Xerox®, Xerox and Design®, GBC® AdvancedPunch® en SquareFold® zijn handelsmerken
van Xerox Corporation in de Verenigde Staten en/of andere landen. Productstatus,
versiestatus en/of specificaties zijn onderhevig aan wijzigingen zonder kennisgeving.
Adobe, het Adobe-logo, Acrobat, het Acrobat-logo, Acrobat Reader, Distiller, het Adobe
PDF-logo, Adobe PDF JobReady, Illustrator, InDesign en Photoshop zijn geregistreerde
handelsmerken van Adobe Systems, Inc. PostScript is een geregistreerd handelsmerk
van Adobe dat met de Adobe PostScript Interpreter, de Adobe-paginabeschrijvingstaal
en andere Adobe-producten wordt gebruikt. Dit product wordt niet onderschreven of
gesponsord door Adobe Systems, uitgever van Adobe Photoshop.
7. Druk op de knop Aan-/afmelden op het bedieningspaneel om de modus Beheerder
te verlaten.
In de gebruikersinterface wordt het scherm Afmelden weergegeven.
8. Selecteer Afmelden.
Xerox® 770 Digital Color Press
Handleiding voor de systeembeheerder
1-1
Overzicht Beheerder
Aanpassing schermen en knoppen van
gebruikersinterface
De systeembeheerder kan specifieke knoppen en schermen aanpassen:
• De gebruiker kan overschakelen op een specifieke toepassing zonder te hoeven
teugkeren naar het scherm Alle diensten. Dit wordt bereikt door specifieke
toepassingen toe te wijzen aan de drie aangepaste knoppen op het bedieningspaneel.
Onder de fabrieksinstelling is de toepassing Kopiëren toegewezen aan de eerste
aangepaste knop, Bekijken aan de derde, terwijl de tweede niet is toegewezen (Niet
in gebruik).
• Specifieke schermen kunnen worden weergegeven nadat het apparaat wordt
ingeschakeld, wanneer het de Energiespaarstand verlaat, en/of nadat Auto wissen
is geselecteerd.
Toepassing toewijzen aan schermen en knoppen
1. Meld u aan als beheerder.
2. Selecteer het tabblad Hulpprogramma's op de gebruikersinterface.
• Selecteer als u het standaardscherm wilt instellen of wijzigen Standaardscherm.
• Selecteer als u een knop op de gebruikersinterface wilt instellen of wijzigen de
gewenste optie voor de aangepaste knop (Aangepaste knop 1,
Aangepaste knop 2 of Aangepaste knop 3).
5. Selecteer Instellingen wijzigen.
6. Selecteer de gewenste instelling voor de toepassing.
Keuzen worden vermeld op de lijst die wordt weergegeven.
7. Selecteer desgewenst een andere toepassing om in te stellen of te wijzigen en herhaal
de voorgaande stappen.
8. Selecteer Opslaan.
Het vorige scherm wordt weergegeven.
9. Selecteer Sluiten.
Het tabblad Hulpprogramma's wordt weergegeven.
10. Sluit de modus Beheerder af.
Verwante onderwerpen:
Instellingen scherm/knop
Instellingen scherm/knop toewijzen
1-2
Xerox® 770 Digital Color Press
Handleiding voor de systeembeheerder
Overzicht Beheerder
Energiespaarstand
Met behulp van de toepassing Energiespaarstand kunt u instellen na hoeveel tijd het
apparaat overgaat op een stand waarin minder energie wordt verbruikt. Er zijn twee
modi bij de Energiespaarstand: Laag stroomverbruik en Slaapstand. Het apparaat gaat
naar deze standen wanneer alle kopieer- en/of afdrukopdrachten zijn uitgevoerd en er
geen opdrachten meer worden verwerkt.
Het apparaat gaat automatisch over op de modus Laag stroomverbruik wanneer er 15
minuten lang geen activiteit op het apparaat heeft plaatsgevonden; dit is de
fabrieksinstelling. Het apparaat gaat automatisch naar de Slaapstand wanneer er 60
minuten lang geen activiteit op het apparaat heeft plaatsgevonden; dit is de
fabrieksinstelling. De intervallen voor zowel de modus Laag stroomverbruik als de
Slaapstand kunnen echter worden gewijzigd, met waarden die variëren van 1 minuut
tot 240 minuten.
Dit zijn twee voorbeelden:
• Als de modus Laag energieverbruik is ingesteld op 15 minuten en
de Slaapstand op 60 minuten, wordt de Slaapstand geactiveerd
na 60 minuten van totale inactiviteit, niet 60 minuten nadat de
modus Laag energieverbruik wordt ingeschakeld.
• Als de modus Laag energieverbruik is ingesteld op 15 minuten en
de Slaapstand is ingesteld op 20 minuten, wordt de Slaapstand
geactiveerd 5 minuten nadat de modusLaag energieverbruik is
ingeschakeld.
Modus Laag stroomverbruik
In deze stand wordt de stroom naar de gebruikersinterface en fusereenheid verlaagd
om op stroom te besparen. Het scherm gaat uit en de knop Energiespaarstand op het
bedieningspaneel gaat branden. U kunt het apparaat weer gebruiken door op
Energiespaarstand te drukken. De knop Energiespaarstand dooft ten teken dat de
toepassing Energiespaarstand is geannuleerd.
Slaapstand
In deze stand wordt het stroomverbruik nog verder beperkt in vergelijking met de modus
Laag stroomverbruik. Het scherm gaat uit en de knop Energiespaarstand op het
bedieningspaneel gaat branden. U kunt het apparaat weer gebruiken door op
Energiespaarstand te drukken. De knop Energiespaarstand dooft ten teken dat de
toepassing Energiespaarstand is geannuleerd.
Xerox® 770 Digital Color Press
Handleiding voor de systeembeheerder
1-3
Overzicht Beheerder
Interval van energiespaarstand instellen/wijzigen
OPMERKING
De intervallen voor zowel de modus Laag stroomverbruik als de Slaapstand kunnen
echter worden gewijzigd, met waarden die variëren van 1 minuut tot 240 minuten.
1. Meld u aan als beheerder.
2. Selecteer het tabblad Hulpprogramma's op de gebruikersinterface.
7. Selecteer het gewenste interval voor zowel de modus Laag stroomverbruik als de
Slaapstand.
OPMERKING
De standaardinstelling voor de modus Laag stroomverbruik is 15 minuten. De
standaardinstelling voor de Slaapstand is 60 minuten. Het interval voor de slaapstand
moet langer zijn dan dat voor de modus Laag stroomverbruik.
8. Selecteer Opslaan.
Het vorige scherm wordt weergegeven.
9. Selecteer Sluiten.
Het tabblad Hulpprogramma's wordt weergegeven.
10. Sluit de modus Beheerder af.
Verwante onderwerpen:
Apparaatklok / -timers
Energiespaarstand verlaten
Het apparaat verlaat de energiespaarstand wanneer de knop Energiebesparing op het
bedieningspaneel wordt ingedrukt of wanneer het apparaat afdrukgegevens ontvangt
van een binnenkomende afdrukopdracht.
In de onderstaande tabellen ziet u de items die kunnen worden ingesteld of gewijzigd
als u bent aangemeld als beheerder. De items in deze tabellen zijn afhankelijk van de
apparaatconfiguratie en de optionele invoer- en afwerkeenheden die op het apparaat
zijn aangesloten.
Gebruik Instellingen veelgebruikte diensten om de standaardinstellingen te selecteren
die van invloed zijn op het apparaat zelf. Instellingen veelgebruikte diensten betreffen
de volgende toepassingen:
Apparaatklok / -timers
Gebruik deze toepassing om de tijd en intervallen voor de apparaatklok in te stellen
voor allerlei opties, zoals de timer van de energiespaarstand.
Audiotonen
Gebruik deze toepassing om te kiezen of er een waarschuwingstoon klinkt voor
verscheidene apparaatfuncties, bijvoorbeeld wanneer een opdracht eindigt of als er
een storing optreedt.
Instellingen scherm/knop
Gebruik deze toepassing om specifieke schermen en knoppen in te stellen die worden
weergegeven als de stroom wordt ingeschakeld of wanneer het apparaat de
energiespaarstand verlaat.
Instellingen papierlade
Gebruik deze toepassing om items in te stellen met betrekking tot papier en laden.
Aanpassing afdrukkwaliteit
Gebruik deze toepassing om de verwerkingsmethode voor afdrukkwaliteit in te stellen
die wordt gebruikt wanneer het apparaat een origineel scant.
Overzichten
Gebruik deze toepassing om de opties voor afdrukbare overzichten in te stellen. Als u
bijvoorbeeld een bepaalde optie selecteert, drukt het apparaat automatisch een
overzicht af nadat een opgegeven aantal opdrachten is verwerkt.
Xerox® 770 Digital Color Press
Handleiding voor de systeembeheerder
Gebruik deze toepassing om de apparaatinstellingen verder aan te passen (zoals een
uitlijningsaanpassing voor een bepaalde papiervariant), het initialiseren van de harde
schijf van het apparaat of om gegevens te verwijderen.
Watermerk en optioneel Beveiligd watermerk
Gebruik deze toepassing om standaardinstellingen voor veelgebruikte watermerken te
configureren.
Andere instellingen
Gebruik deze toepassing om verschillende instellingen aan veelgebruikte toepassingen
toe te wijzen (zoals standaard papierformaten).
Gebruik de toepassing Apparaatklok/-timers om de tijd en intervallen voor de
apparaatklok in te stellen voor allerlei opties:
Datum
Hiermee stelt u de datum van de apparaatklok in. De datum die u hier instelt wordt
afgedrukt op lijsten en rapporten. Kies uit drie opties voor de datumnotatie:
• Jaar/maand/dag
• Maand/dag/jaar
• Dag/maand/jaar
Tijd
Hiermee stelt u de tijd van de apparaatklok in. De tijd die u hier instelt wordt afgedrukt
op lijsten en rapporten. Selecteer de 12-uursnotatie of de 24-uursnotatie.
Auto wissen
Hiermee stelt u de periode in waarna het apparaat terugkeert naar het standaard
scherm; met andere woorden, als een bepaalde periode verstrijkt zonder dat er een
handeling wordt uitgevoerd, keert het apparaat automatisch terug naar het
oorspronkelijke (standaard ) scherm. Als deze optie wordt ingesteld op Aan, selecteer
dan een periode met een waarde tussen 30-900 seconden, met intervallen van één
seconde.
OPMERKING
Zelfs als Uit wordt geselecteerd, worden net gestarte opdrachten en opdrachten in de
wachtrij verwerkt na één minuut van inactiviteit.
U specificeert met deze instelling de tijd die verstrijkt voordat de huidige opdracht
automatisch wordt gewist als er tijdens een kopieer- of scanopdracht een fout optreedt.
Zo kan de volgende opdracht worden voltooid. Als de optie wordt ingesteld op Aan,
selecteer dan een waarde voor de periode van tussen de 4 en 99 minuten, in stappen
van 1 minuut. Selecteer Uit als u deze toepassing niet wilt gebruiken.
Auto-afdrukken
Stel de tijd in van het einde van de ene afdrukopdracht tot de uitvoering van de
volgende. Als de optie wordt ingesteld op Aan, selecteer dan een waarde voor de periode
van 1 tot 240 seconden, in stappen van 1 seconde. Als Uit is geselecteerd, kan met
afdrukken worden begonnen zodra het apparaat gereed is.
Energiespaarstandtimers
Hiermee stelt u in hoelang het duurt voordat het apparaat de modus Laag
stroomverbruik of de slaapstand betreedt. U kunt kiezen uit:
• Van Laatste bediening naar modus Laag stroomverbruik: Geef een periode op tussen
de laatste bediening en het betreden van de modus Laag stroomverbruik, in het
bereik 1-240 minuten, in stappen van één minuut.
• Van Laatste bediening naar Slaapstand Geef een periode op tussen de laatste
bediening en het betreden van de slaapstand, in het bereik 1-240 minuten, in stappen
van één minuut.
OPMERKING
Het interval voor de slaapstand moet langer zijn dan dat voor de modus Laag
stroomverbruik.
Duur printeruitschakeling
Als Aan is geselecteerd, selecteer dan de tijd vanaf het begin tot aan het einde van de
printeruitschakeling. De waarden liggen tussen 0 en 23 uur en 0 tot 59 minuten Als u
Uit selecteert, wordt de printer niet uitgeschakeld.
Tijdzone
Hiermee stelt u het tijdverschil in ten opzichte van Greenwich Mean Time (GMT).
Zomer-/wintertijd
Wanneer deze toepassing is ingeschakeld, stelt het apparaat automatisch de juiste
tijd in wanneer de zomertijd begint en eindigt. U kunt kiezen uit:
• Aanpassen Uit: Selecteer deze optie als u Zomer-/wintertijd niet wilt gebruiken.
• Aanpassen op maand, dag en tijd: Selecteer deze toepassing om aan te geven
wanneer de zomertijd begint, met dag, maand en tijd.
• Aanpassen op maand, week, weekdag en tijd: Selecteer deze toepassing om aan
te geven wanneer de zomertijd begint, met maand, week, dag van de week en tijd.
Xerox® 770 Digital Color Press
Handleiding voor de systeembeheerder
5. Selecteer de optie die u wilt instellen of wijzigen. De opties zijn onder meer:
• Datum
• Tijd
• Auto wissen
• Automatisch opdracht vrijgeven
• Auto-afdrukken
• Energiespaarstandtimers
• Duur printeruitschakeling
• Tijdzone
• Zomer-/wintertijd
6. Selecteer Instellingen wijzigen.
7. Selecteer de gewenste instelling voor de optie.
8. Selecteer Opslaan.
Het vorige scherm wordt weergegeven.
9. Selecteer desgewenst een andere optie om in te stellen of te wijzigen en herhaal de
voorgaande stappen.
10. Selecteer Sluiten.
Het tabblad Hulpprogramma's wordt weergegeven.
11. Sluit de modus Beheerder af.
Audiotonen
Met het scherm Audiotonen kunt u kiezen of er een waarschuwingstoon klinkt voor
verscheidene apparaatfuncties, bijvoorbeeld wanneer een opdracht eindigt of als er een
storing optreedt. U kunt kiezen uit:
Selectietoon bedieningspaneel
Selecteer het volumeniveau dat te horen is wanneer een knop op de gebruikersinterface
op de juiste manier wordt geselecteerd. U kunt kiezen uit Luid, Normaal en Zacht. U
schakelt het geluid uit door Uit te selecteren.
Selecteer het volumeniveau dat te horen is wanneer een niet-functionerende (of grijze)
toets wordt geselecteerd of wanneer er een fout optreedt. U kunt kiezen uit Luid,
Normaal en Zacht. U schakelt het geluid uit door Uit te selecteren.
Basistoon
Voor een schakelknop (de instelling verandert telkens wanneer u de toets indrukt),
selecteert u het volumeniveau dat te horen is wanneer de knop zich in de oorspronkelijke
(eerste) positie bevindt. Dit is het geluid dat wordt gemaakt wanneer de knop
Onderbreken wordt losgelaten. U kunt kiezen uit Luid, Normaal en Zacht. U schakelt
het geluid uit door Uit te selecteren.
Toon Apparaat gereed
Stel in welk volumeniveau te horen is wanneer het apparaat gereed is om te kopiëren
of afdrukken of nadat het apparaat is ingeschakeld. U kunt kiezen uit Luid, Normaal
en Zacht. U schakelt het geluid uit door Uit te selecteren.
Toon Opdracht voltooid 1
Selecteer welk volumeniveau te horen is wanneer het apparaat de specifieke cyclus
heeft voltooid, zoals een kopieeropdracht. U kunt kiezen uit Luid, Normaal en Zacht.
U schakelt het geluid uit door Uit te selecteren. De standaardinstelling is Kopiëren.
Toon Opdracht voltooid 2
Selecteer welk volumeniveau te horen is wanneer het apparaat de specifieke cyclus
heeft voltooid, zoals een kopieeropdracht. U kunt kiezen uit Luid, Normaal en Zacht.
U schakelt het geluid uit door Uit te selecteren. De standaardinstelling is Overzicht
afdrukken.
Storingstoon
Selecteer welk volumeniveau te horen is wanneer er een foutbeëindiging optreedt. U
kunt kiezen uit Luid, Normaal en Zacht. U schakelt het geluid uit door Uit te selecteren.
Waarschuwingstoon Automatisch wissen
Selecteer welk volumeniveau te horen is wanneer de functie voor automatisch wissen
wordt ingeschakeld. U kunt kiezen uit Luid, Normaal en Zacht. U schakelt het geluid
uit door Uit te selecteren.
Waarschuwingstoon
Selecteer welk volumeniveau te horen is wanneer er een storing, zoals een papierstoring,
optreedt en deze storing niet wordt verholpen. U kunt kiezen uit Luid, Normaal en
Zacht. U schakelt het geluid uit door Uit te selecteren.
Waarschuwingstoon Papier op
Selecteer welk volumeniveau te horen is wanneer er geen papier in de papierlade ligt
en niemand het probleem met deze opdracht verhelpt. U kunt kiezen uit Luid, Normaal
en Zacht. U schakelt het geluid uit door Uit te selecteren.
Xerox® 770 Digital Color Press
Handleiding voor de systeembeheerder
Selecteer welk volumeniveau te horen is wanneer het tijd wordt om de tonercassette
van de afdrukmodule te vervangen. U kunt kiezen uit Luid, Normaal en Zacht. U
schakelt het geluid uit door Uit te selecteren.
Opgeslagen programmering
Selecteer welk volumeniveau te horen is wanneer de functie Opgeslagen programmering
wordt ingeschakeld. U kunt kiezen uit Luid, Normaal en Zacht. U schakelt het geluid
uit door Uit te selecteren.
Audiotonen instellen
1. Meld u aan als beheerder.
2. Selecteer het tabblad Hulpprogramma's op de gebruikersinterface.
Gebruik de toepassing Instellingen scherm/knop om specifieke schermen en knoppen
in te stellen die worden weergegeven als bijvoorbeeld de stroom wordt ingeschakeld of
wanneer het apparaat de energiespaarstand verlaat. U kunt kiezen uit:
Standaardinstelling scherm
Wijs een standaardscherm toe dat moet verschijnen wanneer het apparaat wordt
ingeschakeld; de opties zijn onder andere Diensten, Kopiëren, Opdrachtstatus of
Apparaatstatus.
Standaardinstelling dienstenscherm
Wijs een standaardinstelling toe aan het dienstenscherm; de opties zijn onder andere
Alle diensten, Kopiëren en Opgeslagen programmering.
Dienstenscherm na Autom. wissen
Wijs een standaardscherm toe dat moet verschijnen nadat Auto wissen heeft
plaatsgevonden; selecteer Alle diensten of Laatste selectiescherm.
Autom. weergave aanmeldingsscherm
Als de functie Verificatie wordt gebruikt, selecteer dan of automatisch het
aanmeldingsscherm moet worden geopend nadat het apparaat is aangezet of nadat
de Energiespaarstand is beëindigd.
Alle diensten
Stel de opmaak van de dienstknoppen in die op het scherm Alle diensten verschijnen
wanneer er op de knop Alle diensten wordt gedrukt op het bedieningspaneel.
Standaardscherm Alle diensten
Selecteer of op het scherm Alle diensten een functionele beschrijving van de
geselecteerde knop moet worden weergegeven.
Opdrachttype op scherm Opdrachtstatus
Selecteer de opdrachttypen die op het tabblad Voltooide opdrachten van het scherm
Opdrachtstatus worden weergegeven wanneer op de knop Opdrachtstatus van het
bedieningspaneel wordt gedrukt.
Aangepaste knoppen 1-3
Wijs functies toe aan de drie aangepaste knoppen op het bedieningspaneel. Zo kan
één knop worden toegewezen aan de functie Kopiëren, en de andere twee aan
Opgeslagen programmering en Taal.
Standaardtaal
Stel de standaardtaal voor het apparaat in; deze taal wordt gebruikt voor de
gebruikersinterface.
Xerox® 770 Digital Color Press
Handleiding voor de systeembeheerder
Gebruik deze optie om veelgebruikte informatie in te voeren en op te slaan en om een
aangepaste knop te maken op het toetsenbordscherm van de gebruikersinterface.
Veelgebruikte informatie kan een domeinnaam zijn of een IP-adres, of andere
gerelateerde gegevens; bijvoorbeeld: www.xerox.com. Er kan slechts één toets van het
toetsenbord van de gebruikersinterface worden aangepast.
Instellingen scherm/knop toewijzen
1. Meld u aan als beheerder.
2. Selecteer het tabblad Hulpprogramma's op de gebruikersinterface.
Gebruik deze toepassing om specifieke kenmerken toe te wijzen aan aangepast papier
en deze kenmerken in te stellen. De kenmerken zijn onder meer:
• Naam
• Papiersoort (zoals gewoon, gecoat of ongecoat)
• Papiergewicht
• Aanpassing uitlijning: Gebruik deze toepassing om het beeld aan te passen op basis
van de uitlijning van de afdruk. De volgende eigenschappen kunnen worden
gewijzigd: registratie, loodrechte stand, scheefheid en vergroting.
• Papierkrul aanpassen: Gebruik deze toepassing als de afdrukken te veel krul vertonen.
• Auto ventilatorwaarden: Gebruik deze toepassing om ventilatoren in een papierlade
in- of uit te schakelen, ter voorkoming van verkeerd ingevoerd papier, multi-invoer,
vastgelopen papier of andere problemen met invoer uit laden.
• Vouwpositie aanpassen: Gebruik deze toepassing om de vouwpositie aan te passen
voor verschillende papiersoorten en aanpassingswaarden in te stellen voor
verschillende standaardsoorten. Deze optie is alleen beschikbaar als de optionele
standaard afwerkeenheid of AVH-module op het apparaat is aangesloten.
Kenmerken papier in lade
Gebruik deze toepassing om de instellingen voor specifieke papierkenmerken voor het
papier dat in iedere lade is geplaatst te configureren; de opties zijn onder meer:
• Papierformaat
• Papiersoort (zoals gewoon, gecoat of ongecoat)
• Papiergewicht
• Papierkleur
• Aanpassing uitlijning: Gebruik deze toepassing om het beeld aan te passen op basis
van de uitlijning van de afdruk. De volgende eigenschappen kunnen worden
gewijzigd: registratie, loodrechte stand, scheefheid en vergroting.
• Papierkrul aanpassen: Gebruik deze toepassing als de afdrukken te veel krul vertonen.
• Auto ventilatorwaarden: Gebruik deze toepassing om ventilatoren in een papierlade
in- of uit te schakelen, ter voorkoming van verkeerd ingevoerd papier, multi-invoer,
vastgelopen papier of andere problemen met invoer uit laden.
• Vouwpositie aanpassen: Gebruik deze toepassing om de vouwpositie aan te passen
voor verschillende papiersoorten en aanpassingswaarden in te stellen voor
verschillende standaardsoorten. Deze optie is alleen beschikbaar als de optionele
standaard afwerkeenheid of AVH-module op het apparaat is aangesloten.
Instellingen aangepaste papierkleur
Gebruik deze toepassing om een aangepaste naam toe te wijzen aan de kleur van het
papier dat in het apparaat is geplaatst. U kunt maximaal twaalf tekens voor elke naam
van een aangepaste papierkleur invoeren.
Xerox® 770 Digital Color Press
Handleiding voor de systeembeheerder
De selectie die u in dit scherm maakt bepaalt of de optie Kenmerken papier in lade
op het tabblad Hulpprogramma's wordt weergegeven.
Kenmerken papier in lade tijdens invoeren
Met deze toepassing bepaalt u of het scherm Kenmerken papier in lade op de
gebruikersinterface wordt weergegeven wanneer er een papierlade wordt geopend of
gesloten.
Prioriteit papierladen
Gebruik deze toepassing om de prioriteit van de papierladen voor automatische selectie
van laden in te stellen. De laden worden automatisch geselecteerd wanneer een lade
met het relevante papier automatisch door het apparaat wordt geselecteerd voor
kopiëren of afdrukken.
Lade 5/handmatige invoer papierformaat
Gebruik deze toepassing om specifieke papierformaten aan lade 5 (handmatige invoer)
toe te wijzen. Hierdoor kunt u gemakkelijker kopiëren wanneer u gebruik maakt van
lade 5 (handmatige invoer). U kunt maximaal twintig papierformaten aan de selecties
voor lade 5 (handmatige invoer) toewijzen.
Beheer Automatisch laden wisselen
Gebruik deze toepassing om de methode voor Automatisch lade wisselen te selecteren
en op welke manier documenten met gemengde formaten moeten worden gekopieerd.
Verwante onderwerpen:
Vouwpositie aanpassen (aanpassing afwerkeenheid)
Vouwpositie aanpassen
Positie enkele vouw aanpassen.
Vouwpositie katern aanpassen
Positie C-vouw aanpassen
Positie Z-vouw aanpassen
Positie Z-vouw half vel aanpassen
Instellingen aangepast papier toewijzen
1. Meld u aan als beheerder.
2. Selecteer het tabblad Hulpprogramma's op de gebruikersinterface.
Beoordeel de proefafdruk op papierkrul. Indien er nog steeds sprake is van
papierkrul, selecteer dan Papierkrul aanpassen en ga verder.
c) Selecteer Papierkrul aanpassen.
d) Selecteer Instellingen wijzigen.
12. Selecteer Type B.
a) Selecteer Sluiten.
Het vorige scherm wordt weergegeven.
b) Selecteer Proefafdruk.
Beoordeel de proefafdruk op papierkrul. Indien er nog steeds sprake is van
papierkrul, selecteer dan Papierkrul aanpassen en ga verder.
c) Selecteer Papierkrul aanpassen.
d) Selecteer Instellingen wijzigen.
13. Selecteer Type C.
a) Selecteer Sluiten.
Het vorige scherm wordt weergegeven.
b) Selecteer Proefafdruk.
Beoordeel de proefafdruk op papierkrul. Indien er nog steeds sprake is van
papierkrul, selecteer dan Papierkrul aanpassen en ga verder.
c) Selecteer Papierkrul aanpassen.
d) Selecteer Instellingen wijzigen.
14. Selecteer een van de items van Type 1-10.
15. Selecteer Instellingen wijzigen.
16. Wijs de gewenste parameters toe aan de optie Papierkrul Type (1-10).
a) Selecteer het veld Naam.
b) Gebruik het toetsenbord om een naam in te voeren.
c) Selecteer de relevante instellingen voor 1-zijdig - Beeldzijde omhoog, 1-zijdig -
Beeldzijde omlaag, en 2-zijdige afdrukken.
Gebruik de pijltoetsen om de juiste mate van krulling te selecteren.
OPMERKING
Als u Auto selecteert, past het systeem automatisch de papierkrul aan.
d) Selecteer Proefafdruk.
Beoordeel de proefafdruk op papierkrul. Als de proefafdruk nog steeds te veel
krulling te zien geeft, pas de parameters van de papierkrulling dan nog verder aan
en maak opnieuw een proefafdruk.
17. Ga door met de aanpassing van de parameters voor papierkrul tot u tevreden bent
met de afdruk. Selecteer Opslaan nadat u een bevredigende afdruk hebt gemaakt.
Het scherm Papierkrul aanpassen wordt weergegeven.
18. Selecteer Sluiten.
Het tweede scherm Aangepast papier wordt weergegeven.
2-12
Xerox® 770 Digital Color Press
Handleiding voor de systeembeheerder
Loading...
+ 90 hidden pages
You need points to download manuals.
1 point = 1 manual.
You can buy points or you can get point for every manual you upload.