Topcom COCOON 400 User Manual

Cocoon 400
Handleiding
Mode d’emploi
User manual
Bedienungsanleitung
-V2-
voorbehoud van wijzigingen.
F Les possibilités décrites dans ce manuel sont publiées sous réserve de modifications.
GB The features described in this manual are published with reservation to modifications.
D Die in dieser Bedienungsanleitung umschriebenen Möglichkeiten, werden vorbehaltlich
Änderungen publiziert.
!! Belangrijk !!
Om de ‘Nummerweergave’ te kunnen gebruiken, moet deze dienst geactiveerd zijn op uw telefoonlijn. Om deze dienst te activeren, hebt U hiervoor meestal een apart
Indien U geen nummerweergavefunctie hebt op uw telefoonlijn,
zullen de inkomende telefoonnummers NIET op de display van uw
Pour utiliser la fonction ‘Caller ID/Clip’ (affichage de l’appelant), ce service doit être
activé sur votre ligne téléphonique. Généralement, vous avez besoin d’un abon-
nement séparé de votre compagnie de téléphone pour activer cette fonction.
Si vous n’avez pas la fonction ‘Caller ID - Affichage Appelant’ sur votre ligne
téléphonique, les numéros de téléphone entrants n’apparaîtront PAS sur
To use ‘Caller ID’ (display caller), this service has to be activated on your phone line.
Normally you need a separate subscription from your telephone company to activate
If you don’t have the Caller ID function on your phone line, the incoming telephone numbers will NOT be shown on the display of your telephone.
abonnement van uw telefoonmaatschappij nodig.
toestel verschijnen.
!! Important !!
l’écran de votre téléphone.
!! Important !!
this function.
Zur Verwendung der ‘Rufnummernanzeige’ muss dieser Dienst erst für Ihre
Telefonleitung freigegeben werden. Zur Aktivierung dieser Dienstleistung benöti-
gen Sie meistens ein separates Abonnement Ihrer Telefongesellschaft.
Wenn Sie für Ihre Telefonleitung keine Rufnummernanzeigefunktion
haben, erscheinen die eingehenden Telefonnummern NICHT im Display
!! Wichtig!!
Ihres Gerätes.
Cocoon 400
Veiligheidsvoorschriften
• Gebruik enkel de meegeleverde adapter. Geen vreemde adapters gebruiken, de accucellen kunnen hierdoor beschadigd worden.
• Gebruik enkel oplaadbare batterijen van hetzelfde type. Gebruik nooit gewone, niet oplaadbare batterijen. Let bij het plaatsen van de oplaadbare batterijen op de polariteit (aangeduid in de batterijruimte van de handset).
• Raak de laad- en stekkercontacten niet aan met scherpe en metalen voor­werpen.
• De werking van medische toestellen kan worden beïnvloed.
• De handset kan een onaangenaam gezoem veroorzaken in hoorapparaten.
• Het basisstation niet opstellen in vochtige ruimten en niet op minder dan 1,5 m van een waterbron. De handset niet in aanraking brengen met water.
• De telefoon niet gebruiken in explosieve omgevingen.
• Ontdoe u op een milieuvriendelijke wijze van de batterijen en de telefoon.
• Daar bij stroomuitval met dit toestel niet kan getelefoneerd worden, in geval van nood een telefoon gebruiken die geen netstroom nodig heeft bvb. een GSM.
Reinigen
Veeg de telefoon met een licht vochtig doek of met een antistatische doek af. Gebruik nooit reinigingsmiddelen of agressieve oplosmiddelen.
4
Cocoon 400
1. BESCHRIJVING VAN DE TELEFOON 7
1.1 Handset en basistoestel van de Cocoon 400 7
1.2 Display 8
2. TELEFOONINSTALLATIE 9
2.1 Aansluitingen 9
2.2 Herlaadbare batterijen 10
2.3 Riemclip 11
3. DE TELEFOON GEBRUIKEN 12
3.1 Handset AAN/UIT 12
3.2 Oproepen ontvangen 12
3.3 Een externe oproep 12
3.4 Een interne oproep (INT) 12
3.5 Handenvrij-modus 13
3.6 Interne oproep doorschakelen 13
3.7 Conferentiegesprek 13
3.8 Vermelding van de gespreksduur 13
3.9 Microfoon uitschakelen (mute) 13
3.10 Pauze-toets 14
3.11 Identificatie van de beller 14
3.12 Herkies-geheugen 15
3.13 Bellen vanuit het Telefoonboek 16
3.14 Het alfanumerieke klavier gebruiken 16
3.15 Het menu gebruiken 17
4. PERSONALISERING 17
4.1 Luidsprekervolume aanpassen 17
4.2 Belvolume aanpassen 17
4.3 Belmelodie kiezen 18
4.4 Bieptonen activeren/deactiveren 19
4.5 Naam van de handset wijzigen 20
4.6 Menutaal kiezen 21
4.7 De PIN-code wijzigen 21
4.8 De kiesmodus instellen 21
4.9 Automatisch opnemen 22
4.10 Weergave gespreksduur ON/OFF (timer) 22
4.11 Reset 22
5. GEAVANCEERDE FUNCTIES 23
5.1 Telefoonboek 23
5.2 VIP Belmelodie 25
5.3 Een intern toestel zoeken via het basistoestel 25
5.4 Nummervergrendeling 25
5.5 Klaviervergrendeling 26
5.6 Aansluiting koptelefoon 26
NEDERLANDS
5
Cocoon 400
6. GEBRUIK VAN MEERDERE HANDSETS 27
6.1 Een bijkomende handset registreren 27
6.2 Een handset verwijderen 28
6.3 Een handset installeren op een ander basistoestel 28
6.4 Een basistoestel selecteren 28
6.5 Bewakingsfunctie 29
7. PROBLEMEN VERHELPEN 30
8. GARANTIE 31
9. TECHNISCHE KENMERKEN 31
6
Cocoon 400
1. BESCHRIJVING VAN DE TELEFOON
1.1 HANDSET EN BASISTOESTEL VAN DE COCOON 400
NEDERLANDS
Display
Toets Omhoog/ Menu
Mute/Escape-toets Interne Oproep
Buitenlijn-/ Nieuwe Oproep­indicator
Inkomende oproep indicator
Laadindicator
Handenvrijtoets
Luidspreker
Toets Omlaag/ Oproeplijst
Herkies/OK Aan/uit
Aansluiting koptelefoon
Flash-toets/ Telefoonboek
Paging-toets Registratietoets (ingedrukt houden)
Lijn-toets
Microfoon
7
Cocoon 400
1.2 DISPLAY
Batterij Telefoon Clip Vergrendeling
klavier
Naar links bewegen
Menu Mute Bereik-
indicator
Naar rechts
Externe/
interne oproep
Nieuwe
boodschap
Telefoonboek Beltoon ON/OFF
Voor elke functie is er een bijhorend pictogram
Pictogram: Betekenis:
In verbinding. EXT Er vindt een externe oproep plaats. INT Er vindt een interne oproep plaats.
Nieuwe boodschap ontvangen in uw voice mail.
Het Telefoonboek openen. MENU U bevindt zich in het menu.
Laadniveau van de herlaadbare batterijen:
1 segment: zwak , 2 segmenten: laag , 3 segmenten: medium,
4 segmenten: vol
Tijdens het laden ziet u het aantal blokjes toenemen en verdwijnen,
waarna deze beweging wordt herhaald.
Klaviervergrendeling geactiveerd.
De antenne toont de kwaliteit van de ontvangst.
De antenne knippert als de handset niet is aangemeld op de basis.
of Geeft aan dat het getoonde nummer langer is dan het scherm
(12 cijfers).
of Mogelijke bladerrichting in het menu.
Microfoon is uitgeschakeld.
Beltoon handset OFF.
Oproepidentificatie mogelijk / nieuwe nummers in de Oproeplijst.
bewegen
1.2.1 Standby-scherm
In de standby-modus toont het scherm de naam en het nummer van de handset: C400 1
8
Cocoon 400
2. TELEFOONINSTALLATIE
2.1 AANSLUITINGEN
onderaanzicht van het basistoestel
NEDERLANDS
TelefoonkabelStroomkabel
9
Cocoon 400
2.2. HERLAADBARE BATTERIJEN
Vooraleer u uw Cocoon 400 de eerste keer gebruikt, moet u ervoor zorgen dat de batterijen 6 à 8 uur zijn opgeladen. Het telefoontoestel zal niet optimaal functione­ren als het niet voldoende werd opgeladen.
Een oplaadbare batterij vervangen of plaatsen:
1. Schuif het kapje naar beneden en til het op.
2. Plaats de batterijen en houd daarbij rekening met de polariteit (+ en -).
3. Plaats het kapje terug.
Kapje
Oplaadbare batterijen
achteraanzicht van de handset
10
Cocoon 400
Opmerking: De batterijen gaan telkens zo'n 150 uur mee en de gesprekstijd is maximaal 12 uur. Na verloop van tijd raken de batterijen sneller leeg. De batterijen moeten dan worden vervangen. Nieuwe batterijen kunt u kopen bij elke doe-het-zelf-zaak (twee herlaadbare batterijen, type AAA NiMH).
2.3. RIEMCLIP
De riemclip kan u als volgt verwijderen en plaatsen:
NEDERLANDS
11
Cocoon 400
3. DE TELEFOON GEBRUIKEN
3.1. HANDSET AAN/UIT
• De handset inschakelen (ON): OK-toets twee seconden lang indrukken. De hand-
set zoekt het basistoestel.
• De handset uitschakelen (OFF): OK-toets twee seconden lang indrukken. Het dis-
play gaat uit.
3.2. OPROEPEN ONTVANGEN
Bij ontvangst van een externe oproep, rinkelen zowel alle handsets als de basis. Het EXT-symbool verschijnt op de display en de -LED knippert op de basis. Als de handset belt, druk dan op om de oproep te beantwoorden. U bent nu verbonden met de persoon aan de andere kant van de lijn. Als de handset in het basistoestel staat op het moment dat de telefoon rinkelt, hoeft u enkel de handset uit het basistoestel te nemen om de oproep te beantwoorden (als de optie auto­matisch beantwoorden ingeschakeld werd: zie 4.9 Automatisch opnemen).
Als u op drukt wanneer de telefoon rinkelt, neemt u op en wordt er automa­tisch overgeschakeld op de handenvrij-modus.
3.3. EEN EXTERNE OPROEP
Nor
male nummering:
1. Druk op .
2. Telefoonnummer ingeven.
Blokkiezen:
1. Druk het nummer van uw correspondent.
2. Druk op . Als u een nummer wilt corrigeren, gebruik dan de toets om een ingevoerd cijfer te wissen.
3.4. EEN INTERNE OPROEP (INT)
Alleen mogelijk als meer dan één handset werd geregistreerd op het basistoestel!
Normale nummering:
1. Druk op de INT-toets.
2. Voer het nummer van het interne toestel in (1 tot 5).
Blokkiezen:
1. Voer het nummer van het interne toestel in (1 tot 5) .
2. Druk op de INT-toets.
12
Cocoon 400
3.5 HANDENVRIJE MODUS
U kunt met uw correspondent praten zonder de handset op te nemen. Om de handenvrij-modus te activeren of te deactiveren, drukt u tijdens een oproep op de toets.
Voor het aanpassen van het volume wordt verwezen naar het hoofdstuk “Personaliseren“ - het luidsprekervolume aanpassen.
3.6 INTERNE OPROEP DOORSCHAKELEN
Interne gesprekken zijn enkel mogelijk als meer dan één handset werd geregistreerd op het basistoestel.
Een externe oproep doorschakelen naar een andere handset:
1. Druk op INT tijdens een gesprek.
2. Selecteer het nummer van het interne toestel, de exter ne beller wordt in de "wachtstand" geplaatst.
3. Als het andere interne toestel reageert, drukt u op om de oproep door te schakelen.
Als de interne correspondent niet opneemt, druk dan opnieuw op INT om terug te schakelen naar de externe beller.
3.7. CONFERENTIEGESPREK
Conferentiegesprekken zijn enkel mogelijk als meer dan één handset werd geregis­treerd op het basistoestel.
U kunt gelijktijdig met een interne en een externe correspondent spreken. U bent in gesprek met een externe correspondent:
1. Druk op INT.
2. Voer het nummer in van de interne telefoon die u wilt oproepen.
3. Zodra de interne correspondent opneemt,
4. Als de interne correspondent de oproep niet beantwoordt, druk dan nogmaals op INT om weer over te schakelen naar de externe correspondent die aan de lijn is.
# indrukken en vasthouden (2 sec.).
NEDERLANDS
3.8 VERMELDING VAN DE GESPREKSDUUR
De gespreksduur wordt getoond na 10 seconden (eerst de minuten, dan de secon­den): “00-20”. Tijdens een gesprek kan u het gevormde nummer nog steeds zien door 2 seconden op de MENU-toets te drukken. Aan het einde van elk gesprek wordt de totale gespreksduur getoond gedurende vijf seconden. U kan de gespreksduur (timer) aan- of uitschakelen (zie 4.10 Weergave gespreksduur ON/OFF (timer)).
3.9 MICROFOON UITSCHAKELEN (MUTE)
Het is mogelijk om de microfoon tijdens een gesprek uit te schakelen.
13
Cocoon 400
Druk op tijdens het gesprek. De microfoon wordt gedeactiveerd en u kunt vrij spreken zonder dat de persoon aan de andere kant van de lijn u kan horen. U krijgt het -symbool te zien. Druk op om terug te keren naar de normale modus.
3.10 PAUZE-TOETS
Als u een cijfertoets ingedrukt houdt, wordt een pauze achter dit cijfer toege­voegd. De letter ‘P’ verschijnt op de display.
3.11 IDENTIFICATIE VAN DE BELLER
De belleridentificatie is enkel beschikbaar als u bij uw telefoonmaatschappij een abonnement heeft op deze dienst. Als u een externe oproep ontvangt, verschijnt het nummer van de beller op het scherm wanneer de telefoon rinkelt.
Als het netwerk ook de naam verstuurt of als de naam van de beller in het Telefoonboek is opgenomen, zal de beller worden geïdentificeerd aan de hand van zijn of haar naam.
Eerst wordt de identiteit van de beller getoond, na 15 seconden krijgt u de gespreksduur te zien.
3.11.1 Nummerweergave tweede oproep
Als u een abonnement hebt op de dienst Nummerweergave Tweede Oproep (raad­pleeg hiervoor uw telefoonmaatschappij) en u ontvangt een tweede oproep terwijl u reeds in gesprek bent, dan verschijnt het nummer van de tweede oproeper op de display. Als u een aankloptoon hoort, verschijnt het telefoonnummer van de tweede oproeper gedurende 5 seconden op de display.
3.11.2 Oproeplijst
Uw telefoon houdt een lijst bij in het geheugen van de laatste 30 ontvangen oproepen. Deze functie is alleen beschikbaar wanneer u een abonnement nam op de dienst voor belleridentificatie. De correspondenten die hebben gebeld, worden geïdentificeerd aan de hand van hun telefoonnummer of hun naam, op dezelfde manier zoals dat bij het belleridentificatiesysteem gebeurt.
Als er nieuwe/onbeantwoorde oproepen zijn, dan wordt dit in het scherm aange­duid door het knipperende pictogram en het knipperende -LED op de basis. De lijst van de oproepen raadpleegt u als volgt:
1. Druk op . Als de lijst geen oproepen bevat, krijgt u ‘EMPTY’ (LEEG) te zien.
2. De oproepen kunt u doorbladeren met behulp van de pijltjestoetsen of . De namen van de bellers worden getoond als de naam door het netwerk werd doorgestuurd of in het telefoonboek is opgeslagen. Als u het einde van de lijst heeft bereikt, krijgt u een bieptoon te horen.
14
Cocoon 400
3. Druk enkele keren op OK om de volgorde te zien: Naam, nummer, datum&uur** .
4. Als u nogmaals op OK drukt, krijgt u de mogelijkheid de ingave te wissen. Druk op OK om de ingave te wissen of op om terug te keren naar het vorige menu.
5. Om een correspondent terug te bellen, drukt u gewoon op de -toets als hun telefoonnummer of naam op het scherm verschijnen.
Als een beller in het Telefoonboek is opgenomen, wordt hij geïdentificeerd aan de hand van zijn naam in de lijst van onbeantwoorde oproepen.
** ALLEEN WANNEER HET NETWERK HET TIJDSTIP/DATUM SAMEN MET HET TELEFOONNUMMER VERSTUURT! Bij sommige netwerken met ID van de beller, krijgt u geen tijdstip en datum te zien.
3.11.3 Een nummer van de oproeplijst in het Telefoonboek opslaan.
Als u de Oproeplijst doorloopt,kan u een nummer in het Telefoonboek opslaan door op de Telefoonboektoets te drukken. ‘CONFIRM’ verschijnt op de display. Druk op OK ter bevestiging of op om terug te keren. Als u het nummer met een naam wil opslaan (in geval het nummer zonder naam in de Oproeplijst staat) of met een andere andere naam, ga dan naar het Telefoonboek-menu en kies EDIT (zie 5.1 Telefoonboek).
3.11.4 De Oproeplijst volledig wissen
U kan de Oproeplijst volledig leeg maken:
• Druk op MENU.
• Druk enkele keren op de Omlaagtoets tot ‘HANDSET’ op de display verschijnt.
• Druk enkele keren op de Omlaagtoets tot ‘DEL CID’ (WIS CID) op de display verschijnt.
• Druk op OK. ‘CONFIRM’ verschijnt op de display.
• Druk op OK om de lijst volledig leeg te maken of op om deze operatie te annuleren.
NEDERLANDS
3.11.5 Voice mail indicatie
Deze functie werkt enkel als u beschikt over de Voice Mail of Phone Mail dienst, en als het netwerk deze indicatie doorstuurt samen met de Caller-ID/CLIP informatie! Als u een nieuwe boodschap ontvangen hebt in uw Voice Mail systeem, zal het ‘ ’-icoon op de display verschijnen. Nadat u uw boodschappen beluisterd hebt, zal het ‘ ’-icoon verdwijnen.
3.12 HERKIES-GEHEUGEN
Uw telefoon houdt een lijst bij van de 10 laatste oproepen (van telkens 20 cijfers) die u deed. Als ze opgenomen zijn in het Telefoonboek, worden de gebelde correspondenten geïdentificeerd aan de hand van hun telefoonnummer of hun naam.
15
Cocoon 400
De herkies-lijst opent u als volgt:
1. Druk op .
2. U kunt de oproepen doorbladeren met behulp van de pijltjestoetsen en .
3. Om de geselecteerde correspondent op te bellen, drukt u gewoon op zodra hun telefoonnummer of naam wordt getoond.
Opmerking: Als de naam wordt getoond, kunt u heen en weer schakelen tussen de naam en het nummer met behulp van de OK-toets. Als u nogmaals op OK drukt, krijgt u de mogelijk­heid deze ingave uit de Herkieslijst te wissen. Druk op OK ter bevestiging of op om terug te keren!
3.13 BELLEN VANUIT HET TELEFOONBOEK
Een correspondent bellen wiens naam u in het Telefoonboek heeft opgeslagen, doet u als volgt:
1. Druk op om het Telefoonboek te openen.
2. Voer de eerste letter van de naam in. De eerste naam die begint met deze letter of met de dichtstbijzijnde letter van het alfabet wordt nu getoond.
3. Doorloop de lijst met behulp van de toetsen en . De lijst wordt weergege­ven in alfabetische volgorde. Bij een nummer zonder naam, verschijnt ‘ ‘ op de display!
4. Druk op om het nummer te kiezen van de correspondent wiens naam wordt getoond.
Om het nummer te zien vooraleer u de oproep daadwerkelijk doet, voert u de vermelde stappen 1 tot 3 uit en drukt u op OK. Nu verschijnt het nummer. Met behulp van de toets kunt u het wijzigen vooraleer u belt.
3.14 HET ALFANUMERIEKE KLAVIER GEBRUIKEN
Met uw telefoon kunt u ook alfanumerieke karakters invoeren. Dat is nuttig om een naam in te voeren, om een intern toestel een naam te geven, … Om een letter te selecteren drukt u het vereiste aantal keren op de bijhorende toets. Om bijvoorbeeld een 'A' te selecteren, drukt eenmaal op '2', om een 'B' te selecteren drukt u tweemaal op '2', enz. Om achtereenvolgens een 'A' en een 'B' te selecteren, wacht u tot de cursor na het invoeren van de 'A' naar het volgende karakter springt. Daarna drukt u opnieuw op '2'. Om een spatie te selecteren drukt u op '1'. Om een streepje te selecteren drukt u tweemaal op '1'.
16
Cocoon 400
De karakters van het toetsenbord zijn als volgt:
Toets 1x 2x 3x 4x 5x
drukken drukken drukken drukken drukken 1spatie - 1 2A BC2 3D E F3 4G HI4 5J KL5 6M NO6 7P QRS7 8T UV8 9W XYZ9
3.15 HET MENU GEBRUIKEN
Dankzij een gebruiksvriendelijk menu heeft u toegang tot een groot aantal telefoonfuncties.
1. Om het menu te openen, drukt u op MENU.
2. Doorloop de selectiemogelijkheden met de toetsen en . Zodra u de laatste heeft bereikt, springt het menu weer naar de eerste. De pijltjes rechts in het scherm geven aan dat er verschillende selecties zijn waar u kan doorheen bladeren.
3. Druk op OK om een selectie te bevestigen.
4. Om terug te keren naar het vorige menu drukt u op .
NEDERLANDS
4. PERSONALISERING
4.1 LUIDSPREKERVOLUME AANPASSEN
Er zijn twee manieren om het luidsprekervolume in te stellen:
4.1.1 Luidsprekervolume tijdens oproep
Druk tijdens het gesprek op de toets of om het volume aan te passen. Druk op OK ter bevestiging.
Opmerking: Het volume voor het handenvrij bellen met de Cocoon 400 worden samen aangepast met dat van de handset zoals hierboven is uiteengezet.
4.2 BELVOLUME AANPASSEN
4.2.1 Belvolume van de handset
U kan het belvolume tijdens een inkomende oproep aanpassen door op de Omhoog- of Omlaagtoetsen te drukken. Het belvolume kan als volgt ingesteld worden.
17
Cocoon 400
1. Open het menu met een druk op MENU.
2. Selecteer HANDSET.
3. Druk op OK.
4. Selecteer VOLUME.
5. Druk op OK.
6. Selecteer het gewenste volume (OFF of van 1 tot 5) met behulp van de Omhoog- en Omlaagtoetsen .
7. Druk op OK om te bevestigen of op om terug te keren naar het vorige menu.
Opmerking: Bij elke programmatie hoort u aan het einde een enkele of dubbele lange bieptoon. Een dubbele bieptoon geeft aan dat uw keuze is aanvaard. Een lange bieptoon geeft aan dat met de wijziging geen rekening werd gehouden.
4.2.2 Belvolume van het basistoestel
1. Open het menu met een druk op MENU.
2. Selecteer BASE (BASIS).
3. Druk op OK.
4. Selecteer UNPROTEC (ONBEVEIL).
5. Druk op OK.
6. Select VOLUME.
7. Selecteer het gewenste volume (OFF of van 1 tot 5) met behulp van de Omhoog- en Omlaagtoetsen .
8. Druk op OK om te bevestigen of op om terug te keren naar het vorige menu.
Opmerking: Bij elke programmatie hoort u aan het einde een enkele of dubbele lange bieptoon. Een dubbele bieptoon geeft aan dat uw keuze is aanvaard. Een lange bieptoon geeft aan dat met de wijziging geen rekening werd gehouden.
4.3 BELMELODIE KIEZEN
Het basistoestel en de handsets kunnen allen een andere melodie hebben. De handsets kunnen een verschillende melodie hebben al naargelang de ingaande oproep intern of extern is.
4.3.1 Belmelodie van het basistoestel
1. Open het menu met een druk op MENU.
2. Selecteer BASE (BASIS).
3. Druk op OK.
4. Selecteer UNPROTEC (ONBEVEIL).
5. Druk op OK.
6. Selecteer MELODIES (MELODIE).
7. Druk op OK.
18
Cocoon 400
8. Selecteer een melodie (1 tot 10).
9. Druk op OK om te bevestigen of op om terug te keren naar het vorige menu.
Opmerking: Bij elke programmatie hoort u aan het einde een enkele of dubbele lange bieptoon. Een dubbele bieptoon geeft aan dat uw keuze is aanvaard. Een lange bieptoon geeft aan dat met de wijziging geen rekening werd gehouden.
4.3.2 Belmelodie handset, externe oproep
1. Open het menu met een druk op MENU.
2. Selecteer HANDSET.
3. Druk op OK.
4. Selecteer EXT RING (EXT BEL).
5. Druk op OK.
6. Selecteer een melodie (1 tot 10).
7. Druk op OK om te bevestigen of op om terug te keren naar het vorige menu.
Opmerking: Bij elke programmatie hoort u aan het einde een enkele of dubbele lange bieptoon. Een dubbele bieptoon geeft aan dat uw keuze is aanvaard. Een lange bieptoon geeft aan dat met de wijziging geen rekening werd gehouden.
4.3.3 Belmelodie handset, interne oproep
1. Open het menu met een druk op MENU.
2. Selecteer HANDSET.
3. Druk op OK.
4. Selecteer INT RING (INT BEL).
5. Druk op OK.
6. Selecteer een melodie (1 tot 10).
7. Druk op OK om te bevestigen of op om terug te keren naar het vorige menu.
NEDERLANDS
Opmerking: Bij elke programmatie hoort u aan het einde een enkele of dubbele lange bieptoon. Een dubbele bieptoon geeft aan dat uw keuze is aanvaard. Een lange bieptoon geeft aan dat met de wijziging geen rekening werd gehouden.
4.4 BIEPTONEN ACTIVEREN/DEACTIVEREN
De handsets kunnen een bieptoon laten horen als een toets wordt ingedrukt, wanneer de batterijen bijna leeg zijn en als het toestel te ver van het basistoestel is verwijderd.
19
Cocoon 400
4.4.1 Bieptoon bij indrukken van toets aan- en uitzetten
1. Open het menu met een druk op MENU.
2. Selecteer HANDSET.
3. Druk op OK.
4. Selecteer TONES (TOON).
5. Druk op OK
6. Selecteer KEY (TOETSTN).
7. Druk op OK.
8. Selecteer ON om de bieptoon in te schakelen, OFF om hem uit te schakelen.
9. Druk op OK om te bevestigen.
Opmerking: Bij elke programmatie hoort u aan het einde een enkele of dubbele lange bieptoon. Een dubbele bieptoon geeft aan dat uw keuze is aanvaard. Een lange bieptoon geeft aan dat met de wijziging geen rekening werd gehouden.
4.4.2 Batterij bijna leeg
Ga te werk zoals hierboven wordt uiteengezet maar selecteer bij punt 6 "LOW BATT" (BATTERIJ) in plaats van "KEYTONE" (TOETSTN).
4.4.3 Handset te ver van basistoestel (buiten bereik)
Ga te werk zoals hierboven wordt uiteengezet maar selecteer bij punt 6 "RANGE" (BEREIK) in plaats van "KEYTONE" (TOETSTN).
4.4.4 Bevestigingstonen
Ga te werk zoals hierboven wordt uiteengezet, maar selecteer bij punt 6 "CONFIRM" in plaats van “KEYTONE" (TOETSTN).
4.5 NAAM VAN DE HANDSET WIJZIGEN
Met deze functie kunt u elke handset personaliseren.
1. Open het menu met een druk op MENU.
2. Selecteer HANDSET.
3. Druk op OK.
4. Selecteer LABEL (NAAM).
5. Druk op OK.
6. Voer de naam in.
7. Druk op OK om te bevestigen.
Opmerking: Bij elke programmatie hoort u aan het einde een enkele of dubbele lange bieptoon. Een dubbele bieptoon geeft aan dat uw keuze is aanvaard. Een lange bieptoon geeft aan dat met de wijziging geen rekening werd gehouden.
20
Cocoon 400
Bij het invoeren van de naam drukt u op om een karakter te wissen of houdt u ingedrukt om het menu te verlaten zonder enige wijzigingen aan te brengen.
4.6 MENUTAAL KIEZEN
U kan kiezen tussen twee talen (zie talentabel op de verpakking):
1. Open het menu met een druk op MENU.
2. Selecteer LANGUAGE (TAAL).
3. Druk op OK.
4. Selecteer de taal met behulp van de toetsen en .
5. Druk op OK.
Een dubbele bieptoon geeft aan dat uw keuze is aanvaard. Een lange bieptoon geeft aan dat met de wijziging geen rekening werd gehouden.
4.7 DE PIN-CODE WIJZIGEN
Sommige functies zijn enkel beschikbaar voor gebruikers die de PIN-code kennen. Deze PIN-code is standaard 0000.
De PIN-code wijzigen:
1. Open het menu met een druk op MENU.
2. Selecteer BASE (BASIS).
3. Druk op OK.
4. Selecteer PIN PROT (PIN BEV).
5. Druk op OK.
6. Geef de PIN-code in (0000)..
7. Druk op OK.
8. Selecteer PIN CODE.
9. Druk op OK.
10. Geef de PIN-code in (0000)
11. Druk op OK.
12. Voer de nieuwe PIN-code een tweede keer in.
13. Druk op OK om te bevestigen.
NEDERLANDS
Opmerking: Bij elke programmatie hoort u aan het einde een enkele of dubbele lange bieptoon. Een dubbele bieptoon geeft aan dat uw keuze is aanvaard. Een lange bieptoon geeft aan dat met de wijziging geen rekening werd gehouden.
4.8 DE KIESMODUS INSTELLEN
Er zijn twee kiesmodi:
• DTMF/toonsysteem (het meest gebruikelijke)
• Pulssysteem (bij oudere installaties)
21
Cocoon 400
De kiesmodus wijzigen:
1. Open het menu met een druk op MENU.
2. Selecteer BASE (BASIS).
3. Druk op OK.
4. Selecteer PIN PROT (PIN BEV).
5. Druk op OK.
6. Geef de PIN-code in (0000).
7. Druk op OK.
8. Selecteer DIAL MODE (KIESMOD).
9. Druk op OK
10. Selecteer TONE (TOON) of PULSE (PULS).
11. Druk op OK om te bevestigen.
Een dubbele bieptoon geeft aan dat uw keuze is aanvaard. Een lange bieptoon geeft aan dat met de wijziging geen rekening werd gehouden.
4.9. AUTOMATISCH OPNEMEN
Als een ingaande oproep plaatsvindt en de handset zich op het basistoestel bevindt, zal de telefoon automatisch de oproep beantwoorden als de handset uit de basis wordt genomen. Dit is de standaardinstelling, die u echter kunt uitschakelen (OFF):
1. Open het menu met een druk op MENU.
2. Selecteer HANDSET.
3. Druk op OK.
4. Selecteer AUTO ANS (AUTO OPN).
5. Selecteer ON (AAN) (voor automatisch beantwoorden) of OFF (UIT).
6. Druk op OK.
4.10 WEERGAVE GESPREKSDUUR ON/OFF (TIMER)
1. Open het menu met een druk op MENU.
2. Selecteer HANDSET.
3. Druk op OK.
4. Selecteer TIMER.
5. Druk op OK.
6. Selecteer ON (AAN) of OFF (UIT) met behulp van de Omhoog- of Omlaag- toetsen.
7. Druk op OK.
4.11 RESET
U heeft de mogelijkheid om de telefoon weer om te schakelen naar de oorspron­kelijke standaardconfiguratie. Dat is de configuratie die reeds was geïnstalleerd toen u de telefoon in gebruik nam.
22
Cocoon 400
Handset Basis
Belvolume: 5 Belvolume: 5 Ext. Melodie: 1 Melodie:1 Int. Melodie: 5 Nummervergrendeling: OFF voor alle handsets Monitor: OFF PIN-Code: 0000 Timer: ON Klaviertonen: allemaal ON Auto Answer: ON Selectie Basis: Auto Klaviervergrendeling: OFF Telefoonboek: Geen verandering Oproeplijst: Leeg Handset Volume: 3
Terugkeren naar de standaardinstellingen doet u als volgt:
1. Open het menu met een druk op MENU.
2. Selecteer BASE (BASIS).
3. Druk op OK.
4. Selecteer PIN PROT (PIN BEV).
5. Druk op OK.
6. Geef de PIN-code in (0000).
7. Druk op OK.
8. Selecteer DEFAULT.
9. Druk op OK.
10. Druk op OK om te bevestigen of om terug te keren.
NEDERLANDS
Opmerking: Bij elke programmatie hoort u aan het einde een enkele of dubbele lange bieptoon. Een dubbele bieptoon geeft aan dat uw keuze is aanvaard. Een lange bieptoon geeft aan dat met de wijziging geen rekening werd gehouden.
5. GEAVANCEERDE FUNCTIES
5.1 TELEFOONBOEK
Met behulp van het Telefoonboek kunnen 40 telefoonnummers en namen worden opgeslagen. U kunt namen invoeren die tot 8 karakters lang zijn. Nummers mogen max. 18 cijfers lang zijn. Om een correspondent op te bellen die in het Telefoonboek is opgeslagen, wordt verwezen naar hoofdstuk 3.13. Bellen vanuit het Telefoonboek. Om alfanumerieke karakters in te voeren verwijzen we naar hoofdstuk 3.14. Het Alfanumerieke klavier gebruiken.
23
Cocoon 400
5.1.1 Een correspondent toevoegen aan het telefoonboek
1. Open het menu met een druk op MENU.
2. Selecteer PHONEBK (TEL BOEK).
3. Druk op OK.
4. Selecteer STORE (OPSLAAN).
5. Druk op OK.
6. Voer de naam in.
7. Druk OK om te bevestigen.
8. Voer het telefoonnummer in.
9. Druk op OK om te bevestigen.
Opmerking: Bij elke programmatie hoort u aan het einde een enkele of dubbele lange bieptoon. Een dubbele bieptoon geeft aan dat uw keuze is aanvaard. Een lange bieptoon geeft aan dat met de wijziging geen rekening werd gehouden.
5.1.2 Een naam of nummer wijzigen
Een nummer in het telefoonboek wijzigen:
1. Open het menu met een druk op MENU.
2. Selecteer PHONEBK (TEL BOEK).
3. Druk op OK.
4. Selecteer EDIT.
5. Druk op OK.
6. Doorloop de namenlijst met behulp van de toetsen en . De lijst wordt weergegeven in alfabetische volgorde.
7. Druk op OK als u de naam heeft gevonden die u wil wijzigen.
8. Gebruik de toets om terug te gaan en de nieuwe naam in te voeren.
9. Druk op OK om te bevestigen.
10. Voer het nieuwe telefoonnummer in.
11. Druk op OK om te bevestigen.
Opmerking: Bij elke programmatie hoort u aan het einde een enkele of dubbele lange biep­toon. Een dubbele bieptoon geeft aan dat uw keuze is aanvaard. Een lange bieptoon geeft aan dat met de wijziging geen rekening werd gehouden.
5.1.3 Een correspondent wissen
Correspondenten wissen:
1. Open het menu met een druk op MENU.
2. Selecteer PHONEBK (TEL BOEK).
3. Druk op OK.
4. Selecteer DELETE (WISSEN).
5. Druk op OK.
6. Doorloop de namenlijst met behulp van behulp van de toetsen en . De lijst wordt weergegeven in alfabetische volgorde.
24
Cocoon 400
7. Druk op OK als u de naam heeft gevonden die u wil wissen.
8. Het telefoonnummer wordt getoond. Druk op OK.
9. CONFIRM verschijnt. Druk op OK om te bevestigen of op om het wissen te stoppen.
Opmerking: Bij elke programmatie hoort u aan het einde een enkele of dubbele lange bieptoon. Een dubbele bieptoon geeft aan dat uw keuze is aanvaard. Een lange bieptoon geeft aan dat met de wijziging geen rekening werd gehouden.
5.2 VIP BELMELODIE
U kan speciale belmelodieën linken aan bepaalde nummers in het Telefoonboek. Zodra u een oproep krijgt van een oproeper die in het Telefoonboek vermeld staat, hoort u de belmelodie die u voor deze oproeper gespecifieerd hebt. Om een bepaalde melodie aan een Telefoonboek-nummer te linken, gaat u als volgt te werk:
1. Open het menu met een druk op MENU.
2. Selecteer PHONEBK (TEL BOEK).
3. Druk op OK.
4. Druk enkele keren op de Omhoogtoets tot MELODY (MELODIE) verschijnt.
5. Druk op OK.
6. Selecteer de naam waaraan u een melodie wil linken en druk op OK.
7. Gebruik de Omhoog- en Omlaag- toetsen om een melodie te selecteren en druk op OK.
5.3 EEN INTERN TOESTEL ZOEKEN VIA HET BASISTOESTEL
Als de Paging-toets op het basistoestel wordt ingedrukt, beginnen alle handsets te rinkelen. Dankzij het belsignaal kunt u de verloren handset lokaliseren. U stopt het belsignaal door op een van de toetsen van de handset te drukken.
NEDERLANDS
5.4 NUMMERVERGRENDELING
De volgende opties kunnen per handset geselecteerd worden: OFF (UIT): Alle oproepen zijn toegelaten. INTERNAL (INTERN): Alle externe oproepen zijn vergrendeld. LOCAL (LOKAAL): Internationale en nationale oproepen zijn vergrendeld, enkel
lokale oproepen zijn toegelaten, de gebruiker kan de prefix
voor de lokale oproepen specifiëren. NATIONAL: Internationale oproepen zijn vergrendeld (beginnende met 00). CUSTOM: Een op voorhand gedefinieerd nummer is vergrendeld.
Om nummervergrendeling in te stellen, doet u het volgende:
1. Open het menu met een druk op MENU.
2. Selecteer BASE (BASIS).
3. Druk op OK.
4. Selecteer PIN PROT (PIN BEV).
25
Cocoon 400
5. Druk op OK.
6. Geef de PIN-code in (0000).
7. Druk op OK.
8. Selecteer CALL BAR (BARRING).
9. Druk op OK.
10. Selecteer de handset (1-5).
11. Druk op OK.
12. Selecteer OFF (UIT), INTERNAL (INTERN), LOCAL (LOKAAL), NATIONAL, of CUSTOM. Voor OFF (UIT), INTERNAL (INTERN), LOCAL (LOKAAL), en NATIONAL, druk op OK.
-Voor LOCAL (LOKAAL), druk op OK voor de PREFIX. Geef het prefix-nummer
in voor plaatselijke nummers (nummers met deze prefix worden niet vergrendeld!).
-Voor CUSTOM, druk op OK en BAR (BARRING). verschijnt. Geef de eerste
cijfers van het telefoonnummer in dat u wil vergrendelen. Bvb. ‘0’: alle nummers beginnende met ‘0’ zijn vergrendeld!
13. Om CALL BAR (BARRING) te verlaten, druk op .
5.5 KLAVIERVERGRENDELING
Als u het klavier vergrendelt, kan u niet per ongeluk een nummer vormen. Dit kan handig zijn als er kinderen in de buurt zijn. Als het klavier vergrendeld is, kan u enkel nog de MENU -toets gebruiken, alle andere toetsen zijn vergrendeld.
5.5.1 Activating the keypad lock
1. Open het menu met een druk op MENU.
2. Selecteer KEY LOCK (TOETSBL).
3. Druk op OK.
4. Selecteer ON (AAN).
5. Druk op OK ter bevestiging.
Een dubbele bieptoon bevestigt uw keuze. Een lange bieptoon betekent dat de aanpassing niet uitgevoerd werd.
5.5.2 Deactivating the keypad lock
1. Open het menu met een druk op MENU.
2. Selecteer KEY LOCK (TOETSBL).
3. Druk op OK.
4. Selecteer OFF (UIT).
5. Druk op OK ter bevestiging.
Een dubbele bieptoon bevestigt uw keuze. Een lange bieptoon betekent dat de aanpassing niet uitgevoerd werd.
5.6 AANSLUITING KOPTELEFOON
U kan een koptelefoon met een 3-polige pack plug van 2,5mm aansluiten aan de rechterkant van de handset. Als de koptelefoon is aangesloten, kan u enkel via de koptelefoon spreken en luisteren. De microfoon van de koptelefoon kan uitgeschakeld
26
Cocoon 400
worden met de Mute-toets . De handenvrij luidspreker kan nog steeds geacti­veerd worden door op de Handenvrij-toets te drukken.
6. GEBRUIK VAN MEERDERE HANDSETS
6.1. EEN BIJKOMENDE HANDSET REGISTREREN
U kan nieuwe handsets toevoegen aan het basistoestel op voorwaarde dat deze handsets met het DECT-GAP-protocol werken. Het basistoestel kan maximaal met vijf handsets werken. Als u reeds vijf handsets heeft en u er meer wilt toevoegen of een toestel wilt vervangen, moet u eerst een handset wissen en het nieuwe vervolgens toevoegen.
Om een handset te kunnen registreren, moet het basistoestel eerst in de speciale registratiemodus worden gezet: Eerst zet u het basistoestel in de registratiemodus, daarna start u de procedure bij de nieuwe handset:
1. Houd de Paging-toets van het basistoestel 6 seconden lang ingedrukt.
2. Het basistoestel geeft dan een pieptoon. Het basistoestel is nu klaar om een nieuwe handset te registreren. Na het indrukken van de knop heeft u 90 seconden tijd om een nieuwe handset te registreren.
Als de bijkomende handset een Cocoon 400 is
3. Open het menu met een druk op MENU.
4. Selecteer REGISTER (AANMELD).
5. Druk op OK.
6. Voer het nummer van een basistoestel in (1 tot 4). Nummers die knipperen zijn reeds in gebruik op andere DECT-basistoestellen.
7. Druk op OK.
8. Voer de PIN-code van het basistoestel in (standaard: 0000).
9. Als de handset het basistoestel heeft gelokaliseerd, wordt het identificatie­nummer van het basistoestel getoond. De registratie bij het basistoestel bevestigt u met een druk op OK. Stoppen is mogelijk met een druk op de toets .
10. Als de handset het basistoestel niet lokaliseert, keert het na enkele seconden automatisch terug naar de standbymodus. Probeer het nogmaals door het nummer van het basistoestel te wijzigen en te controleren of er zich in de omgeving geen interferentiebronnen bevinden. Ga dichter bij het basistoestel staan.
NEDERLANDS
6.1.2 Uw handset is een ander model
Nadat u de registratieprocedure heeft gestart bij het basisstation, registreert u de handset (zie in de handleiding van de handset). De handset moet GAP-compatibel zijn.
27
Cocoon 400
Het pictogram en de tekst "NOT SUB" (NT AANGE) knipperen in het scherm als de handset niet op het basistoestel is geregistreerd. Als een handset op een basistoestel wordt geregistreerd, kent het basistoestel een handset nummer toe. Dit nummer verschijnt op de handset na de naam en moet worden gebruik voor interne oproepen.
6.2 EEN HANDSET VERWIJDEREN
U kunt een handset verwijderen van een basistoestel om een andere handset te registreren.
1. Open het menu met een druk op MENU.
2. Selecteer BASE (BASIS).
3. Druk op OK
4. Selecteer PIN PROT (PIN BEV).
5. Druk op OK.
6. Geef de PIN-code in (0000).
7. Druk op OK.
8. Selecteer DEL HS (HS AFM). 9Druk op OK.
10. Selecteer de te verwijderen handset.
11. Druk op OK om te bevestigen.
12. CONFIRM verschijnt op de display. Druk nogmaals op OK ter bevestiging of op om terug te keren.
6.3 EEN HANDSET INSTALLEREN OP EEN ANDER BASISTOESTEL
Wanneer u een Cocoon 400 handset wil gebruiken met het basistoestel van een ander model, moet het basistoestel GAP-compatibel zijn.
1. Zie de gebruikershandleiding van het basistoestel voor het activeren van de
registratiemodus.
2. Voer de stappen 3 tot 10 uit die in de paragraaf 6.1 worden beschreven.
6.4 EEN BASISTOESTEL SELECTEREN
De handsets kunnen bij maximaal vier basistoestellen geregistreerd zijn. Om de basis te veranderen, selecteer "B SELECT"(SELECT B) in het menu. Selecteer een optie: AUTO: Om de beste basis te kiezen FIXED (VAST): Om een bepaalde basis te kiezen. De handset kiest geen
andere basis als hij buiten bereik komt.
PREFER (VOORKEUR): Begint eerst met het zoeken naar een bepaalde basis en
dan naar andere beschikbare basissen als hij buiten bereik
komt. En druk op OK. Als u FIXED (VAST) of PREFER (VOORKEUR) kiest, verschijnt ‘BS1 2 3 4’ op de dis­play. De huidig geregistreerde basis zal knipperen. Druk op 1-4 om een basis te selecteren.
28
Cocoon 400
Als u 'AUTO' selecteert, zal de handset automatisch naar een ander basistoestel zoeken als u uit het zendbereik bent.
6.5 BEWAKINGSFUNCTIE
Als meer dan 1 handset is geregistreerd, kan één van de handsets als bewakings­toetsel (baby) gebruikt worden. Om deze functie te activeren:
1. Open het menu met een druk op MENU.
2. Selecteer MONITOR.
3. Druk op OK.
4. Selecteer ON (AAN).
5. Druk op OK.
Als de bewakingsfunctie is geactiveerd, verschijnt “MONITOR” (knippert) op de display van de handset. Een andere handset kan deze handset oproepen (intern), waardoor de microfoon in de handset geactiveerd wordt. Op deze manier kan u elk geluid horen in de desbetreffende kamer.
Opmerking: De handset in bewakings-modus zal niet rinkelen bij een inkomende externe oproep.
Om deze functie te deactiveren:
1. Open het menu met een druk op MENU.
2. MONITOR verschijnt.
3. Druk op OK.
4. Selecteer OFF (UIT).
5. Druk op OK.
NEDERLANDS
29
Cocoon 400
7. PROBLEMEN VERHELPEN
Symptoom Mogelijke oorzaak Oplossing
Geen scherm Batterijen niet opgeladen Controleer de positie
van de batterijen Herlaad de batterijen
Handset uitgeschakeld (OFF) Handset inschakelen
(ON)
Geen kiestoon Telefoonkabel verkeerd Controleer de aansluiting
Het pictogram Handset buiten bereik Breng de handset dichter knippert bij het basistoestel
Het basistoestel of de Er is geen belsignaal of Belvolume aanpassen handset geven geen de beltoon is nauwelijks belsignaal. hoorbaar. Er is kiestoon, maar Verkeerd kiessysteem. Kiessysteem aanpassen men kan geen (puls/toon). nummer vormen. De telefoon reageert Manipulatiefout. Verwijder de batterijen en niet op toetsindrukken. plaats ze weer in het
Flash (R)-toets Verkeerde flashtijd Bel het hotline nummer werkt niet om de flashtijd in te stellen
aangesloten van de telefoonkabel De lijn wordt gebruikt door Wacht tot de andere een andere handset handset het gesprek
beëindigt
Het basistoestel krijgt Controleer de geen stroom. netaansluiting van het
basistoestel. De handset is niet Registreer de handset bij geregistreerd het basistoestel bij het basistoestel
toestel. Klaviervergrendeling AAN Schakel de
klaviervergrendeling uit
30
Loading...
+ 87 hidden pages