Deze gebruikershandleiding dient uitsluitend ter informatie. Alle informatie in deze gebruikershandleiding kan zonder berichtgeving vooraf worden gewijzigd.
Xerox Corporation is niet verantwoordelijk voor veranderingen die al dan niet rechtstreeks voortvloeien uit of betrekking hebben op het gebruik van deze
handleiding.
Overzicht van de printer .......................................................................................................................................... 1.2
Meer informatie ....................................................................................................................................................... 1.4
De menu's van het bedieningspaneel gebruiken .................................................................................................... 2.1
Een testpagina afdrukken ....................................................................................................................................... 2.9
De taal op het display wijzigen ................................................................................................................................ 2.9
Functies van de printerstuurprogramma’s ............................................................................................................... 3.2
De netwerkconfiguratie herstellen ........................................................................................................................... 4.3
Een netwerkconfiguratiepagina afdrukken .............................................................................................................. 4.3
CentreWare IS configureren ................................................................................................................................... 4.4
Papier plaatsen ....................................................................................................................................................... 5.4
Een uitvoerlocatie selecteren .................................................................................................................................. 5.8
6. Eenvoudige afdruktaken
Een document afdrukken ........................................................................................................................................ 6.1
Een afdruktaak annuleren ....................................................................................................................................... 6.1
De printer reinigen ................................................................................................................................................... 8.1
De tonercassette onderhouden ............................................................................................................................... 8.3
Te onderhouden onderdelen ................................................................................................................................... 8.6
Checklist voor het oplossen van problemen ........................................................................................................... 9.7
De status-LED ......................................................................................................................................................... 9.7
Verklaring van berichten op het display .................................................................................................................. 9.8
Berichten over de tonercassette ........................................................................................................................... 9.10
Problemen met de afdrukkwaliteit oplossen .......................................................................................................... 9.13
Voorzorgsmaatregelen bij de installatie van opties ............................................................................................... 10.1
Een geheugenmodule installeren .......................................................................................................................... 10.1
11. Specificaties
Specificaties van de printer ................................................................................................................................... 11.1
Veiligheidsbepalingen
Lees deze opmerkingen aandachtig voordat u dit product gaat
gebruiken zodat u precies weet hoe u het apparaat veilig kunt
gebruiken.
Uw Xerox-product en de bijbehorende verbruiksartikelen zijn
ontworpen en getest volgens strenge veiligheidseisen. Hieronder
valt goedkeuring door het Safety Agency (een veiligheidsinstantie
in de Verenigde Staten) en naleving van de geldende milieunormen.
Lees de volgende instructies zorgvuldig voordat u het product gaat
gebruiken. Raadpleeg deze instructies zo vaak als u dit nodig acht
om ervoor te zorgen dat u het apparaat op een veilige manier blijft
gebruiken.
Bij het testen van de veiligheid en de prestaties van dit product zijn
alleen Xerox-materialen gebruikt.
WAARSCHUWING: dit waarschuwingssymbool
maakt u attent op situaties die tot persoonlijk letsel
kunnen leiden.
WAARSCHUWING: dit waarschuwingssymbool
geeft aan dat een oppervlak heet is.
OPGEPAST: dit symbool geeft aan dat in het
apparaat een laser wordt gebruikt en maakt
u er attent op dat u de desbetreffende
veiligheidsinformatie dient te raadplegen.
WAARSCHUWING: gebruik geen
reinigingsmiddelen in spuitbussen.
Reinigingsmiddelen in spuitbussen kunnen
ontploffen of ontvlammen wanneer ze op
elektromechanische apparatuur worden gebruikt.
3. Gebruik verbruiksartikelen en reinigingsmaterialen alleen zoals
in deze handleiding beschreven.
4. Verwijder geen kleppen of beschermplaten die vastgeschroefd
zijn. Achter deze kleppen of beschermplaten bevinden zich
geen onderdelen die door de gebruiker mogen worden
onderhouden of nagekeken.
Informatie in verband met een veilige
bediening
Uw Xerox-product en de bijbehorende verbruiksartikelen zijn
ontworpen en getest volgens strenge veiligheidseisen. Ze zijn
onderzocht en goedgekeurd door veiligheidsinstanties en voldoen
aan de gestelde milieunormen.
Neem te allen tijde de onderstaande veiligheidsrichtlijnen in acht om
ervoor te zorgen dat uw Xerox-apparaat ononderbroken veilig blijft
werken.
Wat moet:
•Neem altijd alle waarschuwingen en instructies in acht die op
het apparaat of in de bijgeleverde documentatie zijn vermeld.
WAARSCHUWING: het apparaat moet worden
aangesloten op een beveiligde, geaarde
stroomkring.
Delen die toegankelijk zijn voor de gebruiker
Dit apparaat is dusdanig ontworpen dat alleen de delen die
ongevaarlijk zijn toegankelijk zijn voor de gebruiker. De delen die
gevaarlijk zijn, zijn afgeschermd door kleppen of beschermplaten
die alleen met behulp van gereedschap kunnen worden verwijderd.
Deze kleppen of beschermplaten mogen nooit worden verwijderd.
Informatie in verband met onderhoud
1.
Alle onderhoudsprocedures die door de gebruiker kunnen
en mogen worden uitgevoerd, zijn beschreven in de documentatie
die bij uw printer is geleverd.
2.
Voer geen onderhoudsprocedures uit die niet in de documentatie
voor de klant zijn beschreven.
•Trek de stekker van het netsnoer uit het stopcontact voordat
u dit product gaat reinigen. Gebruik altijd de materialen die
specifiek voor dit apparaat zijn aangegeven. Het gebruik van
andere materialen kan tot slechte prestaties leiden en een
gevaarlijke situatie doen ontstaan.
WAARSCHUWING: gebruik geen
reinigingsmiddelen in spuitbussen.
Reinigingsmiddelen in spuitbussen kunnen
ontploffen of ontvlammen wanneer ze op
elektromechanische apparatuur worden gebruikt.
•Ga altijd voorzichtig te werk wanneer u het apparaat verplaatst of
verhuist. Neem contact op met uw lokale Xerox-serviceafdeling
als u het apparaat naar een ander gebouw wilt verhuizen.
•Plaats het apparaat altijd op een hard oppervlak (niet op een
pluche tapijt) dat stevig genoeg is om het gewicht van het
apparaat te dragen.
i
•Stel het apparaat altijd op op een plaats waar voldoende
ventilatie is en waar er voldoende ruimte is om het apparaat
te onderhouden.
Informatie in verband met elektrische
veiligheid
•Trek altijd de stekker van het netsnoer uit het stopcontact
voordat u het apparaat gaat reinigen.
OPMERKING: uw Xerox-apparaat is voorzien van een
energiespaartstand waardoor u energie bespaart als u het apparaat
niet gebruikt. Het apparaat kan constant aan blijven staan.
OPGEPAST: de metalen oppervlakken rond de fuser
zijn heet. Wees voorzichtig wanneer u vastgelopen
papier uit dit gebied verwijdert, en raak geen metalen
oppervlakken aan.
Wat niet mag:
•Gebruik nooit een geaarde verloopstekker om het apparaat
op een niet-geaard stopcontact aan te sluiten.
•Probeer nooit een onderhoudsprocedure uit te voeren die niet
specifiek in deze documentatie is beschreven.
•Blokkeer nooit de ventilatieopeningen. Deze openingen zijn
bedoeld om te voorkomen dat de printer oververhit raakt.
•Verwijder nooit kleppen of beschermplaten die vastgeschroefd
zijn. Achter deze kleppen of beschermplaten bevinden zich
geen onderdelen die door de gebruiker mogen worden
onderhouden.
•Plaats het apparaat nooit in de nabijheid van een radiator of een
andere warmtebron.
•Duw nooit een voorwerp in de ventilatieopeningen.
1. Het stopcontact waarop u het apparaat aansluit, moet voldoen
aan de vereisten die op het typeplaatje aan de achterkant van
het apparaat zijn vermeld. Als u niet zeker weet of uw voeding
aan de vereisten voldoet, raadpleeg dan uw
elektriciteitsmaatschappij of een elektricien.
2. Het stopcontact moet zich in de buurt van het apparaat
bevinden en moet gemakkelijk toegankelijk zijn.
3. Gebruik het bij het apparaat geleverde netsnoer. Gebruik
geen verlengsnoer, en verwijder of wijzig het netsnoer niet.
4. Stop de stekker van het netsnoer rechtstreeks in een juist
geaard stopcontact. Raadpleeg een elektricien als u niet zeker
weet of het stopcontact juist geaard is.
5. Sluit een Xerox-apparaat niet via een verloopstekker aan
op een niet-geaard stopcontact.
6. Zet het apparaat niet neer op een plek waar mensen op het
netsnoer kunnen gaan staan of erover kunnen struikelen.
7. Plaats geen voorwerpen op het netsnoer.
8. Elektrische of mechanische beveiligingen mogen niet worden
overbrugd of uitgeschakeld.
9. Duw geen voorwerpen in sleuven en openingen van het
apparaat. Dit kan een elektrische schok of brand tot gevolg
hebben.
10. Blokkeer de ventilatieopeningen niet. Deze openingen zijn
bedoeld om het Xerox-apparaat voldoende af te koelen.
•De elektrische of mechanische beveiligingen mogen nooit
worden overbrugd of uitgeschakeld.
•Zet het apparaat nooit neer op een plek waar mensen op het
netsnoer kunnen gaan staan of erover kunnen struikelen.
•Dit apparaat mag niet worden geplaatst in een kamer waar
er onvoldoende ventilatie is. Neem contact op met uw erkende
lokale dealer voor meer informatie.
ii
Voeding
Kwaliteitsnormen
1. Dit apparaat moet worden aangesloten op het type voeding dat
op het typeplaatje van het apparaat is vermeld. Als u niet zeker
weet of uw voeding aan de vereisten voldoet, raadpleeg dan
een erkende elektricien.
WAARSCHUWING: dit apparaat moet worden
aangesloten op een beveiligde, geaarde stroomkring.
Dit apparaat wordt geleverd met een stekker met
aardpen. Deze stekker past alleen in een geaard
stopcontact. Dit is een veiligheidsmaatregel. Als de
stekker niet in het stopcontact past, laat het
stopcontact dan vervangen door een erkende
elektricien.
2. Sluit het apparaat altijd aan op een juist geaard stopcontact.
Als u twijfelt, laat het stopcontact dan controleren door een
erkende elektricien.
Stroom onderbreken
Het netsnoer fungeert ook als stroomonderbreker voor dit apparaat.
De stekker van het netsnoer wordt in de netsnoeraansluiting aan de
achterkant van het apparaat gestoken. Als u de stroomtoevoer naar
het apparaat volledig wilt verbreken, trekt u de stekker van het
netsnoer uit het stopcontact.
Uitschakeling in noodsituaties
Als een van de volgende situaties zich voordoet, schakelt u het
apparaat onmiddellijk uit en haalt u de stekker van het netsnoer
uit het stopcontact. Neem contact op met een erkende
servicevertegenwoordiger van Xerox om het probleem op te lossen:
Het apparaat geeft een ongewone geur af of maakt een ongewoon
geluid. Het netsnoer is beschadigd of rafelig. Een
stroomonderbreker, zekering of andere veiligheidsinrichting is
geactiveerd. Er is vloeistof in het apparaat terechtgekomen. Het
apparaat is blootgesteld aan water. Een onderdeel van het apparaat
is beschadigd.
Dit apparaat is vervaardigd op basis van een geregistreerd
ISO 9002-kwaliteitssysteem.
Als u aanvullende veiligheidsinformatie wenst over dit XEROXapparaat of over de verbruiksmaterialen van XEROX, belt u het
volgende nummer: EUROPA: +44 (0) 1707 353434
VS/CANADA: 1 800 928 6571.
Veiligheidsnormen
EUROPA: dit XEROX-product is goedgekeurd door de volgende
instelling conform de genoemde veiligheidsnormen.
•Instelling: TÜV Rheinland
•Standaard: IEC60950-1, 2001
VS/CANADA: dit XEROX-product is goedgekeurd door de volgende
instelling conform de genoemde veiligheidsnormen.
•Instelling: UNDERWRITERS LABORATORIES
•Standaard: UL60950-1, 2003 Editie. Goedkeuring is gebaseerd
op reciprociteitovereenkomsten die de vereisten voor Canada
omvatten.
Informatie in verband met laserveiligheid
OPGEPAST: het gebruik van sturingen of
instellingen of het uitvoeren van procedures
die afwijken van deze die in deze handleiding zijn
vermeld, kan leiden tot blootstelling aan gevaarlijke
laserstraling.
Wat laserveiligheid betreft, voldoet dit apparaat aan
de prestatienormen voor laserproducten die door overheden
en (inter)nationale instanties zijn vastgesteld voor laserproducten
van klasse 1. Het apparaat zendt geen gevaarlijke laserstralen uit
aangezien de stralen volledig worden afgeschermd op elk moment
dat de klant het apparaat gebruikt en onderhoudt.
WAARSCHUWING: er bestaat een explosierisico
als de batterij wordt vervangen door een verkeerd
type. Verwijder gebruikte batterijen conform
de aanwijzingen.
iii
Veiligheid in verband met ozon
Informatie over wettelijke
Dit apparaat genereert ozon tijdens normaal gebruik.
De geproduceerde ozon is zwaarder dan lucht. De hoeveelheid
ozon die wordt geproduceerd, is afhankelijk van het aantal
afgedrukte/gekopieerde exemplaren. Zorg dat de omgeving waarin
u het apparaat opstelt voldoet aan de parameters die in de Xeroxinstallatieprocedure zijn beschreven, zodat de ozonconcentratie
binnen veilige grenzen blijft.
Als u meer informatie wenst over ozon, kunt u de Xerox-publicatie
"Ozone" aanvragen op het nummer 1-800-828-6571 in de
Verenigde Staten en Canada. In andere landen kunt u contact
opnemen met een erkende lokale dealer of serviceprovider.
Verbruiksartikelen
•Bewaar alle verbruiksartikelen volgens de instructies die
op de verpakking of houder zijn vermeld.
•Houd alle verbruiksmaterialen buiten bereik van kinderen.
•Werp tonercassettes of cassettes voor gebruikte toner nooit
in een open vlam.
•Cassettes: zorg dat de inhoud van cassettes (bijv. inkt, fuser,
etc.) niet op uw huid of in uw ogen terechtkomt. Als u dergelijke
producten in uw oog krijgt, kan dit leiden tot irritaties
en ontstekingen. Probeer een cassette nooit open te maken.
U loopt dan meer kans dat de inhoud op uw huid of in uw ogen
terechtkomt.
Veiligheidscertificering
Dit product is door de volgende instellingen gecertificeerd als zijnde
in overeenstemming met de vermelde veiligheidsnormen.
De CE-markering op dit product verwijst naar de conformiteitsverklaring
van XEROX ten aanzien van de volgende richtlijnen van de Europese
Unie zoals deze met ingang van de genoemde data van toepassing zijn:
12 december 2006:
Richtlijn 2006/95/EG van de Raad, zoals gewijzigd. Onderlinge
aanpassing van de wetgevingen van de lidstaten inzake
laagspanningsapparatuur.
15 december 2004:
Richtlijn 2004/108/EG van de Raad, zoals gewijzigd. Onderlinge
aanpassing van de wetgevingen van de lidstaten inzake
elektromagnetische compatibiliteit.
9 maart 1999:
Richtlijn 99/5/EG van de Raad betreffende radioapparatuur
en telecommunicatie-eindapparatuur en de wederzijdse erkenning
van hun conformiteit.
U kunt bij uw contactpersoon bij XEROX Limited een volledige
verklaring van overeenstemming krijgen waarin de relevante
richtlijnen en de normen waarnaar wordt verwezen, zijn opgenomen.
WAARSCHUWING: als dit apparaat wordt gebruikt
in de nabijheid van industriële, wetenschappelijke en
medische apparatuur, kan het noodzakelijk zijn dat
de externe straling van het apparaat wordt beperkt of
dat er speciale maatregelen worden getroffen om de
straling af te zwakken.
OPMERKING: als u aan dit apparaat wijzigingen of aanpassingen
aanbrengt die niet specifiek door Xerox Corporation zijn goedgekeurd,
kunt u het recht verliezen om het apparaat te gebruiken.
SEMKOIEC60950-Eerste editie 1 (2001)
Dit apparaat is vervaardigd op basis van een geregistreerd
ISO 9001-kwaliteitssysteem.
WAARSCHUWING: voor deze apparatuur moeten
afgeschermde kabels worden gebruikt om
de conformiteit met Richtlijn 2004/108/EG van
de Raad te handhaven.
iv
Naleving van milieuvoorschriften
Recycling en verwijdering van het product
Verenigde Staten
Energy Star
Als ENERGY STAR®-partner heeft Xerox
Corporation vastgesteld dat (de basisconfiguratie
van) dit product in overeenstemming is met de
ENERGY STAR-richtlijnen voor een zuinig
energieverbruik.
ENERGY STAR en het ENERGY STAR-merk zijn
gedeponeerde Amerikaanse handelsmerken.
Het ENERGY STAR Office Equipment Program
is een gezamenlijk initiatief van Amerikaanse,
Europese en Japanse overheden en de sector
van de kantoorapparatuur om energiezuinige
kopieermachines, printers, faxapparaten,
multifunctionele apparaten, computers en
beeldschermen te promoten. Het beperken van
het energieverbruik van apparatuur helpt smog,
zure regen en klimaatwijzigingen op lange termijn
te bestrijden door de uitstoot die ontstaat bij
de productie van elektriciteit te verlagen.
Xerox ENERGY STAR-apparaten worden vooraf
ingesteld in de fabriek. De timer van het apparaat
is bij levering zo ingesteld dat het apparaat
30 minuten na de laatste kopie/afdruk overschakelt
op de energiespaarstand. In het deel Apparaat
instellen van deze handleiding vindt u een meer
gedetailleerde beschrijving van deze functie.
Europese Unie
Gebruik van apparatuur thuis
Als dit symbool op uw apparaat staat, betekent dit dat
u het apparaat niet mag weggooien met het normale
huishoudelijk afval. In overeenstemming met de
Europese wetgeving mag afgedankte elektrische
en elektronische apparatuur niet samen met
huishoudelijk afval worden weggegooid. Particulieren
in lidstaten van de EU mogen afgedankte elektrische
en elektronische apparatuur gratis afleveren bij
speciaal hiervoor bestemde inzamelpunten. Neem
voor informatie contact op met de plaatselijke
instantie die verantwoordelijk is voor de inzameling
van afval. In sommige lidstaten is het mogelijk dat
uw lokale dealer verplicht is uw oude apparatuur
gratis terug te nemen wanneer u nieuwe apparatuur
koopt. Voor informatie kunt u terecht bij de verkoper
van uw apparaat.
Voordat u het apparaat verwijdert, neemt u contact op
met uw lokale dealer of een Xerox-vertegenwoordiger
voor informatie over de terugname van afgedankte
apparatuur.
Gebruik van apparatuur in een bedrijf
Als dit symbool op uw apparaat staat, betekent dit dat
u uw afgedankte apparaat moet verwijderen conform
goedgekeurde nationale voorschriften.
In overeenstemming met de Europese wetgeving moet
afgedankte elektrische en elektronische apparatuur
worden verwijderd conform goedgekeurde
voorschriften.
v
Noord-Amerika
Contactgegevens voor milieu-, gezondheids-
Xerox voert een programma dat erop gericht is producten terug
te nemen en te hergebruiken/recyclen. Informeer bij een
vertegenwoordiger van Xerox of dit Xerox-product onder het
programma valt. Meer informatie over de milieuprogramma's
van Xerox vindt u op de volgende webpagina: www.xerox.com/
environment. U kunt ook contact opnemen met uw lokale overheid
voor informatie over de recycling en verwijdering van producten.
In de Verenigde Staten kunt u ook terecht op de website van
Electronic Industries Alliance: www.eiae.org.
Xerox voert een wereldwijd programma dat erop gericht is
producten terug te nemen en te hergebruiken/recyclen. Informeer
bij een vertegenwoordiger van Xerox of dit Xerox-product onder
het programma valt. Meer informatie over de milieuprogramma's
van Xerox vindt u op de volgende webpagina: www.xerox.com/
environment.
Als u zelf zorg draagt voor de verwijdering van uw Xerox-product,
houd er dan rekening mee dat het product mogelijk lood, perchloraat
en andere materialen bevat die wellicht moeten worden verwijderd
conform specifieke milieuvoorschriften. De aanwezigheid van deze
materialen is volledig in overeenstemming met de wereldwijde
regelgeving die van kracht was op het moment dat het apparaat
op de markt kwam. Neem contact op met uw lokale overheid voor
informatie over de recycling en verwijdering van producten. In de
Verenigde Staten kunt u ook terecht op de website van Electronic
Industries Alliance: www.eiae.org.
en veiligheidsinformatie
Voor meer milieu-, gezondheids- en veiligheidsinformatie in verband
met dit Xerox-product en de bijbehorende verbruiksartikelen, kunt
u terecht op de volgende nummers: VS: 1-800 828-6571
Canada: 1-800 828-6571 Europa: +44 1707 353 434.
•Productveiligheidsinformatie voor de VS
www.xerox.com/about-xerox/environment/enus.html
•Productveiligheidsinformatie voor de EU
www.xerox.com/about-xerox/environment/eneu.html
Perchloraatmateriaal - Mogelijk bevat dit product een of meer
apparaten die perchloraat bevatten, zoals batterijen. Mogelijk
zijn speciale behandelingsvoorschriften van toepassing.
Zie www.dtsc.ca.gov/hazardouswaste/perchlorate/.
Andere landen
Neem contact op met de plaatselijke instantie die verantwoordelijk
is voor de inzameling van afval voor informatie over de verwijdering
van producten.
vi
1 Inleiding
Gefeliciteerd met de aankoop van uw printer!
In dit hoofdstuk vindt u de volgende onderwerpen:
•Speciale functies
•Overzicht van de printer
•Meer informatie
Speciale functies
Uw nieuwe printer beschikt over een aantal bijzondere functies die de
afdrukkwaliteit verhogen. Hieronder volgt een overzicht van de functies.
Met uitstekende kwaliteit en hoge snelheid afdrukken
• U kunt afdrukken met een effectieve uitvoer tot
1.200 x 1.200 dpi. Raadpleeg de sectie Software.
• Uw printer drukt papier van A4-formaat en Letterformaat af met een snelheid van respectievelijk
38 ppm
afdrukken drukt deze printer papier van A4-formaat
en papier van Letter-formaat af met een snelheid
van respectievelijk 26 apm
Verschillende papiersoorten verwerken
• Multifunctionele lade 1 kan worden gebruikt voor
papier met briefhoofd, enveloppen, etiketten,
transparanten, aangepaste papierformaten,
briefkaarten en zwaar papier. Multifunctionele lade 1
kan maximaal 100 vellen gewoon papier bevatten.
•
Lade 2
500 vellen
papier van diverse afmetingen.
• Meerdere uitvoerladen; afhankelijk van wat u het
handigst vindt, kunt u de uitvoerlade (voorkant omlaag) of de achterklep (voorkant omhoog)
selecteren.
• Rechte papierbaan van multifunctionele
lade 1 naar de achterklep.
a. pagina’s per minuut
b. afbeeldingen per minuut
a
en 40 ppm. In de modus dubbelzijdig
b
en 27 apm.
voor
500
vellen
en optionele lade 3
kunnen worden gebruikt voor normaal
voor
Professionele documenten maken
• Watermerken afdrukken. U kunt uw documenten
9
8
Tijd en geld besparen
12
34
De printercapaciteit uitbreiden
* Zoran IPS-emulatie compatibel met PostScript 3
* 136 PS3-lettertypen
• Bevat UFST en MicroType van Monotype Imaging Inc.
voorzien van een watermerk (bijv. "Vertrouwelijk").
Raadpleeg de sectie Software.
•
Boekjes
u gemakkelijk een document afdrukken om een
boekje te maken. Na het afdrukken, dient u de
pagina’s alleen nog te vouwen en te bundelen.
Raadpleeg de
•
Posters
op elke pagina van uw document worden vergroot en
afgedrukt op afzonderlijke vellen papier die u kunt
samenvoegen tot een poster. Raadpleeg de
Software
• U kunt op beide zijden van het papier afdrukken
om papier te besparen (dubbelzijdig afdrukken).
• U kunt meerdere pagina’s op een vel afdrukken
om papier te besparen (2 pagina's/vel).
Raadpleeg de sectie Software.
• U kunt gebruikmaken van voorbedrukte formulieren
en gewoon papier met briefhoofd. Raadpleeg
de
• Deze printer bespaart automatisch stroom door
het stroomverbruik te verlagen wanneer er niet
wordt afgedrukt.
•De Phaser 3600 series heeft een geheugen
van 64 MB of 128 MB dat kan worden uitgebreid
tot 512 MB. Zie pagina 10.1.
• Via een netwerkinterface kunt u afdrukken in een
netwerk.
•Met de PostScript 3-emulatie* (PS) kunt
u PostScript-afdrukken maken.
• U kunt afdrukken onder Windows 2000/XP/Vista/2003.
• Uw printer is compatibel met Macintosh.
• Uw printer wordt geleverd met een parallelle en een USB-interface.
• U kunt ook een netwerkinterface gebruiken. De Phaser 3600/N of Phaser 3600/DN wordt geleverd met een ingebouwde 10/100 Base
TX-netwerkkaart.
Printerfuncties
De onderstaande tabel geeft een algemeen overzicht van de functies
die door uw printer worden ondersteund.
(G: geïnstalleerd, O: optie, NB: niet beschikbaar)
Overzicht van de printer
Voorkant
Onderdelen
IEEE 1284 parallelGGG
USB 2.0GGG
Netwerkinterface
(Ethernet 10/100 Base TX)
PostScript*-emulatieGGG
Dubbelzijdig afdrukken
a. Papier aan twee kanten bedrukken.
a
Phaser
3600/B
NBGG
OOG
Phaser
3600/N
3600/DN
Phaser
1
uitvoerlade
2
bedieningspaneel
klep van het
3
moederbord
4
greep
5
aan/uit-schakelaar
6
papierniveau-indicator
* In de bovenstaande afbeelding ziet u een
Phaser 3600/DN met alle beschikbare opties.
7
optionele lade 3
8
lade 2
multifunctionele
9
lade 1
handgreep voor
10
multifunctionele lade 1
11
bovenklep
12
uitvoersteun
1.2 <
Inleiding>
Achterkant
Overzicht van het bedieningspaneel
/
1
achterklep
2
duplexeenheid
3
netwerkpoort
4
USB-poort
* In de bovenstaande afbeelding ziet u een
Phaser 3600/DN met alle beschikbare opties.
5
parallelle poort
6
netsnoeraansluiting
7
aan/uit-schakelaar
Starten/Stoppen
1
onderbreken; doorgaan met afdrukken.
2
Terug: hiermee keert u terug naar het bovenliggende menu.
Status: hiermee geeft u de status van de printer weer.
3
Zie pagina 9.7.
Menu: hiermee opent u de menumodus en bladert u door
4
de beschikbare menu's.
LCD: geeft de printerstatus, foutberichten en huidige menu's
5
weer.
Toe ts Pijl-omhoog: hiermee verhoogt u de waarde van
6
de beschikbare optie in het geselecteerde menu.
7
OK
: hiermee bevestigt u het op het display geselecteerde item.
Toe ts Pijl-omlaag: hiermee verlaagt u de waarde van
8
de beschikbare optie in het geselecteerde menu.
: hiermee kunt u op elk moment een bewerking
1.3 <
Inleiding>
Meer informatie
Meer informatie met betrekking tot de installatie en het gebruik van dit
apparaat vindt u op de volgende plaatsen, in gedrukte vorm of als bestand
dat u op het scherm kunt bekijken.
Beknopte
installatiehandleiding
Workcentre 3428
Beknopte
gebruikershandleiding
Workcentre 3428
Deze handleiding bevat informatie over het
installeren van de printer. Volg de aanwijzingen
in de handleiding om de printer gebruiksklaar
te maken.
Deze handleiding bevat informatie over het
gebruik van de printer of het oplossen van
papierstoringen. Volg de gebruiksaanwijzingen
in deze handleiding.
Een locatie selecteren
Kies een vlak, stabiel oppervlak met voldoende ruimte voor luchtcirculatie
rond het apparaat. Zorg ervoor dat u kleppen en papierladen gemakkelijk
kunt openen.
Plaats het apparaat in een ruimte die voldoende geventileerd is, maar niet
in direct zonlicht, vlak bij een warmte- of koudebron of op een vochtige
plek. Plaats de printer niet dichtbij de rand van een bureau of tafel.
Vrije ruimte rond de printer
Voorkant: 500 mm (voldoende
ruimte zodat de papierladen
geopend en verwijderd kunnen
worden)
Achterkant: 350 mm (voldoende
ruimte om de achterklep of
de duplexeenheid te openen)
Rechts: 100 mm (voldoende
ruimte voor ventilatie)
Links: 100 mm (voldoende
ruimte om de klep van het
moederbord te openen)
Online
gebruikershandleiding
Hulp bij het
printerstuurprogramma
Xerox-website
In deze handleiding wordt stap voor stap
het gebruik van alle printerfuncties uitgelegd.
Daarnaast bevat deze handleiding informatie
over het onderhoud van de printer, het oplossen
van problemen en het installeren van opties.
In deze handleiding staat tevens
de
sectie Software
met informatie over
hoe u documenten moet afdrukken onder
verschillende besturingssystemen en hoe u de
bijgeleverde hulpprogramma's kunt gebruiken.
Opmerking
Manual op de cd met
printerstuurprogramma’s hebt
u toegang tot de handleidingen
in andere talen.
Biedt ondersteunende informatie over
de eigenschappen van het
printerstuurprogramma en instructies voor het
instellen van afdrukinstellingen. Als u de Help
bij het printerstuurprogramma wilt openen, klikt
u op
Help
in het dialoogvenster met
printereigenschappen.
Als u over een internetverbinding beschikt, kunt
u hulp, ondersteuning, printerstuurprogramma's,
handleidingen en bestelinformatie vinden op
de volgende pagina van de website van
www.xerox.com/office/support
.
Xerox
1.4 <
Inleiding>
2 Systeeminstallatie
In dit hoofdstuk wordt u stapsgewijs uitgelegd hoe u uw printer moet
installeren.
In dit hoofdstuk vindt u de volgende onderwerpen:
•De menu's van het bedieningspaneel gebruiken
•Menu-overzicht
•Een testpagina afdrukken
•De taal op het display wijzigen
De menu's van het bedieningspaneel gebruiken
Er zijn een aantal menu’s beschikbaar zodat u gemakkelijk
de printerinstellingen kunt wijzigen. Het onderstaande diagram geeft
een overzicht van alle menu’s en menu-items. De items in elk menu
en de opties die u kunt selecteren zijn in detail beschreven in de tabellen
die beginnen op pagina 2.2.
Toegang tot de menu's van het bedieningspaneel
U kunt uw printer bedienen via het bedieningspaneel. U kunt de menu's
van het bedieningspaneel ook gebruiken terwijl de printer in gebruik is.
1
Druk op
menu verschijnt en druk vervolgens op OK.
Menu
tot op de onderste regel van het display het gewenste
Menu-overzicht
De menu’s op het bedieningspaneel worden gebruikt om de printer
te configureren. Het bedieningspaneel biedt toegang tot de volgende
menu’s:
2Druk op de pijltoetsen tot het gewenste menu-item verschijnt en
druk vervolgens op OK.
3Herhaal stap 2 als het geselecteerde menu-item submenu’s heeft.
4Druk op de pijltoetsen tot de gewenste instelling verschijnt of voer
de vereiste waarde in.
5Druk op OK om uw keuze op te slaan.
Er verschijnt een sterretje (*) naast de selectie op het display
om aan te geven dat dit nu de standaardinstelling is.
6
Druk op
Starten/Stoppen
om terug te keren naar de stand-bymodus.
Als er gedurende 30 seconden geen toets wordt ingedrukt, keert
de printer automatisch terug naar de stand-bymodus.
Opmerking
Afdrukinstellingen die via het printerstuurprogramma op een
aangesloten computer zijn opgegeven, krijgen voorrang op
de instellingen op het bedieningspaneel.
Opmerking
Afhankelijk van uw opties of model zullen sommige menu’s
mogelijk niet op het display verschijnen. Als dit het geval is,
zijn deze menu’s niet van toepassing op uw apparaat.
a. Dit item is beschikbaar als meer dan 128 MB geheugen is geïnstalleerd.
b. Beschikbaar wanneer uw printer uitgerust is met een duplexeenheid.
c. Beschikbaar wanneer optionele lade 3 is geïnstalleerd.
a
Syst.instel.
(Zie pagina 2.5.)
Taal
Energ.spaarst.
Aut. doorgaan
Luchtdrukcorr.
Auto CR
Sortering
Intl. db. afd.
Time-out taak
Timer bew. tkn
Onderhoud
Parallel inst.
USB instellen
Paneel ontgr.
Veilig afdruk.
Toner bijna op
Cm of inches
Instel. wissen
a
b
Emulatie
(Zie pagina 2.7.)
Typ e emu l a tie
Instellingen
Hexadec. modus
a
2.1 <
Systeeminstallatie>
Menu Informatie
Menu Lay-out
Dit menu bevat pagina’s met informatie over de printer en
de printerconfiguratie.
ItemUitleg
Menuoverzicht
ConfiguratieDe configuratiepagina geeft de huidige
DemopaginaAan de hand van de demopagina kunt u nagaan
PCL-lettertyp.
PS3-let.lijst
Flash-direct.U kunt de lijst van alle naar het apparaat
EPSON-lettert.De lijst met voorbeelden van lettertypen geeft
Het menu-overzicht geeft de lay-out en de huidige
instellingen van de menu-items van het
bedieningspaneel
configuratie van de printer weer. Zie pagina 8.1.
of uw printer op de juiste manier afdrukt. Zie
pagina 2.9.
De lijst met voorbeelden van lettertypen geeft
alle lettertypen weer die momenteel beschikbaar
zijn in de geselecteerde taal.
gedownloade lettertypen en macro's afdrukken.
alle lettertypen weer die momenteel beschikbaar
zijn in de geselecteerde taal.
weer.
Menu Veilig afdruk.
Via het menu
of verwijderen. Het wachtwoord wordt vergeleken met het voor de pagina
opgegeven wachtwoord.
Veilig afdruk.
Opmerking
Dit item is beschikbaar als meer dan 128 MB geheugen
is geïnstalleerd.
kunt u een beveiligde pagina afdrukken
Gebruik het menu Lay-out om alle instellingen in verband met de uitvoer
te definiëren.
ItemUitleg
Afdrukstand
Waarden: Staand, Liggend
Hier kiest u de standaardafdrukstand voor
de pagina.
Marge enkelz.
Staand
Stel de marge van afdrukmaterialen voor enkelzijdig
afdrukken in. U kunt de waarde verhogen of verlagen
in stappen van 0,1 mm. De marges kunnen
verschillen afhankelijk van het papierformaat en
de afdrukstand.
U kunt de maateenheid instellen op millimeter
of inch. Zie Cm of inches op pagina 2.7 voor
informatie over het instellen van de maateenheid.
• Bovenmarge: hier kunt u de bovenmarge
instellen van 0,0 tot 250 mm.
• Linkermarge: hier kunt u de linkermarge
instellen van 0,0 tot 164 mm.
Liggend
ItemUitleg
Vrijgeven
Verwijderen
Als u een beveiligde pagina wilt afdrukken, voert u het
wachtwoord voor die pagina in. De pagina wordt
alleen afgedrukt indien zowel de gebruikersnaam als
het wachtwoord overeenstemmen. Als het item
vrijgev.
in
Veilig afdruk.
is ingesteld op
waarvoor zowel de gebruikersnaam als het
wachtwoord overeenstemmen.
Als u een beveiligde pagina wilt verwijderen, voert
u het wachtwoord voor die pagina in. De pagina
wordt pas verwijderd als het ingevoerde wachtwoord
overeenstemt met het voor die pagina opgegeven
wachtwoord.
Aan
Alles
van het menu
, worden alle bestanden afgedrukt
Syst.instel.
2.2 <
Systeeminstallatie>
ItemUitleg
ItemUitleg
Dubbelzijdig
Marge
dubbelz.
Waarden: Uit, Lange zijde, Korte zijde
Om het papier dubbelzijdig te bedrukken, kiest
u de bindrand als volgt.
• Lange zijde: spiegelen over de lange zijde.
Drukt pagina’s af in boekvorm.
• Korte zijde: spiegelen over de korte zijde. Drukt
pagina’s af zodat u ze kunt omslaan, zoals bij
een flip-over.
2
25
Lange zijde in
de afdrukstand Staand
2
5
Korte zijde in
de afdrukstand Staand
3
3
3
5
Lange zijde in
de afdrukstand Liggend
3
2
Korte zijde in
de afdrukstand Liggend
5
Selecteer Uit om het papier enkelzijdig
te bedrukken.
In dit menu kunt u de marges voor dubbelzijdig
afdrukken instellen. U kunt de waarde met telkens
0,1 mm verhogen of verlagen.
•
Bovenmarge
: stelt de bovenmarge in van 0,0 tot
9,9 mm. De standaardinstelling is 5,0 mm.
• Linkermarge: stelt de linkermarge in van 0,0 tot
9,9 mm. De standaardinstelling is 5,0 mm.
•
Korte binding
: stelt de ondermarge van
de achterkant van de pagina in voor korte binding,
van 0,0 mm tot 22 mm. De standaardinstelling
is 0 mm.
•
Lange binding
: stelt de rechtermarge van
de achterkant van de pagina in voor lange binding,
van 0,0 mm tot 22 mm. De standaardinstelling
is 0 mm.
Beeld
aanpas.
In dit menu kunt u de marges voor elke papierlade
instellen. Elke lade heeft 9 items voor het
aanpassen van de marges. U kunt de waarde in
stappen van 0,5 mm verhogen of verlagen van -3,5
tot 3,5 mm. De standaardinstellingen zijn 0 mm.
• Enkelv. beeld: hier kunt u een testpagina
afdrukken om de marges voor enkelzijdige
afdrukken aan te passen.
• Boven zijde 1: hier kunt u de bovenmarge
van een enkelzijdige pagina instellen.
• Links zijde 1: hier kunt u de linkermarge van
een enkelzijdige pagina instellen.
• Dubbelz. lang: hier kunt u een testpagina
afdrukken om de marges voor dubbelzijdige
afdrukken met binding over de lange zijde aan
te passen.
• Lang boven: hier kunt u de bovenmarge van
een dubbelzijdige pagina met binding over
de lange zijde instellen.
• Lang links: hier kunt u de linkermarge van een
dubbelzijdige pagina met binding over de lange
zijde instellen.
• Dubbelz. kort: hier kunt u een testpagina
afdrukken om de marges voor dubbelzijdige
afdrukken met binding over de korte zijde aan
te passen.
• Kort boven: hier kunt u de bovenmarge van een
dubbelzijdige pagina met binding over de korte
zijde instellen.
• Kort links: hier kunt u de linkermarge van een
dubbelzijdige pagina met binding over de korte
zijde instellen.
2.3 <
Systeeminstallatie>
Menu Papier
Via het menu Papier kunt u alle instellingen definiëren die betrekking
hebben op de in- en uitvoer van afdrukmateriaal, evenals het specifieke
afdrukmateriaal dat u gebruikt.
ItemUitleg
Exemplaren
Frm. lade 1MPT
Type lade 1MPT
Waarden: 1 ~ 999
Stel het standaardaantal exemplaren in door
een getal van 1 tot 999 te selecteren.
De standaardinstelling is 1.
Waarden: A4, A5, A6, JIS B5, ISO B5,
JIS B6, Letter, Legal, Executive, Envelop nr 10,
Monarch-env., C5-envelop, C6-envelop,
US Folio, Oficio, Statement, US Postcard,
Index Card, Aang. formaat
Selecteer het formaat van het papier dat zich
in de lade bevindt.
•
Aang. formaat
: u kunt de afmetingen van
een aangepast papierformaat instellen.
De breedte kan worden ingesteld van 98 mm tot
216 mm, de hoogte van 148 mm tot 356 mm.
U kunt de maateenheid instellen op millimeter
of inch. Zie
Cm of inches
op pagina 2.7
voor informatie over het instellen van
de maateenheid.
Via dit menu-item stelt u in welke lade u wilt
gebruiken.
• Aut. selecter.: de printer zal automatisch
de lade bepalen.
• Handm. invoer: de printer gebruikt
multifunctionele lade 1.
• lade 3: is alleen beschikbaar als de optionele
lade is geïnstalleerd.
Bypasslade(MP)
Waarden: Uit, Aan
Als het papier in
overeenstemt, kunt u instellen of de printer moet
stoppen met afdrukken dan wel of hij moet
doorgaan met afdrukken en de fout moet negeren.
Als dit menu-item is ingesteld op Aan, gaat
de printer door met afdrukken, ook al stemt
het papier in multifunctionele lade 1 niet
overeen.
Ladekoppeling
Waarden: Uit, Aan
Als u een andere waarde dan Aut. selecter. uit Papierinvoer kiest, en de geselecteerde lade
leeg is, drukt de printer automatisch af vanuit
een andere lade.
Als dit menu-item is ingesteld op
de
status
-LED rood op en werkt de printer niet
tot u papier in de gespecificeerde lade plaatst.
multifunctionele lade 1
Uit
, licht
niet
Type lade 2
Type lade 3
Selecteer het type papier dat zich in de lade
bevindt.
Is alleen beschikbaar als de optionele lade
is geïnstalleerd. Zie Type lade 2 voor informatie
over het selecteren van het type papier.
2.4 <
Menu Grafisch
Via het menu Grafisch kunt u instellingen wijzigen die betrekking
hebben op de kwaliteit van afgedrukte tekens en afbeeldingen.
ItemUitleg
Resolutie
Systeeminstallatie>
Waarden: 600 dpi-Norm., 1200 dpi-Best
Specificeer het aantal afgedrukte punten per inch
(dpi - dots per inch). Hoe hoger de instelling,
hoe scherper de tekens en afbeeldingen worden
afgedrukt.
• Als het merendeel van uw afdruktaken uit tekst
bestaat, selecteert u 600 dpi-Norm. voor
de beste afdrukkwaliteit.
• Selecteer
1200 dpi-Best
als uw afdruktaak
bitmapafbeeldingen bevat, zoals gescande foto’s
of afbeeldingen, die beter worden afgedrukt
dankzij de verbeterde line screening-technologie.
ItemUitleg
ItemUitleg
Tonersterkte
Waarden: Normaal, Licht, Donker
U kunt de afdruk op de pagina donkerder of lichter
maken door de dichtheid van de toner aan
te passen. De instelling Normaal levert doorgaans
het beste resultaat. Gebruik de instelling Licht als
u toner wilt besparen.
Menu Syst.instel.
Via het menu Syst.instel. kunt u diverse printerfuncties configureren.
Als de printer gedurende enige tijd geen
gegevens ontvangt, wordt het stroomverbruik
automatisch verlaagd. U kunt instellen hoe lang
de printer wacht alvorens over te schakelen
naar de energiebesparende modus.
Auto CR
Sortering
Waarden: LF, LF+CR
Via dit item kunt u de vereiste harde return
voor elke nieuwe regel toevoegen.
Bekijk de volgende voorbeelden:
AA
BB
CC
LFLF+CR
Waarden: Uit, Aan
AA
BB
CC
Via dit menu-item kunt u instellen dat de via het
stuurprogramma ontvangen gegevens moeten
worden gesorteerd. De printer zal afdrukken
in setjes in dezelfde volgorde als de originelen.
• Uit: wanneer de printer gegevens van het
stuurprogramma van de computer ontvangt,
drukt hij deze af in de volgorde waarin hij
ze ontvangt.
• Aan: wanneer de printer gegevens van het
stuurprogramma van de computer ontvangt,
slaat hij deze op, sorteert hij ze en drukt hij
ze vervolgens af.
Aut. doorgaan
Luchtdrukcorr.
Waarden: Uit, Aan
Dit item bepaalt of de printer al dan niet doorgaat
met afdrukken wanneer hij papier detecteert dat
niet met het ingestelde papier overeenstemt.
• Uit: als het papier niet overeenstemt met uw
instellingen, blijft het bericht op het display
staan en blijft de printer offline tot u het juiste
papier invoert.
•
Aan
: als er een papierstoring optreedt, wordt
er een foutbericht getoond. De printer gaat
dan 30 seconden lang offline, het bericht wordt
vervolgens automatisch gewist en de printer
gaat door met afdrukken.
Waarden: Normaal, Hoog 1, Hoog 2, Hoog 3
U kunt de afdrukkwaliteit optimaliseren
in overeenstemming met de hoogte waarop
u zich bevindt.
2.5 <
Intl. db. afd.
Systeeminstallatie>
Waarden: Uit, Aan
Als dit menu-item is ingesteld op
Aan
,
zal de printer een taak bestaande uit één
pagina detecteren en deze afdrukken als
één enkelzijdige pagina, ook al is het
printerstuurprogramma op uw computer
standaard ingesteld op dubbelzijdig afdrukken.
ItemUitleg
ItemUitleg
Time-out taak
Waarden: 0 ~ 1800 sec
U kunt instellen hoe lang de printer wacht
voordat deze de laatste pagina afdrukt van een
afdruktaak die niet eindigt met een opdracht om
de pagina af te drukken. De standaardinstelling
is 15 sec.
Na het verstrijken van een time-out voor
afdrukken, drukt de printer de pagina in
de afdrukbuffer af.
Timer bew. tkn
Waarden: 1 ~ 72 uren
Een beveiligde afdruktaak wordt gedurende een
bepaalde tijd vastgehouden door het apparaat.
De standaardinstelling is 24 uren. U kunt een
tijdsduur van maximaal 72 uren instellen.
Onderhoud
Via dit menu-item kunt u de printer onderhouden.
• Drum reinigen: reinigt de OPC-drum van
de cassette en maakt een reinigingspagina
met tonerresten.
• Fuser reinig.: reinigt de fixeereenheid in
de printer en maakt een reinigingspagina
met tonerresten.
• Gebruiksduur: via dit menu-item kunt u zien
hoeveel pagina's er zijn afgedrukt en hoeveel
toner er nog in de cassette zit.
Parallel inst.• Parall. poort: u kunt de parallelle poort
in- of uitschakelen.
• Time-out poort: u kunt instellen hoe lang
de printer wacht voordat deze de laatste
pagina afdrukt van een afdruktaak die niet
eindigt met een opdracht om de pagina af te
drukken. Na het verstrijken van een time-out
voor afdrukken, drukt de printer de pagina
in de afdrukbuffer af.
•
Parallelle PDL
: via dit menu-item kunt
u de printertaal instellen voor de communicatie
tussen uw computer en printer via de parallelle
poort. U kunt dit menu-item instellen op
,
selecter.
PCL, PostScript, EPSON
of
Aut.
IBM
USB instellen• USB-poort: u kunt de USB-poort om
beveiligingsredenen in- of uitschakelen.
• Time-out poort: u kunt instellen hoe lang
de printer wacht voordat deze de laatste
pagina afdrukt van een afdruktaak die niet
eindigt met een opdracht om de pagina af te
drukken. Na het verstrijken van een time-out
voor afdrukken, drukt de printer de pagina in
de afdrukbuffer af.
•
USB-PDL
: via dit menu-item kunt
u de printertaal instellen voor de communicatie
tussen uw computer en printer via de USB-
of
Aut.
IBM
.
Paneel ontgr.
poort. U kunt dit menu-item instellen op
selecter.
Waarden: Uit, Aan
,
PCL, PostScript, EPSON
U kunt het bedieningspaneel vergrendelen
en ontgrendelen. Als u dit menu-item instelt op
Aan, moet u een wachtwoord invoeren om een
deel van het bedieningspaneel te ontgrendelen
en te kunnen gebruiken.
Veilig afdruk.
Waarden: Alles vrijgev., Verwijderen
•
Alles vrijgev.
Uit
, geeft het item
afdruk.
: als dit menu-item is ingesteld op
Vri jgeven
in het menu
slechts één bestand vrij waarvan
Veilig
de gebruikersnaam en het wachtwoord
overeenstemmen.
Aan
Als dit menu-item is ingesteld op
het item
Vri jge ven
in het menu
, geeft
Veilig afdruk.
elk bestand vrij waarvan de gebruikersnaam
en het wachtwoord overeenstemmen.
Uit
De standaardinstelling is
•
Verwijderen
: u kunt alle pagina's verwijderen,
.
ongeacht de gebruikersnaam of het
wachtwoord.
Toner bijna op
Waarden: Stop, Doorgaan
• Stop: als de tonercassette bijna leeg is,
.
gaat de printer pas door met afdrukken nadat
u een nieuwe, orginele tonercassette van
Xerox hebt geplaatst.
• Doorgaan: als de tonercassette bijna leeg is,
gaat de printer door met afdrukken.
2.6 <
Systeeminstallatie>
ItemUitleg
Cm of inches
Waarden: cm, inches
U kunt de maateenheid instellen op centimeters
of inches. Deze instelling beïnvloedt de volgende
menu's.
• Marge enkelz. in het menu Lay-out.
• Aang. formaat van Frm. lade 1MPT in het
menu Papier.
Instel. wissenVia dit menu-item kunt u de printer opnieuw
instellen op de standaardinstellingen.
Menu Emulatie
Via het menu Emulatie configureert u de printertaalemulatie.
ItemUitleg
Type emulatie
Instellingen
Waarden: Auto, PCL, PostScript, EPSON, IBM
De printertaal definieert hoe de computer met
de printer communiceert.
Als u Auto kiest, kan de printer de printertaal
automatisch wijzigen.
Waarden: PCL, PostScript, EPSON, IBM
PCL
In dit menu wordt de PCL-emulatieconfiguratie ingesteld. U kunt het
lettertype, het tekentype, het aantal regels per pagina en de puntgrootte
instellen.
ItemUitleg
Letterbeeld
Symbool
Waarden: PCL1 ~ PCL54
U kunt het standaardlettertype selecteren dat bij
PCL-emulatie moet worden gebruikt.
• Bij PCL 1-PCL 7 is er een vaste afstand tussen
letters. Bij PCL 8-PCL 45 staat de afstand tussen
letters in verhouding tot het lettertype
en de puntgrootte. U kunt de puntgrootte van
PCL 1-PCL 7 aanpassen via het menu-item
Tekenafstand. Voor PCL 8-PCL 45 doet u dat
via het menu-item Puntgrootte.
• Bij PCL 46-PCL 54 is er een vaste afstand
tussen letters en ligt de puntgrootte vast.
Waarden: ROMAN8 ~ PCYRIL
Dit menu-item selecteert het symbool dat wordt
gebruikt bij PCL-emulatie. De symboolset is de groep
cijfers, tekens en speciale tekens die worden gebruikt
bij het afdrukken van brieven. De standaardinstelling
is
PC8
.
Hexadec.
modus
Zie de tabellen op pagina 2.7 voor het configureren
van de printertaal.
Waarden: Uit, Aan
Als u deze instelling inschakelt, zal de printer
onverwerkte hexadecimale gegevens afdrukken.
Puntgrootte
Courier
Tekenafstand
Regels
Waarden: 4.00 ~ 999.75 (0,25 eenheid)
Als u in het menu Letterbeeld een waarde kiest
tussen PCL 8 en PCL 45, kunt u de tekengrootte
bepalen door de hoogte van de tekens voor
dat lettertype in te stellen. De standaardinstelling
is 12,00.
Waarden: Normaal, Donker
In dit menu-item selecteert u de te gebruiken
versie van het lettertype Courier.
Waarden: 0.44 ~ 99.99 (0,01 eenheid)
Als u in het menu Letterbeeld een waarde kiest
tussen PCL 1 en PCL 7, kunt u de tekengrootte
bepalen door het aantal tekens in te stellen dat
over een breedte van 2,54 cm wordt afgedrukt.
De standaardwaarde 10 is de beste tekenafstand.
Waarden: 5 ~ 128 (1 eenheid)
In dit menu-item kunt u de verticale afstand
instellen van 5 tot 128 regels voor het standaard
papierformaat. De regels kunnen verschillen al
naargelang het papierformaat en de afdrukrichting.
2.7 <
Systeeminstallatie>
PostScript
In dit menu treft u het menu-item PS-fouten afdrukken aan.
ItemUitleg
PS-fouten afd.
Waarden: Aan, Uit
U kunt selecteren of uw printer al dan niet een
foutenlijst afdrukt wanneer er een PS-fout
optreedt.
• Selecteer Aan om PS3-emulatiefouten
af te drukken. Als een fout optreedt, wordt
de verwerking van de taak gestopt, wordt het
foutbericht afgedrukt en wist de printer de taak.
• Als dit menu is ingesteld op Uit wordt de taak
gewist zonder een indicatie van de fout.
EPSON
In dit menu kunt u de EPSON-emulatie configureren.
ItemUitleg
Lettertype
Tekenset
Tekentabel
Tekenafstand
LPI
Aut.
terugloop
Waarden: SANSERIF, ROMAN
U kunt bepalen welk lettertype er standaard
in de EPSON-emulatie zal worden gebruikt.
Met dit menu-item kiest u een tekenset
in de gewenste taal.
Waarden: CURSIEF, PC437US, PC850
Met dit onderdeel selecteert u de tekenset.
Waarden: 10, 12, 17,14, 20
U kunt de lettergrootte bepalen door het aantal
tekens over een breedte van 2,54 cm van een
bepaald lettertype in te stellen.
Waarden: 6, 8
Hiermee kunt u het aantal lijnen over een hoogte
van 2,54 cm bepalen.
Waarden: Uit, Aan
Dit menu-item bepaalt of de printer al dan niet
automatisch naar de volgende regel springt
wanneer de gegevens buiten het afdrukbare
gebied van het afdrukmateriaal vallen.
Menu Netwerk
(alleen bij Phaser 3600/N en Phaser 3600/DN)
In dit menu kunt u de in uw printer geïnstalleerde netwerkinterface
configureren. U kunt de netwerkinterface resetten en een pagina met
configuratiegegevens afdrukken.
ItemUitleg
TCP/IP
EtherTalk
NetWare
Ethernet-snel.
Instel. wissenDit item stelt de standaardwaarden opnieuw
Waarden: DHCP, BOOTP, Statisch
Met dit menu-item stelt u de TCP/IP-adressen
handmatig in of ontvangt u deze vanuit het
netwerk.
• DHCP: de DHCP-server wijst het IP-adres
automatisch toe.
• BOOTP: de BOOTP-server wijst het IP-adres
automatisch toe.
• Statisch: u kunt handmatig een IP-adres,
subnetmasker en gateway invoeren.
Waarden: Uit, Aan
Via dit item kunt u selecteren of u al dan niet het
EtherTalk-protocol gebruikt.
• Uit: u kunt het EtherTalk-protocol uitschakelen.
• Aan: u kunt het EtherTalk-protocol
inschakelen.
Waarden: Auto, 802.2, 802.3, Ethernet II,
SNAP, Uit
Met dit menu-item selecteert u het IPXframetype.
• Auto: u kunt het frametype instellen
op automatisch.
• 802.2: selecteer deze waarde om het
frametype IEEE 802.2 te gebruiken.
• 802.3: selecteer deze waarde om het
frametype IEEE 802.3 te gebruiken.
• Ethernet II: selecteer deze waarde om het
frametype Ethernet 2 te gebruiken.
• SNAP: selecteer deze waarde om het
frametype SNAP te gebruiken.
• Uit: u kunt het NetWare-protocol uitschakelen.
Waarden: Auto, 10M Half, 10M Full, 100M Half,
100M Full
Via dit menu-item stelt u de Ethernet-snelheid in.
in en stelt de netwerkconfiguratie opnieuw in op
de fabrieksinstellingen. Deze instelling wordt pas
van kracht nadat de printer is gereset.
2.8 <
Systeeminstallatie>
ItemUitleg
ItemUitleg
Netwerkinform.Met dit menu-item wordt een pagina met
de ingestelde netwerkparameters afgedrukt.
802.1x
Port 9100
LPR
IPP
Waarden: Uit, Aan
Dit menu-item wordt gebruikt om een verbinding
te maken met een verificatieserver. Als u de
printer wilt verbinden met een verificatieserver,
stelt u dit menu-item in op Aan en selecteert
u een van de volgende verificatiemethoden.
U kunt elke methode selecteren die door
de verificatieserver wordt ondersteund. Dit
zijn EAP-MD5, EAP-MSCHAPv2 en PEAP.
Waarden: Uit, Aan
Via dit menu-item kunt u selecteren of u al dan
niet poort 9100 gebruikt.
• Uit: selecteer deze instelling om afdrukken via
poort 9100 uit te schakelen.
• Aan: selecteer deze instelling om afdrukken
via poort 9100 in te schakelen.
Waarden: Uit, Aan
Via dit menu-item kunt u selecteren of u al dan
niet LPR gebruikt.
• Uit: selecteer deze instelling om afdrukken via
de LPR-poort uit te schakelen.
• Aan: selecteer deze instelling om afdrukken
via de LPR-poort in te schakelen.
Waarden: Uit, Aan
Via dit menu-item kunt u selecteren of u al dan
niet de IPP-netwerkverbinding gebruikt. IPP
staat voor Internet Printing Protocol.
• Uit: selecteer deze instelling om de IPPnetwerkverbinding uit te schakelen.
• Aan: selecteer deze instelling om de IPPnetwerkverbinding in te schakelen.
CentreWare IS
Waarden: Uit, Aan
Via dit menu-item kunt u selecteren of u al dan
niet de geïntegreerde webserver, CentreWare IS,
gebruikt. Als u dit menu-item instelt op Uit, kunt
u geen verbinding maken met de geïntegreerde
webserver van de printer.
Een testpagina afdrukken
Om te controleren of de printer juist werkt, kunt u een demopagina
afdrukken.
1Druk op Menu en vervolgens op OK als Informatie verschijnt.
2Druk op de pijltoetsen totdat Demopagina verschijnt en druk
vervolgens op OK.
Er wordt een testpagina afgedrukt.
De taal op het display wijzigen
Volg onderstaande stappen om de taal op het bedieningspaneel
te wijzigen:
1Druk op Menu tot Syst.instel. verschijnt op de onderste regel
van het display en druk vervolgens op OK.
2Druk op OK als Taa l verschijnt.
3Druk op de pijltoetsen tot de gewenste taal verschijnt en druk
vervolgens op OK.
4Druk op Starten/Stoppen om terug te keren naar de stand-bymodus.
SLP
Waarden: Uit, Aan
Via dit menu-item kunt u selecteren of u al dan
niet de SLP-netwerkverbinding gebruikt.
SLP staat voor Service Location Protocol.
• Uit: selecteer deze instelling om de SLPnetwerkverbinding uit te schakelen.
• Aan: selecteer deze instelling om de SLPnetwerkverbinding in te schakelen.
2.9 <
Systeeminstallatie>
3 Softwareoverzicht
In dit hoofdstuk vindt u een overzicht van de software die bij uw printer
wordt geleverd. In de sectie Software vindt u meer informatie over de
installatie en het gebruik van de software.
In dit hoofdstuk vindt u de volgende onderwerpen:
•Meegeleverde software
•Functies van de printerstuurprogramma’s
•Systeemvereisten
Meegeleverde software
Installeer de printersoftware vanaf de meegeleverde cd-rom nadat
u de printer hebt geïnstalleerd en op de computer hebt aangesloten.
De cd-rombevat de volgende software:
CDInhoud
Printer
software CD
Windows• Printerstuurprogramma: gebruik dit
stuurprogramma om de functies van
uw printer ten volle te benutten.
• Statusmonitor: verschijnt wanneer
er zich een afdrukfout voordoet.
• Hulpprogramma Printerinstellingen: u kunt
de afdrukinstellingen configureren.
• Postscript Printer Description (PPD)-bestand: met het PostScriptstuurprogramma drukt u documenten
met complexe lettertypen en
afbeeldingen af in de PostScript-taal.
• SetIP: met dit programma stelt
u de TCP/IP-adressen van de printer
(alleen bij
in
Phaser 3600/DN
• Gebruikershandleiding als
PDF-bestand.
Phaser 3600/N en
).
3.1 <
Linux• Printerstuurprogramma:
stuurprogramma voor bediening van
het apparaat en het afdrukken van
documenten via een computer met
een Linux-besturingssysteem.
Mac OS• Postscript Printer Description
(PPD)-bestand: met dit bestand
kunt u de printer vanaf een
Macintosh-computer gebruiken
en documenten afdrukken.
Softwareoverzicht>
Functies van de printerstuurprogramma’s
Systeemvereisten
De printerstuurprogramma’s ondersteunen de volgende
standaardfuncties:
• Papierinvoer selecteren
• Papierformaat, afdrukstand en mediatype instellen
• Aantal exemplaren
U kunt bovendien verschillende speciale afdrukfuncties gebruiken.
De onderstaande tabel geeft een algemeen overzicht van de functies
die door de printerstuurprogramma’s worden ondersteund.
Functie
Optie afdrukkwaliteitOOO
Poster afdrukkenO
Meerdere pagina’s per vel
(N-up)
Afdruk aan pagina
aanpassen
Afdrukken op schaalOOO
Andere lade voor eerste
pagina
WatermerkOXX
OverlayO
WindowsMac OS
PCL 6 PostScriptPostScript
XX
OOO
OOO
O
XO
XX
Het systeem moet aan de volgende vereisten voldoen:
Windows
ItemVereistenAanbevolen
Besturingssysteem
PROCESSORWindows 2000Pentium II
RAMWindows 2000Minimaal 64 MB128 MB
Vrije
schijfruimte
Windows 2000/XP/Vista/2003
Pentium III
400 MHz of
een krachtigere
processor
Windows XP/
2003
Windows VistaPentium IV 3 GHz
Windows XP/
2003
Windows VistaMinimaal 512 MB1.024 MB
Windows 2000Minimaal 300 MB1 GB
Windows XP/
2003
Windows VistaMinimaal 15 GB15 GB
Pentium III
933 MHz of
een krachtigere
processor
of een krachtigere
processor
Minimaal 128 MB256 MB
Minimaal 1 GB5 GB
933 MHz
Pentium IV
1GHz
Pentium IV
3GHz
3.2 <
Internet
Explorer
Opmerking
Gebruikers kunnen de software installeren als ze
beheerdersrechten hebben.
5.0 of een hogere versie
Mac OS
ItemVereisten
BesturingssysteemMac OS 10.2-10.5
PROCESSORIntel-processor PowerPC G4/G5
RAMMAC op basis van Intel512 MB
MAC op basis van Power-PC128 MB
Vrije schijfruimte1 GB
AansluitingUSB-interface, Netwerkinterface
Softwareoverzicht>
4 Netwerkinstallatie
(alleen bij Phaser 3600/N
en Phaser 3600/DN)
In dit hoofdstuk wordt stap voor stap uitgelegd hoe u uw printer in een
netwerk installeert.
In dit hoofdstuk vindt u de volgende onderwerpen:
•Inleiding
•Ondersteunde besturingssystemen
•TCP/IP configureren
•EtherTalk configureren
•IPX-frametypen configureren
•Ethernet-snelheid instellen
•De netwerkconfiguratie herstellen
•Een netwerkconfiguratiepagina afdrukken
•802.1x configureren
•Poort 9100 configureren
•LPR configureren
•IPP configureren
•SLP configureren
•CentreWare IS configureren
Inleiding
Zodra u de printer met behulp van een RJ-45 Ethernet-kabel op een
netwerk hebt aangesloten, kunt u de printer met andere
netwerkgebruikers delen.
U moet de netwerkprotocollen instellen op de printer die u wilt gebruiken
als uw netwerkprinter.
Via netwerkbeheerprogramma’s
U kunt de afdrukserverinstellingen van de printer configureren en de
printer beheren via de hieronder genoemde bijgeleverde programma's:
• CentreWare IS: een in uw netwerkprinter geïntegreerde webserver
waarmee u de printerinstellingen en netwerkparameters op afstand
kunt configureren, zodat u een verbinding kunt maken met diverse
netwerkomgevingen.
• SetIP: een hulpprogramma waarmee u uw netwerkprinter kunt
selecteren en de TCP/IP-adressen van de printer handmatig kunt
instellen.
Via het bedieningspaneel
Via het bedieningspaneel van de printer kunt u de volgende
basisnetwerkparameters instellen:
• TCP/IP configureren
• IPX-frametypes voor NetWare configureren
• EtherTalk, 802.1x, Poort 9100, LPR, IPP, SLP, CentreWare IS
en SNMP configureren
Ondersteunde besturingssystemen
De volgende tabel geeft een overzicht van de netwerkomgevingen
die door de printer worden ondersteund.
ItemVereisten
Netwerkinterface• 10/100 Base-TX
Netwerkbesturingssysteem
Netwerkprotocollen• NetWare IPX/SPX
Dynamische
adresseringsserver
• IPX/SPX: Internet Packet eXchange/Sequenced Packet eXchange
• TCP/IP: Transmission Control Protocol/Internet Protocol
• LPR: Line Printer Protocol
• IPP: Internet Printing Protocol
• SLP: Service Location Protocol
• SNMP: Simple Network Management Protocol
• DHCP: Dynamic Host Configuration Protocol
• BOOTP: Bootstrap Protocol
• Novell NetWare 4.x, 5.x, 6.x
• Windows 2000/XP/Vista/2003
• Mac OS 10.2-10.4, 10.5
• Diverse Linux-besturingssystemen
• TCP/IP op Windows
•EtherTalk
•802.1x
• Poort 9100
•LPR
•IPP
•SLP
• CentreWare IS
•SNMP
•DHCP, BOOTP
4.1 <
Netwerkinstallatie (alleen bij Phaser 3600/N en Phaser 3600/DN)>
TCP/IP configureren
EtherTalk configureren
Op de printer kunt u verschillende TCP/IP-netwerkgegevens instellen,
zoals een IP-adres, een subnetmasker, een gateway en DNS-adressen.
U kunt op verschillende manieren een TCP/IP-adres aan uw printer
toewijzen, afhankelijk van uw netwerk.
• Statische adressering: het TCP/IP-adres wordt handmatig
toegewezen door de systeembeheerder.
• Dynamische adressering via BOOTP/DHCP (standaard):
het TCP/IP-adres wordt automatisch toegewezen door de server.
Opmerking
Voordat u TCP/IP configureert, moet u het netwerkprotocol
instellen op TCP/IP.
Statische adressering
Als u het TCP/IP-adres wilt invoeren via het bedieningspaneel van
uw printer, gaat u als volgt te werk:
1Druk op Menu tot Netwerk verschijnt op de onderste regel van
het display en druk vervolgens op OK.
2Druk op OK zodra TCP/IP verschijnt.
3Druk op de pijltoetsen totdat Statisch verschijnt en druk
vervolgens op OK.
4Druk op OK als IP-adres verschijnt.
5Stel de eerste byte met behulp van de pijltoetsen in op een
waarde tussen 0 en 255 en druk op OK om verder te gaan naar
de volgende byte.
Herhaal dit tot u het adres volledig hebt ingevuld (van byte 1 tot
en met byte 4).
6Wanneer u klaar bent, drukt u op OK.
7Herhaal stap 5 en 6 om de andere TCP/IP-parameters
te configureren: subnetmasker en gateway-adres.
8
Druk op
Starten/Stoppen
om terug te keren naar de stand-bymodus.
Dynamische adressering (BOOTP/DHCP)
Als u wilt dat het TCP/IP-adres automatisch wordt toegewezen door
de server, gaat u als volgt te werk:
1Druk op Menu tot Netwerk verschijnt op de onderste regel van
het display.
2Druk op OK zodra TCP/IP verschijnt.
EtherTalk is AppleTalk in een Ethernet-netwerk. Dit protocol wordt
algemeen gebruikt in Macintosh-netwerkomgevingen. Als u EtherTalk
wilt gebruiken, gaat u als volgt te werk:
1Druk op Menu tot Netwerk verschijnt op de onderste regel van
het display en druk vervolgens op OK.
2Druk op de pijltoetsen totdat EtherTalk verschijnt en druk
vervolgens op OK.
3Druk op de pijltoetsen totdat Aan verschijnt en druk vervolgens
op OK.
4
Druk op
Starten/Stoppen
om terug te keren naar de stand-bymodus.
IPX-frametypen configureren
Voor het gebruik van IPX/SPX-protocolnetwerken (bijv. Novell NetWare)
moet de opmaak van de netwerkcommunicatieframes worden
gespecificeerd voor de printer. Meestal kunt u de instelling
behouden. Indien nodig kunt u de frametypeopmaak handmatig
instellen. Volg de onderstaande stappen om de frametype-opmaak
te wijzigen:
1Druk op Menu tot Netwerk verschijnt op de onderste regel van het
display en druk vervolgens op OK.
2Druk op de pijltoetsen totdat NetWare verschijnt en druk
vervolgens op OK.
3Druk op de pijltoetsen tot het gewenste frametype verschijnt.
• Auto: detecteert het frametype automatisch en beperkt het tot het
eerst gedetecteerde frametype.
• 802.2: beperkt het frametype tot IPX over IEEE 802.2 met
IEEE 802.3-frames. Alle andere worden genegeerd.
• 802.3: beperkt het frametype tot IPX over IEEE 802.3-frames.
Alle andere worden genegeerd.
• Ethernet II: beperkt het frametype tot IPX over Ethernet-frames.
Alle andere worden genegeerd.
• SNAP: beperkt het frametype tot IPX over SNAP met IEEE 802.3frames. Alle andere worden genegeerd.
• Uit: het IPX/SPX-protocol is uitgeschakeld.
4Druk op OK om uw keuze op te slaan.
5
Druk op
Starten/Stoppen
om terug te keren naar de stand-bymodus.
Auto
3Druk op de pijltoetsen totdat DHCP of BOOTP verschijnt en druk
vervolgens op OK.
4
Druk op
Starten/Stoppen
om terug te keren naar de stand-bymodus.
4.2 <
Netwerkinstallatie (alleen bij Phaser 3600/N en Phaser 3600/DN)>
Ethernet-snelheid instellen
802.1x configureren
U kunt de communicatiesnelheid voor Ethernet-verbindingen selecteren.
1Druk op Menu tot Netwerk verschijnt op de onderste regel van het
display en druk vervolgens op OK.
2Druk op de pijltoetsen totdat Ethernet-snel. verschijnt en druk
vervolgens op OK.
3Druk op de pijltoetsen tot de gewenste snelheid verschijnt en druk
vervolgens op OK.
4
Druk op
Starten/Stoppen
om terug te keren naar de stand-bymodus.
De netwerkconfiguratie herstellen
U kunt de netwerkconfiguratie opnieuw instellen op
de standaardinstellingen.
1Druk op Menu tot Netwerk verschijnt op de onderste regel van het
display en druk vervolgens op OK.
2Druk op de pijltoetsen totdat Instel. wissen verschijnt en druk
vervolgens op OK.
3Druk op OK als Ja verschijnt. De netwerkconfiguratie wordt
nu opnieuw ingesteld op de standaardinstellingen.
4Zet de printer uit en weer aan.
Een netwerkconfiguratiepagina afdrukken
Uw printer werkt met het 802.1x-protocol. 802.1x is een
beveiligingsstandaard voor op poorten gebaseerde
netwerktoegangscontrole. 802.1x beveiligt uw netwerk tegen toegang
door onbevoegden door de toegang tot het netwerk pas vrij te geven
en gegevens pas te verzenden na verificatie. Er zijn 3 opties voor
802.1x-verificatie die elkaar uitsluiten.
Als u 802.1x wilt gebruiken, gaat u als volgt te werk:
1Druk op Menu totdat op de onderste regel van het display Netwerk
verschijnt en druk vervolgens op OK.
2Druk op de pijltoetsen totdat 802.1x verschijnt en druk vervolgens
op OK.
3Druk op de pijltoetsen totdat Aan verschijnt en druk vervolgens
op OK.
4Druk op de pijltoetsen totdat de gewenste verificatiemethode
verschijnt.
• EAP-MD5: EAP-MD5 (Extensible Authentication Protocol
Message Digest algorithm 5) is een hashing-schema tussen client
en server voor veilige overdracht van gebruikersgegevens.
•
EAP-MSCHAPv2
Protocol Microsoft versie van het Challenge-Handshake
Authentication Protocol). MSCHAP v2 is een wachtwoordbeveiligd
wederzijds eenrichtingsproces voor verificatie. MS-CHAPv2 gebruikt
andere hashing-/coderingsalgoritmen voor het coderen van
gebruikers-id's en wachtwoorden.
• PEAP: PEAP (Protected EAP).
5Voer de gebruikersnaam en het wachtwoord in met de pijltoetsen.
: EAP-MSCHAP (Extensible Authentication
De netwerkconfiguratiepagina geeft weer hoe de netwerkinterfacekaart
van uw printer is geconfigureerd.
1Druk op Menu tot Netwerk verschijnt op de onderste regel van het
display en druk vervolgens op OK.
2Druk op de pijltoetsen totdat Netwerkinform. verschijnt en druk
vervolgens op OK.
3Druk op OK zodra Ja verschijnt.
De netwerkconfiguratiepagina wordt afgedrukt.
6Druk op OK om uw keuze op te slaan.
7
Druk op
Starten/Stoppen
om terug te keren naar de stand-bymodus.
Poort 9100 configureren
Uw printer kan poort 9100 gebruiken. U kunt deze poort als volgt
inschakelen:
1Druk op Menu totdat op de onderste regel van het display Netwerk
verschijnt en druk vervolgens op OK.
2Druk op de pijltoetsen totdat Port 9100 verschijnt en druk
vervolgens op OK.
3Druk op de pijltoetsen totdat Aan verschijnt en druk vervolgens
op OK.
4.3 <
Netwerkinstallatie (alleen bij Phaser 3600/N en Phaser 3600/DN)>
LPR configureren
Uw printer kan LPR (Line Printer Protocol) gebruiken, waarbij
afdrukgegevens via poort 510 worden verzonden. U kunt dit protocol als
volgt inschakelen:
1Druk op Menu totdat op de onderste regel van het display Netwerk
verschijnt en druk vervolgens op OK.
2Druk op de pijltoetsen totdat LPR verschijnt en druk vervolgens
op OK.
3Druk op de pijltoetsen totdat Aan verschijnt en druk vervolgens
op OK.
IPP configureren
Uw printer kan IPP (Internet Printing Protocol) gebruiken, waarbij
afdrukgegevens via poort 631 worden verzonden. U kunt dit protocol als
volgt inschakelen:
1Druk op Menu totdat op de onderste regel van het display Netwerk
verschijnt en druk vervolgens op OK.
2Druk op de pijltoetsen totdat IPP verschijnt en druk vervolgens
op OK.
3Druk op de pijltoetsen totdat Aan verschijnt en druk vervolgens
op OK.
SLP configureren
Uw printer kan SLP (Service Location Protocol) gebruiken, waarbij
afdrukgegevens via poort 427 worden verzonden. U kunt dit protocol als
volgt inschakelen:
1Druk op Menu totdat op de onderste regel van het display Netwerk
verschijnt en druk vervolgens op OK.
2Druk op de pijltoetsen totdat SLP verschijnt en druk vervolgens
op OK.
3Druk op de pijltoetsen totdat Aan verschijnt en druk vervolgens
op OK.
CentreWare IS configureren
Uw printer kan CentreWare IS (Internet Services) gebruiken. U kunt
CentreWare IS als volgt inschakelen:
1Druk op Menu totdat op de onderste regel van het display Netwerk
verschijnt en druk vervolgens op OK.
2Druk op de pijltoetsen totdat CentreWare IS verschijnt en druk
vervolgens op OK.
3Druk op de pijltoetsen totdat Aan verschijnt en druk vervolgens
op OK.
4.4 <
Netwerkinstallatie (alleen bij Phaser 3600/N en Phaser 3600/DN)>
5 Afdrukmateriaal plaatsen
In dit hoofdstuk wordt beschreven welke papiersoorten u voor uw printer
kunt gebruiken en hoe u op de juiste wijze papier in de verschillende
papierladen plaatst voor een optimale afdrukkwaliteit.
In dit hoofdstuk vindt u de volgende onderwerpen:
•Afdrukmateriaal selecteren
•Papier plaatsen
•Een uitvoerlocatie selecteren
Afdrukmateriaal selecteren
U kunt afdrukken op verschillende afdrukmaterialen, waaronder normaal
papier, enveloppen, etiketten en transparanten. Gebruik uitsluitend
afdrukmaterialen die voldoen aan de richtlijnen voor deze printer. Als
u afdrukmaterialen gebruikt die niet aan deze richtlijnen voldoen, kan dit
de volgende problemen veroorzaken:
• slechte afdrukkwaliteit
• vastlopen van het papier
• voortijdige slijtage van de printer
De eigenschappen van het afdrukmateriaal, zoals gewicht, samenstelling,
vezel en vochtgehalte, zijn van grote invloed op de prestaties van
de printer en de afdrukkwaliteit. Houd bij de keuze van afdrukmateriaal
rekening met het volgende:
• Gewenst resultaat: het afdrukmateriaal dat u kiest, moet geschikt zijn
voor het doel.
• Formaat: u kunt elk formaat gebruiken dat gemakkelijk tussen
de papiergeleiders van de papierlade past.
• Gewicht: de printer ondersteunt de volgende gewichten van
afdrukmaterialen:
- 60 tot 105 g/m
- 60 tot 163 g/m
- 75 tot 90 g/m
- meer dan 105 g/m
• Helderheid: sommige afdrukmaterialen zijn witter dan andere
en leveren scherpere en helderdere afbeeldingen op.
• Gladheid van het oppervlak: de gladheid van het afdrukmateriaal
bepaalt hoe scherp de afdrukken eruit zien op papier.
2
voor lade 2 en optionele lade 3
2
voor multifunctionele lade 1
2
voor dubbelzijdig afdrukken
2
voor indexkaarten
5.1 <
Afdrukmateriaal plaatsen>
Opmerkingen
• Het is mogelijk dat bepaalde afdrukmaterialen voldoen aan
alle hier genoemde richtlijnen maar toch geen bevredigende
resultaten opleveren. Dit kan het gevolg zijn van onjuiste
bediening, een ongeoorloofd temperatuur- en
vochtigheidsniveau, of andere variabele omstandigheden
waarover Xerox
• Controleer, voordat u grote hoeveelheden afdrukmateriaal
aanschaft, of het voldoet aan de vereisten die in deze
gebruikershandleiding staan vermeld.
geen controle heeft.
Opgepast
Het gebruik van afdrukmaterialen die niet aan deze specificaties
voldoen, kan problemen veroorzaken die reparaties vereisen.
Zulke reparaties vallen niet onder de garantie of
onderhoudscontracten van Xerox.
Loading...
+ 82 hidden pages
You need points to download manuals.
1 point = 1 manual.
You can buy points or you can get point for every manual you upload.