Krijg direct toegang tot gebruikersondersteuning in uw telefoon met de
Ondersteuningstoepassing. U kunt bijvoorbeeld een gebruikershandleiding openen over
hoe u uw telefoon gebruikt. U kunt ook probleemoplossing en andere hulpbestanden
vinden in de Sony Ericsson-ondersteuningszone en bij onze contactcentra.
•Functies van de ondersteuningstoepassing:
•
Gebruikershandleiding op de telefoon – lees en zoek in de uitgebreide
gebruikershandleiding.
•
Telefoon optimaliseren – verbeter de batterij- en softwareprestaties en verbeter de
connectiviteit.
•
Leer meer – lees tips en trucs, haal het laatste nieuws op en bekijk de instructievideo's.
•
E-mailondersteuning – stuur een e-mail naar ons ondersteuningsteam.
•
Software updates – download de laatste software.
•
Ondersteuningszone – bezoek www.sonyericsson.com/support op uw computer om het
meeste uit uw telefoon te halen
•
Problemen oplossen – vind vaak voorkomende problemen en foutmeldingen aan het
einde van onze gebruikershandleiding en op de ondersteuningszone.
•
Callcenter – als alle andere dingen niet lukken. Het relevante nummer is opgenomen in de
bijgeleverde folder Belangrijke informatie.
De uitgebreide gebruikershandleiding is ook beschikbaar op www.sonyericsson.com/support.
De ondersteuningstoepassing gebruiken
1
Veeg vanuit de Startpagina door de horizontale lijst met widgets en tik op Support
Lees de Belangrijke informatie voordat u de mobiele telefoon in gebruik neemt.
Bepaalde services en functies die in deze gebruikershandleiding worden beschreven, worden
niet in alle landen/regio's of door alle netwerken en/of serviceproviders in alle gebieden
ondersteund. Dit geldt ook voor het internationale GSM-alarmnummer 112. Neem contact op
met uw netwerkoperator of serviceprovider voor de beschikbaarheid van specifieke services of
functies en voor informatie over bijkomende toegangs- of gebruikskosten.
Plaats het topje van uw vinger of een dun voorwerp krachtig in de opening op de
zijkant van de telefoon, tussen de telefoon en het batterijklepje. Hef vervolgens
langzaam het klepje op.
Gebruik geen scherpe voorwerpen. Deze kunnen onderdelen van de telefoon beschadigen.
De SIM-kaart en geheugenkaart plaatsen
•
Verwijder het batterijklepje en plaats vervolgens de SIM-kaart en de geheugenkaart
in de relevante sleuven.
De batterij plaatsen en het klepje bevestigen
1
Plaats de batterij met de connectors naar elkaar gericht.
2
Plaat het klepje over de achterkant van de telefoon zodat het cameralensgat met de
cameralens is uitgelijnd.
3
Druk zacht op alle randen van het batterijklepje om te zorgen dat het aan beide zijden
bevestigd is.
Verwijder het batterijklepje, druk op de rand van de geheugenkaart en trek deze naar
de buitenkant. Loskoppelen en verwijderen.
De telefoon in- en uitschakelen
De telefoon inschakelen
1
Houd de toets boven op de telefoon ingedrukt.
2
Als uw scherm donker wordt, moet u kort op of drukken om het scherm
te activeren.
3
Sleep het schermvergrendelingspictogram over het scherm om het te ontgrendelen.
4
Voer de PIN-code van uw SIM-kaart in wanneer hierom wordt gevraagd en selecteer
OK.
5
Volg de instructies in de setuphandleiding als u de telefoon voor het eerst opstart.
De PIN-code van uw SIM-kaart wordt aanvankelijk door uw netwerkoperator geleverd, maar u
kunt deze later wijzigen in het menu Instellingen. Als u een fout wilt corrigeren tijdens het
invoeren van de PIN-code van uw SIM-kaart, drukt u op
De telefoon uitschakelen
1
Houd ingedrukt tot het optiemenu wordt geopend.
2
Tik in het optiemenu op Uitschakelen.
3
Tik op OK.
.
Schermvergrendeling
Wanneer uw telefoon is ingeschakeld en gedurende een bepaalde periode inactief is, wordt
het scherm verduisterd om batterijvermogen te sparen en wordt deze automatisch
vergrendeld. Deze vergrendeling verhindert ongewilde handelingen op het aanraakscherm
wanneer u uw telefoon niet gebruikt.
Het scherm activeren
•
Druk op
Het scherm ontgrendelen
1
Druk op om het scherm te activeren.
2
Versleep het pictogram naar de andere kant over de strook van de
schermvergrendeling.
of druk kort op .
Het scherm handmatig vergrendelen
•
Wanneer het scherm actief is, drukt u kort op de
-toets.
Setuphandleiding
Wanneer u de telefoon voor de eerste keer start, legt een setuphandleiding de elementaire
telefoonfuncties uit en helpt deze u om belangrijke instellingen in te voeren. Stel uw telefoon
in om te werken volgens uw behoeften. Importeer uw oude contacten, selecteer u
telefoontaal, optimaliseer de instellingen voor uw draadloos netwerk en nog veel meer.
Basisinstellingen van de telefoon, zoals taal, internet, tijd en datum.
•
Wi-Fi®-instellingen – maak uw verbinding sneller en verlaag de kosten voor uw
gegevensoverdracht.
•
Applicatie-instellingen – helpt u bij het instellen van uw e-mail, online serviceaccounts en
de overdracht van contacten.
U kunt ook de respectieve hoofdstukken raadplegen in de gebruikershandleiding op de
telefoon, die ook beschikbaar zijn op www.sonyericsson.com/support, voor meer hulp bij
de volgende zaken:
•
Info over de harde toetsen van uw telefoon
•
Tekst invoeren
•
Wi-Fi®
•
Sony Ericsson Sync
Voordat u contacten kunt importeren via een synchronisatieaccount, moet u eerst het
synchronisatieaccount instellen en een back-up van uw oude contacten maken. Als u de
bestaande contacten op uw geheugenkaart of SIM-kaart niet wilt synchroniseren, moet u de
contacten van de geheugenkaart of SIM-kaart importeren voordat u het synchronisatieaccount
instelt.
Als u dat verkiest, kunt u enkele stappen overslaan en de setuphanleiding laten openen vanuit
de toepassingsvensters of de instellingen wijzigen in het menu Instellingen.
Uw Android™-telefoon houdt u verbonden en bijgewerkt, waar u ook bent. Dit beïnvloedt
de levensduur van de batterij van uw telefoon. Hieronder vindt u enkele tips voor het
verlengen van de levensduur van de batterij en toch verbonden en up-to-date te blijven.
De stand-bytijd is de periode dat de batterij uw telefoon van stroom kan voorzien wanneer geen
oproepen worden ontvangen of gemaakt. Hoe langer de telefoon in de stand-bystand staat, des
te langer de batterij meegaat.
Aan de hand van de volgende tips kunt u ervoor zorgen dat de batterij langer meegaat:
•
Laad de telefoon vaak op.
•
Gegevens van het internet downloaden verbruikt veel energie. Schakel alle
gegevensverbindingen uit door de optie Dataverkeer uit te schakelen in de statusbalk
wanneer u het internet niet gebruikt.
•
Stel synchronisatietoepassingen (die worden gebrukt om uw e-mail, agenda en contacten
te synchroniseren) in op handmatig synchroniseren. U kunt de telefoon ook automatisch
laten synchroniseren, maar vergroot in dat geval het interval.
•
Controleer het menu batterijgebruik op de telefoon om te zien welke toepassingen de
meeste energie gebruiken. Uw batterij verbruikt meer energie wanneer u toepassingen voor
het streamen van video en muziek, zoals YouTube™, gebruikt. Bepaalde Android
Market™-toepassingen verbruiken ook meer energie. Beperk het gebruik van deze
toepassingen als uw batterij bijna leeg is.
•
Verhoog het interval tussen updates of stel het interval op handmatig in voor updates van
Facebook™ en Twitter™.
•
Schakel GPS, Bluetooth™ en Wi-Fi® uit wanneer u deze functies niet nodig hebt. U kunt
ze gemakkelijker in- en uitschakelen door de widget Energiebeheer aan uw Startpagina toe
te voegen. U hoeft 3G niet uit te schakelen.
•
Verlaag het helderheidsniveau van de schermweergave.
•
Schakel uw telefoon uit of gebruik Vliegtuigmodus als u zich in een gebied zonder
netwerkdekking bevindt. Als u dit niet doet, zoekt de telefoon steeds opnieuw naar
beschikbare netwerken en dat kost energie.
•
Gebruik een headsetapparaat om naar muziek te luisteren. Dit verbruikt minder
batterijvermogen dan wanneer u luistert via de luidsprekers van de telefoon.
•
Bezoek www.sonyericsson.com/support of ga naar de Sony Ericsson Supporttoepassing in uw telefoon voor een uitgebreide gebruikershandleiding. Hier vindt u ook een
video over hoe u de batterijprestaties kunt maximaliseren.
Het verlagen van de helderheid van de schermweergave en Bluetooth™ en Wi-Fi® ingeschakeld
houden als ze niet worden gebruikt, heeft een kleine invloed op de beschikbare levensduur van
de batterij.
Alle gegevensverbindingen uitschakelen
1
Sleep vanuit de Startpagina de statusbalk omlaag om het meldingsvenster te
openen.
2
Tik op Dataverkeer en maak de selectie van het selectievakje Gegevensverkeer
ongedaan om alle gegevensverbindingen uit te schakelen.
Gegevensverbindingen zijn actief wanneer het pictogram Dataverkeer
verschijnt.
in de statusbalk
Het menu batterijgebruik openen
1
Sleep vanuit de Startpagina omhoog.
2
Zoek en tik op Instellingen > Over de telefoon > Accugebruik om te zien welke
geïnstalleerde toepassingen het meeste batterijvermogen gebruiken.
De widget Gegevensverkeer aan uw startscherm toevoegen
1
Druk vanuit de Startpagina op
2
Tik op Widgets schikken > Widget toev..
3
Selecteer de widget Dataverkeer. U kunt alle gegevensverbindingen gemakkelijker
De widget Energiebeheer aan uw startscherm toevoegen
1
2
1
Druk vanuit de Startpagina op .
2
Tik op Widgets schikken > Widget toev..
3
Selecteer de widget Energiebeheer. U kunt Wi-Fi™, Bluetooth en GPS nu
gemakkelijker in- en uitschakelen.
De batterij opladen
De batterij van de telefoon is bij aanschaf gedeeltelijk opgeladen. Het kan enkele minuten
duren voordat het batterijpictogram op het scherm wordt weergegeven wanneer u de
telefoon op een voedingsbron aansluit. U kunt de telefoon blijven gebruiken wanneer deze
wordt opgeladen.
De batterij wordt een klein beetje ontladen nadat deze volledig is opgeladen. Vervolgens wordt
de batterij weer opgeladen. Hiermee wordt de batterijduur vergroot. Dit kan ertoe leiden dat
laadstatus wordt weergegeven als een niveau onder de 100 procent.
De telefoon opladen met de lichtnetadapter
•
Sluit de telefoon met de USB-kabel en de lichtnetadapter aan op een stopcontact.
De telefoon opladen met een computer
1
Sluit de telefoon met de USB-kabel uit de telefoonkit aan op een USB-poort op een
computer.
2
Tik op Telefoon wijzigen.
Status batterij-LED
Groen
Knippert roodHet batterijniveau is laag
OranjeDe batterij wordt opgeladen. Het batterijniveau ligt tussen laag en volledig opgeladen
Het batterijniveau controleren
1
Sleep vanuit de Startpagina
2
Zoek de volgende opties en tik erop: Instellingen > Over de telefoon > Status.
Een lijst openen met opties die beschikbaar zijn op het huidige scherm of in de huidige
toepassing
•
Naar de Startpagina of naar de toepassingsvensters gaan vanuit een toepassing of scherm
•
Het venster met onlangs gebruikte toepassingen openen
•
Teruggaan naar het vorige scherm
•
Het schermtoetsenblok, een dialoogvenster, een optiemenu of het meldingsvenster sluiten
Het aanraakscherm gebruiken
Wanneer uw telefoon is ingeschakeld en gedurende een bepaalde periode inactief is, wordt
het scherm verduisterd om batterijvermogen te sparen en wordt deze automatisch
vergrendeld. Deze vergrendeling verhindert ongewilde handelingen op het aanraakscherm
wanneer u uw telefoon niet gebruikt. U kunt ook persoonlijke vergrendelingen instellen om
uw abonnement te beschermen en ervoor te zorgen dat alleen u toegang hebt tot de inhoud
van de telefoon.
Deze telefoon is uitgerust met een geleidend scherm. Vocht op het scherm kan een negatieve
invloed hebben op een juiste werking.
Een item openen of markeren
•
Tik op het item.
Opties in- of uitschakelen
•
Tik op het toepasselijke selectievakje of in sommige gevallen op de rechterzijde van
de lijstoptie om een optie in of uit te schakelen.
Ingeschakeld selectievakje
Uitgeschakeld selectievakje
Ingeschakelde lijstoptie
Uitgeschakelde lijstoptie
Pannen
•
Sleep over het scherm om te pannen (indien de optie beschikbaar is).
Zoomen
Er zijn twee manieren om te zoomen. Het zoomalternatief is afhankelijk van de toepassing
die u gebruikt. In de webbrowser worden bijvoorbeeld
camera-album het alternatief 'aanraken, vasthouden en slepen' wordt gebruikt.
Tik op of (indien beschikbaar) als u wilt in- of uitzoomen.
•
Raak een locatie aan, houd deze vast en sleep omhoog of omlaag om in of uit te
zoomen.
U moet mogelijk uw vinger op het scherm slepen (in een willekeurige richting) om de
zoompictogrammen weer te geven.
Bladeren
U kunt omhoog en omlaag bladeren. Op bepaalde webpagina's kunt u ook opzij bladeren.
Er worden geen items op het scherm geactiveerd door te slepen of te vegen.
Bladeren
•
Sleep uw vinger omhoog of omlaag op het scherm om te schuiven.
Vegen
•
Blader sneller door uw vinger omhoog of omlaag te vegen op het scherm. U kunt
wachten tot het schuiven vanzelf stopt of het schuiven direct stoppen door op het
scherm te tikken.
Lijsten
U kunt door alfabetische lijsten bladeren met het indexpictogram.
Veeg in alfabetische lijsten omhoog of omlaag om weer te geven.
2
Raak aan, houd het vast en versleep het omhoog of omlaag om naar een
indexletter te bladeren.
Sensoren
De telefoon is uitgerust met een lichtsensor en nabijheidssensor. De lichtsensor detecteert
het niveau van het omgevingslicht en past de helderheid van het scherm
dienovereenkomstig aan. De nabijheidssensor zorgt ervoor dat het scherm wordt
uitgeschakeld wanneer uw gezicht het scherm raakt. Hiermee wordt voorkomen dat u
ongewenst telefoonfuncties activeert tijdens een gesprek.
Startpagina
De Startpagina is het beginpunt voor uw telefoon. U kunt de Startpagina aan uw
persoonlijke voorkeuren aanpassen door widgets toe te voegen of door de achtergrond en
de toepassingen in de hoeken te wijzigen.
Als u meerdere widgets toevoegt, loopt de Startpagina verder door dan de breedte van het
scherm. De hoeken op de Startpagina worden gebruikt voor snelle toegang tot
toepassingen of bladwijzers. U kunt alle gewenste toepassingen en bladwijzers toevoegen
aan de hoeken.
Als u naar de Startpagina gaat, blijven bepaalde toepassingen actief op de achtergrond. Als u
geen toepassingen op de achtergrond wilt uitvoeren, moet u de verschillende geopende
toepassingen sluiten voordat u naar het scherm Startpagina gaat.
Een widget is een onderdeel van een toepassing op de Startpagina. De widget geeft belangrijke
informatie van een bepaalde toepassing weer. Met de widget Sony Ericsson Timescape™
worden bijvoorbeeld inkomende berichten weergegeven en met de widget Media kunt u direct
muziek afspelen.
U kunt ook direct naar de bewerkingsmodus gaan door een widget aan te raken en enkele
seconden ingedrukt te houden.
Een widget verwijderen van de startpagina
1
Druk op .
2
Tik op Widgets schikken.
3
Veeg horizontaal over het scherm en tik op de widget die u wilt verwijderen.
4
Tik op
5
Tik op Ja.
6
Druk op om de bewerkingsmodus af te sluiten.
U kunt ook direct naar de bewerkingsmodus gaan door een widget aan te raken en enkele
seconden ingedrukt te houden.
.
De hoeken van uw startpagina aanpassen
De pictogramman in de hoeken van uw startpagina zijn daadwerkelijke toepassingen, geen
snelkoppelingen naar toepassingen.
1
Druk vanuit de Startpagina op
2
Tik op Pictogr. schikken.
3
Raak een item in een van de toepassingsvensters aan en houd het aangeraakt. Sleep
.
het vervolgens naar een van de hoeken. U kunt items ook uitwisselen tussen
verschillende toepassingsvensters en hoeken.
4
Druk op om de bewerkingsmodus af te sluiten.
U kunt direct naar de bewerkingsmodus gaan door het pictogram van de relevante hoek aan te
raken en ingedrukt te houden.
U kunt ook uw favoriete bladwijzers toevoegen als hoekitems of wegslepen van de hoeken naar
de toepassingsvensters.
Achtergronden
Vrolijk uw Startpagina op met uw geanimeerde achtergronden. U kunt naar Android
Market™ en andere bronnen gaan om bijvoorbeeld live achtergronden te downloaden die
wijzigen met de wijzigende uren van de dag.
Een achtergrond toevoegen
1
Druk vanuit de Startpagina op .
2
Tik op Achtergrond en selecteer vervolgens een achtergrond.
Toepassingen beheren
Toepassingsvensters
Toegang krijgen tot toepassingen op uw telefoon vanuit de toepassingsvensters. Een
toepassingsvenster is een scherm dat pictogrammen bevat die snelkoppelingen naar
verschillende toepassingen zijn. Deze vensters zijn groter dan de normale schermbreedte.
U moet dus mogelijk naar links of naar rechts vegen om te vinden wat u zoekt. U kunt
nieuwe vensters maken en de toepassingen op de door u gewenste manier ordenen.
Geeft aan in welk toepassingvenster u zich bevindt
Bladeren door de toepassingsvensters
•
Veeg naar links of rechts vanuit de toepassingsvensters.
Een nieuw toepassingsvenster maken
1
Druk vanuit de Startpagina op .
2
Tik op Pictogr. schikken.
3
Raak een item aan en houd het ingedrukt in het laatste venster totdat het trilt, en
sleep het naar rechts.
4
Druk op
om de bewerkingsmodus af te sluiten.
Een toepassing verplaatsen
1
Druk vanuit de Startpagina op
2
Tik op Pictogr. schikken.
3
Raak een item aan en houd het vast totdat het trilt en sleep het naar een van de
.
hoeken of naar een ander toepassingsvenster.
4
Druk op om de bewerkingsmodus af te sluiten.
U kunt direct naar de bewerkingsmodus gaan door het pictogram van een toepassing aan te
raken en ingedrukt te houden.
De items in de toepassingvensters zijn geen snelkoppelingen naar de toepassingen, maar de
daadwerkelijke toepassingen zelf. Wanneer u een toepassing verplaatst van de
toepassingsvensters naar een hoek van uw scherm of vice versa, wordt de daadwerkelijke
toepassing verplaatst, en niet de snelkoppeling. Er zijn geen snelkoppelingen naar de
toepassingen.
Een toepassingsvenster verwijderen
1
Druk vanuit de Startpagina op .
2
Tik op Pictogr. schikken.
3
Raak elk item aan en houd het ingedrukt totdat het trilt en sleep de items een voor
een naar het linkervenster, totdat het laatste venster rechts leeg is.
4
Druk op
Voordat u items naar links verplaatst, moet u ervoor zorgen dat het venster links voldoende ruimte
heeft.
Vanuit dit venster kunt u onlangs gebruikte toepassingen weergeven en openen.
Het venster met onlangs gebruikte toepassingen openen
•
Houd ingedrukt in een toepassing.
Toepassingenmenu
U kunt op elk moment een menu openen wanneer u een toepassing gebruikt door op de
toets op de telefoon te drukken. Afhankelijk van de toepassing die u gebruikt, ziet het
menu er anders uit.
Een menu in een toepassing openen
•
Druk tijdens het gebruik van de toepassing op
.
Niet in alle toepassingen is een menu beschikbaar.
Toepassingsgegevens wissen
Mogelijk moet u soms gegevens voor een toepassing wissen. Dit kan zich voordoen als het
geheugen van de toepassing bijvoorbeeld bijna vol is of als u de highscores voor een game
wilt wissen. U wilt mogelijk ook inkomende e-mailberichten, SMS-berichten en MMSberichten in sommige toepassingen wissen.
Alle cachegegevens voor een toepassing wissen
1
Sleep vanuit de Startpagina omhoog.
2
Ga naar en tik op Instellingen.
3
Tik op Toepassingen > Toepassingen beheren.
4
Tik op de gewenste toepassing.
5
Tik op Cache wissen.
Gegevens van de cache voor bepaalde toepassingen kunnen niet worden verwijderd.
Een geïnstalleerde toepassing verwijderen
1
Sleep vanuit de Startpagina omhoog.
2
Ga naar en tik op Instellingen.
3
Tik op Toepassingen > Toepassingen beheren.
4
Tik op de gewenste toepassing.
5
Tik op Verwijderen.
Bepaalde vooraf geïnstalleerde toepassingen kunnen niet worden verwijderd.
Machtigingen
Sommige toepassingen hebben toegang tot onderdelen van uw telefoon nodig om goed
te kunnen werken. Een toepassing voor navigatiedoeleinden heeft bijvoorbeeld
machtigingen nodig om gegevens te verzenden en te ontvangen en informatie te krijgen
over uw locatie. Sommige toepassingen maken mogelijk misbruik van hun machtigingen
door gegevens te stelen of te verwijderen of uw locatie door te geven. Zorg ervoor dat u
alleen toepassingen installeert die u vertrouwt en alleen machtigingen geeft aan
11:37
toepassingen die u vertrouwt.
De machtigingen voor een toepassing weergeven
1
Sleep vanuit de Startpagina omhoog.
2
Ga naar en tik op Instellingen.
3
Tik op Toepassingen > Toepassingen beheren.
4
Tik op de gewenste toepassing.
5
Blader omlaag om Machtigingen weer te geven.
Toepassingen installeren uit onbekende bronnen
Als u toepassingen installeert die uit onbekende of onbetrouwbare bronnen afkomstig zijn,
kan uw telefoon beschadigd raken. Standaard is de telefoon zo ingesteld dat de installatie
van dergelijke toepassingen wordt geblokkeerd. U kunt deze instelling echter wijzigen en
de installatie van toepassingen uit onbekende bronnen toestaan.
Het installeren van toepassingen uit onbekende bronnen toestaan
1
Sleep vanuit de Startpagina omhoog.
2
Zoek de volgende opties en tik erop: Instellingen > Toepassingen.
3
Schakel het selectievakje Onbekende bronnen in.
Statusbalk
In een statusbalk boven aan het scherm worden telefoonstatusinformatie en meldingen
weergegeven. Aan de linkerzijde van de statusbalk worden meldingspictogrammen
weergegeven. Aan de rechterzijde worden telefoonstatuspictogrammen weergegeven.
Vanaf de statusbalk hebt u toegang tot het meldingsvenster.
Telefoonstatuspictogrammen
De volgende statuspictogrammen kunnen op het scherm worden weergegeven:
In het meldingsvenster worden meldingspictogrammen weergegeven in de gedetailleerde
weergave. U kunt meldingen (zoals berichten, herinneringen of eventmeldingen) direct
openen vanuit het meldingsvenster. U kunt ook actieve toepassingen openen, zoals de
muziekplayer of de radio.
Het meldingsvenster openen
•
Sleep de statusbalk omlaag.
Het meldingsvenster sluiten
•
Druk op .
•
Sleep het meldingsvenster omhoog.
Een actieve toepassing openen vanuit het meldingsvenster
•
Tik vanuit het meldingsvenster op het pictogram van de actieve toepassing om deze
te openen.
Het paneel Meldingen wissen
•
Tik in het paneel Meldingen op Wissen.
Meldings-LED
De meldings-LED (Light-Emitting Diode) bevindt zich boven aan de telefoon. De LED biedt
informatie over de telefoonstatus en onverwerkte meldingen. Als het groen knippert, is er
een ongelezen bericht of een gemiste oproep voor u.
Als het batterijniveau van de telefoon laag is, worden onverwerkte meldingen niet aangeduid door
de LED.
Tekst invoeren
Het toetsenbord gebruiken
Wanneer u een toepassing start of een veld selecteert waarvoor u tekst of cijfers moet
invoeren, wordt het toetsenbord weergegeven.
Draai de telefoon in de liggende stand wanneer u tekst invoert.
Het toetsenbord ondersteunt deze functie alleen als de liggende stand wordt ondersteund door
de toepassing die u gebruikt en als uw instellingen voor de schermstand zijn ingesteld op
automatisch.
Tekst invoeren
•
Als u een teken wilt invoeren dat zichtbaar is op het toetsenbord, tikt u op dit teken.
•
Als u een lettervariant wilt invoeren, raakt u een reguliere letter op het toetsenbord
aan en houdt u deze vast om een lijst met beschikbare opties weer te geven.
Selecteer vervolgens een optie in de lijst. Als u bijvoorbeeld "é" wilt invoeren, raakt
u "e" aan en houdt u deze letter vast tot er een lijst verschijnt. Vervolgens selecteert
u "é" in de lijst.
Schakelen tussen hoofdletters en kleine letters
•
Tik voordat u een letter invoert op om naar hoofdletters te schakelen of vice
versa.
Caps Lock inschakelen
•
Tik voordat u een woord typt op of tot wordt weergegeven.
Cijfers of symbolen invoeren
•
Tik op
wanneer u tekst invoert. Er wordt een toetsenbord met cijfers en symbolen
weergegeven.
Een smiley invoegen
1
Raak bij het invoeren van tekst aan en houd deze optie vast.
2
Selecteer een smiley.
Tekens verwijderen
•
Tik om de cursor te plaatsen na het teken dat u wilt verwijderden en tik vervolgens
.
op
Tekst bewerken
1
Houd wanneer u tekst invoert het tekstveld ingedrukt tot het menu Tekst
bewerken wordt weergegeven.
2
Selecteer een optie.
Toetsenbordinstellingen
U kunt instellingen voor het toetsenbord selecteren, zoals de schrijftaal en automatische
voorspelling.
De toetsenbordinstellingen openen
•
Tik op wanneer u tekst invoert. Als u meer dan een schrijftaal hebt geselecteerd,
raakt u in plaats daarvan aan en houdt u deze optie ingedrukt.
De schrijftaal wijzigen
1
Tik wanneer u tekst invoert op
2
Tik op Schrijftalen.
3
Selecteer de schrijftalen die u wilt gebruiken. Druk wanneer u klaar bent herhaaldelijk
op om terug te keren naar de tekstinvoermodus.
4
Als u meer dan een invoertaal hebt geselecteerd, tikt u op om te schakelen tussen
de geselecteerde schrijftalen.
Tik wanneer u tekst invoert op of raak aan en houd de toets vast.
2
Tik op Instellingen Snelle tekst.
3
Selecteer de gewenste instellingen.
SIM-kaart
De SIM-kaart (Subscriber Identity Module), die u van uw netwerkoperator hebt ontvangen,
bevat informatie over uw abonnement. Schakel de telefoon altijd uit en koppel de lader los
voordat u de SIM-kaart plaatst of verwijdert.
PIN-code
U hebt mogelijk een PIN-code (Personal Identification Number) nodig om de services en
functies van uw telefoon te activeren. Elk cijfer van de PIN-code wordt als een sterretje (*)
weergegeven, tenzij het met de cijfers van een alarmnummer begint, bijvoorbeeld 112 of
911. U kunt alarmnummers bellen zonder een PIN-code in te voeren.
Geheugen
U kunt inhoud opslaan op een geheugenkaart en in het telefoongeheugen. Muziek,
videoclips en foto's worden opgeslagen op de geheugenkaart. Toepassingen, contacten
en berichten worden opgeslagen in het telefoongeheugen.
Geheugenkaart
U moet de geheugenkaart mogelijk afzonderlijk aanschaffen.
De telefoon biedt ondersteuning voor microSD™-kaarten. Deze kaarten worden gebruikt
voor media-inhoud. Dit type kaart kan ook in andere compatibele apparaten worden
gebruikt als draadbare geheugenkaart.
Zonder geheugenkaart kunt u de camera niet gebruiken en kunt u geen muziekbestanden of
videoclips afspelen of downloaden.
De geheugenkaart formatteren
De geheugenkaart in de telefoon kan worden geformatteerd, bijvoorbeeld om geheugen
vrij te maken.
Alle inhoud op de geheugenkaart gaat verloren. Zorg dat u een back-up hebt gemaakt van alle
zaken die u wilt behouden voordat u de geheugenkaart formatteert. Als u een back-up wilt maken
van uw inhoud, kunt u deze kopiëren naar de computer. Raadpleeg het hoofdstuk Uw telefoonop een computer aansluiten op pagina 73 voor meer informatie.
De geheugenkaart formatteren
1
Sleep vanuit de Startpagina
2
Ga naar en tik op Instellingen > Instellingen voor SD-kaart en
telefoongeheugen > SD-kaart ontkoppelen.
3
Nadat u de geheugenkaart hebt ontkoppeld, tikt u op SD-kaart formatteren > Alles
wissen.
Als u een gesprek wilt beantwoorden, drukt u op de toets voor afhandeling van
gesprekken. Als u muziek beluistert, wordt de muziek onderbroken wanneer u een
gesprek ontvangt en hervat wanneer het gesprek is beëindigd.
3
Als u een gesprek wilt beëindigen, drukt u op de toets voor afhandeling van
gesprekken.
Als er geen draagbare headset bij de telefoon is geleverd, kunt u deze afzonderlijk aanschaffen.
Het volume aanpassen
U kunt het beltoonvolume aanpassen voor telefoonoproepen en -meldingen, en voor
muziek- en videoweergave.
Het volume van de beltoon aanpassen met de volumetoetsen
•
Druk de volumetoets omhoog of omlaag.
Het afspeelvolume voor media aanpassen met de volumetoets
•
Druk de volumetoets omhoog of omlaag wanneer u muziek afspeelt of een video
bekijkt.
De stille stand of de trilstand instellen voor de telefoon
1
Druk de volumetoets naar het minimum. De telefoon bevindt zich, hoewel hij stil is,
in de trilstand. Het pictogram wordt weergegeven in de statusbalk.
2
Druk de volumetoets nog een keer omlaag om de trilstand uit te schakelen. Het
pictogram wordt weergegeven in de statusbalk.
Overzicht van telefooninstellingen
U kunt de instellingen van de telefoon aan uw voorkeuren aanpassen, bijvoorbeeld Datum
en tijd, Draadloos en netwerken en Accounts en synchronisatie.
Zoek de volgende opties en tik erop: Instellingen > Geluid en weergave > Beltoon
voor meldingen.
3
Selecteer een beltoon en tik op OK.
Het trilalarm instellen
1
Sleep vanuit de Startpagina omhoog.
2
Zoek de volgende opties en tik erop: Instellingen > Geluid en weergave.
3
Schakel het selectievakje Trilstand telefoon in.
Scherminstellingen
De schermhelderheid aanpassen
1
Sleep vanuit de Startpagina
2
Zoek de volgende opties en tik erop: Instellingen > Geluid en weergave >
Helderheid.
3
Als u de helderheid wilt verlagen, sleept u de schuifregelaar naar links. Als u de
helderheid wilt verhogen, sleept u de schuifregelaar naar rechts.
4
Tik op OK.
Het scherm op trillen instellen
1
Sleep vanuit de Startpagina omhoog.
2
Zoek de volgende opties en tik erop: Instellingen > Geluid en weergave >
Haptische feedback. In bepaalde applicaties trilt het scherm wanneer u erop tikt.
omhoog.
De tijd aanpassen gedurende welke de telefoon niet is gebruikt voordat het scherm
wordt uitgeschakeld
1
Sleep vanuit de Startpagina
2
Zoek de volgende opties en tik erop: Instellingen > Geluid en weergave > Timeout scherm.
3
Selecteer een optie.
Als u het scherm snel wilt uitschakelen, drukt u kort op de aan/uit-toets
Het scherm ingeschakeld houden terwijl de telefoon wordt opgeladen
1
Sleep vanuit de Startpagina
2
Zoek de volgende opties en tik erop: Instellingen > Toepassingen >
Ontwikkeling.
3
Schakel het selectievakje Stand-by in.
omhoog.
.
omhoog.
Stand
De schermstand automatisch laten wijzigen
1
Sleep vanuit de Startpagina
2
Zoek de volgende opties en tik erop: Instellingen > Geluid en weergave.
3
Schakel het selectievakje Stand in.
Als u automatische schermrotatie hebt uitgeschakeld, blijft de telefoon in de staande stand.
omhoog.
Telefoontaal
U kunt een taal selecteren die wordt gebruikt op de telefoon.
Zoek de volgende opties en tik erop: Instellingen > Taal en toetsenbord >
Landinstelling selecteren.
3
Selecteer een optie.
Als u de verkeerde taal kiest en de menuteksten niet meer kunt lezen, gaat u naar
www.sonyericsson.com/support
voor ondersteuning.
Vliegmodus
In de vliegmodus worden geen radiosignalen uitgezonden door de telefoon. U kunt
Bluetooth™ of Wi-Fi™ niet inschakelen.
De vliegmodus inschakelen
1
Sleep vanuit de Startpagina omhoog.
2
Zoek de volgende opties en tik erop: Instellingen > Draadloos en netwerken.
3
Schakel het selectievakje Vliegtuigmodus in.
U kunt ook ingedrukt houden om de vliegmodus in te schakelen.
Instellingen voor internet en berichten
Als u SMS- en MMS-berichten wilt verzenden en toegang wilt hebben tot internet, moet u
over een mobiele 2G/3G-gegevensverbinding beschikken en de juiste instellingen
configureren. Er zijn verschillende manieren om deze instellingen op te halen:
•
Voor de meeste mobiele telefoonnetwerken en operators worden de instellingen voor
internet en berichten vooraf op de telefoon geïnstalleerd. U kunt vervolgens direct internet
gebruiken en berichten verzenden.
•
In sommige gevallen hebt u de mogelijkheid om instellingen voor internet en berichten te
downloaden wanneer u de telefoon voor de eerste keer inschakelt. Het is ook mogelijk om
deze instellingen later te downloaden via het menu Instellingen.
•
U kunt op elk moment handmatig instellingen voor internet en berichten op uw telefoon
toevoegen en wijzigen. Neem contact op met uw netwerkoperator voor gedetailleerde
informatie over de instellingen voor internet en berichten.
Instellingen voor internet en berichten downloaden
1
Sleep vanuit de Startpagina omhoog.
2
Zoek de volgende opties en tik erop: Instellingen > Sony Ericsson > Instellingen
downloaden.
De huidige APN (Access Point Name) weergeven
1
Sleep vanuit de Startpagina
2
Zoek de volgende opties en tik erop: Instellingen > Draadloos en netwerken >
omhoog.
Mobiele netwerken.
3
Tik op Namen toegangspunten.
Als er meerdere verbindingen beschikbaar zijn, wordt de actieve netwerkverbinding aangegeven
met een gemarkeerde knop aan de rechterkant.
Ga naar en tik op Instellingen > Draadloos en netwerken > Mobiele netwerken
> Namen toegangspunten.
3
Druk op .
4
Tik op Nieuwe APN
5
Tik op Naam en voer de naam in voor het netwerkprofiel dat u wilt maken.
6
Tik op APN en voer de naam van het toegangspunt in.
7
Tik op de verschillende items en voer alle overige informatie in die vereist is door uw
.
netwerkoperator.
8
Druk op en tik op Opslaan .
Neem contact op met uw netwerkoperator voor gedetailleerde informatie over de
netwerkinstellingen.
De standaardinstellingen voor internet herstellen
1
Sleep vanuit de Startpagina omhoog.
2
Tik op Instellingen > Draadloos en netwerken > Mobiele netwerken > APN's.
3
Druk op
4
Tik op Standaardinstellingen herstellen.
.
Gegevensverkeer
Data monitor gebruiken om uw gegevensverkeer bij te houden
Gebruik Data monitor om bij te houden hoeveel gegevens uw telefoon verzendt en
ontvangt. Deze toepassing houdt bij hoeveel gegevens er bij benadering via 2G/3Gnetwerken worden verzonden vanaf een vooraf gedefinieerde begindatum. Deze waarden
worden elke maand gereset. Als de begindatum bijvoorbeeld is ingesteld op 15, wordt de
teller voor het gegevensverkeer gereset op de 15e dag van elke maand. De eerste keer dat
u Data monitor start, wordt de begindag ingesteld op 1.
U kunt Data monitor zo instellen dat u een melding krijgt wanneer de hoeveelheid
overgebrachte gegevens een bepaalde limiet bereikt. U kunt afzonderlijke limieten instellen
voor verzonden gegevens, ontvangen gegevens en het totale aantal overgebrachte
gegevens.
U kunt Data monitor ook activeren als een widget op de Startpagina.
Gegevens die worden verzonden of ontvangen via Wi-Fi™- of Bluetooth™-verbindingen, worden
niet bijgehouden.
De resetdag van Data monitor instellen
1
Sleep vanuit de Startpagina omhoog.
2
Ga naar en tik erop.
3
Tik op het nummer dat de begindag aangeeft.
4
Schuif de balk omhoog of omlaag en tik op de gewenste resetdag.
Een melding van Data monitor instellen
1
Sleep vanuit de Startpagina omhoog.
2
Ga naar en tik erop.
3
Tik op het belpictogram naast , of , afhankelijk van de melding die u wilt instellen.
4
Tik op een nummer dat u wilt wijzigen.
5
Blader omhoog of omlaag en tik op de gewenste waarde.