Het aflezen van de meters en tellers, het interpreteren
van de verschillende waarschuwingslampjes en
indicatoren, enz.
Openen en sluiten van de portieren en ruiten, afstellen
vóór het rijden, enz.
Handelingen en adviezen die voor het rijden moeten
worden opgevolgd
Bedienen van het audiosysteem
Gebruik van de voorzieningen in het interieur, enz.
De zorg voor uw auto en onderhoudsprocedures
Informatie over wat u moet doen bij een storing of
noodgeval
Specificaties, systemen met mogelijkheden voor
persoonlijke voorkeursinstellingen, enz.
Trefwoordenlijst
PZ49X-UH003-NL
Zoeken op symptoom
Alfabetisch zoeken
2
INHOUDSOPGAVE
Ter informatie.................................6
Over deze handleiding .................10
Zoekmethoden .............................11
Overzicht......................................12
1
Veiligheid en beveiliging
1-1. Voor een veilig gebruik
Voordat u gaat rijden ...........28
Veilig rijden..........................30
Veiligheidsgordels................32
SRS-airbags ........................39
Handmatig in-/uitschakel-
systeem airbag..................50
Veiligheidsinformatie
voor kinderen.....................52
Baby- of kinderzitjes ............53
Plaatsen van
veiligheidssystemen
voor kinderen.....................63
Belangrijke voorschriften
in verband met
uitlaatgassen .....................72
1-2. Hybridesysteem
Kenmerken
hybridesysteem .................73
Voorzorgsmaatregelen
hybridesysteem .................77
1-3. Antidiefstalsysteem
Startblokkering.....................82
Supervergrendeling .............87
2
Instrumentenpaneel
2.Instrumentenpaneel
Waarschuwingslampjes en
controlelampjes.................90
Meters en tellers.................. 95
Multi-informatiedisplay ........ 98
Energiemonitor/
verbruiksscherm.............. 102
Bediening van elk
3
onderdeel
3-1. Informatie over sleutels
Sleutels ............................. 108
3-2. Openen, sluiten en
vergrendelen van de
portieren
Portieren............................ 120
Achterklep.........................126
Smart entry-systeem
met startknop..................132
3-3. Verstellen van de stoelen
Voorstoelen....................... 147
Achterstoelen....................149
Hoofdsteunen....................152
3-4. Verstellen van het stuurwiel
en de spiegels
Stuurwiel ........................... 154
Binnenspiegel.................... 156
Buitenspiegels...................158
3-5. Openen en sluiten van de
ruiten
Elektrisch
bedienbare ruiten............ 161
3
4
Rijden
4-1. Voor het rijden
Rijden met de auto.............166
Lading en bagage..............174
Rijden met een
aanhangwagen................175
4-2. Rijprocedures
Contactslot
(auto's zonder Smart entry-
systeem en startknop).....176
Startknop
(auto's met Smart entry-
systeem en startknop).....180
EV-modus..........................186
Hybridetransmissie............188
Richtingaanwijzer-
schakelaar.......................191
Parkeerrem........................192
4-3. Bedienen van verlichting
en ruitenwissers
Lichtschakelaar..................193
Schakelaar mistlampen .....198
Ruitenwissers en
-sproeier ..........................200
Achterruitenwisser en
-sproeier ..........................204
4-4. Tanken
Openen van de tankdop ....206
4-5. Gebruik van de
ondersteunende systemen
Cruise control.................... 209
Ondersteunende
systemen......................... 213
4-6. Rijtips
Rijden met een
hybrideauto.....................219
Rijden in de winter............. 222
5
Audiosysteem
5-1. Basishandelingen
Soorten audiosystemen .... 226
Stuurwieltoetsen
audiosysteem..................228
USB-aansluiting ................ 229
5-2. Gebruik van het audiosysteem
Optimaal gebruikmaken
van het audiosysteem..... 230
5-3. Gebruik van de radio
Radiobediening.................232
5-4. Afspelen van audio-CD's
en discs met MP3-/WMAbestanden
Bediening CD-speler......... 237
5-5. Gebruik van een extern
apparaat
Afspelen van bestanden
op een iPod.....................245
Afspelen van bestanden op
een USB-geheugen ........ 252
1
2
3
4
5
6
7
8
9
4
INHOUDSOPGAVE
Voorzieningen
6
in het interieur
7
Onderhoud en verzorging
6-1. Gebruik van het
airconditioningsysteem en
de achterruitverwarming
Automatische
airconditioning .................260
Stoelverwarming................269
6-2. Gebruik van de
interieurverlichting
Overzicht
interieurverlichting ...........271
• Interieurverlichting .........271
• Leeslampjes ..................272
6-3. Gebruik van de
opbergmogelijkheden
Overzicht van
opbergmogelijkheden......273
• Dashboardkastje............274
• Bekerhouders ................275
• Fleshouders...................276
• Extra opbergvak ............276
Voorzieningen
in de bagageruimte..........277
6-4. Gebruik van de overige
voorzieningen in het
interieur
Overige voorzieningen
in het interieur..................280
• Zonnekleppen................280
• Make-upspiegels ...........280
• Uitneembare asbak .......281
• Aansteker ......................281
• Accessoireaansluiting....282
• Armsteun .......................283
• Zonnescherm
panoramadak ................283
• Handgrepen...................284
7-1. Onderhoud en verzorging
Reinigen en beschermen
van het exterieur.............286
Schoonmaken en
beschermen van
het interieur..................... 289
7-2. Onderhoud
Onderhoudsvoorschriften..292
7-3. Zelf uit te voeren onderhoud
Voorzorgsmaatregelen
bij zelf uit te voeren
onderhoud en controles..295
Motorkap...........................298
Plaatsen van een
garagekrik....................... 300
Motorruimte....................... 302
12V-accu........................... 309
Banden..............................315
Bandenspanning...............328
Velgen............................... 330
Interieurfilter......................333
Batterij afstandsbediening/
elektronische sleutel ....... 335
Controleren en vervangen
van zekeringen................ 339
Lampen.............................344
5
8
Bij problemen
8-1. Belangrijke informatie
Alarmknipperlichten...........360
Als uw auto in geval van
nood tot stilstand
moet worden gebracht.....361
8-2. Stappen die genomen moeten
worden in noodgevallen
Als uw auto moet worden
gesleept...........................363
Als u denkt dat er iets
mis is ...............................368
Als een waarschuwingslampje
gaat branden of een
waarschuwingszoemer
klinkt ................................369
Als de auto een lekke band
heeft (auto's met
reservewiel).....................379
Als de auto een lekke band
heeft (auto's met
bandenreparatieset) ........394
Als het hybridesysteem niet
kan worden gestart..........410
Als de selectiehendel niet
in een andere stand dan
P kan worden gezet.........412
Als de elektronische sleutel
niet goed werkt
(auto's met Smart entry-
systeem en startknop).....413
Als de 12V-accu van
de auto ontladen is..........415
Als de motor oververhit
raakt.................................420
Als de auto vast komt
te zitten............................425
9
Specificaties
9-1. Specificaties
Onderhoudsgegevens
(brandstof, oliepeil,
enz.)................................ 428
Informatie over brandstof..438
9-2. Persoonlijke
voorkeursinstellingen
Systemen met mogelijkheden
voor persoonlijke
voorkeursinstellingen...... 439
9-3. Te initialiseren onderdelen
Systemen die geïnitialiseerd
moeten worden...............443
Trefwoordenlijst
Wat moet u doen als...
(Problemen oplossen) ............. 446
Alfabetische index...................... 450
1
2
3
4
5
6
7
8
9
6
Ter informa tie
Handleiding
Deze handleiding is bestemd voor alle uitvoeringen van dit type auto; alle
mogelijke opties zijn in deze handleiding opgenomen. Er zullen dan ook
ongetwijfeld onderwerpen worden beschreven die niet op uw auto van toepassing zijn.
Alle specificaties in dit boekje waren actueel ten tijde van de druk. Toyota
streeft er doorlopend naar haar producten te perfectioneren en wij behouden
ons dan ook het recht voor tussentijdse wijzigingen in specificatie en uitvoering door te voeren zonder voorafgaande kennisgeving.
Afhankelijk van de specificaties kan de in de afbeeldingen getoonde auto
afwijken van uw auto voor wat betreft de uitrusting.
Accessoires, onderdelen en veranderingen aan uw Toyota
Er is een grote hoeveelheid originele en niet-originele onderdelen en accessoires voor uw Toyota te verkrijgen. Als een origineel onderdeel of accessoire
uit de Toyota moet worden vervangen, raadt Toyota u aan om originele
Toyota-onderdelen en -accessoires te gebruiken. U kunt ook andere onderdelen of accessoires van gelijkwaardige kwaliteit gebruiken. Toyota kan geen
garantie geven of betrouwbaarheid garanderen voor onderdelen en accessoires die geen origineel Toyota-product zijn en ook niet voor het vervangen
door of monteren van dergelijke onderdelen. Bovendien is het mogelijk dat
schade aan of slechte prestaties van niet-originele Toyota-onderdelen of accessoires niet onder de garantie vallen.
Inbouw van een zend-/ontvanginstallatie
De inbouw van een zend-/ontvanginstallatie in uw auto kan elektronische
systemen beïnvloeden, zoals:
Neem voor voorzorgsmaatregelen of speciale voorschriften met betrekking
tot de inbouw van een zend-/ontvanginstallatie contact op met een erkende
Toyota-dealer of hersteller/reparateur of een andere naar behoren gekwalificeerde en uitgeruste deskundige.
Nadere informatie met betrekking tot frequenties, vermogens, antenneposities en montagevoorwaarden voor zend-/ontvanginstallaties is op verzoek
beschikbaar bij een erkende Toyota-dealer of hersteller/reparateur of een
andere naar behoren gekwalificeerde en uitgeruste deskundige.
De hoogspanningsonderdelen en kabels van hybrideauto's stralen ongeveer
net zo veel elektromagnetische golven uit als conventionele auto's met een
benzinemotor of huishoudelijke elektronische apparatuur, ook al zijn ze elektromagnetisch afgeschermd.
De ontvangst via een zend-/ontvanginstallatie kan in sommige gevallen
gestoord worden.
7
8
Uw auto is uitgerust met batterijen en/of accu's. Zorg ervoor dat deze
gescheiden worden ingezameld en op een milieuvriendelijke manier worden
afgevoerd (richtlijn 2006/66/EG).
Vernietigen van uw Toyota
De airbags en de gordelspanners in uw Toyota bevatten explosieve chemicaliën. Wanneer uw auto, om welke reden dan ook, wordt vernietigd, terwijl het
airbagsysteem en/of de gordelspanners nog intact zijn, kan tijdens de vernietiging een ontploffing plaatsvinden en brand ontstaan. Laat daarom het airbagsysteem en de gordelspanners eerst verwijderen en afvoeren door een
erkende Toyota-dealer of hersteller/reparateur of een andere naar behoren
gekwalificeerde en uitgeruste deskundige.
WAARSCHUWING
■ Algemene voorzorgsmaatregelen tijdens het rijden
Rijden onder invloed: Ga niet rijden met uw auto als u alcohol of drugs
gebruikt hebt omdat deze middelen invloed kunnen hebben op de rijvaardigheid. Alcohol en bepaalde drugs vergroten de reactietijd, beïnvloeden
het beoordelingsvermogen en hebben een negatieve invloed op de coördinatie, waardoor aanrijdingen kunnen ontstaan met ernstig letsel als gevolg.
Defensief rijden: Rijd altijd defensief. Anticipeer op fouten die andere
bestuurders of voetgangers zouden kunnen maken omdat u hierdoor wellicht een ongeluk kunt voorkomen.
Afleiding van de bestuurder: Houd altijd uw volledige aandacht bij het verkeer. Alles wat de aandacht van de bestuurder kan afleiden, zoals het veranderen van instellingen, telefoneren of lezen, kan leiden tot een aanrijding
waarbij u, de andere inzittenden van de auto of anderen ernstig letsel kunnen oplopen.
■ Algemene voorzorgsmaatregelen met betrekking tot veiligheid van kin-
deren
Laat kinderen nooit alleen in de auto achter en laat ze nooit met de sleutel
spelen.
Kinderen zullen wellicht proberen de auto te starten of de neutraalstand in
te schakelen. Ook kunnen kinderen zich bezeren als ze met de aansteker,
de elektrisch bedienbare ruiten, het zonnescherm van het panoramadak of
andere systemen in de auto spelen. Verder kan de temperatuur in de auto
zo hoog oplopen of zo ver dalen dat dat kinderen fataal kan worden.
9
10
1
2
3
Over deze handleiding
WAARSCHUWING:
Geeft uitleg over iets dat kan resulteren in ernstig letsel wanneer
de voorzorgsmaatregelen niet in acht worden genomen.
OPMERKING:
Geeft uitleg over iets dat kan resulteren in schade of storingen
aan de auto of de uitrusting wanneer de voorzorgsmaatregelen
niet in acht worden genomen.
Geeft bedienings- of werkingsprocedures aan. Volg de
stappen in de aangegeven volgorde.
Geeft de handeling aan voor
het bedienen van schakelaars en dergelijke (drukken, draaien, enz.).
Geeft het resultaat van een
handeling aan (er wordt bijvoorbeeld een klep geopend).
Geeft het onderdeel of de
positie aan waarover uitleg
wordt gegeven.
Dit betekent dat er iets niet
mag worden gedaan of mag
gebeuren.
zitje waarbij het kind achteruit kijkt op
een stoel met een INGESCHAKELDE
AIRBAG, omdat het KIND anders
ERNSTIG LETSEL kan oplopen als
de airbag wordt geactiveerd.
(Blz. 70)
zitje waarbij het kind achteruit kijkt op
een stoel met een INGESCHAKELDE
AIRBAG, omdat het KIND anders
ERNSTIG LETSEL kan oplopen als
de airbag wordt geactiveerd.
(Blz. 70)
Gebruik alleen vloermatten die speciaal zijn ontworpen voor auto's
van hetzelfde model en modeljaar als uw auto. Bevestig ze op de
juiste wijze op de vloerbedekking.
1
Steek de klemhaken (clips) in
de ringen in de vloermat.
2
Draai het bovenste hendeltje
van de klemhaken (clips) om de
vloermatten te bevestigen.
*: Breng de merktekens altijd in
lijn.
De vorm van de klemhaken (clips) wijkt mogelijk af van wat is aangegeven
in de afbeelding.
1-1. Voor een veilig gebruik
WAARSCHUWING
● Controleer of de vloermat stevig op de
juiste plaats is bevestigd met alle meegeleverde klemhaken (clips). Voer deze
controle altijd uit nadat de vloer van de
auto is gereinigd.
● Zet het hybridesysteem UIT en de
selectiehendel in stand P en trap elk
pedaal helemaal in, om er zeker van te
zijn dat de vloermat de bediening van
de pedalen niet hindert.
Houd u aan de volgende voorzorgsmaatregelen.
Als u dat niet doet, kan de vloermat van de bestuurder gaan schuiven, wat de
bediening van de pedalen tijdens het rijden kan hinderen. Hierdoor kan de
snelheid plotseling toenemen of kan het moeilijk worden de auto tot stilstand
te brengen, wat kan leiden tot een (ernstig) ongeval en mogelijk ernstig letsel.
■ Wanneer u de vloermat van de bestuurder plaatst
● Gebruik geen vloermatten die zijn ontworpen voor auto's van een ander
model en/of modeljaar, zelfs niet als het gaat om originele Toyota-vloermatten.
● Gebruik alleen vloermatten die zijn ontworpen voor de bestuurderszijde.
● Zet de vloermat altijd vast met behulp van de meegeleverde haken (clips).
● Leg nooit twee of meer vloermatten boven op elkaar.
● Bevestig de vloermat niet met de onderzijde naar boven of in de verkeerde
richting.
■ Voordat u gaat rijden
29
1
Veiligheid en beveiliging
30
1-1. Voor een veilig gebruik
Veilig rijden
Om veilig te kunnen rijden, moet u vooraf de stoel in de juiste
positie zetten en de spiegels afstellen.
De juiste houding achter het stuur
1
Pas de hoek van de rugleuning
zo aan dat u rechtop zit en u
niet voorover hoeft te leunen
om te kunnen sturen.
(Blz. 147)
2
Pas de zitting zo aan dat u de
pedalen helemaal kunt intrappen en dat uw armen licht
gebogen zijn bij de elleboog
wanneer u het stuurwiel vasthoudt. Blz. 147, 154)
3
Vergrendel de hoofdsteun in de stand waarin het midden van de
hoofdsteun gelijk ligt met de bovenzijde van uw oren. (Blz. 152)
4
Draag de veiligheidsgordel op de juiste wijze. (Blz. 32)
Juist gebruik van de veiligheidsgordels
Controleer voordat u wegrijdt eerst of alle inzittenden de veiligheidsgordel dragen. (Blz. 32)
Gebruik een passend baby- of kinderzitje tot het kind groot genoeg is
om de veiligheidsgordel van de auto op de juiste wijze te dragen.
(Blz. 53)
Verstellen van de spiegels
Zorg ervoor dat u goed achteruit kunt kijken door de binnen- en buitenspiegels op de juiste wijze af te stellen. (Blz. 156, 158)
Loading...
+ 434 hidden pages
You need points to download manuals.
1 point = 1 manual.
You can buy points or you can get point for every manual you upload.