Toyota Yaris Hybrid 2014 Owner's Manual [nl]

Overzicht
Veiligheid en
1
beveiliging
Zoeken op afbeelding
Zorg ervoor dat u dit leest
Instrumenten-
2
Bediening van
3
elk onderdeel
4
Rijden
5
Audiosysteem
V oorzieningen in
6
het interieur
Onderhoud en
7
verzorging
8
Bij problemen
9
Specificaties
Het aflezen van de meters en tellers, het interpreteren van de verschillende waarschuwingslampjes en indicatoren, enz.
Openen en sluiten van de portieren en ruiten, afstellen vóór het rijden, enz.
Handelingen en adviezen die voor het rijden moeten worden opgevolgd
Bedienen van het audiosysteem
Gebruik van de voorzieningen in het interieur, enz.
De zorg voor uw auto en onderhoudsprocedures
Informatie over wat u moet doen bij een storing of noodgeval
Specificaties, systemen met mogelijkheden voor persoonlijke voorkeursinstellingen, enz.
Trefwoordenlijst
PZ49X-UH003-NL
Zoeken op symptoom Alfabetisch zoeken
2
INHOUDSOPGAVE
Ter informatie.................................6
Over deze handleiding .................10
Zoekmethoden .............................11
Overzicht......................................12
1
Veiligheid en beveiliging
1-1. Voor een veilig gebruik
Voordat u gaat rijden ...........28
Veilig rijden..........................30
Veiligheidsgordels................32
SRS-airbags ........................39
Handmatig in-/uitschakel-
systeem airbag..................50
Veiligheidsinformatie
voor kinderen.....................52
Baby- of kinderzitjes ............53
Plaatsen van
veiligheidssystemen
voor kinderen.....................63
Belangrijke voorschriften
in verband met
uitlaatgassen .....................72
1-2. Hybridesysteem
Kenmerken
hybridesysteem .................73
Voorzorgsmaatregelen
hybridesysteem .................77
1-3. Antidiefstalsysteem
Startblokkering.....................82
Supervergrendeling .............87
2
Instrumentenpaneel
2. Instrumentenpaneel
Waarschuwingslampjes en
controlelampjes.................90
Meters en tellers.................. 95
Multi-informatiedisplay ........ 98
Energiemonitor/
verbruiksscherm.............. 102
Bediening van elk
3
onderdeel
3-1. Informatie over sleutels
Sleutels ............................. 108
3-2. Openen, sluiten en
vergrendelen van de
portieren
Portieren............................ 120
Achterklep.........................126
Smart entry-systeem
met startknop..................132
3-3. Verstellen van de stoelen
Voorstoelen....................... 147
Achterstoelen....................149
Hoofdsteunen....................152
3-4. Verstellen van het stuurwiel
en de spiegels
Stuurwiel ........................... 154
Binnenspiegel.................... 156
Buitenspiegels...................158
3-5. Openen en sluiten van de
ruiten
Elektrisch
bedienbare ruiten............ 161
3
4
Rijden
4-1. Voor het rijden
Rijden met de auto.............166
Lading en bagage..............174
Rijden met een
aanhangwagen................175
4-2. Rijprocedures
Contactslot
(auto's zonder Smart entry-
systeem en startknop).....176
Startknop
(auto's met Smart entry-
systeem en startknop).....180
EV-modus..........................186
Hybridetransmissie............188
Richtingaanwijzer-
schakelaar.......................191
Parkeerrem........................192
4-3. Bedienen van verlichting
en ruitenwissers
Lichtschakelaar..................193
Schakelaar mistlampen .....198
Ruitenwissers en
-sproeier ..........................200
Achterruitenwisser en
-sproeier ..........................204
4-4. Tanken
Openen van de tankdop ....206
4-5. Gebruik van de
ondersteunende systemen
Cruise control.................... 209
Ondersteunende
systemen......................... 213
4-6. Rijtips
Rijden met een
hybrideauto.....................219
Rijden in de winter............. 222
5
Audiosysteem
5-1. Basishandelingen
Soorten audiosystemen .... 226
Stuurwieltoetsen
audiosysteem..................228
USB-aansluiting ................ 229
5-2. Gebruik van het audiosysteem
Optimaal gebruikmaken
van het audiosysteem..... 230
5-3. Gebruik van de radio
Radiobediening.................232
5-4. Afspelen van audio-CD's
en discs met MP3-/WMA­bestanden
Bediening CD-speler......... 237
5-5. Gebruik van een extern
apparaat
Afspelen van bestanden
op een iPod.....................245
Afspelen van bestanden op
een USB-geheugen ........ 252
1
2
3
4
5
6
7
8
9
4
INHOUDSOPGAVE
Voorzieningen
6
in het interieur
7
Onderhoud en verzorging
6-1. Gebruik van het
airconditioningsysteem en
de achterruitverwarming
Automatische
airconditioning .................260
Stoelverwarming................269
6-2. Gebruik van de
interieurverlichting
Overzicht
interieurverlichting ...........271
• Interieurverlichting .........271
• Leeslampjes ..................272
6-3. Gebruik van de
opbergmogelijkheden
Overzicht van
opbergmogelijkheden......273
• Dashboardkastje............274
• Bekerhouders ................275
• Fleshouders...................276
• Extra opbergvak ............276
Voorzieningen
in de bagageruimte..........277
6-4. Gebruik van de overige
voorzieningen in het
interieur
Overige voorzieningen
in het interieur..................280
• Zonnekleppen................280
• Make-upspiegels ...........280
• Uitneembare asbak .......281
• Aansteker ......................281
• Accessoireaansluiting....282
• Armsteun .......................283
• Zonnescherm
panoramadak ................283
• Handgrepen...................284
7-1. Onderhoud en verzorging
Reinigen en beschermen
van het exterieur.............286
Schoonmaken en
beschermen van
het interieur..................... 289
7-2. Onderhoud
Onderhoudsvoorschriften..292
7-3. Zelf uit te voeren onderhoud
Voorzorgsmaatregelen
bij zelf uit te voeren
onderhoud en controles..295
Motorkap...........................298
Plaatsen van een
garagekrik....................... 300
Motorruimte....................... 302
12V-accu........................... 309
Banden..............................315
Bandenspanning...............328
Velgen............................... 330
Interieurfilter......................333
Batterij afstandsbediening/
elektronische sleutel ....... 335
Controleren en vervangen
van zekeringen................ 339
Lampen.............................344
5
8
Bij problemen
8-1. Belangrijke informatie
Alarmknipperlichten...........360
Als uw auto in geval van
nood tot stilstand
moet worden gebracht.....361
8-2. Stappen die genomen moeten
worden in noodgevallen
Als uw auto moet worden
gesleept...........................363
Als u denkt dat er iets
mis is ...............................368
Als een waarschuwingslampje
gaat branden of een waarschuwingszoemer
klinkt ................................369
Als de auto een lekke band
heeft (auto's met
reservewiel).....................379
Als de auto een lekke band
heeft (auto's met
bandenreparatieset) ........394
Als het hybridesysteem niet
kan worden gestart..........410
Als de selectiehendel niet
in een andere stand dan
P kan worden gezet.........412
Als de elektronische sleutel
niet goed werkt (auto's met Smart entry-
systeem en startknop).....413
Als de 12V-accu van
de auto ontladen is..........415
Als de motor oververhit
raakt.................................420
Als de auto vast komt
te zitten............................425
9
Specificaties
9-1. Specificaties
Onderhoudsgegevens
(brandstof, oliepeil,
enz.)................................ 428
Informatie over brandstof..438
9-2. Persoonlijke
voorkeursinstellingen
Systemen met mogelijkheden
voor persoonlijke
voorkeursinstellingen...... 439
9-3. Te initialiseren onderdelen
Systemen die geïnitialiseerd
moeten worden...............443
Trefwoordenlijst
Wat moet u doen als...
(Problemen oplossen) ............. 446
Alfabetische index...................... 450
1
2
3
4
5
6
7
8
9
6
Ter informa tie
Handleiding
Deze handleiding is bestemd voor alle uitvoeringen van dit type auto; alle mogelijke opties zijn in deze handleiding opgenomen. Er zullen dan ook ongetwijfeld onderwerpen worden beschreven die niet op uw auto van toe­passing zijn.
Alle specificaties in dit boekje waren actueel ten tijde van de druk. Toyota streeft er doorlopend naar haar producten te perfectioneren en wij behouden ons dan ook het recht voor tussentijdse wijzigingen in specificatie en uitvoe­ring door te voeren zonder voorafgaande kennisgeving.
Afhankelijk van de specificaties kan de in de afbeeldingen getoonde auto afwijken van uw auto voor wat betreft de uitrusting.
Accessoires, onderdelen en veranderingen aan uw Toyota
Er is een grote hoeveelheid originele en niet-originele onderdelen en acces­soires voor uw Toyota te verkrijgen. Als een origineel onderdeel of accessoire uit de Toyota moet worden vervangen, raadt Toyota u aan om originele Toyota-onderdelen en -accessoires te gebruiken. U kunt ook andere onder­delen of accessoires van gelijkwaardige kwaliteit gebruiken. Toyota kan geen garantie geven of betrouwbaarheid garanderen voor onderdelen en accessoi­res die geen origineel Toyota-product zijn en ook niet voor het vervangen door of monteren van dergelijke onderdelen. Bovendien is het mogelijk dat schade aan of slechte prestaties van niet-originele Toyota-onderdelen of ­accessoires niet onder de garantie vallen.
Inbouw van een zend-/ontvanginstallatie
De inbouw van een zend-/ontvanginstallatie in uw auto kan elektronische systemen beïnvloeden, zoals:
(Sequentieel) multipoint brandstofinspuitsysteem
Cruise control-systeem (indien aanwezig)
Antiblokkeersysteem
SRS-airbagsysteem
Gordelspanner
Neem voor voorzorgsmaatregelen of speciale voorschriften met betrekking tot de inbouw van een zend-/ontvanginstallatie contact op met een erkende Toyota-dealer of hersteller/reparateur of een andere naar behoren gekwalifi­ceerde en uitgeruste deskundige.
Nadere informatie met betrekking tot frequenties, vermogens, antenneposi­ties en montagevoorwaarden voor zend-/ontvanginstallaties is op verzoek beschikbaar bij een erkende Toyota-dealer of hersteller/reparateur of een andere naar behoren gekwalificeerde en uitgeruste deskundige.
De hoogspanningsonderdelen en kabels van hybrideauto's stralen ongeveer net zo veel elektromagnetische golven uit als conventionele auto's met een benzinemotor of huishoudelijke elektronische apparatuur, ook al zijn ze elek­tromagnetisch afgeschermd.
De ontvangst via een zend-/ontvanginstallatie kan in sommige gevallen gestoord worden.
7
8
Uw auto is uitgerust met batterijen en/of accu's. Zorg ervoor dat deze gescheiden worden ingezameld en op een milieuvriendelijke manier worden afgevoerd (richtlijn 2006/66/EG).
Vernietigen van uw Toyota
De airbags en de gordelspanners in uw Toyota bevatten explosieve chemica­liën. Wanneer uw auto, om welke reden dan ook, wordt vernietigd, terwijl het airbagsysteem en/of de gordelspanners nog intact zijn, kan tijdens de vernie­tiging een ontploffing plaatsvinden en brand ontstaan. Laat daarom het air­bagsysteem en de gordelspanners eerst verwijderen en afvoeren door een erkende Toyota-dealer of hersteller/reparateur of een andere naar behoren gekwalificeerde en uitgeruste deskundige.
WAARSCHUWING
Algemene voorzorgsmaatregelen tijdens het rijden
Rijden onder invloed: Ga niet rijden met uw auto als u alcohol of drugs gebruikt hebt omdat deze middelen invloed kunnen hebben op de rijvaar­digheid. Alcohol en bepaalde drugs vergroten de reactietijd, beïnvloeden het beoordelingsvermogen en hebben een negatieve invloed op de coördi­natie, waardoor aanrijdingen kunnen ontstaan met ernstig letsel als gevolg.
Defensief rijden: Rijd altijd defensief. Anticipeer op fouten die andere bestuurders of voetgangers zouden kunnen maken omdat u hierdoor wel­licht een ongeluk kunt voorkomen.
Afleiding van de bestuurder: Houd altijd uw volledige aandacht bij het ver­keer. Alles wat de aandacht van de bestuurder kan afleiden, zoals het ver­anderen van instellingen, telefoneren of lezen, kan leiden tot een aanrijding waarbij u, de andere inzittenden van de auto of anderen ernstig letsel kun­nen oplopen.
Algemene voorzorgsmaatregelen met betrekking tot veiligheid van kin-
deren
Laat kinderen nooit alleen in de auto achter en laat ze nooit met de sleutel spelen.
Kinderen zullen wellicht proberen de auto te starten of de neutraalstand in te schakelen. Ook kunnen kinderen zich bezeren als ze met de aansteker, de elektrisch bedienbare ruiten, het zonnescherm van het panoramadak of andere systemen in de auto spelen. Verder kan de temperatuur in de auto zo hoog oplopen of zo ver dalen dat dat kinderen fataal kan worden.
9
10
1
2
3
Over deze handleiding
WAARSCHUWING: Geeft uitleg over iets dat kan resulteren in ernstig letsel wanneer de voorzorgsmaatregelen niet in acht worden genomen.
OPMERKING: Geeft uitleg over iets dat kan resulteren in schade of storingen aan de auto of de uitrusting wanneer de voorzorgsmaatregelen niet in acht worden genomen.
Geeft bedienings- of werkingsprocedures aan. Volg de stappen in de aangegeven volgorde.
Geeft de handeling aan voor het bedienen van schake­laars en dergelijke (druk­ken, draaien, enz.).
Geeft het resultaat van een handeling aan (er wordt bij­voorbeeld een klep ge­opend).
Geeft het onderdeel of de positie aan waarover uitleg wordt gegeven.
Dit betekent dat er iets niet mag worden gedaan of mag gebeuren.
Zoekmethoden
Zoeken op naam
• Alfabetische index... Blz. 450
Zoeken op montagepositie
• Overzicht................... Blz. 12
Zoeken op symptoom of
geluid
• Wat moet u doen als... (Problemen oplossen)
................................ Blz. 446
11
Zoeken op titel
• Inhoudsopgave............ Blz. 2
12
Overzicht
Overzicht
Exterieur
1
Portieren. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .Blz. 120
Vergrendelen/ontgrendelen. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .Blz. 120
Openen/sluiten van de zijruiten. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .Blz. 161
Vergrendelen/ontgrendelen met de mechanische sleutel
Waarschuwingslampjes. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .Blz. 372
2
Achterklep . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .Blz. 126
Vergrendelen/ontgrendelen. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .Blz. 126
Waarschuwingslampjes. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .Blz. 372
3
Buitenspiegels. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .Blz. 158
Verstellen van de spiegelhoek. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .Blz. 158
Inklappen van de spiegels. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .Blz. 159
Ontwasemen van de buitenspiegels
2
*
. . . . . . . . . . . . . . . . .Blz. 264
1
*
.Blz. 413
Overzicht
1011121314
15
4
Ruitenwissers . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .Blz. 200, 204
Voorzorgsmaatregelen bij rijden in de winter. . . . . . . . . . . . .Blz. 222
Voorzorgsmaatregelen voor de wasstraat. . . . . . . . . . . . . . .Blz. 287
5
Tankdopklep. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .Blz. 206
Tanken. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .Blz. 206
Brandstofsoort/inhoud brandstoftank. . . . . . . . . . . . . . . . . . .Blz. 430
Banden . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .Blz. 315
6
Bandenmaat/bandenspanning. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .Blz. 435
Winterbanden/sneeuwketting . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .Blz. 222
Controleren/van plaats wisselen . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .Blz. 315
In geval van een lekke band . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .Blz. 379, 394
7
Motorkap . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .Blz. 298
Openen . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .Blz. 298
Motorolie . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .Blz. 431
In geval van oververhitting. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .Blz. 420
Lampen voor verlichting buitenzijde tijdens rijden
(Vervangingsmethode: Blz. 344, wattage: Blz. 437)
8
Halogeenkoplampen . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .Blz. 193
9
Parkeerlichten voor/dagrijverlichting . . . . . . . . . . . . . . . .Blz. 193
Mistlampen voor
Richtingaanwijzers . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .Blz. 191
Rem-/achterlichten . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .Blz. 193
Kentekenplaatverlichting . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .Blz. 193
Mistachterlicht. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .Blz. 198
Achteruitrijlicht
Zet de selectiehendel in stand R. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . Blz. 188
Mistachterlicht. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .Blz. 198
Achteruitrijlicht
Zet de selectiehendel in stand R. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .Blz. 188
2
*
. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .Blz. 198
13
1
*
: Auto's met Smart entry-systeem en startknop
2
*
: Indien aanwezig
14
Overzicht
Dashboard (auto's met linkse besturing)
1
Startknop . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .Blz. 176, 180
Starten van het hybridesysteem . . . . . . . . . . . . . . . . . .Blz. 176, 180
Wijzigen van de standen van het contact . . . . . . . . . . .Blz. 177, 181
Noodstop van het hybridesysteem . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .Blz. 361
Als het hybridesysteem niet gestart kan worden. . . . . . . . . .Blz. 410
Waarschuwingslampjes
2
Selectiehendel . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .Blz. 188
Wijzigen van de schakelstand. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .Blz. 188
Voorzorgsmaatregelen bij slepen . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .Blz. 363
Als de selectiehendel niet in een andere stand kan
worden gezet. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .Blz. 412
3
Tellers . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .Blz. 95
Tellers aflezen . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .Blz. 95
Waarschuwingslampjes/controlelampjes. . . . . . . . . . . . . . . . .Blz. 90
Als een waarschuwingslampje gaat branden . . . . . . . . . . . .Blz. 369
1
*
. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .Blz. 377
Overzicht
10
11
12
4
Multi-informatiedisplay. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .Blz. 98
5
Parkeerrem. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .Blz. 192
Activeren/deactiveren . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .Blz. 192
Voorzorgsmaatregelen bij rijden in de winter. . . . . . . . . . . . .Blz. 223
Waarschuwingszoemer. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .Blz. 369
6
Richtingaanwijzerschakelaar . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .Blz. 191
Lichtschakelaar . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .Blz. 193
Koplampen/parkeerlichten voor/achterlichten . . . . . . . . . . . .Blz. 193
Mistlampen voor
7
Schakelaar ruitenwisser en -sproeier . . . . . . . . . . . .Blz. 200, 204
Gebruik (voor) . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .Blz. 200
Gebruik (achter). . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .Blz. 204
Bijvullen van het sproeierreservoir . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .Blz. 308
8
Schakelaar alarmknipperlichten . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .Blz. 360
9
Ontgrendelingshendel motorkap. . . . . . . . . . . . . . . . . . . .Blz. 298
Ontgrendelingshendel stuurverstelling . . . . . . . . . . . . . .Blz. 154
Airconditioning . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .Blz. 260
Gebruik . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .Blz. 260
Achterruitverwarming. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .Blz. 264
Audiosysteem Navigatie-/multimediasysteem
2
*
/mistachterlicht. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .Blz. 198
2
*
. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .Blz. 226
2, 3
*
15
1
*
: Auto's met Smart entry-systeem en startknop
3
*
: Raadpleeg de handleiding voor het navigatie- en multimediasysteem.
2
*
: Indien aanwezig
16
Overzicht
Schakelaars (auto's met linkse besturing)
1
Schakelaars buitenspiegels*
2
Draaiknop koplampverstelling. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .Blz. 195
3
Resetknop bandenspanningswaarschuwings­systeem
4
Blokkeerschakelaar ruitbediening. . . . . . . . . . . . . . . . . . .Blz. 161
5
Schakelaar centrale vergrendeling . . . . . . . . . . . . . . . . . .Blz. 123
6
Schakelaars ruitbediening . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .Blz. 161
1
*
. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .Blz. 317
1
. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .Blz. 158
Overzicht
1
Toetsen voor afstandsbediening audiosysteem. . . . . . . .Blz. 228
2
Telefoontoetsen
3
Cruise control-schakelaar*
1, 2
*
1
. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .Blz. 209
17
1
Schakelaar EV MODE . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .Blz. 186
2
Toets ECO MODE. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .Blz. 189
3
Stoelverwarmingsschakelaar
4
Toets VSC OFF. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .Blz. 214
2
*
: Raadpleeg de handleiding voor het navigatie- en multimediasysteem.
1
*
. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .Blz. 269
1
*
: Indien aanwezig
18
Overzicht
Interieur (auto's met linkse besturing)
1
SRS-airbags. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .Blz. 39
2
Vloermatten . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .Blz. 28
3
Voorstoelen . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .Blz. 147
4
Achterstoelen. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .Blz. 149
5
Hoofdsteunen . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .Blz. 152
6
Veiligheidsgordels. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .Blz. 32
7
Vergrendelknoppen portier. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .Blz. 123
8
Bekerhouders . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .Blz. 275
9
Handgrepen . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .Blz. 284
Overzicht
*
1
: Gebruik NOOIT een baby- of kinder-
zitje waarbij het kind achteruit kijkt op een stoel met een INGESCHAKELDE AIRBAG, omdat het KIND anders ERNSTIG LETSEL kan oplopen als de airbag wordt geactiveerd. (Blz. 70)
*
2
: Indien aanwezig
1
Binnenspiegel . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .Blz. 156
2
Zonnekleppen
3
Make-upspiegels . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .Blz. 280
4
Interieurverlichting/leeslampjes. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .Blz. 271
5
Zonnescherm panoramadak
1
*
. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .Blz. 280
2
*
. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .Blz. 283
19
20
Overzicht
Dashboard (auto's met rechtse besturing)
1
Startknop . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .Blz. 176, 180
Starten van het hybridesysteem . . . . . . . . . . . . . . . . . .Blz. 176, 180
Wijzigen van de standen van het contact . . . . . . . . . . .Blz. 177, 181
Noodstop van het hybridesysteem . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .Blz. 361
Als het hybridesysteem niet gestart kan worden. . . . . . . . . .Blz. 410
Waarschuwingslampjes
2
Selectiehendel . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .Blz. 188
Wijzigen van de schakelstand. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .Blz. 188
Voorzorgsmaatregelen bij slepen . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .Blz. 363
Als de selectiehendel niet in een andere stand kan
worden gezet. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .Blz. 412
3
Tellers . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .Blz. 95
Tellers aflezen . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .Blz. 95
Waarschuwingslampjes/controlelampjes. . . . . . . . . . . . . . . . .Blz. 90
Als een waarschuwingslampje gaat branden . . . . . . . . . . . .Blz. 369
1
*
. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .Blz. 377
Overzicht
10
11
12
4
Multi-informatiedisplay. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .Blz. 98
5
Parkeerrem. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .Blz. 192
Activeren/deactiveren . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .Blz. 192
Voorzorgsmaatregelen bij rijden in de winter. . . . . . . . . . . . .Blz. 223
Waarschuwingszoemer. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .Blz. 369
6
Richtingaanwijzerschakelaar . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .Blz. 191
Lichtschakelaar . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .Blz. 193
Koplampen/parkeerlichten voor/achterlichten . . . . . . . . . . . .Blz. 193
Mistlampen voor
7
Schakelaar ruitenwisser en -sproeier . . . . . . . . . . . .Blz. 200, 204
Gebruik (voor) . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .Blz. 200
Gebruik (achter). . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .Blz. 204
Bijvullen van het sproeierreservoir . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .Blz. 308
8
Schakelaar alarmknipperlichten . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .Blz. 360
9
Ontgrendelingshendel motorkap. . . . . . . . . . . . . . . . . . . .Blz. 298
Ontgrendelingshendel stuurverstelling . . . . . . . . . . . . . .Blz. 154
Airconditioning . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .Blz. 260
Gebruik . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .Blz. 260
Achterruitverwarming. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .Blz. 264
Audiosysteem Navigatie-/multimediasysteem
2
*
/mistachterlicht. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .Blz. 198
2
*
. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .Blz. 226
2, 3
*
21
1
*
: Auto's met Smart entry-systeem en startknop
3
*
: Raadpleeg de handleiding voor het navigatie- en multimediasysteem.
2
*
: Indien aanwezig
22
Overzicht
Schakelaars (auto's met rechtse besturing)
1
Schakelaars buitenspiegels*
2
Draaiknop koplampverstelling. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .Blz. 195
3
Resetknop bandenspanningswaarschuwings­systeem
4
Blokkeerschakelaar ruitbediening. . . . . . . . . . . . . . . . . . .Blz. 161
5
Schakelaar centrale vergrendeling . . . . . . . . . . . . . . . . . .Blz. 123
6
Schakelaars ruitbediening . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .Blz. 161
1
*
. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .Blz. 317
1
. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .Blz. 158
Overzicht
1
Toetsen voor afstandsbediening audiosysteem. . . . . . . .Blz. 228
2
Telefoontoetsen
3
Cruise control-schakelaar*
1, 2
*
1
. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .Blz. 209
23
1
Schakelaar EV MODE . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .Blz. 186
2
Toets ECO MODE. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .Blz. 189
3
Toets VSC OFF. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .Blz. 214
1
*
2
*
: Raadpleeg de handleiding voor het navigatie- en multimediasysteem.
: Indien aanwezig
24
Overzicht
Interieur (auto's met rechtse besturing)
1
SRS-airbags. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .Blz. 39
2
Vloermatten . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .Blz. 28
3
Voorstoelen . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .Blz. 147
4
Achterstoelen. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .Blz. 149
5
Hoofdsteunen . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .Blz. 152
6
Veiligheidsgordels. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .Blz. 32
7
Vergrendelknoppen portier. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .Blz. 123
8
Bekerhouders . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .Blz. 275
9
Handgrepen . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .Blz. 284
Overzicht
*
1
: Gebruik NOOIT een baby- of kinder-
zitje waarbij het kind achteruit kijkt op een stoel met een INGESCHAKELDE AIRBAG, omdat het KIND anders ERNSTIG LETSEL kan oplopen als de airbag wordt geactiveerd. (Blz. 70)
*
2
: Indien aanwezig
1
Binnenspiegel . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .Blz. 156
2
Zonnekleppen
3
Make-upspiegels . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .Blz. 280
4
Interieurverlichting/leeslampjes. . . . . . . . . . . . . . . . .Blz. 271, 272
5
Zonnescherm panoramadak
1
*
. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .Blz. 280
2
*
. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .Blz. 283
25
26
Overzicht
27
Veiligheid en beveiliging
1
1-1. Voor een veilig gebruik
Voordat u gaat rijden ...........28
Veilig rijden..........................30
Veiligheidsgordels................32
SRS-airbags ........................39
Handmatig in-/uitschakel-
systeem airbag..................50
Veiligheidsinformatie
voor kinderen.....................52
Baby- of kinderzitjes ............53
Plaatsen van veiligheids-
systemen voor kinderen ....63
Belangrijke voorschriften
in verband met
uitlaatgassen .....................72
1-2. Hybridesysteem
Kenmerken
hybridesysteem .................73
Voorzorgsmaatregelen
hybridesysteem .................77
1-3. Antidiefstalsysteem
Startblokkering.....................82
Supervergrendeling .............87
28
*
1-1. Voor een veilig gebruik
Voordat u gaat rijden
Vloermat
Gebruik alleen vloermatten die speciaal zijn ontworpen voor auto's van hetzelfde model en modeljaar als uw auto. Bevestig ze op de juiste wijze op de vloerbedekking.
1
Steek de klemhaken (clips) in de ringen in de vloermat.
2
Draai het bovenste hendeltje van de klemhaken (clips) om de vloermatten te bevestigen.
*: Breng de merktekens altijd in
lijn.
De vorm van de klemhaken (clips) wijkt mogelijk af van wat is aangegeven in de afbeelding.
1-1. Voor een veilig gebruik
WAARSCHUWING
Controleer of de vloermat stevig op de
juiste plaats is bevestigd met alle meeg­eleverde klemhaken (clips). Voer deze controle altijd uit nadat de vloer van de auto is gereinigd.
Zet het hybridesysteem UIT en de
selectiehendel in stand P en trap elk pedaal helemaal in, om er zeker van te zijn dat de vloermat de bediening van de pedalen niet hindert.
Houd u aan de volgende voorzorgsmaatregelen. Als u dat niet doet, kan de vloermat van de bestuurder gaan schuiven, wat de bediening van de pedalen tijdens het rijden kan hinderen. Hierdoor kan de snelheid plotseling toenemen of kan het moeilijk worden de auto tot stilstand te brengen, wat kan leiden tot een (ernstig) ongeval en mogelijk ernstig letsel.
Wanneer u de vloermat van de bestuurder plaatst
Gebruik geen vloermatten die zijn ontworpen voor auto's van een ander
model en/of modeljaar, zelfs niet als het gaat om originele Toyota-vloer­matten.
Gebruik alleen vloermatten die zijn ontworpen voor de bestuurderszijde.
Zet de vloermat altijd vast met behulp van de meegeleverde haken (clips).
Leg nooit twee of meer vloermatten boven op elkaar.
Bevestig de vloermat niet met de onderzijde naar boven of in de verkeerde
richting.
Voordat u gaat rijden
29
1
Veiligheid en beveiliging
30
1-1. Voor een veilig gebruik
Veilig rijden
Om veilig te kunnen rijden, moet u vooraf de stoel in de juiste positie zetten en de spiegels afstellen.
De juiste houding achter het stuur
1
Pas de hoek van de rugleuning zo aan dat u rechtop zit en u niet voorover hoeft te leunen om te kunnen sturen. (Blz. 147)
2
Pas de zitting zo aan dat u de pedalen helemaal kunt intrap­pen en dat uw armen licht gebogen zijn bij de elleboog wanneer u het stuurwiel vast­houdt. Blz. 147, 154)
3
Vergrendel de hoofdsteun in de stand waarin het midden van de hoofdsteun gelijk ligt met de bovenzijde van uw oren. (Blz. 152)
4
Draag de veiligheidsgordel op de juiste wijze. (Blz. 32)
Juist gebruik van de veiligheidsgordels
Controleer voordat u wegrijdt eerst of alle inzittenden de veiligheids­gordel dragen. (Blz. 32) Gebruik een passend baby- of kinderzitje tot het kind groot genoeg is om de veiligheidsgordel van de auto op de juiste wijze te dragen. (Blz. 53)
Verstellen van de spiegels
Zorg ervoor dat u goed achteruit kunt kijken door de binnen- en bui­tenspiegels op de juiste wijze af te stellen. (Blz. 156, 158)
Loading...
+ 434 hidden pages