Overzicht
Veiligheid
1
en beveiliging
Zoeken op afbeelding
Zorg ervoor dat u dit leest
Instrumenten-
2
paneel
Bediening van
3
elk onderdeel
4
Rijden
5
Audiosysteem
Voorzieningen
6
in het interieur
Onderhoud en
7
verzorging
8
Bij problemen
Voertuigspecifi-
9
caties
Het aflezen van de meters en tellers, het interpreteren
van de verschillende waarschuwingslampjes en
controlelampjes, enz.
Openen en sluiten van de portieren en ruiten, afstellen
vóór het rijden, enz.
Handelingen en adviezen die voor het rijden moeten
worden opgevolgd
Bedienen van het audiosysteem
Gebruik van de voorzieningen in het interieur, enz.
De zorg voor uw auto en onderhoudsprocedures
Informatie over wat u moet doen bij een storing
of noodgeval
Voertuigspecificaties, systemen met mogelijkheden
voor persoonlijke voorkeursinstellingen, enz.
Index
PZ49X-52J30-NL
Zoeken op symptoom
Alfabetisch zoeken
2
INHOUDSOPGAVE
Ter informatie .................................6
Over deze handleiding .................10
Zoekmethoden .............................11
Overzicht ......................................12
1
Veiligheid en beveiliging
1-1. Voor een veilig gebruik
Voordat u gaat rijden ...........30
Veilig rijden ..........................32
Veiligheidsgordels................34
SRS-airbags ........................41
Aan/uit-schakelaar
airbag.................................53
Veiligheidsinformatie
voor kinderen.....................55
Baby- en kinderzitjes ...........56
Plaatsen van baby- en
kinderzitjes.........................66
Belangrijke voorzorgs-
maatregelen in verband
met uitlaatgassen ..............75
1-2. Hybridesysteem
Kenmerken
hybridesysteem .................76
Voorzorgsmaatregelen
hybridesysteem .................80
1-3. Antidiefstalsysteem
Startblokkering.....................86
Supervergrendeling .............91
2
Instrumentenpaneel
2. Instrumentenpaneel
Waarschuwingslampjes
en controlelampjes............ 94
Meters en tellers.................. 99
Multi-informatiedisplay ...... 102
Energiemonitor/
verbruiksscherm.............. 106
Bediening van
3
elk onderdeel
3-1. Informatie over sleutels
Sleutels ............................. 112
3-2. Openen, sluiten en
vergrendelen van
de portieren
Portieren............................ 124
Achterklep ......................... 131
Smart entry-systeem
met startknop .................. 137
3-3. Verstellen van de stoelen
Voorstoelen ....................... 151
Achterstoelen .................... 153
Hoofdsteunen.................... 156
3-4. Verstellen van het stuurwiel
en de spiegels
Stuurwiel ........................... 158
Binnenspiegel.................... 160
Buitenspiegels
........................................ 162
3-5. Openen en sluiten
van de ruiten
Elektrisch bedienbare
ruiten ............................... 165
3
4
Rijden
4-1. Voordat u gaat rijden
Rijden met de auto.............170
Lading en bagage ..............178
Rijden met
een aanhangwagen .........179
4-2. Rijprocedures
Contactslot (auto's zonder
Smart entry-systeem
en startknop)....................180
Startknop (auto's met
Smart entry-systeem
en startknop)....................184
EV-modus ..........................190
Hybridetransmissie ............192
Richtingaanwijzer-
schakelaar .......................196
Parkeerrem ........................197
4-3. Bedienen van verlichting
en ruitenwissers
Lichtschakelaar..................198
Schakelaar mistlampen .....203
Ruitenwisser
en -sproeier .....................205
Achterruitenwisser
en -sproeier .....................209
4-4. Tanken
Openen van
de tankdop.......................211
4-5. Toyota Safety Sense
Toyota Safety Sense .........214
PCS (Pre-Crash
Safety-systeem)...............220
LDA (Lane Departure
Alert) ................................233
Automatic High
Beam-systeem.................238
4-6. Gebruik van
de ondersteunende
systemen
Cruise control .................... 244
Ondersteunende
systemen......................... 248
4-7. Rijtips
Rijden met een
hybrideauto ..................... 254
Rijden in de winter............. 257
5
Audiosysteem
5-1. Basishandelingen
Soorten audiosystemen .... 262
Stuurwieltoetsen
audiosysteem.................. 264
USB-aansluiting ................ 265
5-2. Gebruik van
het audiosysteem
Optimaal gebruikmaken
van het audiosysteem ..... 266
5-3. Gebruik van de radio
Bediening radio ................. 268
5-4. Afspelen van audio-CD's
en discs met MP3-/
WMA-bestanden
Bediening CD-speler ......... 273
5-5. Gebruik van een extern
apparaat
Luisteren naar bestanden
op een iPod..................... 281
Afspelen van bestanden
op een USB-geheugen ... 288
1
2
3
4
5
6
7
8
9
4
INHOUDSOPGAVE
Voorzieningen in
6
het interieur
7
Onderhoud en verzorging
6-1. Gebruik van
de airconditioning en
de achterruitverwarming
Automatische
airconditioning .................296
Stoelverwarming ................305
6-2. Gebruik van
de interieurverlichting
Overzicht
interieurverlichting ...........307
• Interieurverlichting .........307
• Leeslampjes ..................308
6-3. Gebruik van
de opbergmogelijkheden
Overzicht van
opbergmogelijkheden ......309
• Dashboardkastje............310
• Bekerhouders ................311
• Fleshouders...................312
• Extra opbergvak ............312
Voorzieningen
in de bagageruimte..........313
6-4. Gebruik van de overige
voorzieningen in
het interieur
Overige voorzieningen
in het interieur..................316
• Zonnekleppen................316
• Make-upspiegels ...........316
• Uitneembare asbak .......317
• Aansteker ......................317
• Accessoireaansluiting....318
• Armsteun .......................319
• Zonnescherm
panoramadak ................320
• Handgrepen...................320
7-1. Onderhoud en verzorging
Reinigen en beschermen
van het exterieur van
uw auto ........................... 324
Reinigen en beschermen
van het interieur van
uw auto ........................... 328
7-2. Onderhoud
Onderhoud en
reparatie.......................... 331
7-3. Zelf uit te voeren onderhoud
Voorzorgsmaatregelen bij
zelf uit te voeren
onderhoud....................... 334
Motorkap ........................... 337
Plaatsen van
een garagekrik ................ 339
Motorruimte ....................... 341
12V-accu ........................... 348
Banden.............................. 354
Bandenspanning ............... 368
Velgen ............................... 370
Interieurfilter ...................... 373
Afstandsbediening/batterij
elektronische sleutel ....... 375
Controleren en vervangen
van zekeringen................ 379
Lampen ............................. 384
5
8
Bij problemen
8-1. Belangrijke informatie
Alarmknipperlichten ...........400
Als uw auto in geval van
nood tot stilstand
moet worden gebracht.....401
8-2. Stappen die genomen
moeten worden
in noodgevallen
Als uw auto moet worden
gesleept ...........................403
Als u denkt dat er iets
mis is ...............................409
Als een waarschuwings-
lampje gaat branden
of een waarschuwings-
zoemer klinkt ...................410
Als de auto een lekke
band heeft (auto's met
reservewiel) .....................421
Als de auto een lekke
band heeft (auto's met
bandenreparatieset) ........436
Als het hybridesysteem niet
kan worden gestart ..........453
Als de elektronische sleutel
niet goed werkt (auto's
met Smart entry-systeem
en startknop)....................455
Als de 12V-accu van
de auto ontladen is ..........457
Als uw auto oververhit
raakt.................................462
Als de auto
vast komt te zitten............466
9
Voertuigspecificaties
9-1. Specificaties
Onderhoudsgegevens
(brandstof, oliepeil,
enz.) ................................ 470
Informatie over
brandstof ......................... 480
9-2. Persoonlijke
voorkeursinstellingen
Systemen met
mogelijkheden voor
persoonlijke voorkeurs-
instellingen ...................... 481
9-3. Te initialiseren onderdelen
Te initialiseren
onderdelen ...................... 485
Index
Wat moet u doen als...
(Problemen oplossen) ............. 488
Alfabetische index...................... 492
1
2
3
4
5
6
7
8
9
Toyota Motor Europe NV/SA, Avenue du Bourget 60 - 1140 Brussel, België
www.toyota-europe.com
6
Ter infor matie
Handleiding
Deze handleiding is bestemd voor alle uitvoeringen van dit type auto; alle
mogelijke opties zijn in deze handleiding opgenomen. Er zullen dan ook
ongetwijfeld onderwerpen worden beschreven die niet op uw auto van toepassing zijn.
Alle specificaties in deze handleiding waren actueel ten tijde van de druk.
Toyota streeft er doorlopend naar haar producten te perfectioneren en wij
behouden ons dan ook het recht voor tussentijdse wijzigingen in specificatie
en uitvoering door te voeren zonder voorafgaande kennisgeving.
Afhankelijk van de specificaties kan de in de afbeeldingen getoonde auto
afwijken van uw auto voor wat betreft de uitrusting.
Accessoires, onderdelen en veranderingen aan uw Toyota
Er is een grote hoeveelheid originele en niet-originele onderdelen en accessoires voor uw Toyota te verkrijgen. Als een origineel onderdeel of accessoire
uit de Toyota moet worden vervangen, raadt Toyota u aan om originele
Toyota-onderdelen en -accessoires te gebruiken. U kunt ook andere onderdelen of accessoires van gelijkwaardige kwaliteit gebruiken. Toyota kan geen
garantie geven of betrouwbaarheid garanderen voor onderdelen en accessoires die geen origineel Toyota-product zijn en ook niet voor het vervangen
door of monteren van dergelijke onderdelen. Bovendien is het mogelijk dat
schade aan of slechte prestaties van niet-originele Toyota-onderdelen of accessoires niet onder de garantie vallen.
Inbouw van een zend-/ontvanginstallatie
De inbouw van een zend-/ontvanginstallatie in uw auto kan elektronische
systemen beïnvloeden, zoals:
● (Sequentieel) multipoint brandstofinspuitsysteem
● Cruise control-systeem (indien aanwezig)
● Antiblokkeersysteem
● SRS-airbagsysteem
● Gordelspanner
● Toyota Safety Sense (indien aanwezig)
Neem voor voorzorgsmaatregelen of speciale voorschriften met betrekking
tot de inbouw van een zend-/ontvanginstallatie contact op met een erkende
Toyota-dealer of hersteller/reparateur of een andere naar behoren gekwalificeerde en uitgeruste deskundige.
Nadere informatie met betrekking tot frequenties, vermogens, antenneposities en montagevoorwaarden voor zend-/ontvanginstallaties is op verzoek
beschikbaar bij een erkende Toyota-dealer of hersteller/reparateur of een
andere naar behoren gekwalificeerde en uitgeruste deskundige.
De hoogspanningsonderdelen en kabels van hybrideauto's stralen ongeveer
net zo veel elektromagnetische golven uit als conventionele auto's met een
benzinemotor of huishoudelijke elektronische apparatuur, ook al zijn ze elektromagnetisch afgeschermd.
De ontvangst via een zend-/ontvanginstallatie kan in sommige gevallen
gestoord worden.
7
8
Uw auto is uitgerust met batterijen en/of accu's. Zorg ervoor dat deze
gescheiden worden ingezameld en op een milieuvriendelijke manier worden
afgevoerd (richtlijn 2006/66/EG).
Vernietigen van uw Toyota
De airbags en de gordelspanners in uw Toyota bevatten explosieve chemicaliën. Wanneer uw auto wordt vernietigd terwijl de airbags en/of de gordelspanners nog intact zijn, kan tijdens de vernietiging een ontploffing
plaatsvinden en brand ontstaan. Laat daarom het airbagsysteem en de gordelspanners eerst verwijderen en afvoeren door een erkende Toyota-dealer
of hersteller/reparateur of een andere naar behoren gekwalificeerde en uitgeruste deskundige.
■ Algemene voorzorgsmaatregelen tijdens het rijden
Rijden onder invloed: Ga niet rijden met uw auto als u alcohol of drugs
gebruikt hebt, omdat deze middelen invloed kunnen hebben op de rijvaardigheid. Alcohol en bepaalde drugs vergroten de reactietijd, beïnvloeden
het beoordelingsvermogen en hebben een negatieve invloed op de coördinatie, waardoor aanrijdingen kunnen ontstaan met ernstig letsel als gevolg.
Defensief rijden: Rijd altijd defensief. Anticipeer op fouten die andere
bestuurders of voetgangers zouden kunnen maken omdat u hierdoor wellicht een ongeluk kunt voorkomen.
Afleiding van de bestuurder: Houd altijd uw volledige aandacht bij het verkeer. Alles wat de aandacht van de bestuurder kan afleiden, zoals het veranderen van instellingen, telefoneren of lezen, kan leiden tot een aanrijding
waarbij u, de andere inzittenden van de auto of anderen ernstig letsel kunnen oplopen.
■ Algemene voorzorgsmaatregelen met betrekking tot veiligheid van
kinderen
Laat kinderen nooit alleen in de auto achter en laat ze nooit met de sleutel
spelen.
Kinderen zullen wellicht proberen de auto te starten of de neutraalstand in
te schakelen. Ook kunnen kinderen zich bezeren als ze met de aansteker,
de elektrisch bedienbare ruiten, het zonnescherm van het panoramadak of
andere systemen in de auto spelen. Verder kan de temperatuur in de auto
zo hoog oplopen of zo ver dalen dat dat kinderen fataal kan worden.
9
10
Over deze handleiding
WAARSCHUWING:
Geeft uitleg over iets dat kan resulteren in ernstig letsel wanneer
de voorzorgsmaatregelen niet in acht worden genomen.
OPMERKING:
Geeft uitleg over iets dat kan resulteren in schade of storingen
aan de auto of de uitrusting wanneer de voorzorgsmaatregelen
niet in acht worden genomen.
Geeft bedienings- of werkingsprocedures aan. Volg de
stappen in de aangegeven volgorde.
Geeft de handeling aan voor
het bedienen van schakelaars en dergelijke (drukken, draaien, enz.).
Geeft het resultaat van een
handeling aan (er wordt bijvoorbeeld een klep geopend).
Geeft het onderdeel of de
positie aan waarover uitleg
wordt gegeven.
Dit betekent dat er iets niet
mag worden gedaan of mag
gebeuren.
Zoekmethoden
■ Zoeken op naam
• Alfabetische index ... Blz. 492
■ Zoeken op montagepositie
• Overzicht ................... Blz. 12
■
Zoeken op symptoom
of geluid
• Wat moet u doen als...
(Problemen
oplossen)................. Blz. 488
11
■ Zoeken op titel
• Inhoudsopgave............ Blz. 2
12
Overzicht
Overzicht
Exterieur
■
1
Portieren. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .Blz. 124
Vergrendelen/ontgrendelen . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . Blz. 124
Openen/sluiten van de zijruiten . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .Blz. 165
Vergrendelen/ontgrendelen met
de mechanische sleutel
Waarschuwingslampjes. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . Blz. 413
2
Achterklep . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .Blz. 131
Vergrendelen/ontgrendelen . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . Blz. 131
Waarschuwingslampjes. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . Blz. 413
3
Buitenspiegels . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .Blz. 162
Verstellen van de spiegelhoek. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . Blz. 162
Inklappen van de buitenspiegels . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .Blz. 163
Ontwasemen van de spiegels
1
*
. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .Blz. 455
2
*
. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .Blz. 300
Overzicht
4
Ruitenwissers . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .Blz. 205, 209
Voorzorgsmaatregelen bij rijden in de winter. . . . . . . . . . . . .Blz. 257
Voorzorgsmaatregelen voor de wasstraat. . . . . . . . . . . . . . . Blz. 325
5
Tankdopklep. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .Blz. 211
Tanken . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . Blz. 211
Brandstofsoort/inhoud brandstoftank. . . . . . . . . . . . . . . . . . . Blz. 472
Banden . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .Blz. 354
6
Bandenmaat/bandenspanning. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . Blz. 477
Winterbanden/sneeuwketting . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .Blz. 257
Controleren/van plaats wisselen . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . Blz. 354
In geval van een lekke band . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .Blz. 421, 436
7
Motorkap . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .Blz. 337
Openen . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .Blz. 337
Motorolie . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .Blz. 473
In geval van oververhitting. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . Blz. 462
Lampen voor verlichting buitenzijde tijdens rijden
(Vervangingsmethode: Blz. 384, wattage: Blz. 479)
8
Halogeenkoplampen . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .Blz. 198
9
Parkeerlichten voor/dagrijverlichting . . . . . . . . . . . . . . . .Blz. 198
Mistlampen voor
Richtingaanwijzers . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .Blz. 196
Rem-/achterlichten . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .Blz. 198
Kentekenplaatverlichting . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .Blz. 198
Mistachterlicht . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .Blz. 203
Achteruitrijlicht
De selectiehendel in stand R zetten . . . . . . . . . . . . . . . . . . Blz. 192
Mistachterlicht . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .Blz. 203
Achteruitrijlicht
De selectiehendel in stand R zetten . . . . . . . . . . . . . . . . . . . Blz. 192
2
*
. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .Blz. 204
13
1
*
: Auto's met Smart entry-systeem en startknop
2
*
: Indien aanwezig
14
Overzicht
■Dashboard (auto's met linkse besturing)
1
Startknop . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .Blz. 180, 184
Starten van het hybridesysteem . . . . . . . . . . . . . . . . . . Blz. 180, 184
Wijzigen van de standen van het contact . . . . . . . . . . . Blz. 181, 185
Noodstop van het hybridesysteem . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .Blz. 401
Als het hybridesysteem niet gestart kan worden . . . . . . . . . .Blz. 453
Waarschuwingslampjes
2
Selectiehendel . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .Blz. 192
Wijzigen van de schakelstand . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .Blz. 192
Voorzorgsmaatregelen bij slepen . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . Blz. 403
Als de selectiehendel niet in een andere stand
kan worden gezet . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .Blz. 194
3
Tellers . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .Blz. 99
Tellers aflezen . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . Blz. 99
Waarschuwingslampjes/indicatoren . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . Blz. 94
Als de waarschuwingslampjes gaan branden . . . . . . . . . . . .Blz. 410
1
*
. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .Blz. 419
Overzicht
4
Multi-informatiedisplay . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .Blz. 102
5
Parkeerrem. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .Blz. 197
Activeren/deactiveren . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . Blz. 197
Voorzorgsmaatregelen bij rijden in de winter. . . . . . . . . . . . .Blz. 258
Waarschuwingszoemer . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .Blz. 410
6
Richtingaanwijzerschakelaar . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .Blz. 196
Lichtschakelaar . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .Blz. 198
Koplampen/parkeerlichten voor/achterlichten . . . . . . . . . . . .Blz. 198
Mistlampen voor
7
Schakelaar ruitenwissers en -sproeier . . . . . . . . . . .Blz. 205, 209
Gebruik (voor) . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . Blz. 205
Gebruik (achter). . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . Blz. 209
Bijvullen van ruitensproeiervloeistof . . . . . . . . . . . . . . . . . . .Blz. 347
8
Schakelaar alarmknipperlichten . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .Blz. 400
9
Ontgrendelingshendel motorkap . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .Blz. 337
Ontgrendelingshendel stuurverstelling . . . . . . . . . . . . . .Blz. 158
Airconditioning . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .Blz. 296
Gebruik . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . Blz. 296
Achterruitverwarming. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . Blz. 300
Audiosysteem
Navigatie-/multimediasysteem
2
*
/mistachterlicht. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . Blz. 203
2
*
. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .Blz. 262
2, 3
*
15
1
*
: Auto's met Smart entry-systeem en startknop
3
*
: Raadpleeg de handleiding voor het navigatie- en multimediasysteem.
2
*
: Indien aanwezig
16
Overzicht
■Schakelaars (auto's met linkse besturing)
1
Schakelaars buitenspiegels* . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .Blz. 162
2
Draaiknop koplampverstelling . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .Blz. 200
3
Schakelaar Automatic High Beam-systeem
4
Schakelaar PCS
* . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .Blz. 223
* . . . . . . . . . .Blz. 238
Overzicht
1
Blokkeerschakelaar ruitbediening . . . . . . . . . . . . . . . . . . .Blz. 165
2
Schakelaars centrale vergrendeling . . . . . . . . . . . . . . . . .Blz. 128
3
Schakelaars ruitbediening . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .Blz. 165
4
Resetknop bandenspanningswaarschuwingssysteem
* . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .Blz. 357
17
*: Indien aanwezig
18
Overzicht
1
Schakelaars afstandsbediening audiosysteem . . . . . . . .Blz. 264
2
Telefoontoetsen
3
Schakelaar LDA (Lane Departure Alert)* 1. . . . . . . . . . . . .Blz. 233
4
Cruise control-schakelaar
1, 2
*
1
*
. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .Blz. 244
1
Toets EV MODE . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .Blz. 190
2
Schakelaar ECO MODE . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .Blz. 193
3
Stoelverwarmingstoets
4
Schakelaar VSC OFF . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .Blz. 249
2
*
: Raadpleeg de handleiding voor het navigatie- en multimediasysteem.
1
*
. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .Blz. 305
1
*
: Indien aanwezig
■Interieur (auto's met linkse besturing)
Overzicht
19
1
SRS-airbags . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .Blz. 41
2
Vloermatten . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .Blz. 30
3
Voorstoelen . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .Blz. 151
4
Achterstoelen. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .Blz. 153
5
Hoofdsteunen . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .Blz. 156
6
Veiligheidsgordels. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .Blz. 34
7
Vergrendelknoppen binnenzijde portier . . . . . . . . . . . . . .Blz. 128
8
Bekerhouders . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .Blz. 311
9
Handgrepen . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .Blz. 320
20
*
1
: Gebruik NOOIT een tegen de rijrich-
ting in geplaatst baby- of kinderzitje
op een stoel met een INGESCHAKELDE AIRBAG, omdat het KIND anders ERNSTIG LETSEL kan oplopen
als de airbag wordt geactiveerd.
(→ Blz. 73)
*
2
: Indien aanwezig
Overzicht
1
Binnenspiegel . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .Blz. 160
2
Zonnekleppen
3
Make-upspiegels . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .Blz. 316
4
Interieurverlichting/leeslampjes. . . . . . . . . . . . . . . . .Blz. 307, 308
5
Zonnescherm panoramadak
1
*
. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .Blz. 316
2
*
. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .Blz. 320
■Dashboard (auto's met rechtse besturing)
Overzicht
21
1
Startknop . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .Blz. 180, 184
Starten van het hybridesysteem . . . . . . . . . . . . . . . . . . Blz. 180, 184
Wijzigen van de standen van het contact . . . . . . . . . . . Blz. 181, 185
Noodstop van het hybridesysteem . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .Blz. 401
Als het hybridesysteem niet gestart kan worden . . . . . . . . . .Blz. 453
Waarschuwingslampjes
2
Selectiehendel . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .Blz. 192
Wijzigen van de schakelstand . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .Blz. 192
Voorzorgsmaatregelen bij slepen . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . Blz. 403
Als de selectiehendel niet in een andere stand kan
worden gezet . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . Blz. 194
*. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . Blz. 419
*: Auto's met Smart entry-systeem en startknop
22
Overzicht
3
Tellers . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .Blz. 99
Tellers aflezen . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . Blz. 99
Waarschuwingslampjes/indicatoren . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . Blz. 94
Als de waarschuwingslampjes gaan branden . . . . . . . . . . . .Blz. 410
4
Multi-informatiedisplay . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .Blz. 102
5
Parkeerrem. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .Blz. 197
Activeren/deactiveren . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . Blz. 197
Voorzorgsmaatregelen bij rijden in de winter. . . . . . . . . . . . .Blz. 258
Waarschuwingszoemer . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .Blz. 410
6
Richtingaanwijzerschakelaar . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .Blz. 196
Lichtschakelaar . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .Blz. 198
Koplampen/parkeerlichten voor/achterlichten . . . . . . . . . . . .Blz. 198
Mistlampen voor
7
Schakelaar ruitenwissers en -sproeier . . . . . . . . . . .Blz. 205, 209
Gebruik (voor) . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . Blz. 205
Gebruik (achter). . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . Blz. 209
Bijvullen van ruitensproeiervloeistof . . . . . . . . . . . . . . . . . . .Blz. 347
8
Schakelaar alarmknipperlichten . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .Blz. 400
9
Ontgrendelingshendel motorkap . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .Blz. 337
Ontgrendelingshendel stuurverstelling . . . . . . . . . . . . . .Blz. 158
Airconditioning . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .Blz. 296
Gebruik . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . Blz. 296
Achterruitverwarming. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . Blz. 300
Audiosysteem
Navigatie-/multimediasysteem
1
*
/mistachterlicht. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . Blz. 203
1
*
. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .Blz. 262
1, 2
*
1
*
2
*
: Raadpleeg de handleiding voor het navigatie- en multimediasysteem.
: Indien aanwezig
■Schakelaars (auto's met rechtse besturing)
1
Schakelaars buitenspiegels* . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .Blz. 162
2
Draaiknop koplampverstelling . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .Blz. 200
3
Schakelaar PCS
4
Schakelaar Automatic High Beam-systeem
* . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .Blz. 223
Overzicht
* . . . . . . . . . .Blz. 238
23
*: Indien aanwezig
24
Overzicht
1
Blokkeerschakelaar ruitbediening . . . . . . . . . . . . . . . . . . .Blz. 165
2
Schakelaars centrale vergrendeling . . . . . . . . . . . . . . . . .Blz. 128
3
Schakelaars ruitbediening . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .Blz. 165
4
Resetknop bandenspanningswaarschuwingssysteem
1
*
. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .Blz. 357
Overzicht
1
Schakelaars afstandsbediening audiosysteem . . . . . . . .Blz. 264
2
Telefoontoetsen
3
Schakelaar LDA (Lane Departure Alert)* 1. . . . . . . . . . . . .Blz. 233
4
Cruise control-schakelaar
1, 2
*
1
*
. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .Blz. 244
25
1
Toets EV MODE . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .Blz. 190
2
Schakelaar ECO MODE . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .Blz. 193
3
Schakelaar VSC OFF . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .Blz. 249
1
*
2
*
: Raadpleeg de handleiding voor het navigatie- en multimediasysteem.
: Indien aanwezig
26
Overzicht
■Interieur (auto's met rechtse besturing)
1
SRS-airbags . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .Blz. 41
2
Vloermatten . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .Blz. 30
3
Voorstoelen . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .Blz. 151
4
Achterstoelen. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .Blz. 153
5
Hoofdsteunen . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .Blz. 156
6
Veiligheidsgordels. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .Blz. 34
7
Vergrendelknoppen binnenzijde portier . . . . . . . . . . . . . .Blz. 128
8
Bekerhouders . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .Blz. 311
9
Handgrepen . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .Blz. 320
Overzicht
*
1
: Gebruik NOOIT een tegen de rijrich-
ting in geplaatst baby- of kinderzitje
op een stoel met een INGESCHAKELDE AIRBAG, omdat het KIND anders ERNSTIG LETSEL kan oplopen
als de airbag wordt geactiveerd.
(→ Blz. 73)
*
2
: Indien aanwezig
1
Binnenspiegel . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .Blz. 160
2
Zonnekleppen
3
Make-upspiegels . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .Blz. 316
4
Interieurverlichting/leeslampjes. . . . . . . . . . . . . . . . .Blz. 307, 308
5
Zonnescherm panoramadak
1
*
. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .Blz. 316
2
*
. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .Blz. 320
27
28
Overzicht
29
Veiligheid en beveiliging
1
1-1. Voor een veilig gebruik
Voordat u gaat rijden ...........30
Veilig rijden ..........................32
Veiligheidsgordels................34
SRS-airbags ........................41
Aan/uit-schakelaar
airbag.................................53
Veiligheidsinformatie
voor kinderen.....................55
Baby- en kinderzitjes ...........56
Plaatsen van baby- en
kinderzitjes.........................66
Belangrijke voorzorgs-
maatregelen in verband
met uitlaatgassen ..............75
1-2. Hybridesysteem
Kenmerken
hybridesysteem .................76
Voorzorgsmaatregelen
hybridesysteem .................80
1-3. Antidiefstalsysteem
Startblokkering.....................86
Supervergrendeling .............91
30
1-1. Voor een veilig gebruik
Voordat u gaat rijden
Vloermat
Gebruik alleen vloermatten die speciaal zijn ontworpen voor auto's
van hetzelfde model en modeljaar als uw auto. Bevestig ze op de
juiste wijze op de vloerbedekking.
1
Steek de klemhaken (clips)
in de ringen in de vloermat.
2
Draai het bovenste hendeltje
van de klemhaken (clips) om de
vloermatten te bevestigen.
*
: Breng de merktekens altijd in lijn.
De vorm van de klemhaken (clips) wijkt mogelijk af van wat is aangegeven
in de afbeelding.