Toyota Yaris Hybrid 2017 Owner's Manual [nl]

Overzicht
Veiligheid
1
en beveiliging
Zoeken op afbeelding
Zorg ervoor dat u dit leest
Instrumenten-
2
Bediening van
3
elk onderdeel
4
Rijden
5
Audiosysteem
Voorzieningen
6
in het interieur
Onderhoud en
7
verzorging
8
Bij problemen
Voertuigspecifi-
9
caties
Het aflezen van de meters en tellers, het interpreteren van de verschillende waarschuwingslampjes en controlelampjes, enz.
Openen en sluiten van de portieren en ruiten, afstellen vóór het rijden, enz.
Handelingen en adviezen die voor het rijden moeten worden opgevolgd
Bedienen van het audiosysteem
Gebruik van de voorzieningen in het interieur, enz.
De zorg voor uw auto en onderhoudsprocedures
Informatie over wat u moet doen bij een storing of noodgeval
Voertuigspecificaties, systemen met mogelijkheden voor persoonlijke voorkeursinstellingen, enz.
Index
PZ49X-52J30-NL
Zoeken op symptoom
Alfabetisch zoeken
2
INHOUDSOPGAVE
Ter informatie .................................6
Over deze handleiding .................10
Zoekmethoden .............................11
Overzicht ......................................12
1
Veiligheid en beveiliging
1-1. Voor een veilig gebruik
Voordat u gaat rijden ...........30
Veilig rijden ..........................32
Veiligheidsgordels................34
SRS-airbags ........................41
Aan/uit-schakelaar
airbag.................................53
Veiligheidsinformatie
voor kinderen.....................55
Baby- en kinderzitjes ...........56
Plaatsen van baby- en
kinderzitjes.........................66
Belangrijke voorzorgs-
maatregelen in verband
met uitlaatgassen ..............75
1-2. Hybridesysteem
Kenmerken
hybridesysteem .................76
Voorzorgsmaatregelen
hybridesysteem .................80
1-3. Antidiefstalsysteem
Startblokkering.....................86
Supervergrendeling .............91
2
Instrumentenpaneel
2. Instrumentenpaneel
Waarschuwingslampjes
en controlelampjes............ 94
Meters en tellers.................. 99
Multi-informatiedisplay ...... 102
Energiemonitor/
verbruiksscherm.............. 106
Bediening van
3
elk onderdeel
3-1. Informatie over sleutels
Sleutels ............................. 112
3-2. Openen, sluiten en
vergrendelen van
de portieren
Portieren............................ 124
Achterklep ......................... 131
Smart entry-systeem
met startknop .................. 137
3-3. Verstellen van de stoelen
Voorstoelen ....................... 151
Achterstoelen .................... 153
Hoofdsteunen.................... 156
3-4. Verstellen van het stuurwiel
en de spiegels
Stuurwiel ........................... 158
Binnenspiegel.................... 160
Buitenspiegels
........................................ 162
3-5. Openen en sluiten
van de ruiten
Elektrisch bedienbare
ruiten ............................... 165
3
4
Rijden
4-1. Voordat u gaat rijden
Rijden met de auto.............170
Lading en bagage ..............178
Rijden met
een aanhangwagen .........179
4-2. Rijprocedures
Contactslot (auto's zonder
Smart entry-systeem
en startknop)....................180
Startknop (auto's met
Smart entry-systeem
en startknop)....................184
EV-modus ..........................190
Hybridetransmissie ............192
Richtingaanwijzer-
schakelaar .......................196
Parkeerrem ........................197
4-3. Bedienen van verlichting
en ruitenwissers
Lichtschakelaar..................198
Schakelaar mistlampen .....203
Ruitenwisser
en -sproeier .....................205
Achterruitenwisser
en -sproeier .....................209
4-4. Tanken
Openen van
de tankdop.......................211
4-5. Toyota Safety Sense
Toyota Safety Sense .........214
PCS (Pre-Crash
Safety-systeem)...............220
LDA (Lane Departure
Alert) ................................233
Automatic High
Beam-systeem.................238
4-6. Gebruik van
de ondersteunende systemen
Cruise control .................... 244
Ondersteunende
systemen......................... 248
4-7. Rijtips
Rijden met een
hybrideauto ..................... 254
Rijden in de winter............. 257
5
Audiosysteem
5-1. Basishandelingen
Soorten audiosystemen .... 262
Stuurwieltoetsen
audiosysteem.................. 264
USB-aansluiting ................ 265
5-2. Gebruik van
het audiosysteem
Optimaal gebruikmaken
van het audiosysteem ..... 266
5-3. Gebruik van de radio
Bediening radio ................. 268
5-4. Afspelen van audio-CD's
en discs met MP3-/ WMA-bestanden
Bediening CD-speler ......... 273
5-5. Gebruik van een extern
apparaat
Luisteren naar bestanden
op een iPod..................... 281
Afspelen van bestanden
op een USB-geheugen ... 288
1
2
3
4
5
6
7
8
9
4
INHOUDSOPGAVE
Voorzieningen in
6
het interieur
7
Onderhoud en verzorging
6-1. Gebruik van
de airconditioning en
de achterruitverwarming
Automatische
airconditioning .................296
Stoelverwarming ................305
6-2. Gebruik van
de interieurverlichting
Overzicht
interieurverlichting ...........307
• Interieurverlichting .........307
• Leeslampjes ..................308
6-3. Gebruik van
de opbergmogelijkheden
Overzicht van
opbergmogelijkheden ......309
• Dashboardkastje............310
• Bekerhouders ................311
• Fleshouders...................312
• Extra opbergvak ............312
Voorzieningen
in de bagageruimte..........313
6-4. Gebruik van de overige
voorzieningen in
het interieur
Overige voorzieningen
in het interieur..................316
• Zonnekleppen................316
• Make-upspiegels ...........316
• Uitneembare asbak .......317
• Aansteker ......................317
• Accessoireaansluiting....318
• Armsteun .......................319
• Zonnescherm
panoramadak ................320
• Handgrepen...................320
7-1. Onderhoud en verzorging
Reinigen en beschermen
van het exterieur van
uw auto ........................... 324
Reinigen en beschermen
van het interieur van
uw auto ........................... 328
7-2. Onderhoud
Onderhoud en
reparatie.......................... 331
7-3. Zelf uit te voeren onderhoud
Voorzorgsmaatregelen bij
zelf uit te voeren
onderhoud....................... 334
Motorkap ........................... 337
Plaatsen van
een garagekrik ................ 339
Motorruimte ....................... 341
12V-accu ........................... 348
Banden.............................. 354
Bandenspanning ............... 368
Velgen ............................... 370
Interieurfilter ...................... 373
Afstandsbediening/batterij
elektronische sleutel ....... 375
Controleren en vervangen
van zekeringen................ 379
Lampen ............................. 384
5
8
Bij problemen
8-1. Belangrijke informatie
Alarmknipperlichten ...........400
Als uw auto in geval van
nood tot stilstand
moet worden gebracht.....401
8-2. Stappen die genomen
moeten worden in noodgevallen
Als uw auto moet worden
gesleept ...........................403
Als u denkt dat er iets
mis is ...............................409
Als een waarschuwings-
lampje gaat branden of een waarschuwings-
zoemer klinkt ...................410
Als de auto een lekke
band heeft (auto's met
reservewiel) .....................421
Als de auto een lekke
band heeft (auto's met
bandenreparatieset) ........436
Als het hybridesysteem niet
kan worden gestart ..........453
Als de elektronische sleutel
niet goed werkt (auto's met Smart entry-systeem
en startknop)....................455
Als de 12V-accu van
de auto ontladen is ..........457
Als uw auto oververhit
raakt.................................462
Als de auto
vast komt te zitten............466
9
Voertuigspecificaties
9-1. Specificaties
Onderhoudsgegevens
(brandstof, oliepeil,
enz.) ................................ 470
Informatie over
brandstof ......................... 480
9-2. Persoonlijke
voorkeursinstellingen
Systemen met
mogelijkheden voor
persoonlijke voorkeurs-
instellingen ...................... 481
9-3. Te initialiseren onderdelen
Te initialiseren
onderdelen ...................... 485
Index
Wat moet u doen als...
(Problemen oplossen) ............. 488
Alfabetische index...................... 492
1
2
3
4
5
6
7
8
9
Toyota Motor Europe NV/SA, Avenue du Bourget 60 - 1140 Brussel, België www.toyota-europe.com
6
Ter infor matie
Handleiding
Deze handleiding is bestemd voor alle uitvoeringen van dit type auto; alle mogelijke opties zijn in deze handleiding opgenomen. Er zullen dan ook ongetwijfeld onderwerpen worden beschreven die niet op uw auto van toe­passing zijn.
Alle specificaties in deze handleiding waren actueel ten tijde van de druk. Toyota streeft er doorlopend naar haar producten te perfectioneren en wij behouden ons dan ook het recht voor tussentijdse wijzigingen in specificatie en uitvoering door te voeren zonder voorafgaande kennisgeving.
Afhankelijk van de specificaties kan de in de afbeeldingen getoonde auto afwijken van uw auto voor wat betreft de uitrusting.
Accessoires, onderdelen en veranderingen aan uw Toyota
Er is een grote hoeveelheid originele en niet-originele onderdelen en acces­soires voor uw Toyota te verkrijgen. Als een origineel onderdeel of accessoire uit de Toyota moet worden vervangen, raadt Toyota u aan om originele Toyota-onderdelen en -accessoires te gebruiken. U kunt ook andere onder­delen of accessoires van gelijkwaardige kwaliteit gebruiken. Toyota kan geen garantie geven of betrouwbaarheid garanderen voor onderdelen en accessoi­res die geen origineel Toyota-product zijn en ook niet voor het vervangen door of monteren van dergelijke onderdelen. Bovendien is het mogelijk dat schade aan of slechte prestaties van niet-originele Toyota-onderdelen of ­accessoires niet onder de garantie vallen.
Inbouw van een zend-/ontvanginstallatie
De inbouw van een zend-/ontvanginstallatie in uw auto kan elektronische systemen beïnvloeden, zoals:
(Sequentieel) multipoint brandstofinspuitsysteem
Cruise control-systeem (indien aanwezig)
Antiblokkeersysteem
SRS-airbagsysteem
Gordelspanner
Toyota Safety Sense (indien aanwezig)
Neem voor voorzorgsmaatregelen of speciale voorschriften met betrekking tot de inbouw van een zend-/ontvanginstallatie contact op met een erkende Toyota-dealer of hersteller/reparateur of een andere naar behoren gekwalifi­ceerde en uitgeruste deskundige.
Nadere informatie met betrekking tot frequenties, vermogens, antenneposi­ties en montagevoorwaarden voor zend-/ontvanginstallaties is op verzoek beschikbaar bij een erkende Toyota-dealer of hersteller/reparateur of een andere naar behoren gekwalificeerde en uitgeruste deskundige.
De hoogspanningsonderdelen en kabels van hybrideauto's stralen ongeveer net zo veel elektromagnetische golven uit als conventionele auto's met een benzinemotor of huishoudelijke elektronische apparatuur, ook al zijn ze elek­tromagnetisch afgeschermd.
De ontvangst via een zend-/ontvanginstallatie kan in sommige gevallen gestoord worden.
7
8
Uw auto is uitgerust met batterijen en/of accu's. Zorg ervoor dat deze gescheiden worden ingezameld en op een milieuvriendelijke manier worden afgevoerd (richtlijn 2006/66/EG).
Vernietigen van uw Toyota
De airbags en de gordelspanners in uw Toyota bevatten explosieve chemica­liën. Wanneer uw auto wordt vernietigd terwijl de airbags en/of de gordel­spanners nog intact zijn, kan tijdens de vernietiging een ontploffing plaatsvinden en brand ontstaan. Laat daarom het airbagsysteem en de gor­delspanners eerst verwijderen en afvoeren door een erkende Toyota-dealer of hersteller/reparateur of een andere naar behoren gekwalificeerde en uitge­ruste deskundige.
WAARSCHUWING
Algemene voorzorgsmaatregelen tijdens het rijden
Rijden onder invloed: Ga niet rijden met uw auto als u alcohol of drugs gebruikt hebt, omdat deze middelen invloed kunnen hebben op de rijvaar­digheid. Alcohol en bepaalde drugs vergroten de reactietijd, beïnvloeden het beoordelingsvermogen en hebben een negatieve invloed op de coördi­natie, waardoor aanrijdingen kunnen ontstaan met ernstig letsel als gevolg.
Defensief rijden: Rijd altijd defensief. Anticipeer op fouten die andere bestuurders of voetgangers zouden kunnen maken omdat u hierdoor wel­licht een ongeluk kunt voorkomen.
Afleiding van de bestuurder: Houd altijd uw volledige aandacht bij het ver­keer. Alles wat de aandacht van de bestuurder kan afleiden, zoals het ver­anderen van instellingen, telefoneren of lezen, kan leiden tot een aanrijding waarbij u, de andere inzittenden van de auto of anderen ernstig letsel kun­nen oplopen.
Algemene voorzorgsmaatregelen met betrekking tot veiligheid van
kinderen
Laat kinderen nooit alleen in de auto achter en laat ze nooit met de sleutel spelen.
Kinderen zullen wellicht proberen de auto te starten of de neutraalstand in te schakelen. Ook kunnen kinderen zich bezeren als ze met de aansteker, de elektrisch bedienbare ruiten, het zonnescherm van het panoramadak of andere systemen in de auto spelen. Verder kan de temperatuur in de auto zo hoog oplopen of zo ver dalen dat dat kinderen fataal kan worden.
9
10
1
2
3
Over deze handleiding
WAARSCHUWING: Geeft uitleg over iets dat kan resulteren in ernstig letsel wanneer de voorzorgsmaatregelen niet in acht worden genomen.
OPMERKING: Geeft uitleg over iets dat kan resulteren in schade of storingen aan de auto of de uitrusting wanneer de voorzorgsmaatregelen niet in acht worden genomen.
Geeft bedienings- of werkingsprocedures aan. Volg de stappen in de aangegeven volgorde.
Geeft de handeling aan voor het bedienen van schake­laars en dergelijke (druk­ken, draaien, enz.).
Geeft het resultaat van een handeling aan (er wordt bij­voorbeeld een klep geopend).
Geeft het onderdeel of de positie aan waarover uitleg wordt gegeven.
Dit betekent dat er iets niet mag worden gedaan of mag gebeuren.
Zoekmethoden
Zoeken op naam
• Alfabetische index ... Blz. 492
Zoeken op montagepositie
• Overzicht ................... Blz. 12
Zoeken op symptoom of geluid
• Wat moet u doen als... (Problemen
oplossen)................. Blz. 488
11
Zoeken op titel
• Inhoudsopgave............ Blz. 2
12
Overzicht
Overzicht
Exterieur
1
Portieren. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .Blz. 124
Vergrendelen/ontgrendelen . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . Blz. 124
Openen/sluiten van de zijruiten . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .Blz. 165
Vergrendelen/ontgrendelen met de mechanische sleutel
Waarschuwingslampjes. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . Blz. 413
2
Achterklep . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .Blz. 131
Vergrendelen/ontgrendelen . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . Blz. 131
Waarschuwingslampjes. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . Blz. 413
3
Buitenspiegels . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .Blz. 162
Verstellen van de spiegelhoek. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . Blz. 162
Inklappen van de buitenspiegels . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .Blz. 163
Ontwasemen van de spiegels
1
*
. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .Blz. 455
2
*
. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .Blz. 300
Overzicht
1011121314
15
4
Ruitenwissers . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .Blz. 205, 209
Voorzorgsmaatregelen bij rijden in de winter. . . . . . . . . . . . .Blz. 257
Voorzorgsmaatregelen voor de wasstraat. . . . . . . . . . . . . . . Blz. 325
5
Tankdopklep. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .Blz. 211
Tanken . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . Blz. 211
Brandstofsoort/inhoud brandstoftank. . . . . . . . . . . . . . . . . . . Blz. 472
Banden . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .Blz. 354
6
Bandenmaat/bandenspanning. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . Blz. 477
Winterbanden/sneeuwketting . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .Blz. 257
Controleren/van plaats wisselen . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . Blz. 354
In geval van een lekke band . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .Blz. 421, 436
7
Motorkap . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .Blz. 337
Openen . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .Blz. 337
Motorolie . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .Blz. 473
In geval van oververhitting. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . Blz. 462
Lampen voor verlichting buitenzijde tijdens rijden
(Vervangingsmethode: Blz. 384, wattage: Blz. 479)
8
Halogeenkoplampen . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .Blz. 198
9
Parkeerlichten voor/dagrijverlichting . . . . . . . . . . . . . . . .Blz. 198
Mistlampen voor
Richtingaanwijzers . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .Blz. 196
Rem-/achterlichten . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .Blz. 198
Kentekenplaatverlichting . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .Blz. 198
Mistachterlicht . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .Blz. 203
Achteruitrijlicht
De selectiehendel in stand R zetten . . . . . . . . . . . . . . . . . . Blz. 192
Mistachterlicht . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .Blz. 203
Achteruitrijlicht
De selectiehendel in stand R zetten . . . . . . . . . . . . . . . . . . . Blz. 192
2
*
. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .Blz. 204
13
1
*
: Auto's met Smart entry-systeem en startknop
2
*
: Indien aanwezig
14
Overzicht
Dashboard (auto's met linkse besturing)
1
Startknop . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .Blz. 180, 184
Starten van het hybridesysteem . . . . . . . . . . . . . . . . . . Blz. 180, 184
Wijzigen van de standen van het contact . . . . . . . . . . . Blz. 181, 185
Noodstop van het hybridesysteem . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .Blz. 401
Als het hybridesysteem niet gestart kan worden . . . . . . . . . .Blz. 453
Waarschuwingslampjes
2
Selectiehendel . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .Blz. 192
Wijzigen van de schakelstand . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .Blz. 192
Voorzorgsmaatregelen bij slepen . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . Blz. 403
Als de selectiehendel niet in een andere stand
kan worden gezet . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .Blz. 194
3
Tellers . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .Blz. 99
Tellers aflezen . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . Blz. 99
Waarschuwingslampjes/indicatoren . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . Blz. 94
Als de waarschuwingslampjes gaan branden . . . . . . . . . . . .Blz. 410
1
*
. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .Blz. 419
Overzicht
10
11
12
4
Multi-informatiedisplay . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .Blz. 102
5
Parkeerrem. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .Blz. 197
Activeren/deactiveren . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . Blz. 197
Voorzorgsmaatregelen bij rijden in de winter. . . . . . . . . . . . .Blz. 258
Waarschuwingszoemer . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .Blz. 410
6
Richtingaanwijzerschakelaar . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .Blz. 196
Lichtschakelaar . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .Blz. 198
Koplampen/parkeerlichten voor/achterlichten . . . . . . . . . . . .Blz. 198
Mistlampen voor
7
Schakelaar ruitenwissers en -sproeier . . . . . . . . . . .Blz. 205, 209
Gebruik (voor) . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . Blz. 205
Gebruik (achter). . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . Blz. 209
Bijvullen van ruitensproeiervloeistof . . . . . . . . . . . . . . . . . . .Blz. 347
8
Schakelaar alarmknipperlichten . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .Blz. 400
9
Ontgrendelingshendel motorkap . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .Blz. 337
Ontgrendelingshendel stuurverstelling . . . . . . . . . . . . . .Blz. 158
Airconditioning . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .Blz. 296
Gebruik . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . Blz. 296
Achterruitverwarming. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . Blz. 300
Audiosysteem Navigatie-/multimediasysteem
2
*
/mistachterlicht. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . Blz. 203
2
*
. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .Blz. 262
2, 3
*
15
1
*
: Auto's met Smart entry-systeem en startknop
3
*
: Raadpleeg de handleiding voor het navigatie- en multimediasysteem.
2
*
: Indien aanwezig
16
Overzicht
Schakelaars (auto's met linkse besturing)
1
Schakelaars buitenspiegels* . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .Blz. 162
2
Draaiknop koplampverstelling . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .Blz. 200
3
Schakelaar Automatic High Beam-systeem
4
Schakelaar PCS
* . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .Blz. 223
* . . . . . . . . . .Blz. 238
Overzicht
1
Blokkeerschakelaar ruitbediening . . . . . . . . . . . . . . . . . . .Blz. 165
2
Schakelaars centrale vergrendeling . . . . . . . . . . . . . . . . .Blz. 128
3
Schakelaars ruitbediening . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .Blz. 165
4
Resetknop bandenspanningswaarschuwings­systeem
* . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .Blz. 357
17
*: Indien aanwezig
18
Overzicht
1
Schakelaars afstandsbediening audiosysteem . . . . . . . .Blz. 264
2
Telefoontoetsen
3
Schakelaar LDA (Lane Departure Alert)*1. . . . . . . . . . . . .Blz. 233
4
Cruise control-schakelaar
1, 2
*
1
*
. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .Blz. 244
1
Toets EV MODE . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .Blz. 190
2
Schakelaar ECO MODE . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .Blz. 193
3
Stoelverwarmingstoets
4
Schakelaar VSC OFF . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .Blz. 249
2
*
: Raadpleeg de handleiding voor het navigatie- en multimediasysteem.
1
*
. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .Blz. 305
1
*
: Indien aanwezig
Interieur (auto's met linkse besturing)
Overzicht
19
1
SRS-airbags . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .Blz. 41
2
Vloermatten . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .Blz. 30
3
Voorstoelen . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .Blz. 151
4
Achterstoelen. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .Blz. 153
5
Hoofdsteunen . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .Blz. 156
6
Veiligheidsgordels. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .Blz. 34
7
Vergrendelknoppen binnenzijde portier . . . . . . . . . . . . . .Blz. 128
8
Bekerhouders . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .Blz. 311
9
Handgrepen . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .Blz. 320
20
*
1
: Gebruik NOOIT een tegen de rijrich-
ting in geplaatst baby- of kinderzitje op een stoel met een INGESCHA­KELDE AIRBAG, omdat het KIND an­ders ERNSTIG LETSEL kan oplopen als de airbag wordt geactiveerd. (Blz. 73)
*
2
: Indien aanwezig
Overzicht
1
Binnenspiegel . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .Blz. 160
2
Zonnekleppen
3
Make-upspiegels . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .Blz. 316
4
Interieurverlichting/leeslampjes. . . . . . . . . . . . . . . . .Blz. 307, 308
5
Zonnescherm panoramadak
1
*
. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .Blz. 316
2
*
. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .Blz. 320
Dashboard (auto's met rechtse besturing)
Overzicht
21
1
Startknop . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .Blz. 180, 184
Starten van het hybridesysteem . . . . . . . . . . . . . . . . . . Blz. 180, 184
Wijzigen van de standen van het contact . . . . . . . . . . . Blz. 181, 185
Noodstop van het hybridesysteem . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .Blz. 401
Als het hybridesysteem niet gestart kan worden . . . . . . . . . .Blz. 453
Waarschuwingslampjes
2
Selectiehendel . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .Blz. 192
Wijzigen van de schakelstand . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .Blz. 192
Voorzorgsmaatregelen bij slepen . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . Blz. 403
Als de selectiehendel niet in een andere stand kan
worden gezet . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . Blz. 194
*. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . Blz. 419
*: Auto's met Smart entry-systeem en startknop
22
10
11
12
Overzicht
3
Tellers . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .Blz. 99
Tellers aflezen . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . Blz. 99
Waarschuwingslampjes/indicatoren . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . Blz. 94
Als de waarschuwingslampjes gaan branden . . . . . . . . . . . .Blz. 410
4
Multi-informatiedisplay . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .Blz. 102
5
Parkeerrem. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .Blz. 197
Activeren/deactiveren . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . Blz. 197
Voorzorgsmaatregelen bij rijden in de winter. . . . . . . . . . . . .Blz. 258
Waarschuwingszoemer . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .Blz. 410
6
Richtingaanwijzerschakelaar . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .Blz. 196
Lichtschakelaar . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .Blz. 198
Koplampen/parkeerlichten voor/achterlichten . . . . . . . . . . . .Blz. 198
Mistlampen voor
7
Schakelaar ruitenwissers en -sproeier . . . . . . . . . . .Blz. 205, 209
Gebruik (voor) . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . Blz. 205
Gebruik (achter). . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . Blz. 209
Bijvullen van ruitensproeiervloeistof . . . . . . . . . . . . . . . . . . .Blz. 347
8
Schakelaar alarmknipperlichten . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .Blz. 400
9
Ontgrendelingshendel motorkap . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .Blz. 337
Ontgrendelingshendel stuurverstelling . . . . . . . . . . . . . .Blz. 158
Airconditioning . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .Blz. 296
Gebruik . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . Blz. 296
Achterruitverwarming. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . Blz. 300
Audiosysteem Navigatie-/multimediasysteem
1
*
/mistachterlicht. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . Blz. 203
1
*
. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .Blz. 262
1, 2
*
1
*
2
*
: Raadpleeg de handleiding voor het navigatie- en multimediasysteem.
: Indien aanwezig
Schakelaars (auto's met rechtse besturing)
1
Schakelaars buitenspiegels* . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .Blz. 162
2
Draaiknop koplampverstelling . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .Blz. 200
3
Schakelaar PCS
4
Schakelaar Automatic High Beam-systeem
* . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .Blz. 223
Overzicht
* . . . . . . . . . .Blz. 238
23
*: Indien aanwezig
24
Overzicht
1
Blokkeerschakelaar ruitbediening . . . . . . . . . . . . . . . . . . .Blz. 165
2
Schakelaars centrale vergrendeling . . . . . . . . . . . . . . . . .Blz. 128
3
Schakelaars ruitbediening . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .Blz. 165
4
Resetknop bandenspanningswaarschuwings­systeem
1
*
. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .Blz. 357
Overzicht
1
Schakelaars afstandsbediening audiosysteem . . . . . . . .Blz. 264
2
Telefoontoetsen
3
Schakelaar LDA (Lane Departure Alert)*1. . . . . . . . . . . . .Blz. 233
4
Cruise control-schakelaar
1, 2
*
1
*
. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .Blz. 244
25
1
Toets EV MODE . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .Blz. 190
2
Schakelaar ECO MODE . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .Blz. 193
3
Schakelaar VSC OFF . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .Blz. 249
1
*
2
*
: Raadpleeg de handleiding voor het navigatie- en multimediasysteem.
: Indien aanwezig
26
Overzicht
Interieur (auto's met rechtse besturing)
1
SRS-airbags . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .Blz. 41
2
Vloermatten . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .Blz. 30
3
Voorstoelen . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .Blz. 151
4
Achterstoelen. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .Blz. 153
5
Hoofdsteunen . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .Blz. 156
6
Veiligheidsgordels. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .Blz. 34
7
Vergrendelknoppen binnenzijde portier . . . . . . . . . . . . . .Blz. 128
8
Bekerhouders . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .Blz. 311
9
Handgrepen . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .Blz. 320
Overzicht
*
1
: Gebruik NOOIT een tegen de rijrich-
ting in geplaatst baby- of kinderzitje op een stoel met een INGESCHA­KELDE AIRBAG, omdat het KIND an­ders ERNSTIG LETSEL kan oplopen als de airbag wordt geactiveerd. (Blz. 73)
*
2
: Indien aanwezig
1
Binnenspiegel . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .Blz. 160
2
Zonnekleppen
3
Make-upspiegels . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .Blz. 316
4
Interieurverlichting/leeslampjes. . . . . . . . . . . . . . . . .Blz. 307, 308
5
Zonnescherm panoramadak
1
*
. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .Blz. 316
2
*
. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .Blz. 320
27
28
Overzicht
29
Veiligheid en beveiliging
1
1-1. Voor een veilig gebruik
Voordat u gaat rijden ...........30
Veilig rijden ..........................32
Veiligheidsgordels................34
SRS-airbags ........................41
Aan/uit-schakelaar
airbag.................................53
Veiligheidsinformatie
voor kinderen.....................55
Baby- en kinderzitjes ...........56
Plaatsen van baby- en
kinderzitjes.........................66
Belangrijke voorzorgs-
maatregelen in verband
met uitlaatgassen ..............75
1-2. Hybridesysteem
Kenmerken
hybridesysteem .................76
Voorzorgsmaatregelen
hybridesysteem .................80
1-3. Antidiefstalsysteem
Startblokkering.....................86
Supervergrendeling .............91
30
*
1-1. Voor een veilig gebruik
Voordat u gaat rijden
Vloermat
Gebruik alleen vloermatten die speciaal zijn ontworpen voor auto's van hetzelfde model en modeljaar als uw auto. Bevestig ze op de juiste wijze op de vloerbedekking.
1
Steek de klemhaken (clips) in de ringen in de vloermat.
2
Draai het bovenste hendeltje van de klemhaken (clips) om de vloermatten te bevestigen.
*
: Breng de merktekens altijd in lijn.
De vorm van de klemhaken (clips) wijkt mogelijk af van wat is aangegeven in de afbeelding.
Loading...
+ 478 hidden pages