Xerox Color 800i, Color 1000i, Color 800, Color 1000 Configuration and setting [nl]

Xerox Color 800i, Color 1000i, Color 800, Color 1000 Configuration and setting

Xerox EX Print Server, Powered by Fiery® voor de Xerox Color 1000 Press

Configuratie en instellingen

© 2010 Electronics for Imaging, Inc. De informatie in deze publicatie wordt beschermd volgens de Kennisgevingen voor dit product.

45089749

20 april 2010

 

 

INHOUD

3

 

 

 

 

INHOUD

INLEIDING

7

 

 

 

 

Terminologie en conventies

7

 

 

 

 

Over dit document

8

 

 

 

 

Batterij-informatie voor de Europese Unie en het Europees Milieuagentschap

9

AANSLUITEN OP HET NETWERK

10

 

 

 

 

EX Print Server op het netwerk

10

 

 

 

 

Fasen van de installatie op het netwerk

11

 

Samenvatting van de netwerkinstallatie van de EX Print Server

12

 

 

 

 

Vereisten voor Instelling van de netwerkserver

13

 

Windows-netwerken

13

 

AppleTalk-netwerken

13

 

UNIX-netwerken

14

INSTELLING VAN DE EX PRINT SERVER VOORBEREIDEN

15

 

 

 

 

Toegangsen beheerniveaus

15

 

Gebruikers en groepen

15

 

EX Print Server -afdrukverbindingen

18

 

WebTools

19

 

 

 

 

Aanvullende beveiligingsfuncties

20

 

E-mailtoegang tot de EX Print Server beheren

20

 

IP-adressen, poorten en MAC-adressen beperken

20

 

Beveiligd afdrukken

20

 

LDAP-authenticatie

21

 

 

INHOUD

4

 

 

 

 

De netwerkkabel aansluiten op de EX Print Server

21

Achteraanzicht van de EX Print Server

21

Ethernetverbinding

22

 

 

Over Instelling

22

Instelling vanaf een netwerkcomputer

22

INSTELLING VANAF EEN NETWERKCOMPUTER

23

 

 

 

 

Configure vanaf een netwerkcomputer openen

23

 

 

 

 

Configure gebruiken

24

BESCHRIJVING VAN DE OPTIES VAN INSTELLING

25

 

 

 

 

PSen PCL-instellingsopties

25

 

 

 

 

Instellingsopties voor Adobe PDF Print Engine

28

 

 

 

 

Instellingsopties voor productiviteit

28

WEBTOOLS CONFIGUREREN

29

 

 

 

 

De EX Print Server en computers configureren voor WebTools

29

DE EX PRINT SERVER BEHEREN

30

 

 

 

 

Beheerdersfuncties

30

 

 

 

 

Wachtwoorden instellen

31

 

Wachtwoorden op een netwerkcomputer

31

 

Het Windows XP-systeemwachtwoord wijzigen

31

 

 

 

 

Standaardtaal van de EX Print Server wijzigen

32

 

 

 

 

Systeemen gebruikerssoftware bijwerken

32

 

Voordat u de EX Print Server bijwerkt

32

 

System Updates

33

 

Zoeken naar updates van het product (softwaredownloadsite)

38

 

 

 

 

De EX Print Server wissen

39

 

 

INHOUD

5

 

 

 

 

De configuratie van de EX Print Server opslaan en herstellen

40

 

 

USB-afdrukken

40

 

 

E-mailadresboeken beheren

42

 

 

De configuratiepagina afdrukken

44

 

 

Optimale prestaties van de EX Print Server onderhouden

45

 

 

De EX Print Server afsluiten, rebooten en opnieuw opstarten

46

De EX Print Server afsluiten

46

De EX Print Server rebooten of opnieuw starten

46

PROBLEMEN OPLOSSEN

48

 

 

 

 

Problemen met de EX Print Server oplossen

48

 

Runtime-foutberichten

48

 

Kan geen verbinding met de EX Print Server maken met hulpprogramma’s

49

 

Kan geen verbinding met de EX Print Server maken met Command WorkStation

50

INDEX

51

 

 

INLEIDING

7

 

 

 

 

INLEIDING

In dit document wordt beschreven hoe u netwerkservers en gebruikerscomputers instelt voor gebruik met de Xerox EX Print Server, Powered by Fiery voor de Xerox Color 1000 Press, zodat gebruikers ernaar kunnen afdrukken als een hoogwaardige netwerkprinter.

Voor algemene informatie over het gebruik van de pers, uw computer, uw toepassingen of het netwerk raadpleegt u de documentatie bij deze producten.

De juiste instelling van de netwerkomgeving vereist de aanwezigheid en de actieve medewerking van de netwerkbeheerder. Gedetailleerde instructies voor de configuratie van netwerken vallen buiten het bestek van dit document. Raadpleeg de documentatie bij uw netwerk voor meer informatie.

Voor meer informatie over ondersteunde besturingssystemen en systeemvereisten, raadpleeg Welkom.

Terminologie en conventies

Dit document gebruikt de volgende terminologie en conventies.

Term of conventie

Verwijst naar

 

 

Aero

EX Print Server (in illustraties en voorbeelden)

 

 

EX Print Server

Xerox EX Print Server, Powered by Fiery voor de Xerox Color 1000

 

Press

 

 

Mac OS

Apple Mac OS X

 

 

Pers

Xerox Color 1000 Press

 

 

Titels in cursief

Andere documenten in dit pakket

 

 

Windows

Microsoft Windows XP, Windows Vista,

 

Windows Server 2003/2008, Windows 7

 

 

 

Onderwerpen waarvoor aanvullende informatie beschikbaar is door

 

de Help te openen in de software

 

 

 

Tips en informatie

 

 

 

 

INLEIDING

8

 

 

 

 

Term of conventie

Verwijst naar

 

 

 

 

 

Een waarschuwing met betrekking tot handelingen die kunnen leiden

 

 

tot de dood of zwaar lichamelijk letsel indien deze niet juist worden

 

 

uitgevoerd. Let altijd op deze waarschuwingen voor een veilig gebruik

 

 

 

 

van de apparatuur.

 

 

 

 

 

Een waarschuwing met betrekking tot handelingen die kunnen leiden

 

 

tot lichamelijk letsel indien deze niet juist worden uitgevoerd.

 

 

Let altijd op deze waarschuwingen voor een veilig gebruik van de

 

 

 

 

apparatuur.

 

 

 

 

 

Vereisten en beperkingen met betrekking tot handelingen. Lees deze

 

 

onderdelen altijd goed voor een juist gebruik van de apparatuur en om

 

 

beschadiging aan apparatuur of eigendommen te voorkomen.

 

 

 

 

 

Over dit document

Dit document behandelt de volgende onderwerpen:

Netwerkconnectoren op de EX Print Server

Specifieke informatie voor de EX Print Server voor het installeren van netwerkservers

OPMERKING: Raadpleeg de documentatie van uw netwerk voor meer informatie over netwerkservers.

Beveiliging van het systeem met niveaus en wachtwoorden

De EX Print Server instellen vanaf een netwerkcomputer of Fiery Advanced Controller Interface

De EX Print Server zo instellen dat gebruikers toegang hebben tot WebTools

De EX Print Server beheren

Problemen oplossen

Op pagina 30 wordt een overzicht gegeven van beheerdersfuncties die in andere documentatie worden beschreven.

 

 

INLEIDING

9

 

 

 

 

Batterij-informatie voor de Europese Unie en het Europees Milieuagentschap

Dit symbool geeft aan dat de batterijen en accu’s die in dit product worden gebruikt, gescheiden van uw huishoudelijk afval moeten worden weggeworpen in overeenstemming met EU-richtlijn 2006/66/EG (“Richtlijn”) en lokale vereisten.

Als onder het getoonde symbool een chemisch symbool is afgedrukt, in overeenstemming met de Richtlijn, geeft dit aan dat in deze batterij of accu een zwaar metaal (Hg = kwik, Cd = cadmium, Pb = lood) aanwezig is met een concentratie boven een bepaalde drempel die in de Richtlijn wordt vermeld.

Batterijen en accu’s mogen niet als ongesorteerd stedelijk afval worden weggegooid. Gebruikers van batterijen en accu’s moeten gebruik maken van de beschikbare inzamelingsen recyclingsystemen voor batterijen en accu’s.

Als uw product niet-verwijderbare batterijen bevat, valt het gehele product al onder de EU-richtlijn voor AEEA (afgedankte elektrische en elektronische apparatuur) en moet dit worden ingeleverd bij een van de bevoegde inzamelingssystemen voor AEEA. Bij het inzamelingssysteem worden passende maatregelen genomen voor de recycling en verwerking van het product, met inbegrip van de batterijen.

Deelname van eindgebruikers aan de inzameling en recycling van batterijen en accu’s is van belang om elke mogelijke invloed van in batterijen en accu’s gebruikte stoffen op het milieu en de menselijke gezondheid tot een minimum te beperken.

In de EU zijn er gescheiden inzamelingsen recyclingsystemen voor batterijen en accu’s. Als u meer wilt weten over beschikbare recyclingsystemen voor batterijen en accu’s in uw omgeving, neemt u dan contact op met uw lokale gemeente, afvalbeheer of afvalverwerkingsbedrijf.

 

 

AANSLUITEN OP HET NETWERK

10

 

 

 

 

AANSLUITEN OP HET NETWERK

Dit hoofdstuk beschrijft de fasen van de installatie van de EX Print Server.

EX Print Server op het netwerk

Wanneer de EX Print Server is aangesloten op een netwerk, werkt deze als een netwerkprinter. De EX Print Server ondersteunt de volgende netwerkprotocollen (regels waarmee computers op een netwerk met elkaar kunnen communiceren):

AppleTalk, Bonjour

TCP/IP, met inbegrip van de protocollen BOOTP, DHCP, FTP, HTTP, IMAP, IPP, IPv4, IPv6, LDAP, LPD, NBT, POP3, Port 9100, SMB, SMTP, SNMP, SNTP en SSL/TLS

Deze protocollen kunnen tegelijkertijd op dezelfde kabel worden gebruikt. Computers die andere protocollen gebruiken, kunnen afdrukken via een server die een van de ondersteunde protocollen gebruikt. De EX Print Server herkent de protocollen automatisch en behandelt alle verbindingen tegelijkertijd.

 

 

AANSLUITEN OP HET NETWERK

11

 

 

 

 

Fasen van de installatie op het netwerk

De installatie kan worden uitgevoerd door een netwerkof afdrukbeheerder. Bij een succesvolle installatie doorloopt u de volgende fasen:

1De netwerkomgeving configureren

Configureer de netwerkservers om de gebruikers toegang te geven tot de EX Print Server als een netwerkprinter. Raadpleeg pagina 13 voor informatie over het configureren van netwerkservers in Windowsen UNIX-netwerkomgevingen wanneer deze specifiek betrekking hebben op de EX Print Server. Raadpleeg de documentatie bij uw netwerk voor meer informatie over het gebruik van uw netwerk.

2De EX Print Server fysiek aansluiten op een functionerend netwerk

Maak een netwerkknooppunt voor de EX Print Server. Zorg voor een kabel en leid deze naar de plaats waar de EX Print Server wordt geïnstalleerd, en sluit de kabel aan op de netwerkaansluiting van de EX Print Server. Raadpleeg pagina 21 voor meer informatie.

3De EX Print Server instellen

Configureer de EX Print Server voor uw afdruken netwerkomgeving (zie pagina 15).

4Gebruikerscomputers voorbereiden op het afdrukken

Installeer de bestanden die nodig zijn om af te drukken, installeer gebruikerssoftware

en verbind de gebruikerscomputers met het netwerk. De installatie van de software wordt beschreven in Afdrukken.

5De EX Print Server beheren

Controleer en onderhoud de systeemprestaties en los mogelijke problemen op (raadpleeg “De EX Print Server beheren” op pagina 30).

 

 

AANSLUITEN OP HET NETWERK

12

 

 

 

 

Samenvatting van de netwerkinstallatie van de EX Print Server

Netwerkserver configureren

Configureer de netwerkserver voor EX Print Serverafdrukwachtrijen en EX Print Server-gebruikers.

Netwerkserver

Aansluiten

Maak een netwerkknooppunt klaar. Sluit de EX Print

Server aan op het netwerk.

EX Print Server

EX Print Server Instelling

Configureer standaardinstellingen voor de opties in de instellingenmenu’s.

Clientcomputers instellen

Op computers waarop gebruikers afdrukken naar de EX Print Server:

• Installeer de juiste printerbestanden en maak verbinding met een of meer afdrukverbindingen.

• Installeer hulpprogramma’s en een internetbrowser op de computers waar de gebruikers deze zullen gebruiken.

• Controleer de EX Print Server in de lijst met printers.

EX Print Server beschikbaar op het netwerk

 

 

AANSLUITEN OP HET NETWERK

13

 

 

 

 

Vereisten voor Instelling van de netwerkserver

Dit gedeelte bevat basisinformatie over de configuratie van de EX Print Server en het gebruik ervan op het netwerk. Het geeft geen uitleg over de algemene netwerkfuncties voor afdrukken. Het beperkt zich tot informatie die specifiek is voor de EX Print Server. De juiste instelling van de netwerkomgeving vereist de aanwezigheid en de actieve medewerking van de netwerkbeheerder. Gedetailleerde instructies voor de configuratie van netwerken vallen buiten het bestek van dit document. Raadpleeg de documentatie bij uw netwerk voor meer informatie.

Configureer het netwerk en de servers en zorg dat er een actieve netwerkverbinding is voordat u netwerkinstellingen in Instelling configureert. Dit geeft de EX Print Server de mogelijkheid om op het netwerk naar zones, servers en wachtrijen op servers te zoeken.

Telkens als u de configuratie van de EX Print Server, de pers of het netwerk op uw locatie verandert, moet u de instellingen aanpassen aan de gewijzigde omgeving. Voor het wijzigen van netwerkof poortinstellingen kan het nodig zijn dat u ook andere opties in

Instelling wijzigt.

Windows-netwerken

De EX Print Server heeft een geldig IP-adres, subnetmasker en adres van de gateway nodig.

U kunt deze gegevens handmatig invoeren of het DHCPof het BOOTP-protocol gebruiken om de adressen dynamisch toe te wijzen. Zorg dat de naam en het adres van de EX Print Server zijn opgenomen in een DNS-database (Domain Name Server) of een database met hostnamen die door uw systeem wordt gebruikt.

Als er meerdere EX Print Server-afdrukverbindingen worden gepubliceerd (bijvoorbeeld zowel de afdrukwachtrij als de blokkeringswachtrij), kunt u een printer definiëren voor elke afdrukverbinding, zodat de gebruikers direct naar elke verbinding kunnen afdrukken.

Configureer de EX Print Server met de juiste Windows-domeinnaam.

Dit is vooral belangrijk voor Windows-afdrukken, ook wel SMB-afdrukken genoemd.

Om Microsoft Active Directory te gebruiken, moet u de EX Print Server aan een domein toewijzen. Als u de EX Print Server aan een werkgroep toewijst, kunt u Active Directory niet gebruiken.

AppleTalk-netwerken

AppleShare-servers hebben geen speciale configuratie nodig.

U moet Bonjour in Instelling inschakelen om Mac OS X-computers toegang te geven tot Bonjour-printers.

 

 

AANSLUITEN OP HET NETWERK

14

 

 

 

 

UNIX-netwerken

Wanneer u een UNIX-werkstation configureert met het LPR-protocol en verbinding maakt met de EX Print Server via een TCP/IP-netwerk, kunt u rechtstreeks afdrukken naar

de EX Print Server.

UNIX-werkstations kunnen alleen worden ingesteld door een beheerder met rechten op het ‘root’-niveau. Na de eerste configuratie kunnen UNIX-gebruikers afdruktaken verzenden naar een benoemde printer.

De EX Print Server is een printercontroller die ondersteuning biedt voor LPR-protocollen.

De EX Print Server heeft een externe printernaam die u moet gebruiken om ermee te kunnen communiceren.

Ongeacht het UNIX-systeem dat u gebruikt, moet u tijdens de configuratie van het netwerk voor de EX Print Server een van de volgende namen gebruiken voor de externe printer

(of het bestand rp/etc/printcap):

print hold direct

naam van virtuele printer

Computers in een TCP/IP-netwerk kunnen rechtstreeks naar de EX Print Server afdrukken als een externe printer, of kunnen afdrukken naar Windows 2000/Server 2003/Server 2008of UNIX-werkstations die als afdrukserver zijn ingesteld.

 

 

INSTELLING VAN DE EX PRINT SERVER VOORBEREIDEN

15

 

 

 

 

INSTELLING VAN DE EX PRINT SERVER VOORBEREIDEN

Als voorbereiding op het afdrukken op uw locatie moet u de EX Print Server configureren (“Instelling”) om de netwerkomgeving op te geven en te bepalen welke soorten afdruktaken u zult uitvoeren. Voordat u met de instelling begint, moet u beslissen welke toegangsniveaus u wilt implementeren, zoals wachtwoorden en andere beveiligingsfuncties van de EX Print Server. Omdat veel van deze beveiligingsfuncties aan elkaar gekoppeld zijn, moet u de informatie in dit hoofdstuk aandachtig lezen om een doeltreffend beveiligingssysteem

te plannen en de instelling vervolgens in die zin uitvoeren.

Toegangsen beheerniveaus

Tijdens het configureren van de EX Print Server in Instelling implementeert u een bepaald beheerniveau door de volgende elementen te configureren:

Gebruikers en groepen

Afdrukverbindingen

Toegang tot WebTools

Gebruikers en groepen

U kunt Configure gebruiken om gebruikers te maken, wachtwoorden toe te wijzen aan gebruikers, groepen met specifieke privileges te maken en gebruikers aan groepen toe te wijzen. Verscheidene groepen zijn standaard ingesteld en u kunt nieuwe groepen maken. Alle gebruikers in een groep hebben dezelfde rechten.

U kunt niet alleen de gebruikers die u hebt aangemaakt toewijzen aan een groep, maar ook gebruikers toevoegen uit de algemene adreslijst van uw organisatie, indien u LDAP services op de EX Print Server hebt ingeschakeld.

Het volgende onderwerp is een overzicht dat is ontwikkeld om u te helpen een beveiligingsstrategie voor te bereiden. Raadpleeg de Help van Configure voor meer informatie, inclusief specifieke procedures.

U kunt gedetailleerde informatie weergeven over gebruikers en groepen die u hebt gemaakt vanuit Configure in Command WorkStation. Raadpleeg de Help van Command WorkStation voor meer informatie.

 

 

INSTELLING VAN DE EX PRINT SERVER VOORBEREIDEN

16

 

 

 

 

Gebruikersauthenticatie

De term “gebruikersauthenticatie” betekent dat de EX Print Server controleert of de gebruiker die een taak verzendt, bij een groep hoort en of de groep afdrukprivileges heeft (“Afdrukken in zwart-wit” of “Afdrukken in kleur en zwart-wit”).

De EX Print Server verplicht standaard geen gebruikersauthenticatie. Zelfs als u wachtwoorden toewijst aan gebruikers en gebruikers toewijst aan groepen, wordt geen authenticatie uitgevoerd tenzij u de optie Gebruikers toestaan af te drukken zonder authenticatie uitschakelt (in Configure > Gebruikers en groepen). Als deze optie is geselecteerd, kan iedereen afdrukken naar de EX Print Server.

Als u wilt dat gebruikers hun gebruikersnaam en wachtwoord invoeren (als u de optie Gebruikers toestaan af te drukken zonder authenticatie hebt uitgeschakeld), moet de gebruikers deze informatie invoeren in het printerstuurprogramma wanneer deze afdrukken. Gebruikers moeten hun gebruikersnaam en wachtwoord opgeven als deze bestanden maken vanaf het printerstuurprogramma om deze later af te drukken (zoals een e-mailbijlage die zal worden verzonden naar de EX Print Server).

Omdat taken die via FTP worden verzonden, geen printerstuurprogramma vereisen, kunt u opgeven dat FTP-taken worden geverifieerd (raadpleeg Configure > Netwerk > Services > FTP >Wachtwoord vereisen voor afdrukken).

Wachtwoorden

Wanneer u een nieuwe gebruiker maakt in Configure > Gebruikers en groepen, wijst u een wachtwoord toe aan de gebruiker. In andere gebieden van het systeem kunt u ook wachtwoorden voor de volgende gebieden instellen.

Standaardbeheerder in de beheerdersgroep

Standaardoperator in de operatorgroep

OPMERKING: Het beheerderswachtwoord en het operatorwachtwoord staan los van het systeemwachtwoord van Windows.

Het beheerderswachtwoord is standaard ingesteld op de EX Print Server. Wijzig het beheerderswachtwoord regelmatig om de EX Print Server te beschermen tegen willekeurige of opzettelijke wijzigingen van de instellingen. Raadpleeg “Wachtwoorden instellen” op pagina 31 voor meer informatie.

Gebruikers in de beheerdersgroep en de operatorgroep hebben rechten naast de expliciete rechten die u instelt wanneer u groepen maakt. In de volgende secties vindt u voorbeelden van deze privileges.

Loading...
+ 37 hidden pages