Open het klepje, druk op de rand van de SIM‑kaart om deze los te maken, en haal
de kaart eruit.
De telefoon aanzetten
De telefoon inschakelen
1
Houd
2
Voer de PIN‑code (Personal Identification Number) van de SIM‑kaart in wanneer u
daarom wordt gevraagd en selecteer OK.
3
Selecteer een taal.
4
Volg de instructies die worden weergegeven.
Als u tijdens het invoeren van uw PIN‑code een fout wilt corrigeren, drukt u op .
ingedrukt op de achterzijde van de telefoon.
SIM-kaart
De SIM-kaart (Subscriber Identity Module), die u van uw netwerkoperator hebt ontvangen,
bevat informatie over uw abonnement. Schakel de telefoon altijd uit en koppel de lader en
de batterij los voordat u de SIM-kaart plaatst of verwijdert.
U kunt contacten op de SIM-kaart opslaan voordat u deze uit de telefoon verwijdert.
PIN-code
U hebt mogelijk een PIN-code (Personal Identification Number) nodig om de services en
functies van uw telefoon te activeren. U hebt de PIN-code van uw netwerkoperator
gekregen. Elk cijfer van de PIN-code wordt als een sterretje (*) weergegeven, tenzij het met
de cijfers van een alarmnummer begint, bijvoorbeeld 112 of 911. U kunt alarmnummers
zien en bellen zonder een PIN-code in te voeren.
Als u drie keer achter elkaar de verkeerde PIN-code invoert, wordt de SIM-kaart geblokkeerd.
Zie SIM-blokkering op pagina 47.
Stand-by
Nadat u de telefoon hebt ingeschakeld en uw PIN-code hebt ingevoerd, wordt de naam
van de netwerkoperator weergegeven. Deze weergave wordt stand-by genoemd. De
telefoon is nu gereed voor gebruik.
Andere netwerken gebruiken
Aan het starten en aannemen van gesprekken, het verzenden en ontvangen van berichten
en het overbrengen van gegevens, bijvoorbeeld bij het gebruik van services op internet,
buiten uw eigen netwerk (roaming), kunnen extra kosten verbonden zijn. Neem contact op
met uw netwerkoperator voor meer informatie.
Help
Naast deze gebruikershandleiding kunt u functiehandleidingen en meer informatie vinden
op www.sonyericsson.com/support.
De telefoon bevat ook Help-functies en een gebruikershandleiding. Lees de volgende
instructies als u wilt weten hoe u toegang krijgt tot deze functies.
De gebruikershandleiding op de telefoon raadplegen
•
Selecteer Menu > Instellingen > Help > Gebr.handleiding.
Tips en trucs weergeven
•
Selecteer Menu > Instellingen > Help > Tips en trucs.
Informatie over functies weergeven
•
Ga naar een functie en selecteer Info, indien beschikbaar. Soms wordt Info
weergegeven onder Opties.
De status van de telefoon weergeven
•
Druk op een volumetoets. Er wordt informatie weergegeven over de telefoon, het
geheugen en de batterij.
Ondersteunde services en functies
Sommige diensten en functies in deze gebruikershandleiding worden niet ondersteund door alle
netwerken en/of serviceproviders in alle gebieden. Dit geldt ook voor het internationale GSMalarmnummer 112. Neem contact op met uw netwerkoperator of serviceprovider voor de
beschikbaarheid van specifieke diensten of functies en voor informatie over bijkomende
toegangs- of gebruikskosten.
De batterij opladen
De batterij van de telefoon is bij aanschaf gedeeltelijk opgeladen.
De telefoonbatterij kan niet worden verwijderd.
De batterij opladen
1
Sluit de oplader aan op de telefoon.
2
Verwijder de lader door de stekker omhoog te tillen.
De prestaties van de batterij optimaliseren
•
Laad de telefoon vaak op. De batterij gaat langer mee als u deze regelmatig oplaadt.
Als u in een gebied zonder dekking bent, zoekt de telefoon herhaaldelijk naar beschikbare
netwerken. Hierbij wordt stroom verbruikt. Als het niet mogelijk is om naar een gebied met
een betere dekking te gaan, moet u de telefoon tijdelijk uitschakelen.
•
Schakel 3G en draadloze Bluetooth™ technologie uit wanneer u deze functies niet nodig
hebt.
•
Bedek de antenne van de telefoon niet wanneer u aan het bellen bent.
Ga naar
prestaties van de batterij.
www.sonyericsson.com/support
voor meer informatie over het maximaliseren van de
Profielen
Tijd en datum
Taal
Software bijwrkn
Spraakbesturing
Snelkopp.
Vliegtuigmodus
Autom. toetsbl.
PIN-codes
Beveiliging
Toegankelijkheid
Telefoonstatus
Master reset
Geluiden, alarmen
Volume
Ringtone
Stil
Toenemend vol.
Trilalarm
Berichtwaarsch.
Toetsgeluid
Snelkeuze
Slim zoeken
Gespr. doorsch.
Schakel naar lijn 2
Gespreksbeheer
Tijd
Mijn nr. wrg./verb.
Headset
Verbindingen
Bluetooth
USB
Telefoonnaam
Synchronisatie
Apparaatbeheer
Mobiele netwrkn
Datacommunic.
Internetinstell.
Streaminginstell.
Berichtinstellingen
SIP-instellingen
Accessoires
Help
Gebr.handleiding
Instell. downlden
Basisinstellingen
Tips en trucs
* Sommige menu's zijn
afhankelijk van uw
netwerkoperator, netwerk en
abonnement.
** Met de navigatietoets kunt u
tussen tabbladen in submenu's
bladeren.
Wanneer Menu op het scherm wordt weergegeven, drukt u op de middelste
selectietoets om Menu te selecteren.
•
Als Menu niet op het scherm wordt weergegeven, drukt u op Eindetoets en
vervolgens op de middelste selectietoets om Menu te selecteren.
Door telefoonmenu's navigeren
•
Druk de navigatietoets omhoog, omlaag, naar links of naar rechts om de menu´s te
doorlopen.
Acties op het scherm selecteren
•
Druk op de linkerselectietoets, middelste selectietoets of rechterselectietoets.
Opties voor een item weergeven
•
Selecteer Opties om het item bijvoorbeeld te bewerken.
Een functie beëindigen
•
Druk op de eindetoets.
Teruggaan naar stand‑by
•
Druk op de eindetoets.
Items verwijderen
•
Druk op
verwijderen.
om items, zoals nummers, letters, afbeeldingen en geluiden te
Toetsenvergrendeling
U kunt de toetsenvergrendeling instellen om te voorkomen dat per ongeluk een nummer
wordt gekozen. wordt dan weergegeven. Inkomende oproepen kunnen worden
beantwoord zonder het toetsenblok te ontgrendelen.
Ook het internationale alarmnummer 112 kan gewoon worden gebeld.
De toetsen handmatig blokkeren
1
Druk op .
2
Selecteer Vergr..
De toetsen vrijgeven
1
Druk op
2
Selecteer Ontgr..
Automatische toetsenvergrendeling gebruiken
1
Selecteer Menu > Instellingen > Algemeen > Autom. toetsbl..
Mogelijk zijn er tabbladen beschikbaar. Gesprekken heeft bijvoorbeeld tabbladen.
Bladeren tussen tabbladen
•
Druk de navigatietoets naar links of rechts.
Snelkoppelingen
U kunt de navigatiesnelkoppelingen gebruiken om rechtstreeks vanuit stand-by naar
functies te gaan.
Navigatiesnelkoppelingen gebruiken
•
Druk de navigatietoets omhoog, omlaag, naar links of naar rechts om rechtstreeks
naar een functie te gaan.
Een snelkoppeling bewerken met de navigatietoets
1
Selecteer Menu > Instellingen > Algemeen > Snelkopp..
2
Blader naar een optie en selecteer Bewerken.
3
Blader naar een menuoptie en selecteer Snelk..
Snelkoppelingen van hoofdmenu
De menunummering begint bij het pictogram in de linkerbovenhoek en loopt van links naar
rechts en van boven naar beneden.
Rechtstreeks naar een item in het hoofdmenu gaan
•
Selecteer Menu en druk op
De Indeling moet zijn ingesteld op Raster. Zie De indeling van het hoofdmenu wijzigen op
pagina 45.
– .
Activiteitenmenu
Via het activiteitenmenu hebt u snel toegang tot:
•
Nwe events ‑ gemiste gesprekken en nieuwe berichten.
•
Actieve app. ‑ applicaties die actief zijn op de achtergrond.
•
Mijn snelkopp. ‑ voeg uw favoriete functies toe zodat u ze snel kunt gebruiken.
Het activiteitenmenu openen
•
Druk op
.
Mediageheugen
U kunt content op het mediageheugen, in het telefoongeheugen of op de SIM‑kaart
opslaan. Foto's, video's en muziek worden in het telefoongeheugen opgeslagen. Als het
mediageheugen vol is, worden foto's, video's en muziek in het telefoongeheugen
opgeslagen. Berichten en contacten worden in het telefoongeheugen opgeslagen, maar u
kunt ervoor kiezen om ze op de SIM‑kaart op te slaan.
Taal van de telefoon
U kunt een taal selecteren die u in de telefoon wilt gebruiken.
De taal van de telefoon wijzigen
1
Selecteer Menu > Instellingen > Algemeen > Taal > Telefoontaal.
U kunt de multitik methode voor tekstinvoer of Quicktext-invoer gebruiken om tekst in
te voeren. Bij de Quicktext-invoermethode wordt een woordenboekapplicatie in de telefoon
gebruikt.
De invoertaal wijzigen
•
Houd ingedrukt terwijl u tekst invoert.
De tekstinvoermethode wijzigen
•
Houd ingedrukt terwijl u tekst invoert.
Schakelen tussen hoofdletters en kleine letters of cijfers
•
Druk op wanneer u tekst invoert.
Nummers invoeren
1
Wanneer u tekst invoert, drukt u meerdere malen op tot boven aan het
scherm wordt weergegeven.
2
Als u een nummer wilt invoeren, drukt u op .
Als u een nummer wilt invoeren vanuit de tekstinvoermodus, kunt u – ingedrukt
houden.
Leestekens en symbolen invoeren
1
Druk kort op
2
Blader naar een symbool en selecteer Invoegen.
wanneer u tekst invoert.
Als u een keuze wilt maken uit de meestgebruikte leestekens, kunt u ook drukken op
Tekst invoeren met Quicktext‑invoer
1
Selecteer bijvoorbeeld Menu > Berichten > Nieuw bericht > Bericht.
2
niet wordt weergegeven, houdt u ingedrukt om over te schakelen op
Als
Quicktext‑invoer.
3
Druk slechts eenmaal op elke toets, zelfs als de gewenste letter niet de eerste letter
onder die toets is. Als u bijvoorbeeld het woord 'Jane' wilt schrijven, drukt u op ,
, , . Schrijf het hele woord voordat u de suggesties bekijkt.
4
Druk op of druk de navigatietoets omlaag om woordsuggesties weer te geven.
5
Druk op om een suggestie te accepteren en een spatie toe te voegen.
Tekst invoeren met de multitik methode
1
Selecteer bijvoorbeeld Menu > Berichten > Nieuw bericht > Bericht.
2
wordt weergegeven, houdt u ingedrukt om over te schakelen naar de
Als
multitoetsmethode voor tekstinvoer.
3
Druk herhaaldelijk op
4
Druk op
om een spatie toe te voegen.
‑ totdat de gewenste letter wordt weergegeven.
Woorden toevoegen aan het woordenboek op de telefoon
1
Als u tekst invoert met Quicktext-invoer, selecteert u Opties > Woord spellen.
2
Schrijf het woord met de multitoetsmethode voor tekstinvoer en selecteer
Opslaan.
U moet de telefoon inschakelen en u binnen het bereik van een netwerk bevinden.
Bellen en gebeld worden
Een gesprek starten
1
Voer een telefoonnummer in (met de internationale landcode en het netnummer,
indien van applicatie).
2
Druk op de oproeptoets.
U kunt nummers bellen vanuit uw contacten en de gesprekkenlijst.
Een oproep beëindigen
•
Druk op de eindetoets.
Internationale gesprekken voeren
1
Houd ingedrukt tot een plusteken (+) verschijnt.
2
Voer de landcode, het netnummer (zonder de eerste nul) en het telefoonnummer in.
3
Druk op de oproeptoets.
Een nummer opnieuw kiezen
•
Selecteer Ja wanneer Opnieuw proberen? wordt weergegeven.
Houd de telefoon niet bij uw oor tijdens het wachten tot er verbinding wordt gemaakt. Wanneer
er een verbinding tot stand is gebracht, wordt er een luid signaal weergegeven.
Een gesprek aannemen
•
Druk op de oproeptoets.
Een gesprek weigeren.
•
Druk op de eindetoets.
Het volume van de oorspeaker veranderen tijdens een gesprek
•
Druk de volumetoetsen omhoog of omlaag.
De microfoon dempen tijdens een gesprek
1
Houd ingedrukt. wordt weergegeven.
2
Houd nogmaals ingedrukt om verder te gaan.
De luidspreker inschakelen tijdens een gesprek
•
Selecteer Spr aan. wordt weergegeven.
Houd de telefoon niet bij uw oor als u de luidspreker gebruikt. Dit kan uw gehoor beschadigen.
Gemiste gesprekken weergeven vanuit stand‑by
•
wordt weergegeven. Druk op de oproeptoets om de gesprekkenlijst te openen.
Alarmnummers
De telefoon ondersteunt internationale alarmnummers, bijvoorbeeld 112 of 911. Dit houdt
in dat u deze nummers normaal vanuit elk land kunt bellen om een noodoproep te doen,
met of zonder SIM-kaart in het toestel, zolang u zich binnen het bereik van een netwerk
bevindt.
In bepaalde landen kunnen ook andere alarmnummers worden aangeboden. Uw
netwerkexploitant heeft daarom mogelijk extra lokale alarmnummers op de SIM-kaart
opgeslagen.
Voer het internationale alarmnummer 112 in en druk op de oproeptoets.
Lokale alarmnummers bekijken
1
Selecteer Menu > Contacten.
2
Blader naar Nieuw contact en selecteer Opties > Speciale nummers >
Alarmnummers.
Netwerken
De telefoon schakelt automatisch tussen GSM- en - (UMTS) of -netwerken, afhankelijk
van het netwerk dat beschikbaar is. Sommige netwerkoperators staan toe dat u handmatig
tussen netwerken schakelt.
U kunt informatie over beantwoorde , gekozen en gemiste of geweigerde
gesprekken weergeven.
Een nummer bellen uit gesprekkenlijst
1
Druk op de oproeptoets en blader naar een tabblad.
2
Blader naar een naam of nummer en druk op de oproeptoets.
Contacten
U kunt namen, telefoonnummers en persoonlijke gegevens opslaan in Contacten. U kunt
informatie opslaan in het telefoongeheugen of op de SIM‑kaart.
U kunt contacten synchroniseren met Sony Ericsson PC Suite.
Standaardcontacten
U kunt kiezen welke contactgegevens standaard worden weergegeven. Als Contacten als
standaard is geselecteerd, worden uitsluitend contactgegevens die in het
telefoongeheugen zijn opgeslagen, weergegeven in Contacten. Als u SIM-contacten als
standaard selecteert, worden uitsluitend de namen en nummers van contacten die op de
SIM‑kaart zijn opgeslagen, weergegeven in Contacten.
Standaardcontacten selecteren
1
Selecteer Menu > Contacten.
2
Blader naar Nieuw contact en selecteer Opties > Geavanceerd >
Std.contacten.
3
Selecteer een optie.
Telefooncontacten
Telefooncontacten kunnen namen, telefoonnummers en persoonlijke gegevens bevatten.
Ze worden in het telefoongeheugen opgeslagen.
Blader tussen de tabbladen en voer informatie in de velden in.
8
Selecteer Opslaan.
Contacten bellen
Een contact bellen
1
Selecteer Menu > Contacten.
2
Blader naar een contact en druk op de oproeptoets.
Rechtstreeks naar de lijst met contacten gaan
•
Houd de toets ingedrukt – .
Bellen met Slim zoeken
1
Druk op – om een reeks (van minimaal twee) cijfers in te voeren. Alle items
die overeenkomen met de reeks cijfers of corresponderende letters, worden in een
lijst weergegeven.
2
Blader naar een contact of telefoonnummer en druk op de oproeptoets.
Slim zoeken aan- of uitzetten
1
Selecteer Menu > Instellingen > Gesprekken > Slim zoeken.
2
Selecteer een optie.
Contacten bewerken
Gegevens toevoegen aan een telefooncontact
1
Selecteer Menu > Contacten.
2
Blader naar een contact en selecteer Opties > Cont. bewerken.
3
Blader tussen de tabbladen en selecteer Toevoegen of Bewerken.
4
Selecteer een optie en een item dat u wilt toevoegen of bewerken.
5
Selecteer Opslaan.
Als in uw abonnement nummerweergave is inbegrepen, kunt u voor contacten persoonlijke
ringtones en foto's instellen.
Namen en nummers naar telefooncontacten kopiëren
1
Selecteer Menu > Contacten.
2
Blader naar Nieuw contact en selecteer Opties > Geavanceerd > Kopiëren van
SIM.
3
Selecteer een optie.
Namen en nummers naar de SIM-kaart kopiëren
1
Selecteer Menu > Contacten.
2
Blader naar Nieuw contact en selecteer Opties > Geavanceerd > Kopiëren naar
SIM.
3
Selecteer een optie.
Wanneer u alle contacten van de telefoon naar de SIM-kaart kopieert, worden alle bestaande
gegevens op de SIM-kaart vervangen.
U kunt vanuit Contacten een groep telefoonnummers en e-mailadressen maken om
berichten te verzenden. U kunt ook groepen (met telefoonnummers) gebruiken wanneer u
lijsten met geaccepteerde bellers maakt.
Een groep met nummers en e-mailadressen maken
1
Selecteer Menu > Contacten.
2
Blader naar Nieuw contact en selecteer Opties > Groepen.
3
Blader naar Nieuwe groep en selecteer Toevoegen.
4
Voer een naam voor de groep in en selecteer Doorgaan.
5
Blader naar Nieuw en selecteer Toevoegen.
6
Voor elk telefoonnummer of e-mailadres van een contactpersoon dat u wilt
markeren, bladert u naar het nummer of adres en selecteert u Markeren.
7
Selecteer Doorgaan > Gereed.
Een groep met nummers en e‑mailadressen bewerken
1
Selecteer Menu > Contacten.
2
Blader naar Nieuw contact en selecteer Opties > Groepen.
3
Blader naar een bestaande groep en selecteer Bewerken.
4
Blader naar Nieuw en selecteer Toevoegen om een nieuw contact toe te voegen.
Blader naar het contact en selecteer Verwijderen om een contact uit de groep te
verwijderen.
5
Selecteer Gereed als u klaar bent.
Snelkiezen
Met snelkiezen kunt u negen contacten kiezen die u snel kunt bellen vanuit stand-by. De
contacten worden opgeslagen op de posities 1 tot en met 9.
Snelkiesnummers toewijzen aan contacten
1
Selecteer Menu > Contacten.
2
Blader naar Nieuw contact en selecteer Opties > Snelkeuze.
3
Ga naar een positienummer en selecteer Toevoegen.
4
Selecteer een contact.
Snelkiezen
•
Voer het positienummer in en druk op de oproeptoets.
Meer gespreksfuncties
Voicemail
Als in uw abonnement een antwoorddienst is opgenomen, kunnen bellers een
voicemailbericht achterlaten als u een gesprek niet kunt aannemen.
Uw voicemailnummer invoeren
1
Selecteer Menu > Berichten > Berichten > Instellingen > het tabblad
Berichtinstellingen > Voicemailnr..
2
Voer het nummer in en selecteer OK.
Uw voicemailservice bellen
•
Houd de toets
ingedrukt.
Spraakbesturing
Door spraakopdrachten te maken, kunt:
•
kiezen met uw stem, dat wil zeggen iemand bellen door de naam te zeggen;
•
gesprekken aannemen en weigeren wanneer u een headset gebruikt.