Xerox Color 800i, Color 1000i, Color 800, Color 1000 Color printing [nl]

Xerox EX Print Server, Powered by Fiery voor de Xerox Color 1000 Press
Afdrukken in kleur
®
© 2010 Electronics for Imaging, Inc. De informatie in deze publicatie wordt beschermd volgens de Kennisgevingen voor dit product.
45089770 20 april 2010
INHOUD
INHOUD
INHOUD 3
INLEIDING 5
Terminologie en conventies 5
Over dit document 6
Belangrijkste functies van ColorWise 7
Kleurbeheer in Command WorkStation 8
AFDRUKOPTIES VAN COLORWISE 9
Over dit hoofdstuk 9
Kleurbeheer op de EX Print Server 10
Beschrijvingen van ColorWise-afdrukopties 11
Automatisch overvullen 11
Zwarte overdruk 12
Tekst/lijntekeningen zwart 13
Verwerkingsmethode CMYK/grijswaarden 15
Bron CMYK/grijswaarden of Device Link 16
Scheidingen combineren 18
Samengestelde overdruk 19
Grijs (RGB) en Grijs (CMYK) 20
Uitvoerprofiel 21
PDF/X-uitvoerintentie 21
Weergavetype RGB/Lab 23
RGB-bron of Device Link 24
RGB/Lab scheiden naar CMYK-bron 25
Steunkleuraanpassing 26
Kleurvervanging 27
Ingesloten profiel gebruiken, indien aanwezig (RGB en CMYK) 27
ColorWise-afdrukopties opgeven 27
Standaardwaarden instellen in Command WorkStation 29
Afdrukopties in het printerstuurprogramma instellen 30
INHOUD 4
KLEURPROFIELEN 37
Kleurenbestanden 37
Aanvullende ICC-profielen installeren op uw computer 38
Andere kleurenbestanden 44
Profielen beheren op de EX Print Server 47
KALIBRATIE 48
Kalibratiemethoden 48
Kalibreren met Command WorkStation 49
Kalibratiesets beheren 50
Uitvoerprofielen en kalibratiesets gebruiken 50
Aangepaste kalibratiesets toevoegen 51
Aangepaste kalibratiesets en uitvoerprofielen toevoegen 52
Kalibratie begrijpen 57
Kalibratieoverzicht 57
Hoe werkt kalibratie? 57
Kalibratie plannen 59
Kalibratiestatus controleren 60
SPOT-ON 61
Spot-On gebruiken 61
DICHTHEIDSMETINGEN IMPORTEREN 64
De bestandsindeling Simple ASCII Import File Format (SAIFF) 64
Voorbeeld van 1D Status T-dichtheid voor EFI-pagina met 21 kleurvlakken 65
Voorbeeld van 1D Status T-dichtheid voor EFI-pagina met 34 kleurvlakken 65
Voorbeeld van 1D Status T-dichtheid voor een willekeurige pagina 66
INDEX 67

INLEIDING

Terminologie en conventies

INLEIDING 5
In dit document wordt uitgelegd hoe u kleurenafdrukken op de Xerox EX Print Server, Powered by Fiery voor de Xerox Color 1000 Press kunt beheren. Er wordt ook aandacht besteed aan kalibratie en kleurprofielen.
Dit document maakt deel uit van de documentatieset voor gebruikers en systeembeheerders. Raadpleeg de andere op uw locatie verkrijgbare documentatie voor een volledige beschrijving van uw Xerox EX Print Server, Powered by Fiery voor de Xerox Color 1000 Press.
Voor meer informatie over ondersteunde besturingssystemen en systeemvereisten, raadpleeg Welkom.
Dit document gebruikt de volgende terminologie en conventies.
Term of conventie Verwijst naar
Aero EX Print Server (in illustraties en voorbeelden)
EX Print Server Xerox EX Print Server, Powered by Fiery voor de Xerox Color 1000
Press
Mac OS Apple Mac OS X
Pers Xerox Color 1000 Press
Titels in cursief Andere documenten in dit pakket
Windows Microsoft Windows XP, Windows Vista,
Windows Server 2003/2008, Windows 7
Onderwerpen waarvoor aanvullende informatie beschikbaar is door de Help te openen in de software
Tips en informatie
INLEIDING 6
Term of conventie Verwijst naar

Over dit document

Dit document bevat belangrijke informatie voor het beheren van kleurenafdrukken die met de EX Print Server worden gemaakt. Voor algemeen kleurbeheer gebruikt u Command WorkStation. U kunt ook kleurbeheer toepassen voor een specifieke taak door afdrukopties in te stellen in het printerstuurprogramma of in de taakeigenschappen in Command WorkStation en Hot Folders.
Een waarschuwing met betrekking tot handelingen die kunnen leiden tot de dood of zwaar lichamelijk letsel indien deze niet juist worden uitgevoerd. Let altijd op deze waarschuwingen voor een veilig gebruik van de apparatuur.
Een waarschuwing met betrekking tot handelingen die kunnen leiden tot lichamelijk letsel indien deze niet juist worden uitgevoerd. Let altijd op deze waarschuwingen voor een veilig gebruik van de apparatuur.
Vereisten en beperkingen met betrekking tot handelingen. Lees deze onderdelen altijd goed voor een juist gebruik van de apparatuur en om beschadiging aan apparatuur of eigendommen te voorkomen.
Dit document behandelt de volgende onderwerpen:
• Waarden instellen voor de afdrukopties van ColorWise
• Kleurprofielen en andere kleurenbestanden beheren
• EX Print Server kalibreren om consistente kleurenuitvoer te verkrijgen
• Steunkleuren beheren
• Kalibratiemeetgegevens uit een tekstbestand importeren
OPMERKING: De Verklarende woordenlijst in de Fiery-kleurenreferentie geeft uitleg over
vetgedrukte woorden die in dit document voorkomen, zoals bijvoorbeeld uitvoerprofiel. Termen en concepten uit de kleurenleer en begrippen als “kleurenruimte”, “steunkleur”, “kleurengamma” en “bronprofiel” worden in het hele document gebruikt. Als u nog niet eerder hebt gewerkt met kleurentoepassingen of als u een term niet kent, raadpleeg
Fiery-kleurenreferentie.
INLEIDING 7

Belangrijkste functies van ColorWise

ColorWise is het Color Management System (CMS) of kleurbeheersysteem dat is ingebouwd
in de EX Print Server en dat is ontworpen om occasionele en ervaren gebruikers de beste kleurenafdrukken voor verschillende doeleinden te bieden. Met de standaardinstellingen van ColorWise kunt u vanuit veel Windows- en Mac OS-toepassingen zonder aanpassingen uitstekende kleurenresultaten behalen. Dit betekent dat occasionele gebruikers uitvoer van hoge kwaliteit kunnen verkrijgen zonder op de hoogte te zijn van de kleurinstellingen op de EX Print Server of deze te moeten wijzigen. Met ColorWise kunnen ook deskundige gebruikers de beste kleurenafdrukken bereiken.
Met de functies van ColorWise kunt u de afdrukresultaten waar nodig aanpassen. Afhankelijk van de behoeften, kunt u:
•De werking van CMYK-afdrukken zo instellen dat de specificaties van offsetpersen
worden geëmuleerd.
• PANTONE-kleuren en andere steunkleuren toewijzen voor de beste overeenstemming
bij het afdrukken met met vierkleurenpersen of persen met extra, aangepaste platen.
• Selecteer een weergavetype voor afdrukken met RGB. Met weergavetypen kunt u
presentatieafbeeldingen rijk en verzadigd afdrukken of foto’s glad en haarscherp
afdrukken. Daarnaast beschikt u over relatieve of absolute colorimetrische weergave voor speciale doeleinden.
• De bron van binnenkomende RGB-kleurgegevens definiëren om een betere kleurconversie van RGB-gegevens zonder brongegevens te verkrijgen.
• Bepalen of RGB-gegevens worden geconverteerd naar het volledige gamma van de pers, of eerst worden geconverteerd naar het gamma van een ander apparaat, zoals een drukpersnorm. Deze functie is nuttig als u wilt dat een bepaald apparaat zich voor RGB-gegevens als een ander apparaat gedraagt. De functie is ook handig voor de beoordeling van de weergave van een RGB-bestand onder verschillende afdrukomstandigheden, zonder eerst het RGB-bestand om te zetten naar CMYK.
ColorWise-kleurbeheer (ColorWise) heeft een open kleurarchitectuur, zodat de gebruikers
de EX Print Server aan eventuele nieuwe afdrukbehoeften kunnen aanpassen. ColorWise ondersteunt ICC-profielen. Dit zijn standaardkleurprofielen die bepalen hoe kleuren worden verwerkt door een apparaat. Merk op dat profielen met versie 4 van de ICC-specificatie (profielversie 4.2.0.0) en met versie 2 worden ondersteund. Het downloaden van ICC-profielen naar de EX Print Server maakt het mogelijk een aangepaste pers (of een andere pers) te simuleren op de EX Print Server en kleuren van een bepaalde monitor of scanner nauwkeurig af te drukken. Daarnaast kunt u aangepaste ICC-profielen maken voor de pers.
INLEIDING 8

Kleurbeheer in Command WorkStation

Command WorkStation is speciaal ontworpen voor flexibiliteit bij het beheren van kleurenafdrukken. Het product omvat de volgende hulpmiddelen voor kleurbeheer:
• Kleurbeheer
Met Command WorkStation kunt u de standaardinstellingen opgeven van de afdrukopties van ColorWise voor de EX Print Server. Deze standaardinstellingen worden toegepast op alle afdruktaken die naar de EX Print Server worden verzonden, tenzij een gebruiker de instellingen verandert voor een afzonderlijke taak door instellingen in het printerstuurprogramma of in Taakeigenschappen te wijzigen.
• Profiles
Met Command WorkStation kunt u alle ICC-profielen beheren die worden gebruikt in workflows in EX Print Server. U kunt ook aangepaste profielen maken door bestaande CMYK-bron- of uitvoerprofielen te bewerken en deze als nieuwe profielen op te slaan. Met de functie AutoGray kunt u de grijsbalans van uitvoerprofielen aanpassen.
•Calibrator
Voor een constante kleurkwaliteit is het noodzakelijk dat u de EX Print Server regelmatig kalibreert. Command WorkStation bevat hiervoor een eenvoudig te gebruiken kalibratieprogramma, waarmee u kunt kalibreren via een optionele spectrofotometer of densitometer (raadpleeg “Kalibratie” op pagina 48).
Met Command WorkStation kunt u ook elke Status T-densitometer gebruiken door gegevens in een standaard bestandsindeling te importeren (raadpleeg “Dichtheidsmetingen
importeren” op pagina 64). In dat geval moet u er rekening mee houden dat de kwaliteit
van het gebruikte instrument de kwaliteit van de kalibratie bepaalt.
• Spot-On (steunkleuren)
Spot-On is een beheerhulpmiddel voor steunkleuren (benoemde kleuren). Als Spot-On beschikbaar is voor uw EX Print Server en is ingeschakeld, kunt u lijsten met steunkleuren en hun CMYK-equivalenten aanpassen en beheren. Deze overeenkomstige lijsten van steunkleuren en CMYK-waarden worden steunkleurbibliotheken genoemd. Met Spot-On kunt u steunkleurdefinities op de EX Print Server bewerken en aangepaste steunkleurdefinities en -bibliotheken maken.
Het installeren en starten van Command WorkStation op een Windows- of Mac OS­computer wordt beschreven in Hulpprogramma’s. Command WorkStation kan worden geïnstalleerd vanaf de dvd met gebruikerssoftware of vanaf de EX Print Server via het netwerk.
AFDRUKOPTIES VAN COLORWISE 9

AFDRUKOPTIES VAN COLORWISE

Het ColorWise-kleurbeheersysteem levert afdrukopties die de uitvoer van objecten in verscheidene kleurenruimten beïnvloeden. Door voor elke afdrukoptie de juiste instelling te kiezen, kunt u het verwachte resultaat voor uw taken krijgen.

Over dit hoofdstuk

Dit hoofdstuk geeft een overzicht van het ColorWise-beheersysteem dat de kleur op de EX Print Server controleert (raadpleeg pagina 10) en geeft gedetailleerde uitleg bij elke afdrukoptie. Raadpleeg de volgende tabel voor de locatie van elke afdrukoptie.
ColorWise-afdrukoptie Raadpleeg
Automatisch overvullen pagina 11
Zwarte overdruk pagina 12
Tekst/lijntekeningen zwart pagina 13
Verwerkingsmethode CMYK/grijswaarden pagina 15
Bron CMYK/grijswaarden of Device Link pagina 16
Scheidingen combineren pagina 18
Samengestelde overdruk pagina 19
Grijs (RGB en CMYK) pagina 20
Uitvoerprofiel pagina 21
PDF/X-uitvoerintentie pagina 21
Weergavetype RGB/Lab pagina 23
RGB-bron of Device Link pagina 24
RGB/Lab scheiden naar CMYK-bron pagina 25
Steunkleuraanpassing pagina 26
Kleurvervanging pagina 27
Ingesloten profiel gebruiken, indien aanwezig pagina 27
In dit hoofdstuk vindt u ook informatie over PostScript-printerstuurprogramma’s en instructies om de ColorWise-afdrukopties in te stellen voor Windows- en Mac OS­computers. Raadpleeg pagina 30 voor informatie over printerstuurprogramma’s.
AFDRUKOPTIES VAN COLORWISE 10

Kleurbeheer op de EX Print Server

Toepassingen geven u de mogelijkheid om in veel verschillende kleurenruimten kleurgegevens te genereren voor de EX Print Server. RGB is het meest voorkomende type van kleurgegevens dat wordt geproduceerd vanuit kantoortoepassingen, terwijl prepresstoepassingen meestal
CMYK-gegevens produceren. Bureaubladtoepassingen kunnen ook steunkleuren, zoals
PANTONE-kleuren genereren. Daarnaast kan één pagina ook nog een combinatie van RGB-, CMYK- en steunkleuren bevatten. Met de EX Print Server kunt u het afdrukken van deze documenten met gemengde kleuren beheren via functies die specifiek gelden voor RGB-, CMYK-, of steunkleurgegevens.
In het volgende diagram ziet u de afdrukopties in het EX Print Server-kleurbeheerproces die van invloed zijn op de conversie van kleurgegevens. U krijgt toegang tot deze afdrukopties wanneer u een afdruktaak naar de EX Print Server verzendt. De meeste van deze opties en instellingen worden beschreven in de volgende secties van dit hoofdstuk.
RGB-gegevens➪RGB-bron
Grijs (RGB)
Weergavetype RGB/Lab
Helderheid
Tekst/lijntekeningen zwart
RGB/Lab scheiden naar CMYK-bron
Uitvoerprofiel
CMYK-gegevens
Bron CMYK/grijswaarden
Verwerkingsmethode CMYK/grijswaarden
Grijs (CMYK)
Helderheid
Tekst/lijntekeningen zwart
Scheidingen combineren
Uitvoerprofiel
➪➪
EX Print Server ­kleurenproces
Kleurgegevens verzonden naar de pers
Steunkleurgegevens➪Steunkleuraanpassing
RGB-bron of Device Link is de enige kleuroptie die strikt van toepassing is op RGB­kleurgegevens. De andere opties die van invloed zijn op RGB-kleuren, zijn ook van invloed op de minder vaak gebruikte Lab-, XYZ- en andere gekalibreerde kleurenruimten.
OPMERKING: Met PostScript 3 kan een PostScript-taak gekalibreerde CMYK- (of
CIEBasedDEFG) gegevens bevatten. De afdrukoptie Weergavetype RGB/Lab, die normaal alleen RGB-gegevens beïnvloedt, beïnvloedt ook gekalibreerde CMYK-gegevens. De instelling RGB-bron of Device Link heeft geen invloed op gekalibreerde CMYK-gegevens.
AFDRUKOPTIES VAN COLORWISE 11

Beschrijvingen van ColorWise-afdrukopties

De volgende gedeelten geven gedetailleerde uitleg over de afdrukopties van ColorWise en hoe deze de afdruktaken beïnvloeden.
OPMERKING: Raadpleeg Fiery Graphic Arts Package voor meer informatie over de volgende
afdrukopties.
• Halftoonsimulatie
• Papiersimulatie
• Toewijzing tweekleurendruk

Automatisch overvullen

Overvullen is een techniek waarbij de grootte van objecten wordt gewijzigd, zodat aangrenzende kleuren elkaar enigszins overlappen, om witte randen tussen twee kleuren te vermijden Deze witte ruimten of “kralen” kunnen het gevolg zijn van factoren zoals registerfouten, de fysieke eigenschappen van de droge inkt en de stijfheid van de media. De illustratie toont dezelfde afbeelding met en zonder overvullen.
Wanneer u de optie Automatisch overvullen selecteert, wordt overvullen toegepast op alle objecten in een taak.
De EX Print Server wordt geleverd met waarden voor overvullen die geoptimaliseerd zijn voor een Fiery-afdrukapparaat dat normaal papier gebruikt. Als deze waarden niet het gewenste resultaat opleveren voor de media die u gebruikt en als Fiery Graphic Arts Package, Premium Edition op de EX Print Server geconfigureerd is, kunt u de waarden aan uw vereisten aanpassen. Raadpleeg Fiery Graphic Arts Package voor meer informatie.
AFDRUKOPTIES VAN COLORWISE 12

Zwarte overdruk

Met de optie Zwarte overdruk kunt u opgeven of zwarte tekst of zwarte tekst en lijntekeningen, gedefinieerd als RGB=0, 0, 0, of CMYK=0%, 0%, 0%, 100%, over gekleurde achtergronden wordt gedrukt.
Tekst: zwarte tekst wordt over gekleurde achtergronden gedrukt. Hierdoor worden witte
gaten en kraalranden voorkomen en kunnen kleuren niet uit register raken. U kunt deze instelling alleen kiezen als de optie Tekst/lijntekeningen zwart is ingesteld op Zuiver zwart aan.
Tekst en lijntekeningen: zwarte tekst en afbeeldingen worden over gekleurde
achtergronden gedrukt. Hierdoor worden witte gaten en kraalranden voorkomen en kunnen kleuren niet uit register raken. U kunt deze instelling alleen kiezen als de optie Tekst/lijntekeningen zwart is ingesteld op Zuiver zwart aan.
Uit: gekleurde achtergronden worden weggelaten voor zwarte tekst of tekst en grafische
objecten.
OPMERKING: Het is mogelijk dat PostScript-toepassingen een eigen conversie voor zwart
overdrukken uitvoeren voordat de afdruktaak naar de pers wordt verzonden.
Een voorbeeld van hoe u deze instelling kunt gebruiken, is een pagina die zwarte tekst bevat op een lichtblauwe achtergrond. Het blauw van de achtergrond is CMYK=40%, 30%, 0%, 0%. De zwarte tekst is CMYK=0%, 0%, 0%, 100%.
• Als Zwarte overdruk ingesteld is op Tekst of Tekst/lijntekeningen, worden de definitieve tekstgedeelten of tekst en grafische objecten van de pagina overdrukt, of gecombineerd met de onderliggende kleuren. Zwarte kleuren die door toepassingen zijn gegeneerd (bijvoorbeeld RGB=0, 0, 0 of CMYK=0%, 0%, 0%, 100%) worden met de zwarte droge inkt afgedrukt. Dit betekent dat in de zwarte tekst en lijntekeningen geen rasterartefacten (ongewenste rastereffecten) worden weergegeven (tenminste wanneer de pers correct gekalibreerd is). Er is geen overgang in cyaan en magenta droge inkt. De kwaliteit van de uitvoer is beter, aangezien de randen van de zwarte tekst geen artefacten vertonen.
• Als Zwarte overdruk is uitgeschakeld, bevindt de grens van de tekst of de tekst en de grafische objecten zich op een rand die aan de ene kant cyaan en magenta droge inkt heeft (buiten de tekst) en aan de andere kant zwarte droge inkt (binnen de tekst). Deze overgang kan zichtbare artefacten (ongewenste effecten) veroorzaken vanwege de praktische beperkingen van de pers.
OPMERKING: De reproductie van CMYK-componenten wordt beïnvloed door de instelling
voor Bron CMYK/grijswaarden en door de kalibratiecurve wanneer CMYK niet 0%, 0%, 0%, 0% is.
AFDRUKOPTIES VAN COLORWISE 13

Tekst/lijntekeningen zwart

De optie Tekst/lijntekeningen zwart is van invloed op de afdruk van zwarte tekst en
vectorafbeeldingen op een pagina. In de meeste gevallen is het raadzaam deze optie op Zuiver
zwart aan in te stellen. Wanneer Tekst/lijntekeningen zwart op Zuiver zwart aan ingesteld is, worden zwarte kleuren die door toepassingen zijn gegenereerd (bijvoorbeeld RGB=0, 0, 0 of CMYK=0%, 0%, 0%, 100%) met uitsluitend zwarte droge inkt afgedrukt. De zwarte tekst en lijntekeningen geven geen gerasterde artefacten (ongewenste effecten) weer (indien de pers juist is gekalibreerd) en vallen niet uit het register, aangezien er slechts één droge inkt wordt gebruikt. Daarnaast wordt met deze instelling blasting geëlimineerd. Deze optie moet ingesteld zijn op Zuiver zwart aan als u de optie Zwarte overdruk wilt instellen op Tekst of Tekst/lijntekeningen.
Voor sommige taken verdient het de voorkeur deze in te stellen op Normaal, bijvoorbeeld als de pagina verloopopvullingen bevat waarin zwart wordt gebruikt. In de onderstaande tabel wordt de werking van de optie Tekst/lijntekeningen zwart beschreven bij gebruik met zwarte gegevens die in verschillende kleurenruimten zijn gedefinieerd.
AFDRUKOPTIES VAN COLORWISE 14
OPMERKING: Gebruik de optie Tekst/lijntekeningen zwart alleen voor het maken van
composietafdrukken, niet om scheidingen af te drukken.
Kleur Tekst/lijntekeningen zwart = Normaal Tekst/lijntekeningen zwart = Zuiver zwart
aan of CMYK-zwart aan
RGB=0, 0, 0
(alle andere RGB-waarden worden niet beïnvloed door de instelling Tekst/lijntekeningen zwart)
CMYK=0%, 0%, 0%, 100%
(alle andere CMYK-waarden worden niet beïnvloed door de instelling Tekst/lijntekeningen zwart)
Steunkleuren
(niet beïnvloed door de instelling Tekst/lijntekeningen zwart)
RGB=0,0,0 wordt afgedrukt volgens de definitie van RGB=0, 0, 0 in het uitvoerprofiel. Dit kan rijk zwart zijn met gebruik van elke droge inkt, als het uitvoerprofiel rijk zwart bepaalt, of het kan enkel K zijn als het uitvoerprofiel eenkleurig zwart bepaalt voor RGB=0, 0, 0. De uitvoer wordt beïnvloed door de kalibratiecurve.
CMYK=0%, 0%, 0%, 100% kan worden afgedrukt als enkel K of als rijk zwart met gebruik van alle droge inkten, afhankelijk van de instelling voor Bron CMYK/grijswaarden.
Als Bron CMYK/grijswaarden wordt ingesteld op een specifiek profiel, wordt CMYK=0%, 0%, 0%, 100% afgedrukt als enkel K en wordt de hoeveelheid zwarte droge inkt beperkt door het CMYK-bronprofiel en de kalibratiecurve.
Als Bron CMYK/grijswaarden wordt ingesteld op ColorWise Uit, worden het CMYK­bronprofiel en de kalibratiecurve uitgeschakeld. In dit geval wordt de zwarte droge inkt niet beperkt door de kalibratiecurve.
Standaardverwerking van steunkleuren Standaardverwerking van steunkleuren
RGB=0,0,0 wordt afgedrukt als enkel K, met de zwarte droge inkt (Zuiver zwart aan) of 100% K plus 50% Cyaan (CMYK-zwart aan) met zwarte en cyaan droge inkt. Alle andere RGB-waarden worden niet beïnvloed door de instelling Tekst/ lijntekeningen zwart.
CMYK=0%,0%,0%,100% wordt afgedrukt als enkel K, met de zwarte droge inkt (Zuiver zwart aan) of 100 K plus 50% Cyaan (CMYK-zwart aan) met zwarte en cyaan droge inkt, ongeacht de instellingen voor Bron CMYK/grijswaarden en Verwerkingsmethode CMYK/grijswaarden. Alle andere CMYK-waarden worden niet beïnvloed door de instelling Tekst/ lijntekeningen zwart.
Als Bron CMYK/grijswaarden wordt ingesteld op ColorWise Uit, worden het CMYK­bronprofiel en de kalibratiecurve uitgeschakeld. In dit geval wordt de zwarte droge inkt niet beperkt door de kalibratiecurve.
OPMERKING: Het is mogelijk dat PostScript-toepassingen, bijvoorbeeld QuarkXPress,
elementen die zijn gedefinieerd als RGB=0, 0, 0 converteren naar CMYK-zwart in vier kleuren voordat de taak naar de EX Print Server wordt verstuurd. De optie Tekst/ lijntekeningen zwart heeft geen invloed op deze elementen. Raadpleeg Fiery-kleurenreferentie voor meer informatie.
AFDRUKOPTIES VAN COLORWISE 15

Verwerkingsmethode CMYK/grijswaarden

Met Verwerkingsmethode CMYK/grijswaarden kunt u uw voorkeur voor de CMYK-naar-CMYK-conversietechniek opgeven.
Snel past eendimensionale overdrachtscurven toe waarmee de uitvoerdensiteit van
de kanalen voor cyaan, magenta, geel en zwart wordt aangepast. Deze techniek levert mooie kleurenafdrukken via de pers omdat zuiver primaire kleuren niet worden “besmet” door andere kleurstoffen. Hoewel dit de snelste simulatiemethode is, perfect voor conceptafdruk, wordt het niet aanbevolen deze te gebruiken voor definitieve documenten die als drukproeven worden gebruikt. Andere technieken bieden nauwkeuriger kleursimulaties die beantwoorden aan de eisen voor drukproeven.
Volledig (bron VGC) geeft een volledige en nauwkeurige simulatie op basis van
colorimetrische transformaties. Tinten blijven behouden, zelfs voor primaire kleuren. Het niveau van grijscomponentvervanging dat in het oorspronkelijke (bron)document is opgegeven, blijft behouden. Verwerkt zwart dat is uitgedrukt in CMY wordt gereproduceerd met CMY-droge inkt. De modus Volledig (bron VGC) wordt aanbevolen voor drukproeven van de hoogste kwaliteit.
Volledig (uitvoer VGC) is ook een volledige en nauwkeurige simulatiemethode die berust
op colorimetrische transformaties. Tinten blijven behouden, zelfs voor primaire kleuren. Met deze methode blijft het niveau van grijscomponentvervanging (VGC) dat in het oorspronkelijke (bron) document is opgegeven, niet behouden. In plaats daarvan worden alle CMYK-gegevens gescheiden met behulp van het VGC-niveau dat in het uitvoerprofiel is opgegeven. Deze simulatietechniek lijkt sterk op de traditionele ICC­kleuraanpassingsmethoden en is beter dan Volledig (bron VGC) voor fullcolourafdrukken die bedoeld zijn voor de drukpers maar op uw pers worden gereproduceerd.
OPMERKING: Als u de optie Zuiver zwart aan kiest voor Tekst/lijntekeningen zwart en Volledig
(uitvoer VGC) of Volledig (bron VGC) voor Verwerkingsmethode CMYK/grijswaarden, worden de zwarte tekst en afbeeldingen in uw document afgedrukt met alleen 100% zwarte droge inkt.
AFDRUKOPTIES VAN COLORWISE 16

Bron CMYK/grijswaarden of Device Link

Met de afdrukoptie Bron CMYK/grijswaarden of Device Link kunt u drukproeven of simulaties afdrukken. Met deze instelling geeft u de specificatie op van de offsetpers of een ander kleurenafdrukapparaat dat u wilt simuleren. Deze optie is alleen van invloed op CMYK-gegevens.
Wanneer u een andere instelling dan Conversie overslaan of ColorWise Uit opgeeft voor Bron CMYK/grijswaarden, worden definities van bronkleurenruimten of profielen die in andere kleurbeheersystemen zijn opgegeven niet gebruikt door de EX Print Server. Kies de instelling Conversie overslaan als u niet wilt dat door deze instelling een andere opgegeven bronkleurenruimte wordt vervangen.
Als een document een ingesloten CMYK-profiel bevat dat u wilt gebruiken, selecteert u de optie Ingesloten profiel gebruiken, indien aanwezig (CMYK) (raadpleeg “Ingesloten profiel
gebruiken, indien aanwezig (RGB en CMYK)” op pagina 27. In dat geval wordt de instelling
voor Bron CMYK/grijswaarden genegeerd en wordt in plaats hiervan het ingesloten profiel gebruikt.
In het printerstuurprogramma kunt u een onbeperkt aantal aangepaste volledige simulaties weergeven met behulp van Command WorkStation. Het aantal aangepaste simulaties hangt af van de schijfruimte op de EX Print Server.
De instelling die u opgeeft voor Bron CMYK/grijswaarden hangt af van de persspecificatie waarvoor de CMYK-gegevens zijn gescheiden.
• Voor afbeeldingen die zijn gescheiden met een aangepaste scheiding (zoals een scheiding die is geproduceerd met een ICC-profiel), kiest u met de instelling voor Bron CMYK/ grijswaarden het bijbehorende profiel op de EX Print Server.
• Voor afbeeldingen die zijn gescheiden voor SWOP, kiest u SWOP als de instelling voor Bron CMYK/grijswaarden.
Als u een afgedrukte afbeelding die via het gebruik van een ICC-profiel is gescheiden op de juiste wijze wilt simuleren, moet hetzelfde profiel aanwezig zijn op de EX Print Server. Raadpleeg de Help van Command WorkStation voor meer informatie over het importeren van ICC-profielen in de EX Print Server.
AFDRUKOPTIES VAN COLORWISE 17
Er zijn twee instellingen beschikbaar als u geen CMYK-simulatie wenst:
• Met de instelling Conversie overslaan worden de oorspronkelijke CMYK-gegevens waarop kalibratie is toegepast naar de pers verstuurd, zonder conversies om een andere printer te simuleren.
De instelling Conversie overslaan wordt aanbevolen als u een ander kleurbeheersysteem dan ColorWise gebruikt (bijvoorbeeld ColorSync of Photoshop). In dat geval verwacht de EX Print Server dat de CMYK-gegevens zich al in de kleurenruimte van de EX Print Server bevinden. De EX Print Server converteert de gegevens niet, maar past kalibratie toe.
• De instelling ColorWise Uit stuurt de oorspronkelijke CMYK-gegevens zonder kalibratie en zonder conversies naar de pers om een andere printer te simuleren. De CMYK-gegevens zijn echter nog wel onderhevig aan de maximale dichtheidsbeperkingen.
De instelling ColorWise Uit is niet beschikbaar als instelling in Command WorkStation en kan niet de standaardinstelling voor Bron CMYK/grijswaarden zijn. U kiest deze instelling voor een specifieke taak.
OPMERKING: Wanneer u afdrukt met de instelling ColorWise Uit, moet u zorgen dat door de
opties die u kiest in uw toepassing geen CMYK-gegevens worden gewijzigd. Als u PostScript­kleurbeheer inschakelt of een ingesloten profiel gebruikt, zijn de kleurgegevens die door de toepassing worden verzonden vergelijkbaar met Lab-kleuren. Wanneer u afdrukt met instellingen als Laat de printer de kleuren bepalen of Laat Photoshop de kleuren bepalen, worden de CMYK-gegevens geconverteerd of gelabeld voor kleurbeheer. U moet Geen kleurbeheer opgeven in de toepassing wanneer u afdrukt met de instelling ColorWise Uit.
AFDRUKOPTIES VAN COLORWISE 18

Scheidingen combineren

Met de instelling voor Scheidingen combineren geeft u aan hoe gescheiden CMYK-gegevens moeten worden afgedrukt. Deze functie biedt ondersteuning voor: cyaan, magenta, geel en zwart.
Met Fiery Graphic Arts Package of Fiery Graphic Arts Package, Premium Edition kunt u naast de CMYK-scheidingen een onbeperkt aantal steunkleurscheidingen combineren. Raadpleeg Fiery Graphic Arts Package voor meer informatie.
Uit drukt elke kleurscheiding afzonderlijk af.
Aan combineert kleurscheidingen tot één document met composietkleuren.
Deze instellingen van de volgende afdrukopties worden automatisch aangepast: Kleurmodus (CMYK) en Zwarte overdruk (Uit).
Door het combineren van meervoudige plaatscheidingen worden voorspelbare en nauwkeurige resultaten verkregen, ongeacht de originele toepassing die werd gebruikt. Deze functie ondersteunt ook DCS 2.0-bestandsindelingen die vanuit een DTP-toepassing in een PostScript-afdruktaak zijn opgenomen.
De volgende toepassingen zijn getest met Mac OS en Windows op compatibiliteit met de functie Scheidingen combineren:
• Adobe Illustrator
• Adobe InDesign
• Adobe PageMaker
• Adobe FreeHand
• QuarkXPress
Raadpleeg Fiery-kleurenreferentie voor meer informatie over het gebruik van de optie Scheidingen combineren met toepassingen zoals Photoshop.
AFDRUKOPTIES VAN COLORWISE 19

Samengestelde overdruk

Wanneer overlappende objecten worden afgedrukt, kan het object op de voorgrond het object op de achtergrond overdrukken of verdringen. Bij overdrukken is de kleur van het object op de achtergrond zichtbaar door het object op de voorgrond op de plaatsen waar deze elkaar overlappen; de resulterende kleur is een combinatie van de kleuren van de twee objecten. Bij verdringen verbergt het object op de voorgrond het object op de achtergrond op de plaatsen waar deze elkaar overlappen.
Met de optie Samengestelde overdruk kunt u objecten overdrukken zoals in het bronbestand wordt gespecificeerd. De optie Samengestelde overdruk is standaard uitgeschakeld en overlappende objecten worden als knock-outs afgedrukt.
OPMERKING: Bij de optie Samengestelde overdruk wordt het object op de voorgrond niet
overdrukt als dit een RGB-object is.
De optie Samengestelde overdruk wordt ondersteund voor PostScript- en PDF-taken uit de volgende bronnen:
• Adobe Acrobat
• Adobe Illustrator
• Adobe InDesign
• Adobe FreeHand
• QuarkXPress
•CorelDRAW
De optie Toewijzing tweekleurendruk wordt genegeerd wanneer Samengestelde overdruk is ingeschakeld.
AFDRUKOPTIES VAN COLORWISE 20

Grijs (RGB) en Grijs (CMYK)

Wanneer Grijs (RGB) is ingeschakeld, worden RGB-kleuren waarin R=G=B afgedrukt met uitsluitend zwarte droge inkt in plaats van met proceszwart. Op dezelfde manier worden, wanneer Grijs (CMYK) is ingeschakeld, CMYK-kleuren waarin C=M=Y=0 en K=een willekeurige waarde afgedrukt met uitsluitend zwarte droge inkt in plaats van met proceszwart.
U kunt ervoor kiezen om de optie Grijs (RGB) of Grijs (CMYK) toe te passen op tekst en lijntekeningen of op tekst, afbeeldingen en figuren.
De volgende beperkingen zijn van toepassing:
• De optie Grijs (RGB) of Grijs (CMYK) heeft geen effect op een taak die vooraf gescheiden is.
• Als Verwerkingsmethode CMYK/grijswaarden is ingesteld op Snel, heeft de instelling Grijs (CMYK) geen invloed op de uitvoer.
• Als RGB/Lab scheiden naar CMYK-bron wordt ingeschakeld, wordt de optie Grijs (RGB) ingesteld op Uit. Omgekeerd kunt u RGB/Lab scheiden naar CMYK-bron niet inschakelen als de optie Grijs (RGB) niet is ingesteld op Uit.
• Als Zwarte tekst/lijntekeningen is ingesteld op Zuiver zwart aan of CMYK-zwart aan, heeft dit bij 100% zwarte tekst en lijntekeningen voorrang op Grijs (RGB) of Grijs (CMYK).
• Als een grijstint als steunkleur is opgegeven, heeft de optie Grijs (RGB) of Grijs (CMYK) geen invloed op die grijstint.
AFDRUKOPTIES VAN COLORWISE 21

Uitvoerprofiel

Omdat het uitvoerprofiel wordt toegepast op alle gegevens in de afdruktaak, moet u ervoor zorgen dat u het juiste profiel voor de taak selecteert. Het standaarduitvoerprofiel bestaat uit een profiel voor uw pers dat de kleureigenschappen beschrijft en een kalibratierichtwaarde waarmee het verwachte gedrag van de pers wordt beschreven.
U kunt met Command WorkStation een eigen uitvoerprofiel importeren in de EX Print Server. Geïmporteerde uitvoerprofielen die nog geen kalibratierichtwaarde bevatten, worden eerst gekoppeld aan de kalibratierichtwaarde die is toegewezen aan het standaarduitvoerprofiel. U kunt de D-Max-waarden van de kalibratierichtwaarde afzonderlijk wijzigen.
Selecteer de instelling Mediaprofiel gebruiken om automatisch het uitvoerprofiel toe te passen dat aan het in een afdruktaak gebruikte mediatype is gekoppeld, in plaats van een specifiek uitvoerprofiel in te stellen. Raadpleeg de Help van Command WorkStation voor meer informatie.

PDF/X-uitvoerintentie

PDF/X is een subset van de PDF-specificatie. PDF-bestanden kunnen diverse elementen bevatten (tekst, afbeeldingen en zelfs animaties) en het is niet altijd duidelijk hoe deze elementen moeten worden weergegeven of afgedrukt. PDF/X is ontworpen met de nadruk op het afdrukken met hoge kwaliteit. In PDF/X is het gebruik van PDF-functies die niet geschikt zijn voor grafische toepassingen uitgesloten en zijn functies toegevoegd die dubbelzinnigheid bij het afdrukken voorkomen. Een PDF/X-compatibel document bevat ingesloten informatie over de beoogde afdrukomstandigheden voor het document.
Wanneer de optie PDF/X-uitvoerintentie is ingeschakeld voor een PDF/X-taak, geeft dit aan dat de EX Print Server de PDF/X-uitvoerintentie gebruikt die in het PDF/X-document is ingesloten. Het gebruik van deze optie is doorgaans afhankelijk van de vraag of de EX Print Server wordt gebruikt voor proefafdrukken of voor uiteindelijke productieafdrukken.
AFDRUKOPTIES VAN COLORWISE 22
Proefafdrukken worden geacht er precies hetzelfde uit te zien als de uitvoer van het uiteindelijke productieapparaat, ongeacht de mogelijkheden van de EX Print Server of de pers. Bij proefafdrukken van Courantdruk wilt u bijvoorbeeld dat het kleurengamma van de pers zeer beperkt is in vergelijking met de mogelijkheden. In productie wilt u het gebruik van het gamma van de pers doorgaans maximaliseren door specifieke kleurenfuncties van de EX Print Server of de pers toe te passen. Ook in productie kunt u echter kiezen voor een beperkt kleurengamma om consistentie te bereiken in de kleur die door verschillende apparaten wordt geproduceerd.
De optie PDF/X-uitvoerintentie heeft alleen invloed op PDF/X-bestanden (die voldoen aan de standaard PDF/X3 of PDF/X-1a). De optie heeft geen invloed op niet-PDF-bestanden of PDF-bestanden die niet PDF/X-compatibel zijn. Profielen die door PDF/X-bestanden worden opgegeven, moeten in de bestanden zijn ingesloten. Er mag niet vanaf een externe locatie naar de profielen worden verwezen.
OPMERKING: Met de optie Fiery Graphic Arts Package, Premium Edition kunt u met een
Hot Folders-filter bepalen of een PDF-bestand PDF/X-compatibel is. Raadpleeg de Help van Hot Folders voor meer informatie over dit Hot Folders-filter.
Wanneer PDF/X-uitvoerintentie is ingeschakeld en er geen conflicten met andere instellingen zijn, wordt een PDF/X-compatibel bestand zo verwerkt, dat de EX Print Server de resultaten produceert die worden gedefinieerd door de intenties en bronkleurenruimten die in het bestand zijn ingesloten. De opties Verwerkingsmethode CMYK/grijswaarden en Bron CMYK/grijswaarden worden door de EX Print Server genegeerd. De weergavetypen in het PDF/X-bestand worden gebruikt en de afgedrukte uitvoer is beperkt tot het kleurengamma dat is opgegeven door het uitvoerprofiel dat in het bestand is ingesloten.
Wanneer PDF/X-uitvoerintentie is uitgeschakeld, wordt de PDF/X-uitvoerintentie door de EX Print Server genegeerd.
U kunt de afdrukoptie PDF/X-uitvoerintentie voor een taak opgeven in Taakeigenschappen in Command WorkStation, maar niet wanneer u afdrukt vanuit het printerstuurprogramma. PDF/X-bestanden kunnen rechtstreeks in de EX Print Server worden geïmporteerd via Command WorkStation of Hot Folders, maar printerstuurprogramma’s converteren PDF altijd voordat een taak naar de EX Print Server wordt verzonden. De optie PDF/X-uitvoerintentie wordt niet weergegeven in het printerstuurprogramma.
AFDRUKOPTIES VAN COLORWISE 23

Weergavetype RGB/Lab

Met de optie Weergavetype RGB/Lab kunt u een weergavetype voor kleurconversies opgeven. Selecteer het passende weergavetype om de weergave van afbeeldingen te bepalen, zoals afdrukken van kantoortoepassingen of RGB-foto’s van Photoshop. Op de EX Print Server kunt u kiezen uit de vier weergavetypen die op dit moment deel uitmaken van de ICC-profielen die de industriestandaard vormen.
Weergavetype van EX Print Server
Fotografisch: resulteert bij het
afdrukken van kleuren die buiten het gamma vallen doorgaans in een minder verzadigde uitvoer dan bij het weergavetype Presentatie. Dit weergavetype behoudt de toonrelaties in afbeeldingen.
Presentatie:
kleuren, maar afgedrukte kleuren komen niet precies overeen met de weergegeven kleuren. Kleuren binnen het gamma, zoals huidskleuren, worden goed weergegeven. Dit weergavetype is vergelijkbaar met het weergavetype Fotografisch.
Relatieve kleurmeting:
witpunttransformatie tussen het witpunt van de bron en dat de bestemming. Het blauwwit van een monitor wordt bijvoorbeeld vervangen door papierwit. Dit weergavetype voorkomt zichtbare overgangen tussen blanco ruimten en witte objecten.
resulteert in verzadigde
biedt
Aanbevolen voor Overeenkomstig
ICC-weergavetype
Foto’s, zoals scans en afbeeldingen van cd’s met allerlei vrij te gebruiken beeldmateriaal en digitale camera-afbeeldingen.
Illustraties en grafieken in presentaties. In veel gevallen kan dit weergavetype worden gebruikt voor pagina’s die zowel presentatieafbeeldingen als foto’s bevatten.
Geavanceerde toepassingen wanneer kleuraanpassing belangrijk is, maar u er de voorkeur aan geeft voor het afdrukken van witte kleuren in het document de kleur wit van het papier te gebruiken. U kunt dit weergavetype ook gebruiken bij PostScript­kleurbeheer om CMYK-gegevens aan te passen voor simulatiedoeleinden.
Afbeelding, Contrast en Perceptueel
Verzadigi ng, Grafisch
Relatieve kleurmeting
Absolute kleurmeting:
witpunttransformatie tussen het witpunt van de bron en dat de bestemming. Het blauwwit van een monitor wordt bijvoorbeeld niet vervangen door papierwit.
biedt geen
Situaties waarin exacte kleuren nodig zijn en zichtbare grenzen niet storend werken. U kunt dit weergavetype ook gebruiken bij PostScript-kleurbeheer om CMYK-gegevens aan te passen voor simulatiedoeleinden.
Absolute kleurmeting
AFDRUKOPTIES VAN COLORWISE 24

RGB-bron of Device Link

Met de instelling RGB-bron of Device Link kunt u de kenmerken definiëren van de RGB-gegevens in het document, zodat de juiste kleurenconversie kan worden uitgevoerd op de EX Print Server. Veelgebruikte kleurenruimten voor monitoren zijn beschikbaar vanuit het printerstuurprogramma en vanuit EX Print Server. Voor andere kleurenruimten kunt u met Command WorkStation aangepaste monitor- of scannerprofielen downloaden.
Wanneer u een instelling opgeeft voor RGB-bron, worden definities van bronkleurenruimten of profielen die in andere kleurbeheersystemen zijn opgegeven niet gebruikt door de EX Print Server. Kies de instelling Geen als u niet wilt dat door deze instelling een andere opgegeven bronkleurenruimte wordt vervangen.
Als een document een ingesloten RGB-profiel bevat dat u wilt gebruiken, selecteert u de optie Ingesloten profiel gebruiken, indien aanwezig (RGB) (raadpleeg “Ingesloten profiel
gebruiken, indien aanwezig (RGB en CMYK)” op pagina 27). In dat geval wordt de instelling
voor RGB-bron genegeerd en wordt in plaats hiervan het ingesloten profiel gebruikt.
Als u een instelling opgeeft, worden de definities van de kleurenruimte vervangen en is de uitvoer van de EX Print Server consistent op verschillende platformen. De opties voor RGB-bron van de EX Print Server zijn:
EFIRGB bepaalt een door EFI gedefinieerde kleurenruimte, aanbevolen voor gebruikers
die niet beschikken over gedetailleerde informatie over hun RGB-gegevens.
sRGB (PC) bepaalt de definitie van een monitorprofiel van een Windows-computer dat als
standaard wordt gebruikt.
Apple Standaard bepaalt de definitie van een monitorprofiel van een Mac OS-computer
dat als standaard wordt gebruikt.
Adobe RGB (1998) is een door Adobe gedefinieerde kleurenruimte die in prepress wordt
gebruikt als de standaardwerkruimte in Photoshop 5.
eciRGB is de door het European Color Initiative (ECI) aanbevolen ruimte voor gebruik
als een kleurenruimte voor RGB en als uitwisselingsindeling voor kleurgegevens voor reclamebureaus, uitgevers, kopieerbedrijven en drukkerijen.
Fiery RGB is een door EFI gedefinieerde kleurenruimte, aanbevolen voor gebruikers
van kantoortoepassingen. Deze kleurenruimte is vergelijkbaar met EFIRGB maar is groter en geeft een meer wenselijke blauwe uitvoer.
OPMERKING: Als Ingesloten profiel gebruiken indien aanwezig (RGB) is ingeschakeld, worden
PostScript RGB-gegevens die een definitie van de bronkleurenruimte bevatten, geconverteerd met de optie Weergavetype RGB/Lab (raadpleeg “Weergavetype RGB/Lab” op pagina 23). Niet-PostScript RGB-gegevens en PostScript RGB-gegevens die geen definitie van een bronkleurenruimte bevatten, worden geconverteerd met het bronprofiel EFIRGB en het weergavetype Presentatie.
AFDRUKOPTIES VAN COLORWISE 25

RGB/Lab scheiden naar CMYK-bron

Met de optie RGB/Lab scheiden naar CMYK-bron wordt bepaald hoe RGB-kleuren (zowel Lab- als XYZ-kleuren) worden geconverteerd naar CMYK. De naam van deze optie is beschrijvend bedoeld, aangezien de optie de kleurenruimten definieert die door de EX Print Server worden gebruikt om de RGB-gegevens in CMYK-waarden te “scheiden”.
De twee keuzen die voor deze optie beschikbaar zijn, bepalen of RGB-gegevens worden geconverteerd naar het volledige gamma van de pers (RGB/Lab scheiden naar CMYK-bron uitgeschakeld), of eerst worden geconverteerd naar het gamma van een andere digitale printer of een persstandaard (RGB/Lab scheiden naar CMYK-bron ingeschakeld). Deze functie is handig om RGB-gegevens op een apparaat op dezelfde manier te verwerken als op een ander apparaat. Als bijvoorbeeld een ICC-profiel van hoge kwaliteit beschikbaar is voor een ander afdrukapparaat, kan de pers het gedrag van dat apparaat simuleren.
RGB/Lab scheiden naar CMYK-bron is ook bruikbaar voor prepresstoepassingen. U kunt bijvoorbeeld experimenteren met de weergave van een RGB-scan onder verschillende afdrukvoorwaarden zonder dat u voor elke afdrukvoorwaarde de RGB-gegevens naar CMYK-gegevens hoeft te converteren. Als de gewenste afdrukvoorwaarde is gevonden, kunt u het bestand naar CMYK converteren met dezelfde instelling voor Bron CMYK/grijswaarden die werd gebruikt tijdens het experimenteren.
OPMERKING: De afdrukoptie RGB/Lab scheiden naar CMYK-bron moet samen worden
gebruikt met de afdrukoptie Uitvoerprofiel of Bron CMYK/grijswaarden.
•Met
•Met
Ingeschakeld worden alle RGB-kleuren geconverteerd naar de CMYK-kleurenruimte
voor de opgegeven simulatie (zorg dat u de gewenste simulatie selecteert met de afdrukoptie Bron CMYK/grijswaarden).
Uitgeschakeld worden alle RGB-kleuren geconverteerd naar de CMYK-kleurenruimte
van de pers.
AFDRUKOPTIES VAN COLORWISE 26

Steunkleuraanpassing

De optie Steunkleuraanpassing zorgt voor automatische toewijzing van steunkleuren aan de beste CMYK-equivalenten.
Aan: de EX Print Server gebruikt een ingebouwde opzoektabel voor het genereren van
de meest gelijkende CMYK-equivalenten van steunkleuren die de pers kan produceren. (Er worden nieuwe tabellen gegenereerd als u nieuwe uitvoerprofielen toevoegt.)
Met Spot-On gebruikt de EX Print Server de CMYK-equivalenten die zijn vastgesteld met Spot-On (raadpleeg pagina 61).
Uit: de EX Print Server verwerkt de steunkleur als CMYK-gegevens en gebruikt
CMYK-equivalenten die door de fabrikant van de steunkleur zijn gedefinieerd, bijvoorbeeld PANTONE. Deze komen overeen met de CMYK-equivalenten die worden gebruikt door toepassingen die steunkleurbibliotheken bevatten.
OPMERKING: Steunkleuren die niet in de ingebouwde tabel zijn opgenomen, worden als
CMYK behandeld.
Voor taken die steunkleuren bevatten, stelt u Steunkleuraanpassing in op Aan, tenzij u drukperssimulaties afdrukt. In dat geval stelt u Steunkleuraanpassing in op Uit en kiest u de juiste instelling voor Bron CMYK/grijswaarden (raadpleeg pagina 16).
Als u voor PDF-taken met steunkleuren die niet in de ingebouwde opzoektabel zijn opgenomen, de functie Steunkleuraanpassing instelt op Aan blijven de oorspronkelijk opgegeven steunkleuren behouden. De EX Print Server verwijst naar de ingebouwde opzoektabel voor het genereren van de meest gelijkende CMYK-equivalenten van de oorspronkelijke steunkleur.
OPMERKING: De optie Steunkleuraanpassing kan alleen worden gebruikt voor het maken
van composietafdrukken en niet voor het afdrukken van scheidingen.
Steunkleuraanpassing en de PANTONE-kleurenreferentie voor gecoat papier
De manier waarop de PANTONE-kleurenreferentie voor gecoat papier wordt afgedrukt, hangt af van de instelling van Steunkleuraanpassing (raadpleeg Fiery-kleurenreferentie).
Aan: de EX Print Server gebruikt een ingebouwde tabel of de Spot-On-
kleurenbibliotheken om de beste equivalenten te genereren voor de PANTONE-kleuren die uw pers kan produceren. Het PANTONE-nummer wordt onder elk staal weergegeven.
Raadpleeg pagina 61 voor meer informatie over Spot-On.
Uit: de EX Print Server drukt stalen af met de CMYK-waarden die worden aanbevolen
door Pantone, Inc. (en die worden gebruikt door toepassingen met PANTONE­kleurenbibliotheken). Onder elk staal worden de CMYK-waarden voor de kleur en het PANTONE-nummer van de kleur afgedrukt. Deze CMYK-waarden worden afgedrukt met behulp van de geselecteerde instellingen voor Bron CMYK/grijswaarden en Uitvoerprofiel.
AFDRUKOPTIES VAN COLORWISE 27

Kleurvervanging

Spot-On geeft u de mogelijkheid een lijst van vervangkleuren op te stellen. Dit zijn kleuren die wanneer deze in een document worden opgeroepen door hun RGB- of CMYK-waarden, vervangen worden door een andere kleur, met de CMYK-waarden van de Spot-On­kleurenbibliotheek. Dit biedt exact kleurbeheer en heeft voorrang op individuele RGB­en CMYK-kleuren.
Selecteer de optie Kleurvervanging om vervangkleuren voor een taak in te schakelen.
Raadpleeg de Help van Command WorkStation voor meer informatie over maken en gebruiken van vervangkleuren.

Ingesloten profiel gebruiken, indien aanwezig (RGB en CMYK)

Als de optie Ingesloten profiel gebruiken, indien aanwezig (RGB) is ingeschakeld, wordt de optie RGB-bron door de EX Print Server genegeerd en wordt het RGB-profiel dat in de afdruktaak is ingesloten gebruikt als het RGB-bronprofiel. Als de optie Ingesloten profiel gebruiken, indien aanwezig (RGB) is uitgeschakeld, wordt het profiel dat in de optie RGB-bron is opgegeven gebruikt door de EX Print Server.
Op dezelfde manier geldt: als de optie Ingesloten profiel gebruiken, indien aanwezig (CMYK) is ingeschakeld, wordt de optie Bron CMYK/grijswaarden door de EX Print Server genegeerd en wordt het CMYK-profiel dat in de afdruktaak is ingesloten gebruikt als het CMYK­bronprofiel. Als de optie Ingesloten profiel gebruiken, indien aanwezig (CMYK) is uitgeschakeld, wordt het profiel dat in de optie Bron CMYK/grijswaarden is opgegeven gebruikt door de EX Print Server.

ColorWise-afdrukopties opgeven

U kunt op de volgende manieren het afdrukken op de EX Print Server aanpassen:
• Standaardwaarden opgeven voor ColorWise-opties op in Color Setup in Command WorkStation. U kunt standaardinstellingen ook opgeven via Instelling in EX Print Server, zoals beschreven in de Configuratie en instellingen. De standaardinstellingen worden gebruikt voor alle volgende afdruktaken, tenzij u deze voor een bepaalde taak vervangt.
• ColorWise-opties opgeven voor een afzonderlijke afdruktaak via de menu’s van het printerstuurprogramma.
• ColorWise-opties opgeven voor een taak die wordt afgedrukt via Hot Folders met de instellingen voor Taakeigenschappen in Hot Folders.
• ColorWise-opties opgeven voor een taak die al is verzonden en is geblokkeerd op de EX Print Servermet de instellingen voor Taakeigenschappen in Command WorkStation.
AFDRUKOPTIES VAN COLORWISE 28
Raadpleeg de volgende tabel voor de locatie van elke afdrukoptie.
ColorWise­afdrukoptie
Automatisch overvullen
Bron CMYK/ grijswaarden of Device Link
Grijs (RGB en CMYK)
Ingesloten profiel gebruiken, indien aanwezig
Kleurvervanging
PDF/X­uitvoerintentie
RGB/Lab scheiden naar CMYK-bron
Venster Kleur van printerstuurprogramma of Taakeigenschappen
Basisinstellingen van printerstuurprogramma, Taakeigenschappen of Color Setup
✔✔
✔✔
Geavanceerde instellingen van printerstuurprogramma, Taakeigenschappen of Color Setup
(alleen
Taakeigenschappen)
RGB-bron of Device Link
Samengestelde overdruk
Scheidingen combineren
Steunkleuraanpassing ✔✔
Tekst/lijntekeningen zwart
Uitvoerprofiel ✔✔
Ve r we r ki n gs m et h od e CMYK/grijswaarden
Weergavetype RGB/Lab
Zwarte overdruk
✔✔
✔✔
✔✔
AFDRUKOPTIES VAN COLORWISE 29

Standaardwaarden instellen in Command WorkStation

Met Command WorkStation kunt u de standaardwaarden instellen voor de afdrukopties van ColorWise en de afdrukinstellingen voor de EX Print Server.
Deze instellingen worden toegepast op alle afdruktaken die naar de EX Print Server worden verzonden, tenzij een gebruiker de instellingen verandert voor een afzonderlijke taak door instellingen in het printerstuurprogramma te wijzigen. U kunt deze standaardinstellingen ook opheffen via Taakeigenschappen in Command WorkStation. Bovendien worden de standaardinstellingen die zijn ingesteld in Command WorkStation automatisch weerspiegeld in het printerstuurprogramma en in Instelling van de EX Print Server (voor die opties die in Instelling kunnen worden opgegeven).
De instellingen voor ColorWise-afdrukopties bevinden zich in het tabblad Kleurbeheer onder het tabblad Kleurinstellingen in Apparaatcentrum. Raadpleeg de Help van Command WorkStation voor meer informatie.
AFDRUKOPTIES VAN COLORWISE 30

Afdrukopties in het printerstuurprogramma instellen

Het printerstuurprogramma schrijft een PostScript-bestand met de instructies die zijn gegenereerd door uw toepassing en met de afdrukopties van ColorWise die u hebt geselecteerd. Dit PostScript-bestand wordt door het printerstuurprogramma naar de EX Print Server verzonden. De EX Print Server voert de PostScript-verwerking en de kleurconversies uit en verzendt rasterkleurgegevens naar de pers.
Afdrukopties instellen voor Windows
Dit gedeelte legt uit hoe u de afdrukopties voor kleurbeheer instelt met de Adobe­en Microsoft PostScript-printerstuurprogramma’s voor Windows, PostScript 3­printerstuurprogramma’s die het maximum halen uit de kleurenfuncties van de EX Print Server.
Voer de volgende procedures uit voordat u doorgaat:
• Installeer het printerstuurprogramma en de EX Print Server-PPD (raadpleeg Afdrukken).
• Installeer de EX Print Server om af te drukken (raadpleeg Afdrukken).
OPMERKING: De volgende schermafbeeldingen en instructies gelden niet voor alle
toepassingen. Veel toepassingen, zoals Adobe PageMaker, Photoshop, Adobe Illustrator, QuarkXPress en CorelDRAW, hebben andere opties voor kleurbeheer naast de opties die beschikbaar zijn in het printerstuurprogramma. Raadpleeg Fiery-kleurenreferentie voor meer informatie over specifieke toepassingen.
Ga als volgt te werk om de kleuropties in te stellen voor Windows-computers.
AFDRUKOPTIES VAN COLORWISE 31
AFDRUKOPTIES INSTELLEN VOOR WINDOWS-COMPUTERS
1 Kies Afdrukken in de toepassing waarmee u werkt.
2 Selecteer EX Print Server als uw printer en klik op Eigenschappen.
In het dialoogvenster Eigenschappen wordt het tabblad Fiery-afdrukken weergegeven.
3 Klik op het pictogram Kleur.
4 Geef in het venster Kleur de instellingen op voor de afdrukopties.
Raadpleeg pagina 11 voor informatie over ColorWise-afdrukopties.
AFDRUKOPTIES VAN COLORWISE 32
5 Klik op Instellingen.
Het venster Geavanceerd bewerken wordt weergegeven.
Als de knop Geavanceerde instellingen niet actief is, moet u controleren u of tweerichtingscommunicatie is ingesteld. Raadpleeg de Help van het printerstuurprogramma voor meer informatie over het inschakelen van tweerichtingscommunicatie.
OPMERKING: U kunt ook klikken op Basisinstellingen om het venster Kleurbeheer weer te
geven, waarin ook de ColorWise-afdrukopties worden weergegeven. In het venster Kleurbeheer worden echter niet alle afdrukopties weergegeven.
6 Klik op Standaardwaarden van server om de standaardwaarden weer te geven die momenteel
zijn ingesteld op de EX Print Server.
7 Geef in elk van de tabbladen de gewenste instellingen op voor de ColorWise-afdrukopties.
De meeste gebruikers hebben voldoende aan de standaardinstellingen voor kleurbeheer. Raadpleeg pagina 11 voor informatie over de verschillende afdrukopties.
8 Klik op OK om de instellingen op te slaan en het venster Geavanceerd bewerken te sluiten.
9 Klik op OK om het venster Eigenschappen te sluiten. Klik vervolgens op OK om uw taak
te verzenden.
AFDRUKOPTIES VAN COLORWISE 33
Afdrukopties instellen in Mac OS
Dit gedeelte legt uit hoe u de afdrukopties voor kleurbeheer instelt met het printerstuurprogramma voor Mac OS.
Voer de volgende procedures uit voordat u doorgaat:
• Installeer de PPD voor de EX Print Server (raadpleeg Afdrukken).
• Installeer de EX Print Server om af te drukken (raadpleeg Afdrukken).
AFDRUKOPTIES INSTELLEN VOOR MAC OS X-COMPUTERS
1 Kies Afdrukken in de toepassing waarmee u werkt.
Het dialoogvenster voor afdrukken wordt weergegeven.
2 Alleen voor Mac OS X v10.5: vouw het dialoogvenster zo nodig uit door te klikken op
de pijl naast de printernaam.
3 Mac OS X v10.3.9 en 10.4.x: klik op Aantal en pagina’s, kies ColorSync in de keuzelijst
en selecteer vervolgens In printer in de lijst Kleurconversie.
AFDRUKOPTIES VAN COLORWISE 34
Mac OS X v10.5: klik op Voorvertoning, kies Kleurevenaring in de keuzelijst en selecteer vervolgens In printer.
4 Kies Fiery-functies in de keuzelijst.
5 Selecteer Tweerichtingscommunicatie.
Raadpleeg de Help van het printerstuurprogramma voor meer informatie over het inschakelen van tweerichtingscommunicatie.
6 Klik op Volledige eigenschappen.
AFDRUKOPTIES VAN COLORWISE 35
7 Klik op het pictogram Kleur.
Het deelvenster Kleur wordt weergegeven.
8 Geef in het deelvenster Kleur de gewenste instellingen op voor de afdrukopties.
Raadpleeg pagina 11 voor informatie over ColorWise-afdrukopties.
9 Klik op Instellingen.
Het venster Geavanceerd bewerken wordt weergegeven.
OPMERKING: U kunt ook klikken op Basisinstellingen om het venster Kleurbeheer weer te
geven, waarin ook de ColorWise-afdrukopties worden weergegeven. In het venster Kleurbeheer worden echter niet alle afdrukopties weergegeven.
AFDRUKOPTIES VAN COLORWISE 36
10 Klik op Standaardwaarden van server om de standaardwaarden weer te geven die momenteel
zijn ingesteld op de EX Print Server.
11 Geef in elk van de tabbladen de gewenste instellingen op voor de ColorWise-afdrukopties.
De meeste gebruikers hebben voldoende aan de standaardinstellingen voor kleurbeheer. Raadpleeg pagina 27 voor informatie over de verschillende afdrukopties.
12 Klik op OK om de instellingen op te slaan en het venster Geavanceerd bewerken te sluiten.
Het deelvenster Kleur wordt opnieuw weergegeven.
13 Klik op OK om het venster Voorkeursinstellingen te sluiten. Klik vervolgens op Druk af om uw
taak te verzenden.

KLEURPROFIELEN

Kleurenbestanden

KLEURPROFIELEN 37
De EX Print Server bevat standaard een aantal RGB- en CMYK-profielen die u kunt gebruiken voor het afdrukken via de instellingen RGB-bron, Bron CMYK/grijswaarden en Uitvoerprofiel voor een taak. Raadpleeg Afdrukopties van ColorWise voor meer informatie over deze opties.
U kunt de profielen op de EX Print Server beheren met behulp van Command WorkStation. Ook kunt u andere profielen importeren of verwijderen.
De dvd met gebruikerssoftware bevat een aantal bestanden, waaronder kleurprofielen, die handig zijn voor kleurbeheer. U kunt als volgt kleurprofielen toevoegen aan de EX Print Server:
• Installeer de profielen op uw computer.
• Importeer de profielen in de EX Print Server met behulp van Command WorkStation.
Raadpleeg de Help van Command WorkStation voor meer informatie over het importeren van profielen in de EX Print Server via Command WorkStation.
KLEURPROFIELEN 38

Aanvullende ICC-profielen installeren op uw computer

U kunt aanvullende ICC-profielen vanaf de dvd met gebruikerssoftware of vanuit de EX Print Server naar uw computer installeren (kopiëren). Gebruik de ICC-profielen met toepassingen die ICC-normen ondersteunen, zoals Adobe Photoshop.
Locatie op dvd met gebruikerssoftware
Map ICC (Windows) of map ColorSync (Mac OS)
Profiles
EFIRGB.ICC biedt een door EFI gedefinieerde kleurenruimte voor RGB-gegevens.
De volgende uitvoerprofielen zijn door de fabriek geleverde standaarduitvoerprofielen die zijn ontworpen voor optimale kleurenuitvoer bij afdrukken op het geschikte papier. Deze uitvoerprofielen bevinden zich ook standaard op de EX Print Server:
• Fiery Xerox CP1000 niet-gecoat 90 g/m2
• Fiery Xerox CP1000 niet-gecoat 220 g/m2
• Fiery Xerox CP1000 gecoat 120 g/m2
• Fiery Xerox CP1000 gecoat 210 g/m2
• Fiery Xerox CP1000 gecoat 280 g/m2
KLEURPROFIELEN 39
Locatie op dvd met gebruikerssoftware
Map Adobe ICC Profiles (in de map Windows Color Files\ICC Profiles of Mac Color Files : ICC Profiles)
Profiles
Deze profielen zijn gemaakt door Adobe Systems, Inc. Raadpleeg de documenten in de map voor meer informatie.
CMYK-profielen:
• EuropeISOCoatedFOGRA27.icc
• EuroscaleUncoated.icc
• JapanColor2001Coated.icc
• JapanColor2001Uncoated.icc
• JapanColor2002Newspaper.icc
• JapanWebCoated.icc
• USSheetfedCoated.icc
• USSheetfedUncoated.icc
• USWebCoatedSWOP.icc
• USWebUncoated.icc
RGB-profielen:
• AdobeRGB1998.icc
• AppleRGB.icc
• ColorMatchRGB.icc
• sRGB Color Space Profile.icm
KLEURPROFIELEN 40
Locatie op dvd met gebruikerssoftware
Map ECI (in de map Windows Color Files\ICC Profiles of Mac Color Files : ICC Profiles)
Profiles
Deze profielen zijn gemaakt door het European Color Initiative (ECI). Raadpleeg voor meer informatie de documenten in de mappen CMYK Profiles en RGB Profiles, alsmede de website van ECI op www.eci.org.
CMYK-profielen:
• ISOcoated_v2_300_eci.icc
• ISOcoated_v2_eci.icc
• ISOuncoated.icc
• ISOuncoatedyellowish.icc
• ISOwebcoated.icc
• SC_paper_eci.icc
RGB-profielen:
• ECI-RGB.V1.0.icc
• eciRGB_v2.icc
• eciRGB_v2_ICCv4.icc
KLEURPROFIELEN 41
Locatie op dvd met gebruikerssoftware
Map EFI Support (in de map Windows Color Files\ICC Profiles of Mac Color Files : ICC Profiles)
Profiles
Deze profielen zijn gemaakt door EFI. Raadpleeg voor meer informatie de website van General Requirements for Applications in Commercial Offset Lithography (GRACoL) op www.gracol.org, de Fogra-website op www.fogra.org en de website van Specifications Web Offset Publications (SWOP) op www.swop.org.
CMYK-profielen:
•EFIEURO.icc
•EFISWOP.icc
• Enterprise CMYK.icc
• GRACoL2006_Coated1_EFI.icc:
• ISOCoated.icc
• ISOCoated_FOGRA39L_EFI.icc
• ISOUncoated_FOGRA29L_EFI.icc
• SWOP2006_Coated3_EFI.icc
• SWOP2006_Coated5_EFI.icc
Japanse profielen:
•EFIDIC.ICC
• EFIJMPA2.icc
• JC2001_type1_EFI.icc
• JC2001_type2_EFI.icc
• JC2001_type3_EFI.icc
• JC2001_type4_EFI.icc
• TOYO Offset Coated 2.0.icc
RGB-profielen:
•EFISRGB.ICC
• Fiery RGB v2.icc
• Fiery RGB v4.icc
• Fiery RGB v5.icc
• RGB D65 (Splash).icc
KLEURPROFIELEN 42
Voor de meeste ICC-toepassingen moet u de bestanden installeren in een map met de naam Color (Windows) of een map met de naam Profiles in de map Bibliotheek : ColorSync (Mac OS). Voor gebruik met de EX Print Server kunt u de bestanden kopiëren naar een map van uw keuze.
ICC-PROFIELEN INSTALLEREN OP EEN WINDOWS-COMPUTER VANAF DE DVD MET GEBRUIKERSSOFTWARE
1 Plaats de dvd met gebruikerssoftware in het dvd-station.
2 Open de map die het profiel bevat.
3 Klik met de rechtermuisknop op het gewenste profiel en klik op Profiel installeren.
De profielen worden automatisch geïnstalleerd in de map Windows\System32\spool\ drivers\color van uw computer.
ICC-PROFIELEN INSTALLEREN OP EEN MAC OS-COMPUTER VANAF DE DVD MET GEBRUIKERSSOFTWARE
1 Plaats de dvd met gebruikerssoftware in het dvd-station.
2 Open de map die het profiel bevat.
3 Kopieer de profielen in Bibliotheek : ColorSync : Profiles.
OPMERKING: U moet als beheerder zijn aangemeld.
ICC-PROFIELEN INSTALLEREN OP EEN WINDOWS-COMPUTER VANAF DE EX PRINT SERVER VIA HET NETWERK
1 Blader naar de EX Print Server via het netwerk. Maak hierbij gebruik van het IP-adres of
de DNS-servernaam.
2 Typ indien nodig de gebruikersnaam en het wachtwoord.
Raadpleeg de beheerder om te weten of deze gegevens zijn vereist.
3 Dubbelklik op de directory PC_User_SW.
4 Open de map ICC.
5 Klik met de rechtermuisknop op het gewenste profiel en klik op Profiel installeren.
De profielen worden automatisch geïnstalleerd in de map Windows\System32\spool\drivers\ color van uw computer.
KLEURPROFIELEN 43
COLORSYNC-PROFIELEN INSTALLEREN OP EEN MAC OS-COMPUTER VANAF DE EX PRINT SERVER VIA HET NETWERK
1 Kies Verbinden met server in het menu Ga.
2 Typ smb:// gevolgd door het IP-adres van de EX Print Server en klik op Verbind.
Neem contact op met de beheerder als u de EX Print Server niet kunt vinden.
3 Typ indien nodig uw gebruikersnaam en wachtwoord.
Raadpleeg de beheerder om te weten of deze gegevens zijn vereist.
4 Dubbelklik op de directory Mac_User_SW.
5 Open de map ColorSync.
6 Kopieer de profielen in Bibliotheek: ColorSync: Profiles.
OPMERKING: U moet als beheerder zijn aangemeld.
Raadpleeg op Mac OS de documentatie van ColorSync voor het instellen van ColorSync­profielen zoals EFIRGB.
KLEURPROFIELEN 44

Andere kleurenbestanden

U kunt aanvullende kleurenbestanden vanaf de dvd met gebruikerssoftware of vanuit de EX Print Server naar uw computer kopiëren. Deze bestanden zijn handig voor kleurenovereenkomst en voor kalibratie.
Map Windows Color Files of map Mac Color Files
Map Color Bars (in de map Windows Color Files of Mac Color Files)
Map PS Files (in de map Windows Color Files\ Calibration Files of Mac Color Files : Calibration Files)
CMYK Color Reference.ps: een PostScript-bestand van elf pagina’s
in Letter-formaat dat als referentie kan worden gebruikt bij het definiëren van CMYK-kleuren in toepassingen.
PANTONE Book.ps: een PostScript-bestand van 20 pagina’s in
Letter-formaat dat de beste equivalenten van gecoate PANTONE-kleuren bevat die kunnen worden geproduceerd met de EX Print Server en uw model pers. De methode voor het afdrukken van het bestand PANTONE Book.ps hangt af van de instelling voor Steunkleuraanpassing. Raadpleeg
“Steunkleuraanpassing” op pagina 26 voor meer informatie.
RGB page 01.doc: een Microsoft Word-bestand dat u kunt
afdrukken om beschikbare RGB-kleuren te bekijken.
RGB page 02.ppt: een Microsoft PowerPoint-bestand dat u kunt
afdrukken om beschikbare RGB-kleuren te bekijken.
FieryColorBar.eps: Wordt gebruikt voor de functie
Bedieningsbalk. Raadpleeg Fiery Graphic Arts Package voor meer informatie over Bedieningsbalk.
Ugra Fogra-MediaWedge V2.2x_EFIv1.eps: wordt gebruikt voor
de functie Ugra/FOGRA-controlestrip. Raadpleeg Fiery Graphic
Arts Package voor meer informatie deze functie.
Custom21.ps, Custom34.ps, Standard21.ps en Standard34.ps:
vier PostScript-bestanden met kleurvlakken voor het uitvoeren van metingen.
De getallen in de bestandsnamen verwijzen naar het aantal vlakken op de pagina. Met de aangepaste bestanden kunt u meetvlakken downloaden die de huidige kalibratieset van de pers bevatten. Met de standaardbestanden kunt u standaardmeetvlakken downloaden die de huidige kalibratieset van de pers vervangen.
OPMERKING: Deze bestanden zijn bedoeld voor ervaren
gebruikers en worden het best niet gebruikt voor gewone kalibratie.
KLEURPROFIELEN 45
Map Halftone Calibration Files (in de map Windows Color Files\ Calibration Files of Mac Color Files : Calibration Files)
Map Photoshop (in de map Windows Color Files\ Calibration Files\ Halftone Calibration Files of Mac Color Files : Calibration Files : Halftone Calibration Files)
Afbeeldingen van kalibratiepagina’s voor verschillende instrumenten en paginaformaten, gebruikt voor de kalibratie van de EX Print Server voor verschillende halftoonrasters. Bestanden voor Adobe Photoshop en andere toepassingen zijn beschikbaar. Raadpleeg Fiery Graphic Arts Package voor meer informatie over de kalibratie van halftoonrasters.
OPMERKING: Gebruik voor de X-Rite DTP32 Series II
densitometer het kalibratiebestand voor de X-Rite DTP32 densitometer.
OPMERKING: Bestanden voor de ED-100 densitometer worden
meegeleverd. De ED-100 is echter geen ondersteund meetinstrument.
De volgende kalibratiebestanden voor halftoonrasters zijn beschikbaar voor Adobe Photoshop:
DTP32_A3.psd DTP32_A4.psd DTP32_Letters.psd DTP32_Tabloid.psd DTP41_A3.psd DTP41_A4.psd DTP41_Letters.psd DTP41_Tabloid.psd ED100_A3.psd ED100_A4.psd ED100_Letters.psd ED100_Tabloid.psd ES1000_A3.psd ES1000_A4.psd ES1000_Letters.psd ES1000_Tabloid.psd
OPMERKING: Gebruik voor de X-Rite DTP32 Series II
densitometer het kalibratiebestand voor de X-Rite DTP32 densitometer.
OPMERKING: Bestanden voor de ED-100 densitometer worden
meegeleverd. De ED-100 is echter geen ondersteund meetinstrument.
KLEURPROFIELEN 46
Map Other Applications (in de map Windows Color Files\Calibration Files\Halftone Calibration Files of Mac Color Files : Calibration Files : Halftone Calibration Files)
De volgende kalibratiebestanden voor halftoonrasters zijn beschikbaar voor andere toepassingen (buiten Adobe Photoshop):
DTP32_A3.eps DTP32_A4.eps DTP32_Letters.eps DTP32_Tabloid.eps DTP41_A3.eps DTP41_A4.eps DTP41_Letters.eps DTP41_Tabloid.eps ED100_A3.eps ED100_A4.eps ED100_Letters.eps ED100_Tabloid.eps ES1000_A3.eps ES1000_A4.eps ES1000_Letters.eps ES1000_Tabloid.eps
OPMERKING: Gebruik voor de X-Rite DTP32 Series II
densitometer het kalibratiebestand voor de X-Rite DTP32 densitometer.
OPMERKING: Bestanden voor de ED-100 densitometer worden
meegeleverd. De ED-100 is echter geen ondersteund meetinstrument.
KLEURPROFIELEN 47

Profielen beheren op de EX Print Server

Met Command WorkStation kunt u ICC-profielen importeren in de EX Print Server, profielen exporteren, profielen verwijderen (behalve standaardprofielen) en de eigenschappen van profielen instellen. U kunt ook aangepaste CMYK-bron- of uitvoerprofielen maken door een bestaand profiel te bewerken en dit vervolgens als een nieuw profiel op te slaan. Deze functies bevinden zich in het tabblad Profielen onder het tabblad Hulpbronnen in Apparaatcentrum. Raadpleeg de Help van Command WorkStation voor meer informatie.

KALIBRATIE

KALIBRATIE 48
Het kalibreren van de EX Print Server garandeert consistente, betrouwbare kleuren. Kalibreer de EX Print Server met behulp van de functie Kalibreren van Command WorkStation met een densitometer of spectrofotometer.
Als u een aangepast halftoonraster hebt gedefinieerd, moet u de EX Print Server voor dat halftoonraster kalibreren voordat u er een taak mee afdrukt. Raadpleeg Fiery Graphic Arts
Package voor meer informatie.
Wanneer u de kalibratie wijzigt, kan dat gevolgen hebben voor alle afdruktaken van alle gebruikers. Daarom is het verstandig slechts een beperkt aantal mensen de mogelijkheid te geven om te kalibreren. U kunt een beheerderswachtwoord instellen om de toegang tot de kalibratiefunctie te regelen (raadpleeg Configuratie en instellingen).

Kalibratiemethoden

U kunt de EX Print Server kalibreren met behulp van de volgende methoden:
Term Verwijst naar
DTP32 of DTP32 Series II X-Rite DTP32 of DTP32 Series II automatische densitometer
DTP41 X-Rite DTP41 automatische spectrofotometer
ES-1000 Spectrofotometer ES-1000 handbediende spectrofotometer
Al deze kalibratiemethoden worden uitgevoerd via Command WorkStation. Raadpleeg de Help van Command WorkStation voor meer informatie over elk van deze methoden.

Kalibreren met Command WorkStation

1 Klik om de kalibratie
te starten
KALIBRATIE 49
Met de functie Kalibreren van Command WorkStation kunt u de EX Print Server kalibreren via de meetmethode van uw keuze. De functie Kalibreren bevindt zich in het tabblad Gereedschappen onder het tabblad Algemeen in Apparaatcentrum. Raadpleeg de Help van Command WorkStation voor meer informatie.
1
OPMERKING: Er kunnen meerdere gebruikers met de EX Print Server zijn verbonden
via Command WorkStation, maar er kan slechts één gebruiker tegelijk werken met de functie Kalibreren. Er wordt een foutbericht weergegeven als u probeert te kalibreren terwijl een andere gebruiker Command WorkStation gebruikt om te kalibreren.
OPMERKING: U kunt kalibratie (en kleurbeheer) voor CMYK-gegevens in een taak
uitschakelen met de instelling ColorWise Uit voor de optie Bron CMYK/grijswaarden. Raadpleeg “Bron CMYK/grijswaarden of Device Link” op pagina 16 voor meer informatie. U kunt kalibratie bijvoorbeeld willen uitschakelen voor testdoeleinden.
KALIBRATIE 50

Kalibratiesets beheren

Elk uitvoerprofiel op de EX Print Server moet aan een kalibratieset worden gekoppeld. De kalibratieset voorziet de EX Print Server van metingen van de dichtheidsrespons van de droge inkts van de pers voor specifieke afdrukomstandigheden (zoals mediatype). Met deze gegevens, in combinatie met de verwachte dichtheidsrespons van de pers, kan de EX Print Server correcties toepassen op kleurwaarden die naar de pers worden verzonden, om de gekalibreerde uitvoer te bereiken. Raadpleeg “Kalibratieoverzicht” op pagina 57 voor meer informatie.
Een uitvoerprofiel kan aan slechts een kalibratieset worden gekoppeld, maar dezelfde kalibratieset kan worden gebruikt door meer dan een uitvoerprofiel.
Een kalibratieset moet aan minstens een uitvoerprofiel worden gekoppeld, anders wordt de kalibratieset nooit gebruikt om af te drukken.

Uitvoerprofielen en kalibratiesets gebruiken

De EX Print Server wordt geleverd met een of meer uitvoerprofielen. Mogelijk verkrijgt u een goede kleurkwaliteit met de door de fabriek geleverde uitvoerprofielen en hieraan gekoppelde kalibratiesets (raadpleeg scenario 1 en 2 in de onderstaande tabel). Afhankelijk van uw situatie moet u mogelijk echter aangepaste kalibratiesets en uitvoerprofielen maken (raadpleeg scenario 3 en 4 in de onderstaande tabel).
Uw papier Actie Raadpleeg
1 Aanbevolen papier voor een
door de fabriek geleverd uitvoerprofiel (het papier waar het profiel op is gebaseerd)
2 Papier dat lijkt op het
aanbevolen papier voor een door de fabriek geleverd profiel
3 Papier dat lijkt op het
aanbevolen papier voor een door de fabriek geleverd profiel, maar andere afdrukinstellingen gebruikt
U verkrijgt aanvaardbare kleuren wanneer u afdrukt met het uitvoerprofiel. U hoeft geen kalibratieset of aangepast profiel te maken.
Mogelijk kunt u het uitvoerprofiel gebruiken. De vereiste afdrukinstellingen voor uw papier (bijvoorbeeld mediatype en mediagewicht) moeten overeenkomen met de afdrukinstellingen die vereist zijn voor het aanbevolen papier. Als de kleurkwaliteit voldoende is, hoeft u geen kalibratieset of aangepast profiel te maken.
Mogelijk kunt u nog steeds het door de fabriek geleverde uitvoerprofiel gebruiken, als u een aangepaste kalibratieset maakt en deze gebruikt om de EX Print Server te kalibreren met uw papier.
Raadpleeg “Aanbevolen papier
en afdrukinstellingen” op
pagina 51 voor het aanbevolen papier voor een uitvoerprofiel.
De naam van een uitvoerprofiel geeft doorgaans de algemene papiersoort aan (bijvoorbeeld, normaal, gecoat of zwaar). Raadpleeg “Aanbevolen papier
en afdrukinstellingen” op
pagina 51 voor de vereiste afdrukinstellingen voor het aanbevolen papier.
Raadpleeg “Aang e pa st e
kalibratiesets toevoegen” op
pagina 51 voor meer informatie.
4 Papier dat met geen enkel door
de fabriek geleverd profiel aanvaardbare kleuren oplevert
U moet een aangepaste kalibratieset en een aangepast profiel maken.
Raadpleeg “Aang e pa st e
kalibratiesets en uitvoerprofielen toevoegen” op pagina 52 voor
meer informatie.
KALIBRATIE 51
Aanbevolen papier en afdrukinstellingen
U kunt het aanbevolen papier en de afdrukinstellingen voor een bepaald uitvoerprofiel controleren met Profile Manager en Calibrator.
AANBEVOLEN PAPIER EN AFDRUKINSTELLINGEN VOOR EEN UITVOERPROFIEL VINDEN
1 Ga in Apparaatcentrum in Command WorkStation naar Kleurinstellingen> Kleurbeheer.
2 Selecteer het uitvoerprofiel en noteer de naam van de kalibratieset die rechts wordt
weergegeven.
3 Ga in Apparaatcentrum naar Algemeen > Gereedschappen en klik op Kalibreren.
Calibrator wordt gestart in een afzonderlijk venster.
4 Selecteer Beheren onder Kalibratieset.
Het venster Kalibratie-instellingen beheren wordt weergegeven.
5 Selecteer de kalibratieset in de lijst.
Het aanbevolen papier en de vereiste afdrukinstellingen worden weergegeven.
6 Klik op Annuleren om het venster te sluiten.

Aangepaste kalibratiesets toevoegen

Als u afdrukt op papier dat lijkt op het aanbevolen papier, maar andere afdrukinstellingen gebruikt, kunt u het uitvoerprofiel mogelijk nog steeds gebruiken, maar moet u een aangepaste kalibratieset maken. Als de kleurkwaliteit voldoende is, hoeft u geen aangepast profiel te maken (raadpleeg scenario 3 in de tabel onder “Uitvoerprofielen en kalibratiesets
gebruiken” op pagina 50).
U kunt een nieuwe kalibratieset toevoegen die u vervolgens kunt selecteren wanneer u de kalibratie uitvoert. U kunt een aangepaste kalibratieset verwijderen. Een door de fabriek geleverde kalibratieset kunt u niet verwijderen.
Raadpleeg de Help van Command WorkStation voor instructies over het toevoegen van een aangepaste kalibratieset.
KALIBRATIE 52

Aangepaste kalibratiesets en uitvoerprofielen toevoegen

Als u vaststelt dat geen van de door de fabriek geleverde uitvoerprofielen aanvaardbare kleuren oplevert met uw papier, moet u een aangepaste kalibratieset maken in Calibrator en een aangepast profiel maken met software die profielen produceert, zoals Fiery Color Profiler Suite (raadpleeg scenario 4 in de tabel onder “Uitvoerprofielen en kalibratiesets gebruiken” op pagina 50).
OPMERKING: Voordat u een aangepaste kalibratieset en een aangepast uitvoerprofiel gaat
maken, moet u zorgen dat de pers is gekalibreerd (als kalibratie wordt ondersteund op de pers). Raadpleeg de documentatie bij de pers voor meer informatie over het kalibreren van de pers.
Voor kalibratie op de EX Print Server is vereist dat elk uitvoerprofiel een kalibratiedoel bevat. Als een uitvoerprofiel geen kalibratiedoel bevat en u importeert het uitvoerprofiel in de EX Print Server, wordt het kalibratiedoel uit het standaarduitvoerprofiel toegevoegd aan het geïmporteerde profiel. De procedures in dit gedeelte beschrijven hoe u ervoor zorgt dat een geschikt kalibratiedoel wordt toegevoegd aan het aangepaste uitvoerprofiel wanneer u dit importeert in de EX Print Server en dit koppelt aan een aangepaste kalibratieset.
Voor het maken van het kalibratiedoel drukt u een pagina met kleurvlakken af op de EX Print Server met uw papier en meet u de pagina met Calibrator. Kopieer het kalibratiedoel vervolgens naar een tijdelijk uitvoerprofiel en stel dit profiel in als het standaarduitvoerprofiel. Wanneer u het aangepaste uitvoerprofiel importeert, wordt het kalibratiedoel toegevoegd uit het tijdelijke uitvoerprofiel.
Volg de onderstaande procedures om aangepaste kalibratiesets en uitvoerprofielen te gebruiken.
• Druk een meetpagina af.
• Meet de meetpagina.
• Maak een aangepaste kalibratieset en een tijdelijk uitvoerprofiel.
• Stel het kalibratiedoel in in het tijdelijke uitvoerprofiel.
• Maak een aangepast uitvoerprofiel en sla dit op uw computer op.
• Importeer het aangepaste uitvoerprofiel in de EX Print Server.
• Verwijder het tijdelijke uitvoerprofiel.
KALIBRATIE 53
DE MEETPAGINA AFDRUKKEN
1 Plaats het papier in de pers.
2 Zoek het bestand voor de meetpagina op de dvd met gebruikerssoftware.
Kies het bestand voor uw paginaformaat en meetinstrument. De bestanden bevinden zich in de mappen Photoshop en Other Applications in de volgende mappen op de dvd met gebruikerssoftware:
• Windows Color Files\Calibration Files\Halftone Calibration Files
• Mac Color Files : Calibration Files : Halftone Calibration Files
3 Start Command WorkStation en maak verbinding met de EX Print Server.
4 Importeer het meetpaginabestand naar de blokkeringswachtrij van de EX Print Server.
Raadpleeg de Help van Command WorkStation voor instructies.
5 Dubbelklik op de taak in het venster Taakcentrum.
Het venster Taakeigenschappen wordt weergegeven.
6 Selecteer de volgende afdrukinstellingen en klik op OK.
• Stel de juiste media-instellingen in voor uw papier.
Kies bijvoorbeeld het mediatype dat overeenkomt met uw papier en de invoerlade die uw papier bevat.
• Stel de optie Bron CMYK/grijswaarden in op ColorWise Uit.
Met deze instelling wordt de taak afgedrukt zonder kalibratie.
• Stel de gewenste halftooninstelling in, indien beschikbaar.
7 Klik met de rechtermuisknop op de taak en kies Afdrukken.
De meetpagina wordt afgedrukt.
KALIBRATIE 54
DE MEETPAGINA METEN
1 Ga in Apparaatcentrum in Command WorkStation naar Algemeen> Gereedschappen en klik
op Kalibreren.
2 Noteer de geselecteerde kalibratieset.
Voor deze procedure kunt u een willekeurige bestaande kalibratieset gebruiken.
3 Selecteer de expertmodus, klik op Opslaan in bestand en sla de metingen voor de momenteel
geselecteerde kalibratieset op in een bestand op uw computer.
Als u de bestaande metingen niet hoeft te behouden (bijvoorbeeld als u de EX Print Server niet hebt gekalibreerd met deze kalibratieset), kunt u deze stap overslaan.
4 Meet de meetpagina.
Raadpleeg voor instructies het gedeelte voor uw meetapparaat in de Help van Command WorkStation. Druk de meetpagina niet af in Calibrator. Gebruik de meetpagina die u al hebt afgedrukt.
5 Klik op Toepassen om de metingen op te slaan.
EEN AANGEPASTE KALIBRATIESET EN EEN TIJDELIJK STANDAARDUITVOERPROFIEL MAKEN
1 Maak een aangepaste kalibratieset in Calibrator.
Raadpleeg de Help van Command WorkStation voor instructies. Selecteer dezelfde kalibratieset die u hebt gebruikt om de meetpagina te meten. De metingen worden gekopieerd naar de aangepaste kalibratieset die u maakt.
Wanneer u een aangepaste kalibratieset maakt, koppelt u deze aan een kopie van een bestaand uitvoerprofiel. U kunt een willekeurig uitvoerprofiel kiezen, aangezien deze koppeling tijdelijk is. U gaat het gekopieerde uitvoerprofiel niet gebruiken om af te drukken.
2 Als u de huidige metingen in de vorige procedure hebt opgeslagen in een bestand, kunt
u de metingen herstellen.
• Selecteer de juiste kalibratieset.
• Klik op Uit bestand onder Metingen ophalen, selecteer het bestand en klik vervolgens op Openen.
• Klik op Toepassen om de metingen op te slaan.
U kunt ook de standaardfabrieksmeetwaarden herstellen.
• Selecteer de juiste kalibratieset.
• Klik op Apparaat herstellen en klik vervolgens op OK.
KALIBRATIE 55
HET KALIBRATIEDOEL INSTELLEN MET BEHULP VAN EEN TIJDELIJK STANDAARDUITVOERPROFIEL
1 Selecteer de expertmodus in Calibrator.
2 Zorg dat uw aangepaste kalibratieset is geselecteerd.
3 Kies Metingen versus richtwaarde onder Metingen bekijken (optioneel) en klik op Weergave.
4 Noteer de gemeten D-Max-waarden voor C, M, Y en K.
Zorg dat u de gemeten waarden noteert, niet de richtwaarden.
5 Ga in Apparaatcentrum in Command WorkStation naar Hulpbronnen >Profielen.
6 Selecteer het uitvoerprofiel dat u hebt gemaakt toen u de aangepaste kalibratieset maakte en
klik op Bewerken.
U gebruikt dit profiel als een tijdelijk profiel om de D-Max-waarden van uw aangepaste uitvoerprofiel in te stellen.
7 Wijzig de D-Max-waarden die u hebt genoteerd in stap 4.
8 Klik op Opslaan, typ zo nodig de naam en klik opnieuw op Opslaan om het bewerkte profiel
op te slaan.
9 Ga in Apparaatcentrum naar Kleurinstellingen> Kleurbeheer.
10 Voor de optie Uitvoerprofiel selecteert u het profiel dat u zojuist hebt bewerkt.
Het profiel wordt het standaarduitvoerprofiel.
EEN AANGEPAST UITVOERPROFIEL MAKEN
1 Druk de kleurprofileringsvlakken af.
Voordat u de kleurprofileringsvlakken afdrukt:
• Stel dezelfde afdrukinstellingen in als uw aangepaste kalibratieset.
• Stel het uitvoerprofiel in als het tijdelijke standaarduitvoerprofiel (dat u in de vorige procedure hebt opgeslagen).
• Stel de optie Bron CMYK/grijswaarden in op Conversie overslaan. Zo zorgt u dat uw kleurvlakken alleen worden afgedrukt met de juiste correctie vanuit kalibratie, zonder andere CMYK-conversies.
2 Meet de kleurprofileringsvlakken en maak het nieuwe uitvoerprofiel met een toepassing die
profielen produceert.
Raadpleeg de documentatie bij de toepassing voor de procedures voor het maken van uitvoerprofielen.
OPMERKING: Wanneer u Fiery Color Profiler Suite gebruikt, maakt u uitvoerprofielen zonder
kalibratiedoelen.
3 Sla het aangepaste uitvoerprofiel op in de standaardmap voor profielen op uw computer.
Windows XP/Server 2003/Vista/Server 2008: Windows\System32\spool\drivers\color Mac OS X : Bibliotheek : ColorSync : Profiles
KALIBRATIE 56
HET AANGEPASTE UITVOERPROFIEL IN DE EX PRINT SERVER IMPORTEREN
1 Ga in Apparaatcentrum naar Hulpbronnen >Profielen.
2 Klik op Importeren en ga naar de locatie van uw aangepaste uitvoerprofiel.
3 Selecteer uw aangepaste uitvoerprofiel, kies Uitvoer naast Profiel importeren als en klik
vervolgens op Importeren.
Het profiel wordt geïmporteerd in de EX Print Server en het venster Instellingen uitvoerprofiel wordt weergegeven.
Het kalibratiedoel uit het standaarduitvoerprofiel wordt gekopieerd naar het aangepaste uitvoerprofiel.
4 Bevestig in het venster Instellingen uitvoerprofiel dat uw aangepaste kalibratieset
is geselecteerd.
Wanneer het aangepaste uitvoerprofiel wordt geïmporteerd, wordt de kalibratieset uit het standaarduitvoerprofiel gekoppeld aan het aangepaste uitvoerprofiel.
5 Klik op OK om de wijzigingen op te slaan en het venster Instellingen uitvoerprofiel
te sluiten.
Uw aangepaste uitvoerprofiel heeft nu het juiste kalibratiedoel en is gekoppeld aan uw aangepaste kalibratieset. U hebt het tijdelijke standaarduitvoerprofiel niet langer nodig en kunt dit uit de EX Print Server verwijderen.
HET TIJDELIJKE STANDAARDUITVOERPROFIEL VERWIJDEREN
1 Ga in Apparaatcentrum naar Kleurinstellingen> Kleurbeheer.
2 Selecteer voor de optie Uitvoerprofiel een profiel dat niet het tijdelijke
standaarduitvoerprofiel is dat u gaat verwijderen.
Het profiel wordt het standaarduitvoerprofiel.
3 Ga in Apparaatcentrum naar Hulpbronnen >Profielen.
4 Selecteer het tijdelijke uitvoerprofiel en klik op Verwijderen.
5 Klik op Ja.
KALIBRATIE 57

Kalibratie begrijpen

Het volgende gedeelte beschrijft belangrijke concepten en suggesties voor een beter begrip van kalibratie.

Kalibratieoverzicht

Met kalibratie worden curven gemaakt waarmee het verschil wordt gecompenseerd tussen de werkelijke droge inkt densiteit (metingen) en het resultaat dat werd verwacht op basis van het uitvoerprofiel.
• Metingen geven het werkelijke kleurgedrag van de pers aan.
• Kalibratiesets zijn reeksen met metingen die de uitvoer weergeven van specifieke combinaties van mediumgerelateerde opties.
• Elk uitvoerprofiel bevat een kalibratiedoel waarin het verwachte gedrag van de pers wordt beschreven.
Nadat u de EX Print Server hebt gekalibreerd, wordt er een kalibratieset opgeslagen. Deze kalibratieset wordt gebruikt als de set aan een uitvoerprofiel is gekoppeld. Elk uitvoerprofiel heeft een bijbehorende kalibratieset. Als u geen kalibratieset hebt opgegeven, wordt de kalibratieset gebruikt die bij het standaarduitvoerprofiel hoort.
Als u de kalibratie wijzigt na het verwerken (RIP) van een opgeslagen taak, hoeft u de taak niet opnieuw te verwerken. De nieuwe kalibratie wordt op de taak toegepast zonder nieuwe verwerking.

Hoe werkt kalibratie?

Hoewel de standaardkalibratieset afdoende is voor de taakvereisten van de meeste gebruikers, kunt u op de EX Print Server een andere kalibratieset kiezen om de kalibratie voor speciale taken aan te passen.
Kalibratie biedt de volgende mogelijkheden:
• Optimaliseren van de functies voor kleurenreproductie van de EX Print Server.
• Garanderen van een constante kleurkwaliteit over langere perioden.
• Produceren van identieke uitvoer op EX Print Server-servers.
• Realiseren van betere kleurovereenkomsten bij het reproduceren van steunkleuren, zoals PANTONE-kleuren of kleursystemen van andere bekende merken.
• Optimaliseren van de EX Print Server voor het gebruik van ColorWise-weergavetypen, CMYK-simulaties en ICC-profielen.
KALIBRATIE 58
Als u een bevredigende afdrukkwaliteit wilt verkrijgen bij gebruik van de EX Print Server, moet u rekening houden met verscheidene factoren. Een zeer belangrijke factor is bijvoorbeeld dat de droge inkt densiteit altijd optimaal is. De densiteit is een meeteenheid voor lichtabsorptie door een oppervlak. Wanneer u de droge inkt densiteit nauwkeurig instelt, kunt u consistente afdrukkleuren verkrijgen.
Zelfs op een gekalibreerd systeem is de droge inkt densiteit onderhevig aan de instellingen van de pers, de luchtvochtigheid en temperatuur. De densiteit kan bovendien na verloop van tijd afwijken. Een ongelijkmatige densiteit van de droge inkt op het papier beïnvloedt de kalibratieresultaten. Regelmatige metingen detecteren variaties van dag tot dag van de dichtheid, gradatie en kleurenreproductie en kalibratie corrigeert deze.
Bij de kalibratie worden op de EX Print Server kalibratiecurven gemaakt die het verschil tussen werkelijke (meetwaarden) en gewenste (richtwaarden) densiteitwaarden compenseren. Kalibratiecurven vormen de grafische weergave van overdrachtsfuncties. Dit zijn wiskundige beschrijvingen van de wijzigingen die aan de oorspronkelijke gegevens zullen worden aangebracht. Overdrachtsfuncties worden vaak weergegeven als invoer- of uitvoercurven.
De EX Print Server genereert kalibratiecurven na vergelijking van de meetwaarden met de uiteindelijke richtwaarden voor elk van de vier droge inkt kleuren. De richtwaarden zijn gebaseerd op het opgegeven uitvoerprofiel.
Metingen
Meetbestanden bevatten numerieke waarden die overeenkomen met de droge inkt densiteit die door de pers wordt geproduceerd bij het afdrukken van verzadigd cyaan, magenta, geel en zwart en van minder verzadigde tinten van deze kleuren.
Als u een meetbestand wilt maken, moet u eerst een pagina met kleurvlakken afdrukken. Meet de vlakken met behulp van een kleurmeetinstrument dat aangesloten is op een computer van het netwerk. De nieuwe metingen worden automatisch gedownload naar de EX Print Server.
Uitvoerprofielen en kalibratiesets
Met uitvoerprofielen en kalibratiesets worden de gewenste kalibratieresultaten gedefinieerd. Bij de EX Print Server worden een of meer uitvoerprofielen en kalibratiesets geleverd. Wanneer u de EX Print Server kalibreert, kunt u de kalibratieset selecteren die overeenkomt met de gemiddelde afdruktaken op uw locatie. Deze kalibratieset kan vervolgens worden gekoppeld aan een of meer uitvoerprofielen. Raadpleeg pagina 21 voor meer informatie over uitvoerprofielen.
KALIBRATIE 59

Kalibratie plannen

Kalibreer de EX Print Server ten minste eenmaal per dag, afhankelijk van het aantal afdruktaken. Als het erg belangrijk is dat de kleurkwaliteit constant blijft, of als de pers wordt gebruikt in een ruimte waar de temperatuur of luchtvochtigheid sterk schommelt, moet u om de paar uren kalibreren. Voor optimale prestaties moet u altijd kalibreren wanneer u merkt dat er een verandering optreedt in de afdrukkwaliteit of de afdrukresultaten.
Als u een afdruktaak moet splitsen in twee of meer batches die op verschillende momenten worden afgedrukt, is het belangrijk dat u voor het afdrukken van elke batch opnieuw kalibreert. De EX Print Server moet ook worden gekalibreerd na een onderhoudsbeurt van de pers. Wacht echter met de kalibratie tot u ongeveer 50 pagina’s hebt afgedrukt, aangezien de pers onmiddellijk na een onderhoudsbeurt minder stabiel kan zijn.
OPMERKING: De afgedrukte uitvoer van de pers is erg gevoelig voor wijzigingen in
temperatuur en luchtvochtigheid. De pers mag daarom niet dicht bij een raam, radiator of airconditioner worden geplaatst of aan direct zonlicht worden blootgesteld. Papier is ook gevoelig voor klimaatwijzigingen. Bewaar het in een koele, droge, stabiele omgeving en pak het pas uit wanneer het wordt gebruikt.
Druk de volgende kleurenpagina’s af om de afdrukkwaliteit te controleren:
• Kleurendiagram (via Command WorkStation of het aanraakscherm van de pers)
• Kleurenreferentiepagina’s op de dvd met gebruikerssoftware (raadpleeg pagina 44)
Deze pagina’s bevatten volledig verzadigde kleurvlakken en onverzadigde tinten cyaan, magenta, geel en zwart. Afbeeldingen met huidkleur vormen vaak een goede basis voor vergelijking. Bewaar de pagina’s die u afdrukt en vergelijk deze regelmatig. Als een waarneembaar verschil optreedt, moet u de EX Print Server kalibreren.
Wanneer u de testpagina controleert, moeten alle kleurvlakken zichtbaar zijn, zelfs wanneer deze erg licht zijn in het bereik van vijf tot twee procent. De set met vlakken moet een uniform verloop laten zien tussen opeenvolgende vlakken naarmate de kleur lichter wordt van 100 procent tot nul procent.
Als de verzadigde kleurvlakken (100% cyaan, magenta, geel of zwart) na verloop van tijd minder verzadigd lijken, kunt u de pagina’s laten zien aan een onderhoudsmonteur van de pers om na te gaan of de uitvoer van de pers kan worden verbeterd door het apparaat opnieuw af te stellen.
KALIBRATIE 60

Kalibratiestatus controleren

U kunt als volgt controleren of de EX Print Server is gekalibreerd, welke kalibratieset en welk uitvoerprofiel zijn gebruikt en wanneer de pers de laatste keer is gekalibreerd:
• Druk een configuratiepagina of een testpagina af via aanraakscherm van de pers of Command WorkStation.
Raadpleeg Configuratie en instellingen voor nadere instructies voor het afdrukken van de configuratiepagina.
• Selecteer een kalibratieset in de functie Kalibreren van Command WorkStation. De vorige kalibratie en de gebruiker die deze heeft uitgevoerd worden getoond.

SPOT-ON

SPOT-ON 61
Met de optie Steunkleuraanpassing kunt u steunkleuren automatisch koppelen aan de meest gelijkende CMYK-equivalenten, zodat steunkleuren kunnen worden gesimuleerd met de CMYK-droge inkt van de pers. U kunt de standaard-CMYK-equivalenten echter aanpassen om een beter resultaat te krijgen onder specifieke afdrukomstandigheden. Met de steunkleureditor Spot-On in Command WorkStation kunt u steunkleuren wijzigen.
U kunt met Spot-On “benoemde” kleuren beheren en een lijst van “vervangkleuren” opstellen. Dit zijn kleuren die, wanneer ze in een document worden opgeroepen met de RGB-of CMYK-waarden, worden vervangen door een andere kleur die bestaat uit CMYK-waarden uit de Spot-On-kleurenbibliotheek. Dit biedt exact kleurbeheer en heeft voorrang op individuele RGB- en CMYK-kleuren.
Als Toewijzing tweekleurendruk is ingeschakeld, kunt u met Spot-On ook steunkleuren en proceskleuren toewijzen aan de generieke kleuren die worden gebruikt in een taak. De functie Toewijzing tweekleurendruk is bedoeld voor operatoren van drukkerijen om drukproeven uit te voeren voor een tweekleurenpers. U kunt een tweekleurentaak afdrukken op een tweekleurenapparaat door de kleuren in een taak toe te wijzen aan de kleuren die reeds zijn gemaakt op het apparaat. Raadpleeg Fiery Graphic Arts Package voor meer informatie over Toewijzing tweekleurendruk.

Spot-On gebruiken

Spot-On biedt de mogelijkheid lijsten met steunkleuren en hun CMYK-equivalenten aan te passen en te beheren. Deze overeenkomstige lijsten van steunkleuren en CMYK-waarden worden steunkleurbibliotheken genoemd. Met Spot-On kunt u verschillende steunkleurbibliotheken beheren voor elk uitvoerprofiel op de EX Print Server.
Als u Spot-On wilt gebruiken, moet u eerst het uitvoerprofiel opgeven dat is gekoppeld aan de steunkleurenbibliotheek die u wilt bewerken.
Als u het uitvoerprofiel X selecteert en PANTONE 123 wijzigt van 30%M in 50%M met Spot-On, krijgt u 50%M wanneer u een taak met het uitvoerprofiel X afdrukt. Wanneer u een taak met het uitvoerprofiel Y afdrukt, krijgt u de oorspronkelijke waarde.
SPOT-ON 62
Wanneer u het uitvoerprofiel X selecteert, een aangepaste kleur maakt met de naam “Mijn paars” en die instelt als 80%C 40%M, berekent ColorWise automatisch de Lab-waarden met het uitvoerprofiel X en worden nieuwe CMYK-waarden gemaakt voor gebruik met het uitvoerprofiel Y.
De functie Spot-On bevindt zich in het tabblad Steunkleuren onder het tabblad Hulpbronnen in Apparaatcentrum. Raadpleeg de Help van Command WorkStation voor meer informatie over het gebruik van Spot-On.
OPMERKING: Als u de Spot-On-functies met benoemde kleuren wilt gebruiken, moet u
de afdrukoptie Steunkleuraanpassing inschakelen. Raadpleeg pagina 26 voor meer informatie over deze functie.
OPMERKING: Benoemde steunkleuren worden afgedrukt met de opgegeven CMYK-waarden.
De manier waarop steunkleuren worden afgedrukt, wordt niet beïnvloed door wijzigingen in het uitvoerprofiel die u in Command WorkStation aanbrengt.
Raadpleeg Afdrukken voor meer informatie over de steunkleurgroep Doorzichtige droge inkt, die de afdrukoptie Modus Doorzichtige droge inkt ondersteunt.
Voor bepaalde functies van Spot-On moet de taak met de juiste kleuren op uw monitor worden weergegeven. Als u de kleuren juist op uw monitor wilt weergeven, moet u de monitorweergave instellen volgens de aanbevelingen van de fabrikant, en het juiste profiel voor uw monitor opgeven.
SPOT-ON 63
Geef de volgende instellingen voor de monitorweergave op:
• Op de monitor: helderheid, contrast, en kleurtemperatuur
• In het configuratiescherm van uw besturingssysteem: resolutie, vernieuwingsfrequentie en aantal kleuren
Raadpleeg de bij de monitor geleverde documentatie voor meer informatie over het instellen van uw monitor en het monitorprofiel.
OPMERKING: De wijzigingen die u met de functies voor kleuraanpassing in ImageViewer in
een taak aanbrengt, hebben een invloed op alle kleuren in deze taak, ook op de steunkleuren. Raadpleeg Fiery Graphic Arts Package voor meer informatie over ImageViewer.
OPMERKING: U kunt vervangkleuren en Postflight-functies niet tegelijkertijd gebruiken.
Deze afdrukopties worden beperkt door het printerstuurprogramma.
DICHTHEIDSMETINGEN IMPORTEREN 64

DICHTHEIDSMETINGEN IMPORTEREN

Dit hoofdstuk beschrijft de bestandsindeling Simple ASCII File Format (SAIFF), waarmee u dichtheidsmetingen van meetapparaten in Command WorkStation kunt importeren voor kalibratie. Als u uw eigen meetgegevens van een ander meetinstrument wilt gebruiken in plaats van de metingen direct in Command WorkStation uit te voeren, noteert u uw eigen meetwaarden in een tekstbestand met de in dit hoofdstuk beschreven structuur. Vervolgens kunt u de gegevens invoeren door te klikken op Uit bestand onder Metingen ophalen in de functie Kalibreren van Command WorkStation.

De bestandsindeling Simple ASCII Import File Format (SAIFF)

Deze indeling heeft betrekking op Status T-meetgegevens en is bestemd voor het importeren van gegevens in Command WorkStation. Er bestaan drie verschillende bestandsindelingen:
• 1D Status T-dichtheid voor EFI-pagina met 21 kleurvlakken
• 1D Status T-dichtheid voor EFI-pagina met 34 kleurvlakken
• 1D Status T-dichtheid voor andere pagina’s (maximaal 256 vlakken per inkt)
Dit zijn ASCII-bestandsindelingen zonder tabs. Er worden een of meer spaties gebruikt als scheidingsteken. Lege regels zijn niet toegestaan. Elke regel van het bestand vertegenwoordigt vier vlakken. (C, M, Y, K) of een specifieke inktwaarde. Commentaar mag op om het even welke regel worden geplaatst. Commentaarregels moeten beginnen met een hekje (#), gevolgd door een spatie. (Als een regel begint met een hekje dat niet door een spatie wordt gevolgd maar door een teken, dan is deze regel gereserveerd.) Commentaar moet op een afzonderlijke regel worden geplaatst.
Elke gegevensregel bevat vijf waarden. Het eerste getal is het volgnummer van het kleurvlak (voor EFI-pagina’s met 21 en 34 vlakken) of het percentage van de inktwaarde (voor andere pagina’s). De volgende vier waarden zijn de dichtheidswaarden voor C, M, Y, K van het overeenkomstige kleurvlak. Regels worden gerangschikt door de volgnummers voor kleurvlakken of de inktwaarde te wijzigen.
Bij Windows-computers moet het bestand de extensie .cm0 of .cm1 hebben. Bij Mac OS-computers moet het bestandstype TEXT zijn.
Voor EFI 21 en EFI 34 zijn de meetgegevens afhankelijk van het papier. Voor andere pagina’s geldt dat in Command WorkStation wordt uitgegaan van absolute meetgegevens als de inktwaarde voor de eerste regel nul is. De meetgegevens worden vervolgens aan het papier aangepast door de dichtheidswaarde van de eerste regel af te trekken van de resterende kleurvlakken.
DICHTHEIDSMETINGEN IMPORTEREN 65

Voorbeeld van 1D Status T-dichtheid voor EFI-pagina met 21 kleurvlakken

Deze bestandsindeling wordt gebruikt om de Status T-dichtheidsmetingen van de EFI-pagina met 21 kleurvlakken op te geven. De waarde in de eerste kolom is het kleurvlaknummer. Het eerste kleurvlak moet 1 zijn en het laatste vlak 21.
#!EFI 3 # EFI ColorWise 2.0 Data type: 1DST21 # Cyan Magent Yellow Black 1 0.0300 0.0400 0.0200 0.0400 2 0.0600 0.0700 0.0800 0.0700 3 0.1000 0.1000 0.1000 0.1000
(…meer data…)
20 1.6700 1.3400 0.8900 1.6700 21 1.7200 1.4300 0.9300 1.7500

Voorbeeld van 1D Status T-dichtheid voor EFI-pagina met 34 kleurvlakken

Deze bestandsindeling wordt gebruikt om de Status T-dichtheidsmetingen van de EFI-pagina met 34 kleurvlakken op te geven. De waarde in de eerste kolom is het kleurvlaknummer. Het eerste kleurvlak moet 1 zijn en het laatste vlak 34.
#!EFI 3 # EFI ColorWise 2.0 Data type: 1DST34 # Cyan Magent Yellow Black 1 0.0300 0.0400 0.0200 0.0400 2 0.0600 0.0700 0.0800 0.0700 3 0.1000 0.1000 0.1000 0.1000
(…meer data…)
33 1.6700 1.3400 0.8900 1.6700 34 1.7200 1.4300 0.9300 1.7500
DICHTHEIDSMETINGEN IMPORTEREN 66

Voorbeeld van 1D Status T-dichtheid voor een willekeurige pagina

Deze bestandsindeling wordt gebruikt om de Status T-densiteitmetingen van een door de gebruiker gedefinieerde pagina op te geven. De waarde in de eerste kolom is de percentwaarde voor droge inkt van het kleurvlak. Het eerste percentage moet 0 zijn en het laatste percentage 100. Tussen deze waarden moeten de percentages toenemen.
#!EFI 3 # EFI ColorWise 2.0 Data type: 1DST # percnt Cyan Magent Yellow Black
0.0000 0.0300 0.0400 0.0200 0.0400
0.3922 0.0600 0.0700 0.0800 0.0700
1.1765 0.1000 0.1000 0.1000 0.1000
(…meer data…)
98.0000 1.6700 1.3400 0.8900 1.6700
100.0000 1.7200 1.4300 0.9300 1.7500

INDEX

INDEX 67
A
aangepast uitvoerprofiel 50, 52 aangepaste kalibratieset 50, 52 aangepaste profielen maken 47 aangepaste simulaties 16 Absolute kleurmeting, weergavetype 23 Adobe RGB, instelling, RGB-bron of Device
Link, optie 24 Afbeelding, ICC-weergavetype 23 afdrukopties
Mac OS 33 Windows 30
Apple Standaard, instelling, RGB-bron of Device
Link, optie 24 Automatisch overvullen, optie 11
B
Bron CMYK/grijswaarden of Device Link,
optie 16
C
Calibration Files, map 44 CMYK Color Reference.ps 44 Color Bars, map 44 ColorWise Uit 17 ColorWise-kleurbeheersysteem
belangrijkste functies 7 ondersteuning van ICC-profiel 7
stroomdiagram 10 ColorWise-opties opgeven 27 Command WorkStation
functie Spot-On 62
Kalibreren, functie 49 composietafdrukken 14, 18, 26 Configuratiepagina 60 Contrast, ICC-weergavetype 23 Custom21.ps 44 Custom34.ps 44
D
dichtheid 58, 59 dichtheidsmetingen importeren 64 doel voor kalibratie 58 Doorzichtige droge inkt, steunkleurgroep 62 DTP32 of DTP32 Series II densitometer
terminologie 48
DTP41-spectrofotometer
terminologie 48
E
eciRGB, instelling, RGB-bron of Device Link,
optie 24 EFIRGB, RGB-bron of Device Link, optie 24 ES-1000 spectrofotometer
terminologie 48
F
Fiery RGB, instelling, RGB-bron of Device Link,
optie 24 FieryColorBar.eps 44 Fotografisch, weergavetype 23
G
Grafisch, ICC-weergavetype 23 Grijs (RGB) en Grijs (CMYK), opties 20
H
Halftone Calibration Files, map 45
I
ICC-profielen
beschrijving 7 installeren 38 weergavetypen 23
Ingesloten profiel gebruiken, indien aanwezig,
optie 27
INDEX 68
K
kalibratie
zie ook ColorCal, metingen curven 58 dichtheidsmetingen importeren 64 doel 52, 57, 58 meetbestand, maken 58 meetpagina 58 metingen 57 overzicht 57 plannen 59 status controleren van 60
kalibratieset 50
aanbevolen papier 51 aangepast 50, 52
afdrukinstellingen 51 kleurbeheersysteem (CMS) 7 kleurenbestanden 44 kleurendiagram 59 kleurenreferentiebestanden 44 kleurenreferentiepagina’s 59 kleurenruimte 10 kleurprofielen zie ICC-profielen kleurscheidingen, onbeperkt aantal 18 Kleurvervanging
versus Postflight 63 Kleurvervanging, optie 27 kleurvlakken
in testpagina 59
meten 58
PostScript-bestanden met 44 kleurvlakpagina 58
P
PANTONE Book.ps 44 PANTONE-kleurenreferentie voor gecoat
papier 26 PDF/X 21 PDF/X-uitvoerintentie, optie 21 Perceptueel, ICC-weergavetype 23 Photoshop, map 45 PostScript-kleuraspecten 10, 12, 14, 24 PowerPoint, RGB-kleurenreferentiebestand 44 PPD 30, 33 Presentatie, weergavetype 23 printerstuurprogramma’s
Mac OS 33 Windows 30
profielen
aangepast 47 beheren 47 beschrijving 7 installeren 38 weergavetypen 23
R
Relatieve kleurmeting, weergavetype 23 RGB page 01 44 RGB page 02 44 RGB-afbeeldingen
bronprofielen definiëren voor 24 conversie voor PostScript en
niet-PostScript 24 RGB-bron of Device Link, optie 24 RGB/Lab scheiden naar CMYK-bron, optie 25
M
Mac Color Files, map 44 Mac OS, kleurbeheeropties 33 meetpagina 58
O
onbeperkt aantal kleurscheidingen 18 Other Applications, map 46 overdrachtsfuncties 58
S
SAIFF-bestandsindeling 64 Samengestelde overdruk, optie 19 scheidingen
afdrukken 14, 18, 26
doelkleurenruimte 25 Scheidingen combineren, optie 18 simulaties, aangepaste 16 Snel, instelling voor de optie
Verwerkingsmethode CMYK/grijswaarden 15
INDEX 69
Spot-On 61
benoemde kleuren 62 RGB- of CMYK-waarden 61 steunkleuraanpassing 62
vervangkleuren 61 sRGB, RGB-bron of Device Link, optie 24 Standard21.ps 44 Standard34.ps 44 Status T 64 Steunkleuraanpassing, optie 26 steunkleurbibliotheken 61 steunkleuren, CMYK-equivalenten 26, 61 SWOP 16
T
Tekst/lijntekeningen zwart, optie 13 terminologie 5 testpagina 60
U
Ugra Fogra-MediaWedge V2.2x_EFIv1.eps 44 uitvoerprofiel
aangepast 50, 52
kalibratieset 50
Spot-On 61 Uitvoerprofiel, optie 21 uitvoerprofielen 58
V
Verwerkingsmethode CMYK/grijswaarden,
optie 15 Verzadiging, ICC-weergavetype 23 Volledig (bron VGC), optie Verwerkingsmethode
CMYK/grijswaarden 15 Volledig (uitvoer VGC), instelling,
Verwerkingsmethode CMYK/grijswaarden,
optie 15
W
wachtwoorden, voor kalibratie 48 Weergavetype RGB/Lab, optie 23 weergavetypen 10 Windows Color Files, map 44 Windows, afdrukopties 30 Word, RGB-kleurenreferentiebestand 44
Z
Zwarte overdruk, optie 12
Loading...