Zorg dat de lokale stroomvoorziening overeenkomt met het voltage dat op het naamplaatje onder op het instrument wordt vermeld. In
sommige gebieden kan het instrument zijn voorzien van een voltageschakelaar op de bodemplaat, bij de netsnoeraansluiting.
Controleer of de voltageschakelaar op het voltage in uw land is ingesteld. De voltageschakelaar is ingesteld op 240 V als het
instrument wordt geleverd. Gebruik om de schakelaar in te stellen een platte schroevendraaier en draai hiermee de schakelaarschijf
zodanig dat het juiste voltage zich tegenover de pijl op het paneel bevindt.
Lees de "VOORZORGSMAATREGELEN" op pagina 6 en 7 voordat u het instrument in gebruik neemt.
Raadpleeg de instructies aan het eind van deze handleiding voor informatie over de montage van het instrument.
CLP-585
CLP-575
CLP-545
CLP-535
CLP-565GP
NL
OBSERVERA!
Apparaten kopplas inte ur växelströmskällan (nätet) så länge som den ar ansluten till
vägguttaget, även om själva apparaten har stängts av.
ADVARSEL: Netspændingen til dette apparat er IKKE afbrudt, sålænge netledningen
sidder i en stikkontakt, som er tændt — også selvom der er slukket på apparatets
afbryder.
VARO ITUS : Laitteen toisiopiiriin kytketty käyttökytkin ei irroita koko laitetta verkosta.
(standby)
Informatie voor gebruikers van inzameling en verwijdering van oude apparaten.
Dit teken op de producten, verpakkingen en/of bijgaande documenten betekent dat gebruikte elektrische
en elektronische producten niet mogen worden gemengd met algemeen huishoudelijk afval.
Breng alstublieft voor de juiste behandeling, herwinning en hergebruik van oude producten deze naar
daarvoor bestemde verzamelpunten, in overeenstemming met uw nationale wetgeving en de
instructies 2002/96/EC.
Door deze producten juist te rangschikken, helpt u het redden van waardevolle rijkdommen en
voorkomt u mogelijke negatieve effecten op de menselijke gezondheid en de omgeving, welke zich
zou kunnen voordoen door ongepaste afvalverwerking.
Voor meer informatie over het inzamelen en hergebruik van oude producten kunt u contact opnemen
met uw plaatselijke gemeente, uw afvalverwerkingsbedrijf of het verkooppunt waar u de artikelen
heeft gekocht.
[Voor zakelijke gebruikers in de Europese Unie]
Mocht u elektrische en elektronisch apparatuur willen weggooien, neem dan alstublieft contact op met
uw dealer of leverancier voor meer informatie.
[Informatie over verwijdering in ander landen buiten de Europese Unie]
Dit sym
bool is alleen geldig in de Europese Unie. Mocht u artikelen weg willen gooien, neem dan
alstublieft contact op met uw plaatselijke overheidsinstantie of dealer en vraag naar de juiste manier
van verwijderen.
(weee_eu_nl_01)
Het modelnummer, het serienummer, de stroomvereisten, enz. worden
De naamplaat bevindt zich aan de
onderzijde van het apparaat.
vermeld op of in de nabijheid van het naamplaatje, dat zich aan de
onderzijde van het toestel bevindt. Het is raadzaam dit serienummer in de
hieronder gereserveerde ruimte te noteren. Bewaar ook deze handleiding
als permanent aankoopbewijs om identificatie in geval van diefstal te
vergemakkelijken.
Modelnummer
Serienummer
(bottom_nl_01)
VOORZICHTIG
Spanningsvoorziening/netsnoer
Niet openen
Waarschuwing tegen water
Waarschuwing tegen brand
Als u onregelmatigheden opmerkt
LEES DIT ZORGVULDIG DOOR VOORDAT U VERDERGAAT
Bewaar deze gebruikershandleiding op een veilige en handige plaats voor eventuele
toekomstige raadpleging.
WAARSCHUWING
Volg altijd de hierna vermelde algemene voorzorgsmaatregelen op om ernstig of zelfs dodelijk letsel als gevolg van
elektrische schokken, kortsluiting, beschadiging, brand of andere gevaren te voorkomen. Deze maatregelen houden
in, maar zijn niet beperkt tot:
• Plaats het netsnoer niet in de buurt van warmtebronnen zoals verwarming en
kachels. Verbuig of beschadig het snoer ook niet en plaats geen zware
voorwerpen op het snoer.
• Gebruik het instrument uitsluitend op de voorgeschreven elektrische spanning.
De vereiste spanning wordt vermeld op het naamplaatje van het instrument.
• Gebruik uitsluitend het meegeleverde netsnoer met stekker.
• Controleer de elektrische stekker regelmatig en verwijder vuil of stof dat zich
erop heeft verzameld.
• Dit instrument bevat geen door de gebruiker te repareren onderdelen. Maak het
instrument nooit open en probeer niet de inwendige onderdelen te demonteren of
te wijzigen. Als het instrument defect lijkt, stopt u onmiddellijk met het gebruik
ervan en laat u het instrument nakijken door bevoegd Yamaha-servicepersoneel.
• Stel het instrument niet bloot aan regen en gebruik het niet in de buurt van water
of in een vochtige omgeving. Plaats nooit voorwerpen (zoals vazen, flessen of
glazen) die vloeistof bevatten op het instrument. Wanneer een vloeistof, zoals
water, in het instrument lekt, schakelt u het instrument onmiddellijk uit en
verwijdert u de stekker uit het stopcontact. Laat het instrument vervolgens
nakijken door bevoegd Yamaha-servicepersoneel.
• Steek/verwijder nooit een stekker in/uit het stopcontact wanneer u natte
handen hebt.
• Plaats geen brandende voorwerpen, zoals kaarsen, op het apparaat.
Een brandend voorwerp kan omvallen en brand veroorzaken.
• Als een van de volgende storingen optreedt, schakelt u de POWER-schakelaar
onmiddellijk uit en verwijdert u de stekker uit het stopcontact. Laat het instrument
vervolgens nakijken door bevoegd Yamaha-servicepersoneel.
- Het netsnoer of de stekker raakt versleten of beschadigd.
- Het instrument verspreidt een ongebruikelijke geur of er komt rook uit het
instrument.
- Er is een voorwerp gevallen in het instrument.
- Het geluid valt plotseling weg tijdens het gebruik van het instrument.
CLP-585/575/545/535/565GP Gebruikershandleiding
6
DMI-5 1/2
VOORZICHTIG
Spanningsvoorziening/netsnoer
Montage
Locatie
Aansluitingen
Zorgvuldig behandelen
Bank gebruiken (indien meegeleverd)
Volg altijd de hierna vermelde algemene voorzorgsmaatregelen op om lichamelijk letsel bij uzelf en anderen of
beschadiging van het instrument en andere eigendommen te voorkomen. Deze maatregelen houden in, maar zijn
niet beperkt tot:
• Sluit het instrument niet via een verdeelstekker aan op het stopcontact. Dit kan
leiden tot een verminderde geluidskwaliteit of oververhitting in het stopcontact.
• Trek altijd aan de stekker en nooit aan het snoer wanneer u de stekker verwijdert
uit het instrument of het stopcontact. Het snoer kan beschadigd raken als
u eraan trekt.
• Verwijder de stekker uit het stopcontact tijdens onweer of als u het instrument
gedurende langere tijd niet gebruikt.
• Lees zorgvuldig de meegeleverde montagevoorschriften. Als u het instrument
niet in de juiste volgorde monteert, kan dit schade aan het instrument of zelfs
persoonlijk letsel veroorzaken.
• Plaats het instrument niet op een onstabiele plek waar het per ongeluk kan
omvallen.
• Transporteer of verplaats het instrument altijd met ten minste twee personen.
Als u het instrument alleen probeert op te tillen kunt u uw rug bezeren, ander
letsel veroorzaken of het instrument zelf beschadigen.
• Verwijder voordat u het instrument verplaatst alle aangesloten snoeren, om
beschadiging van de kabels te voorkomen en letsel bij personen die erover
zouden kunnen struikelen.
• Let erop tijdens het opstellen van het instrument dat het te gebruiken stopcontact
gemakkelijk bereikbaar is. Als er een storing optreedt of het instrument niet
correct werkt, schakelt u de POWER-schakelaar onmiddellijk uit en verwijdert
u de stekker uit het stopcontact. Ook wanneer de POWER-schakelaar is
uitgeschakeld, loopt er nog een minimale hoeveelheid stroom naar het
instrument. Verwijder de stekker uit het stopcontact als u het instrument
gedurende langere tijd niet gebruikt.
• Schakel de stroomtoevoer naar alle onderdelen uit voordat u het instrument aansluit
op andere elektronische componenten. Stel alle volumeniveaus in op het laagste
niveau voordat u de stroomtoevoer naar alle onderdelen in- of uitschakelt.
• Zorg dat het volume van alle componenten is ingesteld op het laagsteniveau en
voer het volume tijdens het bespelen van het instrument geleidelijk op tot het
gewenste niveau.
• Steek geen vinger of hand in de openingen van de toetsenklep of het instrument.
Let er ook op dat uw vingers niet bekneld raken onder de toetsenklep.
• Steek nooit papieren, metalen of andere voorwerpen in de openingen van de
toetsenklep, het paneel of het toetsenbord en laat geen voorwerpen vallen in deze
openingen. Dit kan lichamelijk letsel bij u of anderen, schade aan het instrument
of andere eigendommen of een verstoring van de werking veroorzaken.
• Leun niet op het instrument, plaats er geen zware voorwerpen op en
ga voorzichtig om met de knoppen, schakelaars en aansluitingen.
• Gebruik het instrument/apparaat of een hoofdtelefoon niet te lang op een hoog of
oncomfortabel geluidsniveau, aangezien dit permanent gehoorverlies kan veroorzaken.
Consulteer een KNO-arts als u ruis in uw oren of gehoorverlies constateert.
• Plaats het instrument niet in een onstabiele positie waarin het per ongeluk kan
omvallen.
• Ga niet onzorgvuldig om met de bank en ga nooit op de bank staan. Gebruik
van de bank als opstapje of voor enig ander onjuist doel kan leiden tot
ongevallen en letsel.
• Ter voorkoming van ongevallen en letsel mag er slechts één persoon tegelijk op
de bank zitten.
• Voor aanpasbare banken mag u de hoogte van de bank niet proberen aan te
passen terwijl u op de bank zit, want hierdoor wordt er mogelijk te veel kracht op
het aanpassingsmechanisme uitgeoefend, wat schade aan het mechanisme of
zelfs persoonlijk letsel kan veroorzaken.
• Als de schroeven van de bank door langdurig gebruik losraken, draait u de
schroeven op gezette tijden opnieuw aan met het meegeleverde gereedschap.
• Let goed op kleine kinderen, zodat ze niet achterover van de bank vallen. De bank
heeft geen rugleuning, dus gebruik zonder toezicht kan ongelukken of letsel tot
gevolg hebben.
Yamaha is noch aansprakelijk voor ontstane schade door oneigenlijk gebruik of modificatie van het instrument, noch voor verlies of beschadiging van gegevens.
Schakel het instrument altijd uit als u het niet gebruikt.
Zelfs als de [ ] (Standby/On)-schakelaar op stand-by staat (aan/uit-lampje is uit), loopt er nog een minimale hoeveelheid stroom door het instrument.
Als u het instrument gedurende een lange tijd niet gebruikt, zorg er dan voor dat u het netsnoer uit het stopcontact haalt.
DMI-5 2/2
CLP-585/575/545/535/565GP Gebruikershandleiding
7
LET OP
Houd u aan onderstaande waarschuwingen om
storingen/schade aan het apparaat en schade aan
de gegevens of andere eigendommen te voorkomen.
Behandeling
• Gebruik het instrument niet in de nabijheid van een tv,
radio, stereoapparatuur, mobiele telefoon of andere
elektrische apparaten. Het instrument, de tv of de radio
kunnen bijgeluid genereren. Wanneer u het instrument
samen met een toepassing op uw iPad, iPhone of iPod
touch gebruikt, raden we u aan om de
'Vliegtuigmodus' op dat apparaat in te schakelen om
ruis veroorzaakt door communicatie te voorkomen.
• Stel het instrument niet bloot aan grote hoeveelheden
stof of trillingen, of aan extreme koude of hitte (zoals
in direct zonlicht, bij een verwarming of overdag in een
auto), om eventuele vervorming van het bedieningspaneel,
beschadiging van de interne componenten of instabiele
werking te voorkomen. (Gecontroleerd
bedrijfstemperatuurbereik: 5° - 40°C (41° - 104°F)).
• Plaats geen vinyl, plastic of rubberen voorwerpen op
het instrument, aangezien dit verkleuring van het
paneel of het klavier tot gevolg kan hebben.
• Bij een model met een gepolitoerde afwerking kan het
stoten van metalen, porselein of andere harde
voorwerpen tegen het oppervlak van het instrument
ervoor zorgen dat de afwerking barst of afbrokkelt.
Wees voorzichtig.
Onderhoud instrument/bank
Voor een optimaal onderhoud van uw Clavinova
adviseren we u de volgende onderhoudspunten
regelmatig uit te voeren.
• Gebruik bij het schoonmaken van het instrument een
zachte, droge of licht bevochtigde doek. Gebruik geen
verfverdunners, oplosmiddelen, schoonmaakmiddelen
of chemisch geïmpregneerde schoonmaakdoekjes.
• Als u een model met een gepolitoerde afwerking heeft,
neemt u stof en vuil af met een zachte doek. Wrijf niet
te hard, aangezien ook kleine vuildeeltjes krassen
kunnen veroorzaken in de afwerking van het
instrument. U houdt het oppervlak gepolitoerd door
speciale pianopolisher op een zachte doek aan te
brengen en hiermee het oppervlak van de piano af te
nemen. Wrijf het instrument vervolgens op met een
andere doek. Voordat u een pianopolisher gebruikt,
dient u de instructies te lezen voor het gebruik.
• Bij extreme veranderingen in temperatuur of
vochtigheid kan condensatie ontstaan en kan zich
water verzamelen op het oppervlak van het
instrument. Als er water achterblijft, kan het worden
geabsorbeerd door houten onderdelen, die daardoor
beschadigd kunnen raken. Veeg water altijd
onmiddellijk weg met een zachte doek.
• Net als met een akoestische piano worden de pedalen
na verloop van tijd dof. Als dit gebeurt, wrijft u het
pedaal op met een middel voor pianopedalen. Voordat
u een middel gebruikt, dient u de instructies te lezen
voor het gebruik.
Data opslaan
• De opgenomen song gaat verloren als u het instrument
uitschakelt en de data niet opslaat. Sla de opgenomen
data op in het instrument of USB-flashgeheugen
(pagina 52). Opgeslagen data kunnen verloren gaan
ten gevolge van een storing of foutieve handeling.
Bewaar belangrijke data in een USB-flashgeheugen of
op een extern apparaat zoals een computer.
• Om gegevensverlies door mediabeschadiging te
voorkomen, adviseren wij u belangrijke data op twee
USB-flashgeheugenapparaten op te slaan.
Informatie
Auteursrechten
• Het kopiëren van commercieel verkrijgbare
muziekdata, inclusief maar niet beperkt tot MIDI-data
en/of audiodata, is strikt verboden, behalve voor
persoonlijk gebruik.
• In dit product zijn computerprogramma's en gegevens
opgenomen en gebundeld waarvoor Yamaha het
auteursrecht bezit of waarvoor Yamaha onder licentie
het auteursrecht van anderen mag gebruiken. Onder
dergelijk auteursrechtelijk beschermd materiaal vallen,
zonder enige beperkingen, alle computersoftware,
stijlfiles, MIDI-bestanden, WAVE-data, bladmuziek en
geluidsopnamen. Elk ongeautoriseerd gebruik van
dergelijke programma's en inhoud, afgezien van
persoonlijk gebruik door de koper, is verboden volgens
de geldende wettelijke bepalingen. Elke schending van
auteursrechten heeft strafrechtelijke gevolgen. MAAK,
DISTRIBUEER OF GEBRUIK GEEN ILLEGALE
KOPIEËN.
Functies/gegevens die bij het
instrument zijn meegeleverd
• Sommige vooraf ingestelde songs zijn ingekort of bewerkt
en zijn daarom niet precies hetzelfde als het origineel.
• Dit apparaat kan muziekdata van verschillende typen
en indelingen gebruiken door deze van tevoren naar de
juiste muziekdata-indeling voor gebruik met het
instrument te optimaliseren. Hierdoor wordt op dit
apparaat muziek mogelijk niet exact zo afgespeeld als
de componist het oorspronkelijk heeft bedoeld.
• De in dit instrument gebruikte bitmapfonts zijn
geleverd door en zijn eigendom van Ricoh Co., Ltd.
Deze handleiding
• De afbeeldingen en displays zoals in deze handleiding
te zien zijn, zijn uitsluitend bedoeld voor
instructiedoeleinden en kunnen dus enigszins afwijken
van de werkelijkheid.
• Apple, Mac, Macintosh, iPad, iPhone en iPod touch
zijn handelsmerken van Apple Inc., gedeponeerd in de
VS en andere landen.
• De namen van bedrijven en producten in deze
handleiding zijn de (gedeponeerde) handelsmerken
van hun respectieve eigenaars.
CLP-585/575/545/535/565GP Gebruikershandleiding
8
U hebt gekozen voor een Yamaha Clavinova, waarvoor onze hartelijke dank.
585575545535565GP
Om het potentieel en de functies van uw Clavinova optimaal te kunnen benutten,
raden we u aan deze gebruikershandleiding grondig te lezen en op een veilige plaats te
bewaren voor toekomstig gebruik.
Meegeleverde accessoires
Owner's Manual
(Gebruikershandleiding) (dit boek)
Data List (Datalijst) (alleen CLP-585)
'50 Greats for the Piano' (bladmuziek)
Online productregistratie
U hebt de PRODUCT ID op dit blad nodig bij het
invullen van het gebruikersregistratieformulier.
Netsnoer
Bank
In sommige landen wordt een bank meegeleverd.
In de Benelux wordt geen bank meegeleverd. Deze is
optioneel verkrijgbaar.
Garantie
In sommige landen is deze inbegrepen.
Over de handleidingen
Voor dit instrument bestaan de volgende
documenten en instructiehandleidingen.
Meegeleverde documenten
Gebruikershandleiding (dit boek)
In deze handleiding wordt beschreven hoe u
de Clavinova gebruikt.
•Inleiding:
In dit gedeelte wordt beschreven hoe u de Clavinova
instelt voor gebruik. Het instellen is heel eenvoudig;
u kunt direct beginnen met spelen.
• Geavanceerde functies:
In dit gedeelte worden diverse functies beschreven die
handig zijn tijdens het oefenen, zoals het afspelen van
vooraf ingestelde songs en het opnemen van uw eigen spel.
• Gedetailleerde instellingen:
In dit gedeelte wordt uitgelegd hoe u de veelzijdige functies
van de Clavinova nauwkeurig kunt instellen. Raadpleeg dit
gedeelte op het moment dat u het nodig hebt.
•Appendix:
In dit gedeelte vindt u een lijst met berichten, een beschrijving
van de vooraf ingestelde voices en ander referentiemateriaal.
Data List (Datalijst) (alleen CLP-585)
Dit document bevat een lijst met XG-voices
en XG-drumkits die u kunt selecteren met de
CLP-585.
Pictogrammen in deze handleiding
Vo or b e el d
Dit geeft aan dat de betreffende functie alleen op
bepaalde modellen beschikbaar is. Deze pictogrammen
geven aan dat de functie beschikbaar is op de CLP-585,
maar niet op de CLP-575/545/535/565GP.
Online materiaal (kan worden
gedownload van internet)
iPhone/iPad Connection Manual
(Handleiding voor het aansluiten van
een iPhone/iPad)
Behandelt het aansluiten van het instrument
op een smart apparaat, zoals iPhone, iPad, etc.
Bevat instructies om dit instrument op een
computer aan te sluiten en handelingen voor
het overbrengen van songdata.
MIDI Reference (MIDI-referentie)
Bevat de lijsten met effectparameters en MIDIgerelateerde informatie.
Als u deze handleidingen wilt downloaden, gaat u
naar de website van Yamaha Downloads, selecteert
u uw land, voert u 'CLP/585' in het vak Modelnaam
in en klikt u op [Zoeken].
Yamaha Downloads
http://download.yamaha.com/
CLP-585/575/545/535/565GP Gebruikershandleiding
9
Kenmerken
Levensecht pianospel
Dit instrument beschikt over een pianovoice met samples van de concertvleugel CFX, Yamaha's paradepaardje,
en een speciaal toetsenbord dat de natuurlijke aanslagrespons en expressieve nuances van een echte
concertvleugel nabootst, inclusief snelle herhalingen. Een andere voice bevat de klanken van de beroemde
Bösendorfer* concertvleugel en biedt u nog meer keuze bij het selecteren van de perfecte pianovoice voor uw
performances. De CLP-585/575 is bovendien uitgerust met een VRM-functie, die het buitengewone effect van de
snaarresonantie van akoestische piano's simuleert. Daarbij zorgt het trillen van een snaar ervoor dat andere
snaren en de zangbodem beginnen mee te trillen. Hiermee kunnen zelfs de meest subtiele nuances worden
uitgedrukt en reageert het instrument nauwkeurig op het indrukken van een pedaal of bespelen van een toets.
Op de CLP-545/535/565GP kunnen gelijkaardige buitengewone en expressieve effecten worden gecreëerd met
demperresonantie en snaarresonantie. Al deze modellen produceren heel gevarieerde en rijke klanken die
bijzonder goed lijken op die van een echte akoestische piano.
* Bösendorfer is een dochteronderneming van Yamaha.
Pagina 24, 31
Songs afspelen om gewoon te beluisteren
en te oefenen
Dit instrument is ook voorzien van 50 bekende klassieke pianostukken en 303 lessongs waarmee u beter piano
kunt leren spelen. U kunt deze ingebouwde songs gewoon beluisteren of gebruiken om de linkerhand-/
rechterhandpartijen afzonderlijk te oefenen.* De 303 lessongs bestaan uit oefenstukken uit verschillende
standaardoefenboeken voor de piano, waaronder 'The Virtuoso Pianist'.
*De functie om partijen in en uit te schakelen is alleen beschikbaar voor MIDI-songs met zowel een rechter- als linkerhandpartij.
pagina 38
Twintig verschillende ritmen
Door mee te spelen met een van de twintig basisritmen in het instrument kunt u op een geweldige manier
variatie in uw spel aanbrengen. De ritmen omvatten verschillende patronen uit jazzmuziek, popmuziek en
dergelijke, en bieden u al het nodige om uw spel leuker en levendiger te maken.
(CLP-585/575/545)
Uw spel opnemen
U kunt uw spel opnemen in het interne geheugen van het instrument of in een USB-flashgeheugen (apart
verkrijgbaar). Uw spel kan op twee manieren worden opgenomen, als MIDI- of audio-opname, naargelang uw
behoeften. MIDI-opname is uitstekend geschikt voor het maken van afzonderlijke tracks – bijvoorbeeld eerst de
rechterhandpartij opnemen op track 1 en daarna de linkerhandpartij op track 2 – zodat u stukken kunt creëren
die live moeilijk te spelen zijn met beide handen tegelijk. Audio-opname daarentegen slaat de opgenomen data in
een USB-flashgeheugen op in stereo WAV-indeling met cd-kwaliteit, zodat u de opname kunt opslaan op uw
computer en kunt afspelen op een draagbare muziekspeler.
Index .................................................................. 122
CLP-585/575/545/535/565GP Gebruikershandleiding
11
Inleiding
A-1 B-1 C0 D0 E0 F0 G0 A0 B0 C1 D1 E1 F1 G1 A1 B1
4
5
8
!
#
6
9
@
@@
3
77
))
$
CLP-535/
565GP
Iedere toets heeft een nootnaam. De
laagste (meest linkse) toets van het
toetsenbord heet bijvoorbeeld A-1 en de
hoogste (meest rechtse) toets heet C7.
Door op deze knop te drukken wisselt de display
tussen Voice Menu, Song Menu, Metronome Menu,
Recording Menu en System Menu, waarin u
gedetailleerde instellingen voor de overeenkomstige
functies kunt opgeven.
[PHONES]-aansluitingen (pagina 20),
USB [TO DEVICE]-aansluiting (pagina 70)
Klep
pagina 18
Muziekstandaard
pagina 17
Paneel met aansluitingen
pagina 67
CLP-585/575/545/535/565GP Gebruikershandleiding
13
Aan de slag – de Clavinova bespelen als piano
1-11-2
De uitvoering van de stekker en het
stopcontact kan per locatie verschillen.
WAARSCHUWING
• Controleer of het instrument
geschikt is voor de netspanning
in uw gebied (de vereiste
netspanning wordt vermeld op
de naamplaat op het
onderpaneel). In sommige
regio's kan een
voltageschakelaar aanwezig
zijn op het onderpaneel van het
hoofdtoetsenbord bij de AC
IN-aansluiting. Zorg dat de
voltageschakelaar is ingesteld
op het voltage in uw regio. Als
het instrument op een
verkeerde netspanning wordt
aangesloten, kan dit ernstige
beschadiging van de interne
elektronica tot gevolg hebben
en zelfs schokken veroorzaken.
• Gebruik uitsluitend het
netsnoer dat bij het instrument
wordt geleverd. Als het
meegeleverde netsnoer is
zoekgeraakt of is beschadigd
en moet worden vervangen,
neemt u contact op met uw
Yamaha-leverancier. Het
gebruik van een ongeschikt
vervangend netsnoer kan
brand of schokken
veroorzaken.
• Het soort netsnoer dat bij het
instrument wordt geleverd, kan
per land verschillen. (In
sommige gebieden wordt een
verloopstekker meegeleverd
om ervoor te zorgen dat de
stekker in het stopcontact past.)
Verander de stekker die bij het
instrument wordt geleverd
NIET. Als de stekker niet in het
stopcontact past, laat dan een
juist stopcontact plaatsen door
een erkende installateur.
VOORZICHTIG
• Plaats geen voorwerpen zoals
stukken metaal of papier op de
toetsenklep. Kleine voorwerpen
die op de klavierklep geplaatst
worden, kunnen mogelijk in de
kast vallen als de klep wordt
geopend en kunnen er dan
moeilijk weer worden
uitgehaald. Dit kan elektrische
schokken, kortsluiting, brand of
ernstige schade aan het
instrument veroorzaken.
• Houd de klep met beide
handen vast als u deze opent of
sluit. Laat de klep pas los als
deze volledig geopend of
gesloten is. Let op dat er geen
vingers (van u of van anderen,
vooral die van kinderen) knel
komen te zitten tussen de klep
en de kast.
585575545535565GP
2-2
Let op dat uw vingers niet klem komen te
zitten tijdens het openen en sluiten van
de klep.
VOORZICHTIG
2-1
Dankzij de volledige set pedalen en het expressieve toetsenbord kan dit instrument worden bespeeld als een
echte akoestische piano. In dit gedeelte leest u hoe u het instrument eenvoudig instelt en bespeelt.
We hebben een muziekboek met 50 tophits voor de piano ('50 Greats for the Piano') meegeleverd aan de
hand waarvan u het instrument kunt leren kennen.
Het instrument aan- of uitzetten
1. Sluit het netsnoer aan.
Sluit eerst de ene stekker van het netsnoer aan op de AC-aansluiting op het
instrument en steek vervolgens de andere stekker van het netsnoer in een
passend stopcontact. In sommige gebieden wordt een verloopstekker
meegeleverd om ervoor te zorgen dat de stekker in het stopcontact past.
Raadpleeg de montage-instructies op pagina 109, 113, 115 of 119 voor meer
informatie over het aansluiten van het netsnoer.
2. Open de toetsenklep.
2-1. Houd de handgreep met beide handen vast en til vervolgens
2-2. Vouw het voorste gedeelte van de toetsenklep dicht.
de toetsenklep op en open deze.
CLP-585/575/545/535/565GP Gebruikershandleiding
14
Aan de slag – de Clavinova bespelen als piano
585575545535565GP
Let op dat uw vingers niet klem komen te
zitten tijdens het openen en sluiten van
de klep.
VOORZICHTIG
Stemmen
Anders dan een akoestische
piano hoeft dit instrument niet
door een expert te worden
gestemd (hoewel de
toonhoogte door de gebruiker
kan worden aangepast aan
andere instrumenten).
De reden hiervoor is dat de
toonhoogte van digitale
instrumenten altijd perfect
behouden blijft.
[P]-schakelaar (stand-by/aan)
De POWER-indicator
gaat branden.
VOORZICHTIG
Zelfs als het instrument uit
staat, staat er nog een
minimale hoeveelheid stroom
op het instrument. Trek de
stekker uit het stopcontact als u
het instrument gedurende
lange tijd niet gebruikt of als het
onweert.
LET OP
• Opgenomen songs die niet
worden opgeslagen, gaan
verloren als het instrument
automatisch wordt
uitgeschakeld. Zorg dat u uw
data opslaat alvorens dit
gebeurt.
• Afhankelijk van de status van
het instrument wordt het
instrument mogelijk niet
automatisch uitgeschakeld,
ook niet nadat de opgegeven
periode is verstreken. Zet het
instrument altijd handmatig
uit als u het niet gebruikt.
Til de klep een klein stukje op
en schuif de klep helemaal naar
binnen, zodat de knoppen van
het paneel aan de linkerkant en
het toetsenbord zichtbaar zijn.
U kunt nu het paneel
gebruiken om een voice te
selecteren of een song op te
nemen of af te spelen, en
spelen op het toetsenbord.
3. Druk op de [P]-schakelaar (stand-by/aan) rechts van het
voorpaneel om het instrument aan te zetten.
De display aan de linkerkant van het voorpaneel en de POWER-indicator
links onder het klavier gaan beide branden.
4. Gebruik de schuif [MASTER VOLUME] rechts van het
voorpaneel om het volume aan te passen.
Stel het volume in terwijl u speelt op het toetsenbord. Raadpleeg voor meer
informatie 'Het volume instellen – [MASTER VOLUME]' op pagina 19.
5. Druk als u klaar bent met het instrument gedurende een
seconde op de [P]-schakelaar (stand-by/aan) om het
instrument uit te zetten.
De display en de POWER-indicator gaan uit.
Automatische uitschakelfunctie
Om onnodig stroomverbruik te voorkomen, heeft dit instrument een
automatische uitschakelfunctie waarmee de stroom automatisch wordt
uitgeschakeld als het instrument gedurende een opgegeven tijd niet is
gebruikt. De tijd die moet verstrijken voordat het instrument automatisch
wordt uitgezet is standaard ongeveer 30 minuten. U kunt deze instelling
echter wijzigen (pagina 93).
CLP-585/575/545/535/565GP Gebruikershandleiding
15
Aan de slag – de Clavinova bespelen als piano
Let op dat uw vingers niet klem komen te
zitten tijdens het openen en sluiten van
de klep.
VOORZICHTIG
585575545535565GP
Let op dat uw vingers niet klem komen te
zitten tijdens het openen en sluiten van
de klep.
VOORZICHTIG
585575545535565GP
6. Sluit de toetsenklep.
6-1. Als de muziekstandaard is
uitgevouwen, vouwt u deze
in.
6-2. Open de neergeklapte
bovenkant van de
toetsenklep met beide
handen en sluit deze
voorzichtig.
Trek de klep naar u toe en
laat deze voorzichtig over de
toetsen zakken.
CLP-585/575/545/535/565GP Gebruikershandleiding
16
Muziekstandaard
585575545535565GP
585575545535565GP
VOORZICHTIG
Gebruik de muziekstandaard
niet in een half opgezette
positie. Laat de
muziekstandaard bij het
opzetten of neerklappen pas
los wanneer de standaard
helemaal omhoog staat of
helemaal vlak ligt.
De muziekstandaard
openvouwen:
Vouw bij het o p en e n va n d e
toetsenklep de muziekstandaard
open.
De muziekstandaard
dichtvouwen:
Vouw bij het s l u ite n v an d e
toetsenklep de muziekstandaard
dicht.
Aan de slag – de Clavinova bespelen als piano
De muziekstandaard opzetten:
1. Trek de muziekstandaard omhoog
en zo ver mogelijk naar u toe.
2. Klap de twee metalen steuntjes
aan de achterkant van de
muziekstandaard naar beneden.
3. Laat de muziekstandaard
zakken zodat de metalen
steuntjes op hun plaats klikken.
De muziekstandaard
neerklappen:
1. Trek de muziekstandaard zo ver
mogelijk naar u toe.
2. Klap de twee metalen steuntjes
(aan de achterkant van de
muziekstandaard) omhoog.
3. Laat de muziekstandaard nu
langzaam helemaal naar
beneden zakken.
CLP-585/575/545/535/565GP Gebruikershandleiding
17
Aan de slag – de Clavinova bespelen als piano
585575545535565GP
585575545535565GP
VOORZICHTIG
• Zorg dat het uiteinde van de
steun veilig in de uitsparing
van de vleugelklep past.
Als de steun niet op de juiste
manier in de uitsparing zit,
kan de vleugelklep eventueel
vallen, wat schade of letsel tot
gevolg heeft.
• Pas op dat u of anderen niet
tegen de steun stoten als de
vleugelklep omhoog staat.
De steun kan uit de uitsparing
springen waardoor de
vleugelklep omlaag valt.
• Let op dat er geen vingers
(van u of van anderen, vooral
die van kinderen) knel komen
te zitten als u de klep opent of
sluit.
1
3
2
Muzieksteunen
Deze steunen dienen om de bladzijden van muziekboeken op hun plaats te
houden.
Openen
Sluiten
Klep
De klep openen:
1. Til de rechterkant van de
klep (gezien vanaf de
toetsenbordkant van het
instrument) op en houd
deze omhoog.
2. Zet de klepsteun op en laat
de klep langzaam zo zakken
dat het uiteinde van de
steun in de uitsparing in de
klep valt.
De klep sluiten:
1. Houd de klepsteun vast en
til de klep iets omhoog.
2. Houd de klep omhoog en
klap de steun neer.
3. Laat de klep langzaam
zakken.
1
2
CLP-585/575/545/535/565GP Gebruikershandleiding
18
Aan de slag – de Clavinova bespelen als piano
Het geluid
wordt zachter.
Het geluid
wordt harder.
Mastervolume: Het
volumeniveau van het
totale toetsenbordgeluid.
Als u de schuif [MASTER
VOLUME] verschuift, heeft dit
ook effect op het geluidsniveau
van de [PHONES]- en AUX
OUT-aansluitingen.
VOORZICHTIG
Zet het geluid van het
instrument niet voor lange tijd
op een hoog niveau, aangezien
dat uw gehoor kan
beschadigen.
OPMERKING
Display System Menu
(pagina 89).
Het volume instellen – [MASTER VOLUME]
U stelt het volume in met de schuif [MASTER
VOLUME] rechts op het paneel. Speel op het
toetsenbord om geluid te maken terwijl u het
volume instelt.
Intelligent Acoustic Control (IAC) (Intelligente
akoestische regeling)
IAC is een functie waarmee de geluidskwaliteit automatisch wordt aangepast en
ingesteld overeenkomstig het totaalvolume van het instrument. Zelfs bij een
laag volume zijn zowel hoge als lage geluiden goed hoorbaar dankzij deze functie.
Intelligente akoestische regeling heeft alleen invloed op het geluid uit de
luidsprekers van het instrument.
U kunt IAC in- of uitschakelen via de display System Menu: 'Sound' 'IAC'.
De standaardinstelling voor deze functie is 'On'.
CLP-585/575/545/535/565GP Gebruikershandleiding
19
Aan de slag – de Clavinova bespelen als piano
585575545535565GP585575545535565GP
Standaardaansluiting
voor stereohoofdtelefoon
Standaardaansluiting
voor stereohoofdtelefoon
Onderkant van
toetsenbord
Onderkant van
toetsenbord
VOORZICHTIG
Gebruik een hoofdtelefoon niet
gedurende een langere periode
op een hoog volume. Uw
gehoor kan hierdoor
beschadigd raken.
Optionele hoofdtelefoon
HPE-160 Yamahahoofdtelefoon
585575545535565GP
LET OP
Hang niets anders aan de
beugel dan een hoofdtelefoon.
Als u dat wel doet, kan het
instrument of de beugel
beschadigd raken.
585575545535565GP585575545535565GP
Een hoofdtelefoon gebruiken
Sluit een hoofdtelefoon aan op een van de [PHONES]-aansluitingen. Als een
hoofdtelefoon is aangesloten op een van de [PHONES]-aansluitingen, wordt
het interne luidsprekersysteem automatisch uitgeschakeld. Er zijn twee
[PHONES]-aansluitingen beschikbaar. Er kunnen twee
standaardhoofdtelefoons worden aangesloten. (Als u één hoofdtelefoon
gebruikt, maakt het niet uit welke aansluiting u gebruikt.)
De natuurlijke afstand van geluid nabootsen
(stereofonische optimizer)
Met de stereofonische optimizer kunt u bij gebruik van een hoofdtelefoon het
ruimtelijke gevoel creëren dat u hoort wanneer u een akoestische piano
bespeelt. Het geluid van de hoofdtelefoon bevindt zich in principe te dicht bij
uw oren om natuurlijk te klinken. Wanneer deze functie is ingeschakeld, hoort
u een natuurlijke geluidsafstand zodat het lijkt alsof het geluid via de piano
komt, hoewel u het via de hoofdtelefoon beluistert. Deze functie kan worden
in- en uitgeschakeld via de display System Menu:
'Sound' 'SP Optimizer'. De standaardinstelling is 'On' (HP).
De ophangbeugel voor de hoofdtelefoon gebruiken
U kunt de hoofdtelefoon aan het instrument hangen als u deze niet gebruikt.
Bevestig de ophangbeugel voor de hoofdtelefoon met de twee meegeleverde
schroeven van 4 × 10 mm, zoals in de afbeelding.
CLP-585/575/545/535/565GP Gebruikershandleiding
20
De pedalen gebruiken
Als u hier op het
demperpedaal drukt, krijgen
de noten die u speelt voordat
u het pedaal loslaat een
langere sustain en blijven ze
langer klinken.
OPMERKING
Zie het 'Gedetailleerd overzicht
van vooraf ingestelde voices'
op pagina 96 voor meer
informatie over de pianovoices
die compatibel zijn met VRM of
demperresonantie.
OPMERKING
U kunt aan elk pedaal andere
functies toewijzen via de
parameter 'Pedal Assign' in de
display Voice Menu (pagina 82).
585575545535565GP
OPMERKING
De pedalen zijn bedekt met
een kunststof bedekking bij
levering vanaf de fabriek. Als
uw instrument beschikt over
het GP Responsive Damper
Pedal, verwijder dan de hoes
van het demperpedaal voor
optimaal gebruik van het
pedaaleffect.
Als u hier het sostenutopedaal
indrukt terwijl u een toets
ingedrukt houdt, krijgt de noot
sustain zolang u het pedaal
ingedrukt houdt.
OPMERKING
Als u het sostenutopedaal
(midden) ingedrukt houdt,
kan een aangehouden (nietwegstervende) soort voice
zoals Strings of Organ blijven
doorklinken nadat u de toetsen
hebt losgelaten.
OPMERKING
U kunt het middenpedaal of
linkerpedaal gebruiken als
equivalent van de knop [
R/K]
(afspelen/pauze) op het paneel
met behulp van de parameter
'Play/Pause' in de display
System Menu (pagina 90).
Het instrument is voorzien van drie voetpedalen:
demperpedaal (rechts), sostenutopedaal (midden)
en softpedaal (links).
Demperpedaal (rechts)
Als u het demperpedaal indrukt, worden de noten die u
speelt langer aangehouden (sustain).
Als u een pianovoice selecteert die compatibel is met
VRM (CLP-585/575: pagina 31) of met
demperresonantie (CLP-545/535/565GP: pagina 30),
activeert het indrukken van het demperpedaal VRM of
demperresonantie, waardoor nauwgezet de unieke
resonantie van de zangbodem en snaren van een
akoestische vleugel wordt nagebootst.
Half-pedaaleffect
Dit instrument beschikt ook over een half-pedaaleffect waarmee u halfdempertechnieken
kunt gebruiken, waarbij het demperpedaal ergens tussen volledig en helemaal niet wordt
ingedrukt. In deze positie (op een echte piano) zorgen de dempervilten voor een
gedeeltelijk dempen van de snaren. Met het half-pedaaleffect op de Clavinova kunt u op
een verfijnde en expressieve manier het dempen controleren en subtiele nuances in uw
spel aanbrengen, door het punt waarop het indrukken van het pedaal invloed heeft op het
dempen nauwkeurig te controleren. Dit kan worden ingesteld via de display System
Menu: 'Pedal' 'Half Pedal Point' (pagina 90).
Aan de slag – de Clavinova bespelen als piano
GP Responsive-demperpedaal
Het demperpedaal van de CLP-585/575 is het GP Responsive-demperpedaal. Dit pedaal
is ontworpen om voor een geavanceerde tactiele ervaring te zorgen en voelt bij indrukken
veel meer aan als het pedaal van een vleugel. Hiermee wordt het makkelijker om het
halfpedaalpunt te ervaren, waardoor halfpedaal makkelijker kan worden toegepast dan
met andere pedalen. Het drukgevoel is afhankelijk van de omgeving waarin het instrument
staat. Het is daarom wenselijk om het hierboven beschreven half-pedaalpunt in te stellen.
Sostenutopedaal (midden)
Als u een noot of akkoord op het toetsenbord speelt
en het sostenutopedaal indrukt terwijl u de noten
aanhoudt, blijven de noten klinken zolang u het
pedaal ingedrukt houdt. Alle daaropvolgende tonen
worden niet langer aangehouden.
Softpedaal (links)
Het softpedaal vermindert het volume en wijzigt de klankkleur van de gespeelde
noten enigszins wanneer het pedaal wordt ingedrukt. Het softpedaal heeft geen
invloed op de noten die al worden gespeeld op het moment dat het pedaal wordt
ingedrukt. Als u dit effect wilt toepassen, speelt u de noten nadat u het pedaal indrukt.
Houd er rekening mee dat de pedaalfunctie van het softpedaal afhankelijk is van de
geselecteerde voice. Als de voice 'Mellow Organ' is geselecteerd, schakelt u met het
indrukken en loslaten van dit pedaal tussen de instelling 'snel' en 'langzaam' voor de
snelheid van de roterende luidspreker ('Rotary Speed' op pagina 81). Als de voice
'Vibraphone' is geselecteerd, schakelt u met dit pedaal het vibrato in of uit
('VibeRotor' op pagina 81).
CLP-585/575/545/535/565GP Gebruikershandleiding
21
Basisbediening
XXXXXXX
XXXXXXX
XXXXXXX
XXXXXXX
XXXXXXX
XXX
Drie algemene functies
Gedetailleerde instellingen
Functienaam
Toepassingsgebied
Informatiegebied
(geen toegang)
Druk opnieuw op dezelfde
knop (behalve [DEMO]).
Selecteer een voice, song of demo.
Druk herhaaldelijk op de knop [MENU] om het
gewenste menu te selecteren.
Menupictogram
Wanneer dit wordt
weergegeven, kunt u
verticaal door de display
scrollen.
Selecteer een parameter
in het huidige menu.
Met de drie knoppen in het midden van het bedieningspaneel kunt u drie algemene functies oproepen:
Voice (pagina 24), Song (pagina 38) en Demo (pagina 27). Deze bieden verschillende soorten performances
en andere functies om uw spel aangenamer te maken. Bovendien kunt u met de knop ]MENU]
verschillende gedetailleerde instellingen maken voor een nog meer veelzijdige manier van spelen.
CLP-585/575/545/535/565GP Gebruikershandleiding
22
Vo ic e : Instrumentgeluid voor het bespelen van het toetsenbord. Behalve de pianogeluiden zijn er nog een groot aantal
andere muziekinstrumentgeluiden beschikbaar.
Song: Een muziekstuk dat u kunt beluisteren of afspelen om te oefenen.
Demo: Voicedemo's laten u de karakteristieke kenmerken van de voices ervaren en pianodemo's demonstreren zowel de
verfijnde sampling van echte piano's als de geavanceerde DSP-technologie.
XXXXXXX
XXXXXXX
XXXXXXX
XXXXXXXX
XXXXXXX
XXXXXXX
XXXXXXXX
XXXXXXX
XXXXXXX
XXXXXXX
XXXXXXXX
XXXXXXX
XXXXXXX
XXX– XXXXX
0
De display met de lijst van
voicegroepen of songcategorieën
De display met de lijst van voices
of songs
Wanneer dit wordt weergegeven,
kunt u verticaal door de display
scrollen.
Selecteer een voicegroep of songcategorie.
Selecteer een voice of
song.
Rechts van de selectie wordt
een vinkje weergegeven.
Vinkje
De diepte van de hiërarchie is afhankelijk van
de geselecteerde parameter.
Hoewel verschillende soorten displays
beschikbaar zijn om waarden in te stellen
(zoals beschreven op pagina 79), wordt
hier een pop-upvenster met schuifbalk
weergegeven als voorbeeld.
Selecteer een parameter.Pas de waarde aan.
De standaardwaarde herstellen:
Druk gelijktijdig op [<] en [>].
Druk op de knop [EXIT] om
het pop-upvenster te sluiten of
keer terug naar de vorige
display wanneer de lijstdisplay
wordt weergegeven.
Basisbediening
CLP-585/575/545/535/565GP Gebruikershandleiding
23
Geavanceerde functies
OPMERKING
Om de kenmerken van de
voices te horen en ervaren,
luistert u naar de demosongs
van elke voice (pagina 27). Zie
het 'Gedetailleerd overzicht
van vooraf ingestelde voices'
op pagina 96 voor meer
informatie over de
karakteristieke kenmerken van
elke vooraf ingestelde voice.
OPMERKING
Aanslagrespons (pagina 37)
wordt niet toegepast op
bepaalde voices. Zie het
'Gedetailleerd overzicht van
vooraf ingestelde voices' op
pagina 96 voor meer informatie
over de voices waarop
aanslagrespons kan worden
toegepast.
1, 2
OPMERKING
Als u op een andere
voicegroepknop drukt, wordt
de laatst geselecteerde voice
in de groep opgeroepen.
Voicenaam
Display Voice
Verschijnt als de functie Reverb actief is.
Maatsoort en tempo (pagina 36)
Diverse muziekinstrumentgeluiden spelen
(voices)
Naast de opmerkelijk realistische pianogeluiden kunt u ook het geluid van andere muziekinstrumenten
selecteren en hiermee spelen (voices), zoals een orgel of een strijkinstrument. De voice 'CFX Grand' wordt
normaal gesproken geselecteerd als u het instrument inschakelt.
Voices selecteren
De voices van het instrument zijn in specifieke groepen ingedeeld en al deze
groepen zijn toegewezen aan de voicegroepknoppen op het bedieningspaneel
van het instrument. Een voice selecteren kan op twee manieren: met de
voicegroepknoppen en met de display Voice List.
Met de knop van de gewenste voicegroep
1. Druk op een van de voicegroepknoppen om een
voicegroep te selecteren.
Er wordt een voice van de geselecteerde voicegroepknop opgeroepen en
de naam van de voice wordt weergegeven in de display Voice. Speel iets
op het toetsenbord en luister naar het geluid.
CLP-585/575/545/535/565GP Gebruikershandleiding
24
Diverse muziekinstrumentgeluiden spelen (voices)
XG
XG is een enorme verbetering
ten opzichte van de indeling
GM-systeemniveau 1 (pagina
38). Deze indeling is speciaal
door Yamaha ontwikkeld om
meer voices en variaties, alsook
een grotere expressieve
controle van de voices en
effecten mogelijk te maken.
Bovendien is de compatibiliteit
van deze indeling ook in de
toekomst gewaarborgd.
3, 4, 5
1, 2
6
Voicegroep
Display Voice List
2. Druk herhaaldelijk op dezelfde voicegroepknop (als in
stap 1) om de beschikbare voices van de huidige groep
achtereenvolgens op te roepen en selecteer daarna de
gewenste voice.
Zie het 'Gedetailleerde overzicht van vooraf ingestelde voices' op pagina 96.
U kunt ook de vorige of volgende voice in volgorde selecteren met de
knoppen [<]/[>]. Het selectiebereik omvat de huidige geselecteerde
voicegroep (de voicegroepknop licht op). Om de eerste voice in de groep
te selecteren, drukt u tegelijk op de knoppen [<] en [>].
3. Bespeel het toetsenbord.
Met de display Voice List
U kunt ook een voice van de XG-voices selecteren (alleen CLP-585). Dit is niet
mogelijk met de voicegroepknoppen.
1. Druk op de knop [VOICE] om de display Voice op te
roepen.
2. Druk opnieuw op de knop [VOICE] om de display Voice
List op te roepen.
De voicegroepen worden in de display weergegeven. De huidige
geselecteerde voice is gemarkeerd.
Door op knop [VOICE] te drukken, wisselt de display tussen Voice en
Voice L i s t .
CLP-585/575/545/535/565GP Gebruikershandleiding
25
Diverse muziekinstrumentgeluiden spelen (voices)
Voi ce
Vinkje
585575545535565GP
Scrol naar beneden door op de
knop [
d] te drukken.
3. Gebruik de knoppen [u]/[d] om de voicegroep te selecteren.
Selecteer de naam van de voicegroep die u wilt gebruiken.
4. Druk op de knop [>].
De voices in de geselecteerde groep worden in de display weergegeven.
5. Gebruik de knoppen [u]/[d] om de gewenste voice te
selecteren.
Wanneer een voice wordt geselecteerd in de display Voice List, verschijnt
een vinkje naast de voice om aan te geven dat de opgegeven voice met het
toetsenbord wordt gespeeld.
6. Druk op de knop [EXIT] om terug te keren naar de display
Vo i ce .
7. Bespeel het toetsenbord.
XG-voices selecteren
Als u een voice van de XG-voices wilt selecteren, selecteert u 'XG' in stap 3.
Aangezien de voicegroep XG bestaat uit een zeer groot aantal voices, is de groep
opgedeeld in subgroepen. Druk op de knop [>] om de lijst met voicegroepen op
te roepen en selecteer daarna de gewenste voicegroep uit de lijst met de knoppen
u]/[d]. Daarna volgt u de procedure vanaf stap 4 hierboven.
[
*Zie de 'Lijst met XG-voices' in de afzonderlijke datalijst voor meer informatie over XG-voices.
CLP-585/575/545/535/565GP Gebruikershandleiding
26
Diverse muziekinstrumentgeluiden spelen (voices)
1
2
4
3
Modus
Een modus is een status
waarin een bepaalde functie
kan worden uitgevoerd. In de
demomodus kunt u de
demosongs afspelen.
Luisteren naar de demo's
Er zijn twee soorten demo's: voicedemo's en pianodemo's. Voicedemo's laten u
de karakteristieke kenmerken van de voices horen en ervaren en pianodemo's
laten u de verfijnde kenmerken van de DSP-/samplingtechnologie van Yamaha
(pagina 28) horen.
Luisteren naar de voicedemo
Het instrument bevat verschillende demo-opnamen voor elke voicegroep die u
de specifieke kenmerken van de bijbehorende voices laten horen. Zie het
'Gedetailleerd overzicht van vooraf ingestelde voices' op pagina 96 voor meer
informatie over de voices waarvoor u demo's kunt afspelen.
1. Druk op de knop [DEMO] om de demomodus te activeren.
Het lampje van de geselecteerde voicegroepknop gaat branden en de
eerste demo van de groep wordt weergegeven in de display.
2. Druk op de knop [R/K] (afspelen/pauze) om het afspelen
te starten.
De demo's worden achtereenvolgens afgespeeld, te beginnen met de
voicegroepknop linksboven, totdat u het afspelen stopt. Voor elke
voicegroep worden verschillende demo's afgespeeld. U kunt een gewenste
groep ook selecteren door op de bijbehorende voicegroepknop te
drukken.
De vorige/volgende demo selecteren
U kunt de vorige of volgende voicedemo in volgorde selecteren met de
knoppen [<]/[>]. Het selectiebereik omvat alle voicedemo's. Als u de
eerste voicedemo wilt selecteren, drukt u tegelijk op de knoppen [<] en [>].
U kunt de voicedemo's van de voicegroep ook achtereenvolgens
selecteren door herhaaldelijk op dezelfde voicegroepknop te drukken.
3. Druk op de knop [] (stop) om het afspelen te stoppen.
4. Druk op de knop [EXIT] om de demomodus te verlaten.
CLP-585/575/545/535/565GP Gebruikershandleiding
27
Diverse muziekinstrumentgeluiden spelen (voices)
DSP
Staat voor Digital Signal
Processor (of Processing). DSP
wijzigt en verbetert het
audiosignaal in het digitale
gebied waardoor een grote
verscheidenheid aan effecten
wordt bereikt, waaronder VRM
en demperresonantie.
Sampling
Een technologie die de klanken
van een akoestisch instrument
opneemt en opslaat in de
toongenerator zodat deze
kunnen worden gespeeld op
basis van de informatie van het
toetsenbord.
3
1, 2
4
6
5
OPMERKING
Omdat de pianodemo's aan de
voiceknop [PIANO] zijn
toegewezen, kunt u een
pianodemo selecteren door
herhaaldelijk op de knop
[PIANO] te drukken terwijl de
display Piano Demo wordt
weergegeven.
OPMERKING
Zie pagina 31 voor meer
informatie over VRM.
OPMERKING
Voor uitleg over DSP/sampling
en meer informatie over de
voices waarop DSP kan
worden toegepast of waarvoor
de samplingtechnologie wordt
gebruikt, raadpleegt u het
'Gedetailleerd overzicht van
vooraf ingestelde voices' op
pagina 96. Zie pagina 80 om
de diepte van het
samplingeffect op de voices in
te stellen.
CLP-585/575
Lijst met pianodemo's
1 CFX Grand Sampling
2 Bösendorfer Sampling
3 VRM Met
4 VRM Zonder
5 Key Off Sampling Met
6 Key Off Sampling Zonder
CLP-545/535/565GP
Lijst met pianodemo's
1 CFX Grand Sampling
2 Bösendorfer Sampling
3 Damper Resonance Met
4 Damper Resonance Zonder
5 Key Off Sampling Met
6 Key Off Sampling Zonder
7 String Resonance Met
8 String Resonance Zonder
Luisteren naar de pianodemo (met DSP-technologie
en samplingtechnologie)
1. Druk op de knop [DEMO] om de demomodus te activeren.
De display Voice Demo wordt opgeroepen.
2. Druk nogmaals op de knop [DEMO] om terug te keren
naar de display Piano Demo.
De naam van de huidige geselecteerde pianodemo wordt in de display
weergegeven.
Door op knop [DEMO] te drukken wisselt de display tussen Voice Demo
en Piano Demo.
3. Selecteer de gewenste pianodemo met de knoppen [<]/[>].
Raadpleeg daarbij de onderstaande tabel.
4. Druk op de knop [R/K] (afspelen/pauze) om het afspelen
te starten.
De pianodemo stopt automatisch wanneer het einde van de pianodemo
wordt bereikt.
5. Druk op de knop [] (stop) om het afspelen te stoppen.
6. Druk op de knop [EXIT] om de demomodus te verlaten.
CLP-585/575/545/535/565GP Gebruikershandleiding
28
Diverse muziekinstrumentgeluiden spelen (voices)
1
1
Display System Menu
1-1. Gebruik de knoppen
[
u]/[d] om 'Sound' te
selecteren.
1-2. Druk op de knop [>] om de
volgende display op te roepen.
1-3. Gebruik de knoppen
[
u]/[d] om 'Brilliance' te
selecteren.
1-4. Druk op de knop [>] om de
volgende display op te roepen.
1-5. Gebruik de knoppen
[
u]/[d] om de waarde
te selecteren.
Vinkje
Display SoundDisplay Brilliance
Standaardinstelling:
Normal
OPMERKING
Als u Bright 1 – 3 selecteert als
helderheidstype, zal het
volumeniveau enigszins
toenemen.
In deze toestand kan het geluid
enigszins vervormen als u de
het volume verhoogt met de
schuif [MASTER VOLUME]. Als
dit gebeurt, verlaag dan het
volume tot de vervorming
verdwijnt.
Het geluid verbeteren en aanpassen
Met de volgende effecten hebt u meer en uitgebreidere expressieve
mogelijkheden.
Helderheid
Hiermee stelt u de helderheid van het geluid in. Deze instelling geldt voor alle
partijen (toetsenbordvoices/song/MIDI).
1. Druk herhaaldelijk op de knop [MENU] om de display
System Menu op te roepen en selecteer daarna de
gemarkeerde optie in elke display, zoals hieronder afgebeeld.
Gebruik de knoppen [u]/[d] om de gewenste toonsoort te selecteren in
de display Brilliance. Druk gelijktijdig op de knoppen [
standaardinstelling te herstellen.
• Mellow 1 – 3 (Warm 1 – 3)
Zachte en warme klankkleur. Het geluid wordt zachter en ronder
naarmate het getal hoger wordt.
• Normal (Normaal)
Standaardklankkleur.
• Bright 1 – 3 (Helder 1 – 3)
Heldere klank. Het geluid wordt helderder naarmate het getal hoger
wordt.
u] en [d] om de
CLP-585/575/545/535/565GP Gebruikershandleiding
29
Diverse muziekinstrumentgeluiden spelen (voices)
OPMERKING
U kunt de reverbdiepte voor de
geselecteerde voice
aanpassen via de display
Voice Menu: 'Voice Edit'
'Reverb Depth' (pagina 81).
OPMERKING
U kunt de chorusdiepte voor
de geselecteerde voice
aanpassen via de display
Voice Menu: 'Voice Edit'
'Chorus Depth' (pagina 81).
OPMERKING
Als u het chorus-effect wilt
toepassen op een voice
waarvan het chorus-type
standaard is uitgeschakeld,
stelt u het chorus-type in op
een andere instelling dan 'Off'
en daarna stelt u de
chorusdiepte in op de gewenste
waarde (hoger dan '0').
Reverb
Met deze regelaar voegt u nagalm toe aan het geluid door de natuurlijke galm van
een concertzaal te simuleren. Wanneer u een voice selecteert, wordt automatisch
het meest geschikte reverbtype geselecteerd. U kunt echter elk beschikbaar
reverbtype selecteren.
Gebruik de display Voice Menu om een gewenst reverbtype te selecteren:
'Reverb' (pagina 80).
Deze instelling geldt voor alle partijen (toetsenbordvoices/song/MIDI).
Chorus
Met deze regelaar voegt u warmte en ruimtelijkheid toe aan de klank. Wanneer
u een voice selecteert, wordt automatisch het meest geschikte chorus-type
geselecteerd. U kunt echter elk beschikbaar chorus-type selecteren.
Gebruik de display Voice Menu om het gewenste chorus-type te selecteren:
'Chorus' (pagina 80).
Deze instelling geldt voor alle partijen (toetsenbordvoices/song/MIDI).
Effecten
Dit instrument bevat een groot aantal effecten voor het toevoegen van
verbeteringen, zoals Echo of Tremolo, aan de geselecteerde voice voor de
muziekuitvoering. Wanneer u een voice selecteert, wordt automatisch het
meest geschikte effecttype geselecteerd. U kunt echter elk beschikbaar
effecttype selecteren. 'Voice Edit' 'Effect' (pagina 81).
Demperresonantie (CLP-545/535/565GP)
Wanneer u een pianovoice selecteert met de knop [PIANO] op de CLP-545/
535/565GP, wordt Damper Resonance (demperresonantie) automatisch
geselecteerd als effecttype, zodat u onmiddellijk kunt genieten van het effect
Damper Resonance wanneer u het demperpedaal indrukt.
CLP-585/575/545/535/565GP Gebruikershandleiding
30
Diverse muziekinstrumentgeluiden spelen (voices)
585575545535565GP
1
OPMERKING
Wanneer VRM is ingeschakeld,
kunt u de diepte van de
demperresonantie en
snaarresonantie geproduceerd
met VRM aanpassen.
Voice Menu: 'Piano setting'
'Damper Res.' of 'String Res.'
(pagina 80)
VRM-voices verbeterd met realistische
resonantie spelen
Als u op een akoestische piano het demperpedaal indrukt en een toets bespeelt,
trilt niet alleen de snaar van de ingedrukte toets, maar trillen ook de andere
snaren en de zangbodem. Deze beïnvloeden elkaar en zorgen zo voor een rijke
en heldere resonantie die blijft klinken en uitbreidt. De VRM-technologie
(Virtual Resonance Modeling) die in de CLP-585/575 wordt gebruikt, bootst de
complexe interactie tussen de resonantie van de snaren en de klankbodem op
een getrouwe manier na met behulp van een virtueel muziekinstrument (fysiek
model) en laat het geluid meer zoals dat van een akoestische piano klinken.
Omdat er directe interactie ontstaat naargelang de toestand van het
toetsenbord of pedaal, kunt u het geluid expressief laten variëren door de
timing waarmee u de toetsen bespeelt en de timing en diepte waarmee u het
pedaal indrukt aan te passen.
1. Selecteer de gewenste pianovoice met de knop [PIANO].
Wanneer u een pianovoice van de knop [PIANO] selecteert, wordt de
VRM-functie automatisch ingeschakeld zodat u meteen van het VRMeffect kunt genieten.
U kunt VRM in- en uitschakelen door de parameter 'VRM' in het Voice
Menu in te stellen: 'Piano setting' 'VRM' (pagina 80). De
standaardinstelling is 'On'.
2. Bespeel het toetsenbord.
CLP-585/575/545/535/565GP Gebruikershandleiding
31
Diverse muziekinstrumentgeluiden spelen (voices)
2
1, 4
2
OPMERKING
U kunt de Dual-modus ook
activeren door gelijktijdig op
twee andere
voicegroepknoppen, behalve
de knop [BASS], te drukken.
U kunt de Dual-modus niet
activeren als een van de twee
knoppen de knop [BASS] is.
Voi ce 1
Voi ce 2
Brandt rood
OPMERKING
Wanneer Voice 1 of Voice 2 in
de display is geselecteerd,
kunt u de laatst geselecteerde
voice in de groep oproepen
door op een andere
voicegroepknop te drukken.
Met twee voices tegelijk spelen (Dual)
U kunt met twee voices tegelijk spelen. U kunt warme en complexe voices
maken door twee voices uit verschillende groepen of twee voices uit dezelfde
groep te combineren.
1. Om de Dual-modus te activeren, drukt u eenmaal op de
knop [DUAL/SPLIT] zodat het lampje rood oplicht.
De voice die bovenaan wordt weergegeven is voice 1, de voice onderaan is
voice 2.
2. Selecteer de voices die u wilt combineren.
2-1. Gebruik de knoppen [u]/[d] om (voice 1) te selecteren in
2-2. Gebruik de knoppen [<]/[>] of voicegroepknop om de
3. Bespeel het toetsenbord.
4. Om de Dual-modus te verlaten, drukt u herhaaldelijk op
de knop [DUAL/SPLIT] tot het lampje dooft.
32
CLP-585/575/545/535/565GP Gebruikershandleiding
de display.
gewenste voice te selecteren.
Selecteer voice 2 op dezelfde manier als voice 1.
Diverse muziekinstrumentgeluiden spelen (voices)
OPMERKING
U kunt de splitmodus ook
activeren door gelijktijdig op de
knop [BASS] en een andere
voicegroepknop te drukken.
Als u echter op twee andere
voiceknoppen dan [BASS]
drukt, wordt een andere functie
(Dual) geactiveerd.
Voi ce R
Voi ce L
Brandt groen
OPMERKING
Wanneer Voice R of Voice L in
de display is geselecteerd,
kunt u de laatst geselecteerde
voice in de groep oproepen
door op een andere
voicegroepknop te drukken.
OPMERKING
De toets die wordt
aangewezen als splitpunt,
hoort bij het linkerhandbereik.
OPMERKING
Het splitpunt kan ook worden
ingesteld via de display
System Menu: 'Keyboard'
'Split Point' pagina 90).
Centrale 'C'
Het toetsenbord opsplitsen en twee verschillende
voices spelen (splitmodus)
In de splitmodus kunt u twee verschillende voices op het toetsenbord spelen, de
ene met uw linkerhand en de andere met uw rechterhand.
1. Om de splitmodus te verlaten, drukt u herhaaldelijk op de
knop [DUAL/SPLIT] tot het lampje groen gaat branden.
De voice die bovenaan wordt weergegeven is voice R, de voice onderaan is
voice L.
2. Selecteer een voice voor de rechterhand- en
linkerhandpartij.
2-1. Gebruik de knoppen [u]/[d] om (voice R) te selecteren in
de display.
2-2. Gebruik de knoppen [<]/[>] of voicegroepknop om de
gewenste voice te selecteren.
Selecteer voice L op dezelfde manier als voice R.
3. Bespeel het toetsenbord.
Het splitpunt veranderen
U kunt het splitpunt (de grens tussen het rechter- en linkerhandbereik)
wijzigen van de standaardinstelling 'F 2' in een andere toets. Houd in de
splitmodus de knop [DUAL/SPLIT] ingedrukt en druk op de toets die u
als splitpunt wilt aanwijzen.
4. Om de splitmodus te verlaten, drukt u herhaaldelijk op de
knop [DUAL/SPLIT] tot het lampje dooft.
CLP-585/575/545/535/565GP Gebruikershandleiding
33
Diverse muziekinstrumentgeluiden spelen (voices)
2
1, 4
2
Voi ce R 1
Voi ce R 2
Brandt
oranje
Voi ce L
OPMERKING
Wanneer Voice R1, R2 of Voice
L in de display is geselecteerd,
kunt u de laatst geselecteerde
voice in de groep oproepen
door op een andere
voicegroepknop te drukken.
OPMERKING
De toets die wordt
aangewezen als splitpunt,
hoort bij het linkerhandbereik.
OPMERKING
Het splitpunt kan ook worden
ingesteld via de display
System Menu: 'Keyboard'
'Split Point' (pagina 90).
De Dual- en splitmodus tegelijk gebruiken
1. Om de Dual- en splitmodus tegelijk te activeren, drukt u
herhaaldelijk op de knop [DUAL/SPLIT] tot het lampje
oranje gaat branden.
De voice die bovenaan wordt weergegeven is voice R1, de voice in het
midden is voice R2 en de voice onderaan is voice L.
2. Selecteer de voices die u wilt combineren en de voice voor
het linkerhandbereik.
2-1. Gebruik de knoppen [u]/[d] om (voice R1) te selecteren
in de display.
2-2. Gebruik de knoppen [<]/[>] of voicegroepknop om de
gewenste voice te selecteren.
Selecteer voices R2 en L op dezelfde manier als voice R1.
3. Bespeel het toetsenbord.
4. Om de Dual- en splitmodus te verlaten, drukt u
herhaaldelijk op de knop [DUAL/SPLIT] tot het lampje
dooft.
34
CLP-585/575/545/535/565GP Gebruikershandleiding
Diverse muziekinstrumentgeluiden spelen (voices)
OPMERKING
De display Metronome kan niet
worden opgeroepen wanneer
een andere display dan Voice
of Song wordt weergegeven of
terwijl een song wordt
afgespeeld of tijdelijk op pauze
staat, of terwijl het instrument in
de songopnamemodus staat.
OPMERKING
U kunt het metronoomvolume,
BPM enzovoort instellen via de
display Metronome Menu
(pagina 87).
Te mp o wa ar d e
Maatsoort
De metronoom gebruiken
Het instrument beschikt over een ingebouwde metronoom (een apparaat dat
een accuraat tempo aanhoudt). Dit is een handig hulpmiddel bij het oefenen.
2
3
1, 4
1. Druk op de knop [METRONOME/RHYTHM] (of de knop
[METRONOME] op de CLP-535/565GP) om de
metronoom te starten.
De display Metronome wordt weergegeven.
2. Druk op de knoppen [<]/[>] om het tempo aan te passen.
Als de tempowaarde geselecteerd is, kunt u de tempowaarde (aantal tellen
per minuut) aanpassen met de knoppen [<]/[>]. Als de tempowaarde niet
geselecteerd is, drukt u op de knop [
stelt u daarna de waarde in. Druk gelijktijdig op de knoppen [<] en [>]
om de standaardinstelling van het tempo te herstellen.
Als er geen bewerking wordt uitgevoerd, wordt de display Metronome
automatisch gesloten na enkele seconden.
3. Druk op de knop [EXIT] om de display Metronome te
sluiten.
Als u de display Metronome wilt oproepen terwijl de metronoom wordt
afgespeeld, houdt u de knop [METRONOME/RHYTHM] (of de knop
[METRONOME] op de CLP-535/565GP) gedurende een seconde
ingedrukt.
4. Druk op de knop [METRONOME/RHYTHM] (of de knop
[METRONOME] op de CLP-535/565GP) om de
metronoom te stoppen.
d] om het tempo te selecteren en
CLP-585/575/545/535/565GP Gebruikershandleiding
35
Diverse muziekinstrumentgeluiden spelen (voices)
OPMERKING
De display Metronome kan niet
worden opgeroepen wanneer
een andere display dan Voice
of Song wordt weergegeven of
terwijl een song wordt
afgespeeld of tijdelijk op pauze
staat, of terwijl het instrument in
de songopnamemodus staat.
OPMERKING
U kunt Rhythm selecteren in de
display Metronome (pagina 49).
585575545535565GP
Display Metronome
2-1. Gebruik de knoppen [u]/[d]
om 'Type' te selecteren.
2-2. Druk op de knop [>] om de
volgende display op te
roepen.
2-3. Gebruik de knoppen [u]/[d]
om 'Click' te selecteren.
2-4. Druk op de knop [>] om de
volgende display op te
roepen.
2-5. Gebruik de knoppen
[
u]/[d] om de gewenste
maatsoort te selecteren.
Vinkje
Maatsoort
585575545535565GP
Maatsoort
Display Metronome
De maatsoort van de metronoom instellen
2
3
1, 5
1. Druk op de knop [METRONOME/RHYTHM] (of de knop
[METRONOME] op de CLP-535/565GP) om de display
Metronome op te roepen.
Het afspelen van de metronoom begint.
2. Stel de maatsoort in.
Selecteer de gemarkeerde optie in elke display met de knoppen
u]/[d]/[<]/[>], zoals hieronder afgebeeld.
[
In de display Click selecteert u de gewenste maatsoort.
Selecteer 'Time Signature' en selecteer daarna de gewenste
maatsoort met de knoppen [<]/[>].
CLP-585/575/545/535/565GP Gebruikershandleiding
36
Diverse muziekinstrumentgeluiden spelen (voices)
Noottype
De lengte van één tel
Gedetailleerde
metronoominstellingen
U kunt het metronoomvolume,
BPM enzovoort instellen via de
display Metronome Menu
(pagina 87).
Standaardinstelling: 4/4 (door een MIDI-song te selecteren wijzigt de
tempowaarde in de waarde opgegeven in de data van
de geselecteerde MIDI-song)
Tempoaanduiding en instelbereik
Het tempo wordt weergegeven als 'noottype=xxx' (bijvoorbeeld: =120).
Door de maatsoort te selecteren, wijzigen de beschikbare parameters als
volgt.
NoottypeMaatsoortInstelbereik
2/23 – 250
1/4, 2/4, 3/4, 4/4, 5/4,6/4, 7/4 5 – 500
6/8, 9/8, 12/84 – 332 (alleen even getallen)
3/8, 7/810 – 998 (alleen even
* Als de tempowaarde van de geselecteerde MIDI-song zich buiten het instelbereik op het
instrument bevindt, wordt de waarde aangepast zodat deze binnen het instelbereik ligt.
* Het noottype wordt ingesteld op kwartnoot als de parameter 'BPM' in de display Metronome Menu
op 'Crotchet' is ingesteld, ongeacht de maatsoort die u instelt.
getallen) en 999
3. Druk op de knop [EXIT] om de display Metronome te
verlaten.
4. Schakel de instelling 'Bell' in.
Zie 'Bell' in het Metronome Menu voor meer informatie.
De metronoom wordt afgespeeld volgens de geselecteerde maatsoort met
een belgeluid op de eerste tel van elke maat.
5. Druk op de knop [METRONOME/RHYTHM] (of de knop
[METRONOME] op de CLP-535/565GP) om de
metronoom te stoppen.
Aanslagrespons
U kunt de aanslagrespons opgeven. De aanslagrespons is de manier waarop het
geluid reageert op de manier waarop u de toetsen indrukt. Pas deze instelling
aan op basis van de voice die u hebt geselecteerd of de song die u speelt. Zie
'Touch' in de display System Menu op pagina 90 voor meer informatie over het
maken van instellingen.
CLP-585/575/545/535/565GP Gebruikershandleiding
37
Songs afspelen
585575545535565GP
MIDIAudio
Duidt aan dat de toelichting alleen
van toepassing is op MIDI-songs.
Op dit instrument kunt u vooraf ingestelde songs, songs die u hebt opgenomen op het instrument of in de
handel verkrijgbare songs afspelen. Naast het luisteren naar deze songs kunt u tijdens het afspelen ook op
het toetsenbord spelen.
MIDI-songs en audiosongs
Er zijn twee soorten Songs die kunnen worden opgenomen en afgespeeld op dit
instrument: MIDI-songs en Audio-songs.
Een MIDI-song bestaat uit de uitvoeringsgegevens van uw klavierspel en is geen
opname van het werkelijke geluid zelf. De spelinformatie betreft welke toetsen
worden bespeeld met welke timing en welke sterkte, net als in bladmuziek. Op basis
van de opgenomen uitvoeringsgegevens voert de toongenerator het
corresponderende geluid uit. Een MIDI-song maakt gebruik van een kleine
hoeveelheid datacapaciteit in vergelijking met een audiosong en u kunt gemakkelijk
geluidskenmerken wijzigen, bijvoorbeeld de gebruikte voice.
Een audiosong is een opname van het gespeelde geluid zelf. Deze data worden op
dezelfde manier opgenomen als bij het opnemen van cassettebanden of
voicerecorders enz. Deze data kunnen worden afgespeeld op een draagbare
muziekspeler enz., waardoor u anderen gemakkelijk uw spel kunt laten horen.
U kunt de volgende songtypen afspelen op dit instrument.
• Songs die u zelf hebt opgenomen. Zie pagina 50 voor instructies voor het opnemen.
• In de handel verkrijgbare MIDI-songdata: SMF (Standard MIDI File)
De maximumgrootte voor afspelen op dit instrument is ca. 500 kB per MIDI-song.
• In de handel verkrijgbare audiosongdata: Wav (met de bestandsextensie .wav,
44,1 kHz samplefrequentie, 16-bits resolutie, stereo en maximumduur van 80 minuten)
De CLP-585 is compatibel met de volgende indelingen.
GM System Level 2 (GM-systeemniveau 2)
GM (General MIDI) is een van de meest voorkomende voice-toewijzingsindelingen.
De standaardspecificatie GM System Level 2 is een verbetering ten opzichte van de originele
GM, waarbij ook de songdatacompatibiliteit is verbeterd. GM System Level 2 voorziet in een
grotere polyfonie, uitgebreidere Voice-selectie, uitgebreide Voice-parameters en geïntegreerde
effectverwerking.
XG
XG is een enorme verbetering van de GM System Level 1-indeling, en is speciaal door Yamaha
ontwikkeld om in meer Voices en variaties, alsook in een grotere expressieve besturing van de
Voices en effecten te voorzien, en om een goede gegevenscompatibiliteit in de toekomst veilig
te stellen.
GS
GS is door de Roland Corporation ontwikkeld. Op dezelfde manier als Yamaha XG is GS een
belangrijke verbetering van de GM-specificatie om in meer Voices en drumkits en hun
variaties te voorzien, evenals in een grotere expressieve besturing van Voices en effecten.
De beschikbare functies verschillen voor MIDI-songs en audiosongs. In dit hoofdstuk geven de
volgende pictogrammen aan of de toelichting van toepassing is op MIDI-songs of audiosongs.
Voorbeeld:
CLP-585/575/545/535/565GP Gebruikershandleiding
38
Songs afspelen
MIDIAudio
OPMERKING
Het instrument kan
automatisch een songfile
selecteren die is opgeslagen in
de hoofdmap van het
USB-flashgeheugen zodra het
USB-flashgeheugen wordt
aangesloten. Zie 'USB
automatisch laden' op pagina 92
voor instructies.
5
6
2, 3
7
3, 4
OPMERKING
Lees eerst 'USB-apparaten
aansluiten (USB [TO DEVICE]aansluiting)' op pagina 70
voordat u een USBflashgeheugen gaat gebruiken.
Songnaam
Display Song: MIDI-song Display Song: Audiosong
Songnaam
CategorienaamCategorienaam
OPMERKING
Als de songnaam niet
geselecteerd is, selecteert u
de songnaam met de knoppen
[
u]/[d] en daarna selecteert u
de gewenste song met de
knoppen [<]/[>].
1. Als u een song uit het USB-flashgeheugen wilt afspelen,
sluit u eerst het USB-flashgeheugen dat de songdata bevat
aan op de USB [TO DEVICE]-aansluiting.
Audiobestanden die u wilt afspelen moeten zich in een USBflashgeheugen bevinden.
Songs afspelen
2. Druk op de knop [SONG].
In de display Song ziet u de naam van de huidige geselecteerde song en
categorienaam. Bij de standaardinstellingen wordt de eerste song uit de
categorie 'Piano 50' geselecteerd.
De vorige/volgende song selecteren
Wanneer de songnaam geselecteerd is, kunt u de vorige of volgende song
in volgorde in de categorie/map selecteren met de knoppen [<]/[>].
Om de eerste song in de categorie/map te selecteren, drukt u tegelijk op
de knoppen [<] en [>].
Om een song uit een andere categorie/map te selecteren, roept u de
display Song List op en gaat u als volgt te werk.
CLP-585/575/545/535/565GP Gebruikershandleiding
39
Songs afspelen
Songcategorie
Knop [d]
Pictogram
Songoverzicht
PictogramData-indeling
MIDI-songs
Audiosongs
Map
OPMERKING
'NoSong' wordt weergegeven
in de display als de map geen
data bevat.
Als geen songs kunnen
worden gelezen van een
USB-flashgeheugen
Als de song niet kan worden
gelezen, moet u mogelijk de
taalinstelling voor de
songnaam in de display System
Menu wijzigen (pagina 93).
3. Druk opnieuw op de knop [SONG] om de display Song
List op te roepen en selecteer daarna de gewenste categorie
met de knoppen [u]/[d].
Selecteer de gewenste song uit de categorie 'Piano 50', 'Lesson', 'User' of
'USB'. Hieronder vindt u een beschrijving van de categorieën.
Piano 50
Lesson
User
USB
50 vooraf ingestelde pianostukken (MIDI-songs). Voor deze songs wordt het
muziekboek '50 Greats for the Piano' meegeleverd bij het instrument.
303 vooraf ingestelde songs (MIDI-songs) die uitstekend geschikt zijn om te
oefenen, uit 'The Virtuoso Pianist' en andere boeken. Zie de lessongs op
pagina 100 voor een overzicht van deze songs. Lessongs zijn in
verschillende mappen ingedeeld, afhankelijk van de types.
MIDI-songs die op het instrument zijn opgenomen en opgeslagen met de
functie Record (pagina 50) en MIDI-songs die naar het instrument zijn
gekopieerd/verplaatst met een bestandsbewerking (pagina 61).
MIDI-/audiosongs die zijn opgeslagen in het USB-flashgeheugen door deze
op te nemen met het instrument of audiosongs die zijn geconverteerd van
MIDI-songs (pagina 65) of MIDI-/audiosongs die zijn opgeslagen in het
USB-flashgeheugen.
Door op knop [SONG] te drukken wisselt de display tussen Song en Song
List.
4. Druk op de knop [>] om de songs in de geselecteerde
categorie weer te geven en selecteer daarna de gewenste
song met de knoppen [u]/[d].
Het pictogram dat het songtype aangeeft bevindt zich links van de songnaam.
Omdat de lessongs in specifieke mappen zijn ingedeeld, selecteert u de
map, drukt u op de knop [>] en selecteert u een song.
Een opgenomen song opgeslagen in het USB-flashgeheugen
selecteren:
40
Als u een song opneemt en opslaat in een USB-flashgeheugen, wordt de
opgenomen song automatisch opgeslagen in de map USER FILES in een
USB-flashgeheugen. Als u de song in de map USER FILES wilt selecteren,
selecteert u USB in stap 3 en de map USER FILES in stap 4.
CLP-585/575/545/535/565GP Gebruikershandleiding
5. Druk op de knop [R/K] (afspelen/pauze) om het afspelen
Display Song: MIDI-songDisplay Song: Audiosong
Huidige positieHuidige positie
OPMERKING
Als een song is geselecteerd,
wordt het oorspronkelijke
tempo van de song gebruikt en
wordt de metronoominstelling
(pagina 35) genegeerd.
OPMERKING
U vindt een beschrijving van
handige afspeelfuncties op
pagina 43 – 48.
Display Song: MIDI-songDisplay Song: Audiosong
MaatnummerVerstreken tijd
te starten.
6. Druk op de knop [EXIT] om terug te keren naar de display
Song.
De huidige afspeelpositie van de song wordt weergegeven.
U kunt tijdens het afspelen van een song het toetsenbord bespelen.
U kunt ook de voice voor uw toetsenspel wijzigen. Om de volumebalans
tussen uw toetsenspel en de afgespeelde MIDI-song aan te passen of om
het audiovolume aan te passen, stelt u de juiste volumeparameters in de
display Song Menu afzonderlijk in (pagina 47).
Songs afspelen
7. Druk op de knop [] (stop) om het afspelen te stoppen.
Ook als u niet op de knop [] (stop) drukt, wordt de song automatisch
gestopt als het einde van de song is bereikt.
Terugspoelen/Snel vooruitspoelen
1. Selecteer het huidige maatnummer (voor MIDI-song) of
de huidige verstreken tijd (voor audiosong) in de display
Song met de knoppen [u]/[d].
2. Als u op de knop [<] of [>] drukt gaat u achteruit of
vooruit in de maten of seconden tijdens het afspelen of
terwijl het afspelen op pauze staat.
Als u een van de twee vasthoudt wordt er continu achteruit/vooruit
gespoeld. Door tegelijk op de knoppen [<] en [>] te drukken, keert u
terug naar de beginpositie van de song.
CLP-585/575/545/535/565GP Gebruikershandleiding
41
Songs afspelen
OPMERKING
Het tempo van een audiosong
veranderen kan zijn
tooneigenschappen
veranderen.
Display Song: MIDI-songDisplay Song: Audiosong
TempoTempo
Pauze
Als u op de knop [R/K] (afspelen/pauze) drukt, wordt het afspelen op de
huidige positie onderbroken. Als u nogmaals op de knop [
het afspelen vanaf deze positie hervat. Zolang het afspelen is onderbroken,
knippert de weergave van het maatnummer of de verstreken tijd in de display.
R/K] drukt, wordt
Het tempo aanpassen
U kunt het afspeeltempo van een song aanpassen.
1. Selecteer de tempowaarde in de display Song met de
knoppen [u]/[d].
2. Wijzig de tempowaarde met de knoppen [<]/[>].
U kunt het oorspronkelijke tempo van de huidige song herstellen door de
knoppen [<] en [>] tegelijk in te drukken.
Wanneer een MIDI-song is geselecteerd, is het tempobereik afhankelijk
van de maatsoort voor een geselecteerde song. De beschikbare
instelwaarde is steeds een veelvoud van 2 afhankelijk van de maatsoort.
Zie pagina 37 voor meer informatie.
Als een audiosong is geselecteerd, ligt het tempobereik tussen 75% en
125%. 100% is de oorspronkelijke tempowaarde. Hogere waarden
resulteren in een hoger tempo.
CLP-585/575/545/535/565GP Gebruikershandleiding
42
Een partij voor één hand spelen — functie Part
MIDIAudio
OPMERKING
De partijen kunnen zelfs tijdens
het afspelen worden in- en
uitgeschakeld.
OPMERKING
Gewoonlijk wordt kanaal 1
toegewezen aan 'Track R',
kanaal 2 aan 'Track L' en
kanalen 3 – 16 aan 'Track
Extra'. De toewijzing van de
kanalen kan per song
verschillen.
OPMERKING
Wanneer u een andere MIDIsong selecteert, worden beide
partijen automatisch weer
ingeschakeld.
Display Song Menu
2-1. Gebruik de knoppen
[
u]/[d] om 'Track On/Off'
te selecteren.
2-2. Druk op de knop [>] om de
volgende display op te roepen.
2-3. Gebruik de knoppen
[
u]/[d] om de gewenste
track te selecteren.
Display Track On/Off
Cancel (MIDI-songs)
Sommige MIDI-songs, zoals vooraf ingestelde songs, zijn verdeeld in een partij
voor de rechterhand en één voor de linkerhand. Met dergelijke songdata kunt u
de linkerhand oefenen door alleen de rechterhandpartij in te schakelen, en de
rechterhand oefenen door alleen de linkerhandpartij in te schakelen; zo kunt u de
partijen afzonderlijk oefenen om moeilijke muziek eenvoudig te leren beheersen.
2
2, 3
4
5
Songs afspelen
1. Selecteer een song die u wilt oefenen.
Zie pagina 39 voor meer informatie. De songcategorie 'Piano 50' of
'Lesson' is aanbevolen om te oefenen.
2. Selecteer een partij die u wilt oefenen en schakel daarna de
partij uit.
Druk herhaaldelijk op de knop [MENU] om de display Song Menu op te
roepen en selecteer daarna de gemarkeerde optie in elke display, zoals
hieronder afgebeeld.
In de display Track On/Off selecteert u de partij (track) die u wilt dempen
om te oefenen. Selecteer 'Track R' als u de rechterhandpartij wilt oefenen
of 'Track L' als u de linkerhandpartij wilt oefenen.
3. Gebruik de knop [>] om 'Off' te selecteren voor de
geselecteerde partij.
CLP-585/575/545/535/565GP Gebruikershandleiding
43
Songs afspelen
4
2
2, 3, 4
Display Song MenuDisplay Repeat
4. Druk op de knop [R/K] (afspelen/pauze) om het afspelen
te starten.
Speel en oefen de partij die u zojuist hebt gedempt terwijl u naar de
afgespeelde partij luistert als richtlijn.
5. Druk op de knop [] (stop) om het afspelen te stoppen.
Ook als u niet op de knop [] drukt, wordt de song automatisch gestopt
als het einde van de song is bereikt.
Een song herhaaldelijk afspelen
Er zijn drie verschillende manieren om een song te herhalen. Dit is handig voor
het herhaaldelijk oefenen van moeilijke passages. U kunt deze functie en de
hiervoor beschreven functie Part Cancel gebruiken om moeilijke passages te
oefenen in het geval van MIDI-songs.
•
AB Repeat (AB herhalen)................ Hiermee speelt u een MIDI-song
herhaaldelijk af door een bepaald
bereik binnen de song aan te geven.
•
Phrase Repeat (frase herhalen)..... Hiermee speelt u een MIDI-song
herhaaldelijk af door frase(s)
binnen de song aan te geven.
•
Song Repeat (song herhalen)..........Hiermee speelt u een MIDI-/
audiosong herhaaldelijk af of speelt u
alle MIDI-/audiosongs opgeslagen in
de opgegeven map herhaaldelijk af in
volgorde of willekeurige volgorde.
Deze uitleg is alleen van toepassing op AB Repeat en Song Repeat. Zie pagina 84
voor Phrase Repeat.
1. Selecteer een song die u wilt afspelen.
Zie pagina 39 voor meer informatie.
2. Roep de display Repeat op.
Druk herhaaldelijk op de knop [MENU] om de display Song Menu op te
roepen. Selecteer 'Repeat' en druk daarna op de knop [>].
CLP-585/575/545/535/565GP Gebruikershandleiding
44
3. In de display Repeat selecteert u de gewenste optie met de
MIDIAudio
Display A – B
Het begin van een song
opgeven als punt A
Geef punt A op voordat het
afspelen start, start daarna het
afspelen en geef punt B op.
Het eind van een song
opgeven als punt B
Als u alleen punt A opgeeft,
wordt herhaaldelijk afgespeeld
van punt A tot aan het einde
van de song (punt B).
OPMERKING
U kunt het bereik dat moet
worden herhaald ook als volgt
opgeven.
1 Selecteer het maatnummer
met de knoppen [
u]/[d] en
spoel de song daarna snel
vooruit tot punt A met de
knoppen [<]/[>].
2 Selecteer 'Set A' met de
knoppen [
u]/[d] en druk
daarna op de knop [>].
Nadat u punt A hebt
opgegeven, wordt de
display om punt B op te
geven opgeroepen.
3 Geef punt B op dezelfde
manier op als punt A.
knoppen [u]/[d] en daarna drukt u op de knop [>].
Als u AB Repeat wilt instellen, selecteert u 'A – B'.
Als u Song Repeat wilt instellen, selecteert u 'Song'.
4. Kies de gewenste instelling in de insteldisplay.
•AB Repeat .................Zie verder.
•Song Repeat...............Zie pagina 46.
Instelling AB Repeat
Geef het herhalingsbereik aan.
4-1. Druk op de knop [R/K] om het afspelen van de song te
starten.
4-2. Druk op de knop [>] aan het beginpunt (A) van het
bereik dat moet worden herhaald.
Songs afspelen
4-3. Druk nogmaals op de knop [>] aan het eindpunt (B).
Na een automatische inleiding (om u te helpen in de frase te komen),
wordt het gedeelte van punt A tot punt B herhaaldelijk afgespeeld.
5.Om de functie Repeat uit te schakelen, drukt u op de
knop [>] wanneer 'Repeat Off ' is geselecteerd of
selecteert u een andere song.
Als AB Repeat is ingeschakeld, wordt weergegeven in de display
Song.
CLP-585/575/545/535/565GP Gebruikershandleiding
45
Songs afspelen
MIDIAudio
Insteldisplay
Vinkje
Instelling Song Repeat
4-1. Selecteer de gewenste herhaalfunctie met de knoppen
[u]/[d] in de insteldisplay.
• Off (uit):
Herhaaldelijk afspelen is uitgeschakeld.
• Single (enkel):
Speelt de geselecteerde song herhaaldelijk af.
• All (alle):
Alle songs in een opgegeven bereik worden doorlopend op vaste
volgorde afgespeeld.
• Random (willekeurig):
Alle songs in een opgegeven bereik worden doorlopend in
willekeurige volgorde afgespeeld.
Als de instelling Repeat is ingeschakeld, wordt , of
weergegeven in de display Song.
4-2. Druk op de knop [R/K] (afspelen/pauze) om het
herhaaldelijk afspelen te starten.
5.Om de functie Repeat uit te schakelen, drukt u op de
knop [] (stop) om het afspelen te stoppen en selecteert
u 'Off' in stap 4-1.
CLP-585/575/545/535/565GP Gebruikershandleiding
46
De volumebalans aanpassen
MIDIAudio
1, 2, 3
1
4
Display Song Menu (wanneer een MIDI-song is geselecteerd)
Display Song Menu (wanneer een audiosong is geselecteerd)
OPMERKING
Sommige in de handel
verkrijgbare muziekdata
bevatten extreem hoge
volumes. Pas voor dergelijke
data 'Song – Keyboard' aan.
Wanneer een MIDI-song is geselecteerd, kunt u de volumebalans aanpassen
tussen de afgespeelde song en de klanken die u op het toetsenbord speelt of
tussen de rechter- en linkerhandpartijen van de geselecteerde song. Wanneer
een audiosong is geselecteerd, kunt u het volume van de audiosong aanpassen.
Selecteer eerst de gewenste song.
Songs afspelen
1. Druk herhaaldelijk op de knop [MENU] om de display
Song Menu op te roepen. Selecteer 'Volume' en druk
daarna op de knop [>].
2. Wanneer een MIDI-song is geselecteerd, selecteert u 'Song
– Keyboard' of 'Song L – R' met de knoppen [u]/[d] en daarna
drukt u op de knop [>] om de insteldisplay op te roepen.
Wanneer een audiosong is geselecteerd, gebruikt u de
knoppen [<]/[>] om het afspeelvolume van de audio in te
stellen. Ga verder met stap 4 als u de waarde hebt ingesteld.
•Song – Keyboard
Hiermee kunt u de volumebalans instellen tussen de afgespeelde MIDIsong en uw toetsenspel.
•Song L – R
Hiermee kunt u de volumebalans instellen tussen de rechter- en
linkerhandpartijen van de geselecteerde MIDI-song.
CLP-585/575/545/535/565GP Gebruikershandleiding
47
Songs afspelen
Het volume van de afgespeelde song wordt lager.Het volume van uw spel wordt lager.
Het volume van de rechterpartij wordt lager.Het volume van de linkerpartij wordt lager.
3. Pas de volumebalans aan met de knoppen [<]/[>].
In het geval van 'Song – Keyboard'
In het geval van 'Song L – R'
4. Druk tweemaal op de knop [EXIT] om de display Song
Menu te verlaten.
Als u een andere MIDI-song selecteert, wordt de instelling voor 'Song L – R'
teruggezet naar de standaardinstelling. Als u een andere song selecteert,
wordt de waarde voor 'Song – Keyboard' en het audiovolume niet
teruggezet.
Handige afspeelfuncties
Afspelen automatisch starten zodra u op het
toetsenbord speelt (Synchro Start)
In de speciale modus 'Sync Start' kunt u op een willekeurige toets op het
toetsenbord drukken om het afspelen van songs te starten.
U activeert de modus Sync Start door een song te selecteren en op de knop
[
R/K] (afspelen/pauze) te drukken terwijl u de knop [] (stop) ingedrukt
houdt. Het lampje [
(Druk op de knop [
Het afspelen begint zodra u op het toetsenbord speelt.
Het afspelen starten/onderbreken met een pedaal
U kunt de functie Song afspelen/onderbreken (de functie van de knop [R/K])
(afspelen/pauze) toewijzen aan het middenpedaal of het linkerpedaal in het
System Menu (pagina 90).
Dit is handig als u het afspelen wilt starten of onderbreken terwijl u speelt en
uw handen niet van het toetsenbord wilt halen.
CLP-585/575/545/535/565GP Gebruikershandleiding
48
R/K] knippert in het huidige tempo.
] om de modus Sync Start uit te schakelen.)
Het toetsenbord bespelen tijdens het afspelen
585575545535565GP
Het tempo van het ritme
• Het tempo van het ritme is
gelijk aan het tempo ingesteld
voor de metronoom (pagina 35).
• Als u een MIDI-song
selecteert, wijzigt de
tempowaarde in de waarde
opgegeven in de data van de
geselecteerde MIDI-song, ook
als u het tempo van het ritme
hebt ingesteld.
Gedetailleerde instellingen
voor het ritme
In de display Metronome Menu
(pagina 87) kunt u
gedetailleerde parameters
instellen, zoals het volume van
het ritme en Sync Start, dat
ervoor zorgt dat het afspelen
van het ritme start wanneer u
een toets indrukt.
OPMERKING
De display Metronome kan niet
worden opgeroepen wanneer
een andere display dan Voice of
Song wordt weergegeven,
wanneer een song wordt
afgespeeld of tijdelijk op pauze
staat, of wanneer het instrument
in de songopnamemodus staat.
Display Metronome
2-1. Gebruik de knoppen [u]/[d]
om 'Type' te selecteren.
2-2. Druk op de knop [>] om de
volgende display op te roepen.
2-3. Gebruik de knoppen [u]/[d]
om 'Rhythm' te selecteren.
2-4. Druk op de knop [>] om de
volgende display op te roepen.
2-5. Gebruik de knoppen
[
u]/[d] om het
gewenste ritme te
selecteren.
Vinkje
Display Metronome TypeDisplay Rhythm
De intro en het einde
afspelen
Elk ritme heeft een 'intro' en
'einde' waarmee u het
arrangement van de
begeleiding kunt variëren.
Om deze af te spelen stelt u
'Intro' en 'Ending' in op 'on' in
de display Metronome Menu.
Als u bij deze instelling op de
knop [METRONOME/RHYTHM]
drukt, wordt eerst de intro en
daarna het ritme afgespeeld.
Als u opnieuw op de knop
[METRONOME/RHYTHM]
drukt, wordt het einde
afgespeeld en daarna stopt het
afspelen.
van een ritme
Dit instrument beschikt over verschillende ritmepatronen. U kunt het toetsenbord bespelen terwijl een
ritme wordt afgespeeld.
2
5
1, 4
1. Druk op de knop [METRONOME/RHYTHM] om de
display Metronome op te roepen.
Het afspelen van de metronoom begint.
2. Gebruik de knoppen [u]/[d]/[<]/[>] om het gewenste
ritme op te roepen.
Raadpleeg de lijst met ritmen voor meer informatie over de beschikbare
ritmen (pagina 101).
3. Bespeel het toetsenbord terwijl een ritme wordt
afgespeeld.
4. Druk nogmaals op de knop [METRONOME/RHYTHM]
om het afspelen van het ritme te stoppen.
5. Druk op de knop [EXIT] om de display Metronome te
verlaten.
CLP-585/575/545/535/565GP Gebruikershandleiding
49
Uw spel opnemen
MIDI
Audio
MIDI
MIDI
MIDI
Audio
Met dit instrument kunt u uw spel opnemen op de volgende twee manieren.
• MIDI-opname
Bij deze methode wordt opgenomen spel opgeslagen in het instrument of op een USB-flashgeheugen als een
SMF (format 0) MIDI-bestand. Als u een specifiek deel opnieuw wilt opnemen of parameters zoals Voice wilt
wijzigen, handel dan als volgt. U kunt uw spel ook track per track opnemen. Omdat een MIDI-song na opname
kan worden geconverteerd naar een audiosong (pagina 65) wilt u wellicht MIDI-opname (met overdubben en
meerdere partijen) gebruiken om eerst een complex arrangement te maken dat u niet live zou kunnen spelen,
en dit vervolgens naar een audiosong converteren. In dit instrument kunt u ca. 500 kB data per song opnemen.
•Audio-opname
Bij deze methode wordt opgenomen spel opgeslagen als een audiobestand op een USB-flashgeheugen.
De opname vindt plaats zonder dat de opgenomen partij wordt toegewezen. Omdat de opname standaard
wordt opgeslagen in stereo WAV-indeling van normale CD-kwaliteit en resolutie (44.1 kHz/16bit) kan de
opname via de computer worden verzonden naar en afgespeeld op draagbare muziekspelers. Omdat
audiosignalen via de [AUX IN]-aansluiting ook worden opgenomen, kunt u uw toetsenspel samen met het
geluid van de aangesloten cd-speler of draagbare muziekspelers opnemen. Op dit instrument kan tot
80 minuten per opname worden opgeslagen.
Zie pagina 38 voor meer informatie over het verschil tussen MIDI- en audiosongs.
Opnamemethoden
In dit hoofdstuk worden de volgende vier methoden besproken. De indeling
van de gemaakte data is afhankelijk van de methode, MIDI of audio.
Met deze methode kunt u het snelst beginnen opnemen. Uw spel wordt
opgenomen en opgeslagen in de categorie 'User' in het interne geheugen van
het instrument.
Met deze methode kunt u de rechter-, linker- en extra partijen afzonderlijk
opnemen. U kunt de linkerpartij opnemen terwijl de rechterpartij wordt
afgespeeld. Dit is handig voor het opnemen van beide partijen van een duet.
Aangezien u tot zestien partijen afzonderlijk kunt opnemen, kunt u het spel van
elk van de instrumenten één voor één opnemen om volledig georkestreerde
composities te creëren.
• MIDI-opname in het USB-flashgeheugen .........pagina 55
Deze methode is handig als u de eerder opgenomen MIDI-song in het
USB-flashgeheugen wilt overschrijven of een nieuwe MIDI-song in het
USB-flashgeheugen wilt maken.
• Audio-opname in het USB-flashgeheugen ........pagina 56
Met deze methode kunt u uw spel opnemen als audiodata in het
USB-flashgeheugen dat op de USB [TO DEVICE]-aansluiting is aangesloten.
CLP-585/575/545/535/565GP Gebruikershandleiding
50
Snelle MIDI-opname
MIDI
5
2
4
6
Met de metronoom/ritme
(CLP-585/575/545)
U kunt de metronoom/ritme
gebruiken bij het opnemen.
Het geluid van de metronoom
kan niet worden opgenomen,
maar dat van het ritme wel.
Start het afspelen van het ritme
pas nadat u de opnamemodus
hebt geactiveerd. Als u de
opnamemodus activeert
tijdens het afspelen van het
ritme, wordt het afspelen
gestopt.
OPMERKING
Zie 'MIDI-opname –
afzonderlijke tracks' (pagina
53) als u de linkerhand- en
rechterhandpartij afzonderlijk
wilt opnemen, want bij deze
opnamemethode wordt
verondersteld dat de linker- en
rechterpartij samen worden
opgenomen.
OPMERKING
De volumebalans 'Song –
Keyboard' wordt niet
opgenomen.
OPMERKING
Bij een MIDI-opname wordt het
spel opgenomen op track 1.
In de Dual- of splitmodus
wijken de tracks die zijn
toegewezen voor opname af
van de tracks die voor de
opname worden gebruikt. Zie
'Opnametracks toewijzen' op
pagina 53 voor meer
informatie.
Nieuwe (lege) songfile
OPMERKING
Door de knop [] een seconde
ingedrukt te houden wordt de
display met de
opnamedoelsongs. Selecteer
in dit geval [New Song] en druk
daarna op de knop [>].
Raadpleeg daarbij de tabel op
pagina 55.
Starten met opnemen
zodra een ritme start:
(CLP-585/575/545)
Wanneer een ritme (pagina 49)
is geselecteerd, drukt u op de
knop [METRONOME/RHYTHM]
om het afspelen van het ritme
en de MIDI-opname tegelijk te
starten.
Deze methode is de snelste manier om te beginnen opnemen.
1. Geef de nodige instellingen op, zoals voiceselectie en
maatsoort.
Voordat u met de opname start, selecteert u een voice (pagina 24) voor
uw toetsenspel, schakelt u Dual/Split desgewenst in of uit, stelt u de
maatsoort en het volume van het ritme in (pagina 87) en selecteert u het
gewenste reverb-/chorus-/effecttype.
Uw spel opnemen
2. Druk op de knop [] (opnemen) om de opnamemodus te
activeren.
Er wordt automatisch een lege song ingesteld voor opname.
Het lampje [
Druk opnieuw op de knop [] (opnemen) om de opnamemodus te
verlaten.
3. Bespeel het toetsenbord om de opname te starten.
Als u een stilte wilt opnemen aan het begin van de song, drukt u op de
knop [
Tijdens de opname wordt het huidige maatnummer in de display
weergegeven.
R/K] (afspelen/pauze) knippert in het huidige tempo.
R/K] (afspelen/pauze) om de opname te starten.
CLP-585/575/545/535/565GP Gebruikershandleiding
51
Uw spel opnemen
LET OP
De opgenomen MIDI-song gaat
verloren als u overschakelt naar
een andere Song of als u het
instrument uitschakelt zonder
eerst op te slaan.
De naam van de
opgenomen song wijzigen
De opgenomen songs krijgen
automatisch een naam, maar u
kunt de songnamen
desgewenst wijzigen
(pagina 66).
OPMERKING
Andere parameterinstellingen
dan voice en tempo, zoals de
nootdata, pedaaldata (demper/
soft/sostenuto),
octaveringsinstelling en
maatsoort, kunnen niet meer
worden gewijzigd na het
opnemen.
4. Als u klaar bent met spelen, drukt u op de knop [] (stop)
om de opname te stoppen.
Met deze bewerking verlaat u de opnamemodus en wordt de display voor
het opslaan van de opgenomen speeldata opgeroepen.
5. Als u het opgenomen spel wilt opslaan, drukt u op de knop
[>] om de data op te slaan terwijl 'Save' is geselecteerd.
Nadat het opslaan voltooid is, wordt 'Save Completed' in de display
weergegeven en wordt de display Song opnieuw weergegeven.
• Als u niet tevreden bent over uw spel en opnieuw wilt opnemen,
selecteert u 'Retry' en drukt u op de knop [>]. Start opnieuw met
opnemen vanaf stap 3.
• Als u de opgenomen data niet wilt opslaan, selecteert u 'Cancel' en
drukt u op de knop [>].
6. Om het opgenomen spel te beluisteren, drukt u op de knop
[R/K] (afspelen/pauze).
De opgenomen song krijgt de naam 'USERSONGxxx' (xxx: nummer) en
wordt opgeslagen in de categorie 'User'.
Data die in MIDI-songs kan worden opgenomen
Data voor afzonderlijke tracks
•Nootdata (uw toetsenspel)
•Voiceselectie
• Pedaalbewerkingen (demper/soft/sostenuto)
•Reverbdiepte
•Chorusdiepte
• Effectdiepte
• Helderheid van de klank – 'Brightness'
• Resonantie-effectinstelling –
52
'HarmonicContent'
•Octaaf
• Volume-instelling van afzonderlijke voices –
'Volume'
• Pan voor afzonderlijke voices
•Ontstemming
• Aanslaggevoeligheid
CLP-585/575/545/535/565GP Gebruikershandleiding
Data voor alle tracks
• Stemschaal
•Tempo
•Maatsoort
• Reverbtype
•Chorus-type
•Effecttype
MIDI-opname – afzonderlijke tracks
MIDI
OPMERKING
Zie 'MIDI-opname in het USBflashgeheugen' (pagina 55) als
u uw spel in het USBflashgeheugen wilt opnemen of
de opname aan de MIDI-song
in het USB-flashgeheugen wilt
toevoegen.
OPMERKING
Het ritme kan niet aan de
opgenomen song worden
toegevoegd.
12345678910111213141516
Voorbeeld:
Rechterhandpartij
Linkerhandpartij
Als u een nieuwe track van
een eerder opgenomen
MIDI-song wilt opnemen:
Nadat u de doel-MIDI-song
hebt geselecteerd (stap 1 – 4
op pagina 39 – 40), houdt u de
knop [] (opnemen)
gedurende een seconde
ingedrukt om de display met
opnamedoelsongs op te
roepen, selecteert u de 4e
optie (de geselecteerde MIDIsong), drukt u op de knop [>]
en gaat u vervolgens naar stap
2 op deze pagina.
OPMERKING
Als u uw spel met beide
handen eerst op track R en
dan track L opneemt, worden
beide tracks tegelijk
afgespeeld als een enkele
song.
Opnametracks toewijzen
Als Dual/Split is ingeschakeld,
wordt alleen het spel van voice
R1 opgenomen op de
geselecteerde track. Het spel
van voice R2 wordt
opgenomen op het
tracknummer gelijk aan 6 plus
de geselecteerde track en het
spel van voice L wordt
opgenomen op het
tracknummer gelijk aan 3 plus
de geselecteerde track. Het
afgespeelde ritme wordt
opgenomen op tracks 9/10.
Opnametrack
Bevat data.
Bevat geen data.
Met MIDI-opname kunt u een MIDI-song maken met in totaal 16 tracks door
uw spel track per track op te nemen. Tijdens het opnemen van een pianostuk
kunt u bijvoorbeeld de rechterhandpartij op track 1 opnemen en vervolgens de
linkerhandpartij op track 2, zodat u toch een compleet stuk kunt opnemen dat
moeilijk live met twee handen samen kan worden gespeeld. Om bijvoorbeeld
een uitvoering met het afspelen van ritme op te nemen (alleen voor CLP-585/
575/545) legt u eerst het afspelen van het ritme op tracks 9 – 10 vast, en neemt
u daarna een of meerdere melodieën op track 1 op, terwijl u luistert naar het
eerder opgenomen ritme. Op deze manier kunt u een volledige song maken die
anders moeilijk of zelfs onmogelijk live zou kunnen worden gespeeld.
Uw spel opnemen
1. Voer dezelfde bewerkingen uit als in stap 1 en stap 2 op
pagina 51 om de opnamemodus te activeren terwijl een
nieuwe lege song is geselecteerd.
2. Druk op de knop [d] om Track te selecteren en gebruik
daarna de knoppen [<]/[>] om een opnametrack te
selecteren.
Als u de rechterhandpartij wilt opnemen, selecteert u 'R' (track 1).
Als u de linkerhandpartij wilt opnemen, selecteert u 'L' (track 2).
Als u uw spel wilt opnemen op tracks 3 – 16, roept u de gewenste track op
door herhaaldelijk op de knoppen [<]/[>] te drukken.
3. Bespeel het toetsenbord om de opname te starten.
4. Als u klaar bent met spelen, drukt u op de knop [] (stop)
om de opname te stoppen.
Met deze bewerking verlaat u de opnamemodus en wordt de display voor
het opslaan van de opgenomen speeldata opgeroepen.
CLP-585/575/545/535/565GP Gebruikershandleiding
53
Uw spel opnemen
LET OP
De opgenomen MIDI-song gaat
verloren als u overschakelt naar
een andere Song of als u het
instrument uitschakelt zonder
eerst op te slaan.
De naam van de
opgenomen song wijzigen
De opgenomen songs krijgen
automatisch een naam, maar u
kunt de songnamen
desgewenst wijzigen
(pagina 66).
Verschijnt wanneer de track data bevat.
5. Als u het opgenomen spel wilt opslaan, drukt u op de knop
[>] om de data op te slaan terwijl 'Save' is geselecteerd.
Nadat het opslaan voltooid is, wordt 'Save Completed' in de display
weergegeven en keert deze terug naar de display Song.
• Als u niet tevreden bent over uw spel en opnieuw wilt opnemen,
selecteert u 'Retry' en drukt u op de knop [>]. Start opnieuw met
opnemen vanaf stap 3.
• Als u de opgenomen data niet wilt opslaan, selecteert u 'Cancel' en
drukt u op de knop [>].
Status van trackdata
U kunt controleren of een track al dan niet opgenomen data bevat.
6. Om het opgenomen spel te beluisteren, drukt u op de knop
[R/K] (afspelen/pauze).
De opgenomen song krijgt de naam 'USERSONGxxx' (xxx: nummer) en
wordt opgeslagen in de categorie 'User'.
7. Als u nog een track wilt opnemen, activeert u de
songopnamemodus opnieuw.
7-1. Houd de knop [] (opnemen) gedurende een seconde
7-2. Gebruik de knop [d] om de bestaande MIDI-song te
8. Neem uw spel op een andere track op door de stap 2 – 6
van dit gedeelte te herhalen.
Selecteer in stap 2 een track waarop nog geen data is opgenomen. Bespeel
het toetsenbord in stap 3 terwijl u luistert naar de reeds opgenomen data.
CLP-585/575/545/535/565GP Gebruikershandleiding
54
ingedrukt.
De opnamedoelsongs worden weergegeven in de display.
selecteren (onder aan de lijst) en druk daarna op de knop [>].
MIDI-opname in het USB-flashgeheugen
MIDI
OPMERKING
Lees eerst 'USB-apparaten
aansluiten (USB [TO DEVICE]aansluiting)' op pagina 70
voordat u een USBflashgeheugen aansluit.
OPMERKING
Controleer de resterende
geheugencapaciteit van het
USB-flashgeheugen voordat
u start met opnemen. System
Menu: 'Utility' 'USB
Properties' (pagina 92).
Deze instructies beschrijven hoe u een eerder opgenomen MIDI-song in het
USB-flashgeheugen kunt overschrijven of een nieuwe MIDI-song in het USBflashgeheugen kunt maken.
1. Sluit het USB-flashgeheugen aan op de USB [TO
DEVICE]-aansluiting.
2. Selecteer een MIDI-song als opnamedoel en activeer
daarna de opnamemodus.
2-1. Als u een bijkomende track wilt opnemen in de eerder
opgenomen MIDI-song, selecteert u de gewenste MIDI-song
in het USB-flashgeheugen. Als u een nieuwe Song wilt gaan
opnemen, sla deze stap dan over.
2-2. Houd de knop [] (opnemen) een seconde ingedrukt om de
display met de opnamedoelsongs op te roepen.
Uw spel opnemen
2-3. In de lijst met opnamedoelsongs selecteert u 'New Song
(USB)' of 'xxxxx' (4e optie hieronder) met de knoppen [
u]/[d]
en daarna drukt u op de knop [>] om de opnamemodus te
activeren.
OpnamedoelsongOmschrijving
New SongSelecteer deze optie als u uw spel wilt opnemen in een lege
New Song (USB)*Selecteer deze optie als u uw spel wilt opnemen in een lege
New Audio (USB)*Selecteer deze optie als u uw spel wilt opnemen als lege
xxxxx (MIDI-song
geselecteerd in
stap 2-1
hierboven)**
* Kan alleen worden geselecteerd wanneer het USB-flashgeheugen is aangesloten op de
USB [TO DEVICE]-aansluiting.
** Wordt niet weergegeven wanneer geen eerder opgenomen MIDI-song wordt geselecteerd
in stap 2-1 hierboven of wanneer een vooraf ingestelde song of beveiligde song wordt
geselecteerd in stap 2-1.
MIDI-song en wilt opslaan in de categorie 'User' in het interne
geheugen van dit instrument.
MIDI-song en wilt opslaan in het USB-flashgeheugen.
audiodata en wilt opslaan in het USB-flashgeheugen.
Selecteer deze optie als u data wilt toevoegen aan of data
wilt overschrijven in de huidige geselecteerde MIDI-song.
CLP-585/575/545/535/565GP Gebruikershandleiding
55
Uw spel opnemen
LET OP
Als u uw spel opneemt op een
track die al data bevat, worden
de eerder opgenomen data
overschreven.
OPMERKING
De maatsoort en het tempo
kunnen niet worden gewijzigd
wanneer een deel van een
bestaande MIDI-song wordt
vervangen.
Audio
OPMERKING
Lees eerst 'USB-apparaten
aansluiten (USB [TO DEVICE]aansluiting)' op pagina 70
voordat u een USBflashgeheugen aansluit.
OPMERKING
Controleer de resterende
geheugencapaciteit van het
USB-flashgeheugen voordat u
begint met opnemen. System
Menu: 'Utility' 'USB
Properties' (pagina 92).
OPMERKING
Bij een audio-opname kan het
geluid vervormen als het
voicevolume wordt ingesteld
op een hogere waarde dan de
standaardinstelling. Controleer
of het voicevolume op de
standaardinstelling of lager
staat voordat u begint met
opnemen via de display Voice
Menu: 'Voice Edit' 'Volume'
(pagina 81).
OPMERKING
Bij een audio-opname worden
audiosignalen via de [AUX IN]aansluiting ook opgenomen.
3. Voer de opnamebewerking uit en sla daarna het
opgenomen spel op.
• Als u data wilt toevoegen aan de huidige geselecteerde
MIDI-song of de opgegeven track wilt opnemen in de lege
MIDI-song:
Voer stap 2 – 8 van 'MIDI-opname – afzonderlijke tracks' op pagina 53
uit.
• Als u snel wilt opnemen in een lege MIDI-song:
Voer stap 3 – 6 van 'Snelle MIDI-opname' op pagina 51 uit.
Audio-opname in het USB-flashgeheugen
Deze instructies beschrijven hoe u uw spel kunt opnemen als audiodata. Een
audiobestand waarin uw spel moet worden opgenomen, kan alleen in het
USB-flashgeheugen worden opgeslagen. Daarom moet u uw
USB-flashgeheugenapparaat klaarmaken voordat u begint met opnemen.
1. Sluit het USB-flashgeheugen aan op de USB [TO
DEVICE]-aansluiting.
2. Houd de knop [] (opnemen) een seconde ingedrukt om
de display met de opnamedoelsongs op te roepen.
3. Gebruik de knoppen [u]/[d] om 'New Audio (USB)' te
selecteren en druk daarna op de knop [>].
4. Voer stap 3 – 6 van 'Snelle MIDI-opname' uit (pagina 51).
In tegenstelling tot een MIDI-opname, wordt de verstreken tijd
weergegeven in de display tijdens de audio-opname.
CLP-585/575/545/535/565GP Gebruikershandleiding
56
Overige opnametechnieken
MIDI
Gedeeltelijk opnieuw opnemen van een song
U kunt een bepaald gedeelte van een MIDI-song opnieuw opnemen.
2
2, 6
11
3
5
7, 10
8
1. Selecteer de gewenste MIDI-song.
Zie pagina 39 voor meer informatie.
Uw spel opnemen
2. Stel de parameters in om te bepalen hoe de opname start
en stopt.
2-1. Druk herhaaldelijk op de knop [MENU] om de display
Recording Menu op te roepen.
2-2. Gebruik de knoppen [u]/[d] om 'RecStart' te selecteren en
selecteer daarna de waarde die bepaalt hoe de opname start
met de knop [>].
• Normal (normaal)
De eerder opgenomen data worden vervangen door de nieuwe data
zodra de opname start.
• KeyOn (toets aan)
De eerder opgenomen data blijven behouden tot u een toets indrukt
en de opname start zodra u een toets indrukt.
2-3. Gebruik de knoppen [u]/[d] om 'RecEnd' te selecteren en
selecteer daarna de waarde die bepaalt hoe de opname stopt
met de knop [>].
•Replace (vervangen)
De data na het punt waar u stopt met opnemen, worden ook gewist.
CLP-585/575/545/535/565GP Gebruikershandleiding
57
Uw spel opnemen
OPMERKING
De maatsoort kan niet worden
gewijzigd wanneer een deel
van een bestaande song wordt
vervangen.
• PunchOut (punch-out)
De data na het punt waar u stopt met opnemen, blijven behouden.
3. Druk op de knop [SONG] om de display Song op te
roepen.
4. Geef het startpunt op vanaf waar u opnieuw wilt opnemen.
Gebruik de knoppen [u]/[d] om het maatnummer te selecteren en
gebruik daarna de knoppen [<]/[>] om de afspeelpositie (maatnummer)
naar het gewenste punt te verplaatsen. Een andere methode is op de knop
[
R/K] (afspelen/pauze) drukken om het afspelen te starten en daarna net
voor het gewenste punt opnieuw op de knop [
Selecteer de instellingen (voice en andere parameters) indien nodig.
Selecteer de gewenste instellingen als u de vorige instellingen wilt
wijzigen.
R/K] drukken.
5. Houd de knop [] (opnemen) een seconde ingedrukt om
de display met opnamedoelsongs op te roepen, selecteer de
4e optie (song geselecteerd in stap 1) en druk daarna op de
knop [>] om de opnamemodus te activeren.
6. Druk op de knop [d] om Track te selecteren en gebruik
daarna de knoppen [<]/[>] om een track voor opnieuw
opnemen te selecteren.
7. Bespeel het toetsenbord of druk op de knop [R/K]
(afspelen/pauze) om de opname te starten.
8. Druk op de knop [] (stop) om de opname te stoppen.
9. Sla het opgenomen spel op volgens stap 5 op pagina 54.
Hiermee sluit u de opnamemodus af.
10.Om het opgenomen spel te beluisteren, drukt u op de knop
[R/K] (afspelen/pauze).
CLP-585/575/545/535/565GP Gebruikershandleiding
58
Het tempo of de voice van een eerder opgenomen
MIDI
Display Song Menu
3-1. Gebruik de knoppen [u]/[d]
om 'Edit' te selecteren.
3-2. Druk op de knop [>] om de
volgende display op te
roepen.
3-3. Gebruik de knoppen [u]/[d]
om 'Tempo Change' te
selecteren.
3-4. Druk op de knop [>] om de
volgende display op te roepen.
Display EditDisplay Tempo Change
MIDI-song wijzigen
Voor MIDI-songs kunt u na het opnemen het tempo en de voice wijzigen om
een verandering aan te brengen in de sfeer van een song of om een geschikter
tempo in te stellen.
Het tempo wijzigen:
1. Selecteer de MIDI-song die u wilt wijzigen.
Zie pagina 39 voor meer informatie.
2. Stel het gewenste tempo voor de huidige MIDI-song in.
Roep de display Song op, selecteer het tempo met de knoppen [u]/[d] en
stel daarna de waarde in met de knoppen [<]/[>].
3. Druk herhaaldelijk op de knop [MENU] om de display Song
Menu op te roepen en selecteer daarna de gemarkeerde
optie in elke display, zoals hieronder afgebeeld.
Uw spel opnemen
4. Pas de geselecteerde tempowaarde toe op de data van de
huidige MIDI-song.
Druk op de knop [d] om 'Execute' te selecteren en druk daarna op de
knop [>] om de nieuwe tempowaarde toe te passen op de data van de
huidige MIDI-song.
Wanneer deze bewerking voltooid is, wordt 'Completed' weergegeven in
de display en wordt de display Tempo Change even later opnieuw
weergegeven.
5. Druk op de knop [EXIT] om de display Song Menu te
verlaten.
CLP-585/575/545/535/565GP Gebruikershandleiding
59
Uw spel opnemen
Display Song Menu
3-1. Gebruik de knoppen [u]/[d]
om 'Edit' te selecteren.
3-2. Druk op de knop [>] om de
volgende display op te
roepen.
3-3. Gebruik de knoppen [u]/[d]
om 'Voice Change' te
selecteren.
3-4. Druk op de knop [>] om de
volgende display op te roepen.
Display EditDisplay Voice Change
De voice wijzigen:
1. Selecteer de MIDI-song die u wilt wijzigen.
Zie pagina 39 voor meer informatie.
2. Selecteer de gewenste voice.
Zie pagina 24 voor meer informatie.
3. Druk herhaaldelijk op de knop [MENU] om de display
Song Menu op te roepen en selecteer daarna de
gemarkeerde optie in elke display, zoals hieronder
afgebeeld.
4.
Druk opnieuw op de knop [>] om de insteldisplay op te
roepen en selecteer daarna de gewenste track met de
knoppen [u]/[d].
5. Pas de voice geselecteerd in stap 2 voor de track
geselecteerd in stap 4 toe op de data van de huidige
MIDI-song.
Druk op de knop [<] om terug te keren naar de display Voice Change.
Druk op de knop [
knop [>] om de nieuwe voice toe te passen op de data van de huidige
MIDI-song.
Wanneer deze bewerking voltooid is, wordt 'Completed' weergegeven in
de display en wordt de display Voice Change even later opnieuw
weergegeven.
d] om 'Execute' te selecteren en druk daarna op de
6. Druk op de knop [EXIT] om de display Song Menu te
verlaten.
CLP-585/575/545/535/565GP Gebruikershandleiding
60
Werken met songfiles
Bestand
Een bestand bevat een set
data. Op dit instrument bestaat
een songfile uit songdata en
een songnaam.
Beperkingen voor
beveiligde songs
In de handel verkrijgbare
songdata kunnen tegen
kopiëren zijn beveiligd om
illegaal kopiëren of onbedoeld
wissen te voorkomen.
Songnaam
Pictogram
Categorienaam
*
*
Met het menu 'File' in de display Song Menu (pagina 84) kunt u verschillende bewerkingen uitvoeren op
songfiles, zowel op songs die u op dit instrument hebt opgenomen als op in de handel verkrijgbare songs.
Lees het gedeelte 'Voorzorgsmaatregelen bij het gebruik van de USB [TO DEVICE]-aansluiting' op pagina
70 voordat u een USB-flashgeheugen aansluit.
BewerkingMenu FilePagina
Bestanden verwijderenDeletepagina 62, 63
Bestanden kopiëren*Copypagina 62, 63
Bestanden verplaatsen*Movepagina 62, 64
Een MIDI-song converteren naar een audiosong tijdens het
afspelen
Bestandsnamen wijzigenRenamepagina 62, 66
Acties die zijn gemarkeerd met een '*', zijn alleen van toepassing als er een MIDI-song is geselecteerd.
Songtypen en beperkingen op
bestandsbewerkingen
Songtypen worden aangegeven met de categorienaam en een pictogram in de
display Song. In de volgende tabel ziet u het songtype en beperkingen op
bestandsbewerkingen.
*MIDItoAudiopagina 62, 65
Datalocatie
InstrumentPiano 5050 vooraf ingestelde
USB-flashgeheugenapparaat
* Er zijn twee soorten songs: originele en bewerkte. Originele en bewerkte songs moeten in dezelfde map worden opgeslagen. Als u dit niet doet,
kan het bestand niet worden afgespeeld.
: Ja, ×: Nee
Een
Categorie
pianosongs
Lesson Vooraf ingestelde
UserUw eigen opgenomen
USBMIDI-songs
lessongs
songs (MIDI)
Beveiligde MIDI-songs ×× ×
MIDI-songs met Yamahabeveiliging
Audiosongs ×× ×
Beveiligde MIDI-songs ××××
MIDI-songs met Yamahabeveiliging
Songtype
Bestanden
verwijderen
×××× ×
×××× ×
××
××
Bestands-
namen
wijzigen
Bestan-
den
kopiëren
CLP-585/575/545/535/565GP Gebruikershandleiding
Bestanden ver-
plaatsen
MIDI-song
naar een
audiosong
converteren
tijdens het
afspelen
61
Werken met songfiles
Display Song Menu
Bijvoorbeeld: Bestandsnamen wijzigen
LET OP
Koppel het USB-flashgeheugen
niet los tijdens een
bestandsbewerking of wanneer
data van het USBflashgeheugen worden
geladen. Hierdoor kunnen alle
data in het USB-flashgeheugen
en het instrument verloren
gaan.
Basisbewerkingen met songfiles
U kunt werken met songfiles aan de hand van de onderstaande instructies.
1. Sluit het USB-flashgeheugen aan op de USB [TO
DEVICE]-aansluiting indien nodig.
Om een bestand in een USB-flashgeheugen te kunnen gebruiken met het
instrument, moet het bestand worden opgeslagen in het USBflashgeheugen.
2. Selecteer een song waarop u de bewerking wilt uitvoeren.
Zie pagina 39 voor informatie over het selecteren van een song.
3. Roep de bestandsmodus op.
3-1. Druk herhaaldelijk op de knop [MENU] om de display Song
Menu op te roepen. Gebruik de knoppen [
selecteren en druk daarna op de knop [>].
u]/[d] om 'File' te
3-2. Selecteer de gewenste bewerking uit 'Delete', 'Copy', 'Move',
'MIDItoAudio' of 'Rename'.
Druk een- of tweemaal op de knop [EXIT] om de bestandsmodus af te
sluiten.
4. Voer de geselecteerde bewerking uit.
Raadpleeg het overeenkomstige gedeelte voor specifieke instructies.
Tijdens de bewerking kunnen er berichten (informatie of bevestiging)
worden weergegeven in de display. Zie 'Lijst met berichten' op pagina 102
voor meer informatie.
5. Druk op de knop [EXIT] om de bestandsmodus af te
sluiten.
CLP-585/575/545/535/565GP Gebruikershandleiding
62
Bestanden verwijderen – Delete
LET OP
Zet het instrument niet uit en
verwijder geen USBflashgeheugen terwijl
'Executing' in de display wordt
weergegeven.
Map USER FILES
Als het USB-flashgeheugen dat
op het instrument is
aangesloten geen map USER
FILES bevat, dan wordt deze
map automatisch aangemaakt
als u een song op dat apparaat
formatteert of opneemt.
De opgenomen song wordt
dan in die map opgeslagen.
OPMERKING
De kopieerfunctie is uitsluitend
bedoeld voor persoonlijk
gebruik.
OPMERKING
Mappen kunnen niet worden
gekopieerd.
Hoofdmap:
Het hoogste niveau in een
hiërarchische structuur. Dit
geeft een gebied aan dat niet
tot een map behoort.
Instrument
USB-flashgeheugen
User
Kan worden gekopieerd/
verplaatst.
Kan worden gekopieerd/
verplaatst.
Hoofdmap
Map USER
FILES
Zie pagina 61 voor meer informatie over de songtypen die u kunt verwijderen.
Zie pagina 62 voor informatie over basisbewerkingen.
Hierna volgt een gedetailleerde procedure voor stap 4 op die pagina.
4-1. Als 'Delete' is geselecteerd, drukt u op de knop [>] om de
insteldisplay op te roepen.
4-2. Selecteer 'Execute' door op de knop [d] te drukken en
druk daarna op de knop [>].
Nadat de song verwijderd is, keert de display terug naar de display Song
List.
Werken met songfiles
Bestanden kopiëren – Copy
Zie pagina 61 voor meer informatie over de songtypen die u kunt kopiëren.
Mogelijkheden bij kopiëren/verplaatsen
Een MIDI-song in de categorie 'User' in het instrument kan enkel worden
gekopieerd/verplaatst naar de map USER FILES in een USB-flashgeheugen. Als
u een MIDI-song in de categorie 'User' selecteert om te kopiëren/verplaatsen,
wordt de map USER FILES automatisch opgegeven als bestemming.
Een MIDI-song in een USB-flashgeheugen kan naar de categorie 'User' in het
instrument worden gekopieerd/verplaatst.
Zie pagina 62 voor informatie over basisbewerkingen.
Hierna volgt een gedetailleerde procedure voor stap 4 op die pagina.
CLP-585/575/545/535/565GP Gebruikershandleiding
63
Werken met songfiles
Bestandsnaam
Kopieerbestemming
Kopieerbestemming:
'USB' wordt weergegeven als
het USB-flashgeheugen de
kopieerbestemming is; 'User'
wordt weergegeven als het
instrument de
kopieerbestemming is. Een
bestand dat wordt gekopieerd
naar het USB-flashgeheugen,
wordt in de map USER FILES
opgeslagen.
OPMERKING
Er verschijnt een bericht als er
al een song met dezelfde naam
bestaat op de
kopieerbestemming. Selecteer
'Overwrite' als u de
geselecteerde song wilt
overschrijven of selecteer
'Cancel' als u wilt annuleren
met de knoppen [
u]/[d] en
druk daarna op de knop [>].
LET OP
Overschrijfbewerkingen wissen
bestaande data van het
bestand op de
kopieerbestemming en
overschrijven deze met de data
van het bronbestand.
LET OP
Zet het instrument niet uit en
verwijder geen USBflashgeheugen terwijl 'Executing'
in de display wordt weergegeven.
Verplaatsingsbestemming
'USB' wordt weergegeven als
het USB-flashgeheugen de
verplaatsingsbestemming is;
'User' wordt weergegeven als
het instrument de
verplaatsingsbestemming is.
Een bestand dat naar het
USB-flashgeheugen wordt
verplaatst, wordt in de map
USER FILES opgeslagen.
OPMERKING
Er verschijnt een bericht als er
al een song met dezelfde naam
bestaat op de
verplaatsingsbestemming.
Selecteer 'Overwrite' als u de
geselecteerde song wilt
overschrijven of selecteer
'Cancel' als u wilt annuleren
met de knoppen [
u]/[d] en
druk daarna op de knop [>].
LET OP
Overschrijfbewerkingen wissen
bestaande data van het
bestand op de
verplaatsingsbestemming en
overschrijven deze met de data
van het verplaatste bronbestand.
LET OP
Zet het instrument niet uit en
verwijder geen USBflashgeheugen terwijl
'Executing' in de display wordt
weergegeven.
Bestandsnaam
Verplaatsingsbestemming
4-1. Als 'Copy' is geselecteerd, drukt u op de knop [>] om de
insteldisplay op te roepen.
4-2. Selecteer 'Execute' door op de knop [d] te drukken en
druk daarna op de knop [>].
De geselecteerde song wordt naar de bestemming gekopieerd met
dezelfde naam als het bronbestand.
Bestanden verplaatsen – Move
Zie pagina 61 voor meer informatie over de songtypen die u kunt verplaatsen.
Zie pagina 62 voor informatie over basisbewerkingen.
Hierna volgt een gedetailleerde procedure voor stap 4 op die pagina.
4-1. Als 'Move' is geselecteerd, drukt u op de knop [>] om de
insteldisplay op te roepen.
4-2. Selecteer 'Execute' door op de knop [d] te drukken en
druk daarna op de knop [>].
De geselecteerde song wordt naar de bestemming verplaatst en de
display keert terug naar de display Song List.
CLP-585/575/545/535/565GP Gebruikershandleiding
64
Een MIDI-song naar een audiosong converteren
OPMERKING
Na conversie blijft de MIDIsong behouden op de
oorspronkelijke datalocatie.
tijdens het afspelen – MIDItoAudio
Een MIDI-song in het geheugen 'User' van het instrument of in een USBflashgeheugen kan naar een audiosong worden geconverteerd en daarna
worden opgeslagen in de map USER FILES in een USB-flashgeheugen.
Zie pagina 61 voor informatie over de songtypen die u kunt converteren.
Zie pagina 62 voor informatie over basisbewerkingen.
Hierna volgt een gedetailleerde procedure voor stap 4 op die pagina.
4-1. Als 'MIDItoAudio' is geselecteerd, drukt u op de knop
[>] om de insteldisplay op te roepen.
4-2. Selecteer 'Execute' door op de knop [d] te drukken en
druk daarna op de knop [>].
Met deze bewerking start u het afspelen en de conversie van MIDI naar
audio. Dit is in feite hetzelfde als het opnemen van een audiosong,
waarbij u uw toetsenspel en de audiosignalen via de [AUX IN]aansluiting opneemt. Na conversie van de song wordt 'Convert
completed' weergegeven en keert de display terug naar de display Song
List.
Werken met songfiles
CLP-585/575/545/535/565GP Gebruikershandleiding
65
Werken met songfiles
Cursor
OPMERKING
Zie 'Taal' op pagina 93 voor
meer informatie over de
tekentypen die beschikbaar
zijn voor de songnaam.
LET OP
Zet het instrument niet uit en
verwijder geen USBflashgeheugen terwijl
'Executing' in de display wordt
weergegeven.
Bestandsnamen wijzigen – Rename
Zie pagina 61 voor meer informatie over de songtypen waarvan u de naam
kunt wijzigen.
Zie pagina 62 voor informatie over basisbewerkingen.
Hierna volgt een gedetailleerde procedure voor stap 4 op die pagina.
4-1. Als 'Rename' is geselecteerd, drukt u op de knop [>] om
de insteldisplay op te roepen.
4-2. Geef de song een naam.
U verplaatst de markering (een kleine onderstreping) met de knoppen
[<]/[>].
U wijzigt het teken op de huidige cursorpositie met de knoppen [
Als u beide knoppen tegelijk indrukt, wordt het teken op de huidige
cursorpositie verwijderd.
De songnaam kan uit maximaal 46 tekens bestaan. U kunt tekens die
groter zijn dan de display en niet zichtbaar zijn bekijken door de
markering te verplaatsen met de knoppen [<]/[>].
u]/[d].
4-3. Druk op de knop [MENU].
Nadat de naam van de song gewijzigd is, keert de display terug naar de
display Song List, waar u de song met de nieuwe naam kunt selecteren.
CLP-585/575/545/535/565GP Gebruikershandleiding
66
Verbinding en
VOORZICHTIG
Schakel alle componenten uit
voordat u het instrument op
andere elektronische
componenten aansluit. Zorg er
tevens voor dat u alle
volumeniveaus op het minimum
(0) instelt, voordat u
componenten aan- of uitzet.
Anders kunnen de onderdelen
beschadigd raken of kan zich
een elektrische schok of zelfs
blijvend gehoorverlies
voordoen.
156234
7
Aansluitingen onder het toetsenbord
Onderkant (achteraanzicht)
125
3
7
6
Aansluitingen onder het toetsenbord
Onderkant (achteraanzicht)
CLP-575
CLP-545/535/565GP
Rechts
(de kant van de hogere toetsen)
Links
(de kant van de lagere toetsen)
Rechts
(de kant van de hogere
toetsen)
Links
(de kant van de lagere
toetsen)
Aansluitingen
Zie 'Bedieningspaneel en aansluitingen' op pagina 13 voor informatie over de
locatie van deze aansluitingen.
CLP-585
CLP-575/545/535/565GP
37
6
CLP-585/575/545/535/565GP Gebruikershandleiding
67
Verbindingen
OPMERKING
Er zijn twee verschillende
soorten USB-aansluiting op het
instrument: USB [TO DEVICE]
en USB [TO HOST]. Zorg ervoor
dat u deze twee aansluitingen
en de bijbehorende
kabelpluggen niet door elkaar
haalt. Zorg ervoor dat u de
juiste plug in de juiste richting
aansluit.
OPMERKING
• Sluit het pedaal aan en
koppel dit los als het
instrument uit staat.
• Houd de voetschakelaar of
het voetpedaal niet ingedrukt
op het moment dat u het
instrument aanzet. Hierdoor
zou de polariteit van de
voetschakelaar worden
omgedraaid, wat een
omgekeerde werking tot
gevolg heeft.
LET OP
Als de [AUX IN]-aansluiting van
de Clavinova op een extern
apparaat is aangesloten, zet u
eerst het externe apparaat aan
en vervolgens de Clavinova.
Draai deze volgorde om als u
de apparatuur uitzet.
OPMERKING
De [MASTER VOLUME]instelling van het instrument
heeft invloed op het
ingangssignaal van de
[AUX IN]-aansluiting.
OPMERKING
Gebruik audiokabels en
adapterpluggen zonder
weerstandwaarde.
Op deze aansluiting kunt u het USB-flashgeheugen en de draadloze USBnetwerkadapter aansluiten (apart verkrijgbaar). Zie 'USB-apparaten aansluiten
(USB [TO DEVICE]-aansluiting)' op pagina 70 en 'Aansluiten op een iPhone/
iPad' op pagina 72.
2 USB [TO HOST]-aansluiting
Via deze aansluiting kunt u direct verbinding maken met een computer of een
'smart' apparaat zoals een iPhone of iPad aansluiten via de Yamaha i-UX (apart
verkrijgbaar). Zie 'Een computer aansluiten' op pagina 71 en 'Aansluiten op een
iPhone/iPad' op pagina 72.
3 MIDI [IN]-, [OUT]-, [THRU]-aansluitingen
Gebruik MIDI-kabels om externe MIDI-apparaten aan te sluiten. Zie 'Externe
MIDI-apparaten aansluiten' op pagina 71 voor meer informatie.
U kunt ook een 'smart' apparaat op de MIDI-aansluitingen aansluiten via de
Yamaha i-MX1 (apart verkrijgbaar). Zie 'Aansluiten op een iPhone/iPad' op
pagina 72.
4 [AUX PEDAL]-aansluiting (CLP-585)
Op deze aansluiting kan een optionele voetregelaar FC7 of voetschakelaar FC4/
FC5 worden aangesloten.
Met een FC7 kunt u het volume regelen terwijl u speelt om zo expressie aan uw
spel toe te voegen, of diverse andere functies besturen. Met een FC4/FC5 kunt u
diverse geselecteerde functies in- en uitschakelen. U kunt de functie die u wilt
besturen selecteren met de parameter 'Aux Assign' (pagina 90) in de display
System Menu. De functie 'Play/Pause' kan ook aan een voetschakelaar worden
toegewezen (pagina 90).
5 [AUX IN]-aansluiting
U kunt de hoofdtelefoonuitgang van een draagbare audiospeler aansluiten op
de [AUX IN]-aansluiting van het instrument, zodat u het geluid van de
draagbare audiospeler kunt horen via de ingebouwde luidsprekers van het
instrument.
CLP-585/575/545/535/565GP Gebruikershandleiding
68
6 AUX OUT [L/L+R] [R]-aansluitingen (CLP-585)
OPMERKING
Gebruik alleen de [L/L+R]aansluiting voor het aansluiten
van een monoapparaat.
LET OP
• Om eventuele schade te
voorkomen, dient u eerst het
instrument, en daarna pas
het externe apparaat in te
schakelen. Als u de stroom
wilt uitschakelen, dient u eerst
het externe apparaat, en
daarna pas het instrument uit
te schakelen. Omdat dit
instrument automatisch kan
worden uitgeschakeld via de
automatische
uitschakelfunctie (pagina 15),
moet u het externe apparaat
uitschakelen of de
automatische
uitschakelfunctie uitzetten als
u het instrument enige tijd
niet gaat gebruiken.
• Sluit de [AUX OUT]aansluitingen nooit aan op de
[AUX IN]-aansluiting. Als u dit
wel zou doen, wordt het
ingevoerde signaal bij de
[AUX IN]-aansluiting
uitgevoerd via de [AUX OUT]aansluitingen. Deze
aansluitingen zouden
resulteren in een
terugkoppeling (rondzingen),
wat normale weergave
onmogelijk zou maken en de
apparatuur zelfs kan
beschadigen.
Clavinova
AUX OUTIngangsaansluiting
Versterker
Audiosignaal
Telefoonstekker
(standaard)
Telefoonstekker (standaard)
Audiokabel
Clavinova
AUX OUTIngangsaansluiting
Versterker
Audiokabel
Telefoonstekker
(standaard)
Telefoonstekker
(standaard)
Audiosignaal
AUX OUT [R] [L/L+R]-aansluitingen (CLP-575/545/535/565GP)
Met deze aansluitingen kunt u de Clavinova aansluiten op extern gevoede
luidsprekersystemen voor gebruik in grotere ruimten en met een hoger volume.
CLP-585
CLP-575/545/535/565GP
Verbindingen
De [MASTER VOLUME]-instelling van de Clavinova heeft invloed op het
uitgangsgeluid van de AUX OUT-aansluitingen. Als de AUX OUTaansluitingen van de Clavinova op een externe luidspreker zijn aangesloten en
u het luidsprekergeluid van de Clavinova wilt uitschakelen, schakelt u de
parameter 'speaker' uit via het System Menu: 'Utility' 'Speaker' (pagina 92).
7 [PEDAL]-aansluiting
Op deze aansluiting kan het pedaalsnoer worden aangesloten (CLP-585:
pagina 109, CLP-575: pagina 113, CLP-545/535: pagina 115, CLP-565GP:
pagina 118).
U kunt een USB-flashgeheugen of een draadloze USB-netwerkadapter (apart verkrijgbaar) aansluiten op de
USB [TO DEVICE]-aansluiting. U kunt de data die u op het instrument hebt gemaakt opslaan in het USBflashgeheugen (pagina 61, 94) of u kunt het instrument via een draadloos netwerk op een 'smart' apparaat
aansluiten, zoals een iPad (pagina 72).
Voorzorgsmaatregelen bij het
gebruik van de USB [TO DEVICE]aansluiting
Dit instrument heeft een ingebouwde USB [TO
DEVICE]-aansluiting. Ga voorzichtig om met het
USB-apparaat als u dit op de aansluiting aansluit. Volg
de onderstaande belangrijke voorzorgsmaatregelen op.
Zie de gebruiksaanwijzing bij het USB-apparaat voor meer
informatie over het omgaan met USB-apparaten.
Compatibele USB-apparaten
•USB-flashgeheugen
•USB-hub
• Draadloze USB-adapter (apart verkrijgbaar) pagina 121
Andere USB-apparaten zoals een computertoetsenbord
of muis kunnen niet worden gebruikt.
Hoewel u USB-apparaten 1.1 tot 3.0 op dit
instrument kunt gebruiken, kan de hoeveelheid tijd
nodig om data op te slaan op of te laden van een
USB-apparaat verschillen afhankelijk van het type
data of de status van het instrument.
Het instrument ondersteunt niet noodzakelijkerwijs
alle commercieel beschikbare USB-apparaten.
Yamaha kan de werking niet garanderen van
USB-apparaten die u aanschaft. Ga voordat u een
USB-apparaat aanschaft voor gebruik met dit
instrument naar de volgende webpagina:
http://download.yamaha.com/
• Als u twee of drie apparaten tegelijkertijd op een aansluiting
wilt aansluiten, moet u een USB-hub met busvoeding
gebruiken. Er kan slechts één USB-hub worden gebruikt.
Als er een foutbericht wordt weergegeven terwijl u de USBhub gebruikt, koppelt u de hub los van het instrument, zet u
vervolgens het instrument uit en weer aan en sluit u de
USB-hub opnieuw aan.
• Gebruik een USB-kabel van maximaal 3 meter.
Gebruik van USB-flashgeheugens
Als u het instrument aansluit op een USBflashgeheugen, kunt u het aangesloten apparaat
gebruiken voor zowel het opslaan van de door u
gemaakte data als het lezen van opgeslagen data.
Maximaal toegestaan aantal USB-
flashgeheugens
Er kan slechts één USB-flashgeheugen worden
aangesloten op de USB [TO DEVICE]-aansluiting.
(Zelfs als u een USB-hub gebruikt, kunt u met
muziekinstrumenten maximaal één USBflashgeheugen tegelijk gebruiken.)
USB-flashgeheugen formatteren
U mag het USB-flashgeheugen enkel formatteren met
dit instrument (pagina 92). Op een ander apparaat
geformatteerd USB-flashgeheugen kan wellicht niet
goed werken.
70
De maximale spanning van de USB [TO DEVICE]-aansluiting
is 5 V/500 mA. Sluit geen USB-apparaten met een hogere
spanning op het instrument aan, want dat kan het instrument
zelf beschadigen.
USB-apparaat aansluiten
Zorg als u een USB-apparaat
aansluit op de USB [TO
DEVICE]-aansluiting, dat u de
juiste aansluiting op het
apparaat gebruikt en in de
juiste richting aansluit.
• Zorg ervoor dat u geen USB-apparaat aansluit of loskoppelt
tijdens afspelen/opnemen, bestandsbeheer (bewerkingen
zoals opslaan, kopiëren, verwijderen en formatteren) of
wanneer u toegang hebt tot het USB-apparaat. Als dit wel
gebeurt kan dit resulteren in 'vastlopen' van de handeling of het
instrument, of beschadiging van het USB-apparaat en de data.
• Wacht tussen het aansluiten en verbreken van de verbinding
met een USB-apparaat (of andersom) enkele seconden.
CLP-585/575/545/535/565GP Gebruikershandleiding
Met de formatteerbewerking worden alle reeds bestaande
data overschreven. Zorg ervoor dat het USB-flashgeheugen
dat u formatteert geen belangrijke data bevat.
Uw data beveiligen (schrijfbeveiliging)
Gebruik de schrijfbeveiliging van elk USBflashgeheugen om te voorkomen dat belangrijke data
onopzettelijk worden gewist. Als u data op het
USB-flashgeheugen wilt opslaan, moet
schrijfbeveiliging zijn uitgeschakeld.
Het instrument uitschakelen
Controleer bij het uitschakelen van het instrument of
het instrument GEEN gebruik maakt van het
USB-flashgeheugen door afspelen/opnemen of
bestandsbeheer (zoals opslaan, kopiëren, verwijderen
en formatteren). Anders kunnen het
USB-flashgeheugen en de data beschadigd raken.
Aansluiten op een computer (USB [TO HOST]-
LET OP
Gebruik een USB-kabel van het
type AB die niet langer is dan
3 meter. U kunt geen USB 3.0kabels gebruiken.
OPMERKING
• Korte tijd nadat de USBaansluiting tot stand is
gebracht, begint het
instrument met zenden.
• Als u het instrument via een
USB-kabel aansluit op uw
computer, maakt u een
directe verbinding zonder
een USB-hub te gebruiken.
• Zie de gebruikershandleiding
van de sequencesoftware
voor meer informatie over het
instellen van de
desbetreffende software.
Clavinova
USB [TO HOST]-aansluiting
USB-kabel
Computer
VOORZICHTIG
Zet alle componenten uit
voordat u het instrument
aansluit op andere MIDIapparaten.
OPMERKING
Zie 'MIDI Basics'
(Basisinformatie over MIDI),
dat kan worden gedownload
van de Yamaha-website, voor
meer informatie over MIDI
(pagina 9).
OPMERKING
Raadpleeg het document 'MIDI
Data Format' (Indeling van
MIDI-data) om na te gaan
welke MIDI-data en opdrachten uw apparaten
kunnen verzenden of
ontvangen, aangezien MIDIdata die kunnen worden
verzonden of ontvangen
variëren per type MIDIapparaat. Het document 'MIDI
Data Format' is opgenomen in
de 'MIDI Reference' (MIDIreferentie), die kan worden
gedownload van de Yamahawebsite (pagina 9).
Clavinova
MIDI INMIDI INMIDI OUTMIDI OUT
MIDI-verzending
MIDI-ontvangst
Extern MIDI-apparaat
aansluiting)
Als u een computer op de USB [TO HOST]-aansluiting aansluit, kunt u via
MIDI data uitwisselen tussen het instrument en de computer.
Zie 'Computer-related Operations' (Computergerelateerde handelingen) op de
website voor meer informatie over het gebruik van een computer met dit
instrument (pagina 9).
Met de geavanceerde MIDI-functies kunt u uw muzikale en creatieve
mogelijkheden enorm uitbreiden. Gebruik de MIDI-aansluitingen en
standaard-MIDI-kabels om externe MIDI-apparaten (toetsenbord, sequencer
en dergelijke) aan te sluiten.
• MIDI [IN]..............Ontvangt MIDI-berichten van een ander MIDI-apparaat.
• MIDI [OUT]..........Verzendt MIDI-berichten die op dit instrument worden
• MIDI [THRU].......Geeft de MIDI-berichten door die worden ontvangen via
CLP-585
gegenereerd naar een ander MIDI-apparaat.
MIDI IN.
CLP-585/575/545/535/565GP Gebruikershandleiding
71
Verbindingen
Clavinova
MIDI INMIDI INMIDI OUTMIDI OUT
MIDI-ontvangst
MIDI-verzending
Extern MIDI-apparaat
OPMERKING
•Lees eerst
'Voorzorgsmaatregelen bij
het gebruik van de USB
[TO DEVICE]-aansluiting' op
pagina 70 voordat u de USB
[TO DEVICE]-aansluiting
gaat gebruiken.
• Wanneer u het instrument
samen met de toepassing op
uw iPhone/iPad gebruikt,
adviseren we u om de modus
Airplane op uw iPhone/iPad
in te stellen op ON, om
bijgeluiden als gevolg van
communicatie te vermijden.
LET OP
Plaats de iPhone/iPad niet in
een onstabiele positie. Het
apparaat zou kunnen omvallen,
wat tot schade kan leiden.
CLP-575/545/535/565GP
Aansluiten op een iPhone/iPad (USB [TO DEVICE]-,
USB [TO HOST]- en MIDI-aansluitingen)
U kunt een 'smart' apparaat zoals een iPhone of iPad op dit instrument aansluiten.
Door een applicatie op uw smart apparaat te gebruiken kunt u gebruikmaken van
praktische functies en zo uw instrument nog veelzijdiger inzetten.
• Raadpleeg de 'iPhone/iPad Connection Manual' (Handleiding voor het aansluiten van
een iPhone/iPad) op de website voor meer informatie over aansluitingen (pagina 9).
• Ga naar de volgende pagina voor informatie over compatibel smart apparaten en
applicaties:
http://www.yamaha.com/kbdapps/
Aansluiting op de draadloze USB-netwerkadapter UD-WL01
(apart verkrijgbaar):
Met de draadloze USB-netwerkadapter UD-WL01 kunt u de Clavinova
draadloos op een iPhone/iPad aansluiten. Volg daarvoor de instructies in de
'iPhone/iPad Connection Manual' op de website. Zie 'Instellingen voor
draadloos netwerk' in de gebruikershandleiding (dit boek) voor de instellingen
die nodig zijn voor de draadloze verbinding.
Instellingen voor draadloos netwerk
Start de draadloze verbinding volgens de instructies in de 'iPhone/iPad
Connection Manual' op de website en geef daarna de nodige instellingen op
volgens de onderstaande instructies: 'De netwerken weergeven en verbinding
maken met het toegangspunt', 'Automatische configuratie via WPS',
'Handmatige configuratie' of 'Verbinding maken met de modus Accesspoint'.
Zie pagina 75 – 78 in deze gebruikershandleiding om de verbinding tot stand te
brengen.
CLP-585/575/545/535/565GP Gebruikershandleiding
72
Verbindingen
Het volgende menu wordt weergegeven wanneer u de draadloze USB-netwerkadapter aansluit op de USB
[TO DEVICE]-aansluiting op dit instrument.
Menu's die zijn gemarkeerd met * hebben verschillende parameters voor de draadloze netwerkmodus in de twee modi: 'Infrastructure' (Infrastructuur) en
'Accesspoint' (Toegangspunt). De standaardinstelling voor de draadloze netwerkmodus is 'Infrastructure'.
De gewenste parameter oproepen doet u als volgt:
Druk enkele keren op de knop [MENU] om 'System Menu' te selecteren en gebruik daarna de knoppen [u]/[d]/[<]/[>] om de
gewenste parameter te selecteren.
[>]
[<]
UtilityWireless LAN*
[>]
[<]
(in de modus
'Infrastructure')
Wireless LAN
Option
[>]
[<]
Select
Network
DetailDHCPHiermee stelt u de geavanceerde
Wireless LAN
Mode
InitializeCancel Hiermee initialiseert u de
DetailHost NameHiermee stelt u de hostnaam in.[CLP-****]-
[>]
[<]
(Netwerken)Hiermee maakt u verbinding met
OtherSSIDStel de SSID in.–Maximaal 32 tekens
IP Address0.0.0.00.0.0.0-255.255.255.255
Subnet Mask0.0.0.00.0.0.0-255.255.255.255
Gateway0.0.0.00.0.0.0-255.255.255.255
DNS Server10.0.0.00.0.0.0-255.255.255.255
DNS Server20.0.0.00.0.0.0-255.255.255.255
SaveHiermee slaat u de instellingen in
Infrastructure ModeBepaalt of het toegangspunt wordt
Accesspoint Mode
Execute
Mac AddressHiermee geeft u het MAC-adres
StatusHiermee geeft u de foutcode van
[>]
[<]
SecurityHiermee stelt u het
Password Stel het wachtwoord in.–Maximaal 64 tekens
Connect Maak verbinding met de
Omschrijving
een toegangspunt door het
netwerk te selecteren.
beveiligingstype in.
instellingen in de display 'Other'.
instellingen voor het draadloze
netwerk in. IP Address, Subnet
Mask, Gateway, DNS Server1,
DNS Server2 kunnen worden
ingesteld wanneer DHCP is
uitgeschakeld en kunnen niet
worden ingesteld wanneer DHCP
is ingeschakeld. Gebruik de
knoppen [<]/[>] om elk octet in de
invoerdisplay te selecteren en
voer daarna de waarde in met de
knoppen [
u]/[d]. Druk op de
knop [MENU] om de instelling te
voltooien.
de display 'Detail' op. Selecteer
'Save' en druk daarna op de knop
[>] om het opslaan uit te voeren.
gebruikt voor de draadloze
netwerkverbinding (modus
Infrastructure) of niet (modus
Accesspoint).
instellingen in de display Wireless
LAN. Selecteer 'Execute' en druk
daarna op de knop [>] om het
initialiseren uit te voeren.
Druk enkele keren op de knop [MENU] om 'System Menu' te selecteren en gebruik daarna de knoppen [u]/[d]/[<]/[>] om de
gewenste parameter te selecteren.
• Modellen voor de Verenigde
Staten en Canada: 1 – 11
• Overige: 1 – 13
Wanneer geen draadloze USBnetwerkadapter is aangesloten,
is het instelbereik kanalen 1 – 13.
255.255.192.0, 255.255.224.0,
255.255.240.0, 255.255.248.0,
255.255.252.0, 255.255.254.0,
255.255.255.0
CLP-585/575/545/535/565GP Gebruikershandleiding
74
De netwerken in het draadloze netwerk weergeven en
Display System Menu
1-1. Gebruik de knoppen [u]/[d]
om 'Utility' te selecteren.
1-2. Druk op de knop [>] om de
volgende display op te roepen.
1-3. Gebruik de knoppen
[
u]/[d] om 'Wireless LAN'
te selecteren.
1-4. Druk op de knop [>] om de
volgende display op te roepen.
1-5. Gebruik de knoppen
[
u]/[d] om 'Select
Network' te selecteren.
Display UtilityDisplay Wireless LAN
OPMERKING
Als er geen signaal wordt
ontvangen van het
toegangspunt, kan het
toegangspunt niet worden
weergegeven. Gesloten
toegangspunten kunnen
evenmin worden weergegeven.
verbinding maken met het netwerk
Sluit de draadloze USB-netwerkadapter (apart verkrijgbaar) aan op de USB
[TO DEVICE]-aansluiting, anders worden de displays voor de configuratie niet
weergegeven.
1. Druk herhaaldelijk op de knop [MENU] om de display
System Menu op te roepen en selecteer daarna de
gemarkeerde optie in elke display, zoals hieronder afgebeeld.
Verbindingen
2. Druk op de knop [>] om de lijst met netwerken op te roepen.
Voor een netwerk met een pictogram van een slot moet u het juiste
wachtwoord invoeren.
3. Maak met het instrument verbinding met het netwerk.
3-1. Selecteer het gewenste netwerk en druk daarna op de knop [>].
De naam van het geselecteerde netwerk wordt volledig in de display
weergegeven, zodat u kunt bevestigen dat u dit netwerk wilt gebruiken.
3-2. Druk op de knop [>].
• Voor een netwerk zonder pictogram van een slot:
Er wordt verbinding gemaakt.
• Voor een netwerk met pictogram van een slot:
U moet het juiste wachtwoord invoeren. Zie 'Bestandsnamen wijzigen'
op pagina 66 voor meer informatie over het invoeren van tekens. Nadat
u het wachtwoord hebt ingevoerd, drukt u op de knop [MENU] om de
instelling te voltooien. Hierdoor wordt automatisch verbinding gemaakt.
4. Maak met de iPhone/iPad verbinding met het toegangspunt.
Wanneer de verbinding tot stand is gebracht, wordt 'Completed'
weergegeven in de display en wordt de display 'Select Network'
opnieuw weergegeven.
Raadpleeg de 'iPhone/iPad Connection Manual' op de website (pagina 9).
CLP-585/575/545/535/565GP Gebruikershandleiding
75
Verbindingen
OPMERKING
Configuratie via WPS is niet
altijd mogelijk als het
instrument zich als volgt in een
specifieke modus bevindt:
• In de demomodus of terwijl
een song wordt afgespeeld
of tijdelijk op pauze staat, of
terwijl het instrument in de
songopnamemodus staat.
• Als de draadloze
netwerkmodus op
'Accesspoint Mode' is
ingesteld in het System
Menu.
Automatische configuratie via WPS
Sluit de draadloze USB-netwerkadapter (apart verkrijgbaar) aan op de USB
[TO DEVICE]-aansluiting, anders worden de displays voor de configuratie niet
weergegeven.
Als uw toegangspunt WPS ondersteunt, kunt u het instrument eenvoudig via
WPS verbinden met het toegangspunt zonder dat u daarvoor instellingen hoeft
op te geven, zoals het wachtwoord invoeren enz. Druk op de WPS-knop op de
draadloze USB-netwerkadapter en druk daarna binnen twee minuten op de
WPS-knop op uw toegangspunt.
Wanneer de verbinding tot stand is gebracht, wordt 'Completed' weergegeven
in de display en wordt de display Voice weergegeven.
Maak daarna met de iPhone/iPad verbinding met het toegangspunt volgens de
instructies in de 'iPhone/iPad Connection Manual' op de website (pagina 9).
Handmatige configuratie
Sluit de draadloze USB-netwerkadapter (apart verkrijgbaar) aan op de USB
[TO DEVICE]-aansluiting, anders worden de displays voor de configuratie niet
weergegeven.
1. Om de lijst met netwerken op te roepen, voert u stappen 1 – 2
van 'De netwerken in het draadloze netwerk weergeven en
verbinding maken met het netwerk' uit (pagina 75).
2. Selecteer 'Other' onder aan de lijst met draadloze
netwerken en druk daarna op de knop [>].
3. Geef voor SSID, Security en Password dezelfde
instellingen op als op het toegangspunt.
76
3-1. Selecteer 'SSID', druk op de knop [>] om de display voor het
invoeren van de SSID op te roepen en voer daarna de SSID in.
Zie 'Bestandsnamen wijzigen' op pagina 66 voor meer informatie over
het invoeren van tekens. Nadat u de SSID hebt ingevoerd, drukt u op de
knop [MENU] om de instelling te voltooien. De display 'Other' wordt
opnieuw weergegeven.
CLP-585/575/545/535/565GP Gebruikershandleiding
3-2. Selecteer 'Security' en druk daarna op de knop [>] om de lijst
OPMERKING
Het wachtwoord kan niet
worden ingesteld als u 'none'
selecteert als beveiligingstype.
OPMERKING
Deze methode kan niet worden
gebruikt om verbinding te
maken met internet of een
ander draadloos
netwerkapparaat.
Display System Menu
1-1. Gebruik de knoppen [u]/[d]
om 'Utility' te selecteren.
1-2. Druk op de knop [>] om de
volgende display op te roepen.
1-3. Gebruik de knoppen [u]/[d] om
'Wireless LAN Option' te selecteren.
1-4. Druk op de knop [>] om de volgende
display op te roepen.
1-5. Gebruik de knoppen [u]/[d]
om 'Wireless LAN Mode' te
selecteren.
1-6. Druk op de knop [>] om de
volgende display op te roepen.
Display Utility
Display Wireless LAN Option
1-7. Gebruik de knoppen
[
u]/[d] om 'Accesspoint
Mode' te selecteren.
Display Wireless LAN Mode
met beveiligingstypen op te roepen. Selecteer het
beveiligingstype en keer daarna terug naar de display 'Other'
door op de knop [<] te drukken.
3-3. Selecteer 'Password' en stel daarna het wachtwoord in op
dezelfde manier als de SSID.
4. Selecteer 'Connect >' onder aan de display in stap 3 en
druk daarna op de knop [>] om verbinding te maken.
Wanneer de verbinding tot stand is gebracht, wordt 'Completed'
weergegeven in de display en wordt de display 'Select Network' opnieuw
weergegeven.
5. Maak met de iPhone/iPad verbinding met het toegangspunt.
Raadpleeg de 'iPhone/iPad Connection Manual' op de website (pagina 9).
Verbinding maken via de modus Accesspoint
Sluit de draadloze USB-netwerkadapter (apart verkrijgbaar) aan op de USB
[TO DEVICE]-aansluiting, anders worden de displays voor de configuratie niet
weergegeven.
Verbindingen
1. Zet het instrument in de 'Accesspoint Mode'.
Druk herhaaldelijk op de knop [MENU] om de display System Menu op
te roepen en selecteer daarna de gemarkeerde optie in elke display, zoals
hieronder afgebeeld.
CLP-585/575/545/535/565GP Gebruikershandleiding
77
Verbindingen
Display System MenuDisplay UtilityDisplay Wireless LAN
Als de modus is gewijzigd, wordt 'Completed' weergegeven in de display
en wordt de display 'Wireless LAN Mode' opnieuw weergegeven.
2. Stel SSID, Security, Password en Channel in.
2-1. In de display System Menu selecteert u de gemarkeerde optie
in elke display, zoals hieronder afgebeeld.
2-2. Stel de SSID, Security, Password en Channel in.
Selecteer en voer elke waarde/instelling in zoals in stap 3 van
'Handmatige configuratie'. Zie de tabel op pagina 74 voor het
instelbereik voor elke optie.
3. Sla de instelling op.
Selecteer 'Save >' onder aan de display Wireless LAN en druk daarna op
de knop [>] om het opslaan te starten.
Wanneer het opslaan is voltooid, wordt 'Completed' weergegeven in de
display en wordt de display 'Utility' opnieuw weergegeven.
4. Maak met de iPhone/iPad verbinding met het instrument
(als toegangspunt).
Raadpleeg de 'iPhone/iPad Connection Manual' op de website (pagina 9).
CLP-585/575/545/535/565GP Gebruikershandleiding
78
Gedetailleerde instellingen
[>]
[<]
[>]
[<]
[>]
[<]
Piano
Setting
VRM
(CLP-585/575)
–Turns
Damper Res.
(CLP-585/575)
(Slider display) Determ
which
VRM)
String Res.
(CLP-585/575)
(Slider display) Determ
which
VRM)
String Res.
(CLP-545/535/
565GP)
(Slider display) Determ
which
keybo
Als u op de knop [MENU] drukt, krijgt u toegang tot een aantal belangrijke instellingen voor voices, het
afspelen van een song, de metronoom, songopname en het volledige systeem van dit instrument.
Basisbediening
1. Geef indien nodig de voice-instellingen op of selecteer een song.
• Als u voicegerelateerde parameters wilt bewerken (door het Voice Menu op te roepen), selecteert u
een voice. Als u parameters die verband houden met de voices R1/R2/L wilt bewerken, zoals de
volumebalans, moet u Dual/Split inschakelen en de gewenste voices selecteren.
• Als u parameters voor het afspelen van een song wilt instellen, zoals herhalen, selecteert u een song.
• Als u de data van uw opgenomen MIDI-song wilt bewerken (door Edit (Bewerken) in het Song
Menu op te roepen), selecteert u de opgenomen MIDI-song.
2. Druk enkele keren op de knop [MENU] om het gewenste menu te
selecteren.
Als u herhaaldelijk op de knop [MENU] drukt, worden de volgende menu-displays
achtereenvolgens opgeroepen, volgens het verticale menu aan de linkerkant van de display.
Voice Menu (voicemenu) (pagina 80)
Song Menu (songmenu) (pagina 84)
Metronome Menu (metronoommenu) (pagina 87)
Recording Menu (opnamemenu) (pagina 88)
System Menu (systeemmenu) (pagina 89)
3. Gebruik de knoppen [u]/[d]/[<]/[>]
om de gewenste parameter te selecteren.
Met de knoppen [u]/[d] kunt u verticaal door de
display navigeren en met de knoppen [<]/[>] kunt
u horizontaal door de display navigeren. Hierbij
kunt u indien nodig de lijst met parameters op de
pagina's vermeld in stap 2 raadplegen.
4. Op de display die u in stap 3 hebt
opgeroepen, selecteert u een waarde of
voert u de bewerking uit.
Op de meeste displays kunt u een waarde selecteren
met de knoppen [
displays, zoals Edit in het Song Menu en Backup in
het System Menu, kunt u een bewerking uitvoeren.
Als een display met een schuifregelaar wordt weergegeven, stelt u de
waarde in met de knoppen [<]/[>] en daarna verlaat u de display met
de knop [EXIT].
Wanneer de geselecteerde parameter slechts twee opties biedt
(bijvoorbeeld aan en uit), kunt u door op de knop [>] te drukken tussen
de twee opties wisselen.
5. Druk op de knop [EXIT] om de menu-display te verlaten.
u]/[d], maar op sommige
CLP-585/575/545/535/565GP Gebruikershandleiding
79
Voice Menu
OPMERKING
Voice Me nu
In dit menu kunt u verschillende parameters die verband houden met het toetsenspel, waaronder
voiceparameters, bewerken of instellen. Als u Dual/Split inschakelt, kunt u de instellingen voor elke voice
of elke voicecombinatie opgeven. Terwijl u het toetsenbord bespeelt en naar het geluid luistert, kunt u een
parameterwaarde veranderen om het geluid aan uw wensen aan te passen. U moet Dual/Split inschakelen
voordat u de display Voice Menu oproept.
Parameters met * worden alleen weergegeven wanneer Dual/Split is ingeschakeld.
De gewenste parameter oproepen doet u als volgt:
Schakel Dual of Split indien nodig in, selecteer voices indien nodig, druk enkele keren op de knop [MENU] om 'Voice Menu' te
selecteren en gebruik daarna de knoppen [u]/[d]/[<]/[>] om de gewenste parameter te selecteren.
[>]
[<]
Piano
Setting
Reverb(Insteldisplay)–Bepaalt het reverbtype dat op het totale geluid wordt
Chorus(Insteldisplay)–Bepaalt het chorus-type dat op het totale geluid wordt
Balance* Volume R2 –
Voice Edit (Voicenamen)* OctaveSchuift de toonhoogte van het toetsenbord omhoog en
[>]
[<]
VRM
(CLP-585/575)
Damper Res.
(CLP-585/575)
String Res.
(CLP-585/575)
String Res.
(CLP-545/535/
565GP)
Key Off Sample (Display met
R1*
Volume L – R*(Display met
Detune*(Display met
[>]
[<]
–Zet het VRM-effect aan/uit.OnOn, Off
(Display met
schuifregelaar)
(Display met
schuifregelaar)
(Display met
schuifregelaar)
schuifregelaar)
(Display met
schuifregelaar)
schuifregelaar)
schuifregelaar)
Omschrijving
Bepaalt de diepte van het snaarresonantie-effect dat op
de PIANO-voices (compatibel met VRM) wordt toegepast
wanneer het demperpedaal (pagina 21) wordt ingedrukt.
Bepaalt de diepte van het snaarresonantie-effect dat op
de PIANO-voices (compatibel met VRM) wordt toegepast
wanneer een noot op het toetsenbord wordt gespeeld.
Bepaalt de diepte van het snaarresonantie-effect dat op
sommige voices wordt toegepast wanneer een noot op
het toetsenbord wordt gespeeld. Raadpleeg de 'Lijst met
vooraf ingestelde voices (gedetailleerd)' (pagina 98) voor
een overzicht van de voices waarop dit effect wordt
toegepast.
Bepaalt het volume van het toets-los-geluid (het subtiele
geluid dat zich voordoet als u een toets loslaat). Dit is
alleen beschikbaar voor sommige voices. Raadpleeg de
voicelijst (pagina 96) voor een overzicht van de voices
waarop dit effect wordt toegepast.
toegepast, waaronder het toetsenspel, het afspelen van
een song en de invoer van MIDI-data van een extern
MIDI-apparaat.
toegepast, waaronder het toetsenspel, het afspelen van
een song en de invoer van MIDI-data van een extern
MIDI-apparaat.
Past de volumebalans tussen de voices R1 en R2 aan
wanneer Dual is ingeschakeld.
Past de volumebalans tussen het linker- en
rechtergedeelte van het toetsenbord aan wanneer Split is
ingeschakeld. Nadat u de nodige aanpassingen hebt
gedaan met de knoppen [<]/[>], drukt u op de knop
[EXIT] om de display met schuifregelaar te verlaten.
Voert een ontstemming uit van voice R1 en voice R2 in de
Dual-modus om een voller geluid te creëren.
Als u op de display de schuifregelaar naar rechts
verplaatst met de knop [>], verhoogt u de toonhoogte
van voice R1 en verlaagt u de toonhoogte van voice R2,
en omgekeerd.
omlaag in stappen van een octaaf. Deze parameter kan
voor elk van de voices R1/R2/L worden ingesteld
wanneer Dual/Split is ingeschakeld.
Schakel Dual of Split indien nodig in, selecteer voices indien nodig, druk enkele keren op de knop [MENU] om 'Voice Menu' te
selecteren en gebruik daarna de knoppen [u]/[d]/[<]/[>] om de gewenste parameter te selecteren.
[>]
[<]
Voice Edit (Voicenamen)* VolumePast het volume voor elk van de voices R1/R2/L aan.
[>]
[<]
[>]
[<]
Hiermee kunt u de balans tussen de voices R1/R2/L
aanpassen wanneer Dual/Split is ingeschakeld.
Reverb depthPast de reverbdiepte voor elk van de voices R1/R2/L
Chorus DepthPast de chorusdiepte voor elk van de voices R1/R2/L
EffectBehalve Reverb en Chorus kan nog een ander effect
Rotary SpeedAlleen beschikbaar voor de voice waarvan het effecttype
VibeRotorAlleen beschikbaar voor de voice waarvan het effecttype
VibeRotor
Speed
Effect depthPast de effectdiepte voor elk van de voices R1/R2/L aan.
PanPast de stereopanpositie voor elk van de voices R1/R2/L
aan. Hiermee kunt u de balans tussen de voices R1/R2/L
aanpassen wanneer Dual/Split is ingeschakeld. De
instelling '0' heeft geen effect.
OPMERKING (CLP-585/575)
Wanneer een VRM-voice voor meerdere partijen tegelijk wordt
gebruikt, kunnen onverwachte geluiden ontstaan omdat de
reverbdiepte voor een partij met prioriteit de algemene
instelling voor de partijen wordt. Tijdens het afspelen van een
song wordt de instelling voor een songpartij gebruikt
(volgorde van prioriteit: kan. 1, kan. 2...kan. 16), terwijl de
instelling voor een toetsenbordpartij wordt gebruikt wanneer
het afspelen van een song wordt gestopt (volgorde van
prioriteit: voices R1, L en R2).
aan. Hiermee kunt u de balans tussen de voices R1/R2/L
aanpassen wanneer Dual/Split is ingeschakeld. De
instelling '0' heeft geen effect.
OPMERKING (CLP-585/575)
Wanneer een VRM-voice voor meerdere partijen tegelijk wordt
gebruikt, kunnen onverwachte geluiden ontstaan omdat de
chorusdiepte voor een partij met prioriteit de algemene
instelling voor de partijen wordt. Tijdens het afspelen van een
song wordt de instelling voor een songpartij gebruikt
(volgorde van prioriteit: kan. 1, kan. 2...kan. 16), terwijl de
instelling voor een toetsenbordpartij wordt gebruikt wanneer
het afspelen van een song wordt gestopt (volgorde van
prioriteit: voices R1, L en R2).
afzonderlijk op de voices R1/R2/L van het toetsenbord
worden toegepast. Dit effecttype kan voor maximaal twee
voices worden geselecteerd.
OPMERKING (CLP-585/575)
Het effecttype kan niet op de VRM-pianovoice worden
toegepast.
op 'Rotary' is ingesteld. Deze parameter bepaalt de
rotatiesnelheid van het effect Rotary Speaker (roterende
luidspreker).
op 'VibeRotor' is ingesteld. Deze parameter schakelt het
effect VibeRotor in of uit.
Alleen beschikbaar voor de voice waarvan het effecttype
op 'VibeRotor' is ingesteld. Deze parameter bepaalt de
snelheid van het vibrafoonvibrato-effect.
Bij sommige effecttypen kunt u de diepte niet
aanpassen.
OPMERKING (CLP-585/575)
De effectdiepte kan niet op de VRM-pianovoice worden
toegepast.
aan.
Omschrijving
Standaardin-
stelling
Afhankelijk van de
voice of
voicecombinatie.
Afhankelijk van de
voice of
voicecombinatie.
Afhankelijk van de
voice of
voicecombinatie.
Afhankelijk van de
voice of
voicecombinatie.
Afhankelijk van de
voice of
voicecombinatie.
Afhankelijk van de
voice of
voicecombinatie.
Afhankelijk van de
voice of
voicecombinatie.
Afhankelijk van de
voice of
voicecombinatie.
Afhankelijk van de
voice of
voicecombinatie.
Instelbereik
0 – 127
0 – 127
0 – 127
Raadpleeg de lijst
met effecttypen
(pagina 83).
Fast, Slow
On, Off
1 – 10
1 – 127
L64 (uiterst links)
– C (midden) –
R63 (uiterst
rechts)
CLP-585/575/545/535/565GP Gebruikershandleiding
81
Voice Menu
OPMERKING
De gewenste parameter oproepen doet u als volgt:
Schakel Dual of Split indien nodig in, selecteer voices indien nodig, druk enkele keren op de knop [MENU] om 'Voice Menu' te
selecteren en gebruik daarna de knoppen [u]/[d]/[<]/[>] om de gewenste parameter te selecteren.
[>]
[<]
Voice Edit (Voicenamen)* Harmonic Cont Produceert een karakteristieke 'scherpe' klank door de
Pedal
Assign
[>]
[<]
Right(Insteldisplay)Wijst een van de verschillende functies (andere dan de
Center(Insteldisplay)Wijst een van de verschillende functies (andere dan de
Left(Insteldisplay)Wijst een van de verschillende functies (andere dan de
[>]
[<]
resonantiewaarde van het filter te verhogen. Deze
parameter kan voor elk van de voices R1/R2/L worden
ingesteld wanneer Dual/Split is ingeschakeld.
Het effect van de instelling Harmonic Cont is soms nauwelijks
hoorbaar. Harmonic Cont wordt niet toegepast op bepaalde
voices.
BrightnessPast de helderheid van elk van de voices R1/R2/L
Touch Sens.Bepaalt in welke mate het volumeniveau wordt gewijzigd
RPedalSchakelt de rechterpedaalfunctie in of uit voor elk van de
CPedalSchakelt de middenpedaalfunctie in of uit voor elk van de
LPedalSchakelt de linkerpedaalfunctie in of uit voor elk van de
afzonderlijk aan.
in reactie op uw aanslag van de toetsen (hoe hard u
speelt). Aangezien het volumeniveau van sommige
voices zoals Harpsichord en Organ niet verandert, hoe u
het toetsenbord ook bespeelt, is de standaardinstelling
voor deze voices 127.
voices R1/R2/L. Deze parameter is bijvoorbeeld nuttig
als u ervoor wilt zorgen dat de pedaalfunctie invloed
heeft op de rechterhandpartij maar niet op de
linkerhandpartij.
voices R1/R2/L. Deze parameter is bijvoorbeeld nuttig
als u ervoor wilt zorgen dat de pedaalfunctie invloed
heeft op de rechterhandpartij maar niet op de
linkerhandpartij.
voices R1/R2/L. Deze parameter is bijvoorbeeld nuttig
als u ervoor wilt zorgen dat de pedaalfunctie invloed
heeft op de rechterhandpartij maar niet op de
linkerhandpartij.
0 (zachtst) – 64
(grootste
volumewijzigingen)
– 127 (produceert
het luidste volume
ongeacht hoe u
de toetsen
aanslaat)
On, Off
On, Off
On, Off
met
pedaalfuncties
(pagina 83).
met
pedaalfuncties
(pagina 83).
Raadpleeg de lijst
met
pedaalfuncties
(pagina 83).
82
CLP-585/575/545/535/565GP Gebruikershandleiding
Lijst met reverbtypen
OffGeen effect
Recital HallSimuleert de heldere nagalm in een middelgrote zaal die geschikt is voor een pianorecital.
Concert HallSimuleert de heldere nagalm in een grote zaal voor orkestoptredens met publiek.
ChamberSimuleert de elegante nagalm in een kleine ruimte die geschikt is voor kamermuziek.
CathedralSimuleert de plechtige nagalm in een stenen kathedraal met hoge plafonds.
ClubSimuleert de levendige nagalm in een jazzclub of kleine bar.
PlateSimuleert het heldere geluid van vintage reverbapparatuur gebruikt in opnamestudio's.
Lijst met chorus-typen
OffGeen effect
ChorusVoegt een rijk, ruimtelijk geluid toe.
CelesteVoegt volheid en ruimtelijk geluid toe.
FlangerVoegt aanzwellende effecten toe zoals van een opstijgend of dalend straalvliegtuig.
Lijst met effecttypen
OffGeen effect
Damper Resonance (CLP-545/535/565GP)Simuleert de resonantie wanneer het demperpedaal is ingedrukt.
DelayLCRVertraging links, midden en rechts toegepast.
DelayLRVertraging links en rechts toegepast.
EchoVertraging als een echo
CrossDelayBeurtelingse vertraging links en rechts.
SymphonicVoegt een rijk en diep akoestisch effect toe.
RotaryVoegt het vibrato-effect van een roterende luidspreker toe.
TremoloHet volumeniveau verandert in snelle opeenvolging.
VibeRotorHet vibrato-effect van een vibrafoon.
AutoPanHet geluid gaat van links naar rechts en weer terug.
PhaserDe fase verandert periodiek, waarbij het geluid aanzwelt.
AutoWahDe middenfrequentie van het wah-filter verandert regelmatig.
Voice Menu
Lijst met pedaalfuncties
Beschikbaar pedaal
(O: kan worden toegewezen, X: niet)
Fun ct ieOmschrijving
Sustain (Switch)Demper van het type aan/uitOOO
Sustain
Continuously*
SostenutoSostenuto (pagina 21)OOO
SoftSoft (pagina 21)OOO
Expression*Een functie waarmee u veranderingen in de dynamiek (het
PitchBend Up*Een functie waarmee u de toonhoogte traploos verhoogtXXO
PitchBend Down*Een functie waarmee u de toonhoogte traploos verlaagtXXO
Rotary SpeedWijzigt de rotatiesnelheid van de roterende luidspreker van het
VibeRotorSchakelt het vibrafoonvibrato in/uit (schakelt het vibrato in/uit
Wanneer u een functie die is gemarkeerd met een * wilt toewijzen aan het pedaal dat op de [AUX PEDAL]-aansluiting is aangesloten, moet u een
voetregelaar gebruiken (pagina 68). Voor andere functies moet u een voetschakelaar gebruiken (pagina 68).
Demper die het geluid meer sustain geeft naarmate u het pedaal
verder indrukt (pagina 21)
volume) kunt aanbrengen terwijl u speelt
MellowOrgan (schakelt tussen snel en langzaam telkens
wanneer u op het pedaal drukt)
telkens wanneer u op het pedaal drukt)
Linkerpedaal
Midden-
pedaal
XX O
XX O
OOO
OOO
CLP-585/575/545/535/565GP Gebruikershandleiding
Rechterpedaal en pedaal
aangesloten op
de [AUX PEDAL]-aansluiting
83
Song Menu
OPMERKING
OPMERKING
OPMERKING
OPMERKING
Song Menu
In dit menu kunt u verschillende parameters instellen die verband houden met het afspelen van een song en
de songdata bewerken met een enkele druk op een knop.
• De parameters die zijn gemarkeerd met een *, zijn alleen beschikbaar als een MIDI-song is geselecteerd. Deze parameters worden
niet weergegeven als een audiosong is geselecteerd.
• De parameters die zijn gemarkeerd met een **, zijn alleen beschikbaar als een audiosong is geselecteerd.
• Wanneer u het menu 'File' gebruikt, dient u een andere MIDI-song dan de vooraf ingestelde song te selecteren.
• Execute (uitvoeren) is een functie die de huidige songdata bewerkt of wijzigt. Als u op de knop [>] drukt, worden de songdata
daadwerkelijk gewijzigd.
• De inhoud van het Song Menu is afhankelijk van het type song dat is geselecteerd (MIDI/audio).
De gewenste parameter oproepen doet u als volgt:
Selecteer een song indien nodig, druk enkele keren op de knop [MENU] om Song Menu te selecteren en gebruik daarna de
knoppen [u]/[d]/[<]/[>] om de gewenste parameter te selecteren.
[>]
[<]
Track
On/Off*
RepeatA – B*(Insteldisplay)Hiermee kunt u een bepaald bereik (van punt A tot B)
VolumeSong –
Transpose (Insteldisplay)–Schuift de toonhoogte van de afgespeelde song
[>]
[<]
Track R
Track L
Track Extra
Phrase*Phrase MarkDeze parameter is alleen beschikbaar voor een MIDI-
Song(Insteldisplay)Als u deze parameter instelt, kunt u alleen een
Keyboard*
Song L – R*(Display met
(Display met schuifregelaar)**Past het audiovolume aan.1000 – 127
[>]
[<]
–Schakelt elk van de songtracks in (afspelen) of uit
RepeatOffOn (herhaaldelijk
(Display met
schuifregelaar)
schuifregelaar)
(dempen). Raadpleeg pagina 43 voor meer informatie.
van de huidige song herhaaldelijk afspelen. Raadpleeg
pagina 44 voor meer informatie.
song met frasemarkering. Als u hier een frasenummer
opgeeft, kunt u de huidige song afspelen vanaf de
markering of de overeenkomstige frase herhaaldelijk
afspelen. Als u het afspelen van een song start met de
frase op 'On' ingesteld, start het aftellen, gevolgd door
het herhaaldelijk afspelen van de opgegeven frase tot u
op de knop [
Tijdens het herhaaldelijk afspelen van een frase, wordt
het overeenkomstige pictogram op de
songdisplay weergegeven.
specifieke song of specifieke songs herhaaldelijk in
volgorde of willekeurig afspelen.
Past de volumebalans tussen het afspeelgeluid van de
song en het toetsenspel aan.
Past de volumebalans tussen de rechterhandpartij en
de linkerhandpartij van de afgespeelde song aan.
omhoog of omlaag in stappen van halve noten. Als u
deze parameter bijvoorbeeld op '5' instelt, wordt een
song gemaakt in C-majeur afgespeeld in F-majeur.
Omschrijving
] (stoppen) drukt.
Standaardin-
stelling
OnOn, Off
OffOn, Off
000000 – het laatste
OffOff, Single, All,
0Key+64 – 0 –
0L+64 – 0 – R+64
0-12 (-1 octaaf) – 0
Instelbereik
frasenummer van
de song
afspelen)/Off (niet
herhalen)
Random
Song+64
(normale
toonhoogte) – +12
(+1 octaaf)
84
CLP-585/575/545/535/565GP Gebruikershandleiding
De instelling Transpose heeft geen invloed op de
audiosignalen die via de [AUX IN]-aansluiting worden
ingevoerd.
Data voor het afspelen van een MIDI-song worden
verzonden met de getransponeerde nootnummers, terwijl
MIDI-nootnummers ontvangen van een extern MIDIapparaat of computer niet worden beïnvloed door de
instelling Transpose.
Als transponeren wordt toegepast op een audiosong, kan
dit de tooneigenschappen van de song.
Song Menu
De gewenste parameter oproepen doet u als volgt:
Selecteer een song indien nodig, druk enkele keren op de knop [MENU] om Song Menu te selecteren en gebruik daarna de
knoppen [u]/[d]/[<]/[>] om de gewenste parameter te selecteren.
[>]
[<]
FileDeleteCancelVerwijdert een specifieke song. Zie pagina 61 voor
Edit*QuantizeQuantizeMet de functie Quantize (quantizeren) kunt u alle noten
Others*Quick Play–Met deze parameter kunt u aangeven of een song die
[>]
[<]
Copy*CancelKopieert een specifieke MIDI-song en slaat deze op
Move*CancelVerplaatst een MIDI-song naar een andere locatie. Zie
MIDI to Audio*CancelConverteert een MIDI-song naar een audiobestand. Zie
Rename(Insteldisplay)
Track DeleteTrackVerwijdert de data van een specifieke track van de
Tempo Change Cancel
Voice ChangeTrackHiermee wordt de voice van een specifieke track in de
Track ListenTrackHiermee kunt u alleen de geselecteerde track afspelen
Play Track–Met deze parameter kunt u de tracks selecteren die op
[>]
[<]
Execute––
Execute––
Execute––
Execute––
Strength100%0% – 100%
Execute––
Execute––
Execute––
Execute––
Start
meer informatie over de songtypen die u kunt
verwijderen.
een andere locatie op. Zie pagina 61 voor meer
informatie over de songtypen die u kunt kopiëren.
pagina 61 voor meer informatie over de songtypen die
u kunt verplaatsen.
pagina 61 voor meer informatie over de songtypen die
u kunt converteren.
Bewerkt een songnaam. Zie pagina 61 voor meer informatie
over de songtypen waarvan u de naam kunt wijzigen.
in de huidige MIDI-song de juiste timing geven, zoals
1/8-noot of 1/16-noot.
1. Stel de waarde voor Quantize in op de laagste noten
in de MIDI-song.
2. Stel de waarde voor Strength in om te bepalen hoe
sterk de noten worden gequantizeerd.
3. Selecteer 'Execute' en druk daarna op de knop [>]
om de MIDI-songdata daadwerkelijk te wijzigen.
huidige MIDI-song.
1. Selecteer de track die u wilt verwijderen.
2. Selecteer 'Execute' en druk daarna op de knop [>]
om de data van de geselecteerde track daadwerkelijk
te verwijderen.
Wijzigt de tempowaarde van de huidige MIDI-song als data.
Selecteer 'Execute' en druk daarna op de knop [>] om
de tempowaarde daadwerkelijk te wijzigen als MIDIsongdata.
huidige MIDI-song gewijzigd in de huidige voice als data.
1. Selecteer een track waarvan u de voice wilt wijzigen.
2. Selecteer 'Execute' en druk daarna op de knop [>] om
de voice daadwerkelijk te wijzigen als MIDI-songdata.
midden in een maat begint, of een song met een rust
voor de eerste noot, vanaf de eerste noot of vanaf het
begin van de maat (rust of leeg) moet worden
afgespeeld. Deze parameter is handig voor een MIDIsong die begint met één of twee (drum)tikken vooraf of
een solo-inleiding.
om de inhoud te beluisteren. Hiervoor selecteert u een
track, selecteert u 'Start' en houdt u de knop [>]
ingedrukt om vanaf de eerste noot te beginnen
afspelen. Het afspelen gaat verder zolang u de knop
[>] ingedrukt houdt.
dit instrument moeten worden afgespeeld. Als '1&2'
wordt geselecteerd, worden alleen tracks 1 en 2
afgespeeld, terwijl tracks 3 tot 16 via MIDI worden
verzonden. Als 'All' wordt geselecteerd, worden alle
tracks op dit instrument afgespeeld.
Omschrijving
Standaardin-
stelling
––
––
––
––
––
1/16Zie 'Instelbereik
Track 1Track 1 – Track 16
Afhankelijk van de
song
Track 1Track 1 – Track 16
OnOn, Off
Track 1Track 1 – Track 16
AllAll, 1&2
Instelbereik
voor quantizeren'.
(pagina 86)
Zie 'Instelbereik
voor sterkte'.
(pagina 86)
*** – ***
CLP-585/575/545/535/565GP Gebruikershandleiding
85
Song Menu
1/4................
1/8................
1/16..............
1/6................
1/12..............
1/24..............
1/8+1/12.......
1/16+1/24.....
1/32..............
1/16+1/12.....
kwartnoot
kwartnoottriool
achtste noot
achtste-noottriool
zestiende noot
zestiende-noottriool
tweeëndertigste noot
achtste noot + achtste-noottriool*
zestiende noot + achtste-noottriool*
zestiende noot + zestiende-noottriool*
Oorspronkelijke data
Quantizeringssterkte = 100
Quantizeringssterkte = 50
Lengte van kwartnoot
Aanvulling over quantizeren
Instelbereik voor quantizeren
De drie met een sterretje (*) gemarkeerde quantizeringsinstellingen
zijn erg handig, omdat u hiermee twee verschillende nootwaarden
tegelijk kunt quantizeren. Als bijvoorbeeld de gewone achtste noten
en achtste-noottriolen deel uitmaken van dezelfde partij en u
quantizeert op de gewone achtste noten, worden alle noten in het
kanaal gequantizeerd naar gewone achtste noten waardoor elk
trioolgevoel volledig verdwijnt. Als u echter de instelling achtste noot +
achtste-noottriool gebruikt, worden zowel de normale noten als de
triolen juist gequantizeerd.
Instelbereik voor sterkte
CLP-585/575/545/535/565GP Gebruikershandleiding
86
Metronome Menu
OPMERKING
Metronome Menu
In dit menu kunt u het volume en de indeling van de tempoaanduiding van de metronoom (pagina 35) of
een ritme (pagina 49) instellen. Daarnaast kunt u het belgeluid van de metronoom bij de eerste tel instellen
en parameters aanpassen die verband houden met variatie bij het afspelen van een ritme. De parameters
zoals de maatsoort en het tempo kunnen op de opgeroepen display worden ingesteld door de knop
[METRONOME/RHYTHM] (of knop [METRONOME] op de CLP-535/565GP) een seconde lang
ingedrukt te houden.
De gewenste parameter oproepen doet u als volgt:
Druk enkele keren op de knop [MENU] om 'Metronome Menu' te selecteren en gebruik daarna de knoppen [u]/[d] om de
gewenste parameter te selecteren.
[>]
[<]
Volume(Display met
BPM––Bepaalt of het noottype van de tempoaanduiding wordt
Bell––Bepaalt of het belgeluid al dan niet wordt afgespeeld bij
Intro
(CLP-585/
575/545)
Ending
(CLP-585/
575/545)
SyncStart
(CLP-585/
575/545)
[>]
[<]
schuifregelaar)
––Bepaalt of de intro al dan niet wordt afgespeeld voordat
––Bepaalt of het einde al dan niet wordt afgespeeld voordat
––Als dit op 'On' is ingesteld, kunt u het afspelen van het
[>]
[<]
–Bepaalt het volume van de metronoom of het ritme.
U kunt de volumebalans tussen het toetsenspel en
afspelen van de metronoom/het ritme aanpassen.
beïnvloed door de maatsoort van de metronoom (pagina
35) of niet (kwartnoot). Wanneer 'Time Sig.' wordt
geselecteerd, wordt de noemer van de maatsoort
weergegeven als het noottype van de tempoaanduiding.
(De gepunteerde kwartnoot wordt alleen weergegeven
als het noottype van de tempoaanduiding wanneer de
maatsoort op '6/8', '9/8' of '12/8' is ingesteld.)
de eerste tel van de opgegeven maatsoort.
het ritmepatroon wordt gestart.
Tijdens het afspelen van een song kan de intro helemaal niet
worden afgespeeld als u de metronoom start met deze
parameter op 'On' ingesteld.
Als de functie 'Synchro Start' voor de song is ingeschakeld
(pagina 48), start u het ritme van de intro door op de knop
[METRONOME/RHYTHM] te drukken.
het ritmepatroon wordt gestopt.
ritme ook starten door een willekeurige noot op het
toetsenbord te spelen.
Als u deze functie wilt gebruiken, volgt u de
onderstaande instructies:
1. Schakel deze functie in.
2. Druk op de knop [METRONOME/RHYTHM] om naar
de stand-bymodus voor Synchro Start te gaan.
De knop [METRONOME/RHYTHM] knippert.
3. Druk op een willekeurige toets om het ritme te starten.
Omschrijving
Standaardin-
stelling
820 – 127
Time Sig.Time Sig.,
OffOn, Off
OnOn, Off
OnOn, Off
OffOn, Off
Instelbereik
Crotchet
CLP-585/575/545/535/565GP Gebruikershandleiding
87
Recording Menu
OPMERKING
Recording Menu
In dit menu kunt u gedetailleerde instellingen opgeven die verband houden met MIDI-opnamen (pagina 50).
Deze instellingen hebben geen invloed op audio-opnamen.
De gewenste parameter oproepen doet u als volgt:
Druk enkele keren op de knop [MENU] om 'Recording Menu' te selecteren en gebruik daarna de knoppen [u]/[d] om de
gewenste parameter te selecteren.
[>]
[<]
RecStart––Deze parameter wordt gebruikt wanneer u de reeds
RecEnd––Deze parameter wordt gebruikt wanneer u de al
RecRhythm
(CLP-585/
575/545)
[>]
[<]
––Bepaalt of het afgespeelde ritme al dan niet wordt
[>]
[<]
opgenomen MIDI-song overschrijft en bepaalt wanneer
de werkelijke MIDI-opname start nadat u de opname hebt
gestart. Als u deze op 'Normal' instelt, begint de
werkelijke opname zodra u de opname hebt gestart. Als u
deze op 'KeyOn' instelt, begint de werkelijke opname
zodra u op een toets drukt nadat u de opname hebt
gestart.
opgenomen MIDI-song overschrijft en bepaalt of de
bestaande data al dan niet worden gewist na het punt
waarop u stopt met opnemen.
opgenomen tijdens de MIDI-opname wanneer het
metronoomtype op 'Rhythm' is ingesteld.
Omschrijving
Standaardin-
stelling
NormalNormal,
ReplaceReplace,
OnOn, Off
Instelbereik
KeyOn
PunchOut
88
CLP-585/575/545/535/565GP Gebruikershandleiding
System Menu
OPMERKING
OPMERKING
OPMERKING
OPMERKING
System Menu
In dit menu kunt u de algemene instellingen opgeven die van toepassing zijn op het volledige instrument.
De gewenste parameter oproepen doet u als volgt:
Druk enkele keren op de knop [MENU] om 'System Menu' te selecteren en gebruik daarna de knoppen [u]/[d]/[<]/[>] om de
gewenste parameter te selecteren.
[>]
[<]
Transpose (Display met
TuningMaster Tune(Display met
[>]
[<]
schuifregelaar)
[>]
[<]
–Schuift de toonhoogte van het volledige toetsenbord
schuifregelaar)
omhoog of omlaag in stappen van halve noten, zodat
het spelen in moeilijke toonsoorten wordt
vergemakkelijkt en u eenvoudig de toonhoogte van het
toetsenbord kunt aanpassen aan het bereik van een
zanger of andere instrumenten. Als u deze parameter
bijvoorbeeld op '5' instelt, hoort u toonhoogte F wanneer
u de toonsoort C speelt. Op die manier kunt u een song
in F-majeur spelen alsof deze in C-majeur was.
Deze instelling heeft geen invloed op het afspelen van
MIDI-songs. Als u het afspelen van een song wilt
transponeren, gebruikt u de parameter Transpose in het
Song Menu (pagina 84).
Data van uw toetsenspel worden verzonden met de
getransponeerde nootnummers, terwijl MIDI-nootnummers
ontvangen van een extern MIDI-apparaat of computer niet
worden beïnvloed door de transponeerinstelling.
Hiermee stemt u de toonhoogte van het gehele
instrument nauwkeurig af. Deze functie is handig als u
op dit instrument met andere instrumenten of cd-muziek
wilt meespelen.
Omschrijving
Standaardin-
stelling
0-12 (-1 octaaf) – 0
A3 = 440,0 HzA3 = 414,8 Hz –
Instelbereik
(normale
toonhoogte) – +12
(+1 octaaf)
466,8 Hz
(stappen van
0,2 Hz)
Deze instellingen worden niet toegepast op de
drumkitvoices of audiosong. Bovendien worden deze
instellingen niet opgenomen in een MIDI-song.
Scale Tune(Insteldisplay)Moderne akoestische piano's worden bijna uitsluitend
Base Note(Insteldisplay)Bepaalt de grondtoon voor de hierboven geselecteerde
Tuning Curve
(CLP-585)
–Bepaalt de stemmingscurve die op de voice 'CFX
met gelijkzwevende temperatuur gestemd, waarbij een
octaaf in twaalf gelijke intervallen wordt verdeeld. Deze
digitale piano maakt eveneens gebruik van
gelijkzwevende temperatuur, maar dat kan met een druk
op een knop worden veranderd in historische
temperaturen gebruikt in de 16e tot 19e eeuw.
stemschaal. Als de grondtoon wordt gewijzigd, wordt de
toonhoogte van het toetsenbord getransponeerd. De
oorspronkelijke toonhoogterelatie tussen de noten blijft
echter behouden. Deze instelling is nodig wanneer
Scale Tune op iets anders dan 'Equal Temperament' is
ingesteld.
Wanneer Scale Tune op 'Equal Temperament' is ingesteld,
wordt '---' op de display weergegeven en kan deze
parameter niet worden bewerkt.
Grand' wordt toegepast. Deze parameter is standaard
ingesteld op 'Normal' en roept de optimale
stemmingscurve voor piano's op. Als u vindt dat deze
instelling niet bij de stemmingscurve van andere voices
past, selecteert u 'Flat' om de stemmingscurve op te
roepen waarbij de octaven over het volledige bereik van
het toetsenbord worden verdubbeld.
Equal
Temperament
CC, C , D , E , E, F,
NormalNormal, Flat
Raadpleeg de
Scale Tune-lijst
(pagina 93).
F , G, A , A, B ,
B
CLP-585/575/545/535/565GP Gebruikershandleiding
89
System Menu
OPMERKING
OPMERKING
OPMERKING
De gewenste parameter oproepen doet u als volgt:
Druk enkele keren op de knop [MENU] om 'System Menu' te selecteren en gebruik daarna de knoppen [u]/[d]/[<]/[>] om de
gewenste parameter te selecteren.
[>]
[<]
Keyboard Touch(Insteldisplay)Bepaalt hoe het geluid reageert op uw speelsterkte.
PedalHalf Pedal Point (Display met
[>]
[<]
Fixed Velocity(Display met
Split Point(Insteldisplay)Bepaalt het splitpunt (de grens tussen de
Soft Pedal
Depth
Pitch Bend
Range
Aux Polarity
(CLP-585)
Aux Assign
(CLP-585)
Aux Area
(CLP-585)
Play/Pause(Insteldisplay)
[>]
[<]
Deze instelling heeft geen invloed op de
speelweerstand van de toetsen.
• Soft2: Produceert een relatief hoog volume, zelfs bij
een lichte speelsterkte. Het best voor spelers met een
lichte aanslag.
• Soft1: Produceert een hoog volume bij een
gemiddelde speelsterkte.
• Medium: Standaard aanslaggevoeligheid.
• Hard1: Vereist matig sterk spelen voor een hoog volume.
• Hard2: Vereist sterk spelen om een hoog volume te
produceren. Het best voor spelers met een sterke
aanslag.
• Fixed: Geen aanslagrespons. Het volumeniveau blijft
gelijk, ongeacht hoe hard u de toetsen bespeelt.
Deze instelling wordt niet opgenomen in een MIDI-song en
niet als MIDI-bericht verzonden.
Bepaalt de snelheid waarmee u de toetsen bespeelt
schuifregelaar)
schuifregelaar)
(Display met
schuifregelaar)
(Display met
schuifregelaar)
–Een pedaal dat is aangesloten op de [AUX PEDAL]-
(Insteldisplay)Wijst een functie toe aan het pedaal dat is aangesloten
(Insteldisplay)Bepaalt het gedeelte van het toetsenbord waarop de
wanneer Touch (hierboven) op 'Fixed' is ingesteld.
Deze instelling wordt niet opgenomen in een MIDI-song en
niet als MIDI-bericht verzonden.
toetsenbordgebieden voor de rechter- en linkerhand).
Hier kunt u het punt opgeven tot waar u het pedaal moet
indrukken (rechts en AUX) voordat het toegewezen
effect wordt toegepast. Deze instelling geldt alleen voor
het effect 'Sustain Continuously' (pagina 83) dat is
toegewezen aan het rechter- of AUX-pedaal.
Bepaalt de diepte van het effect van het softpedaal.
Deze parameter is alleen beschikbaar voor het pedaal
waaraan 'Soft' (pagina 83) is toegewezen.
Bepaalt het bereik van de pitchbend die wordt
geproduceerd met het pedaal in stappen van halve
noten. Deze instelling is alleen beschikbaar voor het
pedaal waaraan 'Pitch Bend Up' of 'Pitch Bend Down'
(pagina 83) is toegewezen.
Bij sommige voices wordt de toonhoogte mogelijk niet
gewijzigd volgens het hier ingestelde pitchbendbereik.
aansluiting kan functies op verschillende manieren inen uitschakelen. Met sommige pedalen worden effecten
bijvoorbeeld ingeschakeld en met andere pedalen
worden de effecten uitgeschakeld als u het pedaal
indrukt. Gebruik deze parameter om dit mechanisme
om te draaien.
op de [AUX PEDAL]-aansluiting.
functie wordt toegepast van het pedaal dat is
aangesloten op de [AUX PEDAL]-aansluiting.
Wijst de functie van de knop [R/K] (afspelen/pauze)
toe aan het linkerpedaal, middenpedaal of het pedaal
dat is aangesloten op de [AUX PEDAL]-aansluiting. Als
een andere waarde dan 'Off' is geselecteerd, wordt de
in het Voice Menu (pagina 82) toegewezen functie van
het desbetreffende pedaal uitgeschakeld.
Omschrijving
Standaardin-
stelling
MediumSoft 2, Soft 1,
641 – 127
F2
0-2 (effectief als het
51 – 10
20 – +12 (bij
MakeMake, Break
ExpressionRaadpleeg de lijst
AllAll, Right, Left
OffOff, Left, Center,
Instelbereik
Medium, Hard 1,
Hard 2, Fixed
A-1 – C7
pedaal slechts
een klein beetje
wordt ingedrukt) –
0 – +4 (effectief
als het pedaal
volledig wordt
ingedrukt)
drukken op het
pedaal wordt de
toonhoogte met
12 halve noten
verhoogd of
verlaagd
[1 octaaf])
met
pedaalfuncties
(pagina 83).
AUX (CLP-585)
90
CLP-585/575/545/535/565GP Gebruikershandleiding
System Menu
De gewenste parameter oproepen doet u als volgt:
Druk enkele keren op de knop [MENU] om 'System Menu' te selecteren en gebruik daarna de knoppen [u]/[d]/[<]/[>] om de
gewenste parameter te selecteren.
[>]
[<]
SoundBrilliance(Insteldisplay)Past de helderheid van voices gespeeld met het
MIDIMIDI OUT(Insteldisplay)Bepaalt het MIDI-kanaal waarlangs de MIDI-berichten
[>]
[<]
IAC–Schakelt het IAC-effect in of uit.OnOn, Off
IAC depth(Display met
SP Optimizer
(CLP-585/575/
545)
MIDI IN(Insteldisplay)Bepaalt welk deel van het instrument wordt geregeld
Local Control–'Local Control On' is een toestand waarbij dit instrument
Receive Param. (Insteldisplay)Bepaalt welke soorten MIDI-berichten dit instrument kan
[>]
[<]
volledige toetsenbord aan.
schuifregelaar)
–Wisselt het effect Stereophonic Optimizer tussen HP
Bepaalt de diepte van de IAC. Hoe hoger de waarde,
des te duidelijker hoge en lage tonen zijn als het volume
laag staat.
(aan) of Off (uit). Raadpleeg pagina 20 voor meer
informatie.
gegenereerd via het toetsenspel worden verzonden van
de MIDI [OUT]- of USB [TO HOST]-aansluiting. Wanneer
Dual/Split is ingeschakeld, worden de MIDI-kanalen als
volgt toegewezen.
• Spel via voice R1 = n (instelwaarde)
• Spel via voice R2 = n+2
• Spel via voice L = n+1
door de kanaaldata van de MIDI-berichten afkomstig
van de MIDI [IN]- en USB [TO HOST]-aansluiting.
• Song: Songpartij wordt geregeld door de MIDI-berichten.
• Keyboard: Het volledige toetsenbord wordt geregeld,
ongeacht de instelling van Dual/Split.
• R1: Het toetsenspel via voice R1 wordt geregeld.
• L: Het toetsenspel via voice L wordt geregeld.
• R2: Het toetsenspel via voice R2 wordt geregeld.
• Off: Geen partij wordt geregeld.
geluid via de toongenerator produceert als u het
toetsenbord bespeelt. Bij de toestand 'Local Control Off'
zijn het toetsenbord en de toongenerator van elkaar
losgekoppeld. Dit betekent dat zelfs als u het
toetsenbord bespeelt, dit instrument geen geluid geeft.
In plaats daarvan kunnen de toetsenborddata via MIDI
naar een aangesloten MIDI-apparaat of computer
worden verzonden, die vervolgens het geluid kan
produceren. De instelling 'Local Control Off' is handig
als u alleen een externe geluidsbron via de toetsen van
dit instrument wilt bespelen.
ontvangen of lezen.
Omschrijving
Standaardin-
stelling
NormalMellow 1 – 3,
0-3 – +3
HPHP, Off
Ch1Ch1-Ch16, Off
'Song' voor elk
van de MIDIkanalen
OnOn, Off
On (voor alle
MIDI-berichten)
Instelbereik
Normal, Bright
1 – 3
(niet verzonden)
Voor elk MIDIkanaal:
•Song
•Keyboard
•R1
•L
•R2
•Off
On, Off (voor elk
MIDI-bericht)
Soorten MIDI-berichten:
Note on/off (noot aan/uit), Control Change
(regelaarwijziging), Program Change
(programmawijziging), Pitch Bend (pitchbend), System
Exclusive (systeemeigen)
Transmit Param. (Insteldisplay)Bepaalt welke soorten MIDI-berichten kunnen worden
verzonden door dit instrument.
On (voor alle
berichten)
On, Off (voor elk
bericht)
Soorten MIDI-berichten:
Note on/off (noot aan/uit), Control Change
(regelaarwijziging), Program Change
(programmawijziging), Pitch Bend (pitchbend),
SystemRealTime (realtime van systeem), System
Exclusive (systeemeigen)
CLP-585/575/545/535/565GP Gebruikershandleiding
91
System Menu
LET OP
OPMERKING
LET OP
De beschikbare
ruimte
De totale
geheugencapaciteit
De gewenste parameter oproepen doet u als volgt:
Druk enkele keren op de knop [MENU] om 'System Menu' te selecteren en gebruik daarna de knoppen [u]/[d]/[<]/[>] om de
gewenste parameter te selecteren.
[>]
[<]
MIDIInitial Setup(Uitvoerende
[>]
[<]
display)
• Cancel
•Send
[>]
[<]
Omschrijving
Verzendt de huidige paneelinstellingen, zoals
voiceselectie, naar een aangesloten MIDI-apparaat of
computer. Voordat u uw spel begint op te nemen op een
aangesloten MIDI-apparaat of computer, voert u deze
bewerking uit om de huidige paneelinstellingen op te
nemen aan het begin van uw speeldata. Hierdoor
worden dezelfde paneelinstellingen opgeroepen
wanneer het opgenomen spel wordt afgespeeld.
Standaardin-
stelling
––
Instelbereik
Procedure:
Selecteer 'Execute' en druk daarna op de knop [>] om
de paneelinstellingen als MIDI-berichten te verzenden.
BackupBackup SettingRaadpleeg de pagina's 94 – 95 voor meer informatie
Back-up
Restore
Factory Set
UtilityUSB FormatCancelHiermee kunt u het USB-flashgeheugen formatteren of
over deze functies.
initialiseren dat is aangesloten op de USB [TO DEVICE]aansluiting.
Formatteren verwijdert alle data die zijn opgeslagen in het
USB-flashgeheugen. Sla belangrijke data op een computer of
op een ander opslagapparaat op.
––
––
92
Execute
Als u een USB-flashgeheugen aansluit op de [USB TO
DEVICE]-aansluiting, ziet u mogelijk een bericht met de
vraag of u wilt formatteren. Als dit zich voordoet, voert u de
formatteerbewerking uit.
Bewerking
Selecteer 'Execute' en druk daarna op de knop [>] om
het formatteren te starten. Zodra het formatteren is
voltooid, verschijnt een bericht en daarna keert het
instrument terug naar de display Utility.
Zet het instrument nooit uit en verwijder geen USBflashgeheugen terwijl 'Executing' wordt weergegeven op de
display.
USB Properties–Toont de beschikbare ruimte en de totale
USB Autoload–Wanneer dit op 'On' is ingesteld, kan de song
Speaker(Insteldisplay)Hiermee kunt u de luidspreker in- of uitschakelen.
Contrast(Display met
CLP-585/575/545/535/565GP Gebruikershandleiding
schuifregelaar)
geheugencapaciteit van het USB-flashgeheugen
aangesloten op de USB [TO DEVICE]-aansluiting.
opgeslagen in de hoofdmap automatisch worden
geselecteerd (weergegeven op de display) zodra het
USB-flashgeheugen op de USB [TO DEVICE]aansluiting wordt aangesloten.
• Nor mal (HeadphoneSW)
• On
• Off
Past het contrast van de display aan. 0-5 – +5
De luidsprekers produceren alleen geluid als er geen
hoofdtelefoon is aangesloten.
De luidsprekers geven altijd geluid.
De luidsprekers geven geen geluid.
––
OffOn, Off
Normal
(HeadphoneSW)
Normal, On, Off
System Menu
+
Zet het instrument aan terwijl u de laagste toets op het
toetsenbord ingedrukt houdt. Een bericht wordt kort
weergegeven en de automatische uitschakelfunctie
wordt uitgezet.
Japans
Internationaal
De gewenste parameter oproepen doet u als volgt:
Druk enkele keren op de knop [MENU] om 'System Menu' te selecteren en gebruik daarna de knoppen [u]/[d]/[<]/[>] om de
gewenste parameter te selecteren.
[>]
[<]
UtilityAuto Power Off (Insteldisplay)Hier kunt u instellen hoeveel tijd er moet verstrijken
[>]
[<]
[>]
[<]
Omschrijving
voordat het instrument wordt uitgezet door de
automatische uitschakelfunctie (pagina 15). Selecteer
'Off' om de automatische uitschakelfunctie uit te
schakelen.
De automatische uitschakelfunctie uitschakelen
Standaardin-
stelling
30 (minuten)Off, 5, 10, 15, 30,
Instelbereik
60, 120 (minuten)
LanguageSystemBepaalt het soort tekens dat op de display wordt
Song
Wireless LAN,
Wireless LAN
Option
weergegeven voor het systeem (algemene aanduiding
behalve de songnaam) en iedere song (songnaam).
Tekenoverzicht
Zie pagina 73.
InternationalJapanese,
International
Scale Tune-lijst (Temperatuurlijst)
Equal TemperamentEen octaaf is opgedeeld in twaalf gelijke intervallen. Momenteel de meest gangbare pianostemming.
PureMajor/PureMinorGebaseerd op natuurlijke boventonen. Drie majeurakkoorden geven bij deze stemming een prachtig, zuiver geluid.
PythagoreanDeze stemming, ontworpen door de Griekse filosoof Pythagoras, is gebaseerd op het interval van een reine kwint. De
MeanToneDeze stemming is een verbetering van de Pythagoreaanse stemming waarbij de zweving in de terts is geëlimineerd.
Werckmeister/
Kirnberger
tertsen in deze stemming zijn lichtelijk onstabiel, maar de kwarten en kwinten zijn prachtig en geschikt voor
enkelvoudige solo's.
Deze stemming werd steeds meer gebruikt vanaf het einde van de 16e eeuw tot het einde van de 18e eeuw. Händel
gebruikte deze stemming.
Deze stemmingen combineren middentoon en Pythagoreaans op verschillende manieren. Met deze stemmingen
verandert modulatie de sfeer en het gevoel van de songs. Ze werden vaak gebruikt in de tijd van Bach en Beethoven.
Tegenwoordig worden ze nog vaak gebruikt bij uitvoeringen van klavecimbelmuziek uit die tijd.
CLP-585/575/545/535/565GP Gebruikershandleiding
93
System Menu
LET OP
OPMERKING
OPMERKING
Back-upinstelling
(Parameters selecteren die behouden blijven als
het instrument wordt uitgezet)
Hiermee kunt u bepalen of bepaalde instellingen van
de Backup Setting (back-upinstelling) (zie verder)
worden behouden als het instrument wordt uitgezet.
De Backup Setting bestaat uit twee groepen, 'Voice'
(met voicegerelateerde instellingen zoals
voiceselectie) en 'Other' (met verschillende
instellingen zoals song herhalen en stemmen), die
afzonderlijk kunnen worden ingesteld.
Data die behouden blijven, zelfs als het
instrument wordt uitgezet
• User MIDI Song (opgeslagen in het geheugen
'User' van dit instrument)
• Utility
• Backup Setting (hier uitgelegd)
1. Druk enkele keren op de knop [MENU] om
'System Menu' te selecteren.
2. Gebruik de knoppen [u]/[d] om 'Backup' te
selecteren, gebruik de knop [>] om de
volgende display op te roepen en gebruik
daarna de knoppen [
u]/[d] om 'Backup
Setting' te selecteren.
3. Gebruik de knop [>] en daarna de knoppen
[
u]/[d] om 'Voice' te selecteren en gebruik
daarna de knop [>] om 'On' of 'Off ' te
selecteren.
Elke 'Voice' bevat de volgende instellingen:
• Voiceselectie voor R1, R2 en L
• Aan/uit-status voor Dual/Split.
• Alle parameters, behalve Split Point in het Voice Menu
4. Gebruik de knoppen [u]/[d] om 'Other' te
selecteren en gebruik daarna de knop [>] om
'On' of 'Off ' te selecteren.
'Other' bevat de volgende instellingen:
• In het Voice Menu: Split Point (splitpunt)
• In het Song Menu: Song Repeat (song herhalen),
Song-Keyboard (song-toetsenbord), Audio Volume
(audiovolume), Quick Play (snel afspelen), Play Track
(track afspelen)
Met deze optie kunt u data in het interne geheugen als
back-upbestand opslaan in het aangesloten USBflashgeheugen (met de naam 'clp-***.bup'). Dit backupbestand kan in het instrument worden geladen met
de functie Restore (terugzetten) (pagina 95) voor
toekomstig gebruik.
• Het kan 1 tot 2 minuten duren om deze bewerking uit te voeren.
Zet het instrument nooit uit tijdens deze bewerking (terwijl
'Executing' wordt weergegeven). Als u dit doet, kunnen de data
beschadigd raken.
• Als hetzelfde back-upbestand (clp-***.bup) al in het USBflashgeheugen is opgeslagen, wordt het bestand overschreven
door het nieuwe back-upbestand dat u opslaat.
1. Sluit het USB-flashgeheugen aan op de USB
[TO DEVICE]-aansluiting.
2. Druk enkele keren op de knop [MENU] om
'System Menu' te selecteren.
3. Gebruik de knoppen [u]/[d] om 'Backup' te
selecteren, gebruik de knop [>] om de
volgende display op te roepen en gebruik
daarna de knoppen [
u]/[d] om 'Backup' te
selecteren.
4. Gebruik de knop [>] om de volgende display
op te roepen en gebruik daarna de knoppen
[
u]/[d] om 'Execute' te selecteren.
5. Druk op de knop [>] om de back-up uit te
voeren.
6. Druk op de knop [EXIT] om de display
System Menu te verlaten.
Als u de instellingen in het back-upbestand wilt terugzetten,
gebruikt u de functie Restore.
Van beveiligde songs kan geen back-up worden gemaakt.
94
5. Druk op de knop [EXIT] om de display
System Menu te verlaten.
CLP-585/575/545/535/565GP Gebruikershandleiding
System Menu
LET OP
LET OP
[P]-schakelaar (stand-by/aan)
C7
Terugzetten
(Het instrument opnieuw starten met het backupbestand geladen)
Hiermee kunt u het back-upbestand (clp-***.bup) dat
is opgeslagen met de back-upfunctie (pagina 94), in
het instrument laden.
• Het kan 1 tot 2 minuten duren om deze bewerking uit te voeren.
Zet het instrument nooit uit tijdens deze bewerking (terwijl
'Executing' wordt weergegeven). Als u dit doet, kunnen de data
beschadigd raken.
• Als er beveiligde songs of opgenomen songs in het geheugen
'User' zijn opgeslagen, moet u deze songs naar het USBflashgeheugen verplaatsen volgens de instructies (pagina 64)
voordat u deze bewerking uitvoert. Als u dat niet doet, worden
de songs verwijderd door deze bewerking.
1. Sluit het USB-flashgeheugen met het back-
upbestand aan op de USB [TO DEVICE]aansluiting.
2. Druk enkele keren op de knop [MENU] om
'System Menu' te selecteren.
3. Gebruik de knoppen [u]/[d] om 'Backup' te
selecteren, gebruik de knop [>] om de
volgende display op te roepen en gebruik
daarna de knoppen [
u]/[d] om 'Restore' te
selecteren.
4. Gebruik de knop [>] om de volgende display
op te roepen en gebruik daarna de knoppen
[
u]/[d] om 'Execute' te selecteren.
5. Druk op de knop [>] om het bestand terug te
zetten.
Er verschijnt een bericht waarin wordt aangegeven
dat de bewerking is voltooid en daarna wordt het
instrument herstart.
Fabrieksinstellingen
(Het instrument herstarten met de
oorspronkelijke fabrieksinstellingen geladen)
Hiermee kunt u dit instrument terugzetten naar de
fabrieksinstellingen. Dit zijn de oorspronkelijke
instellingen die in de fabriek zijn ingesteld en die
worden geactiveerd wanneer u het instrument voor
het eerst aanzet.
Houd rekening met de volgende punten.
• Deze bewerking zet de back-upinstelling (pagina 94) naar
de standaardinstelling terug.
• Deze bewerking verwijdert de songs opgeslagen in de map
User (gebruiker) niet.
Zet het instrument nooit uit tijdens deze bewerking (terwijl 'Factory
set executing' wordt weergegeven). Als u dit doet, kunnen de data
beschadigd raken.
1. Druk enkele keren op de knop [MENU] om
'System Menu' te selecteren.
2. Gebruik de knoppen [u]/[d] om 'Backup' te
selecteren, gebruik de knop [>] om de
volgende display op te roepen en gebruik
daarna de knoppen [
u]/[d] om 'Factory Set'
te selecteren.
3. Gebruik de knop [>] om de volgende display
op te roepen en gebruik daarna de knoppen
[
u]/[d] om 'Execute' te selecteren.
4. Druk op de knop [>] om de bewerking uit te
voeren.
Er verschijnt een bericht waarin wordt aangegeven
dat de bewerking is voltooid en daarna wordt het
instrument herstart.
Andere methode voor het herstellen van
de standaardinstellingen
Houd de witte toets uiterst rechts (C7) ingedrukt en
druk op de knop [P] (stand-by/aan) om dit
instrument aan te zetten. Deze bewerking verwijdert
de songs in de map User (gebruiker) niet.
CLP-585/575/545/535/565GP Gebruikershandleiding
95
Appendix
Gedetailleerd overzicht van vooraf ingestelde
voices
CLP-585
VoicegroepVoicenaamVRM
PIANOCFX Grand
Bösendorfer
Bright Grand Heldere pianoklank. Geschikt voor heldere expressie en goede hoorbaarheid bij
Mellow Grand
Ballad Grand
Warm Grand
UprightPiano
HonkyTonk Pf
Pop Grand
Jazz Grand
Rock Grand
E.PIANOStageE.Piano
DX E.Piano
Vintage EP
Soft EP
Phaser EP
DX Bright
TremoloVintage
ORGANOrganGrandJeu
OrganPrincipal
Organ Tutti
Jazz Organ 1
Jazz Organ 2
Mellow Organ
Organ Flute 1
Organ Flute 2
Aanslag-
sterkte
—
—
—
—
—
—
—
——
——
——
—— — —
—— — — —
—— — — —
——
——
Stereo-
sampling
Toets-los-
sampling
—
——
——
—
——
—
—
—
———
—
Het geluid van een elektronische piano die gebruikmaakt van hamertjes die op
Een ander type elektronisch pianogeluid dan Stage E.piano. Veel gebruikt in rock- en
—
——
—
——
——
Voice-
demo
(1)
De klanken van de concertvleugel CFX, het vlaggenschip van Yamaha, met een breed
dynamisch bereik voor maximale expressieve controle. Geschikt voor het spelen in
alle muziekgenres en sti jlen.
(2)
De befaamde klanken van de in Wenen gemaakte Bösendorfer-concertvleugel. Zijn
ruimtelijke geluid roept de grootte van het instrument op en is ideaal voor de
expressie van emotie in c omposities.
samenspel met andere instrumenten in een ensemble.
—
Warme pianoklank. Geschikt voor rustige en langzame muziek.
—
Geluid van een vleugel met een zachte, warme klank. Geschikt voor ballades.
Warme en zachte pianoklank. Geschikt voor ontspannende muziek.
—
In stereo gesamplede, heldere pianoklank met unieke tooneigenschappen en een
lichter, meer informeel gevoel.
—
Een piano met een honky-tonkstijl. Geniet van het typische karakter van de klankkleur
die nogal afwijkt van die van een vleugel.
—
Een iets helderdere pianoklank. Geschikt voor populaire stijlen.
Pianoklank met unieke tooneigenschappen. Geschikt voor jazzstijlen.
—
Een helder klinkende piano. Ideaal voor rockstijlen.
metalen 'staafjes' slaan. Zachte klank wanneer er licht wordt gespeeld en een
agressieve klank wann eer er hard wordt gespeeld.
Een elektronisch pianogeluid geproduceerd door een FM-synthesizer. De klank
verandert als u uw toetsaanslag verandert. Ideaal voor popmuziek.
popmuziek.
—
Een elektronische piano met een karakteristiek panningeffect. Geschikt voor rustige
ballades.
—
Een karakteristiek phaser-effect maakt dit bijzonder geschikt voor fusionstijlen.
Een variatie van elektronisch pianogeluid geproduceerd door een FM-synthesizer.
Zijn heldere en sprankelende geluid geven de muziek meer pit.
—
Inclusief tremolo, ideaal voor Vintage EP. Vaak gebruikt in rockmuziek.
Een registratiegeluid dat typisch is voor Franse orgelcomposities. Dit dramatische
geluid is ideaal voor het beëindigen van een performance.
Deze voice beschikt over de combinatie van pijpen (8'+4'+2') van een hoofdorgel
(koperinstrument). Het is geschikt voor barokke kerkmuziek.
Deze voice beschikt over het volle geluid van een pijporgel, zoals dat gebruikt wordt
in 'Toccata en fuga' van Bach.
Het geluid van een elektronisch orgel van het type 'toonwiel'. Gesampled met het
effect Rotary SP is d e rotatiesnelheid laag. Vaak te ho ren in jazz- en rockthema's.
Hetzelfde soort elektronisch orgelgeluid als Jazz Organ 1. Dit werd gesampled met de
hoge rotatiesnelheid van het effect Rotary Speaker. Wissel tussen de voices Jazz
Organ 1 en Jazz Organ 2 om uw spel gevarieerder te maken.
Een zacht, elektronisch orgelgeluid. Ideaal voor rustigere songs.
Een pijporgelgeluid dat een fluittype (houtblazer) register met verschillende
toonhoogtes (8' + 4') combineert. Dit is een vriendelijk geluid dat ideaal is voor het
begeleiden van kerkgezang.
Een pijporgelgeluid dat een fluittype (houtblazer) register met verschillende
toonhoogtes (8' + 4' + 1-1/3') combineert. Dit is helderder dan Organ Flute 1 en is
geschikt voor solo's.
Voicebeschrijving
CLP-585/575/545/535/565GP Gebruikershandleiding
96
Gedetailleerd overzicht van vooraf ingestelde voices
VoicegroepVoicenaamVRM
STRINGSStrings
Slow Strings
Choir
Slow Choir
Mellow Strings
Synth Pad 1
Synth Pad 2
Synth Pad 3
BASSAcoustic Bass
Bass & Cymbal
E.Bass
Fretless Bass
Vintage Bass
OTHERSHarpsichord8'
Harpsi.8'+4'
Harp
Vibraphone
Marimba
Celesta
Nylon Guitar
Steel Guitar
Scat
XGXG
VRM
Gesimuleerd geluid met snaarresonantie met fysiek model wanneer het demperpedaal wordt ingedrukt of toetsen worden ingedrukt.
Toets-los-sampling
Samples van de zeer delicate geluiden die ontstaan als toetsen worden losgelaten.
Aanslag-
sterkte
—
—
—
—
—
—
—
—
—
—
—
—
—
——
——
—
—
—
—
—
—
—
—
Stereo-
sampling
——
———
——
———
——
——
———
—Een klavecimbel met een toegevoegd hoger octaaf. Geeft een helderder geluid.
——
———
———
——
Toets-los-
sampling
Voice-
demo
—
——
—
——
——
——
—
——
——
—
In stereo gesampled, grootschalig strijkersensemble met realistische nagalm.
Een grote, ruimtelijke voice van een koor. Perfect voor het scheppen van rijke
Een warm, zacht en ruimtelijke synthesizergeluid. Ideaal voor aanhoudende partijen
Het geluid van een met de vinger geplukte staande bas. Wordt regelmatig gebruikt in
Het geluid van een elektronische bas. Wordt regelmatig gebruikt in jazz-, rock- en
Het geluid van een fretloze bas. Geschikt voor stijlen zoals jazz en fusion.
(3)
Dit geluid is gesampled van een concertharp. Dit geluid, met een heldere aanslag, is
Het geluid van een vibraf oon, in stereo gesampled. Zijn ruimtelijk e en heldere geluid
In stereo gesamplede gitaar met nylon snaren en realistisch geluid. Geschikt voor
Voicebeschrijving
Combineer deze voice eens met piano in de Dual-modus.
Het geluid van een strijkersensemble met een langzame aanslag. Geschikt voor
gebruik in de Dual-modus met piano en elektronische piano.
harmonieën in langzame stukken.
Het geluid van een koor met een langzame aanslag. Geschikt voor gebruik in de Dualmodus met piano en elektronische piano.
Een warm strijkersensemble. Geniet van tooneigenschappen die afwijken van
Strings.
in de achtergrond van een ensemble of voor gebruik in de Dual-modus met piano en
elektronische piano.
Synthesizergeluid met een late aanslag die lijkt op die van strijkinstrumenten. Ideaal
voor gebruik in de Dual-modus met de heldere klanken van piano en elektronische
piano.
Een uniek en ruimtelijk synthesizergeluid. Ideaal voor het afspelen van trage muziek
of voor gebruik in de Dual-modus met piano en elektronische piano.
jazzmuziek en Latin-muziek.
Het geluid van een cimbaal gecombineerd met dat van de bas. Effectief bij gebruik
voor lopende-baslijnen in jazz.
popmuziek.
Een ander type elektrische bas met een rijk geluid.
Het geluid van het instrument dat vaak in barokmuziek wordt gebruikt. Variaties in de
toetsaanslag hebben geen invloed op het volume en er klinkt een karakteristiek geluid
als u de toets loslaat.
ideaal voor het spelen van prachtige frasen.
is ideaal voor popmuziek.
Een marimbageluid, in stereo gesampled voor een ruimtelijk en authentiek geluid.
Het geluid van een celesta (een percussie-instrument waarbij hamers op metalen
staafjes slaan om geluid te maken). Dit instrument is zeer bekend geworden door de
'Dans van de suikerfee' uit de 'Notenkrakersuite' van Tsjaikovski.
alle muziekstijlen.
Het heldere geluid van een gitaar met stalen snaren. Ideaal voor popmuziek.
U kunt genieten van jazz 'scatting' met deze voice. Afhankelijk van hoe hard en in
welk nootbereik u speelt, worden verschillende geluiden geproduceerd.
Gedetailleerd overzicht van vooraf ingestelde voices
CLP-575/545/535/565GP
Demperre-
VRM
Voicegroep Voicenaam
PIANOCFX Grand
Bösendorfer
Bright Grand Heldere pianoklanken. Geschikt voor heldere
Mellow
Grand
Warm Gra nd
Pop Grand
Jazz Grand
Rock Grand
E.PIANOStageE.Piano
DX E.Piano
Vintage EP
Soft EP
Phaser EP
DX Bright
TremoloVintage
ORGAN
OrganPrincipal
Organ Tutti
Jazz Organ 1
Jazz Organ 2
Mellow
Organ
(CLP-575)
Aanslag-
sterkte
—
—
—
—
—
—
—
——
——
——— — — —
——— — — ——
——— — — ——
Stereo-
sampling
Toets-los-
sampling
—
—— — —
—
—
—
—— — ——
—
sonantie
(CLP-545/
535/565GP)
—
—
—
—— —
—— —
Snaarreso-
nantie
(CLP-545/
535/565GP)
——
——
———
———
———
—
——
——
Voice-
demo
(1)
(2)
—
—
—
Het geluid van een elektronische piano die
Een elektronisch pianogeluid geproduceerd
Een ander type elektronisch pianogeluid dan
(3)
Deze voice beschikt over het volle geluid van
Het geluid van een elektronisch orgel van het
Voicebeschrijving
De klanken van de concertvleugel CFX, het
vlaggenschip van Yamaha, met een breed
dynamisch bereik voor maximale expressieve
controle. Geschikt voor het spelen in alle
muziekgenres en stijlen.
De befaamde klanken van de in Wenen
gemaakte Bösendorfer-concertvleugel. Zijn
ruimtelijke geluid roept de grootte van het
instrument op en is ideaal voor de expressie
van emotie in composities.
expressie en goede hoorbaarheid bij
samenspel met andere instrumenten in een
ensemble.
Warme pianoklanken. Geschikt voor rustige
en langzame muz iek.
Warme en zachte pianoklank. Geschikt voor
ontspannende muziek.
Een iets helderdere pianoklank. Geschikt voor
populaire stijlen.
Pianoklank met unieke tooneigenschappen.
Geschikt voor jazzstijlen.
Een helder klinkende piano. Ideaal voor
rockstijlen.
gebruikmaakt van hamertjes die op metalen
'staafjes' slaan. Zachte klank wanneer er licht
wordt gespeeld en een agressieve klank
wanneer er hard wordt ge speeld.
door een FM-synthesizer. De klank verandert
als u uw toetsaanslag verandert. Ideaal voor
popmuziek.
Stage E.piano. Veel gebruikt in rock- en
popmuziek.
Een elektronische p iano met een
karakteristiek panningeffect. Geschikt voor
rustige ballades.
Een karakteristiek pha ser-effect maakt dit
bijzonder geschikt voor fusionstijlen.
Een variatie van elektronisch pianogeluid
geproduceerd door een FM-synthesizer. Zijn
heldere en sprankelende geluid geven de
muziek meer pit.
Inclusief tremolo, ideaal voor Vintage EP.
Vaak gebruikt in rockmuziek.
Deze voice beschikt over de combinatie van
pijpen (8'+4'+2') van een hoofdorgel
(koperinstrument). Het is geschikt voor
barokke kerkmuziek.
een pijporgel, zoals dat gebruikt wordt in
'Toccata en fuga' van Bach.
type 'toonwiel'. Gesampled met het effect
Rotary SP is de rota tiesnelheid laag. Vaak te
horen in jazz- en rockthe ma's.
Hetzelfde soort elektronisch orgelgeluid als
Jazz Organ 1. Dit werd gesampled met de
rotatiesnelheid van het effect Rotary Speaker.
Wissel tussen de voices Jazz Organ 1 en Jazz
Organ 2 om uw spel gevarieerder te maken.
Een zacht, elektronisch orgelgeluid. Ideaal
voor rustigere songs.
CLP-585/575/545/535/565GP Gebruikershandleiding
98
Gedetailleerd overzicht van vooraf ingestelde voices
Demperre-
VRM
Voicegroep Voicenaam
STRINGSStrings
Slow Strings
Choir
Slow Choir
Synth Pad
BASSAcoustic
OTHERSHarpsichord8'
VRM
Gesimuleerd geluid met snaarresonantie met fysiek model wanneer het demperpedaal wordt ingedrukt of toetsen worden ingedrukt.
Toets-los-sampling
Samples van de zeer delicate geluiden die ontstaan als toetsen worden losgelaten.
Demperresonantie
Simuleert de resonantie van de zangbodem en snaren die wordt geproduceerd als het demperpedaal wordt ingedrukt.
Snaarresonantie
Gesampled geluid met snaarresonantie als toetsen worden ingedrukt.
Bass
Bass &
Cymbal
E.Bass
Fretless Bass
Harpsi.8'+4'
Vibraphone
Nylon Guitar
Steel Guitar
(CLP-575)
Aanslag-
sterkte
—
—
—
—
—
—
—
—
—
——
——
—
—
—
Stereo-
sampling
Toets-los-
—— — —
—— — ——
—— — —
—— — —
—— — ——
—— — —
—— — —
—— — ——
sampling
sonantie
(CLP-545/
535/565GP)
—— —
—— ——
—— —
—— —
Snaarreso-
nantie
(CLP-545/
535/565GP)
——
———
Voice-
demo
In stereo gesampled, grootschalig
strijkersensemble met realistische nagalm.
Combineer deze voice eens met piano in de
Dual-modus.
Het geluid van een strijkersensemble met een
langzame aanslag. Geschikt voor gebruik in
de Dual-modus met piano en elektronische
piano.
Een grote, ruimtelijke voice van een koor.
Perfect voor het scheppen van rijke
harmonieën in langzame stukken.
Het geluid van een koor met een langzame
aanslag. Geschikt voor gebruik in de Dualmodus met piano en elektronische piano.
Een warm, zacht en ruimtelijke
synthesizergeluid. Ideaal voor aanhoudende
partijen in de achtergrond van een ensemble
of voor gebruik in de Dual-modus met piano
en elektronische piano.
Het geluid van een met de vinger geplukte
staande bas. Wordt regelmatig gebruikt in
jazzmuziek en Latin-muziek.
Het geluid van een cimbaa l gecombineerd
met dat van de bas. Effectief bij gebruik voor
lopende-baslijnen in jazz.
Het geluid van een elektroni sche bas. Wordt
regelmatig gebruikt in jazz-, rock- en
popmuziek.
Het geluid van een fretloze bas . Geschikt
voor stijlen zoals jaz z en fusion.
(4)
Het geluid van het instrument dat vaak in
barokmuziek wordt gebruikt. Variaties in de
toetsaanslag hebben geen invloed op het
volume en er klinkt een karakteristiek geluid
als u de toets loslaat.
Een klavecimbel met een toegevoegd hoger
octaaf. Geeft een helderder geluid.
Het geluid van een vibrafoon, in stereo
gesampled. Zijn ruimtelijke e n heldere geluid
is ideaal voor popmuziek.
In stereo gesamplede gitaar met nylon
snaren en realistisch geluid. Geschikt voor
alle muziekstijlen.
Het heldere geluid van een gitaar met stalen
snaren. Ideaal voor popmuziek.
Piano Sonate op.13 “Pathétique” 2nd mov. L.v.Beethoven
15
Piano Sonate op.27-2 “Mondschein” 1st
16
mov.
Piano Sonate op.49-2 1st mov. L.v.Beethoven
17
Impromptu op.90-2 F.P.Schubert
18
Moments Musicaux op.94-3 F.P.Schubert
19
Frühlingslied op.62-2 J.L.F.Mendelssohn
20
Jägerlied op.19b-3 J.L.F.Mendelssohn
21
Fantaisie-Impromptu F.F.Chopin
22
Prelude op.28-15 “Raindrop” F.F.Chopin
23
Etude op.10-5 “Black keys” F.F.Chopin
24
Etude op.10-3 “Chanson de l’adieu” F.F.Chopin
25
Etude op.10-12 “Revolutionary” F.F.Chopin
26
Valse op.64-1 “Petit chien” F.F.Chopin
27
Valse op.64-2 F.F.Chopin
28
Valse op.69-1 “L’adieu” F.F.Chopin
29
Nocturne op.9-2 F.F.Chopin
30
Träumerei R.Schumann
31
Fröhlicher Landmann R.Schumann
32
La prière d’une Vierge T.Badarzewska
33
Dolly’s Dreaming and Awakening T.Oesten
34
Arabesque J.F.Burgmüller
35
Pastorale J.F.Burgmüller
36
La chevaleresque J.F.Burgmüller
37
Liebesträume Nr.3 F.Liszt
38
Blumenlied G.Lange
39
Barcarolle P.I.Tchaikovsky
40
Melody in F A.Rubinstein
41
Humoresque A.Dvořák
42
Tango (España) I.Albéniz
43
The Entertainer S.Joplin
44
Maple Leaf Rag S.Joplin
45
La Fille aux Cheveux de Lin C.A.Debussy
46
Arabesque 1 C.A.Debussy
47
Clair de lune C.A.Debussy
48
Rêverie C.A.Debussy
49
CakewalkC.A.Debussy
50
L.v.Beethoven
AlbumtitelNr./SongtitelComponist
Vorschule im
Klavierspiel Op.101
25 Etudes faciles et
progressives Op.100
100 Übungsstücke
Op.139
30 Etudes de
mécanismeOp.849
The Virtuoso Pianist1–20
Nr. 1–11 van de Vorschule im Klavierspiel Op.101 en 32–34, 41–44, 63–64 en 86–87
zijn songs die met vier handen moeten worden gespeeld. De rechterhandpartij is voor
de eerste speler en de linkerhandpartij is voor de tweede speler.
1–106F.Beyer
La candeurJ.F.Burgmüller
1
Arabesque
2
Pastorale
3
Petite réunion
4
Innocence
5
Progrès
6
Courant limpide
7
La gracieuse
8
La chasse
9
Tendre fleur
10
La bergeronnette
11
Adieu
12
Consolation
13
La styrienne
14
Ballade
15
Douce plainte
16
Babillarde
17
Inquiétude
18
Ave Maria
19
Tarentelle
20
Harmonie des anges
21
Barcarolle
22
Retour
23
L'hirondelle
24
La chevaleresque
25
1–100C.Czerny
1–30C.Czerny
1-Variation. 1–22
C-L.Hanon
CLP-585/575/545/535/565GP Gebruikershandleiding
100
Loading...
+ hidden pages
You need points to download manuals.
1 point = 1 manual.
You can buy points or you can get point for every manual you upload.