Verbinding maken met internet door middel van USB ................................................... 133
TomTom-account 134
Addendum 135
Kennisgevingen over copyright 141
6
Nieuw in deze release
Wat is er nieuw
Versie 16.4
, GO 520, GO 620, GO 5200, GO 6200
Je systeem updaten via Wi-Fi
Je kunt nu de kaarten, de software en nog veel meer op je systeem updaten via Wi-Fi.
Ga voor meer informatie naar Wi-Fi in deze handleiding.
Smartphoneberichten ontvangen
Je kunt nu up-to-date blijven en je berichten lezen zonder te worden afgeleid. Je TomTom GO kan
de berichten van je telefoon voorlezen zodat je je handen aan het stuur kunt houden.
Ga voor meer informatie naar Handsfree bellen in deze handleiding.
Compatibiliteit met Siri en Google NowTM
Activeer Siri of Google NowTM door op een knop van je TomTom GO te tikken en gebruik de
spraakherkenning via de geïntegreerde microfoon. Krijg volledige toegang tot de spraakherkenning
op je telefoon terwijl deze veilig in je tas of zak zit.
Ga voor meer informatie naar Praten met Siri of met Google Now™ in deze handleiding.
Voorspelling van bestemming
Je TomTom GO leert je rijgewoonten en voorspelt wanneer je waarschijnlijk naar een veel
bezochte bestemming rijdt die is opgeslagen in Mijn plaatsen. Dankzij de slimme leercurve worden
de voorspellingen nauwkeuriger naarmate je vaker met je systeem rijdt.
Ga voor meer informatie naar Voorspelling van bestemming gebruiken in deze handleiding.
Handsfree bellen
Nu kun je gesprekken met een goede geluidskwaliteit in je auto voeren. Je sluit gewoon je telefoon
aan op je systeem.
Ga voor meer informatie naar Info over handsfree bellen in deze handleiding.
TomTom MyDrive
Plan je ritten eenvoudig voordat je in je auto stapt. Plan routes, controleer live verkeersinformatie
en sla favoriete plaatsen op vanaf je smartphone, tablet of computer. Je kunt nu maximaal tien
TomTom-systemen koppelen met een TomTom-account.
Ga voor meer informatie naar Info over MyDrive Connect in deze handleiding.
TomTom Services zijn standaard ingeschakeld
Traffic- en Flitsers-services zijn nu automatisch standaard ingeschakeld zodra er een internetverbinding is. Je kunt verbinding maken met internet via de volgende methoden:
Wi-Fi.
Maak op een computer met een internetverbinding verbinding met MyDrive Connect via de
USB-kabel.
7
GPRS.
Engels (Verenigd
Koninkrijk):
https://www.youtube.com/watch?v=PIs5tGFhQIA
Frans (Frankrijk):
https://www.youtube.com/watch?v=lYpPDxxXSwk
Spaans (Spanje):
https://www.youtube.com/watch?v=HkZqdD5MkHI
Duits:
https://www.youtube.com/watch?v=Skg6PWMbRxI
Italiaans:
https://www.youtube.com/watch?v=AybGRzpgu1s
Bluetooth waarbij netwerken zijn ingeschakeld.
Ga voor meer informatie naar TomTom Services in deze handleiding.
Andere bugfixes en verbeteringen
Er zijn diverse prestatieverbeteringen en bugfixes geïmplementeerd.
Videoworkshops
Op ons YouTube-kanaal vind je verschillende video's die je meer leren over je nieuwe TomTom GO
en andere TomTom-producten. Ga naar www.youtube.com/user/TomTomOfficial/videos voor meer
informatie!
Tip: zoek op het YouTube-kanaal van TomTom naar video's in je eigen taal.
Gebruik de meegeleverde houder om je TomTom GO in je voertuig te bevestigen. Lees de
instructies voor het positioneren van je navigatiesysteem voordat je je GO bevestigt.
Bevestig je GO als volgt:
1. Sluit de meegeleverde USB-kabel aan op de houder. Als de houder is ingebouwd in je GO, sluit
je de USB-kabel hierop aan.
Let op: gebruik UITSLUITEND de USB-kabel die werd meegeleverd bij je GO. Andere USB-kabels
werken mogelijk niet naar behoren.
2. Sluit de USB-kabel aan op de USB-auto-oplader en steek deze in de voedingsbron op het
dashboard.
3. Kies op de voorruit of een zijruit de beste egale plaats om je TomTom GO te bevestigen.
Tip: als de houder is geïntegreerd in je GO, kun je het navigatiesysteem eenvoudig draaien.
Druk op de knop aan de achterkant van het navigatiesysteem om de houder los te maken.
Schuif de houder vervolgens weg. Plaats de houder terug aan de andere kant van het navigatiesysteem.
4. Zorg ervoor dat zowel de zuignap op de houder als de voorruit schoon en droog zijn.
5. Duw de zuignap van de houder stevig vast tegen de voorruit.
6. Draai vervolgens de rubberen greep bij de basis van de houder naar rechts totdat je voelt dat
deze vergrendeld is.
7. Als je houder niet is ingebouwd in je GO, plaats je je GO in de houder en zorg je ervoor dat
deze vastklikt.
Zelfklevende schijven voor op het dashboard zijn als accessoire bij je GO verkrijgbaar. Voor meer
informatie ga je naar tomtom.com/accessories.
Het apparaat positioneren
Ga voorzichtig te werk bij het installeren van je GO. De GO mag het volgende niet blokkeren of
belemmeren:
Je zicht op de weg.
De bedieningselementen in je voertuig.
Je achteruitkijkspiegels.
De airbags.
Je moet je GO gemakkelijk kunnen aanraken zonder je ver uit te rekken of voorover te leunen. In
een auto kun je je GO bevestigen aan de voor- of zijruit, maar je kunt ook een dashboardmontageschijf gebruiken om de houder aan het dashboard te bevestigen.
Het navigatiesysteem in- en uitschakelen
Het navigatiesysteem inschakelen
Druk op de Aan/Uit-knop totdat het navigatiesysteem wordt gestart. Als het navigatiesysteem was
uitgeschakeld, zie je de kaartweergave. Als het navigatiesysteem in de slaapstand stond, zie je het
laatste scherm dat je hebt bekeken.
9
De slaapstand inschakelen
Druk op de Aan/Uit-knop en laat deze weer los als je de slaapstand wilt inschakelen.
Je kunt ook langer dan twee seconden op de Aan/Uit-knop drukken, totdat de knoppen Slaapstand
en Schakel uit worden weergegeven. Selecteer Slaapstand als je de slaapstand wilt inschakelen.
Tip: als je de slaapstand wilt inschakelen wanneer de USB-kabel niet is bevestigd of het
navigatiesysteem van de houder wordt verwijderd, ga je naar Batterij-instellingen in het menu
Instellingen.
Het navigatiesysteem volledig uitschakelen
Als je het navigatiesysteem volledig wilt uitschakelen, ga je op een van de volgende manieren te
werk:
Houd de Aan/Uit-knop langer dan twee seconden ingedrukt, totdat de knoppen Slaapstand en
Schakel uit worden weergegeven. Selecteer Schakel uit als je het navigatiesysteem wilt
uitschakelen. Selecteer de knop voor het vorige scherm als je het navigatiesysteem niet wilt
uitschakelen.
Houd de Aan/Uit-knop langer dan vijf seconden ingedrukt, totdat het navigatiesysteem wordt
uitgeschakeld.
Veiligheidsmededeling
Sommige navigatiesystemen bevatten een GSM/GPRS-module die de werking van elektrische
apparaten kan verstoren. Denk hierbij aan pacemakers, gehoorapparaten en apparatuur in
vliegtuigen.
Storing met deze apparatuur kan de gezondheid van gebruikers schaden of levensbedreigende
situaties opleveren.
Als je navigatiesysteem beschikt over een GSM/GPRS-module gebruik deze dan niet in de nabijheid
van onbeschermde elektrische apparaten of op plaatsen waar het gebruik van mobiele telefoons
verboden is, zoals in ziekenhuizen en vliegtuigen.
Installatie
Opmerking: de taal die je kiest, wordt gebruikt voor alle tekst op het scherm. Je kunt de taal later
altijd wijzigen in Taal en eenheden van het menu Instellingen.
Als je je TomTom GO voor het eerst inschakelt, moet je een aantal vragen beantwoorden om het
navigatiesysteem in te stellen. Beantwoord de vragen door het scherm aan te raken.
GPS-ontvangst
Als je de TomTom GO voor het eerst start, kan het enkele minuten duren voordat je positie wordt
vastgesteld. Na deze eerste keer wordt je positie veel sneller gevonden.
Voor een goede satellietontvangst gebruik je je GO buitenshuis en houd je het recht. Grote
objecten, zoals hoge gebouwen, kunnen de ontvangst soms verstoren.
Belangrijk: QuickGPSFix bevat informatie over satellietposities, zodat je positie sneller kan worden
bepaald op je GO. QuickGPSFix-informatie wordt gedownload wanneer je systeem is verbonden met
internet via een willekeurige methode (Wi-Fi, GPRS, smartphone of USB).
10
Informatie naar TomTom sturen
Wanneer je je navigatiesysteem voor het eerst gebruikt of GO opnieuw hebt ingesteld, wordt je
door de GO gevraagd om toestemming te geven zodat het systeem wat informatie kan verzamelen
over je gebruik van het navigatiesysteem. De gegevens worden opgeslagen op de GO totdat we ze
ophalen. We gebruiken ze anoniem om onze producten en services te verbeteren. Als je gebruikmaakt van onze services, gebruiken we ook informatie over je locatie om de services aan je te
leveren.
Je kunt op elk gewenst moment je toestemming voor het verzenden van deze gegevens intrekken
door het volgende te doen:
1. Selecteer de knop Instellingen in het hoofdmenu.
2. Selecteer Systeem.
3. Selecteer Je gegevens en privacy.
4. Selecteer de knop om het verzenden van informatie in of uit te schakelen.
Let op: als je ervoor kiest geen informatie over je locatie naar ons te verzenden, ontvang je onze
services niet meer. Dit komt doordat services de locatie van je navigatiesysteem naar TomTom
moeten verzenden om de verkeersinformatie te ontvangen voor de locatie waar je je bevindt. De
einddatum van je abonnement verandert niet, ook niet als je deze gegevens niet naar ons
verzendt.
Extra informatie
Wanneer je vermoedt dat je gegevens niet worden gebruikt voor het doel waarvoor je deze aan
TomTom hebt verstrekt, neem je contact met ons op via tomtom.com/support.
Ga voor de meest recente en meer gedetailleerde informatie naar tomtom.com/privacy.
Sleuf voor geheugenkaart
Bepaalde TomTom-navigatiesystemen hebben een sleuf voor geheugenkaarten die zich bevindt aan
de zijkant of de onderkant van het navigatiesysteem.
Voordat je de sleuf voor geheugenkaarten gebruikt, controleer je of je navigatiesysteem beschikt
over de meest recente geïnstalleerde softwareversie door Updates en nieuwe items te selecteren
in het menu Instellingen.
Als je GO up-to-date is, kun je een geheugenkaart gebruiken als extra opslagruimte om extra
kaarten, routes of tracks toe te voegen aan je systeem. Je kunt kaarten aanschaffen via
tomtom.com.
Belangrijk: routes en tracks kunnen niet op dezelfde geheugenkaart worden opgeslagen als kaarten,
omdat er een andere formattering van de geheugenkaart wordt gebruikt.
Systeem start niet op
In enkele gevallen komt het voor dat je TomTom GO niet correct start of niet meer reageert
wanneer je het scherm aanraakt.
Controleer in dat geval eerst of de batterij is opgeladen. Voor het opladen van de batterij sluit je je
GO aan op de auto-oplader. Afhankelijk van het type navigatiesysteem kan het 3 - 5 uur duren
voordat de batterij volledig is opgeladen.
Belangrijk: laad je systeem niet op via de USB-poort van je voertuig. Deze heeft niet genoeg
vermogen.
Als het probleem hiermee niet wordt opgelost, kun je het navigatiesysteem resetten. Houd hiertoe
de Aan/Uit-knop ingedrukt totdat de GO opnieuw wordt opgestart.
11
Je systeem opladen
De batterij van je TomTom GO wordt opgeladen wanneer je het systeem aansluit op de
TomTom-auto-oplader, op je computer of een USB-thuisoplader.
Belangrijk: laad je systeem niet op via de USB-poort van je voertuig. Deze heeft niet genoeg
vermogen.
Je wordt gewaarschuwd wanneer het batterijniveau laag of kritiek is. Je verliest je verbinding met
sommige TomTom Services wanneer het batterijniveau laag is of de batterij bijna leeg is. Wanneer
de batterij leeg is, schakelt de GO over naar de slaapstand.
Belangrijk: op de START 42/52, START 40/50/60 GO 51/61 wordt de helderheid van het scherm
bewust gedempt wanneer je het systeem aansluit op een computer. De helderheid van het scherm
wordt ook gedempt als je een oplader van een ander merk gebruikt die niet genoeg vermogen biedt
tijdens het opladen.
Let op: gebruik UITSLUITEND de USB-kabel die werd meegeleverd bij je GO. Andere USB-kabels
werken mogelijk niet naar behoren.
Omgaan met de GO
Het is belangrijk dat je zorgvuldig omgaat met je navigatiesysteem:
Open onder geen enkele voorwaarde de behuizing van je navigatiesysteem. Dit kan gevaarlijk
zijn en hierdoor vervalt je aanspraak op garantie.
Veeg het scherm van je navigatiesysteem af of droog het met een zachte doek. Gebruik geen
vloeibare schoonmaakmiddelen.
12
Informatie over TomTom Services
TomTom Services
Hoe je GO verbinding maakt met je TomTom Services is afhankelijk van je navigatiesysteem. Een
GO maakt op een van de volgende manieren verbinding:
Met een permanente verbinding, rechtstreeks vanuit je GO. Deze navigatiesystemen worden
'Always Connected'-navigatiesystemen genoemd.
Met een verbinding via je smartphone. Deze navigatiesystemen worden 'Smartphone Connect-
ed'-navigatiesystemen genoemd.
Traffic en Flitsers
TomTom Services geeft je realtime informatie over verkeer en flitsers op je route.
Zodra je systeem verbinding heeft met internet EN de gegevens en privacy zijn ingeschakeld,
ontvangt je systeem verkeersinformatie en updates over vaste en mobiele flitslocaties.
Voor meer informatie over abonnementen voor Traffic en flitsers, open je het Help-scherm en
selecteer je Info.
Als je de status van je Traffic-verbinding wilt controleren, kijk je rechtsboven in het Hoofdmenu.
Als je GO niet is verbonden met Traffic, wordt het Traffic-symbool weergegeven met een kruis.
MyDrive
Met MyDrive heb je controle over je systeem en kun je de volgende dingen doen:
Selecteer een bestemming op je computer, tablet of telefoon en stuur deze naar je systeem.
Synchroniseer je plaatsen en routes met al je systemen.
Houd al je gegevens veilig.
En meer...
Raadpleeg voor meer informatie Synchroniseren met TomTom MyDrive of ga naar
mydrive.tomtom.com.
Om automatisch synchroniseren met behulp van MyDrive in te schakelen, selecteer je Instellingen
en vervolgens MyDrive. Maak verbinding met internet via een van de drie methoden en meld je aan
bij je TomTom-account.
Let op: sommige TomTom Services zijn mogelijk niet beschikbaar op je huidige locatie.
PAN (Personal Area Network)
Alleen Smartphone Connected-systemen
De internetverbinding van je telefoon wordt gedeeld via de geïntegreerde Bluetooth- en
PAN-functies (Personal Area Network) van de telefoon.
Afhankelijk van het besturingssysteem van je telefoon heeft dit netwerk (of PAN) een van de
volgende namen:
Persoonlijke hotspot
13
Tethering of Bluetooth-tethering
Tether of Bluetooth Tether
De PAN-functie maakt waarschijnlijk al deel uit van het besturingssysteem van je telefoon. Als dat
niet het geval is, kun je een app downloaden om een PAN te maken.
Let op: bepaalde mobiele serviceproviders staan hun gebruikers niet toe om een PAN te
gebruiken. Als je telefoon geen PAN-functie heeft, neem je contact op met je serviceprovider
voor meer informatie.
Raadpleeg de gebruikershandleiding bij je telefoon als je de instellingen niet kunt vinden.
Ga naar tomtom.com/connect voor meer informatie.
14
Waarom is het handig een smartphone te verbinden met mijn systeem?
Verbinding maken met een smartphone
Verbind je smartphone met je TomTom GO om deze functies te gebruiken:
TomTom Services
Ontvang realtime verkeersinformatie, flitserupdates en MyDrive via de dataverbinding van je
telefoon. Deze functie verbruikt circa 7 MB aan data per maand.
Opmerking: alleen Smartphone Connected-systemen. Always Connected-systemen ontvangen
services via GPRS.
Handsfree-gesprekken
Gesprekken ontvangen en plaatsen op je GO. Profiteer van alle functionaliteit van de spraakherkenning van je telefoon: Siri of Google Now. Tik gewoon op de telefoonknop op het
GO-scherm.
Smartphoneberichten
Ontvang sms'jes en berichten van andere smartphone-apps op je GO. Je kunt berichten laten
voorlezen, zodat je je ogen op de weg kunt houden.
Je telefoon verbinden met of zonder de MyDrive-app
Je kunt ervoor kiezen om je iOS- of Android-telefoon te koppelen met je systeem door middel van
de MyDrive-app of alleen via Bluetooth.
Als je verbinding maakt via de MyDrive-app kun je gebruikmaken van de bovenstaande functies. Als
je alleen via Bluetooth verbinding maakt, is de functie voor smartphoneberichten niet beschikbaar.
Verbinding maken met een smartphone
Je wordt gevraagd je smartphone te verbinden wanneer je je TomTom GO voor de eerste keer start
of nadat je je GO hebt gereset.
Tip: je kunt meer dan één telefoon verbinden met je GO.
Je telefoon verbinden via de MyDrive-app
1. Download en installeer de TomTom MyDrive-app op je smartphone. Ga hiervoor naar
tomtom.com/mydriveapp.
2. Open de MyDrive-app. Als je niet wordt gevraagd om je telefoon te verbinden, tik je op het
symbool van het systeem. Dit staat naast de zoekbalk op het hoofdscherm van de app.
3. Schakel Bluetooth in op je telefoon en controleer of de telefoon vindbaar is.
4. Open het hoofdmenu op je TomTom GO en selecteer Instellingen.
5. Selecteer Bluetooth.
15
6. Selecteer Voeg telefoon toe.
7. Volg de stappen in de app en op je GO om je telefoon met je GO te verbinden.
De belgeschiedenis en favoriete contactpersonen op je telefoon worden geïmporteerd in je
navigatiesysteem.
Als je telefoon is aangesloten en handsfree bellen is ingeschakeld, wordt dit pictogram weergegeven
in de kaart- of reisbegeleidingsweergave:
Je kunt eenvoudig de telefoonfuncties die je in Bluetooth wilt gebruiken, wijzigen in het menu
Instellingen.
Verbinding maken met je telefoon met alleen Bluetooth
1. Schakel Bluetooth in op je telefoon en controleer of de telefoon vindbaar is.
2. Schakel Personal Area Network (PAN) in op je telefoon.
3. Open het hoofdmenu op je systeem en selecteer Instellingen.
4. Selecteer Bluetooth.
5. Selecteer Voeg telefoon toe.
6. Selecteer het vraagteken rechtsonder op het scherm.
7. Selecteer Wil je de app niet gebruiken? Volg deze instructies.
8. Ga op je telefoon naar de Bluetooth-instellingen. Wacht tot je TomTom-systeem wordt
weergegeven in de lijst op je telefoon. Tik erop om de koppeling tot stand te brengen.
9. Selecteer Koppel op je systeem om akkoord te gaan met het koppelingsverzoek van je telefoon.
Als je een iPhone hebt, moet je ook akkoord gaan met het tweede koppelingsverzoek.
10. Selecteer OK.
De belgeschiedenis en favoriete contactpersonen op je telefoon worden geïmporteerd in je
navigatiesysteem.
Als je telefoon is aangesloten en handsfree bellen is ingeschakeld, wordt dit pictogram weergegeven
in de kaart- of reisbegeleidingsweergave:
Een smartphone loskoppelen
Je kunt de verbinding met je telefoon op de volgende manieren verbreken:
Schakel Bluetooth uit op je telefoon.
Schakel je GO uit of reset je systeem.
Selecteer Bluetooth in het menu Instellingen. Selecteer je telefoon. Selecteer Verbreek
koppeling om de verbinding tussen je systeem en je telefoon te verbreken.
Verwijder je systeem uit de lijst van met via Bluetooth gekoppelde systemen als je het
permanent wilt verwijderen.
Opnieuw verbinding maken met een smartphone
Je GO onthoudt je telefoon en vindt deze automatisch wanneer Bluetooth op je telefoon is
ingeschakeld en de telefoon binnen het bereik van je navigatiesysteem is.
16
Tip: open de MyDrive-app om de functie voor smartphoneberichten te gebruiken.
Als je telefoon is aangesloten en handsfree bellen is ingeschakeld, wordt deze knop weergegeven in
de kaart- of reisbegeleidingsweergave:
Je GO synchroniseert opnieuw je belgeschiedenis en de contactpersonen op je telefoon.
Als er geen verbinding met je mobiele telefoon is, zie je een Bluetooth-symbool in de kaart- of
reisbegeleidingsweergave.
Kan geen verbinding maken
Ga als volgt te werk om de verbindingsstatus van je telefoon te controleren:
1. Selecteer Bluetooth in het menu Instellingen.
De functies die momenteel zijn verbonden, worden vermeld naast je telefoon.
2. Als er geen functies worden weergegeven, selecteer je de telefoon waarmee je verbinding wilt
maken.
3. Zorg ervoor dat alle schakelaars zijn ingeschakeld of selecteer de optie voor meer informatie
over hoe je verbinding moet maken.
Als je GO geen verbinding kan maken met je telefoon of als je geen internetverbinding hebt,
controleer je ook het volgende:
Of je telefoon wordt weergegeven op je GO.
Of Bluetooth is ingeschakeld op je telefoon.
Of het data-abonnement bij je serviceprovider actief is en of je toegang tot internet hebt op je
telefoon.
17
De kaartweergave
Inhoud van het scherm
De kaartweergave wordt getoond wanneer je geen route hebt gepland. Je werkelijke locatie wordt
getoond zodra je GO je GPS-locatie heeft gevonden.
Je kunt de kaartweergave op dezelfde manier gebruiken als een traditionele papieren kaart. Je kunt
de kaart verplaatsen met behulp van aanrakingen en je kunt in- of uitzoomen met de zoomknoppen.
Belangrijk: alles op de kaart is interactief, met inbegrip van de route en de kaartsymbolen. Probeer
iets te selecteren en kijk wat er gebeurt!
Tip: als je een pop-upmenu wilt openen voor een item op de kaart, bijvoorbeeld een route of een
POI, selecteer je het item om het menu te openen. Als je een locatie op de kaart wilt selecteren,
selecteer je de locatie en houd je deze vast tot er een pop-upmenu wordt geopend.
Op de kaart worden je huidige locatie en veel andere locaties getoond, zoals je Mijn
plaatsen-locaties.
Als je geen route hebt gepland, wordt er uitgezoomd op de kaart zodat je het gebied rondom je
locatie kunt zien.
18
Als je een route hebt gepland, wordt de volledige route op de kaart weergegeven. Je kunt direct
Je bestemming.
vanaf de kaart tussenstops toevoegen aan je route. Wanneer je begint met rijden, wordt de
reisbegeleidingsweergave weergegeven.
1. De knop voor het vorige scherm. Met deze knop keer je terug naar een overzicht van de hele
route. Als er geen route is gepland, wordt je huidige locatie in het midden weergegeven.
2. Weergaveknop. Tik op de weergaveknop om te schakelen tussen de kaartweergave en de
reisbegeleidingsweergave. Wanneer tijdens het rijden de kaartweergave actief is, draait de
kleine pijl om je reisrichting ten aanzien van het noorden aan te geven, met het noorden boven.
3. Zoomknoppen. Selecteer de zoomknoppen als je wilt in- of uitzoomen.
4. Huidige locatie. Dit symbool geeft je huidige locatie aan. Selecteer het symbool om de locatie
aan Mijn plaatsen toe te voegen of zoek in de buurt van je huidige locatie.
Let op: als je GO je locatie niet kan vinden, wordt het symbool grijs weergegeven.
5. Geselecteerde locatie. Druk op een locatie en houd deze ingedrukt als je een locatie wilt
selecteren op de kaart. Selecteer de knop voor het pop-upmenu als je opties wilt weergeven
voor de locatie, of selecteer de knop Rijd als je een route wilt plannen naar de locatie
6. Hoofdmenuknop. Selecteer deze knop om het hoofdmenu te openen.
7. Kaartsymbolen. Op de kaart worden symbolen gebruikt voor je bestemming en je opgeslagen
plaatsen:
19
Je thuislocatie. Je kunt je thuislocatie instellen bij Mijn plaatsen.
Je werklocatie. Je kunt je werklocatie instellen bij Mijn plaatsen.
Een tussenstop op je route.
Een locatie die is opgeslagen in Mijn plaatsen.
Wanneer een zoekopdracht naar POI's dicht bij een bestemming
gereed is en de resultaten op de kaart worden getoond, worden
minder belangrijke POI's weergegeven als zwarte punaises met witte
kruisjes.
Selecteer een kaartsymbool om het pop-upmenu te openen en selecteer vervolgens de menuknop om een lijst weer te geven met acties die je kunt uitvoeren.
8. Verkeersinformatie. Selecteer het verkeersincident als je informatie over de vertraging wilt
bekijken.
Let op: verkeersinformatie is alleen beschikbaar als je TomTom GO beschikt over TomTom
Traffic.
9. Je route, mits je een route hebt gepland. Selecteer de route om deze te wissen, wijzig het
routetype, voeg een tussenstop toe of sla wijzigingen in je route op.
10. Flitsers op je route. Selecteer een flitser om informatie over die flitser weer te geven.
11. Selecteer de telefoonknop in de kaartweergave of reisbegeleidingsweergave om je telefoon te
activeren en handsfree-gesprekken te voeren.
12. Routebalk. De routebalk wordt getoond wanneer je een route hebt gepland.
De reisbegeleidingsweergave
De reisbegeleidingsweergave wordt gebruikt om je via de route naar je bestemming te leiden. De
reisbegeleidingsweergave wordt getoond wanneer je begint te rijden. Je ziet je huidige locatie en
details van de route, zoals 3D-gebouwen in bepaalde plaatsen.
Let op: 3D-gebouwen in de reisbegeleidingsweergave zijn niet op alle systemen beschikbaar.
De reisbegeleidingsweergave is doorgaans in 3D. Je kunt een 2D-kaart weergeven waarbij de kaart
meebeweegt in je reisrichting door de 2D- en 3D-standaardinstellingen te wijzigen.
Tip: wanneer je een route hebt gepland en de 3D-reisbegeleidingsweergave wordt weergegeven,
selecteer je de rijweergaveknop om over te schakelen naar de kaartweergave en de interactieve
functies te gebruiken.
20
Als je GO weer wordt gestart nadat het in de slaapstand heeft gestaan en je een route hebt
gepland, wordt de reisbegeleidingsweergave getoond, inclusief je huidige locatie.
1. Weergaveknop. Tik op de weergaveknop om te schakelen tussen de kaartweergave en de
reisbegeleidingsweergave. Wanneer tijdens het rijden de reisbegeleidingsweergave actief is,
draait de kleine pijl om je reisrichting ten aanzien van het noorden aan te geven, met het
noorden boven.
2. Zoomknoppen. Selecteer de zoomknoppen als je wilt in- of uitzoomen.
Tip: op sommige systemen kun je ook een knijpbeweging maken om in en uit te zoomen.
3. Instructiekader. In dit kader wordt de volgende informatie getoond:
De richting van de volgende afslag.
De afstand tot de volgende afslag.
De naam van de volgende weg op je route.
Rijstrookadvies op sommige knooppunten.
Let op: selecteer het instructiekader om een lijst met stapsgewijze instructies voor je geplande route weer te geven.
4. Routesymbolen. Op je route worden symbolen gebruikt om je beginlocatie, je tussenstops en je
bestemming te tonen.
5. Hoofdmenuknop. Selecteer deze knop om het hoofdmenu te tonen.
6. Snelheidskader. In dit kader wordt de volgende informatie getoond:
De maximumsnelheid op jouw locatie.
Je huidige snelheid. Als je meer dan 5 km/u harder rijdt dan de maximumsnelheid, wordt
het snelheidskader rood. Als je minder dan 5 km/u harder rijdt dan de maximumsnelheid,
wordt het snelheidskader oranje.
21
De naam van de straat waar je rijdt.
In het kader met aankomstinformatie wordt de volgende informatie
getoond:
De geschatte aankomsttijd op je bestemming.
Hoelang het duurt om vanaf de huidige locatie naar de bestemming
te rijden.
Vlak bij de bestemmingsmarkering wordt een knop van een
parkeergelegenheid getoond wanneer er in de buurt van je bestemming parkeergelegenheid is.
Tip: als je bestemming in een andere tijdzone ligt, zie je een
plusteken (+) of een minteken (-) en het tijdsverschil in hele en
halve uren in het kader met aankomstinformatie. De verwachte
aankomsttijd is de lokale tijd op je bestemming.
Als je tussenstops aan je route hebt toegevoegd, selecteer je dit kader
om te schakelen tussen informatie over de volgende tussenstop en je
eindbestemming.
In het kader met aankomstinformatie kun je kiezen welke informatie
wordt weergegeven.
Verkeersstatus - als je GO geen verkeersinformatie ontvangt, wordt er
onder het kader met aankomstinformatie een verkeersymbool met een
kruis weergegeven.
Op de balk worden symbolen voor de volgende informatie gebruikt:
De volgende twee tussenstops op je route.
Tip: als je snel een tussenstop wilt verwijderen, selecteer je deze
in de routebalk en gebruik je het menu.
Benzinestations die zich op de route bevinden.
TomTom Traffic inclusief zware regenval of sneeuw.
TomTom Flitsers en Gevarenzones.
Stopplaatsen die op de route liggen.
Je kunt kiezen welke informatie wordt weergegeven op de route.
De symbolen staan in de volgorde waarin ze voorkomen op de route. Bij
7. Huidige locatie. Dit symbool geeft je huidige locatie aan. Selecteer het symbool of het
snelheidskader om het snelmenu te openen.
Let op: als je GO je locatie niet kan vinden, wordt het symbool grijs weergegeven.
8. Selecteer de telefoonknop in de kaartweergave of reisbegeleidingsweergave om je telefoon te
activeren en handsfree-gesprekken te voeren.
9. Routebalk. De routebalk wordt getoond wanneer je een route hebt gepland.
Belangrijk: als je een grotere routebalk wilt zien met meer informatie over de route, wijzig je
de instelling voor Route-informatie.
De routebalk
De routebalk wordt getoond wanneer je een route hebt gepland. Boven aan de routebalk bevindt
zich een kader met aankomstinformatie en daaronder een balk met symbolen.
Belangrijk: als je een grotere routebalk wilt zien met meer informatie over de route, wijzig je de
instelling voor Route-informatie.
Opmerking: de resterende afstand die wordt weergegeven met de routebalk is afhankelijk van de
totale lengte van je route.
22
verkeersincidenten geeft het symbool voor elk incident beurtelings het
type incident en de vertraging in minuten aan. Selecteer een symbool om
meer informatie weer te geven over een vertraging, een incident of een
flitser. Als er een symbool boven op een ander symbool wordt
weergegeven en je de symbolen selecteert, wordt er ingezoomd op de
routebalk om elk symbool apart weer te geven. Vervolgens kun je een
van de symbolen selecteren.
De totale vertraging als gevolg van files, het weer en andere incidenten
op de route, inclusief informatie van IQ Routes, wordt boven de
symbolen weergegeven.
Zie Verkeersincidenten voor een volledige lijst met incidenttypen.
De onderzijde van de routebalk geeft je huidige locatie aan en toont de
afstand tot het volgende incident op je route. Daarnaast kun je ervoor
kiezen om de huidige tijd weer te geven door deze instelling in te
schakelen.
Tip: om de leesbaarheid van de routebalk te verbeteren, worden sommige incidenten mogelijk
niet weergegeven. Dit zijn altijd minder belangrijke incidenten die slechts weinig vertraging
veroorzaken.
Op de routebalk staan ook berichten over de status, bijvoorbeeld Zoeken naar snelste route of
Routevoorbeeld wordt weergegeven.
Afstanden en de routebalk
De resterende afstand die op de routebalk wordt weergegeven, is afhankelijk van de lengte van je
route of de resterende afstand op je route.
Bij resterende afstanden die langer zijn dan 50 km, wordt alleen de volgende 50 km we-
ergegeven. Het bestemmingspictogram wordt niet weergegeven.
Tip: je kunt op de routebalk scrollen om de hele route te bekijken.
Voor resterende afstanden tussen 10 km en 50 km wordt de volledige afstand weergegeven. Het
bestemmingspictogram wordt vast boven aan de routebalk weergegeven.
Voor resterende afstanden van minder dan 10 km wordt de volledige afstand weergegeven. Het
bestemmingspictogram verplaatst zich omlaag in de richting van de pijl naarmate je dichter bij
je bestemming komt.
De bovenste helft van de routebalk geeft twee keer zo veel van de afstand weer als de onderste
helft, zoals in de volgende voorbeelden:
Een resterende afstand van 50 km op de routebalk wordt opgedeeld in 34 km in de bovenste
helft en 16 km in de onderste helft.
Een resterende afstand van 10 km op de routebalk wordt opgedeeld in 6,6 km in de bovenste
helft en 3,3 km in de onderste helft.
De routebalk wordt tijdens de rit constant bijgewerkt.
Het snelmenu
Om het snelmenu te openen selecteer je het symbool voor de huidige locatie of het snelheidskader
in de reisbegeleidingsweergave.
Je kunt vervolgens een van de volgende dingen doen:
Een locatie markeren
Een nieuwe flitser melden
Een maximumsnelheid wijzigen
Een afgesloten weg vermijden
23
Je huidige locatie bekijken, of de lengte- en breedtegraad als je je niet op een weg met een
Zoek
Selecteer deze knop als je een adres, een plaats of een Nuttige Plaats wilt
zoeken en vervolgens een route wilt plannen naar die locatie.
Rijd naar huis
Selecteer deze knop om naar je thuislocatie te navigeren. Als deze knop
niet in je Hoofdmenu staat, ga je naar Mijn plaatsen om je thuislocatie in
te stellen.
Rijd naar werk
Selecteer deze knop om naar je werklocatie te navigeren. Als deze knop
niet in je Hoofdmenu staat, ga je naar Mijn plaatsen om je werklocatie in
te stellen.
Recente
bestemming
Selecteer deze knop om de lijst met je recente bestemmingen te openen.
Selecteer een recente bestemming om een route naar die bestemming te
plannen.
Huidige
route/Huidige track
Selecteer deze knop om je geplande route of track te wissen of wijzigen.
naam bevindt.
Navigatieknoppen
Selecteer in de kaartweergave of de reisbegeleidingsweergave de hoofdmenuknop om het
hoofdmenu te openen.
Behalve de andere knoppen en symbolen zijn in het scherm van het Hoofdmenu de volgende
navigatieknoppen beschikbaar:
Let op: niet alle functies worden ondersteund op alle systemen.
24
Mijn plaatsen
Selecteer deze knop om je opgeslagen plaatsen te tonen.
Mijn routes
Selecteer deze knop om je opgeslagen routes weer te geven.
Route vastleggen
Selecteer deze knop om de registratie van een track te starten of stoppen.
Stembesturing
Selecteer deze knop om stembesturing te starten.
Tip: je kunt ook de activeerzin uitspreken om stembesturing te starten.
Parkeren
Selecteer deze knop om parkeervoorzieningen te zoeken.
Benzinestation
Selecteer deze knop om benzinestations te zoeken.
Meld flitser
Selecteer deze knop om een flitser te melden.
25
Contactpersonen
Selecteer deze knop om het telefoonboek van je telefoon te synchroniseren met je systeem.
Opmerking: deze knop wordt alleen weergegeven als handsfree bellen
is ingesteld.
Selecteer deze knop om het menu Instellingen te openen.
Selecteer deze knop om het menu Help te openen. Het menu Help biedt
informatie over het gebruik van je GO en andere informatie over je
navigatiesysteem, bijvoorbeeld de kaartversie, het serienummer van het
systeem en juridische informatie.
Selecteer deze knop om de volgorde van de knoppen te wijzen in het
hoofdmenu.
Selecteer deze knop om naar het vorige scherm te gaan.
Selecteer deze knop om terug te gaan naar de kaartweergave of de
reisbegeleidingsweergave.
Dit symbool geeft de status weer van de Bluetooth-verbinding met je
telefoon.
Dit symbool geeft het energieniveau aan van de batterij van je GO.
Dit symbool geeft aan dat je GO is verbonden met Traffic.
Dit symbool geeft aan dat je GO niet is verbonden met Traffic.
Dit symbool geeft aan dat je GO is verbonden met MyDrive.
Kleinere navigatieknoppen in het hoofdmenu
Selecteer in de kaartweergave of de reisbegeleidingsweergave de hoofdmenuknop om het
hoofdmenu te openen.
Behalve de navigatieknoppen zijn in het hoofdmenuscherm de volgende knoppen en symbolen
beschikbaar:
26
Dit symbool geeft aan dat je GO niet is verbonden met MyDrive.
Dit symbool geeft aan dat je systeem is verbonden met internet via Wi-Fi.
Dit symbool geeft aan dat je systeem niet is verbonden met internet via
Wi-Fi.
Deze knop geeft aan dat je gesproken instructies zult horen. Selecteer de
knop om de gesproken instructies uit te schakelen. Je hoort nu geen
gesproken route-instructies meer, maar nog wel informatie zoals
verkeersinfo en waarschuwingsgeluiden.
Tip: je kunt selecteren welk type instructies je wilt horen. Selecteer
Stemmen in het menu Instellingen en selecteer de instructies die je wilt
horen.
Deze knop geeft aan dat je geen gesproken instructies zult horen.
Selecteer deze knop om gesproken instructies in te schakelen.
Deze knop geeft aan dat dagkleuren worden gebruikt. Selecteer de knop
om de helderheid van het scherm te dempen en de kaart in donkerdere
kleuren weer te geven.
Bij een nachtelijke rit of een route door een donkere tunnel is het voor de
bestuurder gemakkelijker het scherm te zien en wordt hij/zij minder snel
afgeleid wanneer de helderheid van het scherm gedempt is.
Tip: je navigatiesysteem schakelt automatisch tussen dag- en nachtkleuren, afhankelijk van het tijdstip. Als je deze functie wilt uitschakelen, selecteer je Uiterlijk en dan Scherm in het menu Instellingen en
schakel je Schakel naar nachtkleuren als het donker wordt uit.
Deze knop geeft aan dat nachtkleuren worden gebruikt. Selecteer de knop
om de helderheid van het scherm te verhogen en de kaart in helderdere
kleuren weer te geven.
Deze knop geeft aan dat je berichten ontvangt. Selecteer deze knop om
berichten uit te schakelen voor de huidige sessie.
Deze knop geeft aan dat je geen berichten ontvangt. Selecteer deze optie
om berichten weer in te schakelen.
Volumebeheer
Selecteer in de kaartweergave of de reisbegeleidingsweergave de hoofdmenuknop om het
hoofdmenu te openen.
27
Selecteer de volumeregeling en verschuif deze om het volume van gesproken instructies en
Dubbel tikken
Raak tweemaal snel achter elkaar het scherm aan met één vinger.
Je gebruikt deze aanraking bijvoorbeeld wanneer je wilt inzoomen op de
kaart.
Slepen
Plaats één vinger op het scherm en beweeg deze over het scherm.
Je gebruikt deze aanraking bijvoorbeeld wanneer je over de kaart wilt
scrollen.
Snel bewegen
Maak met het topje van één vinger een snelle beweging over het scherm.
Je gebruikt deze aanraking bijvoorbeeld wanneer je een flinke afstand
wilt overbruggen op de kaart.
Tip: snel bewegen werkt niet op alle systemen.
Ingedrukt houden
Plaats gedurende meer dan 0,5 seconde één vinger op het scherm.
Je gebruikt deze aanraking bijvoorbeeld wanneer je het pop-upmenu voor
een locatie op de kaart wilt openen.
Pinch to Zoom
Raak het scherm aan met je duim en een vinger. Beweeg ze uit elkaar om
in te zoomen en beweeg ze naar elkaar toe om uit te zoomen.
Je gebruikt deze aanraking bijvoorbeeld wanneer je wilt in- of uitzoomen
op de kaart.
Tip: "Pinch to Zoom" werkt niet op alle systemen. Wanneer Pinch to
Zoom niet werkt, gebruik je de zoomknoppen om in en uit te zoomen.
Tikken of
selecteren
Tik met één vinger op het scherm.
Je gebruikt deze aanraking bijvoorbeeld wanneer je een item wilt
selecteren in het hoofdmenu.
waarschuwingen te wijzigen. Als de gesproken instructies zijn uitgeschakeld, wordt het volume van
de waarschuwingen toch gewijzigd.
Aanrakingen gebruiken
Gebruik aanrakingen om je GO te bedienen.
In deze gebruikershandleiding vind je meer informatie over het gebruik van aanrakingen om je GO
te bedienen. Hieronder vind je een beschrijving van elke aanraking.
28
Tekst- en knopgrootten wijzigen
Je kunt de grootte van tekst en knoppen op het scherm wijzigen, zodat de tekst eenvoudiger te
lezen is en knoppen gemakkelijker te gebruiken zijn.
Let op: deze functie is alleen beschikbaar op navigatiesystemen met een scherm van 6 inch of
groter.
Als je de grootte van de tekst en de knoppen wilt wijzigen, selecteer je de knop Instellingen in het
hoofdmenu en vervolgens Uiterlijk en Grootte van tekst en knoppen. Je navigatiesysteem moet
opnieuw worden opgestart om de wijziging door te voeren.
De volgorde van de hoofdmenuknoppen veranderen
Om de volgorde van de hoofdmenuknoppen aan te passen aan jouw voorkeur, ga je als volgt te
werk:
1. Selecteer de hoofdmenuknop om het hoofdmenu te openen.
2. Houd de knop die je wilt verplaatsen twee seconden ingedrukt.
Tip: je kunt ook de knop 'Bewerken' in het hoofdmenu gebruiken.
De menuknop wordt weergegeven met pijlen naar links en naar rechts.
3. Druk op de pijl naar links of rechts in het hoofdmenu om de knop naar een andere positie in het
menu te verplaatsen.
4. Selecteer en verplaats andere knoppen om ze in de gewenste volgorde te zetten.
5. Selecteer OK.
29
Info over TomTom Traffic
Verkeersinformatie
TomTom Traffic is een TomTom-service met realtime verkeersinformatie.
In combinatie met IQ Routes helpt TomTom Traffic je bij het plannen van een optimale route naar
je bestemming, waarbij rekening wordt gehouden met de huidige lokale verkeersomstandigheden en
het weer.
Je TomTom GO ontvangt regelmatig informatie over de veranderende verkeerssituatie. Als er files,
zware regenval, sneeuw of andere incidenten worden gevonden op je huidige route, biedt je GO aan
je route opnieuw te plannen om te proberen vertragingen te voorkomen.
Belangrijk: als je een snellere alternatieve route nadert, krijg je een waarschuwing in de routebalk
te zien en wordt de alternatieve route in de reisbegeleidingsweergave of kaartweergave getoond.
Om een snellere route te accepteren, stuur je gewoon naar het voorgestelde alternatief wanneer je
het nadert. Je systeem selecteert het automatisch.
Voor TomTom Services op je GO moet je verbonden zijn met internet. Je kunt verbinding maken
met internet via de volgende methoden:
Wi-Fi.
Maak op een computer met een internetverbinding verbinding met MyDrive Connect via de
USB-kabel.
GPRS.
Bluetooth waarbij netwerken zijn ingeschakeld.
Let op: sommige TomTom Services zijn mogelijk niet beschikbaar op je huidige locatie.
Informatie over RDS-TMC
Het Traffic Message Channel (TMC), ook wel bekend als RDS-TMC, zendt verkeersinformatie uit als
een radiosignaal en is in veel landen gratis beschikbaar.
De service TMC is geen TomTom-service, maar is beschikbaar bij gebruik van een
RDS-TMC-ontvanger voor verkeersinfo.
Let op: TMC is niet in alle landen beschikbaar. Om de beschikbaarheid van TMC-services in jouw
land te controleren, ga je naar tomtom.com/5826.
TomTom is niet verantwoordelijk voor de beschikbaarheid of kwaliteit van de verkeersinformatie
die via TMC wordt geleverd.
De routebalk
De routebalk wordt getoond wanneer je een route hebt gepland. Boven aan de routebalk bevindt
zich een kader met aankomstinformatie en daaronder een balk met symbolen.
Belangrijk: als je een grotere routebalk wilt zien met meer informatie over de route, wijzig je de
instelling voor Route-informatie.
Opmerking: de resterende afstand die wordt weergegeven met de routebalk is afhankelijk van de
totale lengte van je route.
30
Loading...
+ 111 hidden pages
You need points to download manuals.
1 point = 1 manual.
You can buy points or you can get point for every manual you upload.