Xerox EX Print Server, Powered by Fiery® voor de Xerox Color 1000 Press
Afdrukken
© 2010 Electronics for Imaging, Inc. De informatie in deze publicatie wordt beschermd volgens de Kennisgevingen voor dit product.
45089756
20 april 2010
|
|
INHOUD |
3 |
|
|
|
|
INHOUD
INLEIDING |
7 |
|
|
|
|
|
Terminologie en conventies |
7 |
|
|
|
|
Over dit document |
8 |
|
|
|
|
Gebruikerssoftware |
9 |
|
|
|
|
Systeemvereisten |
10 |
AFDRUKKEN UIT MAC OS X |
11 |
|
|
|
|
|
De printerstuurprogrammabestanden voor Mac OS X installeren |
11 |
|
Installatie vanaf de dvd met gebruikerssoftware |
12 |
|
Printerstuurprogramma’s downloaden met WebTools |
13 |
|
Printerstuurprogramma’s downloaden vanaf de EX Print Server |
14 |
|
Printerstuurprogrammabestanden verwijderen |
14 |
|
|
|
|
De EX Print Server instellen voor afdrukken |
16 |
|
Afdrukken met Mac OS X v10.5.x of v10.6.x instellen |
16 |
|
Afdrukken met Mac OS X v10.4.x instellen |
20 |
|
Afdrukken met Mac OS X v10.3.9 instellen |
24 |
|
Niet-Engelse printer toevoegen in Mac OS X v10.5 en v10.6 |
27 |
|
Installeerbare opties configureren |
27 |
|
Bureaubladprinter gebruiken (facultatief) |
27 |
|
|
|
|
Afdrukken vanaf Mac OS X-computers |
28 |
|
De EX Print Server selecteren in de lijst met printers |
29 |
|
Afdrukopties instellen en afdrukken vanuit Mac OS X-toepassingen |
31 |
|
Aangepaste paginaformaten definiëren en afdrukken |
39 |
|
De status van de pers controleren |
39 |
|
|
INHOUD |
4 |
|
|
|
|
AFDRUKKEN UIT WINDOWS |
40 |
|
|
|
|
|
Windows-printerstuurprogramma’s installeren |
40 |
|
Printerstuurprogramma’s installeren via Aanwijzen en afdrukken |
41 |
|
Printerstuurprogramma’s downloaden via WebTools |
43 |
|
Printerstuurprogramma’s downloaden vanaf de EX Print Server |
44 |
|
Printerstuurprogramma’s installeren vanaf de dvd met gebruikerssoftware |
45 |
|
Een virtuele printer installeren en een verbinding tot stand brengen |
48 |
|
Printerstuurprogramma’s verwijderen |
51 |
|
|
|
|
De EX Print Server instellen voor afdrukken |
52 |
|
Afdrukverbindingen instellen |
52 |
|
De SMB-afdrukverbinding voltooien |
52 |
|
Afdrukverbindingen via standaard-TCP/IP-poorten (RAW of LPR) voltooien |
53 |
|
IPP-verbindingen voltooien |
57 |
|
Installeerbare opties configureren |
60 |
|
|
|
|
Afdrukken vanaf Windows-computers |
61 |
|
Afdrukopties instellen en afdrukken vanuit Windows-toepassingen |
62 |
|
Standaardafdrukopties voor afdruktaken opgeven |
69 |
|
Het pictogram Snelle toegang aanpassen |
70 |
|
Aangepaste paginaformaten definiëren en afdrukken |
71 |
|
De status van de pers controleren |
71 |
|
Bestanden opslaan om op een externe locatie af te drukken |
71 |
AFDRUKMETHODEN |
72 |
|
|
|
|
|
Job Monitor configureren en gebruiken |
73 |
|
De verbinding configureren |
73 |
|
Job Monitor gebruiken |
73 |
|
|
|
|
E-mailservice |
74 |
|
Afdrukken via een e-mailclient |
74 |
|
Afdruktaken beheren met e-mailopdrachten |
76 |
|
|
|
|
Afdrukken vanaf een USB-apparaat |
77 |
|
|
|
|
FTP-afdrukken |
78 |
|
|
INHOUD |
5 |
|
|
|
|
Voorbeeldafdruk |
79 |
Voorbeeldafdruk gebruiken |
79 |
|
|
Taak-batch |
80 |
Batchtaken annuleren |
80 |
Opdrachten Volgende afdrukken en Direct afdrukken van Command WorkStation in |
|
combinatie met batchtaken |
80 |
Administratie van batchtaken |
81 |
|
|
Adobe PDF Print Engine (APPE) |
81 |
Afdrukken met APPE-workflow |
81 |
Meerdere bestanden afdrukken met APPE |
83 |
AFDRUKOPTIES |
85 |
|
|
|
|
|
Printerstuurprogramma’s en printerdefinitiebestanden |
85 |
|
|
|
|
Afdrukopties instellen |
86 |
|
Hiërarchie voor het vervangen van afdrukopties |
86 |
|
|
|
|
Afdrukopties en standaardinstellingen |
87 |
|
Opties van Taakinfo |
88 |
|
Opties van Media |
90 |
|
Opties van Opmaak |
93 |
|
Opties van Kleur |
97 |
|
Opties van Afbeelding |
102 |
|
Opties van Afwerking |
104 |
|
Opties van VDP (afdrukken met variabele gegevens) |
105 |
|
Opties van Stempel/Watermerk |
107 |
|
|
|
|
Instellingen voor afdrukopties vervangen |
107 |
|
|
INHOUD |
6 |
|
|
|
|
Aanvullende informatie |
109 |
Automatisch overvullen |
109 |
Booklet Maker |
109 |
Booklet Maker in het printerstuurprogramma |
111 |
Booklet Maker in Taakeigenschappen |
112 |
Optie Modus Doorzichtige droge inkt |
117 |
Collationeren |
118 |
Documentgrootte en papierformaat |
119 |
Dubbelzijdig afdrukken |
120 |
Vouwopties |
121 |
Combineren en afdrukken |
122 |
Beeldverschuiving |
123 |
Gemengde media |
124 |
Uitvoermethode |
126 |
Perforeerpositie en Perforeren |
127 |
Schaal |
128 |
Passend schalen |
128 |
Modus voor nietmachine |
129 |
Gebruikersauthenticatie |
130 |
INDEX |
131 |
|
|
INLEIDING |
7 |
|
|
|
|
INLEIDING
In dit document wordt beschreven hoe u de printerstuurprogramma’s en printerdefinitiebestanden voor de Xerox EX Print Server, Powered by Fiery voor de Xerox Color 1000 Press kunt installeren, de EX Print Server kunt instellen voor afdrukken en vanaf Apple Mac OSen Microsoft Windows-computers kunt afdrukken. Ook vindt u hierin informatie over de afdrukopties van de EX Print Server en worden verschillende afdrukmethoden beschreven die u kunt gebruiken om af te drukken naar de EX Print Server.
Raadpleeg Configuratie en instellingen voor meer informatie over het instellen van netwerkservers en -clients voor gebruik met de EX Print Server. Voor algemene informatie over het gebruik van de kleurenpers, uw computer, uw toepassingen of uw netwerk, raadpleegt u de documentatie bij deze producten.
Raadpleeg Welkom voor meer informatie over ondersteunde besturingssystemen en systeemvereisten.
Dit document gebruikt de volgende terminologie en conventies.
Term of conventie |
Verwijst naar |
|
|
Aero |
EX Print Server (in illustraties en voorbeelden) |
|
|
EX Print Server |
Xerox EX Print Server, Powered by Fiery voor de Xerox Color 1000 |
|
Press |
|
|
Mac OS |
Apple Mac OS X |
|
|
Pers |
Xerox Color 1000 Press |
|
|
Titels in cursief |
Andere documenten in dit pakket |
|
|
Windows |
Microsoft Windows XP, Windows Vista, |
|
Windows Server 2003/2008, Windows 7 |
|
|
|
Onderwerpen waarvoor aanvullende informatie beschikbaar is door |
|
de Help te openen in de software |
|
|
|
Tips en informatie |
|
|
|
|
INLEIDING |
8 |
|
|
|
|
Term of conventie |
Verwijst naar |
|
|
|
|
|
|
Een waarschuwing met betrekking tot handelingen die kunnen |
|
|
leiden tot de dood of zwaar lichamelijk letsel indien deze niet juist |
|
|
worden uitgevoerd. Let altijd op deze waarschuwingen voor een |
|
|
|
|
|
veilig gebruik van de apparatuur. |
|
|
|
|
|
Een waarschuwing met betrekking tot handelingen die kunnen |
|
|
leiden tot lichamelijk letsel indien deze niet juist worden |
|
|
uitgevoerd. Let altijd op deze waarschuwingen voor een veilig |
|
|
|
|
|
gebruik van de apparatuur. |
|
|
|
|
|
Vereisten en beperkingen met betrekking tot handelingen. Lees deze |
|
|
onderdelen altijd goed voor een juist gebruik van de apparatuur en |
|
|
om beschadiging aan apparatuur of eigendommen te voorkomen. |
|
|
|
|
|
|
Dit document behandelt de volgende onderwerpen:
•Printerbestanden installeren op Mac OS-computers
•De EX Print Server instellen voor afdrukken vanaf Mac OS-computers
•Afdrukken vanaf Mac OS-computers
•Printerbestanden installeren op Windows-computers
•Afdrukverbindingen instellen op Windows-computers
•Afdrukken vanaf Windows-computers
•Afdrukopties van de EX Print Server
•Andere afdrukmethoden gebruiken om af te drukken naar de EX Print Server
|
|
INLEIDING |
9 |
|
|
|
|
De volgende tabel vermeldt de gebruikerssoftware die wordt beschreven in dit document. Dit is de gebruikerssoftware die u nodig hebt om de basisvoorzieningen in te stellen voor het afdrukken op de EX Print Server. In andere documenten kan andere gebruikerssoftware worden beschreven, afhankelijk van wat u wilt doen.
Gebruikerssoftware |
Beschrijving |
|
|
PostScript- |
Bestanden die informatie over de EX Print Server en uw specifieke |
printerdefinitiebestand (PPD) |
model pers leveren aan uw toepassing en printerstuurprogramma. |
en bijbehorende bestanden |
|
(voor Windows) |
|
PostScript-printerdefinitie- bestanden (PPD/Plug-in) (voor Mac OS X)
Bestanden die worden gebruikt met het PostScriptprinterstuurprogramma, zodat de EX Print Server wordt weergegeven in de dialoogvensters Afdrukken en Pagina-instelling van veelgebruikte toepassingen. De PPD-bestanden van
de EX Print Server geven informatie over de pers aan uw toepassing en printerstuurprogramma.
PageMaker PPD-bestanden |
Bestanden waarmee u kunt afdrukken op de EX Print Server vanuit |
|
Adobe PageMaker. U moet het gepaste PPD in PageMaker |
|
installeren. Raadpleeg de documentatie van PageMaker |
|
voor instructies. |
|
|
PostScript-schermlettertypen |
PostScript/TrueType-schermlettertypen die overeenkomen met de |
(voor Mac OS X) |
printerlettertypen die zijn geïnstalleerd op de EX Print Server. |
|
Druk een lettertypenlijst af voor een compleet overzicht van de |
|
PostScript-/TrueType-lettertypen die op de EX Print Server zijn |
|
geïnstalleerd. |
|
Raadpleeg de Help van Command WorkStation voor meer |
|
informatie. |
|
|
Job Monitor |
Hiermee kunt u de status controleren van aangesloten EX Print |
(voor Windows) |
Servers en van de afdruktaken die hiernaar worden verzonden. |
|
Job Monitor wordt automatisch geïnstalleerd wanneer het |
|
printerstuurprogramma op een Windows-computer wordt |
|
geïnstalleerd. |
|
Raadpleeg “Job Monitor configureren en gebruiken” op pagina 73 |
|
voor meer informatie. |
|
|
Printer Delete Utility |
Hiermee kunt u het Windows-printerstuurprogramma verwijderen. |
(voor Windows) |
Raadpleeg “Printerstuurprogramma’s verwijderen” op pagina 51 |
|
|
|
voor meer informatie. |
|
|
Hulpprogramma Fiery |
Hiermee kunt u de Mac OS X-printer en bijbehorende |
Software Uninstaller |
printerstuurprogrammabestanden verwijderen. |
(voor Mac OS X) |
Raadpleeg “Printerstuurprogrammabestanden verwijderen” op |
|
|
|
pagina 14 voor meer informatie. |
|
|
Wanneer u gebruikerssoftware installeert op een Windows-computer, gebruikt u de Fiery User Software Installer.
|
|
INLEIDING |
10 |
|
|
|
|
Raadpleeg Welkom voor meer informatie over ondersteunde besturingssystemen en systeemvereisten.
|
|
AFDRUKKEN UIT MAC OS X |
11 |
|
|
|
|
AFDRUKKEN UIT MAC OS X
Als u de EX Print Server wilt instellen als een PostScript-printer op een Mac OS X-computer, moet u de printerstuurprogrammabestanden installeren die overeenkomen met uw pers en de EX Print Server instellen voor afdrukken. Printerstuurprogramma’s zijn een manier om informatie over afdruktaken door te geven tussen uw toepassingen, de EX Print Server en
de pers.
Raadpleeg de volgende tabel voor de locatie van beide procedures.
Procedure |
Raadpleeg |
|
|
De printerbestanden voor Mac OS X installeren |
pagina 11 |
|
|
De EX Print Server instellen voor afdrukken |
pagina 16 |
|
|
Afdrukken vanaf Mac OS X-computers |
pagina 28 |
|
|
De printerstuurprogrammabestanden voor Mac OS X staan op de dvd met gebruikerssoftware of kunnen worden gedownload vanaf de EX Print Server via het netwerk of met WebTools. In de volgende secties wordt beschreven hoe u de printerbestanden voor de EX Print Server kunt installeren.
U kunt printerstuurprogramma’s als volgt installeren:
•Vanuit de dvd met gebruikerssoftware
•Via het tabblad Downloads in WebTools, om de printerstuurprogrammabestanden te downloaden voordat u het printerstuurprogramma installeert.
OPMERKING: WebTools is beschikbaar als de beheerder internettoegang voor de EX Print Server heeft ingeschakeld.
•Vanaf de EX Print Server, door de printerstuurprogrammabestanden te downloaden via het netwerk voordat u het printerstuurprogramma installeert.
|
|
AFDRUKKEN UIT MAC OS X |
12 |
|
|
|
|
Raadpleeg de volgende tabel voor de locatie van beide procedures.
Procedure |
Raadpleeg |
|
|
Printerstuurprogramma’s installeren vanaf de dvd met gebruikerssoftware |
pagina 12 |
|
|
Printerstuurprogramma’s downloaden met WebTools |
pagina 13 |
|
|
Printerstuurprogramma’s downloaden vanaf de EX Print Server |
pagina 14 |
|
|
Printerstuurprogrammabestanden verwijderen |
pagina 14 |
|
|
De dvd met gebruikerssoftware bevat de volgende software voor Mac OS X (raadpleeg de map OSX : Printerstuurprogramma):
•OSX Installer: hiermee worden de printerstuurprogrammabestanden geïnstalleerd die zijn vereist om af te drukken vanuit Mac OS X.
•Taalmappen: printerdefinitiebestanden die door OSX Installer worden geïnstalleerd. U hoeft deze mappen niet te openen of handmatig op uw computer te installeren. De passende bestanden worden door OSX Installer geïnstalleerd.
DE PRINTERSTUURPROGRAMMABESTANDEN VOOR MAC OS X INSTALLEREN
1Sluit alle geopende toepassingen af.
2Mac OS X v10.3.9 en v10.4.x: controleer of Printerconfiguratie niet actief is op uw computer.
Wanneer Printerconfiguratie wordt gestart, wordt de lijst van beschikbare printers bijgewerkt. Als een printerdefinitiebestand wordt toegevoegd terwijl Printerconfiguratie actief is,
moet u eerst opnieuw opstarten voordat u het bijbehorende printermodel kunt selecteren.
Mac OS X v10.5.x en v10.6.x: ga naar stap 3.
3Plaats de dvd met gebruikerssoftware in het dvd-station.
4Open de map OSX : Printer Driver (Printerstuurprogramma) op de dvd met gebruikerssoftware.
Als u de installatie uitvoert vanuit een map die u hebt gedownload via WebTools of de EX Print Server, bladert u naar de map Printer Driver (Printerstuurprogramma) op uw bureaublad.
5Dubbelklik op het pictogram van OSX Installer om te beginnen met het installeren van het printerstuurprogramma.
6Volg de instructies op het scherm.
OSX Installer installeert de printerdefinitiebestanden voor de EX Print Server.
7Wanneer het kopiëren is voltooid, klikt u op Afsluiten.
|
|
AFDRUKKEN UIT MAC OS X |
13 |
|
|
|
|
Met WebTools kunt u installatieprogramma’s voor printerstuurprogramma’s rechtstreeks van de EX Print Server downloaden naar uw computer.
Voordat u de printerstuurprogrammabestanden kunt downloaden, moet u internettoegang tot de EX Print Server inschakelen.
Raadpleeg Hulpprogramma’s voor meer informatie over WebTools.
PRINTERSTUURPROGRAMMA’S DOWNLOADEN MET WEBTOOLS
1Start uw internetof intranetbrowser en typ de DNS-naam of het IP-adres van de EX Print Server.
2Klik op het tabblad Downloads.
3Klik op de koppeling voor de printerstuurprogramma’s die u wilt installeren (Printer Files for Mac OS X).
Een bestand met de naam OSX.dmg wordt gedownload naar het bureaublad. Het bestand bevat een map met de naam Printer Driver (Printerstuurprogramma) in een gecomprimeerde indeling. Als uw internetbrowser is uitgerust met een uitpakprogramma, zoals StuffIt Expander, wordt de map automatisch gedecodeerd en uitgepakt.
Als de map Printer Driver (Printerstuurprogramma) niet automatisch wordt gedecodeerd en uitgepakt, dubbelklikt u op het bestand om het hulpprogramma te starten dat bestanden kan decoderen en uitpakken.
4Open de map OSX : Printer Driver.
5Dubbelklik op het pictogram van OSX Installer om te beginnen met het installeren van het printerstuurprogramma.
Volg de instructies op het scherm.
Raadpleeg pagina 12 voor instructies voor de installatie van het printerstuurprogramma voor Mac OS X.
|
|
AFDRUKKEN UIT MAC OS X |
14 |
|
|
|
|
U kunt printerstuurprogrammabestanden rechtstreeks downloaden vanaf de EX Print Server naar uw computer via het netwerk.
PRINTERSTUURPROGRAMMABESTANDEN DOWNLOADEN VANAF DE EX PRINT SERVER
1Kies Verbinden met server in het menu Ga in de Finder.
2Typ SMB:// gevolgd door de naam of het IP-adres van de EX Print Server en klik op Verbind.
Neem contact op met de beheerder als u de EX Print Server niet kunt vinden.
3Typ de gebruikersnaam en het wachtwoord in het dialoogvenster SMB/CIFSidentiteitscontrole.
U kunt de gastaccount gebruiken als standaard. Voor de gastaccount is geen wachtwoord vereist. Als de gastaccount niet kan worden gebruikt, vraagt u de netwerkbeheerder om een account.
4Selecteer de map Mac_User_SW in de lijst met gedeelde volumes en klik op OK.
5Open de map OSX : Printer Driver (Printerstuurprogramma).
6Dubbelklik op het pictogram van OSX Installer om te beginnen met het installeren van het printerstuurprogramma.
Volg de instructies op het scherm.
Raadpleeg pagina 12 voor instructies voor de installatie van het printerstuurprogramma voor Mac OS X.
Het hulpprogramma Fiery Software Uninstaller wordt lokaal geïnstalleerd en gebruikt. Het is niet nodig verbinding te maken met de EX Print Server voordat u de software gaat gebruiken.
Fiery Software Uninstaller is beschikbaar vanuit de map OSX van de dvd met gebruikerssoftware. U kunt het hulpprogramma ook rechtstreeks van de EX Print Server downloaden naar uw computer via het netwerk.
|
|
AFDRUKKEN UIT MAC OS X |
15 |
|
|
|
|
HET HULPPROGRAMMA FIERY SOFTWARE UNINSTALLER INSTALLEREN EN GEBRUIKEN
1Kopieer het bestand Fiery Software Uninstaller.dmg naar het bureaublad vanaf de dvd met gebruikerssoftware of vanuit de map Mac_User_SW van de lijst met gedeelde volumes op de EX Print Server.
2Dubbelklik op het bestand Fiery Software Uninstaller.dmg op het bureaublad.
Fiery Software Uninstaller wordt geopend in de Finder, waar het pictogram Fiery Software Uninstaller wordt weergegeven en een pijl die wijst naar een koppeling naar de
map Programma’s.
3Selecteer het pictogram Fiery Software Uninstaller aan de linkerzijde en sleep dit naar de map Programma’s om het hulpprogramma te installeren.
4Blader naar de map Programma’s en dubbelklik op het pictogram Fiery Software Uninstaller.
5Klik op het tabblad Printers als dit nog niet is geselecteerd.
6Selecteer een printer in de lijst Geïnstalleerde printers en voer een van de volgende stappen uit:
•Klik op Printer en stuurprogramma verwijderen om de printer samen met de bijbehorende printerstuurprogrammabestanden te verwijderen.
Als u de printer en het bijbehorende printerstuurprogramma wilt verwijderen, kunt u slechts één printer tegelijk selecteren.
•Klik op Printer verwijderen om alleen de printer uit de lijst Geïnstalleerde printers te verwijderen, maar het printerstuurprogramma geïnstalleerd te laten.
Met het hulpprogramma kunnen alleen printers worden verwijderd die niet momenteel in gebruik zijn of zijn geopend in het Dock.
OPMERKING: Als meerdere printers gebruikmaken van hetzelfde printerstuurprogramma, worden met het verwijderen van het printerstuurprogramma ook alle printers verwijderd die dit stuurprogramma gebruiken.
7Typ uw wachtwoord in het dialoogvenster en klik op OK om te bevestigen dat u de printer wilt verwijderen.
8Klik op het tabblad Besturingsbestanden om de geïnstalleerde printerstuurprogramma’s te bekijken.
9Sluit het dialoogvenster Fiery Software Uninstaller.
HET HULPPROGRAMMA FIERY SOFTWARE UNINSTALLER VERWIJDEREN
• Verwijder het pictogram Fiery Software Uninstaller uit de map Programma’s in Mac OS X.
|
|
AFDRUKKEN UIT MAC OS X |
16 |
|
|
|
|
In de volgende sectie wordt beschreven hoe u de EX Print Server instelt op een Mac OS X- computer.
OPMERKING: De stappen voor het instellen van de EX Print Server op een computer
met Mac OS X v10.6.x, Mac OS X v10.5.x, Mac OS X v10.4.x en Mac OS X v10.3.9 zijn verschillend. Bij verschillen wordt dit aangegeven in de onderstaande secties.
Raadpleeg de volgende tabel voor de locatie van beide procedures.
Procedure |
Raadpleeg |
|
|
Afdrukken met Mac OS X v10.5.x of v10.6.x instellen |
pagina 16 |
|
|
Afdrukken met Mac OS X v10.4.x instellen |
pagina 20 |
|
|
Afdrukken met Mac OS X v10.3.9 instellen |
pagina 24 |
|
|
Installeerbare opties configureren |
pagina 27 |
|
|
Bureaubladprinter gebruiken (facultatief) |
pagina 27 |
|
|
Afdrukken met Mac OS X v10.5.x of v10.6.x instellen
Met de volgende procedures stelt u de EX Print Server in op een computer met Mac OS X v10.5.x of v10.6.x.
DE EX PRINT SERVER INSTELLEN VANUIT HET DIALOOGVENSTER VOOR AFDRUKKEN
1Open een bestand in uw toepassing.
2Kies Druk af in het menu Archief.
Het dialoogvenster voor afdrukken wordt weergegeven.
3Selecteer Printer toevoegen in de lijst met printers.
Selecteer een printerverbinding in het dialoogvenster dat wordt weergegeven. Gebruik een van de printerverbindingen in de onderstaande tabel om een printer toe te voegen.
|
|
AFDRUKKEN UIT MAC OS X |
17 |
|
|
|
|
DE EX PRINT SERVER INSTELLEN VIA AFDRUKKEN EN FAXEN
1Kies Systeemvoorkeuren in het Apple-menu en kies vervolgens Afdrukken en faxen.
Het dialoogvenster Afdrukken en faxen wordt weergegeven.
2Klik op de knop “+” om een printer toe te voegen.
Selecteer een printerverbinding in het dialoogvenster dat wordt weergegeven. Gebruik een van de volgende verbindingen om een printer toe te voegen.
Afdrukverbinding |
Raadpleeg |
|
|
Standaard (Bonjour of AppleTalk) |
pagina 17 |
|
|
IP-printer |
pagina 18 |
|
|
AppleTalk |
pagina 19 |
EEN PRINTER TOEVOEGEN MET DE VERBINDING STANDAARD (BONJOUR OF APPLETALK)
1Klik op het pictogram Standaard in het dialoogvenster.
Het deelvenster Standaard wordt weergegeven.
De namen van printers met standaardverbindingen worden vermeld. De virtuele printers die op de EX Print Server zijn geconfigureerd, worden ook vermeld.
OPMERKING: De namen van de virtuele printers worden in de lijst met printernamen weergegeven als <printernaam : virtuele printer naam>.
2Selecteer de EX Print Server in de lijst.
De informatie over de geselecteerde printer wordt onder in het deelvenster Standaard weergegeven. Het juiste PPD-bestand voor de EX Print Server wordt automatisch geselecteerd.
|
|
AFDRUKKEN UIT MAC OS X |
18 |
|
|
|
|
3Klik op Voeg toe.
AppleTalk: de naam van de EX Print Server wordt weergegeven in de lijst met printers van het dialoogvenster Afdrukken en faxen.
Bonjour: het deelvenster Uitbreidingsmogelijkheden van het dialoogvenster Afdrukken en faxen wordt weergegeven. Klik op Ga door om terug te keren naar het dialoogvenster Afdrukken en faxen. De naam van de EX Print Server wordt weergegeven in de lijst
met printers.
4Selecteer de EX Print Server in de lijst met printers.
5Klik op Opties en toebehoren en klik vervolgens op het tabblad Besturingsbestand.
6Geef de instellingen voor installeerbare opties op en klik op OK.
EEN PRINTER TOEVOEGEN MET DE VERBINDING IP-PRINTER
1Klik op het pictogram IP in het dialoogvenster.
Het deelvenster IP wordt weergegeven.
2LPD-afdrukken: selecteer Line Printer Daemon - LPD in de lijst Protocol, typ het IP-adres of de DNS-naam van de EX Print Server in het veld Adres en typ vervolgens de afdrukverbinding (print, hold of direct) in het veld Wachtrij. Ga naar stap 4.
IP-afdrukken: selecteer Internet Printing Protocol - IPP in de lijst Protocol en typ het IP-adres of de DNS-naam van de EX Print Server in het veld Adres. Ga naar stap 3.
Het IP-adres of de DNS-naam worden weergegeven in het veld Naam.
3Typ ipp/ gevolgd door de afdrukverbinding (print, hold, direct of de naam van de virtuele printer) in het veld Wachtrij. Gebruik alleen kleine letters.
OPMERKING: De EX Print Server heeft een naam voor de wachtrij nodig. Laat het veld Wachtrij niet leeg.
|
|
AFDRUKKEN UIT MAC OS X |
19 |
|
|
|
|
4Voor Mac OS X v10.5.x: kies Selecteer besturingsbestand in de lijst bij Druk af via. Voor Mac OS X v10.6.x: kies Selecteer printersoftware in de lijst bij Druk af via.
5Typ Xerox in het zoekfilter om de zoekopdracht te verfijnen en selecteer vervolgens het PPD-bestand in de lijst.
6Klik op Voeg toe.
Het deelvenster Uitbreidingsmogelijkheden van het dialoogvenster Afdrukken en faxen wordt weergegeven.
7Klik op Ga door.
De EX Print Server en het bijbehorende IP-adres worden weergegeven in de lijst met printers.
8Selecteer de EX Print Server in de lijst met printers.
9Klik op Opties en toebehoren en klik vervolgens op het tabblad Besturingsbestand.
10Geef de instellingen voor installeerbare opties op en klik op OK.
Raadpleeg de Help van het printerstuurprogramma voor meer informatie over het configureren van installeerbare opties.
EEN PRINTER TOEVOEGEN MET DE APPLETALK-VERBINDING
OPMERKING: Gebruik deze procedure als de EX Print Server zich in een andere AppleTalkzone bevindt dan uw computer. Als de EX Print Server zich in dezelfde AppleTalk-zone bevindt, wordt deze weergegeven als standaardverbinding volgens de procedure op pagina 17.
1Klik op het pictogram AppleTalk in het dialoogvenster.
Het deelvenster AppleTalk wordt weergegeven.
|
|
AFDRUKKEN UIT MAC OS X |
20 |
|
|
|
|
2Selecteer in de lijst de AppleTalk-zone voor de EX Print Server.
De AppleTalk-printers in de opgegeven zone worden vermeld. De virtuele printers die op de EX Print Server zijn geconfigureerd, worden ook vermeld.
OPMERKING: De namen van de virtuele printers worden in de lijst Naam weergegeven als <printernaam : virtuele printer naam>.
3Selecteer de naam van de EX Print Server in de lijst met printers en klik op Voeg toe.
De naam van de EX Print Server wordt weergegeven in de lijst met printers van het dialoogvenster Afdrukken en faxen.
4Selecteer de EX Print Server in de lijst met printers.
5Klik op Opties en toebehoren en klik vervolgens op het tabblad Besturingsbestand.
6Geef de instellingen voor installeerbare opties op en klik op OK.
Met de volgende procedures stelt u de EX Print Server in op een computer met Mac OS X v10.4.x.
DE EX PRINT SERVER INSTELLEN VANUIT HET DIALOOGVENSTER VOOR AFDRUKKEN
1Open een bestand in uw toepassing.
2Kies Druk af in het menu Archief.
Het dialoogvenster voor afdrukken wordt weergegeven.
3Selecteer Printer toevoegen in de lijst met printers.
Selecteer een printerverbinding in het dialoogvenster dat wordt weergegeven. Gebruik een van de printerverbindingen in de onderstaande tabel om een printer toe te voegen.
DE EX PRINT SERVER INSTELLEN VIA PRINTERCONFIGURATIE
1Kies Hulpprogramma’s in het menu Ga in de Finder.
2Start Printerconfiguratie.
Het dialoogvenster Printerlijst wordt weergegeven.
3Klik op Voeg toe.
Selecteer een printerverbinding in het dialoogvenster dat wordt weergegeven. Gebruik een van de printerverbindingen in de onderstaande tabel om een printer toe te voegen.
|
|
AFDRUKKEN UIT MAC OS X |
21 |
|
|
|
|
DE EX PRINT SERVER INSTELLEN VIA AFDRUKKEN EN FAXEN
1Kies Systeemvoorkeuren in het Apple-menu en kies vervolgens Afdrukken en faxen.
Het dialoogvenster Afdrukken en faxen wordt weergegeven.
2Klik op de knop “+” om een printer toe te voegen.
Selecteer een printerverbinding in het dialoogvenster dat wordt weergegeven. Gebruik een van de volgende verbindingen om een printer toe te voegen.
Afdrukverbinding |
Raadpleeg |
|
|
Standaardkiezer (Bonjour of AppleTalk) |
pagina 21 |
|
|
IP-printer |
pagina 22 |
|
|
AppleTalk |
pagina 23 |
EEN PRINTER TOEVOEGEN MET DE VERBINDING STANDAARDKIEZER (BONJOUR OF APPLETALK)
OPMERKING: Bonjour-printers zijn op Mac OS X v10.4.x-computers alleen beschikbaar als Bonjour is ingeschakeld op de EX Print Server.
1Klik op Standaardkiezer in het dialoogvenster Printerkiezer.
Het deelvenster Standaardkiezer wordt weergegeven.
De namen van printers met standaardverbindingen worden vermeld. De virtuele printers die op de EX Print Server zijn geconfigureerd, worden ook vermeld.
Als de printer niet voorkomt in de lijst met printernamen, klikt u op Meer printers.
OPMERKING: De namen van de virtuele printers worden in de lijst Naam weergegeven als <printernaam : virtuele printer naam>.
|
|
AFDRUKKEN UIT MAC OS X |
22 |
|
|
|
|
2Selecteer de EX Print Server in de lijst.
De informatie over de geselecteerde printer wordt onder in het deelvenster Standaardkiezer weergegeven. Het juiste PPD-bestand voor de EX Print Server wordt automatisch geselecteerd.
3Klik op Voeg toe.
AppleTalk: de naam van de EX Print Server wordt weergegeven in de lijst met printers van het dialoogvenster Afdrukken en faxen.
Bonjour: het deelvenster Uitbreidingsmogelijkheden van het dialoogvenster Printerkiezer wordt weergegeven. Klik op Ga door om terug te keren naar het dialoogvenster Afdrukken en faxen. De naam van de EX Print Server wordt weergegeven in de lijst met printers.
4Selecteer de EX Print Server in de lijst met printers en klik op Toon info.
5Kies Installeerbare opties in het dialoogvenster Printerinfo, geef de instellingen voor installeerbare opties op en klik vervolgens op Pas wijzigingen toe.
6Sluit het dialoogvenster Printerinfo.
EEN PRINTER TOEVOEGEN MET DE VERBINDING IP-PRINTER
1Klik op IP-printer in het dialoogvenster Printerkiezer.
Het deelvenster IP-printer wordt weergegeven.
2LPD-afdrukken: selecteer Line Printer Daemon - LPD in de lijst Protocol, typ het IP-adres of de DNS-naam van de EX Print Server in het veld Adres en typ vervolgens de afdrukverbinding (print, hold of direct) in het veld Wachtrij. Ga naar stap 6.
IP-afdrukken: selecteer Internet Printing Protocol - IPP in de lijst Protocol en typ het IP-adres of de DNS-naam van de EX Print Server in het veld Adres. Ga naar stap 3.
Het IP-adres of de DNS-naam worden weergegeven in het veld Naam.
|
|
AFDRUKKEN UIT MAC OS X |
23 |
|
|
|
|
3Typ ipp/ gevolgd door de afdrukverbinding (print, hold, direct of de naam van de virtuele printer) in het veld Wachtrij. Gebruik alleen kleine letters.
OPMERKING: De EX Print Server heeft een naam voor de wachtrij nodig. Laat het veld Wachtrij niet leeg.
4Druk af via: kies de juiste fabrikant of het juiste model. Selecteer vervolgens de PPD voor de EX Print Server.
5Klik op Voeg toe.
Het deelvenster Uitbreidingsmogelijkheden van het dialoogvenster Printerkiezer wordt weergegeven.
6Klik op Ga door.
De EX Print Server en het bijbehorende IP-adres worden weergegeven in de lijst met printers.
7Selecteer de EX Print Server in de lijst met printers en klik op Toon info.
8Kies Installeerbare opties in het dialoogvenster Printerinfo, geef de instellingen voor installeerbare opties op en klik vervolgens op Pas wijzigingen toe.
Raadpleeg de Help van het printerstuurprogramma voor meer informatie over het configureren van installeerbare opties.
9Sluit het dialoogvenster Printerinfo.
EEN PRINTER TOEVOEGEN MET DE APPLETALK-VERBINDING
OPMERKING: Gebruik deze procedure als de EX Print Server zich in een andere AppleTalkzone bevindt dan uw computer. Als de EX Print Server zich in dezelfde AppleTalk-zone bevindt, wordt deze weergegeven als standaardverbinding volgens de procedure op pagina 21.
1 Klik op Standaardkiezer of IP-printer in het dialoogvenster Printerkiezer.
|
|
AFDRUKKEN UIT MAC OS X |
24 |
|
|
|
|
2Klik op Meer printers.
Het dialoogvenster met een lijst van andere verbindingen wordt weergegeven.
3Selecteer AppleTalk in de lijst met verbindingen.
Het deelvenster AppleTalk wordt weergegeven.
4Selecteer in de lijst de AppleTalk-zone voor de EX Print Server.
De AppleTalk-printers in de opgegeven zone worden vermeld. De virtuele printers die op de EX Print Server zijn geconfigureerd, worden ook vermeld.
OPMERKING: De namen van de virtuele printers worden in de lijst Naam weergegeven als <printernaam : virtuele printer naam>.
5Selecteer de naam van de EX Print Server in de lijst Naam en klik op Voeg toe.
De naam van de EX Print Server wordt weergegeven in het dialoogvenster Printerlijst.
6Selecteer de EX Print Server in de lijst met printers en klik op Toon info.
7Kies Installeerbare opties in het dialoogvenster Printerinfo, geef de instellingen voor installeerbare opties op en klik vervolgens op Pas wijzigingen toe.
8Sluit het dialoogvenster Printerinfo.
Met de volgende stappen stelt u de EX Print Server in op een computer met Mac OS X v10.3.9.
DE EX PRINT SERVER INSTELLEN VOOR AFDRUKKEN
1Kies Hulpprogramma’s in het menu Ga in de Finder.
2Start Printerconfiguratie of Afdrukbeheer.
Het dialoogvenster Printerlijst wordt weergegeven.
3Klik op Voeg toe.
Selecteer een printerverbinding in het dialoogvenster dat wordt weergegeven. Gebruik een van de volgende verbindingen om een printer toe te voegen.
Afdrukverbinding |
Raadpleeg |
|
|
AppleTalk |
pagina 25 |
|
|
LPD/LPR |
pagina 26 |
|
|
|
|
AFDRUKKEN UIT MAC OS X |
25 |
|
|
|
|
EEN PRINTER TOEVOEGEN MET DE APPLETALK-VERBINDING
1Selecteer AppleTalk in de lijst.
Het deelvenster AppleTalk wordt weergegeven.
2Selecteer in de lijst de AppleTalk-zone voor de EX Print Server.
De AppleTalk-printers in de opgegeven zone worden vermeld. De virtuele printers die op de EX Print Server zijn geconfigureerd, worden ook vermeld.
OPMERKING: De namen van de virtuele printers worden in de lijst Naam weergegeven als <printernaam : virtuele printer naam>.
3Selecteer de EX Print Server-naam in de lijst met printernamen.
4Klik op Voeg toe.
Het juiste PPD-bestand voor de EX Print Server wordt automatisch geselecteerd. De naam van de EX Print Server wordt weergegeven in de lijst met printers.
|
|
AFDRUKKEN UIT MAC OS X |
26 |
|
|
|
|
EEN PRINTER TOEVOEGEN MET DE VERBINDING LPD/LPR
1Selecteer Afdrukken via IP in de lijst.
Het deelvenster IP-printer wordt weergegeven.
2Selecteer LPD/LPR in de lijst Printertype.
3Typ een IP-adres van de EX Print Server in het veld Printeradres.
4Typ de naam van de virtuele printer in het veld Naam wachtrij of laat dit veld leeg voor de standaardwachtrij.
5Selecteer het juiste model in de lijst Printermodel.
Het deelvenster Modelnaam wordt weergegeven.
6Selecteer het PPD-bestand in de lijst Modelnaam.
7Klik op Voeg toe.
De EX Print Server en het bijbehorende IP-adres worden weergegeven in de lijst met printers.
|
|
AFDRUKKEN UIT MAC OS X |
27 |
|
|
|
|
Wanneer u een niet-Engelse EX Print Server-printer in Mac OS X v10.5 en 10.6 wilt toevoegen, moet u navigeren naar Andere om het juiste printerstuurprogramma voor uw taal te selecteren.
EEN NIET-ENGELSE PRINTER TOEVOEGEN
1Open het dialoogvenster Voeg printer toe.
De lijst met beschikbare Bonjour-printers wordt weergegeven.
2Selecteer de EX Print Server in de lijst.
3Selecteer Andere in de lijst bij Druk af via.
4Navigeer op uw computer naar Bibliotheek > Printers > PPDs > Contents > Resources en open de taalmap die overeenkomt met de taal die u op uw systeem gebruikt.
5Selecteer de EX Print Server in de lijst.
6Klik op Open en vervolgens op Voeg toe.
Als u de afdrukopties voor de pers en de EX Print Server goed wilt gebruiken, moet u de EX Print Server vanaf uw computer configureren voor de opties die op de pers zijn geïnstalleerd. Configureer de opties handmatig.
Raadpleeg de Help van het printerstuurprogramma voor meer informatie over het configureren van installeerbare opties.
Nadat u de EX Print Server in de lijst met printers hebt toegevoegd via Afdrukken en faxen of Printerconfiguratie, kunt u een bureaubladprinter maken en gebruiken.
Raadpleeg de Help van het printerstuurprogramma voor meer informatie over bureaubladprinters.
|
|
AFDRUKKEN UIT MAC OS X |
28 |
|
|
|
|
U kunt naar de EX Print Server afdrukken op dezelfde manier als u afdrukt naar elke andere printer vanuit een Mac OS X-toepassing. Selecteer de EX Print Server als de huidige printer in de lijst met printers en druk het bestand af vanuit de toepassing. Daarnaast kunt
u bestanden naar de EX Print Server downloaden met behulp van Hot Folders of WebTool Documenten en documenten afdrukken met Command WorkStation (raadpleeg
Hulpprogramma’s).
Nadat u de printerstuurprogrammabestanden van de EX Print Server met OSX Installer hebt geïnstalleerd en de EX Print Server hebt ingesteld voor afdrukken, kunt u rechtstreeks afdrukken vanuit de meeste Mac OS X-toepassingen. Met het juiste PPD-bestand kunt u
de afdrukfuncties van de EX Print Server besturen door afdrukopties op te geven in de dialoogvensters voor afdrukken. Raadpleeg pagina 87 voor meer informatie over de afdrukopties van de EX Print Server.
Raadpleeg Afdrukken in kleur, Fiery-kleurenreferentie en de Help van Command WorkStation om optimale afdrukresultaten vanuit een bepaalde toepassing te verkrijgen.
Raadpleeg de volgende tabel voor de locatie van beide procedures.
Procedure |
Raadpleeg |
|
|
De EX Print Server selecteren in de lijst met printers |
pagina 29 |
|
|
Afdrukopties instellen en afdrukken uit Mac OS X-toepassingen |
pagina 31 |
|
|
Aangepaste paginaformaten definiëren en afdrukken |
pagina 39 |
|
|
De status van de pers controleren |
pagina 39 |
|
|
|
|
AFDRUKKEN UIT MAC OS X |
29 |
|
|
|
|
Voordat u een taak gaat afdrukken, moet u de EX Print Server selecteren in de lijst met printers. Volg de onderstaande procedure om de EX Print Server te selecteren als de standaardprinter.
DE EX PRINT SERVER SELECTEREN ALS DE STANDAARDPRINTER MET MAC OS X V10.5 OF MAC OS X V10.6
1Controleer of de EX Print Server is aangesloten op het netwerk en is ingeschakeld.
2Kies Systeemvoorkeuren in het Apple-menu en kies vervolgens Afdrukken en faxen.
Het dialoogvenster Afdrukken en faxen wordt weergegeven.
De printers die zijn ingesteld voor afdrukken worden vermeld. De virtuele printers die op
de EX Print Server zijn geconfigureerd en zijn ingesteld voor afdrukken, worden ook vermeld.
3Selecteer de EX Print Server in de lijst Standaardprinter om deze in te stellen als standaardprinter.
4Sluit het venster.
|
|
AFDRUKKEN UIT MAC OS X |
30 |
|
|
|
|
DE EX PRINT SERVER SELECTEREN ALS DE STANDAARDPRINTER MET MAC OS X V10.4X
1Controleer of de EX Print Server is aangesloten op het netwerk en is ingeschakeld.
2Kies Hulpprogramma’s in het menu Ga in de Finder.
3Start Printerconfiguratie.
Het dialoogvenster Printerlijst wordt weergegeven.
De printers die zijn ingesteld voor afdrukken worden vermeld. De virtuele printers die op
de EX Print Server zijn geconfigureerd en zijn ingesteld voor afdrukken, worden ook vermeld.
4Selecteer de EX Print Server in de lijst met printers om deze op te geven als de huidige printer.
5Klik op het pictogram Maak standaard.
De EX Print Server is nu ingesteld als de standaardprinter.