• Sluit de connector van het telefoonsnoer aan op het telefoon-
toestel en steek het andere uiteinde in de wandcontactdoos van
het telefoonnet.
• Steek de kleine stekker van de AC-adapter in het toestel en het
andere uiteinde in het stopcontact.
• Steek de 3 oplaadbare batterijen (AAA) in de batterijruimte
onderaan de handset.
Leg de handset op het basisstation. Dit kan enkel met het toetsenbord
naar boven! De rode Laad-indicator zal branden.
Laad de handset gedurende 24 uur op alvorens de handset voor het
eerst te gebruiken. Om de levensduur van de batterijen te verlengen,
dient men de batterijen regelmatig volledig te ontladen.
Zodra de handset een waarschuwingstoon laat horen, dient u deze terug
op de lader te leggen.
5
1
3
4
11
6
10
Cocoon 80
3 LEGE BATTERIJ-INDICATIE
Als de batterij leeg is, voert de handset geen operaties meer uit. Als een
batterij volledig leeg is en u hebt deze even op de basis gelegd om op te
laden, geeft het Batterijsymbool aan dat de batterij weer helemaal opge-
laden is. Dit is echter niet het geval. De capaciteit zal snel dalen.
Het is aan te raden de handset gedurende een hele nacht op de basis te
leggen om grondig te kunnen opladen.
• Volle batterij []
• Lege batterij []
Als u in gesprek bent en de batterij is bijna leeg, weerklinkt elke 2 seconden
een waarschuwingssignaal. Na 2 minuten wordt de handset uitgeschakeld.
Leg de handset op de basis om op te laden (klavier naar boven).
4 WERKING TELEFOON
4.1 Uitgaande gesprekken
4.1.1 Gewoon telefoneren
• Druk u op de Lijntoets. U hoort de kiestoon.
• Voer het gewenste telefoonnummer in.
• Druk op de Lijntoets om, na het gesprek, de verbinding te verbreken.
4.1.2 Blokkiezen
• Geef het gewenste telefoonnummer in. Foutieve ingaven kunnen
g e c o rr i g e e rd worden met behulp van de Mute-toets. Als u gedurende
20 seconden op geen enkele toets drukt, verdwijnt het reeds ingegeven
nummer en keert de handset terug naar standby-modus.
• Druk op de Lijntoets. Het nummer wordt gevormd.
• Druk op de Lijntoets om, na het gesprek, de verbinding te verbreken.
4.2 Inkomende oproepen
• Als er een oproep binnenkomt, rinkelt enkel de handset.
Het TELEFOON-symbool k n i p p e rt op de display.
• Druk op de Lijntoets om de oproep te beantwoorden.
• Als de handset op de basis ligt en u neemt de hoorn op, bent u
onmiddellijk in verbinding met de oproeper. U hoeft de Lijntoets niet
meer te drukken. Deze functie dient echter wel geprogrammeerd te
worden ( zie 4.16 Automatisch opnemen).
6
Cocoon 80
4.3 Nummerherhaling
• Druk op de Herkiestoets. Het laatst gevormde nummer verschijnt op
de display.
• Druk op de Lijntoets. Het nummer wordt automatisch gevormd.
• Druk op de Lijntoets om, na het gesprek, de verbinding te verbreken.
4.4 Geheugennummers programmeren
In het geheugen kunnen 10 indirecte nummers en 1 direct nummer ‘M1’
(van max 24 cijfers) geprogrammeerd worden.
• Druk op de Programmeertoets.
• Druk op ‘M1’ of op de Geheugentoets gevolgd door het
geheugenplaatsnummer (0-9).
• Geef het telefoonnummer in dat u op deze geheugenplaats wil
bewaren.
• Druk op de Geheugentoets. Er weerklinkt een bevestigingstoon.
Opmerkingen :
• Alle geheugennummers worden gewist als de standaardwaarden terug
ingesteld worden (zie 4.17).
• Wenst u een pauze in te voegen, druk dan op de Herkiestoets op de plaats
waar u de pauze wenst.
4.5 Een geheugennummer oproepen
• Druk op de Lijntoets.
• Druk op ‘M1’ of op de Geheugentoets gevolgd door het
geheugenplaatsnummer (0-9).
• Het geheugennummer wordt automatisch gevormd
• Druk op de Lijntoets om, na het gesprek, de verbinding te verbreken.
4.6 Babycall
Deze functie laat u toe één enkel specifiek nummer te pro g r a m m e re n
(geheugenplaats 0) dat automatisch gevormd wordt wanneer men eender
welke toets drukt, behalve de Pro g r a m m e e rt o e t s . Voor het activeren van
deze functie, doet u het volgende :
• Druk op de Programmeertoets.
• Druk op cijfertoets ‘6’.
• Druk op cijfertoets ‘1’ om de functie aan/uit te zetten
• Druk op de Geheugentoets. Er weerklinkt een bevestigingstoon.
Standaard programmatie : niet geactiveerd.
Belangrijk : Geheugennummer [0] moet voor deze functie geprogrammeerd
worden. Deze functie is ongeldig als “mem 0” niet is geprogrammeerd.
7
Cocoon 80
4.7 Volume regelen
Tijdens een gesprek kan u het volume regelen met de Programmeertoets.
Op de display verschijnt de volgende indicatie : ‘Loud Hi/Lo’.
4.8 Tijdelijke uitschakeling van de microfoon (Mute)
Het is mogelijk de microfoon tijdens een gesprek uit te schakelen. Dan
kan u vrij spreken zonder dat de beller u kan horen.
• Druk, tijdens een gesprek, op de Mute-toets. De microfoon wordt
gedeactiveerd. Op de display verschijnt het MUTE-symbool.
• Druk opnieuw op de Mute-toets om het gesprek te hervatten.
4.9 Paging
Als u op de Paging-toets van het basisstation drukt, begint de handset
g e d u rende 1 minuut te rinkelen. Deze beltoon helpt u een verloren handset terug te vinden. Het symbool k n i p p e rt op de basis. De boodschap
“ PAGE” verschijnt op de display.
4.10 Vergrendeling van uitgaande gesprekken
Als een bepaald cijfer verg rendeld wordt, betekent dit dat elk telefoonn u m m e r, dat met dit nummer begint, geblokkeerd wordt en niet kan
uitgebeld word e n .
• Druk op de Programmeertoets.
• Druk op cijfertoets ‘8’.
• Geef de 4-cijferige PINcode in (standaard 0000).
• Geeft het te vergrendelen nummer in (max. 3 cijfers). Een cijfer kan
gewist worden door op de Mute-toets te drukken.
• Druk op de Geheugentoets. Er weerklinkt een bevestigingstoon.
S t a n d a a rd programmatie : geen verg rendeling.
Zodra het geblokkeerde cijfer gevormd wordt, verschijnt de tekst “barr i n g ”
op de display. Om een geblokkeerd nummer te verw i j d e ren, volgt u
dezelfde instructies, maar verw i j d e rt u het verg r endelde cijfer door te
d rukken op de Mute-toets.
4.11 Klaviervergrendeling
Als het klavier verg rendeld is, kan geen enkele toets ingedrukt word e n
behalve de Pro g r a m m e e rt o e t s .
• Druk op de Programmeertoets.
• Druk op cijfertoets ‘7’.
• ‘’ en ‘Hold’ verschijnen op de display.
Standaard programmatie : geen vergrendeling.
Voor het uitschakelen van deze functie volgt u dezelfde instru c t i e s .
8
Cocoon 80
4.12 Buiten Bereik-waarschuwing
Als de handset zich, tijdens een gesprek, buiten het bereik van de basis
bevindt, weerklinkt, elke twee seconden, een kort waarschuwingss i g n a a l
om de gebruiker te waarschuwen dat hij zich dichter naar de basis moet
begeven. Bevindt de gebruiker zich niet, binnen de 10 seconden, binnen
het bereik van de basis, wordt de lijn automatisch verbro k e n .
4.13 Flashtoets (R)
Als u drukt op de R-toets, ook wel flash of recall genoemd, dan genere e rt
het toestel een lijnonderbreking (aan 100 ms). Deze laat u toe gebruik te
maken van speciale diensten die door uw telefoonmaatschappij word e n
aangeboden en/of gesprekken door te verbinden op een binnenhuiscen-
t r a l e .
4.14 Klaviertonen activeren/deactiveren
• Druk op de Programmeertoets.
• Druk op cijfertoets ‘1’.
• Druk nogmaals op cijfertoets ‘1’ om de functie aan/uit te zetten
• Druk op de Geheugentoets. Er weerklinkt een bevestigingstoon.
Standaard programmatie : aan
4.15 Belmelodie instellen
• Druk op de Programmeertoets.
• Druk op cijfertoets ‘2’.
• Selecteer de gewenste belmelodie (1-4).
• Druk op de Geheugentoets. Er weerklinkt een bevestigingstoon.
Standaard programmatie : belmelodie 2
4.16 Belvolume instellen
• Druk op de Programmeertoets.
• Druk op cijfertoets ‘3’.
• Geef het gewenste belvolume in (uit, laag, hoog) door meermaals op
cijfertoets ‘1’ te drukken.
• Druk op de Geheugentoets. Er weerklinkt een bevestigingstoon.
Standaard programmatie : belvolume hoog
4.17 Automatisch opnemen
U hebt de mogelijkheid het toestel zodanig te pro g r a m m e ren dat, als er een
o p roep binnenkomt, u enkel de handset van het basisstation hoeft op te
nemen en u bent automatisch in verbinding met de opro e p e r. U hoeft de
Lijntoets niet meer te drukken om de oproep aan te nemen.
• Druk op de Programmeertoets.
• Druk op cijfertoets ‘4’.
9
Cocoon 80
• Druk op cijfertoets ‘1’ om de functie aan/uit te zetten
• Druk op de Geheugentoets. Er weerklinkt een bevestigingstoon.
Standaard programmatie : uit
Opmerking : Als u een oproep ontvangt en de handset ligt niet op de basis, dan
moet u altijd op de Lijntoets drukken om de oproep aan te nemen, zelfs als u de
functie ‘Automatisch Opnemen’ hebt geactiveerd.
4.18 Standaardwaarden (Reset)
Als u de standaardwaarden van het toestel wil herinstellen, doet u het
volgende :
• Druk op de Programmeertoets.
• Druk op cijfertoets ‘0’.
• Geef de 4-cijferige PINcode in.
• Druk op cijfertoets ‘1’ om te selecteren of u al dan niet de standaardwaarden wenst terug te zetten, aangeduid door (y) ja of (n) neen.
• Druk op de Geheugentoets. Er weerklinkt een bevestigingstoon.
Opmerking : Als u de standaardwaarden opnieuw instelt, worden alle geheugennummers gewist.
4.19 PINcode programmeren
Als u de PINcode verandert, is het heel belangrijk dat u uw nieuwe
PINcode niet vergeet !
• Druk op de Programmeertoets.
• Druk op toets ‘#’.
• Geef de huidige 4-cijferige PINcode in.
• Geef de nieuwe 4-cijferige PINcode in.
• Druk op de Geheugentoets. Er weerklinkt een bevestigingstoon.
Standaard programmatie : ‘0000’
5 Garantie
Garantie : 2 jaar op defecten van het toestel
Opgelet : Stuur uw toestel terug in de originele verpakking.
Vergeet uw aankoopbewijs niet bij uw toestel te steken.
De garantie is niet geldig zonder aankoopbewijs.