

Wijzig, geef namen aan en wis scenes zonder de DME32

Bekijk scenes zonder de DME32

Configuraties & Scenes

Voorzie configuraties en scenes van een naam middels het toetsenbord van de PC

Configuraties kunnen worden opgeslagen op verscheidene soorten Windows media, waaronder PC Kaarten

U kunt tegelijkertijd meerdere configuraties openen

DME32—Nederlandstalige Handleiding

Over deze handleiding

7

Gemakkelijke bediening

Versleep draaiknoppen en sliders

Stel PEQ parameters in door ze te verslepen naar punten in een EQ curve

Het inhoudgevoelige Shortcut Menu bevat vaak gebruikte commando’s

Het zwevende gereedschappen palet en het Alt-click Mode menu voor het snel wisselen van modes

Andere kenmerken

Maximaal 32 parameter-link groepen voor het groeperen van faders, het besturen van het stereosignaal of crossover frequenties in systemen die uit meerdere versterkers bestaan

Link parameters, verdeeld over meerdere, in cascade aangesloten, DME32’s

Met het uit 3 niveaus bestaande wachtwoord beveiligingssysteem kunt u kiezen voor volledige toegang, gelimiteerde toegang en het geen toegang geven aan de DME32

Configuratie informatie kan worden afgedrukt op papier, waaronder diagrammen, componenten parameterlijsten

Over deze handleiding

Deze Nederlandstalige Handleiding bevat alle informatie die u nodig heeft om de DME32 Digital Mixing Engine en DME Manager te bedienen. Middels de inhoudsopgave kunt u zichzelf bekend maken met de structuur van deze handleiding en de belangrijkste termen. Met behulp van de index kunt u specifieke informatie vinden. Een opsomming van de technische termen en jargon kunt u vinden op pagina 287.

In deze handleiding noemen we de DME32 Digital Mixing Engine en de DME manager software voor het gemak respectievelijk de “DME32” en de “DME Manager. “PC” slaat op een IBM PC-compatibele computer die gebruik maakt van een Windows besturingssysteem.

Het installeren van de DME32

Bij het installeren van de DME32 in een rack, moet u eerst de pootjes van de DME32 loshalen en bovendien voldoende ventilatieruimte vrijlaten rondom de DME32 (op z’n minst 15 cm vrije ruimte achter de DME32). Als u de DME32 gaat plaatsen in een draagbaar rack of koffer, moet u de achterkant van de koffer openlaten tijdens het gebruik van het apparaat, zodat de luchtstroming niet belemmerd wordt. Monteer de DME32 nooit boven apparatuur die een hoop warmte produceert zoals een eindversteker.

DME32—Nederlandstalige Handleiding

8 Hoofdstuk 1—Welkom

DME32—Nederlandstalige Handleiding

Om te beginnen

9

Om te beginnen

2

In dit hoofdstuk...

De eerste stappen . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 10 Aansluiten op een PC . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 11 Het stroomsnoer aansluiten . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 12 De DME32 aan- & uitzetten . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 12 De DME Manager installeren . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 13 De DME Manager upgraden & opnieuw installeren . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 13 Opstarten van de DME Manager . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 14 Verlaten van de DME Manager . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 14 DME Manager & Windows 98 . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 14

DME32—Nederlandstalige Handleiding

10 Hoofdstuk 2—Om te beginnen

De eerste stappen

Op de volgende manier kunt u zonder al te veel moeite beginnen te werken met het DME32 systeem.

1Maak uzelf bekend met de DME32.

Zie “Door de DME32 Gaan” op pagina 15.

2Installeer de benodigde mini YGDAI I/O kaarten.

Zie “I/O Opties” op pagina 251.

3Sluit uw geluidsbronnen en andere apparatuur aan op de ingangen en uitgangen.

4Sluit de DME32 aan op uw PC.

Zie “Aansluiten op een PC” op pagina 11.

5Sluit het stroomsnoer aan en zet de DME32 aan.

Zie “Het stroomsnoer aansluiten” op pagina 12 en “De DME32 aan- & uitzetten” op pagina 12.

6Installeer de DME Manager.

Zie “De DME Manager installeren” op pagina 13.

7Start DME Manager op.

Zie “Opstarten van de DME Manager” op pagina 14.

8Maak uzelf bekend met de DME Manager.

Zie “Door de DME Manager gaan” op pagina 21.

9Bouw een configuratie op.

Zie “Configuraties opbouwen” op pagina 43.

10Compileer de configuratie.

Zie “Compileren van configuraties” op pagina 61.

11Verstuur de configuratie naar de DME32.

Zie “Configuraties versturen naar de DME32” op pagina 62.

12Probeer de configuratie uit.

Zie “Bediening van het systeem” op pagina 65.

DME32—Nederlandstalige Handleiding

Aansluiten op een PC

11

Aansluiten op een PC

De DME32 kan worden aangesloten op een PC via standaard RS232/RS422 seriële aansluitingen of via USB (Universal Serial Bus). Als de DME32 een commando ontvangt via de seriële poort, dan wordt er alleen een respons verstuurd naar de seriële poort. Hetzelfde geldt voor de USB poort, als de DME32 een commando ontvangt via de USB poort, dan wordt er alleen een respons verstuurd naar de USB poort.

Seriële poort

De PC CONTROL poort is uitgerust met een schakelaar

 

PC CONTROL

waarmee RS232 of RS422 geselecteerd kan worden.

 

 

Deze twee seriële poorten zijn bijna hetzelfde, het groot- RS

RS

ste verschil is dat de RS422 gebalanceerd is en daarom

232C

422

 

 

kan werken met langere kabels. RS232 ondersteunt

 

 

kabels met een maximale lengte van 15 meter, terwijl

 

 

RS422 kabels ondersteunt met een maximale lengte van 1 kilometer. Selecteer de poort die overeenkomt met de seriële poort op uw PC.

Seriële kabel

 

 

 

 

 

PC CONTROL poort

WORD CLOCK

MIDI

 

PC CONTROL

COM

CASCADE OUT

CASCADE IN

OUT

IN

OUT

IN

 

 

 

 

 

75

 

RS

RS

 

 

 

ON

OFF

 

232C

422

 

 

 

IN +V

 

4

 

 

 

 

3

 

SLOT

 

 

 

 

SLOT

AC IN

 

 

 

 

 

 

 

OUT GND

 

 

 

 

 

 

 

IN +V

 

2

 

 

 

 

1

 

SLOT

 

 

 

 

SLOT

OUT GND

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

COM poort

U kunt bepalen welke COM poort op uw PC wordt gebruikt door de DME Manager, alhoewel u wel eerst de DME Manager moet installeren om dit te doen. Open in een tekstverwerkingsprogramma de “setup.ini” file in de DME folder. Wijzig vervolgens het nummer van de COM parameter in het nummer van de COM poort die u wilt gebruiken. Als u bijvoorbeeld gebruik wilt maken van COM poort 2 moet de instelling “COM2” weergeven (zonder de aanhalingstekens).

USB

Een bijzonder handige manier om een PC aan te sluiten op de DME32, is via de USB poort op het regelpaneel, ideaal bij systemen waar niet gemakkelijk toegang wordt verkregen tot het achterpaneel van de DME32.

SCENE NO.

CONFIGURATION

SCENE

 

DATA

SCENE RECALL

 

 

XXXXXYAMAHAXDME32

 

 

7

8

9

 

 

XDigitalXMixingXEngine

 

INC

 

 

 

 

 

 

 

 

4

5

6

POWER

48kHz

COMPONENT

PARAMETER

VALUE

 

DEC

 

 

ON OFF

44.1kHz

 

 

 

USER DEFINE

1

2

3

 

LOCK

 

 

 

 

 

 

 

 

EMERGENCY

 

PROTECT

UTILITY

 

STORE

0

RECALL

 

 

 

CARD

 

 

 

 

 

DIGITAL MIXING ENGINE

USB poort

USB poort

USB kabel

DME32—Nederlandstalige Handleiding

12 Hoofdstuk 2—Om te beginnen

Het stroomsnoer aansluiten

Waarschuwing: Zet altijd alle apparatuur uit alvorens stroomsnoeren aan te sluiten.

Sluit het vrouwtjes contrastekker uiteinde van het meegeleverde

 

AC IN

stroomsnoer aan op de AC IN mannetjes contrastekker op het achterpa-

 

neel van de DME32. Steek het stekker-uiteinde van het stroomsnoer in

 

een geschikt stopcontact, en wel een stopcontact dat overeenkomt met

 

de stroomvoorzieningsvereisten die worden opgesomd op het achterpa-

 

neel van de DME32.

 

 

 

De DME32 aan- & uitzetten

Om te voorkomen dat de luidsprekers luide klikken en ploppen voortbrengen, zou u uw geluidsapparatuur in de volgende volgorde aan moeten zetten (draai deze volgorde om bij het uitzetten van uw geluidsapparatuur) — eerst geluidsbronnen, dan mengpaneel of recorder (bijvoorbeeld 02R, DME32, D24, enzovoorts) en eindversterkers.

1Druk op de [POWER] schakelaar om de DME32 aan te zetten.

De volgende melding verschijnt kortstondig in de display.

POWER ONOFF

XXXXXYAMAHAXDME32

XDigitalXMixingXEngine

Het nummer en de naam van de huidige configuratie en scene verschijnt in de display. De eerste parameter van het eerste component wordt geselecteerd, mits er geen [USER DEFINE] knop is toegewezen. In dat geval verschijnt namelijk de parameter die is toegewezen aan die knop en licht de USER DEFINE indicator op.

Als de DME32 voor de eerste keer wordt aangezet, of wanneer deze wordt geïnitializeerd, bevat het geheugen van configuratie A een eenvoudige configuratie met de naam “Mix1616.” Deze configuratie is opgeslagen in de DME32 en kan worden overschreven door een andere configuratie te versturen vanaf de DME Manager.

2 Druk nogmaals op de [POWER] schakelaar om de DME32 uit te zetten.

DME32—Nederlandstalige Handleiding

De DME Manager installeren

13

De DME Manager installeren

Systeemvereisten

Een computer met een 200 MHz. of snellere Intel Pentium MMX verwerker of aanverwante computer

Minimaal 32 MB RAM (64 MB of meer aanbevolen)

Een harde schijf met minimaal 20 MB vrije ruimte

Een CD-ROM of DVD-ROM eenheid (nodig bij het installeren)

Een VGA of betere monitor (minimaal 640 x 480, 256 kleuren)

Een RS232 of RS422 seriële poort of een USB poort

Windows 95/98

Het installeren van de DME Manager

Zorg er voor, alvorens u de DME Manager installeert, dat uw PC voldoet aan de opgesomde systeemvereisten.

1Zet uw PC aan en start Windows op, als dit al niet het geval is.

De PC hoeft niet persé aangesloten te zijn bij het installeren van de DME Manager.

2Doe de DME32 CD-ROM schijf in uw CD-ROM of DVD-ROM eenheid.

Als de Windows CD-ROM Autorun functie aanstaat, dan verschijnt automatisch het installatie startscherm.

3Ga door met installeren als dit weergegeven wordt op het scherm.

Als de Windows CD-ROM Autorun functie niet aanstaat, dan moet u het installatieproces met de hand starten, op de manier zoals hieronder wordt uitgelegd.

4Dubbel-klik op het My Computer ikoon.

Het My Computer venster opent.

5Dubbel-klik op de “DME32” CD-ROM ikoon.

Hierop verschijnt het installatie startscherm.

6Ga door met installeren als dit weergegeven wordt op het scherm.

Als het installatieproces voltooid is, dan kunt u het CD-ROM schijfje uit de CD-ROM eenheid verwijderen en deze terugstoppen in zijn hoesje om te voorkomen dat deze kwijtraakt.

Het installatieprogramma voegt een DME item toe aan het Programs Menu in Windows.

De DME Manager upgraden & opnieuw installeren

Alvorens de DME Manager te upgraden of opnieuw te installeren, moet u als volgt de eerder geïnstalleerde versie verwijderen.

1Verwijder met het Add/Remove regelpaneel de DME Manager.

2Lokaliseer de “DME” folder en wis deze.

Normaal gesproken bevindt de “DME” folder zich in “C:\Programs”

DME32—Nederlandstalige Handleiding

14 Hoofdstuk 2—Om te beginnen

Opstarten van de DME Manager

1Klik op de Windows “Start” knop en selecteer Programs, DME.

De DME Manager start up.

Zodra de DME Manager is geladen controleert deze of er actieve DME32’s zijn aangesloten, waarbij met actief bedoeld wordt DME32’s die zijn aangesloten en aanstaan. Als er een actieve DME32 gevonden wordt die configuratie data bevat, dan verschijnt er een melding waarin gevraagd wordt of u deze configuratie wilt ontvangen. Als u besluit deze configuratie te ontvangen, dan worden alle configuratie gegevens in de DME32 verstuurd naar de DME Manager en weergegeven in de nieuwe configuratie vensters, en de DME Manager gaat naar de Run Mode. (Zie pagina 65 voor meer informatie over de Run Mode.) Als u besluit de gegevens niet te ontvangen, dan gaat de DME Manager naar de Edit Mode.

Als er geen DME32s wordt gevonden, dan verschijnt de melding “DME32 not found!”. In dit geval kunt u op OK klikken om door te gaan met het off-line gebruiken van de DME Manager in Edit Mode. Als een DME32 beschikbaar wordt na het opstarten van de DME Manager, dan verschijnt wederom de melding waarin gevraagd wordt of u de configuratie gegevens wilt ontvangen. Als u op dit punt besluit de gegevens te ontvangen, dan worden alle configuratie gegevens in de DME32 verstuurd naar de DME Manager en weergegeven in de nieuwe configuratie vensters, en de DME Manager gaat naar de Run Mode. (Zie pagina 65 voor meer informatie over de Run Mode.) Als u besluit de gegevens niet te ontvangen gaat de DME Manager naar de Edit mode.

Configuratie gegevens kunnen worden ontvangen vanaf de DME32 door gebruik te maken van het data transfer venster. Zie “Configuraties ontvangen van de DME32” op pagina 63 voor meer informatie.

Verlaten van de DME Manager

1Selecteer Exit in het File Menu.

Als de configuratie vensters geen on-opgeslagen wijzigingen bevatten, worden alle configuratie vensters gesloten en wordt de DME Manager verlaten.

Als een configuratie venster aanwezig is waarvan bepaalde wijzigingen nog niet zijn opgeslagen, dan verschijnt er een melding waarin gevraagd wordt of u de wijzigingen op wilt slaan. Klik op OK om de wijzigingen op te slaan, of klik op Cancel om de handeling te annuleren.

De DME Manager kan ook worden verlaten door op de Close knop te klikken rechtsboven in het hoofdvenster.

DME Manager & Windows 98

Als u gebruik maakt van de DME Manager in Windows 98 kan het voorkomen dat het bewegen van component besturingsvensters schokt. Ga, om dit probleem in Windows 98 op te lossen, naar het display regelpaneel en klik op de Effects tabulator, en zet vervolgens de optie “Show window contents while dragging” uit.

DME32—Nederlandstalige Handleiding

Door de DME32 Gaan

15

Door de DME32 gaan

3

In dit hoofdstuk...

 

Regelpaneel . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .

16

Achterpaneel . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .

19

DME32—Nederlandstalige Handleiding

16 Hoofdstuk 3—Door de DME32 gaan

Regelpaneel

1 2

3

4

5

6

7

8

SCENE NO.

CONFIGURATION

SCENE

 

DATA

SCENE RECALL

 

 

XXXXXYAMAHAXDME32

 

 

7

8

9

 

 

 

 

 

 

 

 

 

XDigitalXMixingXEngine

 

INC

 

 

 

 

 

 

 

 

4

5

6

POWER

 

 

 

 

 

 

 

 

48kHz

COMPONENT

PARAMETER

VALUE

 

DEC

 

 

ON OFF

 

 

 

 

 

 

 

44.1kHz

 

 

 

USER DEFINE

1

2

3

 

LOCK

 

 

 

 

 

 

 

 

EMERGENCY

 

PROTECT

UTILITY

 

STORE

0

RECALL

 

 

 

CARD

 

 

 

 

 

DIGITAL MIXING ENGINE

90 A B CDE F G H I J K L

1SCENE Nr. indicator

Deze uit 2-getallen (zgn. digits) bestaande display toont het nummer van het huidige scene geheugen. Het nummer knippert als er een ander scene geheugen wordt geselecteerd, en stopt met knipperen als het betreffende scene geheugen wordt opgeroepen of als deze wordt opgeslagen.

2Scene wijzig puntjes

Deze twee puntjes geven aan of de huidige instellingen overeenkomen met de instellingen van het laatst opgeroepen scene geheugen. Als een scene wordt opgeroepen, dan gaan beide indicators uit. Als een parameter wordt gewijzigd, dan lichten ze beiden op, om aan te geven dat de parameter is gewijzigd sinds de laatste keer dat de scene werd opgeroepen.

3Venster

Deze uit 48-karakters bestaande LCD display toont informatie zoals configuratie-, scene-, componenten parameternamen, parameterwaarden, functies, meldingen, enzovoorts. Het venster is verdeeld in vijf gedeelten —CONFIGURATION, SCENE, COMPONENT, PARAMETER en VALUE—zoals wordt getoond in het volgende voorbeeld.

CONFIGURATION

SCENE

SetupXXAXDefaultXXScene

OscillaXXWaveforXXX100Hz

COMPONENT PARAMETER

VALUE

4DATA wiel

Met dit wiel kunt u configuraties, componenten en parameters selecteren, en waarden en andere instellingen wijzigen. Draai het wiel met de klok mee om een waarde te verhogen, draai deze tegen de klok in om een waarde te verlagen.

DME32—Nederlandstalige Handleiding

Regelpaneel 17

5INC & DEC knoppen

Deze knoppen werken samen met het DATA wiel en kunnen worden gebruikt bij het selecteren van configuraties, componenten en parameters, bij het instellen van waarden en bij het wijzigen van instellingen. Verhoog waarden met de [INC] knop; verlaag waarden met de [DEC] knop.

6STORE knop

Met deze knop kunt u scenes opslaan. Zie “Opslaan van scenes” op pagina 199 voor meer informatie.

7SCENE RECALL numeriek toetsenbord

Met het numerieke toetsenbord kunt u scene geheugen nummers van 1 tot 99 ingeven.

8RECALL knop

Met deze knop kunt u scenes oproepen. Zie “Oproepen van scenes” op pagina 200 voor meer informatie.

948kHz. & 44,1kHz. indicators

Deze indicators tonen de geselecteerde word clock frequentie: 48 kHz. of 44,1 kHz. Zie “Selecteren van de word clock bron” op pagina 229 voor meer informatie.

0LOCK indicator

Deze indicator toont of de DME32 word clock is vergrendeld aan de geselecteerde word clock bron. Deze gaat branden als de DME32 word clock is vergrendeld. Zie “Selecteren van de word clock bron” op pagina 229 voor meer informatie.

AEMERGENCY indicator

Deze indicator gaat branden als de GPI ingang die is toegewezen aan Emergency is geactiveerd. In de Noodtoestand Mode mute de DME32 alle uitgangen totdat er geen sprake meer is van een noodtoestand. Zie “Noodtoestand Mode” op pagina 220 voor meer informatie.

BUSB port

Via deze USB poort kunt u de DME32 aansluiten op een Windows PC. Deze aansluiting is bovendien een handig alternatief is voor de PC CONTROL poort op het achterpaneel. Zie “Aansluiten op een PC” op pagina 11 voor meer informatie.

CCOMPONENT knop & indicator

Met deze knop kunt u het COMPONENT gedeelte van het scherm selecteren. Als u op deze knop drukt, dan springt de cursor naar het COMPONENT gedeelte van het scherm waarop de COMPONENT indicator gaat branden. De knop wordt ook gebruikt bij de utility functies.

Met deze knop kan ook de volledige titel van een component in het DME32 scherm bekeken worden. Normaal worden alleen de eerste zeven karakters van de naam van een component weergegeven. Als u op de [COMPONENT] knop drukt, dan wordt de volledige titel weergegeven in het PARAMETER gedeelte van het scherm. Als u nogmaals op de knop drukt, dan keert de normale informatie terug in het scherm.

DPARAMETER knop & indicator

Met deze knop kunt u het PARAMETER gedeelte van het scherm selecteren. Als u op deze knop drukt, dan verspringt de cursor naar het PARAMETER gedeelte van het scherm en de PARAMETER indicator gaat branden. Deze knop wordt ook gebruikt bij de utilityen beveiligingsfuncties.

EPROTECT knop & indicator

Deze knop wordt gebruikt in samenwerking met de beveiligingsfunctie, waarmee u voorkomen dat iedereen zonder meer toegang kan krijgen tot de DME32. De PRO-

DME32—Nederlandstalige Handleiding

18 Hoofdstuk 3—Door de DME32 gaan

TECT indicator gaat branden als de [PROTECT] knop wordt ingedrukt. Zie “Beperkte toegang tot de DME32” op pagina 203 voor meer informatie.

FCARD sleuf

Hier kunt u los verkrijgbare PC geheugenkaarten insteken, waardoor er meer configuratie en scene opslagruimte beschikbaar komt. Zie “PC Kaarten” op pagina 221 voor meer informatie.

GCARD eject knop

Met deze knop kunt u de PC kaarten verwijderen. Zie “Insteken & verwijderen van PC kaarten” op pagina 222 voor meer informatie.

HUTILITY knop & indicator

Deze knop geeft toegang tot de utility functies. De UTILITY indicator gaat branden als de [UTILITY] knop wordt ingedrukt.

IVALUE knop & indicator

Met deze knop wordt het VALUE gedeelte in het scherm geselecteerd. Als deze knop wordt ingedrukt, dan verspringt de cursor naar het VALUE gedeelte van het scherm en gaat de VALUE indicator branden.

JUSER DEFINE knop & indicator

Deze knop geeft u direct toegang tot een bepaalde parameter. De USER DEFINE indicator gaat branden zodra de [USER DEFINE] knop wordt ingedrukt. Zie “Parameters wijzigen & de gebruikersknop instellingen” op pagina 201 voor meer informatie.

KCursor knoppen ( / )

Met deze knoppen kunt u de cursor bewegen in het scherm. De linker () cursor knop beweegt de cursor naar links, de rechter () cursor knop beweegt de cursor naar rechts.

LPOWER schakelaar

Met deze schakelaar kunt u de DME 32 aanzetten. Zie “De DME32 aan- & uitzetten” op pagina 12 voor meer informatie.

Er bevinden zich twee M3 schroefgaten boven en onder de POWER schakelaar, met

34 mm vrije ruimte tussen de gaten, waartussen een afdekkap ter bescherming bevestigd kan worden. Yamaha biedt deze afdekkap echter niet te koop aan, dus deze afdekkap moet de gebruiker zelf gemaakt worden of van derden worden betrokken.

DME32—Nederlandstalige Handleiding

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

Achterpaneel

19

 

Achterpaneel

 

 

 

 

 

 

 

1

 

2 3 4

 

5

6

7

8

9

0

 

 

 

 

WORD CLOCK

 

 

MIDI

 

PC CONTROL

COM

CASCADE OUT

CASCADE IN

 

 

 

OUT

 

 

75

IN

 

OUT

 

IN

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

RS

RS

 

 

 

 

 

 

 

 

 

ON

OFF

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

232C

422

 

 

 

 

 

 

16

15

14

13

12

11

10

9

4

 

 

 

 

 

 

3

 

IN +V

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

SLOT

 

 

 

 

 

 

SLOT

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

AC IN

16

15

14

13

12

11

10

9

 

 

 

 

 

 

 

 

OUT GND

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

8

7

6

5

4

3

2

1

2

 

 

 

 

 

 

1

 

IN +V

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

SLOT

 

 

 

 

 

 

SLOT

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

8

7

6

5

4

3

2

1

 

 

 

 

 

 

 

 

 

OUT GND

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

A

 

 

 

B

 

 

 

 

 

 

 

 

C

 

 

1AC IN aansluiting

Via deze aansluiting kan de DME32 op een stopcontact aangesloten worden, met behulp van het meegeleverde stroomsnoer. Zie “Het stroomsnoer aansluiten” op pagina 12 voor meer informatie.

2WORD CLOCK OUT aansluiting

Via deze BNC aansluiting wordt het intern gegenereerde word clock signaal of het word clock signaal verstuurd dat wordt ontvangen bij de WORD CLOCK IN, als er een externe word clock bron is geselecteerd. Zie “Word clock aansluitingen” op pagina 229 voor meer informatie.

3WORD CLOCK 75AAN/UIT schakelaar

Deze schakelaar sluit het word clock signaal af dat wordt ontvangen door de WORD CLOCK IN. Zie “Word clock aansluitingen” op pagina 229 voor meer informatie.

4WORD CLOCK IN aansluiting

Via deze BNC aansluiting kan een extern word clock signaal worden ontvangen. Zie “Word clock aansluitingen” op pagina 229 voor meer informatie.

5MIDI IN & OUT poorten

Dit zijn standaard MIDI IN en OUT poorten. Hiermee kunt u de DME32 aansluiten op andere MIDI apparatuur, waarna de apparatuur op afstand bediend kan worden met behulp van MIDI programmawisseling boodschappen, besturingswijziging boodschappen en parameterwijziging boodschappen. Zie “MIDI & de DME32” op pagina 242 voor meer informatie.

6PC CONTROL RS232C/RS422 schakelaar

Deze schakelaar selecteert het format van de PC CONTROL poort. Zie “Aansluiten op een PC” op pagina 11 voor meer informatie.

7PC CONTROL poort

Deze 9-pin D-sub aansluiting van de DME32 kan worden aangesloten op de seriële poort van een Windows PC. Zie “Aansluiten op een PC” op pagina 11 voor meer informatie.

DME32—Nederlandstalige Handleiding

20 Hoofdstuk 3—Door de DME32 gaan

8COM poort

Deze 9-pin D-sub aansluiting van de DME32 kan worden aangesloten op een Yamaha AD824 A/D omzetter. Zie “AD824 & DA824 omzetters” op pagina 256 voor meer informatie.

9CASCADE OUT poort

Deze 50-pin half-pitch aansluiting wordt gebruikt om meerdere DME32’s in cascade aan te sluiten, waardoor één - uit meerdere eenheden bestaand - systeem ontstaat. Zie “Over meerdere DME32’s” op pagina 236 voor meer informatie.

0CASCADE IN poort

Deze 50-pin half-pitch aansluiting wordt gebruikt om meerdere DME32’s in cascade aan te sluiten, waardoor één - uit meerdere eenheden bestaand - systeem ontstaat . Zie “Over meerdere DME32’s” op pagina 236 voor meer informatie.

AAarde aansluiting

Om veiligheidsredenen is het van groot belang dat de DME32 wordt geaard. Het meegeleverde stroomsnoer is uitgerust met een stekker met drie pootjes, en als de aarde aansluiting van het stopcontact geaard is, dan is de DME32 voldoende geaard via het stroomsnoer. Als stopcontact echter niet geaard is, dan moet u het apparaat zelf van aarde voorzien via deze aarde aansluiting. Het aarden is bovendien een goede methode om brom, interferentie en andere bijgeluiden te voorkomen.

BGPI aansluitingen

Deze vier Euro-blok aansluitingen vormen de GPI (General Purpose Interface) van de DME32 waarmee de functies van de DME32 interactief op afstand kunnen worden bediend, met behulp van voor speciale doeleinden ontwikkelde besturingselementen en andere besturingsapparatuur. Zie “GPI Interface” op pagina 211 voor meer informatie.

CSLOT 1–4

Deze vier sleuven zijn bedoeld om gebruikt te worden met los verkrijgbare mini YGDAI kaarten, die een groot aantal analoge en digitale I/O mogelijkheden bieden. Zie “I/O Opties” op pagina 251 voor meer informatie.

DME32—Nederlandstalige Handleiding

Loading...
+ 276 hidden pages