Yamaha CLP-585, CLP-575, CLP-545, CLP-535, CLP-565GP MIDI REFERENCE [nl]

Gebruikershandleiding
BELANGRIJK
— Controleer de spanningsvoorziening —
(
CLP- 585 / 575
)
Zorg dat de lokale stroomvoorziening overeenkomt met het voltage dat op het naamplaatje onder op het instrument wordt vermeld. In sommige gebieden kan het instrument zijn voorzien van een voltageschakelaar op de bodemplaat, bij de netsnoeraansluiting. Controleer of de voltageschakelaar op het voltage in uw land is ingesteld. De voltageschakelaar is ingesteld op 240 V als het instrument wordt geleverd. Gebruik om de schakelaar in te stellen een platte schroevendraaier en draai hiermee de schakelaarschijf zodanig dat het juiste voltage zich tegenover de pijl op het paneel bevindt.
Lees de "VOORZORGSMAATREGELEN" op pagina 6 en 7 voordat u het instrument in gebruik neemt. Raadpleeg de instructies aan het eind van deze handleiding voor informatie over de montage van het instrument.
CLP-585 CLP-575 CLP-545 CLP-535 CLP-565GP
NL
OBSERVERA!
Apparaten kopplas inte ur växelströmskällan (nätet) så länge som den ar ansluten till vägguttaget, även om själva apparaten har stängts av.
ADVARSEL: Netspændingen til dette apparat er IKKE afbrudt, sålænge netledningen
sidder i en stikkontakt, som er tændt — også selvom der er slukket på apparatets afbryder.
VARO ITUS : Laitteen toisiopiiriin kytketty käyttökytkin ei irroita koko laitetta verkosta.
(standby)
Informatie voor gebruikers van inzameling en verwijdering van oude apparaten.
Dit teken op de producten, verpakkingen en/of bijgaande documenten betekent dat gebruikte elektrische en elektronische producten niet mogen worden gemengd met algemeen huishoudelijk afval. Breng alstublieft voor de juiste behandeling, herwinning en hergebruik van oude producten deze naar daarvoor bestemde verzamelpunten, in overeenstemming met uw nationale wetgeving en de instructies 2002/96/EC.
Door deze producten juist te rangschikken, helpt u het redden van waardevolle rijkdommen en voorkomt u mogelijke negatieve effecten op de menselijke gezondheid en de omgeving, welke zich zou kunnen voordoen door ongepaste afvalverwerking.
Voor meer informatie over het inzamelen en hergebruik van oude producten kunt u contact opnemen met uw plaatselijke gemeente, uw afvalverwerkingsbedrijf of het verkooppunt waar u de artikelen heeft gekocht.
[Voor zakelijke gebruikers in de Europese Unie]
Mocht u elektrische en elektronisch apparatuur willen weggooien, neem dan alstublieft contact op met uw dealer of leverancier voor meer informatie.
[Informatie over verwijdering in ander landen buiten de Europese Unie]
Dit sym
bool is alleen geldig in de Europese Unie. Mocht u artikelen weg willen gooien, neem dan alstublieft contact op met uw plaatselijke overheidsinstantie of dealer en vraag naar de juiste manier van verwijderen.
(weee_eu_nl_01)
Het modelnummer, het serienummer, de stroomvereisten, enz. worden
De naamplaat bevindt zich aan de onderzijde van het apparaat.
vermeld op of in de nabijheid van het naamplaatje, dat zich aan de onderzijde van het toestel bevindt. Het is raadzaam dit serienummer in de hieronder gereserveerde ruimte te noteren. Bewaar ook deze handleiding als permanent aankoopbewijs om identificatie in geval van diefstal te vergemakkelijken.
Modelnummer
Serienummer
(bottom_nl_01)

VOORZICHTIG

Spanningsvoorziening/netsnoer
Niet openen
Waarschuwing tegen water
Waarschuwing tegen brand
Als u onregelmatigheden opmerkt
LEES DIT ZORGVULDIG DOOR VOORDAT U VERDERGAAT
Bewaar deze gebruikershandleiding op een veilige en handige plaats voor eventuele
toekomstige raadpleging.
WAARSCHUWING
Volg altijd de hierna vermelde algemene voorzorgsmaatregelen op om ernstig of zelfs dodelijk letsel als gevolg van elektrische schokken, kortsluiting, beschadiging, brand of andere gevaren te voorkomen. Deze maatregelen houden in, maar zijn niet beperkt tot:
• Plaats het netsnoer niet in de buurt van warmtebronnen zoals verwarming en kachels. Verbuig of beschadig het snoer ook niet en plaats geen zware voorwerpen op het snoer.
• Gebruik het instrument uitsluitend op de voorgeschreven elektrische spanning. De vereiste spanning wordt vermeld op het naamplaatje van het instrument.
• Gebruik uitsluitend het meegeleverde netsnoer met stekker.
• Controleer de elektrische stekker regelmatig en verwijder vuil of stof dat zich erop heeft verzameld.
• Dit instrument bevat geen door de gebruiker te repareren onderdelen. Maak het instrument nooit open en probeer niet de inwendige onderdelen te demonteren of te wijzigen. Als het instrument defect lijkt, stopt u onmiddellijk met het gebruik ervan en laat u het instrument nakijken door bevoegd Yamaha-servicepersoneel.
• Stel het instrument niet bloot aan regen en gebruik het niet in de buurt van water of in een vochtige omgeving. Plaats nooit voorwerpen (zoals vazen, flessen of glazen) die vloeistof bevatten op het instrument. Wanneer een vloeistof, zoals water, in het instrument lekt, schakelt u het instrument onmiddellijk uit en verwijdert u de stekker uit het stopcontact. Laat het instrument vervolgens nakijken door bevoegd Yamaha-servicepersoneel.
• Steek/verwijder nooit een stekker in/uit het stopcontact wanneer u natte handen hebt.
• Plaats geen brandende voorwerpen, zoals kaarsen, op het apparaat. Een brandend voorwerp kan omvallen en brand veroorzaken.
• Als een van de volgende storingen optreedt, schakelt u de POWER-schakelaar onmiddellijk uit en verwijdert u de stekker uit het stopcontact. Laat het instrument vervolgens nakijken door bevoegd Yamaha-servicepersoneel.
- Het netsnoer of de stekker raakt versleten of beschadigd.
- Het instrument verspreidt een ongebruikelijke geur of er komt rook uit het
instrument.
- Er is een voorwerp gevallen in het instrument.
- Het geluid valt plotseling weg tijdens het gebruik van het instrument.
CLP-585/575/545/535/565GP Gebruikershandleiding
6
DMI-5 1/2
VOORZICHTIG
Spanningsvoorziening/netsnoer
Montage
Locatie
Aansluitingen
Zorgvuldig behandelen
Bank gebruiken (indien meegeleverd)
Volg altijd de hierna vermelde algemene voorzorgsmaatregelen op om lichamelijk letsel bij uzelf en anderen of beschadiging van het instrument en andere eigendommen te voorkomen. Deze maatregelen houden in, maar zijn niet beperkt tot:
• Sluit het instrument niet via een verdeelstekker aan op het stopcontact. Dit kan leiden tot een verminderde geluidskwaliteit of oververhitting in het stopcontact.
• Trek altijd aan de stekker en nooit aan het snoer wanneer u de stekker verwijdert uit het instrument of het stopcontact. Het snoer kan beschadigd raken als u eraan trekt.
• Verwijder de stekker uit het stopcontact tijdens onweer of als u het instrument gedurende langere tijd niet gebruikt.
• Lees zorgvuldig de meegeleverde montagevoorschriften. Als u het instrument niet in de juiste volgorde monteert, kan dit schade aan het instrument of zelfs persoonlijk letsel veroorzaken.
• Plaats het instrument niet op een onstabiele plek waar het per ongeluk kan omvallen.
• Transporteer of verplaats het instrument altijd met ten minste twee personen. Als u het instrument alleen probeert op te tillen kunt u uw rug bezeren, ander letsel veroorzaken of het instrument zelf beschadigen.
• Verwijder voordat u het instrument verplaatst alle aangesloten snoeren, om beschadiging van de kabels te voorkomen en letsel bij personen die erover zouden kunnen struikelen.
• Let erop tijdens het opstellen van het instrument dat het te gebruiken stopcontact gemakkelijk bereikbaar is. Als er een storing optreedt of het instrument niet correct werkt, schakelt u de POWER-schakelaar onmiddellijk uit en verwijdert u de stekker uit het stopcontact. Ook wanneer de POWER-schakelaar is uitgeschakeld, loopt er nog een minimale hoeveelheid stroom naar het instrument. Verwijder de stekker uit het stopcontact als u het instrument gedurende langere tijd niet gebruikt.
• Schakel de stroomtoevoer naar alle onderdelen uit voordat u het instrument aansluit op andere elektronische componenten. Stel alle volumeniveaus in op het laagste niveau voordat u de stroomtoevoer naar alle onderdelen in- of uitschakelt.
• Zorg dat het volume van alle componenten is ingesteld op het laagsteniveau en voer het volume tijdens het bespelen van het instrument geleidelijk op tot het gewenste niveau.
• Steek geen vinger of hand in de openingen van de toetsenklep of het instrument. Let er ook op dat uw vingers niet bekneld raken onder de toetsenklep.
• Steek nooit papieren, metalen of andere voorwerpen in de openingen van de toetsenklep, het paneel of het toetsenbord en laat geen voorwerpen vallen in deze openingen. Dit kan lichamelijk letsel bij u of anderen, schade aan het instrument of andere eigendommen of een verstoring van de werking veroorzaken.
• Leun niet op het instrument, plaats er geen zware voorwerpen op en ga voorzichtig om met de knoppen, schakelaars en aansluitingen.
• Gebruik het instrument/apparaat of een hoofdtelefoon niet te lang op een hoog of oncomfortabel geluidsniveau, aangezien dit permanent gehoorverlies kan veroorzaken. Consulteer een KNO-arts als u ruis in uw oren of gehoorverlies constateert.
• Plaats het instrument niet in een onstabiele positie waarin het per ongeluk kan omvallen.
• Ga niet onzorgvuldig om met de bank en ga nooit op de bank staan. Gebruik van de bank als opstapje of voor enig ander onjuist doel kan leiden tot ongevallen en letsel.
• Ter voorkoming van ongevallen en letsel mag er slechts één persoon tegelijk op de bank zitten.
• Voor aanpasbare banken mag u de hoogte van de bank niet proberen aan te passen terwijl u op de bank zit, want hierdoor wordt er mogelijk te veel kracht op het aanpassingsmechanisme uitgeoefend, wat schade aan het mechanisme of zelfs persoonlijk letsel kan veroorzaken.
• Als de schroeven van de bank door langdurig gebruik losraken, draait u de schroeven op gezette tijden opnieuw aan met het meegeleverde gereedschap.
• Let goed op kleine kinderen, zodat ze niet achterover van de bank vallen. De bank heeft geen rugleuning, dus gebruik zonder toezicht kan ongelukken of letsel tot gevolg hebben.
Yamaha is noch aansprakelijk voor ontstane schade door oneigenlijk gebruik of modificatie van het instrument, noch voor verlies of beschadiging van gegevens.
Schakel het instrument altijd uit als u het niet gebruikt.
Zelfs als de [ ] (Standby/On)-schakelaar op stand-by staat (aan/uit-lampje is uit), loopt er nog een minimale hoeveelheid stroom door het instrument.
Als u het instrument gedurende een lange tijd niet gebruikt, zorg er dan voor dat u het netsnoer uit het stopcontact haalt.
DMI-5 2/2
CLP-585/575/545/535/565GP Gebruikershandleiding
7

LET OP

Houd u aan onderstaande waarschuwingen om storingen/schade aan het apparaat en schade aan de gegevens of andere eigendommen te voorkomen.
Behandeling
• Gebruik het instrument niet in de nabijheid van een tv, radio, stereoapparatuur, mobiele telefoon of andere elektrische apparaten. Het instrument, de tv of de radio kunnen bijgeluid genereren. Wanneer u het instrument samen met een toepassing op uw iPad, iPhone of iPod touch gebruikt, raden we u aan om de 'Vliegtuigmodus' op dat apparaat in te schakelen om ruis veroorzaakt door communicatie te voorkomen.
• Stel het instrument niet bloot aan grote hoeveelheden stof of trillingen, of aan extreme koude of hitte (zoals in direct zonlicht, bij een verwarming of overdag in een auto), om eventuele vervorming van het bedieningspaneel, beschadiging van de interne componenten of instabiele werking te voorkomen. (Gecontroleerd bedrijfstemperatuurbereik: 5° - 40°C (41° - 104°F)).
• Plaats geen vinyl, plastic of rubberen voorwerpen op het instrument, aangezien dit verkleuring van het paneel of het klavier tot gevolg kan hebben.
• Bij een model met een gepolitoerde afwerking kan het stoten van metalen, porselein of andere harde voorwerpen tegen het oppervlak van het instrument ervoor zorgen dat de afwerking barst of afbrokkelt. Wees voorzichtig.
Onderhoud instrument/bank
Voor een optimaal onderhoud van uw Clavinova adviseren we u de volgende onderhoudspunten regelmatig uit te voeren.
• Gebruik bij het schoonmaken van het instrument een zachte, droge of licht bevochtigde doek. Gebruik geen verfverdunners, oplosmiddelen, schoonmaakmiddelen of chemisch geïmpregneerde schoonmaakdoekjes.
• Als u een model met een gepolitoerde afwerking heeft, neemt u stof en vuil af met een zachte doek. Wrijf niet te hard, aangezien ook kleine vuildeeltjes krassen kunnen veroorzaken in de afwerking van het instrument. U houdt het oppervlak gepolitoerd door speciale pianopolisher op een zachte doek aan te brengen en hiermee het oppervlak van de piano af te nemen. Wrijf het instrument vervolgens op met een andere doek. Voordat u een pianopolisher gebruikt, dient u de instructies te lezen voor het gebruik.
• Bij extreme veranderingen in temperatuur of vochtigheid kan condensatie ontstaan en kan zich water verzamelen op het oppervlak van het instrument. Als er water achterblijft, kan het worden geabsorbeerd door houten onderdelen, die daardoor beschadigd kunnen raken. Veeg water altijd onmiddellijk weg met een zachte doek.
• Net als met een akoestische piano worden de pedalen na verloop van tijd dof. Als dit gebeurt, wrijft u het pedaal op met een middel voor pianopedalen. Voordat u een middel gebruikt, dient u de instructies te lezen voor het gebruik.
Data opslaan
• De opgenomen song gaat verloren als u het instrument uitschakelt en de data niet opslaat. Sla de opgenomen data op in het instrument of USB-flashgeheugen (pagina 52). Opgeslagen data kunnen verloren gaan ten gevolge van een storing of foutieve handeling. Bewaar belangrijke data in een USB-flashgeheugen of op een extern apparaat zoals een computer.
• Om gegevensverlies door mediabeschadiging te voorkomen, adviseren wij u belangrijke data op twee USB-flashgeheugenapparaten op te slaan.

Informatie

Auteursrechten
• Het kopiëren van commercieel verkrijgbare muziekdata, inclusief maar niet beperkt tot MIDI-data en/of audiodata, is strikt verboden, behalve voor persoonlijk gebruik.
• In dit product zijn computerprogramma's en gegevens opgenomen en gebundeld waarvoor Yamaha het auteursrecht bezit of waarvoor Yamaha onder licentie het auteursrecht van anderen mag gebruiken. Onder dergelijk auteursrechtelijk beschermd materiaal vallen, zonder enige beperkingen, alle computersoftware, stijlfiles, MIDI-bestanden, WAVE-data, bladmuziek en geluidsopnamen. Elk ongeautoriseerd gebruik van dergelijke programma's en inhoud, afgezien van persoonlijk gebruik door de koper, is verboden volgens de geldende wettelijke bepalingen. Elke schending van auteursrechten heeft strafrechtelijke gevolgen. MAAK, DISTRIBUEER OF GEBRUIK GEEN ILLEGALE KOPIEËN.
Functies/gegevens die bij het
instrument zijn meegeleverd
• Sommige vooraf ingestelde songs zijn ingekort of bewerkt en zijn daarom niet precies hetzelfde als het origineel.
• Dit apparaat kan muziekdata van verschillende typen en indelingen gebruiken door deze van tevoren naar de juiste muziekdata-indeling voor gebruik met het instrument te optimaliseren. Hierdoor wordt op dit apparaat muziek mogelijk niet exact zo afgespeeld als de componist het oorspronkelijk heeft bedoeld.
• De in dit instrument gebruikte bitmapfonts zijn geleverd door en zijn eigendom van Ricoh Co., Ltd.
Deze handleiding
• De afbeeldingen en displays zoals in deze handleiding te zien zijn, zijn uitsluitend bedoeld voor instructiedoeleinden en kunnen dus enigszins afwijken van de werkelijkheid.
• Apple, Mac, Macintosh, iPad, iPhone en iPod touch zijn handelsmerken van Apple Inc., gedeponeerd in de VS en andere landen.
• De namen van bedrijven en producten in deze handleiding zijn de (gedeponeerde) handelsmerken van hun respectieve eigenaars.
CLP-585/575/545/535/565GP Gebruikershandleiding
8
U hebt gekozen voor een Yamaha Clavinova, waarvoor onze hartelijke dank.
585 575 545 535 565GP
Om het potentieel en de functies van uw Clavinova optimaal te kunnen benutten,
raden we u aan deze gebruikershandleiding grondig te lezen en op een veilige plaats te
bewaren voor toekomstig gebruik.

Meegeleverde accessoires

Owner's Manual
(Gebruikershandleiding) (dit boek)
Data List (Datalijst) (alleen CLP-585)
'50 Greats for the Piano' (bladmuziek)
Online productregistratie
U hebt de PRODUCT ID op dit blad nodig bij het invullen van het gebruikersregistratieformulier.
Netsnoer
Bank
In sommige landen wordt een bank meegeleverd. In de Benelux wordt geen bank meegeleverd. Deze is optioneel verkrijgbaar.
Garantie
In sommige landen is deze inbegrepen.

Over de handleidingen

Voor dit instrument bestaan de volgende documenten en instructiehandleidingen.
Meegeleverde documenten
Gebruikershandleiding (dit boek)
In deze handleiding wordt beschreven hoe u de Clavinova gebruikt.
•Inleiding:
In dit gedeelte wordt beschreven hoe u de Clavinova instelt voor gebruik. Het instellen is heel eenvoudig; u kunt direct beginnen met spelen.
• Geavanceerde functies:
In dit gedeelte worden diverse functies beschreven die handig zijn tijdens het oefenen, zoals het afspelen van vooraf ingestelde songs en het opnemen van uw eigen spel.
• Gedetailleerde instellingen:
In dit gedeelte wordt uitgelegd hoe u de veelzijdige functies van de Clavinova nauwkeurig kunt instellen. Raadpleeg dit gedeelte op het moment dat u het nodig hebt.
•Appendix:
In dit gedeelte vindt u een lijst met berichten, een beschrijving van de vooraf ingestelde voices en ander referentiemateriaal.
Data List (Datalijst) (alleen CLP-585)
Dit document bevat een lijst met XG-voices en XG-drumkits die u kunt selecteren met de CLP-585.
Pictogrammen in deze handleiding
Vo or b e el d
Dit geeft aan dat de betreffende functie alleen op bepaalde modellen beschikbaar is. Deze pictogrammen geven aan dat de functie beschikbaar is op de CLP-585, maar niet op de CLP-575/545/535/565GP.
Online materiaal (kan worden gedownload van internet)
iPhone/iPad Connection Manual (Handleiding voor het aansluiten van een iPhone/iPad)
Behandelt het aansluiten van het instrument op een smart apparaat, zoals iPhone, iPad, etc.
Computer-related Operations (Computergerelateerde handelingen)
Bevat instructies om dit instrument op een computer aan te sluiten en handelingen voor het overbrengen van songdata.
MIDI Reference (MIDI-referentie)
Bevat de lijsten met effectparameters en MIDI­gerelateerde informatie.
Als u deze handleidingen wilt downloaden, gaat u naar de website van Yamaha Downloads, selecteert u uw land, voert u 'CLP/585' in het vak Modelnaam in en klikt u op [Zoeken].
Yamaha Downloads
http://download.yamaha.com/
CLP-585/575/545/535/565GP Gebruikershandleiding
9

Kenmerken

Levensecht pianospel
Dit instrument beschikt over een pianovoice met samples van de concertvleugel CFX, Yamaha's paradepaardje, en een speciaal toetsenbord dat de natuurlijke aanslagrespons en expressieve nuances van een echte concertvleugel nabootst, inclusief snelle herhalingen. Een andere voice bevat de klanken van de beroemde Bösendorfer* concertvleugel en biedt u nog meer keuze bij het selecteren van de perfecte pianovoice voor uw performances. De CLP-585/575 is bovendien uitgerust met een VRM-functie, die het buitengewone effect van de snaarresonantie van akoestische piano's simuleert. Daarbij zorgt het trillen van een snaar ervoor dat andere snaren en de zangbodem beginnen mee te trillen. Hiermee kunnen zelfs de meest subtiele nuances worden uitgedrukt en reageert het instrument nauwkeurig op het indrukken van een pedaal of bespelen van een toets. Op de CLP-545/535/565GP kunnen gelijkaardige buitengewone en expressieve effecten worden gecreëerd met demperresonantie en snaarresonantie. Al deze modellen produceren heel gevarieerde en rijke klanken die bijzonder goed lijken op die van een echte akoestische piano.
* Bösendorfer is een dochteronderneming van Yamaha.
Pagina 24, 31
Songs afspelen om gewoon te beluisteren en te oefenen
Dit instrument is ook voorzien van 50 bekende klassieke pianostukken en 303 lessongs waarmee u beter piano kunt leren spelen. U kunt deze ingebouwde songs gewoon beluisteren of gebruiken om de linkerhand-/ rechterhandpartijen afzonderlijk te oefenen.* De 303 lessongs bestaan uit oefenstukken uit verschillende standaardoefenboeken voor de piano, waaronder 'The Virtuoso Pianist'.
*De functie om partijen in en uit te schakelen is alleen beschikbaar voor MIDI-songs met zowel een rechter- als linkerhandpartij.
pagina 38
Twintig verschillende ritmen
Door mee te spelen met een van de twintig basisritmen in het instrument kunt u op een geweldige manier variatie in uw spel aanbrengen. De ritmen omvatten verschillende patronen uit jazzmuziek, popmuziek en dergelijke, en bieden u al het nodige om uw spel leuker en levendiger te maken.
(CLP-585/575/545)
Uw spel opnemen
U kunt uw spel opnemen in het interne geheugen van het instrument of in een USB-flashgeheugen (apart verkrijgbaar). Uw spel kan op twee manieren worden opgenomen, als MIDI- of audio-opname, naargelang uw behoeften. MIDI-opname is uitstekend geschikt voor het maken van afzonderlijke tracks – bijvoorbeeld eerst de rechterhandpartij opnemen op track 1 en daarna de linkerhandpartij op track 2 – zodat u stukken kunt creëren die live moeilijk te spelen zijn met beide handen tegelijk. Audio-opname daarentegen slaat de opgenomen data in een USB-flashgeheugen op in stereo WAV-indeling met cd-kwaliteit, zodat u de opname kunt opslaan op uw computer en kunt afspelen op een draagbare muziekspeler.
CLP-585/575/545/535/565GP Gebruikershandleiding
10
pagina 49
pagina 50

Inhoudsopgave

VOORZICHTIG .................................................... 6
LET OP ...................................................................8
Informatie ..............................................................8
Meegeleverde accessoires .......................................9
Over de handleidingen ..........................................9
Kenmerken ........................................................... 10
Inleiding 12
Bedieningspaneel en aansluitingen ..................... 12
Bedieningspaneel ............................................................12
Aan de slag – de Clavinova bespelen als piano ...14
Het instrument aan- of uitzetten ..................................14
Muziekstandaard ............................................................17
Muzieksteunen ................................................................18
Klep ...................................................................................18
Het volume instellen – [MASTER VOLUME] ...........19
Een hoofdtelefoon gebruiken ........................................20
De pedalen gebruiken ....................................................21
Basisbediening ..................................................... 22
Drie algemene functies .................................................. 22
Gedetailleerde instellingen............................................ 22
Geavanceerde functies 24
Diverse muziekinstrumentgeluiden spelen (voices) ....24
Voices selecteren .............................................................24
Luisteren naar de demo's ...............................................27
Het geluid verbeteren en aanpassen ............................29
VRM-voices verbeterd met realistische resonantie
spelen ................................................................................31
Met twee voices tegelijk spelen (Dual) ........................32
Het toetsenbord opsplitsen en twee verschillende
voices spelen (splitmodus) ............................................33
De Dual- en splitmodus tegelijk gebruiken ................34
De metronoom gebruiken .............................................35
Aanslagrespons ...............................................................37
Songs afspelen ......................................................38
Songs afspelen .................................................................39
Een partij voor één hand spelen — functie Part
Cancel (MIDI-songs) .....................................................43
Een song herhaaldelijk afspelen ...................................44
De volumebalans aanpassen .........................................47
Handige afspeelfuncties .................................................48
Het toetsenbord bespelen tijdens het afspelen
van een ritme ....................................................... 49
Uw spel opnemen .................................................50
Opnamemethoden .........................................................50
Snelle MIDI-opname .....................................................51
MIDI-opname – afzonderlijke tracks ..........................53
MIDI-opname in het USB-flashgeheugen ..................55
Audio-opname in het USB-flashgeheugen ................. 56
Overige opnametechnieken ..........................................57
Werken met songfiles ..........................................61
Songtypen en beperkingen op bestandsbewerkingen ....61
Basisbewerkingen met songfiles ...................................62
Bestanden verwijderen – Delete ................................... 63
Bestanden kopiëren – Copy ..........................................63
Bestanden verplaatsen – Move .....................................64
Een MIDI-song naar een audiosong converteren
tijdens het afspelen – MIDItoAudio ............................65
Bestandsnamen wijzigen – Rename ............................ 66
Verbindingen ....................................................... 67
Aansluitingen .................................................................. 67
USB-apparaten aansluiten
(USB [TO DEVICE]-aansluiting) ................................70
Aansluiten op een computer
(USB [TO HOST]-aansluiting) ....................................71
Externe MIDI-apparaten aansluiten
(MIDI-aansluitingen) .................................................... 71
Aansluiten op een iPhone/iPad (USB [TO DEVICE]-,
USB [TO HOST]- en MIDI-aansluitingen) ............... 72
Gedetailleerde instellingen 79
Basisbediening ..................................................... 79
Voice Menu ..........................................................80
Song Menu ...........................................................84
Metronome Menu ................................................ 87
Recording Menu .................................................. 88
System Menu ........................................................89
Appendix 96
Gedetailleerd overzicht van vooraf ingestelde voices .....96
Lijst met songs ................................................... 100
50 pianosongs ............................................................... 100
Lessongs .........................................................................100
Lijst met ritmen (CLP-585/575/545) ................. 101
Lijst met berichten ............................................. 102
Problemen oplossen ........................................... 104
De Clavinova monteren .....................................106
Voorzorgsmaatregelen voor montage ....................... 106
Montage van de CLP-585 ............................................107
Montage van de CLP-575 ............................................111
Montage van de CLP-545/535 ....................................114
Montage van de CLP-565GP ......................................117
Specificaties ........................................................ 120
Index .................................................................. 122
CLP-585/575/545/535/565GP Gebruikershandleiding
11

Inleiding

A-1 B-1 C0 D0 E0 F0 G0 A0 B0 C1 D1 E1 F1 G1 A1 B1
4
5
8
!
#
6
9
@
@@
3
77
))
$
CLP-535/
565GP
Iedere toets heeft een nootnaam. De laagste (meest linkse) toets van het toetsenbord heet bijvoorbeeld A-1 en de hoogste (meest rechtse) toets heet C7.

Bedieningspaneel en aansluitingen

Bedieningspaneel

1 [P]-schakelaar (stand-by/aan) .........pagina 15
Om het instrument aan te zetten of op standby.
2 [MASTER VOLUME]-schuif ...........pagina 19
Voor het aanpassen van het totaalvolume.
3 [u]/[d]/[<]/[>]-knoppen, display ...pagina 22
U kunt een item selecteren of een waarde instellen met de knoppen overeenkomstig de aanduiding op de display.
4 [MENU]-knop..................................pagina 79
Door op deze knop te drukken wisselt de display tussen Voice Menu, Song Menu, Metronome Menu, Recording Menu en System Menu, waarin u gedetailleerde instellingen voor de overeenkomstige functies kunt opgeven.
5 [EXIT]-knop ....................................pagina 23
Door op deze knop te drukken sluit u de huidige display of keert u terug naar de display Voice of Song.
6 [DEMO]-knop..................................pagina 27
Met deze knop roept u de display op waar u demonstraties voor specifieke voices kunt selecteren voor afspelen.
7 [SONG]-knop...................................pagina 39
Met deze knop selecteert u de song die u wilt afspelen of bewerken.
8 [VOICE]-knop .................................pagina 25
Met deze knop roept u de display Voice met informatie over de huidige voice of voor het selecteren van een voice op.
9 []-knop (opnemen) .......................pagina 51
Met deze knop neemt u uw eigen toetsenspel op.
) []-knop (stop)................................pagina 41
Met deze knop stopt u het afspelen van een song.
! [R/K]-knop (afspelen/pauze) .........pagina 41
Met deze knoppen start en onderbreekt u het afspelen van de vooraf ingestelde songs en uw opgenomen spel.
@ [METRONOME/RHYTHM]-knop
(CLP-585/575/545) ..........................pagina 35
Met deze knop stelt u de metronoom- of ritmefuncties in.
[METRONOME]-knop
(CLP-535/565GP) ............................pagina 35
Met deze knoppen stelt u de metronoomfuncties in.
# [DUAL/SPLIT]-knop....................... pagina 32
Met deze knop speelt u twee voices tegelijk of verschillende voices met het linker- en rechterhandgedeelte van het toetsenbord.
$ Voicegroepknoppen.........................pagina 24
Met deze knoppen selecteert u voices.
CLP-585/575/545/535/565GP Gebruikershandleiding
12
Bedieningspaneel en aansluitingen
C2 D2 E2 F2 G2 A2 B2 C3 D3 E3 F3 G3 A3 B3 C4 D4 E4 F4 G4 A4 B4 C5 D5 E5 F5 G5 A5 B5 C6 D6 E6 F6 G6 A6 B6 C7
11
22
Toetsenklep pagina 14
Muziekstandaard pagina 17
Pedalen pagina 21
(CLP-575/545) Muzieksteunen pagina 18
Muziekstandaard pagina 17
Toetsenklep pagina 14
Pedalen pagina 21
Paneel met aansluitingen pagina 67
Paneel met aansluitingen pagina 67
USB [TO DEVICE]­aansluiting pagina 70
USB [TO DEVICE]­aansluiting pagina 70
CLP-585 CLP-575/545/535
(CLP-575) Paneel met aansluitingen pagina 67
[PHONES]­aansluitingen pagina 20
[PHONES]­aansluitingen pagina 20
(CLP-545/535) Paneel met aansluitingen pagina 67
CLP-565GP
Muzieksteunen pagina 18
Toetsenklep pagina 14
[AC IN]-aansluiting pagina 14
Pedalen pagina 21
[PHONES]-aansluitingen (pagina 20), USB [TO DEVICE]-aansluiting (pagina 70)
Klep pagina 18
Muziekstandaard pagina 17
Paneel met aansluitingen pagina 67
CLP-585/575/545/535/565GP Gebruikershandleiding
13

Aan de slag – de Clavinova bespelen als piano

1-1 1-2
De uitvoering van de stekker en het stopcontact kan per locatie verschillen.
WAARSCHUWING
• Controleer of het instrument geschikt is voor de netspanning in uw gebied (de vereiste netspanning wordt vermeld op de naamplaat op het onderpaneel). In sommige regio's kan een voltageschakelaar aanwezig zijn op het onderpaneel van het hoofdtoetsenbord bij de AC IN-aansluiting. Zorg dat de voltageschakelaar is ingesteld op het voltage in uw regio. Als het instrument op een verkeerde netspanning wordt aangesloten, kan dit ernstige beschadiging van de interne elektronica tot gevolg hebben en zelfs schokken veroorzaken.
• Gebruik uitsluitend het netsnoer dat bij het instrument wordt geleverd. Als het meegeleverde netsnoer is zoekgeraakt of is beschadigd en moet worden vervangen, neemt u contact op met uw Yamaha-leverancier. Het gebruik van een ongeschikt vervangend netsnoer kan brand of schokken veroorzaken.
• Het soort netsnoer dat bij het instrument wordt geleverd, kan per land verschillen. (In sommige gebieden wordt een verloopstekker meegeleverd om ervoor te zorgen dat de stekker in het stopcontact past.) Verander de stekker die bij het instrument wordt geleverd NIET. Als de stekker niet in het stopcontact past, laat dan een juist stopcontact plaatsen door een erkende installateur.
VOORZICHTIG
• Plaats geen voorwerpen zoals stukken metaal of papier op de toetsenklep. Kleine voorwerpen die op de klavierklep geplaatst worden, kunnen mogelijk in de kast vallen als de klep wordt geopend en kunnen er dan moeilijk weer worden uitgehaald. Dit kan elektrische schokken, kortsluiting, brand of ernstige schade aan het instrument veroorzaken.
• Houd de klep met beide handen vast als u deze opent of sluit. Laat de klep pas los als deze volledig geopend of gesloten is. Let op dat er geen vingers (van u of van anderen, vooral die van kinderen) knel komen te zitten tussen de klep en de kast.
585 575 545 535 565GP
2-2
Let op dat uw vingers niet klem komen te zitten tijdens het openen en sluiten van de klep.
VOORZICHTIG
2-1
Dankzij de volledige set pedalen en het expressieve toetsenbord kan dit instrument worden bespeeld als een echte akoestische piano. In dit gedeelte leest u hoe u het instrument eenvoudig instelt en bespeelt. We hebben een muziekboek met 50 tophits voor de piano ('50 Greats for the Piano') meegeleverd aan de hand waarvan u het instrument kunt leren kennen.

Het instrument aan- of uitzetten

1. Sluit het netsnoer aan.
Sluit eerst de ene stekker van het netsnoer aan op de AC-aansluiting op het instrument en steek vervolgens de andere stekker van het netsnoer in een passend stopcontact. In sommige gebieden wordt een verloopstekker meegeleverd om ervoor te zorgen dat de stekker in het stopcontact past. Raadpleeg de montage-instructies op pagina 109, 113, 115 of 119 voor meer informatie over het aansluiten van het netsnoer.
2. Open de toetsenklep.
2-1. Houd de handgreep met beide handen vast en til vervolgens
2-2. Vouw het voorste gedeelte van de toetsenklep dicht.
de toetsenklep op en open deze.
CLP-585/575/545/535/565GP Gebruikershandleiding
14
Aan de slag – de Clavinova bespelen als piano
585 575 545 535 565GP
Let op dat uw vingers niet klem komen te zitten tijdens het openen en sluiten van de klep.
VOORZICHTIG
Stemmen
Anders dan een akoestische piano hoeft dit instrument niet door een expert te worden gestemd (hoewel de toonhoogte door de gebruiker kan worden aangepast aan andere instrumenten). De reden hiervoor is dat de toonhoogte van digitale instrumenten altijd perfect behouden blijft.
[P]-schakelaar (stand-by/aan)
De POWER-indicator gaat branden.
VOORZICHTIG
Zelfs als het instrument uit staat, staat er nog een minimale hoeveelheid stroom op het instrument. Trek de stekker uit het stopcontact als u het instrument gedurende lange tijd niet gebruikt of als het onweert.
LET OP
• Opgenomen songs die niet worden opgeslagen, gaan verloren als het instrument automatisch wordt uitgeschakeld. Zorg dat u uw data opslaat alvorens dit gebeurt.
• Afhankelijk van de status van het instrument wordt het instrument mogelijk niet automatisch uitgeschakeld, ook niet nadat de opgegeven periode is verstreken. Zet het instrument altijd handmatig uit als u het niet gebruikt.
Til de klep een klein stukje op en schuif de klep helemaal naar binnen, zodat de knoppen van het paneel aan de linkerkant en het toetsenbord zichtbaar zijn. U kunt nu het paneel gebruiken om een voice te selecteren of een song op te nemen of af te spelen, en spelen op het toetsenbord.
3. Druk op de [P]-schakelaar (stand-by/aan) rechts van het
voorpaneel om het instrument aan te zetten.
De display aan de linkerkant van het voorpaneel en de POWER-indicator links onder het klavier gaan beide branden.
4. Gebruik de schuif [MASTER VOLUME] rechts van het
voorpaneel om het volume aan te passen.
Stel het volume in terwijl u speelt op het toetsenbord. Raadpleeg voor meer informatie 'Het volume instellen – [MASTER VOLUME]' op pagina 19.
5. Druk als u klaar bent met het instrument gedurende een
seconde op de [P]-schakelaar (stand-by/aan) om het instrument uit te zetten.
De display en de POWER-indicator gaan uit.
Automatische uitschakelfunctie
Om onnodig stroomverbruik te voorkomen, heeft dit instrument een automatische uitschakelfunctie waarmee de stroom automatisch wordt uitgeschakeld als het instrument gedurende een opgegeven tijd niet is gebruikt. De tijd die moet verstrijken voordat het instrument automatisch wordt uitgezet is standaard ongeveer 30 minuten. U kunt deze instelling echter wijzigen (pagina 93).
CLP-585/575/545/535/565GP Gebruikershandleiding
15
Aan de slag – de Clavinova bespelen als piano
Let op dat uw vingers niet klem komen te zitten tijdens het openen en sluiten van de klep.
VOORZICHTIG
585 575 545 535 565GP
Let op dat uw vingers niet klem komen te zitten tijdens het openen en sluiten van de klep.
VOORZICHTIG
585 575 545 535 565GP
6. Sluit de toetsenklep.
6-1. Als de muziekstandaard is
uitgevouwen, vouwt u deze in.
6-2. Open de neergeklapte
bovenkant van de toetsenklep met beide handen en sluit deze voorzichtig.
Trek de klep naar u toe en laat deze voorzichtig over de toetsen zakken.
CLP-585/575/545/535/565GP Gebruikershandleiding
16

Muziekstandaard

585 575 545 535 565GP
585 575 545 535 565GP
VOORZICHTIG
Gebruik de muziekstandaard niet in een half opgezette positie. Laat de muziekstandaard bij het opzetten of neerklappen pas los wanneer de standaard helemaal omhoog staat of helemaal vlak ligt.
De muziekstandaard openvouwen:
Vouw bij het o p en e n va n d e toetsenklep de muziekstandaard open.
De muziekstandaard dichtvouwen:
Vouw bij het s l u ite n v an d e toetsenklep de muziekstandaard dicht.
Aan de slag – de Clavinova bespelen als piano
De muziekstandaard opzetten:
1. Trek de muziekstandaard omhoog
en zo ver mogelijk naar u toe.
2. Klap de twee metalen steuntjes
aan de achterkant van de muziekstandaard naar beneden.
3. Laat de muziekstandaard
zakken zodat de metalen steuntjes op hun plaats klikken.
De muziekstandaard neerklappen:
1. Trek de muziekstandaard zo ver
mogelijk naar u toe.
2. Klap de twee metalen steuntjes
(aan de achterkant van de muziekstandaard) omhoog.
3. Laat de muziekstandaard nu
langzaam helemaal naar beneden zakken.
CLP-585/575/545/535/565GP Gebruikershandleiding
17
Aan de slag – de Clavinova bespelen als piano
585 575 545 535 565GP
585 575 545 535 565GP
VOORZICHTIG
• Zorg dat het uiteinde van de steun veilig in de uitsparing van de vleugelklep past. Als de steun niet op de juiste manier in de uitsparing zit, kan de vleugelklep eventueel vallen, wat schade of letsel tot gevolg heeft.
• Pas op dat u of anderen niet tegen de steun stoten als de vleugelklep omhoog staat. De steun kan uit de uitsparing springen waardoor de vleugelklep omlaag valt.
• Let op dat er geen vingers (van u of van anderen, vooral die van kinderen) knel komen te zitten als u de klep opent of sluit.
1
3
2

Muzieksteunen

Deze steunen dienen om de bladzijden van muziekboeken op hun plaats te houden.
Openen
Sluiten

Klep

De klep openen:
1. Til de rechterkant van de
klep (gezien vanaf de toetsenbordkant van het instrument) op en houd deze omhoog.
2. Zet de klepsteun op en laat
de klep langzaam zo zakken dat het uiteinde van de steun in de uitsparing in de klep valt.
De klep sluiten:
1. Houd de klepsteun vast en
til de klep iets omhoog.
2. Houd de klep omhoog en
klap de steun neer.
3. Laat de klep langzaam
zakken.
1
2
CLP-585/575/545/535/565GP Gebruikershandleiding
18
Aan de slag – de Clavinova bespelen als piano
Het geluid
wordt zachter.
Het geluid
wordt harder.
Mastervolume: Het volumeniveau van het totale toetsenbordgeluid.
Als u de schuif [MASTER VOLUME] verschuift, heeft dit ook effect op het geluidsniveau van de [PHONES]- en AUX OUT-aansluitingen.
VOORZICHTIG
Zet het geluid van het instrument niet voor lange tijd op een hoog niveau, aangezien dat uw gehoor kan beschadigen.
OPMERKING
Display System Menu (pagina 89).

Het volume instellen – [MASTER VOLUME]

U stelt het volume in met de schuif [MASTER VOLUME] rechts op het paneel. Speel op het toetsenbord om geluid te maken terwijl u het volume instelt.
Intelligent Acoustic Control (IAC) (Intelligente akoestische regeling)
IAC is een functie waarmee de geluidskwaliteit automatisch wordt aangepast en ingesteld overeenkomstig het totaalvolume van het instrument. Zelfs bij een laag volume zijn zowel hoge als lage geluiden goed hoorbaar dankzij deze functie. Intelligente akoestische regeling heeft alleen invloed op het geluid uit de luidsprekers van het instrument.
U kunt IAC in- of uitschakelen via de display System Menu: 'Sound' 'IAC'. De standaardinstelling voor deze functie is 'On'.
CLP-585/575/545/535/565GP Gebruikershandleiding
19
Aan de slag – de Clavinova bespelen als piano
585 575 545 535 565GP 585 575 545 535 565GP
Standaardaansluiting
voor stereohoofdtelefoon
Standaardaansluiting
voor stereohoofdtelefoon
Onderkant van toetsenbord
Onderkant van
toetsenbord
VOORZICHTIG
Gebruik een hoofdtelefoon niet gedurende een langere periode op een hoog volume. Uw gehoor kan hierdoor beschadigd raken.
Optionele hoofdtelefoon
HPE-160 Yamaha­hoofdtelefoon
585 575 545 535 565GP
LET OP
Hang niets anders aan de beugel dan een hoofdtelefoon. Als u dat wel doet, kan het instrument of de beugel beschadigd raken.
585 575 545 535 565GP 585 575 545 535 565GP

Een hoofdtelefoon gebruiken

Sluit een hoofdtelefoon aan op een van de [PHONES]-aansluitingen. Als een hoofdtelefoon is aangesloten op een van de [PHONES]-aansluitingen, wordt het interne luidsprekersysteem automatisch uitgeschakeld. Er zijn twee [PHONES]-aansluitingen beschikbaar. Er kunnen twee standaardhoofdtelefoons worden aangesloten. (Als u één hoofdtelefoon gebruikt, maakt het niet uit welke aansluiting u gebruikt.)
De natuurlijke afstand van geluid nabootsen (stereofonische optimizer)
Met de stereofonische optimizer kunt u bij gebruik van een hoofdtelefoon het ruimtelijke gevoel creëren dat u hoort wanneer u een akoestische piano bespeelt. Het geluid van de hoofdtelefoon bevindt zich in principe te dicht bij uw oren om natuurlijk te klinken. Wanneer deze functie is ingeschakeld, hoort u een natuurlijke geluidsafstand zodat het lijkt alsof het geluid via de piano komt, hoewel u het via de hoofdtelefoon beluistert. Deze functie kan worden in- en uitgeschakeld via de display System Menu: 'Sound' 'SP Optimizer'. De standaardinstelling is 'On' (HP).
De ophangbeugel voor de hoofdtelefoon gebruiken
U kunt de hoofdtelefoon aan het instrument hangen als u deze niet gebruikt. Bevestig de ophangbeugel voor de hoofdtelefoon met de twee meegeleverde schroeven van 4 × 10 mm, zoals in de afbeelding.
CLP-585/575/545/535/565GP Gebruikershandleiding
20

De pedalen gebruiken

Als u hier op het demperpedaal drukt, krijgen de noten die u speelt voordat u het pedaal loslaat een langere sustain en blijven ze langer klinken.
OPMERKING
Zie het 'Gedetailleerd overzicht van vooraf ingestelde voices' op pagina 96 voor meer informatie over de pianovoices die compatibel zijn met VRM of demperresonantie.
OPMERKING
U kunt aan elk pedaal andere functies toewijzen via de parameter 'Pedal Assign' in de display Voice Menu (pagina 82).
585 575 545 535 565GP
OPMERKING
De pedalen zijn bedekt met een kunststof bedekking bij levering vanaf de fabriek. Als uw instrument beschikt over het GP Responsive Damper Pedal, verwijder dan de hoes van het demperpedaal voor optimaal gebruik van het pedaaleffect.
Als u hier het sostenutopedaal indrukt terwijl u een toets ingedrukt houdt, krijgt de noot sustain zolang u het pedaal ingedrukt houdt.
OPMERKING
Als u het sostenutopedaal (midden) ingedrukt houdt, kan een aangehouden (niet­wegstervende) soort voice zoals Strings of Organ blijven doorklinken nadat u de toetsen hebt losgelaten.
OPMERKING
U kunt het middenpedaal of linkerpedaal gebruiken als equivalent van de knop [
R/K]
(afspelen/pauze) op het paneel met behulp van de parameter 'Play/Pause' in de display System Menu (pagina 90).
Het instrument is voorzien van drie voetpedalen: demperpedaal (rechts), sostenutopedaal (midden) en softpedaal (links).
Demperpedaal (rechts)
Als u het demperpedaal indrukt, worden de noten die u speelt langer aangehouden (sustain). Als u een pianovoice selecteert die compatibel is met VRM (CLP-585/575: pagina 31) of met demperresonantie (CLP-545/535/565GP: pagina 30), activeert het indrukken van het demperpedaal VRM of demperresonantie, waardoor nauwgezet de unieke resonantie van de zangbodem en snaren van een akoestische vleugel wordt nagebootst.
Half-pedaaleffect
Dit instrument beschikt ook over een half-pedaaleffect waarmee u halfdempertechnieken kunt gebruiken, waarbij het demperpedaal ergens tussen volledig en helemaal niet wordt ingedrukt. In deze positie (op een echte piano) zorgen de dempervilten voor een gedeeltelijk dempen van de snaren. Met het half-pedaaleffect op de Clavinova kunt u op een verfijnde en expressieve manier het dempen controleren en subtiele nuances in uw spel aanbrengen, door het punt waarop het indrukken van het pedaal invloed heeft op het dempen nauwkeurig te controleren. Dit kan worden ingesteld via de display System Menu: 'Pedal' 'Half Pedal Point' (pagina 90).
Aan de slag – de Clavinova bespelen als piano
GP Responsive-demperpedaal
Het demperpedaal van de CLP-585/575 is het GP Responsive-demperpedaal. Dit pedaal is ontworpen om voor een geavanceerde tactiele ervaring te zorgen en voelt bij indrukken veel meer aan als het pedaal van een vleugel. Hiermee wordt het makkelijker om het halfpedaalpunt te ervaren, waardoor halfpedaal makkelijker kan worden toegepast dan met andere pedalen. Het drukgevoel is afhankelijk van de omgeving waarin het instrument staat. Het is daarom wenselijk om het hierboven beschreven half-pedaalpunt in te stellen.
Sostenutopedaal (midden)
Als u een noot of akkoord op het toetsenbord speelt en het sostenutopedaal indrukt terwijl u de noten aanhoudt, blijven de noten klinken zolang u het pedaal ingedrukt houdt. Alle daaropvolgende tonen worden niet langer aangehouden.
Softpedaal (links)
Het softpedaal vermindert het volume en wijzigt de klankkleur van de gespeelde noten enigszins wanneer het pedaal wordt ingedrukt. Het softpedaal heeft geen invloed op de noten die al worden gespeeld op het moment dat het pedaal wordt ingedrukt. Als u dit effect wilt toepassen, speelt u de noten nadat u het pedaal indrukt. Houd er rekening mee dat de pedaalfunctie van het softpedaal afhankelijk is van de geselecteerde voice. Als de voice 'Mellow Organ' is geselecteerd, schakelt u met het indrukken en loslaten van dit pedaal tussen de instelling 'snel' en 'langzaam' voor de snelheid van de roterende luidspreker ('Rotary Speed' op pagina 81). Als de voice 'Vibraphone' is geselecteerd, schakelt u met dit pedaal het vibrato in of uit ('VibeRotor' op pagina 81).
CLP-585/575/545/535/565GP Gebruikershandleiding
21

Basisbediening

XXXXXXX
XXXXXXX
XXXXXXX
XXXXXXX
XXXXXXX
XXX
Drie algemene functies
Gedetailleerde instellingen
Functienaam
Toepassingsgebied
Informatiegebied (geen toegang)
Druk opnieuw op dezelfde knop (behalve [DEMO]).
Selecteer een voice, song of demo.
Druk herhaaldelijk op de knop [MENU] om het gewenste menu te selecteren.
Menupictogram
Wanneer dit wordt weergegeven, kunt u verticaal door de display scrollen.
Selecteer een parameter in het huidige menu.
Met de drie knoppen in het midden van het bedieningspaneel kunt u drie algemene functies oproepen: Voice (pagina 24), Song (pagina 38) en Demo (pagina 27). Deze bieden verschillende soorten performances en andere functies om uw spel aangenamer te maken. Bovendien kunt u met de knop ]MENU] verschillende gedetailleerde instellingen maken voor een nog meer veelzijdige manier van spelen.
CLP-585/575/545/535/565GP Gebruikershandleiding
22
Vo ic e : Instrumentgeluid voor het bespelen van het toetsenbord. Behalve de pianogeluiden zijn er nog een groot aantal
andere muziekinstrumentgeluiden beschikbaar.
Song: Een muziekstuk dat u kunt beluisteren of afspelen om te oefenen. Demo: Voicedemo's laten u de karakteristieke kenmerken van de voices ervaren en pianodemo's demonstreren zowel de
verfijnde sampling van echte piano's als de geavanceerde DSP-technologie.
XXXXXXX
XXXXXXX
XXXXXXX
XXXXXXXX
XXXXXXX
XXXXXXX
XXXXXXXX XXXXXXX
XXXXXXX
XXXXXXX
XXXXXXXX XXXXXXX
XXXXXXX
XXX– XXXXX
0
De display met de lijst van voicegroepen of songcategorieën
De display met de lijst van voices of songs
Wanneer dit wordt weergegeven, kunt u verticaal door de display scrollen.
Selecteer een voicegroep of songcategorie.
Selecteer een voice of song.
Rechts van de selectie wordt een vinkje weergegeven.
Vinkje
De diepte van de hiërarchie is afhankelijk van de geselecteerde parameter.
Hoewel verschillende soorten displays beschikbaar zijn om waarden in te stellen (zoals beschreven op pagina 79), wordt hier een pop-upvenster met schuifbalk weergegeven als voorbeeld.
Selecteer een parameter. Pas de waarde aan.
De standaardwaarde herstellen:
Druk gelijktijdig op [<] en [>].
Druk op de knop [EXIT] om het pop-upvenster te sluiten of keer terug naar de vorige display wanneer de lijstdisplay wordt weergegeven.
Basisbediening
CLP-585/575/545/535/565GP Gebruikershandleiding
23

Geavanceerde functies

OPMERKING
Om de kenmerken van de voices te horen en ervaren, luistert u naar de demosongs van elke voice (pagina 27). Zie het 'Gedetailleerd overzicht van vooraf ingestelde voices' op pagina 96 voor meer informatie over de karakteristieke kenmerken van elke vooraf ingestelde voice.
OPMERKING
Aanslagrespons (pagina 37) wordt niet toegepast op bepaalde voices. Zie het 'Gedetailleerd overzicht van vooraf ingestelde voices' op pagina 96 voor meer informatie over de voices waarop aanslagrespons kan worden toegepast.
1, 2
OPMERKING
Als u op een andere voicegroepknop drukt, wordt de laatst geselecteerde voice in de groep opgeroepen.
Voicenaam
Display Voice
Verschijnt als de functie Reverb actief is.
Maatsoort en tempo (pagina 36)

Diverse muziekinstrumentgeluiden spelen (voices)

Naast de opmerkelijk realistische pianogeluiden kunt u ook het geluid van andere muziekinstrumenten selecteren en hiermee spelen (voices), zoals een orgel of een strijkinstrument. De voice 'CFX Grand' wordt normaal gesproken geselecteerd als u het instrument inschakelt.

Voices selecteren

De voices van het instrument zijn in specifieke groepen ingedeeld en al deze groepen zijn toegewezen aan de voicegroepknoppen op het bedieningspaneel van het instrument. Een voice selecteren kan op twee manieren: met de voicegroepknoppen en met de display Voice List.
Met de knop van de gewenste voicegroep
1. Druk op een van de voicegroepknoppen om een
voicegroep te selecteren.
Er wordt een voice van de geselecteerde voicegroepknop opgeroepen en de naam van de voice wordt weergegeven in de display Voice. Speel iets op het toetsenbord en luister naar het geluid.
CLP-585/575/545/535/565GP Gebruikershandleiding
24
Diverse muziekinstrumentgeluiden spelen (voices)
XG
XG is een enorme verbetering ten opzichte van de indeling GM-systeemniveau 1 (pagina
38). Deze indeling is speciaal
door Yamaha ontwikkeld om meer voices en variaties, alsook een grotere expressieve controle van de voices en effecten mogelijk te maken. Bovendien is de compatibiliteit van deze indeling ook in de toekomst gewaarborgd.
3, 4, 5
1, 2
6
Voicegroep
Display Voice List
2. Druk herhaaldelijk op dezelfde voicegroepknop (als in
stap 1) om de beschikbare voices van de huidige groep achtereenvolgens op te roepen en selecteer daarna de gewenste voice.
Zie het 'Gedetailleerde overzicht van vooraf ingestelde voices' op pagina 96. U kunt ook de vorige of volgende voice in volgorde selecteren met de knoppen [<]/[>]. Het selectiebereik omvat de huidige geselecteerde voicegroep (de voicegroepknop licht op). Om de eerste voice in de groep te selecteren, drukt u tegelijk op de knoppen [<] en [>].
3. Bespeel het toetsenbord.
Met de display Voice List
U kunt ook een voice van de XG-voices selecteren (alleen CLP-585). Dit is niet mogelijk met de voicegroepknoppen.
1. Druk op de knop [VOICE] om de display Voice op te
roepen.
2. Druk opnieuw op de knop [VOICE] om de display Voice
List op te roepen.
De voicegroepen worden in de display weergegeven. De huidige geselecteerde voice is gemarkeerd.
Door op knop [VOICE] te drukken, wisselt de display tussen Voice en Voice L i s t .
CLP-585/575/545/535/565GP Gebruikershandleiding
25
Diverse muziekinstrumentgeluiden spelen (voices)
Voi ce
Vinkje
585 575 545 535 565GP
Scrol naar beneden door op de knop [
d] te drukken.
3. Gebruik de knoppen [u]/[d] om de voicegroep te selecteren.
Selecteer de naam van de voicegroep die u wilt gebruiken.
4. Druk op de knop [>].
De voices in de geselecteerde groep worden in de display weergegeven.
5. Gebruik de knoppen [u]/[d] om de gewenste voice te
selecteren.
Wanneer een voice wordt geselecteerd in de display Voice List, verschijnt een vinkje naast de voice om aan te geven dat de opgegeven voice met het toetsenbord wordt gespeeld.
6. Druk op de knop [EXIT] om terug te keren naar de display
Vo i ce .
7. Bespeel het toetsenbord.
XG-voices selecteren
Als u een voice van de XG-voices wilt selecteren, selecteert u 'XG' in stap 3.
Aangezien de voicegroep XG bestaat uit een zeer groot aantal voices, is de groep opgedeeld in subgroepen. Druk op de knop [>] om de lijst met voicegroepen op te roepen en selecteer daarna de gewenste voicegroep uit de lijst met de knoppen
u]/[d]. Daarna volgt u de procedure vanaf stap 4 hierboven.
[
*Zie de 'Lijst met XG-voices' in de afzonderlijke datalijst voor meer informatie over XG-voices.
CLP-585/575/545/535/565GP Gebruikershandleiding
26
Diverse muziekinstrumentgeluiden spelen (voices)
1
2
4
3
Modus
Een modus is een status waarin een bepaalde functie kan worden uitgevoerd. In de demomodus kunt u de demosongs afspelen.

Luisteren naar de demo's

Er zijn twee soorten demo's: voicedemo's en pianodemo's. Voicedemo's laten u de karakteristieke kenmerken van de voices horen en ervaren en pianodemo's laten u de verfijnde kenmerken van de DSP-/samplingtechnologie van Yamaha (pagina 28) horen.
Luisteren naar de voicedemo
Het instrument bevat verschillende demo-opnamen voor elke voicegroep die u de specifieke kenmerken van de bijbehorende voices laten horen. Zie het 'Gedetailleerd overzicht van vooraf ingestelde voices' op pagina 96 voor meer informatie over de voices waarvoor u demo's kunt afspelen.
1. Druk op de knop [DEMO] om de demomodus te activeren.
Het lampje van de geselecteerde voicegroepknop gaat branden en de eerste demo van de groep wordt weergegeven in de display.
2. Druk op de knop [R/K] (afspelen/pauze) om het afspelen
te starten.
De demo's worden achtereenvolgens afgespeeld, te beginnen met de voicegroepknop linksboven, totdat u het afspelen stopt. Voor elke voicegroep worden verschillende demo's afgespeeld. U kunt een gewenste groep ook selecteren door op de bijbehorende voicegroepknop te drukken.
De vorige/volgende demo selecteren
U kunt de vorige of volgende voicedemo in volgorde selecteren met de knoppen [<]/[>]. Het selectiebereik omvat alle voicedemo's. Als u de eerste voicedemo wilt selecteren, drukt u tegelijk op de knoppen [<] en [>]. U kunt de voicedemo's van de voicegroep ook achtereenvolgens selecteren door herhaaldelijk op dezelfde voicegroepknop te drukken.
3. Druk op de knop [] (stop) om het afspelen te stoppen.
4. Druk op de knop [EXIT] om de demomodus te verlaten.
CLP-585/575/545/535/565GP Gebruikershandleiding
27
Diverse muziekinstrumentgeluiden spelen (voices)
DSP
Staat voor Digital Signal Processor (of Processing). DSP wijzigt en verbetert het audiosignaal in het digitale gebied waardoor een grote verscheidenheid aan effecten wordt bereikt, waaronder VRM en demperresonantie.
Sampling
Een technologie die de klanken van een akoestisch instrument opneemt en opslaat in de toongenerator zodat deze kunnen worden gespeeld op basis van de informatie van het toetsenbord.
3
1, 2
4
6
5
OPMERKING
Omdat de pianodemo's aan de voiceknop [PIANO] zijn toegewezen, kunt u een pianodemo selecteren door herhaaldelijk op de knop [PIANO] te drukken terwijl de display Piano Demo wordt weergegeven.
OPMERKING
Zie pagina 31 voor meer informatie over VRM.
OPMERKING
Voor uitleg over DSP/sampling en meer informatie over de voices waarop DSP kan worden toegepast of waarvoor de samplingtechnologie wordt gebruikt, raadpleegt u het 'Gedetailleerd overzicht van vooraf ingestelde voices' op pagina 96. Zie pagina 80 om de diepte van het samplingeffect op de voices in te stellen.
CLP-585/575
Lijst met pianodemo's
1 CFX Grand Sampling 2 Bösendorfer Sampling 3 VRM Met 4 VRM Zonder 5 Key Off Sampling Met 6 Key Off Sampling Zonder
CLP-545/535/565GP
Lijst met pianodemo's
1 CFX Grand Sampling 2 Bösendorfer Sampling 3 Damper Resonance Met 4 Damper Resonance Zonder 5 Key Off Sampling Met 6 Key Off Sampling Zonder 7 String Resonance Met 8 String Resonance Zonder
Luisteren naar de pianodemo (met DSP-technologie en samplingtechnologie)
1. Druk op de knop [DEMO] om de demomodus te activeren.
De display Voice Demo wordt opgeroepen.
2. Druk nogmaals op de knop [DEMO] om terug te keren
naar de display Piano Demo.
De naam van de huidige geselecteerde pianodemo wordt in de display weergegeven.
Door op knop [DEMO] te drukken wisselt de display tussen Voice Demo en Piano Demo.
3. Selecteer de gewenste pianodemo met de knoppen [<]/[>].
Raadpleeg daarbij de onderstaande tabel.
4. Druk op de knop [R/K] (afspelen/pauze) om het afspelen
te starten.
De pianodemo stopt automatisch wanneer het einde van de pianodemo wordt bereikt.
5. Druk op de knop [] (stop) om het afspelen te stoppen.
6. Druk op de knop [EXIT] om de demomodus te verlaten.
CLP-585/575/545/535/565GP Gebruikershandleiding
28
Diverse muziekinstrumentgeluiden spelen (voices)
1
1
Display System Menu
1-1. Gebruik de knoppen
[
u]/[d] om 'Sound' te
selecteren.
1-2. Druk op de knop [>] om de
volgende display op te roepen.
1-3. Gebruik de knoppen
[
u]/[d] om 'Brilliance' te
selecteren.
1-4. Druk op de knop [>] om de
volgende display op te roepen.
1-5. Gebruik de knoppen
[
u]/[d] om de waarde
te selecteren.
Vinkje
Display Sound Display Brilliance
Standaardinstelling: Normal
OPMERKING
Als u Bright 1 – 3 selecteert als helderheidstype, zal het volumeniveau enigszins toenemen. In deze toestand kan het geluid enigszins vervormen als u de het volume verhoogt met de schuif [MASTER VOLUME]. Als dit gebeurt, verlaag dan het volume tot de vervorming verdwijnt.

Het geluid verbeteren en aanpassen

Met de volgende effecten hebt u meer en uitgebreidere expressieve mogelijkheden.
Helderheid
Hiermee stelt u de helderheid van het geluid in. Deze instelling geldt voor alle partijen (toetsenbordvoices/song/MIDI).
1. Druk herhaaldelijk op de knop [MENU] om de display
System Menu op te roepen en selecteer daarna de gemarkeerde optie in elke display, zoals hieronder afgebeeld.
Gebruik de knoppen [u]/[d] om de gewenste toonsoort te selecteren in de display Brilliance. Druk gelijktijdig op de knoppen [ standaardinstelling te herstellen.
• Mellow 1 – 3 (Warm 1 – 3)
Zachte en warme klankkleur. Het geluid wordt zachter en ronder naarmate het getal hoger wordt.
• Normal (Normaal)
Standaardklankkleur.
• Bright 1 – 3 (Helder 1 – 3)
Heldere klank. Het geluid wordt helderder naarmate het getal hoger wordt.
u] en [d] om de
CLP-585/575/545/535/565GP Gebruikershandleiding
29
Diverse muziekinstrumentgeluiden spelen (voices)
OPMERKING
U kunt de reverbdiepte voor de geselecteerde voice aanpassen via de display Voice Menu: 'Voice Edit' 'Reverb Depth' (pagina 81).
OPMERKING
U kunt de chorusdiepte voor de geselecteerde voice aanpassen via de display Voice Menu: 'Voice Edit' 'Chorus Depth' (pagina 81).
OPMERKING
Als u het chorus-effect wilt toepassen op een voice waarvan het chorus-type standaard is uitgeschakeld, stelt u het chorus-type in op een andere instelling dan 'Off' en daarna stelt u de chorusdiepte in op de gewenste waarde (hoger dan '0').
Reverb
Met deze regelaar voegt u nagalm toe aan het geluid door de natuurlijke galm van een concertzaal te simuleren. Wanneer u een voice selecteert, wordt automatisch het meest geschikte reverbtype geselecteerd. U kunt echter elk beschikbaar reverbtype selecteren.
Gebruik de display Voice Menu om een gewenst reverbtype te selecteren: 'Reverb' (pagina 80).
Deze instelling geldt voor alle partijen (toetsenbordvoices/song/MIDI).
Chorus
Met deze regelaar voegt u warmte en ruimtelijkheid toe aan de klank. Wanneer u een voice selecteert, wordt automatisch het meest geschikte chorus-type geselecteerd. U kunt echter elk beschikbaar chorus-type selecteren.
Gebruik de display Voice Menu om het gewenste chorus-type te selecteren: 'Chorus' (pagina 80).
Deze instelling geldt voor alle partijen (toetsenbordvoices/song/MIDI).
Effecten
Dit instrument bevat een groot aantal effecten voor het toevoegen van verbeteringen, zoals Echo of Tremolo, aan de geselecteerde voice voor de muziekuitvoering. Wanneer u een voice selecteert, wordt automatisch het meest geschikte effecttype geselecteerd. U kunt echter elk beschikbaar effecttype selecteren. 'Voice Edit' 'Effect' (pagina 81).
Demperresonantie (CLP-545/535/565GP)
Wanneer u een pianovoice selecteert met de knop [PIANO] op de CLP-545/ 535/565GP, wordt Damper Resonance (demperresonantie) automatisch geselecteerd als effecttype, zodat u onmiddellijk kunt genieten van het effect Damper Resonance wanneer u het demperpedaal indrukt.
CLP-585/575/545/535/565GP Gebruikershandleiding
30
Diverse muziekinstrumentgeluiden spelen (voices)
585 575 545 535 565GP
1
OPMERKING
Wanneer VRM is ingeschakeld, kunt u de diepte van de demperresonantie en snaarresonantie geproduceerd met VRM aanpassen. Voice Menu: 'Piano setting' 'Damper Res.' of 'String Res.' (pagina 80)

VRM-voices verbeterd met realistische resonantie spelen

Als u op een akoestische piano het demperpedaal indrukt en een toets bespeelt, trilt niet alleen de snaar van de ingedrukte toets, maar trillen ook de andere snaren en de zangbodem. Deze beïnvloeden elkaar en zorgen zo voor een rijke en heldere resonantie die blijft klinken en uitbreidt. De VRM-technologie (Virtual Resonance Modeling) die in de CLP-585/575 wordt gebruikt, bootst de complexe interactie tussen de resonantie van de snaren en de klankbodem op een getrouwe manier na met behulp van een virtueel muziekinstrument (fysiek model) en laat het geluid meer zoals dat van een akoestische piano klinken. Omdat er directe interactie ontstaat naargelang de toestand van het toetsenbord of pedaal, kunt u het geluid expressief laten variëren door de timing waarmee u de toetsen bespeelt en de timing en diepte waarmee u het pedaal indrukt aan te passen.
1. Selecteer de gewenste pianovoice met de knop [PIANO].
Wanneer u een pianovoice van de knop [PIANO] selecteert, wordt de VRM-functie automatisch ingeschakeld zodat u meteen van het VRM­effect kunt genieten. U kunt VRM in- en uitschakelen door de parameter 'VRM' in het Voice Menu in te stellen: 'Piano setting' 'VRM' (pagina 80). De standaardinstelling is 'On'.
2. Bespeel het toetsenbord.
CLP-585/575/545/535/565GP Gebruikershandleiding
31
Diverse muziekinstrumentgeluiden spelen (voices)
2
1, 4
2
OPMERKING
U kunt de Dual-modus ook activeren door gelijktijdig op twee andere voicegroepknoppen, behalve de knop [BASS], te drukken. U kunt de Dual-modus niet activeren als een van de twee knoppen de knop [BASS] is.
Voi ce 1
Voi ce 2
Brandt rood
OPMERKING
Wanneer Voice 1 of Voice 2 in de display is geselecteerd, kunt u de laatst geselecteerde voice in de groep oproepen door op een andere voicegroepknop te drukken.

Met twee voices tegelijk spelen (Dual)

U kunt met twee voices tegelijk spelen. U kunt warme en complexe voices maken door twee voices uit verschillende groepen of twee voices uit dezelfde groep te combineren.
1. Om de Dual-modus te activeren, drukt u eenmaal op de
knop [DUAL/SPLIT] zodat het lampje rood oplicht.
De voice die bovenaan wordt weergegeven is voice 1, de voice onderaan is voice 2.
2. Selecteer de voices die u wilt combineren.
2-1. Gebruik de knoppen [u]/[d] om (voice 1) te selecteren in
2-2. Gebruik de knoppen [<]/[>] of voicegroepknop om de
3. Bespeel het toetsenbord.
4. Om de Dual-modus te verlaten, drukt u herhaaldelijk op
de knop [DUAL/SPLIT] tot het lampje dooft.
32
CLP-585/575/545/535/565GP Gebruikershandleiding
de display.
gewenste voice te selecteren.
Selecteer voice 2 op dezelfde manier als voice 1.
Diverse muziekinstrumentgeluiden spelen (voices)
OPMERKING
U kunt de splitmodus ook activeren door gelijktijdig op de knop [BASS] en een andere voicegroepknop te drukken. Als u echter op twee andere voiceknoppen dan [BASS] drukt, wordt een andere functie (Dual) geactiveerd.
Voi ce R
Voi ce L
Brandt groen
OPMERKING
Wanneer Voice R of Voice L in de display is geselecteerd, kunt u de laatst geselecteerde voice in de groep oproepen door op een andere voicegroepknop te drukken.
OPMERKING
De toets die wordt aangewezen als splitpunt, hoort bij het linkerhandbereik.
OPMERKING
Het splitpunt kan ook worden ingesteld via de display System Menu: 'Keyboard' 'Split Point' pagina 90).
Centrale 'C'

Het toetsenbord opsplitsen en twee verschillende voices spelen (splitmodus)

In de splitmodus kunt u twee verschillende voices op het toetsenbord spelen, de ene met uw linkerhand en de andere met uw rechterhand.
1. Om de splitmodus te verlaten, drukt u herhaaldelijk op de
knop [DUAL/SPLIT] tot het lampje groen gaat branden.
De voice die bovenaan wordt weergegeven is voice R, de voice onderaan is voice L.
2. Selecteer een voice voor de rechterhand- en
linkerhandpartij.
2-1. Gebruik de knoppen [u]/[d] om (voice R) te selecteren in
de display.
2-2. Gebruik de knoppen [<]/[>] of voicegroepknop om de
gewenste voice te selecteren.
Selecteer voice L op dezelfde manier als voice R.
3. Bespeel het toetsenbord.
Het splitpunt veranderen
U kunt het splitpunt (de grens tussen het rechter- en linkerhandbereik) wijzigen van de standaardinstelling 'F 2' in een andere toets. Houd in de splitmodus de knop [DUAL/SPLIT] ingedrukt en druk op de toets die u als splitpunt wilt aanwijzen.
4. Om de splitmodus te verlaten, drukt u herhaaldelijk op de
knop [DUAL/SPLIT] tot het lampje dooft.
CLP-585/575/545/535/565GP Gebruikershandleiding
33
Diverse muziekinstrumentgeluiden spelen (voices)
2
1, 4
2
Voi ce R 1
Voi ce R 2
Brandt oranje
Voi ce L
OPMERKING
Wanneer Voice R1, R2 of Voice L in de display is geselecteerd, kunt u de laatst geselecteerde voice in de groep oproepen door op een andere voicegroepknop te drukken.
OPMERKING
De toets die wordt aangewezen als splitpunt, hoort bij het linkerhandbereik.
OPMERKING
Het splitpunt kan ook worden ingesteld via de display System Menu: 'Keyboard' 'Split Point' (pagina 90).

De Dual- en splitmodus tegelijk gebruiken

1. Om de Dual- en splitmodus tegelijk te activeren, drukt u
herhaaldelijk op de knop [DUAL/SPLIT] tot het lampje oranje gaat branden.
De voice die bovenaan wordt weergegeven is voice R1, de voice in het midden is voice R2 en de voice onderaan is voice L.
2. Selecteer de voices die u wilt combineren en de voice voor
het linkerhandbereik.
2-1. Gebruik de knoppen [u]/[d] om (voice R1) te selecteren
in de display.
2-2. Gebruik de knoppen [<]/[>] of voicegroepknop om de
gewenste voice te selecteren.
Selecteer voices R2 en L op dezelfde manier als voice R1.
3. Bespeel het toetsenbord.
4. Om de Dual- en splitmodus te verlaten, drukt u
herhaaldelijk op de knop [DUAL/SPLIT] tot het lampje dooft.
34
CLP-585/575/545/535/565GP Gebruikershandleiding
Diverse muziekinstrumentgeluiden spelen (voices)
OPMERKING
De display Metronome kan niet worden opgeroepen wanneer een andere display dan Voice of Song wordt weergegeven of terwijl een song wordt afgespeeld of tijdelijk op pauze staat, of terwijl het instrument in de songopnamemodus staat.
OPMERKING
U kunt het metronoomvolume, BPM enzovoort instellen via de display Metronome Menu (pagina 87).
Te mp o wa ar d e
Maatsoort

De metronoom gebruiken

Het instrument beschikt over een ingebouwde metronoom (een apparaat dat een accuraat tempo aanhoudt). Dit is een handig hulpmiddel bij het oefenen.
2
3
1, 4
1. Druk op de knop [METRONOME/RHYTHM] (of de knop
[METRONOME] op de CLP-535/565GP) om de metronoom te starten.
De display Metronome wordt weergegeven.
2. Druk op de knoppen [<]/[>] om het tempo aan te passen.
Als de tempowaarde geselecteerd is, kunt u de tempowaarde (aantal tellen per minuut) aanpassen met de knoppen [<]/[>]. Als de tempowaarde niet geselecteerd is, drukt u op de knop [ stelt u daarna de waarde in. Druk gelijktijdig op de knoppen [<] en [>] om de standaardinstelling van het tempo te herstellen. Als er geen bewerking wordt uitgevoerd, wordt de display Metronome automatisch gesloten na enkele seconden.
3. Druk op de knop [EXIT] om de display Metronome te
sluiten.
Als u de display Metronome wilt oproepen terwijl de metronoom wordt afgespeeld, houdt u de knop [METRONOME/RHYTHM] (of de knop [METRONOME] op de CLP-535/565GP) gedurende een seconde ingedrukt.
4. Druk op de knop [METRONOME/RHYTHM] (of de knop
[METRONOME] op de CLP-535/565GP) om de metronoom te stoppen.
d] om het tempo te selecteren en
CLP-585/575/545/535/565GP Gebruikershandleiding
35
Diverse muziekinstrumentgeluiden spelen (voices)
OPMERKING
De display Metronome kan niet worden opgeroepen wanneer een andere display dan Voice of Song wordt weergegeven of terwijl een song wordt afgespeeld of tijdelijk op pauze staat, of terwijl het instrument in de songopnamemodus staat.
OPMERKING
U kunt Rhythm selecteren in de display Metronome (pagina 49).
585 575 545 535 565GP
Display Metronome
2-1. Gebruik de knoppen [u]/[d]
om 'Type' te selecteren.
2-2. Druk op de knop [>] om de
volgende display op te roepen.
2-3. Gebruik de knoppen [u]/[d]
om 'Click' te selecteren.
2-4. Druk op de knop [>] om de
volgende display op te roepen.
2-5. Gebruik de knoppen
[
u]/[d] om de gewenste
maatsoort te selecteren.
Vinkje
Maatsoort
585 575 545 535 565GP
Maatsoort
Display Metronome
De maatsoort van de metronoom instellen
2
3
1, 5
1. Druk op de knop [METRONOME/RHYTHM] (of de knop
[METRONOME] op de CLP-535/565GP) om de display Metronome op te roepen.
Het afspelen van de metronoom begint.
2. Stel de maatsoort in.
Selecteer de gemarkeerde optie in elke display met de knoppen
u]/[d]/[<]/[>], zoals hieronder afgebeeld.
[
In de display Click selecteert u de gewenste maatsoort.
Selecteer 'Time Signature' en selecteer daarna de gewenste maatsoort met de knoppen [<]/[>].
CLP-585/575/545/535/565GP Gebruikershandleiding
36
Diverse muziekinstrumentgeluiden spelen (voices)
Noottype
De lengte van één tel
Gedetailleerde metronoominstellingen
U kunt het metronoomvolume, BPM enzovoort instellen via de display Metronome Menu (pagina 87).
Halve noot
Kwartnoot
Gepunteerde kwartnoot
Achtste noot
Instelbereik: 2/2, 1/4, 2/4, 3/4, 4/4, 5/4, 6/4, 7/4, 3/8, 6/8, 7/8, 9/8,
12/8
Standaardinstelling: 4/4 (door een MIDI-song te selecteren wijzigt de
tempowaarde in de waarde opgegeven in de data van de geselecteerde MIDI-song)
Tempoaanduiding en instelbereik
Het tempo wordt weergegeven als 'noottype=xxx' (bijvoorbeeld: =120). Door de maatsoort te selecteren, wijzigen de beschikbare parameters als volgt.
Noottype Maatsoort Instelbereik
2/2 3 – 250
1/4, 2/4, 3/4, 4/4, 5/4,6/4, 7/4 5 – 500
6/8, 9/8, 12/8 4 – 332 (alleen even getallen)
3/8, 7/8 10 – 998 (alleen even
* Als de tempowaarde van de geselecteerde MIDI-song zich buiten het instelbereik op het
instrument bevindt, wordt de waarde aangepast zodat deze binnen het instelbereik ligt.
* Het noottype wordt ingesteld op kwartnoot als de parameter 'BPM' in de display Metronome Menu
op 'Crotchet' is ingesteld, ongeacht de maatsoort die u instelt.
getallen) en 999
3. Druk op de knop [EXIT] om de display Metronome te
verlaten.
4. Schakel de instelling 'Bell' in.
Zie 'Bell' in het Metronome Menu voor meer informatie. De metronoom wordt afgespeeld volgens de geselecteerde maatsoort met een belgeluid op de eerste tel van elke maat.
5. Druk op de knop [METRONOME/RHYTHM] (of de knop
[METRONOME] op de CLP-535/565GP) om de metronoom te stoppen.

Aanslagrespons

U kunt de aanslagrespons opgeven. De aanslagrespons is de manier waarop het geluid reageert op de manier waarop u de toetsen indrukt. Pas deze instelling aan op basis van de voice die u hebt geselecteerd of de song die u speelt. Zie 'Touch' in de display System Menu op pagina 90 voor meer informatie over het maken van instellingen.
CLP-585/575/545/535/565GP Gebruikershandleiding
37

Songs afspelen

585 575 545 535 565GP
MIDI Audio
Duidt aan dat de toelichting alleen van toepassing is op MIDI-songs.
Op dit instrument kunt u vooraf ingestelde songs, songs die u hebt opgenomen op het instrument of in de handel verkrijgbare songs afspelen. Naast het luisteren naar deze songs kunt u tijdens het afspelen ook op het toetsenbord spelen.
MIDI-songs en audiosongs
Er zijn twee soorten Songs die kunnen worden opgenomen en afgespeeld op dit instrument: MIDI-songs en Audio-songs. Een MIDI-song bestaat uit de uitvoeringsgegevens van uw klavierspel en is geen opname van het werkelijke geluid zelf. De spelinformatie betreft welke toetsen worden bespeeld met welke timing en welke sterkte, net als in bladmuziek. Op basis van de opgenomen uitvoeringsgegevens voert de toongenerator het corresponderende geluid uit. Een MIDI-song maakt gebruik van een kleine hoeveelheid datacapaciteit in vergelijking met een audiosong en u kunt gemakkelijk geluidskenmerken wijzigen, bijvoorbeeld de gebruikte voice. Een audiosong is een opname van het gespeelde geluid zelf. Deze data worden op dezelfde manier opgenomen als bij het opnemen van cassettebanden of voicerecorders enz. Deze data kunnen worden afgespeeld op een draagbare muziekspeler enz., waardoor u anderen gemakkelijk uw spel kunt laten horen.
U kunt de volgende songtypen afspelen op dit instrument.
• Vooraf ingestelde songs: 50 vooraf ingestelde pianosongs ('Piano 50') en 303 lessongs ('Lesson').
• Songs die u zelf hebt opgenomen. Zie pagina 50 voor instructies voor het opnemen.
• In de handel verkrijgbare MIDI-songdata: SMF (Standard MIDI File) De maximumgrootte voor afspelen op dit instrument is ca. 500 kB per MIDI-song.
• In de handel verkrijgbare audiosongdata: Wav (met de bestandsextensie .wav, 44,1 kHz samplefrequentie, 16-bits resolutie, stereo en maximumduur van 80 minuten)
De CLP-585 is compatibel met de volgende indelingen.
GM System Level 2 (GM-systeemniveau 2)
GM (General MIDI) is een van de meest voorkomende voice-toewijzingsindelingen. De standaardspecificatie GM System Level 2 is een verbetering ten opzichte van de originele GM, waarbij ook de songdatacompatibiliteit is verbeterd. GM System Level 2 voorziet in een grotere polyfonie, uitgebreidere Voice-selectie, uitgebreide Voice-parameters en geïntegreerde effectverwerking.
XG
XG is een enorme verbetering van de GM System Level 1-indeling, en is speciaal door Yamaha ontwikkeld om in meer Voices en variaties, alsook in een grotere expressieve besturing van de Voices en effecten te voorzien, en om een goede gegevenscompatibiliteit in de toekomst veilig te stellen.
GS
GS is door de Roland Corporation ontwikkeld. Op dezelfde manier als Yamaha XG is GS een belangrijke verbetering van de GM-specificatie om in meer Voices en drumkits en hun variaties te voorzien, evenals in een grotere expressieve besturing van Voices en effecten.
De beschikbare functies verschillen voor MIDI-songs en audiosongs. In dit hoofdstuk geven de volgende pictogrammen aan of de toelichting van toepassing is op MIDI-songs of audiosongs.
Voorbeeld:
CLP-585/575/545/535/565GP Gebruikershandleiding
38

Songs afspelen

MIDI Audio
OPMERKING
Het instrument kan automatisch een songfile selecteren die is opgeslagen in de hoofdmap van het USB-flashgeheugen zodra het USB-flashgeheugen wordt aangesloten. Zie 'USB automatisch laden' op pagina 92 voor instructies.
5
6
2, 3
7
3, 4
OPMERKING
Lees eerst 'USB-apparaten aansluiten (USB [TO DEVICE]­aansluiting)' op pagina 70 voordat u een USB­flashgeheugen gaat gebruiken.
Song­naam
Display Song: MIDI-song Display Song: Audiosong
Song­naam
Categorienaam Categorienaam
OPMERKING
Als de songnaam niet geselecteerd is, selecteert u de songnaam met de knoppen [
u]/[d] en daarna selecteert u
de gewenste song met de knoppen [<]/[>].
1. Als u een song uit het USB-flashgeheugen wilt afspelen,
sluit u eerst het USB-flashgeheugen dat de songdata bevat aan op de USB [TO DEVICE]-aansluiting.
Audiobestanden die u wilt afspelen moeten zich in een USB­flashgeheugen bevinden.
Songs afspelen
2. Druk op de knop [SONG].
In de display Song ziet u de naam van de huidige geselecteerde song en categorienaam. Bij de standaardinstellingen wordt de eerste song uit de categorie 'Piano 50' geselecteerd.
De vorige/volgende song selecteren
Wanneer de songnaam geselecteerd is, kunt u de vorige of volgende song in volgorde in de categorie/map selecteren met de knoppen [<]/[>]. Om de eerste song in de categorie/map te selecteren, drukt u tegelijk op de knoppen [<] en [>]. Om een song uit een andere categorie/map te selecteren, roept u de display Song List op en gaat u als volgt te werk.
CLP-585/575/545/535/565GP Gebruikershandleiding
39
Songs afspelen
Songcategorie
Knop [d]
Pictogram
Songoverzicht
Pictogram Data-indeling
MIDI-songs
Audiosongs
Map
OPMERKING
'NoSong' wordt weergegeven in de display als de map geen data bevat.
Als geen songs kunnen worden gelezen van een USB-flashgeheugen
Als de song niet kan worden gelezen, moet u mogelijk de taalinstelling voor de songnaam in de display System Menu wijzigen (pagina 93).
3. Druk opnieuw op de knop [SONG] om de display Song
List op te roepen en selecteer daarna de gewenste categorie met de knoppen [u]/[d].
Selecteer de gewenste song uit de categorie 'Piano 50', 'Lesson', 'User' of 'USB'. Hieronder vindt u een beschrijving van de categorieën.
Piano 50
Lesson
User
USB
50 vooraf ingestelde pianostukken (MIDI-songs). Voor deze songs wordt het muziekboek '50 Greats for the Piano' meegeleverd bij het instrument.
303 vooraf ingestelde songs (MIDI-songs) die uitstekend geschikt zijn om te oefenen, uit 'The Virtuoso Pianist' en andere boeken. Zie de lessongs op pagina 100 voor een overzicht van deze songs. Lessongs zijn in verschillende mappen ingedeeld, afhankelijk van de types.
MIDI-songs die op het instrument zijn opgenomen en opgeslagen met de functie Record (pagina 50) en MIDI-songs die naar het instrument zijn gekopieerd/verplaatst met een bestandsbewerking (pagina 61).
MIDI-/audiosongs die zijn opgeslagen in het USB-flashgeheugen door deze op te nemen met het instrument of audiosongs die zijn geconverteerd van MIDI-songs (pagina 65) of MIDI-/audiosongs die zijn opgeslagen in het USB-flashgeheugen.
Door op knop [SONG] te drukken wisselt de display tussen Song en Song List.
4. Druk op de knop [>] om de songs in de geselecteerde
categorie weer te geven en selecteer daarna de gewenste song met de knoppen [u]/[d].
Het pictogram dat het songtype aangeeft bevindt zich links van de songnaam.
Omdat de lessongs in specifieke mappen zijn ingedeeld, selecteert u de map, drukt u op de knop [>] en selecteert u een song.
Een opgenomen song opgeslagen in het USB-flashgeheugen selecteren:
40
Als u een song opneemt en opslaat in een USB-flashgeheugen, wordt de opgenomen song automatisch opgeslagen in de map USER FILES in een USB-flashgeheugen. Als u de song in de map USER FILES wilt selecteren, selecteert u USB in stap 3 en de map USER FILES in stap 4.
CLP-585/575/545/535/565GP Gebruikershandleiding
5. Druk op de knop [R/K] (afspelen/pauze) om het afspelen
Display Song: MIDI-song Display Song: Audiosong
Huidige positie Huidige positie
OPMERKING
Als een song is geselecteerd, wordt het oorspronkelijke tempo van de song gebruikt en wordt de metronoominstelling (pagina 35) genegeerd.
OPMERKING
U vindt een beschrijving van handige afspeelfuncties op pagina 43 – 48.
Display Song: MIDI-song Display Song: Audiosong
Maatnummer Verstreken tijd
te starten.
6. Druk op de knop [EXIT] om terug te keren naar de display
Song.
De huidige afspeelpositie van de song wordt weergegeven.
U kunt tijdens het afspelen van een song het toetsenbord bespelen. U kunt ook de voice voor uw toetsenspel wijzigen. Om de volumebalans tussen uw toetsenspel en de afgespeelde MIDI-song aan te passen of om het audiovolume aan te passen, stelt u de juiste volumeparameters in de display Song Menu afzonderlijk in (pagina 47).
Songs afspelen
7. Druk op de knop [] (stop) om het afspelen te stoppen.
Ook als u niet op de knop [] (stop) drukt, wordt de song automatisch gestopt als het einde van de song is bereikt.
Terugspoelen/Snel vooruitspoelen
1. Selecteer het huidige maatnummer (voor MIDI-song) of
de huidige verstreken tijd (voor audiosong) in de display Song met de knoppen [u]/[d].
2. Als u op de knop [<] of [>] drukt gaat u achteruit of
vooruit in de maten of seconden tijdens het afspelen of terwijl het afspelen op pauze staat.
Als u een van de twee vasthoudt wordt er continu achteruit/vooruit gespoeld. Door tegelijk op de knoppen [<] en [>] te drukken, keert u terug naar de beginpositie van de song.
CLP-585/575/545/535/565GP Gebruikershandleiding
41
Songs afspelen
OPMERKING
Het tempo van een audiosong veranderen kan zijn tooneigenschappen veranderen.
Display Song: MIDI-song Display Song: Audiosong
Tempo Tempo
Pauze
Als u op de knop [R/K] (afspelen/pauze) drukt, wordt het afspelen op de huidige positie onderbroken. Als u nogmaals op de knop [ het afspelen vanaf deze positie hervat. Zolang het afspelen is onderbroken, knippert de weergave van het maatnummer of de verstreken tijd in de display.
R/K] drukt, wordt
Het tempo aanpassen
U kunt het afspeeltempo van een song aanpassen.
1. Selecteer de tempowaarde in de display Song met de
knoppen [u]/[d].
2. Wijzig de tempowaarde met de knoppen [<]/[>].
U kunt het oorspronkelijke tempo van de huidige song herstellen door de knoppen [<] en [>] tegelijk in te drukken. Wanneer een MIDI-song is geselecteerd, is het tempobereik afhankelijk van de maatsoort voor een geselecteerde song. De beschikbare instelwaarde is steeds een veelvoud van 2 afhankelijk van de maatsoort. Zie pagina 37 voor meer informatie. Als een audiosong is geselecteerd, ligt het tempobereik tussen 75% en 125%. 100% is de oorspronkelijke tempowaarde. Hogere waarden resulteren in een hoger tempo.
CLP-585/575/545/535/565GP Gebruikershandleiding
42
Een partij voor één hand spelen — functie Part
MIDI Audio
OPMERKING
De partijen kunnen zelfs tijdens het afspelen worden in- en uitgeschakeld.
OPMERKING
Gewoonlijk wordt kanaal 1 toegewezen aan 'Track R', kanaal 2 aan 'Track L' en kanalen 3 – 16 aan 'Track Extra'. De toewijzing van de kanalen kan per song verschillen.
OPMERKING
Wanneer u een andere MIDI­song selecteert, worden beide partijen automatisch weer ingeschakeld.
Display Song Menu
2-1. Gebruik de knoppen
[
u]/[d] om 'Track On/Off'
te selecteren.
2-2. Druk op de knop [>] om de
volgende display op te roepen.
2-3. Gebruik de knoppen
[
u]/[d] om de gewenste
track te selecteren.
Display Track On/Off
Cancel (MIDI-songs)
Sommige MIDI-songs, zoals vooraf ingestelde songs, zijn verdeeld in een partij voor de rechterhand en één voor de linkerhand. Met dergelijke songdata kunt u de linkerhand oefenen door alleen de rechterhandpartij in te schakelen, en de rechterhand oefenen door alleen de linkerhandpartij in te schakelen; zo kunt u de partijen afzonderlijk oefenen om moeilijke muziek eenvoudig te leren beheersen.
2
2, 3
4
5
Songs afspelen
1. Selecteer een song die u wilt oefenen.
Zie pagina 39 voor meer informatie. De songcategorie 'Piano 50' of 'Lesson' is aanbevolen om te oefenen.
2. Selecteer een partij die u wilt oefenen en schakel daarna de
partij uit.
Druk herhaaldelijk op de knop [MENU] om de display Song Menu op te roepen en selecteer daarna de gemarkeerde optie in elke display, zoals hieronder afgebeeld.
In de display Track On/Off selecteert u de partij (track) die u wilt dempen om te oefenen. Selecteer 'Track R' als u de rechterhandpartij wilt oefenen of 'Track L' als u de linkerhandpartij wilt oefenen.
3. Gebruik de knop [>] om 'Off' te selecteren voor de
geselecteerde partij.
CLP-585/575/545/535/565GP Gebruikershandleiding
43
Songs afspelen
4
2
2, 3, 4
Display Song Menu Display Repeat
4. Druk op de knop [R/K] (afspelen/pauze) om het afspelen
te starten.
Speel en oefen de partij die u zojuist hebt gedempt terwijl u naar de afgespeelde partij luistert als richtlijn.
5. Druk op de knop [] (stop) om het afspelen te stoppen.
Ook als u niet op de knop [] drukt, wordt de song automatisch gestopt als het einde van de song is bereikt.

Een song herhaaldelijk afspelen

Er zijn drie verschillende manieren om een song te herhalen. Dit is handig voor het herhaaldelijk oefenen van moeilijke passages. U kunt deze functie en de hiervoor beschreven functie Part Cancel gebruiken om moeilijke passages te oefenen in het geval van MIDI-songs.
AB Repeat (AB herhalen)................ Hiermee speelt u een MIDI-song
herhaaldelijk af door een bepaald bereik binnen de song aan te geven.
Phrase Repeat (frase herhalen)..... Hiermee speelt u een MIDI-song
herhaaldelijk af door frase(s) binnen de song aan te geven.
Song Repeat (song herhalen)..........Hiermee speelt u een MIDI-/
audiosong herhaaldelijk af of speelt u alle MIDI-/audiosongs opgeslagen in de opgegeven map herhaaldelijk af in volgorde of willekeurige volgorde.
Deze uitleg is alleen van toepassing op AB Repeat en Song Repeat. Zie pagina 84 voor Phrase Repeat.
1. Selecteer een song die u wilt afspelen.
Zie pagina 39 voor meer informatie.
2. Roep de display Repeat op.
Druk herhaaldelijk op de knop [MENU] om de display Song Menu op te roepen. Selecteer 'Repeat' en druk daarna op de knop [>].
CLP-585/575/545/535/565GP Gebruikershandleiding
44
3. In de display Repeat selecteert u de gewenste optie met de
MIDI Audio
Display A – B
Het begin van een song opgeven als punt A
Geef punt A op voordat het afspelen start, start daarna het afspelen en geef punt B op.
Het eind van een song opgeven als punt B
Als u alleen punt A opgeeft, wordt herhaaldelijk afgespeeld van punt A tot aan het einde van de song (punt B).
OPMERKING
U kunt het bereik dat moet worden herhaald ook als volgt opgeven.
1 Selecteer het maatnummer
met de knoppen [
u]/[d] en
spoel de song daarna snel vooruit tot punt A met de knoppen [<]/[>].
2 Selecteer 'Set A' met de
knoppen [
u]/[d] en druk
daarna op de knop [>].
Nadat u punt A hebt opgegeven, wordt de display om punt B op te geven opgeroepen.
3 Geef punt B op dezelfde
manier op als punt A.
knoppen [u]/[d] en daarna drukt u op de knop [>].
Als u AB Repeat wilt instellen, selecteert u 'A – B'. Als u Song Repeat wilt instellen, selecteert u 'Song'.
4. Kies de gewenste instelling in de insteldisplay.
•AB Repeat .................Zie verder.
•Song Repeat...............Zie pagina 46.
Instelling AB Repeat
Geef het herhalingsbereik aan.
4-1. Druk op de knop [R/K] om het afspelen van de song te
starten.
4-2. Druk op de knop [>] aan het beginpunt (A) van het
bereik dat moet worden herhaald.
Songs afspelen
4-3. Druk nogmaals op de knop [>] aan het eindpunt (B).
Na een automatische inleiding (om u te helpen in de frase te komen), wordt het gedeelte van punt A tot punt B herhaaldelijk afgespeeld.
5. Om de functie Repeat uit te schakelen, drukt u op de
knop [>] wanneer 'Repeat Off ' is geselecteerd of selecteert u een andere song.
Als AB Repeat is ingeschakeld, wordt weergegeven in de display Song.
CLP-585/575/545/535/565GP Gebruikershandleiding
45
Songs afspelen
MIDI Audio
Insteldisplay
Vinkje
Instelling Song Repeat
4-1. Selecteer de gewenste herhaalfunctie met de knoppen
[u]/[d] in de insteldisplay.
• Off (uit):
Herhaaldelijk afspelen is uitgeschakeld.
• Single (enkel):
Speelt de geselecteerde song herhaaldelijk af.
• All (alle):
Alle songs in een opgegeven bereik worden doorlopend op vaste volgorde afgespeeld.
• Random (willekeurig):
Alle songs in een opgegeven bereik worden doorlopend in willekeurige volgorde afgespeeld.
Als de instelling Repeat is ingeschakeld, wordt , of weergegeven in de display Song.
4-2. Druk op de knop [R/K] (afspelen/pauze) om het
herhaaldelijk afspelen te starten.
5. Om de functie Repeat uit te schakelen, drukt u op de
knop [] (stop) om het afspelen te stoppen en selecteert u 'Off' in stap 4-1.
CLP-585/575/545/535/565GP Gebruikershandleiding
46

De volumebalans aanpassen

MIDI Audio
1, 2, 3
1
4
Display Song Menu (wanneer een MIDI-song is geselecteerd)
Display Song Menu (wanneer een audiosong is geselecteerd)
OPMERKING
Sommige in de handel verkrijgbare muziekdata bevatten extreem hoge volumes. Pas voor dergelijke data 'Song – Keyboard' aan.
Wanneer een MIDI-song is geselecteerd, kunt u de volumebalans aanpassen tussen de afgespeelde song en de klanken die u op het toetsenbord speelt of tussen de rechter- en linkerhandpartijen van de geselecteerde song. Wanneer een audiosong is geselecteerd, kunt u het volume van de audiosong aanpassen.
Selecteer eerst de gewenste song.
Songs afspelen
1. Druk herhaaldelijk op de knop [MENU] om de display
Song Menu op te roepen. Selecteer 'Volume' en druk daarna op de knop [>].
2. Wanneer een MIDI-song is geselecteerd, selecteert u 'Song
– Keyboard' of 'Song L – R' met de knoppen [u]/[d] en daarna drukt u op de knop [>] om de insteldisplay op te roepen. Wanneer een audiosong is geselecteerd, gebruikt u de knoppen [<]/[>] om het afspeelvolume van de audio in te stellen. Ga verder met stap 4 als u de waarde hebt ingesteld.
•Song – Keyboard
Hiermee kunt u de volumebalans instellen tussen de afgespeelde MIDI­song en uw toetsenspel.
•Song L – R
Hiermee kunt u de volumebalans instellen tussen de rechter- en linkerhandpartijen van de geselecteerde MIDI-song.
CLP-585/575/545/535/565GP Gebruikershandleiding
47
Songs afspelen
Het volume van de afgespeelde song wordt lager.Het volume van uw spel wordt lager.
Het volume van de rechterpartij wordt lager. Het volume van de linkerpartij wordt lager.
3. Pas de volumebalans aan met de knoppen [<]/[>].
In het geval van 'Song – Keyboard'
In het geval van 'Song L – R'
4. Druk tweemaal op de knop [EXIT] om de display Song
Menu te verlaten.
Als u een andere MIDI-song selecteert, wordt de instelling voor 'Song L – R' teruggezet naar de standaardinstelling. Als u een andere song selecteert, wordt de waarde voor 'Song – Keyboard' en het audiovolume niet teruggezet.

Handige afspeelfuncties

Afspelen automatisch starten zodra u op het toetsenbord speelt (Synchro Start)
In de speciale modus 'Sync Start' kunt u op een willekeurige toets op het toetsenbord drukken om het afspelen van songs te starten. U activeert de modus Sync Start door een song te selecteren en op de knop [
R/K] (afspelen/pauze) te drukken terwijl u de knop [] (stop) ingedrukt
houdt. Het lampje [ (Druk op de knop [
Het afspelen begint zodra u op het toetsenbord speelt.
Het afspelen starten/onderbreken met een pedaal
U kunt de functie Song afspelen/onderbreken (de functie van de knop [R/K]) (afspelen/pauze) toewijzen aan het middenpedaal of het linkerpedaal in het System Menu (pagina 90). Dit is handig als u het afspelen wilt starten of onderbreken terwijl u speelt en uw handen niet van het toetsenbord wilt halen.
CLP-585/575/545/535/565GP Gebruikershandleiding
48
R/K] knippert in het huidige tempo.
] om de modus Sync Start uit te schakelen.)
Het toetsenbord bespelen tijdens het afspelen
585 575 545 535 565GP
Het tempo van het ritme
• Het tempo van het ritme is gelijk aan het tempo ingesteld voor de metronoom (pagina 35).
• Als u een MIDI-song selecteert, wijzigt de tempowaarde in de waarde opgegeven in de data van de geselecteerde MIDI-song, ook als u het tempo van het ritme hebt ingesteld.
Gedetailleerde instellingen voor het ritme
In de display Metronome Menu (pagina 87) kunt u gedetailleerde parameters instellen, zoals het volume van het ritme en Sync Start, dat ervoor zorgt dat het afspelen van het ritme start wanneer u een toets indrukt.
OPMERKING
De display Metronome kan niet worden opgeroepen wanneer een andere display dan Voice of Song wordt weergegeven, wanneer een song wordt afgespeeld of tijdelijk op pauze staat, of wanneer het instrument in de songopnamemodus staat.
Display Metronome
2-1. Gebruik de knoppen [u]/[d]
om 'Type' te selecteren.
2-2. Druk op de knop [>] om de
volgende display op te roepen.
2-3. Gebruik de knoppen [u]/[d]
om 'Rhythm' te selecteren.
2-4. Druk op de knop [>] om de
volgende display op te roepen.
2-5. Gebruik de knoppen
[
u]/[d] om het
gewenste ritme te selecteren.
Vinkje
Display Metronome Type Display Rhythm
De intro en het einde afspelen
Elk ritme heeft een 'intro' en 'einde' waarmee u het arrangement van de begeleiding kunt variëren. Om deze af te spelen stelt u 'Intro' en 'Ending' in op 'on' in de display Metronome Menu. Als u bij deze instelling op de knop [METRONOME/RHYTHM] drukt, wordt eerst de intro en daarna het ritme afgespeeld. Als u opnieuw op de knop [METRONOME/RHYTHM] drukt, wordt het einde afgespeeld en daarna stopt het afspelen.
van een ritme
Dit instrument beschikt over verschillende ritmepatronen. U kunt het toetsenbord bespelen terwijl een ritme wordt afgespeeld.
2
5
1, 4
1. Druk op de knop [METRONOME/RHYTHM] om de
display Metronome op te roepen.
Het afspelen van de metronoom begint.
2. Gebruik de knoppen [u]/[d]/[<]/[>] om het gewenste
ritme op te roepen.
Raadpleeg de lijst met ritmen voor meer informatie over de beschikbare ritmen (pagina 101).
3. Bespeel het toetsenbord terwijl een ritme wordt
afgespeeld.
4. Druk nogmaals op de knop [METRONOME/RHYTHM]
om het afspelen van het ritme te stoppen.
5. Druk op de knop [EXIT] om de display Metronome te
verlaten.
CLP-585/575/545/535/565GP Gebruikershandleiding
49

Uw spel opnemen

MIDI
Audio
MIDI
MIDI
MIDI
Audio
Met dit instrument kunt u uw spel opnemen op de volgende twee manieren.
• MIDI-opname
Bij deze methode wordt opgenomen spel opgeslagen in het instrument of op een USB-flashgeheugen als een SMF (format 0) MIDI-bestand. Als u een specifiek deel opnieuw wilt opnemen of parameters zoals Voice wilt wijzigen, handel dan als volgt. U kunt uw spel ook track per track opnemen. Omdat een MIDI-song na opname kan worden geconverteerd naar een audiosong (pagina 65) wilt u wellicht MIDI-opname (met overdubben en meerdere partijen) gebruiken om eerst een complex arrangement te maken dat u niet live zou kunnen spelen, en dit vervolgens naar een audiosong converteren. In dit instrument kunt u ca. 500 kB data per song opnemen.
•Audio-opname
Bij deze methode wordt opgenomen spel opgeslagen als een audiobestand op een USB-flashgeheugen. De opname vindt plaats zonder dat de opgenomen partij wordt toegewezen. Omdat de opname standaard wordt opgeslagen in stereo WAV-indeling van normale CD-kwaliteit en resolutie (44.1 kHz/16bit) kan de opname via de computer worden verzonden naar en afgespeeld op draagbare muziekspelers. Omdat audiosignalen via de [AUX IN]-aansluiting ook worden opgenomen, kunt u uw toetsenspel samen met het geluid van de aangesloten cd-speler of draagbare muziekspelers opnemen. Op dit instrument kan tot 80 minuten per opname worden opgeslagen.
Zie pagina 38 voor meer informatie over het verschil tussen MIDI- en audiosongs.

Opnamemethoden

In dit hoofdstuk worden de volgende vier methoden besproken. De indeling van de gemaakte data is afhankelijk van de methode, MIDI of audio.
• Snelle MIDI-opname ........................................pagina 51
Met deze methode kunt u het snelst beginnen opnemen. Uw spel wordt opgenomen en opgeslagen in de categorie 'User' in het interne geheugen van het instrument.
• MIDI-opname – afzonderlijke tracks ................pagina 53
Met deze methode kunt u de rechter-, linker- en extra partijen afzonderlijk opnemen. U kunt de linkerpartij opnemen terwijl de rechterpartij wordt afgespeeld. Dit is handig voor het opnemen van beide partijen van een duet. Aangezien u tot zestien partijen afzonderlijk kunt opnemen, kunt u het spel van elk van de instrumenten één voor één opnemen om volledig georkestreerde composities te creëren.
• MIDI-opname in het USB-flashgeheugen .........pagina 55
Deze methode is handig als u de eerder opgenomen MIDI-song in het USB-flashgeheugen wilt overschrijven of een nieuwe MIDI-song in het USB-flashgeheugen wilt maken.
• Audio-opname in het USB-flashgeheugen ........pagina 56
Met deze methode kunt u uw spel opnemen als audiodata in het USB-flashgeheugen dat op de USB [TO DEVICE]-aansluiting is aangesloten.
CLP-585/575/545/535/565GP Gebruikershandleiding
50

Snelle MIDI-opname

MIDI
5
2
4
6
Met de metronoom/ritme (CLP-585/575/545)
U kunt de metronoom/ritme gebruiken bij het opnemen. Het geluid van de metronoom kan niet worden opgenomen, maar dat van het ritme wel. Start het afspelen van het ritme pas nadat u de opnamemodus hebt geactiveerd. Als u de opnamemodus activeert tijdens het afspelen van het ritme, wordt het afspelen gestopt.
OPMERKING
Zie 'MIDI-opname – afzonderlijke tracks' (pagina
53) als u de linkerhand- en
rechterhandpartij afzonderlijk wilt opnemen, want bij deze opnamemethode wordt verondersteld dat de linker- en rechterpartij samen worden opgenomen.
OPMERKING
De volumebalans 'Song – Keyboard' wordt niet opgenomen.
OPMERKING
Bij een MIDI-opname wordt het spel opgenomen op track 1. In de Dual- of splitmodus wijken de tracks die zijn toegewezen voor opname af van de tracks die voor de opname worden gebruikt. Zie 'Opnametracks toewijzen' op pagina 53 voor meer informatie.
Nieuwe (lege) songfile
OPMERKING
Door de knop [] een seconde ingedrukt te houden wordt de display met de opnamedoelsongs. Selecteer in dit geval [New Song] en druk daarna op de knop [>]. Raadpleeg daarbij de tabel op pagina 55.
Starten met opnemen zodra een ritme start: (CLP-585/575/545)
Wanneer een ritme (pagina 49) is geselecteerd, drukt u op de knop [METRONOME/RHYTHM] om het afspelen van het ritme en de MIDI-opname tegelijk te starten.
Deze methode is de snelste manier om te beginnen opnemen.
1. Geef de nodige instellingen op, zoals voiceselectie en
maatsoort.
Voordat u met de opname start, selecteert u een voice (pagina 24) voor uw toetsenspel, schakelt u Dual/Split desgewenst in of uit, stelt u de maatsoort en het volume van het ritme in (pagina 87) en selecteert u het gewenste reverb-/chorus-/effecttype.
Uw spel opnemen
2. Druk op de knop [] (opnemen) om de opnamemodus te
activeren.
Er wordt automatisch een lege song ingesteld voor opname.
Het lampje [ Druk opnieuw op de knop [] (opnemen) om de opnamemodus te verlaten.
3. Bespeel het toetsenbord om de opname te starten.
Als u een stilte wilt opnemen aan het begin van de song, drukt u op de knop [ Tijdens de opname wordt het huidige maatnummer in de display weergegeven.
R/K] (afspelen/pauze) knippert in het huidige tempo.
R/K] (afspelen/pauze) om de opname te starten.
CLP-585/575/545/535/565GP Gebruikershandleiding
51
Uw spel opnemen
LET OP
De opgenomen MIDI-song gaat verloren als u overschakelt naar een andere Song of als u het instrument uitschakelt zonder eerst op te slaan.
De naam van de opgenomen song wijzigen
De opgenomen songs krijgen automatisch een naam, maar u kunt de songnamen desgewenst wijzigen (pagina 66).
OPMERKING
Andere parameterinstellingen dan voice en tempo, zoals de nootdata, pedaaldata (demper/ soft/sostenuto), octaveringsinstelling en maatsoort, kunnen niet meer worden gewijzigd na het opnemen.
4. Als u klaar bent met spelen, drukt u op de knop [] (stop)
om de opname te stoppen.
Met deze bewerking verlaat u de opnamemodus en wordt de display voor het opslaan van de opgenomen speeldata opgeroepen.
5. Als u het opgenomen spel wilt opslaan, drukt u op de knop
[>] om de data op te slaan terwijl 'Save' is geselecteerd.
Nadat het opslaan voltooid is, wordt 'Save Completed' in de display weergegeven en wordt de display Song opnieuw weergegeven.
• Als u niet tevreden bent over uw spel en opnieuw wilt opnemen, selecteert u 'Retry' en drukt u op de knop [>]. Start opnieuw met opnemen vanaf stap 3.
• Als u de opgenomen data niet wilt opslaan, selecteert u 'Cancel' en drukt u op de knop [>].
6. Om het opgenomen spel te beluisteren, drukt u op de knop
[R/K] (afspelen/pauze).
De opgenomen song krijgt de naam 'USERSONGxxx' (xxx: nummer) en wordt opgeslagen in de categorie 'User'.
Data die in MIDI-songs kan worden opgenomen
Data voor afzonderlijke tracks
•Nootdata (uw toetsenspel)
•Voiceselectie
• Pedaalbewerkingen (demper/soft/sostenuto)
•Reverbdiepte
•Chorusdiepte
• Effectdiepte
• Helderheid van de klank – 'Brightness'
• Resonantie-effectinstelling –
52
'HarmonicContent'
•Octaaf
• Volume-instelling van afzonderlijke voices – 'Volume'
• Pan voor afzonderlijke voices
•Ontstemming
• Aanslaggevoeligheid
CLP-585/575/545/535/565GP Gebruikershandleiding
Data voor alle tracks
• Stemschaal
•Tempo
•Maatsoort
• Reverbtype
•Chorus-type
•Effecttype

MIDI-opname – afzonderlijke tracks

MIDI
OPMERKING
Zie 'MIDI-opname in het USB­flashgeheugen' (pagina 55) als u uw spel in het USB­flashgeheugen wilt opnemen of de opname aan de MIDI-song in het USB-flashgeheugen wilt toevoegen.
OPMERKING
Het ritme kan niet aan de opgenomen song worden toegevoegd.
12345678910111213141516
Voorbeeld:
Rechterhandpartij
Linkerhandpartij
Als u een nieuwe track van een eerder opgenomen MIDI-song wilt opnemen:
Nadat u de doel-MIDI-song hebt geselecteerd (stap 1 – 4 op pagina 39 – 40), houdt u de knop [] (opnemen) gedurende een seconde ingedrukt om de display met opnamedoelsongs op te roepen, selecteert u de 4e optie (de geselecteerde MIDI­song), drukt u op de knop [>] en gaat u vervolgens naar stap 2 op deze pagina.
OPMERKING
Als u uw spel met beide handen eerst op track R en dan track L opneemt, worden beide tracks tegelijk afgespeeld als een enkele song.
Opnametracks toewijzen
Als Dual/Split is ingeschakeld, wordt alleen het spel van voice R1 opgenomen op de geselecteerde track. Het spel van voice R2 wordt opgenomen op het tracknummer gelijk aan 6 plus de geselecteerde track en het spel van voice L wordt opgenomen op het tracknummer gelijk aan 3 plus de geselecteerde track. Het afgespeelde ritme wordt opgenomen op tracks 9/10.
Opnametrack
Bevat data.
Bevat geen data.
Met MIDI-opname kunt u een MIDI-song maken met in totaal 16 tracks door uw spel track per track op te nemen. Tijdens het opnemen van een pianostuk kunt u bijvoorbeeld de rechterhandpartij op track 1 opnemen en vervolgens de linkerhandpartij op track 2, zodat u toch een compleet stuk kunt opnemen dat moeilijk live met twee handen samen kan worden gespeeld. Om bijvoorbeeld een uitvoering met het afspelen van ritme op te nemen (alleen voor CLP-585/ 575/545) legt u eerst het afspelen van het ritme op tracks 9 – 10 vast, en neemt u daarna een of meerdere melodieën op track 1 op, terwijl u luistert naar het eerder opgenomen ritme. Op deze manier kunt u een volledige song maken die anders moeilijk of zelfs onmogelijk live zou kunnen worden gespeeld.
Uw spel opnemen
1. Voer dezelfde bewerkingen uit als in stap 1 en stap 2 op
pagina 51 om de opnamemodus te activeren terwijl een nieuwe lege song is geselecteerd.
2. Druk op de knop [d] om Track te selecteren en gebruik
daarna de knoppen [<]/[>] om een opnametrack te selecteren.
Als u de rechterhandpartij wilt opnemen, selecteert u 'R' (track 1). Als u de linkerhandpartij wilt opnemen, selecteert u 'L' (track 2). Als u uw spel wilt opnemen op tracks 3 – 16, roept u de gewenste track op door herhaaldelijk op de knoppen [<]/[>] te drukken.
3. Bespeel het toetsenbord om de opname te starten.
4. Als u klaar bent met spelen, drukt u op de knop [] (stop)
om de opname te stoppen.
Met deze bewerking verlaat u de opnamemodus en wordt de display voor het opslaan van de opgenomen speeldata opgeroepen.
CLP-585/575/545/535/565GP Gebruikershandleiding
53
Uw spel opnemen
LET OP
De opgenomen MIDI-song gaat verloren als u overschakelt naar een andere Song of als u het instrument uitschakelt zonder eerst op te slaan.
De naam van de opgenomen song wijzigen
De opgenomen songs krijgen automatisch een naam, maar u kunt de songnamen desgewenst wijzigen (pagina 66).
Verschijnt wanneer de track data bevat.
5. Als u het opgenomen spel wilt opslaan, drukt u op de knop
[>] om de data op te slaan terwijl 'Save' is geselecteerd.
Nadat het opslaan voltooid is, wordt 'Save Completed' in de display weergegeven en keert deze terug naar de display Song.
• Als u niet tevreden bent over uw spel en opnieuw wilt opnemen, selecteert u 'Retry' en drukt u op de knop [>]. Start opnieuw met opnemen vanaf stap 3.
• Als u de opgenomen data niet wilt opslaan, selecteert u 'Cancel' en drukt u op de knop [>].
Status van trackdata
U kunt controleren of een track al dan niet opgenomen data bevat.
6. Om het opgenomen spel te beluisteren, drukt u op de knop
[R/K] (afspelen/pauze).
De opgenomen song krijgt de naam 'USERSONGxxx' (xxx: nummer) en wordt opgeslagen in de categorie 'User'.
7. Als u nog een track wilt opnemen, activeert u de
songopnamemodus opnieuw.
7-1. Houd de knop [] (opnemen) gedurende een seconde
7-2. Gebruik de knop [d] om de bestaande MIDI-song te
8. Neem uw spel op een andere track op door de stap 2 – 6
van dit gedeelte te herhalen.
Selecteer in stap 2 een track waarop nog geen data is opgenomen. Bespeel het toetsenbord in stap 3 terwijl u luistert naar de reeds opgenomen data.
CLP-585/575/545/535/565GP Gebruikershandleiding
54
ingedrukt.
De opnamedoelsongs worden weergegeven in de display.
selecteren (onder aan de lijst) en druk daarna op de knop [>].

MIDI-opname in het USB-flashgeheugen

MIDI
OPMERKING
Lees eerst 'USB-apparaten aansluiten (USB [TO DEVICE]­aansluiting)' op pagina 70 voordat u een USB­flashgeheugen aansluit.
OPMERKING
Controleer de resterende geheugencapaciteit van het USB-flashgeheugen voordat u start met opnemen. System Menu: 'Utility' 'USB Properties' (pagina 92).
Deze instructies beschrijven hoe u een eerder opgenomen MIDI-song in het USB-flashgeheugen kunt overschrijven of een nieuwe MIDI-song in het USB­flashgeheugen kunt maken.
1. Sluit het USB-flashgeheugen aan op de USB [TO
DEVICE]-aansluiting.
2. Selecteer een MIDI-song als opnamedoel en activeer
daarna de opnamemodus.
2-1. Als u een bijkomende track wilt opnemen in de eerder
opgenomen MIDI-song, selecteert u de gewenste MIDI-song in het USB-flashgeheugen. Als u een nieuwe Song wilt gaan opnemen, sla deze stap dan over.
2-2. Houd de knop [] (opnemen) een seconde ingedrukt om de
display met de opnamedoelsongs op te roepen.
Uw spel opnemen
2-3. In de lijst met opnamedoelsongs selecteert u 'New Song
(USB)' of 'xxxxx' (4e optie hieronder) met de knoppen [
u]/[d]
en daarna drukt u op de knop [>] om de opnamemodus te activeren.
Opnamedoelsong Omschrijving
New Song Selecteer deze optie als u uw spel wilt opnemen in een lege
New Song (USB)* Selecteer deze optie als u uw spel wilt opnemen in een lege
New Audio (USB)* Selecteer deze optie als u uw spel wilt opnemen als lege
xxxxx (MIDI-song geselecteerd in stap 2-1 hierboven)**
* Kan alleen worden geselecteerd wanneer het USB-flashgeheugen is aangesloten op de
USB [TO DEVICE]-aansluiting.
** Wordt niet weergegeven wanneer geen eerder opgenomen MIDI-song wordt geselecteerd
in stap 2-1 hierboven of wanneer een vooraf ingestelde song of beveiligde song wordt geselecteerd in stap 2-1.
MIDI-song en wilt opslaan in de categorie 'User' in het interne geheugen van dit instrument.
MIDI-song en wilt opslaan in het USB-flashgeheugen.
audiodata en wilt opslaan in het USB-flashgeheugen.
Selecteer deze optie als u data wilt toevoegen aan of data wilt overschrijven in de huidige geselecteerde MIDI-song.
CLP-585/575/545/535/565GP Gebruikershandleiding
55
Uw spel opnemen
LET OP
Als u uw spel opneemt op een track die al data bevat, worden de eerder opgenomen data overschreven.
OPMERKING
De maatsoort en het tempo kunnen niet worden gewijzigd wanneer een deel van een bestaande MIDI-song wordt vervangen.
Audio
OPMERKING
Lees eerst 'USB-apparaten aansluiten (USB [TO DEVICE]­aansluiting)' op pagina 70 voordat u een USB­flashgeheugen aansluit.
OPMERKING
Controleer de resterende geheugencapaciteit van het USB-flashgeheugen voordat u begint met opnemen. System Menu: 'Utility' 'USB Properties' (pagina 92).
OPMERKING
Bij een audio-opname kan het geluid vervormen als het voicevolume wordt ingesteld op een hogere waarde dan de standaardinstelling. Controleer of het voicevolume op de standaardinstelling of lager staat voordat u begint met opnemen via de display Voice Menu: 'Voice Edit' 'Volume' (pagina 81).
OPMERKING
Bij een audio-opname worden audiosignalen via de [AUX IN]­aansluiting ook opgenomen.
3. Voer de opnamebewerking uit en sla daarna het
opgenomen spel op.
• Als u data wilt toevoegen aan de huidige geselecteerde MIDI-song of de opgegeven track wilt opnemen in de lege MIDI-song:
Voer stap 2 – 8 van 'MIDI-opname – afzonderlijke tracks' op pagina 53 uit.
• Als u snel wilt opnemen in een lege MIDI-song:
Voer stap 3 – 6 van 'Snelle MIDI-opname' op pagina 51 uit.

Audio-opname in het USB-flashgeheugen

Deze instructies beschrijven hoe u uw spel kunt opnemen als audiodata. Een audiobestand waarin uw spel moet worden opgenomen, kan alleen in het USB-flashgeheugen worden opgeslagen. Daarom moet u uw USB-flashgeheugenapparaat klaarmaken voordat u begint met opnemen.
1. Sluit het USB-flashgeheugen aan op de USB [TO
DEVICE]-aansluiting.
2. Houd de knop [] (opnemen) een seconde ingedrukt om
de display met de opnamedoelsongs op te roepen.
3. Gebruik de knoppen [u]/[d] om 'New Audio (USB)' te
selecteren en druk daarna op de knop [>].
4. Voer stap 3 – 6 van 'Snelle MIDI-opname' uit (pagina 51).
In tegenstelling tot een MIDI-opname, wordt de verstreken tijd weergegeven in de display tijdens de audio-opname.
CLP-585/575/545/535/565GP Gebruikershandleiding
56

Overige opnametechnieken

MIDI
Gedeeltelijk opnieuw opnemen van een song
U kunt een bepaald gedeelte van een MIDI-song opnieuw opnemen.
2
2, 6
11
3 5
7, 10
8
1. Selecteer de gewenste MIDI-song.
Zie pagina 39 voor meer informatie.
Uw spel opnemen
2. Stel de parameters in om te bepalen hoe de opname start
en stopt.
2-1. Druk herhaaldelijk op de knop [MENU] om de display
Recording Menu op te roepen.
2-2. Gebruik de knoppen [u]/[d] om 'RecStart' te selecteren en
selecteer daarna de waarde die bepaalt hoe de opname start met de knop [>].
• Normal (normaal)
De eerder opgenomen data worden vervangen door de nieuwe data zodra de opname start.
• KeyOn (toets aan)
De eerder opgenomen data blijven behouden tot u een toets indrukt en de opname start zodra u een toets indrukt.
2-3. Gebruik de knoppen [u]/[d] om 'RecEnd' te selecteren en
selecteer daarna de waarde die bepaalt hoe de opname stopt met de knop [>].
•Replace (vervangen)
De data na het punt waar u stopt met opnemen, worden ook gewist.
CLP-585/575/545/535/565GP Gebruikershandleiding
57
Uw spel opnemen
OPMERKING
De maatsoort kan niet worden gewijzigd wanneer een deel van een bestaande song wordt vervangen.
• PunchOut (punch-out)
De data na het punt waar u stopt met opnemen, blijven behouden.
3. Druk op de knop [SONG] om de display Song op te
roepen.
4. Geef het startpunt op vanaf waar u opnieuw wilt opnemen.
Gebruik de knoppen [u]/[d] om het maatnummer te selecteren en gebruik daarna de knoppen [<]/[>] om de afspeelpositie (maatnummer) naar het gewenste punt te verplaatsen. Een andere methode is op de knop [
R/K] (afspelen/pauze) drukken om het afspelen te starten en daarna net
voor het gewenste punt opnieuw op de knop [
Selecteer de instellingen (voice en andere parameters) indien nodig. Selecteer de gewenste instellingen als u de vorige instellingen wilt wijzigen.
R/K] drukken.
5. Houd de knop [] (opnemen) een seconde ingedrukt om
de display met opnamedoelsongs op te roepen, selecteer de 4e optie (song geselecteerd in stap 1) en druk daarna op de knop [>] om de opnamemodus te activeren.
6. Druk op de knop [d] om Track te selecteren en gebruik
daarna de knoppen [<]/[>] om een track voor opnieuw opnemen te selecteren.
7. Bespeel het toetsenbord of druk op de knop [R/K]
(afspelen/pauze) om de opname te starten.
8. Druk op de knop [] (stop) om de opname te stoppen.
9. Sla het opgenomen spel op volgens stap 5 op pagina 54.
Hiermee sluit u de opnamemodus af.
10.Om het opgenomen spel te beluisteren, drukt u op de knop
[R/K] (afspelen/pauze).
CLP-585/575/545/535/565GP Gebruikershandleiding
58
Het tempo of de voice van een eerder opgenomen
MIDI
Display Song Menu
3-1. Gebruik de knoppen [u]/[d]
om 'Edit' te selecteren.
3-2. Druk op de knop [>] om de
volgende display op te roepen.
3-3. Gebruik de knoppen [u]/[d]
om 'Tempo Change' te selecteren.
3-4. Druk op de knop [>] om de
volgende display op te roepen.
Display Edit Display Tempo Change
MIDI-song wijzigen
Voor MIDI-songs kunt u na het opnemen het tempo en de voice wijzigen om een verandering aan te brengen in de sfeer van een song of om een geschikter tempo in te stellen.
Het tempo wijzigen:
1. Selecteer de MIDI-song die u wilt wijzigen.
Zie pagina 39 voor meer informatie.
2. Stel het gewenste tempo voor de huidige MIDI-song in.
Roep de display Song op, selecteer het tempo met de knoppen [u]/[d] en stel daarna de waarde in met de knoppen [<]/[>].
3. Druk herhaaldelijk op de knop [MENU] om de display Song
Menu op te roepen en selecteer daarna de gemarkeerde optie in elke display, zoals hieronder afgebeeld.
Uw spel opnemen
4. Pas de geselecteerde tempowaarde toe op de data van de
huidige MIDI-song.
Druk op de knop [d] om 'Execute' te selecteren en druk daarna op de knop [>] om de nieuwe tempowaarde toe te passen op de data van de huidige MIDI-song.
Wanneer deze bewerking voltooid is, wordt 'Completed' weergegeven in de display en wordt de display Tempo Change even later opnieuw weergegeven.
5. Druk op de knop [EXIT] om de display Song Menu te
verlaten.
CLP-585/575/545/535/565GP Gebruikershandleiding
59
Uw spel opnemen
Display Song Menu
3-1. Gebruik de knoppen [u]/[d]
om 'Edit' te selecteren.
3-2. Druk op de knop [>] om de
volgende display op te roepen.
3-3. Gebruik de knoppen [u]/[d]
om 'Voice Change' te selecteren.
3-4. Druk op de knop [>] om de
volgende display op te roepen.
Display Edit Display Voice Change
De voice wijzigen:
1. Selecteer de MIDI-song die u wilt wijzigen.
Zie pagina 39 voor meer informatie.
2. Selecteer de gewenste voice.
Zie pagina 24 voor meer informatie.
3. Druk herhaaldelijk op de knop [MENU] om de display
Song Menu op te roepen en selecteer daarna de gemarkeerde optie in elke display, zoals hieronder afgebeeld.
4.
Druk opnieuw op de knop [>] om de insteldisplay op te roepen en selecteer daarna de gewenste track met de knoppen [u]/[d].
5. Pas de voice geselecteerd in stap 2 voor de track
geselecteerd in stap 4 toe op de data van de huidige MIDI-song.
Druk op de knop [<] om terug te keren naar de display Voice Change. Druk op de knop [ knop [>] om de nieuwe voice toe te passen op de data van de huidige MIDI-song.
Wanneer deze bewerking voltooid is, wordt 'Completed' weergegeven in de display en wordt de display Voice Change even later opnieuw weergegeven.
d] om 'Execute' te selecteren en druk daarna op de
6. Druk op de knop [EXIT] om de display Song Menu te
verlaten.
CLP-585/575/545/535/565GP Gebruikershandleiding
60

Werken met songfiles

Bestand
Een bestand bevat een set data. Op dit instrument bestaat een songfile uit songdata en een songnaam.
Beperkingen voor beveiligde songs
In de handel verkrijgbare songdata kunnen tegen kopiëren zijn beveiligd om illegaal kopiëren of onbedoeld wissen te voorkomen.
Songnaam
Pictogram
Categorienaam
*
*
Met het menu 'File' in de display Song Menu (pagina 84) kunt u verschillende bewerkingen uitvoeren op songfiles, zowel op songs die u op dit instrument hebt opgenomen als op in de handel verkrijgbare songs. Lees het gedeelte 'Voorzorgsmaatregelen bij het gebruik van de USB [TO DEVICE]-aansluiting' op pagina 70 voordat u een USB-flashgeheugen aansluit.
Bewerking Menu File Pagina
Bestanden verwijderen Delete pagina 62, 63
Bestanden kopiëren *Copy pagina 62, 63
Bestanden verplaatsen *Move pagina 62, 64
Een MIDI-song converteren naar een audiosong tijdens het afspelen
Bestandsnamen wijzigen Rename pagina 62, 66
Acties die zijn gemarkeerd met een '*', zijn alleen van toepassing als er een MIDI-song is geselecteerd.

Songtypen en beperkingen op bestandsbewerkingen

Songtypen worden aangegeven met de categorienaam en een pictogram in de display Song. In de volgende tabel ziet u het songtype en beperkingen op bestandsbewerkingen.
*MIDItoAudio pagina 62, 65
Datalocatie
Instrument Piano 50 50 vooraf ingestelde
USB-flash­geheugen­apparaat
* Er zijn twee soorten songs: originele en bewerkte. Originele en bewerkte songs moeten in dezelfde map worden opgeslagen. Als u dit niet doet,
kan het bestand niet worden afgespeeld.
: Ja, ×: Nee
Een
Categorie
pianosongs
Lesson Vooraf ingestelde
User Uw eigen opgenomen
USB MIDI-songs  
lessongs
songs (MIDI) Beveiligde MIDI-songs ×× ×
MIDI-songs met Yamaha­beveiliging
Audiosongs ×× ×
Beveiligde MIDI-songs × × ××
MIDI-songs met Yamaha­beveiliging
Songtype
Bestanden
verwijderen
×××× ×
×××× ×
 
× ×
× ×
Bestands-
namen
wijzigen
Bestan-
den
kopiëren
CLP-585/575/545/535/565GP Gebruikershandleiding
Bestan­den ver-
plaatsen
MIDI-song
naar een
audiosong
converteren
tijdens het
afspelen
61
Werken met songfiles
Display Song Menu
Bijvoorbeeld: Bestandsnamen wijzigen
LET OP
Koppel het USB-flashgeheugen niet los tijdens een bestandsbewerking of wanneer data van het USB­flashgeheugen worden geladen. Hierdoor kunnen alle data in het USB-flashgeheugen en het instrument verloren gaan.

Basisbewerkingen met songfiles

U kunt werken met songfiles aan de hand van de onderstaande instructies.
1. Sluit het USB-flashgeheugen aan op de USB [TO
DEVICE]-aansluiting indien nodig.
Om een bestand in een USB-flashgeheugen te kunnen gebruiken met het instrument, moet het bestand worden opgeslagen in het USB­flashgeheugen.
2. Selecteer een song waarop u de bewerking wilt uitvoeren.
Zie pagina 39 voor informatie over het selecteren van een song.
3. Roep de bestandsmodus op.
3-1. Druk herhaaldelijk op de knop [MENU] om de display Song
Menu op te roepen. Gebruik de knoppen [ selecteren en druk daarna op de knop [>].
u]/[d] om 'File' te
3-2. Selecteer de gewenste bewerking uit 'Delete', 'Copy', 'Move',
'MIDItoAudio' of 'Rename'.
Druk een- of tweemaal op de knop [EXIT] om de bestandsmodus af te sluiten.
4. Voer de geselecteerde bewerking uit.
Raadpleeg het overeenkomstige gedeelte voor specifieke instructies.
Delete....................................pagina 63
Copy......................................pagina 63
Move .....................................pagina 64
MIDItoAudio.....................pagina 65
Rename ................................pagina 66
Tijdens de bewerking kunnen er berichten (informatie of bevestiging) worden weergegeven in de display. Zie 'Lijst met berichten' op pagina 102 voor meer informatie.
5. Druk op de knop [EXIT] om de bestandsmodus af te
sluiten.
CLP-585/575/545/535/565GP Gebruikershandleiding
62

Bestanden verwijderen – Delete

LET OP
Zet het instrument niet uit en verwijder geen USB­flashgeheugen terwijl 'Executing' in de display wordt weergegeven.
Map USER FILES
Als het USB-flashgeheugen dat op het instrument is aangesloten geen map USER FILES bevat, dan wordt deze map automatisch aangemaakt als u een song op dat apparaat formatteert of opneemt. De opgenomen song wordt dan in die map opgeslagen.
OPMERKING
De kopieerfunctie is uitsluitend bedoeld voor persoonlijk gebruik.
OPMERKING
Mappen kunnen niet worden gekopieerd.
Hoofdmap:
Het hoogste niveau in een hiërarchische structuur. Dit geeft een gebied aan dat niet tot een map behoort.
Instrument
USB-flashgeheugen
User
Kan worden gekopieerd/
verplaatst.
Kan worden gekopieerd/
verplaatst.
Hoofdmap
Map USER FILES
Zie pagina 61 voor meer informatie over de songtypen die u kunt verwijderen.
Zie pagina 62 voor informatie over basisbewerkingen. Hierna volgt een gedetailleerde procedure voor stap 4 op die pagina.
4-1. Als 'Delete' is geselecteerd, drukt u op de knop [>] om de
insteldisplay op te roepen.
4-2. Selecteer 'Execute' door op de knop [d] te drukken en
druk daarna op de knop [>].
Nadat de song verwijderd is, keert de display terug naar de display Song List.
Werken met songfiles

Bestanden kopiëren – Copy

Zie pagina 61 voor meer informatie over de songtypen die u kunt kopiëren.
Mogelijkheden bij kopiëren/verplaatsen
Een MIDI-song in de categorie 'User' in het instrument kan enkel worden gekopieerd/verplaatst naar de map USER FILES in een USB-flashgeheugen. Als u een MIDI-song in de categorie 'User' selecteert om te kopiëren/verplaatsen, wordt de map USER FILES automatisch opgegeven als bestemming. Een MIDI-song in een USB-flashgeheugen kan naar de categorie 'User' in het instrument worden gekopieerd/verplaatst.
Zie pagina 62 voor informatie over basisbewerkingen. Hierna volgt een gedetailleerde procedure voor stap 4 op die pagina.
CLP-585/575/545/535/565GP Gebruikershandleiding
63
Werken met songfiles
Bestands­naam
Kopieerbestemming
Kopieerbestemming:
'USB' wordt weergegeven als het USB-flashgeheugen de kopieerbestemming is; 'User' wordt weergegeven als het instrument de kopieerbestemming is. Een bestand dat wordt gekopieerd naar het USB-flashgeheugen, wordt in de map USER FILES opgeslagen.
OPMERKING
Er verschijnt een bericht als er al een song met dezelfde naam bestaat op de kopieerbestemming. Selecteer 'Overwrite' als u de geselecteerde song wilt overschrijven of selecteer 'Cancel' als u wilt annuleren met de knoppen [
u]/[d] en
druk daarna op de knop [>].
LET OP
Overschrijfbewerkingen wissen bestaande data van het bestand op de kopieerbestemming en overschrijven deze met de data van het bronbestand.
LET OP
Zet het instrument niet uit en verwijder geen USB­flashgeheugen terwijl 'Executing' in de display wordt weergegeven.
Verplaatsingsbestemming
'USB' wordt weergegeven als het USB-flashgeheugen de verplaatsingsbestemming is; 'User' wordt weergegeven als het instrument de verplaatsingsbestemming is. Een bestand dat naar het USB-flashgeheugen wordt verplaatst, wordt in de map USER FILES opgeslagen.
OPMERKING
Er verschijnt een bericht als er al een song met dezelfde naam bestaat op de verplaatsingsbestemming. Selecteer 'Overwrite' als u de geselecteerde song wilt overschrijven of selecteer 'Cancel' als u wilt annuleren met de knoppen [
u]/[d] en
druk daarna op de knop [>].
LET OP
Overschrijfbewerkingen wissen bestaande data van het bestand op de verplaatsingsbestemming en overschrijven deze met de data van het verplaatste bronbestand.
LET OP
Zet het instrument niet uit en verwijder geen USB­flashgeheugen terwijl 'Executing' in de display wordt weergegeven.
Bestands­naam
Verplaatsingsbestemming
4-1. Als 'Copy' is geselecteerd, drukt u op de knop [>] om de
insteldisplay op te roepen.
4-2. Selecteer 'Execute' door op de knop [d] te drukken en
druk daarna op de knop [>].
De geselecteerde song wordt naar de bestemming gekopieerd met dezelfde naam als het bronbestand.

Bestanden verplaatsen – Move

Zie pagina 61 voor meer informatie over de songtypen die u kunt verplaatsen. Zie pagina 62 voor informatie over basisbewerkingen.
Hierna volgt een gedetailleerde procedure voor stap 4 op die pagina.
4-1. Als 'Move' is geselecteerd, drukt u op de knop [>] om de
insteldisplay op te roepen.
4-2. Selecteer 'Execute' door op de knop [d] te drukken en
druk daarna op de knop [>].
De geselecteerde song wordt naar de bestemming verplaatst en de display keert terug naar de display Song List.
CLP-585/575/545/535/565GP Gebruikershandleiding
64
Een MIDI-song naar een audiosong converteren
OPMERKING
Na conversie blijft de MIDI­song behouden op de oorspronkelijke datalocatie.
tijdens het afspelen – MIDItoAudio
Een MIDI-song in het geheugen 'User' van het instrument of in een USB­flashgeheugen kan naar een audiosong worden geconverteerd en daarna worden opgeslagen in de map USER FILES in een USB-flashgeheugen. Zie pagina 61 voor informatie over de songtypen die u kunt converteren.
Zie pagina 62 voor informatie over basisbewerkingen. Hierna volgt een gedetailleerde procedure voor stap 4 op die pagina.
4-1. Als 'MIDItoAudio' is geselecteerd, drukt u op de knop
[>] om de insteldisplay op te roepen.
4-2. Selecteer 'Execute' door op de knop [d] te drukken en
druk daarna op de knop [>].
Met deze bewerking start u het afspelen en de conversie van MIDI naar audio. Dit is in feite hetzelfde als het opnemen van een audiosong, waarbij u uw toetsenspel en de audiosignalen via de [AUX IN]­aansluiting opneemt. Na conversie van de song wordt 'Convert completed' weergegeven en keert de display terug naar de display Song List.
Werken met songfiles
CLP-585/575/545/535/565GP Gebruikershandleiding
65
Werken met songfiles
Cursor
OPMERKING
Zie 'Taal' op pagina 93 voor meer informatie over de tekentypen die beschikbaar zijn voor de songnaam.
LET OP
Zet het instrument niet uit en verwijder geen USB­flashgeheugen terwijl 'Executing' in de display wordt weergegeven.

Bestandsnamen wijzigen – Rename

Zie pagina 61 voor meer informatie over de songtypen waarvan u de naam kunt wijzigen.
Zie pagina 62 voor informatie over basisbewerkingen. Hierna volgt een gedetailleerde procedure voor stap 4 op die pagina.
4-1. Als 'Rename' is geselecteerd, drukt u op de knop [>] om
de insteldisplay op te roepen.
4-2. Geef de song een naam.
U verplaatst de markering (een kleine onderstreping) met de knoppen [<]/[>]. U wijzigt het teken op de huidige cursorpositie met de knoppen [ Als u beide knoppen tegelijk indrukt, wordt het teken op de huidige cursorpositie verwijderd. De songnaam kan uit maximaal 46 tekens bestaan. U kunt tekens die groter zijn dan de display en niet zichtbaar zijn bekijken door de markering te verplaatsen met de knoppen [<]/[>].
u]/[d].
4-3. Druk op de knop [MENU].
Nadat de naam van de song gewijzigd is, keert de display terug naar de display Song List, waar u de song met de nieuwe naam kunt selecteren.
CLP-585/575/545/535/565GP Gebruikershandleiding
66

Verbinding en

VOORZICHTIG
Schakel alle componenten uit voordat u het instrument op andere elektronische componenten aansluit. Zorg er tevens voor dat u alle volumeniveaus op het minimum (0) instelt, voordat u componenten aan- of uitzet. Anders kunnen de onderdelen beschadigd raken of kan zich een elektrische schok of zelfs blijvend gehoorverlies voordoen.
1 5 62 3 4
7
Aansluitingen onder het toetsenbord
Onderkant (achteraanzicht)
1 2 5
3
7
6
Aansluitingen onder het toetsenbord
Onderkant (achteraanzicht)
CLP-575
CLP-545/535/565GP
Rechts
(de kant van de hogere toetsen)
Links (de kant van de lagere toetsen)
Rechts
(de kant van de hogere
toetsen)
Links (de kant van de lagere toetsen)

Aansluitingen

Zie 'Bedieningspaneel en aansluitingen' op pagina 13 voor informatie over de locatie van deze aansluitingen.
CLP-585
CLP-575/545/535/565GP
3 7
6
CLP-585/575/545/535/565GP Gebruikershandleiding
67
Verbindingen
OPMERKING
Er zijn twee verschillende soorten USB-aansluiting op het instrument: USB [TO DEVICE] en USB [TO HOST]. Zorg ervoor dat u deze twee aansluitingen en de bijbehorende kabelpluggen niet door elkaar haalt. Zorg ervoor dat u de juiste plug in de juiste richting aansluit.
OPMERKING
• Sluit het pedaal aan en koppel dit los als het instrument uit staat.
• Houd de voetschakelaar of het voetpedaal niet ingedrukt op het moment dat u het instrument aanzet. Hierdoor zou de polariteit van de voetschakelaar worden omgedraaid, wat een omgekeerde werking tot gevolg heeft.
LET OP
Als de [AUX IN]-aansluiting van de Clavinova op een extern apparaat is aangesloten, zet u eerst het externe apparaat aan en vervolgens de Clavinova. Draai deze volgorde om als u de apparatuur uitzet.
OPMERKING
De [MASTER VOLUME]­instelling van het instrument heeft invloed op het ingangssignaal van de [AUX IN]-aansluiting.
OPMERKING
Gebruik audiokabels en adapterpluggen zonder weerstandwaarde.
Instrument
Telefoonstekker (stereo mini) Telefoonstekker (stereo mini)
Draagbare audiospeler
Audiokabel
Hoofdtelefoonaansluiting
Audiosignaal
1 USB [TO DEVICE]-aansluiting
Op deze aansluiting kunt u het USB-flashgeheugen en de draadloze USB­netwerkadapter aansluiten (apart verkrijgbaar). Zie 'USB-apparaten aansluiten (USB [TO DEVICE]-aansluiting)' op pagina 70 en 'Aansluiten op een iPhone/ iPad' op pagina 72.
2 USB [TO HOST]-aansluiting
Via deze aansluiting kunt u direct verbinding maken met een computer of een 'smart' apparaat zoals een iPhone of iPad aansluiten via de Yamaha i-UX (apart verkrijgbaar). Zie 'Een computer aansluiten' op pagina 71 en 'Aansluiten op een iPhone/iPad' op pagina 72.
3 MIDI [IN]-, [OUT]-, [THRU]-aansluitingen
Gebruik MIDI-kabels om externe MIDI-apparaten aan te sluiten. Zie 'Externe MIDI-apparaten aansluiten' op pagina 71 voor meer informatie. U kunt ook een 'smart' apparaat op de MIDI-aansluitingen aansluiten via de Yamaha i-MX1 (apart verkrijgbaar). Zie 'Aansluiten op een iPhone/iPad' op pagina 72.
4 [AUX PEDAL]-aansluiting (CLP-585)
Op deze aansluiting kan een optionele voetregelaar FC7 of voetschakelaar FC4/ FC5 worden aangesloten. Met een FC7 kunt u het volume regelen terwijl u speelt om zo expressie aan uw spel toe te voegen, of diverse andere functies besturen. Met een FC4/FC5 kunt u diverse geselecteerde functies in- en uitschakelen. U kunt de functie die u wilt besturen selecteren met de parameter 'Aux Assign' (pagina 90) in de display System Menu. De functie 'Play/Pause' kan ook aan een voetschakelaar worden toegewezen (pagina 90).
5 [AUX IN]-aansluiting
U kunt de hoofdtelefoonuitgang van een draagbare audiospeler aansluiten op de [AUX IN]-aansluiting van het instrument, zodat u het geluid van de draagbare audiospeler kunt horen via de ingebouwde luidsprekers van het instrument.
CLP-585/575/545/535/565GP Gebruikershandleiding
68
6 AUX OUT [L/L+R] [R]-aansluitingen (CLP-585)
OPMERKING
Gebruik alleen de [L/L+R]­aansluiting voor het aansluiten van een monoapparaat.
LET OP
• Om eventuele schade te voorkomen, dient u eerst het instrument, en daarna pas het externe apparaat in te schakelen. Als u de stroom wilt uitschakelen, dient u eerst het externe apparaat, en daarna pas het instrument uit te schakelen. Omdat dit instrument automatisch kan worden uitgeschakeld via de automatische uitschakelfunctie (pagina 15), moet u het externe apparaat uitschakelen of de automatische uitschakelfunctie uitzetten als u het instrument enige tijd niet gaat gebruiken.
• Sluit de [AUX OUT]­aansluitingen nooit aan op de [AUX IN]-aansluiting. Als u dit wel zou doen, wordt het ingevoerde signaal bij de [AUX IN]-aansluiting uitgevoerd via de [AUX OUT]­aansluitingen. Deze aansluitingen zouden resulteren in een terugkoppeling (rondzingen), wat normale weergave onmogelijk zou maken en de apparatuur zelfs kan beschadigen.
Clavinova
AUX OUT Ingangsaansluiting
Versterker
Audiosignaal
Telefoonstekker
(standaard)
Telefoonstekker (standaard)
Audiokabel
Clavinova
AUX OUT Ingangsaansluiting
Versterker
Audiokabel
Telefoonstekker
(standaard)
Telefoonstekker (standaard)
Audiosignaal
AUX OUT [R] [L/L+R]-aansluitingen (CLP-575/545/535/565GP)
Met deze aansluitingen kunt u de Clavinova aansluiten op extern gevoede luidsprekersystemen voor gebruik in grotere ruimten en met een hoger volume.
CLP-585
CLP-575/545/535/565GP
Verbindingen
De [MASTER VOLUME]-instelling van de Clavinova heeft invloed op het uitgangsgeluid van de AUX OUT-aansluitingen. Als de AUX OUT­aansluitingen van de Clavinova op een externe luidspreker zijn aangesloten en u het luidsprekergeluid van de Clavinova wilt uitschakelen, schakelt u de parameter 'speaker' uit via het System Menu: 'Utility' 'Speaker' (pagina 92).
7 [PEDAL]-aansluiting
Op deze aansluiting kan het pedaalsnoer worden aangesloten (CLP-585: pagina 109, CLP-575: pagina 113, CLP-545/535: pagina 115, CLP-565GP: pagina 118).
CLP-585/575/545/535/565GP Gebruikershandleiding
69
Verbindingen
OPMERKING
OPMERKING
LET OP
OPMERKING
LET OP

USB-apparaten aansluiten (USB [TO DEVICE]-aansluiting)

U kunt een USB-flashgeheugen of een draadloze USB-netwerkadapter (apart verkrijgbaar) aansluiten op de USB [TO DEVICE]-aansluiting. U kunt de data die u op het instrument hebt gemaakt opslaan in het USB­flashgeheugen (pagina 61, 94) of u kunt het instrument via een draadloos netwerk op een 'smart' apparaat aansluiten, zoals een iPad (pagina 72).
Voorzorgsmaatregelen bij het gebruik van de USB [TO DEVICE]­aansluiting
Dit instrument heeft een ingebouwde USB [TO DEVICE]-aansluiting. Ga voorzichtig om met het USB-apparaat als u dit op de aansluiting aansluit. Volg de onderstaande belangrijke voorzorgsmaatregelen op.
Zie de gebruiksaanwijzing bij het USB-apparaat voor meer informatie over het omgaan met USB-apparaten.
Compatibele USB-apparaten
•USB-flashgeheugen
•USB-hub
• Draadloze USB-adapter (apart verkrijgbaar) pagina 121
Andere USB-apparaten zoals een computertoetsenbord of muis kunnen niet worden gebruikt. Hoewel u USB-apparaten 1.1 tot 3.0 op dit instrument kunt gebruiken, kan de hoeveelheid tijd nodig om data op te slaan op of te laden van een USB-apparaat verschillen afhankelijk van het type data of de status van het instrument. Het instrument ondersteunt niet noodzakelijkerwijs alle commercieel beschikbare USB-apparaten. Yamaha kan de werking niet garanderen van USB-apparaten die u aanschaft. Ga voordat u een USB-apparaat aanschaft voor gebruik met dit instrument naar de volgende webpagina:
http://download.yamaha.com/
• Als u twee of drie apparaten tegelijkertijd op een aansluiting wilt aansluiten, moet u een USB-hub met busvoeding gebruiken. Er kan slechts één USB-hub worden gebruikt. Als er een foutbericht wordt weergegeven terwijl u de USB­hub gebruikt, koppelt u de hub los van het instrument, zet u vervolgens het instrument uit en weer aan en sluit u de USB-hub opnieuw aan.
• Gebruik een USB-kabel van maximaal 3 meter.
Gebruik van USB-flashgeheugens
Als u het instrument aansluit op een USB­flashgeheugen, kunt u het aangesloten apparaat gebruiken voor zowel het opslaan van de door u gemaakte data als het lezen van opgeslagen data.
Maximaal toegestaan aantal USB-
flashgeheugens
Er kan slechts één USB-flashgeheugen worden aangesloten op de USB [TO DEVICE]-aansluiting. (Zelfs als u een USB-hub gebruikt, kunt u met muziekinstrumenten maximaal één USB­flashgeheugen tegelijk gebruiken.)
USB-flashgeheugen formatteren
U mag het USB-flashgeheugen enkel formatteren met dit instrument (pagina 92). Op een ander apparaat geformatteerd USB-flashgeheugen kan wellicht niet goed werken.
70
De maximale spanning van de USB [TO DEVICE]-aansluiting is 5 V/500 mA. Sluit geen USB-apparaten met een hogere spanning op het instrument aan, want dat kan het instrument zelf beschadigen.
USB-apparaat aansluiten
Zorg als u een USB-apparaat aansluit op de USB [TO DEVICE]-aansluiting, dat u de juiste aansluiting op het apparaat gebruikt en in de juiste richting aansluit.
• Zorg ervoor dat u geen USB-apparaat aansluit of loskoppelt tijdens afspelen/opnemen, bestandsbeheer (bewerkingen zoals opslaan, kopiëren, verwijderen en formatteren) of wanneer u toegang hebt tot het USB-apparaat. Als dit wel gebeurt kan dit resulteren in 'vastlopen' van de handeling of het instrument, of beschadiging van het USB-apparaat en de data.
• Wacht tussen het aansluiten en verbreken van de verbinding met een USB-apparaat (of andersom) enkele seconden.
CLP-585/575/545/535/565GP Gebruikershandleiding
Met de formatteerbewerking worden alle reeds bestaande data overschreven. Zorg ervoor dat het USB-flashgeheugen dat u formatteert geen belangrijke data bevat.
Uw data beveiligen (schrijfbeveiliging)
Gebruik de schrijfbeveiliging van elk USB­flashgeheugen om te voorkomen dat belangrijke data onopzettelijk worden gewist. Als u data op het USB-flashgeheugen wilt opslaan, moet schrijfbeveiliging zijn uitgeschakeld.
Het instrument uitschakelen
Controleer bij het uitschakelen van het instrument of het instrument GEEN gebruik maakt van het USB-flashgeheugen door afspelen/opnemen of bestandsbeheer (zoals opslaan, kopiëren, verwijderen en formatteren). Anders kunnen het USB-flashgeheugen en de data beschadigd raken.
Aansluiten op een computer (USB [TO HOST]-
LET OP
Gebruik een USB-kabel van het type AB die niet langer is dan 3 meter. U kunt geen USB 3.0­kabels gebruiken.
OPMERKING
• Korte tijd nadat de USB­aansluiting tot stand is gebracht, begint het instrument met zenden.
• Als u het instrument via een USB-kabel aansluit op uw computer, maakt u een directe verbinding zonder een USB-hub te gebruiken.
• Zie de gebruikershandleiding van de sequencesoftware voor meer informatie over het instellen van de desbetreffende software.
Clavinova
USB [TO HOST]-aansluiting
USB-kabel
Computer
VOORZICHTIG
Zet alle componenten uit voordat u het instrument aansluit op andere MIDI­apparaten.
OPMERKING
Zie 'MIDI Basics' (Basisinformatie over MIDI), dat kan worden gedownload van de Yamaha-website, voor meer informatie over MIDI (pagina 9).
OPMERKING
Raadpleeg het document 'MIDI Data Format' (Indeling van MIDI-data) om na te gaan welke MIDI-data en ­opdrachten uw apparaten kunnen verzenden of ontvangen, aangezien MIDI­data die kunnen worden verzonden of ontvangen variëren per type MIDI­apparaat. Het document 'MIDI Data Format' is opgenomen in de 'MIDI Reference' (MIDI­referentie), die kan worden gedownload van de Yamaha­website (pagina 9).
Clavinova
MIDI IN MIDI INMIDI OUT MIDI OUT
MIDI-verzending
MIDI-ontvangst
Extern MIDI-apparaat
aansluiting)
Als u een computer op de USB [TO HOST]-aansluiting aansluit, kunt u via MIDI data uitwisselen tussen het instrument en de computer. Zie 'Computer-related Operations' (Computergerelateerde handelingen) op de website voor meer informatie over het gebruik van een computer met dit instrument (pagina 9).
Verbindingen
Externe MIDI-apparaten aansluiten (MIDI­aansluitingen)
Met de geavanceerde MIDI-functies kunt u uw muzikale en creatieve mogelijkheden enorm uitbreiden. Gebruik de MIDI-aansluitingen en standaard-MIDI-kabels om externe MIDI-apparaten (toetsenbord, sequencer en dergelijke) aan te sluiten.
MIDI [IN]..............Ontvangt MIDI-berichten van een ander MIDI-apparaat.
MIDI [OUT]..........Verzendt MIDI-berichten die op dit instrument worden
MIDI [THRU].......Geeft de MIDI-berichten door die worden ontvangen via
CLP-585
gegenereerd naar een ander MIDI-apparaat.
MIDI IN.
CLP-585/575/545/535/565GP Gebruikershandleiding
71
Verbindingen
Clavinova
MIDI IN MIDI INMIDI OUT MIDI OUT
MIDI-ontvangst
MIDI-verzending
Extern MIDI-apparaat
OPMERKING
•Lees eerst 'Voorzorgsmaatregelen bij het gebruik van de USB [TO DEVICE]-aansluiting' op pagina 70 voordat u de USB [TO DEVICE]-aansluiting gaat gebruiken.
• Wanneer u het instrument samen met de toepassing op uw iPhone/iPad gebruikt, adviseren we u om de modus Airplane op uw iPhone/iPad in te stellen op ON, om bijgeluiden als gevolg van communicatie te vermijden.
LET OP
Plaats de iPhone/iPad niet in een onstabiele positie. Het apparaat zou kunnen omvallen, wat tot schade kan leiden.
CLP-575/545/535/565GP

Aansluiten op een iPhone/iPad (USB [TO DEVICE]-, USB [TO HOST]- en MIDI-aansluitingen)

U kunt een 'smart' apparaat zoals een iPhone of iPad op dit instrument aansluiten. Door een applicatie op uw smart apparaat te gebruiken kunt u gebruikmaken van praktische functies en zo uw instrument nog veelzijdiger inzetten.
• Raadpleeg de 'iPhone/iPad Connection Manual' (Handleiding voor het aansluiten van een iPhone/iPad) op de website voor meer informatie over aansluitingen (pagina 9).
• Ga naar de volgende pagina voor informatie over compatibel smart apparaten en applicaties: http://www.yamaha.com/kbdapps/
Aansluiting op de draadloze USB-netwerkadapter UD-WL01 (apart verkrijgbaar):
Met de draadloze USB-netwerkadapter UD-WL01 kunt u de Clavinova draadloos op een iPhone/iPad aansluiten. Volg daarvoor de instructies in de 'iPhone/iPad Connection Manual' op de website. Zie 'Instellingen voor draadloos netwerk' in de gebruikershandleiding (dit boek) voor de instellingen die nodig zijn voor de draadloze verbinding.
Instellingen voor draadloos netwerk
Start de draadloze verbinding volgens de instructies in de 'iPhone/iPad Connection Manual' op de website en geef daarna de nodige instellingen op volgens de onderstaande instructies: 'De netwerken weergeven en verbinding maken met het toegangspunt', 'Automatische configuratie via WPS', 'Handmatige configuratie' of 'Verbinding maken met de modus Accesspoint'. Zie pagina 75 – 78 in deze gebruikershandleiding om de verbinding tot stand te brengen.
CLP-585/575/545/535/565GP Gebruikershandleiding
72
Verbindingen
Het volgende menu wordt weergegeven wanneer u de draadloze USB-netwerkadapter aansluit op de USB [TO DEVICE]-aansluiting op dit instrument.
Menu's die zijn gemarkeerd met * hebben verschillende parameters voor de draadloze netwerkmodus in de twee modi: 'Infrastructure' (Infrastructuur) en 'Accesspoint' (Toegangspunt). De standaardinstelling voor de draadloze netwerkmodus is 'Infrastructure'.
De gewenste parameter oproepen doet u als volgt:
Druk enkele keren op de knop [MENU] om 'System Menu' te selecteren en gebruik daarna de knoppen [u]/[d]/[<]/[>] om de gewenste parameter te selecteren.
[>] [<]
Utility Wireless LAN*
[>] [<]
(in de modus 'Infrastructure')
Wireless LAN Option
[>] [<]
Select Network
Detail DHCP Hiermee stelt u de geavanceerde
Wireless LAN Mode
Initialize Cancel Hiermee initialiseert u de
Detail Host Name Hiermee stelt u de hostnaam in. [CLP-****]-
[>] [<]
(Netwerken) Hiermee maakt u verbinding met
Other SSID Stel de SSID in. Maximaal 32 tekens
IP Address 0.0.0.0 0.0.0.0-255.255.255.255
Subnet Mask 0.0.0.0 0.0.0.0-255.255.255.255
Gateway 0.0.0.0 0.0.0.0-255.255.255.255
DNS Server1 0.0.0.0 0.0.0.0-255.255.255.255
DNS Server2 0.0.0.0 0.0.0.0-255.255.255.255
Save Hiermee slaat u de instellingen in
Infrastructure Mode Bepaalt of het toegangspunt wordt
Accesspoint Mode
Execute
Mac Address Hiermee geeft u het MAC-adres
Status Hiermee geeft u de foutcode van
[>] [<]
Security Hiermee stelt u het
Password Stel het wachtwoord in. Maximaal 64 tekens
Connect Maak verbinding met de
Omschrijving
een toegangspunt door het netwerk te selecteren.
beveiligingstype in.
instellingen in de display 'Other'.
instellingen voor het draadloze netwerk in. IP Address, Subnet Mask, Gateway, DNS Server1, DNS Server2 kunnen worden ingesteld wanneer DHCP is uitgeschakeld en kunnen niet worden ingesteld wanneer DHCP is ingeschakeld. Gebruik de knoppen [<]/[>] om elk octet in de invoerdisplay te selecteren en voer daarna de waarde in met de knoppen [
u]/[d]. Druk op de
knop [MENU] om de instelling te voltooien.
de display 'Detail' op. Selecteer 'Save' en druk daarna op de knop [>] om het opslaan uit te voeren.
gebruikt voor de draadloze netwerkverbinding (modus Infrastructure) of niet (modus Accesspoint).
instellingen in de display Wireless LAN. Selecteer 'Execute' en druk daarna op de knop [>] om het initialiseren uit te voeren.
van de draadloze USB­netwerkadapter weer.
de netwerkfunctie weer.
Standaar-
dinstelling
––
None None, WEP,
––
On On/Off
––
Infrastructure Mode
Cancel –
[xxxxxx (MAC­adres laatste 6 cijfers) ]
––
––
Instelbereik
(halve grootte), alfanumerieke tekens, leestekens
WPA-PSK (TKIP), WPA-PSK (AES), WPA2-PSK (AES), WPA/WPA2 mixed PSK
(halve grootte), alfanumerieke tekens, leestekens
Maximaal 57 tekens (halve grootte), alfanumerieke tekens, '_' (onderstreping) en '-' (koppelteken).
CLP-585/575/545/535/565GP Gebruikershandleiding
73
Verbindingen
Draadloos netwerk in de modus Accesspoint
De gewenste parameter oproepen doet u als volgt:
Druk enkele keren op de knop [MENU] om 'System Menu' te selecteren en gebruik daarna de knoppen [u]/[d]/[<]/[>] om de gewenste parameter te selecteren.
[>] [<]
Utility Wireless LAN* (in de
[>] [<]
modus 'Accesspoint')
[>] [<]
SSID Hiermee stelt u de SSID als
Security Hiermee stelt u het
Password Hiermee stelt u het
Channel Hiermee stelt u het kanaal
DHCP Server Hiermee stelt u het IP-adres
IP Address 192.168.0.1 192. 168. 0-255. 1-254.
Subnet Mask 255.255.255.0 255.255.0.0, 255.255.128.0,
Save Hiermee slaat u de
Omschrijving Standaardinstelling Instelbereik
toegangspunt in.
beveiligingstype als toegangspunt in.
wachtwoord als toegangspunt in.
als toegangspunt in.
in.
instellingen op die u hebt opgegeven in de display Wireless LAN (in de modus 'Accesspoint').
ap-[CLP-****]-[xxxxxx (MAC­adres laatste 6 cijfers)]
WPA2-PSK (AES) None, WEP, WPA-PSK (TKIP),
00000000 Maximaal 64 tekens (halve
11 Afhankelijk van het model van
On On, Off
––
Maximaal 32 tekens (halve grootte), alfanumerieke tekens, leestekens
WPA-PSK (AES), WPA2-PSK (AES), WPA/WPA2 mixed PSK
grootte), alfanumerieke tekens, leestekens
de draadloze USB­netwerkadapter.
• Modellen voor de Verenigde Staten en Canada: 1 – 11
• Overige: 1 – 13
Wanneer geen draadloze USB­netwerkadapter is aangesloten, is het instelbereik kanalen 1 – 13.
255.255.192.0, 255.255.224.0,
255.255.240.0, 255.255.248.0,
255.255.252.0, 255.255.254.0,
255.255.255.0
CLP-585/575/545/535/565GP Gebruikershandleiding
74
De netwerken in het draadloze netwerk weergeven en
Display System Menu
1-1. Gebruik de knoppen [u]/[d]
om 'Utility' te selecteren.
1-2. Druk op de knop [>] om de
volgende display op te roepen.
1-3. Gebruik de knoppen
[
u]/[d] om 'Wireless LAN'
te selecteren.
1-4. Druk op de knop [>] om de
volgende display op te roepen.
1-5. Gebruik de knoppen
[
u]/[d] om 'Select
Network' te selecteren.
Display Utility Display Wireless LAN
OPMERKING
Als er geen signaal wordt ontvangen van het toegangspunt, kan het toegangspunt niet worden weergegeven. Gesloten toegangspunten kunnen evenmin worden weergegeven.
verbinding maken met het netwerk
Sluit de draadloze USB-netwerkadapter (apart verkrijgbaar) aan op de USB [TO DEVICE]-aansluiting, anders worden de displays voor de configuratie niet weergegeven.
1. Druk herhaaldelijk op de knop [MENU] om de display
System Menu op te roepen en selecteer daarna de gemarkeerde optie in elke display, zoals hieronder afgebeeld.
Verbindingen
2. Druk op de knop [>] om de lijst met netwerken op te roepen.
Voor een netwerk met een pictogram van een slot moet u het juiste wachtwoord invoeren.
3. Maak met het instrument verbinding met het netwerk.
3-1. Selecteer het gewenste netwerk en druk daarna op de knop [>].
De naam van het geselecteerde netwerk wordt volledig in de display weergegeven, zodat u kunt bevestigen dat u dit netwerk wilt gebruiken.
3-2. Druk op de knop [>].
• Voor een netwerk zonder pictogram van een slot:
Er wordt verbinding gemaakt.
• Voor een netwerk met pictogram van een slot:
U moet het juiste wachtwoord invoeren. Zie 'Bestandsnamen wijzigen' op pagina 66 voor meer informatie over het invoeren van tekens. Nadat u het wachtwoord hebt ingevoerd, drukt u op de knop [MENU] om de instelling te voltooien. Hierdoor wordt automatisch verbinding gemaakt.
4. Maak met de iPhone/iPad verbinding met het toegangspunt.
Wanneer de verbinding tot stand is gebracht, wordt 'Completed' weergegeven in de display en wordt de display 'Select Network' opnieuw weergegeven.
Raadpleeg de 'iPhone/iPad Connection Manual' op de website (pagina 9).
CLP-585/575/545/535/565GP Gebruikershandleiding
75
Verbindingen
OPMERKING
Configuratie via WPS is niet altijd mogelijk als het instrument zich als volgt in een specifieke modus bevindt:
• In de demomodus of terwijl een song wordt afgespeeld of tijdelijk op pauze staat, of terwijl het instrument in de songopnamemodus staat.
• Als de draadloze netwerkmodus op 'Accesspoint Mode' is ingesteld in het System Menu.
Automatische configuratie via WPS
Sluit de draadloze USB-netwerkadapter (apart verkrijgbaar) aan op de USB [TO DEVICE]-aansluiting, anders worden de displays voor de configuratie niet weergegeven.
Als uw toegangspunt WPS ondersteunt, kunt u het instrument eenvoudig via WPS verbinden met het toegangspunt zonder dat u daarvoor instellingen hoeft op te geven, zoals het wachtwoord invoeren enz. Druk op de WPS-knop op de draadloze USB-netwerkadapter en druk daarna binnen twee minuten op de WPS-knop op uw toegangspunt. Wanneer de verbinding tot stand is gebracht, wordt 'Completed' weergegeven in de display en wordt de display Voice weergegeven. Maak daarna met de iPhone/iPad verbinding met het toegangspunt volgens de instructies in de 'iPhone/iPad Connection Manual' op de website (pagina 9).
Handmatige configuratie
Sluit de draadloze USB-netwerkadapter (apart verkrijgbaar) aan op de USB [TO DEVICE]-aansluiting, anders worden de displays voor de configuratie niet weergegeven.
1. Om de lijst met netwerken op te roepen, voert u stappen 1 – 2
van 'De netwerken in het draadloze netwerk weergeven en verbinding maken met het netwerk' uit (pagina 75).
2. Selecteer 'Other' onder aan de lijst met draadloze
netwerken en druk daarna op de knop [>].
3. Geef voor SSID, Security en Password dezelfde
instellingen op als op het toegangspunt.
76
3-1. Selecteer 'SSID', druk op de knop [>] om de display voor het
invoeren van de SSID op te roepen en voer daarna de SSID in.
Zie 'Bestandsnamen wijzigen' op pagina 66 voor meer informatie over het invoeren van tekens. Nadat u de SSID hebt ingevoerd, drukt u op de knop [MENU] om de instelling te voltooien. De display 'Other' wordt opnieuw weergegeven.
CLP-585/575/545/535/565GP Gebruikershandleiding
3-2. Selecteer 'Security' en druk daarna op de knop [>] om de lijst
OPMERKING
Het wachtwoord kan niet worden ingesteld als u 'none' selecteert als beveiligingstype.
OPMERKING
Deze methode kan niet worden gebruikt om verbinding te maken met internet of een ander draadloos netwerkapparaat.
Display System Menu
1-1. Gebruik de knoppen [u]/[d]
om 'Utility' te selecteren.
1-2. Druk op de knop [>] om de
volgende display op te roepen.
1-3. Gebruik de knoppen [u]/[d] om
'Wireless LAN Option' te selecteren.
1-4. Druk op de knop [>] om de volgende
display op te roepen.
1-5. Gebruik de knoppen [u]/[d]
om 'Wireless LAN Mode' te selecteren.
1-6. Druk op de knop [>] om de
volgende display op te roepen.
Display Utility
Display Wireless LAN Option
1-7. Gebruik de knoppen
[
u]/[d] om 'Accesspoint
Mode' te selecteren.
Display Wireless LAN Mode
met beveiligingstypen op te roepen. Selecteer het beveiligingstype en keer daarna terug naar de display 'Other' door op de knop [<] te drukken.
3-3. Selecteer 'Password' en stel daarna het wachtwoord in op
dezelfde manier als de SSID.
4. Selecteer 'Connect >' onder aan de display in stap 3 en
druk daarna op de knop [>] om verbinding te maken.
Wanneer de verbinding tot stand is gebracht, wordt 'Completed' weergegeven in de display en wordt de display 'Select Network' opnieuw weergegeven.
5. Maak met de iPhone/iPad verbinding met het toegangspunt.
Raadpleeg de 'iPhone/iPad Connection Manual' op de website (pagina 9).
Verbinding maken via de modus Accesspoint
Sluit de draadloze USB-netwerkadapter (apart verkrijgbaar) aan op de USB [TO DEVICE]-aansluiting, anders worden de displays voor de configuratie niet weergegeven.
Verbindingen
1. Zet het instrument in de 'Accesspoint Mode'.
Druk herhaaldelijk op de knop [MENU] om de display System Menu op te roepen en selecteer daarna de gemarkeerde optie in elke display, zoals hieronder afgebeeld.
CLP-585/575/545/535/565GP Gebruikershandleiding
77
Verbindingen
Display System Menu Display Utility Display Wireless LAN
Als de modus is gewijzigd, wordt 'Completed' weergegeven in de display en wordt de display 'Wireless LAN Mode' opnieuw weergegeven.
2. Stel SSID, Security, Password en Channel in.
2-1. In de display System Menu selecteert u de gemarkeerde optie
in elke display, zoals hieronder afgebeeld.
2-2. Stel de SSID, Security, Password en Channel in.
Selecteer en voer elke waarde/instelling in zoals in stap 3 van 'Handmatige configuratie'. Zie de tabel op pagina 74 voor het instelbereik voor elke optie.
3. Sla de instelling op.
Selecteer 'Save >' onder aan de display Wireless LAN en druk daarna op de knop [>] om het opslaan te starten. Wanneer het opslaan is voltooid, wordt 'Completed' weergegeven in de display en wordt de display 'Utility' opnieuw weergegeven.
4. Maak met de iPhone/iPad verbinding met het instrument
(als toegangspunt).
Raadpleeg de 'iPhone/iPad Connection Manual' op de website (pagina 9).
CLP-585/575/545/535/565GP Gebruikershandleiding
78

Gedetailleerde instellingen

[>] [<]
[>] [<]
[>] [<]
Piano Setting
VRM (CLP-585/575)
Turns
Damper Res. (CLP-585/575)
(Slider display) Determ
which VRM)
String Res. (CLP-585/575)
(Slider display) Determ
which VRM)
String Res. (CLP-545/535/ 565GP)
(Slider display) Determ
which keybo
Als u op de knop [MENU] drukt, krijgt u toegang tot een aantal belangrijke instellingen voor voices, het afspelen van een song, de metronoom, songopname en het volledige systeem van dit instrument.

Basisbediening

1. Geef indien nodig de voice-instellingen op of selecteer een song.
• Als u voicegerelateerde parameters wilt bewerken (door het Voice Menu op te roepen), selecteert u een voice. Als u parameters die verband houden met de voices R1/R2/L wilt bewerken, zoals de volumebalans, moet u Dual/Split inschakelen en de gewenste voices selecteren.
• Als u parameters voor het afspelen van een song wilt instellen, zoals herhalen, selecteert u een song.
• Als u de data van uw opgenomen MIDI-song wilt bewerken (door Edit (Bewerken) in het Song Menu op te roepen), selecteert u de opgenomen MIDI-song.
2. Druk enkele keren op de knop [MENU] om het gewenste menu te
selecteren.
Als u herhaaldelijk op de knop [MENU] drukt, worden de volgende menu-displays achtereenvolgens opgeroepen, volgens het verticale menu aan de linkerkant van de display.
Voice Menu (voicemenu) (pagina 80) Song Menu (songmenu) (pagina 84) Metronome Menu (metronoommenu) (pagina 87) Recording Menu (opnamemenu) (pagina 88) System Menu (systeemmenu) (pagina 89)
3. Gebruik de knoppen [u]/[d]/[<]/[>]
om de gewenste parameter te selecteren.
Met de knoppen [u]/[d] kunt u verticaal door de display navigeren en met de knoppen [<]/[>] kunt u horizontaal door de display navigeren. Hierbij kunt u indien nodig de lijst met parameters op de pagina's vermeld in stap 2 raadplegen.
4. Op de display die u in stap 3 hebt
opgeroepen, selecteert u een waarde of voert u de bewerking uit.
Op de meeste displays kunt u een waarde selecteren met de knoppen [ displays, zoals Edit in het Song Menu en Backup in het System Menu, kunt u een bewerking uitvoeren. Als een display met een schuifregelaar wordt weergegeven, stelt u de waarde in met de knoppen [<]/[>] en daarna verlaat u de display met de knop [EXIT]. Wanneer de geselecteerde parameter slechts twee opties biedt (bijvoorbeeld aan en uit), kunt u door op de knop [>] te drukken tussen de twee opties wisselen.
5. Druk op de knop [EXIT] om de menu-display te verlaten.
u]/[d], maar op sommige
CLP-585/575/545/535/565GP Gebruikershandleiding
79

Voice Menu

OPMERKING
Voice Me nu
In dit menu kunt u verschillende parameters die verband houden met het toetsenspel, waaronder voiceparameters, bewerken of instellen. Als u Dual/Split inschakelt, kunt u de instellingen voor elke voice of elke voicecombinatie opgeven. Terwijl u het toetsenbord bespeelt en naar het geluid luistert, kunt u een parameterwaarde veranderen om het geluid aan uw wensen aan te passen. U moet Dual/Split inschakelen voordat u de display Voice Menu oproept.
Parameters met * worden alleen weergegeven wanneer Dual/Split is ingeschakeld.
De gewenste parameter oproepen doet u als volgt:
Schakel Dual of Split indien nodig in, selecteer voices indien nodig, druk enkele keren op de knop [MENU] om 'Voice Menu' te selecteren en gebruik daarna de knoppen [u]/[d]/[<]/[>] om de gewenste parameter te selecteren.
[>] [<]
Piano Setting
Reverb (Insteldisplay) Bepaalt het reverbtype dat op het totale geluid wordt
Chorus (Insteldisplay) Bepaalt het chorus-type dat op het totale geluid wordt
Balance* Volume R2 –
Voice Edit (Voicenamen)* Octave Schuift de toonhoogte van het toetsenbord omhoog en
[>] [<]
VRM (CLP-585/575)
Damper Res. (CLP-585/575)
String Res. (CLP-585/575)
String Res. (CLP-545/535/ 565GP)
Key Off Sample (Display met
R1*
Volume L – R* (Display met
Detune* (Display met
[>] [<]
Zet het VRM-effect aan/uit. On On, Off
(Display met schuifregelaar)
(Display met schuifregelaar)
(Display met schuifregelaar)
schuifregelaar)
(Display met schuifregelaar)
schuifregelaar)
schuifregelaar)
Omschrijving
Bepaalt de diepte van het snaarresonantie-effect dat op de PIANO-voices (compatibel met VRM) wordt toegepast wanneer het demperpedaal (pagina 21) wordt ingedrukt.
Bepaalt de diepte van het snaarresonantie-effect dat op de PIANO-voices (compatibel met VRM) wordt toegepast wanneer een noot op het toetsenbord wordt gespeeld.
Bepaalt de diepte van het snaarresonantie-effect dat op sommige voices wordt toegepast wanneer een noot op het toetsenbord wordt gespeeld. Raadpleeg de 'Lijst met vooraf ingestelde voices (gedetailleerd)' (pagina 98) voor een overzicht van de voices waarop dit effect wordt toegepast.
Bepaalt het volume van het toets-los-geluid (het subtiele geluid dat zich voordoet als u een toets loslaat). Dit is alleen beschikbaar voor sommige voices. Raadpleeg de voicelijst (pagina 96) voor een overzicht van de voices waarop dit effect wordt toegepast.
toegepast, waaronder het toetsenspel, het afspelen van een song en de invoer van MIDI-data van een extern MIDI-apparaat.
toegepast, waaronder het toetsenspel, het afspelen van een song en de invoer van MIDI-data van een extern MIDI-apparaat.
Past de volumebalans tussen de voices R1 en R2 aan wanneer Dual is ingeschakeld.
Past de volumebalans tussen het linker- en rechtergedeelte van het toetsenbord aan wanneer Split is ingeschakeld. Nadat u de nodige aanpassingen hebt gedaan met de knoppen [<]/[>], drukt u op de knop [EXIT] om de display met schuifregelaar te verlaten.
Voert een ontstemming uit van voice R1 en voice R2 in de Dual-modus om een voller geluid te creëren. Als u op de display de schuifregelaar naar rechts verplaatst met de knop [>], verhoogt u de toonhoogte van voice R1 en verlaagt u de toonhoogte van voice R2, en omgekeerd.
omlaag in stappen van een octaaf. Deze parameter kan voor elk van de voices R1/R2/L worden ingesteld wanneer Dual/Split is ingeschakeld.
Standaardin-
stelling
50 10
50 10
5 Off, 1 - 10
5 Off, 1 - 10
Afhankelijk van de voice of voicecombinatie.
Afhankelijk van de voice of voicecombinatie.
Afhankelijk van de voice of voicecombinatie.
Afhankelijk van de voice of voicecombinatie.
Afhankelijk van de voice of voicecombinatie.
Afhankelijk van de voice of voicecombinatie.
Instelbereik
Raadpleeg de lijst met reverbtypen (pagina 83).
Raadpleeg de lijst met chorus-typen (pagina 83).
R2+10 – 0 – R1+10
L+10 – 0 – R+10
R2+20 – 0 – R1+20
-2 (twee octaven lager) – 0 (geen toonhoogteversch uiving) – +2 (twee octaven hoger)
80
CLP-585/575/545/535/565GP Gebruikershandleiding
Voice Menu
De gewenste parameter oproepen doet u als volgt:
Schakel Dual of Split indien nodig in, selecteer voices indien nodig, druk enkele keren op de knop [MENU] om 'Voice Menu' te selecteren en gebruik daarna de knoppen [u]/[d]/[<]/[>] om de gewenste parameter te selecteren.
[>] [<]
Voice Edit (Voicenamen)* Volume Past het volume voor elk van de voices R1/R2/L aan.
[>] [<]
[>] [<]
Hiermee kunt u de balans tussen de voices R1/R2/L aanpassen wanneer Dual/Split is ingeschakeld.
Reverb depth Past de reverbdiepte voor elk van de voices R1/R2/L
Chorus Depth Past de chorusdiepte voor elk van de voices R1/R2/L
Effect Behalve Reverb en Chorus kan nog een ander effect
Rotary Speed Alleen beschikbaar voor de voice waarvan het effecttype
VibeRotor Alleen beschikbaar voor de voice waarvan het effecttype
VibeRotor Speed
Effect depth Past de effectdiepte voor elk van de voices R1/R2/L aan.
Pan Past de stereopanpositie voor elk van de voices R1/R2/L
aan. Hiermee kunt u de balans tussen de voices R1/R2/L aanpassen wanneer Dual/Split is ingeschakeld. De instelling '0' heeft geen effect.
OPMERKING (CLP-585/575)
Wanneer een VRM-voice voor meerdere partijen tegelijk wordt gebruikt, kunnen onverwachte geluiden ontstaan omdat de reverbdiepte voor een partij met prioriteit de algemene instelling voor de partijen wordt. Tijdens het afspelen van een song wordt de instelling voor een songpartij gebruikt (volgorde van prioriteit: kan. 1, kan. 2...kan. 16), terwijl de instelling voor een toetsenbordpartij wordt gebruikt wanneer het afspelen van een song wordt gestopt (volgorde van prioriteit: voices R1, L en R2).
aan. Hiermee kunt u de balans tussen de voices R1/R2/L aanpassen wanneer Dual/Split is ingeschakeld. De instelling '0' heeft geen effect.
OPMERKING (CLP-585/575)
Wanneer een VRM-voice voor meerdere partijen tegelijk wordt gebruikt, kunnen onverwachte geluiden ontstaan omdat de chorusdiepte voor een partij met prioriteit de algemene instelling voor de partijen wordt. Tijdens het afspelen van een song wordt de instelling voor een songpartij gebruikt (volgorde van prioriteit: kan. 1, kan. 2...kan. 16), terwijl de instelling voor een toetsenbordpartij wordt gebruikt wanneer het afspelen van een song wordt gestopt (volgorde van prioriteit: voices R1, L en R2).
afzonderlijk op de voices R1/R2/L van het toetsenbord worden toegepast. Dit effecttype kan voor maximaal twee voices worden geselecteerd.
OPMERKING (CLP-585/575)
Het effecttype kan niet op de VRM-pianovoice worden toegepast.
op 'Rotary' is ingesteld. Deze parameter bepaalt de rotatiesnelheid van het effect Rotary Speaker (roterende luidspreker).
op 'VibeRotor' is ingesteld. Deze parameter schakelt het effect VibeRotor in of uit.
Alleen beschikbaar voor de voice waarvan het effecttype op 'VibeRotor' is ingesteld. Deze parameter bepaalt de snelheid van het vibrafoonvibrato-effect.
Bij sommige effecttypen kunt u de diepte niet aanpassen.
OPMERKING (CLP-585/575)
De effectdiepte kan niet op de VRM-pianovoice worden toegepast.
aan.
Omschrijving
Standaardin-
stelling
Afhankelijk van de voice of voicecombinatie.
Afhankelijk van de voice of voicecombinatie.
Afhankelijk van de voice of voicecombinatie.
Afhankelijk van de voice of voicecombinatie.
Afhankelijk van de voice of voicecombinatie.
Afhankelijk van de voice of voicecombinatie.
Afhankelijk van de voice of voicecombinatie.
Afhankelijk van de voice of voicecombinatie.
Afhankelijk van de voice of voicecombinatie.
Instelbereik
0 – 127
0 – 127
0 – 127
Raadpleeg de lijst met effecttypen (pagina 83).
Fast, Slow
On, Off
1 – 10
1 – 127
L64 (uiterst links) – C (midden) – R63 (uiterst rechts)
CLP-585/575/545/535/565GP Gebruikershandleiding
81
Voice Menu
OPMERKING
De gewenste parameter oproepen doet u als volgt:
Schakel Dual of Split indien nodig in, selecteer voices indien nodig, druk enkele keren op de knop [MENU] om 'Voice Menu' te selecteren en gebruik daarna de knoppen [u]/[d]/[<]/[>] om de gewenste parameter te selecteren.
[>] [<]
Voice Edit (Voicenamen)* Harmonic Cont Produceert een karakteristieke 'scherpe' klank door de
Pedal Assign
[>] [<]
Right (Insteldisplay) Wijst een van de verschillende functies (andere dan de
Center (Insteldisplay) Wijst een van de verschillende functies (andere dan de
Left (Insteldisplay) Wijst een van de verschillende functies (andere dan de
[>] [<]
resonantiewaarde van het filter te verhogen. Deze parameter kan voor elk van de voices R1/R2/L worden ingesteld wanneer Dual/Split is ingeschakeld.
Het effect van de instelling Harmonic Cont is soms nauwelijks hoorbaar. Harmonic Cont wordt niet toegepast op bepaalde voices.
Brightness Past de helderheid van elk van de voices R1/R2/L
Touch Sens. Bepaalt in welke mate het volumeniveau wordt gewijzigd
RPedal Schakelt de rechterpedaalfunctie in of uit voor elk van de
CPedal Schakelt de middenpedaalfunctie in of uit voor elk van de
LPedal Schakelt de linkerpedaalfunctie in of uit voor elk van de
afzonderlijk aan.
in reactie op uw aanslag van de toetsen (hoe hard u speelt). Aangezien het volumeniveau van sommige voices zoals Harpsichord en Organ niet verandert, hoe u het toetsenbord ook bespeelt, is de standaardinstelling voor deze voices 127.
voices R1/R2/L. Deze parameter is bijvoorbeeld nuttig als u ervoor wilt zorgen dat de pedaalfunctie invloed heeft op de rechterhandpartij maar niet op de linkerhandpartij.
voices R1/R2/L. Deze parameter is bijvoorbeeld nuttig als u ervoor wilt zorgen dat de pedaalfunctie invloed heeft op de rechterhandpartij maar niet op de linkerhandpartij.
voices R1/R2/L. Deze parameter is bijvoorbeeld nuttig als u ervoor wilt zorgen dat de pedaalfunctie invloed heeft op de rechterhandpartij maar niet op de linkerhandpartij.
oorspronkelijke) aan het rechterpedaal toe.
oorspronkelijke) aan het middenpedaal toe.
oorspronkelijke) aan het linkerpedaal toe.
Omschrijving
Standaardin-
stelling
Afhankelijk van de voice of voicecombinatie.
Afhankelijk van de voice of voicecombinatie.
Afhankelijk van de voice of voicecombinatie.
Afhankelijk van de voice of voicecombinatie.
Afhankelijk van de voice of voicecombinatie.
Afhankelijk van de voice of voicecombinatie.
SustainCont Raadpleeg de lijst
Sostenuto Raadpleeg de lijst
Rotary Speed (Mellow Organ), Vibe Rotor (Vibraphone), Soft (andere voices)
Instelbereik
-64 – +63
-64 – +63
0 (zachtst) – 64 (grootste volumewijzigingen) – 127 (produceert het luidste volume ongeacht hoe u de toetsen aanslaat)
On, Off
On, Off
On, Off
met pedaalfuncties (pagina 83).
met pedaalfuncties (pagina 83).
Raadpleeg de lijst met pedaalfuncties (pagina 83).
82
CLP-585/575/545/535/565GP Gebruikershandleiding
Lijst met reverbtypen
Off Geen effect
Recital Hall Simuleert de heldere nagalm in een middelgrote zaal die geschikt is voor een pianorecital.
Concert Hall Simuleert de heldere nagalm in een grote zaal voor orkestoptredens met publiek.
Chamber Simuleert de elegante nagalm in een kleine ruimte die geschikt is voor kamermuziek.
Cathedral Simuleert de plechtige nagalm in een stenen kathedraal met hoge plafonds.
Club Simuleert de levendige nagalm in een jazzclub of kleine bar.
Plate Simuleert het heldere geluid van vintage reverbapparatuur gebruikt in opnamestudio's.
Lijst met chorus-typen
Off Geen effect
Chorus Voegt een rijk, ruimtelijk geluid toe.
Celeste Voegt volheid en ruimtelijk geluid toe.
Flanger Voegt aanzwellende effecten toe zoals van een opstijgend of dalend straalvliegtuig.
Lijst met effecttypen
Off Geen effect
Damper Resonance (CLP-545/535/565GP) Simuleert de resonantie wanneer het demperpedaal is ingedrukt.
DelayLCR Vertraging links, midden en rechts toegepast.
DelayLR Vertraging links en rechts toegepast.
Echo Vertraging als een echo
CrossDelay Beurtelingse vertraging links en rechts.
Symphonic Voegt een rijk en diep akoestisch effect toe.
Rotary Voegt het vibrato-effect van een roterende luidspreker toe.
Tremolo Het volumeniveau verandert in snelle opeenvolging.
VibeRotor Het vibrato-effect van een vibrafoon.
AutoPan Het geluid gaat van links naar rechts en weer terug.
Phaser De fase verandert periodiek, waarbij het geluid aanzwelt.
AutoWah De middenfrequentie van het wah-filter verandert regelmatig.
Voice Menu
Lijst met pedaalfuncties
Beschikbaar pedaal
(O: kan worden toegewezen, X: niet)
Fun ct ie Omschrijving
Sustain (Switch) Demper van het type aan/uit O O O
Sustain Continuously*
Sostenuto Sostenuto (pagina 21) O O O
Soft Soft (pagina 21) O O O
Expression* Een functie waarmee u veranderingen in de dynamiek (het
PitchBend Up* Een functie waarmee u de toonhoogte traploos verhoogt X X O
PitchBend Down* Een functie waarmee u de toonhoogte traploos verlaagt X X O
Rotary Speed Wijzigt de rotatiesnelheid van de roterende luidspreker van het
VibeRotor Schakelt het vibrafoonvibrato in/uit (schakelt het vibrato in/uit
Wanneer u een functie die is gemarkeerd met een * wilt toewijzen aan het pedaal dat op de [AUX PEDAL]-aansluiting is aangesloten, moet u een voetregelaar gebruiken (pagina 68). Voor andere functies moet u een voetschakelaar gebruiken (pagina 68).
Demper die het geluid meer sustain geeft naarmate u het pedaal verder indrukt (pagina 21)
volume) kunt aanbrengen terwijl u speelt
MellowOrgan (schakelt tussen snel en langzaam telkens wanneer u op het pedaal drukt)
telkens wanneer u op het pedaal drukt)
Linker­pedaal
Midden-
pedaal
XX O
XX O
OO O
OO O
CLP-585/575/545/535/565GP Gebruikershandleiding
Rechterpedaal en pedaal
aangesloten op
de [AUX PEDAL]-aansluiting
83

Song Menu

OPMERKING
OPMERKING
OPMERKING
OPMERKING
Song Menu
In dit menu kunt u verschillende parameters instellen die verband houden met het afspelen van een song en de songdata bewerken met een enkele druk op een knop.
• De parameters die zijn gemarkeerd met een *, zijn alleen beschikbaar als een MIDI-song is geselecteerd. Deze parameters worden niet weergegeven als een audiosong is geselecteerd.
• De parameters die zijn gemarkeerd met een **, zijn alleen beschikbaar als een audiosong is geselecteerd.
• Wanneer u het menu 'File' gebruikt, dient u een andere MIDI-song dan de vooraf ingestelde song te selecteren.
• Execute (uitvoeren) is een functie die de huidige songdata bewerkt of wijzigt. Als u op de knop [>] drukt, worden de songdata daadwerkelijk gewijzigd.
• De inhoud van het Song Menu is afhankelijk van het type song dat is geselecteerd (MIDI/audio).
De gewenste parameter oproepen doet u als volgt:
Selecteer een song indien nodig, druk enkele keren op de knop [MENU] om Song Menu te selecteren en gebruik daarna de knoppen [u]/[d]/[<]/[>] om de gewenste parameter te selecteren.
[>] [<]
Track On/Off*
Repeat A – B* (Insteldisplay) Hiermee kunt u een bepaald bereik (van punt A tot B)
Volume Song –
Transpose (Insteldisplay) Schuift de toonhoogte van de afgespeelde song
[>] [<]
Track R Track L Track Extra
Phrase* Phrase Mark Deze parameter is alleen beschikbaar voor een MIDI-
Song (Insteldisplay) Als u deze parameter instelt, kunt u alleen een
Keyboard*
Song L – R* (Display met
(Display met schuifregelaar)** Past het audiovolume aan. 100 0 – 127
[>] [<]
Schakelt elk van de songtracks in (afspelen) of uit
Repeat Off On (herhaaldelijk
(Display met schuifregelaar)
schuifregelaar)
(dempen). Raadpleeg pagina 43 voor meer informatie.
van de huidige song herhaaldelijk afspelen. Raadpleeg pagina 44 voor meer informatie.
song met frasemarkering. Als u hier een frasenummer opgeeft, kunt u de huidige song afspelen vanaf de markering of de overeenkomstige frase herhaaldelijk afspelen. Als u het afspelen van een song start met de frase op 'On' ingesteld, start het aftellen, gevolgd door het herhaaldelijk afspelen van de opgegeven frase tot u op de knop [ Tijdens het herhaaldelijk afspelen van een frase, wordt
het overeenkomstige pictogram op de songdisplay weergegeven.
specifieke song of specifieke songs herhaaldelijk in volgorde of willekeurig afspelen.
Past de volumebalans tussen het afspeelgeluid van de song en het toetsenspel aan.
Past de volumebalans tussen de rechterhandpartij en de linkerhandpartij van de afgespeelde song aan.
omhoog of omlaag in stappen van halve noten. Als u deze parameter bijvoorbeeld op '5' instelt, wordt een song gemaakt in C-majeur afgespeeld in F-majeur.
Omschrijving
] (stoppen) drukt.
Standaardin-
stelling
On On, Off
Off On, Off
000 000 – het laatste
Off Off, Single, All,
0 Key+64 – 0 –
0 L+64 – 0 – R+64
0 -12 (-1 octaaf) – 0
Instelbereik
frasenummer van de song
afspelen)/Off (niet herhalen)
Random
Song+64
(normale toonhoogte) – +12 (+1 octaaf)
84
CLP-585/575/545/535/565GP Gebruikershandleiding
De instelling Transpose heeft geen invloed op de audiosignalen die via de [AUX IN]-aansluiting worden ingevoerd.
Data voor het afspelen van een MIDI-song worden verzonden met de getransponeerde nootnummers, terwijl MIDI-nootnummers ontvangen van een extern MIDI­apparaat of computer niet worden beïnvloed door de instelling Transpose.
Als transponeren wordt toegepast op een audiosong, kan dit de tooneigenschappen van de song.
Song Menu
De gewenste parameter oproepen doet u als volgt:
Selecteer een song indien nodig, druk enkele keren op de knop [MENU] om Song Menu te selecteren en gebruik daarna de knoppen [u]/[d]/[<]/[>] om de gewenste parameter te selecteren.
[>] [<]
File Delete Cancel Verwijdert een specifieke song. Zie pagina 61 voor
Edit* Quantize Quantize Met de functie Quantize (quantizeren) kunt u alle noten
Others* Quick Play Met deze parameter kunt u aangeven of een song die
[>] [<]
Copy* Cancel Kopieert een specifieke MIDI-song en slaat deze op
Move* Cancel Verplaatst een MIDI-song naar een andere locatie. Zie
MIDI to Audio* Cancel Converteert een MIDI-song naar een audiobestand. Zie
Rename (Insteldisplay)
Track Delete Track Verwijdert de data van een specifieke track van de
Tempo Change Cancel
Voice Change Track Hiermee wordt de voice van een specifieke track in de
Track Listen Track Hiermee kunt u alleen de geselecteerde track afspelen
Play Track Met deze parameter kunt u de tracks selecteren die op
[>] [<]
Execute ––
Execute ––
Execute ––
Execute ––
Strength 100% 0% – 100%
Execute ––
Execute ––
Execute ––
Execute ––
Start
meer informatie over de songtypen die u kunt verwijderen.
een andere locatie op. Zie pagina 61 voor meer informatie over de songtypen die u kunt kopiëren.
pagina 61 voor meer informatie over de songtypen die u kunt verplaatsen.
pagina 61 voor meer informatie over de songtypen die u kunt converteren.
Bewerkt een songnaam. Zie pagina 61 voor meer informatie over de songtypen waarvan u de naam kunt wijzigen.
in de huidige MIDI-song de juiste timing geven, zoals 1/8-noot of 1/16-noot.
1. Stel de waarde voor Quantize in op de laagste noten in de MIDI-song.
2. Stel de waarde voor Strength in om te bepalen hoe sterk de noten worden gequantizeerd.
3. Selecteer 'Execute' en druk daarna op de knop [>] om de MIDI-songdata daadwerkelijk te wijzigen.
huidige MIDI-song.
1. Selecteer de track die u wilt verwijderen.
2. Selecteer 'Execute' en druk daarna op de knop [>] om de data van de geselecteerde track daadwerkelijk te verwijderen.
Wijzigt de tempowaarde van de huidige MIDI-song als data.
Selecteer 'Execute' en druk daarna op de knop [>] om de tempowaarde daadwerkelijk te wijzigen als MIDI­songdata.
huidige MIDI-song gewijzigd in de huidige voice als data.
1. Selecteer een track waarvan u de voice wilt wijzigen.
2. Selecteer 'Execute' en druk daarna op de knop [>] om de voice daadwerkelijk te wijzigen als MIDI-songdata.
midden in een maat begint, of een song met een rust voor de eerste noot, vanaf de eerste noot of vanaf het begin van de maat (rust of leeg) moet worden afgespeeld. Deze parameter is handig voor een MIDI­song die begint met één of twee (drum)tikken vooraf of een solo-inleiding.
om de inhoud te beluisteren. Hiervoor selecteert u een track, selecteert u 'Start' en houdt u de knop [>] ingedrukt om vanaf de eerste noot te beginnen afspelen. Het afspelen gaat verder zolang u de knop [>] ingedrukt houdt.
dit instrument moeten worden afgespeeld. Als '1&2' wordt geselecteerd, worden alleen tracks 1 en 2 afgespeeld, terwijl tracks 3 tot 16 via MIDI worden verzonden. Als 'All' wordt geselecteerd, worden alle tracks op dit instrument afgespeeld.
Omschrijving
Standaardin-
stelling
––
––
––
––
––
1/16 Zie 'Instelbereik
Track 1 Track 1 – Track 16
Afhankelijk van de song
Track 1 Track 1 – Track 16
On On, Off
Track 1 Track 1 – Track 16
All All, 1&2
Instelbereik
voor quantizeren'. (pagina 86)
Zie 'Instelbereik voor sterkte'. (pagina 86)
*** – ***
CLP-585/575/545/535/565GP Gebruikershandleiding
85
Song Menu
1/4................
1/8................
1/16..............
1/6................
1/12..............
1/24..............
1/8+1/12.......
1/16+1/24.....
1/32..............
1/16+1/12.....
kwartnoot
kwartnoottriool
achtste noot
achtste-noottriool
zestiende noot
zestiende-noottriool
tweeëndertigste noot
achtste noot + achtste-noottriool*
zestiende noot + achtste-noottriool*
zestiende noot + zestiende-noottriool*
Oorspronkelijke data
Quantizeringssterkte = 100
Quantizeringssterkte = 50
Lengte van kwartnoot
Aanvulling over quantizeren
Instelbereik voor quantizeren
De drie met een sterretje (*) gemarkeerde quantizeringsinstellingen zijn erg handig, omdat u hiermee twee verschillende nootwaarden tegelijk kunt quantizeren. Als bijvoorbeeld de gewone achtste noten en achtste-noottriolen deel uitmaken van dezelfde partij en u quantizeert op de gewone achtste noten, worden alle noten in het kanaal gequantizeerd naar gewone achtste noten waardoor elk trioolgevoel volledig verdwijnt. Als u echter de instelling achtste noot + achtste-noottriool gebruikt, worden zowel de normale noten als de triolen juist gequantizeerd.
Instelbereik voor sterkte
CLP-585/575/545/535/565GP Gebruikershandleiding
86

Metronome Menu

OPMERKING
Metronome Menu
In dit menu kunt u het volume en de indeling van de tempoaanduiding van de metronoom (pagina 35) of een ritme (pagina 49) instellen. Daarnaast kunt u het belgeluid van de metronoom bij de eerste tel instellen en parameters aanpassen die verband houden met variatie bij het afspelen van een ritme. De parameters zoals de maatsoort en het tempo kunnen op de opgeroepen display worden ingesteld door de knop [METRONOME/RHYTHM] (of knop [METRONOME] op de CLP-535/565GP) een seconde lang ingedrukt te houden.
De gewenste parameter oproepen doet u als volgt:
Druk enkele keren op de knop [MENU] om 'Metronome Menu' te selecteren en gebruik daarna de knoppen [u]/[d] om de gewenste parameter te selecteren.
[>] [<]
Volume (Display met
BPM Bepaalt of het noottype van de tempoaanduiding wordt
Bell Bepaalt of het belgeluid al dan niet wordt afgespeeld bij
Intro (CLP-585/ 575/545)
Ending (CLP-585/ 575/545)
SyncStart (CLP-585/ 575/545)
[>] [<]
schuifregelaar)
Bepaalt of de intro al dan niet wordt afgespeeld voordat
Bepaalt of het einde al dan niet wordt afgespeeld voordat
Als dit op 'On' is ingesteld, kunt u het afspelen van het
[>] [<]
Bepaalt het volume van de metronoom of het ritme.
U kunt de volumebalans tussen het toetsenspel en afspelen van de metronoom/het ritme aanpassen.
beïnvloed door de maatsoort van de metronoom (pagina
35) of niet (kwartnoot). Wanneer 'Time Sig.' wordt geselecteerd, wordt de noemer van de maatsoort weergegeven als het noottype van de tempoaanduiding. (De gepunteerde kwartnoot wordt alleen weergegeven als het noottype van de tempoaanduiding wanneer de maatsoort op '6/8', '9/8' of '12/8' is ingesteld.)
de eerste tel van de opgegeven maatsoort.
het ritmepatroon wordt gestart.
Tijdens het afspelen van een song kan de intro helemaal niet worden afgespeeld als u de metronoom start met deze parameter op 'On' ingesteld. Als de functie 'Synchro Start' voor de song is ingeschakeld (pagina 48), start u het ritme van de intro door op de knop [METRONOME/RHYTHM] te drukken.
het ritmepatroon wordt gestopt.
ritme ook starten door een willekeurige noot op het toetsenbord te spelen.
Als u deze functie wilt gebruiken, volgt u de onderstaande instructies:
1. Schakel deze functie in.
2. Druk op de knop [METRONOME/RHYTHM] om naar de stand-bymodus voor Synchro Start te gaan.
De knop [METRONOME/RHYTHM] knippert.
3. Druk op een willekeurige toets om het ritme te starten.
Omschrijving
Standaardin-
stelling
82 0 – 127
Time Sig. Time Sig.,
Off On, Off
On On, Off
On On, Off
Off On, Off
Instelbereik
Crotchet
CLP-585/575/545/535/565GP Gebruikershandleiding
87

Recording Menu

OPMERKING
Recording Menu
In dit menu kunt u gedetailleerde instellingen opgeven die verband houden met MIDI-opnamen (pagina 50).
Deze instellingen hebben geen invloed op audio-opnamen.
De gewenste parameter oproepen doet u als volgt:
Druk enkele keren op de knop [MENU] om 'Recording Menu' te selecteren en gebruik daarna de knoppen [u]/[d] om de gewenste parameter te selecteren.
[>] [<]
RecStart Deze parameter wordt gebruikt wanneer u de reeds
RecEnd Deze parameter wordt gebruikt wanneer u de al
RecRhythm (CLP-585/ 575/545)
[>] [<]
Bepaalt of het afgespeelde ritme al dan niet wordt
[>] [<]
opgenomen MIDI-song overschrijft en bepaalt wanneer de werkelijke MIDI-opname start nadat u de opname hebt gestart. Als u deze op 'Normal' instelt, begint de werkelijke opname zodra u de opname hebt gestart. Als u deze op 'KeyOn' instelt, begint de werkelijke opname zodra u op een toets drukt nadat u de opname hebt gestart.
opgenomen MIDI-song overschrijft en bepaalt of de bestaande data al dan niet worden gewist na het punt waarop u stopt met opnemen.
opgenomen tijdens de MIDI-opname wanneer het metronoomtype op 'Rhythm' is ingesteld.
Omschrijving
Standaardin-
stelling
Normal Normal,
Replace Replace,
On On, Off
Instelbereik
KeyOn
PunchOut
88
CLP-585/575/545/535/565GP Gebruikershandleiding

System Menu

OPMERKING
OPMERKING
OPMERKING
OPMERKING
System Menu
In dit menu kunt u de algemene instellingen opgeven die van toepassing zijn op het volledige instrument.
De gewenste parameter oproepen doet u als volgt:
Druk enkele keren op de knop [MENU] om 'System Menu' te selecteren en gebruik daarna de knoppen [u]/[d]/[<]/[>] om de gewenste parameter te selecteren.
[>] [<]
Transpose (Display met
Tuning Master Tune (Display met
[>] [<]
schuifregelaar)
[>] [<]
Schuift de toonhoogte van het volledige toetsenbord
schuifregelaar)
omhoog of omlaag in stappen van halve noten, zodat het spelen in moeilijke toonsoorten wordt vergemakkelijkt en u eenvoudig de toonhoogte van het toetsenbord kunt aanpassen aan het bereik van een zanger of andere instrumenten. Als u deze parameter bijvoorbeeld op '5' instelt, hoort u toonhoogte F wanneer u de toonsoort C speelt. Op die manier kunt u een song in F-majeur spelen alsof deze in C-majeur was.
Deze instelling heeft geen invloed op het afspelen van MIDI-songs. Als u het afspelen van een song wilt transponeren, gebruikt u de parameter Transpose in het Song Menu (pagina 84).
Data van uw toetsenspel worden verzonden met de getransponeerde nootnummers, terwijl MIDI-nootnummers ontvangen van een extern MIDI-apparaat of computer niet worden beïnvloed door de transponeerinstelling.
Hiermee stemt u de toonhoogte van het gehele instrument nauwkeurig af. Deze functie is handig als u op dit instrument met andere instrumenten of cd-muziek wilt meespelen.
Omschrijving
Standaardin-
stelling
0 -12 (-1 octaaf) – 0
A3 = 440,0 Hz A3 = 414,8 Hz –
Instelbereik
(normale toonhoogte) – +12 (+1 octaaf)
466,8 Hz (stappen van 0,2 Hz)
Deze instellingen worden niet toegepast op de drumkitvoices of audiosong. Bovendien worden deze instellingen niet opgenomen in een MIDI-song.
Scale Tune (Insteldisplay) Moderne akoestische piano's worden bijna uitsluitend
Base Note (Insteldisplay) Bepaalt de grondtoon voor de hierboven geselecteerde
Tuning Curve (CLP-585)
Bepaalt de stemmingscurve die op de voice 'CFX
met gelijkzwevende temperatuur gestemd, waarbij een octaaf in twaalf gelijke intervallen wordt verdeeld. Deze digitale piano maakt eveneens gebruik van gelijkzwevende temperatuur, maar dat kan met een druk op een knop worden veranderd in historische temperaturen gebruikt in de 16e tot 19e eeuw.
stemschaal. Als de grondtoon wordt gewijzigd, wordt de toonhoogte van het toetsenbord getransponeerd. De oorspronkelijke toonhoogterelatie tussen de noten blijft echter behouden. Deze instelling is nodig wanneer Scale Tune op iets anders dan 'Equal Temperament' is ingesteld.
Wanneer Scale Tune op 'Equal Temperament' is ingesteld, wordt '---' op de display weergegeven en kan deze parameter niet worden bewerkt.
Grand' wordt toegepast. Deze parameter is standaard ingesteld op 'Normal' en roept de optimale stemmingscurve voor piano's op. Als u vindt dat deze instelling niet bij de stemmingscurve van andere voices past, selecteert u 'Flat' om de stemmingscurve op te roepen waarbij de octaven over het volledige bereik van het toetsenbord worden verdubbeld.
Equal Temperament
C C, C , D , E , E, F,
Normal Normal, Flat
Raadpleeg de Scale Tune-lijst (pagina 93).
F , G, A , A, B , B
CLP-585/575/545/535/565GP Gebruikershandleiding
89
System Menu
OPMERKING
OPMERKING
OPMERKING
De gewenste parameter oproepen doet u als volgt:
Druk enkele keren op de knop [MENU] om 'System Menu' te selecteren en gebruik daarna de knoppen [u]/[d]/[<]/[>] om de gewenste parameter te selecteren.
[>] [<]
Keyboard Touch (Insteldisplay) Bepaalt hoe het geluid reageert op uw speelsterkte.
Pedal Half Pedal Point (Display met
[>] [<]
Fixed Velocity (Display met
Split Point (Insteldisplay) Bepaalt het splitpunt (de grens tussen de
Soft Pedal Depth
Pitch Bend Range
Aux Polarity (CLP-585)
Aux Assign (CLP-585)
Aux Area (CLP-585)
Play/Pause (Insteldisplay)
[>] [<]
Deze instelling heeft geen invloed op de speelweerstand van de toetsen.
Soft2: Produceert een relatief hoog volume, zelfs bij een lichte speelsterkte. Het best voor spelers met een lichte aanslag.
Soft1: Produceert een hoog volume bij een gemiddelde speelsterkte.
Medium: Standaard aanslaggevoeligheid.
Hard1: Vereist matig sterk spelen voor een hoog volume.
Hard2: Vereist sterk spelen om een hoog volume te produceren. Het best voor spelers met een sterke aanslag.
Fixed: Geen aanslagrespons. Het volumeniveau blijft gelijk, ongeacht hoe hard u de toetsen bespeelt.
Deze instelling wordt niet opgenomen in een MIDI-song en niet als MIDI-bericht verzonden.
Bepaalt de snelheid waarmee u de toetsen bespeelt
schuifregelaar)
schuifregelaar)
(Display met schuifregelaar)
(Display met schuifregelaar)
Een pedaal dat is aangesloten op de [AUX PEDAL]-
(Insteldisplay) Wijst een functie toe aan het pedaal dat is aangesloten
(Insteldisplay) Bepaalt het gedeelte van het toetsenbord waarop de
wanneer Touch (hierboven) op 'Fixed' is ingesteld.
Deze instelling wordt niet opgenomen in een MIDI-song en niet als MIDI-bericht verzonden.
toetsenbordgebieden voor de rechter- en linkerhand).
Hier kunt u het punt opgeven tot waar u het pedaal moet indrukken (rechts en AUX) voordat het toegewezen effect wordt toegepast. Deze instelling geldt alleen voor het effect 'Sustain Continuously' (pagina 83) dat is toegewezen aan het rechter- of AUX-pedaal.
Bepaalt de diepte van het effect van het softpedaal. Deze parameter is alleen beschikbaar voor het pedaal waaraan 'Soft' (pagina 83) is toegewezen.
Bepaalt het bereik van de pitchbend die wordt geproduceerd met het pedaal in stappen van halve noten. Deze instelling is alleen beschikbaar voor het pedaal waaraan 'Pitch Bend Up' of 'Pitch Bend Down' (pagina 83) is toegewezen.
Bij sommige voices wordt de toonhoogte mogelijk niet gewijzigd volgens het hier ingestelde pitchbendbereik.
aansluiting kan functies op verschillende manieren in­en uitschakelen. Met sommige pedalen worden effecten bijvoorbeeld ingeschakeld en met andere pedalen worden de effecten uitgeschakeld als u het pedaal indrukt. Gebruik deze parameter om dit mechanisme om te draaien.
op de [AUX PEDAL]-aansluiting.
functie wordt toegepast van het pedaal dat is aangesloten op de [AUX PEDAL]-aansluiting.
Wijst de functie van de knop [R/K] (afspelen/pauze) toe aan het linkerpedaal, middenpedaal of het pedaal dat is aangesloten op de [AUX PEDAL]-aansluiting. Als een andere waarde dan 'Off' is geselecteerd, wordt de in het Voice Menu (pagina 82) toegewezen functie van het desbetreffende pedaal uitgeschakeld.
Omschrijving
Standaardin-
stelling
Medium Soft 2, Soft 1,
64 1 – 127
F2
0 -2 (effectief als het
51 10
2 0 – +12 (bij
Make Make, Break
Expression Raadpleeg de lijst
All All, Right, Left
Off Off, Left, Center,
Instelbereik
Medium, Hard 1, Hard 2, Fixed
A-1 – C7
pedaal slechts een klein beetje wordt ingedrukt) – 0 – +4 (effectief als het pedaal volledig wordt ingedrukt)
drukken op het pedaal wordt de toonhoogte met 12 halve noten verhoogd of verlaagd [1 octaaf])
met pedaalfuncties (pagina 83).
AUX (CLP-585)
90
CLP-585/575/545/535/565GP Gebruikershandleiding
System Menu
De gewenste parameter oproepen doet u als volgt:
Druk enkele keren op de knop [MENU] om 'System Menu' te selecteren en gebruik daarna de knoppen [u]/[d]/[<]/[>] om de gewenste parameter te selecteren.
[>] [<]
Sound Brilliance (Insteldisplay) Past de helderheid van voices gespeeld met het
MIDI MIDI OUT (Insteldisplay) Bepaalt het MIDI-kanaal waarlangs de MIDI-berichten
[>] [<]
IAC Schakelt het IAC-effect in of uit. On On, Off
IAC depth (Display met
SP Optimizer (CLP-585/575/
545)
MIDI IN (Insteldisplay) Bepaalt welk deel van het instrument wordt geregeld
Local Control 'Local Control On' is een toestand waarbij dit instrument
Receive Param. (Insteldisplay) Bepaalt welke soorten MIDI-berichten dit instrument kan
[>] [<]
volledige toetsenbord aan.
schuifregelaar)
Wisselt het effect Stereophonic Optimizer tussen HP
Bepaalt de diepte van de IAC. Hoe hoger de waarde, des te duidelijker hoge en lage tonen zijn als het volume laag staat.
(aan) of Off (uit). Raadpleeg pagina 20 voor meer informatie.
gegenereerd via het toetsenspel worden verzonden van de MIDI [OUT]- of USB [TO HOST]-aansluiting. Wanneer Dual/Split is ingeschakeld, worden de MIDI-kanalen als volgt toegewezen.
• Spel via voice R1 = n (instelwaarde)
• Spel via voice R2 = n+2
• Spel via voice L = n+1
door de kanaaldata van de MIDI-berichten afkomstig van de MIDI [IN]- en USB [TO HOST]-aansluiting.
Song: Songpartij wordt geregeld door de MIDI-berichten.
Keyboard: Het volledige toetsenbord wordt geregeld, ongeacht de instelling van Dual/Split.
R1: Het toetsenspel via voice R1 wordt geregeld.
L: Het toetsenspel via voice L wordt geregeld.
R2: Het toetsenspel via voice R2 wordt geregeld.
Off: Geen partij wordt geregeld.
geluid via de toongenerator produceert als u het toetsenbord bespeelt. Bij de toestand 'Local Control Off' zijn het toetsenbord en de toongenerator van elkaar losgekoppeld. Dit betekent dat zelfs als u het toetsenbord bespeelt, dit instrument geen geluid geeft. In plaats daarvan kunnen de toetsenborddata via MIDI naar een aangesloten MIDI-apparaat of computer worden verzonden, die vervolgens het geluid kan produceren. De instelling 'Local Control Off' is handig als u alleen een externe geluidsbron via de toetsen van dit instrument wilt bespelen.
ontvangen of lezen.
Omschrijving
Standaardin-
stelling
Normal Mellow 1 – 3,
0-3 +3
HP HP, Off
Ch1 Ch1-Ch16, Off
'Song' voor elk van de MIDI­kanalen
On On, Off
On (voor alle MIDI-berichten)
Instelbereik
Normal, Bright 1 – 3
(niet verzonden)
Voor elk MIDI­kanaal:
•Song
•Keyboard
•R1
•L
•R2
•Off
On, Off (voor elk MIDI-bericht)
Soorten MIDI-berichten:
Note on/off (noot aan/uit), Control Change (regelaarwijziging), Program Change (programmawijziging), Pitch Bend (pitchbend), System Exclusive (systeemeigen)
Transmit Param. (Insteldisplay) Bepaalt welke soorten MIDI-berichten kunnen worden
verzonden door dit instrument.
On (voor alle berichten)
On, Off (voor elk bericht)
Soorten MIDI-berichten:
Note on/off (noot aan/uit), Control Change (regelaarwijziging), Program Change (programmawijziging), Pitch Bend (pitchbend), SystemRealTime (realtime van systeem), System Exclusive (systeemeigen)
CLP-585/575/545/535/565GP Gebruikershandleiding
91
System Menu
LET OP
OPMERKING
LET OP
De beschikbare ruimte
De totale geheugencapaciteit
De gewenste parameter oproepen doet u als volgt:
Druk enkele keren op de knop [MENU] om 'System Menu' te selecteren en gebruik daarna de knoppen [u]/[d]/[<]/[>] om de gewenste parameter te selecteren.
[>] [<]
MIDI Initial Setup (Uitvoerende
[>] [<]
display)
• Cancel
•Send
[>] [<]
Omschrijving
Verzendt de huidige paneelinstellingen, zoals voiceselectie, naar een aangesloten MIDI-apparaat of computer. Voordat u uw spel begint op te nemen op een aangesloten MIDI-apparaat of computer, voert u deze bewerking uit om de huidige paneelinstellingen op te nemen aan het begin van uw speeldata. Hierdoor worden dezelfde paneelinstellingen opgeroepen wanneer het opgenomen spel wordt afgespeeld.
Standaardin-
stelling
––
Instelbereik
Procedure:
Selecteer 'Execute' en druk daarna op de knop [>] om de paneelinstellingen als MIDI-berichten te verzenden.
Backup Backup Setting Raadpleeg de pagina's 94 – 95 voor meer informatie
Back-up
Restore
Factory Set
Utility USB Format Cancel Hiermee kunt u het USB-flashgeheugen formatteren of
over deze functies.
initialiseren dat is aangesloten op de USB [TO DEVICE]­aansluiting.
Formatteren verwijdert alle data die zijn opgeslagen in het USB-flashgeheugen. Sla belangrijke data op een computer of op een ander opslagapparaat op.
––
––
92
Execute
Als u een USB-flashgeheugen aansluit op de [USB TO DEVICE]-aansluiting, ziet u mogelijk een bericht met de vraag of u wilt formatteren. Als dit zich voordoet, voert u de formatteerbewerking uit.
Bewerking
Selecteer 'Execute' en druk daarna op de knop [>] om het formatteren te starten. Zodra het formatteren is voltooid, verschijnt een bericht en daarna keert het instrument terug naar de display Utility.
Zet het instrument nooit uit en verwijder geen USB­flashgeheugen terwijl 'Executing' wordt weergegeven op de display.
USB Properties Toont de beschikbare ruimte en de totale
USB Autoload Wanneer dit op 'On' is ingesteld, kan de song
Speaker (Insteldisplay) Hiermee kunt u de luidspreker in- of uitschakelen.
Contrast (Display met
CLP-585/575/545/535/565GP Gebruikershandleiding
schuifregelaar)
geheugencapaciteit van het USB-flashgeheugen aangesloten op de USB [TO DEVICE]-aansluiting.
opgeslagen in de hoofdmap automatisch worden geselecteerd (weergegeven op de display) zodra het USB-flashgeheugen op de USB [TO DEVICE]­aansluiting wordt aangesloten.
Nor mal (HeadphoneSW)
On
Off
Past het contrast van de display aan. 0 -5 – +5
De luidsprekers produceren alleen geluid als er geen hoofdtelefoon is aangesloten.
De luidsprekers geven altijd geluid.
De luidsprekers geven geen geluid.
––
Off On, Off
Normal (HeadphoneSW)
Normal, On, Off
System Menu
+
Zet het instrument aan terwijl u de laagste toets op het toetsenbord ingedrukt houdt. Een bericht wordt kort weergegeven en de automatische uitschakelfunctie wordt uitgezet.
Japans
Internationaal
De gewenste parameter oproepen doet u als volgt:
Druk enkele keren op de knop [MENU] om 'System Menu' te selecteren en gebruik daarna de knoppen [u]/[d]/[<]/[>] om de gewenste parameter te selecteren.
[>] [<]
Utility Auto Power Off (Insteldisplay) Hier kunt u instellen hoeveel tijd er moet verstrijken
[>] [<]
[>] [<]
Omschrijving
voordat het instrument wordt uitgezet door de automatische uitschakelfunctie (pagina 15). Selecteer 'Off' om de automatische uitschakelfunctie uit te schakelen.
De automatische uitschakelfunctie uitschakelen
Standaardin-
stelling
30 (minuten) Off, 5, 10, 15, 30,
Instelbereik
60, 120 (minuten)
Language System Bepaalt het soort tekens dat op de display wordt
Song
Wireless LAN, Wireless LAN Option
weergegeven voor het systeem (algemene aanduiding behalve de songnaam) en iedere song (songnaam).
Tekenoverzicht
Zie pagina 73.
International Japanese,
International
Scale Tune-lijst (Temperatuurlijst)
Equal Temperament Een octaaf is opgedeeld in twaalf gelijke intervallen. Momenteel de meest gangbare pianostemming.
PureMajor/PureMinor Gebaseerd op natuurlijke boventonen. Drie majeurakkoorden geven bij deze stemming een prachtig, zuiver geluid.
Pythagorean Deze stemming, ontworpen door de Griekse filosoof Pythagoras, is gebaseerd op het interval van een reine kwint. De
MeanTone Deze stemming is een verbetering van de Pythagoreaanse stemming waarbij de zweving in de terts is geëlimineerd.
Werckmeister/ Kirnberger
tertsen in deze stemming zijn lichtelijk onstabiel, maar de kwarten en kwinten zijn prachtig en geschikt voor enkelvoudige solo's.
Deze stemming werd steeds meer gebruikt vanaf het einde van de 16e eeuw tot het einde van de 18e eeuw. Händel gebruikte deze stemming.
Deze stemmingen combineren middentoon en Pythagoreaans op verschillende manieren. Met deze stemmingen verandert modulatie de sfeer en het gevoel van de songs. Ze werden vaak gebruikt in de tijd van Bach en Beethoven. Tegenwoordig worden ze nog vaak gebruikt bij uitvoeringen van klavecimbelmuziek uit die tijd.
CLP-585/575/545/535/565GP Gebruikershandleiding
93
System Menu
LET OP
OPMERKING
OPMERKING
Back-upinstelling
(Parameters selecteren die behouden blijven als het instrument wordt uitgezet)
Hiermee kunt u bepalen of bepaalde instellingen van de Backup Setting (back-upinstelling) (zie verder) worden behouden als het instrument wordt uitgezet. De Backup Setting bestaat uit twee groepen, 'Voice' (met voicegerelateerde instellingen zoals voiceselectie) en 'Other' (met verschillende instellingen zoals song herhalen en stemmen), die afzonderlijk kunnen worden ingesteld.
Data die behouden blijven, zelfs als het instrument wordt uitgezet
• User MIDI Song (opgeslagen in het geheugen 'User' van dit instrument)
• Utility
• Backup Setting (hier uitgelegd)
1. Druk enkele keren op de knop [MENU] om
'System Menu' te selecteren.
2. Gebruik de knoppen [u]/[d] om 'Backup' te
selecteren, gebruik de knop [>] om de volgende display op te roepen en gebruik daarna de knoppen [
u]/[d] om 'Backup
Setting' te selecteren.
3. Gebruik de knop [>] en daarna de knoppen
[
u]/[d] om 'Voice' te selecteren en gebruik
daarna de knop [>] om 'On' of 'Off ' te selecteren.
Elke 'Voice' bevat de volgende instellingen:
• Voiceselectie voor R1, R2 en L
• Aan/uit-status voor Dual/Split.
• Alle parameters, behalve Split Point in het Voice Menu
4. Gebruik de knoppen [u]/[d] om 'Other' te
selecteren en gebruik daarna de knop [>] om 'On' of 'Off ' te selecteren.
'Other' bevat de volgende instellingen:
• In het Voice Menu: Split Point (splitpunt)
• In het Song Menu: Song Repeat (song herhalen),
Song-Keyboard (song-toetsenbord), Audio Volume (audiovolume), Quick Play (snel afspelen), Play Track (track afspelen)
• In het Metronome Menu: Volume, BPM, Bell On/Off
(bel aan/uit), Intro, Ending (einde)
• In het System Menu: Tuning (stemmen), Keyboard
(toetsenbord), Pedal (pedaal), Sound (geluid), MIDI
Back-up
(Het back-upbestand voor interne data opslaan)
Met deze optie kunt u data in het interne geheugen als back-upbestand opslaan in het aangesloten USB­flashgeheugen (met de naam 'clp-***.bup'). Dit back­upbestand kan in het instrument worden geladen met de functie Restore (terugzetten) (pagina 95) voor toekomstig gebruik.
• Het kan 1 tot 2 minuten duren om deze bewerking uit te voeren. Zet het instrument nooit uit tijdens deze bewerking (terwijl 'Executing' wordt weergegeven). Als u dit doet, kunnen de data beschadigd raken.
• Als hetzelfde back-upbestand (clp-***.bup) al in het USB­flashgeheugen is opgeslagen, wordt het bestand overschreven door het nieuwe back-upbestand dat u opslaat.
1. Sluit het USB-flashgeheugen aan op de USB
[TO DEVICE]-aansluiting.
2. Druk enkele keren op de knop [MENU] om
'System Menu' te selecteren.
3. Gebruik de knoppen [u]/[d] om 'Backup' te
selecteren, gebruik de knop [>] om de volgende display op te roepen en gebruik daarna de knoppen [
u]/[d] om 'Backup' te
selecteren.
4. Gebruik de knop [>] om de volgende display
op te roepen en gebruik daarna de knoppen [
u]/[d] om 'Execute' te selecteren.
5. Druk op de knop [>] om de back-up uit te
voeren.
6. Druk op de knop [EXIT] om de display
System Menu te verlaten.
Als u de instellingen in het back-upbestand wilt terugzetten, gebruikt u de functie Restore.
Van beveiligde songs kan geen back-up worden gemaakt.
94
5. Druk op de knop [EXIT] om de display
System Menu te verlaten.
CLP-585/575/545/535/565GP Gebruikershandleiding
System Menu
LET OP
LET OP
[P]-schakelaar (stand-by/aan)
C7
Terugzetten
(Het instrument opnieuw starten met het back­upbestand geladen)
Hiermee kunt u het back-upbestand (clp-***.bup) dat is opgeslagen met de back-upfunctie (pagina 94), in het instrument laden.
• Het kan 1 tot 2 minuten duren om deze bewerking uit te voeren. Zet het instrument nooit uit tijdens deze bewerking (terwijl 'Executing' wordt weergegeven). Als u dit doet, kunnen de data beschadigd raken.
• Als er beveiligde songs of opgenomen songs in het geheugen 'User' zijn opgeslagen, moet u deze songs naar het USB­flashgeheugen verplaatsen volgens de instructies (pagina 64) voordat u deze bewerking uitvoert. Als u dat niet doet, worden de songs verwijderd door deze bewerking.
1. Sluit het USB-flashgeheugen met het back-
upbestand aan op de USB [TO DEVICE]­aansluiting.
2. Druk enkele keren op de knop [MENU] om
'System Menu' te selecteren.
3. Gebruik de knoppen [u]/[d] om 'Backup' te
selecteren, gebruik de knop [>] om de volgende display op te roepen en gebruik daarna de knoppen [
u]/[d] om 'Restore' te
selecteren.
4. Gebruik de knop [>] om de volgende display
op te roepen en gebruik daarna de knoppen [
u]/[d] om 'Execute' te selecteren.
5. Druk op de knop [>] om het bestand terug te
zetten.
Er verschijnt een bericht waarin wordt aangegeven dat de bewerking is voltooid en daarna wordt het instrument herstart.
Fabrieksinstellingen
(Het instrument herstarten met de oorspronkelijke fabrieksinstellingen geladen)
Hiermee kunt u dit instrument terugzetten naar de fabrieksinstellingen. Dit zijn de oorspronkelijke instellingen die in de fabriek zijn ingesteld en die worden geactiveerd wanneer u het instrument voor het eerst aanzet.
Houd rekening met de volgende punten.
• Deze bewerking zet de back-upinstelling (pagina 94) naar de standaardinstelling terug.
• Deze bewerking verwijdert de songs opgeslagen in de map User (gebruiker) niet.
Zet het instrument nooit uit tijdens deze bewerking (terwijl 'Factory set executing' wordt weergegeven). Als u dit doet, kunnen de data beschadigd raken.
1. Druk enkele keren op de knop [MENU] om
'System Menu' te selecteren.
2. Gebruik de knoppen [u]/[d] om 'Backup' te
selecteren, gebruik de knop [>] om de volgende display op te roepen en gebruik daarna de knoppen [
u]/[d] om 'Factory Set'
te selecteren.
3. Gebruik de knop [>] om de volgende display
op te roepen en gebruik daarna de knoppen [
u]/[d] om 'Execute' te selecteren.
4. Druk op de knop [>] om de bewerking uit te
voeren.
Er verschijnt een bericht waarin wordt aangegeven dat de bewerking is voltooid en daarna wordt het instrument herstart.
Andere methode voor het herstellen van
de standaardinstellingen
Houd de witte toets uiterst rechts (C7) ingedrukt en druk op de knop [P] (stand-by/aan) om dit instrument aan te zetten. Deze bewerking verwijdert de songs in de map User (gebruiker) niet.
CLP-585/575/545/535/565GP Gebruikershandleiding
95

Appendix

Gedetailleerd overzicht van vooraf ingestelde voices

CLP-585
Voicegroep Voicenaam VRM
PIANO CFX Grand   
Bösendorfer  
Bright Grand    Heldere pianoklank. Geschikt voor heldere expressie en goede hoorbaarheid bij
Mellow Grand   
Ballad Grand   
Warm Grand  
UprightPiano   
HonkyTonk Pf   
Pop Grand   
Jazz Grand  
Rock Grand   
E.PIANO StageE.Piano
DX E.Piano
Vintage EP
Soft EP
Phaser EP
DX Bright
TremoloVintage
ORGAN OrganGrandJeu
OrganPrincipal
Organ Tutti
Jazz Organ 1
Jazz Organ 2
Mellow Organ
Organ Flute 1
Organ Flute 2
Aanslag-
sterkte
——
——
——
—— — —
—— — — —
—— — — —
——
——
Stereo-
sampling
Toets-los-
sampling
——
——
——
———
Het geluid van een elektronische piano die gebruikmaakt van hamertjes die op
Een ander type elektronisch pianogeluid dan Stage E.piano. Veel gebruikt in rock- en
——
——
——
Voice-
demo
(1)
De klanken van de concertvleugel CFX, het vlaggenschip van Yamaha, met een breed
dynamisch bereik voor maximale expressieve controle. Geschikt voor het spelen in alle muziekgenres en sti jlen.
(2)
De befaamde klanken van de in Wenen gemaakte Bösendorfer-concertvleugel. Zijn
ruimtelijke geluid roept de grootte van het instrument op en is ideaal voor de expressie van emotie in c omposities.
samenspel met andere instrumenten in een ensemble.
Warme pianoklank. Geschikt voor rustige en langzame muziek.
Geluid van een vleugel met een zachte, warme klank. Geschikt voor ballades.
Warme en zachte pianoklank. Geschikt voor ontspannende muziek.
In stereo gesamplede, heldere pianoklank met unieke tooneigenschappen en een lichter, meer informeel gevoel.
Een piano met een honky-tonkstijl. Geniet van het typische karakter van de klankkleur die nogal afwijkt van die van een vleugel.
Een iets helderdere pianoklank. Geschikt voor populaire stijlen.
Pianoklank met unieke tooneigenschappen. Geschikt voor jazzstijlen.
Een helder klinkende piano. Ideaal voor rockstijlen.
metalen 'staafjes' slaan. Zachte klank wanneer er licht wordt gespeeld en een agressieve klank wann eer er hard wordt gespeeld.
Een elektronisch pianogeluid geproduceerd door een FM-synthesizer. De klank
verandert als u uw toetsaanslag verandert. Ideaal voor popmuziek.
popmuziek.
Een elektronische piano met een karakteristiek panningeffect. Geschikt voor rustige ballades.
Een karakteristiek phaser-effect maakt dit bijzonder geschikt voor fusionstijlen.
Een variatie van elektronisch pianogeluid geproduceerd door een FM-synthesizer. Zijn heldere en sprankelende geluid geven de muziek meer pit.
Inclusief tremolo, ideaal voor Vintage EP. Vaak gebruikt in rockmuziek.
Een registratiegeluid dat typisch is voor Franse orgelcomposities. Dit dramatische
geluid is ideaal voor het beëindigen van een performance.
Deze voice beschikt over de combinatie van pijpen (8'+4'+2') van een hoofdorgel (koperinstrument). Het is geschikt voor barokke kerkmuziek.
Deze voice beschikt over het volle geluid van een pijporgel, zoals dat gebruikt wordt
in 'Toccata en fuga' van Bach.
Het geluid van een elektronisch orgel van het type 'toonwiel'. Gesampled met het
effect Rotary SP is d e rotatiesnelheid laag. Vaak te ho ren in jazz- en rockthema's.
Hetzelfde soort elektronisch orgelgeluid als Jazz Organ 1. Dit werd gesampled met de hoge rotatiesnelheid van het effect Rotary Speaker. Wissel tussen de voices Jazz Organ 1 en Jazz Organ 2 om uw spel gevarieerder te maken.
Een zacht, elektronisch orgelgeluid. Ideaal voor rustigere songs.
Een pijporgelgeluid dat een fluittype (houtblazer) register met verschillende toonhoogtes (8' + 4') combineert. Dit is een vriendelijk geluid dat ideaal is voor het begeleiden van kerkgezang.
Een pijporgelgeluid dat een fluittype (houtblazer) register met verschillende toonhoogtes (8' + 4' + 1-1/3') combineert. Dit is helderder dan Organ Flute 1 en is geschikt voor solo's.
Voicebeschrijving
CLP-585/575/545/535/565GP Gebruikershandleiding
96
Gedetailleerd overzicht van vooraf ingestelde voices
Voicegroep Voicenaam VRM
STRINGS Strings
Slow Strings
Choir
Slow Choir
Mellow Strings
Synth Pad 1
Synth Pad 2
Synth Pad 3
BASS Acoustic Bass
Bass & Cymbal
E.Bass
Fretless Bass
Vintage Bass
OTHERS Harpsichord8'
Harpsi.8'+4'
Harp
Vibraphone
Marimba
Celesta
Nylon Guitar
Steel Guitar
Scat
XG XG
VRM
Gesimuleerd geluid met snaarresonantie met fysiek model wanneer het demperpedaal wordt ingedrukt of toetsen worden ingedrukt.
Toets-los-sampling
Samples van de zeer delicate geluiden die ontstaan als toetsen worden losgelaten.
Aanslag-
sterkte
——
——
Stereo-
sampling










——
———
——
———
——
——
———

—Een klavecimbel met een toegevoegd hoger octaaf. Geeft een helderder geluid.
——
———
———
——
Toets-los-
sampling
Voice-
demo
——
——
——
——
——
——
In stereo gesampled, grootschalig strijkersensemble met realistische nagalm.
Een grote, ruimtelijke voice van een koor. Perfect voor het scheppen van rijke
Een warm, zacht en ruimtelijke synthesizergeluid. Ideaal voor aanhoudende partijen
Het geluid van een met de vinger geplukte staande bas. Wordt regelmatig gebruikt in
Het geluid van een elektronische bas. Wordt regelmatig gebruikt in jazz-, rock- en
Het geluid van een fretloze bas. Geschikt voor stijlen zoals jazz en fusion.
(3)
Dit geluid is gesampled van een concertharp. Dit geluid, met een heldere aanslag, is
Het geluid van een vibraf oon, in stereo gesampled. Zijn ruimtelijk e en heldere geluid
In stereo gesamplede gitaar met nylon snaren en realistisch geluid. Geschikt voor
Voicebeschrijving
Combineer deze voice eens met piano in de Dual-modus.
Het geluid van een strijkersensemble met een langzame aanslag. Geschikt voor gebruik in de Dual-modus met piano en elektronische piano.
harmonieën in langzame stukken.
Het geluid van een koor met een langzame aanslag. Geschikt voor gebruik in de Dual­modus met piano en elektronische piano.
Een warm strijkersensemble. Geniet van tooneigenschappen die afwijken van Strings.
in de achtergrond van een ensemble of voor gebruik in de Dual-modus met piano en elektronische piano.
Synthesizergeluid met een late aanslag die lijkt op die van strijkinstrumenten. Ideaal voor gebruik in de Dual-modus met de heldere klanken van piano en elektronische piano.
Een uniek en ruimtelijk synthesizergeluid. Ideaal voor het afspelen van trage muziek of voor gebruik in de Dual-modus met piano en elektronische piano.
jazzmuziek en Latin-muziek.
Het geluid van een cimbaal gecombineerd met dat van de bas. Effectief bij gebruik voor lopende-baslijnen in jazz.
popmuziek.
Een ander type elektrische bas met een rijk geluid.
Het geluid van het instrument dat vaak in barokmuziek wordt gebruikt. Variaties in de toetsaanslag hebben geen invloed op het volume en er klinkt een karakteristiek geluid als u de toets loslaat.
ideaal voor het spelen van prachtige frasen.
is ideaal voor popmuziek.
Een marimbageluid, in stereo gesampled voor een ruimtelijk en authentiek geluid.
Het geluid van een celesta (een percussie-instrument waarbij hamers op metalen staafjes slaan om geluid te maken). Dit instrument is zeer bekend geworden door de 'Dans van de suikerfee' uit de 'Notenkrakersuite' van Tsjaikovski.
alle muziekstijlen.
Het heldere geluid van een gitaar met stalen snaren. Ideaal voor popmuziek.
U kunt genieten van jazz 'scatting' met deze voice. Afhankelijk van hoe hard en in welk nootbereik u speelt, worden verschillende geluiden geproduceerd.
Voicegroep Voicenaam Titel Componist
(1)
PIANO CFXGrand Bargarolle op.60 F. F. Chopin
(2)
PIANO Bösendorfer 6 Stücke Intermezzo, op.118-2 J. Brahms
(3)
OTHERS Harpsichord8' Concerto a cembalo obbligato, 2 violini, viola e continuo No.7,
De bovengenoemde voicedemo's met () zijn korte , gearrangeerde uittreksels van de oorspronkelijke composities. Alle andere songs zijn originelen (© 2014 Yamaha Corporation).
BWV.1058
J. S. Bach
CLP-585/575/545/535/565GP Gebruikershandleiding
97
Gedetailleerd overzicht van vooraf ingestelde voices
CLP-575/545/535/565GP
Demperre-
VRM
Voicegroep Voicenaam
PIANO CFX Grand   
Bösendorfer 
Bright Grand    Heldere pianoklanken. Geschikt voor heldere
Mellow Grand
Warm Gra nd 
Pop Grand    
Jazz Grand 
Rock Grand    
E.PIANO StageE.Piano
DX E.Piano
Vintage EP
Soft EP
Phaser EP
DX Bright
TremoloVintage
ORGAN
OrganPrincipal
Organ Tutti
Jazz Organ 1
Jazz Organ 2
Mellow Organ
(CLP-575)
Aanslag-
sterkte
   
——
——
——— — — —
——— — — ——
——— — — ——
Stereo-
sampling
Toets-los-
sampling
—— — —
—— — ——
sonantie
(CLP-545/
535/565GP)
—— —
—— —
Snaarreso-
nantie
(CLP-545/
535/565GP)
——
——
———
———
———
——
——
Voice-
demo
(1)
(2)
Het geluid van een elektronische piano die
Een elektronisch pianogeluid geproduceerd
Een ander type elektronisch pianogeluid dan
(3)
Deze voice beschikt over het volle geluid van
Het geluid van een elektronisch orgel van het
Voicebeschrijving
De klanken van de concertvleugel CFX, het vlaggenschip van Yamaha, met een breed dynamisch bereik voor maximale expressieve controle. Geschikt voor het spelen in alle muziekgenres en stijlen.
De befaamde klanken van de in Wenen gemaakte Bösendorfer-concertvleugel. Zijn ruimtelijke geluid roept de grootte van het instrument op en is ideaal voor de expressie van emotie in composities.
expressie en goede hoorbaarheid bij samenspel met andere instrumenten in een ensemble.
Warme pianoklanken. Geschikt voor rustige en langzame muz iek.
Warme en zachte pianoklank. Geschikt voor ontspannende muziek.
Een iets helderdere pianoklank. Geschikt voor populaire stijlen.
Pianoklank met unieke tooneigenschappen. Geschikt voor jazzstijlen.
Een helder klinkende piano. Ideaal voor rockstijlen.
gebruikmaakt van hamertjes die op metalen 'staafjes' slaan. Zachte klank wanneer er licht wordt gespeeld en een agressieve klank wanneer er hard wordt ge speeld.
door een FM-synthesizer. De klank verandert als u uw toetsaanslag verandert. Ideaal voor popmuziek.
Stage E.piano. Veel gebruikt in rock- en popmuziek.
Een elektronische p iano met een karakteristiek panningeffect. Geschikt voor rustige ballades.
Een karakteristiek pha ser-effect maakt dit bijzonder geschikt voor fusionstijlen.
Een variatie van elektronisch pianogeluid geproduceerd door een FM-synthesizer. Zijn heldere en sprankelende geluid geven de muziek meer pit.
Inclusief tremolo, ideaal voor Vintage EP. Vaak gebruikt in rockmuziek.
Deze voice beschikt over de combinatie van pijpen (8'+4'+2') van een hoofdorgel (koperinstrument). Het is geschikt voor barokke kerkmuziek.
een pijporgel, zoals dat gebruikt wordt in 'Toccata en fuga' van Bach.
type 'toonwiel'. Gesampled met het effect Rotary SP is de rota tiesnelheid laag. Vaak te horen in jazz- en rockthe ma's.
Hetzelfde soort elektronisch orgelgeluid als Jazz Organ 1. Dit werd gesampled met de rotatiesnelheid van het effect Rotary Speaker. Wissel tussen de voices Jazz Organ 1 en Jazz Organ 2 om uw spel gevarieerder te maken.
Een zacht, elektronisch orgelgeluid. Ideaal voor rustigere songs.
CLP-585/575/545/535/565GP Gebruikershandleiding
98
Gedetailleerd overzicht van vooraf ingestelde voices
Demperre-
VRM
Voicegroep Voicenaam
STRINGS Strings
Slow Strings
Choir
Slow Choir
Synth Pad
BASS Acoustic
OTHERS Harpsichord8'
VRM
Gesimuleerd geluid met snaarresonantie met fysiek model wanneer het demperpedaal wordt ingedrukt of toetsen worden ingedrukt.
Toets-los-sampling
Samples van de zeer delicate geluiden die ontstaan als toetsen worden losgelaten.
Demperresonantie
Simuleert de resonantie van de zangbodem en snaren die wordt geproduceerd als het demperpedaal wordt ingedrukt.
Snaarresonantie
Gesampled geluid met snaarresonantie als toetsen worden ingedrukt.
Bass
Bass & Cymbal
E.Bass
Fretless Bass
Harpsi.8'+4'
Vibraphone
Nylon Guitar
Steel Guitar
(CLP-575)
Aanslag-
sterkte
——
——
Stereo-
sampling




Toets-los-
—— — —
—— — ——
—— — —
—— — —
—— — ——
—— — —
—— — —


—— — ——
sampling
sonantie
(CLP-545/
535/565GP)
—— —
—— ——
—— —
—— —
Snaarreso-
nantie
(CLP-545/
535/565GP)
——
———
Voice-
demo
In stereo gesampled, grootschalig
strijkersensemble met realistische nagalm. Combineer deze voice eens met piano in de Dual-modus.
Het geluid van een strijkersensemble met een langzame aanslag. Geschikt voor gebruik in de Dual-modus met piano en elektronische piano.
Een grote, ruimtelijke voice van een koor.
Perfect voor het scheppen van rijke harmonieën in langzame stukken.
Het geluid van een koor met een langzame aanslag. Geschikt voor gebruik in de Dual­modus met piano en elektronische piano.
Een warm, zacht en ruimtelijke
synthesizergeluid. Ideaal voor aanhoudende partijen in de achtergrond van een ensemble of voor gebruik in de Dual-modus met piano en elektronische piano.
Het geluid van een met de vinger geplukte
staande bas. Wordt regelmatig gebruikt in jazzmuziek en Latin-muziek.
Het geluid van een cimbaa l gecombineerd met dat van de bas. Effectief bij gebruik voor lopende-baslijnen in jazz.
Het geluid van een elektroni sche bas. Wordt
regelmatig gebruikt in jazz-, rock- en popmuziek.
Het geluid van een fretloze bas . Geschikt
voor stijlen zoals jaz z en fusion.
(4)
Het geluid van het instrument dat vaak in
barokmuziek wordt gebruikt. Variaties in de toetsaanslag hebben geen invloed op het volume en er klinkt een karakteristiek geluid als u de toets loslaat.
Een klavecimbel met een toegevoegd hoger octaaf. Geeft een helderder geluid.
Het geluid van een vibrafoon, in stereo
gesampled. Zijn ruimtelijke e n heldere geluid is ideaal voor popmuziek.
In stereo gesamplede gitaar met nylon
snaren en realistisch geluid. Geschikt voor alle muziekstijlen.
Het heldere geluid van een gitaar met stalen snaren. Ideaal voor popmuziek.
Voicebeschrijving
Voi ce groep Voicenaam Titel Componist
(1)
PIANO CFXGrand Bargarolle op.60 F. F. Chopin
(2)
PIANO Bösendorfer 6 Stücke Intermezzo, op.118-2 J. Brahms
(3)
ORGAN Organ Principal Herr Christ, der ein'ge Gottes-Sohn, BWV.601 J. S. Bach
(4)
OTHERS Harpsichord8' Concerto a cembalo obbligato, 2 violini, viola e continuo No.7, BWV.1058 J. S. Bach
De bovengenoemde voicedemo's met () zijn korte , gearrangeerde uittreksels van de oorspronkelijke composities. Alle andere songs zijn originelen (© 2014 Yamaha Corporation).
CLP-585/575/545/535/565GP Gebruikershandleiding
99

Lijst met songs

50 pianosongs Lessongs

Nr. Songtitel Componist
Invention No. 1 J.S.Bach
1
Invention No. 8 J.S.Bach
2
Gavotte J.S.Bach
3
Prelude (Wohltemperierte Klavier I No.1) J.S.Bach
4
Menuett G dur BWV.Anh.114 J.S.Bach
5
Le Coucou L-C.Daquin
6
Piano Sonate No.15 K.545 1st mov. W.A.Mozart
7
Turkish March W.A.Mozart
8
Menuett G dur W.A.Mozart
9
Little Serenade J.Haydn
10
Perpetuum mobile C.M.v.Weber
11
Ecossaise L.v.Beethoven
12
Für Elise L.v.Beethoven
13
Marcia alla Turca L.v.Beethoven
14
Piano Sonate op.13 “Pathétique” 2nd mov. L.v.Beethoven
15
Piano Sonate op.27-2 “Mondschein” 1st
16
mov. Piano Sonate op.49-2 1st mov. L.v.Beethoven
17
Impromptu op.90-2 F.P.Schubert
18
Moments Musicaux op.94-3 F.P.Schubert
19
Frühlingslied op.62-2 J.L.F.Mendelssohn
20
Jägerlied op.19b-3 J.L.F.Mendelssohn
21
Fantaisie-Impromptu F.F.Chopin
22
Prelude op.28-15 “Raindrop” F.F.Chopin
23
Etude op.10-5 “Black keys” F.F.Chopin
24
Etude op.10-3 “Chanson de l’adieu” F.F.Chopin
25
Etude op.10-12 “Revolutionary” F.F.Chopin
26
Valse op.64-1 “Petit chien” F.F.Chopin
27
Valse op.64-2 F.F.Chopin
28
Valse op.69-1 “L’adieu” F.F.Chopin
29
Nocturne op.9-2 F.F.Chopin
30
Träumerei R.Schumann
31
Fröhlicher Landmann R.Schumann
32
La prière d’une Vierge T.Badarzewska
33
Dolly’s Dreaming and Awakening T.Oesten
34
Arabesque J.F.Burgmüller
35
Pastorale J.F.Burgmüller
36
La chevaleresque J.F.Burgmüller
37
Liebesträume Nr.3 F.Liszt
38
Blumenlied G.Lange
39
Barcarolle P.I.Tchaikovsky
40
Melody in F A.Rubinstein
41
Humoresque A.Dvořák
42
Tango (España) I.Albéniz
43
The Entertainer S.Joplin
44
Maple Leaf Rag S.Joplin
45
La Fille aux Cheveux de Lin C.A.Debussy
46
Arabesque 1 C.A.Debussy
47
Clair de lune C.A.Debussy
48
Rêverie C.A.Debussy
49
Cakewalk C.A.Debussy
50
L.v.Beethoven
Albumtitel Nr./Songtitel Componist
Vorschule im Klavierspiel Op.101
25 Etudes faciles et progressives Op.100
100 Übungsstücke Op.139
30 Etudes de mécanismeOp.849
The Virtuoso Pianist 1–20
Nr. 1–11 van de Vorschule im Klavierspiel Op.101 en 32–34, 41–44, 63–64 en 86–87 zijn songs die met vier handen moeten worden gespeeld. De rechterhandpartij is voor de eerste speler en de linkerhandpartij is voor de tweede speler.
1–106 F.Beyer
La candeur J.F.Burgmüller
1
Arabesque
2
Pastorale
3
Petite réunion
4
Innocence
5
Progrès
6
Courant limpide
7
La gracieuse
8
La chasse
9
Tendre fleur
10
La bergeronnette
11
Adieu
12
Consolation
13
La styrienne
14
Ballade
15
Douce plainte
16
Babillarde
17
Inquiétude
18
Ave Maria
19
Tarentelle
20
Harmonie des anges
21
Barcarolle
22
Retour
23
L'hirondelle
24
La chevaleresque
25
1–100 C.Czerny
1–30 C.Czerny
1-Variation. 1–22
C-L.Hanon
CLP-585/575/545/535/565GP Gebruikershandleiding
100
Loading...