Kleurbeheer van ColorWise en van toepassingen gebruiken11
Hulpmiddelen voor ColorWise-kleurbeheer gebruiken12
WERKSTROMENVOORKLEURBEHEERGEBRUIKEN13
Wat zijn werkstromen?13
Aanbevolen standaardwerkstroom15
Kleuren kiezen16
Kleurmodellen17
Optimaliseren voor type uitvoer18
Kleurnauwkeurigheid behouden19
KLEURBEHEERINKANTOORTOEPASSINGEN20
Kantoortoepassingen gebruiken20
Kleuraanpassing met kantoortoepassingen21
Werken met kantoortoepassingen21
Kleuren definiëren21
Werken met geïmporteerde bestanden22
Opties selecteren bij het afdrukken22
Uitvoerprofielen23
Kleurnauwkeurigheid behouden bij het opslaan van een bestand23
INHOUD4
KLEURBEHEERIN POSTSCRIPT-TOEPASSINGEN24
Werken met PostScript-toepassingen24
Kleuraanpassing met PostScript-toepassingen25
Kleurenreferentiepagina’s gebruiken voor het aanpassen van kleur25
CMYK-kleurenreferentie gebruiken25
PANTONE-referentie gebruiken26
Werken met geïmporteerde objecten 26
Verschillende soorten objecten gebruiken (geavanceerd kleurbeheer)27
CMYK-bronprofielen gebruiken27
In de toepassing gedefinieerde halftonen gebruiken28
Kleurnauwkeurigheid behouden bij het opslaan van een bestand28
KLEURBEHEERIN ADOBE PHOTOSHOP29
Kleurinstellingen opgeven29
Kleurinstellingen van Photoshop configureren29
Bestanden opslaan in Photoshop32
Bestandsindeling kiezen32
Opties selecteren bij het afdrukken35
Geavanceerde tips voor het gebruik van kleurbeheer in PostScript37
KLEURBEHEERINTOEPASSINGENVOORPAGINAOPMAAK39
Adobe InDesign 40
Kleurinstellingen in InDesign40
Objecten importeren42
Opties selecteren bij het afdrukken43
QuarkXPress46
Objecten importeren46
Opties selecteren bij het afdrukken46
Optioneel kleurbeheer in QuarkXPress47
INHOUD5
KLEURBEHEERINILLUSTRATIETOEPASSINGEN48
Adobe Illustrator49
Opmerking betreffende kleurmodellen in Illustrator49
Kleurinstellingen in Illustrator49
Bestanden opslaan en importeren in andere documenten51
Afdrukopties opgeven52
Kleurbeheer van Illustrator gebruiken55
CorelDRAW55
Kleuren definiëren55
Objecten importeren56
Bestanden opslaan en importeren in andere documenten56
Afdrukopties opgeven56
Optioneel kleurbeheer in CorelDRAW57
KLEURBEHEERIN ADOBE ACROBAT58
Kleurinstellingen opgeven59
Opties selecteren bij het afdrukken60
BASISBEGRIPPENVANKLEURVANAFHETBUREAUBLAD62
De eigenschappen van kleur62
De fysica van kleur63
CIE-kleurmodel64
Kleurtoon, verzadiging en helderheid65
Additieve en subtractieve kleursystemen66
Kleurengamma69
Afdruktechnieken70
Apparatuur voor rasters en fotohalftoon70
INHOUD6
Effectief kleurgebruik71
Algemene richtlijnen72
Kleurencirkel72
Kleur en tekst74
Rasterafbeeldingen en vectorafbeeldingen75
Bestanden optimaliseren voor verwerken en afdrukken76
Resolutie van rasterafbeeldingen76
Schalen77
BIBLIOGRAFIE78
VERKLARENDEWOORDENLIJST79
INDEX91
INLEIDING
Over dit document
INLEIDING7
In dit document vindt u informatie over het optimaliseren van kleurenafdrukken met
de kleurenserver en het verbeteren van de kleurkwaliteit en prestaties voor alle modellen
kleurenserver. Specifieke functies en opties kunnen variëren, afhankelijk van het model
kleurenserver op uw locatie.
OPMERKING: De term “printer” wordt in heel dit document heen gebruikt om een
ondersteunde printer of kopieermachine aan te geven. De term “toner” heeft betrekking
op toner of inkt.
Dit document bevat een overzicht van algemene kleurbegrippen en legt met name de
nadruk op kleurbeheer voor gedrukte uitvoer. Er worden meerdere scenario’s (zogeheten
werkstromen) in beschreven tijdens welke kleurinformatie kan worden opgegeven. Er worden
ook toepassingsinstructies gegeven voor het afdrukken naar de kleurenserver vanuit
veelgebruikte Microsoft Windows- en Apple Mac OS -toepassingen.
Termen uit de kleurenleer en begrippen als “kleurenruimte”, “steunkleur”, “kleurengamma”
en “bronprofiel” worden in het hele document vet weergegeven. Als u nog niet eerder hebt
gewerkt met kleurentoepassingen of als u een term niet kent, kunt u de “Verklarende
woordenlijst” op pagina 79 raadplegen.
INLEIDING8
Voor aanvullende informatie
Dit document maakt deel uit van een documentatieset bestaande uit documenten voor zowel
gebruikers als systeembeheerders. In Welkom vindt u een beschrijving van alle beschikbare
documentatie. Alle overige documenten zouden beschikbaar moeten zijn op uw locatie.
Raadpleeg voor meer informatie de volgende documenten wanneer hiernaar wordt verwezen.
Voor aanvullende informatie over de onderwerpen die in dit document aan bod komen
raadpleegt u:
• Afdrukken in kleur: voor gedetailleerde informatie over de kleurenafdrukopties en
-instellingen die beschikbaar zijn met uw kleurenserver, en over het kleurbeheersysteem
ColorWise dat is ingebouwd in uw kleurenserver.
• Afdrukken: voor informatie over het instellen van de afdrukopties van ColorWise.
Voor informatie over het uitvoeren van kleurbeheertaken en het gebruik van
Command WorkStation, raadpleeg de Help van Command WorkStation.
Raadpleeg “Basisbegrippen van kleur vanaf het bureaublad” op pagina 62 en de bronnen
die worden vermeld in de “Bibliografie” op pagina 78 voor algemene informatie over het
afdrukken in kleur.
OVERZICHTVANKLEURBEHEERBEGRIPPEN9
OVERZICHTVANKLEURBEHEERBEGRIPPEN
Voor het maken van succesvolle documenten en presentaties in kleur kunt u gebruik maken
van de functies van de kleurbeheersoftware zoals ze worden toegepast door de kleurenserver
en op uw computer. Dit hoofdstuk is gewijd aan de verschillende elementen van kleurbeheer
die kunnen bijdragen tot het bereiken van voorspelbare kleurresultaten.
Wat zijn kleurbeheersystemen?
Een kleurbeheersysteem (Color Management System, CMS) “vertaalt” de kleurenruimte
van het bronapparaat (bijvoorbeeld het beeldscherm of een scanner) naar de kleurenruimte
van het doelapparaat (bijvoorbeeld de printer). Het vergelijkt de kleurenruimte waarin het
bronobject werd gemaakt met de kleurenruimte waarin de taak wordt uitgevoerd en past
de kleuren in het document aan om de consistentie tussen verschillende apparaten te
behouden. Een CMS gebruikt doorgaans een apparaatonafhankelijke kleurenruimte, zoals
CIELAB, als tussenliggende kleurenruimte. Voor het uitvoeren van de vertaling heeft een
CMS informatie nodig over de kleurenruimte van de bronafbeelding en het gamma van de
printer. Deze informatie wordt gegeven in de vorm van profielen, die vaak worden gemaakt
door de fabrikanten van de monitor of de printer. Het eindproduct van de conversie van een
kleurbeheersysteem is een afgedrukt document of een objectbestand in het gamma van een
bepaalde printer.
Er is vooruitgang geboekt op het vlak van de standaardisatie van digitale kleurbeheersystemen.
Windows en Mac OS ondersteunen beide een algemene standaardindeling die is ontwikkeld
door het International Color Consortium (ICC). Deze ICC-indeling wordt geïmplementeerd
op Windows- en Mac OS-computers. Andere softwareontwikkelaars verwerken ook
kleurbeheersystemen in geavanceerde toepassingen. Het kleurbeheersysteem van de
kleurenserver, ColorWise, ondersteunt deze standaardprofielindeling.
U kunt de EFI Color Profiler Suite (een optioneel softwarepakket) gebruiken voor het maken
van kleurprofielen die volledig aan de ICC-normen voldoen, het evalueren van de profielen en
het bewerken en testen hiervan. De EFI Color Profiler Suite omvat een spectrofotometer die u
kunt gebruiken voor het maken van profielen.
OVERZICHTVANKLEURBEHEERBEGRIPPEN10
K
l
beh
Hoe werkt kleurbeheer?
Voordat een kleurendocument kan worden afgedrukt, moeten de kleurgegevens in het
document worden geconverteerd naar het gamma van de printer. Het proces van de conversie
van kleurgegevens voor een printer is altijd hetzelfde, ongeacht of dit door de kleurenserver of
een kleurbeheersysteem op een hostcomputer wordt uitgevoerd: het kleurbeheersysteem
(CMS) interpreteert RGB-objectgegevens volgens een opgegeven bronprofiel en past zowel
RGB- als CMYK-gegevens aan volgens een opgegeven uitvoerprofiel. Dit wordt in sommige
kleurbeheersystemen een bestemmingsprofiel genoemd.
sys
r
u
e
r
e
e
m
tee
BronprofielUitvoerprofiel
Apparaatonafhankelijke
kleurenruimte
InvoergegevensAfgedrukte gegevens of bestand
Het bronprofiel definieert de RGB-kleurenruimte van de bron van het object: kenmerken
zoals het witpunt, het gamma en het gebruikte typefosfor. Het uitvoerprofiel definieert het
gamma van de uitvoerapparatuur, zoals een printer. Het kleurenserver (of kleurbeheersysteem
op de hostcomputer) gebruikt een apparaatonafhankelijke kleurenruimte die als tolk
dient tussen de bronkleurenruimte en de kleurenruimte van het uitvoerapparaat.
Met de kleurenserver kunt u de bronkleurenruimte en het uitvoerprofiel instellen als
standaard of opgeven wanneer deze moeten worden genegeerd (raadpleeg Afdrukken in kleur).
Wanneer u deze instellingen gebruikt, hebt u de functies van andere kleurbeheersystemen niet
nodig. De software van de kleurenserver beschikt over ICC-profielen voor gebruik met andere
kleurbeheersystemen. Er kunnen echter conflicten optreden wanneer het kleurbeheersysteem
van de kleurenserver samen met het kleurbeheersysteem van een hostcomputer wordt
gebruikt.
Kleurbeheersystemen kunnen ook worden gebruikt om kleurgegevens aan te passen aan
het gamma van een ander afdrukapparaat dan het apparaat waarmee u afdrukt. Dit proces,
waarbij een ander afdrukapparaat wordt gesimuleerd, wordt vaak gebruikt voor proefdrukken
voor taken die op een offsetpers worden afgedrukt. Raadpleeg Afdrukken in kleur voor meer
informatie over de simulatiefunctie van de kleurenserver.
Het type afdruktaak en het uiteindelijke afdrukapparaat, de kleurenserver of een offsetpers,
bepalen hoe u de beste resultaten bereikt. Raadpleeg “Werkstromen voor kleurbeheer
gebruiken” op pagina 13 voor informatie over het kiezen van werkstromen.
OVERZICHTVANKLEURBEHEERBEGRIPPEN11
Kleurbeheer van ColorWise en van toepassingen gebruiken
Het kleurbeheersysteem van de kleurenserver, ColorWise, stelt zowel occasionele gebruikers
als experts in staat de best mogelijke kleurenuitvoerresultaten te bereiken voor uiteenlopende
doeleinden. Diverse toepassingen hebben ook een eigen kleurbeheersysteem. In dit document
wordt beschreven hoe de gedrukte uitvoer kan worden geoptimaliseerd door zowel het
ColorWise-kleurbeheer als het kleurbeheer in de toepassing te gebruiken.
Met de kleurenserver beheert u op intelligente wijze de weergave van afgedrukte RGB-,
CMYK- en steunkleuren. U kunt de kleurenserver de kleuren laten beheren voor de meeste
kleurenafdruktaken zonder de instellingen te wijzigen.
Een kleurbeheersysteem op een hostcomputer maakt gebruik van ICC-profielen voor de
conversie van het ene apparaatgamma naar het andere (raadpleeg “Basisbegrippen van kleur
vanaf het bureaublad” op pagina 62). De kleurgegevens worden geconverteerd wanneer ze
van de ene toepassing worden doorgegeven aan de andere, of wanneer de afdruktaak wordt
verzonden naar de printer; zo vindt de verwerking dus plaats op uw computer, en niet op
de kleurenserver.
Conventionele kleurbeheersystemen hebben alleen betrekking op kleurconversies en belasten
de processor van de computer. Als u ColorWise gebruikt, worden de taken sneller verzonden
door de computer en worden deze sneller verwerkt op de kleurenserver.
ColorWise-kleurbeheer biedt de volgende voordelen in vergelijking met het kleurbeheer
op uw computer (in uw toepassing):
• Uw computer wordt ontlast van aanvullende verwerkingstaken. Wanneer u de
kleurconversie uitstelt totdat de gegevens aankomen bij de kleurenserver, blijft uw
computer beschikbaar zodat u kunt blijven werken. Bovendien worden kleurconversies
op de kleurenserver in de meeste gevallen veel sneller uitgevoerd dan vergelijkbare
conversies op een hostcomputer.
• Ongewenste conflicten met betrekking tot kleurbeheer, zoals herhalende kleurconversies
en inconsistente kleuren tussen toepassingen, worden voorkomen. De kleurenserver past
algemene correcties toe op specifieke groepen RGB-, CMYK- en steunkleuren om
dergelijke conflicten te vermijden.
• ColorWise aanvaardt zowel RGB-bestanden als grotere CMYK-bestanden vanuit
toepassingen, waardoor het netwerkverkeer wordt geminimaliseerd en taken sneller
worden afgedrukt.
ColorWise gebruikt ICC-profielen voor de conversie van kleuren naar het gamma van
apparaat of voor de simulatie van andere apparaten zoals een offsetpers. ColorWise beheert
kleurconversies voor alle gebruikers die vanuit Windows- en Mac OS-systemen naar de
kleurenserver afdrukken. Op deze wijze is het met behulp van betrouwbare
standaardinstellingen mogelijk om een eenvoudige werkstroom te volgen waarbij zelden
tussenkomst is vereist, terwijl ervaren gebruikers beschikken over de controle en precisie die
zij nodig hebben.
OVERZICHTVANKLEURBEHEERBEGRIPPEN12
Hulpmiddelen voor ColorWise-kleurbeheer gebruiken
De gebruikerssoftware van de kleurenserver bevat verschillende soorten
kleurenreferentiepagina’s die het kleurbereik weergeven dat met de printer kan worden
afgedrukt. Gebruik voor voorspelbare kleuren de kleurenreferentiepagina’s bij het definiëren
van de kleuren in uw document.
De volgende hulpmiddelen zijn beschikbaar:
RGB-kleurenreferentie: een Microsoft Word-bestand en een Microsoft PowerPoint-bestand
voor het bekijken van de kleuren die beschikbaar zijn in de standaardpaletten van
kantoortoepassingen en het resultaat van deze kleuren wanneer deze worden afgedrukt via
de kleurenserver (raadpleeg “Kleuraanpassing met kantoortoepassingen” op pagina 21).
CMYK-kleurenreferentie: een laadbaar PostScript-bestand van 11 pagina’s met CMYK-
kleurvlakken (raadpleeg “CMYK-kleurenreferentie gebruiken” op pagina 25).
Processimulatie van PANTONE Solid Coated Colors: een laadbaar PostScript-bestand van
19 pagina’s met kleurvlakken die de CMYK-equivalenten weergeven van de gecoate
PANTONE-kleuren. De instelling van de optie Steunkleuraanpassing bepaalt hoe u dit
bestand moet afdrukken (raadpleeg “PANTONE-referentie gebruiken” op pagina 26).
Daarnaast kunt u RGB-, CMYK- en PANTONE-kleurendiagrammen afdrukken vanaf
de kleurenserver.
WERKSTROMENVOORKLEURBEHEERGEBRUIKEN13
WERKSTROMENVOORKLEURBEHEERGEBRUIKEN
Een werkstroom is het traject dat een afdruktaak aflegt van creatie tot bestemming. In de
werkstroom van elke taak zijn er meerdere momenten waarop beslissingen worden genomen
met betrekking tot de definitie, het gebruik en de conversie van kleur. De gemaakte keuzen
en het moment waarop ze worden gemaakt, beïnvloeden de geproduceerde kleurenuitvoer.
In dit hoofdstuk worden voorbeelden gegeven van kleurbeheer in specifieke
bureaubladtoepassingen en van de wisselwerking tussen deze toepassingen en het
ColorWise-kleurbeheer.
Wat zijn werkstromen?
Met de term “werkstroom” wordt het traject beschreven dat een taak volgt vanaf de productie
in een bureaubladtoepassing tot de uiteindelijke afgedrukte uitvoer. De kleurenserver
ondersteunt een breed scala aan werkstromen met verschillende complexiteitsniveaus.
Er zijn meerdere momenten waarop kleurbeheer kan worden uitgevoerd op een taak
(raadpleeg de illustratie op pagina 14). De informatie die in elke stap wordt gegeven
(bijvoorbeeld, de gebruikte kleursoort) is van invloed op de werkstroom van de taak.
Houd altijd rekening met de complexiteit van de werkstroom. Elke keer dat u kleuren
converteert, worden de prestaties en de kleurnauwkeurigheid beïnvloed. Er is minder kans
op fouten in een werkstroom met minder stappen.
WERKSTROMENVOORKLEURBEHEERGEBRUIKEN14
Kleurbeheer in toepassingen en besturingssysteem:
Uitschakelen.
Schakel elke vorm van kleurbeheer door de toepassing
of het besturingssysteem uit om er zeker van te zijn dat de
kleurenserver de kleurgegevens juist ontvangt en nauwkeurig
afdrukt. Raadpleeg de bij uw toepassing geleverde
documentatie voor meer informatie.
OPMERKING: Kleurbeheer tussen het weergaveapparaat
en de toepassing kan niet worden uitgeschakeld.
Kies de kleuren op basis van de gewenste uitvoer
(raadpleeg “Kleuren kiezen” op pagina 16).
Kies de bestandsindeling op basis van de gewenste uitvoer.
OPSLAAN ALS
(bestandsindeling)
EPS-gegevens worden niet gewijzigd. Andere indelingen
worden gebruikt als het bestand is opgeslagen met de
desbetreffende instellingen.
Kalibratie
Apparaatonderhoud
AFDRUKKEN
ColorWise-afdrukopties
instellen
Kleurenserver
Optimale uitvoer
Gebruik de kleurbeheeropties van ColorWise zoals
beschreven in dit document en in Afdrukken in kleur.
Kleuropties van besturingssysteem: Uitgeschakeld.
Schakel alle opties voor kleurbeheer uit die door het
besturingssysteem worden geboden.
Voer de kalibratie uit zoals beschreven in de Afdrukken in
kleur. Voer regelmatig onderhoud uit volgens de
aanbevelingen van de fabrikant van de printer. Gebruik
de papiersoort, toner en overige materialen die worden
aanbevolen door de fabrikant van de printer.
WERKSTROMENVOORKLEURBEHEERGEBRUIKEN15
Aanbevolen standaardwerkstroom
De kleurenserver is volledig geoptimaliseerd voor de specifieke printer die erdoor wordt
aangestuurd. ColorWise is toegerust voor veel speciale aspecten van de printer, zoals
halftonen, individuele tonerrespons, interactie tussen toners, natuurlijke vloeiende
mengkleuren en de mogelijkheid om steunkleuren en aangepaste kleuren weer te geven.
De kleurenserver kan tekst en lijnen onderscheiden van afbeeldingselementen, zodat de
gegevens voor het zwarte kanaal behouden kunnen blijven evenals de parameters die worden
gebruikt voor CMYK-kleurscheidingen.
In de aanbevolen standaardkleurenwerkstroom worden de kalibratie en het kleurbeheer van
ColorWise gebruikt. De kleurenserver wordt pas aan het eind van de kleurenwerkstroom
gebruikt.
Voor deze werkstroom:
• Vervang het kleurbeheer van gedrukte uitvoer in de toepassing en het besturingssysteem.
Zo bent u zeker dat de gekozen kleuren de kleurenserver en ColorWise bereiken in een
bruikbare vorm. Houd er evenwel rekening mee dat kleurbeheer door toepassingen en
printerstuurprogramma’s volledig wordt ondersteund door ColorWise
(raadpleeg “Kleurbeheer van ColorWise en van toepassingen gebruiken” op pagina 11).
• Stel de optie CMYK/Grayscale Source (CMYK-/grijswaardenbron) in ColorWise in
overeenkomstig de CMYK-kleurenruimte die in de toepassing is gebruikt om de kleuren
te kiezen. Bij elke instelling voor CMYK/Grayscale Source (CMYK-/grijswaardenbron)
(behalve ColorWise uit, indien beschikbaar) wordt kalibratie toegepast, zodat de respons
van de printer stabiel is.
Enkele voorbeelden van instellingen voor CMYK/Grayscale Source (CMYK-/
grijswaardenbron) zijn SWOP of ISO Coated in de VS, Euroscale in Europa en
DIC of Japan Color in Japan. Als kleuren specifiek zijn geselecteerd voor de gekalibreerde
kleurenserver, stelt u CMYK/Grayscale Source (CMYK-/grijswaardenbron) in op Geen.
• Stel de andere afdrukopties van ColorWise juist in. Raadpleeg Afdrukken in kleur voor
een lijst en beschrijvingen van ColorWise-afdrukopties die van invloed zijn op CMYKkleuren, RGB-kleuren, steunkleuren en andere kleuren.
WERKSTROMENVOORKLEURBEHEERGEBRUIKEN16
Kleuren kiezen
Als u werkt met kleur, of dit nu in presentaties, illustraties of gecompliceerde
paginaontwerpen is, neemt u esthetische beslissingen over de kleuren die u gebruikt.
Wanneer u eenmaal besloten hebt wat uw doel is, moet u een optimaal gebruik maken
van de mogelijkheden van de kleurenserver om uw ontwerp in gedrukte vorm te realiseren.
Uw kleurenafdruksysteem helpt u in dit creatieve proces door het resultaat voorspelbaar
te maken:
• Als u een poster hebt ontworpen die met de kleurenserver moet worden afgedrukt,
moeten de afgedrukte kleuren overeenkomen met de ontwerpspecificatie.
• Als u presentaties afdrukt op de kleurenserver, moeten de levendige kleuren van het
beeldscherm behouden blijven.
• Als u werkt met kleuren die op een offsetpers worden afgedrukt, moet de uitvoer van de
kleurenserver overeenkomen met andere proefdrukken of de boeken met PANTONEkleurstalen.
De kleuren die u definieert tijdens het maken van een bestand in een toepassing en de
hulpmiddelen voor kleurbeheer in de gebruikte toepassing beïnvloeden de wijze waarop het
bestand wordt verwerkt (werkstroom) en de uiteindelijke uitvoer die u mag verwachten.
Gebruik kleurbeheer om de kleurenuitvoer te regelen door de volgende taken uit te voeren:
• Kleurmodel kiezen: verschillende typen toepassingen gebruiken verschillende
kleurmodellen. Het kleurmodel dat u kiest en het feit of gegevens al dan niet worden
geconverteerd van één kleurmodel naar een ander beïnvloeden de uiteindelijke
kleurenuitvoer.
• Optimaliseren voor type uitvoer: het type einduitvoer beïnvloedt uw keuze van kleuren
en toepassingen.
• Kleuraanpassingssystemen gebruiken: de kleurenserver biedt diverse hulpmiddelen om
een voorbeeld te bekijken van de kleuren die beschikbaar zijn op een apparaat en ze te
definiëren in een toepassing.
WERKSTROMENVOORKLEURBEHEERGEBRUIKEN17
Kleurmodellen
Kleuren kunnen in verschillende kleurmodellen worden gedefinieerd. De bekendste zijn
RGB, CMYK en een steunkleuraanpassingssysteem (zoals PANTONE). Afhankelijk van de
toepassing die u gebruikt, kunt u het kleurmodel wel of niet kiezen.
RGB-kleuren worden gebruikt voor de uitvoer vanaf een RGB-apparaat, bijvoorbeeld een
digitale camera of een scanner. Het RGB-kleurmodel wordt ook gebruikt voor het weergeven
van kleuren op een beeldscherm.
CMYK-kleuren zijn de kleuren die de meeste printers gebruiken.
Steunkleuren, zoals PANTONE, zijn speciale inktsoorten die zijn vervaardigd voor gebruik
op een offsetdrukpers. Steunkleuren kunnen worden gesimuleerd met behulp van CMYKtoners (ook bekend als proceskleuren). Met de afdrukoptie Steunkleuraanpassing kunt u
bepalen hoe steunkleuren worden afgedrukt op de kleurenserver:
• Als
Steunkleuraanpassing is ingesteld op Aan, worden de in de kleurenserver ingebouwde
kleurtabellen gebruikt om de steunkleur te simuleren op basis van het best vergelijkbare
equivalent dat beschikbaar is met de CMYK-toners van de kopieermachine/printer die is
aangesloten op de kleurenserver.
Als de kleurenserver de toepassing Spot-On in Command WorkStation ondersteunt,
kunt u de steunkleurdefinities aanpassen die worden gebruikt door ColorWise.
• Als
Steunkleuraanpassing is ingesteld op Uit, krijgt de kleurenserver de instructie om
de steunkleur te simuleren op basis van CMYK-equivalenten die zijn gedefinieerd door
de fabrikant van de steunkleur. Deze komen overeen met de CMYK-waarden die zijn
gedefinieerd in toepassingen die steunkleurenbibliotheken bevatten. Deze CMYKcombinatie wordt vervolgens afgedrukt met de door u gekozen instelling voor CMYK/
Grayscale Source (CMYK-/grijswaardenbron), bijvoorbeeld SWOP of DIC.
Het door uw toepassing gebruikte kleurmodel bepaalt de beschikbare methoden voor het
kiezen van kleuren, alsook de manier waarop kleurgegevens worden verzonden naar de
kleurenserver:
• Kantoortoepassingen, zoals tekstverwerkingsprogramma’s, spreadsheets,
presentatiesoftware, gebruiken het RGB-kleurmodel. Deze toepassingen verzenden
doorgaans alleen RGB-gegevens naar de kleurenserver.
• Illustratietoepassingen gebruiken zowel het RGB- als het CMYK-kleurmodel, maar
verzenden doorgaans alleen CMYK-gegevens naar de kleurenserver.
• Toepassingen voor pixelbewerking gebruiken zowel het RGB- als het CMYK-kleurmodel.
Deze toepassingen verzenden RGB- of CMYK-gegevens naar de kleurenserver.
WERKSTROMENVOORKLEURBEHEERGEBRUIKEN18
Optimaliseren voor type uitvoer
De kleurenserver kan worden gebruikt voor kleurenafdruktaken op verzoek en voor
kleurproeven. Kleurenafdruktaken op verzoek zijn taken waarbij de kleurenserver als het
uiteindelijke afdrukapparaat wordt gebruikt. Het afdrukken van taken op de kleurenserver ter
voorbereiding van een offsetdruk wordt “het maken van kleurproeven” genoemd. In beide
typen afdruktaken voor de kleurenserver kunnen RGB-, CMYK- en steunkleuren worden
gebruikt.
Kenmerken van afdruktaken op verzoekKenmerken van offsetproefdrukken
Heldere, verzadigde kleuren zijn
vaak gewenst.
De kleuren worden verkregen door het hele
beschikbare kleurenaanbod te gebruiken,
met andere woorden het hele gamma van
de printer of, eenvoudiger gezegd, de
apparaat-CMYK.
OPMERKING: De term “op verzoek” verwijst naar het produceren van afdrukken op het
De afgedrukte kleuren moeten overeenkomen
met een andere verzameling CMYKafdrukvoorwaarden.
Voor kleuren die zijn opgegeven voor een
offsetpers moet u een CMYK-simulatie uitvoeren
die is geoptimaliseerd voor proefdrukken op
de printer.
moment dat de gebruiker ze nodig heeft. U kent misschien de term “kleine oplage”, die
gewoonlijk betrekking heeft op het volume van een afdruktaak. Hoewel deze twee termen
niet precies hetzelfde betekenen, wordt de term “op verzoek” in deze handleiding ook gebruikt
met betrekking tot afdrukscenario’s met kleine oplagen. Aangezien u zoveel pagina’s kunt
afdrukken als u nodig heeft en taken snel opnieuw kunt afdrukken, presteert de kleurenserver
even goed in beide omgevingen.
Door het afdruktype dat u voor het document kiest (kleurenafdruktaken op verzoek op de
kleurenserver versus kleurproeven voor de offsetpers) wordt bepaald hoe u kleuren definieert
en welke instellingen u voor de opdrukopties kiest.
• Voor kleurenafdruktaken op verzoek op de kleurenserver kunt u elke toepassing gebruiken
en kleuren definiëren in RGB of CMYK. Als uw toepassing de PANTONE-bibliotheek
met gecoate kleuren ondersteunt, kunt u ook kleuren uit deze bibliotheek kiezen. Kies de
juiste instellingen voor de afdrukopties die van invloed zijn op de kleurenuitvoer
(raadpleeg Afdrukken in kleur voor beschrijvingen van de afdrukopties).
• Gebruik voor kleurproeven een door PostScript gedefinieerde kleur in CMYK of kies
kleuren uit kleurenbibliotheken zoals de PANTONE-kleurenbibliotheek. Geplaatste
objecten kunnen ook worden gedefinieerd in RGB of CMYK. Kies de juiste instellingen
voor de afdrukopties die van invloed zijn op de kleurenuitvoer (raadpleeg Afdrukken
in kleur).
OPMERKING: Voor de kleurenserver kunt u RGB- of CMYK-gegevens gebruiken bij het
maken van proefdrukken voor een offsetpers. Voor een beeldzetter zijn doorgaans echter
CMYK-gegevens vereist.
WERKSTROMENVOORKLEURBEHEERGEBRUIKEN19
Kleurnauwkeurigheid behouden
Als u wilt dat de kleuren op de monitor overeenkomen met de afgedrukte uitvoer,
is kleurbeheer vereist en moeten de monitor en de kleurenserver nauwkeurig worden
gekalibreerd. Als het bekijken van kleuren op de monitor van cruciaal belang is, overweeg
dan het gebruik van een professioneel profielsoftwarepakket, zoals EFI Color Profiler Suite,
om een monitorprofiel te maken. Aan de hand van dit monitorprofiel kunnen toepassingen
compensaties aanbrengen voor het kleurgedrag van het beeldscherm tijdens de weergave
van kleuren. Hierdoor zullen kleuren die u op het beeldscherm bekijkt, de kleuren van de
gedrukte uitvoer dichter benaderen.
Als u dit proces liever achterwege laat of als u niet beschikt over de vereiste apparatuur
voor nauwkeurig kleurbeheer, is er mogelijk een eenvoudigere aanpak. Bepaal wat
belangrijker voor u is: afgedrukte kleuren of kleuren op het scherm.
• Als afgedrukte kleuren belangrijker zijn voor u, moet u kleuren kiezen uit afgedrukte
voorbeelden. Als u deze voorbeeldkleuren gebruikt, blijft de afgedrukte uitvoer constant ongeacht de wijze waarop de kleuren op verschillende monitoren worden weergegeven.
Druk het palet met beschikbare kleuren in een kantoortoepassing af en selecteer vervolgens
kleuren uit afgedrukte voorbeelden. Op de cd of dvd met gebruikerssoftware staan
kleurenreferentiebestanden. (Raadpleeg “Kleuraanpassing met kantoortoepassingen” op
pagina 21 en “Kleuraanpassing met PostScript-toepassingen” op pagina 25 voor meer
informatie.) U kunt ook kleurendiagrammen afdrukken vanaf de kleurenserver en
kleuren op naam of nummer selecteren in de afgedrukte voorbeelden. In geavanceerde
toepassingen kunt u kleuren definiëren in de steunkleur- en CMYK-kleurenruimten,
die eenvoudiger te beheren zijn. Raadpleeg “Kleuren kiezen” op pagina 16 voor meer
informatie over kleurselectie.
• Als schermkleuren (weergavekleuren) belangrijker zijn, moet u uw ogen en uw monitor
vertrouwen. Selecteer kleuren visueel op de monitor, maar houd er rekening mee dat de
kleuren alleen zijn geoptimaliseerd voor uw monitor. Als het document wordt geopend
op andere monitoren, kunnen de kleuren anders zijn. Hoewel de afgedrukte kleuren niet
overeen hoeven te komen met de kleuren op de monitor, worden ze goed afgedrukt op
de kleurenserver.
KLEURBEHEERINKANTOORTOEPASSINGEN20
KLEURBEHEERINKANTOORTOEPASSINGEN
Het ColorWise-kleurbeheersysteem biedt volledig kleurbeheer voor taken die worden
afgedrukt vanuit kantoortoepassingen en andere toepassingen die geen PostScript genereren.
Dit hoofdstuk bevat instructies voor het afdrukken van kleurdocumenten vanuit toepassingen
zoals tekstverwerkingsprogramma’s, spreadsheets en presentatiepakketten. U kunt deze
instructies gebruiken bij de toepassingen van Microsoft Office.
Kantoortoepassingen gebruiken
De kleurenserver moet PostScript-instructies ontvangen om een document te kunnen
afdrukken. Veel toepassingen schrijven deze PostScript-instructies niet zelf, maar
laten dit over aan het printerstuurprogramma. In deze categorie vallen ook de meeste
tekstverwerkingsprogramma’s, spreadsheets en presentatiepakketten. Deze toepassingen
maken gebruik van functies van het besturingssysteem voor het verwerken van afbeeldingen
zodat deze kunnen worden weergegeven of afgedrukt. De term “kantoortoepassingen”
wordt in dit document gebruikt om te verwijzen naar deze typen toepassingen.
In alle kantoortoepassingen worden kleuren op vergelijkbare wijze behandeld: ze gebruiken
hetzelfde RGB-kleurmodel om kleuren op een monitor weer te geven. In de meeste
kantoortoepassingen kunt u kleuren kiezen uit een palet met vooraf geselecteerde kleuren.
Soms kunt u nieuwe kleuren toevoegen aan het palet met behulp van een kleurenkiezer.
Hoewel u met bepaalde toepassingen kleuren kunt opgeven met behulp van de CMYK-,
HSL- en HSV-kleurmodellen, verzenden deze toepassingen altijd RGB-kleurgegevens naar
de kleurenserver. (Een uitzondering hierop vormt een in het document geplaatst bestand in
CMYK EPS-indeling, dat als CMYK-gegevens wordt verstuurd.)
Bij het werken met kleur in kantoortoepassingen moet u rekening houden met het volgende:
• Het kleurbereik dat in RGB kan worden weergegeven op de monitor, is veel groter dan het
kleurbereik dat kan worden afgedrukt door de printer. Wanneer u het document afdrukt,
worden RGB-kleuren die buiten het gamma liggen omgezet naar kleuren die uw printer
wel kan produceren.
• Kantoortoepassingen versturen alleen RGB-gegevens naar de kleurenserver. U bepaalt de
weergavestijl van de kleurconversie door een weergavetype te kiezen.
Elke weergavetype gebruikt een eigen kleurweergavestijl en wijst op een andere manier
niet-afdrukbare kleuren toe aan het kleurengamma van uw printer. Raadpleeg Afdrukken
in kleur voor informatie over kleurenweergavetypen.
RGB-kleurenreferentie
(Microsoft PowerPoint)
KLEURBEHEERINKANTOORTOEPASSINGEN21
Kleuraanpassing met kantoortoepassingen
De gebruikerssoftware van de kleurenserver bevat twee RGB-kleurenreferentiepagina’s, een
Microsoft Word-bestand en een Microsoft PowerPoint-bestand. Wanneer u deze bestanden
afdrukt met verschillende RGB-afdrukopties, ziet u hoe de kleuren worden afgedrukt op
de kleurenserver. Druk voor het beste resultaat de kleurenreferentiepagina af met dezelfde
afdrukopties die u voor het definitieve document wilt gebruiken. Kies de gewenste kleuren
op de afgedrukte RGB-kleurenreferentiepagina en gebruik deze kleuren vervolgens in
het document.
Werken met kantoortoepassingen
Voordat u vanuit deze toepassingen afdrukt, moet u controleren of het juiste
printerstuurprogramma en het PPD (PostScript Printer Description) (PostScript-
printerdefinitiebestand) van de kleurenserver op uw computer zijn geïnstalleerd, zoals wordt
beschreven in Afdrukken.
Kleuren definiëren
In kantoortoepassingen wordt het RGB-kleurmodel gebruikt. U kunt CMYK- of
PANTONE-kleuren alleen gebruiken door ze met een illustratieprogramma of een toepassing
voor paginaopmaak te definiëren als bestanden in de indeling EPS (Encapsulated PostScript)
en deze bestanden vervolgens in Microsoft Office-documenten te plaatsen. Kleuren in EPSbestanden blijven behouden totdat ze de kleurenserver bereiken (ervan uitgaande dat er geen
PostScript-kleurbeheergegevens waren opgenomen).
KLEURBEHEERINKANTOORTOEPASSINGEN22
Kantoortoepassingen gebruiken een lage resolutie om EPS-bestanden weer te geven, maar
de EPS-afbeeldingen worden wel met volledige resolutie afgedrukt. Onthoud als vuistregel
dat het gebruik van EPS-bestanden alleen is aangewezen als RGB-kleuren onpraktisch
zijn in uw specifieke werkstroom. EPS-bestanden zijn nuttig wanneer u grote of complexe
objecten gebruikt, die met volledige resolutie moeten worden afgedrukt of die de
geheugentoewijzing van bepaalde kantoortoepassingen overschrijden.
Werken met geïmporteerde bestanden
Het is mogelijk dat u in uw toepassing verscheidene bestandsindelingen kunt importeren.
Het verdient aanbeveling EPS-bestanden te gebruiken als u afdrukproblemen ondervindt
met andere geïmporteerde bestandsindelingen zoals TIFF en PICT.
OPMERKING: Wellicht zult u een aangepaste installatie van de kantoortoepassingen moeten
uitvoeren als u geen EPS-elementen kunt importeren.
Ook als er geen door de gebruiker gedefinieerde kleurbeheeropties zijn binnen
kantoortoepassingen, vindt er wel kleurconversie plaats als u objecten of pagina-elementen
importeert die niet zijn gedefinieerd in RGB. Als u deze conversie bij het importeren van
bestanden wilt vermijden, gebruikt u de indeling voor niet-RGB-illustraties voor afbeeldingen
die u wilt importeren in kantoortoepassingen.
De instellingen van de RGB-afdrukopties die u kiest, zijn van invloed op alle RGB-objecten
die in een document zijn geplaatst.
Verschillende soorten geïmporteerde objecten gebruiken (geavanceerd kleurbeheer)
Als u meerdere RGB-objecten (fotografische en niet-fotografische) in een bestand plaatst in
een kantoortoepassing, is het mogelijk dat een enkel weergavetype niet volstaat om de uitvoer
van alle objecten te optimaliseren. In dat geval kunt u zorgen dat de fotografische objecten het
weergavetype volledig negeren. Hiervoor opent u het fotografische object in CMYK-kleuren
met een toepassing voor pixelbewerking, zoals Photoshop, slaat u het object op in een bestand
in EPS-indeling en importeert u het vervolgens in het document.
Opties selecteren bij het afdrukken
Wat betreft afdrukken op de kleurenserver, gedragen alle kantoortoepassingen zich op
dezelfde wijze. Aan de hand van de instructies in Afdrukken in kleur kunt u de afdrukopties
en instellingen voor kleurbeheer opgeven. Als u deze opties wilt opgeven, moet u een
PostScript Level 2-stuurprogramma (of recenter) gebruiken, zoals het Adobe PostScriptprinterstuurprogramma.
Aangezien kantoortoepassingen RGB-gegevens versturen naar de kleurenserver,
zijn de instellingen die u kiest voor de RGB-afdrukopties belangrijk. Geef de juiste
RGB-afdrukopties op voor het gewenste kleureffect (raadpleeg Afdrukken in kleur).
KLEURBEHEERINKANTOORTOEPASSINGEN23
Uitvoerprofielen
Het uitvoerprofiel van de kleurenserver heeft invloed op alle kleurgegevens in een taak.
Dit profiel kan het profiel zijn dat is ontworpen voor het apparaat en wordt meegeleverd
met de kleurenserver, maar het kan ook een aangepast profiel zijn dat is gemaakt op uw
locatie (raadpleeg Afdrukken in kleur). Druk indien nodig de testpagina af om te zien welk
profiel de actieve standaard is op de kleurenserver.
Kleurnauwkeurigheid behouden bij het opslaan van een bestand
Voer de volgende stappen uit om de kleurnauwkeurigheid te behouden:
• Voeg geen PostScript-kleurbeheergegevens toe bij het opslaan van CMYK EPS-bestanden.
Op deze wijze beperkt u het risico van conflicterende gegevens en meervoudige
kleurconversies. PostScript-kleurbeheer zorgt dat CMYK-kleuren door de kleurenserver
worden geïnterpreteerd alsof deze voortkomen uit de Lab-kleurenruimte. Het resultaat
is dat de kleuren worden verwerkt door RGB-afdrukopties in plaats van de instellingen
voor CMYK-bron en CMYK-verwerkingsmethode.
• Voeg ICC-kleurgegevens aan bestanden toe. Deze gegevens veroorzaken geen conflicten
met ColorWise en deze gegevens zijn nuttig om de kleurenruimte vast te stellen die door
uw bestanden wordt gebruikt.
• Voeg geen raster- en overdrachtsfuncties toe.
• Schakel kleurbeheer in het printerstuurprogramma uit.
Controleer op Windows-computers, op het tabblad Kleurbeheer van de
printereigenschappen of er geen kleurprofielen aan de printer zijn gekoppeld.
Stel op Mac OS-computers, in de ColorSync-instellingen van het printerstuurprogramma,
de optie Kleurconversie in op In Printer en de optie Quartz-filter op Geen.
KLEURBEHEERIN POSTSCRIPT-TOEPASSINGEN24
KLEURBEHEERIN POSTSCRIPT-TOEPASSINGEN
Dit hoofdstuk bevat richtlijnen voor het gebruik van toepassingen die zelf PostScript-uitvoer
kunnen genereren, zoals bepaalde illustratieprogramma’s, toepassingen voor pixelbewerking
en DTP-toepassingen. Raadpleeg “Kleurbeheer in Adobe Photoshop” op pagina 29,
“Kleurbeheer in toepassingen voor paginaopmaak” op pagina 39 of “Kleurbeheer in
illustratietoepassingen” op pagina 48 voor informatie over het gebruik van specifieke
toepassingen.
Werken met PostScript-toepassingen
De meeste toepassingen die voor illustraties, pixelbewerking en paginaopmaak worden
gebruikt, kunnen de PostScript-informatie maken die naar een PostScript-printer wordt
verstuurd of in PostScript-bestanden wordt opgeslagen. Adobe Illustrator, Photoshop,
Adobe InDesign en QuarkXPress zijn allemaal PostScript-toepassingen.
PostScript-toepassingen werken op verschillende manieren met kleuren. In de meeste
toepassingen kunt u proceskleuren kiezen (door percentages voor cyaan, magenta, geel en
zwart in te voeren) en kunt u benoemde kleuren kiezen in een steunkleursysteem, zoals
PANTONE. Wanneer u composieten afdrukt, versturen deze toepassingen de equivalenten
van proceskleuren voor benoemde steunkleuren naar de kleurenserver. In sommige
toepassingen kunt u ook kleuren kiezen aan de hand van RGB, HSB, HSL of andere
kleurmodellen.
Over het algemeen verzenden PostScript-toepassingen kleurgegevens naar de kleurenserver in
de vorm van CMYK-gegevens. Een uitzondering hierop vormen RGB-objecten die in een
document zijn geplaatst en die direct naar de kleurenserver worden verzonden (tenzij u
speciale kleurbeheerinstellingen opgeeft in de toepassing). Bovendien verzenden bepaalde
PostScript-toepassingen waarmee u kleuren in RGB- of andere kleurmodellen kunt definiëren
de gegevens ook naar de kleurenserver in deze kleurenruimten.
OPMERKING: Als uw kleurenserver de toepassing Postflight ondersteunt, kunt u Postflight
gebruiken voor het analyseren van de kleurenruimte die is gebruikt bij een specifieke taak.
Het kleurbeheer in PostScript-toepassingen is eigenlijk ontworpen voor het afdrukken op een
offsetpers. Daarom zijn mogelijk enkele aanpassingen nodig wanneer u afdrukken maakt op
de kleurenserver. Weergegeven versies van kleuren die u in deze toepassingen kiest, komen
wellicht niet exact overeen met de kleurenserver-uitvoer. Benoemde kleuren worden wellicht
niet nauwkeurig op de kleurenserver afgedrukt, aangezien deze kleuren meestal aangepaste
inkten vereisen.
KLEURBEHEERIN POSTSCRIPT-TOEPASSINGEN25
Kleuraanpassing met PostScript-toepassingen
Alle PostScript-toepassingen ondersteunen het CMYK-model. Bepaalde PostScripttoepassingen ondersteunen ook het RGB-model en andere kleurmodellen die zijn gebaseerd
op monitorweergavewaarden. In PostScript-toepassingen kunt u ook benoemde kleuren
kiezen aan de hand van een of meer kleurenbibliotheken, zoals PANTONE (raadpleeg
pagina 26).
Wij raden het gebruik van afgedrukte kleurenreferentiepagina’s sterk aan om voorspelbare
resultaten voor afdrukken in kleur te bereiken met de kleurenserver of om de kleurenuitvoer
van de kleurenserver aan te passen aan kleuren die door andere printers worden geproduceerd.
Kleurenreferentiepagina’s gebruiken voor het aanpassen van kleur
De gebruikerssoftware van de kleurenserver bevat verschillende kleurenreferentiepagina’s.
Als u op deze referentiepagina’s kleuren voor uw documenten kiest en de bijbehorende
CMYK-waarden opgeeft, weet u zeker dat uw apparaat dezelfde kleuren produceert.
OPMERKING: Kalibreer de kleurenserver voordat u de referentiepagina’s afdrukt. Dit levert
de beste resultaten op.
OPMERKING: Bij kleurenreferentiepagina’s worden monitorkleuren niet aan afgedrukte kleuren
aangepast. Hiervoor moet u een kleurbeheersysteem gebruiken en uw monitor kalibreren.
CMYK-kleurenreferentie gebruiken
In het CMYK-kleurenreferentiebestand dat bij de gebruikerssoftware van de kleurenserver
wordt geleverd, kunt u zien hoe verschillende combinaties van cyaan, magenta, geel en zwart
er uit zien wanneer deze op de printer worden afgedrukt.
KLEURBEHEERIN POSTSCRIPT-TOEPASSINGEN26
Download het bestand naar een onlangs gekalibreerde kleurenserver als u het CMYKkleurenreferentiebestand wilt afdrukken. De afgedrukte pagina’s geven groepen kleurvlakken
weer in graduele combinaties van geel, magenta en cyaan en kleinere vlakken die 25%, 50%
en 75% zwart bevatten. Deze pagina’s kunt u gebruiken om kleuren te selecteren en waarden
voor proceskleuren op te geven in een toepassing. Het bestand is te vinden op de cd of dvd
met gebruikerssoftware.
PANTONE-referentie gebruiken
Met het PANTONE-referentiebestand (processimulatie van PANTONE Solid Coated
Colors), dat bij uw gebruikerssoftware van de kleurenserver wordt geleverd, kunt u
eenvoudiger voorspelbare resultaten verkrijgen bij kleuren die in de PANTONE-bibliotheek
met gecoate kleuren worden gekozen.
Welke informatie wordt afgedrukt door dit referentiebestand varieert afhankelijk van de
instelling van de optie Steunkleuraanpassing.
•
Steunkleuraanpassing Aan drukt vlakken af die de steunkleur simuleren op basis
van het best vergelijkbare equivalent dat beschikbaar is met de CMYK-toners van de
kopieermachine/printer die is aangesloten op de kleurenserver. De CMYK-waarden
waarmee de kleur wordt geproduceerd, evenals de naam en het nummer van de
PANTONE-kleur, worden onder elk vlak afgedrukt.
•
Steunkleuraanpassing Uit drukt vlakken af van de CMYK-equivalenten van PANTONE-
kleuren volgens PANTONE-definities. (Deze komen overeen met de CMYK-waarden die
zijn gedefinieerd in toepassingen die PANTONE-bibliotheken bevatten.) De CMYKwaarden waarmee de kleur wordt geproduceerd, evenals de naam en het nummer van
de PANTONE-kleur, worden onder elk vlak afgedrukt.
Download het bestand naar de kleurenserver als u het referentiebestand wilt afdrukken.
Het bestand is te vinden op de cd of dvd met gebruikerssoftware. Als de standaardinstelling
bij Steunkleuraanpassing op de kleurenserver niet de instelling is die u wilt gebruiken om de
PANTONE-kleuren af te drukken, downloadt u het bestand naar de blokkeringswachtrij
en negeert u de instelling Steunkleuraanpassing met behulp van Command WorkStation.
Raadpleeg de Help van Command WorkStation voor meer informatie over het gebruik van
Command WorkStation.
Werken met geïmporteerde objecten
U kunt objecten importeren in documenten die zijn gemaakt in illustratietoepassingen
(zoals Illustrator) en toepassingen voor paginaopmaak (zoals QuarkXPress). De aanbevolen
indelingen voor objecten die worden geïmporteerd in documenten met paginaopmaak zijn
EPS (ook bekend als EPSF) en TIFF (Tag Image File Format). Als u problemen ondervindt
met een TIFF-object, gebruikt u de bestandsindeling EPS. Sommige toepassingen kunnen
ook andere bestandsindelingen ondersteunen.
KLEURBEHEERIN POSTSCRIPT-TOEPASSINGEN27
De RGB-afdrukopties hebben invloed op alle RGB-objecten die in een document zijn
geplaatst. Het kleurbeheersysteem van ColorWise past de opgegeven instelling voor RGB/
Lab Source (RGB/Lab-bron) op alle RGB-gegevens toe en gebruikt vervolgens het opgegeven
weergavetype om een kleurconversie uit te voeren. Dit gebeurt echter niet wanneer u
ICC-profielen aan RGB-objecten toewijst met de hulpmiddelen voor kleurbeheer van de
toepassing (raadpleeg de volgende sectie). In dat geval voert de toepassing de kleurconversie
van het object uit en worden CMYK-gegevens naar de kleurenserver verzonden.
Verschillende soorten objecten gebruiken (geavanceerd kleurbeheer)
Als u meerdere RGB-objecten (fotografische en niet-fotografische) in een bestand plaatst,
is het mogelijk dat een enkel weergavetype niet volstaat om de uitvoer van alle objecten te
optimaliseren. In dat geval kunt u zorgen dat de fotografische objecten het weergavetype
volledig negeren. Hiervoor moet u met een toepassing voor pixelbewerking, zoals Photoshop,
het object in CMYK-kleuren scheiden en er een kleurcorrectie op uitvoeren. Vervolgens
slaat u het bestand op als een EPS- of TIFF-bestand en importeert u dit in het document.
U kunt het RGB-object ook in TIFF-indeling opslaan en er een ICC-profiel en een
weergavetype aan toewijzen wanneer u het object in het document importeert. Dit kan
alleen als uw toepassing deze functie ondersteunt.
CMYK-bronprofielen gebruiken
U kunt een CMYK-bronprofiel en een CMYK-verwerkingsmethode opgeven voor een
taak (raadpleeg Afdrukken in kleur). De CMYK-afdrukopties beïnvloeden alle CMYKkleurgegevens die zijn verzonden door de toepassing voor paginaopmaak of illustraties, en
kunnen tevens RGB-gegevens in een toepassing voor paginaopmaak beïnvloeden als de optie
RGB/Lab scheiden naar CMYK-bron is ingeschakeld.
• Als het document CMYK-objecten bevat die zijn gescheiden voor een offsetpersstandaard,
past u het overeenkomstige CMYK-bronprofiel toe. Voor objecten die bijvoorbeeld zijn
gescheiden voor SWOP, kiest u bijvoorbeeld SWOP als CMYK-bronprofiel.
OPMERKING: Als u scheidingen afdrukt naar de kleurenserver en de functie Scheidingen
combineren gebruikt in combinatie met de CMYK-verwerkingsmethode Volledig (bron
VGC) of Volledig (uitvoer VGC), komt het resultaat mogelijk niet overeen met dezelfde
pagina die als composiet wordt afgedrukt.
• Als het document CMYK-objecten bevat die zijn gescheiden overeenkomstig de
kleurkenmerken van een aangepast ICC-profiel (geen persstandaard-profiel), kiest
u het profiel dat overeenkomt met het CMYK-bronprofiel op de kleurenserver.
Raadpleeg de Help van Command WorkStation voor meer informatie over het kopiëren
van CMYK-bronprofielen naar de kleurenserver met Command WorkStation.
KLEURBEHEERIN POSTSCRIPT-TOEPASSINGEN28
In de toepassing gedefinieerde halftonen gebruiken
Als op uw locatie Fiery Graphic Arts Package (niet beschikbaar voor alle kleurenservermodellen) is geïnstalleerd, kunt u halftonen definiëren vanuit diverse PostScript-toepassingen
en deze gebruiken bij het afdrukken. De resultaten kunnen variëren afhankelijk van de
gebruikte toepassing.
Om een halftoon te definiëren, stelt u in de toepassing de waarden Frequentie en Hoek van
de halftoon in. Wanneer u de taak afdrukt, kiest u Door toepassing gedefinieerd voor de
afdrukoptie voor halftonen.
De instellingen voor Frequentie en Hoek in het door de toepassing gedefinieerde halftoon
worden gebruikt, ongeacht of de instelling Scheidingen combineren is ingeschakeld Aan of
uitgeschakeld Uit. Raadpleeg “Opties selecteren bij het afdrukken” op pagina 35 voor speciale
instructies voor het afdrukken van scheidingen met Photoshop.
OPMERKING: Over het algemeen wordt het gebruik van halftonen afgeraden. Op de afdrukken
zullen dan immers tonerstippen zichtbaar zijn in plaats van vloeiende overgangen. Maak
alleen gebruik van halftonen als dit nodig is om een specifieke afdrukstijl te verkrijgen.
Kleurnauwkeurigheid behouden bij het opslaan van een bestand
Voer de volgende stappen uit om de kleurnauwkeurigheid te behouden:
• Voeg geen PostScript-kleurbeheergegevens toe bij het opslaan van CMYK EPS-bestanden.
Op deze wijze beperkt u het risico van conflicterende gegevens en meervoudige
kleurconversies. PostScript-kleurbeheer zorgt dat CMYK-kleuren door de kleurenserver
worden geïnterpreteerd alsof deze voortkomen uit de Lab-kleurenruimte. Het resultaat is
dat de kleuren worden verwerkt door RGB-afdrukopties in plaats van de instellingen voor
CMYK-bron en CMYK-verwerkingsmethode.
• Voeg ICC-kleurgegevens aan bestanden toe. Deze gegevens veroorzaken geen conflicten
met ColorWise en deze gegevens zijn nuttig om de kleurenruimte vast te stellen die door
uw bestanden wordt gebruikt.
• Voeg geen raster- en overdrachtsfuncties toe.
• Schakel kleurbeheer in het printerstuurprogramma uit.
Controleer op Windows-computers, op het tabblad Kleurbeheer van de
printereigenschappen of er geen kleurprofielen aan de printer zijn gekoppeld.
Stel op Mac OS-computers, in de ColorSync-instellingen van het printerstuurprogramma,
de optie Kleurconversie in op In Printer en de optie Quartz-filter op Geen.
KLEURBEHEERIN ADOBE PHOTOSHOP29
KLEURBEHEERIN ADOBE PHOTOSHOP
In dit hoofdstuk worden de functies van Adobe Photoshop CS3 voor Windows en Mac OS
beschreven. In de afbeeldingen wordt de Windows-gebruikersinterface getoond, maar de
informatie en instructies gelden ook voor de Mac OS-versie van Photoshop, tenzij
anders aangegeven.
Installeer, voordat u met Photoshop gaat werken, het RGB-bronprofiel en CMYK-bronprofiel
of -uitvoerprofiel dat u gaat gebruiken bij het afdrukken naar de kleurenserver. Raadpleeg de
Help van Command WorkStation voor meer informatie over het overbrengen van profielen
van en naar de kleurenserver.
Voordat u vanuit Photoshop afdrukt, moet u controleren of het juiste printerstuurprogramma
en het PPD (PostScript Printer Description) (PostScript-printerdefinitiebestand) van
de kleurenserver op uw computer zijn geïnstalleerd, zoals wordt beschreven in Afdrukken.
Kleurinstellingen opgeven
In de volgende secties worden de aanbevolen kleurinstellingen beschreven voor Photoshop in
een kleurenserver werkstroom. Het betreft de volgende kleurinstellingen:
Working Spaces (Werkruimten): standaardkleurenruimten die u kunt gebruiken bij het
werken met RGB, CMYK, grijswaarden en steunkleuren. ICC-kleurprofielen beschrijven het
kleurengamma en de kleurkenmerken van deze werkruimten.
Color Management Policies (Beleid voor kleurbeheer): instructies die Photoshop vertellen wat
moet worden gedaan wanneer kleurgegevens worden gevonden uit een andere kleurenruimte
dan de opgegeven werkruimte.
Kleurinstellingen van Photoshop configureren
Photoshop gebruikt een geavanceerd kleurbeheersysteem dat documentkleuren kan verwerken
voor een breed scala aan werkstromen met kleurbeheer. Door de kleurinstellingen aan te
passen, geeft u op hoeveel kleurbeheer u wilt gebruiken wanneer u in Photoshop werkt.
Loading...
+ 65 hidden pages
You need points to download manuals.
1 point = 1 manual.
You can buy points or you can get point for every manual you upload.